JAARVERSLAG 2007
CWI CENTRALE ORGANISATIE WERK EN INKOMEN
Amsterdam, 10 maart 2008
2
INHOUDSOPGAVE 1. Voorwoord ............................................................................................4 2. Managementsamenvatting .......................................................................6 3. Hoe we de arbeidsmarkt transparant maken ............................................ 12 3.1 Wat willen we bereiken? ................................................................... 12 3.2 Wie zijn onze gebruikersgroepen? ...................................................... 12 3.3 Matchen van werkzoekenden en werkgevers........................................ 12 3.4 Actuele informatie voor arbeidsmarktprofessionals ............................... 18 3.5 Doelmatigheid van onze transparantiedienstverlening ........................... 19 4. Hoe we werkzoekenden aan werk helpen ................................................. 20 4.1 Wat willen we bereiken? ................................................................... 20 4.2 Minder werkzoekenden in 2007.......................................................... 20 4.3 Wie waren de werkzoekenden in 2007?............................................... 22 4.4 Extra inspanningen voor doelgroepen ................................................. 23 4.5 Stroomlijnen van onze dienstverleningskanalen.................................... 26 4.6 Accenten in onze dienstverlening ....................................................... 28 4.7 Betere ketensamenwerking ............................................................... 32 4.8 De randvoorwaarden voor Toonkamerprincipes .................................... 33 4.9 Doelmatigheid van onze dienstverlening aan werkzoekenden ................. 35 5. Hoe we werkgevers helpen .................................................................... 38 5.1 Wat willen we bereiken? ................................................................... 38 5.2 Werven van geschikt personeel.......................................................... 38 5.3 Europese dienstverlening .................................................................. 41 5.4 Werkgevers bijstaan met arbeidsjuridische dienstverlening .................... 41 5.5 Meer aandacht voor de wensen van werkgevers ................................... 45 5.6 Bijzondere werkgeversprojecten ........................................................ 49 5.7 Doelmatigheid van onze dienstverlening aan werkgevers ....................... 52 6. Bedrijfsvoering..................................................................................... 54 6.1 Wat willen we bereiken? ................................................................... 54 6.2 Mens en organisatie ......................................................................... 54 6.3 Mededeling over de Bedrijfsvoering .................................................... 56 6.4 Overige aspecten van de bedrijfsvoering ............................................. 62 6.5 Governance .................................................................................... 63 7. Jaarrekening CWI 2007 ......................................................................... 68 Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
A: Balanced Scorecard CWI 2007 ................................................... 112 B: Economie en arbeidsmarkt in 2007............................................. 113 C: Informatiebeveiliging ............................................................... 120 D: Digitaal Klantdossier (DKD)....................................................... 126 E: Schematisch overzicht wijzigingen wet- en regelgeving 2007 ......... 133 F: Begrippenoverzicht................................................................... 136
3
1. Voorwoord 2007 was een jaar met veel dynamiek. Een bruisende arbeidsmarkt zorgde ervoor dat er aan het eind van het jaar ruim 100.000 uitkeringsgerechtigde werkzoekenden minder waren dan op 1 januari 2007. Ook onder ouderen nam de werkloosheid af. En in een aantal sectoren werd het steeds moeilijker om vacatures te vervullen. CWI toont haar meerwaarde met name daar waar de arbeidsmarkt hapert. Daarom hebben we in 2007 veel energie gestoken in de bemiddeling van minder kansrijke werkzoekenden, om die langs minder voor de hand liggende wegen naar werk te leiden. En hebben we werkgevers met moeilijk vervulbare vacatures geholpen om met een andere bril te kijken naar potentiële medewerkers. Hoe we dat deden leest u verderop in dit Jaarverslag. 2007 was ook het jaar van de nieuwe opdracht aan CWI en haar partners UWV en gemeenten: de samenwerking moet nog effectiever en efficiënter worden ingericht. Vooral voor werkzoekenden met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt moet perspectief op een baan worden gecreëerd. Met een fusie van CWI en UWV moet uiteindelijk € 127 miljoen op de uitvoeringskosten worden bespaard. Aldus besloot het nieuwe kabinet. Aan een nauwe samenwerking met onze ketenpartners werken we al jaren; die opdracht hadden we onszelf al gegeven. Een forse verbetering van de dienstverlening is daarmee al bereikt. In 2007 zijn nieuwe experimenten gedaan met integrale dienstverlening, veel ruimte voor creativiteit en veel vrijheid om met maatwerk tot het beste resultaat te komen. De successen zijn vertaald in uitgangspunten voor de dienstverlening die we volgend jaar op alle locaties willen bieden. Of we dat straks ook met een veel krapper budget kunnen realiseren, is onzeker. 2007 was het jaar van onzekerheid voor veel van onze medewerkers. De aangekondigde bezuiniging betekent uiteindelijk een personeelsreductie. Wat zijn de gevolgen van de fusie met UWV? Wat betekent meer accent in de regio? En dienstverlening met meer ruimte en meer vrijheid, betekent ook een grotere verantwoordelijkheid – zijn we daar klaar voor? Die onzekerheid, die onrust, kost energie. Natuurlijk begrijpt uiteindelijk iedereen dat de kwaliteit van je werk bepalend is voor je toegevoegde waarde en dus voor je werkplezier; en dat de organisatie waar je deel van uitmaakt daar maar een marginale rol in speelt. Maar ook dat besef komt niet vanzelf. Ik ben er trots op dat CWI ook in 2007 goed heeft gepresteerd. In de nieuwe dynamiek van de arbeidsmarkt hebben we onze meerwaarde bewezen. En ondanks de politieke ontwikkelingen en de onzekerheid die daaruit voortvloeit, zijn we vooral bezig geweest met de dienstverlening aan onze klanten. Drs. Rens de Groot Raad van bestuur CWI
4
Oordeel Raad van advies
De Raad van advies staat de Raad van bestuur terzijde en fungeert als klankbord voor het bestuur van CWI. De raad signaleerde en adviseerde in 2007 over strategische aangelegenheden. De raad realiseert zich dat hij geen formele toezichttaken en bevoegdheden heeft. De Raad van advies constateert dat CWI in 2007 vrijwel alle gestelde doelen heeft bereikt. Dat verdient grote waardering. CWI was in 2007 weer effectief en succesvol in het bij elkaar brengen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Als enig minpuntje geldt nog de tegenvallende klanttevredenheidscijfers onder werkzoekenden en werkgevers. De Raad van advies heeft in 2007 de Raad van bestuur van CWI op vele momenten met raad en daad ondersteund. Hierover wordt in hoofdstuk 6 verslag gedaan.
5
2. Managementsamenvatting “Prestaties in vogelvlucht” Wat willen we bereiken?
CWI is een publieke dienstverlener die bijdraagt aan het zo goed mogelijk laten functioneren van de arbeidsmarkt en het bevorderen van een zo groot mogelijke arbeidsparticipatie. We doen dit in ketenverband en in publieke-private samenwerking. Klanten worden gestimuleerd zoveel mogelijk zelf acties te ondernemen.
We maken de arbeidsmarkt transparant
We bieden dienstverlening aan werkzoekenden, werkgevers en arbeidsmarktprofessionals. Via onze vestigingen en de website werk.nl hebben we in 2007 aan bijna 616.000 van de circa 1,1 miljoen ontstane vacatures (55,5%) in Nederland bekendheid gegeven. Werk.nl Werk.nl trok in 2007 circa 40.000 unieke bezoekers per dag en heeft links met 114 vacaturebanken en 84 uitzendbureaus. Er zijn 17 partnermodules met sectoren/branches en 8 partnerships met andere vacaturesites. Werkzoekenden hoeven zich sinds 2007 niet meer volledig te registreren, zodat zij ook kunnen zoeken op vacatures zonder eerst een (volledig) CV in te voeren. Daardoor is het aantal beschikbare CV’s op werk.nl gedaald ten opzichte van 2006. Toch blijft het voor mbo’ers het grootste vacatureportaal van Nederland. Halverwege 2007 stabiliseerde het aantal CV’s rond 160.000 en 165.000. Nieuw op de website was de ‘Kansverkenner’, een instrument waarmee werkzoekenden op basis van actuele arbeidsmarktgegevens in de verschillende regio’s hun kans op werk kunnen inschatten. Iets meer dan 9 procent van de werkgevers die hun vacature op werk.nl publiceerden, hebben zonder onze tussenkomst een werknemer via werk.nl gevonden. Actuele informatie voor arbeidsmarktprofessionals Ook in 2007 leverden we actuele informatie en achtergronden over ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Op werk.nl kunnen arbeidsmarktprofessionals onze arbeidsmarktinformatie snel en eenvoudig terugvinden. Gemeenten kunnen de regionale of lokale arbeidsmarktgegevens naar behoeften met elkaar combineren. Daarnaast informeerden we arbeidsmarktprofessionals met verschillende periodieken: Arbeidsmarktjournaals, Kerncijfers Arbeidsmarkt, Arbeidsmarktprognose 2007-2012 en de maandelijkse nieuwsflits. Ten slotte organiseerden we twee goedbezochte congressen, een over re-integratie en ontslag, de ander over de arbeidsmarkt van morgen. Landelijke Banenmarkt en Brancheweken De Landelijke Banenmarkt illustreerde de krapte op de arbeidsmarkt. Er waren meer vacatures te vergeven, maar minder bezoekers dan andere jaren. Werkzoekenden beloonden de banenmarkt met een 7,6 en standhouders met een 7,3. In het voorjaar gaven onze vestigingen massaal aandacht aan de vacatures in branches met een krappe arbeidsmarkt.
We helpen werkzoekenden aan werk
De aanhoudende vraag naar arbeid leidde ertoe dat het aantal werkzoekenden in 2007 sterker afnam dan verwacht. In totaal meldden zich bijna 495.000
werkzoekenden bij ons voor een WW- of Wwb-uitkering, dit is circa 17,5 procent lager dan de oorspronkelijke raming van een instroom van 600.000 werkzoekenden. Vanwege de capaciteitsruimte die hierdoor ontstond, hebben we de dienstverlening kunnen hervatten voor bijna 36.000 mensen die al een jaar of langer geen dienstverlening meer van ons ontvingen. We hebben ook met succes de dienstverlening geïntensiveerd aan 45-plussers. Daarnaast is extra capaciteit ingezet voor het doorvoeren van de Poortwachterstoets, jongerenloketten, leerwerkloketten en het verder met UWV en gemeenten vormgeven van de ketendienstverlening. Voorkomen van de uitkeringssituatie Van de nieuwe klanten hebben we voor ruim 143.000 personen kunnen voorkomen dat ze een uitkering hebben aangevraagd. Circa 79.000 werkzoekenden had geen recht op een uitkering of maakten gebruik van een lopende uitkering. Van de circa 500.000 werkzoekenden hebben we uiteindelijk circa 275.000 werkzoekenden overgedragen aan UWV of gemeenten voor een uitkering. Het resultatenschema laat zien hoe de instroom en uitstroom van werkzoekenden in 2007 is verlopen. Er is toch nog een behoorlijke groep werkzoekenden die wel een beroep moest doen of een uitkering. In 2007 hebben we de uitkeringsdossiers ruim binnen de norm tijdig en volledig aan UWV en gemeenten overgedragen Figuur 2.1 Resultatenschema 2007
Eind 2006 hadden we 554.200 werkzoekenden in ons bestand
+
Aan het eind van 2007 waren er 458.300 werkzoekenden over
In 2007 melden zich circa 495.000 nieuwe werkzoekenden 100%
*
68.000 WW- en 75.100 Wwb-aanvragers hebben we op voorhand uit de uitkeringssituatie kunnen houden. Dat zijn 143.100 werkzoekenden
*
- 29%
79.000 werkzoekenden hadden geen recht op een uitkering of konden gebruik maken van een lopende uitkering.
*
Een afname van het werkzoekendenbestand met 95.900 personen.
- 13% 55%
273.900 werkzoekenden werden voor een uitkering overgedragen aan UWV of gemeenten. 13% 42% 208.100 werkzoekenden werden geacht zelfstandig en snel de weg naar werk te kunnen vinden
*
65.800 werkzoekenden kregen begeleiding.
29%
*
141.700 werkzoekenden stroomden binnen 6 maanden uit
13%
*
66.400 werkzoekenden stroomden na 6 maanden uit
In 2007 is dus 58% van de nieuwe werkzoekenden niet in een uitkeringssituatie terecht gekomen of is er binnen 6 maanden weer uit.
In 2007 werd 27% van de instroom na 6 maanden verder begeleid via re-integratie door UWV of gemeenten.
*
In 2007 zijn dus 254.800 mensen weer aan het werk gegaan: 148.800 hebben ‘zelf werk gevonden’ met mogelijk gebruik van onze instrumenten 106.100 zijn door ons aan werk geholpen, waarvan 66.900 (63%) en 39.200 (37%) via uitzendbureaus.
Waardering voor dienstverlening steeg De drie kanalen waarmee werkzoekenden ons kunnen benaderen: internet, telefonie en onze vestigingen zijn in 2007 zodanig gekoppeld dat werkzoekenden de dienstverlening meer als één logisch geheel ervaren. Zo schreef 60 procent van alle werkzoekenden zich in 2007 online in via E-intake Op werk.nl. Daarnaast hebben we het telefonieverkeer gecentraliseerd via zes regionale callcenters waar in 2007 1,7 miljoen telefoongesprekken werden afgehandeld. Onze
7
dienstverlening aan werkzoekenden kreeg al met al in 2007 een beter totaalcijfer dan in 2006. In 2006 kregen we nog een 6,3 in 2007 een 6,8. 2007 was verder het eerste volledige jaar waarin alle CWI-vestigingen konden beschikken over een Competentie Test Centrum (CTC). In 2007 zijn ruim 49.000 werkzoekenden getest op hun competenties, om hun talenten te ontdekken en de kansen op een succesvolle match te vergroten. Daarvan hebben we 576 mensen getest op hun kwaliteiten als ondernemer. Uit de Verbetermeter werkzoekenden van het vierde kwartaal 2007 blijkt dat de competentietest ongeveer 70 procent van de geteste personen meer inzicht geeft in hun kansen op de arbeidsmarkt. Ook gaf 74 procent aan meer zicht te hebben op beroepen die beter aansluiten op hun competenties. Daarnaast is het niet onbelangrijk dat 79 procent van de deelnemers aangaf beter in staat te zijn de eigen kwaliteiten te verwoorden bij werkgevers. De gemiddelde klantwaardering voor deze dienstverlening is hoog (8,2). Extra inzet voor aandachtsgroepen In 2007 hebben we bijna 67.000 45-plussers met begeleiding en bemiddeling aan werk geholpen. Dit is ruimschoots boven de afgesproken taakstelling van 57.800. En ook circa 36 procent meer dan in 2006. De aanpak van de jeugdwerkloosheid heeft ertoe geleid dat in 2007 ruim 43.500 jongeren aan het werk zijn gegaan. Daarvan zijn er ruim 26.500 via onze bemiddeling op een bij CWI ingediende vacature aan werk geholpen. Ruim 17.000 jongeren hebben door een combinatie van coaching, gebruik van de self-service-instrumenten (zoals werk.nl) en eigen initiatief zelf werkgevonden. Poortwachterstoets vast onderdeel van de dienstverlening De Poortwachterstoets is in 2007 steeds meer een vast onderdeel van het totale dienstverleningspakket geworden. Uit klanttevredenheidsonderzoeken blijkt dat werkzoekenden de op schrift gestelde afspraken op prijs stellen. Het schept duidelijkheid aan beide partijen. Volledig ingelopen op achterstanden Wsw In 2007 hebben we over ruim 33.200 indicatiestellingen voor de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) beschikt. We zijn ook volledig ingelopen op de in 2006 ontstane achterstand van 829 bezwaarschriften. Werken aan een betere ketensamenwerking Op basis van het in maart 2007 gepubliceerde evaluatierapport van de zeven “Toonkamer” locaties gaven CWI, UWV, VNG en Divosa groen licht voor het Programmaplan Invoering Toonkamerprincipes. Geïntegreerde dienstverlening van CWI, UWV en gemeenten staat daarbij voorop. De afspraak is dat eind 2008 er overal op deze wijze wordt gewerkt. De coördinatie voor de invoering van deze werkwijze gebeurt vanuit het Algemeen Ketenoverleg (AKO). Het aantal bedrijfsverzamelgebouwen, waar wij samen met UWV en gemeenten zijn gehuisvest, staat eind 2007 op 91. Er is inmiddels ook een instrument ontwikkeld en getest dat in staat is de klanttevredenheid van de geïntegreerde dienstverlening te meten. Eind 2007 konden reeds enkele duizenden werkzoekenden hun gegevens bekijken via het Digitaal Klantendossier (DKD). Op 3 januari 2008 is het DKD landelijk door CWI, UWV en gemeenten in gebruik genomen.
We helpen werkgevers bij het vervullen van vacatures
Werkgevers hebben in 2007 ruim 296.000 vacatures bij onze vestigingen ingediend. Van deze ingediende vacatures hebben we ruim 106.000 kunnen vervullen, zodat onze taakstelling van 95.000 vacatures ruimschoots is gehaald.
8
We hebben 39.200 vacatures in publiek-private samenwerking vervuld via uitzendbureaus. Dienstverlening via drie kanalen Boven op de vestigingsaanmeldingen hebben werkgevers bijna 318.000 vacatures bekend gemaakt via werk.nl. Per dag voerden werkgevers en uitzendbureaus gemiddeld zo’n 3.700 zoekacties uit in de CV-databank. Van alle werkgevers waar we in 2007 contact mee hebben gehad, heeft ruim70 procent aangegeven dat ze een vast contactpersoon bij een van onze vestigingen hebben. Werkgevers beoordeelden hun contactpersoon met een 7,1 als het ging om het in behandeling nemen van een vacature. In 2007 meldde werkgevers in 6 procent van de gevallen de vacature via de vacaturelijn 0800-8001 Arbeidsjuridische Dienstverlening In 2007 hebben we circa 66.500 aanvragen voor tewerkstellingsvergunningen onder handen gehad, waarvan 94,2 procent op tijd is afgehandeld. Werkgevers beoordelen deze dienstverlening met een ruime 7. Inclusief de openstaande aanvragen uit 2006 hebben we in 2007 ruim 28.500 ontslagaanvragen behandeld. Hiervan is 84,3 procent binnen zes weken afgehandeld. Werkgevers beoordeelden deze dienst met een ruime 7, hetzelfde cijfer als in 2006. Nieuwe dienstverleningsconcepten Sinds 2007 beschikken we over 31 bedrijfsadviseurs. Deze nieuwe ‘accountmanagers’ vormen de schakel tussen complexe vragen van werkgevers en onze dienstverlening op de vestigingen. We zijn gestart met brancheservicepunten, dit zijn bemiddelingspunten die door lokale of regionale werkgevers(-organisaties) worden gedragen en waarin CWI met hen een partnership aangaat. Er is hierbij een specifieke vraag naar personeel waarin naar de opvatting van de werkgevers nog niet voldoende in kan worden voorzien, kwalitatief of kwantitatief. Doel de versterking van de regionale (lokale) arbeidsmarktpositie van de branche. Bijzondere Werkgeversprojecten Voor enkele grote, landelijk opererende werkgevers hebben we in 2007 speciale arrangementen opgezet, omdat zij te maken hadden met veel vacatures of ontslagen. Zo hebben we een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met bijvoorbeeld het ministerie van Defensie, Belastingdienst, supermarktketen Jumbo en Raillion. Samen met onze ketenpartners hebben we ook grote werkgevers bijgestaan met zogeheten van-werk-naar-werk-projecten, zoals de Mobiliteitscentra Automotive, Weert en Thuiszorg. Start regionale arbeidsmarktaanpak In 2007 is een start gemaakt met het opstellen van lokale en regionale marktverkennings- en activiteitenplannen met UWV en in toenemende mate met gemeenten. Er zijn ook veel werkgevers geweest die we niet hebben kunnen helpen, omdat daarvoor onvoldoende gekwalificeerd aanbod was. Deze werkgevers hebben we geprobeerd met andere diensten te helpen. Met gemeenten en UWV proberen we ook steeds meer langdurig werklozen te kwalificeren voor de arbeidsmarkt. Klanttevredenheid werkzoekenden en werkgevers Ook in 2007 hebben wij de tevredenheid van onze klanten over onze verschillende diensten gemeten. De klanttevredenheid van werkzoekenden en werkgevers voor specifieke onderdelen van de dienstverlening is hoger dan de voor de generieke dienstverlening.
9
Figuur 2.2 Klantwaarderingen 2007
CWI als innovatieve en effectieve organisatie
In 2007 telde onze organisatie een gemiddelde bezetting van 4.047,5 fte’s. Hiervan is 15,6 procent stafpersoneel, waarmee we een slanke organisatie zijn. Ondanks de toegenomen aandacht voor frequent ziekteverzuim is het ons, met 6,0 procent ziekteverzuim, niet gelukt onder de streefwaarde van 5,5 procent te komen. Het afgelopen jaar hebben onze medewerkers 2.167 opleidingsprogramma’s aan de CWI Academie afgerond. Daarnaast zijn ook 680 certificeringstrajecten succesvol afgelegd door onze medewerkers; 13 procent meer dan in 2006. Klachtenbehandeling In 2007 zijn 516 klachten van onze klanten afgehandeld, waarvan 55 procent (deels) gegrond werd verklaard. Op een instroom van bijna 495.000 werkzoekenden en alle klantcontacten die er in dit verband zijn, is het aantal klachten zeer gering. De CWI Raadsman Ombudszaken heeft 27 suggesties voor verbetering voorgelegd aan de Raad van bestuur. Publieke verantwoording De Centrale Cliëntenraad stemt in met de aangekondigde fusie tussen CWI en UWV en drong alvast aan op vergaande samengaan. In 2007 hebben we opnieuw deelgenomen aan de Rijksbrede Benchmark en de Handvestgroep Publiek Verantwoorden. Risicomanagement In 2007 zijn in de interne bedrijfsvoering van CWI de volgende strategische risico’s benoemd: stabiele en storingsvrije primaire procesondersteunende systemen, adequate maatregelen om veiligheid van medewerkers te waarborgen en agressie tegen te gaan, behoud van lokaal maatwerk met inachtneming van uniforme kaders, investeren in professionele en mobiele medewerkers en de verdere professionalisering van de kerntaak Arbeidsbemiddeling (lokale arbeidsmarktinformatie en samenwerking). De systemen die onze primaire processen ondersteunen hebben we zoveel mogelijk stabiel en storingsvrij proberen te krijgen en houden. Daarin zijn we niet volledig geslaagd. Daarnaast hebben we de veiligheid van medewerkers beter gewaarborgd door agressie op de locaties tegen te gaan. Verder hebben we beleidsmatig naar wegen gezocht die ons in staat stellen lokaal maatwerk te leveren, zonder dat dit knelt met uniforme, wettelijke kaders. We hebben geïnvesteerd in professionele en mobiele medewerkers. Ten slotte hebben we
10
sterk ingezet op een verdere professionalisering van onze kerntaak arbeidsbemiddeling via lokale arbeidsmarktinformatie en samenwerking met de ketenpartners. Informatiebeveiliging In 2007 hebben zich geen ingrijpende verstoringen voorgedaan rond de beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid van de informatievoorziening in de dienstverlening van het CWI. Er is geen onbedoeld verlies van gegevens geweest en er hebben zich geen noemenswaardige privacy-incidenten voorgedaan. Het Informatiebeveiligingsplan 2007 heeft op een aantal punten verbetering gebracht in de interne bedrijfsvoering en bij onze leveranciers van IT-diensten. Toch voldoet CWI nog steeds niet volledig aan de normenkaders die gelden onder de Wet Suwi. Wij zullen daarom concrete verbeterafspraken maken, zowel intern als met IT-leveranciers. Tegelijkertijd is het nodig om de vereisten te actualiseren en in lijn te brengen met de nieuwe inzichten omtrent integrale klantbediening in de keten. Een doelmatige organisatie Uit het Jaarverslag blijkt dat we de meeste van onze streefwaarden in 2007 ruimschoots hebben gehaald. Van de achttien prestatie-indicatoren zijn er dertien boven de streefwaarden uitgekomen. Van de vijf overige indicatoren eindigden vier indicatoren onder de streefwaarde, met een afwijking van tussen 0-5% of minder dan -1,0 punt in het geval van de klanttevredenheidsindicatoren, zoals vastgesteld in het CWI-normenkader doelmatigheid. Het aantal op werk.nl beschikbare CV’s is met een afwijking groter dan -5% niet gehaald. Dit wordt met name veroorzaakt door wijzigingen in de technische ondersteuning van werk.nl, verkorting van de geldigheidsduur van CV’s en doordat werkzoekenden zich niet meer hoeven registreren met hun CV in werk.nl om op vacatures te kunnen matchen. Dat laatste is het resultaat van klantgerichter werken en valt daarom binnen het normenkader. Over het geheel zijn we in 2007 een doelmatige organisatie geweest.
