Lastige woorden
3
Blad 1
Les 1 Nederland doet niet mee neutraal Als je geen partij kiest. loopgraaf Een gat of geul in de grond waarin je beschermd bent tegen kogels.
explosie Een ontploffing.
granaat Een soort kleine bom. Soldaten schieten een granaat af met een kanon.
vlammenwerper Een wapen dat vuur spuugt.
pacifist Iemand die geen geweld wil.
luitenant Een soldaat die de leider is van een groep soldaten.
Les 2 Crisistijd uitkering Geld dat je van de regering krijgt als je geen werk hebt.
afbetaling Iets kopen en elke maand een deel ervan betalen.
crisistijd Een moeilijke tijd.
nationaal-socialisten Aanhangers van de nazi-partij. Mensen die hun eigen volk het belangrijkst vinden.
welvaart Als er welvaart is, is het land rijk. De mensen hebben het goed.
Wijzer door de tijd 8 © Noordhoff Uitgevers
HL_8.indb 71
31-01-2011 16:01:00
Lastige woorden
3
Blad 2
Les 3 Nederland in oorlog dictator Iemand die het alleen voor het zeggen heeft. Een dictator regeert zijn land heel erg streng.
synagoge Je zegt: sie-naagoo-ge. Gebouw waar Joden bidden.
zigeuners Een volk dat rondtrekt met woonwagens.
parachutist Je zegt: paa-raasjuu-tist. Iemand die met een parachute uit een vliegtuig springt. Een parachute is gemaakt van een grote lap stof.
Les 4 Propaganda en leugens propaganda Reclame maken voor je eigen mening of je eigen belang.
massademonstratie Een heel grote groep mensen die protesteert.
censuur Controleren wat mensen schrijven of zeggen. Alle berichten moeten eerst worden goedgekeurd. pamflet Een vel papier dat wordt uitgedeeld. Er staat reclame op.
hoofdredacteur De baas van een krant.
Wijzer door de tijd 8 © Noordhoff Uitgevers
HL_8.indb 72
31-01-2011 16:01:01
Samenvatting
3
Blad 1
3 Oorlog Les 1 Nederland doet niet mee In 1914 krijgen enkele Europese landen ruzie met elkaar, waaronder Frankrijk en Duitsland. Daarmee begint de Eerste Wereldoorlog. Er wordt vooral gevochten in Noord-Frankrijk en België. Nederland kiest geen partij, maar blijft neutraal. Duizenden Belgische vluchtelingen komen naar Nederland.
In de Eerste Wereldoorlog wordt gevochten door soldaten in loopgraven. Er komen nieuwe en zwaardere wapens, zoals duikboten, tanks, machinegeweren, vlammenwerpers en gifgas. Deze wapens maken van de Eerste Wereld oorlog een verschrikkelijke oorlog. In 1919 sluiten de landen vrede. Duitsland moet de schade betalen en grondgebied afstaan. Veel Duitsers zijn het daar niet mee eens.
‘Nooit meer oorlog,’ zeggen de pacifisten.
Les 2 Crisistijd In Amerika kunnen arme mensen gemakkelijk geld lenen. Ze kopen daarmee veel nieuwe producten. Daarom gaan fabrieken steeds meer produceren. Maar ze maken zo veel, dat ze hun spullen niet meer kunnen verkopen. Ze moeten arbeiders ontslaan. Werkloze arbeiders verdienen niets en kopen dus geen nieuwe producten. Daardoor moeten de fabrieken nog meer arbeiders ontslaan. Deze crisis, die in Amerika begint, wordt uiteindelijk een wereldcrisis.
Ook in Duitsland zijn veel mensen werkloos en arm. En dat terwijl de Duitsers de schade van de Eerste Wereldoorlog moeten betalen. Hitler is de leider van de nationaal-socialistische partij in Duitsland. Nationaal-socialisten vinden het eigen volk erg belangrijk. Hitler geeft vooral de Joden en het buitenland de schuld van de armoede in Duitsland. In 1933 wint hij de verkiezingen en komt aan de macht.
