KWARTAALVERSLAG 1E KWARTAAL 2005 CENTRALE ORGANISATIE WERK EN INKOMEN
Amsterdam, 12 mei 2005
INHOUDSOPGAVE Voorwoord................................................................................................................................... 3 DEEL I: BELANGRIJKSTE RESULTATEN 1E KWARTAAL 2005................................................. 5 1. Prestaties in vogelvlucht.......................................................................................................... 5 2. Balanced Scorecard CWI t/m 1e kwartaal 2005........................................................................ 7 DEEL II: VOLLEDIGE UITWERKING 1E KWARTAAL 2005 ......................................................... 8 3. Arbeidsmarktontwikkelingen .................................................................................................... 8 3.1. Sfeerbeeld Arbeidsmarkt....................................................................................................8 3.2. Ketenresultaten ................................................................................................................12 3.3. Wet- en regelgeving.........................................................................................................12 4. Beleidsevaluatie doelstellingen en streefwaarden CWI .......................................................... 13 4.1. Transparant maken van de arbeidsmarkt .........................................................................13 4.2. Dienstverlening aan werkgevers.......................................................................................16 4.2.1. Vacaturematching voor werkgevers .......................................................................... 16 4.2.2. Ontslag- en tewerkstellingsvergunningen.................................................................. 22 Ontslagvergunningen..............................................................................................................23 4.3. Poortwachter WW en Wwb en stimulator arbeidsparticipatie ............................................24 4.4. Indicatiestelling Wsw........................................................................................................29 4.4. Ketensamenwerking (inclusief reïntegratievoorbereiding).................................................36 5. Beleidsevaluatie managementdoelstelling CWI...................................................................... 38 5.1. Resultaten klantgerichtheid ..............................................................................................38 5.2. Resultaten doelmatigheid.................................................................................................40 5.3. Resultaten Innovatie.........................................................................................................42 6. Financiën Baten/lasten 1e kwartaal 2005 6.1. Baten/lasten t/m 1e kwartaal 2005 ....................................................................................45 6.2. Uitputting..........................................................................................................................46 6.3. Algemeen.........................................................................................................................46 DEEL III: BIJLAGEN ...............................................................................................................50 Bijlage A. Voortgang Sonar........................................................................................................ 51 Bijlage B. Wet- en regelgeving................................................................................................... 52 Bijlage C. Voortgang Stappenplan Centraal Raamwerk voor Interne Beheersing....................... 53 Bijlage D. Deelname CWI aan Rijksbrede Benchmark en Handvestgroep Publiek Verantwoorden .................................................................................................................................................. 55 Bijlage E. Voortgang transformatieprojecten.............................................................................. 59
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
2
Voorwoord Kansen benutten Het economisch herstel hapert nog, een rotsvaste bodem ontbreekt, maar nieuwe kansen op de arbeidsmarkt worden langzaam zichtbaar. De arbeidsmarkt straalt in het eerste kwartaal 2005 enig optimisme uit. CWI stelt vast dat het aantal niet-werkende werkzoekenden afvlakt en een voorzichtig herstel van de werkgelegenheid, in de groei van het aantal banen, zichtbaar is. In vergelijking met 2004 lijken werkgevers minder aarzelend om openstaande vacatures te bezetten en er vinden meer baanwisselingen plaats. CWI heeft in het eerste kwartaal van dit jaar evenveel vacatures vervuld als in dezelfde periode vorig jaar; dit is minder dan verwacht. Enerzijds zijn problemen met de performance van de nieuwe automatiseringssystemen Sonar en ABS-2 daar debet aan. Anderzijds heeft dit ook te maken de kwaliteit en uniformiteit van de werkgeversdienstverlening. De prestaties verschillen per CWI-vestiging: sommige CWI-vestigingen overtreffen de verwachtingen en andere stellen enigszins teleur. De prestaties binnen de poortwachtersrol laten goede resultaten zien en de resultaten liggen, gezien de hogere streefwaarden ten opzichte van 2004, op koers. Het dienstverleningspakket is per 1 januari 2005 uitgebreid met de Indicatiestelling Wsw, uitgevoerd op 28 CWI-vestigingen, die zorgen voor een landelijke dekking. De vorming van het ketenproces verloopt goed, de samenwerking met gemeenten en Sociale Werkvoorziening verloopt voorspoedig en de uniformiteit en kwaliteit in de dienstverlening aan werkzoekenden is in orde. Op vier CWI-vestigingen is een competentietestcentrum operationeel. Met behulp van testen krijgen werkzoekenden meer inzicht in hun competenties: de verzameling van kennis, vaardigheden en persoonlijke kenmerken waar een werkzoekende over moet beschikken om goed en succesvol in een baan te kunnen functioneren. In het eerste kwartaal hebben zo’n 300 werkzoekenden gebruik gemaakt van een competentietestcentrum. CWI streeft ernaar om ultimo 2005 over tien competentietestcentra te beschikken. Medio april is door de Handvestgroep Publiek Verantwoorden, waarvan CWI sinds 3 september 2004 lid is, verslag uitgebracht over de zelfevaluatie en visitatie van CWI. Uit dit verslag blijkt dat de prestaties van CWI en de kwetsbare, transparante opstelling van CWI gewaardeerd worden. Daarnaast wordt gewezen op de noodzaak meer inzicht te verschaffen in prestaties van CWI op het gebied van arbeidsbemiddeling. In het eerste kwartaal 2005 heeft CWI invulling gegeven aan het verschaffen van meer inzicht in haar prestaties om werkzoekenden uit te laten stromen naar werk. Door een koppeling van bestanden van CWI met bestanden van UWV is zichtbaar gemaakt dat 74% van de uitgestroomde niet-werkende werkzoekenden, gefaseerd in fase 1, uitstroomt naar betaald werk. In het eerste kwartaal is opnieuw veel geïnvesteerd in het terugdringen van de werkloosheid onder jongeren, in samenwerking met de Taskforce Jeugdwerkloosheid, JongActief en Regionale Opleidingen Centra. In het eerste kwartaal zijn meer dan zesduizend vacatures vervuld met jongeren (30% van het totaal aantal vervulde vacatures). Onder het moto Geef kleur aan je werk zijn sinds maart dit jaar 84 allochtone vrouwelijke medewerkers van CWI coach voor een allochtone werkzoekende vrouw. In het eerste kwartaal is door CWI geen klanttevredenheidsonderzoeken uitgevoerd. Medio april zijn de resultaten bekendgemaakt van het onderzoek De klant in de keten. Het onderzoek geeft antwoord op de vraag hoe de werkzoekende de ketensamenwerking van SUWI-partners ervaart. Werkzoekenden verwachten van CWI meer hulp, advies, concrete en actuele vacatures, concrete verwijzingen naar werkgevers of hulp bij het opzetten van een eigen bedrijf. Driekwart van de werkzoekenden heeft vertrouwen in de deskundigheid van CWI-medewerkers. Daarnaast moet een betere samenwerking in de keten en een verhoging van de deskundigheid van de medewerkers, door de keten heen, de tevredenheid van de werkzoekende positief beïnvloeden.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
3
De innovatie op het gebied van dienstverlening en ICT verloopt volgens plan, maar niet zonder problemen. Sonar (ondersteuning werkzoekendenprocessen), ABS-2 (ondersteuning werkgevers- en vacatureprocessen) en E-intake (inschrijving via een internetmodule werk en inkomen) worden stap voor stap ingevoerd, terwijl de reguliere dienstverlening zijn doorgang moet vinden. Voor adviseurs vormt de omschakeling naar Sonar een extra belasting. De invoering verloopt niet zonder horten of stoten. Daarnaast is een consequentie dat gedurende de overgang van oude naar nieuwe systemen de managementinformatie niet altijd volledig of tijdig beschikbaar is. Op dit moment werken echter 53 CWI-vestigingen naar tevredenheid met Sonar. De verwachting is dat eind 2005 de systemen adequaat zullen functioneren en een bijdrage leveren aan de kwaliteit van de dienstverlening. CWI participeert in het Bedrijvenloket, dat tot doel heeft ondernemers een veelvoud aan voor hen relevante informatie aan te bieden via één website. CWI ontsluit het Bedrijvenloket via www.werk.nl. Op termijn moet het voor ondernemers mogelijk worden, de met rechten en plichten samenhangende formaliteiten, via het Bedrijvenloket te regelen. Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, maar ook veranderingen binnen de CWI-organisatie hebben in het eerste kwartaal veel onzekerheid gecreëerd. Dit heeft ons echter niet belemmerd om in termen van kansen te denken en handelen.
Amsterdam, 12 mei 2005
drs. R. de Groot, Voorzitter Raad van Bestuur CWI
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
4
DEEL I: BELANGRIJKSTE RESULTATEN 1E KWARTAAL 2005
1. Prestaties in vogelvlucht Belangrijke bijdrage aan bevorderen transparantie van de arbeidsmarkt • Eind 1e kwartaal 405.900 CV’s op www.werk.nl; bij een streefwaarde van 375.000.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
5
• • •
66.599 beschikbare vacatures CWI bij een streefwaarde van 75.000. Aantal gebruikerssessies 8.283.312 bij een streefwaarde van 5.000.000. Aantal beschikbare vacatures onder de streefwaarde; aantal beschikbare CV’s en aantal gebruikersessies CV’s zeer ruim boven de streefwaarde.
Prestatie omtrent te werven en te vervullen vacatures wisselend • Het aantal geworven vacatures ligt hoger dan de streefwaarde en het aantal vervulde vacatures ligt lager dan de streefwaarde. De lat voor prestaties ligt hoger dan in de vergelijkbare periode in 2004 en CWI is er in het 1e kwartaal nog niet in geslaagd dit streven te bereiken. • Aantal zelf geworven vacatures 65.620 oversteeg de streefwaarde met 19,3%; • Het aantal vervulde vacatures met voorwerk CWI was 20.396, waarvan 17.904 door reguliere dienstverlening en 2.492 door het vacatureoffensief en ligt daarmee 6,8% onder de streefwaarde van 21.875 vervullingen. • In de eerste drie maanden van 2005 is het aantal jongeren in de door CWI vervulde vacatures 6.281, hetgeen 30,8% van het totaal aantal vervullingen is. Prestaties bij ontslag- en tewerkstellingsvergunningen verbeterd • De streefwaarde van 77,0% voor de tijdigheid ontslagaanvragen is met een realisatie van 80,2% in het 1e kwartaal opnieuw overtroffen. • De tijdigheid van de tewerkstellingsvergunnigen kent een realisatie van 92,2% in het 1 e kwartaal en ligt duidelijk boven de streefwaarde van 90,0%. Prestaties poortwachter in de eerste drie maanden van 2005 op koers • Preventiequote WW 19,9% met een streefwaarde van 20,0%; • Preventiequote Wwb 47,2% met een streefwaarde van 45,0%; • Uitstroomquote WW 55,9% met een streefwaarde van 55,0%; • Uitstroomquote Wwb 57,8% met een streefwaarde van 55,0%; • Poortwachterquote WW 66,4% met een streefwaarde van 65,0%; • Poortwachterquote Wwb 87,8% met een streefwaarde van 85,0%. Goede prestatie omtrent ketenafspraken • De tijdigheid van de uitkeringsintake WW is 84,3% (streefwaarde 80,0%) en de volledigheid WW 98,9% (streefwaarde 85,0%); • De tijdigheid van de uitkeringsintake Wwb is 93,6% (streefwaarde 96,0%) en de volledigheid Wwb is 98,9% (streefwaarde 85,0%). De Raad van Bestuur verwacht dat eind 2005 alle streefwaarden zijn gerealiseerd. De ten opzichte van 2004 (deels) hogere ambities worden echter nog niet altijd waargemaakt. De totstandkoming van de cijfers voor de generatie van managementinformatie verloopt daarnaast moeizaam onder invloed van de implementatie en ontwikkeling van Sonar en ABS-2.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
6
2. Balanced Scorecard CWI t/m 1e kwartaal 2005
DEEL II: VOLLEDIGE UITWERKING 1E KWARTAAL 2005
3. Arbeidsmarktontwikkelingen 3.1. Sfeerbeeld Arbeidsmarkt
Ontwikkeling conjunctuur De economie herstelt zich in een aarzelend tempo, waarbij, ten opzichte van eerdere verwachtingen, de economische prestaties (iets) hoger zijn. De meest recente conjunctuurcijfers (CBS) geven aan dat de economische groei in het 4e kwartaal van 2004 1,6% bedroeg, waarmee het groeipercentage van het 3e kwartaal van dat jaar is gecontinueerd. Dit groeipercentage komt overeen met de conjuncturele situatie van 2003. In de industrie is het volume van de gemiddelde dagproductie in februari van dit jaar vrijwel gelijk aan dat van een jaar geleden. Het volume van uitgevoerde goederen is in februari van dit jaar 8% hoger dan een jaar geleden, maar het groeitempo is vanaf september 2004 gedaald. Het consumptievolume van huishoudens is in februari 2005 kleiner dan een jaar geleden. Ontwikkeling werkloosheid Het aantal ingeschreven niet-werkende werkzoekenden (NWW) bij CWI bedraagt ultimo februari 2005 708.300 personen1. Dit is een stijging van ruim 16.000 personen ten opzichte van ultimo december 2004 (toen: 692.200 personen). Naar schatting zal, gelet op data uit het verleden, de maand maart nauwelijks een stijging van het NWW-bestand laten zien. Aanname is dat het NWW-bestand aan het einde van het eerste kwartaal 2005 708.300 personen bedraagt. Als de ontwikkeling van het NWW-bestand in het eerste kwartaal van 2005 wordt vergeleken met die van het eerste kwartaal van 2004, dan blijkt dat de stijging aan het afvlakken is. Het NWWbestand ultimo maart 2005 is circa 4.000 personen lager dan het standcijfer ultimo maart 2004. Als de cijfers worden gecorrigeerd voor seizoensfluctuaties dan blijkt de ontwikkeling van het NWW-bestand in het eerste kwartaal over het algemeen iets trager te verlopen. Als gevolg hiervan laten zich in de eerste twee maanden van het jaar relatief minder personen bij CWI inschrijven. De stijging van het NWW-bestand is minder als in 2004 hetgeen kan duiden op een licht economisch herstel. Niettemin is er sprake van een lichte toename van het NWW-bestand en daarmee van het aantal inschrijvingen bij CWI. Ultimo 2005 zou volgens de prognose, bij een economische groei van 1%, het NWW-bestand circa 715.000 personen bedragen. Voor geheel 2005 zal met een stijging van het aantal ingeschrevenen bij CWI rekening gehouden moeten worden, vermoedelijk met het zelfde tempo als in 2004 (3% tot 4%). Absoluut gezien zal de stijging in geheel 2005 naar schatting 23.000 bedragen. De definitieve omslag in de NWWontwikkeling laat dus nog op zich wachten. Ontwikkeling werkloze beroepsbevolking Uit maandcijfers over de werkloze beroepsbevolking (CBS) blijkt dat over de periode december 2004-februari 2005 22.000 personen meer werkloos zijn ten opzichte van oktober-december 2004. Ook hier een stijging, zij het iets sterker dan de 17.000 in het NWW-bestand. Enerzijds is dit verschil toe te schrijven aan een iets andere meetperiode en anderzijds aan verschillen in definities.