11
3. Hoe we de arbeidsmarkt transparant maken
3.1 Wat willen we bereiken? Werkzoekenden en werkgevers moeten elkaar (sneller) weten te vinden, want alleen zo kunnen we meer mensen aan het werk krijgen. Het inzichtelijk maken van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt is daarom één van onze belangrijkste taken. We leveren verschillende diensten die transparantie van de arbeidsmarkt vergroten.
3.2 Wie zijn onze gebruikersgroepen? We ontwikkelen onze diensten voor verschillende gebruikersgroepen: werkzoekenden, werkgevers en arbeidsmarktprofessionals. Elk van deze gebruikersgroepen heeft een eigen belang bij onze diensten. Werkzoekenden en werkgevers Werkzoekenden en werkgevers willen elkaar vinden. De eerste groep wil weten welke werkgevers op zoek zijn naar personeel. En de werkgevers willen een overzichtelijk aanbod van potentiële werknemers. Arbeidsmarktprofessionals Bestuurders, beleidsmakers, medewerkers van brancheorganisaties en wetenschappers zijn op zoek naar informatie waarmee zij kunnen werken aan eventuele maatregelen. Zij willen weten hoe de arbeidsmarkt er uit ziet en hoe die zich ontwikkelt.
3.3 Matchen van werkzoekenden en werkgevers We hebben een aantal instrumenten waarmee werkzoekenden en werkgevers elkaar beter kunnen vinden: webportaal werk.nl, onze 127 vestigingen, de Europese vacaturebemiddeling EURes, de Landelijke Banenmarkt en de Brancheweken. De website werk.nl is ons belangrijkste instrument om de arbeidsmarkt transparant te maken. Zowel werkzoekenden als werkgevers hebben een eigen ‘tabblad’, waar informatie staat die voor de betreffende gebruikersgroep interessant is. Bij al deze middelen komt een zekere zelfwerkzaamheid van werkzoekenden en werkgevers kijken, dat wil zeggen: ze zullen veelal zelf contact met elkaar opnemen. Met alle middelen hebben we in 2007 aan bijna 616.000 van de circa 1.109.000 vacatures in Nederland bekendheid gegeven. 1 Daarmee hebben we in 2007 55,5 procent van alle vacatures in Nederland via onze dienstverlening ontsloten. Omdat het vacatureaanbod via onze kanalen daarmee ruimschoots voldoende was voor onze dienstverlening aan werkzoekenden, was het niet nodig om méér vacatures te werven. Werk.nl als portaal voor de keten van werk en inkomen Werk.nl vervult steeds meer de rol van portaal binnen de keten van werk en inkomen. Gegevens vanuit verschillende bronnen van private en publiek partners worden in toenemende mate op relevante wijze met elkaar getoond. Zo zijn er 17 Partnermodules en 11 leveranciers van vacatures in grote volumes. Er zijn links 1
CWI Arbeidsmarktprognose 2007-2012 (juni 2007), blz. 17.
met 114 vacaturebanken en 84 uitzendbureaus. Met 8 andere vacaturesites zijn partnerships. Op het gebied van de content wordt samengewerkt met UWV, Kamer van Koophandel, Bedrijvenloket en dergelijke. Bezoekers van werk.nl In 2007 bezochten ongeveer 40.000 unieke bezoekers per dag werk.nl. De verschillende informatiemodules werden in totaal ongeveer 27,6 miljoen keer geraadpleegd. Bezoekers van de website die op zoek zijn naar werk kunnen zich op werk.nl registreren als werkzoekende. Daarnaast kunnen zij hun CV’s gratis in de etalage zetten, banen zoeken en online solliciteren. Via een automatische koppeling krijgen zij ook vacatures te zien die zijn ingevoerd op Monsterboard.nl en Nationalevacaturebank.nl. Werkzoekenden kunnen via de site selecteren op beroep, branche en regio. Werkzoekenden voerden gemiddeld 130.000 zoekacties per dag uit. Eind 2007 stonden er ruim 160.500 CV’s van werkzoekenden op werk.nl. Werkzoekenden brachten ook hun kansen op de arbeidsmarkt in kaart met de ‘Kansverkenner Werk’. Vanaf begin december 2007 konden werkzoekenden met behulp van de competentieatlas op werk.nl op basis van competenties en interesses zoeken naar beroepen, kansen en vacatures die daarbij passen. De cursusdatabase waar 130.000 cursussen zijn te vinden, werd in 2007 ongeveer 537.000 keer geraadpleegd. Met de in 2007 doorgevoerde vernieuwing van werk.nl is het voor bezoekers die het vacatureaanbod willen bekijken niet langer nodig een CV te plaatsen. Hierdoor is het aantal CV’s ten opzichte van 2006 gedaald. Ook was in het eerste kwartaal en in mei en juni door technische oorzaken de stabiliteit en bereikbaarheid van werk.nl voor klanten een knelpunt. Vanaf augustus schommelde het aantal beschikbare CV’s tussen de 160.000 en 165.000. Kansverkenner Werkzoekenden kunnen met de ‘Kansverkenner’ op werk.nl gerichter zoeken naar werk. Hierdoor krijgen zij een indruk van de kansen op werk in hun regio. Het instrument helpt hen ook bij het vergroten van hun kansen, door bijvoorbeeld een bredere beroepsoriëntatie te suggereren of door andere zoekkanalen aan te spreken. De Kansverkenner wordt periodiek geactualiseerd en geeft zo inzicht in de actuele arbeidsmarktkansen voor werkzoekenden, uitgesplitst naar beroepsgroep en regio. Daarnaast kunnen werkzoekenden hun eigen wensen beter in kaart brengen met vier online tests. Deze tests geven werkzoekenden beter inzicht in hun interessegebieden, hun persoonlijke eigenschappen, hun motivatie of hun geschiktheid om te gaan ondernemen. Voor scholieren en studenten biedt de Kansverkenner toegevoegde waarde in de bepaling van de arbeidsmarktrelevantie van de studiekeuze. Steeds meer E-diensten Werk.nl biedt als dienstverleningskanaal ook steeds meer E-diensten voor de keten. Veelal start de persoonlijke dienstverlening nadat klanten eerst werk.nl hebben gebruikt voor het online inschrijven voor werk en/of aanvragen van een uitkering WW of Wwb. Steeds meer vacatures Werkgevers hebben via werk.nl de mogelijkheid CV’s van werkzoekenden te bekijken en deze direct te benaderen. Werkgevers en uitzendbureaus kunnen op werk.nl gratis hun vacatures plaatsen. In 2007 is een rechtstreekse koppeling met de EURes vacatures gerealiseerd. In 2007 hebben werkgevers bijna 320.000 vacatures geplaatst op werk.nl, dit is meer dan het aantal vacatures dat via de vestigingen is ingediend (ruim 296.000) Hieruit blijkt dat ook de effectiviteit van
13
dit dienstverleningskanaal. Op basis van een exitpoll die werkgevers invullen als ze een vacature van de site halen, blijkt dat in 9,3 procent van de gevallen een kandidaat via werk.nl is gevonden. Deze match is dus tot stand gekomen zonder directe interventie van een adviseur werk en inkomen. Vacatures op meerdere plaatsen Naast de mogelijkheid om hun vacature op werk.nl te plaatsen, bieden we werkgevers- en brancheorganisaties ook Partnermodules aan. Met deze internettoepassing kunnen zij alle actuele vacatures binnen één bepaalde branche of regio uit het CWI-bestand publiceren op hun eigen website. Voorbeelden hiervan zijn Werkenopdebouw.nl, Onderwijsvacaturebank.nl en Mkbservicedesk.nl. Deze branchegerichte vacaturesites worden volledig gepresenteerd in de ‘look and feel’ van de branche. Figuur 3.1 Welke vacaturesites gebruiken werkgevers?
Waarmerk Drempelvrij.nl Eind 2007 heeft werk.nl het waarmerk ‘Drempelvrij.nl’ gekregen. Dit waarmerk drukt de kwaliteit en de toegankelijkheid van websites uit. Werk.nl voldoet aan alle ijkpunten die zijn opgesteld in samenwerking met overheid, bedrijfsleven en gehandicaptenorganisaties. Waardering werk.nl Ook wat betreft bekendheid onder werkzoekenden scoort werk.nl goed. 2 Onder werkzoekenden is werk.nl één van de meest gebruikte oriëntatiesites op zoek naar werk in Nederland. 3 In vergelijking met andere vacaturesites scoort werk.nl goed onder mbo’ers en zijn er relatief veel banen te vinden in de detailhandel en de gezondheidszorg. Daarnaast kenmerkt ons gebruikersbestand zich door een evenwichtige leeftijdsopbouw en een evenwichtige man-vrouw verhouding. Figuur 3.2 Waardering van werk.nl
4
2
Werk.nl is de op één na bekendste vacaturesite van Nederland. Bron: Intelligence Group, Arbeidsmarkt Gedragonderzoek 2007. 3 Www.intelligencegroup.nl, Persbericht Intelligence Group, ‘Monsterboard.nl ook dit jaar weer de meest gebruikte oriëntatiesite van Nederland’, 4 september 2007. 4 Gegevens voor automatische e-mail in het eerste kwartaal van 2007 zijn onbekend.
14
6,8
6,7 6,66,6 6,5
6,6 6,6 6,4
6,5 6,4 6,3 6,2
6,5
6,5 6,4
6,4 6,3 6,3
6,3 6,2 6,1
6,2 6,0 6,0 5,8
O
ve rz ic ht el i jk he id
em ai l is ch e
Au to m at
G
em ak
va ca tu re s
Sn el he id
Br ui kb aa r
he id
5,6
Kw artaal 1 2007
Kw artaal 2 2007
Kw artaal 3 2007
Kw artaal 4 2007
De vestigingen: steeds vaker een knooppunt In ons streven de arbeidsmarkt meer transparant te maken, vormen de 127 lokale vestigingen een fysiek ‘knooppunt’ waar werkzoekenden en werkgevers elkaar kunnen vinden. Alle vestigingen hebben een ‘beursvloer’ waar zij tal van lokale en regionale banenmarkten en werkcafés organiseren in samenwerking met de ketenpartners, uitzendorganisaties, intermediairs en andere partners. Op de beursvloer kunnen werkzoekenden ook gebruikmaken van alle selfserviceinstrumenten van CWI, waaronder werk.nl, vacatureborden en informatiefolders. Onze adviseurs in de vestigingen zijn getraind om werkzoekenden en werkgevers bij elkaar te brengen. Zij helpen werkzoekenden bij het vinden van een baan en stimuleren werkgevers gebruik te maken van regelingen die de arbeidsparticipatie onder bepaalde groepen moeten verhogen. Grotere arbeidsmarkt met EURes Via EURes, European Employment Services, werken wij ook aan de transparantie van de Europese arbeidsmarkt. Dit samenwerkingsverband van alle EU-landen plus IJsland, Zweden en Zwitserland werkt aan een transparantere Europese arbeidsmarkt. Via EURes geven we werkgevers en werkzoekenden uit deze landen informatie, advies en ondersteuning bij het zoeken van werk of personeel. Meer dan één miljoen vacatures Ook voor internationale matching is een website ons belangrijkste instrument. Deze is in 2007 gekoppeld aan het CWI-systeem. Daardoor hebben Nederlandse werkzoekenden toegang tot meer dan één miljoen vacatures van Europese werkgevers en omgekeerd hebben Europese werkgevers toegang tot alle Nederlandse CV’s. Moeilijk vervulbaar De kracht van EURes ligt met name in de voorlichting over leef- en werkcondities en vacatures in andere landen. In 2007 hebben we ongeveer 43.000 personen geïnformeerd. Uiteindelijk hebben in 2007 224 Nederlandse werkzoekenden via EURes een baan gevonden in Europa, waarbij onze EURes-medewerkers direct waren betrokken.
15
Preventieve voorlichting Per 1 mei 2007 zijn de grenzen volledig open gegaan voor werkzoekenden uit Polen, Estland, Letland, Litouwen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Slovenië. Zij kunnen daarmee een beroep doen op alle dienstverlening van EURes. Dit geldt ook voor Nederlandse werkgevers die willen werven in deze landen. Met Polen, Italië en Tsjechië is nadere samenwerking overeengekomen op het gebied van voorlichting, bemiddeling en de relatie met commerciële dienstverleners. Op ons initiatief is Polen afgelopen jaar begonnen met (preventieve) voorlichting over de Nederlandse arbeidsmarkt, zodat Poolse werkzoekenden zich een realistisch beeld kunnen vormen. Landelijke Banenmarkt ‘Laat je talent werken’ Een jaarlijks evenement dat de transparantie verhoogt is de Landelijke Banenmarkt; dit jaar volledig in samenwerking met onze ketenpartners georganiseerd. Op 29 september 2007 werden op 120 locaties in het land werkgevers en werkzoekenden fysiek bij elkaar gebracht. Het thema was ‘Laat je talent werken’ en was er op gericht om de competenties van werkzoekenden te koppelen aan de vacatures van de werkgevers. Direct voorafgaand aan en tijdens de Landelijke Banenmarkt hebben ongeveer 8.000 werkzoekenden een competentietest gedaan. In 2007 duurde de Banenmarkt in de vier grote steden twee dagen. Krapte op arbeidsmarkt merkbaar Voor werkzoekenden is de banenmarkt een andere, extra gelegenheid om zich te oriënteren op 119.000 vacatures. Daarnaast kunnen zij persoonlijk kennismaken met werkgevers en meedoen aan workshops solliciteren. Werknemers konden zich verder laten testen op hun competenties. De CV-dokter, de workshops over zelfstandig ondernemerschap en de ’fictieve sollicitatiecommissie’ vielen bij de werkzoekenden in de smaak. Mede door de Landelijke Banenmarkt liet de website Werk.nl in het derde kwartaal een sterke toename van het aantal CV’s en vacatures zien. De krapte op de arbeidsmarkt was ook te merken aan het stijgende aantal vacatures en het dalende bezoekersaantal. Figuur 3.3 Toename aantal vacatures voor Landelijke Banenmarkt Aantal beschikbare vacatures Landelijke Banenm arkt 140.000 120.000 100.000 80.000 60.000 40.000 20.000 0 2005
2006
2007
16
Figuur 3.4 Aantal bezoekers Landelijke Banenmarkt Aantal bezoekers Landelijke Banenm arkt 140.000 120.000 100.000 80.000 60.000 40.000 20.000 0 2005
2006
2007
Goede samenwerking met ketenpartners Tijdens de Landelijke Banenmarkt waren op iedere locatie ook de medeorganisatoren UWV en gemeenten aanwezig met informatiestands. In verschillende plaatsen zijn extra activiteiten georganiseerd in samenwerking met de gemeente. Op deze dag is ook de EURes-dienstverlening op alle locaties gepresenteerd. Daarnaast is nauw samengewerkt met de collega-organisaties Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) en de Bundesagentur für Arbeit (BA). Door het Servicepunt Hoger Opgeleide Allochtonen (HOA) is tijdens de banenmarkt in Rotterdam de werkconferentie 'Diversiteit met kleurrijk talent' georganiseerd, waarbij de actie 'Adopteer een HOA-CV' van start is gegaan. Hoge waardering De waardering voor de Landelijke Banenmarkt was ook dit jaar hoog. Standhouders gaven een 7,3, werkzoekenden een 7,6. Brancheweken: tegengaan van krapte Branches met krapte op de arbeidsmarkt konden rekenen op extra aandacht. In de periode 5 maart tot en met 16 mei 2007 besteedden bijna alle CWIvestigingen aandacht aan de vacatures in de krapte branches: horeca, bouw, techniek, transport en logistiek, productie en industrie, ambachten, zorg, beveiliging, bewaking en geüniformeerde beroepen, zakelijke dienstverlening en detailhandel. Tijdens de Brancheweken lieten we werkzoekenden zien in welke branches veel banen zijn te vinden. De werkgevers informeerden we hoe de ketenpartners geschikt personeel kunnen aanleveren voor leerwerkbanen en via re-integratiemiddelen. De Brancheweken organiseerden we in samenwerking met brancheverenigingen, kenniscentra, scholingsinstituten, UWV en gemeenten. ‘Speedmeets’ en scholingsmogelijkheden Vestigingen hadden binnen de vastgestelde kaders de vrijheid zelf invulling te geven aan de activiteiten afhankelijk van de locale situatie. Hierbij ondersteund door landelijke campagnemiddelen en publiciteit. Er werden onder andere 'speedmeets' gehouden tussen werkgevers en werkzoekenden. Werkzoekenden konden diverse workshops volgen. Door de aandacht te vestigen op opleidingsen (om-)scholingsmogelijkheden in de diverse branches wil CWI vooral werkzoekenden mobiliseren die op dit moment nog onvoldoende toegerust zijn voor de arbeidsmarkt, waaronder langdurig werklozen.
3.4 Actuele informatie voor arbeidsmarktprofessionals Naast de in de vorige paragraaf genoemde instrumenten om vraag en aanbod bijeen te brengen, leverden we in 2007 ook hoogwaardige informatie over de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Zo maken we de markt inzichtelijk voor bestuurders en beleidsmakers van onze ketenpartners, regionale samenwerkingsverbanden en instellingen als Kamers van Koophandel, regionale ontwikkelingsmaatschappijen, onderwijsinstellingen en uitzendbureaus. Online arbeidsmarktinformatie Op werk.nl vinden arbeidsmarktprofessionals veel van de door ons geproduceerde kennis. Er is informatie te vinden over de verwachte arbeidsmarktontwikkelingen in de komende jaren, statistische gegevens over de afgelopen tijd en uitleg over alle gehanteerde definities. Daarnaast zijn er verschillende instrumenten waarmee professionals zelf online informatieoverzichten kunnen samenstellen op basis van statistische informatie over vacatures en werkzoekenden. Er is ook een ‘arbeidsmarktkrapte indicator’ op de site te vinden, die aangeeft hoe het aantal kortdurend werklozen zich verhoudt tot het aantal openstaande vacatures. Daarnaast hebben we dit jaar een start gemaakt met het inrichten van themadossiers. Het eerste themadossier is dit jaar verschenen: 'Competenties'. Kwartaal magazine Arbeidsmarktjournaal Het kwartaalblad Arbeidsmarktjournaal presenteert op een journalistieke wijze diverse analyses, achtergronden, trends en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Daarnaast worden onderzoeken besproken en prominente arbeidsmarktkenners geïnterviewd. Het blad wordt verspreid in een oplage van 10.000 stuks. Er is een landelijke editie en er zijn vier regionale edities. Kerncijfers We zetten jaarlijks de kerncijfers van de arbeidsmarkt op een rij. Deze cijfers delen we actief met onze partners. Via de brochure Kerncijfers geven we de gehele keten inzicht in de ontwikkeling van het aantal werkzoekenden en vacatures per vestiging en per district. Daarnaast leveren we statistieken op over de door ons verleende ontslag- en tewerkstellingsvergunningen. De kerngegevens hebben we verspreid onder 7.500 professionals. Arbeidsmarktprognose Ook in 2007 hebben we een meerjarige arbeidsmarktprognose opgesteld. Ditmaal voor de jaren 2007-2012. De jaarlijkse arbeidsmarktprognoses geven een samenhangend beeld te zien van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de verwachtingen voor de komende periode. Er wordt gekeken naar de gehele Nederlandse economie én naar ontwikkelingen binnen sectorale en regionale deelgebieden. De Arbeidsmarktprognose 2007-2012 is verspreid onder 7.000 professionals. Nieuwsflits voor de media De Nieuwsflits Arbeidsmarkt wordt maandelijks opgesteld en geeft de feiten van de arbeidsmarkt over de voorafgaande periode. Het aantal niet-werkende werkzoekenden, leeftijdsontwikkeling, werkloosheidsduur, opleidingsniveau, beroepsgroep en regio. De nieuwsflits is in 2007 elke maand verspreid via e-mail naar tientallen media. Daarnaast is de meest recente versie van de Nieuwsflits dagelijks te raadplegen via werk.nl. Arbeidsmarktcongres Het CWI-congres is vooral bedoeld om onderling kennis uit te wisselen. Op 21 juni 2007 was het onderwerp 'Een dynamische arbeidsmarkt voor iedereen'. Er werd ingegaan op de mobiliteit en inzetbaarheid van ouderen. De 180 bezoekers
18
bestonden uit bestuurders, managers, beleidsmakers, onderzoekers en andere professionals werkzaam op het terrein van de arbeidsmarkt. Congres arbeidsjuridische dienstverlening Ook in 2007 (9 november 2007) organiseerden we een arbeidsjuridisch congres voor ruim 900 deelnemers. Dit keer met als onderwerp 'Re-integratie of ontslag: poortwachter en arbeidsmarkt in juridisch perspectief'. Sprekers afkomstig uit de rechtswetenschap, advocatuur, sociale partners, mediation en UWV bespraken de onderwerpen vanuit een arbeidsjuridisch perspectief. Ook de hervorming van het ontslagrecht was een belangrijk onderwerp. Producten op maat Naast deze reguliere producten wordt met analyses, specifieke informatie op maat geleverd. We laten ook onderzoek uitvoeren. Ook in 2007 is het onderzoek naar ‘Vacatures in Nederland 2007’ uitgevoerd. Daarnaast participeren we onder meer in een project van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) over de ‘Arbeidsmarkt naar opleiding en beroep 2012’ en in een onderzoek van de arbeidsmarkt in de gezondheidszorg.
3.5 Doelmatigheid van onze transparantiedienstverlening In 2007 heeft 241,4 fte’s bijgedragen aan het transparanter maken van de arbeidsmarkt. Dat is zes procent van de totale personele bezetting. Op grond van de goede resultaten, zoals hierboven beschreven en een lichte afname van het aantal ingezette fte’s, concluderen we dat onze inspanningen om de transparantie van de arbeidsmarkt te vergroten in 2007 doelmatig zijn geweest. Tabel 3.1 Aantal fte’s ingezet voor transparantie Jaar 2005 fte’s 252
2006 248
2007 241,4
Figuur 3.5 Percentage fte’s dat besteed is aan vergroten transparantie Transparantie
6,0%
19
4. Hoe we werkzoekenden aan werk helpen 4.1 Wat willen we bereiken? Onze ambitie is om werkzoekenden zo snel mogelijk weer aan de slag te krijgen. Dat is goed voor de eigenwaarde van mensen en voorkomt dat werkzoekenden onnodig lang een beroep doen op een uitkering. Daarom begeleiden we hen bij het vinden van een baan of een geschikte opleiding. We prikkelen ze om hun talenten beter te benutten en te ontwikkelen, zodat ze beter toegerust zullen zijn voor de huidige én toekomstige arbeidsmarkt.
4.2 Minder werkzoekenden in 2007 De economische conjunctuur is voor een belangrijk deel bepalend voor ons handelen. Een aanhoudende vraag naar personeel leidde ertoe dat het aantal werkzoekenden in 2007 sterk afnam. In totaal meldden zich bijna 495.000 mensen bij ons aan als werkzoekende. Figuur 4.1 Krapte op de arbeidsmarkt nam toe
5
0,9 zeer krap
0,8 0,7
krap
0,6
gemiddeld
0,5 0,4
ruim 0,3 0,2 zeer ruim 0,1
jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec
0,0
2003
2004
2005
2006
2007
Extra dienstverlening Door de groeiende economie en het grote aantal vacatures ontstond een grotere krapte op de arbeidsmarkt. Vanaf het moment dat de instroom structureel onder de raming zou blijven hebben we deze lagere klantinstroom - en de capaciteitsruimte die hierdoor ontstond - benut door extra dienstverlening in te zetten. Zo werd het mogelijk om de dienstverlening te hervatten voor bijna 36.000 mensen die al een jaar of langer geen dienstverlening meer van ons ontvingen. We hebben ook de dienstverlening verbeterd en geïntensiveerd aan bijvoorbeeld 45-plussers waardoor we ten opzichte van de bestaande doelstelling ruim 1.750 extra ouderen aan een baan hebben geholpen. Ook hebben we ruim 8.600 extra vacatures vervuld. Daarnaast hebben we meer diensten verleend aan gemeenten. Vooral aan gemeenten waarvoor we de volledigheid van de uitkeringsintake Wwb uitvoerden. 5
De CWI Arbeidsmarktkrapte indicator geeft aan hoe het aantal kortdurend werklozen zich verhoudt tot het aantal openstaande vacatures. Als toelichting op de gehanteerde waarden op de Y-as van de CWI krapte-indicator: 0,7 betekent dat 0,7 vacature bij CWI open staat per kortdurend werkloze (gedefinieerd als een korter dan 6 maanden bij CWI ingeschreven niet-werkende werkzoekende).
