Lastenboek residentie De Croon bouwen van 20 appartementen Hoofdstuk I: ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1: Algemeenheden bouwinrichting: -
Het 0-peil, van waaruit alle niveauverschillen gemeten worden is het peil van de aanpalende straat.
-
Het bouwperceel wordt opgemeten door een deskundig landmeter.
-
Het perceel is toegankelijk voor de aanvang der werken. De toegang is voldoende breed en verhard teneinde voertuigen van 30 ton doorgang te verschaffen.
-
De aannemer beschikt over de volledige oppervlakte van het terrein, gedurende de tijd nodig voor het bouwen van de woning.
Artikel 1.2: Nutsvoorzieningen: -
De aansluiting op het bestaande water-, elektriciteit-, gas-, telefoon-, en eventueel andere nutsvoorzieningnetten zijn niet in de aanneming opgenomen.
Artikel 1.3: Lastenboek - meetstaat - prijsofferte: -
De beschrijving die het lastenboek illustreert is niet bindend wat de leverancier, of de merknaam van het product betreft en de artikels, Voor de zaken die afwijken van de standaardvoorzieningen, kan een afzonderlijke offerte bekomen worden. Geen inbouwkasten voorzien 1
Artikel 1.4: Grondonderzoek: -
Voor de aanvang der werken voorziet de bvba Matthyssens een grondanalyse door een gespecialiseerde firma. De fundering dient te rusten op draagkrachtige grondlagen. Hierbij zal de draagkracht gelijk zijn of groter dan 1,5 kg per vierkante centimeter. Indien uit het sonderingsverslag blijkt dat de draagkrachtige lagen dieper gelegen zijn dan voorzien, of dat door zwakke grondweerstand naar een ander funderingstype dient overgestapt te worden, dan zal dit zonder meer gebeuren.
Artikel 1.5: Akoestische isolatie: Er wordt de grootste zorg besteed aan de akoestische isolatie van de appartementen onderling. Volgende voorzorgen worden genomen tegen akoestische overlast: Isoleren van de chape op contactgeluiden. De afvoerleidingen in de schacht zijn van het merk GEBERIT, de constructie van de buis en hulpstukken is zo opgebouwd dat deze een minimum aan geluid transporteren.
Hoofdstuk II: GROND-, DELF-, FUNDERINGS-, EN RIOLERINGSWERKEN Artikel 2.1: Inrichting werf: Het uitzetten der werken wordt uitgevoerd door een landmeter, volgens de aanduidingen op het bouwplan. De aannemer stelt zich in verbinding met de bevoegde overheid betreffende het uitzetten van de rooi- en bouwlijnen en de hoogtepeilen. Er wordt nauwkeurig over gewaakt dat alle piketten, bakens en profiellatten in de oorspronkelijk bepaalde stand en op de oorspronkelijk bepaalde hoogte behouden blijven.
Artikel 2.2: Afgraven graszoden: De plaats op het terrein, waar het gebouw dient opgericht te worden, zal door de aannemer geëffend en ontdaan van de graszoden +/- 15 cm. onder het bestaande maaiveld. Het maaiveld wordt aangeduid met het peil 0. Dit peil ligt gelijk met het peil van de aanpalende straat. Het wegnemen van de graszoden gebeurt over de volledige inplanting van het gebouw, vermeerderd met 1 meter langs alle vrije zijden van de op te trekken constructie. De afgegraven grond wordt op het terrein gestapeld voor eventueel hergebruik.
2
Artikel 2.3: Grond- en Delfwerken: Dit artikel is van toepassing voor het uitvoeren van delfwerken van funderingen, kelders, regenputten, septiektanks, rioleringen en dergelijke. -
Alle werken worden in het droge uitgevoerd. Daartoe wordt het terrein droog gemaakt en voortdurend droog gehouden zolang dit nodig is voor de uitvoering van de werken. Eventuele grondbemaling zal gebeuren na toelating en volgens advies van de verantwoordelijke.
Het aanbrengen en nivelleren van aanvullingsgronden, andere dan standaard is voorzien. De uitgegraven grond blijft op het terrein, indien niet anders vermeld in het dossier. De delfwerken van de funderingen gaan tot op een DIEPTE bepaald door de ingenieur stabiliteit.
Artikel 2.4: Aardingslus: Een koperen aardingslus met een geometrische doorsnede van 35 MM² zal in de buitenste omtrek van de funderingssleuven geplaatst worden voor het gieten van de funderingsbeton. Dit gebeurt conform aan het A.R.E.I. van 6.10.1981. Deze aardingskabel zal met geen enkel voorwerp in aanraking komen. De beide uiteinden van de kabel vertrekken vanaf het later installeren tellerbord. De uiteinden van de kabel steken minstens 1 meter boven de vloerplaat uit. De aardingsweerstand van de ganse elektrische installatie bedraagt maximum 10 OHM.
Artikel 2.5: Funderingsbetonpalen: Het gebruikte beton wordt geleverd door de betoncentrale. De funderingssleuven zijn niet gewapend en er wordt geen bekisting voorzien. De grond vormt de omsluiting. Het gebruikte beton voldoet qua weerstand en consistentie aan de nieuwe EUROPESE NORM NBN-B 15/001 met een sterkteklasse C25/30. De DIEPTE van de funderingspalen wordt bepaald door de ingenieur stabiliteit.
Artikel 2.6: Ondergrondse betonwerken: Uit te voeren in gewapend beton C25/30, volgens studie ingenieur stabiliteit. Gemiddelde drukweerstand: > of = 10 N/mm². Krimp: < of = 0,15 mm./Lm.
3
Artikel 2.7: Beraping en koolteer: Het teren van de muren zal slechts gebeuren na volledige droging van de betonlaag. Het teren wordt uitgevoerd met een laag vernis volgens NBN B 46-101, geactiveerd met steenkoolpek of bitumen, minimum 200 gr./m² per laag.
Artikel 2.8: Riolering: De volledige riolering is inbegrepen en wordt uitgevoerd in pvc buizen met sok en gummi dichtingsring, bestemd voor afvoer zonder druk en tot een temperatuur van 60° continu van afvalwater en meegevoerde stoffen. Alle buizen en alle voorziene hulpstukken zijn BENOR - gekeurd en dit meerbepaald volgens de NBN T 42-003, NBN T 42-107 en 108. Alle aflopen verlopen tegen het plafond van de ondergrondse. Voor iedere afvoer is een aparte leiding met aangepaste diameter voorzien. De buizen worden recht in elkaars verlengde geplaatst, met regelmatige helling in functie van de buisdiameter, het te verzekeren afvoervermogen en de aard van het af te voeren water. Verbinding met vaste rubbermanchetten, overeenkomstig NBN - T42-108. De voorziene lengte gaat vanaf het afvoerpunt tot de centrale leiding en/of de septische put, naar een centraal afvoerpunt zijnde een sifon.