Wijzer door de tijd 8 © Noordhoff Uitgevers
HL_8.indb 83
31-01-2011 16:01:12
Samenvatting
3
Blad 2
Les 3 Nederland in oorlog Hitler is een dictator. Hij laat tegenstanders oppakken. Hij wil Duitsland weer machtig maken. In 1939 valt hij Polen binnen. Op 10 mei 1940 trekken Duitse soldaten ook Nederland binnen. De regering en koningin Wilhelmina vluchten naar Engeland. Duitse vliegtuigen bombarderen Rotterdam. Omdat de Duitsers dreigen dit ook met andere steden te doen,
geeft Nederland zich over. Nederland is nu bezet door Duitsland. Er komen allerlei ver velende maatregelen. De mensen moeten hun radio inleveren. Jonge mannen moeten in Duitsland gaan werken. Vooral de Joden krijgen het steeds moeilijker. Joodse kinderen mogen niet meer naar school en op sommige plaatsen mogen geen Joden meer komen.
Les 4 Propaganda en leugens Hitler maakt veel gebruik van propaganda. Daarmee wil hij de Duitsers overtuigen van zijn ideeën. Hij wil hen laten geloven dat het goed is wat hij doet. Hij spreekt op grote massabijeenkomsten. Daar hangen veel vlaggen en spandoeken. Dat maakt indruk. Hitler heeft zelfs een speciale minister voor propaganda: Goebbels. Deze laat posters ophangen waarop Joden lelijk en gemeen worden afgebeeld. In kranten worden leugens geschreven over de vijand en over de Joden. Er komt censuur. Journalisten mogen alleen berichten in de krant plaatsen als de Duitsers die goedgekeurd hebben. Ook de geallieerden gebruiken propaganda. Ze strooien pamfletten uit vliegtuigen. Daarop staan teksten die bedoeld zijn om Duitse soldaten bang te maken.
Wijzer door de tijd 8 © Noordhoff Uitgevers
HL_8.indb 84
31-01-2011 16:01:13
Herhalingsblad
3
Naam:
Beantwoord de vragen. Voor elke vraag staat aangegeven naar welke afbeelding(en) in het leerlingenboek je moet kijken. Zoek de afbeeldingen op in hoofdstuk 3.
1
ladzijde 32 > bafbeelding 1
Deze mensen zijn Ze komen uit Ze komen naar Nederland, omdat
2
ladzijde 33 > bafbeelding 2 en 3
De soldaten zitten in een Welke twee landen vechten hier tegen elkaar? en
3
ladzijde 35 > bafbeelding 1
Wat doen deze mensen?
Waarom doen ze dat?
4
ladzijde 37 > bafbeelding 3
Hoe heten de mensen die Joden lastigvallen?
Waarom doen ze dat?
5
ladzijde 39 > bafbeelding 2
Wat gebeurt hier?
Wanneer begon de Tweede Wereldoorlog in Nederland?
6
40 > bladzijde afbeelding 3
Waarom bombarderen Duitse vliegtuigen Rotterdam?
7
42 > bladzijde afbeelding 2
Wat willen de nazi’s met deze poster bereiken?
Hoe heet deze manier van ‘oorlog voeren’?
Wijzer door de tijd 8 © Noordhoff Uitgevers
HL_8.indb 117
31-01-2011 16:01:40
Antwoorden herhaling
3
Beantwoord de vragen. Voor elke vraag staat aangegeven naar welke afbeelding(en) in het leerlingenboek je moet kijken. Zoek de afbeeldingen op in hoofdstuk 3.
1
ladzijde 32 > bafbeelding 1
Deze mensen zijn Ze komen uit
vluchtelingen . België.
Ze komen naar Nederland, omdat
er in hun land oorlog is. 2
ladzijde 33 > bafbeelding 2 en 3
loopgraaf.
De soldaten zitten in een
Welke twee landen vechten hier tegen elkaar?
Frankrijk 3
ladzijde 35 > bafbeelding 1
en
Duitsland
Wat doen deze mensen?
Ze leggen het Amsterdamse bos aan. Waarom doen ze dat?
Ze moeten werken voor hun uitkering. 4
ladzijde 37 > bafbeelding 3
Hoe heten de mensen die Joden lastigvallen?
nationaal-socialisten Waarom doen ze dat?
Ze geven de Joden de schuld van alle problemen. 5
ladzijde 39 > bafbeelding 2
Wat gebeurt hier?
Duitse parachutisten landen in Den Haag. Wanneer begon de Tweede Wereldoorlog in Nederland?
op 10 mei 1940 6
40 > bladzijde afbeelding 3
Waarom bombarderen Duitse vliegtuigen Rotterdam?