1
NWW-cijfers over de maand maart zijn vanwege de overgang naar Sonar nog niet beschikbaar. Om deze reden kunnen nu nog geen gerealiseerde kwartaalcijfers worden presenteren. Door de geringe veranderingen is het effect op het cijfer beperkt.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
9
Ontwikkeling werkgelegenheid (banen) In 2004 is het aantal banen met 92.000 gedaald ten opzichte van 2003; een forse daling, die overeenkomt met 1,3% van het totaal aantal banen (exclusief zelfstandigen). Vooral in de marktsector (waaronder industrie en ICT) is het aantal banen sterk gedaald. In de verslagperiode heeft CBS aangegeven dat het banenverlies in de marktsector aan het afnemen is. Daarnaast heeft de groei van het uitzendwerk zich in het vierde kwartaal van 2004 doorgezet. Het aantal uitzenduren stijgt al vier kwartalen achter elkaar. Voor 2005 is de verwachting dat de werkgelegenheid aantrekt, al zal het herstel in 2005 nog broos zijn. Het CPB rekent met een toename van ruim 40.000 banen. Een toename van de werkgelegenheid van deze omvang is in ieder geval te gering om alle werkzoekenden op te nemen, daarvoor is een krachtiger economisch herstel noodzakelijk. Pas bij een toename van meer dan 100.000 banen kan van een substantiële daling van het NWW-bestand sprake zijn. Tegelijkertijd neemt de beroepsbevolking meer toe dan het aantal banen zodat over geheel 2005 het NWW-bestand en de werkloze beroepsbevolking, zelfs bij een herstel van het consumentenvertrouwen, zullen blijven toenemen. Ontwikkeling vacatures In 2004 zijn in totaal 725.000 vacatures ontstaan, een verrassende ontwikkeling aangezien in 2004 het aantal banen fors is afgenomen. Deze toename van het aantal vacatures is gerelateerd aan het aantal toegenomen baanwisselingen. Ook zijn werkgevers minder aarzelend geworden in de herbezetting van openstaande vacatures. Consumenten- en producentenvertrouwen Het consumentenvertrouwen is in de verslagperiode (verder) gestegen en heeft in april 2005 de hoogste waarde in drie jaar bereikt. Dit is vooral te danken aan een minder negatief oordeel over het economisch klimaat. De koopbereidheid is licht gestegen; consumenten zijn minder negatief geworden over de eigen financiële huishouding in de komende 12 maanden. Over de verwachte ontwikkeling van de economie in de komende twaalf maanden zijn consumenten aanzienlijk positiever geworden. Over het economisch klimaat in de achterliggende 12 maanden zijn consumenten minder negatief geworden. In vergelijking met het meerjarig gemiddelde is het consumentenvertrouwen nog steeds laag. Ondernemers in de industrie zijn in de verslagperiode, en in de maand april daarna, minder optimistisch geworden. Het productenvertrouwen in april is gelijk aan het gemiddelde in 2004. Oorzaken van de verslechtering is dat ondernemers minder positief zijn over de productie in de komende drie maanden en de orderpositie. Vooral de producenten van consumptiegoederen zijn negatiever. Ondernemers in de zakelijke dienstverlening verwachten in het 2e kwartaal een verdere stijging van omzet en orders. Sinds ultimo 2000 is de zakelijke dienstverlening niet mee zo optimistisch geweest over orders, omzet en werkgelegenheidsontwikkeling. Eén op de drie ondernemers in de zakelijke dienstverlening wil in het 2e kwartaal meer personeel in dienst nemen; één op de negen verwacht de personeelsomvang te verminderen. Meer dan de helft verwacht de personeelsomvang uit te breiden. Arbeidsmarktmonitor Uit de arbeidsmarktbarometer blijkt dat de adviseurs werk en inkomen verwachten dat de kansen voor werkzoekenden de komende 12 maanden zullen toenemen2. De adviseurs verwachten dat hoger opgeleiden in 2004 de meeste kansen hebben op het vinden van een baan. Medewerkers van CWI Juridische Zaken verwachten dat het aantal aanvragen voor ontslag en tewerkstellingsvergunningen het komende jaar zal afnemen. Ongeveer 30% verwacht een stabilisatie van het aantal ontslagaanvragen. Uit de cijfers blijkt dat de inschatting van de adviseurs werk en inkomen overeenkomt met de cijfers tot en met het 1e kwartaal. Invloed conjunctuur op prestaties CWI 2
Uit de Arbeidsmarktbarometer blijkt dat 57% van de adviseurs werk & inkomen dat de kansen voor werkzoekenden uit fase 1 de komende 12 maanden zullen toenemen.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
10
De ontwikkeling van de conjunctuur is van invloed op de prestaties die CWI levert op het gebied van preventie, uitstroom en vacaturevervulling. De volgende tabel geeft een beeld van de ontwikkeling van de conjunctuur, aan de hand van de voor CWI belangrijkste indicatoren. Arbeidsmarktontwikkelingen
Percentage economische groei
Ontslagaanvragen CWI bedrijfseconomische achtergrond
Nietwerkende werkzoekenden
Prestaties CWI
Totale vacaturemarkt
Vervulde vacatures CWI
Vervulde vacatures CWI in % totale vacaturemarkt
Preventiequote WW
Preventiequote Wwb
Uitstroomquote WW
Uitstroomquote WWB
realisatie 2002 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal jaartotaal
0,4 0,4 1,0 0,5 0,6
11.265 9.124 10.227 13.074 43.690
498.200 487.500 508.500 547.300
213.000 200.000 160.000 162.000 735.000
12.568 13.189 13.071 11.226 50.054
5,9% 6,6% 8,2% 6,9% 6,8%
-----------
-----------
----61,5 51,1 56,5
----52,9 45,6 49,6
realisatie 2003 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal jaartotaal
-0,2 -1,4 -1,4 -0,5 -0,9
12.227 14.100 13.241 18.773 58.341
590.300 597.700 635.200 678.500
177.000 175.000 141.000 152.000 645.000
10.536 14.976 17.821 19.405 62.738
6,0% 8,6% 12,6% 12,8% 9,7%
12,8 18,1 17,5 19,0 17,3
34,1 54,5 43,4 50,5 45,6
----52,7 49,4 51,0
----49,8 51,1 50,4
realisatie 2004 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal jaartotaal
1,2 1,4 1,6 1,6 1,4
16.112 15.865 14.365 17.840 64.978
714.000 691.000 686.000 692.000
178.000 203.000 168.000 176.000 725.000
20.954 22.826 20.812 17.565 82.157
11,8% 11,2% 12,4% 10,0% 11,3%
18,7 21,1 21,1 19,6 19,9
45,2 47,1 49,6 44,7 46,5
56,2 59,3 61,6 59,9 59,1
59,7 59,0 64,2 63,6 61,8
1,25 1,25 1,25 1,25 1,25
--------71.995
------758.000
206.640 206.640 169.740 154.980 738.000
21.875 21.875 19.125 19.125 82.000
10,6% 10,6% 11,3% 12,3% 11,1%
20,0 20,0 20,0 20,0 20,0
45,0 45,0 45,0 45,0 45,0
55,0 55,0 55,0 55,0 55,0
55,0 55,0 55,0 55,0 55,0
1,0
10.959
709.000
225.450
20.396
9,0%
19,9
47,2
55,9
57,8
jaarplan 2005 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal jaartotaal realisatie 2005 1e kwartaal
Bronnen: 1. Percentage economische groei: Realisatiecijfers 2002, 2003 en 2004: Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS); • Raming/streefwaarde Jaarplan 2005: Jaarplan CWI 2005; • Realisatie 2005 1e kwartaal 2005: Meest actuele raming CPB voor jaar 2005 CPB Nieuwsbrief 1; maart 2005. 2. Ontslagaanvragen met bedrijfseconomische achtergrond: • Raming jaarplan 2005: Aandeel ontslagaanvragen met bedrijfseconomische achtergrond 2004 x raming totaal aantal ontslagaanvragen Jaarplan CWI 2005; • Realisatiecijfers: CWI; • Het jaartotaal 2004 is hoger dan de optelsom van de vier afzonderlijke kwartalen, hetgeen te verklaren is uit de verschillende meetmomenten die ten aanzien van de vijf cijfers worden gehanteerd. 3. Niet-werkende werkzoekenden: CWI; 4. Totale vacaturemarkt: • Raming/streefwaarde 2005: ECORYS-NEI, SEOR, TNO Inro en Bureau Louter in opdracht van CWI; • Realisatiecijfers 2002, 2003 en 2004: CBS; 1e kwartaal 2005: Voorlopige raming CWI 5. Prestaties CWI: CWI.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
11
Instroom werkzoekenden De instroom van werkzoekenden in het 1e kwartaal bedraagt 183.973 werkzoekenden. Ten opzichte van de raming is het volgende zichtbaar: Klantstromen werkzoekenden CWI
Instroom werkzoekenden
Realisatie t/m 1e kwartaal 2005
Raming t/m 1e kwartaal 2005
183.973
192.231
Afwijking realisatie t.o.v. raming -4,3%
Realisatie t/m 1e kwartaal 2004 201.087
Afwijking realisatie 2005 t.o.v. 2004 -8,5%
De instroom van cliënten is tot en met het 1 e kwartaal 2005 4,3% lager dan geraamd en 8,5% lager dan over dezelfde periode in 2004. Het blijkt dat de stijging van het aantal niet-werkende werkzoekenden geringer is dan in het jaar 2004. Zelfs na correctie van de cijfers voor seizoensfluctuaties blijkt de ontwikkeling van het aantal niet-werkende werkzoekenden trager te verlopen. De betere economische situatie zorgt ervoor dat de instroom daalt ten opzichte van 2004. 3.2. Ketenresultaten In het 1e kwartaal 2005 heeft CWI gezamenlijk met haar ketenpartners verantwoording afgelegd tegen de achtergrond van de voortgangsrapportage ten bate van de SUWI evaluatie (Bijdrage SUWI-ketenpartners aan Tussenevaluatie SUWI 2005, 18-4-2005). Voor de huidige stand van zaken verwijst CWI derhalve naar deze voortgangsrapportage en zijn de ketenresultaten niet opgenomen in de bijlage. 3.3. Wet- en regelgeving In het 1e kwartaal 2005 zijn wijzigingen doorgevoerd in een aantal bestaande wetten en regels die CWI uitvoert, de CWI-organisatie raken of door CWI zijn vastgesteld. In bijlage B: Wet- en regelgeving zijn deze wijzigingen opgenomen.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
12
4. Beleidsevaluatie doelstellingen en streefwaarden CWI 4.1. Transparant maken van de arbeidsmarkt Doelstelling CWI heeft als eerste hoofddoelstelling de arbeidsmarkt transparant te maken door vragers en aanbieders een helder zicht te geven op wat de arbeidsmarkt te bieden heeft. CWI zorgt hiervoor door beiden met elkaar in contact te brengen. Door het transparanter maken van de arbeidsmarkt beoogt CWI een bijdrage te leveren aan het terugdringen van de frictiewerkloosheid en het reduceren van het aantal openstaande vacatures. Voor werkzoekenden betekent de transparantiedoelstelling, toegang tot vacatures, informatie over beroepen, competentieprofielen, opleidingen, arbeidsmarktperspectieven en zicht hebben op eigen mogelijkheden en arbeidsmarktkansen.Voor werkgevers betekent transparantie de mogelijkheid om eenvoudig vacatures te communiceren en toegang tot voldoende CV’s van werkzoekenden. Instrumenten CWI zet de volgende instrumenten in om de transparantiedoelstelling te bereiken: • de virtuele beursvloer op de internetsite www.werk.nl en daarnaast koppelingen met commerciële vacaturesites en sites van (sectorale) brancheorganisaties. • de fysieke beursvloer op alle CWI-vestigingen. • inzet van een personele capaciteit van circa 425 fte’s voor medewerkers op de beursvloer, medewerkers arbeidsmarktinformatie en contentbeheer van de informatiemodules op www.werk.nl. • marktonderzoek naar wensen van werkzoekenden en werkgevers voor een transparante arbeidsmarkt. • samenwerking met uitzendbureaus (landelijk, regionaal, lokaal). • verstrekking van arbeidsmarktinformatie aan de ketenpartners (UWV en gemeenten), het Regionaal Keten Overleg (REKO) en regionale verbanden en instellingen, zoals Regionale Platforms Arbeidsmarkt (RPA’s), Kamers van Koophandel, regionale ontwikkelingsmaatschappijen, onderwijsinstellingen, intermediairs en uitzendbureaus. Resultaten www.werk.nl De resultaten t/m het 1e kwartaal 2005 van de internetsite www.werk.nl zijn: • aantal gebruikerssessies op vacatures: 8.283.312 (165,7% van streefwaarde 5.000.000); • aantal beschikbare vacatures: 66.599 (89,8% van streefwaarde 75.000); • aantal beschikbare CV’s: 405.900 (108,2% van streefwaarde 375.000). Resultaten transparantie voor de werkgever De werkgever die zelfstandig vacatures wil vervullen moet vacatures op eenvoudige wijze breed kenbaar kunnen maken. Vervolgens kan de werkgever gericht zoeken in het beschikbare arbeidsaanbod of wordt de werkgever zelf benaderd door een werkzoekende of door CWI. • CWI heeft het werkgevers mogelijk gemaakt vacatures zelf in te voeren op www.werk.nl. Tot en met het 1e kwartaal van 2005 zijn op deze wijze 66.599 vacatures ingevoerd,11,2% onder de streefwaarde. Deze vacatures zijn met name door intermediairs ingevoerd; • CWI raamde 375.000 CV’s inzichtelijk te hebben op www.werk.nl per ultimo 1e kwartaal 2005. Met 405.900 CV’s is deze streefwaarde ruim gehaald. De stijging van het aantal CV’s in het 1e kwartaal is te verklaren door een groeiende bekendheid van www.werk.nl en een uitbreiding en verbetering van de werking van de site. Op CWIvestigingen wordt het CV van niet-werkende werkzoekenden bijna altijd op www.werk.nl doorgezet mits de werkzoekende een goede reden heeft om dit niet te willen. De mogelijkheid om anoniem via de CWI-vestiging benaderd te worden door werkgevers waarborgt de privacy wanneer dit gewenst wordt door werkzoekenden. Resultaten transparantie voor de werkzoekende
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
13
De werkzoekende (al dan niet werkloos) die zelfstandig wil kunnen zoeken naar een baan moet vacatures kennen, ook in het buitenland, inzicht hebben in eigen mogelijkheden en in arbeidsmarktkansen. Hij moet ook kennis hebben van beroepen en opleidingen, ondersteunende instanties en rechten en plichten omtrent uitkeringen. Zowel thuis als op de CWI’s moet hij zijn zoektocht in gang kunnen zetten. Op alle CWI’s zijn ruime mogelijkheden om werk te zoeken op de beursvloer of op www.werk.nl. De streefwaarde tot en met het 1e kwartaal van 2005 van 75.000 (13/52 van de jaarstreefwaarde) te acquireren vacatures is met 66.599 (-11,2%) niet gehaald. Aangezien dit een nieuwe prestatieindicator is zijn geen ervaringscijfers voorhanden. De ontwikkeling van deze indicator zal in de loop van 2005 tot meer inzicht leiden. Naast de beschikbaarheid is de duur dat een vacature openstaat ook van invloed; dit laatste kan CWI slechts beperkt beinvloeden3. Verstrekking arbeidsmarktinformatie CWI voorziet de politiek en de samenleving van actuele informatie over de aanbod- en vraagzijde van de arbeidsmarkt. De informatie is onder andere on-line inzichtelijk via de site www.cwinet.nl. Op de site wordt per maand de nieuwsflits arbeidsmarkt gepubliceerd en gerapporteerd over het aantal werkzoekenden en vacatures (in sectoren). De informatiedomeinen CWI beschikt over diverse informatiedomeinen op www.werk.nl die voorzien in de behoefte van werkzoekenden en werkgevers omtrent informatie over, onder andere, de kansen op de arbeidsmarkt, sollicitatievaardigheden, doelgroepinformatie, beroepen en opleidingen. De behoefte aan verschillende soorten informatie wordt door CWI inzichtelijk gemaakt door het aantal keren dat pagina’s zijn opgevraagd in beeld te brengen. Kansverkenner De Kansverkenner is een instrument waarmee arbeidsmarktinformatie over beroepen in een regio inzichtelijk gemaakt wordt. Met de Kansverkenner wordt inzichtelijk gemaakt: • hoeveel passende vacatures er zijn en hoe groot het aanbod werkzoekenden in deze beroepsgroep is; • op welke wijze vacatures in een specifiek beroep effectief te vinden zijn; • de kans dat een werkzoekende in een specifiek beroep binnen een half jaar een baan vindt ; • de top-tien van de meest gevraagde verwante beroepen in de omgeving. Verder kan worden onderzocht op welke wijze de kans op werk vergroot wordt door met gegevens te 'spelen'. Regionaal kan een werkzoekende bekijken wat de kansen op het vinden van werk zijn in een specifiek beroep, zowel ten aanzien van het aantal banen als ten aanzien van de concurrentie. De kansverkenner is meer dan 1.000.000 maal geraadpleegd in het eerste kwartaal, waardoor de Kansverkenner duidelijk in een behoefte van werkzoekenden voorziet.
3
De streefwaarde is afgeleid uit de realisatie van de voormalige prestatie-indicator marktbereik. Voorlopig kan geconcludeerd worden dat de duur dat vacatures openstaan op www.werk.nl lager is dan door CWI geraamd.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
14
Scholing en beroepen Grote belangstelling is ook aan de dag gelegd voor scholing en beroepen. De informatiepagina's over opleidingen en cursussen genereren bij elkaar opgeteld evenveel bezoek als de Kansverkenner (1.000.000 raadplegingen). Ook de informatie over beroepen voorziet in een belangrijke informatiebehoefte van werkzoekenden. Jongerenmodule De hits op www.jongeren.werk.nl worden met een aparte weblogging bijgehouden. De module wordt veelvuldig gebruikt (693.740 pageviews) en voorziet daarmee in een behoefte van de huidige generatie jongeren. Solliciteer met succes ‘Solliciteer met succes’ is een informatiedomein dat door de jaren heen vrij stabiel rond de half miljoen pageviews per kwartaal blijft schommelen. Met 542.000 pageviews is Solliciteren dit kwartaal wederom goed bezocht.
Kansverkenner
1.053.410
Beroepen
769.796 693.740
Jongerenmodule
662.657
Raadplegingen Cursusbank 542.489
Solliciteren Testen
458.294
Hulp
456.496
Opleidingen
381.443 325.024
Buitenland
324.870
Bedrijfspresentaties 200.938
Arbeidsrecht Arbeidsmarktinformatie
169.816
45-plussers Alles over personeel Herintredende vrouwen Gebeurtenissen
154.820 137.815 97.868 96.572
Arbeidshandicap
79.766
Etnische minderheden
75.148
Nieuws
62.199
Hulp via Contact
52.548
0
200.000
400.000
600.000
800.000
1.000.000
1.200.000
In de bovenstaande grafiek is duidelijk zichtbaar hoe de behoefte van werkzoekenden aan informatie zich verhoudt tot de geboden modules op www.werk.nl. Bedrijvenloket CWI participeert in het Bedrijvenloket, dat tot doel heeft de ondernemer een veelvoud aan voor hem relevant informatie aan te bieden via één website. CWI ontsluit het Bedrijvenloket via www.werk.nl. Op termijn moet het mogelijk worden om mogelijk te maken dat de, met rechten en plichten samenhangende formaliteiten, ook via het bedrijvenloket geregeld kunnen worden. Door mee te werken aan het bedrijvenloket levert CWI een bijdrage aan het programma ICT en administratieve lastenverlichting (ICTAL) dat, in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken, een aantal instrumenten ontwikkeld die de administratieve lasten van ondernemers moeten verlichten. Eén van die instrumenten is het Bedrijvenloket naast het Basisbedrijvenregister en de Overheidstransactiepoort. Kosteneffectiviteit Transparant maken van de arbeidsmarkt
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
15
Een belangrijk deel van de prestatie-indicatoren is gerealiseerd. De kosten voor het bereiken van de doelstelling Transparant maken van de arbeidsmarkt bedragen circa € 9 mln., dat is circa 9,6% van het totale, reguliere CWI budget, berekend op basis van de personele inzet aan het bereiken van deze doelstelling4. De Raad van Bestuur concludeert dat CWI de aan de doelstelling transparant maken van de arbeidsmark t gekoppelde prestatie-indicatoren in de verslagperiode voor het belangrijkste deel heeft gerealiseerd. Aan het transparant maken van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt voor werkzoekenden en werkgevers heeft CWI ook in het 1e kwartaal 2005 een belangrijke bijdrage geleverd. De internetsite www.werk.nl is hierbij een onmisbaar instrument.
4.2. Dienstverlening aan werkgevers 4.2.1. Vacaturematching voor werkgevers De dienstverlening in het kader van vacaturematching voor werkgevers bestaat uit: • vervullen van vacatures. • behandelen van aanvragen voor ontslagvergunningen (met inbegrip van informatie en advies). • behandelen van aanvragen voor tewerkstellingsvergunningen (met inbegrip van informatie en advies). • verstrekken van verklaringen in het kader van de Regeling Schoonmaakdiensten voor Particulieren en Startkwalificatie. Doelstelling CWI ondersteunt de vacaturevervulling door werkgevers instrumenten te bieden om zelf vacatures te vervullen en op verzoek daarin te ondersteunen. Een belangrijke ambitie in 2005 is om de dienstverlening aan werkgevers kwalitatief en kwantitatief verder uit te bouwen. Ondanks de relatief ongunstige arbeidsmarktontwikkelingen is een hoog ambitieniveau aangehouden: het werven van 55.000 vacatures en het vervullen van 19.125 vacatures. Na de start van de tweede tranche van het vacatureoffensief per 1 april 2004 is het ambitieniveau voor de vacaturevervulling met 8.250 vacaturevervullingen verder verhoogd. Een goede bemiddelingspositie van CWI bij werkgevers is essentieel voor een slagvaardige poortwachterrol. Poortwachter en preventie (bemiddeling naar passend werk) komen immers vóór reïntegratie, hetgeen betekent dat goede contacten met werkgevers onontbeerlijk zijn. Instrumenten Het dienstverleningspakket voor vacaturebehandeling bevat de volgende kernpunten: • vacatureteam op elke CWI-vestiging. • zes adviseurs bemiddeling grote bedrijven. • snelle opvolging van een vacaturemelding (72-uurs service). • persoonlijke dienstverlening in de vorm van een bedrijfsbezoek, gecombineerd met de introductie van sollicitanten. • bemiddelen van sollicitanten. • advisering voor de juiste werving en selectiemethode, het functieprofiel en de inwerkperiode. • distributie van vacatures. • landelijke banenmarkten. • landelijke wervingsacties. • actieve benadering van grote werkgevers, inclusief samenwerking met sectoren en bevordering van instroom van jongeren op leerwerkplaatsen (JongActief). • deelname aan de Taskforce Jeugdwerkloosheid, gericht op het bevorderen van de arbeidsparticipatie van jongeren (zonder startkwalificatie).
