Congresorganisatie
NASCHOLING JEUGDGEZONDHEIDSZORG 2010-2011 Voor u ligt het nascholingsprogramma Jeugdgezondheidszorg, georganiseerd door AMC Congresorganisatie. Het programma is bestemd voor artsen en verpleegkundigen werkzaam in de Jeugdgezondheidszorg. Gestart in 1992 blijkt deze vorm van gestructureerde nascholing zich ontwikkeld te hebben tot een succesvolle formule. Ook deze jaargang bestaat het programma uit 9 dinsdagavonden van 19.30 tot 22.00 uur. Een medisch, gedragswetenschappelijk of meer maatschappelijk onderwerp wordt per avond aan de orde gesteld. Alle onderwerpen hebben betrekking op de doelgroep met het domein arts en maatschappij jeugdgezondheidszorg.
OVERZICHT PROGRAMMA Datum 1.
7 september 2010
Cursus nr. 10-510-01
Onderwerp - E-MOVO, gezondheidsonderzoek onder leerlingen in klas 2 en 4 van het voortgezet onderwijs - Spierziekten op kinderleeftijd
2.
5 oktober 2010
10-510-02
- EMDR: indicatie, verwijzing en beschrijving - Epilepsie, sociale en psychische aspecten
3.
9 november 2010
10-510-03
- De rol van ouders in de cognitieve ontwikkeling van jonge kinderen - Angststoornissen bij kinderen en adolescenten
4.
7 december 2010
10-510-04
- Slaap en niet-slaap gerelateerde ademhalingsstoornissen op de kinderleeftijd - Recidiverend hoesten, piepen en vol zitten: astma of geen astma?
5.
11 januari 2011
10-510-05
- Gezondheidszorg voor mensen met een verstandelijke handicap - De Kinderrechter
6.
8 februari 2011
10-510-06
- Gastro-oesofageale reflux - Obstipatie
7.
8 maart 2011
10-510-07
- Symptomen en kliniek aangeboren hartafwijkingen: wat zijn alarmsymptomen? - Afwijkend hartritme bij kinderen: ritmestoornis of variatie normaal
8.
5 april 2011
10-510-08
- De Hielprik - Stofwisselingsziekten bij kinderen
9.
17 mei 2011
10-510-09
- Snel terug naar school is veel beter - Dyslexie: inhoudelijke informatie en de rol van jeugdarts 0-19
Last update: 7-7-2010
pagina 1
Congresorganisatie
KORTE BESCHRIJVING ONDERWERPEN 7 september 2010, 19.30 – 20.30 uur MSc M.A.M.B. Heemskerk Epidemioloog, GGD Zaanstreek-Waterland E-MOVO, gezondheidsonderzoek onder leerlingen in klas 2 en 4 van het voortgezet onderwijs De vijf GGD-en in Noord-Holland onderzochten in het najaar van 2009 en het voorjaar van 2010 in totaal 40.000 scholieren in hun werkgebied. Leerlingen beantwoordden tijdens een lesuur op school via internet vragen over hun lichamelijke en geestelijke gezondheid, thuissituatie, vrije tijd en leefstijl. Het doel van het onderzoek is inzicht krijgen in de gezondheid en leefstijl van de jeugd. Dit is een wettelijke taak van de GGD. Een soortgelijk onderzoek is ook in 2005 door een aantal GGD-en via de scholen uitgevoerd. Het bijzondere van dit project is dat er naast onderzoek ook voorlichting gegeven wordt aan de jongeren die de vragenlijst invullen. Na het invullen van de vragenlijst kunnen leerlingen op internet hun persoonlijke gezondheidsprofiel lezen met voorlichting en advies. De afzonderlijke scholen ontvangen een schoolprofiel met de gezondheidstoestand van hun eigen leerlingen. Per GGD regio wordt ook een regionaal rapport geschreven. Dit rapport kan gebruikt worden voor het regionale en lokale jeugd- en gezondheidsbeleid. De schoolprofielen kunnen gebruikt worden voor school(gezondheids)beleid. 7 september 2010, 21.00 – 22.00 uur Dr G. Visser kinderarts metabole ziekten, Wilhelmina Kinderkliniek Spierziekten op kinderleeftijd "Moeheid" en "gebrek aan energie" zijn op de kinderleeftijd veel gehoorde klachten en hebben een brede differentiaal diagnose. Bij slechts in een klein deel van de kinderen worden deze klachten veroorzaakt door een myopathie. Tijdens de refereeravond zal worden in gegaan op specifieke anamnestische gegevens en lichamelijke afwijkingen die richtinggevend kunnen zijn voor diverse myopathiën. Tevens zullen aanvullende diagnostische mogelijkheden worden besproken.