7
42 > bladzijde afbeelding 2
Wat willen de nazi’s met deze poster bereiken?
Hitler wil dat Nederland zich overgeeft. Ze willen de Joden belachelijk maken. Hoe heet deze manier van ‘oorlog voeren’?
propaganda
Wijzer door de tijd 8 © Noordhoff Uitgevers
HL_8.indb 123
31-01-2011 16:01:44
Verdiepingsopdrachten
3
Opdracht 1
Maak een muurkrant over oorlog Wat ga je doen? In 1975 was de oorlog in Vietnam voorbij. Maar de inwoners leefden nog lange tijd met de gevolgen. Ook nu zijn er op verschillende plaatsen in de wereld oorlogen aan de gang. Oorlogen tussen twee landen of burgeroorlogen. Maak daar een muurkrant over. Dit heb je nodig n een aantal, liefst verschillende, kranten van de afgelopen weken n een groot vel wit papier n een schaar en lijm Aan de slag 1 Zoek in de kranten naar berichten, artikelen en foto’s die gaan over oorlogen. Denk aan: – Tussen welke groepen mensen gaat de oorlog? – Waarom vechten ze? – Vinden er aanslagen en gevechten plaats? Zijn er vredesbesprekingen? – Wat zijn de gevolgen (vernielingen, landmijnen, gewonden, doden)? – Helpen andere landen (militair of met hulpgoederen)? – Komt daar waar een oorlog is afgelopen hulp om het land weer op te bouwen? – Sturen andere landen militairen om de vrede te bewaren? 2 Knip die artikelen en foto’s uit. 3 Verdeel ze op het grote vel papier en plak ze vast. Plak berichten over één land of één bepaalde oorlog bij elkaar. 4 Maak met uitgeknipte krantenletters zelf ‘koppen’ bij de verschillende landen of onderwerpen. 5 Hang je muurkrant op en praat erover met je klasgenoten. Weten zij waar er oorlog is (geweest) en waarom? Wil je meer weten? 85 De Tweede Wereldoorlog in Neder Lees de Informatieboekjes 97 De Tweede Wereldoorlog, N105 Kinderen in een oorlog land, (Wolters-Noordhoff). En lees het Junior-Informatieboekje N79 Kinderen in een oorlog (Wolters-Noordhoff). Zoek op internet met een zoekmachine als Google en tik in: kinder plein en oorlog. Op de site Waar is oorlog? (doktersvandewereld.org/ kids/landeninoorlog.php) kun je zien welke landen er nu in oorlog zijn.
Wijzer door de tijd 8 © Noordhoff Uitgevers
HL_8.indb 135
31-01-2011 16:01:48
Verdiepingsopdrachten
3
Opdracht 2
Maak een poster Wat ga je doen? Protesteer tegen oorlog in de wereld door een poster te maken. Die poster gaat over kinderen die het slachtoffer zijn van geweld, bijvoorbeeld van oorlog. Dit heb je nodig n een computer met internet en een printer n viltstiften n een schaar en lijm n een stevig vel papier op posterformaat Aan de slag 1 Zoek eerst informatie over oorlogen en geweld. Zoek op internet met een zoekmachine als Google en tik in kinderpleinen en oorlogen. Zo vind je allerlei interessante sites. Ook op de websites van het Jeugdjournaal (www.jeugdjournaal.nl) en Klokhuis (www.hetklokhuis.nl) staan items over oorlog. Lees de informatie en bekijk de afbeeldingen. 2 Zoek afbeeldingen met informatie over kinderen. Bijvoorbeeld 3 een foto van kinderen die angstig schuilen voor oorlogsgeweld. Of van kinderen die gewond in een ziekenhuis liggen. Print deze afbeeldingen. 4 Schrijf of typ bij elke afbeelding een kort blokje tekst met infor 5 matie over: Wie staat er afgebeeld? Hoe oud is het kind? In welk land woont het? Hoe is het gewond geraakt? In welke oorlog? Hoe is die oorlog ontstaan? Je mag natuurlijk ook zelf interessante informatie toevoegen. Je kunt hiervoor verschillende kleuren viltstiften gebruiken. 6 Maak van de afbeeldingen en de teksten een goed geheel en plak deze op het vel papier. 7 Hang de poster op een plek waar veel mensen hem kunnen zien. Wil je meer weten? 85 De Tweede Wereldoorlog in Neder Lees de Informatieboekjes 97 De Tweede Wereldoorlog, N105 Kinderen in een oorlog land, (Wolters-Noordhoff). En het Junior-Informatieboekje N79 Kinderen in een oorlog (Wolters-Noordhoff).