Artikel 2.9: Zandaanvullingen: De holle ruimtes, ontstaan door het afgraven van de graszoden, worden terug opgevuld met funderingszand, van goede kwaliteit, dat voldoende aangedamd of mechanisch verdicht wordt.
Artikel 2.10: Aansluitbocht Electrabel: De speciale AANSLUITBOCHT voorgeschreven door EANDIS om de nutsvoorzieningen binnen in de woning te brengen is voorzien.
Artikel 2.11: Wachtbuizen nutsvoorzieningen: Er zijn 3 wachtbuizen met trekdraad voorzien, diameter 75 mm, lengte max 8 M. voor aansluiting van gas, elektriciteit en water. Er zijn ook 2 wachtbuizen met trekdraad voorzien, diameter 50 mm, lengte max 8 M. voor aansluiting van telefoon en kabeltelevisie. In totaal worden er dus 5 WACHTBUIZEN geplaatst.
4
Artikel 2.12: Ondergrondse verluchtingsbuizen: Uitgevoerd in BENOR - gekeurde P.V.C.- buizen met aangepaste diameter. Voorzien in de lokalen waar géén rechtstreekse buitenverluchting via een raam of trapopening aanwezig is. De verluchtingsbuizen worden met een licht afschot naar de buitengevels doorgeplaatst. Aan de buitenkant van het gebouw worden zij aangesloten op 2 bochtstukken van 90°, waarvan het tweede zich achter het parament bevindt (3 rechtopstaande gevelstenen, zonder voegwerk), of wordt afgewerkt met een pvc verluchtingsrooster. Aan de binnenkant van het gebouw aangesloten op 2 bochtstukken van 90° met op het laatste bochtstuk een verluchtingsrooster, boven de plint, vervaardigd in p.v.c.
Artikel 2.13: Bovengrondse verluchtingsbuizen: Uitgevoerd in BENOR gekeurde PVC - buizen met aangepaste diameter. Voorzien in lokalen waar geen rechtstreekse buitenverluchting via een raam aanwezig is en voor de verluchting van de dampkap en de droogkast.
Artikel 2.14: Septische put: Septische put vervaardigd uit machinaal getrild en gewapend beton; bestaande uit 2 kamers met een in- en uitlaat. De inlaat is voorzien van een bochtstuk in de grootste kamer. De uitlaat is 5 cm lager dan de inlaat in de kleinste kamer. De wanden waarin de openingen voorzien zijn voor in- en uitlaat zijn conisch. In de bovenplaat is een vierkant mangat met betonnen deksel voorzien. De bovenplaat van de beerput biedt weerstand aan een statische druk van 16 N /mm². De put voldoet aan de minimumvoorwaarden van de omzendbrief P.I. C /EU 185 van het Ministerie van Volksgezondheid. Het zuiveringsverloop is gesteund op de bacteriologische ontledingsverwerking van het levend slib. De put heeft tot doel op een natuurlijk wijze het water te zuiveren. Derhalve zullen er geen zeephoudende waters in de put geloosd worden, aangezien dit de werking van de bacteriën belet. De put wordt perfect waterpas geplaatst en dient na plaatsing deels gevuld te worden met zuiver water, ten einde het opdrijven te voorkomen. De put is voorzien van een ondergronds geplaatst betonnen deksel. De put heeft een inhoud van 5200 liter.
Artikel 2.15: Sifon: Een reukafsnijder is voorzien na de samenkomst van de overloop van de septische put en het verzamelpunt van het sanitair -en regenwaterafvoer. Deze is gelegen in de parkeerzone. Materiaal: hard PVC.
5
Artikel 2.16: Visqueenfolie: Op de aangedamde grond wordt een vochtscherm geplaatst om opstijgend vocht te voorkomen. Het gaat hier om een laag Polyethyleenfolie van minstens 1/10 mm dikte. De overlapping van de verschillende stroken bedraagt minimaal 40 cm. De folie wordt opgetrokken tegen de wanden, 10 cm boven het vloerpeil op een effen, droge, zuivere bodem, geprofileerd en glad afgetrokken. De folie loopt door onder de buitenmuren, zodat de ondergrond en fundering volledig geïsoleerd zijn van vloerplaat en metselwerk.
Artikel 2.17: Wapeningsnetten: De wapeningsnetten die voorzien zijn voor de wapening van de vloerplaat zijn vervaardigd uit staalkwaliteit BE 500. De diameter van de wapening wordt bepaald door de ingenieur; alsook het aantal.
Artikel 2.18: Beton voor de vloerplaat: Het gebruikte beton wordt geleverd door de betoncentrale en voldoet qua weerstand en consistentie aan de nieuwe Europese norm NBN B 15/001 met een sterkte klasse C 20/25 of C 25/30. Dit naargelang de te verwachten belastingen. De vloerplaat heeft een dikte tussen 20 en 30 cm; naargelang de voorschriften van de ingenieur. Na plaatsing wordt het beton glad afgestreken met de hand.
Artikel 2.19: Inspectieput in PVC: Put vervaardigd uit harde, niet geplastificeerde pvc met stroomprofielbodem. Doormeter: 250 mm, 315 mm of 400 mm, in functie van de hoogte. Standaardhoogte: 350 mm, 500mm of 600 mm met opzetkragen voor het op de gewenst hoogte te brengen van het putlichaam.
HOOFDSTUK III: DE RUWBOUWWERKEN Artikel 3.1: Dragend en niet dragend metselwerk: De bouwblokken zijn BENOR gecertificeerd. De op het plan aangeduide binnenmuren bestaan uit gipsblokken merk ISOLAVA of gelijkwaardig. Deze hebben een grote isolatiewaarde en worden tevens gepolierd afgewerkt. Formaat: 290 x 140 x 190 voor de dragende muren, 290 x 90 x 190, voor de niet dragende muren.