5 oktober 2010, 19.30 – 20.30 uur Drs. R. Beer Psychotherapeut/Coördinator, De Bascule, Centrum voor Traumagerelateerde Stoornissen EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing): indicatie, verwijzing en beschrijving In deze presentatie zal worden toegelicht wanneer en voor welke indicatiegebieden u kinderen en jongeren kunt verwijzen voor behandeling met EMDR. Hoe de behandeling in zijn werk gaat zal worden besproken en geïllustreerd met beeldmateriaal. Ten slotte zal een overzicht worden gegeven van de gebleken empirische evidentie voor deze behandelmethode bij kinderen en jongeren.
Last update: 7-7-2010
pagina 2
Congresorganisatie
5 oktober 2010, 21.00 – 22.00 uur R.A. Olijdam & E.A.M. Turenhout Arbeidsconsulent/Verpleegkundige, SEIN Epilepsie, sociale en psychische aspecten Een opgroeiend kind met epilepsie kan een hele zorg zijn voor ouders en omgeving. Aanvallen zorgen voor beperkingen en een ouder is snel geneigd om de wereld voor zijn kind zo veilig mogelijk te maken. Bij meerdere of gecompliceerde aanvallen is het constant zoeken naar de juiste balans tussen beschermen en loslaten. Bescherming zorgt er wel voor dat het kind zich niet in een ‘normale’ omgeving kan ontwikkelen en zo kunnen de problemen elkaar opvolgen. Hoe ga je nou zo ‘normaal’ mogelijk om met je kind? Wat is de bescherming die je moet bieden? Hoe gaan ze hier op school mee om? Allemaal belangrijke vragen. Je wilt immers dat je kind zich ondanks de beperkingen zo goed mogelijk ontwikkelt. Aan de hand van korte opnames van aanvallen, informatie over de gevolgen van het hebben van epilepsie bij het opgroeiende kind, willen we proberen hier wat meer inzicht in te geven in de psychosociale gevolgen.
9 november 2010, 19.30 – 20.30 uur Prof. Dr J. Mesman Bijzonder hoogleraar/Universitair Hoofddocent, Centrum voor Gezinsstudies, Universiteit Leiden De rol van ouders in de cognitieve ontwikkeling van jonge kinderen In deze bijdrage wordt de wetenschappelijke stand van zaken rond het thema opvoeding en cognitieve ontwikkeling besproken. Een sensitieve en ondersteunende opvoeding bevordert de cognitieve ontwikkeling van jonge kinderen, maar verschillende risicofactoren kunnen zowel de opvoeding als de cognitieve ontwikkeling van kinderen negatief beïnvloeden. De Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) beoogt de cognitieve ontwikkeling van jonge kinderen uit risicogroepen te ondersteunen. De vraag is op welke wijze ouders effectief kunnen worden betrokken bij dergelijke ondersteuningsprogramma’s. Hoe kunnen ouders gemotiveerd worden om hierbij betrokken te worden? Aan welke voorwaarden moet ouderbetrokkenheid voldoen om effectief te zijn? Is het zinvol om ‘huiswerkopdrachten’ mee te geven aan ouders? Bij elk van deze thema’s wordt aandacht besteed aan de invloed van culturele verschillen. 9 november 2010, 21.00 – 22.00 uur Drs. L. Jongerden Orthopedagoog/Promovendus, Uva – Virenze/Universiteit van Amsterdam Angststoornissen bij kinderen en adolescenten 5 tot 20% van de kinderen in Nederland lijdt aan overmatige angst. Angststoornissen zijn daarmee de meest voorkomende vorm van psychopathologie bij kinderen en jongeren. Zij zorgen voor een verlies in de kwaliteit van leven en kunnen, indien zij onbehandeld blijven, leiden tot andere problemen zoals schooluitval, depressie, alcoholmisbruik en gedragsproblemen. Ondanks deze gevolgen worden angststoornissen vaak niet onderkend en behandeld. In deze lezing wordt ingegaan op het klinisch beeld van angststoornissen, signalering en de behandelmogelijkheden.
