3e Kwartaalverslag 2006 CENTRALE ORGANISATIE WERK EN INKOMEN
Amsterdam, 10 november 2006
INHOUDSOPGAVE VOORWOORD...............................................................................................................................3 1. PRESTATIES EERSTE DRIE KWARTALEN 2006 IN HOOFDLIJNEN .....................................4 2. TRANSPARANT MAKEN VAN DE ARBEIDSMARKT................................................................8 3. CWI EN WERKZOEKENDEN...................................................................................................10 3.1 POORTWACHTER WW EN WWB..............................................................................................10 3.2 INDICATIESTELLING WSW .......................................................................................................13 3.3 ONTWIKKELINGEN IN DE DIENSTVERLENING .............................................................................14 4. CWI EN WERKGEVERS ..........................................................................................................18 4.1 VACATUREMATCHING VOOR WERKGEVERS..............................................................................18 4.2 ONTSLAG- EN TEWERKSTELLINGSVERGUNNINGEN ...................................................................20 5. BEDRIJFSVOERING: DE ORGANISATIE CWI .......................................................................23 5.1 KLANTGERICHTHEID ..............................................................................................................23 5.2 SAMENWERKING CWI UWV...................................................................................................26 5.3 DIGITAAL KLANT DOSSIER (DKD)...........................................................................................26 5.4 BVG-VORMING......................................................................................................................27 5.5 HRM ....................................................................................................................................28 5.6 ONTWIKKELINGEN INTERNE ORGANISATIE ...............................................................................28 6. FINANCIËN ..............................................................................................................................32 6.1 BATEN EN LASTEN EERSTE T/M DERDE KWARTAAL 2006 ..........................................................32 6.2 ALGEMEEN .......................................................................................................................................... 34 BIJLAGE 1 BALANCED SCORECARD T/M SEPTEMBER 2006 (PERIODE WEEK 1 T/M 39)...37 BIJLAGE 2 ARBEIDSMARKTONTWIKKELINGEN ......................................................................38 BIJLAGE 3. KETENSAMENWERKING ........................................................................................41
3e Kwartaalverslag CWI 2006
2
Voorwoord De samenwerking op lokaal niveau begint steeds nadrukkelijker vorm te krijgen. Hierbij zijn gemeenschappelijke dienstverlening, klantregie, vast aanspreekpunt en inzet van elkaars instrumentarium onderwerpen die aan de orde van de dag zijn. Een goed voorbeeld daarvan is de samenwerking tussen CWI, UWV en de Dienst Werk en Inkomen van de gemeente Amsterdam. Een gezamenlijk dienstverleningsconcept voor geïntegreerde dienstverlening is ontwikkeld en start binnenkort in het Marktplein Amsterdam Oost. De gezamenlijke werkgeversdienstverlening maakt hiervan onderdeel uit. Ook in de gemeente Oss hebben CWI, UWV en de gemeente de handen ineengeslagen. Hier werkt men onder de noemer Werkplein Maasland. CWI en gemeente werkten daar al jaren intensief samen. Zo zijn er nog veel meer voorbeelden te noemen van goede samenwerking in de keten van werk en inkomen. In het derde kwartaal heeft het economisch herstel doorgezet. Het algemene beeld is dat het aantal banen toeneemt en dat het aantal werklozen afneemt. Ook zien we dat steeds meer mensen zich aanbieden door de gunstige arbeidsmarkt. Eind augustus 2006 lag het aantal bij CWI ingeschreven niet-werkende werkzoekenden 90.000 lager dan eind augustus 2005. Doordat de beter gekwalificeerde met werkloosheid bedreigden sneller zelf een baan vinden, wordt het aandeel in de instroom van cliënten met minder kansen groter. Dit zet de prestatie-indicator “preventiequote” onder druk terwijl de uitstroomquote hoog blijft. De eerste drie kwartalen van 2006 laten goede prestaties zien: 94.300 vacatures zijn vervuld via het vestigingskanaal of via werk.nl, ten opzichte van 83.200 in dezelfde periode vorig jaar. De tijdigheidsscores van de in januari tot en juni ingediende aanvragen voor een indicatie- en herindicatiestelling Wsw liggen boven de norm. Dit is een verbetering ten opzichte van vorig jaar. De instroom van werkzoekenden blijft achter bij de raming. CWI benut de lagere klantinstroom voor extra vacaturevervullingen, uitbreiding van de dienstverlening aan ouderen (Talent Scout 45 plus) en het doorvoeren van kwaliteitsverbeteringen in de dienstverlening. Eind september heeft CWI op 90 vestigingen Competentie Test Centra ingericht en zal in het laatste kwartaal van 2006 nog eens 36 CTC’s inrichten. De werkgevers geven CWI voor de vacatureafhandeling gemiddeld het rapportcijfer 6,8. Driekwart van de werkgevers geeft aan een nieuwe vacature via CWI te zullen plaatsen. Twee op de drie werkgevers beveelt CWI bij anderen aan. Op 30 september jl. vond de Landelijke Banenmarkt plaats. Daar was de samenwerking in de keten van werk en inkomen goed zichtbaar, getuige de aanwezigheid van vele medewerkers van gemeenten en UWV en de vele werkgevers, waaronder uitzendbureaus, die de stands bemanden. De Banenmarkt was een groot succes met 108.000 bezoekers, een recordaantal standhouders (ca. 2.000) en 110.000 vacatures. Wat in het hele land opviel was het grote aanbod van goed gekwalificeerde bezoekers. Werkgevers toonden zich hierover aangenaam verrast. In het derde kwartaal heeft ook het drama plaatsgevonden van de steekpartij in het bedrijfsverzamelgebouw Zeist waarbij drie medewerkers gewond zijn geraakt. De medewerkers van het Werkplein zijn veel bij elkaar geweest en hebben onder begeleiding van een bedrijfsmaatschappelijk werker gepraat en hun emoties met elkaar gedeeld. De gemoedstoestand onder de medewerkers is zeer wisselend. Intussen is ook een aantal beveiligingsmaatregelen genomen om medewerkers en bezoekers een veiliger gevoel te geven. Zo worden onder andere detectiepoortjes geïnstalleerd. Ook komt er actievere beveiliging en worden afspraken gemaakt over het begeleiden van bezoekers binnen het gebouw. Tevens wordt bekeken welke bouwtechnische maatregelen eventueel nodig zijn om het pand veiliger te maken. drs. Rens de Groot, Voorzitter Raad van bestuur
3e Kwartaalverslag CWI 2006
3
1. Prestaties eerste drie kwartalen 2006 in hoofdlijnen Samenwerking in de keten van werk en inkomen De lokale samenwerking begint steeds effectiever te worden. Hierbij zijn gemeenschappelijke dienstverlening, klantregie, vast aanspreekpunt en inzet van elkaars instrumentarium onderwerpen die aan de orde van de dag zijn. Hieronder een aantal praktijkvoorbeelden. Samenwerking in Amsterdam In Amsterdam hebben CWI, UWV en de Dienst Werk en Inkomen van de gemeente hun krachten gebundeld. Een gezamenlijk dienstverleningsconcept voor geïntegreerde dienstverlening is ontwikkeld en wordt komende november opgestart in de pilot Marktplein Amsterdam Oost. Ook de gezamenlijke werkgeversdienstverlening maakt hiervan onderdeel uit. Werkplein Maasland In de gemeente Oss werken de ketenpartners samen onder de noemer Werkplein Maasland. CWI en gemeente werken daar al jaren intensief samen. Pijlers van de samenwerking in Oss zijn een centraal geregisseerde cliëntbenadering en een gezamenlijke vraaggerichte werkgeversbenadering. Een ambassadeursnetwerk van invloedrijke, regionale werkgevers dient als klankbord bij de werkgeversbenadering. Mobiliteitscentrum Zuid-Limburg In het Mobiliteitscentrum Zuid-Limburg werken CWI, UWV, het kenniscentrum metaal & elektrotechniek en NedCar samen om met werkloosheid bedreigde werknemers van Nedcar naar ander werk te begeleiden. Ondernemend de uikering uit In Huizen wordt samengewerkt met onder andere gemeente, UWV en de Kamer van Koophandel in het project “Ondernemend de uitkering uit”. Werkzoekenden worden geadviseerd en begeleid naar zelfstandig ondernemerschap. Maak werk van uw uitkering CWI werkt met de gemeenten Weesp en Hilversum samen in het Work-Firstproject WisselWerk onder de noemer “Maak werk van uw uitkering”. De kerndoelstelling is de aanspraken op een Wwb-uitkering tot een minimum te beperken, hetgeen ook geldt voor de daarmee samenhangende (uitvoerings)kosten. Daarnaast zijn reïntegratie en handhaving twee belangrijke ambities van het project. Na het eerste klantcontact met CWI wordt een klant overgedragen aan de klantmanager en kan een klant starten in de WisselWerk Academie, een gezamenlijk instrument van CWI en Sociale Dienst. Hierna borgt een drietal instrumenten een sluitende aanpak: verlonen, werkstage en actieve participatie. Samenwerking in Den Haag In Den Haag werken CWI, gemeente en de sociale werkvoorziening samen aan een gezamenlijke werkgeversbenadering. Werkgevers kunnen aan één loket terecht voor vacatures in de marktsector, in de sociale werkvoorziening en voor gesubsidieerde arbeid.
3e Kwartaalverslag CWI 2006
4
CWI en werkzoekenden Mede door CWI hebben ultimo september 43.533 werkzoekenden binnen de overdrachtstermijn van acht werkdagen geen beroep gedaan op de WW, waarvan 15.473 in het derde kwartaal. De preventiequote WW ultimo september bedraagt 18,9%. Daarnaast hebben in de eerste drie kwartalen in totaal 53.082 werkzoekenden binnen de overdrachtstermijn geen beroep gedaan op de Wwb, waarvan 18.586 in het derde kwartaal. De preventiequote Wwb ultimo september is 51,9%. Tot en met september zijn 132.379 voor een WW-uitkering aan UWV overgedragen en 12.322 voor een Wwb-uitkering aan gemeenten overgedragen fase 1-cliënten mede door CWI binnen zes maanden uitgestroomd. Zij deden niet langer een beroep op uitkeringsgelden. In het derde kwartaal zijn dit respectievelijk 42.043 werkzoekenden voor de WW en 4.900 werkzoekenden voor de Wwb. De uitstroomquote WW bedraagt aan het einde van de verslagperiode 64,4%. De uitstroomquote Wwb bedraagt ultimo september 62,8%. Tot en met het derde kwartaal zijn 381.202 werkzoekenden ingestroomd. In dezelfde periode zijn in totaal 331.422 elektronische berichten (E-intake) behandeld, waarvan 117.178 in het derde kwartaal. Het totaal van 331.422 berichten bestaat uit 191.018 inschrijvingen Werk en 140.404 aanvragen WW. Het gebruik van E-intake bij aanvraag WW neemt steeds meer toe. In het derde kwartaal verliep 68% van de aanvragen via E-intake. In het eerste en het tweede kwartaal bedroegen deze percentages respectievelijk 53% en 58%. In de verslagperiode zijn met betrekking tot de Indicatiestelling Wsw 22.126 besluiten (beschikkingen) afgegeven, ten opzichte van een jaarraming van 26.000 besluiten. De tijdigheid over de in januari tot en met juni ingediende aanvragen bedraagt gemiddeld 92,5% voor eerste indicaties (6.349 besluiten binnen 16 weken ten opzichte van in totaal 6.866 aanvragen) en 95,7% voor herindicatiestellingen (5.354 besluiten binnen 16 weken bij in totaal 5.596 aanvragen). In de verslagperiode is het totaal aantal vestigingen dat beschikt over een Competentie Test Centrum (CTC) toegenomen van 42 naar 90. Oudere werkzoekenden (45+) zijn in de toekomst hard nodig op de arbeidsmarkt. Op dit moment komen ze desondanks nog moeilijk aan het werk. CWI heeft in het derde kwartaal de voorbereidingen getroffen voor de start van het “Project Talent Scout 45 plus”. Ouderen vanaf 45 jaar krijgen extra ondersteuning bij het vinden van werk. Het project start in het laatste kwartaal van 2006 en loopt door in 2007. Hiervoor zet CWI 300 fte in. CWI en werkgevers In de eerste drie kwartalen zijn 94.301 vacatures vervuld, waarvan 80.794 via het vestigingskanaal en 13.507 via het internetkanaaal. In vergelijking met dezelfde periode van 2005 ligt het aantal vacaturevervullingen circa 13% hoger (toen: 83.172 via vestigingen en internet). Hiermee ligt CWI ruimschoots op koers om de target voor vacaturevervulling in dit uitvoeringsjaar te halen. Met de beschikbare middelen kunnen de geraamde 95.000 vacaturevervullingen worden gerealiseerd, waarbij in de verslagperiode door de Raad van Bestuur is besloten om de lagere klantinstroom werkzoekenden te benutten om 5.810 extra vacatures te gaan vervullen. In de eerste negen maanden zijn door werkgevers 250.672 vacatures bij de vestigingen van CW ingediend en 209.810 vacatures via werk.nl, het internetkanaal van CWI, te samen 460.482 vacatures. Ten opzichte van dezelfde periode in 2005 (toen 373.651 vacatures ingediend) laat 2006 een voortgaande groei zien. De tijdigheidsnormen van de beslissingen op aanvragen voor ontslag- en tewerkstellingsvergunningen zijn ruimschoots gerealiseerd met respectievelijk 86,4% en 94,9%.
CWI heeft voor de derde keer de Verbetermeter Werkgevers uitgevoerd. De Verbetermeter Werkgevers vraagt werkgevers naar ervaringen met de dienstverlening van CWI en richt zich specifiek op de vacaturebehandeling. Elke twee weken worden de door de vestigingen in het vacaturematchingssysteem ABS afgeboekte vacatures gebruikt om de vragenlijsten uit te zetten; per kwartaal volgt een rapportage. De werkgevers geven CWI voor de vacatureafhandeling gemiddeld het rapportcijfer 6,8. Evenals in de vorige meting geeft meer dan driekwart van de werkgevers aan waarschijnlijk tot vrijwel zeker een nieuwe vacature via CWI te zullen plaatsen. Ook nu weer zou twee op de drie werkgevers CWI aan anderen aanbevelen. Op 30 september jl. vond de Landelijke Banenmarkt plaats. De Banenmarkt trok 108.000 bezoekers en had een recordaantal standhouders (circa 2.000). Er werden 110.000 vacatures gepresenteerd (92.000 vorig jaar). Wat in het hele land opviel was het grote aanbod van goed gekwalificeerde bezoekers. Werkgevers toonden zich hierover aangenaam verrast. Transparant maken van de arbeidsmarkt / Beschikbare vacatures en CV’s Aan het einde van het derde kwartaal waren bij CWI 110.425 openstaande vacatures beschikbaar. De ontwikkeling van dit standcijfer over de afgelopen maanden, laat een forse toename zien van het aantal bij CWI beschikbare vacatures: van 74.261 vacatures ultimo januari via 101.351 ultimo juni naar 110.425 eind september. Dit is in lijn met de forse banengroei in Nederland. Zo registreert het CBS aan eind van het tweede kwartaal van 2006 circa 23.000 banen meer (gecorrigeerd voor seizoeneffecten), dan aan het einde van het eerste kwartaal van 2006. Het tweede kwartaal van 2006 is het vijfde kwartaal op rij met banengroei. De sterke stijging van het aantal vacatures bij CWI is extra groot vanwege vacatures die zijn geworven voor de de landelijke banenmarkt van 30 september. Enkele kerncijfers over de effectiviteit van Werk.nl: • Van de geplaatste vacatures worden er 12% via Werk.nl vervuld. • Er zijn eind derde kwartaal bijna 339.000 CV’s beschikbaar. • Werkgevers zoeken gemiddeld circa 4.900 keer per dag naar kandidaten. • E-mail service aan werkgevers: 84.000 gemiddeld per dag. • Per dag zoeken gemiddeld circa 105.000 werkzoekenden naar vacatures. • Er zijn links met 118 uitzendbureaus, 90 vacaturesites, 9 internationale sites en 20 informatieve sites. • Er zijn 14 partnermodules en 9 partnerships met andere vacaturesites. Overig Het aandeel van het stafpersoneel bedraagt 16,8%. Dit is inclusief 120 vestigingsmanagers. In vergelijking met andere publieke organisaties heeft CWI weinig overhead.