4
De beheers- en exploitatiekosten zijn in deze kostenberekening niet meegenomen.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
16
Resultaten vacaturevervulling5 Tot en met het 1e kwartaal van 2005 zijn 20.3966 vacatures vervuld, waarvan 17.904 door reguliere dienstverlening en 2.492 door het vacatureoffensief7. De realisatie van de reguliere productie van 17.904 ligt 6,4% onder de streefwaarde van 19.125 vervullingen. In vergelijking met het 1e kwartaal 2004 (20.954 vervulde vacatures) ligt de productie met 20.396 vrijwel gelijk aan de productie in dezelfde periode in 2004 op het gebied van vacaturevervullingen. Analyse CWI heeft onderzoek gedaan naar de achterblijvende resultaten. Enerzijds blijkt de arbeidsmarkt nog steeds grillig (banengroei wordt afgewisseld met bedrijfssluitingen en afslankoperaties). Anderzijds speelt een interne factor die de bemiddelingsresultaten de afgelopen periode onder druk heeft gezet; de overstap naar twee nieuwe automatiseringssystemen kost door training en inwerken de nodige productietijd en daarnaast moet de functionaliteit van het nieuwe bemiddelingssysteem ABS-2 nog behoorlijk aangepast worden. De matches tussen werkzoekenden en vacatures in ABS-2 leveren onvoldoende resultaten op waardoor de productie ten aanzien van het aantal vervulde vacatures terugloopt. Een retuning van de matchingsengine in ABS-2 moet voor een aanzienlijk beter resultaat zorgen. De verwachting is dat de werkzaamheden aan ABS-2 in april 2005 afgerond worden. Het effect daarvan op de vacaturevervulling is echter moeilijk kwantificeerbaar. De lijn van intensivering van de werkgeversdienstverlening wordt in 2005 verder voortgezet. In maart 2005 is een aantal acties in gang gezet die tot een extra productie-impuls moet leiden: • reclamecampagne “Wie u ook zoekt, u vindt ‘m bij CWI (m/v) • het ‘Lenteoffensief’ in samenwerking met de Taskforce Jeugwerkloosheid8 • intensivering vacatureoffensief. Op vestigingsniveau wordt extra aandacht geschonken aan verbeteringen, met name op het terrein van werkgeversdiensten, maar ook op de poortwachtersrol van CWI: 5
Door CWI worden de volgende definities van ‘vacature’ en ‘vacaturevervulling’ gehanteerd: Vacature: een bij een werkgever openstaande functie waarvoor één of meerdere personen worden gezocht die op basis van een arbeidsovereenkomst tegen betaling werkzaamheden verrichten. De melding door een werkgever van een vacature ofwel de zoekvraag naar personeel van een werkgever wordt conform de werkinstructie vacature-intake door CWI afgehandeld. De registratie van een geworven vacature (PGI) vindt plaats zoals hierboven beschreven. Geteld wordt het aantal zoekopdrachten (dus arbeidsplaatsen); Een vervulde vacature betreft een door bemiddeling van CWI ingevulde arbeidsplaats. Dit is het aantoonbare resultaat van een wederkerige transactie met een werkgever waarbij afspraken zijn gemaakt over door CWI te ondernemen inspanningen, teneinde aan de personeelsvraag van de werkgever te voldoen. 6
De 20.396 vervulde vacatures is inclusief ‘attenderingen’. Hiervan is sprake als een vacature wordt vervuld door verwijzing van een werkzoekende waarbij de gegevens van de werkzoekende niet in het primaire systeem zijn geregistreerd, maar wel in de CV-databank van www.werk.nl. Het matchings- en e bemiddelingsproces is identiek aan de reguliere 'verwijzing'. In het 1 kwartaal zijn 465 attenderingen gerealiseerd. 7
De tweede tranche van het vacatureoffensief is gestart in 2004 via ESF-financiering. De doelstelling is om 13.750 extra vacaturevervullingen te realiseren tussen 1 april 2004 en 30 juni 2005. Dit betekent 8.250 extra vacaturevervullingen in 2004 en 5.500 extra vacaturevervullingen in het e 1 halfjaar van 2005. Voor de extra inspanningen op vacaturevervulling zijn additioneel 100 fte’s aangesteld. Daarbij is onder andere gebruik gemaakt van een drietal uitzendorganisaties. De resultaten in 2005 blijven tot nu toe met een realisatie van 2.492 vervullingen 9% achter bij de raming van 2.750. 8
In samenwerking met de Taskforce Jeugdwerkloosheid wordt de komende maanden een uitgebreid communicatie en actieprogramma uitgevoerd waaraan een groot deel van de CWI-vestigingen deelneemt. Doel is de extra gegenereerde vacatures zoveel mogelijk in te vullen met jongeren.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
17
•
CWI gaat de uniformiteit in de procesgang van vacatures meer standaardiseren door de dienstverleningsformule verder uit te werken. • CWI monitort maandelijks op iedere vestiging de belangrijkste processtappen in de vacaturebehandeling. • CWI maakt een start met het certificeringprogramma werkgeversdienstverlening voor adviseurs. • Individuele CWI-vestigingen organiseren de komende maanden diverse banenmarkten. • CWI werkt op dit moment aan een model waarmee de adviseur werkgeversdienstverlening meer zicht krijgt en houdt op de wensen van de klantgroep werkgevers en op de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Met dit model kunnen CWIvestigingen hun dienstverlening sturen naar de vraag op de locale arbeidsmarkt. De Raad van Bestuur houdt de resultaten op de vacaturevervullingen nauwlettend in de gaten. De verbeteringen in de dienstverlening aan werkgevers en de sturing op kwaliteit in de bemiddeling van werkzoekenden worden actief gemonitord. Realisatie van het aantal vervulde vacatures t.o.v. de taakstelling in het 1e kwart. 2004 en het 1e kwart. 2005 (inclusief het vacatureoffensief in het 1e kwart.2005) 25.000 20.954
21.875 20.396
20.000 16.500 15.000 taakstelling realisatie 10.000
5.000
0 1e kwartaal 2004
1e kwartaal 2005
Resultaten vacaturewerving Het aantal door werkgevers ingediende en op de CWI’s in behandeling genomen vacatures bedroeg in het 1e kwartaal 65.620. Dit is 19% boven de taakstelling van 55.000 vacatures. In vergelijking met dezelfde periode in 2004 blijkt dat de instroom van vacatures met 7% is gestegen (van 61.390 naar 65.620). De groei van het aantal bij CWI ingediende vacatures laat vanaf 2003 een groei zien per kwartaal. Ook in dit kwartaal is die groei gerealiseerd. De instroom van deze extra vacatures biedt CWI de mogelijkheid om naast de dienstverlening aan werkgevers in de vorm van vacaturevervulling, ook de dienstverlening aan werkzoekenden in de vorm van gerichte vacatureverwijzing verder te concretiseren.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
18
Realisatie van het aantal ingediende vacatures t.o.v. de taakstelling in het 1e kwart. 2004 en het 1e kwart. 2005 (incl. het vacatureoffensief in het 1e kwart. 2005) 70.000
65.620 61.390
60.000
55.000 52.500
50.000 40.000
taakstelling realisatie
30.000
20.000
10.000 0 1e kwartaal 2004
1e kwartaal 2005
Project benadering Grote Werkgevers CWI werft (bulk)vacatures bij grote ondernemingen, bedrijfssectoren- en branches en intermediaire organisaties. Daarnaast brengt CWI de samenwerking via partnermodules en aanpak van jeugdwerkloosheid onder de aandacht van grote ondernemingen. In 2005 is een taakstelling van 120.000 vacatures vastgesteld. In het 1e kwartaal 2005 zijn 89.530 vacatures toegezegd en 77.185 vacatures aangemeld. Enkele samenwerkingsverbanden hebben een groot aandeel in dit totaal: • CWI heeft met Yacht (een detacheringbureau voor hoger opgeleiden) afspraken gemaakt om gedurende drie jaar de dienstverlening van CWI in te zetten voor 1.000 vacatures. • CWI heeft met Tempo Team afgesproken om pilots uit te voeren om intercedenten te werven uit de doelgroep vrouwen, allochtonen en jongeren. • CWI voert met TPG-Post besprekingen over de inzet van CWI op de vacature Postbesteller. Het betreft 16.000 vacatures waarvoor www.werk.nl en de dienstverlening CWI wordt ingezet om deze vacatures te vervullen. Resultaten vacaturevervullingen www.werk.nl Sinds eind januari wordt aan werkgevers bij het verwijderen of inactief maken van een vacature9 gevraagd een korte enquête in te vullen. De formulering van de drie vragen in de werkgeversenquête is: 1. Hebt u via www.werk.nl een geschikte kandidaat voor uw vacature gevonden? 2. Maakt u naast www.werk.nl gebruik van andere wervingskanalen? 3. Hebt u nog andere suggesties of aanmerkingen? De algemene strekking van de suggesties bij vraag 3 is dat www.werk.nl snel werkt en gratis toegankelijk is. Aan de andere kant zou www.werk.nl traag zijn en de opleiding- en beroepenmodule niet altijd naar tevredenheid werken. De reacties via deze enquête geeft input voor verbeteringen aan www.werk.nl. De resultaten van de enquête laten het volgende beeld zien: 9
Voordat een vacature verwijderd kan worden dient een vacature op inactief geplaatst te worden. Het ‘inactieve’ stadium kan na een periode weer worden opgeheven, wanneer bijvoorbeeld geen geschikte kandidaat uit een sollicitatieronde is gekomen of dit stadium wordt gewijzigd in verwijderd wanneer de vacature vervuld is. Wanneer de werkgever de vacature verwijdert krijgt hij de bovenstaande vragen als verplicht veld om in te vullen.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
19
Overzicht resultaten werkgeversvragen Vraag 1. Hebt u via werk.nl een geschikte kandidaat voor uw vacature gevonden? 2. Maakt u naast werk.nl gebruik van andere wervingskanalen? 3. Hebt u nog suggesties of aanmerkingen?
Statistieken Gegevens bijgehouden sinds: Totaal aantal ingevoerde vragenlijsten: Vacatures door werkgever verwijderd: Vacatures door werkgever op inactief geplaatst: Vacatures automatisch door werk.nl verwijderd: Vacatures automatisch door werk.nl op inactief geplaatst:
Antwoorden Ja Nee Nee Ja, namelijk: (met redenen) Nee Ja, namelijk: (met redenen)
Aantal antwoorden Percentage per vraag 4021 14528 13798 4751 17486 1063
22% 78% 74% 26% 94% 6%
29-01-2005 18517 6289 18514 20171 30025
Uit de tabel is af te leiden dat 22% van de werkgevers aangeeft de door hun geplaatste vacature via www.werk.nl vervuld te hebben. Deze resultaten hebben betrekking op vacatures die de werkgever zelf op inactief zet. Dit betreft 38% van het totaal aantal op inactief gezette vacatures. Daarnaast worden vacatures automatisch inactief gemaakt als de maximale presentatieperiode van 28 dagen is overschreden. Omdat het antwoord op vraag 1 (zie tabel) geen eenduidig beeld geeft of de vacature is vervuld met een kandidaat die via www.werk.nl is gevonden, wordt de vraagstelling aangepast. De Raad van Bestuur stelt vast dat de werkgeversaanpak ook in het 1e kwartaal behoorlijk goede resultaten laat zien. Gemeten vanaf januari 2005 is sinds enkele weken weer een stijgende lijn zichtbaar. CWI werft meer vacatures, maar slaagt er minder goed in om deze vacatures te vervullen. In interne kwaliteitsaudits is geconstateerd dat de kwaliteit van de uitvoering van de werkgeversdienstverlening nog verdere verbetering behoeft. Door coaching, opleiding en certificering van adviseurs wordt de standaardkwaliteit verhoogd. Daarnaast moet een re-tuning van matchingssysteem ABS-2 voor betere resultaten zorgen. Eures Onder de vlag van Eures (European Employment Services) organiseert CWI Europese bemiddeling. Eures is bedoeld voor Nederlandse werkgevers die buitenlandse werknemers zoeken uit de Europese Economische Ruimte (EER) en voor Nederlandse werkzoekenden die in andere landen van de EER willen gaan werken. Onderstaand de productiecijfers omtrent Eures over het eerste kwartaal van 2005, afgezet tegen 2004.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
20
Productiecijfers Eures
Aantal klantcontacten W.v. individueel W.v. in groepsverband
Aantal nieuw in behandeling genomen EURES vacatures
1e kwartaal 2004
2e kwartaal 2004
3e kwartaal 2004
4e kwartaal 1e kwartaal 2004 2005
13.167 12.206 961
9.815 8.802 1.013
10.433 9.978 455
15.290 14.227 3.492
11.328 10.192 1.136
536
519
668
753
2.108
In het eerste kwartaal van 2005 is de lijn van 200410 voortgezet. Doordat er meer kennis van Eures beschikbaar is binnen CWI, kunnen EURES-adviseurs zich specifiek toeleggen op projecten gericht op Europese arbeidsbemiddeling en de ontwikkeling van dienstverlening op dat gebied. Dit wordt steeds belangrijker met het oog op contacten met nieuwe lidstaten. De toename bij de ‘nieuw in behandeling genomen vacatures’ valt op. In de maand februari zijn veel vacatures opgenomen in de rapportage naar de Europese Commissie in het kader van een bemiddelingsproject tussen Cyprus en Nederland. In maart is het merendeel van deze vacatures komen te vervallen door afwijzingen van de kandidaten. Successen blijken hier moeilijk te achterhalen wegens onvolledige rapportages door werkgevers. CWI werkt aan een verbeterde wijze van terugkoppeling door buitenlandse werkgevers. Seizoensarbeid In het 1e kwartaal 2005 kan voor het eerst geoogst worden wat in het 2e kwartaal 2004 is gezaaid. De inspanningen van LTO Nederland en CWI om zich gezamenlijk in te spannen om meer Nederlandse werkzoekenden aan de slag te krijgen voor seizoenarbeid in de land- en tuinbouw begint haar vruchten af te werpen. Steeds meer gemeenten haken aan bij de initiatieven om werkzoekenden met een Wwb-uitkering richting seizoenarbeid te begeleiden. Sleutelfactoren binnen deze samenwerking zijn: • Vooroverleg met gemeenten over het aanbod Wwb-werkzoekenden; • Toepassing van extra selectiecriteria op het werkzoekendenaanbod; • Aanwezigheid bij sollicitatiegesprekken; • Gerichte terugkoppeling naar gemeenten over ongemotiveerde werkzoekenden. • Treffen van sancties op de Wwb-uitkering door gemeenten bij ongemotiveerde werkzoekenden. Met UWV zijn aanvullende afspraken gemaakt over de toeleiding van werkzoekenden met een WW-uitkering richting seizoenarbeid. Het aantal deelnemers aan het project en het aantal gemelde arbeidsplaatsen is aanzienlijk hoger dan in de vergelijkbare periode van 2004. Het aantal gemelde arbeidsplaatsen is verdrievoudigd in het 1e kwartaal 2005. Het aantal plaatsingen dat met voorwerk CWI in de seizoenarbeid is fors hoger dan in dezelfde periode 2004: 184 tegenover 17 in 2004. De 64 gemeenten die (tot op heden) in het project participeren, hebben tezamen 384 Wwbcliënten naar het bemiddelingsteam doorgeleid. Hiervan zijn 148 Wwb-cliënten verwezen, 10
In het eerste kwartaal van 2004 was een toename te zien in het aantal informatieverzoeken gerelateerd aan de toen op stapel staande uitbreiding van de EU. In het 2e kwartaal is een daling in de hier vermelde activiteiten te zien; (voorbereiding op) het geven van CWI-interne trainingen door de EURES-adviseurs en het inmiddels beschikbaar hebben van informatie gerelateerd aan de uitbreiding van de EU zijn hierop mede van invloed geweest. In het laatste kwartaal is de informatie rond de uitbreiding van de EU beschikbaar gekomen via www.werk.nl en het Europese portaal. Daarnaast zijn veel CWI-adviseurs getraind in EURES specifieke taken, waardoor steeds meer vragen op vestigingsniveau beantwoord konden worden.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
21
waarvan 62 Wwb-cliënten zijn geplaatst. Uit het werkzoekendenbestand van CWI zijn 122 plaatsingen gerealiseerd. De Raad voor Werk en Inkomen (RWI) ondersteunt de inzet van het bemiddelingsteam Seizoensarbeid. RWI ziet voor het bemiddelingsteam een rol weggelegd in de strategie die door RWI ontwikkeld is om meer Nederlandse werkzoekenden bij seizoensarbeid in te schakelen door een detacheringsbedrijf te laten functioneren als “tussenwerkgever”. Dit bedrijf verzorgt de begeleiding en scholing van werkzoekenden en de personeelsadministratie voor de werkgever. Daarnaast wordt de inzet van loonkostensubsidie bepleit door RWI, teneinde werkzoekenden te kunnen laten concurreren met buitenlandse seizoenskrachten. In het 1e kwartaal 2005 zijn 3153 vacatures gemeld bij het project Seizoensarbeid, waarvan het overgrote deel afkomstig uit de sectoren, volle grond groenteteelt, glastuinbouw groenten en de boomteelt/vaste planten. 4.2.2. Ontslag- en tewerkstellingsvergunningen Doelstelling CWI stelt zich ten doel om aanvragen van werkgevers voor ontslag- en tewerkstellingsvergunningen tijdig en correct te behandelen. Daarbij geeft CWI informatie en advies over ontslag en tewerkstelling alsmede over arbeidsrechtelijke vragen. Resultaten Ondanks een hogere instroom van zowel ontslag- als tewerkstellingsaanvragen is de uitstroom in evenwicht met de instroom. De productie is daarmee hoger dan verwacht. Tijdigheid ontslagaanvragen11 Tot en met het 1e kwartaal van 2005 is 80,2% van de aanvragen voor een ontslagvergunning binnen zes weken afgehandeld (streefwaarde 77,0%). Ten opzichte van dezelfde periode in 2004 is de tijdigheid met 5,5% gestegen (74,7%). Het werkproces is aangepast aan de complexere aard van de aanvragen waardoor de realisatie met 3,2% boven de streefwaarde uitkomt. Tijdigheid tewerkstellingsvergunningen Tot en met het 1e kwartaal van 2005 is 92,9% van de aanvragen voor een tewerkstellingsvergunning binnen vijf weken afgehandeld (streefwaarde 90,0%).
9
De weergegeven tijdigheidspercentages zijn het gemiddelde van maandelijks gemeten tijdigheidspercentages, aangezien de bedrijfsvoering een maandelijkse monitoring verlangt. De normen zijn bepaald voor vergunningverlening. Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
22
CWI JURIDISCHE ZAKEN
Ontslagvergunningen ingediende aanvragen afgehandelde aanvragen Aanvragen Toets verwijtbaar werkloos ingediende aanvragen afgehandelde aanvragen Tewerkstellingsvergunningen (twv) ingediende aanvragen afgehandelde aanvragen Verklaringen (RSP, VSK) ingediende aanvragen afgehandelde aanvragen Informatie en Advies ingediende aanvragen afgehandelde aanvragen Juridische procedures ingediende procedures Wav (twv) afgehandelde procedures Wav (twv) ingediende overige procedures (centraal) afgehandelde overige procedures (centraal) ingediende overige procedures (decentraal) afgehandelde overige procedures (decentraal)
Raming 2005
100.000
t/m kw1 2005
25.000
2.000
500
40.000
10.000
900
225
170.000
42.500
550
138
100
25
aantal
Realisatie 2005 t/m kw1 % t.o.v. kw1 % tijdig raming
19.945 19.997
79,8% 80,0%
320 239
64,0% 47,8%
11.372 113,7% 10.283 102,8% 115 129
51,1% 57,3%
80,2%
19.945 19.997 80,2% 320 239
92,9%
82,9%
42.495 100,0% 42.495 100,0% 100,0% 72 175 42 41 16 21
% tijdig
52,4% 64,0% 0,0% -
11.372 10.283 92,9% 115 129
82,9%
42.495 42.495 100,0% 72 175 42 41 16 21
Ontslagvergunningen Het aantal ingediende ontslagaanvragen tot en met het 1e kwartaal van 2005 bedraagt 19.945, ten opzichte van de raming van 25.000. Ten opzichte van het 1e kwartaal 2004 (22.722) is dit een lichte daling. Aanvraag Toets verwijtbaar werkloosheid Het aantal door UWV ingediende verzoeken toetsingen verwijtbaar werkloosheid bedraagt 320, dit is 64,0% van de streefwaarde van 500 voor de periode t/m maart 2005. Deze toetsingen worden op verzoek van UWV door CWI uitgevoerd. Tewerkstellingsvergunningen Het aantal ingediende aanvragen voor tewerkstellingsvergunningen (TWV) tot en met het 1e kwartaal 2005 was 11.372. Dit is 13,7% hoger dan de raming van 10.000. In vergelijking met de periode t/m maart 2004 is het aantal aanvragen 14,8% hoger (toen 9.905 TWV-aanvragen). Ondanks de toename van het aanbod aan arbeidskrachten blijft het aantal verstrekte tewerkstellingsvergunningen hoog omdat het grootste deel arbeidsvoorwaardelijk getoetst wordt (wetenschappers, onderzoekers etc). CWI kan sectoren/beroepsgroepen aanwijzen waarvoor ten aanzien van aanvragen tewerkstellingsvergunningen ten behoeve van vreemdelingen uit de nieuwe lidstaten van de Europese Unie een versoepelde toets geldt. Per 1 februari 2005 zijn de volgende sectoren/beroepsgroepen aangewezen: 1. Internationaal chauffeur in het beroepsgoederenvervoer; 2. Matroos, volmatroos en stuurman in de binnenvaart; 3. OK-assistent, radiotherapeutisch laborant, en radiodiagnostisch laborant in de zorgsector. Verklaringen (regeling schoonmaakpersoneel, startkwalificatie) Een werkgever in de schoonmaakbranche kan in aanmerking komen voor schoonmaaksubsidie ingevolge de Regeling Schoonmaakdiensten voor Particulieren (RSP). Voor een na 1 januari 2003 in dienst getreden werknemer dient hij te beschikken over een verklaring werkloze van CWI. CWI verklaart hierin dat de in dienst getreden werknemer voldoet aan de vereiste inschrijvingsduur van minimaal 6 maanden als werkloos werkzoekende, of daarmee kan worden gelijkgesteld.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
23
Een werkgever die een werkloze in dienst neemt en deze opleidt tot het startkwalificatieniveau kan een korting krijgen op de fiscale loonkosten. Dit is geregeld in de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen. Om in aanmerking te kunnen komen voor deze fiscale tegemoetkoming dient de werkgever te beschikken over een verklaring ‘startkwalificatie’ (VSK) van CWI. CWI verklaart hierin dat de in dienst getreden werknemer op het tijdstip, voorafgaand aan de aanvang van de dienstbetrekking, als werkloos werkzoekende stond ingeschreven bij CWI. Het aantal ingediende aanvragen RSP en VSK (115) in de eerste drie kwartalen was 49,1% lager dan de streefwaarde (225). Informatie en advies CWI adviseert en informeert werkgevers die voornemens zijn ontslagaanvragen in te dienen. Naast deze voorlichting aan werkgevers bereiken CWI ook veel vragen van werknemers en werklozen op arbeidsrechtelijk terrein. Het aantal informatie- en adviesvragen in de eerste drie maanden van 2005 is 100% van de streefwaarde. Ten opzichte van dezelfde periode in 2004 ( 83,9%) lijkt de raming beter aan te sluiten bij de daadwerkelijke realisatie (42.500 in 2005 ten opzichte van 55.000 in 2004). De Raad van Bestuur stelt vast dat het aantal ontslagvergunningen, het aantal aanvragen toetsing verwijtbaar werkloos en het aantal verklaringen RSP/VSK onder de ramingen liggen Tevens stelt de Raad van Bestuur vast dat het aantal tewerkstellingsvergunningen boven de streefwaarde uitkomt. De normen voor tijdige afhandeling van ontslag- en tewerkstellingsvergunningen zijn gehaald. Kosteneffectiviteit Dienstverlening aan werkgevers (inclusief Juridische dienstverlening) Er zijn goede prestaties gerealiseerd, waarbij de verschillende streefwaarden zijn gehaald. De kwaliteit en uniformiteit van de uitvoering werkgeversdienstverlening (inclusief de borging van de kwaliteit) is nog een belangrijk verbeterpunt alsmede de functionaliteit van de bemiddelingsautomatisering. De kosten voor het bereiken van de doelstelling Dienstverlening aan werkgevers bedragen circa € 20 mln., dat is circa 21,3% van het totale, reguliere CWI budget, berekend op basis van de personele inzet aan het bereiken van deze doelstelling. 4.3. Poortwachter WW en Wwb en stimulator arbeidsparticipatie Doelstelling CWI behoudt talent voor de arbeidsmarkt en voorkomt instroom in een uitkering. Uitgangspunt is om werkzoekenden te stimuleren en te ondersteunen bij het vinden van de kortste weg naar werk tegen de laagste kosten. Deze doelstelling kent de volgende subdoelstellingen: • CWI voorkomt onnodige en onterechte instroom van direct kansrijke (aanstaande) werklozen in de WW of Wwb. CWI bevordert daartoe zelfwerkzaamheid, geeft voorlichting, advies en ondersteuning en hanteert handhavingsinstrumenten; • CWI bekort de uitkeringsduur voor direct kansrijke, bemiddelbare werklozen; • CWI geeft ondersteuning aan niet direct kansrijke werkzoekenden; • CWI stimuleert (voortijdig) schoolverlaters en herintredende vrouwen om op de arbeidsmarkt te participeren; • CWI werft vacatures om de slaagkans van de werkzoekenden te vergroten. De poortwachtersdoelstelling is meetbaar gemaakt aan de hand van drie prestatie-indicatoren: de preventiequote, de uitstroomquote en de poortwachtersquote. Instrumenten Om de bovengenoemde doelstelling te effectueren zet CWI de volgende instrumenten in: • Inzet van een personele capaciteit van in totaal circa 1.750 fte’s; • 130 CWI-vestigingen; • De Internetsite www.werk.nl; • Project Focus op Jongeren; Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
24
• • • • •
Project Herintredende vrouwen; Internationale Diplomawaardering (IDW); Eerder/elders verworven competenties (EVC); Primair informatiesysteem (PGI/Sonar). Informatiesysteem ABS-2 (matchen op vacatures).