6
De bouwblokken bevatten uitsparingen die dwars doorheen het blok lopen en die overeenstemmen met meer dan 20 % van het totale volume voor zover de doorsnede van elke uitsparing toelaat om de blokken met een doorlopende mortellaag te verbinden. Evenwichtsvochtgehalte: 0,005 / M³. Het materiaal voldoet qua samenstelling, drukweerstand, wateropslorping en uitbloeiing aan de vereiste normen: NBN B 24 - 201, NBN B 24 - 203 en NBN B 24 - 209. Het metselwerk wordt loodrecht in horizontale lagen aangebracht. De muren zijn verticaal, waterpas en loodrecht. Lintelen aan raam- en deuropeningen worden uitgevoerd in geprefabriceerde elementen of gegoten in gewapend beton. Aan elke raam- of deurzijde worden drie ankerblokken voorzien, waaraan achteraf het schrijnwerk bevestigd wordt. De horizontale voegen van de buitenmuren worden voorzien van gegalvaniseerde spouwhaken, voorzien van een druipneus en licht naar onder toe gebogen. Hoeveelheid: +/- 5 per M². De gebruikte mortel zal qua samenstelling voldoen aan de normen NBN -B 12, NBN - 589 en NBN - B 15.
Artikel 3.2: Isolatie tegen het opstijgend vocht met PE - folie: De vochtisolatie bestaat uit een laag POLYETHYLEENFOLIE met minstens 0,900 gr./cm³ aan polymeren. De rek bij breuk is minstens 400 %. De folie is 0,45 mm dik, weegt minstens 450 gr./m² en heeft en generfd oppervlak. De banen worden aangebracht met een overlapping van minstens 20 cm. De waterkerende laag wordt aangebracht,onderaan alle buitenmuren,in een voeg gelegen op 2 à 6 cm.boven de afgewerkte vloerpas van de benedenverdieping. Spouwoverbruggende dichtingslagen worden zo geplaatst dat het water naar buiten wordt afgevoerd via door de aannemer te voorziene open stootvoegen. De vochtisolatie wordt geplooid met de afwatering naar buiten toe , ze dekt de volledige breedte van het buitenspouwblad af. Daar waar het buitenniveau niet horizontaal is,wordt de vochtisolatie trapsgewijs gelegd door boven elkaar geplaatste overlappende lagen.De plaatsing en de plooiing van deze lagen verzekeren tevens een afwatering trapafwaarts.
Artikel 3.3: Spouwisolatie: De spouw wordt geïsoleerd door middel van stijve hardschuimplaten,vervaardigd uit geëxtrudeerd polystyreen. De platen zijn voorzien van een tand-en groefverbinding,die een feilloze aansluiting garandeert.Het materiaal is niet hygroscopisch,niet capillair,geen voedingsbodem voor bacteriën en schimmels en het blijft vormvast in de tijd. Het materiaal is vochtongevoelig en kan bij elk weertype verwerkt worden. De hoge mechanische sterkte zorgt ervoor dat de platen tijdens de bouwperiode niet snel beschadigt kunnen worden. Dankzij de gesloten celstructuur worden de isolerende eigenschappen nauwelijks beïnvloed door eventuele beschadiging aan het oppervlak.
7
De isolatiepanelen worden met een kunststof klemplaatje bevestigd aan de spouwhaken en tegen het binnenspouwblad aangedrukt.De densiteit bedraagt 25 kg/m³ en de dikte van de spouwisolatie is 8cm. Technische eigenschappen: Warmtegeleidingscoëfficiënt:ISO 8302,NEN 7043,NBN B 62-201,NEN 1068 Druksterkte:ISO 844 Warmteopname:DI,SIA 279 Brandgedrag: NEN 6065,NBN S 21-203.
Artikel 3.4 : Gevelmetselwerk: Het gevelmetselwerk wordt uitgevoerd in horizontale lagen in halfsteensverband. Het parament wordt verankerd aan de binnenmuur van spouwhaken à rato 5 st/m². Strekken boven de ramen en deuren worden gedragen door warm verzinkte L-profiel of bekleed met zwarte epoxyfilm. Materiaal:machinaal vervaardigde gevelsteen. De stenen hebben dezelfde tint, doch een genuanceerde kleurschakering in een zelfde constante verhouding is toegelaten. Het betreft hier een machinaal gebakken gevelsteen kleur mangaan formaat wv65. De gebruikte mortel zal qua samenstelling voldoen aan de normen NBN-B12,NBN-589 en NBN-B15. Ten einde de verluchting van de spouw te verzekeren,worden ter hoogte van de plint voldoende open stootvoegen te voorzien. De voegen worden na het vermetsen ongeveer 1.5 cm uitgekrabd en geborsteld. In combinatie met het metselwerk wordt ook een deel van de geveloppervlakte opgetrokken door middel van architectonisch beton kleur grijs en gevelbepleistering kleur nog te bepalen.
Artikel 3.5 : Spouwventilatieroosters: Een goed geventileerde spouw voorkomt dat de buitenmuur te veel éénzijdig uitdroogt,wat van belang is bij o.a een vorstperiode.Tevens zorgt een goed geventileerde spouw voor optimale werking van de in de spouw aanwezige isolatiematerialen. De regeninslagvrije roosters in kunststof zorgen voor mooie gevels. De smalle roosters ,grijs van kleur,passen bij bijna elke voegkleur. Er ontstaat een mooie en optimale ventilatie van het gehele geveloppervlak,zonder optische veranderingen in het gevelmetselwerk. Afvoer van het vocht uit de spouw vindt via het rooster eenvoudig zijn weg,terwijl ongedierte belemmerd wordt om in de spouw te komen. De maten van het rooster zijn 1.10*60*99 en aan de bovenzijde voorzien van griprandjes voor goede bevestiging in het cement. Het plaatsingsadvies is gebaseerd op de Duitse norm DIN 1053.
8
Artikel 3.6 : Buitendorpels: De buitendorpels zijn vervaardigd uit blauwe hardsteen(arduin),en voldoen aan de voorschriften van het typebestek 104-63 artikel 03.11. Hij behoort tot de klasse B, is gezond en heeft een heldere klank, is roestvrij en vrij van vlekken. Het bovenvlak en de zijkanten zijn vlak geslepen. De dorpels hebben een dikte van 5 cm. Dorpels voor deuren zijn voorzien van een opstand. De dorpels worden in de volle mortel geplaatst met een helling van 1% minimum, ten einde een perfecte waterdichtheid te bekomen. Toeppassing bij alle buitendeuren.