Verder is extra capaciteit ingezet voor projectcoördinatie binnen een aantal Prachtwijken, het doorvoeren van de Poortwachterstoets, het inrichten van extra leerwerkloketten en het vormgeven van een betere ketendienstverlening. Al deze extra taken konden we bovenop onze reguliere dienstverlening uitvoeren. Hoeveel mensen hebben we aan het werk gekregen? Van de bijna 495.000 werkzoekenden die zich in 2007 bij ons meldden vonden circa 255.000 mensen een nieuwe baan. In circa 106.000 gevallen hebben wij daarbij de werkzoekende rechtstreeks in contact gebracht met hun nieuwe werkgever. De andere circa 149.000 werkzoekenden hebben zelf een baan gevonden mede door onze coaching of door gebruik te maken de self-serviceinstrumenten op werk.nl, waardoor zij geen beroep (meer) hoefden te doen op een uitkering. Voorkomen van een uitkeringssituatie Ook in 2007 hebben we met onze dienstverlening geprobeerd te voorkomen dat mensen in een uitkeringssituatie terechtkomen. Van de circa 282.500 werkzoekenden die zich bij ons meldden voor een WW-uitkering hebben uiteindelijk bijna 68.000 geen beroep gedaan op een uitkering. Daarvan zijn 15.942 werkzoekenden uitgestroomd naar werk, 52.024 werkzoekenden zijn vanwege andere redenen niet overgedragen aan UWV. Daarnaast hebben ruim 75.000 van de bijna 134.500 werkzoekenden die een Wwb-uitkering wilden aanvragen, daarvan afgezien. Hiervan zijn 9.855 werkzoekenden uitgestroomd naar werk, 65.256 werkzoekenden zijn vanwege andere redenen niet overgedragen aan de gemeenten. Met deze inspanningen hebben we een forse bijdrage geleverd aan de besparing op de uitkeringslasten en de gemeentelijke budgetten bedoeld voor re-integratie. Coachen naar werk Na onze preventieve acties hebben we werkzoekenden geholpen bij het zoeken naar werk. We bekeken hun mogelijkheden op de arbeidsmarkt, stimuleerden hen via persoonlijke gesprekken, e-mails en sms bij het zoeken naar werk. Daarnaast boden wij hen competentietests of sollicitatietrainingen aan. Ook in 2007 konden we aanvullende re-integratie-instrumenten inzetten van onze ketenpartners. Met deze extra middelen konden we oplossingen financieren die de uitkeringsduur verkorten, zoals leerwerkstages bij bedrijven of opleidingen. Snelle uitstroom uit de uitkeringssituatie In 2007 zijn bijna 142.000 van de 204.000 werkzoekenden die aan UWV waren overgedragen alsnog binnen zes maanden uit het uitkeringsbestand gestroomd. Hiervan zijn 80.413 werkzoekenden uitgestroomd naar werk, 61.319 werkzoekenden zijn vanwege andere redenen uitgestroomd. Van de ruim 24.500 werkzoekenden die in 2007 in de Wwb terechtkwamen zijn 14.000 alsnog binnen zes maanden uit het uitkeringsbestand van de gemeenten gestroomd. Daarvan zijn 4.547 werkzoekenden uitgestroomd naar werk, 9.460 werkzoekenden vanwege andere redenen. Dossiers goed en op tijd aanleveren Om de dienstverlening zo soepel mogelijk voor de werkzoekenden te laten verlopen, streven we ernaar hun dossiers tijdig (en naar UWV ook volledig) over te dragen aan onze ketenpartners. Zo leveren we een bijdrage aan goede ketendienstverlening en aan de tevredenheid van de werkzoekenden. In totaal hebben we in 2007 bijna 222.000 WW-dossiers overgedragen aan UWV. Daarvan is 83,9 procent tijdig en 95,4 procent volledig overgedragen. Omdat we niet beschikken over mogelijkheden om werkzoekenden te verplichten alle relevante informatie aan te leveren, is een dossier volledig overgedragen als we bij de overdracht aangegeven welk document of informatie er nog ontbreekt.
21
Aan gemeenten hebben we in 2007 ruim 42.000 Wwb-dossiers overgedragen. De tijdigheid van het overdragen van Wwb-dossiers aan gemeenten is gemeten door te kijken of de dossiers binnen acht werkdagen na de uitkeringsintake plaatsvond. In 2007 is dit in 92 procent van de gevallen gebeurd.
4.3 Wie waren de werkzoekenden in 2007? Hieronder wordt aan de hand van een aantal kenmerken een beeld gegeven van de samenstelling van de in 2007 ingestroomde (niet-werkende en werkende) werkzoekenden. 6 Figuur 4.2 Werkzoekenden naar man-vrouw verhouding 60 50 40 30 20 10 0 Man
Vrouw
In 2007 zijn er iets meer vrouwen (50,1%) dan mannen (49,9%) ingestroomd. Sinds april 2005 zijn er trendmatig meer werkzoekende vrouwen dan mannen in het bestand van niet-werkende werkzoekenden (Nww-bestand). Figuur 4.3 Werkzoekenden naar leeftijdsklasse 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% tot 25 jaar
25 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
Circa 20% van de cliënten bestond in 2007 uit jongeren tot 25 jaar. Werkzoekenden van 25 tot 35 jaar (26%) en van 35 tot 45 jaar (27%) vormden in omvang de grootste categorieën. 45-plussers maakten 27% van de klantinstroom uit.
6
Bron: CWI Arbeidsmarktinformatiesysteem (data 2007).
22
Figuur 4.4 Werkzoekenden naar opleidingsniveau 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% basis
vmbo
mbo / havo / vwo
hbo / bachelor
wo / master
Circa 84% van de ingestroomde werkzoekenden heeft een opleidingsniveau van hoogstens middelbaar niveau, 11% heeft Hbo-niveau en circa 4% heeft een opleiding op Wo-niveau. Figuur 4.5 Werkzoekenden naar beroepsgroep
ve rk oo p/ be di
pr od uc tie
/o nd er tra ho ud ns po r t/ en op en sla d/ g co ve m rz m or er ge ci ee nd be l / h ve e ad el il ig ku m i ng in nd is /p ig tr a ol itie t ie f/b /m on el ilit ei de ai ds r rw a ijs dv /o i s nd er en er zo d ek /c le re id in at g/ ie be f st uu rd er s
45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0%
De meerderheid van de werkzoekenden heeft een productie- of onderhoudsberoep, over het algemeen op elementair of laag niveau, maar voor een kleiner deel ook op middelbaar of hoger niveau. Ook de verzorgende beroepen zijn sterk vertegenwoordigd, evenals beroepen in verkoop/commercie en administratie.
4.4 Extra inspanningen voor doelgroepen Groepen die uit zichzelf minder snel aan een nieuwe baan komen, konden rekenen op onze extra inzet. Samen met onze ketenpartners hielpen we hen de arbeidsmarkt te betreden. In 2007 hebben we met de middelen die daarvoor aan ons beschikbaar zijn gesteld extra aandacht besteed aan het bemiddelen van drie groepen werkzoekenden: 45-plussers, jongeren en hoger opgeleide allochtonen. Een offensief voor 45-plussers Oudere werkzoekenden komen maar moeizaam aan het werk, ondanks de toenemende behoefte aan personeel. 45-plussers worden door werkgevers vaak ten onrechte als te oud en te duur beschouwd. Eind 2006 is het project ‘Talent 45-plus’ gestart om deze groep werkzoekenden sneller aan het werk te helpen.
23
Driehonderd gespecialiseerde medewerkers In 2007 hebben zich ruim 113.000 45-plussers aangemeld als werkzoekend. Met driehonderd speciaal getrainde medewerkers hebben we bijna 20.000 door ons in behandeling genomen vacatures vervuld met een 45-plusser. Dit is bijna 19 procent van het totale aantal door ons bemiddelde vacatures. Een flinke verbetering ten opzichte van 2006 toen 14 procent van de vacatures werd vervuld met een oudere. In totaal hebben bijna 67.000 45-plussers in 2007 een baan gevonden, circa 19.900 door bemiddeling op een vacature en circa 47.100 dankzij het actieve gebruik van de door ons aangeboden coaching en dienstverleningsinstrumenten. 45-plussers helpen elkaar aan werk In 2007 hebben we de dienstverleningsvorm Netwerk 45+ verder ontwikkeld. Via deze nieuwe dienst begeleiden 45-plussers elkaar bij het vinden van een baan. Ze maken daarbij gebruik van elkaars netwerken. Via deze methode komen de eerste contacten tussen werkgevers en de oudere werkzoekende beter tot stand. Van de adviseur vraagt deze aanpak een meer coachende en faciliterende houding. Het Netwerk 45+ slaat buitengewoon goed aan. Meer dan 50 procent van de deelnemers heeft binnen tien weken een baan en de waardering van de werkzoekenden die meedoen aan Netwerk 45+ ligt op 7,2 voor de dienstverlening en op 7,8 voor de 45-plus adviseur. Vanaf september 2007 kunnen werkzoekende 45-plussers op alle vestigingen van dit dienstverleningsconcept gebruik maken. Betere voorlichting aan werkgevers Onze adviseurs bestrijden bij werkgevers de negatieve beeldvorming met feiten en wijzen vooral op de voordelen van de 45-plusser: ervaring, stabiliteit en loyaliteit. Daarnaast zijn er praktische handleidingen verspreid en ‘best practices’ uitgewisseld over empowerment van de 45-plussers. De beschikbare reintegratie-instrumenten zijn beter toegankelijk gemaakt en op een aantal vestigingen zijn ook speciale Leerwerkloketten opgezet. Het netwerk helpt 45plussers bij de ‘Erkenning van Verworven Competenties’ en het invullen van leerwerktrajecten. Meer bekendheid via TV Ook via de TV-uitzendingen van het RVU-programma ‘Werk Zat’ is extra aandacht besteed aan 45-plussers. In dit kader zijn in 38 lokale bibliotheken laagdrempelige voorzieningen gecreëerd om 45-plussers handvatten te bieden om aan de slag te gaan als werknemer of zelfstandig ondernemer. Mensen kunnen daar gebruik maken van workshops, coachingsspreekuren en een WerkPlek met informatie op het gebied van werk en ontwikkeling. Gratis of tegen een zeer geringe vergoeding. Preventieve aandacht voor jongeren We hebben extra aandacht besteed aan jongeren. In 2007 hebben zich ruim 73.000 jongeren bij ons ingeschreven als werkzoekende. Van deze jongeren zijn er 26.500 via onze bemiddeling aan een baan geholpen. Mede dankzij de door adviseurs aangeboden coaching of door gebruik te maken van bijvoorbeeld via selfservice-instrumenten op werk.nl hebben nog eens 17.000 jongeren zelf werk gevonden. In 2007 werd 25 procent van alle door CWI vervulde vacatures vervuld door jongeren. Versterking relatie onderwijs-arbeidsmarkt Ondanks de sterke daling van de werkloosheid onder jongeren zijn er bepaalde groepen, zoals voortijdig schoolverlaters, die extra inzet nodig hebben van ons en
24
de ketenpartners. Om te voorkomen dat deze jongeren in een uitkeringssituatie belanden, is onze band met het onderwijs steeds belangrijker geworden. In 2007 hebben we veel aandacht besteed aan jongeren die net van school kwamen of op het punt stonden de school te verlaten. Deze jongeren zijn in de weken voorafgaand aan de Landelijke Banenmarkt opgeroepen naar een vestiging in de buurt te komen om daar hun mogelijkheden te bespreken, al dan niet met behulp van een competentietest. Om de jongeren te bereiken werd op tien verschillende ROC’s of (v-)mbo’s in Nederland ook de Talententourbus ingezet om de leerlingen te testen. Mede door de intensieve samenwerking met UWV, gemeenten, kenniscentra en de Regionale Meld- en Coördinatiepunten voor voortijdig schoolverlaters (RMC’s) hebben we 2.600 jongeren weer begeleid naar een opleiding. Speciale leerwerkloketten en jongerenadviseurs In samenwerking met de Projectdirectie Leren en Werken, een initiatief van de ministeries van OC&W en SZW, hebben we 45 leerwerkloketten gerealiseerd. Vanuit deze leerwerkloketten worden jongeren geïnformeerd over banen, beroepen, opleidingen en mogelijkheden op de arbeidsmarkt. De loketten worden bemand door onze jongerenadviseurs en medewerkers die competentietests kunnen afnemen. Soms zijn de loketten versterkt met collega’s van ROC’s, KBB’s en gemeenten. Ambitie voor 2008 is dat 70% van alle CWI-vestigingen betrokken is bij een leerwerkloket. Het scholingsbeleid voor de arbeidsmarkt heeft een tweezijdig doel: werkzoekenden duurzaam aan het werk helpen en samen met de werkgevers de personeelstekorten in een beroepsgroep of sector oplossen en daarmee stagnatie in de economische groei voorkomen. In het AKO Ketenprogramma wordt duidelijk gesproken over de inzet van scholing in meer planmatige samenwerkingsprojecten met werkgevers, waarbij over een langere periode de toeleiding van werkzoekenden wordt georganiseerd. Het AKO heeft in 2007 actief de samenwerking gezocht met de MBO-Raad. CWI heeft zich actief ingezet om best practices op het terrein van regionale arbeidsmarktanalyses en beleidsformulering te presenteren, gericht op uitwisseling van kennis en ervaringen tussen regio’s. CWI heeft in 2007 de samenwerking met het COLO en de KBB’s verder uitgebouwd, onder andere met het gezamenlijke competentieregister en de samenwerking in de regio’s tussen de coördinatoren arbeidsmarkt en de CWI-vestigingsmanagers. De KBB’s zijn in 2007 ook vaste partners in het overleg van CWI met de ROC’s die voortgaan met het aanbieden en ontwikkelen van flexibele praktijkopleidingen voor werkenden en werkzoekenden. Brancheorganisaties zorgden voor meer vacatures Het driejarige project JongActief stimuleerde brancheorganisaties, sectoren en grote werkgevers om een bijdrage te leveren aan het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Via dit samenwerkingsverband tussen CWI, VNO-NCW, MKBNederland en LTO wierven we veel mogelijk geschikte vacatures, leerwerkbanen en stagemogelijkheden uit de markt. Op 17 oktober 2007 was de slotbijeenkomst van dit project. Op deze dag is deze bemiddelingstaak overgedragen aan de bedrijfsadviseurs van CWI. Uit de evaluatie van JongActief bleek dat de inspanningen van de partners succes hebben gehad. Er zijn diverse instrumenten ontwikkeld om de toetreding tot de arbeidsmarkt van jongeren zonder goede startkwalificaties te vergemakkelijken, zoals voorlichting en informatie voor jongeren, sectoren/branches en werkgevers, de jongerencoach, JOP-stage en – overeenkomst en diverse regionale en sectorspecifieke projecten en initiatieven. De harde kern van werkloze jongeren blijft echter specifieke aandacht vragen.
25
Belang competenties onder aandacht op StudieBeurs In oktober waren we aanwezig op de StudieBeurs 2007. Deze grootste StudieBeurs van Nederland kent een bezoekersaantal van ruim 70.000 jongeren, waarvan zo’n 25.000 (v-)mbo’ers. Op onze beursstand konden scholieren diverse workshops volgen, onder andere over leerwerkbanen en zelfstandig ondernemen. In de Talentenbus konden jongeren hun talenten ontdekken met verkorte online competentietests. Daarnaast konden zij een uitgebreide test aanvragen op het plaatselijke CWI. Decanen kregen uitleg over het belang van meer inzicht van jongeren in hun competenties. Door vroegtijdig competentietests af te nemen kunnen jongeren kiezen voor een opleiding met een arbeidsmarktperspectief dat bij hen past. De kans op voortijdige schooluitval wordt daarmee verkleind. In de bus werd ook informatie gegeven over dienstverlening die we jongeren kunnen bieden op het gebied van beroepskeuze, opleidingen en leerbanen. Meer banen voor Hoger Opgeleide Allochtonen Mensen van niet-westerse afkomst met een academische opleiding hebben ongeveer een vijf keer hogere kans werkzoekend te zijn dan autochtone academici. Mede daarom hebben we het Servicepunt Hoger Opgeleide Allochtonen (HOA) ingericht om hen bij te staan bij het vinden van werk. Samen met FORUM, het instituut voor multiculturele ontwikkeling, en Div, het landelijk netwerk diversiteitsmanagement, hebben we een netwerk opgebouwd dat bestaat uit ondernemersorganisaties en werkgevers uit de publieke en private sector. We brengen werkzoekenden via banenmarkten, conferenties en workshops in contact met verschillende werkgevers. Sinds de start in mei 2006 heeft HOA ruim 450 mensen aan een baan geholpen. Tijdens de werkconferentie 'Diversiteit met kleurrijk talent' op de Landelijke Banenmarkt is de actie 'Adopteer een HOA-CV' van start gegaan. Doel van de actie is zoveel mogelijk hoogopgeleide allochtonen sneller aan een baan of stageplaats te helpen. De Belastingdienst en de Politieacademie adopteerden die dag al tientallen CV's. In 2007 is de laatste hand gelegd aan een online ‘Talentenbank’ voor deze groep.
4.5 Stroomlijnen van onze dienstverleningskanalen Naast speciale aandacht aan doelgroepen hebben we in 2007 ook een aantal verbeteringen aangebracht in onze dienstverleningskanalen. Dienstverlening via drie kanalen Werkzoekenden kunnen gebruik maken van onze dienstverlening via drie kanalen: internet (werk.nl), telefonie (CWI Service) en onze CWI-vestigingen. Dit multichannelconcept is in 2007 verder doorontwikkeld. We hebben de drie dienstverleningskanalen beter op elkaar laten aansluiten. We hebben onder andere telefonische klantvragen geanalyseerd en gebruikt om de informatie op internet te verbeteren. Hierdoor zagen klanten hun vraag steeds vaker en beter beantwoord op internet. Werkzoekenden ervaren de dienstverlening daardoor meer als één logisch geheel. Internet Bezoekers van werk.nl kunnen zich via een E-intake inschrijven als werkzoekende. Met een DigiD - de persoonlijke inlogcode voor burgers - konden zij binnen drie kwartier hun eigen aanvraag afronden. In 2007 is bij 60 procent van alle inschrijvingen voor het aanvragen van een WW-uitkering gebruik gemaakt van een E-intake. Voor de Wwb maakte 19 procent gebruik van deze online mogelijkheid.
26
Telefonie Telefonisch kunnen werkzoekenden eenvoudige vragen stellen over een vacature op werk.nl of over documenten die zij moeten meenemen wanneer zij een vestiging gaan bezoeken. In 2007 is het telefonieverkeer gecentraliseerd via zes regionale callcenters van CWI Service. Hiermee werden veel vragen van werkzoekenden snel beantwoord en efficiënt doorverwezen naar de juiste CWIvestiging. In totaal hebben we meer dan 1,7 miljoen telefoongesprekken afgehandeld. Eind 2007 werd 80 procent van alle binnenkomende telefoontjes binnen 30 seconden opgenomen. Voor een callcenter is dat zeer doelmatig. De resultaten van het klanttevredenheidsonderzoek geven aan dat werkzoekenden tevreden zijn over de telefonische dienstverlening van CWI Service. In 2006 werd de vriendelijkheid aan de telefoon nog met een 6,3 beoordeeld, in 2007 is dat cijfer opgelopen tot een 7,4. Vestigingen Werkzoekenden kunnen ook één van onze 127 vestigingen bezoeken. Alle vestigingen beschikken over een beursvloer, waar vacatures hangen en vele informatieve folders liggen over uitkeringen, sociale verzekeringen en het vinden van werk. Er staan ook computers waarmee werkzoekenden naar banen kunnen zoeken op werk.nl en andere vacaturesites. Verder konden mensen zich op onze vestigingen inschrijven als werkzoekende en er een uitkering aanvragen. Werkzoekenden kunnen er ook persoonlijk advies krijgen voor het vinden van een nieuwe baan van de adviseurs werk en inkomen. De adviseur kan de werkzoekende dan voorstellen een interesse- of competentietest te doen of adviseren één van de verschillende sollicitatieworkshops te volgen. Dit eerste gesprek dat werkzoekenden met ons hebben, werd door hen gewaardeerd met een 7,1, de vriendelijkheid van de adviseur met een 8. Stroomlijnen leidt tot betere rapportcijfers Sinds 2006 meten we intensief de klanttevredenheid over onze dienstverlening. Op deze manier werken we actief aan de kwaliteit. In 2007 hebben ongeveer 17.200 werkzoekenden de vragenlijsten over de klanttevredenheid naar ons teruggestuurd. Hiermee werd een respons gehaald van bijna 24 procent. Verbetermeter werkzoekenden In 2007 hebben we voor het eerst alle kwartaalmetingen kunnen terugkoppelen aan onze professionals in het veld. Medewerkers op de vestigingen konden zo online hun individuele beoordelingen door de werkzoekenden bekijken. Met de beoordelingen kunnen zij de samenwerking met de klant doelgericht verbeteren. Deze individuele rapportages zijn ingevoerd met de gedachte dat juist de persoonlijke inbreng van de adviseur voor een belangrijk deel de kwaliteit van onze dienstverlening bepaalt. Per kwartaalmeting ontvangen zo’n tweeduizend adviseurs een persoonlijke rapportage. Werkzoekenden zijn meer tevreden Het herhaaldelijk meten van de klanttevredenheid en het terugkoppelen aan al onze medewerkers werpt zijn vruchten af. Werkzoekenden zijn steeds meer tevreden over onze dienstverlening. Onze dienstverlening kreeg van werkzoekenden een 6,8. Een aanzienlijke verbetering ten opzichte van 2006 (6,3). In dit cijfer is een aantal zaken meegewogen, zoals de waardering van de ondersteuning door de vaste contactpersoon, het gesprek over kansen op de arbeidsmarkt en de ondersteuning van het CWI om de werkzoekende aan werk te helpen. Werkzoekenden gaven ons in 2007 gemiddeld een 7,4 voor de bejegening. Ook daar zien we een verbetering ten opzichte van 2006 (7,2). Het belangrijkste verbeterpunt is nog het aanbod van vacatures. Hier zijn
27
verbeteracties voor in gang gezet; zie ook de paragraaf over de Verbetermeter werkgevers. Andere aandachtspunten zijn de telefonische dienstverlening en de dienstverlening via internet.
4.6 Accenten in onze dienstverlening We hebben in 2007 ook gewerkt aan een aantal van onze instrumenten om mensen aan werk te helpen. Zo hebben we dit jaar extra aandacht besteed aan: de competenties van de werkzoekenden, het stimuleren van ondernemerschap, Internationale Diplomawaardering en de Poortwachterstoets. Daarnaast hebben we goede resultaten geboekt op de indicatiestelling voor de Wet sociale werkvoorziening. Testen op competenties In 2007 hebben we vooral sterk ingezet op de competenties van de werkzoekenden. Dit was het eerste jaar dat al onze vestigingen konden beschikken over een Competentie Test Centrum (CTC). Bij competentietests zoeken we samen met de werkzoekende uit wat zijn vaardigheden, attitude en persoonlijkheidskenmerken zijn. Meer dan 400 adviseurs (185 fte) zijn getraind om met de klant een verband te leggen tussen de testresultaten en de mogelijkheden op de arbeidsmarkt. In 2007 zijn ruim 49.000 werkzoekenden getest op hun competenties. Vestigingen zetten testen op competenties in voor de nieuwe klantinstroom, maar in overleg met UWV en gemeenten ook voor cliënten die al langer werkloos zijn. Competenties van kwetsbare categorieën Voor werkzoekenden met een lage Nederlandse taalvaardigheid is in 2007 ‘Mijn Talenten Check’ (MTC) ontwikkeld. Met plaatjes en illustraties kan een klein aantal competenties worden achterhaald. MTC is in drie vestigingen getest. De ervaringen laten zien dat werkzoekenden die de Nederlandse taal niet voldoende machtig zijn op deze manier daadwerkelijk beter inzicht in hun competenties krijgen en met meer zelfvertrouwen solliciteren. In totaal hebben vijftien vestigingen een start gemaakt met deze methode. Ondernemend de uitkering uit Het vernieuwende in de dienstverlening is dat klanten bij het eerste gesprek het ondernemerschap al kunnen bespreken en dat hierover sluitende afspraken zijn gemaakt tussen CWI, UWV en de gemeente. In de eerste maanden blijft voor aspirant-ondernemers de sollicitatieplicht van kracht. Pas wanneer er een duidelijke keuze is gemaakt voor het ondernemerschap, kan eventueel afgeweken worden van deze plicht. Na positieve ervaringen van enkele pilots in 2006 is eind 2007 het ondernemerschap bij alle vestigingen als standaard uitstroomoptie opgenomen in de dienstverlening. Werkzoekenden met belangstelling voor ondernemerschap worden geattendeerd op extra diensten van CWI, UWV, gemeente en Kamer van Koophandel. Samen met de Kamers van Koophandel hebben we afspraken gemaakt om het starten vanuit een uitkering te stimuleren. Ook hebben we diverse ondernemerscompetentietests ontwikkeld. De werkzoekende wordt zo in een aantal stappen een spiegel voorgehouden zodat de uiteindelijke beslissing weloverwogen is. In 2007 zijn 576 mensen getest op hun ondernemerskwaliteiten.