Resultaten poortwachter Preventiequote De gerealiseerde preventiequote WW tot en met het 1e kwartaal bedraagt 19,9%. Dit is 0,1%punt onder de streefwaarde. Door CWI hebben 19.358 werkzoekenden binnen de overdrachtstermijn van 8 werkdagen geen beroep gedaan op de WW. Ten opzichte van het 1e kwartaal 2005 (18,7%) is de preventiequote WW 1,2%-punt hoger dan het 1e kwartaal 2004. De gerealiseerde preventiequote Wwb tot en met het 1 e kwartaal was 47,2% en is daarmee ruim hoger dan de streefwaarde van 40%. Door CWI hebben 18.567 werkzoekenden binnen de overdrachtstermijn geen beroep gedaan op de Wwb. De preventiequote Wwb is ten opzichte van het 1e kwartaal 2004 0,1%-punt toegenomen. Analyse Een analyse van de cijfers in een willekeurige week (9) laat een aantal opvallende lage en hoge scores zien in beide quotes ten opzichte van het landelijk gemiddelde in week 9 ( WW: 19,7 %, Wwb: 47,6%). De vestiging Oost-Achterhoek scoort een preventiequote WWB van 4,2% en Zaltbommel 16,7%. Apeldoorn, Alkmaar en Schagen komen daarentegen uit op respectievelijk 86,0%; 69,1% en 65,6%. Voor de preventiequote WW blijkt dat met name Midden-Holland en Noordoost Flevoland hoog scoren (35,8% en 38,8%). Utrecht Zuid (11,9%), Hoogezand (10,6%) en Leeuwarden (12,0%) blijven achter. CWI heeft onderzoek gedaan naar ‘het verhaal’ achter deze cijfers. De aantallen in het 1 e kwartaal zijn nog gering voor sommige vestigingen waardoor veel fluctuaties zichtbaar zijn in de berekende preventiequotes; in de loop van het jaar zal dit zich dit stabiliseren. CWI acht het echter wel belangrijk om deze uitschieters te blijven volgen met name omdat sturing op een zorgvuldige registratie van vroegmelders12. Voor een aantal vestigingen zijn specifieke redenen aan te wijzen voor de genoemde resulaten. Voor Midden-Holland en Noordoost Flevoland geldt dat sprake is van een zeer actief beleid rondom vroegmelders waardoor deze vestigingen historisch gezien hoog scoren op de preventiequote WW. Voor Utrecht Zuid, dat op dit moment lager dan gemiddeld scoort, blijkt het vroegmeldersbeleid juist een punt van aandacht alsmede het uitschrijfbeleid. Specifiek voor CWI Apeldoorn (86% preventiequote WWB) geldt dat er afspraken gemaakt zijn met de gemeente in het kader van de pilot A/B routering waardoor een deel van de overdrachten pas na 23 werkdagen plaatsvindt. Hierdoor is bij deze vestiging altijd sprake van een opwaartse vertekening omdat steeds een relatief groot aantal werkzoekenden dat na 23 werkdagen overgedragen wordt “meedoet” in de teller van de quote en als “preventie” meetelt. De verwachting is dat wanneer het volume van de cijfers toeneemt in de loop van het jaar de quote rond de 75% uitkomt. Het jaarresultaat van Apeldoorn in 2004 bedroeg 75,9% (één van de hoogste van alle CWIvestigingen). Daarnaast is een duidelijk verschil zichtbaar tussen PGI- en Sonar-vestigingen. De uitrol van Sonar loopt volgens planning maar het werken met Sonar vergt oefening en daarom extra 12
CWI heeft haar beleid gericht op het registreren van werkzoekenden vanaf 4 maanden voor mogelijke eerste werkloosheidsdag. Niet alle CWI-vestigingen zijn zorgvuldig in het registreren van deze groep werkzoekenden. In samenwerking met het ministerie SZW wordt een overgang naar een meer verplichtend karakter van het ‘vroegmelden’ bij CWI voorbereid om in een eerder stadium adequate dienstverlening in te zetten teneinde instroom in een uitkering te voorkomen. Uit evaluaties van CWI blijkt dat vroegmelders hoger scoren in de preventie WW en Wwb. Daarnaast blijkt uit het statistisch verklaringsmodel van CWI dat elke 6% procent lager aandeel te laat melders 1% hogere preventiequote Ww en Wwb oplevert.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
25
inwerktijd voor de adviseur. CWI zet extra capaciteit in om het productieverlies ten gevolge van de implementatie van Sonar te compenseren, maar niettemin is duidelijk zichtbaar dat Sonarvestigingen minder goed presteren dan PGI-vestigingen. Voor een deel wordt dit veroorzaakt door het nog niet goed kunnen tellen van de gehanteerde definities van de prestatie-indicatoren in Sonar. De omvang van de invloed op de prestaties is nu nog niet vast te stellen. CWI verwacht hiervoor pas een verklaring te kunnen geven in de loop van 2005 wanneer de meeste vestigingen over zijn gegaan op Sonar. Uitstroomquote De gerealiseerde uitstroomquote WW13 tot en met het 1e kwartaal is 55,9% en voldoet hiermee ruim aan de streefwaarde van 50%. In het 1e kwartaal 2004 was de quote 56,2%. Dit betekent dat CWI er in het 1e kwartaal 2005 voor heeft gezorgd dat 47.576 aan UWV overgedragen fase 1klanten binnen 6 maanden zijn uitgestroomd. De gerealiseerde uitstroomquote Wwb tot en met het 1 e kwartaal is 57,8%, 2,8%-punt hoger is dan de streefwaarde van 55%. De score in het 1e kwartaal 2004 is 59,7% Dit betekent dat CWI in het 1e kwartaal 2005 ervoor heeft gezorgd dat 17.726 aan gemeenten overgedragen fase 1clienten binnen 6 maanden zijn uitgestroomd. Analyse CWI constateert dat in een willekeurige week (9) de gerealiseerde uitstroomquote WW 57,2% bedraagt (2,2 procentpunten boven de streefwaarde van 55,0%). Gebleken is dat vestigingen die op Sonar zijn overgegaan een aanmerkelijk lagere uitstroomquote hebben dan PGI-vestigingen (PGI-vestigingen 57,8% en Sonar-vestigingen 52,8%). De gerealiseerde uitstroomquote WWB bedraagt 58,7% tegenover een streefwaarde van 55,0%. Voor de uitstroomquote WWB geldt dat de quote ook aanmerkelijk lager is voor Sonar-vestigingen (PGI-vestigingen 61,6% tegenover 48,3% voor de Sonar-vestigingen. CWI heeft geconstateerd dat het tellen volgens de gestelde definities binnen Sonar nog niet optimaal is afgestemd. CWI volgt de verschillen tussen Sonar- en PGI-vestigingen op de voet en voert indien noodzakelijk herstelacties uit om een accurate telling te waarborgen. Daarnaast is een actief uitschrijfbeleid14, van werkzoekenden die werk hebben gevonden, zeer belangrijk. De gebruikelijke uitsplitsing, naar doelgroepen, naar etnische minderheden, mannen/vrouwen, jongeren en ouderen ontbreekt dit kwartaal aangezien de cijfers nog niet adequaat zijn. In het 2e kwartaal wordt deze uitsplitsing weer opgenomen. Uitstroom naar werk CWI heeft voor het eerst inzichtelijk gemaakt hoeveel van de niet-werkende werkzoekenden die zich uitgeschreven hebben daadwerkelijk weer aan het werk zijn gegaan. CWI kan hiermee inzichtelijk maken wat de bruto-effectiviteit van CWI is, een belangrijk onderdeel van de drieslag om de transparantie van CWI te bewerkstelligen15. CWI heeft hiertoe de uitstroom van niet-
13
De uitstroomquote meet het aantal fase 1-werkzoekenden dat binnen 6 maanden is uitgestroomd. Aangezien pas 6 maanden na afloop van het moment van instroom kan worden bepaald of de klant binnen die periode is uitgestroomd, heeft deze KPI altijd betrekking op de groep die in de periode (t - 6 maanden) is ingestroomd. In dit geval betreft het uitstroom van de groep ingestroomd tussen 6 april 2004 en 3 oktober 2004. 14
Voor de zorgvuldige berekening van haar prestatie-indicatoren is het voor CWI van essentieel belang dat wanneer werkzoekenden werk hebben gevonden zij uitgeschreven worden uit het primaire automatiseringssysteem aangezien uitstroom wordt geteld aan de hand van het aantal uitgeschreven cliënten. Wanneer cliënten toch ingeschreven willen blijven, nadat zij werk hebben gevonden, is dit echter toch mogelijk, wat nadelige gevolgen heeft voor de berekening van de uitstroomquote WW en WWB. 15 Transparantie bestaat uit (1) netto-effectiviteit (werkloosheidsduur bekort door CWI (2) kosteneffectiviteit (kosten versus baten) en (3) bruto-effectiviteit (uitstroom naar werk).
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
26
werkende werkzoekenden gekoppeld aan de ontstane dienstverbanden van UWV 16. De centrale vraag binnen het onderzoek is: Hoeveel procent van de uitgeschreven niet-werkende werkzoekenden heeft een baan gevonden? De koppeling van bestanden laat het volgende beeld zien: Uitstroompercentage naar werk per fase 100% 80%
74%
60%
53%
47% 40% 27% 20%
12%
0% fase 1 e
fase 2
fase 3
fase 4
totaal
e
2 en 3 kwartaal 2004. Hieruit blijkt dat 74% van de uitgeschreven niet-werkende werkzoekenden werk heeft gevonden met ondersteuning van CWI (fase 1-bestand). Er zijn verschillende redenen denkbaar waarom een niet-werkende werkzoekende zich uitschrijft zonder werk te hebben gevonden, zoals: • De werkzoekende is zelfstandig ondernemer geworden. • De werkzoekende heeft zich teruggetrokken van de arbeidsmarkt. • De werkzoekende is niet meer verplicht ingeschreven (bijvoorbeeld door arbeidsongeschiktheid of zorg voor kleine kinderen). • De werkzoekende heeft de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. • De werkzoekende is overleden. • Administratieve beëindiging: een werkzoekende is ten onrechte als werkzoekende geregistreerd. • De inschrijving van de werkzoekende is ongeoorloofd verlopen (de werkzoekende heeft nog een inschrijfverplichting). Wanneer we de uitstroom uitsplitsen naar werk gevonden en geen werk gevonden en naar een aantal kenmerken van werkzoekenden zien we het volgende beeld: Kenmerk 15-45 jaar man vrouw Lager onderwijs
Werk gevonden Geen werk gevonden 21% 30% 27%
79% 70% 73%
16
e
e
In het onderzoek is de uitstroom niet-werkende werkzoekenden van het 2 en 3 kwartaal 2004 genomen. De werkzoekenden die zich binnen 30 dagen na uitschrijving opnieuw inschrijven zijn niet meegenomen als uitstroom aangezien dit voor een deel werkzoekenden betreft die hun inschrijving hebben laten verlopen zonder werk te hebben gevonden. Het andere deel bestaat uit werkzoekenden die een dienstverband van korter dan 30 dagen hebben gehad. Deze laatste groep zou in principe wel mee moeten tellen maar de grootte van de groep werkzoekenden die hun inschrijving laat verlopen is dusdanig dat dit het beeld zou vertroebelen. De dienstverbanden die bij UWV zijn opgevraagd e e bestaan uit dienstverbanden die zijn aangegaan in het 2 en 3 kwartaal 2004 en die verzekerd zijn e e voor minimaal één van de wetten WW, WAO of ZW. Voor de periode 2 en 3 kwartaal 2004 is specifiek gekozen om de invloed van dienstverbanden die buiten de onderzochte periode liggen uit te sluiten (in november en december volgen veel dienstverbanden die in januari pas starten).
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
27
Middelbaar onderwijs Hoger onderwijs 45-55 jaar man Vrouw Lager onderwijs Middelbaar onderwijs Hoger onderwijs 55 jaar en ouder man vrouw Lager onderwijs Middelbaar onderwijs Hoger onderwijs
22% 27%
78% 73%
28% 39% 31% 28% 40%
72% 61% 69% 72% 60%
48% 60% 49% 48% 63%
52% 40% 51% 52% 37%
Uit dit eerste onderzoek kunnen we een aantal conclusies trekken: • Niet-werkende werkzoekenden van 55 jaar en ouder vinden aanzienlijk minder vaak werk dan niet-werkende werkzoekenden in de leeftijdscategorieën 15-45 jaar en 45-55 jaar. • Mannen vinden vaker een baan dan vrouwen (verschil van 8%-punt); • Het opleidingsniveau lijkt weinig gevolgen te hebben voor de uitstroom naar werk. Werkzoekenden met een opleiding lager dan VBO hebben naar verhouding de minste kans op een baan (gemiddeld 66%). Werkzoekenden met een MBO, Havo of VWOopleiding kennen de hoogste uitstroom naar werk met 78%.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
28
Wanneer we bekijken in welke bedrijfstakken de uitgestroomde werkzoekenden een baan vinden, zien we dat werkzoekenden met name werk vinden in de uitzendbranche: Belangrijkste bedrijfstakken waarin uitgestroomde werkzoekenden een baan vinden, 2e en 3 e kwartaal 2004 totaal bedrijfstak aantal uitzendbedrijven zakelijke dienstverlening gezondheidszorg horeca algemeen detailhandel metaal en techniek bouwbedrijf overig totaal
lager/middelbaar hoger onderwijs onderwijs in % aantal in % aantal in %
68.361 15.012 10.821 8.606 7.398 7.061 6.085 52.335
39% 9% 6% 5% 4% 4% 3% 30%
56.669 7.280 6.736 7.250 6.238 6.050 5.742 39.657
42% 5% 5% 5% 5% 4% 4% 29%
9.740 7.306 3.632 899 862 650 171 10.812
29% 21% 11% 3% 3% 2% 1% 32%
175.679
100%
135.622
100%
34.072
100%
Werkzoekenden met een HBO of universitaire opleiding vinden relatief vaak werk in de zakelijke dienstverlening en gezondheidszorg. Voor werkzoekenden met een lagere opleiding leveren deze sectoren in verhouding veel minder banen op. Tijdig aan UWV en gemeenten overgedragen dossier De gerealiseerde tijdigheid WW is 84,3% ten opzichte van de streefwaarde van 80,0%. De gerealiseerde tijdigheid Wwb is 93,6% ten opzichte van een streefwaarde van 96,0% Analyse CWI constateert dat bij de tijdigheidsquote Wwb de PGI-vestigingen aanmerkelijk hoger scoren dan Sonar-vestigingen. Hier blijkt ook de wijze van tellen een belangrijke invloed te hebben op de tijdigheidsquote Wwb. Een voorbeeld: de datum uitkeringsintake die wordt meegenomen in de telling binnen Sonar is in sommige gevallen niet de datum waarop de uitkeringsintake daadwerkelijk heeft plaatsgevonden maar de datum waarop de Wwb-formulieren zijn uitgeprint voor de klant17. Dit technische probleem wordt opgelost door in de registratierichtlijn aan te passen door de adviseur de printdatum te laten overschrijven door een ‘vinkje’ te plaatsen in het dienstverleningspad. Poortwachtersquote WW en Wwb De gerealiseerde poortwachtersquotes WW en Wwb zijn respectievelijk 66,4% (streefwaarde: 65%) en 87,8% (streefwaarde: 85%). Beide realisaties zijn ruim boven de streefwaarden. De Raad van Bestuur constateert dat de preventie-, uitstroom- en poortwachtersquotes, met uitzondering van de WW-preventiequote, boven de streefwaarden uitkomen. Daarmee heeft CWI de poortwachtersdoelstelling voor het eerste kwartaal van 2005 grotendeels gerealiseerd. De Raad van Bestuur verwacht dat de verbetering en verfijning van de telwijze in het primaire systeem Sonar een beter beeld zal geven van de prestaties van CWI. 4.4 Indicatiestelling Wsw De overgang van de indicatie Wsw naar CWI is vanaf 1 januari 2005 een feit. Op alle 28 CWI vestigingen is het indicatieproces op 1 januari 2005 gestart. Op sommige vestigingen was reeds voor 1 januari 2005 een werkvoorraad (te vroeg) doorverwezen aanmeldingen aanwezig. 17
Dit probleem doet zich vo or wanneer de uitkeringsintake niet is ‘afgevinkt’ in het dienstverleningspad. Wanneer de uitkeringsintake niet is afgevinkt telt Sonar de printdatum.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
29
Het volledig op peil komen van de productie is veel sneller verlopen dan verwacht. Het aantal aanmeldingen overstijgt de raming sterk en het aantal aanvragen is eerder dan geraamd op het niveau van het verwachte gemiddelde per kwartaal gekomen. Het aantal genomen besluiten was eind februari nog minimaal. Vanaf medio maart is het aantal besluiten gestaag toegenomen. De vorming van het ketenproces en de samenwerking met gemeenten/schappen verloopt naar wens. Als prestatieindicatoren zijn een tweetal tijdigheidsquotes in de Balanced Scorecard opgenomen: tijdigheidsquote 1e indicatie Wsw (% binnen 16 weken) en tijdigheidsquote herindicatie Wsw (% binnen 16 weken). Tijdigheidsquote 1e indicatie Wsw (% binnen 16 weken) De gerealiseerde tijdigheidsquote 1e indicatie Wsw is 98,8% tegenover een streefwaarde van 85%. Tijdigheidsquote herindicatie Wsw (% binnen 16 weken) De tijdigheidsquote herindicatie Wsw is 100% tegenover een streefwaarde van 85%. Analyse De tijdigheidsquote 1e indicatie en herindicatie Wsw zijn nieuwe quotes die inzicht moeten geven in de Wsw-dienstverlening die CWI vanaf 1 januari 2005 biedt. Op dit moment komen beide quotes op bijna 100% uit omdat er pas 13 weken verstreken zijn in het nieuwe jaar en alle afgegeven besluiten pas na 16 weken na de aanvraagdatum (die in principe altijd in 2005 ligt) zijn afgegeven. Productiecijfers indicatiestelling Wsw CWI heeft naast deze tijdigheidsquotes Wsw inmiddels ook cijfers beschikbaar over het aantal aanmeldingen, aanvragen en besluiten Wsw. Het beeld per district18:
18
Gehanteerde uitgangspunten bij ramingscijfers: • De basis voor de raming is het aantal besluiten. • Raming aantal besluiten is gebaseerd op ervaringscijfers. • Verhouding besluiten 1e indicatie/herindicatie = 65/35. • Raming aantal aanmeldingen = 1,3 x raming aantal aanvragen 1e indicatie. • Raming aantal aanvragen 1e indicatie= 1,3 x raming besluiten 1e indicatie. • Raming aantal aanvragen herindicatie= 1,05 x raming besluiten herindicatie.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
30
Productiecijfers Indicatiestelling Wsw 2005 t/m week 13 Aanmeldingen
CWI district Noord - Nederland CWI district Oost - Nederland CWI district Noordwest - Nederland CWI district Middenwest - Nederland CWI district Zuidwest - Nederland CWI district Zuidoost - Nederland Onbekend Totaal
Raming 555 905 325 520 751 1.219 0 4.277
Realisatie 738 1.449 581 745 1.385 2.075 31 7.004
Aanvragen Real % 133% 160% 178% 143% 184% 170% --164%
Raming 787 1.103 465 648 862 1.437 0 5.303
Realisatie 828 933 201 321 809 911 22 4.025
Real % 105% 85% 43% 49% 94% 63% --76%
wv 1e ind wv herind 336 492 374 559 78 123 137 184 465 344 415 496 4 18 1.809 2.216
Besluiten
CWI district Noord - Nederland CWI district Oost - Nederland CWI district Noordwest - Nederland CWI district Middenwest - Nederland CWI district Zuidwest - Nederland CWI district Zuidoost - Nederland Onbekend Totaal
Raming 661 907 391 535 701 1.175 0 4.371
Realisatie 93 171 49 41 88 152 2 596
Real % 14% 19% 13% 8% 13% 13% --14%
wv 1e ind wv herind 4 89 40 131 14 35 6 35 37 51 70 82 1 1 172 424