Artikel 3.7 : Meegaand opvoegen van metselwerk: NIET VAN TOEPPASSING!!! Het betreft de binnenmuren van de garage,aangezien voor deze muren geen pleisterwerk voorzien is .De gebruikte stenen zullen geen gebreken vertonen, zoals barsten,breuken en oneffenheden. De metselwerken zijn uitgevoerd in halfsteensverband en worden tijdens het optrekken meegaand gevoegd met de metselmortel.
Artikel 3.8 : Gewalste staalprofielen: Te voorzien daar waar nodig en volgens de richtlijnen van een raadgevend ingenieur. Alle delen worden roestwerend behandeld,met inbegrip van alle anker- en wachtstaven, verbindingen, moeren en bouten.
Artikel 3.9 : Gewapend beton: Dit heeft betrekking op de lintelen boven de ramen en deuren en alle betonnen balken en kolommen nodig voor de constructie. Deze kunnen ook geprefabriceerd worden. Het beton,de bewapening en de bekisting zijn inbegrepen en zodanig gesteund en geschoord dat misvorming en doorzakking uitgesloten is. Indien het plan complexe betonnen constructies bevatten door wijziging van de koper zal dit het voorwerp zijn van een aparte prijsofferte.
Artikel 3.10 : Plafondconstructie: De plafondconstructie is uitgevoerd in geprefabriceerde vloerplaten die naast elkaar op de dragende structuur rusten (predallen). Dit is het enige type gewelf dat een volwaardige hoofd- en dwarswapening heeft. De platen zijn ongeveer 5 cm dik.De bovenzijde heeft een ruw oppervlak en bovendien zijn de predallen voorzien van 3 tralieliggers om zo een optimale hechting te bekomen met de druklaag. Ieder element is vervaardigd uit gewapend beton,machinaal getrild.
9
De wapening bestaat uit staal BE500,in de vorm van een gepuntlast wapeningsnet en bijlegstaven. De elementen worden berekend in functie van de overspanning en de draagkracht bedraagt 350 kg/m². De elementen worden na plaatsing voorzien van een bijkomende wapening(netten of staven) en op de predallen wordt een druklaag gestort in hoogwaardig beton. Door het aanbrengen van een voegwapening, wordt de dwarsbewapening doorverbonden, zodat scheurvorming in het pleisterwerk vermeden wordt. De massieve betonvloer heeft bovendien een ideale geluidsisolatie.
Artikel 3.11: Gemeenschappelijke traphal: De gemeenschappelijke traphal wordt uitgevoerd in prefab betonstukken. De wanden blijven in zichtmetselwerk meegaand gevoegd. De bordessen worden uitgevoerd in betonvloer.
HOOFDSTUK IV: DAKWERKEN Artikel 4.1 : Plat dak en terrassen: Het plat dak is als volgt opgebouwd: Op de bestaande betonplaat wordt een geëxtrudeerde isolatieplaat geplaatst met een dikte van 12 cm en beide zijden voorzien van gebitumeerde glasvlies. Vervolgens wordt een dampscherm geplaatst door middel van een 3mm dikke roofing met een APP kwaliteit, deze laag wordt koud verlijmd en de naden gevlamlast. De afwerkinglaag bestaat uit een 4mm dikke roofing. Alle producten en toebehoren zijn van eenzelfde merk. In het dakvlak worden alle doorvoeren van verluchting en ventilatie waterdicht aangewerkt met de daartoe bestemde hulpstukken.
HOOFDSTUK V: BUITENSCHRIJNWERK HOOFDSTUK 5.1 : RAMEN: De ramen zijn vervaardigd uit geanodiseerd aluminium in natuurkleur. De raamprofielen zijn van het merk ALLUPLAST. De ramen zijn voorzien van dubbel glas en hebben een k-waarde van 1.0 Alle ramen zijn voorzien van een geanodiseerd aluminium tablet met dezelfde kwaliteit als het raamprofiel inclusief afdruiprand.
10
HOOFDSTUK 5.2 : GARAGEPOORT staanplaats 11 to 15 De garagepoort is van het type sectionaalpoort. De poort bestaat uit een niet geïsoleerde verzinkte staalplaat afgelakt in kleur RAL 9010. Een licht kleurverschil door het feit van, twee verschillende materialen wordt in de tolerantie gerekend. De garagepoort is voorzien van een automatisatie. Alle bevestigingsmaterialen zijn uit warm verzinkt staal, welke aantasting van corrosie sterk verminderd. De bewegende delen en motor van de sectionaalpoort, worden op akoestisch geïsoleerde bevestigingen gemonteerd.
HOOFDSTUK VI: DAKAFWERKING Artikel 6.1 : Dakrand: Aluminium dakrand in dezelfde kleur dan het buitenschrijnwerk. De dakrand wordt gemonteerd tussen de onder- en bovenlaag en is voorzien van alle hulpstukken en bevestigingen.
Artikel 6.2 : Regenafvoerpijpen: De afvoerpijpen zijn vervaardigd in Zink n°14. Ze worden om de anderhalve meter bevestigd met geplastificeerde beugels en zullen over de ganse lengte waterdicht zijn. De plaatsing gebeurt op het parament. Hulpstukken en aansluiting op het rioleringsnet zijn inbegrepen.
Artikel 6.3 : Loden slabben: Dit artikel heeft betrekking op het leveren en plaatsen van lood- en zinkslabben voor het afdichten en afwerken van aansluitingen van schouwen,dakkapellen, kielgoten, terrassen en andere opstanden. Daar waar nodig worden ze ingewerkt en bevestigd met gegalvaniseerde krammen. Na plaatsing wordt de voeg gedicht met een thiokolvoeg of gelijkwaardig.
11
HOOFDSTUK VII: VOEGWERKEN Artikel 7.1 : Opvoegen van gevelmetselwerk: De tijdens het metselen uitgekrabde en geborstelde voegen worden voorzien van een sterke voegspecie en dit werk wordt alleen uitgevoerd door gespecialiseerde vaklui. De voegmortel wordt bereidt uit een droge geprefabriceerde mengeling,aangelengd met aanmaakwater. De voegmortel is kleurvast en de droge mengeling komt uit één productie. De juiste kleur en korrelgrootte wordt bepaald door de Architect en dit uit een gamma van verschillende monsters aangebracht in het gevelmetselwerk. Deze stalen worden nadien verwijderd . De juiste samenstelling wordt bijgehouden en opgenomen in het werfverslag. Dit om later beschadigingen op een perfecte manier te kunnen herstellen. In geen geval worden deze werken uitgevoerd bij grote droogte,sterke regenval of vorst.