Last update: 7-7-2010
pagina 3
Congresorganisatie
7 december 2010, 19.30 – 20.30 uur Drs. R.P.G.M. Bijlmer Kinderarts, Emma Kinderziekenhuis - AMC Slaap en niet-slaap gerelateerde ademhalingsstoornissen op de kinderleeftijd Stoornissen van de ademhaling op de kinderleeftijd vormen een bonte en uitgebreide groep van aandoeningen, die zich zowel overdag als ’s nachts kunnen manifesteren of juist uitsluitend in een van deze waak-slaap fasen. Zij kunnen acuut of chronisch, continu of wisselend van aard zijn en hebben al naar gelang de leeftijd van het kind een typisch symptomencomplex. Het is juist voor de eerstelijns gezondheidszorg een grote uitdaging om deze aandoeningen te herkennen of te vermoeden en de eventuele ernst ervan te onderschatten. Het palet van deze aandoeningen zal bij deze presentatie de revue passeren, evenals mogelijke diagnostiek en behandelingsopties. 7 december 2010, 21.00 – 22.00 uur Dr. E.G. Haarman Kinderlongarts, VUMC Recidiverend hoesten, piepen en vol zitten: astma of geen astma Ongeveer 1/3 van alle kinderen maakt in de eerste 3 levensjaren een periode door die gekenmerkt wordt door hoesten, piepen en vol zitten. Bij de meerderheid van deze kinderen verdwijnen de klachten spontaan. Bij ongeveer 30% persisteren de klachten en spreken we op de leeftijd van 6 jaar van astma. In deze presentatie zal ingegaan worden op de pathofysiologie hiervan, risicofactoren, behandeling en preventie. Onder andere zullen hierbij ter sprake komen (vermijden van) contact met allergenen, sigarettenrook, luchtvervuiling, virale en bacteriële luchtweginfecties.
11 januari 2011, 19.30 – 20.30 uur Drs. I. van Gelderen Arts Verstandelijk Gehandicapten, Amsta Gezondheidszorg voor mensen met een verstandelijke handicap Artsen Verstandelijk Gehandicapten (AVG) houden zich bezig met diagnostiek van de oorzaken van de handicaps en de (co)morbiditeit, behandeling en begeleiding van mensen met een verstandelijke handicap. Ze werken multidisciplinair samen met gedragswetenschappers, paramedici, collega specialisten en huisartsen. Het vak heeft veel raakvlakken met kindergeneeskunde, maar beperkt zich niet tot kinderen. Behalve met pathologie die optreedt bij bijvoorbeeld neurodegeneratieve en metabole stoornissen, of bij mensen met chromosomale afwijkingen, hebben we ook te maken met de gedragsproblemen en psychiatrische stoornissen bij deze mensen. Hierdoor is dikwijls contact met justitie en inspectie noodzakelijk. Om deze mensen goed te kunnen verzorgen en begeleiden, zodanig dat zij optimaal kunnen functioneren en een plezierig leven kunnen leiden is orthopedagogische diagnostiek en hulp nodig. Complete diagnostiek berust op de combinatie van medische en orthopedagogische diagnosen.