Analyse CWI voert per 1 januari 2005 de Wsw-indicatiestelling uit, waardoor de vergelijking raming versus realisatie en de vergelijking tussen het gerealiseerde aantal aanmeldingen, aanvragen en besluiten nog een vertekend beeld geeft. Uit de tabel blijkt dat het aantal aanmeldingen in de eerste dertien weken van 2005 met 164% ruim boven de raming uitkomt (tot en met week 11 was dit: 169%). Ondanks het hoge aantal aanmeldingen blijft het aantal aanvragen met 24% achter bij de raming (tot en met week 11: 32%). Het aantal besluiten blijft sterk (-86%) achter bij de raming (tot en met week 11: -91%). Een groot aantal aanvragen is nog in behandeling. Gezien het feit dat de gemiddelde afhandelingduur van een aanvraag boven de 13 weken zal liggen, is het logisch dat het aantal besluiten nog vrij gering is. In de loop van het jaar zal het cumulatieve realisatiepercentage voor besluiten naar verwachting sterk bijtrekken. De cijfers over het eerste kwartaal 2005 geven een sterk vertekend beeld van de werkelijke gemiddelde productie per week/maand/kwartaal. De oorzaken hiervan zijn de volgende: • Het aantal aanvragen voor een eerste indicatie is in de eerste maanden geleidelijk op het verwachte niveau gekomen. Dit veroorzaakt in de cijfers een sterke onderrealisatie ten opzichte van de raming die uitgaat van deel van de verwachte gemiddelde productie per jaar; • De aantallen geregistreerde aanmeldingen zijn veel te hoog (circa 1.200) wegens een onduidelijkheid in registratierichtlijnen. Abusievelijk is bij aanvragen voor een herindicatie en aanvragen zonder aanmeldingsstadium ook het procesonderdeel “aanmelding” geregistreerd. Deze registratiefout wordt de komende tijd geleidelijk door de CWI-vestigingen gecorrigeerd; • Het aantal aanmeldingen is tevens hoger dan de gemiddelde raming als gevolg van de overgang naar CWI. Veel indicatiecommissies, gemeenten en instellingen hebben potentiële aanvragers reeds voor 1 januari 2005 naar CWI verwezen hetgeen in de eerste maanden een afwijking veroorzaakt ten opzichte van het jaargemiddelde; • Dat afwijkend effect zal zich de komende maanden voortzetten, aangezien per 1 april 2005 een “tweede” overgangsperiode start. Vanaf die datum zullen alle aanvragen die nog bij de oude indicatiecommissies in behandeling waren aan CWI worden overgedragen; • De periode gelegen tussen de datum aanvraag en de datum besluit is maximaal 16 weken. Dat betekent dat het aantal besluiten in het eerste kwartaal nog niet synchroon loopt ten opzichte van het aantal in behandeling genomen aanvragen. Dit veroorzaakt ook dat de prestatie-indicator “tijdigheid” op 100% uitkomt; • De verhouding tussen het aantal aanvragen voor een eerste indicatie en een herindicatie is afwijkend ten opzichte van de verwachting. De meerjarenstatistiek geeft structureel een hoger aantal eerste indicaties te zien dan het aantal herindicaties. De huidige cijfers geven een omgekeerd beeld. Ook hierbij is sprake van een tijdelijk effect als gevolg van de overgangsperiode. Sw-bedrijven hebben reeds vóór 1 januari 2005 een aantal aanvragen
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
31
“gespaard” en die na 1 januari 2005 bij CWI ingediend in plaats van bij de indicatiecommissies. Hetzelfde effect zal ook na 1 april 2005 nogmaals optreden. Jeugdwerkloosheid De aanpak Jeugdwerkloosheid heeft in 2005 opnieuw prioriteit gekregen binnen CWI. Wederom worden 165 extra fte ingezet voor de bemiddeling van jongeren. CWI-vestigingen werken met aparte jongerenadviseurs, die gespecialiseerd zijn in de begeleiding van jongeren. Een individuele benadering aangevuld met speciale workshops19 voor jongeren zorgt voor een sluitende aanpak in de bemiddeling en begeleiding van jongeren. Het al eerder genoemde “Lenteoffensief” van CWI heeft de intensivering en verbetering van de acquisitie van vacatures voor jongeren als specifiek doel. Daarnaast zal de bemiddeling van jongeren in fase 1 en 2 extra geïntensiveerd worden. Verder is een convenant afgesloten tussen CWI, de Taskforce Jeugdwerkloosheid en Defensie voor de bemiddeling van werkzoekenden op de 7000 vacatures van Defensie. Sluitende aanpak De dienstverlening van CWI aan jongeren (Focus op Jongeren) is gericht op een sluitende aanpak waarbij zoveel mogelijk wordt voorkomen dat jongeren langer dan drie maanden werkloos zijn. Het betreft alle jongeren onder de 23 jaar die direct bemiddelbaar zijn. De dienstverlening heeft de vorm van een vierdeling: 1. Terug naar school als er nog geen startkwalificatie is behaald; 2. Actief bemiddelen naar een (leer-)baan; 3. Actief bemiddelen naar een instapbaan of JOP 20/werkstage; 4. Overdragen naar gemeente of UWV voor reïntegratie. Nazorg maakt onderdeel uit van de bemiddeling. De genoemde toeleiding terug naar school vindt plaats in samenwerking met de RMC’s (Regionaal Meldpunt Coördinatie voortijdige schoolverlaters) en ROC’s, met name als er nog geen startkwalificatie is behaald. Het actief bemiddelen naar instapbaan of werkstage vindt plaats na 2 maanden van werkloosheid. Deze worden door gemeenten beschikbaar gesteld. Op dit moment zijn er instapbanen in Noord-Nederland en in speciale gevallen in Amsterdam. In Noord-Nederland zijn de instapbanen ook voor fase 1 jongeren bedoeld, aangezien in deze regio de jeugdwerkloosheid duidelijk hoger is dan de andere regio’s van Nederland. In Amsterdam zijn de instapbanen alleen toegankelijk voor fase 3 en 4 jongeren. De sluitende aanpak kent twee belangrijke werkprocessen: werkintake en intensieve bemiddeling. Tijdens de werkintake wordt direct vastgesteld of de jongere behoort tot de categorie met of zonder startkwalificatie. De nadruk op de dienstverlening aan jongeren zonder startkwalificatie ligt op terugkeer naar school teneinde een startkwalificatie te behalen. Dit gebeurt veelal in samenwerking met de leerplichtambtenaar en ROC’s. De samenwerkingsverbanden tussen verschillende partijen op het gebied van werk, scholing en zorg variëren in intensiteit. Hierin blijken ook Jeugdzorg en Jeugdreclassering een rol te kunnen spelen in de begeleiding van jongeren met een problematische thuissituatie, die zich mogelijk uit in crimineel gedrag. CWI stimuleert samenwerking op lokaal niveau en probeert deze initiatieven te ondersteunen met landelijke projecten. De werving van leerwerkplaatsen in samenwerking met COLO/ KBB’s is hier een voorbeeld van. Een knelpunt voor effectieve dienstverlening is dat jongeren veelvuldig niet op hun afspraken verschijnen. Enerzijds wordt dit veroorzaakt door de sterke doorstroom van jongeren op de arbeidsmarkt, anderzijds omdat afspraken niet worden nagekomen. Met de ketenpartners zijn hierover afspraken gemaakt met het oog op hun sanctioneringsbeleid. 19
De workshops zijn met name gericht op zoekgedrag, sollicitatievaardigheden en presentatietechnieken. De inhoud van de workshops kan variëren naar gelang de samenstelling van de groep (branchegericht, leeftijdgericht, niveaugericht). 20 JOP is een Jongeren Ontwikkelings- of ervaringsPlaats.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
32
In het 3e kwartaal 2004 heeft CWI de leerbaan alarmlijn geopend. Jongerenadviseurs kunnen zich daar melden als alle pogingen tot het vinden van een Beroepspraktijk Vormingsplaats (BPV), de praktijkcomponent van de Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL), voor een jongere zijn mislukt. In samenwerking met de Taskforce Jeugdwerkloosheid en het COLO wordt dan naar oplossingen gezocht. Het blijkt dat veel werkgevers het niet aandurven om eerstejaars leerlingen een jaarcontract aan te bieden, wat ervoor zorgt dat een oplossing van de problemen om geschikte leerbanen voor BBL-leerlingen te vinden niet op korte termijn in zicht is. De werkwijze van veel ROC-scholen werken dit probleem in de hand door pas enkele maanden na aanvang van het schooljaar aan te geven dat zonder passende leerbaan geen onderwijs gevolgd kan worden. ROC’s nemen over het algemeen weinig initiatief om dit probleem op te lossen, maar binnen sommige branches worden interne werkervaringsprojecten opgezet om leerlingen voldoende praktijkervaring op te laten doen. CWI neemt initiatief om samen met de Taskforce, het Colo en de ROC-scholen tot een oplossing voor dit zich ieder schooljaar herhalend probleem te komen.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
33
NWW < 23 jaar kerncijfers jan Niet werkende werkzoekenden -mannen -vrouwen Herkomst Antillianen/Arubanen Surinamers Marokkanen Turken Overige niet Nederlanders Nederlanders allochtonen autochtonen Opleiding - BO -VBO/Mavo -MBO/Havo/Vwo -HBO -Universitair -onbekend zonder startkwalificatie met startkwalificatie Fase Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 N.t.b. overig Duur niet werkend < 3 maanden 3-6 maanden 6-12 maanden > =12 maanden District District Noord District Oost District Zuidoost District Noordwest District Midden West District Zuidwest
feb
jan
2005 52.559 26.913 25.646
2005 52.505
feb
26.871 25.634
2004 59.575 31.614 27.961
2004 60.804 32.270 28.534
881 1.356 2.135 2.088 4.789 41.310 11.249 41.310
892 1.345 2.159 2.090 4.751 41.268 11.237 41.268
1.342 1.821 2.973 2.965 7.004 43.470 16.105 43.470
1.381 1.815 3.007 3.021 6.992 44.588 16.216 44.588
6.082 23.663 20.284 1.499 254 777 29.745 22.037
6.036 23.548 20.355 1.577 250 739 29.584 22.182
7.009 26.208 22.233 1.595 277 2.253 33.217 24.105
7.099 26.699 22.890 1.685 307 2.124 33.798 24.882
19.982 4.944 13.141 9.978 3.655 859
19.651 5.198 13.340 9.923 3.600 793
24.113 3.005 12.346 11.623 6.268 2.220
24.633 3.323 12.745 11.732 6.277 2.094
20.485 10.817 9.584 11.673
19.595 11.707 9.444 11.759
23.011 12.371 11.771 12.422
23.659 12.780 11.479 12.886
8.011 9.849 9.379 6.035 9.468 9.817
8.052 9.923 9.297 5.922 9.475 9.836
9.083 10.868 9.722 6.852 10.868 12.429
9.416 11.069 9.947 7.026 10.664 12.682
Bovenstaande grafiek laat de instroom van jongeren onder de 23 jaar zien naar geslacht, herkomst, opleiding, fasering, duur werkloosheid en district zien. Het gaat hierbij om de instroom van januari en februari 2005. Afgezet tegen dezelfde periode in 2004 zien we een daling van de instroom van het aantal jongeren in de eerste twee maanden van 2005. Deze afname is te zien door alle lagen van de tabel: mannen, vrouwen, allochtonen, autochtonen, laag opgeleiden, middelbaar opgeleiden, hoger opgeleiden, fase 1, 2,3 of 4 en lange of korte duur werkloosheid. Het aandeel jongeren in de door CWI vervulde vacatures is verder gestegen van 5.559 in het 1e kwartaal 2004 naar 6.281 in het 1e kwartaal 2005. De Raad van Bestuur constateert dat de instroom van jongeren onder de 23 jaar daalt en dat de dienstverlening aan jongeren resulteert in een groot aantal vervulde vacatures met jongeren met
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
34
en zonder startkwalificatie. Hieruit blijkt de effectiviteit van de dienstverlening van CWI aan jongeren onder de 23 jaar.
JongActief Het project JongActief is een samenwerkingsverband van VNO-NCW, MKB-Nederland, LTO Nederland en CWI en mogelijk gemaakt en ondersteund door het ministerie van SZW. Het project is, na een aanloopfase in het eerste halfjaar van 2004, inmiddels volledig in de operationele fase. De accountmanagers van JongActief bezoeken systematisch de branches, sectoren en regio’s, waarbij zij zich in eerste instantie richten op de tijdens bovengenoemde bijeenkomst aanwezige vertegenwoordigers. Het uiteindelijke doel is het werken aan verdere planvorming rond jeugdwerkgelegenheid. Het blijkt echter dat het thema jeugdwerkloosheid onvoldoende aansprekend is voor (werkgevers)organisaties. CWI stelt vast dat er duidelijker ingestoken moet worden op de directe herkenning van werkgevers(organisatie) in zakelijke relevantie en belang van het aannemen van jeugdige werklozen. Pavem/ Coachproject Geef kleur aan je werk! In maart 2005 heeft de landelijke aftrap plaatsgevonden van het coachproject Geef Kleur aan je werk! Voor dit project zijn allochtone werkneemsters van CWI opgeroepen om zich in te zetten als coach voor werkzoekende allochtone vrouwen. Dit project is onderdeel van de ParticipatieAgenda Landelijk CWI en commissie PaVEM. In totaal hebben 107 allochtone medewerkster zich aangemeld voor de landelijke informatiebijeenkomst. Uiteindelijk hebben 82 allochtone medewerksters zich definitief aangemeld voor het coachproject. De medewerksters hebben een workshop gevolgd met als doel het aanleren van coachingsvaardigheden. Waarna zij zijn toegerust om een traject met werkzoekende allochtone vrouwen op te starten. Begeleiding van de coaches vindt plaats middels intervisiebijeenkomsten, terugkombijeenkomst workshop en landelijke themabijeenkomsten. Het project staat volop in de belangstelling van zowel de media als van werkgevers. Met name voor werkgevers heeft CWI een voorbeeldfunctie en willen zij in het kader van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen het initiatief overnemen. Zij willen mogelijk gebruik maken van het ingeschreven werkzoekende allochtone vrouwen bestand van CWI. Internationale Diplomawaardering (IDW) Voor werkzoekenden met een buitenlands diploma voert CWI sinds 1 januari 2003 naast de reguliere taken de Internationale Diplomawaardering (IDW) uit. IDW maakt een vergelijking met de Nederlandse onderwijskwalificaties mogelijk en versterkt de kwaliteit van de bemiddeling. In het eerste kwartaal 2005 zijn 1.373 aanvragen voor waardering ingediend. De Raad van Bestuur concludeert dat ruim gebruik wordt gemaakt van het arbeidsmarktinstrument IDW. Kosteneffectiviteit Poortwachter WW en Wwb en stimulator arbeidsparticipatie Er zijn goede prestaties gerealiseerd, waarbij de geformuleerde prestatie-indicatoren vrijwel allemaal zijn gehaald. De kosten voor het bereiken van de doelstelling Poortwachter WW en Wwb en stimulator arbeidsparticipatie bedragen circa € 38 mln, dat is circa 39,4% van het totale, reguliere CWI budget, berekend op basis van de personele inzet aan het bereiken van deze doelstelling.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
35
4.4. Ketensamenwerking (inclusief reïntegratievoorbereiding) Doelstelling CWI is samenwerkingspartner in de keten van werk en inkomen. Deze doelstelling kent de volgende subdoelstellingen: a. CWI levert tijdig en volledig de gegevens voor de uitkeringsbeoordeling aan de gemeenten en het UWV; b. CWI levert de gegevens voor de uitkeringsbeoordeling op verwerkbare wijze aan en stelt zich actief op bij het ontwikkelen van voorzieningen voor de elektronische gegevensuitwisseling; c. CWI stelt de ketenpartner in staat actie te ondernemen in geval van geconstateerde onregelmatigheden in informatieverstrekking en gedrag door de cliënt; d. CWI voorziet de ketenpartner van informatie en analyses inzake de reïntegratievoorbereiding voor werkzoekenden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Instrumenten Om deze doelstellingen te bereiken zet CWI met name de volgende instrumenten in: • inzet van een personele capaciteit van in totaal circa 802 fte’s; • overdracht van uitkeringsaanvragen, reintegratieadviezen, kennisgevingen verwijtbaar gedrag; • 130 CWI-vestigingen; • actieve deelname aan AKO Ketenprogramma (incl. ontwikkeling van ketenbrede prestatieindicatoren) en regionaal ketenoverleg (REKO); • actieve deelname aan realisatie van bedrijfsverzamelgebouwen. Resultaten tijdigheid en volledigheid WW en Wwb Tijdigheid en volledigheid WW • De gerealiseerde tijdigheid WW, een overdacht aan UWV binnen acht werkdagen, is tot en met het 1e kwartaal 84,3% bij een streefwaarde van 80%. • 98,9% van de WW-dossiers is tot en met het 1e kwartaal volledig overgedragen aan UWV. Tijdigheid en volledigheid Wwb • De gerealiseerde tijdigheid Wwb, een overdracht aan de gemeenten binnen acht werkdagen na de uitkeringsintake, is tot en met het 1 e kwartaal 93,6% bij een streefwaarde van 96%. • 98,9% van de Wwb-dossiers is tot en met het 1e kwartaal volledig overgedragen aan gemeenten. Een dossier is, conform de afgesproken definitie met de ketenpartners, volledig wanneer op het begeleidende overdrachtsformulier is aangegeven welke relevante gegevens en bewijsstukken in het dossier aanwezig zijn. De Raad van Bestuur stelt vast dat CWI de doelstelling voor tijdige en volledige overdracht heeft gehaald en daarmee de doelstellingen op het gebied van ketensamenwerking, heeft gerealiseerd. Ontwikkeling bedrijfsverzamelgebouwen In het eerste kwartaal 2005 zijn een vijftal bedrijfsverzamelgebouwen (BVG) in gebruik genomen: Franeker, Heerenveen, Rotterdam Centrum, Zoetermeer en Zaltbommel. Samen met de reeds bestaande BVG-en en het aantal tijdelijke bedrijfsverzamelgebouwen komt het totaal in het eerste kwartaal op 47. Dit is 36% van het totaal aantal CWI-vestigingen. Eind van dit jaar is dit aantal naar verwachting 50%. CWI signaleert dat het proces van BVG-vorming in een aantal gemeenten nog zeer stroef verloopt. Het algemene beeld is dat het tempo waarin bedrijfsverzamelgebouwen in gebruik worden genomen afgeremd is. Weliswaar laten de jaren 2005 en 2006 nog een forse toename van het aantal bedrijfsverzamelgebouwen zien, deze toename is echter minder groot dan eerder geprognosticeerd. De oorzaak van deze ontwikkeling is tweeërlei : • Extern: in de tweede helft van 2005 is daadwerkelijk een aantal lopende BVGontwikkelingen in de “ijskast” gezet omdat de haalbaarheid (bestuurlijk / financieel / huisvestingstechnisch) onvoldoende was;
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
36
•
Intern: de eisen ten aanzien van de realiteit van de geplande realisatiedatum zijn aangescherpt. Als gevolg hiervan zijn te optimistische inschattingen van ketenpartners vervangen door meer realistische data.