3e Kwartaalverslag CWI 2006
7
2. Transparant maken van de arbeidsmarkt Doelstelling CWI wil vragers en aanbieders van arbeid een helder zicht geven op wat de arbeidsmarkt te bieden heeft, zodat zij in eerste instantie zelf hun weg vinden op de arbeidsmarkt. Voor werkzoekenden betekent de transparantiedoelstelling toegang tot vacatures, informatie over beroepen, competentieprofielen, opleidingen, arbeidsmarktperspectieven en zicht hebben op eigen mogelijkheden en arbeidsmarktkansen. Voor werkgevers betekent transparantie de mogelijkheid om eenvoudig vacatures te communiceren en toegang tot een substantieel deel van het aantal CV’s van werkzoekenden. Instrumenten CWI zet de fysieke beursvloer op alle CWI-vestigingen en de publieke marktplaats van Werk.nl (vacatures, CV’s, informatie- en advies) in om de transparantiedoelstelling te bereiken. Vanuit Werk.nl zijn vele koppelingen met uitzendbureaus, commerciële vacaturesites, internationale vacaturesites en websites van (sectorale) brancheorganisaties gerealiseerd. Op Werk.nl is een Kansverkenner opgenomen, die werkzoekenden inzicht geeft in de actuele arbeidsmarktkansen, per beroepsgroep en regio. CWI verstrekt landelijke, regionale en lokale arbeidsmarktinformatie aan ketenpartners, regionale samenwerkingsverbanden als de Regionale Platforms Arbeidsmarkt (RPA’s) en instellingen als Kamers van Koophandel, regionale ontwikkelingsmaatschappijen, onderwijsinstellingen, intermediairs, uitzendbureaus en dergelijke. CWI volgt de instroom van werknemers uit andere EU-landen en stelt statistieken over verleende vergunningen (ontslag, tewerkstelling) op. CWI maakt relevante arbeidsmarktinformatie beschikbaar via diverse publicaties, als ArbeidsmarktJournaal, Nieuwsflits Arbeidsmarkt en Kerngegevens. CWI stelt jaarlijks een meerjarige arbeidsmarktprognose op, waarbij de verwachte arbeidsmarktontwikkelingen op middellange termijn inzichtelijk worden gemaakt. Aantal gebruikerssessies Werk.nl Het aantal gebruikerssessies op Werk.nl tot en met het einde van het derde kwartaal 2006 bedraagt 24,6 miljoen, dat is ruim 2 miljoen meer dan voor deze periode verwacht. Aantal beschikbare vacatures en CV’s Het aantal beschikbare vacatures bij CWI (optelsom van beschikbare vacatures op de vestigingen en op Werk.nl) bedraagt in de laatste week van het derde kwartaal 2006 110.425 samengesteld uit 63.186 openstaande vacatures in ABS (vacaturematchingsysteem van CWI) en 47.239 vacatures in Werk.nl 1 . Aan het einde van het tweede kwartaal stonden 101.351 vacatures open, eind januari waren dat er 74.261 Dit is in lijn met de forse banengroei in Nederland. Zo registreert het CBS aan eind van het tweede kwartaal van 2006 circa 23.000 banen meer (gecorrigeerd voor seizoeneffecten), dan aan het einde van het eerste kwartaal van 2006. Het tweede kwartaal van 2006 is het vijfde kwartaal op rij met banengroei. De sterke stijging van het aantal vacatures bij CWI is extra groot vanwege vacatures die zijn geworven voor de de landelijke banenmarkt van 30 september. Het aantal beschikbare CV’s in Werk.nl bedraagt ultimo het derde kwartaal 338.723 CV’s bij een streefwaarde van 325.000. Aantal ingediende vacatures via Werk.nl Werkgevers hebben in het eerste tot het met derde kwartaal van 2006 209.810 vacatures ingediend via het internetkanaal van CWI, dit is boven de doelstelling. Kerncijfers Werk.nl
1 Van de 63.186 openstaande vacatures in ABS waren er 22.848 “doorgezet” naar werk.nl. Feitelijk waren in werk.nl 47.239 + 22.848 = 70. 087 vacatures beschikbaar.
3e Kwartaalverslag CWI 2006
8
Naast de met het ministerie van SZW afgestemde prestatie-indicatoren zijn een aantal kerncijfers beschikbaar die informatie geven over de effectiviteit van Werk.nl. Voor het derde kwartaal 2006 geeft dit het volgende beeld: Enkele kerncijfers over de effectiviteit van Werk.nl: • Van de geplaatste vacatures worden er 12% via Werk.nl vervuld. • Werkgevers zoeken gemiddeld circa 4.900 keer per dag naar kandidaten. • E-mail service aan werkgevers: 84.000 gemiddeld per dag. • Per dag zoeken gemiddeld circa 105.000 werkzoekenden naar vacatures. • Er zijn links met 118 uitzendbureaus, 90 vacaturesites, 9 internationale sites en 20 informatieve sites. • Er zijn 14 partnermodules en 9 partnerships met andere vacaturesites. CWI biedt informatie op Werk.nl die voorziet in de behoefte van werkzoekenden en werkgevers aan informatie over arbeidsmarktkansen, sollicitatievaardigheden, doelgroepinformatie, beroepen en opleidingen. De informatiebehoefte wordt gemeten door het aantal keren dat pagina’s zijn opgevraagd. Een succesvol instrument waarmee arbeidsmarktinformatie over beroepen inzichtelijk gemaakt wordt is de Kansverkenner. De Kansverkenner geeft zicht op passende vacatures en aanbod in een beroepsgroep, en op welke wijze vacatures in een specifiek beroep effectief te vinden zijn en hoe groot de kans is dat een werkzoekende in een specifiek beroep binnen een half jaar een baan vindt.
3e Kwartaalverslag CWI 2006
9
3. CWI en werkzoekenden 3.1 Poortwachter WW en Wwb Doelstelling CWI ontdekt en behoudt talent voor de arbeidsmarkt, voorkomt instroom in een uitkering en ondersteunt werkzoekenden bij het vinden van werk. CWI bevordert zelfwerkzaamheid, geeft voorlichting, advies en ondersteuning en hanteert handhavingsinstrumenten. CWI bekort de uitkeringsduur voor werklozen die werk kunnen zoeken, geeft ondersteuning en stimuleert (voortijdig) schoolverlaters en herintredende vrouwen de arbeidsmarkt op te gaan. CWI werft actief vacatures om de slaagkans van werkzoekenden te vergroten. Al deze doelstellingen vormen samen de poortwachterfunctie van CWI. Dit wordt gemeten aan de hand van de prestatie-indicatoren preventiequote en uitstroomquote. Instrumenten Om de poortwachtersfunctie waar te maken zet CWI de volgende instrumenten in: circa 1.300 adviseurs werk en inkomen en een netwerk van 127 vestigingen. De vacaturesite Werk.nl en in toenemende mate competentietesten spelen hierin een belangrijke rol. Instroom werkzoekenden Tot en met het derde kwartaal 2006 zijn 381.202 werkzoekenden ingestroomd. Voor 2006 is een klantinstroom van 685.000 werkzoekenden geraamd. De verwachting is dat ultimo 2006 circa 75% van de geraamde instroom is gerealiseerd. Zoals in het tweede kwartaalverslag aangegeven benut de Raad van bestuur in de tweede helft van 2006 de lagere klantinstroom voor: • extra vacaturevervullingen (5.810), bovenop de taakstelling van 95.000. • uitbreiding van de dienstverlening aan ouderen, op 1 oktober 2006 gaat het project “Talent Scout 45 plus” van start waarvoor CWI 300 fte inzet. • doorvoeren van kwaliteitsimpulsen in de dienstverlening, gericht op verbetering van de klantbeleving waarbij de uitkomsten van de recente Verbetermeter Werkzoekenden en Verbetermeter Werkgevers leidend zijn. • extra dienstverlening aan gemeenten in het kader van de Wwb voor die vestigingen die voor een aantal gemeenten nog de volledige uitkeringsintake/-aanvraag Wwb uitvoeren. Verderop in deze rapportage wordt nader ingegaan op de invulling van de hierboven genoemde punten. Resultaten poortwachter Preventiequote WW De preventiequote WW bedraagt ultimo september 2006 18,9% bij een streefwaarde van 20%. Dit is een stijging ten opzichte van het eerste halfjaar (toen 18,3%). Uiteindelijk hebben in de eerste drie kwartalen 43.533 werkzoekenden binnen de overdrachtstermijn van 8 werkdagen geen beroep gedaan op de WW, waarvan 15.473 werkzoekenden in het derde kwartaal. Analyse Preventiequote WW De preventiequote WW is om een aantal redenen gestegen ten opzichte van het eerste halfjaar. In de eerste plaats zijn er door inspanning van CWI steeds meer werkzoekenden die zich voor de eerste werkloosheidsdag melden. Hierdoor is er meer tijd om de cliënt aan het werk te helpen en hoeft er geen uitkering aangevraagd te worden. Daarnaast is het werkproces rondom de verwerking van de elektronische aanvraag van WW (E-intake) op diverse vestigingen verder verbeterd. Hierdoor worden resultaten van niet aan UWV overgedragen uitkeringsaanvragen (= preventie) beter vastgelegd. In de vorige kwartaalrapportages is aangegeven waarom het resultaat achterblijft bij de streefwaarde. Dit heeft onder meer te maken met de aantrekkende economie waardoor cliënten eerder zelf werk kunnen vinden. Daardoor melden zich verhoudingsgewijs meer werkzoekenden waarvan het voor CWI fors meer inspanningen vergt om
3e Kwartaalverslag CWI 2006
10
te voorkomen dat zij overgedragen moeten worden aan UWV, ondanks de inzet van diensten in de preventiefase. Ervaring wijst uit dat een deel van de cliënten een beroep blijft doen op opgebouwde WW-rechten. Door de komst van E-intake verplaatst de poortwachtersrol van CWI zich voor een deel van het (fysieke) vestigingskanaal naar het internetkanaal. Op dit moment worden voorbereidingen getroffen om de preventie over de kanalen (vestiging, internet en telefonie) heen vanaf 2007 in beeld te brengen. Preventiequote Wwb De gerealiseerde preventiequote Wwb ultimo september 2006 bedraagt 51,9% bij een streefwaarde van 45%. Dit is een stijging ten opzichte van eerste halfjaar (50,7%). In de vergelijkbare periode in 2005 is dit 47,5%. Tot en met september 2006 hebben 53.082 werkzoekenden binnen de overdrachtstermijn geen beroep gedaan op de Wwb, waarvan 18.586 werkzoekenden in het derde kwartaal. Analyse Preventiequote Wwb Gemeenten voeren zelf grotendeels of volledig de uitkeringsintake Wwb uit, waarbij er verschillen zijn in de mate waarin CWI de gelegenheid krijgt om preventieve maatregelen te nemen en de mate waarin CWI verantwoordelijk is voor (de volledigheid van) het klantdossier. Ten opzichte van het eerste halfjaar is de preventiequote Wwb gestegen omdat de werkafspraken met gemeenten inmiddels zodanig efficiënt zijn ingeregeld dat er minder cliënten aan de gemeente worden overgedragen voor een uitkeringsaanvraag. Daarnaast is het zo dat afspraken in het kader van Work First! op de preventiequote Wwb zowel positief als negatief zijn. Dit is afhankelijk van de gekozen constructie, waarbij werkzoekenden aan het werk gaan met behoud van uitkering of waarbij werkzoekenden aan het werk gaan via een (tijdelijk) dienstverband. Wanneer met behoud van uitkering wordt gewerkt is sprake van een overdracht van een uitkeringsdossier en heeft dit een negatief effect op de preventie door CWI. Wanneer werkzoekenden direct een dienstverband aangaan, via een werkstichting bijvoorbeeld, dan heeft dit een positief effect op de preventie door CWI. De ketenprestatie zal ongeveer gelijk blijven. Uitstroomquotes 2 In het Jaarplan CWI 2006 is aangegeven dat uiteindelijk in de uitstroomquotes WW en Wwb uitsluitend cliënten worden meegeteld die werk kunnen zoeken (route A), aangezien dit de groep is waarvoor CWI persoonlijke dienstverlening uitvoert. Cliënten die geen werk kunnen zoeken (route B) worden gereïntegreerd door onze ketenpartners UWV en gemeente. De huidige uitstroomquotes zijn echter nog berekend op basis van het fase 1-bestand, waardoor de vergelijking tussen realisatie (op basis van fase 1) en streefwaarde (op basis van route A) een sterk vertekend beeld te zien geeft. De populatie van route A-cliënten bestaat volgens schatting uit fase 1-cliënten, 2/3 van de fase 2cliënten en 1/3 van de fase 3-cliënten. Dit zou betekenen dat circa 86% van de WW-cliënten route A en 60% van de Wwb-cliënten route A is. Om de overgang van fase naar route en de gevolgen hiervan voor de meting van de uitstroomquote in kaart te kunnen brengen zal CWI in het Jaarverslag 2006 de uitstroomquotes voor vestigingen die nog faseren en vestigingen die routeren volgens twee varianten in beeld brengen, op basis van de huidige fasevariant en de nieuwe routevariant. Uitstroomquote WW
2
CWI heeft met ingang van het derde kwartaal een correctie doorgevoerd in de telling van de uitstroomquotes, waarbij onvolkomenheden zijn hersteld. Deze correcties hebben een verlagend effect op de quote. Per saldo daalt de uitstroomquote WW hierdoor met 3%-punten, terwijl de uitstroomquote Wwb met 1%-punt afneemt.
3e Kwartaalverslag CWI 2006
11
Ultimo september 2006 heeft 64,4% van de werkzoekenden binnen 6 maanden de WW-uitkering weer beëindigd, ten opzichte van een streefwaarde van 52%. In dezelfde periode in 2005 is dit 58,2%. 132.379 aan UWV overgedragen fase 1-werkzoekenden zijn binnen 6 maanden weer uitgestroomd uit de uitkeringssituatie, waarvan 42.043 werkzoekenden in het derde kwartaal. Hierdoor is een forse besparing gerealiseerd op de uitkeringslasten WW. Uitstroomquote Wwb De uitstroomquote Wwb ultimo september 2006 bedraagt 62,8%. In de vergelijkbare periode in 2005 is dit 59,3%. Tot en met het derde kwartaal zijn 12.322 aan gemeenten overgedragen fase 1-werkzoekenden binnen 6 maanden uitgestroomd uit een uitkeringssituatie, waarvan 4.900 werkzoekenden in het derde kwartaal. Hierdoor is een belangrijke besparing gerealiseerd op de uitkeringslasten Wwb. Uitsplitsing van de quotes naar aanbodcategorieën In de onderstaande tabel zijn de preventie- en uitstroomquotes uitgesplitst naar etnische minderheden, vrouwen, mannen, jongeren en ouderen.
Conclusie is dat de preventie- en uitstroomquotes verschillen laten zien tussen de diverse categorieën. De preventiequotes WW en Wwb zijn voor jongeren het hoogst en voor 45-jarigen of ouder en etnische minderheden het laagst. Dit is ook zichtbaar bij de uitstroomquote WW en Wwb. Opvallend is dat de uitstroomquotes voor 45 jarigen en ouder ten opzichte van het gemiddelde erg laag zijn. Prestatiemeting keten Met ingang van 2006 zijn de quotes voor WW op maandbasis beschikbaar per CWI/locatie. De ketenpreventiequote WW tot en met het derde kwartaal bedraagt 32%. Dit is een lichte stijging ten opzichte van de vorige verslagperioden. De ketenuitstroomquote WW bedraagt 76% en is daarmee ongewijzigd ten opzichte van het eerste en het tweede kwartaal. Keten prestatieindicatoren 2006 2006 t/m
Preventiequote WW CWI Preventiequote WW UWV Keten Preventiequote WW Uitstroomquote WW (1-6 mnd) Uitstroomquote WW (6-12 mnd) Keten Uitstroomquote WW (1 jaar)
Jaar 2005 20% 16% 33% 54% 43% 74%
2006 t/m
2006 t/m
Kwartaal 1 Kwartaal 2 18% 18% 16% 16% 31% 31%
Kwartaal 3 19% 16% 32%
57% 44% 76%
56% 45% 76%
56% 46% 76%
Tijdigheid- en volledigheidsquotes WW en Wwb Tijdigheid en volledigheid van de dossieroverdracht van CWI aan de ketenpartner maakt onderdeel uit van de geïntegreerde ketendienstverlening. Op de 127 locaties worden maatwerkafspraken met elkaar gemaakt om de dossieroverdracht zodanig vorm te geven dat werk boven uitkering kan worden gesteld indien de cliënt werk kan zoeken en als de cliënt dat niet kan er zo snel mogelijk wordt voorzien in inkomenszekerheid. Dat is afhankelijk van verschillende, veelal lokale factoren. De waarde van landelijke cijfers over tijdigheid en volledigheid van dossieroverdracht van CWI aan de ketenpartner is daardoor erg relatief. Dit was
3e Kwartaalverslag CWI 2006
12
al voorzien in het Jaarplan CWI 2006, maar toen zijn op verzoek van het ministerie van SZW toch prestatieafspraken gemaakt over deze indicatoren. Bij de verantwoording over de realisatiecijfers dient deze context mee in beschouwing genomen te worden. De volledigheid WW bedraagt tot en met het derde kwartaal 2006 91,5%, ten opzichte van een streefwaarde van 85%. Van de Wwb-dossiers is 98,9% volledig overgedragen aan gemeenten. Een dossier is conform de afgesproken definitie met de ketenpartners volledig, wanneer op het begeleidende overdrachtsformulier is aangegeven welke relevante gegevens en bewijsstukken in het dossier aanwezig zijn en welke nog ontbreken. De tijdigheid WW van de overdracht aan UWV is met 86,3% hoger dan de norm van 80% De tijdigheid Wwb (overdracht aan gemeenten binnen 8 werkdagen na de uitkeringsintake) bedraagt tot en met het derde kwartaal 91,4% bij een norm van 95%. Het tijdigheidspercentage Wwb kan lager uitvallen vanwege lokaal gemaakte afspraken met de gemeente om dossiers later dan de standaardtermijn van acht werkdagen over te dragen. E-intake WW Tot en met het derde kwartaal 2006 zijn in totaal 331.422 E-intake berichten behandeld waarvan 191.018 inschrijvingen Werk en 140.404 aanvragen WW. Hiervan zijn 117.178 berichten behandeld in het 3e kwartaal, waarvan 67.317 inschrijvingen Werk en 49.861 aanvragen WW. Het gebruik van E-intake bij aanvraag WW is toegenomen. In het derde kwartaal verliep 68% van de aanvraag via E-intake. In het eerste en het tweede kwartaal bedroegen deze percentages resp. 53% en 58%. De dienstverlening via het internetkanaal zal begin 2007 verder worden uitgebreid met E-intake Wwb/IOAW; zie ook paragraaf 5.5 van dit verslag. 3.2 Indicatiestelling Wsw De operationele fase van het project kenmerkt zich op het moment door een grote mate van stabilisatie en beheersing van de processen. Het meest duidelijk wordt dit door het blijvend realiseren en zelfs overtreffen van de tijdigheidsnorm op een zeer goed niveau met behoud van de kwaliteit. De balans tussen de beschikbaarheid van deskundig personeel met het volume van aanvragen is op dit moment goed verzorgd. Maandelijks worden er gemiddeld 2.300 beschikkingen afgegeven onder een gelijk blijvend volume onder handen werk. In de eerste drie kwartalen zijn 22.126 beschikkingen afgegeven. De verwachting is dat de tussentijds tot 26.000 bijgestelde jaarprognose voor het aantal beschikkingen zal worden overtroffen. Deze ontwikkeling is in lijn met de opgestelde prognoses voor het jaar 2007 welke een verdere stijging te zien zal geven. Tijdigheid over de in januari tot en met juni ingediende aanvragen Met het ministerie van SZW is afgesproken de meting van de tijdigheid van de besluiten Wsw (% binnen 16 weken na aanvraag) aan te passen. Hierbij is afgesproken dat de tijdigheid alleen zal worden gemeten van aanvragen die in 2006 zijn gedaan, waarmee wordt voorkomen dat “oude” dossiers uit 2005 een langdurend neerwaarts effect op de tijdigheid sorteren. De tijdigheid over de in januari tot en met juni ingediende aanvragen is als volgt:
3e Kwartaalverslag CWI 2006
13
De tijdigheid over de in het eerste halfjaar ingediende aanvragen bedraagt 92,5% voor eerste indicaties en 95,7% voor herindicatie, bij een streefwaarde van 90%. 3.3 Ontwikkelingen in de dienstverlening Ouderen (45+) De inzet van oudere werknemers op de arbeidsmarkt is in de toekomst hard nodig. De realiteit is echter dat ouderen in Nederland, ondanks een toenemende behoefte aan personeel, maar moeilijk aan werk komen. Dat is voor een belangrijk deel te wijten aan de beeldvorming die bestaat over ouderen. Zo zouden ouderen duur en minder flexibel zijn en zouden ze het werktempo maar moeilijk kunnen bijbenen. Uit diverse onderzoeken blijkt dat deze beeldvorming niet klopt. Het werken met oudere werknemers biedt zelfs duidelijke voordelen. Maar tot dusver is daar nog weinig aandacht voor. CWI speelt in op deze problematiek. In het derde kwartaal heeft CWI daartoe voorbereidingen getroffen in het project “Talent Scout 45 plus” dat in oktober 2006 van start is gegaan en doorloopt in 2007. Ouderen vanaf 45 jaar krijgen extra ondersteuning bij het vinden van werk. Dit kan via bemiddeling (plaatsing op een vacature) maar ook door middel van begeleiding bij het vinden van werk of bij het starten als zelfstandige. Verder krijgt de negatieve beeldvorming rond oudere werknemers alle aandacht. Werkgevers en intermediairs moeten (weer) oog krijgen voor de specifieke kwaliteiten van 45-plussers. Zo hebben veel ouderen een schat aan werk- en levenservaring en zijn ze betrouwbaar. Ook zijn veel oudere werknemers honkvast. Dat is goed voor de continuïteit van de organisatie en het maakt het rendabel om in oudere werknemers te investeren. CWI heeft 300 fte ingezet op dit project. Doel is om 22.500 45-plussers aan het werk te helpen. In 2006 benut CWI een deel van de lagere klantinstroom voor het uitbreiden van de dienstverlening aan ouderen. Ter ondersteuning worden extra competentietests ingezet voor ouderen, worden speciale modules ontwikkeld in www.werk.nl, komen werkmappen beschikbaar en krijgen medewerkers specifiek doelgroepgerichte trainingen. Daarnaast wordt de samenwerking gezocht met de ketenpartners en met regionale en lokale netwerkorganisaties.