Artikel 7.2 : Siliconenvoeg: Daar waar het buitenschrijnwerk in contact komt met het gevelmetselwerk,wordt een elastische voeg voorzien. Dit voorkomt barsten van het voegwerk door zettingen of dichtslaan van het schrijnwerk,met als onvermijdelijk gevolg het uitvallen van het voegwerk.
HOOFDSTUK VIII: SANITAIRE INSTALLATIE: Artikel 8.1: Afvoerleidingen: Alle afvoerleidingen zijn voorzien in BENOR gekeurde PVC buizen,met sok en gummidichtingsring. Elke afvoer met aangepaste diameter,wordt aangesloten op het rioleringsnet van de woning. Het gaat hier om afvoerleidingen en hulpstukken in niet geplastificeerde PVC overeenkomstig STS 62.00.03 ingedeeld in klasse 2,die voldoen aan de voorschriften van de NBN T42 003,NBN T42.107 en NBN T42.601. Buizen en hulpstukken voor valpijpen,ventilatie en ontluchting van valpijpen en afvoerbuizen overeenkomstig NBN T 42. 107 aangewend voor afvalwaters tot 65 °C. Buizen en hulpstukken voor afvoer van wastafels,badkuipen,stortbaden,gootstenen,wasmachines,en vaatwassers met doorlopende goedkeuring Butgb volgens ATG N° 1285,aangewend voor afvalwaters tot 90 °C. De buizen worden bevestigd in opengaande beugels in elektrolytisch verzinkt staal.
12
Artikel 8.2 : Koud - en warmwaterleidingen: De sanitaire waterbedeling wordt uitgevoerd volgens het buis - in - buissysteem met individuele aansluitleidingen in Vernet polyethyleen met alu. mantel(ALPEX).,vanuit een centrale verdeelcollector naar elk afzonderlijk punt. Alle leidingen worden voorzien van mantelbuizen in Polypropyleen. De leidingen worden uit één stuk geplaatst. De bochten worden zo groot mogelijk genomen om latere vervangingen mogelijk te maken. De messing verdeelcollectoren worden samengesteld door elementen met afsluitkraan,rechtstreeks op ieder vertrek van elke aftakking. Voordelen van ALPEX buizen t.o.v metalen buizen zijn: Kleiner warmteverlies Géén elektrochemische corrosie Lager drukverlies Akoestisch beter Grotere bedrijfszekerheid Géén kalkaanslag De aansluiting van het huisnet op de teller gebeurt volgens de voorschriften van de plaatselijk leverende maatschappij met inbegrip van 2 afsluitkranen,een terugslagklep en een leegloopkraan. In de berging is een aansluiting en afloop voor de wasmachine voorzien. De aansluitkosten en opening van de teller zijn niet voorzien en zijn ten laste van de koper.
Artikel 8.3 : Leveren sanitaire toestellen: Al de op het plan voorkomende sanitaire toestellen zijn begrepen in de prijs, geleverd en geplaatst. De standaard uitvoering voorziet een budget van 3500 euro aan toestellen excl. Btw. Indien de klant andere toestellen wil, kan hij dit samen met de bouwheer bepalen. De meerkosten of minkosten zullen hem dan voorgelegd worden.
Artikel 8.4: Plaatsen van sanitaire toestellen: De plaatsing van de geleverde sanitaire toestellen is inbegrepen in de prijs. Alle toebehoren zoals hevels, hoekstopkranen en bevestigingsmaterialen worden meegeleverd.
13
HOOFDSTUK IX: ELECTRISCHE INSTALLATIE: Artikel 9.1 : Algemeenheden: De elektrische installatie beantwoordt aan:- de reglementen ARAB en AREI de reglementaire verplichtingen en de voorwaarden,zowel technisch als administratief van de stroomverdelende maatschappij. De in voege zijnde normen. De buisleidingen voor sterk -en zwakstroominstallaties worden uitgevoerd in preflex buizen volgens de norm NBN C68-111.De buisleidingen zijn uit een stuk en worden niet onderbroken. De leidingen worden ingewerkt door middel van inkepingen en/of doorboringen,mechanisch uitgevoerd, behalve in de garage waar de leidingen voorzien zijn in opbouwuitvoering. De bevestiging in muren en op vloeren gebeurt met niet roestbare kunststof afstandzadels met dubbele klamp. Na het plaatsen van de leidingen,worden deze inkepingen afgedicht met een gipsmortel.Dit wordt uitgevoerd rekening houdende met de latere afwerking van de muren. Elke stroombaan wordt beveiligd tegen kortsluiting en overbelasting door middel van modulaire, magneetthermische automaten met vrij uitschakelmechanisme en onderbrekingsvermogen volgens de bepalingen van norm NBN C 61-141,gemonteerd op DIN-rails, voorzien bij de verdeelkast. Differentieelschakelaar overeenkomstig NBN 819 en CEE 27 en veiligheidsonderbreking volgens NBN C 63.048,vormt een scheidingsschakelaar volgens AREI Art 235 geleverd met verzegelbare klemafdichting en gevoeligheid van 300 mA. Er zijn minstens 2 differentieelschakelaars voorzien; 1 voor gedeelte elektriciteit met een gevoeligheid van 300 mA 1 voor gedeelte badkamer met een gevoeligheid van 30mA
Artikel 9.2 : Stopcontacten: Stopcontacten van het tweepolig type ,overeenkomstig NBN 50 en NBN 50 bis, 250V/16A50 HZ. Met aardingspen. De afwerkingkleur is crème(ral 1013) indien niet anders vermeld.
Artikel 9.3 : Schakelaars: Schakelaars van het tuimeltype,overeenkomstig NBN 50 en NBN 50 bis ,250V/10A-50 Hz.In crème kleur (ral 1013) indien niet anders vermeld.
14
Artikel 9.4 : Bevestigingsmiddel voor lichtpunten: Voor het inwerken in de gewelven van; Een aansluitingsstelsel aan het voedingnet.
Artikel 9.5 : Buizen voor telefonie: Het werk omvat leveren en plaatsen van Tth-R buizen met VVT kabel-2 paar tussen de aftakdoos van Belgacom(Telenet) en elk telefoonstopcontact. De plaatsing van de buizen zal geschieden, overeenkomstig de voorschriften van de telefoonmaatschappij.
