Lastige woorden
3
Blad 1
Les 1 Iedereen op de been
joelen Schreeuwen.
fakkel Een brandend stuk hout. Een fakkel geeft licht.
volksverhuizing Wanneer heel veel mensen op een andere plek gaan wonen, heet dat een volksverhuizing.
pakhuis Een gebouw waar spullen bewaard worden.
plunderen Met geweld dingen stelen. rooftocht Ergens heengaan om daar te stelen. ruiter Iemand op een paard.
Wijzer door de tijd 6 © Noordhoff Uitgevers
218242_WDDT2_HL6.indb
70
26-10-2010
09:03:49
Lastige woorden
3
Blad 2
Les 2 Een nieuw geloof
bekeren Ervoor zorgen dat iemand een ander geloof krijgt. kathedraal Een heel grote kerk.
Bijbel Het heilige boek van de christenen. Er staan verhalen in over God.
volgeling Iemand die hetzelfde gelooft als zijn leider.
prediker Iemand die mensen vertelt over God.
kerstening Wanneer veel mensen christen worden, heet dat kerstening. verkondigen Vertellen.
Wijzer door de tijd 6 © Noordhoff Uitgevers
218242_WDDT2_HL6.indb
71
26-10-2010
09:03:50
Lastige woorden
3
Blad 3
Les 3 Leven in een klooster
bezit Als je iets bezit, is het van jou. Jouw bezit zijn jouw spullen. gasthuis Het deel van een klooster waar de gasten wonen. monnik Een man die in een klooster leeft.
non Een vrouw die in een klooster leeft.
initiaal Een versierde letter.
miniatuur Een kleine tekening.
klooster Een gebouw waar mensen wonen die heel gelovig zijn.
perkament Een soort papier. Het wordt gemaakt van de huid van geiten en kalveren.
medicijn Een pil of drankje waar je beter van wordt.
wiskunde Een soort rekenen.
belasting Geld dat je aan de baas van jouw land moet betalen
Wijzer door de tijd 6 © Noordhoff Uitgevers
218242_WDDT2_HL6.indb
72
26-10-2010
09:03:51
Lastige woorden
3
Blad 4
Les 4 Karel de Grote
landbouw Het werk dat boeren doen. Zoals op de akkers werken en koeien melken.
rechtspraak Beslissen of iemand iets fout heeft gedaan. En welke straf hij daarvoor moet krijgen. wetten Regels waar iedereen zich aan moet houden. Zoals de regel: ‘Je mag niet stelen’.
gouw Een soort provincie. palts Een soort paleis. leenman Iemand die een stuk grond van iemand anders mag gebruiken. leenheer Iemand die een stuk grond aan iemand anders leent. drieslagstelsel Een manier om akkers te gebruiken.
Wijzer door de tijd 6 © Noordhoff Uitgevers
218242_WDDT2_HL6.indb
73
26-10-2010
09:03:52
Samenvatting
4
Blad 1
Een onrustige tijd Les 1 De Vikingen Rond 800 wonen in Noorwegen, Zweden en Denemarken de Vikingen. Het zijn boeren die ook jagen en vissen. En het zijn handelaars. Vikingen maken met hun schepen verre reizen. In andere landen ruilen ze huiden en gedroogde vis voor andere producten. Maar Vikingen roven ook. Ze plunderen boerderijen, kerken en kloosters. Na afloop steken ze deze gebouwen vaak in brand. Soms krijgen Vikingen een stuk land van een landheer. In ruil daarvoor beschermen ze die landheer tegen andere Vikingen. De Vikingen worden ook wel Noormannen genoemd, omdat ze uit het noorden komen. Ze schrijven met runen, een soort lettertekens.