Last update: 7-7-2010
pagina 4
Congresorganisatie
11 januari 2011, 21.00 – 22.00 uur Mr R.A. Otter Vice-president, Rechtbank Haarlem De Kinderrechter Wat houdt het werk van de kinderrechter in? Er zullen een aantal onderwerpen worden besproken, zoals het raadsonderzoek, wanneer kinderen zelf gehoord worden in lopende procedures en in het kader van de zelfstandige rechtsingang minderjarigen, dilemma's bij beslissing uithuisplaatsing, verderstrekkende maatregelen (gedwongen en vrijwillige ontheffing van het gezag), bijzondere curator t.b.v. minderjarigen. Maar ook de relatie met jeugdgezondheidszorg en casuïstiek zal aan bod komen.
8 februari 2011, 19.30 – 20.30 uur Dr. M.A. Benninga Kinder maag-darm-lever arts, MDL-groep Emma Kinderziekenhuis-AMC Obstipatie Obstipatie is een van de meest voorkomende klachten op de kinderleeftijd. Tijdige signalering en vroege behandeling zijn cruciaal voor de prognose. Een recente enquête onder Nederlandse kinderartsen uit academische en algemene ziekenhuizen liet zien dat er vanuit deze beroepsgroep een grote behoefte bestaat aan een evidence-based richtlijn over obstipatie. Daarnaast gaf ook het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) een hoge prioriteit aan het ontwikkelen van een richtlijn over obstipatie bij kinderen. Deze richtlijn waarin diagnostiek en behandeling uitgebreid beschreven staan, is inmiddels afgerond en zal besproken worden. 8 februari 2011, 21.00 – 22.00 uur M.P. van Wijk Kinderarts i.o. gepromoveerd op gastro-oesofageale reflux, MDL-groep Emma Kinderziekenhuis-AMC Gastro-oesofageale reflux Meestal hebben zuigelingen met klachten van regurgitatie of spugen fysiologische (of ongecompliceerde) gastro-oesofageale reflux (GOR). Deze klachten verdwijnen vanzelf en verdienen pas nader onderzoek als ze op de leeftijd van 18 maanden nog aanwezig zijn. Als GOR veel klachten of complicaties veroorzaakt, spreekt men gastro-oesofageale refluxziekte (GORZ). Dit kan zich klassiek presenteren met braken, overmatig huilen en voedselweigering, maar ook atypisch met recidiverende pneumonien, hoesten of apneus. De pathofysiologie, diagnostiek en behandeling van GOR(Z) zal besproken worden.
8 maart 2011, 19:30 - 22:00 uur Dr. B. Straver Kindercardioloog Emma Kinderziekenhuis-AMC Symptomen en kliniek aangeboren hartafwijkingen: wat zijn alarmsymptomen? (1 uur) Een aangeboren hartafwijking komt bij 0,8% van de pasgeborenen voor, variërend van onschuldige kleine defecten, die een expectatief beleid rechtvaardigen, tot levensbedreigende grote hartafwijkingen, waarbij spoedinterventie noodzakelijk is. Aan de orde komen de verschillende presentatievormen bij kinderen en praktische handvatten waar op te letten en welke verdere actie te ondernemen in de verschillende situaties. Last update: 7-7-2010
pagina 5
Congresorganisatie
Afwijkend hartritme bij kinderen: ritmestoornis of variatie normaal (1 uur) Klachten van onregelmatig hartritme komen relatief vaak voor bij kinderen en berusten meestal op normale variatie, echter incidenteel is er wel degelijk sprake van daadwerkelijke ritmestoornissen, meestal supraventriculair van origine. Normale variatie van hartritme wordt behandeld, alsmede de meest voorkomende ritmestoornissen en welke kenmerken helpen het onderscheid te maken. Illustratie met behulp van een educatieve film.