In het geactualiseerde meerjarenbeleidplan huisvesting 2005 – 2010, zal deze problematiek nader worden geanalyseerd en toegelicht.
BVG-ontwikkeling 2001-2009 e.v. 140 120 aantal BVG-en (cum.)
1
100
4 4
80
129
5
60
106 92
40
78
14 60
20 6
8
2001
2002
23
29
2003
2004
0 2005
2006
2007
2008
2009 e.v.
op basis van BVG-masterplanning dd. 28-02-2005
BVG
tijdelijke BVG
Bron: BVG-monitor 1e kwartaal 2005, opgesteld door CWI (afd. Facilitair Management).
Kosteneffectiviteit Ketensamenwerking Er zijn goede prestaties gerealiseerd, waarbij de doelen met betrekking tot gegevensoverdracht naar de ketenpartners zijn gehaald. De kosten voor het bereiken van de doelstelling Ketensamenwerking (incl. reïntegratievoorbereiding) bedragen circa € 16 mln., dat is circa 17,1% van het totale, reguliere CWI budget, berekend op basis van de personele inzet aan het bereiken van deze doelstelling.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
37
5. Beleidsevaluatie managementdoelstelling CWI Doelstelling en subdoelstellingen CWI stelt zich ten doel een effectieve en doelmatige organisatie te zijn die klantgericht en innovatief werkt op een transparante wijze. Binnen dit kader stimuleert CWI dat de cliënt, in de vorm van cliëntenparticipatie, meekijkt naar de dienstverlening en de onderliggende werkprocessen. CWI meet periodiek via klanttevredenheidsonderzoeken de waardering voor de dienstverlening onder werkgevers, bezoekers/werkzoekenden en ketenpartners. Daarnaast is er een uniforme klachtenregeling van toepassing. Instrumenten Om deze doelstellingen te bereiken zet CWI met name de volgende instrumenten in: • inzet van personele capaciteit (staf en management) van in totaal circa 587 fte’s; • klanttevredenheidsonderzoek en interne (kwaliteits-)audits; • planningcycli (beleids- en conctrolcyclus, verbetercycli); • vernieuwing van primaire informatiesysteem; • vernieuwende projecten. 5.1. Resultaten klantgerichtheid In het 1e kwartaal 2005 is geen klanttevredenheidsonderzoek onder werkzoekenden, intermediairs en ketenpartners uitgevoerd; wel zijn in de verslagperiode de uitkomsten van een cliënt-survey onder werkzoekenden door de Raad van Bestuur besproken. In juni 2005 wordt een nieuw klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd onder werkzoekenden. Cliënt-surveys In november 2004 is een cliënt-survey uitgevoerd dat inzicht geeft in het zoekgedrag van werkzoekenden. Gedurende 3 weken zijn 11.244 werkzoekenden benaderd met een respons van 57 procent verspreid over 64 CWI-vestigingen. In dit telefonisch onderzoek zijn drie onderdelen te onderscheiden: verwachtingen, zoekgedrag en tevredenheid. Van de onderzochte werkzoekenden is 58 procent het eens en 7 procent het helemaal eens met de stelling “Ik ben, alles overziend, tevreden over CWI”. Hiertegenover staat dat 13 procent neutraal antwoordt, 17 procent het oneens is en 5 procent het helemaal oneens is met deze stelling. De tevredenheidsaspecten die de hoogste prioriteit krijgen om verbeterd te worden zijn: • het geven van goede adviezen; • het luisteren naar wensen van de klant; • het bieden van ondersteuning bij het zoeken naar werk; • de motivatie die uitgaat van een gesprek; • het overdragen van relevante informatie aan collega’s. Het inzicht in de antwoorden van de cliënten geeft aan dat verbeteringen noodzakelijk zijn. Naar aanleiding van deze cliënt-survey bekijkt CWI wat patronen zijn die van belang zijn voor verbetering van de dienstverlening van CWI. Door vergelijking van vestigingen onderling wordt bekeken wat een goede werkwijze is die aansluit bij het zoekgedrag van werkzoekenden. CWI vervolgt in 2005 het cliënt-survey. Onderzoek “klant in de keten” CWI, UWV en Gemeenten hebben gezamenlijk een klantonderzoek gehouden. Het onderzoek geeft antwoord op de vraag hoe de klant de ketensamenwerking van SUWI-partners ervaart. Hiertoe is een kwantitatief onderzoek gehouden onder 3.000 cliënten. De belangrijkste bevindingen zijn: • De uitkeringsaanvraag wordt in het algemeen positief beoordeeld. Informatievoorziening is hierbij een belangrijk aspect. Eenduidige informatievoorziening en een klantvriendelijke bejegening verhogen de tevredenheid. Klanten die meer dan één uitkering hebben zijn minder tevreden. • De begeleiding door de keten naar werk wordt minder positief beoordeeld. Klanten voelen zich onvoldoende ondersteund bij het zoeken naar werk.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
38
•
De servicegerichtheid van de keten wordt positief beoordeeld. Men wordt goed en consistent geïnformeerd, de medewerkers zijn vriendelijk en correct en in de meeste gevallen deskundig. • Klanten geven aan informatie te missen over het zoeken naar werk, hun rechten, en aanvullende uitkeringen. Uit het rapport blijkt dat de ondersteuning op het vinden van werk en reïntegratie verbeterd kan worden. Een betere samenwerking tussen ketenpartners, een verhoging van de deskundigheid van medewerkers en een eenduidige informatievoorziening moeten ervoor zorgen dat de tevredenheid van de cliënt positief beïnvloed wordt. Deskundigheidsbevordering tussen ketenpartners kan hieraan positief bijdragen. Daarnaast hebben cliënten behoefte aan een vast aanspreekpunt binnen de keten, dat hen door de keten helpt op zoek naar werk. Interne Audits Tijdens het eerste kwartaal is een coördinatiecommissie onafhankelijke audits ingesteld. Als vaste leden van de commissie hebben zitting, de voorzitter van de Raad van Bestuur, de corporate controller en de manager internal audit. Al naar gelang het onderwerp van audit wordt deze commissie uitgebreid met belanghebbenden. Klachtenrapportage Tot en met het 1e kwartaal 2005 zijn in totaal 261 klachten geregistreerd. Het betreft hier klachten van werkzoekenden (cliënten) en werkgevers die binnen zijn gekomen op de CWI’s, CWI Hoofdkantoor en CWI Juridische Zaken. Het aantal klachten is toegenomen omdat CWI breder kenbaar maakt dat het mogelijk is om een klacht in te dienen. Echter 59 klachten zijn slechts gegrond verklaard en 46 gedeeltelijk gegrond. Klachten 1e kwartaal 2005 Soort klachten Aantal klachten Mondeling Schriftelijk Schadeclaims Aard van de klacht Aantal klachten Producten( o.a. hulpmiddelen) CWI werkprocessen Uitvoering van de werkzaamheden Houding en gedrag medewerkers Gebrek aan/verkeerde informatie Discriminatie Hoofdkantoor (werk.nl en BJA) Ketenpartners Overige Besluitvorming Aantal klachten Aantal gegrond Aantal gedeeltelijk gegrond Aantal ongegrond Aantal niet ontvankelijk Doorgezonden naar ketenpartners Doorgezonden naar hoofdkantoor Ingetrokken Nog niet afgerond Afdoening klachten van huidig kwartaal Aantal klachten Aantal klachten afgehandeld Nog niet afgerond Doorgestuurd Afdoening vorige kwartalen Aantal klachten Late afhandeling Tijdige afhandeling Nog niet afgerond
Totaal Juridische Zaken
Totaal CWI vestigingen
Totaal hoofdkantoor Totaal Nederland
35 1 34
18 0 18
261
21 187
208
35
18
261 8 41 45 47 14 4 14 71 6
208
8 41 45 46 14 4 14 19
1
35
17
35
18
6 208
59 46 46 8 13 14 4 18 208
162 19 27 11
261
5 7
6 35 0 0
18 12 6
0
0
0
0
261
11
11
CWI verkent de mogelijkheden om een nationale ombudsman aan te stellen, die centraal alle klachten gaat afhandelen. Daarnaast gaat CWI de klachten vastleggen in een centraal systeem dat voor meer inzicht in kwantitatief en kwalitatief opzicht moet zorgen.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
39
Arbeidsadviseurs Iedere werkzoekende en iedere cliënt die in opdracht van UWV, CWI of gemeente moet reïntegreren kan kosteloos een beroep doen op de arbeidsadviseur. De arbeidsadviseur stimuleert werkzoekenden de regie over hun reïntegratie in eigen hand te nemen. Het feit dat de arbeidsadviseurs onafhankelijk zijn verlaagt de drempel voor werkzoekenden om vragen te stellen over hun werk(hervatting). De arbeidsadviseurs zijn te vinden in de ‘Informatie- en Adviespunten arbeidsintegratie’ op 66 CWI-vestigingen. Het initiatief is tot stand gekomen door nauwe samenwerking tussen Centrale Cliëntenraad, UWV, Divosa en CWI. De pilot loopt tot juli 2006. Het aantal CWI-vestigingen met een arbeidsadviseur is van 21 vestigingen toegenomen tot 54 vestigingen per 1 oktober 2004. CWI ondersteunt de arbeidsadviseurs bij lokale communicatieactiviteiten. Om de functie meer bekendheid te geven worden workshops en stands verzorgd op congressen zoals ‘de Verleiding’. Ook verschijnen er artikelen in de personeelsmagazines en vakbladen van de ketenpartners. Het blijkt dat grotere bekendheid van de arbeidsadviseur zorgt voor een grotere toestroom van cliënten. De arbeidsadviseurs krijgen bij de invulling van hun functie ondersteuning door een opleidingstraject en intervisiebijeenkomsten. In het 1e kwartaal 2005 zijn 2.474 klantcontacten geregistreerd. 5.2. Resultaten doelmatigheid Ziekteverzuim (%) De streefwaarde voor het ziekteverzuim 2005 is 6% (inclusief langdurig ziekteverzuim en exclusief bevallingsverlof). Het gerealiseerde voortschrijdend 12 maandsgemiddelde ziekteverzuim tot en met maart bedroeg 6,7%. Het gaat hierbij om ziekteverzuim < 1 jaar: 5% en > 1 jaar: 1,7%. CWI gaat onderzoek doen waarom het langdurig verzuim stijgt. De aanbevelingen die dit onderzoek opleveren zullen in het tweede kwartaal aan bod komen. Aandeel stafpersoneel (%) Het aandeel stafpersoneel geeft inzicht in de mate waarin de ondersteuning van het primaire proces efficiënt is ingevuld. Dit geeft het volgende overzicht:
Staf
Streefwaarde Jaarplan 2005 554,8
Realisatie 2005 t/m mrt excl. trafo proj 603,8
Uitvoering
4.068,5
4190,0
Totaal (staf + uitvoering)
4.623,3
4793,8
Aandeel staf in totaal
12%
12,6%
De tabel laat zien dat de stafquote tot en met maart 2005 uitkomt op 12,6%, ten opzichte van de streefwaarde van 12%. De streefwaarde is erg ambitieus vastgesteld. De stafbezetting was op 11-2005 ruim hoger dan de streefwaarde van 555 fte. De verwachting is dat de stafquote in de loop van 2005 afneemt, mede afhankelijk van de klantstromen.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
40
Relatie kosten, personeel, productie en prestaties In de onderstaande tabel zijn kosten, personeel, productie en prestaties van CWI in het eerste kwartaal 2005 in beeld gebracht.
Als de realisatie van 6 belangrijke KPI’s in procenten van de streefwaarde wordt uitgedrukt in een overallprestatiequote21 dan komt deze gemiddeld 1,6% boven de streefwaarde uit. De productie blijft 3,8% achter bij de raming. De instroom van werkzoekenden, de vacaturevervullingen en het aantal ontslagvergunningen blijft achter bij de raming. Daarentegen zijn meer vacatures geworven dan geraamd en ook meer tewerkstellingsvergunningen in behandeling genomen. In dezelfde periode is 1,5% meer aan formatie ingezet dan begroot om het prestatieniveau op peil te houden, om verbeteringen in de klantgerichtheid en de kwaliteit van de dienstverlening door te voeren en om productieverlies ten gevolge van de invoer van Sonar en ABS-2 op te vangen. De stafbezetting ligt boven de formatie ondermeer vanwege extra taken ten behoeve van de keten en interne beheersing, om de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren en om de werkdruk enigszins te verlichten.
21
Preventiequote WW, preventiequote Wwb, uitstroomquote WW, uitstroomquote Wwb en tijdigheid dossieroverdracht WW en vacaturevervulling.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
41
In het eerste kwartaal zijn de kosten 1,0% lager dan een kwart van de jaarbegroting22, met een bezetting van 101,5% (ten opzichte van de raming), waarmee 96,2% productie is geleverd (3,8% lager dan geraamd), die hebben geleid tot een overall prestatiequote van 101,6%. De Raad van Bestuur concludeert dat de kosten/effectiviteitsverhouding acceptabel is. 5.3. Resultaten Innovatie Sonar/ABS-2 Sonar is het nieuwe primair processysteem van CWI. ABS-2 is ontwikkeld om de bemiddeling, werkgever- en vacaturefunctionaliteit uit PGI te vervangen.Tezamen vervangen deze systemen het primaire informatiesysteem PGI. Beide projecten zijn op 1 november 2004 van start gegaan. Sonar wordt gefaseerd uitgerold in 2005 en is nu operationeel op 43 vestigingen. De landelijke implementatie van ABS-2 is in 2004 gerealiseerd. De landelijke uitrol van Sonar bestaat uit drie blokken (A, B en C) en de mogelijke uitloop naar blok D na de zomervakantie. In de periode januari tot april is de uitrol van blok A en blok B afgerond. CWI heeft vastgesteld dat de volledige uitrol van blok C pas kan starten na verdere performanceverbeteringen. Deze vaststelling is gebaseerd op de testresultaten uit het performancetesttraject en ervaringen met de performance in de productieomgeving. De noodzakelijke performanceverbeteringen zijn reeds gepland en komen in juni 2005 beschikbaar. Besloten is de uitrolplanning hierop aan te passen. Blok C is opgeknipt in twee delen: blok C (ongeveer 40 vestigingen) en blok D (ongeveer 40 vestigingen). Blok C wordt uitgerold voor de zomervakantie 2005. Blok D wordt uitgevoerd na de zomervakantie. De einddatum van het project Sonar is vooralsnog vastgesteld op 1 november 2005. Meer over Sonar is opgenomen in de bijlage. ABS-2 is eind 2004 landelijk uitgerold. Aanvankelijk leek ABS-2, na performanceproblemen in het beginstadium, de matching van vacatures met werkzoekenden goed te ondersteunen maar in de loop van 2005 werd steeds duidelijker dat de matching in ABS-2 voor verschillende problemen zorgt. Analyse CWI heeft vastgesteld dat bij selecties van vacatures en kandidaten in ABS-2 niet alle geschikte kandidaten/vacatures gematcht worden. Ook komen meer “mismatches” voor van vacatures met kandidaten die niet aan het vacatureprofiel voldoen. CWI verwacht dat de problemen rond ABS-2 in het tweede kwartaal worden opgelost. Actiepunten in dit kader zijn de retuning van de matchingsengine en aanpassingen in de beroepen en opleidingen-module binnen ABS-2. De gevolgen voor het niet optimaal functioneren van ABS-2 zijn moeilijk te kwantificeren; het lijkt echter evident dat de problemen met ABS-2 gevolgen hebben voor de vacaturebehandeling en de bemiddeling van werkzoekenden op de CWI-vestigingen.
22
De realisatie t/m maart 2005 betreft alle gemaakte en voorziene kosten. Deze kosten zijn niet zonder meer met 25% van de totale begroting 2005 te vergelijken. Zie verder hoofdstuk 6.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
42
CWI stelt vast dat het gebruik van Sonar de prestaties van CWI beïnvloedt doordat de telwijze nog niet naadloos aansluit bij de geldende definities. Daarnaast zorgt de invoering van Sonar voor een productieverlies door een niet optimale performance van Sonar qua snelheid en koppeling met het bemiddelingssysteem ABS-2. Dit zet de productiviteit van medewerkers op vestigingen onder druk. De Raad van Bestuur concludeert dat in de verslagperiode de technische voorbereidingen goed zijn verlopen en dat de uitrol van Sonar goed verloopt. De invoering van Sonar zorgt echter voor productieverlies waardoor prestaties achterblijven. Tevens stelt de Raad van Bestuur vast dat de problemen met ABS-2 gevolgen hebben voor de vacaturebehandeling en bemiddeling van werkzoekenden. Route A/route B CWI ontwikkelt samen met de ketenpartners, in de vorm van experimenten een meer effectieve en doelmatige dienstverlening met betrekking tot de bemiddeling en reïntegratie van werkzoekenden. Uitgangspunt is dat iedereen bemiddelbaar is (route A), tenzij er omstandigheden zijn die dat – tijdelijk – belemmeren (route B). In dat laatste geval kan versnelde overdracht van werkzoekenden naar de ketenpartners plaatsvinden. Aan het programma wordt momenteel door vier experimentvestigingen deelgenomen: Alphen aan den Rijn, Apeldoorn, Amsterdam Nieuw-West en West-Friesland. Deze vier vestigingen hebben van het ministerie SZW de formele experimenteerstatus gekregen. Daarnaast zijn er een aantal experimenten in voorbereiding, waaronder: Maasland (Oss), Den Bosch en Heerlen. De aanvraag voor Maasland zal binnenkort bij het ministerie SZW worden ingediend. In Den Bosch vindt overleg plaats met gemeente en UWV, waarbij het de bedoeling is het experiment uit te breiden met dienstverlening voor de doelgroep Arbeidsgehandicapten. Tot slot wordt in Heerlen eveneens overleg gevoerd over de inrichting van een experiment met UWV en gemeente. CWI heeft in het 1e kwartaal kaders vastgesteld voor de dienstverlening onder Route A en B. Het betreft richtlijnen voor het moment van routeren, de beslisboom, de inrichting van de dienstverlening voor Route A-klanten (met bijbehorende contactfrequenties) en een korte uitkeringsset voor Wwb-klanten. Uitgangspunt is dat de ketenpartners gezamenlijk de verantwoordelijkheid nemen voor de dienstverlening die een werkzoekende nodig heeft om weer aan het werk te komen, zowel in route A als in route B. Iedere ketenpartner zet daarbij, in de vorm van parallelle dienstverlening, eigen instrumentarium/diensten in, afgestemd op de behoefte/vraag van de klant. De komende periode zal het aantal experimentvestigingen geleidelijk aan uitgebreid worden om met route A/B nog bredere praktijkervaring op te kunnen doen en best practices op te kunnen halen. De stand van zaken in de instrumentontwikkeling binnen de experimentvestigingen is als volgt: • Werkmappen: de werkmap is een map, waarin de cliënt zelf zijn gegevens beheert en die de cliënt helpt bij het structureren en concretiseren van het zoekproces naar werk. In de map stelt de cliënt zijn eigen actieplan op en legt hij zijn sollicitatieresultaten vast. Op een twintigtal CWI-vestigingen, loopt momenteel een pilot. In de methodiek ligt de nadruk op het ondersteunen/verbeteren van het zoek- en sollicitatiegedrag van de cliënt en het versterken van de arbeidsmarktpositie • Klantprofiel: Klantprofiel bestaat uit een Werkprofiel (zoek- en sollicitatiegedrag, competenties en dergelijke) en een Risicoprofiel (nalevingbereidheid onder andere op basis van het diagnosemodel) en bepaalt mede de inzet van de dienstverlening van CWI aan de klant, alsmede de controle en activering van UWV. In de opzet is rekening gehouden dat beide profielen complementair aan elkaar moeten zijn. CWI heeft het kwadrantenmodel ontwikkeld als doorontwikkeling van de klantprofielen. Met behulp van dit instrument kan de adviseur snel inschatten welke ketendienstverlening (van CWI, gemeente en UWV) het beste aansluit op de behoefte van de werkzoekende. In eerste instantie zal op pilotvestigingen worden gekeken hoe het kwadrantenmodel adviseurs het
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
43
beste ondersteunt bij het aanbieden van CWI-dienstverlening, hiervoor is een speciale checklist ontwikkeld. Analyse CWI heeft vastgesteld dat het experimenteren met verschillende elementen uit het route A/Bconcept invloed kan hebben op de prestatie-indicatoren. CWI heeft onderzocht wat de effecten zijn en heeft de volgende afwijkingen geconstateerd: • Vestiging Amsterdam Nieuw-West heeft te maken met het Convenant van Amsterdam en de daaruit voortvloeiende routering van de Wwb. Daarnaast is het beleid van de gemeente Amsterdam ten aanzien van jongeren gericht op het ten koste van alles voorkomen van een aanvraag uitkering Wwb (ongeacht de lengte van de bemiddelingstijd). Gevolg: de preventiequote voor jongeren is hoog en de tijdigheid is laag. De preventiequote Route B is laag omdat is afgesproken dat CWI deze groep direct overdraagt. Vanwege de omvang van de groep Route B cliënten (75%) is de totale preventiequote laag. Vestiging Amsterdam Nieuw-West gaat afspraken maken in de PNO om de preventiequote op te delen naar Route A en Route B. • Vestiging Alphen a/d Rijn draagt Route B-cliënten direct over aan de gemeente en de overdracht wordt hier altijd geregistreerd. Gevolg: cliënten die niet verschijnen op de uitkeringsintake of afzien van aanvraag zorgen voor een verlaging van de Wwb preventiequote23. De preventiequote Wwb van Route A-cliënten is hoog omdat is afgesproken dat er flankerend beleid wordt ingezet, voordat de klant daadwerkelijk een uitkering heeft aangevraagd. De Raad van Bestuur stelt vast dat de ontwikkeling van Route A/B de samenwerking in de keten positief beïnvloedt. Tevens stelt de Raad van Bestuur vast dat het experimenteren met A/B-route in vele variaties invloed heeft op de prestatie, met name op de preventiequote Wwb. De Raad van Bestuur concludeert verder dat het goedkeuringstraject bij het ministerie van SZW van de experimentvoorstellen gecompliceerd en tijdrovend is, hetgeen de voortgang vertraagt. Kosteneffectiviteit Managementdoelstelling Er zijn goede prestaties gerealiseerd, waarbij de geformuleerde doelen deels zijn gehaald. De kosten voor het bereiken van de Managementdoelstelling bedragen circa € 12 mln., dat is circa 12,6% van het totale, reguliere CWI budget (derhalve niet het Transformatiebudget), berekend op basis van de personele inzet aan het bereiken van deze doelstelling.