Les 2 Jacob ontwerpt een kasteel Rijke boeren worden bedreigd door Vikingen en andere rovers. Daarom versterken ze hun boerderijen. Ze bouwen een motte naast de boerderij. Daarna bouwen ze op die heuvel een toren. Rond de motte komt een palissade van palen en daaromheen een gracht. In deze burcht kunnen mensen veilig wonen. Later bouwen ridders grote kastelen van steen. kanteel
donjon
schietgaten
muren
ophaalbrug
poort
hoektoren
gracht
Wijzer door de tijd 6 © Noordhoff Uitgevers
218242_WDDT2_HL6.indb
88
26-10-2010
09:04:04
Samenvatting
4
Blad 2
Les 3 Drie standen In de middeleeuwen zijn er drie standen. Dat zijn groepen mensen. De eerste stand zijn de geeste lijken: bisschoppen, priesters en kloosterlingen. De tweede stand is de adel: koning en edelen. De derde stand zijn de boeren. Zij zijn meestal arm. De edelen wonen in kastelen. Rond het kasteel wonen horige boeren. Zij moeten de kasteelheer in alles gehoorzamen. En ze moeten een deel van hun oogst aan de kasteelheer afstaan. Verder moet de horige boer allerlei karweitjes voor zijn heer doen. Als er oorlog is, moet de kasteelheer zijn boeren beschermen.Vrije boeren huren vaak een stuk grond van de edelman. Zij mogen hun oogst zelf houden. Wat ze niet nodig hebben, verkopen ze op de markt.
Les 4 Een nieuw geloof: de islam De Arabische koopman Mohammed ziet in een droom een engel. Die vertelt hem dat Allah de enige god is en dat Mohammed zijn profeet is. Mohammed gaat andere mensen over Allah vertellen. De boodschap van Allah wordt opgeschreven in een boek, de Koran. Met Mohammed begint een nieuwe godsdienst, de islam. Hij krijgt veel volgelingen. Na zijn dood veroveren zijn volgelingen Noord-Afrika. Ze worden ook de baas in Spanje. Daar bouwen ze paleizen en moskeeën. Arabische geleerden houden ze zich bezig met geneeskunde, sterrenkunde en wiskunde. Onze cijfers zijn door hen bedacht. Moslims bidden vijf keer per dag met hun hoofd in de richting van Mekka. Ze moeten geld geven aan de armen. En tijdens de ramadan mogen ze overdag niet eten. Een moslim probeert één keer in zijn leven een bedevaart te maken naar Mekka. Dat is de plaats waar Mohammed geboren is.
Wijzer door de tijd 6 © Noordhoff Uitgevers
218242_WDDT2_HL6.indb
89
26-10-2010
09:04:05
Herhalingsblad
3
Naam:
Beantwoord de vragen. Voor elke vraag staat aangegeven naar welke afbeelding(en) in het leerlingenboek je moet kijken. Zoek de afbeeldingen op in hoofdstuk 3.
1
ladzijde 32 en 33 > bafbeelding 1 en 2
Uit Azië komt het volk van de
.
Onderweg plunderen ze Veel mensen slaan op de Deze periode van 400 tot 700 heet de Grote
Er komt een einde aan het
2
ladzijde 34 > bafbeelding 3
Rijk.
Welke drie volken wonen na de Grote Volksverhuizing in Nederland? ,
3
35, > b36ladzijde en 37
Wat hoort bij elkaar? Trek lijnen.
38, 39 > benladzijde 40
Wat hoort bij het leven van kloosterlingen? Kruis de drie juiste antwoorden aan.
afbeelding 1, 2 en 3
4
afbeelding 1, 2 en 3
5
en
41 en 42 > bladzijde afbeelding 2, 3
en 4
prediker nieuw geloof Clovis verandering van geloof christen worden
gedoopt worden koning van de Franken kerstening één God Willibrord
bidden en werken zieken en armen helpen lesgeven en trouwen en kinderen boeken schrijven krijgen vechten en feesten Streep de foute woorden door. Karel de Grote verdeelt zijn grote land in provincies/gouwen. Hij laat alle wetten/verhalen opschrijven. Ook verandert hij de rechtspraak/belastingen. De landbouw verbetert hij door het tweeslagstelstel/drieslagstelsel.