28
Internationale Diplomawaardering Werkzoekenden met een buitenlands diploma, bieden wij samen met Colo (Vereniging kenniscentra beroepsonderwijs-bedrijfsleven) en Nuffic de mogelijkheid om deze te laten waarderen op een voor Nederlandse werkgevers bekende startkwalificatie. Op 1 januari 2007 waren nog ruim 700 ingediende aanvragen onder behandeling. In 2007 zijn er daarna nog 3.750 aanvragen voor waardering bijgekomen. In totaal bedroeg het aantal afgegeven diplomawaarderingen in 2007 3.100. Voor bijna 220 diploma’s bleek echter geen waardering mogelijk. Bij deze aanvragen waren de dossiers voorzien van onvoldoende informatie of had de opleiding te kort geduurd. Er zijn ook 600 dossiers afgesloten omdat zij niet volledig zijn aangereikt door de klant of de adviseur werk en inkomen, waardoor een waardering niet mogelijk bleek. Eind 2007 waren nog 570 diplomawaarderingen in behandeling. De Poortwachterstoets Vanaf januari 2007 werd voor het eerst de Poortwachterstoets uitgevoerd. Werkzoekenden moeten voortaan zelf aangeven wat zij kunnen doen om weer aan het werk te komen. We maken afspraken met hen over de activiteiten die zij in de eerste periode van werkloosheid gaan ondernemen, over de ondersteuning door hun contactpersoon en over de momenten waarop we met de werkzoekende de voortgang bespreken. Na het eerste gesprek krijgen werkzoekenden deze afspraken op schrift mee. Na uiterlijk drie maanden vindt er een Poortwachterstoets plaats, waarbij de inspanningen van de werkzoekende en de geboden dienstverlening worden geëvalueerd. Als blijkt dat de werkzoekende zich niet aan de gemaakte afspraken houdt, kan zijn contactpersoon de uitkerende instantie daarvan schriftelijk op de hoogte stellen, wat gevolgen kan hebben voor het recht op een uitkering. De werkzoekende ontvangt van de melding een kopie. Geïntegreerd in de dienstverlening De Poortwachterstoets is in 2007 volledig geïntegreerd in het totale dienstverleningspakket van alle vestigingen. Aan de invoering van de Poortwachtertoets is veel aandacht besteed. We zorgen er niet alleen voor dat de werkzoekende een schriftelijke bevestiging van de afspraken krijgt, maar ook dat de gemaakte afspraken passen bij de situatie van de werkzoekende. Al onze medewerkers hebben workshops gevolgd en er is een audit gehouden. De afspraken worden vastgelegd in ons digitale klantvolgsysteem. Uit klanttevredenheidsonderzoeken blijkt dat de werkzoekenden een schriftelijke bevestiging van de gemaakte afspraken op prijs stellen. Het schept duidelijkheid voor ons en voor de werkzoekende. Wet sociale werkvoorziening Voor werkzoekenden met een lichamelijke, verstandelijke of psychische handicap die niet onder normale omstandigheden kunnen werken, maar wel willen werken is er de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). Sinds 1 januari 2005 verzorgen wij voor deze werkvoorziening de indicatiestelling in opdracht van het ministerie van SZW. Wij stellen vast of iemand in aanmerking komt voor werken in de Sociale werkvoorziening. Alle vestigingen bieden informatie over de Wsw, maar de indicatiestelling zelf wordt op 27 vestigingen uitgevoerd. We hebben in 2007 over ongeveer 33.250 indicatiestellingen beschikt. Deze zijn onder te verdelen in 12.600 eerste indicatiebeschikkingen en 20.650
29
herindicatiebeschikkingen. We zijn ook volledig ingelopen op de in 2006 ontstane achterstand van ruim 800 bezwaarschriften. Herindicatie klantvriendelijker Voor de herindicaties krijgen we informatie van de werkgever en de begeleider. We onderzoeken de aanpassingen op de werkplek en hoe de betrokken werknemer functioneert. Bij de herindicatie wordt ook de gezondheidsbeperking opnieuw bepaald. In 2007 hebben we de eerste herindicaties op eerdere, eigen indicaties uitgevoerd. Omdat hier al klantgegevens beschikbaar zijn, zijn we in staat geweest om dit proces klantvriendelijker in te richten. In het eerste kwartaal van 2007 zijn we op een nieuwe manier gaan werken. Daarbij zijn enkele begrippen centraal gesteld: uniformiteit, onafhankelijkheid, sluitende aanpak en efficiency. 97,7 procent van de eerste Wsw aanvragen is binnen de termijn van 26 weken afgehandeld. Van de herindicaties is 98,5 procent op tijd afgehandeld. De gemiddelde doorlooptijd bleek tussen de 12 en 13 weken. De klanttevredenheid voor de indicatiestelling is dan ook hoog (7,5). Men waardeerde vooral de informatievoorziening vooraf, de formulieren, de bereikbaarheid, de kwaliteit van het besluit en de bijdrage van ArboUnie. In 2007 zijn 625 bezwaarschriften en ruim 100 beroepszaken ingediend, dit is circa 2 procent van het totale aantal beschikkingen. Er zijn bijna 600 procedures afgehandeld. Extra service Eind 2007 is de samen door CIZ, UWV, gemeenten en CWI ontwikkelde internetsite www.regelhulp.nl online gegaan, waarbij het aanvragen van allerlei indicaties mogelijk wordt. Op de website is ook aanvullende informatie te vinden. Dit jaar is de werking ervan nog beperkt gebleven tot Eindhoven en omgeving. Een uitbreiding zal in samenspraak met gemeenten plaatsvinden. Ook heeft CWI deelgenomen aan het Project stroomlijning indicatieprocessen. Bestemmingsfonds Projecten Regulier CWI heeft in augustus 2007 toestemming gekregen projecten voor specifieke doelgroepen te realiseren, met financiering uit het Bestemmingsfonds Projecten Regulier. De begroting voor 2007 was in totaal € 2,59 miljoen, inclusief € 1,26 miljoen voor het Project JongActief. In totaal is hiervan in 2007 € 2,12 miljoen besteed. In 2008 zal opnieuw een beroep op het bestemmingsfonds worden gedaan. Groepsgewijze bemiddelingsaanpak ZZ-Top In 2007 is de methodiek ZZ-top toegankelijker gemaakt voor laagopgeleide allochtone vrouwen. De bestaande trainershandleiding is aangepast en er is nieuw praktijkmateriaal ontwikkeld. Tevens is een train-de-trainersprogramma ontwikkeld. Het cursistenmateriaal voor allochtone vrouwen is herschreven. Gelet op de relatie met de lokale, wijkgerichte aanpak en het Deltaplan Inburgering is besloten de geplande landelijke training (voorlopig) niet uit te voeren. Gezocht wordt naar een manier om meer lokaal maatwerk te leveren. Afhankelijk van de behoefte zullen er trainingen aangeboden worden. Ook hierbij zal worden verzocht de resterende budgetten van 2007 hiervoor in te mogen zetten. Strategisch bewegen op de arbeidsmarkt Aan het Servicepunt Hoger Opgeleide Allochtonen (HOA) is gevraagd de reguliere workshopmethodiek ‘Strategisch bewegen op de arbeidsmarkt’ geschikt te maken voor gebruik door hoger opgeleide allochtonen, in samenhang met de
30
Competentie Test Centra en groepsgewijze bemiddelingsbijeenkomsten. De volgende activiteiten zijn ontwikkeld, met een doorloop in 2008: opstellen van een trainershandleiding, ontwikkeling van een workshop werkgeversbenadering, ontwikkeling van twee train de trainersprogramma’s en opstellen van cursistenmateriaal en brochure. Aanvullende activiteiten aanpak jeugdwerkloosheid CWI heeft deelgenomen aan de StudieBeurs 2007, vanuit het thema “Test hier je talent voor de toekomst”. Inzet was scholieren te laten zien dat iedereen talent heeft en dat het zaak is het juiste talent te ontdekken en dit verder te ontwikkelen. De CWI-stand is door veel v-mbo leerlingen en Havo/Vwo leerlingen bezocht. In de ‘Werkarena’ vond bespreking van de testen plaats en werd dieper ingegaan om mogelijkheden van de arbeidsmarkt, in combinatie met het advies. Het behalen van een startkwalificatie was hierbij het uitgangspunt. Meer dan driehonderd jongeren hebben deelgenomen aan een uitgebreider testprogramma en begeleiding. CWI heeft voor het eerst deelgenomen aan het Havo/Vwo decanencongres tijdens de studieBeurs, dit is door de aanwezige decanen als zeer positief ervaren. In het najaar 2007 heeft CWI een studiedag voor decanen georganiseerd. Tevens zijn er twee deskundigheidsbevorderingsdagen georganiseerd voor jongerenadviseurs en CTC-adviseurs. In het kader van de campagne ‘Jij hebt talent’ is nieuw promotiemateriaal ontwikkeld. In overleg met de Bestuursacademie Nederland en Ingrado (Vereniging voor leerplicht en RMC) is voor adviseurs werk en inkomen een training over de kwalificatieplicht ontwikkeld. Talent 45-plus In 2007 is het Netwerk 45+ geïntroduceerd, een methodiek waarbij de deelnemers zichzelf en elkaar helpen werken en waarbij de adviseur een coachende en faciliterende rol vervult. Er is een beroep gedaan op externe deskundigheid. Onze 45-plus adviseurs hebben een speciale opleiding en training gevolgd. De reguliere methodieken van opstellen CV en persoonlijke presentatie naar werkgevers zijn aan de doelgroep aangepast. Met een maandelijkse frequentie wordt een Nieuwsbrief uitgebracht. Er zijn werkgeversbijeenkomsten, kick-offs en speeddatings georganiseerd. Er zijn een aantal bijeenkomsten met de ketenpartners over best-practises georganiseerd. Op 25 oktober 2007 gaf de staatssecretaris van SZW het startsein aan het Actieteam Talent 45-plus, die zich richt op een gezamenlijke aanpak door werkgevers, re-integratiebedrijven, gemeenten en uitvoeringsorganisaties. CWI neemt deel aan dit Actieteam. Arrangementenbank Doel van de Arrangementenbank is dat CWI, UWV en gemeenten in de dienstverlening aan werkzoekenden en werkgevers beter in staat zijn maatwerk te leveren. De Arrangementenbank biedt een totaaloverzicht van opleidingen, subsidies en andere regelingen om werkzoekenden aan de slag te helpen en werkgevers te faciliteren bij het zo snel mogelijk vervullen van vacatures. De adviseur stelt daaruit samen met en voor de cliënt een passend arrangement samen. De Arrangementenbank komt beschikbaar op die locaties waar sprake is van samenwerking tussen de ketenpartners en waar informatie van lokale (gemeentelijke) regelingen beschikbaar is. Eenmaal opgenomen in de
31
Arrangementenbank kan op lokaal niveau heel specifiek maatwerk worden geleverd bij het samenstellen van arrangementen. In 2007 is na evaluatie van de pilots bij een aantal CWI-vestigingen overgegaan tot ontwikkeling van de functionele mogelijkheid ook lokale regelingen toe te voegen aan de Arrangementenbank. Voorts is aan de applicatie de mogelijkheid toegevoegd om informatie tussen de werkcoaches onderling te kunnen uitwisselen over de door hen opgeslagen en samengestelde arrangementen. Dat kan variëren van kennisnemen of becommentariëren van elkaars arrangementen tot het toevoegen van componenten. Ook is een impactanalyse uitgevoerd om in beeld te brengen op welke wijze de Arrangementenbank moet worden ingepast in de bestaande ICT-infrastructuur. Om de Arrangementenbank in de eerste helft van 2008 operationeel te laten zijn, is eind november 2007 begonnen met de testfase en zijn vervolgens naar aanleiding van de testbevindingen nog de nodige wijzigingen doorgevoerd.
4.7 Betere ketensamenwerking Om werkzoekenden zo snel mogelijk aan de slag te krijgen via een baan, zelfstandig ondernemerschap, een stageplaats, een leerwerkbaan of begeleid werken is samenwerking met onze ketenpartners onontbeerlijk. Vanaf de start van CWI in 2002 bouwen we met onze ketenpartners gezamenlijk aan de verbetering van de dienstverlening aan werkzoekenden. Met UWV, VNG en Divosa, de vereniging van de gemeentelijke sociale diensten coördineren we in het Algemeen Keten Overleg (AKO) de toenemende samenwerking binnen de keten van werk en inkomen. Door deze intensieve ketensamenwerking werken we steeds efficiënter en voorkomen we overlap van taken. Ook in 2007 hebben we aan verschillende initiatieven gewerkt om deze samenwerking te verbeteren. Werken vanuit klantprincipes Om de ketensamenwerking goed vorm te geven, hebben we gezamenlijk een vijftal klantprincipes geformuleerd, die zijn gebaseerd op onderzoek onder werkzoekenden: 1. Bereikbaar en toegankelijk: de dienstverlening van de gehele keten moet voor werkzoekenden toegankelijk zijn. Het is duidelijk hoe, waar en bij wie zij de juiste informatie kunnen vinden. De informatie wordt op verschillende manieren beschikbaar gesteld en wordt begrijpelijk aangeboden. 2. Tijdigheid: de ketenpartners zijn op tijd met zowel dienstverlening als met informatie. We handelen afspraken af binnen de toegezegde termijn. 3. Aandacht: we houden rekening met de situatie van de werkzoekende. Zijn inbreng is mede bepalend is voor het handelen van de keten. 4. Houvast: de werkzoekende weet waar zij aan toe is. Door het adagium ‘afspraak is afspraak’ krijgt hij voldoende ondersteuning bij vinden van werk of een uitkering. 5. Evenwichtige behandeling: binnen de dienstverlening is een goed evenwicht tussen de rechten en de plichten van de werkzoekende. Gezamenlijke dienstverlening via ‘Toonkamers’ Een van de belangrijkste uitwerkingen op basis van de bovenstaande klantprincipes is het experiment van de zogenaamde ‘Toonkamers’. Samen met UWV en gemeente werd op zeven proeflocaties samengewerkt, waarbij een klein deel van de werkzoekenden niet merkten door welke ketenpartner zij werden geholpen. De keten presenteerde zich voor deze klanten in deze vestigingen als
32
één loket voor werk en inkomen. Werkzoekenden kregen te maken met één contactpersoon voor de gehele ketendienstverlening. Deze contactpersoon stuurde vervolgens de afzonderlijke diensten en werkprocessen van de drie ketenpartners aan. In 2004 startte eerste Toonkamer in Gouda. In 2005 en 2006 volgden de vestigingen Amsterdam-Zuidoost, Apeldoorn, Den Bosch, Dordrecht, Hilversum en Zuid- Limburg/Maastricht. De ketenpartners kregen de vrijheid om gezamenlijk op de meest effectieve manier werkzoekenden met of zonder uitkering aan het werk te krijgen. Door het experimentele karakter hoefden zij zich niet beperkt te voelen door bestaande wet- en regelgeving. In maart 2007 verscheen het evaluatierapport van de Toonkamers. Hoewel de uitwerking per vestiging verschilde, werkten de zeven Toonkamers op hoofdlijnen hetzelfde. De werkzoekenden kregen te maken met één contactpersoon, een ‘werkcoach’, die maatwerk leverde. In het eerste gesprek met de werkzoekende was er veel aandacht voor zijn persoonlijke situatie en werd direct de diagnose gesteld. Op basis daarvan werd een stappenplan opgesteld en werden korte, functiegerichte re-integratiemiddelen ingekocht bij UWV en gemeenten. De werkcoach zette de bijbehorende processen uit bij de verantwoordelijke ketenpartner(s). Een werkzoekende die voor bijstand in aanmerking kwam, hoefde na het diagnosegesprek niet meer een nieuwe afspraak te maken met een medewerker van de gemeente. Klantvolgsysteem verbetert communicatie De onderlinge samenwerking van de ketenpartners in de Toonkamers werd vereenvoudigd met een digitaal klantvolgsysteem (ingebed in E-portfolio), waarin alle informatie werd opgeslagen: diagnose, re-integratieactiviteiten die werden ingezet en de behaalde resultaten. De dossiers waren via een inlogcode in te zien en aan te passen door zowel de werkzoekende als alle bevoegde medewerkers. Via dit systeem kunnen de werkzoekende en de werkcoach ook op verschillende manieren met elkaar communiceren. Via sms, e-mail en het digitale dossier konden zij de voortgang bijhouden. De werkzoekende en werkcoach bleven zo op de hoogte van elkaars activiteiten. Waar nodig konden de activiteiten van werkzoekende direct worden bijgestuurd. De werkcoach krijgt automatisch signalen door zodat hij per dag weet wat hij kan en moet doen. Werkzoekenden en medewerkers positief Zowel werkzoekenden als medewerkers bleken tevreden over het nieuwe werkproces. Werkzoekenden ervoeren betere communicatie, meer klantgerichtheid en werden sneller geholpen. De nieuwe aanpak heeft ook een positief effect op de uitstroom.
4.8 De randvoorwaarden voor Toonkamerprincipes Na de positieve evaluatie van de Toonkamers hebben we met onze ketenpartners afgesproken dat deze intensievere ketensamenwerking via de Toonkamers leidraad gaat zijn voor onze verdere samenwerking. Het AKO gaf daarom in oktober 2007 groen licht voor het Programmaplan Invoering Toonkamerprincipes, zowel voor werkzoekenden als voor werkgevers. Doel is de Toonkamerprincipes eind 2008 landsbreed te hebben ingevoerd op alle locaties. De Toonkamers kunnen voortbouwen op twee ‘randvoorwaarden’ waaraan wij al langer werken: het bedrijfsverzamelgebouw, het AKO multichanneling project en het Digitaal Klantdossier.
33
Bedrijfsverzamelgebouwen Een belangrijke voorwaarde voor invoering van de Toonkamerprincipes is het samengaan in één bedrijfsverzamelgebouw (BVG). Op een dergelijke locatie ontvangen wij samen met UWV en gemeenten de werkzoekenden, al dan niet via een gezamenlijk frontoffice. Op de gezamenlijke locatie kunnen ook commerciële dienstverleners op het gebied van werk en inkomen zijn gehuisvest. In 2007 zijn 15 BVG’s in gebruik genomen: Barneveld, Delft, Den Haag Centrum, Den Haag Zuidwest, Enschede, Hardenberg, Hoekse Waard, Hoogeveen, Middelburg, Oldenzaal, Oss, Schiedam, Spijkenisse, Veendam en Winterswijk. Daarmee is het totaal aantal BVG’s op 91 gekomen. AKO multichanneling Naast de eigen inspanningen om dienstverlening via internet, telefonie en de vestigingen efficiënter en klantgerichter te laten verlopen, hebben we in 2007 ook deelgenomen aan het AKO multichannelprogramma. Het AKO heeft in 2006 een multichannelvisie vastgesteld voor de keten zodat werkzoekenden en werkgevers de ketendienstverlening als één logisch geheel ervaren. In 2007 zijn drie BVG’s in Eindhoven, Apeldoorn en Oss als multichannel-proeftuinen aan de slag gegaan om deze visie gestalte te geven. Digitaal Klantdossier (DKD) In 2007 zijn de ketenpartners CWI, UWV, BKWI en gemeenten doorgegaan met de verdere ontwikkeling en implementatie van het Digitaal Klantdossier (DKD). Met dit gezamenlijk elektronisch dossier voor werk en inkomen kunnen klanten zich elektronisch inschrijven als werkzoekende, elektronisch een aanvraag voor een WW- of Wwb-uitkering doen en de eigen gegevens inzien. Het DKD toont automatisch de reeds bekende gegevens in het digitaal klantdossier. Werkzoekenden hoeven alleen de ontbrekende gegevens aan te vullen. In het voorjaar ging – na intensieve technische voorbereidingen - de ketenintegratietest van start. De ketenpartners van Heerenveen en Skarsterlân stonden klaar om in pilotvorm het DKD te testen. Eind juni is door middel van een proefuitrol dezelfde test op grotere schaal in Den Haag gerealiseerd. Met deze pilot en proefuitrol is een goed fundament voor de landelijke implementatieaanpak gelegd. In het najaar heeft de voorbereiding van de landelijke implementatie centraal gestaan. Steeds meer gemeenten rolden samen met CWI en UWV het DKD uit. Op 3 januari 2008 is het DKD landelijk door CWI, UWV en gemeenten in gebruik genomen. Hiermee wordt het voor de klant mogelijk via internet de gegevens te raadplegen en online zich in te schrijven als werkzoekende en eventueel een aanvraag voor een WW- of Wwb-uitkering te doen of voor bepaalde gegevens een correctieverzoek in te dienen. Op het gebied van ketenbrede klantendiensten zijn in 2007 verschillende projecten uitgevoerd. Het project Doorontwikkelen DKD-portal heeft gezorgd voor de daadwerkelijke realisatie van het portal onder www.werkeninkomen.nl. In het derde kwartaal is besloten dit portal niet als zelfstandige entiteit te handhaven maar de DKD-diensten onder te brengen op werk.nl, dat in toenemende mate een portalfunctie vervult. Het project Uitbreiding E-intake voorziet in de E-Wwb voor ‘zij-instromers’. Dit zijn klanten die wel in aanmerking kunnen komen voor een Wwb-uitkering, maar niet ingeschreven hoeven worden bij CWI. Voor het klantproces WW-intake is een grote versnelling gerealiseerd door de resultaten van de elektronische intake WW die via CWI wordt uitgevoerd direct elektronisch door te geven naar UWV.
34
In het kader van Klant Volg Functionaliteit is een menukaart gedefinieerd, die is afgestemd met alle ketenpartijen. Het project Werkm@p heeft geresulteerd in het ter beschikking stellen van (gedeelde) agendafunctionaliteit, beheer van taken, documenten, vacatures en CV’s aan zowel de klant als de professional. Ten aanzien van de openstellingtijden van het DKD is geconcludeerd dat de meeste diensten al minstens 7x18 uur beschikbaar zijn. Afgesproken is dat het de verantwoordelijkheid van de individuele ketenpartners is daar verandering in aan te brengen. Aan het begin van 2007 is bij de eerste release van het klantportaal veel tijd besteed aan de ketentesten en het op elkaar aansluiten van de verschillende technische componenten. Sinds april 2007 is voor de burger helpdeskondersteuning DKD beschikbaar, in eerste instantie via de Landelijke Servicedesk Werk en Inkomen (LSWI) en vanaf november via CWI Service. De professional kan net als bij vragen over Suwinet Inkijk terecht bij de eigen ICT-helpdesk, met de Suwidesk als tweedelijnsondersteuning. Eind 2007 is ook een plan opgesteld voor de afronding van de eerste fase van DKD in 2008. Uitgangspunt is dat in het eerste kwartaal van 2008 de projecten van DKD worden afgerond of indien nodig worden overgedragen aan de afzonderlijke partners in het DKD. In 2007 is ook gewerkt aan het opstellen van een gezamenlijk gedragen visie ten aanzien van de toekomst van het DKD, dit heeft eind 2007 geresulteerd in een eerste document dat de potentie van het DKD weergeeft. Meting klanttevredenheid bij ketendienstverlening Samen met het AKO hebben we ook een meetinstrument ontwikkeld dat de klantgerichtheid van de ketendienstverlening aan werkzoekenden in beeld brengt. Het meetinstrument is gebaseerd op de vijf klantprincipes. Na de eerste proefmeting in 2006 hebben we eind 2007 wederom een landelijke meting uitgevoerd over de dienstverlening van de ketenpartners als geheel. Ongeveer 24.000 werkzoekenden met een WW-uitkering en 5.500 werkzoekenden met een Wwb-uitkering hebben de vragenlijst ingevuld. Net als de ‘verbetermeter’ zijn de resultaten bekend per locatie. Hierdoor kan het management de eigen resultaten online inzien en vergelijken met resultaten van andere locaties. Uit het onderzoek blijkt dat werkzoekenden neutrale of positieve ervaringen hebben met het klantprincipe ‘Bereikbaarheid en toegankelijkheid’ en ‘Persoonlijke aandacht en persoonlijke inbreng’ hebben. De minst neutraalpositieve ervaringen hebben werkzoekenden met het klantprincipe ‘Houvast’. Omdat ook is gemeten aan welk klantprincipe de werkzoekenden het meeste belang hechten, wordt na iedere meting duidelijk aan welke klantprincipes de keten prioriteit moet geven bij verbetering.
4.9 Doelmatigheid van onze dienstverlening aan werkzoekenden In 2007 hebben we 2.112 fte’s ingezet voor de totale dienstverlening aan werkzoekenden. Dat is 52,2 procent van de totale bezetting. Hiervan zijn 1.792 fte’s ingezet voor de dienstverlening aan bijna 495.000 cliënten. Aan één cliënt werd gemiddeld 294 minuten besteed. De overige 320 fte’s zijn besteed aan telefonische dienstverlening (199 fte’s CWI Service en 121 fte’s telefonische dienstverlening op de CWI-vestigingen).