3e Kwartaalverslag CWI 2006
14
Jongeren Focus op Jongeren De aanpak om de jeugdwerkloosheid te bestrijden, blijft prioriteit houden. Er wordt extra capaciteit ingezet waardoor intensieve persoonlijke dienstverlening mogelijk wordt. Uitgangspunt is een sluitende aanpak voor alle jongeren. Daarnaast worden jongeren zonder startkwalificatie gestimuleerd om deze alsnog te halen al dan niet in combinatie met een leerbaan. De combinatie van een aantrekkende economie en een intensieve en sluitende aanpak van de jeugdwerkloosheid werpt zijn vruchten af. Het aantal ingeschreven werkzoekende jongeren daalt spectaculair. Dit geldt vooral voor de jongeren met een korte werkloosheidsduur. De daling van het aantal jongeren met een lange werkloosheidsduur blijft hier duidelijk bij achter. Deze jongeren zullen aangewezen zijn op meer ondersteuning en begeleiding om alsnog de stap naar de arbeidsmarkt te kunnen maken. Met name voor deze groep jongeren werkt CWI samen met de Taskforce jeugdwerkloosheid, de kenniscentra en gemeenten aan het project tweedekansberoepsonderwijs. De veelbelovende aftrap op 30 mei en de intensieve communicatiecampagne van de taskforce hierover heeft bij de CWI vestigingen geleid tot een aanzienlijke groei van het aantal gemelde leerbanen voor jongeren: 2.717 in het eerste kwartaal, 2.986 in het tweede kwartaal en 3.304 in het derde kwartaal. Tevens hebben zich jongeren gemeld die naar aanleiding van de communicatiecampagne hulp willen hebben bij het zoeken naar een leerbaan. Naast deze acties is CWI bezig om nieuwe wegen te zoeken om de doelgroep jongeren die nog niet bekend is bij CWI en ook niet op school zit of aan het werk is, te benaderen. We hebben een actie gestart waarbij we jongeren opgeroepen hebben om zich door middel van het versturen van een SMS te melden bij CWI. Daarnaast is CWI in de vier grote gemeenten gesprekken gaan voeren met de ROC’s om de dienstverlening van CWI aan te bieden op locatie van de ROC’s. Dit met als doel om mee te helpen de voortijdige schooluitval te voorkomen. Dit kan door te ondersteunen bij het zoeken naar leerbanen, daar waar de jongere deze nog niet gevonden heeft. Daarnaast kunnen we jongeren die willen stoppen met hun opleiding helpen bij het maken van nieuwe keuzes door bijvoorbeeld het aanbieden van competentietesten of door informatie te geven over de arbeidsmarkt en beroepen. Uiteraard kunnen we de jongeren die klaar zijn met de opleiding of die voortijdig gestopt zijn en niet meer terug willen naar school helpen bij het zoeken van een baan. Daarnaast kunnen we de docenten en decanen van de betreffende ROC’s workshops over werk.nl geven en informatie over de arbeidsmarkt en de dienstverlening van CWI. Tevens kan het ontwikkelde lespakket gebruikt worden om de leerlingen van ROC’s te ondersteunen. Verder is in samenspraak met Achmea en productiemaatschappij Netwerk 6 de start gemaakt voor het project ‘help ik krijg een baan’. Door middel van het inschakelen van de ‘omgeving’ van de jongere in de vorm van een vriend of vriendin willen we de jongeren die niet op school zitten of aan het werk zijn en nog niet bekend zijn bij CWI stimuleren om op zoek te gaan naar werk of een opleiding. Het project wordt ondersteund door de televisieserie ‘help ik krijg een baan’ waarin Dennis van der Geest optreedt als coach voor de jongeren. De jongeren die aangemeld worden en die niet meedoen in de tv-serie worden allemaal opgepakt door CWI. Ook daarbij wordt gebruik gemaakt van de vriend/vriendin als “buddy”. Inmiddels zijn er honderden aanmeldingen binnen. JongActief JongActief is een projectmatig samenwerkingsverband, tussen CWI, VNO-NCW, MKB-Nederland en LTO Nederland, gericht op kansen voor jongeren op de arbeidsmarkt bij deze grote werkgeversorganisaties. Het project gaat op 1 oktober 2006 haar laatste projectjaar in met een verlengde doorlooptijd tot 1 oktober 2007. Op 31 augustus 2006 heeft de stuurgroep JongActief het activiteitenplan JongActief 2006/2007 geaccordeerd. Belangrijkste accenten in de operationalisering 2006/2007 zijn: • Marktbewerking: stimuleren van kansen aan de vraagzijde van de arbeidsmarkt; • CWI krijgt impulsen voor bemiddeling van jongeren vanuit JongActief; • De vraag en instroommogelijkheden transparant te maken voor CWI;
3e Kwartaalverslag CWI 2006
15
• •
Ontwikkeling van arrangementen om jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt te plaatsen via CWI; Instrumenten ontwikkelen zoals de non-profit payroll constructie EasyUse.
In het derde kwartaal 2006 bleef de focus onverminderd gericht op de initiatieven van de drie werkgeversorganisaties om een bijdrage te leveren aan het ontwikkelen en implementeren van brancheactieplannen. Het jongerenbestand muteert tot een harde kern van jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt. Daar tegenover staat een groeiend aantal kansen voor jongeren op de arbeidsmarkt onder invloed van een aantrekkende economie en een tendens van een krapper wordende arbeidsmarkt. Dit is een paradox die aandacht vraagt ook om werkgevers te blijven committeren bij tegenvallende instroom. Creativiteit (bijvoorbeeld met behulp van arrangementen) wordt noodzakelijk om werkgevers te stimuleren om jongeren uit laatstgenoemde groep een kans te geven. Tenslotte heeft JongActief, in nauwe samenwerking met het Servicepunt Arbeidsmarkt MKB, een eerste aanzet gegeven voor het ontwikkelen van gerichte bemiddelingsinformatie ten behoeve van respectievelijk de vacatureteams en de jongerenadviseurs CWI. Er is ook gerichte informatie ten behoeve van branchevertegenwoordigers en personeelsfunctionarissen, die inzicht geeft in de arrangementen, instrumenten, adviesmogelijkheden en vooral beschikbaar aanbod. Deze informatiedrager zal gericht zijn op het overdragen van kennis vanuit JongActief. Project Ondernemend de uitkering uit Uit onderzoek van het Ministerie van SZW blijkt dat mensen die vanuit een uitkering een eigen bedrijf beginnen, minder risico lopen weer terug te vallen op een uitkering dan mensen die vanuit dezelfde situatie een baan in loondienst aannemen. CWI Gooi Noord (Huizen) is gestart met het project Ondernemend de uitkering uit. Samen met gemeente, UWV, het Bureau Zelfstandigen (Hilversum) en met de Kamer van Koophandel Gooi- en Eemland worden uitkeringsgerechtigden geadviseerd en eventueel begeleid naar zelfstandig ondernemerschap. Hieraan gaat een selectie vooraf, waarbij de ondernemerscompetentietest als selectievoorwaarde wordt gesteld. Tussen 1 april en begin oktober hebben zich 120 werkzoekenden gemeld voor deze pilot. Hiervan zijn rond de 30 personen (een kwart) inmiddels gestart als zelfstandig ondernemer. Circa 20 personen zitten nog in een toeleidingstraject en kunnen mogelijk ook nog starten als zelfstandig ondernemer. Deelnemers waarvoor het niet haalbaar bleek om als zelfstandig ondernemer aan de slag te gaan, zijn opgenomen in de caseload van adviseurs voor bemiddeling naar werk in loondienst. Vanuit deze caseload zijn inmiddels al 25 personen uitgestroomd naar een baan. Competentie Test Centra In de verslagperiode is het totaal aantal vestigingen dat beschikt over een Competentie Test Centrum (CTC) gebracht van 42 naar 90. Voor CWI is het werken met competenties een strategisch onderdeel van de dienstverlening dat voor klanten op alle vestigingen toegankelijk moet zijn. De testen waarmee gewerkt wordt zijn: persoonlijkheidstest, een carrièrewaardentest (gericht op vaststellen van motivatoren in het werk), een interessetest en drie capaciteitentests. Deze zijn in te zetten voor klanten met uiteenlopende opleidingsniveaus. Naast training en coaching van adviseurs en de operationele inbedding in de dienstverlening is het accent steeds meer komen liggen op de relatie tussen het in beeld brengen van competenties en de bemiddeling naar de arbeidsmarkt. In dat kader heeft ook een eerste evaluatie van de zogeheten Beroepenscan voor jongeren plaatsgevonden. Verder onderzoekt CWI zowel landelijk als binnen regio’s met ketenpartners de mogelijkheden die het werken met competenties aan de samenwerking toevoegt. Erkenning verworven competenties (EVC) CWI is aanvrager van een ESF/Equal project waarbinnen best practices met betrekking tot de inzet van EVC in de keten van onderwijs en arbeidsmarkt worden ontwikkeld. Daartoe zijn verschillende ‘werkpakketten’ ontwikkeld, die zich richten op methodiek en instrumenten, kwaliteit en standaardisering, servicecentra en regionale deskundigheden.
3e Kwartaalverslag CWI 2006
16
De werkzaamheden van het werkpakket “Servicecentra EVC” concentreren zich op de regio’s Rivierenland en Twente. Inzet is te komen tot het organisatorisch en instrumenteel samenwerken tussen onderwijs, CWI en andere partners. In de regio Rivierenland is een concreet projectplan opgesteld over doel en inrichting van een Servicecentrum EVC, waarin onder andere opgenomen is voor welke doelgroepen de dienstverlening wordt aangeboden en welke instrumenten worden ingezet. In de regio Twente wordt gewerkt aan een projectplan, waarbij het gaat om EVC in relatie tot arbeidstoeleiding, levenlang leren, individueel maatwerk in het mbo en de aansluiting mbo/hbo. Hierbij wordt ook een link gelegd met de jongerenloketten. In het werkpakket “Transnationele overeenkomst” wordt - in analogie aan het onderzoek van de Vlaamse Dienst voor de Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) – in het programma “Indicate” gewerkt aan het repliceren van een soortgelijk onderzoek onder werkzoekenden in Nederland. Het project “Indicate” van de VDAB beoogt een instrument op te leveren waaruit een eerste, globale, maar niettemin betrouwbare indicatie valt te geven welke werkzoekenden wel en welke niet zelfredzaam zijn op basis van objectieve en subjectieve factoren. De rol van CWI hierbij is op de eerste plaats het realiseren van een Nederlandse controlegroep voor de VDAB. De start van het afnemen van de vragenlijsten is voorzien eind oktober 2006. Internationale diplomawaardering (IDW) Voor werkzoekenden met een buitenlands diploma voert CWI de Internationale Diplomawaardering (IDW) uit. Voor 2006 is uitgegaan van 5.500 aanvragen (waarderingen). Tot en met het derde kwartaal 2006 zijn 3.439 aanvragen voor waardering ingediend, circa 62% van de jaarraming. Het aantal afgegeven diplomawaarderingen tot en met ultimo september 2006 bedraagt 2.815.
3e Kwartaalverslag CWI 2006
17
4. CWI en werkgevers 4.1 Vacaturematching voor werkgevers Doelstelling CWI biedt werkgevers instrumenten om zelf vacatures te vervullen. Op verzoek biedt CWI actieve ondersteuning. Een belangrijke ambitie in 2006 is het kwalitatief en kwantitatief verder uitbouwen van de dienstverlening aan werkgevers door het vervullen van 95.000 vacatures in 2006. Een goede bemiddelingspositie van CWI bij werkgevers is essentieel voor een slagvaardige poortwachterrol. Hiermee speelt CWI in op het zoveel mogelijk terugdringen van de toenemende druk op de arbeidsmarkt, dat wil zeggen het niet laten oplopen van de tijd dat vacatures openstaan, vaker actieve matching toepassen waar eerder zelfredzaamheid volstond en het meer accentueren van kansen binnen doelgroepen. Instrumenten Om werkgevers te ondersteunen in de vacaturevervulling heeft CWI op elk van de 127 vestigingen een vacatureteam. Daarnaast adviseren CWI-professionals over de juiste wervingen selectiemethode, het functieprofiel en de inwerkperiode. Regelmatig biedt CWI werkgevers de mogelijkheid werkzoekenden te ontmoeten op banenmarkten of via landelijke wervingsacties. De vacaturesite Werk.nl biedt werkgevers zelfstandig de mogelijkheid om vacatures te plaatsen en geschikte kandidaten te zoeken en te vinden. Lokaal participeert CWI in Servicepunten, onder meer voor Ambachten en Techniek (zoals in Rotterdam en Amsterdam), waar CWI, gemeenten, UWV en werkgeversorganisaties de dienstverlening aan werkgevers op één centraal punt hebben samengebracht. Resultaten vacaturevervulling In de eerste drie kwartalen van 2006 zijn door CWI 80.794 vacatures vervuld, respectievelijk 24.686 vacatures in het eerste kwartaal, 29.128 vacatures in het tweede kwartaal en 26.980 vacatures in het derde kwartaal. Hiermee ligt CWI ruimschoots op koers om in dit uitvoeringsjaar 95.000 vacatures te vervullen. In vergelijking met dezelfde periode in 2005 (70.065 vervulde vacatures) laat CWI een groei van 15% zien. Ongeveer 30% van de vacatures wordt vervuld met jongeren tot 23 jaar. Hiermee levert CWI een effectieve bijdrage aan het bestrijden van de jeugdwerkloosheid. In het vorige kwartaalverslag heeft CWI aangegeven dat de ruimte die ontstaat door de achterblijvende klantinstroom werkzoekenden, onder andere zal worden ingezet om – boven op de jaartaakstelling van 95.000 - 5.810 extra vacatures te vervullen. Op basis van de resultaten tot en met het derde kwartaal ziet het er naar uit dat deze extra vervullingen gerealiseerd gaan worden. Naast de vervullingen via het vestigingskanaal zijn ook nog 13.507 kandidaten door werkgevers aangenomen op door hen gepubliceerde vacatures via Werk.nl. Sinds vorig jaar wordt aan werkgevers bij het verwijderen of inactief maken van een vacature een drietal vragen gesteld. 12% van de werkgevers geeft aan de door hun geplaatste vacature via Werk.nl te hebben vervuld. Banenmarkt Op zaterdag 30 september vond op de CWI-vestigingen in intensieve samenwerking met UWV en gemeenten de Landelijke Banenmarkt plaats. Op vestigingen in de grote steden begon de Banenmarkt een dag eerder. De Banenmarkt trok 108.000 bezoekers en had een recordaantal standhouders (circa 2.000). Er werden 110.000 vacatures gepresenteerd (92.000 vorig jaar). De snel veranderende verhoudingen op de arbeidsmarkt weerspiegelden zich ook op de banenmarkt: veel meer vacatures, meer nieuwe toetreders en meer baanveranderaars. Wat in het hele land opviel was het grote aanbod van goed gekwalificeerde bezoekers. Werkgevers toonden zich hierover aangenaam verrast. Behalve veel vacatures, was er ook informatie en advies over alles wat met werk te maken heeft en verder workshops over solliciteren, netwerken, ondernemer worden en competenties testen.