Artikel 9.6 : Voeding centrale verwarming: Het werk omvat een voeding VVB-F2 kabel met aangepaste sectie,onder Tth buis van zekeringkast naar lokaal centrale verwarming tot +/- 1.5 m, boven de afgewerkte vloer met restlengte van 1 m. En een Tth -R buis, met trekdraad van lokaal centrale verwarming naar kamerthermostaat.
Artikel 9.7 : T.V. en Radiodistributie: Het werk omvat het leveren en plaatsen van een Tth-R buis met trekdraad van inkom distributiekabel naar radio -en TV aansluiting. Buiten de schakelaars, stopcontacten en de deurbel, worden verder geen andere armaturen bijgeleverd. Voor de ingebruikname wordt de installatie gekeurd door een erkend keuringsorganisme,de kosten hiervoor zijn inbegrepen. De aansluiting van het huisnet op het net van de leverende maatschappij is niet opgenomen in de aanneming.
Artikel 9.8 : Videofonie: Het appartement is voorzien van een videofoneninstallatie van een gerenommeerd merk. Alle bekabeling en opstart is voorzien.
Artikel 9.9: Algemene delen: De armaturen in de gemene delen zijn voorzien. De armaturen voor de garage zijn van het type TL verlichting. De traphal is voorzien van één armatuur per verdieping. Alle lokalen van de gemene delen zijn voorzien van drukknoppen met een minuterie, met een tijdinstelling. 15
Artikel 9.10: Standaard electrische installatie: Inkomhall. 1 lichtpunt dubbele richting 1 stopcontact met aarding 1 deurbel Toilet 1 lichtpunt enkele richting Living 1 lichtpunt dubbele richting 1 lichtpunt enkele richting 6 stopcontacten met aarding 2 Stopcontacten met aarding 1 leiding voor telefoonditributie Keuken 1 lichtpunt enkele richting 4 stopcontacten met aarding 1 voeding kookplaat 1 voeding frigo 1 voeding dampkap Buiten
Slaapkamers
1 lichtpunt dubbele richting terras
1 lichtpunt enkele richting 3 stopcontacten met aarding
Badkamer 1 lichtpunt enkele richting 2 stopcontacten met aarding
16
HOOFDSTUK X: VERWARMINGSINSTALLATIE: Artikel 10.1 : Algemeenheden: De onderneming omvat,de levering,de montage,de aansluiting en het in dienst stellen van de verwarmingsinstallatie. Uitgenomen anders luidende omschrijvingen is in de aanneming hoofdzakelijk begrepen. Leveren en plaatsen van :
De warmwaterketel met gasvormige brandstof en onderdelen De gasbrander met doorstroomboiler Verdeelleidingen De circulator Expansievat Afsluiters en kranen Verwarmingslichamen en hun aansluiting Elektriciteitsbord Buiten de basisdocumenten en voor zover er niet wordt afgeweken door de bepalingen van onderhavig lastenboek,is de onderneming onderworpen aan de bepalingen en voorwaarden van de hierna vermelde type documenten: De laatste uitgave van het lastenboek Type n° 105,betreffende centrale verwarming en airconditioning,van het Ministerie Van Openbare Werken. De laatste uitgaven van het AREI. De laatste uitgave van het ARAB De normen,voorschriften en de regels van het goede vakmanschap. Gepubliceerd door het "Belgisch instituut voor Normalisatie"B.I.N De reglementering van: Elektriciteit verdelingsmaatschappij De waterverdelingmaatschappij De gasverdelingmaatschappii De berekeningen van het nodige warmtevermogen gebeurt lokaal per lokaal,overeenkomstig de voorschriften van de NBN 62-003,wwarvan het resultaat verhoogd wordt met een reserve van 15% voor het bepalen van de verwarmingslichamen.Bij een buitentemperatuur van 10°C,worden de temperaturen gegarandeerd van : Living:22°C Keuken:22°C Hall:16°C Slaapkamers:16°C Badkamer:24°C
17
Artikel 10.2 : Verdeelnet centrale verwarming: Het verdelingsnet wordt uitgevoerd volgens het buis - in - buis systeem met individuele aansluitleidingen in VERNET POLYETHYLEEN (VPE),vanuit een centrale verdeelcollector. Alle leidingen worden voorzien van mantelbuizen in POLYPROPYLEEN. De leidingen worden uit één stuk geplaatst. Het zal steeds mogelijk zijn de leidingen te vervangen; dit aangezien de bochten zo groot mogelijk worden genomen. De messing verdeelcollectoren worden samengesteld door elementen met afsluitkraan,rechtstreeks op ieder vertrek van elke aftakking.
Artikel 10.3 : Gaswandgenerator: Het gaat hier om een gaswandketel met een ZEER HOOG RENDEMENT en een uiterst ZUINIG verbruik, met gesloten verbrandingskamer, dienstig zowel voor warmwaterproduktie als voor verwarming, via het doorstromingsprincipe. Het vermogen van de ketel wordt steeds berekend en aangepast aan het volume van de woning. Type en kenmerk: VAILLANT ECOTEC 24KW Een elektronische ontsteking i.p.v een waakvlam betekent nog een jaarlijks extra besparing. De aanvoer van verse lucht, en de afvoer van de verbrandingsgassen van de cv ketel geschied door middel van een CLV schouw in de schacht van gepaste diameter. Zowel het toevoer- als het afvoerkanaal wordt verbonden met een buitenmuur of dakdoorvoer. Verse luchttoevoer in het lokaal en ventilatieroosters in deuren,zijn overbodig.