35
Tabel 4.2 Vergelijking dienstverlening werkzoekenden over afgelopen jaren 7 Jaar 2006 2006 correctie 2007 Fte’s Dienstverlening 1.666 1.768 1.792 werkzoekenden Aantal aangemelde 504.861 504.861 493.657 werkzoekenden Aantal minuten per 267 284 294 werkzoekende Bij het vergelijken van de cijfers moet rekening worden gehouden met extra ondernomen activiteiten, die hebben geresulteerd in de volgende extra prestaties (zie ook 4.2): - dienstverlening aan bijna 36.000 mensen uit het “zittend bestand” (hervatting dienstverlening na een jaar geen actieve dienstverlening). - uitstroom naar werk van ruim 1.750 45-plussers (aanvullend aan de reguliere taakstelling). - ruim 8.600 extra vacaturevervullingen. - extra plaatsingen uit het Wwb-bestand van gemeenten, meerwerk uitkeringsintake Wwb, projectcoördinatie binnen een aantal Prachtwijken. - extra inzet op implementatie van de Poortwachterstoets. - extra inzet op inrichting van de leerwerkloketten, werkgeversservicepunten en Toonkameractiviteiten. CWI is juist ook door het realiseren van extra prestaties bij een dalende klantinstroom in 2007 een doelmatige organisatie geweest. Met een toename van 24 fte’s ten opzicht van 2006 zijn beduidend meer prestaties geleverd. In 2007 hebben circa 255.000 werkzoekenden door bemiddeling en coaching/begeleiding van CWI een baan gevonden. In 2006 waren dat er 213.000 werkzoekenden. Figuur 4.7 Percentage fte’s dat besteed is aan dienstverlening werkzoekenden
Dienstverlening werkzoekenden
52,2%
In de tabel is voor de vergelijkbaarheid het cijfer voor 2006 gecorrigeerd voor de in 2007 doorgevoerde definitieverandering van de toerekening aan de staf van medewerkers. Deze correctie leidt ertoe dat in de cijfers van 2006 102 fte’s zijn ondergebracht bij dienstverlening werkzoekenden en niet bij management en ondersteuning. 7
Doelmatigheid Wsw-dienstverlening In 2007 hebben we 261 fte’s ingezet voor dienstverlening Wsw, dit is 6,5 procent van de totale bezetting. Hiermee zijn 33.245 beschikkingen afgegeven, ofwel 127 beschikkingen per fte. Hierbij geldt een drieledige toelichting. Het aantal uitvoeringsfte’s dat in 2007 voor de Wsw-taak daadwerkelijk is ingezet bedraagt circa 92% van het begrote aantal uitvoeringsfte’s. De in onderstaande tabel genoemde aantallen fte’s zijn gebaseerd op de begrotingen over de genoemde jaren. Voorts zijn in 2007 14 fte’s van de in totaal 22 juridische fte’s voor bezwaar en beroep Wsw tijdelijk ingezet voor het wegwerken van een achterstand in bezwaar- en beroepszaken. Ten slotte wordt het aantal afgegeven beschikkingen in 2006 vertekend, doordat in dat jaar een achterstand van in 2005 ingediende aanvragen voor een beschikking is weggewerkt. Tabel 4.3 Vergelijking dienstverlening Wsw over afgelopen jaren Jaar 2005 2006 2007 Aantal 16.660 27.516 33.245 beschikkingen Fte’s 178 193 261 Beschikkingen per 94 142 127 fte
5. Hoe we werkgevers helpen 5.1 Wat willen we bereiken? Met onze maatschappelijke taak om zo veel mogelijk mensen aan het werk te helpen, zijn wij een interessante partij voor werkgevers. Via onze bestanden van werkzoekenden kunnen wij werkgevers van geschikt personeel voorzien. Mocht het nodig zijn, dan zorgen wij ervoor dat werkzoekenden via trainingen, reintegratietrajecten of aanvullende scholing van UWV en gemeenten alsnog voldoen aan de gestelde eisen. Om werkgevers te helpen bij hun vacaturevervulling zijn we flexibel in onze dienstverlening. Voor lokale werkgevers met weinig vacatures maken we individuele afspraken. Voor branches en grote werkgevers met veel vacatures kunnen we met onze ketenpartners speciale projecten opzetten om hen in contact te brengen met werkzoekenden. We leveren werkgevers ook arbeidsjuridische diensten, in het bijzonder ontslagzaken en tewerkstellingsvergunningen. Wanneer zij erg moeilijk te vervullen vacatures hebben, kunnen we hen bijvoorbeeld vergunningen verlenen om specialisten uit het buitenland aan te nemen. We voorzien hen ook van informatie over arbeidsrecht en verlenen eventueel ontslagvergunningen.
5.2 Werven van geschikt personeel Voor werkgevers was 2007 een lastig jaar om voldoende personeel aan te trekken. Werkgevers hadden te maken met een krappe arbeidsmarkt. Het bleek voor hen lastiger om de vacatures te vervullen. In totaal hebben werkgevers ons ruim 296.000 keer ingeschakeld om een vacature actief in bemiddeling te nemen. Van deze ‘aangemelde vacatures’ hebben we er ruim 106.000 vervuld. Er zijn dus veel werkgevers die we niet hebben kunnen helpen met gekwalificeerd aanbod. De grootste groep bedrijven die we hebben kunnen helpen met het vinden van geschikt personeel behoort tot het Midden- en Kleinbedrijf (MKB). Wij hebben vooral bemiddeld voor de sectoren zakelijke dienstverlening, reparatie van consumentenartikelen en handel en de gezondheids- en welzijnszorg. In 2007 hebben we 39.200 vacatures samen met uitzendbureaus vervuld, dit komt neer op 37 procent van alle door ons bemiddelde vacatures. Voor de uitzendbureaus maakten wij een voorselectie van geschikte kandidaten, waarna werkzoekenden via het uitzendbureau bij diverse werkgevers terecht kwamen.
Figuur 5.1 Door ons vervulde vacatures naar sector in procenten Overig 11% Zakelijke dienstverlening
Bouwnijverheid 4%
Reparatie van consumentenartikelen en handel
Milieudienstverlening, cultuur, recreatie en overige dienstverlening 6%
Gezondheids- en welzijnszorg Zakelijke dienstverlening 47%
Industrie 6% Horeca 6%
Horeca Industrie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie en overige dienstverlening
Gezondheids- en welzijnszorg 7%
Bouwnijverheid Overig
Reparatie van consumentenartikelen en handel 13%
Figuur 5.2 In behandeling genomen vacatures naar sector in procenten
Zakelijke dienstverlening Overig 12%
Reparatie van consumentenartikelen en handel
Bouwnijverheid 5% Milieudienstverlening, cultuur, recreatie en overige dienstverlening 5%
Horeca
Zakelijke dienstverlening 43%
Industrie
Industrie 7% Gezondheids- en welzijnszorg 7% Horeca 7%
Gezondheids- en welzijnszorg
Reparatie van consumentenartikelen en handel 14%
Milieudienstverlening, cultuur, recreatie en overige dienstverlening Bouwnijverheid
Overig
Dienstverlening via drie kanalen Werkgevers kunnen hun vacature bij ons op drie manieren aanmelden: via werk.nl, via hun accounthouder op één van onze 127 vestigingen of telefonisch via de CWI-vacaturelijn. Voor het uitzetten van een vacature hanteren we drie verschillende serviceniveaus. In de eerste plaats kunnen werkgevers een vacature plaatsen op werk.nl. Dat kunnen ze geheel zelf doen, zonder onze tussenkomst. Ten tweede kunnen we hen ook intensiever helpen bij het bekendmaken van de vacature onder werkzoekenden. We nemen deze dan op in ons ‘bemiddelbestand’ en zetten de vacature niet alleen op werk.nl, maar ook in de spotlights bij de relevante vestigingen. Ten derde kunnen we ook een voorselectie uit ons CV-bestand maken zodat de werkgever direct kan kiezen uit een aantal geschikte kandidaten. In totaal hebben we in 2007 aan 615.764 vacatures van alle ongeveer 1,1 miljoen vacatures in Nederland bekendheid gegeven. Dat deden we via werk.nl en onze vestigingen waar veel werkzoekenden langskomen. Figuur 5.3 Wijze van vacatureaanmelding Werk.nl
5%
6%
E-mail aan
[email protected]
13% 4%
8%
E-mail aan contactpersoon Telefonisch via vacaturelijn
25%
Telefonisch bij contactpersoon Persoonlijk bij contactpersoon
33% 6%
Persoonlijk op CWIvestiging Anders
Webportaal werk.nl Werkgevers hebben hun eigen sectie op ons internetportaal werk.nl. Werkgevers kunnen daar zonder onze tussenkomst een vacature plaatsen. In 2007 is dat ruim bijna 320.000 keer gebeurd. Daarnaast kunnen werkgevers ook online zoeken naar kandidaten. Werkgevers konden vanaf medio juni op werk.nl tussen de 160.000 en 165.000 volledige CV’s van werkzoekenden bekijken. Per dag voerden werkgevers gemiddeld zo’n 3.700 zoekacties uit in de CV-databank. Werk.nl kan werkgevers ook zoekwerk uit handen nemen. In 2007 ontvingen 41.000 werkgevers op basis van hun gespecificeerde zoekprofiel een automatisch samengesteld e-mailbericht waarin nieuwe, geschikte kandidaten werden gepresenteerd. Werkgevers konden op werk.nl ook uitgebreide informatie vinden over werving en selectie van personeel. In 2007 heeft arbeidsjuridische dienstverlening veel gedaan om de informatie op werk.nl te up-daten om werkgevers optimaal te informeren over hun rechten en plichten bij aanname, aanstelling en ontslag. Om werkgevers te ondersteunen bij het indienen van bepaalde aanvragen is ook een aantal aanvraagformulieren gedigitaliseerd en voorzien van een toelichting.
40
Accounthouders op de vestigingen Om werkgevers te ondersteunen bij hun vacaturevervulling is op iedere vestiging een vacatureteam aanwezig. Van alle werkgevers waar we in 2007 contact mee hebben gehad, heeft circa 71 procent aangegeven dat ze een vast contactpersoon bij ons hebben. Deze persoonlijke accounthouder adviseert hen doorgaans over de meest geschikte kanalen voor het uitzetten van een vacature. Werkgevers konden ook advies inwinnen over functieprofielen, werving- en selectiemethoden, subsidieregelingen of fiscale voordelen. Ze kregen op verzoek informatie over arbeidsmarktprognoses en regionale arbeidsmarktanalyses, zodat zij er hun personeelsbeleid op konden afstemmen. Werkgevers beoordeelden in 2007 hun contactpersoon met een 7,1 als het ging om het in behandeling nemen van een vacature. De vervolgafspraken over de te leveren dienstverlening werden beoordeeld met een 7,0. Vacaturelijn Werkgevers die nog geen vaste contactpersoon hadden, konden hun vacature ook telefonisch aanmelden bij de Vacaturelijn 0800-8001. In 2007 meldde werkgevers in 6 procent van de gevallen de vacature via de vacaturelijn. Een CWI-adviseur nam dan binnen 72 uur contact met hen op. Zij adviseerden dan over de afhandeling van de vacature en de eventuele vervolgstappen. Evenementen waar werkgevers zich kunnen presenteren Naast de persoonlijke dienstverlening organiseerden de vestigingen in 2007 ook diverse evenementen, zoals vacaturecafés of speeddate-avonden. Daar konden werkgevers kandidaten ontmoeten op een informele manier. Daarnaast konden werkgevers ook kandidaten ontmoeten via de Landelijke Banenmarkt en de Brancheweken.
5.3 Europese dienstverlening Ook in 2007 konden werkgevers terecht bij European Employment Services (EURes). Via de EURes website (www.ec.europa.eu/eures) kunnen werkgevers eenvoudig zoeken naar Europese kandidaten en hun eigen vacature aanleveren. Een geplaatste vacature is binnen 24 uur bij alle EURes adviseurs bekend. In 2007 heeft EURes bijna 5.300 werkgevers ondersteund met vragen over personeelswerving in het buitenland. Deze toename in de belangstelling van werkgevers voor EURes ten opzichte van 2006, is een direct gevolg van de krapte op de Nederlandse arbeidsmarkt en van de verruimde mogelijkheden om mensen uit Midden- en Oost-Europa aan te nemen. In 2007 heeft EURes diverse extra activiteiten voor Nederlandse werkgevers ontwikkeld, ‘doorgaans ingebed in CWI-brede activiteiten, zoals de Brancheweken, ‘Jobsalon’ in Zuidoost Nederland en Contact Human Capital’ in Rotterdam. Deze bijeenkomsten zijn door honderden werkgevers bezocht.
5.4 Werkgevers bijstaan met arbeidsjuridische dienstverlening Werkgevers konden bij onze arbeidsjuridische dienstverlening terecht voor informatie over arbeidsrecht. Deze dienstverlening wordt uitgevoerd vanuit elf regionale locaties waar werkgevers onder andere ontslagvergunningen kunnen aanvragen en één landelijke vestiging waar tewerkstellingsvergunningen worden afgegeven voor het in dienst nemen van mensen uit het buitenland.
41
Minder tewerkstellingsvergunningen afgegeven Bedrijven die zelfs via EURes op de Europese arbeidsmarkt geen geschikte kandidaten konden vinden, konden een tewerkstellingsvergunning (Twv) aanvragen. In 2007 hebben vooral de sectoren financiële en zakelijke dienstverlening en land- en tuinbouw van deze dienstverlening gebruik gemaakt. Er zijn bijna 62.500 aanvragen voor tewerkstellingsvergunningen bij ons binnengekomen. Opgeteld bij de procedures die nog doorliepen vanuit 2006 hebben we er circa 66.500 onder handen gehad. En mede omdat per 1 mei 2007 veel werknemers uit Midden- en Oost-Europa (Estland, Letland, Litouwen, Slowakije, Hongarije, Tsjechië, Polen en Slovenië) vrij toegang kregen tot de Nederlandse arbeidsmarkt zijn veel aanvragen, namelijk ruim 13.800, ook niet in behandeling genomen. Het aantal geweigerde vergunningen bedraagt ruim 4.700. Uiteindelijk zijn er bijna 47.900 aanvragen gehonoreerd. In vergelijking met 2006 was er sprake van een forse daling in het aantal aanvragen. Deze daling van 29 procent is grotendeels toe te schrijven aan de ruimere Europese openstelling van de grenzen per 1 mei 2007. Van de verleende aanvragen voor een tewerkstellingsvergunning is 94,2 procent binnen de gestelde termijn afgehandeld. Werkgevers beoordelen de uitvoering van de tewerkstellingsvergunningstaak met een 7,1. Figuur 5.4 Tewerkstellingsvergunningen naar sector
8
Tewerkstellingsvergunningen naar Sector
ZAKELIJKE DIENSTVERLENING LAND- EN TUINBOUW HOTELS; RESTAURANTS; CAFE'S SOCIAAL (CULTURELE) INSTELLINGEN ONDERWIJS Andere
Notificatie van buitenlandse dienstverrichters Bedrijven uit de Europese Unie die met eigen personeel werkzaamheden in Nederland kwamen verrichten, moesten daarvan bij arbeidsjuridische dienstverlening mededeling maken. In 2007 is deze plicht tot notificatie per 1 mei 2007 komen te vervallen door de ruimere openstelling van de grenzen voor werknemers uit Midden en Oost-Europa. Alleen voor buitenlandse dienstverrichters uit Bulgarije en Roemenië was nog wel een dergelijke notificatie verplicht. Uiteindelijk hebben we in 2007 ruim 4.300 meldingen geregistreerd. Forse daling ontslagvergunningen Hoewel het economisch voor de wind ging, hebben werkgevers ook in 2007 mensen moeten ontslaan. Het zijn vooral bedrijven geweest in de sectoren detail8
De sectorindeling geschiedt naar werkgever die de aanvraag indient. Na de mogelijkheden voor werknemers uit Midden- en Oost-Europa met vergunning in Nederland te gaan werken, is de “zakelijke dienstverlening” sterk gestegen. Sinds de vrijstelling van bepaalde sectoren daalt de“zakelijke dienstverlening” inmiddels naar normale proporties.
42
en groothandel (26 procent), de financiële en zakelijke dienstverlening (18 procent) en industrie (15 procent) die we ontslagvergunningen hebben verleend. Er zijn in 2007 ruim 27.500 ontslagvergunningen bij ons binnengekomen. Inclusief de openstaande aanvragen uit 2006 zijn er in 2007 bijna 28.700 aanvragen behandeld. Van dit aantal konden we er circa 3.600 niet in behandeling nemen, omdat werkgevers een onvolledige aanvraag hadden ingediend. Bij ontslagprocedures vragen we advies aan de ontslagadviescommissie. Elke vestiging met arbeidsjuridische expertise heeft een dergelijke commissie. Daarin zitten vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties. In totaal zijn op advies van de ontslagadviescommissie 1.900 ontslagvergunningen geweigerd. Gedurende de procedure zijn ook nog eens 2.700 aanvragen weer ingetrokken door de werkgevers zelf. Uiteindelijk zijn circa 20.500 ontslagaanvragen verleend. Van de verleende aanvragen (exclusief advisering UWV) voor een ontslagvergunning is 84,3 procent binnen zes weken afgehandeld. Werkgevers beoordeelden de uitvoering van onze ontslagtaak in 2007 met hetzelfde cijfer als in 2006: een 7,2. Het aantal ingediende ontslagaanvragen was ten opzichte van 2006 overigens met 43 procent fors gedaald. Deze afname wordt grotendeels veroorzaakt door het gunstige economische tij, waardoor ontslag vanwege bedrijfseconomische redenen sterk afnam, en het gemakkelijker verkrijgen van WW, vanwege beperking van de verwijtbaarheidstoets in de WW (waardoor er minder pro forma procedures worden gevoerd). Figuur 5.5 Ontslagvergunningen naar sector Ontslagvergunningen naar sector
ZAKELIJKE DIENSTVERLENING LAND- EN TUINBOUW HOTELS; RESTAURANTS; CAFE'S SOCIAAL (CULTURELE) INSTELLINGEN ONDERWIJS Andere
Overige arbeidsjuridische diensten Verklaringen (startkwalificatie en A&O fonds) Werkgevers komen soms in aanmerking voor subsidies en fiscale regelingen als zij een werkloos werkzoekende in dienst nemen (regeling Arbeidsmarkt- en Opleidingsfonds (A&O) of wanneer zij iemand opleiden tot een bepaald niveau (startkwalificatie). Arbeidsjuridische dienstverlening verstrekt dan aan de werkgever een verklaring aangaande de inschrijving bij CWI of de lengte van de werkloosheid. In 2007 zijn in totaal ruim 3.900 aanvragen ingediend. Deze stijging is gerelateerd aan de promotiecampagne om meer leer-werkbanen te creëren. We hebben in totaal bijna 3.650 aanvragen afgehandeld. Daarvan zijn er
43
door arbeidsjuridische dienstverlening bijna 2.590 verleend en bijna 780 geweigerd. 95,0 procent van deze aanvragen werd binnen de streeftermijn van vier weken behandeld. Aanvragen voor indicatie no-riskpolis en premiekorting (WIA) In 2007 zijn ruim 170 aanvragen ontvangen en krap 170 aanvragen afgehandeld. De voorlichting vanuit VNG naar gemeenten is geconcretiseerd. Verwacht wordt dat de instroom in 2008 op gang zal gaan komen. Juridische procedures Wet Arbeid Vreemdelingen (Wav) Er zijn ruim 170 bezwaarschriften en 26 beroepszaken/voorlopige voorzieningen ingediend. In 2006 zijn bijna 200 bezwaarschriften en gerechtelijke procedures ingediend. Het aantal afgehandelde procedures in 2007 bedroeg 207. De gerealiseerde doorlooptijd is 72,5% binnen de wettelijke Awb-termijn van zes weken. Bezwaar en beroep Wsw In 2007 zijn 625 bezwaarschriften en 102 beroepszaken ingediend. Het aantal afgehandelde procedures bedraagt in totaal 598. De gerealiseerde doorlooptijd bedroeg 51,4% binnen de wettelijke termijn. Dit tijdigheidscijfer loopt nog verder op. Dit hangt samen met de gehanteerde berekeningsmethodiek die uitgaat van de tijdigheid van binnengekomen zaken. Zaken die vanaf september 2007 zijn binnengekomen liggen nog binnen de toegestane afhandelingsduur van 16 weken waardoor op het tijdigheidspercentage 2007 nog tot en met april 2008 opwaartse correcties zullen plaatsvinden. De achterstandszaken uit 2006 zijn in het voorjaar van 2007 afgewikkeld en leverde een productie op van 829 stuks. Ontslagadvisering Wsw Wanneer een gemeente voornemens is een Wsw dienstverband op te zeggen heeft de gemeente - bijna altijd - voorafgaand een ontslagadvies van Arbeidsjuridische dienstverlening nodig. De realisatie van het aantal ontslagadviesaanvragen Wsw in 2007 bedroeg ruim 400 stuks. Verder blijkt dat 88,1% van de ontslagadviezen tijdig (< 16 weken) is afgegeven, waarmee ruim aan de tijdigheidsnorm is voldaan. Bedrijfsbezoeken Werktijdverkorting Het aantal ontvangen aanvragen van het ministerie van SZW voor een bedrijfsbezoek bij een werkgever is 44, die allen zijn gerealiseerd. Het ministerie van SZW heeft aangegeven zeer tevreden te zijn met de wijze van samenwerking en de professionaliteit in de uitvoering door arbeidsjuridische dienstverlening. Kennisoverdracht Naast het verlenen van allerlei wettelijke handelingen heeft arbeidsjuridische dienstverlening in 2007 ongeveer 73.000 informatiegesprekken gevoerd. Vanaf juli 2007 hebben de callcenters van CWI Service geleidelijk tweederde van de eerstelijns informatievoorziening overgenomen. Gezamenlijk zijn er ongeveer 87.750 vragen op arbeidsjuridisch terrein beantwoord. De ‘Beleidsregels Ontslagtaak CWI’ zijn in boekvorm gepubliceerd en positief ontvangen. Arbeidsjuridische dienstverlening organiseerde daarnaast ook nog ongeveer 150 werkgeversbijeenkomsten, presentaties en cursussen, vaak in samenwerking met het UWV en Kamers van Koophandel, voor vakorganisaties, VNO/NCW, brancheverenigingen, kantonrechters en congresbureaus. Ook heeft arbeidsjuridische dienstverlening op 9 november 2007 een landelijk congres georganiseerd ‘Re-integratie of ontslag: poortwachter en arbeidsmarkt in juridisch perspectief', om kennis uit te wisselen over actuele ontwikkelingen in het
44
ontslagrecht. Aan het congres werkten politici, hoogleraren, sociale partners (FNV, VNO-NCW), rechters en UWV mee. De 900 deelnemers betroffen voornamelijk rechtshulpverleners en HRM’ers. Ontwikkelingen De Nationale Ombudsman (NOM) heeft in het verslagjaar onderzoek gedaan naar de uitvoering door CWI van de ontslagtaak. In zijn rapportage hierover komt de NOM tot een aantal aanbevelingen. CWI heeft aangegeven een aantal aanbevelingen om te zetten in verbetermaatregelen, die inmiddels al zijn gerealiseerd. Op sommige punten diende de minister van SZW geraadpleegd te worden, omdat dit kernpunten van de procedure betroffen, waarvan CWI slechts uitvoerder is. De feiten geven geen aanleiding tot het doorvoeren van fundamentele wijzigingen. Het aantal NOM-klachten is marginaal (1 promille, 60 klachten op bijna 400.000 ontslagzaken in de laatste zes jaar) en het aantal interne CWI-klachten is beperkt (0,3%). Sociale partners en ministerie van SZW spraken desgevraagd het vertrouwen uit in een goede uitvoering door CWI, nu en in het verleden. Bekend is dat CWI haar werk integer en zorgvuldig doet, wat bevestigd is in onderzoeken van IWI in voorgaande jaren. Tegemoet komend aan de (onterechte) suggestie van de NOM dat er een schijn van partijdigheid kan bestaan, zal CWI zich maximaal blijven inspannen verkeerde indrukken te voorkomen. Dat er een "schijn van partijdigheid" kan zijn is nauwelijks te voorkomen, aangezien de vergunningaanvrager een eerste aanspreekpunt blijft. Al heeft de NOM niet vastgesteld dat deze schijn werkelijkheid is zal CWI zich maximaal blijven inspannen verkeerde indrukken te voorkomen. Tussen de ministeries van SZW en Justitie vindt overleg plaats over het inrichten van één gezamenlijke intake voor aanvragen TWV/IND. Gekoerst wordt om medio 2008 één (virtueel) loket voor de intake van aanvragen in te richten met twee backoffices voor behandeling van die aanvragen bij CWI en IND. Het voorstel van het kabinet om het ontslagrecht te versoepelen vindt voorlopig geen doorgang. Gekozen is voor de instelling van de Commissie Arbeidsparticipatie die voor 1 juni 2008 met voorstellen moet komen om meer mensen aan een baan te helpen. Hierbij kan het ontslagrecht worden betrokken. Als gevolg van de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) werden in 2007 ontslagaanvragen vanuit de sector thuiszorg verwacht. CWI, UWV, gemeenten en sociale partners hebben daarop het Mobiliteitscentrum Thuiszorg ingericht (zie elders in dit hoofdstuk). Arbeidsjuridische dienstverlening licht werkgevers zo goed mogelijk in over de ontslag wet- en regelgeving. Buitenlandse werkgevers die zich in Nederland willen vestigen kunnen vanaf het voorjaar van 2008 voor informatie terecht bij “Holland Gateway” op Schiphol. Bij dit nieuwe informatiecentrum kunnen bedrijven uit het buitenland informatie krijgen over bijvoorbeeld de arbeidsmarkt, arbeidsrecht en tewerkstellingsvergunningen. Dit gebeurt door partijen als Netherlands Foreign Investment Agency (ministerie van Economische Zaken), de Immigratie en Naturalisatiedienst, de Kamer van Koophandel Amsterdam, de Schiphol Group en CWI. Samen maken zij zich sterk voor de promotie van Nederland als business partner.