3e Kwartaalverslag CWI 2006
18
Veel werkzoekenden toonden zich positief over de verkorte competentietest die ze konden afleggen, als voorproefje van de volledige test in één van de Competentie Test Centra. Er werden daarvoor tijdens de Banenmarkt meteen vele vervolgafspraken gemaakt. Op veel plaatsen was er speciale aandacht voor de ambachtelijke beroepen omdat er in veel van deze sectoren behoefte is aan instroom van nieuwe werknemers. De variatie van werkgevers was aanzienlijk: van Defensie tot Ikea, van uitzendbureaus tot het Kruidvat, van Albert Heijn en Aldi tot bouwbedrijven en financiële instellingen. Resultaten vacaturewerving Het aantal door werkgevers bij CWI-vestigingen ingediende vacatures bedroeg tot en met september 250.672, resp. 79.713 in het eerste kwartaal, 81.835 in het tweede kwartaal en 89.124 in het derde kwartaal. Het hoge aantal vacatures in het derde kwartaal is toe te schrijven aan wervingsacties in het kader van de landelijke banenmarkt eind september. Ook in relatie tot dezelfde periode in 2005 (231.341 vacatures) laat 2006 een voortgaande groei zien. In dezelfde periode zijn daarnaast nog 209.810 vacatures via het internetkanaal ingediend. Transparantiebereik Het transparantiebereik van CWI tot en met het derde kwartaal van 2006 bedraagt 64,8%. Het transparantiebereik laat een stijgende lijn zien die het gevolg is van een toename van het aantal ingediende vacatures zowel op de vestigingen als via Werk.nl. Bij dit percentage past de kanttekening, dat de teller (ingediende vacatures bij CWI) bestaat uit een realisatiecijfer en de noemer (schatting omvang totale vacaturemarkt) uit een prognosecijfer. 3 Waarderingscijfer werkgevers CWI heeft in de verslagperiode voor de derde keer de Verbetermeter Werkgevers uitgevoerd. De Verbetermeter Werkgevers vraagt werkgevers naar ervaringen met de dienstverlening van CWI en richt zich specifiek op de vacaturebehandeling. Elke twee weken worden de door de vestigingen in het vacaturematchingssysteem ABS afgeboekte vacatures gebruikt om de vragenlijsten uit te zetten; per kwartaal volgt een rapportage. De genoemde meting heeft betrekking op vacatures die in het tweede kwartaal van 2006 zijn behandeld. Werkgevers zien CWI als een betrouwbare, servicegerichte organisatie. In totaal zijn 1.685 vragenlijsten ingevuld. De werkgevers geven CWI voor de vacatureafhandeling gemiddeld het rapportcijfer 6,8. Dit cijfer is al enige tijd stabiel. De vorige metingen kwam uit op resp. 6,9 (1e kwartaal 2006) en 6,8 (3e kwartaal 2005). Evenals in de vorige meting geeft meer dan driekwart van de werkgevers aan waarschijnlijk tot vrijwel zeker een nieuwe vacature via CWI te zullen plaatsen en zou bijna twee op de drie werkgevers CWI bij anderen aanbevelen.
3
In de CWI Arbeidsmarktprognose 2006-2011 wordt uitgegaan van 947.000 ontstane vacatures in 2006. In het Jaarverslag 2006 zal het transparantiebereik worden gemeten met als noemer het werkelijk aantal ontstane vacatures zoals gemeten door het CBS.
3e Kwartaalverslag CWI 2006
19
Project Defensie In het derde kwartaal zijn door CWI in het kader van het Defensieproject 41 vacatures in behandeling genomen en zijn 375 werkzoekenden op vacatures verwezen. Cumulatief tot en met het derde kwartaal zijn dat 1.018 vacatures en 1.473 werkzoekenden. Het aantal werkzoekenden dat in dit kwartaal is verwezen is licht gedaald, dit kan verklaard worden door de teruglopende werkloosheid. Het convenant met Defensie loopt af op 31 december 2006. Tegen deze achtergrond wordt met Defensie gesproken over een nieuw convenant voor de periode tot 31 december 2011. De activiteiten zullen in de toekomst meer worden gericht op door- en uitstroom. Mobilteitscentrum Zuid-Limburg Omdat bij Nedcar in Born honderden banen verloren dreigen te gaan, is begin september een mobiliteitscentrum van start gegaan met als taak om de met werkloosheid bedreigde werknemers van werk naar werk te begeleiden. In het mobiliteitscentrum werken NedCar, UWV, Kenteq (het kenniscentrum metaal & elektrotechniek) en CWI nauw samen. Er wordt gewerkt op een vernieuwende manier. Zo zijn de personeelsinformatiesystemen van NedCar gekoppeld aan de inschrijving bij het CWI. De werkzoekende hoeft zelf geen formulieren in te vullen. Alle benodigde informatie voor de WW-uitkering komt automatisch bij het mobiliteitscentrum terecht. Het mobiliteitscentrum biedt hulp aan iedereen die gebruik maakt van de overeengekomen vrijwillige vertrekregeling. Ook ontslagen medewerkers van toeleveringsbedrijven van NedCar kunnen er terecht. Het streven is dat tachtig procent van de met werkloosheid bedreigden straks een andere baan heeft. Omdat er weinig vacatures in de sector zelf zijn, zullen de mensen veelal worden toegeleid naar werk in andere branches. Dat vergt omscholing, opleiding en training. Samenwerking met Philips In de verslagperiode is een samenwerkingsconvenant afgesloten met Philips. Het betreft afspraken die zijn gemaakt gezien te verwachten ontwikkelingen bij Philips als gevolg van het wegvloeien van relatief eenvoudige maakindustrie naar Azië en de daarmee gepaard gaande afbouw van personeel in Nederland. Het convenant vormt de basis voor verdere operationalisering van deze samenwerking. Doel is om medewerkers blijvend deel te laten nemen aan het arbeidsproces (de zogenaamde “van-Werk-naar-Werk-aanpak”). Op regionaal en lokaal niveau wordt concreet invulling gegeven aan de afspraken zoals bijvoorbeeld in Weert waar CWI, Philips en de gemeente samenwerken om met werkloosheid bedreigde medewerkers direct naar ander werk te kunnen uitplaatsen. Om het proces zo effectief mogelijk te laten zijn, hanteert Philips naast de samenwerking met CWI haar eigen mobiliteitsaanpak, ingevuld met gecontracteerde outplacementbureaus.
4.2 Ontslag- en tewerkstellingsvergunningen Doelstelling CWI wil aanvragen van werkgevers voor ontslag- en tewerkstellingsvergunningen tijdig en correct behandelen. Daarbij geeft CWI informatie over ontslag, arbeidsrechtelijke vragen en tewerkstelling. Tijdigheid ontslagaanvragen en tewerkstellingsvergunningen In het derde kwartaal van 2006 is 86,3% van de aanvragen voor een ontslagvergunning binnen zes weken afgehandeld (streefwaarde 79,0%). Cumulatief tot en met het derde kwartaal bedraagt de tijdigheid ontslag 86,4%. In het derde kwartaal is 93,8% van de aanvragen voor een Tewerkstellingsvergunning (Twv) binnen vijf weken afgehandeld (streefwaarde 92,0%). Cumulatief tot en met het derde kwartaal bedraagt de tijdigheid Twv 94,9%. Ontslagvergunningen Het aantal ingediende ontslagaanvragen in het derde kwartaal van 2006 bedraagt 10.708, hetgeen 39% lager is dan de raming voor die periode. Ten opzichte van de voorgaande kwartalen
3e Kwartaalverslag CWI 2006
20
is sprake van een voortzettende daling (eerste kwartaal 14.488, tweede kwartaal 12.192). Gelet hierop wordt uitgegaan van een jaarprognose van 48.000 ontslagaanvragen. Aanvraag Toets verwijtbare werkloosheid Op verzoek van UWV toetst CWI of er sprake is van verwijtbare werkloosheid bij uitkeringsaanvragen. Per 1 oktober 2006 eindigt deze toetsing door CWI. Tewerkstellingsvergunningen Het aantal ingediende aanvragen voor een tewerkstellingsvergunning in het derde kwartaal 2006 bedraagt 28.831, dit is 131% hoger dan de raming voor die periode. De forse stijging van het aantal aanvragen wordt met name veroorzaakt doordat per 2 juni 2006 de volgende groepen zijn vrijgesteld van de arbeidsmarkttoets: de agrarische sector, de binnenscheepvaart, de metaal- en technische bedrijfstak (klein metaal), slachterijen en visfileerbedrijven en het wetenschappelijk onderzoek. Hierbij is het verkrijgen van een Twv eenvoudiger, aangezien alleen nog getoetst wordt of de beloning en de huisvesting van betrokken werknemers aan de eisen voldoen. De toets op de aanwezigheid van prioriteitgenietend aanbod is komen te vervallen. Deze versoepelde toelating betreft elke functie binnen de genoemde groepen. Naast de bovengenoemde sectoren die per juni zijn vrijgesteld van de arbeidsmarkttoets, zijn per 17 september onder meer hieraan toegevoegd de metaalindustrie, winkelbedrijven, de zorgsector en de horeca. Verklaringen (regeling schoonmaakpersoneel, startkwalificatie en fonds A+O) Er bestaat een aantal regelingen op basis waarvan een werkgever in aanmerking kan komen voor subsidie of fiscaal voordeel, als deze een werkloos werkzoekende in dienst neemt (regeling schoonmaakpersoneel, arbeidsmarkt- en opleidingsfonds (fonds A+O) of opleidt tot een bepaald niveau (startkwalificatie). CWI verstrekt aan de werkgever een verklaring waarmee de subsidie of het fiscaal voordeel kan worden verkregen. Het totaal aantal ingediende aanvragen in het derde kwartaal 2006 lag met 416 ruim hoger dan de raming. Aanvragen voor indicatie no-riskpolis en premiekorting (WIA) In dit kwartaal zijn 29 aanvragen ontvangen. De voorlichting vanuit VNG aan gemeenten wordt thans concreet, gemeenten zijn inmiddels doende met de voorbereidingen voor aanvragen. Naar verwachting zal de instroom in de komende periode verder op gang gaan komen.
3e Kwartaalverslag CWI 2006
21
CWI JURIDISCHE ZAKEN
Ontslagvergunningen ingediende aanvragen afgehandelde aanvragen % tijdig verleend Ontslagvergunningen WSW ingediende aanvragen afgehandelde aanvragen % tijdig afgehandeld Aanvragen Toets verwijtbaar werkloos ingediende aanvragen afgehandelde aanvragen % tijdig afgehandeld Werktijdverkorting ingediende aanvragen afgehandelde aanvragen % tijdig afgehandeld Tewerkstellingsvergunningen (twv) ingediende aanvragen afgehandelde aanvragen % tijdig verleend Notificaties ingediende aanvragen afgehandelde aanvragen % tijdig afgehandeld Verklaringen (RSP, VSK, A+O) ingediende aanvragen afgehandelde aanvragen % tijdig afgehandeld Verklaringen t.b.v. gemeenten (WIA) ingediende aanvragen afgehandelde aanvragen % tijdig afgehandeld Informatie en Advies ingediende aanvragen afgehandelde aanvragen % tijdig afgehandeld Juridische procedures • ingediende procedures Wav (twv) afgehandelde procedures Wav (twv) % tijdig afgehandeld (bezwaarschrift) • ingediende procedures WSW afgehandelde procedures WSW % tijdig afgehandeld (bezwaarschrift) • ingediende procedures WIA afgehandelde procedures WIA % tijdig afgehandeld (bezwaarschrift) • ingediende overige procedures afgehandelde overige procedures % tijdig afgehandeld (bezwaarschrift)
jaarplan 2006
Raming t/m t/m kw3 2006
t/m kw3 % t.o.v. aantal raming
Realisatie 2006 kw1 kw2 % t.o.v. % t.o.v. aantal aantal raming raming
kw3 % t.o.v. aantal raming
70.000
52.500
37.388 39.718 86,4%
71,2% 75,7%
14.488 15.243 85,4%
82,8% 87,1%
12.192 13.463 87,6%
69,7% 76,9%
10.708 11.012 86,3%
61,2% 62,9%
563
536 596 83,1%
95,3% 106,0%
188 225 75,1%
100,3% 120,0%
194 197 87,6%
103,5% 105,1%
154 174 88,6%
82,1% 92,8%
1.500
194 174 82,2%
12,9% 11,6%
126 116 76,7%
33,6% 30,9%
52 45 93,3%
13,9% 12,0%
16 13 92,3%
4,3% 3,5%
400
300
60 54 100,0%
20,0% 18,0%
15 10 100,0%
15,0% 10,0%
7 12 100,0%
7,0% 12,0%
38 32 100,0%
38,0% 32,0%
50.000
36.993
61.380 165,9% 11.929 57.454 155,3% 11.791 94,9% 95,8%
95,4% 94,3%
(1) 79,0% 750 79,0% 1.500 75,0% (2) (2) (2)
(1) 92,0% 1.000
4.467 4.467 -
595,6% 595,6%
779 779 -
311,6% 311,6%
1.660 1.660 -
664,0% 664,0%
2.028 2.028 -
811,2% 811,2%
450
769 671 92,0%
170,9% 149,1%
198 226 93,8%
132,0% 150,7%
155 160 91,9%
103,3% 106,7%
416 285 90,5%
277,3% 190,0%
6.600
49 41 85,4%
0,7% 0,6%
3 2 100,0%
0,1% 0,1%
17 13 100,0%
0,8% 0,6%
29 26 76,9%
1,3% 1,2%
75,0% 8.800
28.831 230,6% 27.051 216,4% 93,8%
750
600
20.620 165,0% 18.612 148,9% 96,0%
75,0%
(3) 136.000 102.000 101.988 100,0% 33.996 100,0% 33.996 100,0% 33.996 100,0% 101.988 100,0% 33.996 100,0% 33.996 100,0% 33.996 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 285
214
139 166 46,7%
65,0% 77,7%
41 47 40,0%
57,5% 66,0%
50 56 48,9%
70,2% 78,6%
48 63 50,0%
67,4% 88,4%
529
1.014 828 37,1%
191,8% 156,6%
374 253 27,4%
212,2% 143,5%
338 330 43,8%
191,8% 187,2%
302 245 38,3%
171,3% 139,0%
26 24 63,6%
63,0% 58,2%
14 7 57,1%
101,8% 50,9%
3 10 44,4%
21,8% 72,7%
9 7 100,0%
65,5% 50,9%
75,0% 705 (4) (5) 75,0% 50
38
75,0% 55 75,0%
41
(1) De weergegeven tijdigheidspercentages hebben betrekking op verleende vergunningen. (2) Gebleken is dat in de periode maart t/m juli cumulatieve cijfers als maandcijfers zijn gerapporteerd omdat de rapportage van SZW suggereerde dat de cijfers op maandbasis werden uitgedraaid. De metingen 2006 zijn hierop gecorrigeerd, zodat de eerder doorgegeven PI's niet overeenstemmen met de huidige weergave. (3) De Informatie- en Adviestaak is genormeerd op 136.000 op jaarbasis. Het betreft derhalve geen meting. (4) De afgehandelde procedures Wsw bevat 242 zaken die via een task force zijn afgewikkeld in 2006. (5) De tijdigheid bij procedures Wsw zal langdurig onder druk komen te staan aangezien er forse werkvoorraden bestaan, waarop de tijdigheid per definitie slecht zal scoren.