23
De preventiequote Wwb wordt berekend door te meten hoeveel werkzoekenden met een indicering Wwb (na een periode van 23 dagen) niet worden overgedragen aan de gemeente (met een uitkeringsdossier) door het aanmaken van een “overdracht Wwb”.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
44
6. Financiën Baten/lasten t/m 1e kwartaal 2005 6.1. Baten/lasten t/m 1e kwartaal 2005 (tabel 1, zie hierna) In de bijgevoegde tabel 1 worden de gerealiseerde baten/lasten vergeleken met de begroting 2005 opgehoogd met de gerealiseerde / te realiseren aanvullingen. Bij de vergelijking is het volgende op te merken. Begroting (tabel 2, zie hierna) Het totaal van de beschikbare middelen is met een totaal van € 430,6 mln. (€ 384,3 mln. regulier en € 46,3 mln. projectmatig) weergegeven in tabel 2: Begroting / beschikbaar 2005: De begroting 2005 is goedgekeurd in de SZW brief UB/A/2004/70466 van 3 december 2004 voor een totaal bedrag van € 392,5 mln. De samenstelling van dit bedrag is in de Begroting/beschikbaar 2005 tabel 2 zichtbaar gemaakt. Op deze begroting zijn inmiddels door voortschrijdend inzicht een tweetal mutaties doorgevoerd: • De taken ten bate van UWV zijn contractueel bijgesteld naar 50% van het volume waarmee gerekend wordt in de begroting 2005; • De in de begroting opgenomen € 4,4 mln. claim op Arbeidsvoorziening inzake huisvesting is met de door CWI op 14 december 2004 ingediende specificatie (brief nr. CWI/2004/7093) bijgesteld naar € 3,9 mln; Verder zijn in tabel 2 de projectmatig beschikbare middelen toegevoegd. De projectmatige middelen worden gevormd door: • In 2005 te ontvangen transformatie middelen; • In 2005 verwachte boedelclaim; • Op de balans 2004 gevormd bestemmingsfonds; • Op de balans opgenomen schuld aan SZW; • Programma matchen op competenties; • Overige kleinere projectmiddelen. Realisatie (tabel 1, zie hierna) De realisatie t/m maart 2005 betreft alle gemaakte en voorziene kosten. Deze kosten zijn niet zonder meer met 25% van de totale begroting 2005 te vergelijken omdat het voor het projectmatige deel van de begroting/beschikbaarheid de baten alleen naar rato van de kosten gerealiseerd worden (welke financieringsbronnen via deze “matching” aangewend worden aangegeven in tabel 2). Op het reguliere budget is tot en met het 1 e kwartaal een overschot van € 2 mln. vastgesteld. De baten zijn voor wat betreft het reguliere deel tijdsevenredig aan het kwartaal toegerekend. De overige baten in het reguliere deel is conform realisatie. Met ingang van 2005 maakt de indicatiestelling-Wsw deel uit van de reguliere CWI taken. In de 2e kwartaalrapportage zullen we ingaan op de financiële ervaring en -verwachting van deze taakstelling omdat dan de referentieperiode meer relevantie heeft. In de baten wordt de afwijking met de begroting gevonden in rentebaten (€ 0,4 mln.) en ESF baten (€ 1,33 mln.) als declarabel bedrag voor het vacatureoffensief. Bij de projectmatig beschikbare middelen ontstaat geen resultaat door het hierboven genoemde kostenmatchingsprincipe. CWI volgt strikt de uitvoering en besteding van de projectmatige middelen door rapportage en overleg met de budgetverantwoordelijken. Prognose (tabel 1, zie hierna) Over het jaar 2005 prognosticeren wij een gering resultaat van € 1 mln. • De totale afwijking in de baten van € 5 mln. wordt gevormd door € 1mln. rente baten en € 4 mln. ESF baten als declarabel bedrag voor het vacatureoffensief. • De totale afwijking in de kosten is € 4 mln. en komt overeen met de ESF-declaratie van kosten die bij de baten is opgenomen. Doordat met name de projectmatige middelen voor het
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
45
grootste deel niet categoraal verdeeld worden zijn de afwijkingen per kostencategorie in deze opstelling niet relevant. Het verschil van € 1 mln. tussen de jaarprognose en de totale jaarbegroting wordt zichtbaar in de kolom “Verschil” in tabel 1. 6.2. Uitputting (tabel 3, zie hierna) In de Balanced Scorecard zijn 2 financiële KPI’s opgenomen, te weten: • Uitputting regulier budget; • Uitputting incidenteel budget. Deze KPI’s zijn zichtbaar gemaakt in tabel 3 zowel voor de realisatie tot en met het eerste kwartaal 2005 als voor de jaarprognose 2005; daarbij is de volgende splitsing gemaakt: • Regulier; • Uitvoeringsprojecten; • Transformatie en bestemming; • Boedel. De uitputtingspercentages tot en met het eerste kwartaal bedragen respectievelijk 25% voor het reguliere budget en 18% voor het incidentele budget. De verwachte uitputtingspercentages voor geheel 2005 zijn resp. 101% voor het reguliere budget en 100% voor het incidentele budget. De overschrijding van 1% bij het reguliere budget wordt meer dan gecompenseerd door rente/baten en de ESF declaratie. 6.3. Algemeen Vacatureoffensief Sedert 1 april 2004 is CWI gestart met een tweede tranche vacatureoffensief. Het project loopt door tot 1 juli 2005. Het berekende declarabele bedrag is in deze rapportage verwerkt. Project Lenteoffensief Jongeren De financiering van dit project zou mogelijk zijn vanuit een balansvoorziening voor uitgegeven jeugdbaancheques per ultimo 2004. Een verzoek tot herbestemming van de bedoelde voorziening is inmiddels ingediend bij het ministerie. Claim Arbeidsvoorziening inzake leegstand ten gevolge van opzegging door Kliq CWI heeft primo 2002 de bestaande huisvestingssituatie overgenomen van Arbeidsvoorziening waarbij Kliq als onderhuurder mede voor dekking van de huisvestingslasten zorgdroeg. Na de opzegging door Kliq per 2004 is deze dekking weggevallen en heeft het Ministerie van SZW geadviseerd in de jaarbegroting 2005 hiertoe een claim op Arbeidsvoorziening op te nemen. Op 14 december 2004 heeft CWI de meerjaren leegstandsprognose als onderbouwing hiervoor ingediend met onze brief nr. CWI2004/7093, waarop nog geen bevestiging van toekenning is ontvangen. Conform de opstelling in het jaarplan is in deze rapportage gerekend met de bijgestelde ontvangst van € 3,9 mln. op jaarbasis.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
46
Tabel 1: baten/lasten Rapportage totale CWI-organisatie t/m 1e kwartaal 2005 (excl. BKWI)
Bedragen x € 1 mln *)
Realisatie januari t/m maart 2005 Uitvoerings Regulier projecten
Trafo + Best.
Boedel
2005 Ttl
Jaar Jaar Prognose Begroting
Verschil
Baten -
SZW regulier SZW regulier additionele projecten SZW boedel SZW trafo incl. doorgeschoven proj. Claim Arbvo inz. Huisvesting Overige baten (o.a. rente) ESF UWV taken Onderhuur Overig
94 0 3 4 1 0 1 0 1 0
94 0 3 4 1 0 1 0 1 0
375 3 9 35 4 1 4 1 4 0
375 3 9 35 4
1 4 0
0 0 0 0 0 1 4 0 0 0
Totaal baten
98
0
4
3
106
435
431
5
Lasten Personeelskosten Kosten extern personeel Afschrijvingskosten Huisvestingskosten Beursvloerbeveiliging ICT kosten Overige materiele kosten
55 7 1 11 1 13 8
0 0
1 1
0 1
0
0 2 0
239 34 7 48 4 63 40
251 6 7 47 0 47 31
-12 28 0 0
1 1
56 9 1 12 1 16 9
41
-41
0 0
Gespec. naar proj. maar niet categoraal verdeeld Ttl lasten Exploitatiesaldo
0
16 10
96
0
4
3,4
103
434
431
4
2
0
0
0
2
1
0
1
*) door afrondingen kan het voorkomen dat bedragen optisch niet lijken te sluiten.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
47
Tabel 2: Begroting/beschikbaar 2005 Verslagperiode:
t/m 1e kwartaal 2005
Bedragen x € 1 mln. *)
Beschikbare middelen Jaar: 2005
Baten Regulier budget Omhangen "matchen op Comp." Bestemmingsfonds 2002 Bestemmingsfonds 2003 Exploitatie overschot 2004 UWV taken Onderhuur Claim Arbvo inz. Huisvesting
328,1 -2,8
18,3
2,8
-2,8 0,0 10,6
10,6 21,2 1,3 4,4 4,4
10,6
ba ar 20 05 be sc hik
0,0
346,4
2,8
0,0
6,1 20,4
6,1 31,0
21,2
0,0
21,2
-0,6
0,6 4,4
0,0 0,0
0,6 4,4
-0,5
3,9
Boedel Projecten: Comm.plan Vac. Off.
0,0
3,9
0,0
5,4
5,4
5,4
0,0 0,0
2,7
2,7 8,7
2,7 8,7
0,0 0,0
0,0 0,0
0,0
0,0
0,1 0,0
0,1 0,0
PVA Jongactief
0,0 0,0
Jongerenmodule werk.nl
0,0
EVC voorbereiding EVC
0,0 0,0
ZZ-Top en Life Skills
0,0
ID banen
0,0
367,2 18,3
6,1 9,8
To ta al
SZ W 31 ag 12 en 20 tsc 04 ha p Re gu lie ra dd itio W ne aa le rv an pr oj t b ec To v te 20 ta n al 0 6 inc en ide > nt ee l
aa n
Va n
Sc hu ld
20 05 Bo ed el
Tr af o
346,4
Trafo tranche 2004 (blokkade) Trafo tranche 2005
Totaal baten
Be st. fo nd s2 00 4
re gu lie r To ta al
Or igi ne el bu dg et W SW in di ca tie Co rre ct ie
Bu dg et
sp ec ific at ie
20 05
Beschikbaar in realisatie via kosten matching:
-1,1
384,3
8,7
0,1 0,0 0,2
15,9
8,1
8,7 10,7
0,2
0,2
0,0
0,0
0,0
0,1
2,8 0,0 46,3
430,6
Lasten Personeelskosten Kosten extern personeel Afschrijvingskosten Huisvestingskosten ICT-kosten Overige materiele kosten Rentelasten
242,8 5,6 7,1 44,6 45,2 21,9 0,0
8,6
251,4
0,0
251,4
0,6
6,1
0,0
6,1
1,4
7,1 46,0
0,7
0,0 1,4
7,1 47,4
1,0
46,2
0,9
0,9
47,0
6,8
28,7
2,1
30,7
0,0
0,0
Exploitatiesaldo
2,1
0,0
Gespecificeerd naar projecten maar niet categoraal verdeeld
Totaal lasten
0,7
-1,1
-1,1
15,9
5,4
7,2
10,7
0,1
2,8
42,0
40,9
430,6
0,0
367,2
18,3
-1,1
384,3
15,9
8,1
8,7 10,7
0,1
2,8 0,0 46,3
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0 0,0
Aansluiting uit deze tabel bij jaarplan € 392,5 Incl. toevoeging "Machen op competenties"
0,0
0,0
0,0
392,5 2,8
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
48
Tabel 3: Uitputtings kpi's
*)
1e kwartaal 2005
Totaal beschikbaar budget
Sub Sub trafo + Uitvoerings regulier + Trafo + best. + Regulier projecten uitv.proj. Best. Boedel boedel Totaal 384 3 387 35 9 43 431
Uitputting t/m 1e kwartaal 2005
Uitputtings% t/m 1e kwartaal 2005
96
0
96
4
3
8
103
25%
10%
25%
12%
39%
18%
24%
Prognose 2005
Totaal beschikbaar budget
Sub Sub trafo + Uitvoerings regulier + Trafo + best. + Regulier projecten uitv.proj. Best. Boedel boedel Totaal 384 3 387 35 9 43 431
Totaal van de geprognosticeerde kosten
Geprognosticeerd uitputtings % geheel 2005
388
3
391
35
9
43
434
101%
100%
101%
100%
100%
100%
101%
*) door afrondingen kan het voorkomen dat bedragen optisch niet lijken te sluiten.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
49
DEEL III: BIJLAGEN
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
50
Bijlage A. Voortgang Sonar Sonar Het project Sonar is gestart op 1 oktober 2003. De proeftuinen zijn in 2004 afgerond. Resultaat was het operationeel en getest systeem in CWI Harderwijk eind oktober 2004. In de maanden november en december 2004 heeft de districtsuitrol plaatsgevonden waarbij 6 vestigingen (1 vestiging in ieder district) zijn uitgerold. Geconstateerd is dat Sonar de werkprocessen op adequate wijze ondersteunt. Begin januari 2005 heeft de start van de landelijke uitrol plaatsgevonden. Pilot koppelingen met gemeenten Harderwijk en Ermelo Gedurende het realisatietraject in 2004 zijn de elektronische ketenberichten ten behoeve van de werkproceskoppelingen met de gemeentelijke sociale diensten gerealiseerd. Deze ketenberichten worden gerealiseerd in samenwerking tussen CWI, Inlichtingenbureau en CP-ICT en BKWI. In december 2004 is een pilot uitgevoerd om ervaring op te doen met de werking van de ketenberichten in de praktijk. Doelstelling van de pilot was om te bepalen of de ketenberichten en gerealiseerde functionaliteiten, zowel aan de CWI-zijde als aan de GSD-zijde, gereed zijn om in productie te nemen. De conclusie van de pilot was dat de verschillende applicaties voldoende functionaliteit zullen bieden na de volgende releases. De gewenste wijzigingen van de GSDkoppelingen zijn gerealiseerd in de april-release van Sonar. De start van de pilot in productie is gepland begin mei 2005. Realisatie aanvullende functionaliteiten, koppelingen en performanceverbeteringen Tijdens de verslagperiode zijn aanvullende functionaliteiten en koppelingen ten behoeve van de landelijke uitrol beschreven. Leverancierscombinatie OIS is gestart met het opstellen van het ontwerp. In april 2005 is een belangrijk aantal koppelingen E-intake met Sonar, de koppelingen met het UWV en een aantal Suwi Inkijk gerealiseerd. Parallel aan het applicatie-ontwikkeltraject loopt het performancetesttraject. Leidraad voor het performancetesttraject is de uitrolplanning. Resultaten van het performancetesttraject worden meegenomen in het bouwtraject om zo de performance van de applicatie gedurende de uitrol te kunnen garanderen. Inrichting beheer De concept SLA (Service Level Agreement) is opgesteld tussen CWI en leverancierscombinatie OIS over het beheer van de bedrijfsapplicatie. Vanaf 1 maart 2005 wordt op basis van de SLA gewerkt. Afspraak is dat de leverancier gedurende de eerste twee jaren het beheer van de bedrijfsapplicatie voor haar rekening neemt. Daarna zal onderzoek moeten uitwijzen welk gedeelte in beheer wordt genomen door CWI en welk gedeelte definitief wordt uitbesteed.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
51
Bijlage B. Wet- en regelgeving In het 1e kwartaal zijn wijzigingen doorgevoerd in bestaande regelgeving die CWI uitvoert of die de CWI-organisatie raken. Hieronder zijn deze wijzigingen opgenomen. Regelgeving CWI Benoeming voorzitter en leden Raad van advies CWI Met dit besluit worden de voorzitter en vier leden benoemd van de Raad van advies van CWI. De benoemingen gelden voor de periode van 1 januari 2005 tot 1 januari 2007. (20 december 2004, 04/87936, Staatscourant, 2005, nr.7, inwerkingtreding 1 januari 2005 tot 1 januari 2007). Wijziging beleidsregels inzake uitvoering Wet Arbeid Vreemdelingen: Achterwege laten verplichte vacaturemelding In paragraaf 19 van de Uitvoeringsregels Wav wordt CWI de mogelijkheid geboden te besluiten voor bepaalde categorieën functies de verplichte vacaturemelding, als bedoeld in artikel 8, eerste lid onder b, van de Wav, gedurende een termijn van maximaal zes maanden achterwege te laten, indien zij van oordeel is dat prioriteitgenietend aanbod niet als werkzoekend is geregistreerd en niet op korte termijn zal worden geregistreerd (Nederlanders en vreemdelingen uit EER-landen). Op grond van dit besluit wordt bij de behandeling van een aanvraag voor een tewerkstellingsvergunning voor de volgende categorieën van functies de bovengenoemde verplichte toetsing achterwege gelaten: hogere leidinggevende en specialistische functies met een brutosalaris van tenminste € 3.900 per maand, coaches sport en circusartiesten (22 januari 2005, Staatscourant 2005, nr.15, inwerkingtreding 22 januari 2005 en werkt terug tot en met 1 januari 2005 en geldt voor een periode van 6 maanden). Wijziging beleidsregels inzake uitvoering Wet Arbeid en Vreemdelingen: aanwijzen sectoren vrijstelling individuele arbeidsmarkttoets CWI kan sectoren/beroepsgroepen aanwijzen waarvoor ten aanzien van aanvragen tewerkstellingsvergunningen ten behoeve van vreemdelingen uit de nieuwe lidstaten van de Europese Unie een versoepelde toets geldt. Per 1 februari 2005 zijn de volgende sectoren/beroepsgroepen aangewezen: 4. Internationaal chauffeur in het beroepsgoederenvervoer; 5. Matroos, volmatroos en stuurman in de binnenvaart; 6. OK-assistent, radiotherapeutisch laborant, en radiodiagnostisch laborant in de zorgsector. (9 januari 2005, Staatscourant 2005, nr.26, inwerkingtreding 1 februari 2005 en geldt voor de periode van 3 maanden)
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
52
Bijlage C. Voortgang Stappenplan Centraal Raamwerk voor Interne Beheersing CWI heeft deze voortgangsrapportage geactualiseerd voor de geplande beheersmaatregelen van het 1e kwartaal 2005. Een uitgebreide voortgangsrapportage is beschikbaar. Hieronder zijn de bereikte resultaten in het 1e kwartaal 2005 in beeld gebracht24.
1
Wat Voor eind 2004 de relevante (materiële) knelpunten en risico’s in kaart brengen die de interne beheersing in gevaar kunnen brengen.
1.1.1
CWI ontwikkelt een verklaringsmodel om de exogene factoren die van invloed zijn op de effectiviteit van CWI mee te wegen in de effectiviteitbeoordeling.
1.1.2
Beschrijven en uitwerken doelmatigheidskader, zodat efficiëntie eenduidig kan worden gemeten en verantwoord. Informatievoorziening analyseren op gevolgen voor normering en meetbaarheid.