5.5 Meer aandacht voor de wensen van werkgevers In 2007 hebben we een definitieve omslag gemaakt in onze dienstverlening voor bedrijven. We zorgen ervoor dat we steeds beter weten wat er speelt bij
45
landelijke, regionale en lokale werkgevers. We inventariseren hun behoeften en leveren vervolgens dienstverlening op maat. Op die manier ontstaan innovatieve producten zoals de Brancheweken, speeddating of mobiliteitscentra. Om deze nieuwe manier van handelen beter vorm te geven, is onze dienstverlening in 2007 uitgebreid met bedrijfsadviseurs, arrangementen en de Brancheservicepunten. Via deze nieuwe concepten sluit onze dienstverlening beter aan op de vraag van werkgevers. Bedrijfsadviseurs Sinds 2007 beschikken we over 31 bedrijfsadviseurs. Een bedrijfsadviseur adviseert werkgevers over een breed terrein van personeelsvraagstukken, geeft daarbij vorm aan arrangementen die kunnen worden aangeboden en maakt concrete en haalbare afspraken over de dienstverlening van CWI en de keten. Deze nieuwe ‘accountmanagers’ vormen aldus de schakel tussen complexe vragen van werkgevers en onze dienstverlening op de vestigingen. Bedrijfsadviseurs onderhouden intensieve contacten met werkgevers en brancheorganisaties en zijn daarmee de voelsprieten van onze dienstverlening aan werkgevers. De bedrijfsadviseurs zijn zelf geen uitvoerders. Zij kennen hun weg binnen onze organisatie en zetten regionaal of landelijk opdrachten uit. Zo plaatsen zij voor landelijk opererende werkgevers zoekopdrachten bij lokale vestigingen. Ook stellen zij in overleg met betrokken vestigingsmanagers bepaalde dienstverleningsarrangementen voor of starten zij brancheservicepunten op. De werkgeversprojecten van de bedrijfsadviseurs overstijgen vaak de locatie of de regio. Er zijn zes landelijke bedrijfsadviseurs die zich speciaal richten op de werkgeversorganisaties VNO/NCW, MKB en LTO. Ook voeren zij enkele extra activiteiten uit, die te maken hebben met het operationaliseren van landelijk beleid. Arrangementen Wanneer een werkgever of branche veel vacatures wil vervullen, bieden we arrangementen aan. Werkzaamheden rondom deze werkgever of branche coördineren wij dan centraal. Dat vindt ook plaats als een groot bedrijf veel mensen tegelijk moet ontslaan. We stellen voor werkgever of branche het dienstverleningspakket samen dat het meeste resultaat zal opleveren. In overleg met een bedrijfsadviseur of vestigingsmanager bepalen we hoe we onze dienstverlening projectmatig inzetten om zo veel mogelijk mensen aan het werk te krijgen of te houden. En we organiseren de samenwerking met ROC’s, branches, UWV en gemeenten. Vervolgens worden werkafspraken gemaakt op basis van meetbare resultaten. Brancheservicepunten voor het MKB Als locale of regionale werkgevers zelf met de gedachte spelen om iets te doen aan problemen op de regionale arbeidsmarkt, dan kunnen wij daarop inspelen met een brancheservicepunt. In opdracht van een winkeliersvereniging of een lokale of regionale werkgeversvereniging zetten we een fysiek herkenbaar bemiddelingspunt op in één of meer van onze vestigingen. We gaan zo een publiek-privaat partnerschap aan, waarbij de gezamenlijke werkgevers ‘eigenaar’ zijn van het brancheservicepunt. Zij bepalen de beleidskaders; wij nemen de rol van uitvoerder op ons. Op hun verzoek gaan we bemiddelen. Als dat tot succes leidt, kunnen we samen aanvullende activiteiten ondernemen, zoals het inzetten van banenmarkten en Competentie Test Centra. Kenmerkend voor brancheservicepunten is dat onze dienstverlening ‘van de werkgevers’ wordt. Er is
46
minder acquisitie nodig omdat werkgevers sneller hun vacatures aan ons doorgeven. In 2007 zijn brancheservicepunten in de detailhandel van start gegaan in Maastricht en omgeving, Heerlen en omgeving en Nijmegen, in nauwe samenwerking met het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD). Verspreid over het land zijn zeven brancheservicepunten voor de Ambachten gerealiseerd, als gevolg van afspraken met het Hoofdbedrijfschap Ambachten. In Nijmegen is een brancheservicepunt Horeca opgericht. Een groter aantal brancheservicepunten was in 2007 in voorbereiding, met een groot aandeel in de detailhandel en met een sterkere regionale invalshoek, zoals het brancheservicepunt Maritiem in Rotterdam. Het brancheservicepunt Horeca is speciaal opgezet voor en door Nijmeegse ondernemers. De vragen van de ondernemers staan centraal en vormen het vertrekpunt voor de dienstverlening. Het servicepunt ondersteunt hen bij het werven, aannemen, scholen en vasthouden van personeel. Naast het vervullen van vacatures is er ook veel aandacht voor workshops en informatiebijeenkomsten over allerlei aspecten van personeelsbeleid. Voor de bemiddeling is een persoonlijk insteek gekozen. Adviseurs werk en inkomen gaan op bezoek bij werkgevers en stellen de kandidaten voor. Zo kijken ze wat ze kunnen afspreken over eventuele proefperiodes, subsidiemogelijkheden en scholing van een kandidaat. In negen maanden tijd zijn in Nijmegen ruim 250 vacatures vervuld in horeca en detailhandel. Daarvan kwamen bijna 50 mensen uit de bestanden van de gemeente. Het project loopt in elk geval nog tot april 2009. Landelijk Servicepunt Arbeidsmarkt MKB Ook in 2007 hebben we met MKB-Nederland samengewerkt in het landelijke Servicepunt Arbeidsmarkt MKB. Dit servicepunt draagt bij aan de versterking van de concurrentiepositie van het midden- en kleinbedrijf op de arbeidsmarkt. MKBwerkgevers kunnen er advies krijgen en kennis opdoen over werving, selectie, scholing en outplacement. Maar ook over trends en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en het arbeidsrecht. In 2007 hebben verschillende onderwerpen extra aandacht gekregen van dit landelijke servicepunt. In de derde week van april organiseerden lokale brancheservicepunten Ambachten de ‘Week van het Ambacht’. Op 20 vestigingen konden zo ruim 1.300 bezoekers kennismaken met verschillende beroepen en met mogelijkheden voor opleiding en werk. Keten-marktbewerking: gecoördineerde dienstverlening in de regio Elke regionale arbeidsmarkt heeft haar eigen fricties en specifieke uitdagingen. Vraag en aanbod lopen immers zelden synchroon. Om beter op deze regionale knelpunten in te spelen, zijn we in 2007 gestart met het opstellen van ketenbrede marktbewerkingplannen samen met onze ketenpartners UWV en gemeente. Door alle beschikbare arbeidsmarktinformatie te bundelen stemmen wij nu de gezamenlijke dienstverlening op elkaar af om de fricties in de regio het hoofd te bieden. Deze gezamenlijke aanpak vormt een belangrijk onderdeel van de ketenjaarplannen. In deze ketenjaarplannen staan de belangrijkste doelstellingen van de ketenpartners en de prestatieafspraken die daaraan zijn gekoppeld. Ze hebben een ketenbrede en regionale invalshoek, zodat bijvoorbeeld ook het werklozenbestand van gemeenten en UWV er in wordt meegenomen.
47
Verbeterde samenwerking met Kenniscentra Beroepsonderwijs In 2007 is onze samenwerking met Colo (Vereniging kenniscentra beroepsonderwijs-bedrijfsleven) verder verbeterd. Deze vereniging vormt de schakel tussen het (v-)mbo en het bedrijfsleven. In 2007 hebben 900 opleidingsadviseurs van de verschillende KBB’s meer dan 180.000 leerbedrijven in Nederland bezocht. Bij deze leerbedrijven lopen (v-)mbo’ers stage. Zo werd duidelijk in hoeverre de (v-)mbo-opleidingen aansluiten op de wensen van werkgevers. Deze bezoeken van de opleidingsadviseurs leveren jaarlijks een schat aan informatie op over de benodigde competenties van nieuwe werknemers. Daarom hebben we op 23 november een nieuw convenant met Colo opgesteld. Op regionaal niveau gaan we met Colo, het onderwijs en het bedrijfsleven samenwerken om vraag en aanbod van leerwerkbanen beter op elkaar aan te laten sluiten. We gaan beiden hetzelfde competentiemodel hanteren, zodat we één taal spreken als het gaat om beroepscompetentieprofielen of de registratie van vacatures en werkzoekenden. De transparantie van de arbeidsmarkt gaan we verbeteren door onze informatievoorziening nauwgezet op elkaar af te stemmen. Tevredenheid over onze dienstverlening Verbetermeter werkgevers De overall waardering van werkgevers voor de vacaturebehandeling in 2007 is 6,7. In 2006 was dit 6,8. De tevredenheid van werkgevers over de aanmelding van de vacature bedraagt 7,1. De contactpersoon die de vacature heeft afgehandeld wordt beoordeeld met 7,1. Het nakomen van gemaakte afspraken wordt gewaardeerd met 7,0. Met een beoordeling van 5,6 blijft de kwaliteit van de geselecteerde kandidaten het belangrijkste aandachtpunt. CWI heeft diverse verbeteracties voorbereid of geïmplementeerd om de dienstverlening verder te verbeteren. Wat betreft de interne sturing wordt gedacht aan een indicator die weergeeft hoe vaak werkzoekenden uit de caseload worden geplaatst op de vacatures die CWI behandelt. CWI gaat het matchingssysteem ABS technisch verbeteren. Ook het organisatorisch verstevigen van de relatie tussen vraag en aanbod op de CWI-vestigingen is een aandachtspunt. In de communicatie naar werkgevers wordt de corporate communicatie en de persoonlijke contacten van adviseurs inhoudelijk beter op elkaar worden afgestemd. De in 2007 geïntroduceerde bedrijfsadviseurs vervullen een belangrijke netwerkrol in de regio’s, waarbij in samenwerking met een veelheid aan publieke en private partners werk-naar-werk projecten, brancheservicepunten en andere arrangementen worden ingericht. In de in 2007 gestarte ketenmarktbewerkingsplannen wordt kennis van de lokale arbeidsmarkt gebundeld en vertaald naar een op elkaar afgestemd dienstverleningsaanbod aan werkgevers. In de telefonische dienstverlening zal een optimale afstemming tussen de dienstverlening van CWI Service en de adviseurs werk en inkomen worden gerealiseerd. Ook de introductie van de arrangementenbank zal naar verwachting een positieve impuls geven aan de dienstverlening aan werkgevers. Het geeft de adviseur werk en inkomen (en de toekomstige werkcoach) inzicht in alle lokale en landelijke regelingen die voor een werkgever van belang zijn. Werken vanuit klantprincipes Omdat we in 2008 stapsgewijs al onze dienstverlening met onze ketenpartners via de Toonkamerprincipes gaan inrichten, hebben we in 2007 binnen het AKO met onze ketenpartners onderzocht wat werkgevers belangrijk vinden in de dienstverlening van de regionale ketenpartners. Dit onderzoek bracht de volgende vijf werkgeversprincipes op voor ketendienstverlening:
1. 2. 3. 4. 5.
Betrouwbaarheid. Professionaliteit. Daadkracht. Toegankelijkheid en gemak. Flexibiliteit.
Op basis van deze principes is in 2007 gewerkt aan een meetinstrument. In samenspraak met vijf voorloopregio’s zijn de vragen van de enquête samengesteld. Eind 2007 is de werkgeversenquête getest onder ruim 200 werkgevers. Zij zijn telefonisch ondervraagd over hun recente ervaring met de lokale ketendienstverlening. De meetgegevens die dit instrument oplevert geven inzicht in de kwaliteit van de ketendienstverlening in de regio. Ook bij de werkgeversenquête kunnen we straks op het niveau van locaties kijken hoe de dienstverlening zich ontwikkelt.
5.6 Bijzondere werkgeversprojecten Het is vooral het MKB dat gebruik maakt van onze diensten. Voor enkele grote, landelijk opererende werkgevers hebben we in 2007 speciale arrangementen opgezet, omdat zij te maken hadden met veel vacatures of ontslagen. Bij dit soort arrangementen spelen onze Competentie Test Centra vaak een grote rol. Door werkzoekenden te testen op hun competenties en vaardigheden kunnen we hen beter begeleiden naar werk. We lichten enkele van deze arrangementen er uit. Vacaturevervulling bij het ministerie van Defensie Een groot deel van de vacatures van het ministerie van Defensie is vooral geschikt voor jongeren. Door de toegenomen concurrentie op de arbeidsmarkt en de vergrijzing van de bevolking is het voor Defensie steeds lastiger voldoende personeel te vinden. In 2007 hebben we een samenwerkingsovereenkomst van vijf jaar afgesloten om een bijdrage te leveren aan het vervullen van de vacatures van Defensie. Om dit te coördineren hebben we een speciale projectorganisatie samengesteld die nauw samenwerkt met een projectteam van Defensie. In 2007 hebben we ongeveer 640 werkzoekenden direct verwezen naar een vacature bij Defensie. Ook vond een substantieel aantal werkzoekenden zijn weg naar Defensie via vacature-informatie op de beursvloeren van onze vestigingen en de bedrijfsverzamelgebouwen. De verwijzingen hadden ongeveer 150 plaatsingen tot gevolg. In 2008 gaan we de wervingsinspanningen voor Defensie uitbreiden. Nieuwe medewerkers voor de Belastingdienst Vanaf maart hebben we de Belastingdienst geholpen bij het vervullen van ruim vierhonderd vacatures voor ‘Medewerker Toezicht Belastingdienst’ en ‘Medewerker Toezicht Douane’. De populaire werkgever koos ervoor om de vacatures niet op werk.nl te zetten, omdat dit te veel reacties zou opleveren. Onze adviseurs maakten daarom op verzoek een voorselectie van kandidaten zonder diploma met Mbo-plus potentieel. De kandidaten moesten bereid zijn om in september te starten met een leerbaantraject. Na het voltooien van het leerbaantraject ontvangen ze een diploma op Mbo 4-niveau. De samenwerking met de Belastingdienst was intensief. Wij beoordeelden kandidaten op de functie-eisen en op de vier competenties inzet, flexibiliteit, stressbestendigheid en contactgerichtheid. Wanneer adviseurs een geschikte
49
kandidaat vonden, stuurden ze deze door naar een regionaal contactpersoon. Die voerde de verdere selectieprocedure uit. Bij gebleken geschiktheid kregen de kandidaten een code om zich aan te melden op de speciale wervingswebsite www.envelopmetinhoud.nl van de Belastingdienst. Vervolgens bepaalde de Belastingdienst zelf of de kandidaat doorging naar de volgende fase in het selectieproces: een potentieel- en integriteittest. Daarna volgde een sollicitatiegesprek met medewerkers van de Belastingdienst. In totaal hebben zich meer dan 1.300 werkzoekenden bij ons aangemeld voor de capaciteiten- en competentietest. 590 van hen zijn voorgesteld aan de Belastingdienst, 285 zijn er uiteindelijk in dienst getreden. Ondersteunen van de groei bij Jumbo Supermarkten In 2007 opende supermarktketen Jumbo 18 filialen. Om deze groei beheerst en degelijk te laten verlopen, was een toestroom van nieuwe gemotiveerde medewerkers noodzakelijk. Om in deze behoefte te voorzien, hebben we een landelijke netwerk van adviseurs opgezet die de dienstverlening aan Jumbo vormgaven. Tijdens een informatieve bijeenkomst op het Jumbo hoofdkantoor in Veghel, kregen deze adviseurs alle informatie over de verschillende vacatures bij Jumbo. Op lokaal niveau zijn vervolgens wervingsacties uitgevoerd. Samen met Jumbo is speciaal wervingsmateriaal ontwikkeld. Opvallend was de werving in Duitsland voor vacatures van een distributiecentrum in Veghel. Een voorlichtingsbijeenkomst via EURes in het grensplaatsje Gogh trok in december de belangstelling van zo’n zestig Duitse werkzoekenden. We informeerden Jumbo periodiek over de ontwikkelingen in relevante regionale arbeidsmarkten. De samenwerking met Jumbo leidde tot ruim 250 directe plaatsingen. In 2008 zetten we onze samenwerking voort. Overige werkgeversprojecten Ook andere werkgevers zien steeds vaker de voordelen van onze dienstverlening met Competentie Test Centra. Zo hebben we in 2007 voor Raillion rangeerders, wagencontroleurs en machinisten geworven. De kandidaten hoefden niet te beschikken over een relevante vooropleiding. We selecteerden ze op grond van psychische eisen, vastgesteld door de inspectie verkeer en waterstaat. De aangenomen kandidaten kregen een opleiding van maximaal vijf jaar. Voor Forbo Assendelft/Krommenie hebben we samen met Randstad vijftien procesoperators geselecteerd. Ook deze kandidaten hoefden niet te beschikken over een relevante vooropleiding, maar werden geselecteerd op basis van een vijftal competenties. Met de Talentenbus, een mobiel Competentie Test Centrum, hebben we 40 kandidaten voor Forbo getest. De geselecteerde kandidaten krijgen een opleiding tot basisoperator door het regiocollege en ontvangen na afloop een heftruckcertificaat. Mobiliteitscentra bij grotere werkgevers In 2007 hebben we grote werkgevers bijgestaan met zogenaamde van-werknaar-werk-projecten. Met speciale arrangementen begeleiden we hun werknemers naar geschikte functies bij andere werkgevers. Mobiliteitscentrum Automotive Het MobiliteitsCentrum Automotive (MCA) is officieel begin september 2006 van start gegaan. Het MCA was speciaal opgericht om mensen te begeleiden die werkloos waren geworden of hun baan dreigden te verliezen bij Nedcar en de toeleveranciers daarvan. De gemiddelde leeftijd lag boven de 45 jaar, waardoor de kansen op de regionale arbeidsmarkt niet hoog werden geschat. Toch is het
50
een uiterst succesvol project gebleken. In december 2007 werden de laatste werkzoekenden bemiddeld. Het MCA hebben we samen opgezet met Nedcar, gemeente Sittard-Geleen, UWV en het kenniscentrum Kenteq. Daarmee was het een samenwerkingsverband met zowel organisaties uit het publieke als uit het private domein. Velen verzorgden de intensieve begeleiding van de werknemers voor wie werkloosheid dreigde: onze adviseurs, de re-integratiecoaches van UWV, de opleidingsadviseurs van Colo/Kenteq, de casemanagers van re-integratiebureaus, uitzendorganisaties en de personeelsadviseurs van de HRM-afdeling van NedCar. Door deze uitzonderlijke samenwerking is veel bereikt. Van de ruim 1.500 personen die zich bij het MCA meldden, zijn er ongeveer 1.300 weer aan het werk gegaan. Daarmee is 85 procent van de werkzoekenden binnen anderhalf jaar weer aan het werk. Dit succes bereikten we doordat we voor alle werkzoekenden een persoonlijk plan van aanpak opstelden. We testten werkzoekenden vaak op hun competenties. Die legden we in officiële documenten vast. Dit gaf deze werknemers niet alleen meer zelfvertrouwen, maar vaak ook een bredere blik op hun mogelijkheden. Daarna gingen ze met het CV aan de slag, zodat de werkzoekenden op verschillende werkgevers konden afstappen. Het MCA werkte ook samen met leerwerkbedrijven die de werkzoekenden een opstap konden bieden voor nieuw werk en een diploma. Mobiliteitscentrum Weert In Weert zijn in een periode van anderhalf jaar (2006-2007) bedrijfssluitingen van drie grote bedrijven aan de orde geweest (Philips Lighting, Klöckner Pentaplast, Rieter). Dit betekende dat een aanzienlijk deel van de werknemers hun baan beëindigd zag en op zoek moest naar een nieuwe werkkring. Om dit proces in goede banen te leiden is de Actiegroep Werkgelegenheid opgericht, met daarin vertegenwoordigers van de gemeente Weert, Provincie Limburg, CWI, UWV en werknemersorganisaties. Door de drie bedrijven is een outplacement bureau ingeschakeld. De gemeente Weert heeft tevens het project Arbeidsmakelaar ingebracht, dat zich in bredere zin richtte op het voorkomen van werkloosheid. CWI heeft in de vorm van een mobiliteitscentrum extra menskracht ingezet, waarin samengewerkt is met UWV en gemeente Weert. De dienstverlening werd zoveel mogelijk op locatie van de bedrijven aangeboden voor een periode van twaalf maanden. Het CWI verzorgde de inschrijvingen bij CWI, de bemiddeling van werknemers, het geven van workshops (zoals sollicitatietrainingen), voorlichting en het verstrekken van informatie over de regionale arbeidsmarkt, vacatures en opleidingen. In totaal zijn 590 werknemers in het Mobiliteitscentrum ingestroomd, waarvan 580 zijn uitgestroomd (98%). 9 Het Mobiliteitscentrum heeft 420 werknemers aan een andere baan geholpen (72%). De werkwijze van CWI is door de werknemers en het management van de bedrijven erg gewaardeerd, met name het geboden maatwerk en de laagdrempeligheid van het Mobiliteitscentrum. Mobiliteitscentrum Thuiszorg Sinds de inwerkingtreding van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) per 1 januari 2007 kopen gemeenten de thuishulp in via openbare aanbestedingen. Dit heeft verstrekkende gevolgen voor de verdeling van het werk in de thuiszorg. Vanaf oktober 2007 werd een deel van de werknemers in de thuiszorginstellingen met ontslag bedreigd.
9
Stand van zaken 15 januari 2008.
51
Onder onze coördinatie is eind 2007 een landelijk Mobiliteitscentrum Thuiszorg (MCT) vormgegeven, dat in 2008 gaat opereren als Coördinatiecentrum voor de 12 regionale en 127 lokale servicepunten in onze vestigingen. Het mobiliteitscentrum moet zoveel mogelijk personeel behouden voor de zorgsector en eventueel nieuwe loopbaanperspectieven voor hen creëren. Binnen het MCT worden de nodige experts en expertise op landelijk, regionaal en lokaal niveau bijeengebracht om zowel werkgevers als werknemers in de sector te ondersteunen. De betrokken partijen 10 werken binnen de MCT’s samen om gedwongen ontslagen zoveel mogelijk te voorkomen. Doelstelling is om binnen de projectperiode minimaal 80 procent van de met werkloosheid bedreigde werknemers van-werk-naar-werk te bemiddelen.
5.7 Doelmatigheid van onze dienstverlening aan werkgevers In 2007 hebben we 631 fte's ingezet voor de dienstverlening aan werkgevers. Dit is 15,6 procent van de totale bezetting. Van deze 631 fte’s zijn 38 fte’s ingezet als bedrijfs- en sectorale adviseurs en 594 fte’s voor de vacaturevervulling. Deze 594 fte’s hebben ruim 106.000 vacatures vervuld, wat neer komt op 179 vacatures per fte. Hiermee is CWI doelmatiger dan begroot. Daarnaast is invulling gegeven aan de vacaturewerving, is de Landelijke Banenmarkt georganiseerd en zijn alle genoemde arrangementen opgezet en uitgevoerd. In vergelijking met de voorgaande jaren is sprake van een toename van de doelmatigheid: in 2006 werden er door 594 fte’s bijna 105.000 vacatures vervuld (177 vacatures per fte), in 2005 door 579 fte’s bijna 91.000 vacatures vervuld (157 vacatures per fte). Figuur 5.6 Percentage fte’s dat besteed is aan het vervullen van vacatures
Dienstverlening werkgevers - vacaturevervulling
15,6%
10
Ministerie van VWS, ministerie van SZW, CWI, UWV, VNG, samenwerkende re-integratiebedrijven, ABVA/KABO, FNV, CNV Publieke Zaak, Actiz (organisatie van zorgondernemers), Branchebelang Thuiszorg Nederland, Calibris (Kenniscentrum voor leren in de praktijk voor de gezondheidszorg) en RegioPlus (Arbeidsmarktvraagstukken in zorg en welzijn).