3e Kwartaalverslag CWI 2006
22
5. Bedrijfsvoering: de organisatie CWI Doelstelling De managementdoelstelling van CWI is een effectieve, doelmatige, klantgerichte, responsieve, innovatieve en transparante organisatie te zijn. CWI richt de werk- en evaluatieprocessen in op doelbereik en verbetert voortdurend de kosten-effectverhouding. CWI stelt de klantwerkzoekende en de klantwerkgever centraal en zoekt pro-actief naar nieuwe concepten en instrumenten. CWI leert van klachten voor kwaliteitsverbetering en is transparant naar opdrachtgever en samenleving. Tenslotte draagt CWI actief bij aan de Europese samenwerking op het gebied van arbeidsvoorziening. Instrumenten Om de doelstellingen te bereiken gebruikt CWI klanttevredenheidsonderzoek en interne (kwaliteits-)audits, planningcycli (beleids- en controlcyclus, verbetercycli). 5.1 Klantgerichtheid Klachtenrapportage Een klacht is voor CWI een kans om de dienstverlening te verbeteren. Het aantal klachten is daarmee geen doorslaggevend criterium. Belangrijk is dat de cliënt uiting kan geven aan onvrede over de dienstverlening. Onderdeel van de klachtenregeling is de registratie van klachten van discriminatoire aard. Hiermee geeft CWI uitvoering aan naleving van de Non-discriminatiecode CWI 2002 (Staatscourant, 25 juli 2002, nr. 140). De klachtenrapportage maakt deel uit van de integrale verbetercyclus binnen CWI. Werkwijze Eén van de uitgangspunten bij de opzet van de klachtbehandeling is het creëren van afstand tussen klachtveroorzaker en klachtbeoordelaar. Alle schriftelijke klachten worden ingediend bij de CWI Raadsman Ombudszaken. Klachten die betrekking hebben op een vestiging worden, na centrale registratie, behandeld door de klachtadviseur in het district. De klachtadviseur neemt telefonisch contact op met klager, past zonodig hoor en wederhoor toe en stelt een concept standpunt op. Klachten met betrekking tot landelijke onderwerpen en complexe klachten worden behandeld door de landelijke Adviseurs Ombudszaken. Hun werkwijze komt overeen met de decentrale klachtadviseurs. De CWI Raadsman Ombudszaken neemt uiteindelijk een definitief standpunt in en draagt zorg voor beantwoording aan de klager. Indien de klager het niet eens is met het standpunt van de CWI Raadsman Ombudszaken staat de weg open naar de Nationale Ombudsman (NOM). Onderstaand een overzicht van de schriftelijk ingediende klanten tot en met het derde kwartaal. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen klachten ingediend bij de CWIvestigingen en bij de juridische kolom.
3e Kwartaalverslag CWI 2006
23
Ingediende klachten (schriftelijk) ultimo september 2006
4
Product CWI Aard CWI Bejegening Onvoldoende inlevingsvermogen Gebrek privacy Discriminatie Gebrek / verkeerde informatie Onvoldoende informatie voorliggende voorziening Onjuiste verw ijzing Overdracht ketenpartners Niet nakomen afspraak Overig Weigering inschrijving Knelpunt E-intake Performance w erk.nl Lange w achttijd Gebruik klant pc Aanvraag uitkering laat/ onvolledig doorgezonden Totaal CWI
Aard JUZA Hoor en w ederhoor geschonden Bejegening Motivering onvoldoende Overig Anciënniteitsbeginsel onjuist toegepast Procedure te lang Bedrijfseconomische Noodzaak niet aangetoond Onvoldoende onderzoek Verricht Standpunt aanvrager Onvoldoende meegew ogen Herplaatsing onvoldoende onderzocht Advies UWV niet gevolgd Gebrek aan / verkeerde informatie Totaal JUZA
Werkgeversproducten 2
2
Totaal Werkzoekendenproducten 134 6
2
1
137 6
11 9 78
11 9 80
5
5
15 13 3 4
WSW indicatie
14 128 22 4 15 2 1 1
1
16 13 17 133 22 4 17 2 1 1
1
13
458
3
Product JUZA Bezw aar/beroep WSW
Bezw aar/ Beroep WAV
Ontslagadvies WSW 1
Ontslagvergunning 6
2
2 1
1 7 25 2 3 8
1
2 7
4
474
I&A
TWV 7
3
Totaal
4
8 8
12
12
8
8
4
4
1
1 1
13
5 7 37 3
77
1
1 6
101 575
4
Het aantal klachten over het tweede kwartaal is met negen gestegen, in vergelijking met de rapportage over het tweede kwartaal in het 2e Kwartaalverslag 2006. Dit heeft te maken met de wijze van registreren van de klachten. Als datum van binnenkomst wordt de datum genomen waarop een klacht binnenkomt bij CWI. Als een klacht binnenkomt bij een vestiging, dient deze nog doorgezonden te worden naar de CWI Raadsman Ombudszaken. Hierdoor kan het voorkomen dat de CWI Raadsman Ombudszaken de klacht pas enige dagen na binnenkomst in de organisatie ontvangt. Na 30 juni 2006 (afsluitingsdatum tweede kwartaal) heeft de CWI Raadsman Ombudszaken nog negen klachten ontvangen, waarvan de ontvangstdatum nog in het tweede kwartaal lag.
3e Kwartaalverslag CWI 2006
24
In het derde kwartaal van 2006 zijn in totaal 153 schriftelijke klachten ingediend (203 tweede kwartaal) en 3 mondelinge (6 tweede kwartaal 2006). 23 Ingediende klachten zijn doorgeleid, omdat de klacht niet betrekking had op een gedraging van CWI, dan wel dat het een claim betrof. Deels zijn deze klachten doorgeleid naar het UWV, deels naar de Sociale Dienst. CWI (niet de Raadsman Ombudszaken) handelt de claims af. Ook bij samenloop, bijvoorbeeld als een klacht ziet op een gedraging van zowel CWI als UWV of zowel CWI als Sociale Dienst, vindt steeds contact met het desbetreffende bestuursorgaan plaats over de wijze van afhandeling. Hierbij staat de communicatie aan de klant voorop. CWI informeert de klant naar welk bestuursorgaan de klacht is doorgeleid en voor afhandeling zal zorgdragen. Het overgrote deel van de klachten is afkomstig van werknemers en heeft betrekking op de dienstverlening van CWI aan werkzoekenden. Veel klachten hebben betrekking op de bejegening door medewerkers van CWI (36, inclusief de juridische kolom). In het tweede kwartaal ging het om 42 klachten in deze categorie. De klachten met betrekking tot bejegening hebben hoofdzakelijk betrekking op het gebrek aan invoelendheid door medewerkers, het gebrek aan privacy, lange wachttijden en pandverboden. Daarnaast zijn ook klachten ingediend over het verstrekken van informatie aan werkzoekenden (16, inclusief de juridische kolom). In het tweede kwartaal bedroeg dit aantal 26. Het merendeel van deze klachten betreft (naar de mening van de klager) onjuiste en onvolledige verstrekte informatie over voorliggende voorzieningen en de aanvangsdatum van de uitkering. Onder de categorie ’overig’ vallen 42 (inclusief de juridische kolom) klachten (tweede kwartaal: 61). Het gaat onder andere om bereikbaarheid, onduidelijkheid over de dienstverlening en de dienstverlening van CWI in het algemeen. De klachten in het derde kwartaal met betrekking tot Juridische Zaken betreffen klachten over het wel of niet verlenen van een ontslagvergunning (23), Ontslagadvies Wsw (1), Bezwaar/Beroep Wsw (5), Informatie en Advies (1) en tewerkstellingsvergunningen (3). In het tweede kwartaal bedroeg het aantal klachten 40 waarvan 31 klachten betrekking hadden op een Ontslagvergunning. Klachten gaan onder andere over de schending van hoor- en wederhoor, het onvoldoende verrichten van onderzoek, het onvoldoende meewegen van het standpunt van aanvrager en de motivering van ontslagvergunningen. Onder de categorie ‘overig’ vallen onder andere klachten met betrekking tot het UWV-advies en het onzorgvuldig omgaan met correspondentie. Van de 153 ingediende klachten zijn er 76 afgehandeld in het derde kwartaal (50%). Voor het tweede kwartaal bedroegen deze cijfers 196 respectievelijk 124 (63%). Volgens artikel 7 van de Klachtenregeling CWI 2006 wordt een klacht binnen 6 weken afgehandeld. Er kan eenmaal worden verdaagd met een termijn van 4 weken. CWI streeft ernaar om de zoveel mogelijk klachten binnen 4 weken afgerond te hebben. In het derde kwartaal is 53% (tweede kwartaal: 51%) van het aantal klachten afgehandeld binnen 4 weken, en 80% (tweede kwartaal: 76 %) binnen zes weken. Voor wat betreft de afhandelingtermijnen is het interessant om een onderscheid te maken tussen Werk en Inkomen en Juridische Zaken. Bij Werk en Inkomen worden klachten vaak in een telefonisch contact tot een bevredigende oplossing gebracht. Ook vinden bij Werk en Inkomen weinig hoorzittingen plaats. Bij Juridisch Zaken betreft het vaak een “heroverweging” vanwege het ontbreken van de mogelijkheid bezwaar/beroep aan te tekenen. Om die reden vindt bijna altijd een hoorzitting plaats en vindt de afdoening van de klacht nagenoeg altijd op een formeeljuridische wijze plaats. Dit heeft gevolgen voor de doorlooptijden. Indien dit onderscheid wordt toegepast dan is voor wat betreft Werk en Inkomen in het derde kwartaal 82% binnen 6 weken afgehandeld. Voor Juridische Zaken is dit percentage 71%. Hierbij dient wel te worden aangetekend dat klachten van Juridische Zaken tijdig worden verdaagd, zodat ook Juridische Zaken binnen de wettelijke termijn van 10 weken blijft.
3e Kwartaalverslag CWI 2006
25
38 van de afgehandelde klachten zijn (deels) gegrond verklaard en 19 ongegrond. In 7 gevallen heeft de CWI Raadsman Ombudszaken geen oordeel kunnen geven, deels omdat klager onbereikbaar bleek, deels omdat gebeurtenissen waarop de klacht betrekking had niet meer te reconstrueren waren. Enquête klachtafhandeling CWI is in 2006 met een nieuwe klachtenregeling gestart. Om na te gaan of klanten tevreden zijn over de wijze waarop hun klachten worden afgehandeld, doet de CWI Raadsman Ombudszaken hiernaar onderziek via een enquête. In de periode tot en met september 2006 zijn 147 enquêtes uitgezet. 65 Enquêteformulieren zijn retour ontvangen. In het tweede kwartaal was waardering een 7.0. Over het derde kwartaal bedroeg deze waardering 6.8. Nationale Ombudsman Als de indiener van de klacht het niet eens is met het standpunt van de CWI Raadsman Ombudszaken, kan een klacht worden ingediend bij de Nationale Ombudsman (NOM). In het derde kwartaal zijn vijf klachten via de Nationale Ombudsman binnengekomen (tweede kwartaal: 3). Deze klachten zijn al in eerste instantie intern behandeld door CWI. De Nationale Ombudsman beslist of hij de klacht al dan niet in onderzoek neemt. Daarnaast kan hij zelfstandig besluiten om tot een onderzoek over te gaan. In dit laatste geval wordt CWI (als beklaagde) in de gelegenheid gesteld haar standpunt schriftelijk naar voren te brengen. De Nationale ombudsman geeft uiteindelijk via een openbaar rapport zijn oordeel over de klacht. Bij de klachten over de periode tot en met september 2006 heeft de Nationale ombudsman het onderzoek van 4 klachten niet voortgezet. Van de overige 21 klachten is één openbaar rapport van de Nationale Ombudsman ontvangen. Van 20 klachten is nog geen rapport ontvangen. Bij de klacht over de ontslagvergunning (overig) is geklaagd over de omstandigheid dat CWI geen advies heeft ingewonnen bij de Arbeidsinspectie. De 2 klachten van Werk en Inkomen hebben betrekking op gebrek aan informatie dan wel verkeerde informatie. 5.2 Samenwerking CWI UWV UWV en CWI gaan ten behoeve van de klantgerichtheid en de samenwerking met gemeenten de onderlinge samenwerking verder intensiveren. De raden van bestuur van beide organisaties hebben dit tijdens een gezamenlijke managementconferentie gepresenteerd. Er was tijdens deze conferentie ruimte voor een nadere kennismaking tussen de managers van CWI en UWV en voor het inbrengen van ideeën over een verdere concretisering van de samenwerking. De conclusie van de recente SUWI-evaluatie en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt zijn aanleiding om nog meer samenwerking te zoeken. De kwaliteit van dienstverlening aan de klant kan nog beter. De klant wil zich concentreren op het zo snel mogelijk krijgen van een baan en is er niet bij geholpen om van de ene naar de andere organisatie te moeten gaan. CWI en UWV bouwen op lokaal en regionaal niveau voort op de bestaande samenwerking. Nieuwe initiatieven worden ontwikkeld om beter in te spelen op de behoefte van de arbeidsmarkt. Het gaat ons vooral om een betere samenwerking, een beter resultaat en een beter bediende klant. De institutionele vormgeving (wel of niet een fusie) is niet aan de orde. 5.3 Digitaal Klant Dossier (DKD) Met het Digitaal Klantdossier wordt beoogd om meervoudige uitvraag van gegevens aan cliënten te voorkomen. Voor de uitvoering is een ketenbrede programma-organisatie ingericht. In het derde kwartaal is hard gewerkt aan het opstellen van het Werkplan 2007. Het behelst doorontwikkeling in 2007 en een andere invulling van de programma-organisatie. De stuurgroep neemt hierover begin oktober een besluit. Ook zijn in het derde kwartaal implementatieplannen opgesteld en vastgesteld. Implementatie is de verantwoordelijkheid van de afzonderlijke kolommen, dus heeft elke kolom een eigen plan opgesteld. Overkoepelend is er een Ketenimplementatieplan waarin het Ketendenken centraal staat.
3e Kwartaalverslag CWI 2006
26
In het afgelopen kwartaal zijn projecten die oorspronkelijk benoemd waren als ketenbrede projecten, ondergebracht bij de diverse ketenpartners. Hiermee wordt de effectiviteit van de programmaorganisatie verder verbeterd. De diverse projecten kennen de volgende voortgang: •
DKD-portal voor cliënten: de eerste ontwikkeldemo is opgeleverd en door de andere partijen als positief beoordeeld. De ontwikkelomgeving voor de tweede fase van dit project is in gereedheid gebracht. DKD-portal voor professionals: In het derde kwartaal is een nieuwe release van de professional portal Suwinet-Inkijk voorbereid en geïmplementeerd. Deze is succesvol verlopen. Sanering bewijslast Wwb-aanvragen. Het project Sanering Bewijslast Wwb is afgerond. De door de gemeenten gewenste en de door gemeenten te leveren gegevenssets ten behoeve van het proces Wwb voor 2006, zijn vastgesteld en bevroren. Eén van de opvallendste elementen van de gegevensset van de gemeenten is de sanering. Het aantal bewijsdocumenten noodzakelijk voor de aanvraagproces wordt verlaagd met 60%: van 138 naar 55. Vervolgens zijn er nog 10 documenten die nu reeds digitaal, maar niet als zodanig beschikbaar zijn, waardoor ze onnodig bij de klant worden uitgevraagd. Neem bijvoorbeeld de WOZ-beschikking. Deze gemeentelijke beschikking is in vele gemeenten niet digitaal en fysiek te verkrijgen door de GSD. De Ketenprojectgroep heeft decharge verleend. Sanering Bewijslast WW-aanvragen. Er is een eindrapport opgesteld dat momenteel wordt beoordeeld. Ook hier wordt een aanzienlijke reductie in de bewijslast verwacht. Aangepaste kolomapplicaties. De kolomapplicaties worden aangepast. De kolommen geven aan de afgesproken planning te halen. Opgewaardeerde infrastructuur. Uit de resultaten van het project Ketenbrede capaciteitsvraag blijkt dat het vooralsnog niet nodig is de infrastructuur op te waarderen. KPG heeft derhalve besloten de infrastructuur niet aan te passen. Wel zal een vervolgonderzoek uitgevoerd worden waarvan de resultaten eind 2006 beschikbaar zullen zijn. Ontsluiting externe bronnen. Een beperkte groep gebruikers zal nog dit jaar gebruik kunnen maken van gegevens van de Rijksdienst voor het wegverkeer. De projecten om gegevens van SVB en IBG te ontsluiten zullen niet meer in 2006 kunnen worden afgerond. Ontsluiting ten behoeve van het DKD heeft bij de Sociale Verzekeringsbank en de Informatie Beheer Groep geen prioriteit. Beheer. In het derde kwartaal heeft het project dat zich bezig houdt met beheer een document opgeleverd met de te beheren componenten en mogelijke beheerafspraken. Gekozen is om zoveel mogelijk bij de bestaande structuren aan te sluiten. Verder heeft het project een voorstel gedaan om het beheer in de pilotperiode te kunnen garanderen. Robuust firmament voor DKD-2008. In de ontwikkelfase wordt er rekening mee gehouden dat DKD een groeimodel moet bieden. Nieuwe functionaliteiten en technische uitbreidingen moeten relatief eenvoudig zijn te implementeren.
• •
• • •
•
•
•
5.4 BVG-vorming In het derde kwartaal 2006 is één Bedrijfsverzamelgebouw (BVG) in gebruik genomen, te weten Nijverdal. De teller staat nu op 63 BVG-en. Volgens de huidige planning zal dit aantal in het vierde kwartaal doorgroeien naar 67. Als daar de 11 tijdelijke BVG’s aan worden toegevoegd, dan zal naar verwachting de stand ultimo 2006 78 BVG’s bedragen.
BVG-ontwikkeling 2001-2010 e.v. 140 120
e
aantal BVG-en (cum.)