Wijzer door de tijd 8 © Noordhoff Uitgevers
HL_8.indb 136
31-01-2011 16:01:48
Verdiepingsopdrachten
3
Opdracht 3
Schrijf een verhaal over leven in oorlogstijd Wat ga je doen? In Nederland is er al ruim zestig jaar geen oorlog meer geweest. We kunnen ons daarom niet goed voorstellen hoe het moet zijn om in oorlogstijd te leven. Je gaat dat nu toch proberen. Stel je voor dat jij midden in een oorlog zit, bijvoorbeeld in Afrika. Schrijf een verhaal over je ervaringen en belevenissen. Dit heb je nodig n papier en pen n eventueel een computer met internet met een printer Aan de slag 1 Leef je in. Zoek op internet met een zoekmachine als Google en tik in: oorlog(en) in Afrika. Kijk ook op de site van het Jeugd journaal (www.jeugdjournaal.nl). Zoek naar een oorlog in Afrika, bijvoorbeeld in Sudan. 2 Schrijf kort de belangrijkste punten van je verhaal op. Denk bijvoorbeeld aan: – In welk land woon je? – Hoe leven jij en je familie daar? – Is er nog genoeg te eten? – Kun je nog naar school? – Heb je van dichtbij gevechten meegemaakt? – Zijn er familieleden bij de strijd betrokken? – In Afrika worden ook kinderen geronseld om soldaat te worden. Heb jij dat meegemaakt? – Ben je erg bang? 3 Schrijf het verhaal. Bedenk een titel en zet die boven aan de bladzijde. Let op de opbouw: een begin, het eigenlijke verhaal en een afsluiting. Laat ruimte open voor een afbeelding. 4 Teken een afbeelding bij je verhaal. 5 Lees het verhaal voor aan je klasgenoten. Praat er met hen over. Hebben zij er wel eens over nagedacht hoe het is om in oorlogstijd te leven? Wil je meer weten? Lees het Informatieboekje N105 Kinderen in een oorlog. Of het Junior-Informatieboekje N79 Kinderen in een oorlog.
Wijzer door de tijd 8 © Noordhoff Uitgevers
HL_8.indb 137
31-01-2011 16:01:49
Verdiepingsopdrachten
3
Opdracht 4
Maak een presentatie over War Child Wat ga je doen? Er zijn verschillende organisaties die mensen helpen om de oorlog in hun land te overleven en te verwerken. War Child helpt vooral kinderen om de ellende een beetje te vergeten. Wat is War Child voor organisatie? Wat voor mensen werken er? Wat voor activiteiten doen ze? Maak een PowerPoint-presentatie over War Child. Tip Overleg met je leerkracht op welke wijze je je PowerPointpresentatie aan je klasgenoten kunt laten zien. Dit heb je nodig n een computer met internet en het programma PowerPoint. n indien mogelijk een beamer en een projectiescherm of witte muur Aan de slag 1 Zoek eerst informatie over het werk van War Child. Zoek op internet met een zoekmachine als Google en tik in: War Child. Of ga meteen naar dit adres: www.kidsforwarchild.nl. 2 Maak in PowerPoint een verslag van de activiteiten van War Child. Schrijf duidelijke, korte teksten. Denk aan: – Wanneer en hoe is War Child begonnen? – Wie heeft de organisatie bedacht? – Wat doen de medewerkers? – Wat voor soort activiteiten en voor wie? – In welke landen werkt War Child? – Welke problemen komen de medewerkers tegen? – Op welke manier kun je War Child helpen? 3 Zoek afbeeldingen die je kunt gebruiken, zoals: het logo van War Child, een wereldkaart met de plaatsen waar medewerkers actief zijn, foto’s van evenementen en activiteiten. 4 Maak een mooie indeling. Plaats de afbeeldingen in je presentatie. 5 Laat je PowerPoint-presentatie aan je klasgenoten zien. Wil je meer weten? Zoek op internet met een zoekmachine als Google en tik in: rechten van het kind. Op de site van Unicef (www.unicef.nl) vind je ook geschikte informatie.
Wijzer door de tijd 8 © Noordhoff Uitgevers
HL_8.indb 138
31-01-2011 16:01:49