5 april 2011, 19.30 – 20.30 uur Drs. A. Vernooij-van Langen Kinderarts-onderzoeker, Atrium MC en RIVM De Hielprik Alle pasgeborenen in Nederland worden in de eerste week na de geboorte met de hielprik onderzocht op 17 zeldzame aangeboren aandoeningen. De Gezondheidsraad adviseert om pasgeborenen ook te screenen op CF (taaislijmziekte). CF komt in Nederland naar schatting voor bij één op de 4750 pasgeborenen. Door het aangeboren defect maken patiënten met CF in diverse organen ingedikt en taai mucus. Dit leidt tot failure to thrive door vetmalabsorptie bij pancreasfibrose, en tot een verhoogde vatbaarheid voor bacteriële longinfecties. Door vroege diagnose kan tijdig met behandeling worden gestart. Hierdoor kan de prognose verbeteren. 5 april 2011, 21.00 – 22.00 uur Dr. TJ. de Koning Kinderarts-metabole ziekten, UMCU Stofwisselingsziekten bij kinderen Bij welke symptomen moet de jeugdgezondheidszorg aan zeldzame stofwisselingsziekten denken en verwijzen? Want hoe herken je nu juist die ene patiënt tussen alle andere patiënten die je dagelijks ziet? Tijdige herkenning is voor veel stofwisselingsziekten cruciaal, omdat in de afgelopen jaren de mogelijkheden voor behandeling enorm zijn toegenomen. Met de uitbreiding van de hielprik worden een aantal stofwisselingsziekten tijdig ontdekt, maar voor veel aandoeningen komen de symptomen later. Voedingsproblemen, motorische stoornissen, een achterstand of knik in de psychomotore ontwikkeling, samen met het lichamelijk onderzoek blijft belangrijk voor de herkenning van veel stofwisselingsziekten.
17 mei 2011, 19.30 – 20.30 uur Drs. Y.T.M. Vanneste Arts Maatschappij en Gezondheid, GGD West Brabant Snel terug naar school is veel beter Ziekteverzuimbegeleiding van leerlingen door de jeugdarts: over de landelijke handreiking, de resultaten van evaluatieonderzoek en de stand van zaken met betrekking tot implementatie. Preventie van schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten spelen een grote rol in het beleid van de Nederlandse overheid en vormen een belangrijk speerpunt in de zorg voor jeugd. Verzuim is een omvangrijk probleem binnen het onderwijs. Ongeveer de helft van de verzuimmeldingen betreft ziekteverzuim. Ook schoolverzuim wegens ziekte kan een voorbode zijn van voortijdig Last update: 7-7-2010
pagina 6
Congresorganisatie
schoolverlaten. Het is daarom van cruciaal belang ook hier een effectieve interventie voor te ontwikkelen. Zowel school als leerplichtambtenaar missen de medische kennis om ziekteverzuim ‘aan te pakken’. Hier ligt een taak voor de Jeugdgezondheidszorg. Daarnaast past het signaleren en begeleiden van de ziek gemelde leerling in het risico(groep)gericht werken door de Jeugdgezondheidszorg. Ziekteverzuim is een zeer belangrijke risicofactor voor het ontwikkelen van psychosociale problematiek. Het is meestal een signaal van overbelasting van de leerling. Interventie kan alleen dan starten als er contact gemaakt wordt met de leerling. De uitdaging is deze groep maximaal te bereiken en resultaten te boeken. Er is inmiddels, door de jeugdartsen en bedrijfsartsen samen, een landelijke handreiking ontwikkeld, die kan dienen als inspiratiebron en stimulans om ziekteverzuimbegeleiding binnen uw GGD inhoud en vorm te geven. Een intensieve samenwerking tussen de school, de gemeente en de GGD blijkt essentieel. De positionering van de jeugdarts als ‘arbo-arts’ en de communicatie hierover verdient aandacht, evenals de financiering van deze aanpak. 17 mei 2011, 21.00 – 22.00 uur Drs. M.D. Smit Arts Maatschappij en Gezondheid, GGD Kennemerland Dyslexie: inhoudelijke informatie en de rol van jeugdarts 0-19 Dyslexie: recente ontwikkelingen, comorbiditeit en consequenties. Hoe wordt de diagnose gesteld? Welke therapie mogelijkheden zijn er en wanneer is vergoeding hiervoor mogelijk? Wat is de rol van de jeugdarts: welke adviezen kan een consultatiebureau arts geven aan ouders met dyslexie in de familie, welke adviezen kunnen schoolartsen geven aan kinderen en ouders van de basisschool. Heb je als schoolarts van het voortgezet onderwijs nog een rol bij een kind met dyslexie?