52
Doelmatigheid van de arbeidsjuridische dienstverlening aan werkgevers De arbeidsjuridische dienstverlening aan werkgevers is in 2007 uitgevoerd met 171 directe fte’s ofwel 4,2 procent van de totale inzet. Met deze personele bezetting zijn ruim 28.500 ingediende ontslagaanvragen en bijna 66.500 ingediende aanvragen voor een tewerkstellingsvergunning afgehandeld. Van de 171 fte’s die in 2007 zijn ingezet zijn ongeveer 48 fte’s besteed aan tewerkstellingsvergunningen en ongeveer 99 fte’s aan ontslagzaken. De overige 24 fte‘s zijn ingezet op de informatie- en adviesfunctie, de kleinere wettelijke taken en experttaken. Figuur 5.7 Percentage fte’s voor arbeidsjuridische dienstverlening aan werkgevers
6. Bedrijfsvoering 6.1 Wat willen we bereiken? We willen een innovatieve en effectieve dienstverlener zijn. Om werkzoekenden, werkgevers en arbeidsmarktprofessionals optimaal van dienst te zijn, spelen wij constant in op de ontwikkelingen van de arbeidsmarkt. Wij werken voordurend aan kwaliteitsverbetering, waarbij de klachten en wensen van onze klanten richtinggevend zijn. Onze dienstverlenende activiteiten zijn doelgericht en worden voortdurend geëvalueerd. Zo bereiken we dat de relatie tussen de kosten en het effect van onze diensten optimaal is. Als organisatie investeren we in onze medewerkers en maken we gebruik van interne audits en een organisatiebrede beleidsplannings- en controlcyclus. We rapporteren hierover naar onze opdrachtgever en de samenleving.
6.2 Mens en organisatie Competentiemanagement De kwaliteit van het huidige personeel moet nog beter worden, om het prestatieniveau in de veranderende omgeving blijvend te kunnen realiseren. Om dit te realiseren heeft CWI als eerste stap competentiemanagement geïntroduceerd. Elke medewerker (in de uitvoering en staf) kan met instrumenten op maat aan de eigen ontwikkeling werken, via het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP), trainingen en ontwikkelingsprogramma’s van de CWI Academie, certificeringstrajecten en het ontwikkelde loopbaanbeleid. In 2007 is de systematiek van beoordelingsgesprekken vervangen door een cyclus van Planning-Voortgang-Beoordelingsgesprekken (PVB) van elke leidinggevende met zijn medewerkers. Voor elke functie is een competentieprofiel opgesteld, waarbij per competentie vier niveaus worden onderscheiden. De functie van werkcoach biedt nieuwe uitdagingen in de verdere professionalisering van de medewerkers. Het opleidingsaanbod van de CWI Academie is competentiegericht en zodanig samengesteld dat het vastgestelde verschil tussen beheerste competenties en nog te ontwikkelen competenties via training en opleiding overbrugd kan worden. De CWI Academie heeft verschillende leertrajecten, waarbij gebruik wordt gemaakt van diverse leervormen. De CWI Academie werkt daarbij steeds meer samen met de Ketenacademie in oprichting (CWI, UWV, Divosa, G4 gemeenten). Loopbaanbeleid Het loopbaanbeleid van CWI is gericht op persoonlijke ontwikkeling en flexibiliteit van de organisatie. Hoeksteen is de verantwoordelijkheid van elke medewerker voor de eigen ontwikkeling en loopbaan en de wil van de organisatie om medewerkers daarin te ondersteunen. In dat kader werd een start gemaakt met het systematisch bespreken van de loopbaanmogelijkheden en –wensen met elke medewerker. Medewerkers kunnen daarin worden ondersteund door een onafhankelijke interne loopbaanadviseur. Ook is zogeheten 2-job-systeem geïntroduceerd, waarin het voor elke medewerker mogelijk wordt naast de vaste baan tijdelijk een andere taak uit te voeren. Op het gebied van arbeidsmobiliteit neemt CWI deel aan netwerken met andere ZBO’s, overheidsorganisaties en ondernemingen, waarin naast kennisdeling ook concreet vacatures en medewerkers worden uitgewisseld.
CWI Academie De CWI Academie ontwikkelt opleidingsprogramma's voor onze medewerkers. In 2007 zijn 1.586 opleidingen/trainingen georganiseerd (inclusief de e-learning cursussen), waaraan 10.132 deelnemers aan hebben deelgenomen, hetgeen resulteert in 15.058 cursusdagen. In het nieuwe programma Ontwikkelings- en certificeringtraject Vestigingsmanagers zijn in totaal 70 vestigingsmanagers ingestroomd. Daarnaast heeft de CWI Academie bijgedragen aan de vlotte implementatie van de Poortwachterstoets en de Werkmap. Ook heeft de academie zich actief voorbereid op de samenwerking met UWV en de gemeenten. Deze voorbereiding op de Toonkamerprincipes gebeurde in samenwerking met de UWV Academie, WW- en AG-opleidingen en de Divosa Academie. De Ketenacademie in oprichting heeft inmiddels de competentieprofielen voor de werkcoach ontwikkeld. Ook ging een leergang voor adviseurs proces- en kwaliteitsmanagement gericht op de ondersteuning van de invoering van de Toonkamerprincipes van start. Landelijk aanbod maakt steeds meer plaats voor decentraal maatwerk. In de maatwerktrajecten staat ‘klantgerichtheid en effectieve klantbenadering’ vaak centraal. Een aantal keren zijn deze trajecten uitgevoerd samen met de ketenpartners. Ook heeft de CWI Academie ondersteuning verleend bij het ontwikkelen en organiseren van (keten-)managementbijeenkomsten. Certificering Medewerkers kunnen zich scholen in bepaalde taken en processen van onze organisatie. In totaal zijn in 2007 680 certificeringstrajecten door onze medewerkers met succes afgelegd. Dat is 13 procent meer dan in 2006, bovendien zijn er vijf nieuwe certificeringstrajecten opgezet, waaronder ‘Indicering Wsw’ en ‘Vestigingsmanager’. Eind 2007 hebben we 2.697 medewerkers die in certificeerbare functies werken. Daarvan heeft 48 procent één of meerdere certificaten (1.293). Gemiddeld heeft een gecertificeerd medewerker 1,2 certificaten. Mobiliteitsbureau CWI CWI heeft ervoor gekozen de herpaatsingsbegeleiding van boventallig verklaarde medewerkers uit te laten voeren door een eigen mobiliteitsbureau. Op 1 januari 2007 is het mobiliteitsbureau van start gegaan met vestigingen in Groningen, Apeldoorn, Utrecht, Amsterdam en Breda. Het bureau kreeg ook opdracht tot het re-integreren van ex-medewerkers van de voormalige Arbeidsvoorziening en van ex-medewerkers CWI die een WW-uitkering ontvangen. Daarnaast groeide de samenwerking met de interne loopbaanadviseurs van HRM tot een zodanig niveau, dat praktisch sprake is van integratie op het vlak van loopbaanadvies. Personeel en stafpersoneel In onderstaand overzicht is onze gemiddelde bezetting over 2007 opgenomen. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen werknemers in de uitvoering en de staf.
55
Stafquote berekend over gemiddelde bezetting maand januari t/m december 2007 Uitvoering Medewerkers op de vestigingen (zie uitzonderingen bij de staf) Teamcoordinatoren 100% Medewerkers Eures Medewerkers JuZa (zie uitzondering bij de staf) Coördinatoren JuZa 100% Medewerkers CWIS (zie uitzondering bij staf) Medewerkers AK + AKA (tijdelijk) land + district (minus management AK) Medewerkers IM beheer primaire systemen Medewerkers P&K, B&O Medewerkers P&K, team CMO Totaal Staf Overige medewerkers hoofdkantoor met uitgezondering van Mobiliteitsbureau Overige medewerkers districtskantoor Vestigingsmanagers Ondersteuning vestigingsmanagers Medewerker algemenezaken/huismeester CWIS management + staf, land + district Juridisch management Staf JuZa
Totaal Totaal uitvoering + Staf Stafquote
2815,4 123,3 12,5 183,5 9,4 198,6 40,3 9,0 5,0 19,8 3416,7
209,5 195,0 115,0 31,5 41,0 15,3 6,7 16,8 630,8 4047,5 15,6%
In 2007 hadden we een gemiddelde bezetting van 4.047,5 fte 11. Hiervan is 15,6 procent stafpersoneel, waarmee we een slanke organisatie zijn. Op 1 januari 2007 kende CWI een personele bezetting van in totaal 4.024,7 fte’s, opgebouwd uit 3.607,5 fte’s vast, 175,5 fte’s tijdelijk en 241,7 fte’s extern. Op 1 januari 2008 had de personele bezetting een omvang van 3.951,0 fte’s, samengesteld uit 3.379,9 fte’s vast, 288,6 fte’s tijdelijk en 282,5 fte’s extern. Ziekteverzuim We voerden in 2007 een actief beleid ter voorkoming van ziekteverzuim. We streefden ernaar niet boven de interne streefwaarde van 5,5 procent uit te komen, exclusief bevallingsverlof. Ondanks de toegenomen aandacht voor frequent verzuim, is dit niet gehaald met 4,8 procent kortdurend ziekteverzuim en 1,2 procent langdurend ziekteverzuim. In 2006 lag het kortdurend ziekteverzuim iets hoger op 4,9 procent. Het langdurend ziekteverzuim was in dat jaar 1,1 procent.
6.3 Mededeling over de Bedrijfsvoering De Raad van bestuur van CWI is verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor: - het financieel rechtmatig tot stand komen van financiële transacties. Dit houdt in dat deze transacties tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en de wettelijke regelingen die de uitkomsten van de financiële transacties beïnvloeden. - het opmaken van en getrouw weergeven in de Jaarrekening van vermogen en resultaat.
11
Dit aantal is exclusief de gemiddelde bezetting van de externe staf op het CWI Hoofdkantoor en medewerkers en boventalligen van het CWI Mobiliteitsbureau.
56
-
het tot stand komen van de informatie over de doelmatigheid van de bedrijfsprocessen. het tot stand komen van de niet-financiële informatie in overeenstemming met de criteria zoals vastgelegd in bijlage XVII van de Regeling Suwi.
In deze paragraaf legt de Raad van bestuur verantwoording af over het intern beheersingssysteem voor de sturing en de beheersing van de bedrijfsprocessen van CWI voor zover deze betrekking hebben op de hiervoor genoemde onderwerpen. Deze Mededeling over de Bedrijfsvoering heeft de vorm van een uitzonderingsrapportage. Beheersomgeving Aan de besturing en beheersing van de organisatie geeft de Raad van bestuur invulling via het Jaarplan en de daaruit voortvloeiende managementcontracten met districtsmanagers en stafmanagers. Vier keer per jaar vinden met de managers monitorgesprekken plaats. In deze gesprekken wordt verantwoording afgelegd over de prestaties/resultaten, budgetuitputting, personele inzet en gesignaleerde risico’s. Per kwartaal legt de Raad van bestuur integrale verantwoording af aan de minister en staatssecretaris van SZW. De producten en processen, de organisatiestructuur met taken en functies zijn beschreven. Het principe van integraal management wordt hierbij gevolgd. Risicomanagement Een goede bedrijfsvoering is mede gebaseerd op goed risicomanagement. Daarom maakt risicomanagement een integraal onderdeel uit van ons managementcontrolsysteem. We inventariseren onze risico’s, formuleren beheersmaatregelen die deze risico’s moet verminderen, voeren deze beheersmaatregelen uit en controleren de resultaten. De risicoanalyse maken wij op basis van opgedane ervaringen. Bij deze analyse gaan we uit van factoren als strategisch belang, afbreukrisico en budgetbeheersing. De speerpunten die hieruit voortkomen, vormen de basis voor de sturing op en de verantwoording over de afgesproken prestaties, de doelmatigheid en de bedrijfsvoering. In 2007 heeft de Raad van bestuur discussiebijeenkomsten georganiseerd met het personeel over de arbeidsmarktontwikkelingen en de koers van de organisatie. Tijdens deze bijeenkomsten zijn onderwerpen geïnventariseerd voor het Jaarplan 2008. Later zijn het Jaarplan en de daarin gestelde prioriteiten met het personeel besproken. De strategische risico’s voor 2007 waren: 1. Stabiele en storingsvrije primaire procesondersteunende systemen. 2. Adequate maatregelen om veiligheid van medewerkers te waarborgen en agressie tegen te gaan. 3. Behoud van lokaal maatwerk met inachtneming van uniforme kaders. 4. Investeren in professionele en mobiele medewerkers. 5. Verdere professionalisering van de kerntaak Arbeidsbemiddeling via lokale arbeidsmarktinformatie en samenwerking met de ketenpartners. Interne beheersmaatregelen Binnen CWI bestaat een integraal stelsel van procedures. Het financieel en materieel beheer is zodanig ingericht dat uitvoering van de processen binnen de rechtmatigheidsnormen is gewaarborgd. In 2007 zijn in totaal 34 interne toetsen uitgevoerd op het toepassen van de voorgeschreven administratieve procedures. De uitkomsten uit deze onderzoeken bevestigen een correct gebruik van de procedures.
57
CWI maakt in het financieel beheer gebruik van een geavanceerd systeem, waarbinnen maatregelen zijn getroffen die de betrouwbaarheid en de continuïteit van de geautomatiseerde gegevensverwerking waarborgen. De door de externe accountant gedurende 2007 gehouden (interim-)controles geven, behoudens de gesignaleerde mogelijkheden tot het doorbreken van de in de ondersteunende systemen georganiseerde functiescheidingen, een positief beeld over de beheersing van de organisatie. Over de gesignaleerde mogelijke schendingen van functiescheiding binnen het ondersteunende systeem zijn in de administratieve organisatie maatregelen voorzien die feitelijke functievermenging voorkomen. Inmiddels zijn maatregelen getroffen om de noodzakelijke functiescheidingen in de systemen beter te regelen. Informatie en communicatie Voor de besturing van de organisatie wordt gebruik gemaakt van een planningen controlcyclus. Hierbij wordt zowel voor (plan), tijdens (voortgangsrapportages) als na (verantwoording) realisatie van resultaten door vestigingen van CWI gerapporteerd. Sturing vindt plaats op basis van vooraf afgesproken normen en streefwaarden bij de prestatie-indicatoren. De klantinstroom, productiecijfers en de realisaties op de prestatie-indicatoren komen wekelijks gevalideerd beschikbaar en hier wordt aan de Raad van bestuur tweewekelijks over gerapporteerd. Over personele en financiële gegevens wordt maandelijks gerapporteerd waarbij overal verbanden worden gelegd tussen deze gegevens en de geleverde productie. Zowel de tweewekelijkse als maandelijkse rapportages zijn adequaat en kwalitatief van een hoog niveau. De sturing op basis van de samenhang tussen de bedrijfsgegevens (productie, personeel en financiën en projecten) kan verder verbeteren. De rapportages uit de financiële beheerssystemen zijn gedurende het verslagjaar betrouwbaar geweest. Met het ministerie van SZW is afgesproken dat in de verantwoording over de doelmatigheid wordt aangegeven welke kostenbesparingen zijn gerealiseerd. Om de jaren vergelijkbaar te maken, vinden er correcties plaats voor nieuw beleid, volumina en loon- en prijscompensatie. Deze indicatoren zijn in het Jaarplan 2007 geoperationaliseerd aan de hand van drie prestatie-indicatoren. Ook in 2007 hebben wij de prestaties van alle CWI-vestigingen via een interne benchmark zichtbaar gemaakt. Periodiek wordt op basis van prestatie-indicatoren een rangschikking gepubliceerd van alle CWI-vestigingen. In 2007 hebben de prestatie-indicatoren over de overdrachtsmomenten tussen CWI en UWV (tijdigheid en volledigheid) hun waarde verloren, omdat vanwege de al ingezette ontwikkeling naar geïntegreerde dienstverlening overdrachtsmomenten in de werkprocessen tussen CWI en UWV sterk aan relevantie inboeten. In de score worden de grootte van de vestiging en exogene factoren waarop we geen invloed hebben meewogen. De indicatoren verschillen in gewicht en kunnen aangepast worden aan de situatie. Bewaking Bewaking van de beheersmaatregelen en de geautomatiseerde gegevensverwerking vindt, naast de bij de interne beheersmaatregelen genoemde interne toetsen, plaats door audits. Elk jaar wordt in samenwerking tussen Internal Audit en de externe accountant een gezamenlijk auditplan opgesteld. Dit plan wordt zodanig opgezet dat de uitkomsten van de onderzoeken mede strekken tot afgifte van een goedkeurende accountantverklaring bij Jaarverslag en Jaarrekening. Tevens worden jaarlijks interne audits uitgevoerd naar de totstandkoming van de niet-financiële informatie, waarbij vanaf de invoer de bewerkingen in de bronsystemen tot aan het rapporteren via het MIP wordt getoetst. In de auditcommissie, voorgezeten door de bestuursvoorzitter CWI,
58
wordt het gezamenlijke auditplan geaccordeerd, wordt de uitvoering ervan gevolgd en worden de rapportages besproken. Resultaten 2007 Speerpunt 1: stabiele en storingsvrije primaire procesondersteunende systemen Voor een informatieverwerkende organisatie is een optimale prestatie van systemen een voorwaarde voor een goede dienstverlening. Slechte prestaties of onvoldoende beschikbaarheid is niet goed voor de stabiliteit van de werkprocessen. Wij hebben het afgelopen jaar maatregelen genomen om dit te beperken. De maatregelen zijn te verdelen in technische zaken en aspecten die zich richten op de gebruiker. De Raad van bestuur concludeert dat door de in 2007 genomen maatregelen de stabiliteit van de systemen verbeterd is, maar dat door niet door CWI direct beïnvloedbare omstandigheden er nog steeds met enige regelmatig sprake is van storingen. Dit strategische risico blijft daarom onverkort aandacht vragen in 2008. Speerpunt 2: adequate maatregelen om veiligheid te waarborgen en agressie tegen te gaan Door toenemende agressie van klanten worden onze medewerkers vaker bedreigd. Daarom is een anti-agressieaanpak geformuleerd: -
-
-
-
Spoor 1: Samenwerking met de ketenpartners door een adequate registratie van agressie-incidenten, aanwezigheid van een agressieprotocol, afspraken met ketenpartners en medebewoners van het bedrijfsverzamelgebouw (BVG) en periodieke evaluatie van het agressieprotocol. Spoor 2: Een training agressiehantering ter preventie en professionele nazorg bij een incident. Er is afgesproken altijd aangifte te doen bij de politie, waarbij de vestigingmanager of een medewerker van de Stichting DOEN (Directe Opvang en Nazorg) meegaat. Spoor 3: Om veilige werkplekken te creëren is een onderzoek naar de agressiebestendigheid van de inrichting gestart en is een programma van eisen opgesteld om binnen de centrale inkoop mede te sturen op anti-agressie aspecten. Bij de centrale inkoop van meubilair en de inrichting van de CWIvestigingen wordt rekening gehouden met anti-agressie aspecten. Spoor 4: Inzet van beveiligingspersoneel en andere preventie en curatieve instrumenten.
Het ministerie van BZK heeft ons gecomplimenteerd voor de geschetste aanpak van veiligheid en anti-agressie. De Raad van bestuur concludeert dat de in 2007 genomen maatregelen hebben geresulteerd in voldoende beheersing van mogelijke risico’s op het terrein van agressie en veiligheid. Speerpunt 3: behoud van lokaal maatwerk met inachtneming van uniforme kaders Plaatselijke afspraken kunnen conflicteren met uniformiteit en kwaliteit, maar ook in rechtsgelijkheid en efficiency. In 2006 is gestart met Toonkamers. De Toonkamerpilots zijn de voorbode geweest van de in te voeren ‘geïntegreerde dienstverlening’, die doorloopt in 2008. De regie ligt bij het Algemeen Ketenoverleg (AKO) en de projecten zijn in maart 2007 geëvalueerd. De Raad van bestuur concludeert dat dit speerpunt in 2007 geen risico is geweest voor ons of de klant.
59
Speerpunt 4: investeren in professionele en mobiele medewerkers De kwaliteit van het personeel moet behouden blijven om het prestatieniveau in de veranderende omgeving te blijven realiseren. Het functioneren van de organisatie is immers afhankelijk van de kwaliteit van de medewerkers. Uitgangspunt is dat elke medewerker verantwoordelijk is voor zijn eigen ontwikkeling. Om dit te realiseren is competentiemanagement een belangrijke pijler geworden van het HRM-beleid. Medewerkers kunnen aan de eigen ontwikkeling werken, ondersteund door persoonlijke ontwikkelingsplannen, trainingen, ontwikkelingsprogramma’s, certificeringstrajecten en een loopbaanbeleid. De Raad van bestuur concludeert dat de doelstellingen van competentiemanagement in opzet zijn gerealiseerd en dat de voor 2007 beoogde onderdelen van competentiemanagement zijn geïmplementeerd. Vanzelfsprekend blijft verdere professionalisering nodig. Nog niet alle adviseurs werk en inkomen zijn in staat de Toonkamerprincipes (op basis van functieprofiel werkcoach) uit te voeren, maar voor 2008 is dit geen strategisch speerpunt meer. Speerpunt 5: professionalisering door verstrekken van arbeidsmarktinformatie en goede regionale samenwerking Door de kanteling van de arbeidsmarkt (van aanbod- naar vraaggericht) en door verdergaande marktwerking moet CWI voortdurend meerwaarde aantonen voor de kerntaak Arbeidsbemiddeling op regionaal en lokaal niveau. Zoals blijkt uit het Jaarverslag zijn er talrijke stappen gezet en initiatieven genomen om dit risico te beheersen. De Raad van bestuur concludeert daarom dat dit onderwerp de aandacht blijft vragen, maar dat het risico tot een aanvaardbaar niveau is verminderd. Strategische risico-onderwerpen 2008 De strategische risico-onderwerpen voor 2008 zijn: - Stabiliteit primaire proces ondersteunende systemen. - Prestatieniveau op peil houden tijdens de reorganisatie en fusie met UWV. - Lokale samenwerking met gemeenten behouden tijdens de vorming van het WERKbedrijf CWI-UWV. - CWI-cultuur en kernwaarden behouden bij vorming van het WERKbedrijf CWI-UWV. Financiële rechtmatigheid Gelet op de omvang van de organisatie verdient het toezicht op het naleven van de Europese aanbestedingsregels bijzondere aandacht. Ondanks alle interne beheersmaatregelen zijn tot een bedrag van € 1.030.520 (inclusief BTW) en € 865.983 (exclusief BTW) inkopen gedaan die niet voldoen aan de aanbestedingsregels en daarmee dus onrechtmatig zijn. De omvang van deze onrechtmatigheid bevindt zich onder de tolerantiegrens (1,0% van € 392 miljoen). Op basis van de beheersmaatregelen wordt vastgesteld dat, behoudens het hierboven genoemde bedrag met betrekking tot niet-Europees aanbestede inkopen, alle kosten rechtmatig tot stand zijn gekomen. De rapportages uit de financiële beheerssystemen zijn gedurende het verslagjaar betrouwbaar geweest Doelmatigheid van organisatie, management en stafondersteuning Uit het Jaarverslag blijkt dat we de meeste van onze streefwaarden in 2007 ruimschoots hebben gehaald. Van de achttien prestatie-indicatoren zijn er dertien boven de streefwaarden uitgekomen. Van de vijf overige indicatoren eindigden vier indicatoren onder de streefwaarde, met een afwijking van tussen 0-5% of minder dan -1,0 punt in het geval van de klanttevredenheidsindicatoren, zoals
60
vastgesteld in het CWI-normenkader doelmatigheid. Het aantal op werk.nl beschikbare CV’s is met een afwijking groter dan -5% de streefwaarde niet gehaald. Dit wordt met name veroorzaakt door knelpunten in de toegankelijkheid van werk.nl voor klanten in de eerste drie maanden en gedurende mei en juni 2007, verkorting van de geldigheidsduur van CV’s en doordat werkzoekenden zich niet meer hoeven registreren met hun CV in werk.nl om op vacatures te kunnen matchen. Dat laatste is het resultaat van klantgerichter werken en valt daarom binnen het normenkader. Over het geheel zijn we een doelmatige en effectieve organisatie. Financiële prestatie-indicator 1 geeft de vergelijking weer tussen de begroting in het komende jaar (na correctie) met de begroting in het huidige jaar. De prestatie-indicator begroting 2008 versus begroting 2007 = 100,1 procent. Financiële prestatie-indicator 2 maakt inzichtelijk hoe de realisatie van de kosten in het verslagjaar (na correctie) met de realisatie van de kosten in het voorgaande jaar. Prestatie-indicator kosten 2007 versus kosten 2006 = 98,5 procent. Financiële prestatie-indicator 3 laat de vergelijking zien tussen de realisatie van de kosten in het verslagjaar (na correctie) met de begroting in het voorgaande jaar. Prestatie-indicator kosten 2007 versus begroting 2006 = 98,0 procent. Doelmatigheid management en ondersteuning We hebben in 2007 631 fte’s ingezet voor management en ondersteuning. Dit komt neer op 15,6 procent van de totale bezetting. Op grond van deze uitkomst kunnen we concluderen dat we een slanke organisatie zijn, wat bevestigd werd door de Rijksbrede Benchmark. In 2007 zijn 102 fte’s ondergebracht bij dienstverlening werkzoekenden en niet bij management en ondersteuning. Door deze definitieverandering, die doorgevoerd is vanwege de definitie van overhead van Berenschot, is de vergelijkbaarheid met 2006 pas mogelijk door de 2007cijfers te corrigeren tot 733 fte’s. Dan blijkt dat de cijfers over 2006 en 2007 praktisch aan elkaar gelijk zijn. In 2006 werden 731 fte’s ingezet voor management en ondersteuning. Figuur 6.1 Percentage fte’s voor management en ondersteuning
Management en ondersteuning 15,6%
61
Totstandkoming niet-financiële managementinformatie CWI heeft op basis van de Regeling Suwi een normenkader betrouwbaarheid nietfinanciële managementinformatie opgesteld. Het normenkader is gericht op het garanderen van de betrouwbaarheid van de niet-financiële informatievoorziening. Volgens het normenkader dient niet-financiële managementinformatie te voldoen aan de volgende eisen: - het is op een ordelijke, controleerbare en deugdelijke wijze tot stand gekomen. - toetsing van de niet-financiële prestatie-indicatoren start na vastlegging in de primaire systemen. - het is niet strijdig met de financiële informatie in de begroting of het Jaarverslag, inclusief Jaarrekening. De Raad van bestuur is van oordeel dat in 2007 is voldaan aan de eisen van het normenkader.