Wijzer door de tijd 6 © Noordhoff Uitgevers
218242_WDDT2_HL6.indb
120
26-10-2010
09:04:22
Antwoorden herhaling
3
Beantwoord de vragen. Voor elke vraag staat aangegeven naar welke afbeelding(en) in het leerlingenboek je moet kijken. Zoek de afbeeldingen op in hoofdstuk 3.
1
ladzijde 32 en 33 > bafbeelding 1 en 2
Uit Azië komt het volk van de Onderweg plunderen ze Veel mensen slaan op de
Hunnen.. dorpen. vlucht.
Deze periode van 400 tot 700 heet de Grote
Volksverhuizing.
Romeinse
Er komt een einde aan het
2
ladzijde 34 > bafbeelding 3
Welke drie volken wonen na de Grote Volksverhuizing in Nederland?
Friezen Saksen. 3
4
Franken
Wat hoort bij elkaar? Trek lijnen.
38, 39 > benladzijde 40
Wat hoort bij het leven van kloosterlingen? Kruis de drie juiste antwoorden aan.
afbeelding 1, 2 en 3
5
,
35, > b36ladzijde en 37
afbeelding 1, 2 en 3
41 en 42 > bladzijde afbeelding 2, 3
en 4
Rijk.
prediker nieuw geloof Clovis verandering van geloof christen worden
en
gedoopt worden koning van de Franken kerstening één God Willibrord
bidden en werken zieken en armen helpen lesgeven en trouwen en kinderen boeken schrijven krijgen vechten en feesten Streep de foute woorden door. Karel de Grote verdeelt zijn grote land in provincies/gouwen. Hij laat alle wetten/verhalen opschrijven. Ook verandert hij de rechtspraak/belastingen. De landbouw verbetert hij door het tweeslagstelstel/drieslagstelsel.
Wijzer door de tijd 6 © Noordhoff Uitgevers
218242_WDDT2_HL6.indb
126
26-10-2010
09:04:24
Verdiepingsopdrachten
1 3
Opdracht 1 2
Schrijf je naam met hiëroglyfen Wat ga je doen? In het oude Egypte schreven de mensen niet met letters, maar met plaatjes: hiëroglyfen. Zij schreven daarmee op papyrus. Dat maakten ze van gedroogd riet. Ze schreven ook op muren, vooral in de graven van rijke mensen en koningen. Jij gaat met hiëroglyfen je eigen naam schrijven. Dit heb je nodig n stevig papier
n vetkrijt
n verf
en kwasten
Aan de slag 1 Neem een groot vel papier en schilder het geelbruin. Laat het papier daarna drogen. 2 Teken nu met krijt of schilder met verf jouw naam in hiëroglyfen op het papier. Je vindt de letters hieronder. Staat een letter er niet bij? Bedenk dan zelf een hiëroglief voor die letter. Je mag natuurlijk ook je achternaam erbij schrijven. 3 Doen andere kinderen deze opdracht ook? Hang jullie tekeningen naast elkaar zodat de hele muur vol komt te hangen.