ALGEMENE INFORMATIE Inschrijving Inschrijving kan digitaal via de website www.amc.nl/congres, kies hier de nascholing JGZ. Volgt u verder de instructies die op deze pagina vermeld staan. Wanneer u zich voor de eerste keer digitaal inschrijft, leest u dan de uitleg per stap goed door. Voor deelnemers of GGD’s die een abonnement kiezen waarbij de verschillende avonden door verschillende mensen gevolgd worden; dit kan nog steeds. Belangrijk is echter bij het digitaal registreren 1 contactpersoon op te geven. U ontvangt na uw registratie bericht hoe u de namen per avond kunt doorgeven. Indien u geen beschikking heeft over internet, neemt u dan telefonisch contact met ons op zodat wij u kunnen informeren hoe u zich kunt aanmelden. Annulering Annulering van uw inschrijving is mogelijk tot drie weken voor de door u te annuleren cursusavond. In dit geval wordt het inschrijfgeld, onder aftrek van € 20,- administratiekosten, gerestitueerd. Bij latere annulering vindt geen restitutie meer plaats. Syllabus Uw syllabus bijdrages krijgt u niet meer op papier uitgereikt tijdens de avond. U krijgt deze achteraf toegestuurd per e-mail. Last update: 7-7-2010
pagina 7
Congresorganisatie
Belangrijk Omdat het vaak voorkomt dat werkgevers één of meerdere abonnementen nemen waar vervolgens verschillende werknemers gebruik van maken, blijkt er aan de registratiebalie nogal eens verwarring te ontstaan over de naam waaronder voor het desbetreffende onderdeel van de cursus is ingeschreven. Licht daarom a.u.b. de persoon die daadwerkelijk naar een onderdeel toe gaat goed in over de naam die voor dat onderdeel als deelnemer aan AMC Congresorganisatie is doorgegeven. Dit voorkomt onnodige vertraging en onduidelijkheden aan de balie. Tarieven • 1 avond • abonnement 5 avonden • abonnement 9 avonden
= = =
€ 94,50 * € 305,00 * € 450,00 *
* (incl. bijdrage sprekers, catering, administratiekosten)
Plaats De cursus vindt plaats in het Academisch Medisch Centrum, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam op dinsdagavonden van 19.30 tot 22.00 uur. U kunt zich bij de registratiebalie melden vanaf 19.00 uur. Voor de collegezaal van die betreffende avond volgt u de aanduidingborden waarop de nascholing staat vermeld. Deze borden treft u bij de ingangen aan. Indien u met de auto komt, kunt u het beste parkeren in parkeergarage P1. De eerste 3 uur kost €2,-, daarna is het tarief €0,50 per 30 minuten. Accreditatie Deze nascholing is geaccrediteerd door het Accreditatiebureau Sociale Geneeskunde (AbSG) en door Artsen Jeugdgezondheidszorg Nederland (AJN), beide leveren twee accreditatiepunten per avond. Accreditatie is tevens aangevraagd bij de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK). Centrale Cursuscommissie Mw. drs. C.C. de Kruiff, kinderarts, Emma Kinderziekenhuis- AMC, Amsterdam Mw. drs. N.M. Ossebaar, jeugdarts GGD Amsterdam Mw. drs. E. van Hoorn, arts Maatschappij en Gezondheid, GGD Zaanstreek-Waterland Mw. drs. M. Smit, arts Maatschappij en Gezondheid, GGD Kennemerland Organisatie AMC Congresorganisatie – Mevr. S. Beeke, projectmanager Inlichtingen / registratie AMC Congresorganisatie Mevrouw H.J.Th. van der Wal Coördinator Projectassistenten Postbus 23213 1100 DS Amsterdam Telefoon: 020-566 8585 Telefax: 020-696 3228 E-mail:
[email protected] Web: www.amc.nl/congres
Last update: 7-7-2010
pagina 8