Artikel 10.4 : Vloerverwarming: Het systeem De vloerverwarming is een systeem werkend met een lage watertemperatuur, waarbij de leidingen in de cementgebonden dekvloer(chape)zorgen voor het watertransport. Het systeem wordt zo berekend en aangelegd dat bij een buitentemperatuur van -10°C de vloeroppervlaktetemperatuur niet boven 29°C stijgt. In badkamers en randzones mag de maximale oppervlaktetemperatuur 32°C bedragen. Het vloerverwarmingsysteem wordt berekend op een regime van 45°C-35°C watertemperatuur. Om tot een optimale temperatuursverdeling te komen dient, naargelang het lokaal en vloerbekleding, de gepaste verlegafstand bepaald te worden. Deze verlegafstand alsook de kringlengte zal na de berekening door de leverancier van de vloerverwarming opgegeven en vermeld worden op de verlegplannen. Elke verwarmingskring wordt zo berekend dat het drukverlies maximaal 350 mbar bedraagt. 18
De maximale thermische weerstand van de vloerbekleding is 0,15 m²k/W. Een lijst met vermelding van de lengte, het debiet, het drukverlies, de warmtedoorlaatweerstand en het vermogen van elke kring wordt ter goedkeuring afgeleverd door de aannemer van de vloerverwarmingswerken. Uitzetvoegen worden door ons studiebureau berekend en uitgetekend op het grondplan.. De leidingen die door de uitzetvoegen maar alsook door deur-en muurdoorgangen lopen worden beschermd met een gerilde buis over een afstand van 30 cm. De vloerverwarmingskringen worden, voor het aanbrengen van de chape, gedurende 24 uur afgeperst op 6 bar. Tijdens de chapewerken kan de druk verminderd worden tot 1,5 bar. De aannemer van de chapewerken dient het toevoegmiddel geleverd door de leverancier van de vloerverwarming te mengen in de chape volgens de juiste verhoudingen. Om de interne spanningen in de chape te verdelen wordt een wapeningsnet voorzien. Om zuurstofindringing via de installatie(pompen, ontluchters, koppelingen,…) tegen te gaan wordt een zuurstofinhibitor toegevoegd tijdens het vullen van de installatie. Bij vorstgevaar dient een antivriesprodukt in het water toegevoegd worden. Dit product mag geen schadelijke invloed hebben op de vloerverwarmingsinstallatie. Na plaatsing en controle van de werken bezorgt de leverancier een schriftelijke garantie van 10 jaar op de goede kwaliteit, werking en berekening van het systeem. Deze garantie dekt de schadegevolgen alsook de hermontage. Het bekomen van deze garantie houdt in dat het volledige systeem is aangekocht bij één-en dezelfde leverancier. Deze waarborgt, binnen een termijn van 30 jaar, het vervangen van de buis waaraan defecten optreden die aantoonbaar zijn schuld is.Er zijn plaatstalen radiatoren voorzien,waarvan het volume aangepast is aan het volume van de te verwarmen ruimtes. Het zijn radiatoren voorzien van lamellen om een groot stralingsoppervlak te bekomen. Ze zijn vervaardigd uit hoogwaardig plaatstaal va, 1.25mm vervolgens behandeld door een katforetisch elektrisch onderdompelingproces en daarna voorzien van een eerste afwerklaag. Ze zijn uitgerust met een kraan en een purgeerkraantje. Merk: SUPERIA met verdoken bevestiging.
Artikel 10.5 : Kamerthermostaat: De warmteproductie van het systeem wordt gestuurd door middel van een thermostaat van het type VAILLANT VR50 zonder klok.
19
HOOFDSTUK XI: PLEISTERWERKEN: Artikel 11.1 : Algemeenheden: Het werk omvat:
Voorbereiding van het draagvlak Bepleistering volgens de voorschriften van de fabrikant, 2 à 6 mm, totale dikte Hoekbeschermers op de uitspringende delen van de muren Alle delen in hout of metaal zijn te overtrekken met polyester of staalgaas. Sterk zuigend metselwerk zal vooraf bevochtigd te worden.
De te gebruiken pleistermortel ,overeenkomstig DIN 1168 en ATG 1617 zijn van het "in de fabriek voorbereid" type,voortkomend van een oordeelkundig gedoseerde en bewerkte mengeling van bindmiddelen en aggregaten,geconditioneerd en in zakken verpakt. De aanmaak gebeurt op de werf, enkel door het bijvoegen van zuiver water of een ander product, overeenkomstig de richtlijnen van de producent. De werken worden niet aangevat wanneer de temperatuur lager is dan 5 °C, tenzij het gebouw gesloten en verwarmd is. Uitspringende hoeken worden versterkt met hoekijzers in gegalvaniseerd metaal, alu. of PVC van minimum 2 meter lengte zonder voegen. Rond de plaatsen waar zich scheurvorming kan voordoen wordt het pleisterwerk doorgesneden.
Artikel 11.2 : Pleisteren op muren en plafonds: Alle gemetselde muren zijn voorzien van een spuitpleisterlaag. De binnenmuren in pleisterblokken worden afgewerkt met een gepolierde afwerklaag. De plafonds van de appartementen worden voorzien van een spuitpleister op de gladde welving. De naden worden dichtgetrokken met gepast vulmiddel en afgestreken voor afwerking. Het elastisch opspuiten en afdichten van de hoeken van plafonds dienen afgewerkt te worden door de schilder, eveneens de muren dienen nog een behandeling te krijgen. De wanden zijn bijgevolg niet schilderklaar afgewerkt.
20
HOOFDSTUK XII: CHAPE: HOOFDSTUK 12.1 : CHAPEWERKEN De appartementen zijn voorzien van respectievelijk 6cm chape op alle verdiepingen. Onder de chape wordt een akoestische isolatie geplaatst. Deze geluidsisolatie zal nergens onderbroken worden, teneinde geen rechtsreeks contact te maken tussen chape en de betonnen vloer.
HOOFDSTUK XIII: BEVLOERING: Artikel 13.1 : Algemeenheden: Het werk omvat: Reinigen van de chape Samendrukbaar materiaal voor scheidings- en randvoegen. Plaatsen van de tegels met open voegen volgens NBN 903-02 en met toleranties op het leggen volgens NBN 45.20.43.3. De tegels worden in gelijke richting gelegd,volkomen waterpas en zonder individuele hoogteverschillen. De lijm die gebruikt wordt zal van de goede kwaliteit zijn en regelmatig verdeeld worden op de chape;dit zodanig dat de tegel overal contact heeft met de ondergrond. De voegen zullen na plaatsing en voldoende droging opgegoten worden met vloeibare voegspecie: 1 volume cement P400 3 volumes gewassen zand
Artikel 13.2 : Leveren en plaatsen harde bevloering: In de inkom, toilet, eethoek, zithoek, keuken, berging, slaapkamer en badkamer zijn keramische tegels voorzien met een netto handelswaarde van 30 euro/m² excl. BTW. De vloeren zijn van het type vol keramisch grés en zijn volledig doorbakken met hoge slijtweerstand. Indien er andere motieven of legpatronen moeten worden geplaatst zal dit een meerprijs betekenen. Tegels die niet in stock zijn bij de leverancier zullen besteld worden mits een meerprijs van 15% op de brutowaarde. Het standaardformaat van de tegels is voorzien 30/30/0.8. Alles wordt steeds geplaatst met een bijpassende plint met een nettowaarde voor de harde vloeren van 5 euro/lm. Voor de keuken is geen faience voorzien. Ook in de badkamer zijn geen plinten voorzien aangezien de faience doorloopt van plafond tot op de grond. Het elastisch opspuiten van vloer ten opzichte van de plint is NIET INBEGREPEN. 21
HOOFDSTUK XIV: MARMERWERKEN: Artikel 14.1 : Leveren en plaatsen venstertabletten: De venstertabletten worden uitgewerkt in pleisterwerk met de nodige stopprofielen en hoekafwerkingen.