7
7
100 9
80
11 128
60
9
3 Kwartaalverslag CWI 2006 40
102 85
14
67 52
106
27
5.5 HRM Ziekteverzuim CWI hanteert een streefwaarde van 6% voor het ziekteverzuim in 2006 (inclusief langdurig ziekteverzuim en exclusief bevallingsverlof). Het voortschrijdende 12-maandsgemiddelde tot en met september 2006 bedraagt 6,2%, opgebouwd uit 4,9% kortdurend ziekteverzuim en 1,3% langdurend ziekteverzuim. Aandeel stafpersoneel (%) Het aandeel stafpersoneel (management, stafondersteuning, secretariële ondersteuning) geeft inzicht in de mate waarin de ondersteuning van het primaire proces efficiënt is ingevuld. Het aandeel stafpersoneel tot en met september 2006 bedraagt 16,8% bij een norm van 16%. De stafquote is licht hoger dan de norm vanwege de inelasticiteit van de staf tegenover de elasticiteit van het uitvoerende personeel. Het uitvoerende personeel neemt mede door de lagere klantstromen af waardoor de quote iets stijgt. Het stafpersoneel is inclusief 120 vestigingsmanagers. In vergelijking met andere publieke organisaties heeft CWI een erg slanke staf. Gemiddeld hebben ZBO’s namelijk een stafquote van 30,5%. 5.6 Ontwikkelingen interne organisatie Voortgang reorganisatie Juridische Zaken De Raad van Bestuur heeft in de vorige verslagperiode besloten tot inkrimping van de personele omvang per ultimo juli 2007 met 81 fte ten opzichte van de begroting 2006 en tot clustering van een aantal uitvoeringslocaties juridische zaken. De redenen daarvoor zijn de verbeterde arbeidsmarkt en effecten van politieke besluitvorming die leiden tot minder ontslagaanvragen. Per 1 oktober lag de inkrimping nog ter advisering voor bij de Ondernemingsraad. Op dit moment wordt voorzien dat de Ondernemingsraad haar standpunt in de overlegvergadering van 2 november 2006 aan de Raad van bestuur kenbaar maakt. Daarmee is enige vertraging opgetreden ten opzichte van de planning. Het is echter nog steeds uitvoerbaar om tijdig een definitief besluit te nemen (voor 1 december 2006) om per 1 januari 2007 aan uitplaatsing van boventalligen naar het mobiliteitscentrum CWI invulling te geven. Inmiddels loopt door verloop van personeel en afloop van tijdelijke contracten de districtsformatie op natuurlijke wijze terug. In combinatie met een toename van districtstaken (afhandeling van de extra instroom Wswbezwaarschriften) daalt het aantal verplicht uit te plaatsen medewerkers naar 15 tot 20 fte per 1 januari aanstaande. De mate van boventalligheid per 1 juli 2007 zal naar verwachting rond de 33 fte blijven. Voorbereiding landelijke uitrol CWI Service (telefoniekanaal) Per 1 augustus jl. is de experimentele fase van het CWI Service concept afgerond. Op basis van de positieve ervaringen is besloten verder te gaan met de inrichting van de telefonische dienstverlening en over te gaan naar een landelijke dekking. Daartoe zal op zes inmiddels bekende locaties een Servicecentrum worden ingericht, één per CWI-district. CWI start met deze
3e Kwartaalverslag CWI 2006
28
uitrol in het laatste kwartaal van dit jaar en rondt deze af in juli 2007. Inmiddels is de werving en selectie voor de personele bezetting van de zes geplande CWI Service locaties in volle gang. De bezetting zal zoveel mogelijk uit de bestaande formatie worden geworven. Samen met UWV is CWI een Europese aanbesteding gestart met betrekking tot de gewenste callcenterfunctionaliteit op het gebied van telefonie. De aanbestedingsprocedure verloopt volgens plan: naar verwachting zal de gunning in december 2006 plaatsvinden, waarna in het tweede kwartaal 2007 de realisatie kan starten. In de komende twee kwartalen zullen belangrijke stappen worden gezet met betrekking tot het gebruik door CWI Service van Sonar. De belangrijkste veranderingen op korte termijn betreffen de uitvoering van de callregistratie, de opname van de kennisbank en de introductie van een nieuw planning- en roosteringsysteem, waardoor de klantlogistiek verder wordt gestroomlijnd. Door deze – en komende – veranderingen, zal Sonar steeds meer uitgroeien tot klantvolgsysteem. Het dienstenpakket van CWI Service bestaat uit de volgende onderdelen: • ondersteunen van werkzoekenden op het gebied van Werk en Inkomen: verstrekken van eerstelijnsinformatie, het bevorderen en ondersteunen van het zoekgedrag via Internet, het bevorderen en ondersteunen van het gebruik van de elektronische intakemodule 'E-intake' en het initieel registreren en agenderen van werkzoekenden; • vergroten van de bereikbaarheid voor werkgevers, via telefoon en e-mail, mede gericht op de intake van vacatures; • verstrekken van juridische informatie aan zowel werkgevers als werkzoekenden op het gebied van tewerkstellingsvergunningen en het arbeids- en ontslagrecht. CWI Service de dienstverlening ontwikkelt zich mede in het perspectief van de ketensamenwerking. Onder meer zijn plannen ontwikkeld om ook voor de ketenpartners in BVGverband als telefoniekanaal te kunnen functioneren. Daarnaast kan CWI Service ook de telefonische helpdeskfunctie op zich nemen met betrekking tot het digitaal klantdossier. In samenwerking met de ketenpartners zal dit verder worden ontwikkeld. Ontwikkeling E-intake Wwb Doelstellingen van het digitaal aanbieden van de aanvraag voor een Wwb/Ioaw-uitkering zijn het bieden van meer klantvriendelijkheid bij het aanvragen van een uitkering, het efficiënter laten verlopen van de processen over de keten heen, het maximaal ondersteunen van de cliënt die via uiteenlopende kanalen de aanvraag doorloopt en de ontwikkeling van een compact en elektronisch formulier. De komst van de E-intake Wwb (E-Wwb) wordt voor steeds meer vestigingen en gemeenten tastbaar. Het enthousiasme groeit. Inmiddels heeft ook de gemeente Rotterdam aangegeven mee te willen doen met de E-Wwb. Omdat steeds meer CWI-vestigingen en gemeenten actief aan de slag zijn met ‘Work First!’ vereist E-Wwb maatwerk. In samenwerking met het Coördinatiepunt ICT-gemeenten worden oplossingsrichtingen ontwikkeld. Op basis van een aantal criteria zal per vestiging/gemeente geïnventariseerd worden of men klanten wel of geen toegang geeft tot de E-Wwb. De gehanteerde criteria zijn opgenomen in een zogenaamde stuurtabel die is opgenomen in de EWwb. Het streven is in de volgende release van E-Wwb de toegang op individueel klantniveau ingeregeld te hebben. Deze zal naar verwachting in het eerste kwartaal van 2007 worden opgeleverd. Op 15 september is de impactanalyse met betrekking tot additionele functionele specificaties en “Work-First!” opgeleverd. De impactanalyse voor de zogenaamde “zij-instromers” wordt eind november opgeleverd. Aansluitend daarop zal een Project Initiatie Document worden opgesteld. De uitrol van Sonar 3.1 waarin de E-Wwb is opgenomen is opgeschoven naar begin 2007. Deze verschuiving is veroorzaakt door de vertraagde oplevering van de verwerkingsinfrastructuur (zie verderop bij “Ontwikkelingen verwerkingsinfrastructuur”).
3e Kwartaalverslag CWI 2006
29
CWI Academie en Certificering In september heeft de officiële opening van het kantoor van de CWI Academie plaatsgevonden. In de verslagperiode zijn trainingen gerealiseerd op het gebied van Nalevingsbereidheid en Veranderingen Sociale Zekerheid. In het derde kwartaal zijn de trainingen Klantmanagement gereed gekomen, De uitvoering hiervan zal plaatsvinden in het vierde kwartaal. De Academie heeft verder gewerkt aan de uitbreiding, aanscherping en actualisering van het trainingsaanbod voor de Werkgeversbenadering. Aansluiting bij de certificeringeisen voor de werkgeversrol staat daarbij centraal. Daarnaast is het opleidingsprogramma voor CWI Service van start gegaan. Ontwikkelingen verwerkingsinfrastructuur CWI heeft voor de verwerkingsinfrastructuur - na een verplichte Europese Aanbesteding - een meerjarig contract afgesloten met IBM. CWI heeft hiermee nu dezelfde ICT-partner als UWV. De migratie van de verwerkingsinfrastructuur naar IBM omvat naast de overdracht naar een andere dienstenleverancier ook de migratie van de CWI-systemen en ICT-applicaties naar een nieuw hardware platform en een fysieke verhuizing naar het rekencentrum van IBM in Brussel. Deze verhuizing omvat alle systemen van CWI. Voor een aantal strategische applicaties zal met deze migratie tegelijkertijd een nieuwe versie in productie genomen worden (Sonar en Werk.nl). Volgens de oorspronkelijke planning zou de volledige migratie gefaseerd in het eerste half jaar 2006 hebben plaatsgevonden. De migratie is een omvangrijk en complex traject met vele technische componenten, onderlinge afhankelijkheden en effecten op de continuïteit van de bedrijfsvoering en praktisch alle innovatieve projecten van CWI. Het project wordt in de verslagperiode gekenschetst door veel technische problemen, die op belangrijke onderdelen liggen bij IBM. De stabiliteit van de nieuwe omgeving is tot dusver onvoldoende om het risico van migratie te accepteren met het oog op de continuïteit van de dienstverlening. De planningsdatum is daarom uitgesteld naar oktober/november. Een geslaagde migratie is een voorwaarde voor continuïteit van de bedrijfsvoering maar ook voor de meeste andere innovatie projecten. Mede hierdoor is besloten risico’s zoveel mogelijk te beperken door een langere voorbereiding en testperiode in te plannen. Deze vertraging heeft consequenties voor de planning van overige innovatieve projecten en de invoering van nieuwe releases. Er zal dit jaar geen nieuwe release meer kunnen plaatsvinden, met uitzondering van Sonar 3.0, werk.nl fase 1 en het project Herinrichting CWI RapportageSysteem (CRS). Deze worden parallel geïmplementeerd met de migratie van de verwerkingsinfrastructuur naar IBM. Voor de overige innovatieve projecten heeft de Raad van bestuur de volgende prioriteiten gesteld: - Eerste release 2007: DKD fase 1 projecten 2c, 3a en 3c; Sonar 3.1; invoering E-Wwb en omgekeerde intake; Tweede release 2007: Sonar Reïntegratie Coach functionaliteit ten behoeve van UVW; migratie kantoorautomatisering; migratie naar Europeaan, werk.nl fase 2; implementatie Burger Service Nummer, implementatie Nieuw Handelsregister (NHR), implementatie Elektronisch Ketenbericht (EKB), BVG-infrastructuur implementatie, Digitaal Klant Dossier fase 1 implementatie en fase 2. Voor de applicatienieuwbouw en –onderhoud heeft ook een Europese aanbesteding plaatsgevonden, in samenwerking met het UWV. De gunning is gegeven aan LogicaCMG. De verwachting is dat het contract voor december wordt getekend zodat begonnen kan worden met de transitie. Tijdens een gefaseerde transitie zal per applicatie alle kennis en documentatie worden overgedragen. Tegelijkertijd zal de huidige formatie voor applicatieontwikkeling die doelbewust is bezet met externe inhuur krachten worden afgebouwd. In totaal zal de transitie
3e Kwartaalverslag CWI 2006
30
circa een half jaar in beslag nemen zodat vanaf juni 2007 applicatie ontwikkeling via het nieuwe contract zal verlopen.
3e Kwartaalverslag CWI 2006
31
6. Financiën 6.1 Baten en lasten eerste t/m derde kwartaal 2006 In tabel 1 worden de gerealiseerde baten/lasten vergeleken met de begroting 2006, die met enkele aanvullingen en correcties is bijgesteld. Bij deze vergelijking is het volgende op te merken. Begroting Het totaal van de beschikbare middelen is met een totaal van € 404,8 miljoen weergegeven in tabel 2. De afwijking met de beschikbaarheid in het 1e halfjaar 2006 wordt gevormd door: • een aanvulling op het exploitatieoverschot 2005 van € 1,1 miljoen zoals vastgelegd in de brief van het ministerie van SZW als reactie op het tweede kwartaalverslag 2005 (SZW brief UB/A/2006/67585); • het niet meer opnemen van € 0,2 miljoen voor Banenoffensief vluchtelingen omdat deze niet van het ministerie van SZW wordt ontvangen (maakt nu deel uit van de overige baten). De begroting 2006 is goedgekeurd door het ministerie van SZW (brief UB/A/2005/88283) op 2 december 2005 voor een totaal bedrag van € 368,0 miljoen. De samenstelling van dit bedrag is in tabel 2 via arcering herkenbaar gemaakt. Op deze begroting zijn inmiddels een aantal mutaties doorgevoerd en gespecificeerd in een “Wsw” en “Correctie” kolom, te weten: • het exploitatieoverschot 2005 dat ter dekking van de begroting 2006 zou dienen is € 2,1 miljoen lager uitgevallen dan de € 10 miljoen die in het jaarplan 2006 werd aangenomen; inmiddels heeft het ministerie van SZW in haar reactie op de 2e kwartaalrapportage een aanvulling aangekondigd en vrijgegeven van respectievelijk € 1,1 miljoen naar € 9 miljoen; • de boedelclaim op Arbvo van € 1 miljoen wordt projectmatig verantwoord (zie de rubriek incidentele middelen); • aanvullend € 2,7 miljoen voor taken wegens indicatiestellingen no risk polis en premiekorting (brief SZW UB/A/2006/5474 d.d. 2 februari 2006); • aanvullend € 3,8 miljoen voor verhoogde Wsw (her)indicaties (brief SZW AM/SAM/06/49028 d.d. 21 juni 2006; • na deze correcties saldeert het reguliere budget in € 372,5 miljoen. Verder zijn in tabel 2 de incidenteel beschikbare middelen toegevoegd die gevormd worden door: • Bestemmingsfonds 2005 voor € 5,1 miljoen • Boedelclaim van € 1,0 miljoen • De in de jaarrekening 2005 als “Schuld aan SZW” verantwoorde € 5,2 miljoen • Regulier additionele projecten o Burger Service Nummer € 1,3 miljoen o Handelsregisterwet en wijziging GBA € 3,0 miljoen o Indicatiestelling no risk polis € 0,7 miljoen o DKD € 16,0 miljoen • Het totaal van de incidenteel beschikbare middelen is daarmee € 32,3 miljoen. Realisatie januari t/m september 2006 (zie tabel 1) De realisatie t/m september 2006 betreft alle gemaakte en voorziene kosten. Voor het incidentele deel van de beschikbare middelen worden de baten in de loop van het jaar op basis van de kosten realisatie opgenomen. Op het reguliere budget resteert tot en met het 3e kwartaal een overschot van € 9 miljoen. Daarbij is gerekend met een tijdsevenredig deel van: • de baten voor de “no-risk polis” budget toevoeging (t/m 3e kwartaal: € 2,0 miljoen); • voorziene rente- en overige baten (t/m 3e kwartaal: € 6,6 miljoen); • de aanvulling door het ministerie van SZW van het exploitatieresultaat over 2005 van € 7,9 miljoen tot € 9 miljoen ten behoeve van geheel 2006.
3e Kwartaalverslag CWI 2006
32
In het reguliere budget is € 22,1 miljoen voor de Wsw-indicatiestelling opgenomen (eerste drie kwartalen € 16,6 miljoen). De kosten tot en met het 3e kwartaal komen uit op € 17,3 miljoen. Omdat de baten worden opgenomen conform kostenrealisatie, kent het incidentele gedeelte geen resultaat. Bij het achterblijven van de besteding melden we dat aanvullende middelen ter beschikking gesteld zijn die, in het geval van DKD (€ 19,6 miljoen), de ketensamenwerking betreffen. In deze categorie vallen eveneens de in juni toegevoegde budgetten voor Burger Service Nummer (BSN) en de wijziging van de handelsregisterwet en de wet GBA voor een totaal € 4,3 miljoen. Voor de laatstgenoemde projecten heeft CWI in de brief CWI/2006/2875 d.d. 19 juli 2006 instemming gevraagd voor (gedeeltelijke) overheveling naar 2007. Prognose 2006 (zie tabel 1) Over het jaar 2006 prognosticeren wij een positief resultaat van € 11 miljoen. Baten: De totale afwijking in de baten is € 10 miljoen en wordt veroorzaakt door: verhoogde onderhuur baten met € 1 miljoen. • • rente– en overige baten tot een bedrag van € 9 miljoen. Lasten: De totale afwijking in de kosten is € 1 miljoen en wordt onder andere veroorzaakt door: • lastenverhogingen: o kosten gerelateerd aan de hierboven genoemde overige baten; o niet gebudgetteerde kosten voor de beursvloerbeveiliging; o meerkosten in verband met overdracht verwerkingsinfrastructuur naar een ander ICT dienstverlener (ten gevolge van Europese aanbesteding). • lastenverlagingen: o afbouw van de formatie op basis van lagere productie; o verlaagde afschrijvingskosten door temporisering bij de BVG vorming; o vrijval van in de jaarrekening 2005 opgenomen posities blijken inmiddels niet meer (volledig) nodig te zijn. Aangezien met name de projectmatige middelen voor een groot deel niet categoraal zijn verdeeld, zijn de afwijkingen per kostencategorie in deze opstelling niet relevant. Het verschil tussen de jaarprognose en de totale jaarbegroting wordt zichtbaar in de kolom “Verschil prognose minus begroting” in tabel 1. Hierbij moet worden opgemerkt dat de incidentele beschikbare middelen volledig zijn geprognosticeerd. Voor een aantal projecten kunnen de kosten pas geheel of gedeeltelijk in 2007 gerealiseerd worden: • De in juni toegevoegde middelen voor de vervanging van het sofinummer door het Burger Service Nummer en de implementatie van de Handelsregisterwet. Hiervoor heeft CWI het ministerie van SZW schriftelijk verzocht om overheveling van budget naar 2007 (CWI brief CWI/2006/2875 d.d. 19 juli 2006). • Programmakosten voor Werk.nl. De herinrichting van werk.nl loopt door de vertraagde migratie van de verwerkingsinfrastructuur vertraging op in de realisatie. CWI verwacht fase 1 van de herinrichting dit jaar te implementeren maar fase 2 schuift door naar 2007; Programmakosten voor CWIS. CWIS zal dit jaar in 2 of 3 districten worden geïmplementeerd • maar voor de overige districten zal de implementatie in 2007 plaatsvinden. Verder wordt momenteel samen met het UWV een Europese aanbesteding in gang gezet voor de telefonische infrastructuur. Dit betekent dat we voor 2006 een tijdelijke oplossing zullen hanteren die we in 2007 zullen migreren naar de gekozen oplossing van de aanbesteding. CWI vraagt aan het ministerie van SZW om in te stemmen met de benodigde doorschuif van de eind 2006 niet gerealiseerde programmakosten naar 2007.