Wil je meer weten? Zoek in de informatiereeks het boekje C64: Mummies (Noordhoff Uitgevers). Wijzer door de tijd 6 © Noordhoff Uitgevers
218242_WDDT2_HL6.indb
138
26-10-2010
09:04:28
Verdiepingsopdrachten
1 3
Opdracht 2 1
Maak een poster over pennen Wat ga je doen? Grieken en Romeinen schreven met een stylus. Daarmee krasten ze letters in een plaatje was. Een stylus was een soort pen. Er zijn allerlei soorten pennen. Denk maar aan een ganzenveer, een vulpen, een kroontjespen en een balpen. Er zijn zelfs pennen waarmee je op de computer kunt schrijven en tekenen. Ga op onderzoek uit en maak een poster over allerlei soorten pennen. Dit heb je nodig n een computer met internet n een printer n een groot vel papier n pen en potlood Aan de slag 1 Gebruik een zoekprogramma als Google. Tik de volgende woorden in: pen, balpen, ganzenveer, kroontjespen. Je krijgt nu een aantal sites waarop informatie staat over pennen. 2 Kies één of meer sites die jij kunt gebruiken. Lees de informatie. Schrijf de belangrijkste punten op of print de informatie uit. Plak je stukje informatie op het vel papier. Zorg ook voor plaatjes bij de informatie. 3 Probeer zoveel mogelijk verschillende soorten pennen op je poster te zetten. Denk je ook aan een lei en een griffel? 4 Hang je poster ergens op waar andere kinderen er iets van kunnen leren. Wil je meer weten? Lees in de Informatiereeks het boekje: 28 Geschiedenis van het schrift. Of lees het Junior Informatieboekje: 27 De kunst van het schrijven.
Wijzer door de tijd 6 © Noordhoff Uitgevers
218242_WDDT2_HL6.indb
139
26-10-2010
09:04:28
Verdiepingsopdrachten
1 3
Opdracht 3 2
Maak een Romeins cijfermemory Wat ga je doen? De Romeinen gebruikten heel andere cijfers dan wij nu gebruiken. De Romeinen gebruikten Romeinse cijfers. Wij gebruiken Arabische cijfers. Toch zie je in ons land soms ook Romeinse cijfers. Met die Romeinse cijfers ga jij een memoryspel maken. Dit heb je nodig n dun karton n een pen Aan de slag 1 Knip uit het karton veertig kaartjes, van 4 × 4 centimeter. 2 Op één serie kaartjes schrijf je de getallen van 1 tot en met 20. 3 Op de tweede serie kaartjes schrijf je die getallen in Romeinse cijfers. 4 Met de kaartjes speel je memory. Een duo bestaat uit het getal in Romeinse cijfers en hetzelfde getal in onze cijfers. Wil je meer weten? Kijk op internet. Gebruik een zoekprogramma als Google. Typ de volgende woorden in: Romeinse cijfers. 1 I
6 VI
11 XI
16 XVI
2 II
7 VII
12 XII
17 XVII
3 III
8 VIII
13 XIII
18 XVIII
4 IV
9 IX
14 XIV
19 XIX
5 V
10 X
15 XV
20 XX
Wijzer door de tijd 6 © Noordhoff Uitgevers
218242_WDDT2_HL6.indb
140
26-10-2010
09:04:29
Verdiepingsopdrachten
1 3
Opdracht 4 1
Letters drukken Wat ga je doen? De boekdrukkunst was een belangrijke uitvinding. Net zo belangrijk als de uitvinding van de computer in de vorige eeuw. Maar tijdrovend was het drukken nog wel! Jij gaat dat zelf uitproberen. Dit heb je nodig n aardappels n aardappelmesje n verf of inkt of een stempelkussen n papier Aan de slag 1 Bedenk eerst wat je wilt gaan drukken, bijvoorbeeld je naam of een korte zin. Schrijf dat op in spiegelschrift. 2 Snijd de aardappels doormidden. Gebruik voor elke letter een halve aardappel. 3 Met het mesje snijd je een letter in spiegelschrift uit de aardappel. Let op: alles om de letter heen wordt weggesneden, de letter zelf blijft staan! En... denk aan je vingers. 4 Gebruik je aardappel als stempel. Smeer je stempel in met verf of inkt of gebruik het stempelkussen. Druk de letter dan op het papier. Maak zo het hele woord of de zin. Wil je meer weten? Kijk op internet. Gebruik een zoekprogramma als Google. Tik in: boekdrukkunst en je vindt allerlei sites.
Wijzer door de tijd 6 © Noordhoff Uitgevers
218242_WDDT2_HL6.indb
141
26-10-2010
09:04:29