Artikel 14.2 : Leveren en plaatsen van tussendeurdorpels: Dit artikel is standaard niet voorzien(enkel op vraag van de klant en mits een meerprijs). Dorpels zullen bestaan uit zelfde materiaal als de tabletten en hebben een dikte van 2 cm.
HOOFDSTUK XV: MUURBETEGELING: Artikel 15.1 : Algemeenheden: De tegels worden geplaatst in een plaatsingsmortel die mechanisch vermengd is en samengesteld uit: 1 deel hydraulisch bindmiddel,samengesteld uit gelijke gewichtsdelen cement en hydraulische kalk. 3 delen zand met maximum 5% kleigehalte. In horizontale richting zijn de tegels gelijnd t.o.v. De as van de muur De as van de sanitaire toestellen De uitspringende hoeken worden afgewerkt met aangepaste kunststofprofielen Rond de elektrische schakelaars en andere openingen worden de tegels uitgesneden en bijgewerkt met de slijpsteen. De tegels worden na het plaatsen opgevoegd met witte cementmortel. Onder het bad wordt een voorgecementeerde geïsoleerde plaat voorzien
Artikel 15.2 : Leveren en plaatsen muurtegels: Voor het leveren en plaatsen van de tegels van eerste kwaliteit,overeenkomstig de NBN B 27-104 ,mat geglazuurd. Minimum prestatieklassen volgens de NBN B27-011 Druksterkte :klasse 1 Buigsterkte:klasse 1 22
Bekleed met doorzichtig en ongekleurde email, kleur volgens de samenstelling van het biscuit. Kleur en afmetingen volgens de keuze van de klant. De tegels worden gesorteerd volgens kleur en afmetingen. De kleurschakeringen zijn eenvormig. De plaatsing van de tegels is standaard vertikaal geplaatst grootte ongeveer 30x40 zonder lijst of figuurschakering. Indien er andere motieven of legpatronen moeten worden geplaatst zal dit een meerprijs betekenen. Voorzien in de badkamer over de volledige hoogte. Tegels die niet in stock zijn bij de leverancier zullen besteld worden mits een meerprijs van 15% op de bruto waarde. Voorziene handelswaarde: 30 euro/m² excl. BTW.
HOOFDSTUK XVI: BINNENSCHRIJNWERK: Artikel 16.1 : Binnendeuren: Er zijn schilderdeuren voorzien in de basisprijs, bestaande uit een lemellaire of alveolaire structuur, aan beide zijden bekleed met stijve panelen van geperste vezels, glad geplamuurd. Ophanging aan 3 scharnieren(alu) met ingewerkt deurslot en klaviersleutel. Hang - en sluitwerk in gepolijst alu. of kunststof De deuromkasting en omlijsting zijn afgewerkt met meranti. HANDELSWAARDE : 220 euro per stuk excl. BTW
Artikel 16.2 : Trap : Duplex appartementen De trap wordt uitgevoerd in eerste keuze beuk, open type, maatvorming naargelang de noodwendigheid en met een bijpassende balustrade. Rechte of verdreven trede volgens plan. De breedte van de trap is minstens 80 cm. De trapleuning wordt uitgevoerd in dezelfde houtsoort en loopt rond het trapgat.
23
HOOFDSTUK XVII: KEUKENINSTALLATIE: Artikel 17.1 : Leveren en plaatsen van standaardkeuken: Het budget voor de keuken bedraagt HANDELSWAARDE KEUKEN: 6.316,51 euro excl. Btw.
HOOFDSTUK XVIII: LIFTINSTALLATIE Basisgegevens Hefvermogen
400–1125 kg, 5–15 personen
Hefhoogte
Max. 30 m, max. 10 stopplaatsen
Toegang aan één zijde
400 kg, 535 kg, 625 kg, 675 kg, 1125 kg
Toegang aan twee zijden
535 kg, 625 kg, 675 kg, 1125 kg
Deurbreedte
800 mm, 900 mm (750 mm voor 400 kg)
Deurhoogte
2000 mm, 2100 mm, 2300 mm (voor 675 en 1125 kg)
Aandrijving
Direct aangedreven/frequentiegeregeld
Snelheid
1,0 m/s
Besturing
Pick-up, neerwaarts verzamelend en collectief selectief verzamelend
Uitvoering
Vier vormen
De kooi is zeer ruim. De lift is zodanig geconstrueerd dat de technische voorzieningen zo min mogelijk ruimte vereisen. Dankzij nieuwe innovatieve Traction Belts kunnen in gestandaardiseerde liftschachten maximaal 25 cm bredere kooien worden ondergebracht dan tot nog toe mogelijk was. Zo kunnen in conventionele schachten een tot twee personen extra worden vervoerd. Een groot voordeel dat met een simpele rekensom kan worden aangetoond:
24
De liftinstallatie is van het type lage schachtkophoogte. De schachtkop kan tot 2900 mm worden gereduceerd. Hierdoor kan worden afgezien van storende dakopbouwen. Dit biedt weer meer vrijheid bij de vormgeving van het gebouw. De lift vereist ook geen machinekamer. De besturing wordt rechtstreeks in het deurkozijn ingebouwd, zodat een afzonderlijke besturingskast overbodig is. De lift getuigt over de gehele linie van een ruimte- en arbeidsbesparende aanpak.
Opgemaakt te Dendermonde op: in twee exemplaren, waarvan elke partij erkent er één in ontvangst te hebben genomen. Voor gelezen en goedgekeurd: De Klant:
Voor Lotax-invest BVBA:
25