3e Kwartaalverslag CWI 2006
33
6.2 Algemeen Reorganisatie Doordat de budgettaire kaders 2007 tot en met 2010 sterk afnemen zal CWI kosten moeten afbouwen en de dienstverlening verder moeten beperken. Een deel van de invulling zal mogelijk zijn door beëindiging van tijdelijke arbeidsrelaties en contracten met externe medewerkers, maar er moet rekening gehouden worden met kwaliteits- en mobiliteitsfricties. Het proces is gaande en CWI raamt dat het aantal frictie fte’s beperkt zal blijven tot 150 waarvoor een sociaal plan opgesteld is. De hierdoor verwachte kosten worden geraamd op € 13,7 miljoen. Gelet op het in deze rapportage gepresenteerde verwachte exploitatieoverschot 2006 stelt CWI voor dit resultaat als voorziening op te nemen voor de reorganisatiekosten die zich in 2007 en 2008 zullen voordoen. Digitaal klantendossier In de financiële rapportage is rekening gehouden met kosten als gevolg van de budgetoverloop vanuit 2005 alsmede met de budgettoekenning voor 2006. Ketenpartner
Budget conform geaccordeerd Werkplan 2006
Budget conform geaccordeerde plannen van aanpak
Gerapporteerde uitputting tot op heden
CWI
€ 4.350.000
€ 1.734.363
€ 282.937
€ 3.357.997
€ 3.640.934
€ 709.066
UWV
€ 6.290.000
€ 6.239.563
€ 1.414.256
€ 4.328.500
€ 5.742.756
€ 547.244
CP-ICT
€ 5.650.000
€ 4.685.150
€ 1.775.000
€ 3.394.000
€ 5.169.000
€ 481.000
BKWI
€ 2.015.000
€ 1.300.780
€ 310.270
€ 965.998
€ 1.276.268
€ 738.732
Programma
€ 1.254.000
€ 1.325.432
€ 568.003
€ 546.416
€ 1.114.419
€ 139.581
€ 4.350.466
€ 12.592.911
€ 16.943.377
€ 2.615.623
Totaal: € 19.559.000
€ 15.285.288
Prognose nog te besteden in 2006
Totale prognose heel 2006
Verschil totale prognose en werkplan budget
Voor het “Verschil totale prognose en werkplan budget” van € 2,6 miljoen worden aanvullende werkplannen uitgewerkt.
3e Kwartaalverslag CWI 2006
34
Tabel 1: baten/lasten Rapportage totale CWI-organisatie t/m 3e kwartaal 2006 (excl. BKWI)
Bedragen x € 1 mln *)
Realisatie januari t/m september
Regulier
Incidenteel budget
Boedel
2006
Ttl
Jaar Jaar Prognose Begroting
Verschil prognose minus begroting
Baten -
SZW regulier SZW regulier ophoging WSW Toegevoegd BSN Toegevoegd Handelsregisterwet SZW regulier handhavingsbudget SZW regulier aanvullend (no risk polis) SZW boedel Exploitatieoverschot 2005 Vanuit jaarrekening 2005 Onderhuur Projectmatig Subtotaal
- Overige baten - Rente
264 3
264 3
1 2
1 2 1 7 4 3 284
406
405
1
5 1
7 2
1
291
415
405
10
1
155 14 6 35 2 36 27
210 23 10 47 3 53 39
212 13 14 50 48 33 1
-3 9 -4 -3 3 5 6 -1
6
19
33
-14
4 3 279
4
1
5 1
4
Lasten Personeelskosten Kosten extern personeel Afschrijvingskosten Huisvestingskosten Beursvloerbeveiliging ICT kosten Overige materiele kosten Rentekosten
155 13 6 34 2 34 27
0 1
Exploitatiesaldo
0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0
1
286
Ttl lasten
352 4 1 3 1 3 1 9 10 5 16
7
Totaal baten
Gespec. naar proj. maar niet categoraal verdee
352 4 1 3 1 3 1 9 10 6 16
0 2 1
6
7 2
276
4
1
281
404
405
-1
9
0
0
9
11
0
11
*) door afrondingen kan het voorkomen dat bedragen optisch niet lijken te sluiten.
3e Kwartaalverslag CWI 2006
35
Tabel 2: Begroting/beschikbaar 2006 Verslagperiode: t/m 3e kwartaal 2006
Regulier budget uitbreiding WSW Toegevoegd handhavingsbudget
ar ba es ch ik al b To ta
351,6
0,0
351,6
351,6
3,8
0,0
3,8
3,8
0,0
0,8
0,8
Toegevoegd BSN
0,0
1,3
1,3
1,3
1,3
Toegevoegd Handelsregisterwet
0,0
3,0
3,0
3,0
3,0
356,2
4,3
4,3
360,5
360,5
Sub regulier budget Exploitatieoverschot 2005 Onderhuur Boedel
334,1 22,1 10,0 4,6 1,0
0,8
0,0 -1,0
9,0 4,6
-1,0
0,0
2,7
2,7
1,0
20 06
pl oi ta tie ex en ui te ig
ul ie aa lr eg
ct ie
To t
Co rr e
g
r
et ud g ne el b
W SW
O ri gi
333,3 18,3 3,8 0,8
vu lli n
Be st .fo nd Bo s ed el Sc hu ld aa Re n SZ gu W lie 31 r ad 12 To di ti ta 20 on al 05 el in e ci p de ro nt je ee ct en l To ta le be gr ot in g 20 06
20 05 ie fic at sp ec i ge t Bu d
Baten Regulier budget
deze middelen worden op basis van kostenmatching in de baten opgenomen
deze middelen worden tijdsevenredig in de baten opgenomen
Jaar: 2006
Bedragen * € 1 mln. *)
Aa n
Beschikbare middelen
Bedragen * € 1 mln. *)
0,0
9,0
0,0
4,6
1,0
1,0
9,0 1,0 10,3
1,4
6,0
Projecten: Uit jaarrekening 2005
5,1
Ind.stelling no risk polis
5,2
DKD
10,3
10,3
0,7
0,7
3,4
3,4
16,0
16,0
16,0
16,0
Ov. baten
7,0
7,0
Rente
1,8
1,8
10,2
415,0
Totaal baten
349,7 22,1
0,7
372,5
5,1 1,0
5,2 21,0 32,3
404,8 Basis KPI
Lasten Personeelskosten Kosten extern personeel Afschrijvingskosten Huisvestingskosten ICT-kosten Overige materiele kosten Rentelasten Gespecificeerd naar projecten maar niet categoraal verdeeld
Totaal lasten
Exploitatiesaldo
201,4 11,0 12,9 0,6 13,8 0,0 47,8 1,4 46,9 1,4 25,1 7,8 1,0 0,8
349,7 22,1
0,0
0,0
212,4
0,0
212,4
212,4
13,5
0,0
13,5
13,5
13,8
0,0
13,8
13,8
1,0
50,2
50,2
0,0
48,3
48,3
32,9
0,0
32,9
32,9
1,0
0,0
1,0
1,0
49,2
1,0
48,3
0,7
1,5
5,1
5,2
0,7
0,0
31,3
32,8
10,2
43,0
372,5
5,1 1,0
5,2 21,0 32,3
404,8
10,2
415,0
0,0
0,0 0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
368,0 Het totaal van de gearceerde bedragen komt uit op en komt overeen met de goedkeuringsbrief van het jaarplan en begroting 2006 volgens de brief van Min. van SZW nr. UB/A/2005/88283 d.d. 02 12 2005
21,0
0,0
0,0
0,0
*) NB door afronding kan het optisch lijken dat tellingen niet sluiten
3e Kwartaalverslag CWI 2006
36
Bijlage 1 Balanced Scorecard t/m september 2006 (periode week 1 t/m 39)
3e Kwartaalverslag CWI 2006
37
Bijlage 2 Arbeidsmarktontwikkelingen Economische groei boven de drie procent Het economisch beeld is positief. De meeste van de conjunctuurindicatoren die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) onderscheidt – zoals consumentenvertrouwen, orderpositie bij ondernemers, uitvoerontwikkeling etc. – geven een hoogconjunctuur aan. Het groeiherstel in Nederland wordt gedragen door de export, particuliere consumptie en de bedrijfsinvesteringen. Het gevolg is dat de werkgelegenheid toeneemt en de werkloosheid daalt. Met de stukken voor prinsjesdag is ook een nieuwe doorrekening van het Centraal Planbureau (CPB) naar buiten gekomen. Het CPB schetst eveneens een gunstig beeld voor 2006. Nederland komt met een economische groei in 2006 van 3¼% hoger uit dan de groei in het Eurogebied.
2 0 0 5 ju n i
2 0 0 6 ju n i
2 0 0 6 ju n i
2 0 0 4 ju n i
2 0 0 3 ju n i
2 0 0 4 ju n i 2 0 0 5 ju n i
2 0 0 2 ju n i
2 0 0 1 ju n i
2 0 0 0 ju n i
1 9 9 9 ju n i
1 9 9 8 ju n i
1 9 9 7 ju n i
1 9 9 6 ju n i
1 9 9 5 ju n i
1 9 9 4 ju n i
1 9 9 3 ju n i
1 9 9 2 ju n i
1 9 9 1 ju n i
1 9 9 0 ju n i
1 9 8 9 ju n i
1 9 8 8 ju n i
10 8
Producentenvertrouwen
6 4 2 2 0 0 2 ju n i 2 0 0 3 ju n i
ju n i ju n i ju n i ju n i ju n i ju n i ju n i 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001
-4
1 9 9 2 ju n i 1 9 9 3 ju n i 1 9 9 4 ju n i
-2
ju n i ju n i ju n i ju n i ju n i ju n i ju n i
0 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991
Bij het producentenvertrouwen worden vragen gesteld over verwachte productie, de voorraden gereed product en de orderpositie. Het vertrouwen van producenten ontwikkelt zich goed. Zowel de ondernemers in de industrie als in de zakelijke dienstverlening waren in juli positief. In juli bereikte de index voor het producentenvertrouwen een voorlopig maximum. Sindsdien is het vertrouwen iets gedaald, maar het niveau in september is nog steeds hoog.
Consumentenvertrouwen
1 9 8 7 ju n i
1 9 8 6 ju n i
Vertrouwen in de economie blijft toenemen De consument is de afgelopen drie 30 jaar flink positiever over de economie geworden. In de laatste 20 maanden zijn er zelfs – voor het 10 eerst in vijf jaar – meer optimisten dan pessimisten onder 0 consumenten. Vooral het oordeel over het economisch klimaat is flink -10 verbeterd. Maar ook bij de -20 koopbereidheid wordt het economisch herstel zichtbaar. -30 Het aantal pessimisten neemt af en is in september bijna gelijk aan het -40 aantal optimisten.
-6 -8 -10
Aantal banen, vacatures en beroepsbevolking stijgen In 2005 is de ontwikkeling van het aantal banen omgeslagen naar een stijgende trend. In het eerste halfjaar van 2006 heeft deze trend zich versterkt doorgezet. Daarbij neemt het aantal banen vooral toe in de financiële- en zakelijke dienstverlening en de zorg. Het banenverlies neemt af in de industrie en de bouw, maar houdt aan bij de overheid. De loonkosten waren in het 2e kwartaal 0,6% hoger dan in hetzelfde kwartaal van vorig jaar. De stijging van de loonkosten is daarmee historisch gezien laag.
3e Kwartaalverslag CWI 2006
38
2006 I
2005 I
2005 III
2004 I
2004 III
2003 I
2003 III
2002 I
2002 III
2001 I
2001 III
2000 I
2000 III
1999 I
1999 III
1998 I
1998 III
1997 I
1997 III
Om nieuwe banen te bezetten, 300 ontstaan vacatures. Bovendien 250 neemt het aantal baanwisselaars, door de gunstige economische 200 omstandigheden, ook toe. Elke 150 baanwisselaar laat in principe een 100 baan achter die opgevuld moet Aantal ontstane vacatures worden. Er ontstaat opnieuw een 50 vacature die mogelijk door een 0 baanwisselaar wordt opgevuld etc. Hierdoor ontstaat een keten van vacatures die erg gevoelig is voor de economische omstandigheden. In de figuur is te zien dat het aantal ontstane vacatures al vanaf 2004 stijgt. In het tweede kwartaal van 2006 stijgt het aantal ontstane vacatures tot 283.000. Dit is het hoogste aantal in de afgelopen 10 jaar. De gunstige ontwikkelingen bij de banen en vacatures worden onderstreept door de hoeveelheid uitzendwerk. Het aantal uitzenduren is in 2005 met 13% flink toegenomen. Deze ontwikkeling zet zich voort in het 1e kwartaal van 2006. Voor het 2e kwartaal zijn nog geen cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek beschikbaar. De ABU-Marktmonitor (goed voor 60% van de markt) geeft aan dat in het eerste halfjaar van 2006 het aantal gewerkte uitzenduren 21% hoger ligt dan in het eerste halfjaar van vorig jaar. De beroepsbevolking groeide in de jaren 2004 en 2005 nauwelijks. Bij de mannen daalde de beroepsbevolking in die jaren zelfs. In 2006 neemt de beroepsbevolking – mede doordat de economie zich weer gunstiger ontwikkelt – bij mannen én vrouwen weer toe. De omvang van de beroepsbevolking ligt in de periode juni-augustus 2006 ongeveer 87.000 personen hoger dan een jaar geleden (+1,2%). De toename van de beroepsbevolking is bij vrouwen met 2,1% veel sterker dan bij de mannen (0,4%).
3e Kwartaalverslag CWI 2006
39
2006 07
2006 04
2006 01
2005 10
2005 07
2005 04
2005 01
2004 10
2004 07
2004 04
2004 01
Werkloosheid daalt steeds meer Het aantal banen en de 200.000 beroepsbevolking nemen allebei ontwikkeling nww tov één jaar geleden weer toe. Bovendien neemt het aantal vacatures behoorlijk toe. Daardoor zijn er voor 100.000 werkzoekenden meer kansen op werk. Deze ontwikkelingen hebben gevolgen voor de werkloosheid. Begin 2004 was het aantal nietwerkende werkzoekenden (NWW) 130.000 hoger dan de -100.000 overeenkomstige periode van het voorafgaande jaar. Begin 2005 slaat de werkloosheidstijging om in -200.000 een daling en gedurende 2005 is het werkloosheidsniveau enkele duizenden lager dan het jaar daarvoor. Vanaf december 2005 wordt het aantrekken van de economie duidelijker zichtbaar in het NWW-niveau. In augustus 2006 is het aantal niet-werkende werkzoekenden (NWW) onder de 600.000 gekomen en is daarmee bijna 90.000 lager dan één jaar geleden. Daarmee is de werkloosheid teruggekomen op een niveau van medio 2003. De werkloosheidsmeting van het CBS laat een soortgelijke ontwikkeling zien. Prognose Bovenstaande ontwikkelingen bevestigen dat de economie is omgeschakeld naar een hoogconjunctuur. Ook de arbeidsmarkt trekt aan. In de door CWI uitgebrachte Arbeidsmarktprognose 2006-2011 wordt voor geheel 2006 een stijging van het aantal banen, vacatures en beroepsbevolking berekend. Het aantal NWW daalt in 2006. Maar de recente ontwikkelingen zijn gunstiger dan eerder werd geraamd. Ook de prognose van het Centraal Planbureau van september is optimistischer over de economie en de arbeidsmarktontwikkelingen dan in het voorjaar.