1.2
2.4
2.6
Administratieve Organisatie en Interne Controle maatregelen (ook voor nietfinanciële processen) uniformeren en toegankelijk maken (via intranet) Intern beveiligingsplan (onderdeel jaarplan Automatisering) afstemmen met reguliere en overige ondersteunende processen.
Stand van zaken Alle staven en districten hebben een eerste versie van een risicoanalyse opgeleverd. De hierbij onderkende risico’s zijn CWI breed ondergebracht bij de algemeen geïnventariseerde risico’s en opgenomen in het centraal geregistreerde risicoregister. Voorts is het risicoregister vanaf 2005 heringedeeld naar de hoofddoelstellingen van CWI en de hieruit voortvloeiende subdoelen en uitvoerende werkprocessen. Het register functioneert nu tevens als centrale registratie voor het bewaken van de voortgang van de nodig geachte beheers- en verbetermaatregelen Het verklaringsmodel is gerealiseerd en maakt onderdeel van het reguliere management control systeem.
Het doelmatigheidskader is gerealiseerd en maakt onderdeel van het reguliere management control systeem. Er is een overzicht van alle aanbevelingen. In de volgende maanden worden de aanbevelingen vertaald in concrete verbeteracties en ingebed in procedures. Tevens worden voorstellen gedaan om prestatie-indicatoren meetbaar te maken. De processen zijn inmiddels beschreven. Het toegankelijk maken op intranet is afhankelijk van de technische mogelijkheden en prioriteit/capaciteit. Beveiligingsplan 2005 is gereed, waarbij de in opzet ingeregelde structuur in 2004 nader vorm krijgt en onderdeel wordt van het interne kwaliteitsbewakingproces. Conform planning is de monitoring ingebed in de Planning & Control cyclus (voor het 2e kwartaal en het 4e kwartaal 2005). Ten aanzien van het privacyaspect wordt er elk kwartaal in 2005 een privacythema via intranet onder de aandacht van de medewerkers gebracht.
24
De nummering correspondeert met de nummering en presentatie van onderwerpen in het e Stappenplan Centraal Raamwerk voor Interne Beheersing 1 kwartaal 2005.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
53
2.7
Opstellen ordeningsplan ten bate van een adequate (volledige en toegankelijke) archivering van beheersen verantwoordingsdocumenten.
3.1
Organisatie van ondersteuningsgesprekken en workshops in districten en op vestigingen.
3.2
Presentatie raamwerk en risicoanalyse via Intranet aan alle lagen van de organisatie.
4.1
Integratie van verbeteracties voortkomend uit de kwaliteitsaudits in de periodieke verantwoording over de resultaten via de P&C cyclus voor staf en uitvoering (per afgesproken verantwoordingsperiode). Coördinatie jaarlijkse audit betrouwbaarheid van de bestuurlijke informatievoorziening. Centrale administratie van de beheersmaatregelen vanuit de risicoanalyses in een Risicoregister, als basis voor de landelijke risico’s en de hieruit voortvloeiende speerpunten voor de mededeling over de bedrijfsvoering.
4.2
4.3
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
De opzet voor het ordeningsplan is gereed. Om het plan efficiënt te laten functioneren krijgt het ordeningsplan een geautomatiseerde vorm. CWI is nog bezig om invulling te geven aan het technisch ontwerp en het implementatieplan. Door prioriteit te geven aan de landelijke uitrol van het primaire proces Sonar, is de oorspronkelijke planning (gereed eind maart 2005) verschoven naar medio 3e kwartaal 2005. De analyse is uitgevoerd. De resultaten worden in nader overleg besproken en best practices worden vastgesteld. Dit tweede deel loopt door in het 2e kwartaal 2005. Het raamwerk en de risicoanalyse is gepresenteerd op intranet. Middels publicatie in het personeelsorgaan wordt in het 2e kwartaal extra aandacht besteed aan het risicomanagement. Vanaf het 1e kwartaal 2005 zullen alle door de Raad van Bestuur vastgestelde beheeers- en verbeteracties worden gemonitord via de planning en control cyclus.
De audits zijn gerealiseerd en definitief vastgesteld door de Raad van Bestuur. Het risicoregister is in opzet gereed en heringedeeld naar de hoofddoelstellingen en de hieruit voortvloeiende subdoelen en uitvoerende werkprocessen. In het 2e kwartaal 2005 wordt het nader geconcretiseerd en zodanig vorm gegeven dat alle in de vorm van prestatieafspraken vastgelegde beheersmaatregelen periodiek kunnen worden gemonitord.
54
Bijlage D. Deelname CWI aan Rijksbrede Benchmark en Handvestgroep Publiek Verantwoorden Rijksbrede Benchmark (RBB Groep) In 2003-2004 heeft CWI deelgenomen aan de tweede ronde van de Rijksbrede Benchmark (RBB Groep), een lerend netwerk van uitvoeringsorganisaties (ZBO’s, Agentschappen), die in uiteenlopende beleidsvelden actief zijn. Doelstellingen van de Rijksbrede Benchmark zijn: • genereren van een set van best practices, gebaseerd op een beschrijving van een bepaalde aanpak op een functioneel terrein, resulterend in uitmuntende resultaten. • onderlinge vergelijking van prestaties en resultaten van de deelnemende organisaties. • organiseren van een lerend netwerk van deelnemende organisaties. • mogelijkheden om aansturing en beheersing binnen de deelnemende organisaties te verbeteren. • bieden van informatie en input voor procesoptimalisatie bij de deelnemers. Het uiteindelijke doel is dat de deelnemers beter in staat zijn om te excelleren in de uitvoering van de taken. De voor CWI belangrijkste uitkomsten van het benchmarkonderzoek zijn geordend aan de hand van de vijf hoofddoelstellingen van CWI, waarbij de bevindingen zijn geconfronteerd met de ambities van CWI. Hierbij zijn tien relatief sterke en veertien verder te ontwikkelen aspecten van bedrijfsvoering en aansturing van de organisatie vastgesteld. In 2004 is door CWI een start gemaakt met de invulling van het leertraject, om de bovengenoemde aspecten verder te ontwikkelen. In dit verband is een concreet voorstel voor invulling van het totale leertraject met actiepunten door de Raad van Bestuur vastgesteld. In het 1e kwartaal van 2005 hebben de volgende acties plaatsgevonden: • Kennisuitwisseling met SVB, over operationalisering van kwaliteits- en omgevings-prestatieindicatoren in een Balanced Scorecard, meting van extern imago, benchmark invulling staffuncties/overhead bij publieke dienstverlenende organisaties en opzet en inrichting van een Visitatie Publiek Verantwoorden (zie verder het tweede onderdeel van deze bijlage). • Kennisuitwisseling met IB-Groep over modellen van interne beheersing en risicomanagement, waarbij met name is ingegaan op toepassing van het COSO-model, implementatie van een governance structuur, implementatie van eenduidige codes en raamwerken, opstelling van de mededeling over bedrijfsvoering (in Jaarverslag) en rapportage aan Raad van Advies. • Benchmarking van de uitkomsten van door CWI uitgevoerd klanttevredenheidsonderzoek en de Cliënt Survey aan de hand van de Nationale Tevredenheidsindex. • Verspreiding onder alle medewerkers van CWI van een populaire versie van het Meerjarenbeleidsplan CWI 2005-2009 (‘Partner CWI’), door middel van een boekje op A5 formaat en een krant, losbladig toegevoegd aan het personeelsblad MensenWerk. Deze actie is resultante van kennisuitwisseling met RDW over vergroting van de betrokkenheid van management en medewerkers bij het proces van jaarplanontwikkeling en resultaatmonitoring. In dit kader zal ook (voor het eerst) op elke CWI-vestiging ten behoeve van de medewerkers een exemplaar van dit Kwartaalverslag 1e kwartaal 2005 worden gedistribueerd. • Publicatie van de kwartaalverslagen over 2004, het Jaarplan CWI 2005, het Meerjarenbeleidsplan CWI 2005-2009 en het onderzoeksrapport ‘Klant in de keten’ op de openbare website van CWI (www.cwinet.nl). Deze documenten zijn ook gepubliceerd op het CWIntranet, dat toegankelijk is voor alle managers en medewerkers. Zo spoedig mogelijk zullen het Jaarverslag CWI 2004 en het verslag van het Visitatiecollege Publiek Verantwoorden, opgeteld naar aanleiding van de visitatie van CWI, op de openbare website en het CWIntranet worden gepubliceerd (zie verder het tweede onderdeel van deze bijlage).
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
55
• •
Deelname aan de gespreksronde van de RBB-projectleiding, gericht op inventarisatie van de voortgang van en ideeën met betrekking tot de gezamenlijke invulling van het RBB-leertraject, toekomstige methodiekontwikkeling en dergelijke. Voorbereiding van deelname aan RRB-workshops over ‘Kostenbewustzijn’ (22 april 2005) en ‘Strategie, leervragen en werkprocessen’ (3 juni 2005).
Het door CWI intern gehanteerde model van benchmarking van de prestaties van de 128 CWIvestigingen, waarover in eerdere kwartaalverslagen in 2004 is gerapporteerd, is in de verslagperiode verder doorontwikkeld. De bij de benchmark gehanteerde set van prestatieindicatoren is waar nodig aangepast aan de beschikbaarheid van gegevens in 2005 (met name betreft dit klanttevredenheidscijfers). De sterk bepalende preventie- en uitstroomquotes zijn gecorrigeerd voor exogene factoren (arbeidsmarktsituatie van de CWI-vestiging). De gegevens voor de berekening van deze correctiefactoren worden periodiek (1 tot 2 keer per jaar) geactualiseerd. In de benchmark wordt voortaan aangegeven voor hoeveel prestatie-indicatoren de normen door een CWI-vestiging worden gehaald. Om in de Top 5 van de totale benchmark en als hoogste van de benchmark per gehanteerde grootte-klasse te worden opgenomen, dient een CWI-vestiging tenminste 80% van alle normen te halen. CWI neemt ten slotte deel aan het Europese benchmarkproject ‘Performance Indicators for Public Employment Services’, waarvan de resultaten van de eerste projectfase in november 2004 beschikbaar zijn gekomen. Op dit moment loopt de tweede fase van het project. Handvestgroep Publiek verantwoorden In november 2000 hebben COA, IB-Groep, Kadaster, RDW en Staatsbosbeheer het Handvest Publieke Verantwoording ondertekend. Daarna zijn Sociale Verzekeringsbank (SVB), College voor Zorgverzekeringen (CVZ), Centrum voor Werk en Inkomen (CWI), Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en de Centrale Financiën Instellingen (Cfi) toegetreden.
CWI is met ondertekening van het Handvest Publiek Verantwoorden op 3 september 2004 lid geworden van de Handvestgroep Publiek Verantwoorden. Van de tien bovengenoemde organisaties die op dit moment lid zijn, zijn er inmiddels vijf door het Visitatiecollege Publiek Verantwoorden gevisiteerd (COA, Kadaster, IB-Groep, RDW en in de verslagperiode CWI). Het primaire doel van de Handvestgroep is, aanvullend aan de verantwoording naar de betreffende minister (noodzakelijk vanwege de uitoefening van de ministeriele verantwoordelijkheid), de publieke verantwoording door ZBO’s en Agentschappen voor hun handelen en de kwaliteit van de dienstverlening te intensiveren. Het tweede doel is het uitwisselen van informatie over algemene thema’s en onderwerpen die de organisaties raken. Deelnemers aan de Handvestgroep hebben de intentie zich publiekelijk te verantwoorden naar de waarden van het Handvest ‘Tastbaar Arrangement’ en laten zich daarop door het (externe en onafhankelijke) Visitatiecollege Publiek Verantwoorden toetsen. Het Handvest is opgebouwd uit vier thema’s: kwaliteit, prijs-prestatieverhouding, responsief handelen en participatie en transparantie. Deelname aan de Handvestgroep veronderstelt dat een leerproces wordt georganiseerd, waarbij de ZBO of het Agentschap in een Zelfevaluatie vaststelt wat de positiebepaling ten opzichte van het Handvest is en welke ambities en ontwikkeldoelstellingen zij ten aanzien van de publieke verantwoording wil nastreven (leercurve). Nadat de evaluatie is afgerond, bezoekt het Visitatiecollege de ZBO of het Agentschap. Het Visitatiecollege vormt zich een oordeel op basis van de verkregen informatie en spreekt zich in zijn aanbevelingen uit over de gewenste leercurve. Het Visitatiecollege richt zich in zijn aanbevelingen in het bijzonder op de relaties tussen en mogelijke discrepanties in de instrumentatie en operationalisering van de thema’s uit het Handvest. In de volgende jaren zal de gevisiteerde organisatie hieraan invulling geven, waarna het Visitatiecollege (tenminste eens in de vier jaar) de organisatie weer bezoekt om vast te stellen in welke mate de ambities van de gevisiteerde organisatie zijn waargemaakt.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
56
In het 3e en 4e kwartaal van 2004 is door CWI de Zelfevaluatie (schriftelijke rapportage) opgesteld, waarin aan de hand van de indicatoren uit het Handvest per bovengenoemd thema de scores zijn bepaald en ambities en ontwikkeldoelstellingen voor de toekomst zijn geformuleerd. Bij het opstellen van de Zelfevaluatie is gekozen voor een procesmatige werkwijze, waarbij vertegenwoordigers vanuit de verschillende geledingen van de organisatie actief zijn betrokken. De Zelfevaluatie is op 15 november 2004 aan het Visitatiecollege aangeboden. Op 5 januari 2005 heeft de visitatie van CWI plaatsgevonden. Hierbij heeft het Visitatiecollege in totaal 17 gesprekken met vertegenwoordigers van niet alleen de CWI-organisatie (5 gesprekken), maar ook externe organisaties (12 gesprekken) gevoerd. In totaal is met circa 30 personen gesproken. Het ministerie van SZW, Inspectie Werk en Inkomen (IWI) en Raad voor Werk en Inkomen (RWI) hebben vanuit verantwoordelijkheden als opdrachtgever (politiek principaal), toezichthouder en onafhankelijk overlegorgaan aan de visitatie deelgenomen. De visitatie is uitgevoerd door R. in ’t Veld (voorzitter RMNO), H. van Oorschot (voorzitter College van Bestuur Universiteit van Tilburg) en mw. F. Giskens. De twee andere leden van het Visitatiecollege zijn mw. V. Keur (voorzitter VARA) en H. Bruins Slot (voorzitter Raad van Bestuur van de Publieke Omroep). Het Visitatiecollege heeft zijn bevindingen vastgelegd in een openbaar verslag, dat is aangeboden aan de Handvestgroep. Het verslag is op 22 april 2005 door de Handvestgroep aan de hand van een vaste verzendlijst toegezonden aan de Tweede Kamer, Secretarissen-Generaal van departementen, Inspectie Werk en Inkomen, Hoge Colleges van Staat (Algemene Rekenkamer, Raad van State) en dergelijke. Op 25 april 2005 is het verslag op de website van de Handvestgroep gepubliceerd (www.publiekverantwoorden.nl) en is een Persbericht verspreid. Het Visitatiecollege deelt de waardering die externe stakeholders van CWI uitspreken over de indrukwekkende prestaties die in de afgelopen drie jaar zijn bereikt in een complexe politiekbestuurlijke omgeving. Het getuigt ook van moed dat CWI zich zo kort na het ontstaan met zoveel transparantie kwetsbaar op wil stellen. Deze openheid naar de omgeving, zo heeft het Visitatiecollege geconstateerd, is kenmerkend voor CWI. Verbeterpunten ziet het Visitatiecollege onder meer in de gehanteerde kwaliteitsnormen en prestatie-indicatoren, die nog onvoldoende inzicht geven in de kwaliteit van de dienstverlening aan de klanten. Een deel van de externe partijen waarmee het Visitatiecollege gesproken heeft, heeft aangegeven weinig zicht te hebben op de feitelijke effectiviteit van CWI. Het Visitatiecollege constateert bovendien overlap en dubbel werk in de keten van werk en inkomen. Daarnaast zou het wenselijk zijn om de taken van CWI te verbreden en nog meer te investeren in het transparant maken van de arbeidsmarkt. Ten slotte wijst het Visitatiecollege erop dat er in de Cliëntenraden uitsluitend een vertegenwoordiging is opgenomen van werkzoekenden en dat werkgevers geen vaste, geformaliseerde plaats hebben. In zijn (in het verslag opgenomen) reactie geeft de Raad van Bestuur aan de observaties herkenbaar en bemoedigend te vinden en voelt zich gesterkt op de ingeslagen weg verder te gaan naar een daadwerkelijk klantgestuurde organisatie. Om te voorkomen dat de sturing zich alleen richt op beleidseffecten of kwaliteitsindicatoren probeert CWI bij het stellen van streefwaarden een evenwicht tussen prestatie-indicatoren te bereiken.Verder is klanttevredenheid een belangrijke factor in de sturing en wordt het meetinstrumentarium op dit terrein uitgebreid en verfijnd (onder meer met frequente klanttevredenheidsonderzoeken) om het belang van de klant een prominente rol te laten spelen in de ontwikkeling van de dienstverlening. In de loop van dit jaar zullen verschillende initiatieven worden ontwikkeld om de prestaties van CWI op het terrein van arbeidsbemiddeling beter zichtbaar te maken. Verder probeert CWI onder andere door het instellen van gezamenlijke teams van CWI-, UWV- en gemeentelijke medewerkers overlap en dubbel werk in de keten van werk en inkomen te voorkomen. CWI gaat verder met het transparanter maken van de arbeidsmarkt en daarnaast worden de contacten met onderwijsinstellingen versterkt. Ten slotte voert CWI al geruime tijd periodiek overleg met vertegenwoordigers van landelijke werkgeversorganisaties, waardoor ook de belangen van deze klantgroep in het beleid van CWI tot uitdrukking komen.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
57
In de komende periode zal CWI invulling geven aan de suggesties en adviezen, waarna het Visitatiecollege (tenminste eens in de vier jaar) CWI opnieuw zal bezoeken, om vast te stellen in welke mate de ambities van de organisatie zijn waargemaakt.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
58
Bijlage E. Voortgang transformatieprojecten In deze bijlage verantwoordt CWI zich over de voortgang van de (nog) lopende Transformatieprojecten waar een vertraging of een significante afwijking is geconstateerd ten opzichte van de planning. Het betreft derhalve een uitzonderingsrapportage; de volledige rapportage is beschikbaar bij CWI. Overzicht voortgang transformatieprojecten 1 e kwartaal 2005 1e kwartaal
2 6 8 9 10 12 13 14 16 18 20 21 22 24 25 26 27 28 30 36b 36c 36d 36e 36f 36g 36h 36i 36j
2e kwartaal
3e kwartaal
Aanpak en afbouw hoog ziekteverzuim Externe naamsbekendheid en positief imago Doorontwikkeling huisvesting Tijdelijke huisvesting Doorontwikkeling signing Oplevering te verlaten panden Beheersen leegstandskosten Uitwijkomgeving Multichanneling Digitale formulieren Uitrol VOIP Invoeren systeem juridische zaken Gegevensuitwisseling in de keten Salaris en personeelsinformatiesysteem Centraal inkoopsysteem financiële adm. Prestatiemeting Koeriersdiensten en formulieren Integr. Arbeidsm.- en B&E syst. Inbelvoorziening Banenmarkten KS / Werkgev benadering KS / Competentiemanagement/-denken KS / Efficiency en effectiviteits onderzoek KS / Bedrijfsbureau KS / Certificering KS / Tijdelijk personeel HRM KS / Verb infrastrustuur KS / Outplacement personeel KS / COSO model
Legenda:
4e kwartaal
Aparte toelichting
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee ja nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee
Volgens plan vertraagd Significante afwijking
Toelichting bij overzicht voortgang Transformatieprojecten CWI 1e kwartaal 2005 Algemeen Hieronder volgt een beknopte voortgangsrapportage met betrekking tot de transformatieprojecten die CWI in het 1e kwartaal 2005 heeft uitgevoerd en voor welke een vertraging of significante afwijking is geconstateerd. In vergelijking met de voorgaande rapportage is een aantal projecten stopgezet c.q. afgerond. Deze projecten komen in de stoplichtentabel niet meer voor.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
59
Project 21 Invoeren systeem juridische zaken Het project is tijdelijk stilgezet, omdat de begrote kosten hoger waren dan het beschikbare budget. Een beslissing over continuering zal plaatsvinden voor de zomer van 2005. Inmiddels heeft CWI een variant van dit project beschreven, die wel met het beschikbare budget is te realiseren. Alvorens deze variant europees aan te besteden, wordt eerst nog getoetst of verwerking in Sonar, met de huidige kennis en ervaring, toch niet tot de mogelijkheden behoort. In het 2e kwartaal volgt naar verwachting de definitieve besluitvorming.
Kwartaalverslag 1 e kwartaal 2005 (januari-februari-maart)
60