3e Kwartaalverslag CWI 2006
40
Bijlage 3. Ketensamenwerking Ketenprogramma 2006 Het Ketenprogramma 2006 legt accent op het ontwikkelen van de gemeenschappelijke klantbenadering in een aantal deelprojecten. Die projecten ontwikkelen de noodzakelijke centrale kaders om onderling beter en resultaatgericht te kunnen samenwerken. Dienstverleningsconcept Werkzoekenden Het project heeft een drietal samenhangende dienstverleningsconcepten opgeleverd: - ‘De cliënt centraal’, gemeenschappelijk dienstverleningsconcept werkzoekenden. Het dienstverleningsconcept werkzoekenden moet gaan fungeren als kapstok voor andere werkzoekende-gerelateerde projecten. Aandachtspunt voor de nadere uitwerking is het ontwikkelen van een gezamenlijk begrippenkader en algemene uitgangspunten, waardoor de samenhang tussen het dienstverleningsconcept, de gemeenschappelijke cliëntbenadering en de cliëntprincipes helder en eenduidig is. De deelprojecten hebben betrekking op: o De nadere uitwerking van het dienstverleningsconcept in cliëntprocessen; o Het uitwerken van een gezamenlijk cliëntproces / gebeurtenissenmodel; o De nadere uitwerking van het dienstverleningsconcept in een model voor cliëntprofiel en routering. In het 3e kwartaal is een gezamenlijk advies uitgebracht over een gemeenschappelijk cliëntprofiel. Deze dient als basis voor het Digitaal Klantdossier (DKD). Er wordt nog gewerkt aan een format voor dienstverleningsarrangementen in de keten en een gemeenschappelijk format voor werkafspraken met de cliënt (contractvorm tussen cliënt en keten); o De ketenvisie op handhaving zal in het dienstverleningsconcept worden ingepast. - ‘De voordeur in huis’, gemeenschappelijk dienstverleningsconcept multichanneling. De nadere uitwerking van het dienstverleningsconcept wordt in oktober aangeboden aan het Algemeen Keten Overleg (AKO). - ‘De routeplanner naar werk’. De routeplanner wordt uitgewerkt en geïmplementeerd. Hierin komt de ketensamenwerking op lokaal niveau goed tot uitdrukking. Gemeenschappelijke dienstverlening, klantregie, vast aanspreekpunt en inzet van elkaars instrumentarium zijn onderwerpen die dagelijks aan de orde zijn op de lokaties. Dienstverleningsconcept Werkgevers Een eerste voorzet voor een dienstverleningsconcept werkgevers, op basis van voorbeelden uit de praktijk, ‘The chain of Excellence’ is vastgesteld. Hierin wordt uitgegaan van een marketing benadering. Het Dienstverleningsconcept werkgevers moet verder worden ontwikkeld. Hierbij worden de cliëntprincipes, zoals deze zijn uitgewerkt in het dienstverleningsconcept werkzoekenden, verder uitgewerkt door deze meer herkenbaar te maken en te vertalen naar werkgevers. Daarnaast dient er meer aandacht te worden besteed aan de arbeidsmarktontwikkelingen en het instrument van arbeidsmarktanalyse/informatie. Via voorbeelden van goede praktijken zal de gezamenlijke werkgeversbenadering verder worden gestimuleerd. Uitwerking vindt plaats van een gemeenschappelijke visie en taakopvatting voor de werkgeversbenadering. Dit moet resulteren in een gemeenschappelijke cliëntbenadering werkgevers. Door de expertgroep werkgeversbenadering worden goede voorbeelden vacaturevervulling in kaart gebracht en wordt de behoefte in kaart gebracht aan arbeidsmarktinformatie voor het uitvoeren van een werkgeversbenadering. Ook wordt een (inhoudelijke) bijdrage geleverd aan een drietal door het project op te zetten pilots. Vooral het concretiseren van de marketingmethode staat hierbij centraal. Voor een eventuele vervolgopdracht aan het project vindt eerst afstemming plaats over de verantwoordelijkheid voor de arbeidsmarktanalyse. De afspraken hierover zijn vastgelegd in het ketenprogramma 2007. Prestatiemeting keten
3e Kwartaalverslag CWI 2006
41
Met ingang van 2006 zijn de quotes voor WW op maandbasis beschikbaar per CWI/locatie. De ketenpreventiequote WW tot en met het derde kwartaal bedraagt 32%. Dit is een lichte stijging ten opzichte van de vorige verslagperioden. De ketenuitstroomquote WW bedraagt 76% en is daarmee ongewijzigd ten opzichte van het eerste en het tweede kwartaal. Keten prestatieindicatoren 2006 2006 t/m
Preventiequote WW CWI Preventiequote WW UWV Keten Preventiequote WW Uitstroomquote WW (1-6 mnd) Uitstroomquote WW (6-12 mnd) Keten Uitstroomquote WW (1 jaar)
Jaar 2005 20% 16% 33% 54% 43% 74%
2006 t/m
2006 t/m
Kwartaal 1 Kwartaal 2 18% 18% 16% 16% 31% 31%
Kwartaal 3 19% 16% 32%
57% 44% 76%
56% 45% 76%
56% 46% 76%
De ketencijfers worden regionaal ingebed in de reguliere planning- en controlcyclus en decentraal beschikbaar gesteld aan de organisaties UWV en CWI (benchmarking). Een volgende stap is om de prestaties op het decentrale niveau verder te verfijnen, mede op basis van de inzet van lokale proefomgevingen. Onderdeel van het ketenprogramma 2007 is om de gezamenlijke ketenprestaties inzichtelijk te maken. Zowel op landelijk als op lokaal niveau. Door middel van benchmarking wordt gestimuleerd dat ketenpartners in de regio gaan werken aan een verdere verbetering van de prestaties. De ontwikkelgroep is samen met de Monitorgroep bezig om de prestatie-indicatoren in te voeren in de digitale landkaart. De landkaart is hier al technisch op aangepast. Vanaf september zullen de actuele prestatie-indicatoren WW in de landkaart worden opgenomen en maandelijks worden ververst. De ketenpartners zijn bezig met het in kaart brengen van de resultaten van 6 locaties, waarvan twee experimenteren met de routeplanner naar werk (Alphen a/d Rijn, Apeldoorn) en vier toonkamers (Amsterdam Zuidoost, Den Bosch, Dordrecht, Gouda). De resultaten van dit onderzoek zullen worden meegenomen in de definitieve evaluatie van de Toonkamers. De samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) verloopt in praktische zin moeizaam door capaciteitsproblemen bij CBS. Mede om die reden zijn er nog geen Wwb cijfers beschikbaar. Project: Eén aanspreekpunt Het project maakt gebruik van de resultaten van de Toonkamers. De resultaten van de Toonkamers worden in 2006 vertaald richting de beide dienstverleningsconcepten (werkzoekenden en werkgevers). Naar verwachting zal in het 4e kwartaal oplevering van het een aanspreekpunt werkzoekenden kunnen plaatsvinden. Aandachtspunt is dat er geen vertegenwoordigers van de gemeenten zijn gevonden om zitting te nemen in de projectgroep. De evaluatie van de Toonkamers op het niveau van klantprincipes, prestatie-indicatoren en businesscases vindt plaats in het 4e kwartaal. Project Ketencommunicatie Door de projectgroep is zowel een intern als een extern logo opgeleverd. De handleiding voor toepassing hiervan is bij alle ketenpartners verspreid via intranet. Het ketenlogo is in september geïntroduceerd via een banner op intranet (startpagina). Er wordt voor meer informatie verwezen naar de ketenpagina’s op intranet. De ketenpartners krijgen allemaal dezelfde informatie en gebruiken die als input voor hun ketenkatern.
3e Kwartaalverslag CWI 2006
42
Communicatie Keten Nieuwsbrief: met ingang van juli is er een ketenrubriek in de bladen van CWI, UWV en Divosa een ketenjournaal en een kennisbank (op intranet). Met de uitgave van het Werkblad is een gezamenlijk blad voor cliënten gerealiseerd. Naast UWV en CWI wordt Werkblad ook bij de Gemeentelijke Sociale Diensten meegegeven. Integratie brochures: Gewerkt wordt aan een gezamenlijke brochureset. In het 4e kwartaal wordt de brochure voor WW en ontslag in gebruik genomen. Project Professionalisering Het project professionalisering in de keten is opgedeeld in 3 deelprojecten: - Opstellen uitgangspunten. De uitgangspunten zijn in het voorjaar door het AKO vastgesteld. Dit deelproject is afgerond. - Opstellen ketencompetentieprofielen. In eerste instantie was de opdracht om voor (in ieder geval) het niveau van de medewerker met klantcontact een ketenprofiel op te stellen. Dit bleek als blauwdruk voor de keten niet haalbaar. Besloten is drie generieke competenties vast te stellen. Deze competenties (Klantgericht, Resultaatgericht en Samenwerking) vormen de basis voor elk ketenprofiel. Samen met de personeelsadviseurs uit de drie kolommen worden deze verder uitgewerkt voor cliëntmanagers / re-integratiecoaches en management / ondersteuning. Op lokaal niveau wordt procesondersteuning verleend bij het opstellen van de lokale ketencompetentieprofielen. Een eerste pilot draait momenteel bij de gemeente Amsterdam Zuidoost op de toonkamerlocatie. De eerste resultaten worden begin november verwacht. De gemeente Heerlen heeft zich aangemeld om als volgende pilot locatie te fungeren en als derde wordt een pilot gedraaid voor een jongerenloket. De projectgroep verwacht in het eerste kwartaal 2007 een advies voor te kunnen leggen aan het AKO. Tot die tijd bieden HR de lokale personeelsadviseurs procesondersteuning aan bij het opstellen van ketencompetenties. De lokale personeelsadviseurs worden getraind door de personeelsadviseurs van de centrale kolommen UWV/CWI. - Opstellen (leer)curriculum. Er is een voorstel ontwikkeld voor een ketencurriculum basismodule op basis waarvan wordt een externe oriëntatie gedaan (‘De buitenwereld’). Door het AKO is besloten “De buitenwereld” voor 1 januari 2007 verder te ontwikkelen voor de keten en aan te bieden op lokaal niveau. Deze module vormt de basis van een, nog nader door te ontwikkelen ketencurriculum, en is een cultuurinterventie gericht op het gezamenlijk operationaliseren van de gemeenschappelijke klantbenadering en het gezamenlijk betekenis geven aan de ketencompetenties: klantgerichtheid, resultaatgerichtheid en samenwerking. Handhaving in de keten In samenwerking tussen de projectgroep en de expertgroep handhaving is een ketenvisie op handhaving ontwikkeld. Deze visie is in het AKO geaccordeerd. De ‘Inventarisatie van Handhavingpraktijken en handhavinginstrumenten’ is als zeer verdienstelijk betiteld. Het AKO heeft handhaving onderdeel uit te laten maken van het dienstverleningsconcept Werkzoekenden. Het project is hiermee afgerond. Vastgesteld is dat een risicoprofiel onderdeel uitmaakt van het cliëntprofiel in de keten. De expertgroep dient goede voorbeelden te verzamelen en te verspreiden van ketenhandhaving. Er ligt geen accent meer op instrumentontwikkeling. Ook dienen er elementen voor de toolkit te worden opgeleverd. De expertgroep zal goede voorbeelden ophalen en indien nodig entameren. Op twee locaties (Delft en Amsterdam Zuidoost) wordt een pilot gehouden om verschillende kolomgebonden instrumenten in elkaar te schuiven (Fraude Score Card en Toets Nalevingbereidheid). Over de ‘MRZ eindrapportage’ is uitgesproken dat het AKO geen middelen zal steken in de MRZscanapparatuur benodigd voor identiteitscontrole. Wel is het van belang dat de fraudealertheid op het gebied van documentherkenning wordt bevorderd. Hiervoor is een training ontwikkeld door UWV. Project Overige ICT Het AKO heeft de volgende prioritering aangebracht in de producten in het ketenplan: • Blauwdruk BVG infrastructuur;
3e Kwartaalverslag CWI 2006
43
• Inventarisatie van de toepasbaarheid van de vernieuwde lokale ICT initiatieven; • Elektronische intake WW en Wwb naar UWV en gemeenten. Een belangrijk onderwerp is het (her)inrichten van het beheer binnen de keten. Het project overige ICT heeft een conceptplan van aanpak opgesteld. Hierin worden een aantal concrete producten benoemd die het project dit jaar wil opleveren, zoals de E-intake Wwb, een analyse van de opschaalbaarheid van een aantal lokale ICT vernieuwingen en de BVG infrastructuur. Het plan van aanpak overige ICT is nog niet ingediend bij het AKO. Cliëntgerichtheid in het AKO In het AKO is verdere studie uitgezet naar de invulling van de cliëntgerichtheid van de SUWIketen. Dit heeft geleid tot de ontwikkeling van vijf cliëntprincipes (aspecten van de dienstverlening), waarvan de SUWI-keten goede invulling nastreeft. Deze vijf cliëntprincipes zijn: • bereikbaarheid en toegankelijkheid • tijdigheid • persoonlijke aandacht (voor de cliënt) en persoonlijke inbreng (van de cliënt) • houvast (ondersteuning bij het zoeken naar werk en afspraken nakomen) • evenwichtige behandeling (even veel nadruk op rechten als op plichten) In dit onderzoek zijn drie cliëntgroepen onderscheiden: WW cliënten, Wwb cliënten en cliënten met een samenloop van uitkeringen. Voor elk van de cliëntprincipes is nagegaan welk deel van de cliënten positief–neutraal en welk deel negatief is. % negatief Bereikbaarheid en toegankelijkheid Tijdigheid Persoonlijke aandacht en persoonlijke inbreng Houvast Evenwichtige behandeling
18,1 33,3 30,5 27,6 35,7
% neutraal / positief 81,9 66,7 69,5 72,4 64,3
Totaal 100% 100% 100% 100% 100%
Als cliënten wordt gevraagd welke cliëntprincipes ze het belangrijkste vinden, blijkt persoonlijke aandacht en persoonlijke inbreng verreweg het belangrijkste te zijn, gevolgd door evenwichtige behandeling. Bereikbaarheid, houvast en tijdigheid zijn in de ogen van cliënten relatief minder zwaarwegend. Het AKO heeft de volgende vervolgstappen in gang gezet: • doorontwikkeling van het meetinstrument cliëntgerichtheid voor de vijf cliëntprincipes; • als opmaat naar een in 2007 landelijk te gebruiken instrument voor het meten van cliëntgerichtheid tot op lokaal niveau (toepassing op locaties Oss en Heerlen); • afstemming (c.q. integratie) van verschillende meetinstrumenten van de ketenpartners onder cliënten; • inventariseren van concrete verbeteracties gericht op het verhogen van de cliëntgerichtheid.
Ketenprogramma 2007 Per 1 oktober is het Ketenprogramma 2007 “Investeren in resultaat” vastgesteld. Hierin stellen de ketenpartners de prioriteiten voor de ontwikkeling van de ketensamenwerking. In de definitieve versie zijn de laatste inzichten en de ontwikkelingen in de praktijk verwerkt en is een concrete mijlpalenplanning en begroting opgenomen. Het ketenprogramma voor 2007 legt de nadruk op het ‘doen’ en op het laten zien van resultaat in de regio. De gemeenschappelijke klantbenaderingen moeten in de regio worden gerealiseerd, waarbij de landelijke ketenpartners de ontwikkeling in de regio faciliteren en verantwoordelijk zijn voor het in stand houden van een aantal noodzakelijke centrale kaders. De vertaling hiervan is opgenomen in de jaarplan UWV en het jaarplan CWI. ‘Samen Doen We Het Zo’ (intensieve samenwerking CWI - UWV)
3e Kwartaalverslag CWI 2006
44
Invoering van de dienstverlening en de in “Samen Doen We Het Zo” (SDWHZ) daarvoor afgesproken instrumenten vergt een flinke inspanning. Een aantal belangrijke instrumenten waarmee de klant beter geholpen kan worden, is voor een groot deel geïmplementeerd. Daarbij gaat het om de opstapjes, het duaal overleg en de warme overdracht van de klant. Wat betreft de samenwerking met gemeenten is er in elke regio sprake van een duidelijk verschil in tempo. In de regionale ondersteuningsgroepen en met individuele gemeenten is men in overleg over het verder vormgeven van de gemeenschappelijke klantbenadering. Zowel in Noord als Oost zijn inmiddels tripartiet ketenmijlpalen opgesteld. Recentelijk zijn de vestigingsmanagers CWI aangewezen als aanspreekpunt voor de samenwerking. Monitoring ketensamenwerking en procesondersteuning in de regio Voor ieder district zijn in opdracht van het AKO tripartiete regionale ondersteuningsgroepen (ROG’s) ingericht. In de ROG’s hebben zitting de districtsmanager CWI, de regiomanager Werk UWV, de ketenaccountmanager UWV en de ketenambassadeur namens gemeenten. De samenstelling en de ambitie van de ROG’s kan regionaal verschillen. Inmiddels is er in ieder district een ROG tot stand gekomen. De ROG’s vervullen een belangrijke rol bij het aanjagen van de ketensamenwerking en het bepalen van de ondersteuningsbehoefte. De ROG’s hebben per district de ketensamenwerking in kaart gebracht. Sommige ROG’s zijn ook bezig een eigen mijlpalennotitie op te stellen. Voorbeelden hiervan zijn regio Noord, Oost en Noordwest. Naar verwachting zullen alle ROG’s eind 2006 beschikken over een regionaal plan van aanpak voor de realisatie van de gemeenschappelijke klantbenadering met het oog op de verbetering van de prestaties (prestatie-indicatoren en klantprincipes). Arbeidsadviseurs De arbeidadviseurs informeren en adviseren vanuit een onafhankelijke positie cliënten over hun contacten met de instellingen en over hun mogelijkheden voor re-integratie. In het 3e kwartaal is de eindevaluatie (door TNO/arbeid) afgerond naar de rol van de nieuwe functie van arbeidsadviseur. De uitkomst van het onderzoek is dat klanten tevreden zijn over zowel klantgerichtheid als de deskundigheid van die arbeidsadviseur. Volgens vrijwel alle betrokkenen bij het onderzoek (klanten, ketenpartners en cliëntencommissies) versterkt de arbeidsadviseur de positie van werkzoekenden. Op dit moment zijn er ruim zeventig arbeidsadviseurs werkzaam op 75 locaties, waaronder alle bedrijfsverzamelgebouwen. De formele bevestiging van SZW over de voortzetting en de financiering moet nog volgen.
3e Kwartaalverslag CWI 2006
45