6.4 Overige aspecten van de bedrijfsvoering Informatiebeveiliging (Regeling Suwi, artikelen 5.22 en 6.4) In 2007 hebben zich geen ingrijpende verstoringen voorgedaan van de beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid van de informatievoorziening in de dienstverlening van het CWI. Januari kende een (externe) stroomstoring waardoor de systemen enkele uren uit de lucht zijn geweest. Van de storing en de instabiliteit die zich als gevolg daarvan in de weken daarna heeft voorgedaan heeft zoals gebruikelijk de klantbediening in de vestigingen nauwelijks hinder gehad: registraties worden zonodig op papier vastgelegd (en later ingevoerd), klanten met actuele afspraken worden gebeld en zo mogelijk iets later ingepland. De vermoedelijke daders van twee ernstige gevallen van misbruik van openbare CWI-pc's (bedreiging respectievelijk afpersing via e-mail) zijn mede door snel aanleveren van gebruiksgegevens en door alerte lokale medewerking van CWI door de KLPD aangehouden. Verder is er geen onbedoeld verlies van gegevens geweest en hebben zich geen noemenswaardige privacy-incidenten voorgedaan. CWI heeft over 2006 geen goedkeurende verklaring gekregen voor de informatiebeveiliging. In een brief daaropvolgend heeft staatssecretaris gesteld dat "een inhaalslag noodzakelijk is". Het Informatiebeveiligingsplan 2007 heeft op een aantal punten aanzienlijke verbetering gebracht in de interne bedrijfsvoering en bij onze leveranciers van IT-diensten. Met name de bevinding op continuïteit is door de leverancier verholpen. Het is evenwel niet gelukt álle bevindingen van 2006 op te lossen. CWI kan ook niet voldoen aan de normenkaders, die rechtstreeks zijn afgeleid uit de normen van de Suwiwet. In technisch opzicht zijn veel van de normen verouderd, maar ook in organisatorisch opzicht kloppen de kaders niet meer. Zo is het onderscheid tussen gegevensverwerking en gegevensuitwisseling een academische discussie geworden. Daar komt bij dat de ontwikkelingen op het gebied van BVG-vorming, integrale dienstverlening (Toonkamerconcept), het Digitaal Klantdossier en de samenwerking met UWV in 2007 een zodanig hoog tempo hebben aangenomen, dat normenkaders noch wet- en regelgeving dit goed hebben kunnen bijhouden. De Raad van bestuur meent dan ook dat een strikte naleving van de normenkaders de bedrijfsvoering en de realisatie van de nieuwe ambities onevenredig zou hebben gehinderd.
Dat neemt niet weg dat de informatiebeveiligingsdoelen (beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid) onverkort overeind blijven. CWI zoekt met betrekking tot deze doelen voortdurend naar evenwicht tussen vernieuwing en vooruitgang enerzijds en bestendiging en veiligheid anderzijds. Het zijn aspecten van een en hetzelfde klantenbelang. Huisvesting Het huisvestingsbeleid had in 2007 drie speerpunten. Vorming van bedrijfsverzamelgebouwen (BVG’s) Op veel plaatsen in het land hebben de ketenpartners bedrijfsverzamelgebouwen gerealiseerd of zijn hiermee bezig. Wij delen al onze locaties met collega’s van UWV. In het Jaarplan werd de toename van het aantal BVG’s geschat op 16. In werkelijkheid is de groei uitgekomen op 15 BVG’s, een investering van € 6,9 miljoen. Eind 2007 bedraagt het aantal bedrijfsverzamelgebouwen 91 (79 definitieve BVG’s en 12 tijdelijke BVG’s). Verwacht wordt dat de grens van 100 BVG’s in 2008 wordt bereikt. Ondersteuning werkprocessen en medewerkers De huisvesting dient afgestemd te zijn op de werkprocessen, op het aantal benodigde werkplekken en de kwaliteitseisen die aan de hand van wettelijke bepalingen aan een gebouw gesteld worden. Op diverse locaties hebben daartoe kleinere en grotere verbouwingen en herinrichtingen plaatsgevonden. De hiermee gemoeide investeringskosten bedroegen in 2007 € 3,9 miljoen. Efficiënt beheer van de huurportefeuille Het afgelopen jaar is het beheer en de kostenverdeling in BVG’s vastgelegd door het opstellen van integrale werkplektarieven. Met UWV, die het merendeel van de onderhuur voor haar rekening neemt, zijn bindende afspraken gemaakt. Eind 2007 was het vloeroppervlak dat per fte wordt gehuurd met 37,6 m² per fte hoger dan de norm van 32,2 m² per fte aangeeft. Dat komt onder ander doordat het aantal fte’s is gedaald ten opzichte van de datum van ingebruikname. De eisen waaraan onze gebouwen moeten voldoen, dwingen ons daarnaast soms tot het huren van een groter oppervlak. De huurkosten zijn in 2007 evengoed verder gedaald door onderverhuur en beperking van de leegstand. Slechts twee panden (Venlo, Zeist) hebben in 2007 leeg gestaan, met een financiële leegstand (leeg na vertrek) van respectievelijk 2.280 m2 en 934 m2. (in totaal 3.214 m2) Deze panden zijn zonder resultaat bij de Rijksgebouwendienst aangeboden. Inmiddels is één van de panden in gebruik genomen door het WERKbedrijf, de fusieorganisatie van CWI en UWV in oprichting.
6.5 Governance Cliëntparticipatie en dienstverlening Cliëntenparticipatie De Centrale Cliëntenraad adviseert de Raad van bestuur gevraagd en ongevraagd, vooral op het gebied van dienstverlening. In 2007 werd vijf keer met de Raad van bestuur overlegd. Belangrijke thema’s waren het Regeerakkoord en de Participatietop. Ook trok de fusie tussen CWI en UWV (waaronder de vorming van het WERKbedrijf) veel aandacht. De werking van de informatiesystemen van CWI (met name werk.nl), de dienstverlening aan de categorie ouderen (45-
63
plussers) en gedeeltelijk arbeidsgeschikten en cliëntenparticipatie in de Suwiketen zijn aan de orde gesteld, evenals invoering Toonkamerprincipes, Kwaliteitshandvest CWI en Digitaal Klantdossier. De Cliëntenraad besprak de Jaarstukken 2006, de Kwartaalverslagen CWI 2007, de Kwartaalverslagen van de CWI Raadsman Ombudszaken en het Jaarplan CWI 2008 en het Meerjarenplan Huisvesting 2008-2012. Bij de bespreking van het Jaarplan CWI 2008 drong de Cliëntenraad aan op vergaande ontschotting in de dienstverlening door ketenpartijen, het concentreren van de arbeidsmarkttoeleiding bij één publieke partij, een hoog individueel serviceniveau voor de klant (gegarandeerd door onder meer de Individuele Re-integratie Overeenkomst en de inzet van de onafhankelijke arbeidsadviseur) en het formuleren van regionaal arbeidsmarktbeleid. Naar aanleiding van het kabinetsstandpunt over de evaluatie van de Wet Suwi sprak de Cliëntenraad uit in te stemmen met de aangekondigde fusie tussen CWI en UWV en invoering van de Toonkamerprincipes. De Cliëntenraad sprak zich opnieuw uit voor de vorming van één organisatie in het domein van werk en inkomen. Ook bepleitte de Cliëntenraad aan de werkcoach alle middelen ter beschikking te stellen om een succesvolle arbeidsmarkttoeleiding mogelijk te maken. Het W-deel van het Wwb-budget zou daarbij ook beschikbaar moeten zijn voor de arbeidsmarkttoeleiding van WW’ers. Ook werd gepleit voor een volwaardige positie van de Cliëntenraden in de beleidscyclus van de organisaties in de keten. Om de dienstverlening meer bereikbaar voor klanten te maken bepleit de Cliëntenraad daar ook Wmo-loketten voor te benutten. Een meer royale toekenning van reiskostenvergoedingen is in bepaalde situaties gewenst. De Cliëntenraad verzette zich tegen het verkleinen van het aantal locaties werk en inkomen ten opzichte van het huidige netwerk van CWI-vestigingen. De dienstverlening, in de vorm van adviezen aan klanten, moet eerder worden opgepakt en ook moet informatie voortvarender worden verstrekt. Het Digitaal Klantdossier bevat op dit moment nog relatief weinig gegevens en biedt ook nog geen stabiele indruk. De klanttevredenheid blijft nog achter bij de verwachtingen. Voor wat betreft de werkcoach wordt een branchegerichte oriëntatie gevraagd, voldoende training en een niet te grote workload. De Cliëntenraad bepleit uitvoering van bijzondere projecten mogelijk te blijven maken en de onafhankelijk Arbeidsadviseur in stand te houden. In het najaar voerde de Cliëntenraad met de decentrale Cliëntenraden van CWI overleg over actuele thema’s en over het functioneren van de klantparticipatie bij CWI. Belangrijkste aandachtspunten zijn het nakomen van afspraken en beantwoorden van brieven, de beleidsmatige en secretariële ondersteuning van de cliëntenraden, de interne werkdrukverdeling en (soms) hoge mate van afwezigheid van leden bij vergaderingen. De Cliëntenraad was positief over de klachtafhandeling en de door CWI aangeboden opleiding. De zes decentrale Cliëntenraden vergaderden regelmatig met de districtsmanagers in de zes districten van CWI. CWI Raadsman Ombudszaken Met ingang van 2006 is de klachtbehandeling landelijk belegd bij de onafhankelijke CWI Raadsman Ombudszaken. In 2007 zijn er met 600 klachten 21 procent minder klachten ingediend dan het voorgaande jaar. De meeste nietjuridische klachten over 2007 hadden betrekking op bejegening (28 procent). Vijf klachten hadden betrekking op discriminatie. De meeste juridische klachten hadden betrekking op de inhoud van ontslagvergunningen.
64
In 2007 zijn ruim 500 klachten afgehandeld. Van deze klachten werd 70 procent binnen zes weken afgehandeld en 94 procent binnen tien weken. Van de afgehandelde klachten werd 55 procent (deels) gegrond verklaard. De CWI Raadsman Ombudszaken heeft 27 suggesties voor de verbetering van dienstverlening ontvangen en voorgelegd aan de Raad van bestuur. Daarnaast zijn vijf aanbevelingen gedaan voor zaken die beleidsmatige aandacht verdienen. Het ging om de ondersteuning van klanten op de beursvloer, de kwaliteit van het callcenter, de beroepen- en opleidingentabel, de uitkeringsaanvragen en hoor en wederhoor bij bedrijfsbezoeken in ontslagprocedures. Code goed bestuur uitvoeringsorganisaties Wij hechten veel waarde aan het afleggen van verantwoording over de uitvoering van de taken en de geleverde bedrijfsprestaties en onderschrijven de ‘Code goed bestuur uitvoeringsorganisaties’. De code schrijft voor dat organisaties in het Jaarverslag een toelichting opnemen op de hoofdlijnen van de publieke governancestructuur. Daarbij dienen organisatie aan te geven in hoeverre de bepalingen in de code worden opgevolgd en zo niet, waarom niet. De belangrijkste afwijking van de code is dat wij - op grond van de Wet Suwi - niet beschikken over een Raad van Toezicht. Handvest Publiek Verantwoorden We hebben het Handvest Publiek Verantwoorden ondertekend. Hiermee geven we onder meer invulling aan onze verbondenheid met de samenleving en committeren we ons aan een transparante verantwoording. Onderdeel van dit lidmaatschap is een visitatietraject dat start met het opstellen van een zelfevaluatie. In 2005 is hierop een visitatieonderzoek gevolgd. Het Visitatiecollege Publiek Verantwoorden is een onafhankelijk College dat in wisselende samenstelling de visitaties uitvoert voor de Handvestgroep. Rijksbrede Benchmark We zijn lid van de Rijksbrede Benchmark Groep, een leernetwerk en platform van en voor zelfstandige bestuursorganen en agentschappen. Hiermee willen we onze prestaties vergelijken en ‘good practices’ uitwisselen. In 2007 hebben we opnieuw deelgenomen aan een ronde van het benchmarkonderzoek. Enkele verbeterpunten zijn: - Kennisuitwisseling tussen CWI-vestigingen kan beter. Lokale pilots zijn nog te weinig vormgegeven vanuit een (professionele) projectmatige aanpak. We beschikken nog niet over een werkend systeem van kennismanagement. - De faciliterende rol die het hoofdkantoor naar de uitvoeringsorganisatie heeft, kan verder naar de keten versterkt worden, bijvoorbeeld door het ter beschikking stellen van één ICT-systeem aan de keten. - Ons dienstverleningsproces is sterk ICT-gerelateerd, maar ICT is nog te veel een apart gremium. Op basis van de Rijksbrede Benchmark gaan we kennis uitwisselen met SVB, Octrooicentrum Nederland, IB-Groep en Kadaster op het terrein van de relatie tussen CWI Hoofdkantoor en CWI-vestigingen, lerend vermogen, kennismanagement en klantsturing.
65
Raad van bestuur en Raad van advies Raad van advies De Raad van advies staat de Raad van bestuur terzijde. De Raad van advies signaleert en adviseert over strategische aangelegenheden. De Raad van advies vergaderde in 2007 vijf maal met de Raad van bestuur. Belangrijke thema’s waren de dienstverlening, het arbeidsmarktbeleid (zoals de rol van CWI in de uitvoering van het 200.000 Banenplan, onderkant arbeidsmarktproblematiek, arbeidsmarktsituatie in de thuiszorg), de samenwerking in de keten van werk en inkomen, de fusie met UWV, de effecten van de besparingstaakstelling, politiekbestuurlijke vraagstukken (gevolg coalitieakkoord, vermaatschappelijking), rapportages van Inspectie Werk en Inkomen (IWI) en Nationale Ombudsman en ICT-vraagstukken. Tevens beoordeelde de Raad van advies de jaarstukken 2006 en de Kwartaalverslagen CWI 2007. Over de jaarstukken 2006, het Jaarplan CWI 2008 en het Meerjarenplan Huisvesting 2008-2012 bracht de Raad advies uit. In het advies over de jaarstukken constateerde de Raad van advies dat CWI voor het overgrote deel van de prestatie-indicatoren de streefwaarden heeft overschreden, soms ruimschoots. Op het punt van waardering door werkzoekenden valt echter nog veel te winnen. Kansen hiervoor liggen vooral in het beschikbaar maken van meer tijd voor persoonlijke begeleiding en meer samenwerking in de keten. De Raad van advies adviseert inspanningen te doen om de prestaties van CWI meer bij externe partijen over het voetlicht te krijgen en van hen de verdiende waardering te oogsten. De Raad van advies concludeert dat CWI voor wat betreft de bedrijfsvoering op orde is, dit wil niet zeggen dat er geen veranderingen meer aan de orde zijn. ICT-ontwikkelingen, BVG-vorming en samenwerking in de keten zullen in de komende jaren onverminderd inspanningen blijven vragen. CWI zal zich moeten blijven richten op het steeds verder innoveren en het daarmee winnen aan effectiviteit, efficiency en klantgerichtheid. De indiceringsfunctie van CWI werd in 2006 versterkt met de mogelijkheid om competentietests aan werkzoekenden aan te bieden. Naar het oordeel van de Raad van advies heeft CWI daarmee een uiterst nuttig instrument in handen dat verdient verder te worden ontwikkeld. Informatie over de arbeidsmarkt, beroepen, opleiding en competenties biedt werkzoekenden mogelijkheden om zich zelfstandig een beeld te vormen over de mogelijkheden een weg te vinden op de arbeidsmarkt. Met de verbeterde arbeidsmarkt zijn de mogelijkheden voor werkzoekenden om werk te vinden groter dan een aantal jaren geleden. Het advies over het Jaarplan CWI 2008 en het Meerjarenplan Huisvesting 20082012 vermeldt dat CWI een meerledige functie vervult. CWI kan worden getypeerd als een organisatie met een basisfunctie voor het functioneren van de arbeidsmarkt. De Raad van advies heeft de indruk dat CWI te voorzichtig omgaat met het aangeven van de consequenties van de financiële taakstelling van het gesloten Regeerakkoord. Relevant is de vraag wat CWI onder de huidige omstandigheden kan realiseren voor de groep achterblijvers. Een positie waarin ze om deze groep te kunnen helpen afhankelijk is van (de re-integratiemiddelen van) anderen. Het Jaarplan noemt een groot aantal specifieke groepen waaraan intensieve dienstverlening moet worden geboden (jongeren, 45-plussers, allochtonen en functioneel beperkten). In het licht van de kanttekening bij de bezuinigingstaakstelling van het nieuwe kabinet mist de Raad van advies de financiële doorvertaling van deze intensievere dienstverlening. Het verslag over de in 2007 toegekende bezoldiging van de leden van de Raad van advies is opgenomen in de financiële Jaarrekening CWI 2007.
66
Raad van bestuur De minister van SZW benoemt en bepaalt de bezoldiging van de leden van de Raad van bestuur. Verder vallen de leden van de Raad van bestuur onder de CAO die voor CWI geldt. Voor de leden van de Raad van bestuur geldt een Regeling Integriteit, met bepalingen over nevenactiviteiten en tegenstrijdige belangen. Het verslag over de in 2007 toegekende bezoldiging van de leden van de Raad van bestuur en de melding in het kader van de Wet openbaarmaking uit financiele middelen gefinancierde topinkomens (Wopt) is – verwijzend naar de Wet op de Jaarrekening - opgenomen in de financiële Jaarrekening CWI 2007. Naleving van non-discriminatiecode Vanaf 1 januari 2006 is de regie van de klachtbehandeling landelijk belegd bij de onafhankelijk opererende CWI Raadsman Ombudszaken (zie elders in dit hoofdstuk). In dit kader besteedt CWI aandacht aan de registratie van klachten van discriminatoire aard. Hiermee geeft CWI uitvoering aan de naleving van de Non-discriminatiecode CWI 2002 (Staatscourant, 7 maart 2005, nr. 45).
67
7. Jaarrekening CWI 2007 Balans per 31 december 2007 (voor resultaatbestemming) Activa
31-12-2007
31-12-2006
EUR
EUR
MATERIËLE VASTE ACTIVA Bedrijfsgebouwen en -terreinen Computers Overige bedrijfsmiddelen Activa in uitvoering
31.987.266
31.218.852
4.370.258
6.345.565
19.074.871
16.982.777
8.814.571
5.641.370
Totaal vaste activa
64.246.966
60.188.564
VLOTTENDE ACTIVA Liquide middelen
60.210.824
64.441.030
Overige vlottende activa
23.629.855
25.605.870
Totaal vlottende activa
TOTAAL ACTIVA
83.840.679
148.087.645
90.046.900
150.235.464
68
Passiva
31-12-2007 EUR
31-12-2006* EUR
EIGEN VERMOGEN Nog te bestemmen middelen Bestemmingsfonds uitvoering Bestemmingsfonds projecten regulier Bestemmingsfonds (bovenwettelijke) WW Bestemmingsfonds reorganisatie
7.564.031
802.772
-
41.298
1.138.061
3.727.448
-
9.489.192
10.291.964
Totaal eigen vermogen
-
18.994.056
14.060.710
VOORZIENINGEN Voorziening (bovenwettelijke) WW Voorziening reorganisatie
4.563.828
4.691.178
10.104.091
13.725.000
Voorziening arbeidsongeschiktheid
1.164.024
1.496.582
Voorziening jubilarissen
5.197.310
4.943.188
Voorziening claims
2.784.420
3.280.154
Voorziening BVG's
1.504.663
3.359.384
Totaal voorzieningen
25.318.336
31.495.486
KORTLOPENDE SCHULDEN Crediteuren
21.614.831
16.740.606
Belastingen en premies sociale verzekeringen
10.534.684
9.847.017
Overige kortlopende schulden
71.625.738
78.091.645
Totaal kortlopende schulden
TOTAAL PASSIVA
103.775.253
104.679.268
148.087.645
150.235.464
69
Staat van baten en lasten 2007 Realisatie 2007 EUR
Begroting 2007 EUR
Realisatie* 2006 EUR
Baten Rijksbijdrage regulier
352.000.000
352.000.000
357.332.696
Rijksbijdrage incidenteel
12.622.070
12.622.070
5.525.821
Overige baten
29.315.581
8.300.000
17.770.711
393.937.651
372.922.070
380.629.228
Totaal baten Lasten
14.596.964 14.718.617
Loonkosten eigen personeel
192.461.930
14.596.964 26.757.204 208.000.000
196.703.729
Kosten extern personeel
28.125.409
100.000
22.282.632
Overige personeelskosten
16.106.802
12.400.000
27.337.986
236.694.141
220.500.000
246.324.347
Afschrijvingskosten
10.565.985
15.400.000
9.162.355
Huisvestingskosten
46.257.540
49.900.000
45.247.741
Automatiseringskosten
56.875.259
36.500.000
46.799.801
Kantoorkosten
8.551.712
6.500.000
8.976.500
Vervoerskosten
6.183.053
5.900.000
6.045.387
27.795.889
40.811.457
28.944.770
Totaal overige bedrijfskosten
156.229.438
155.011.457
145.176.554
Totaal lasten
392.923.579
375.511.457
391.500.901
1.014.072
-2.589.387
-10.871.673
Totaal personeelskosten
Overige beheerskosten
Saldo van baten en lasten (exclusief financiële baten en lasten)
Financiële baten en lasten
3.960.572
Saldo van baten en lasten
4.974.644
-2.589.387
-8.512.060
-2.589.387
-2.589.387
-9.314.832
-
2.359.613
Resultaatbestemming Onttrekking bestemmingsfondsen Nog te bestemmen midddelen
7.564.031
Saldo van baten en lasten
4.974.644
-
-2.589.387
802.772
-8.512.060
*) De cijfers van 2006 zijn aangepast voor vergelijkingsdoeleinden.
70
Kasstroomoverzicht 2007 2007 EUR
2006* EUR
Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo baten en lasten Afschrijvingen Mutatie kortlopende vorderingen Mutatie bestemmingsfonds uitvoering Mutatie voorzieningen
4.974.644
-8.512.060
10.565.985
9.162.355
1.976.015
-2.256.722
-41.298
-
-6.177.150
13.018.807
-904.015
27.483.056
10.394.181
38.895.436
-16.289.087
-21.425.025
1.664.700
231.533
-14.624.387
-21.193.492
-4.230.206
17.701.944
-36.289
-70.130
Mutatie rekeningen courant bij Ministerie van Financiën
-4.266.495
17.631.814
Rekeningen courant bij Ministerie van Financiën per 1 januari
64.249.395
46.617.581
Rekeningen courant bij Ministerie van Financiën per 31 december
59.982.900
64.249.395
Mutatie rekeningen courant bij Ministerie van Financiën
-4.266.495
17.631.814
Mutatie kortlopende schulden Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
Nettokasstroom Mutatie kassen en kasrekeningen
*) De cijfers van 2006 zijn aangepast voor vergelijkingsdoeleinden.
71
Toelichting op de jaarrekening Algemeen De Centrale organisatie werk en inkomen (CWI) is per 1 januari 2002 opgericht middels de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (SUWI) van 29 november 2001. CWI is een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) en heeft zijn statutaire zetel te Amsterdam. Vanuit het hoofdkantoor in Amsterdam worden de zes districten aangestuurd. Landelijk heeft CWI 127 vestigingen waar cliënten terecht kunnen voor werk en inkomen. De dagelijkse leiding van de organisatie is in handen van de Raad van bestuur. De Raad van advies vervult een adviserende taak. De financiële verantwoording van CWI is nader geregeld in de Wet SUWI en de daarbij behorende Regeling SUWI. Op 2 maart 2007 is de laatste toevoeging op de Regeling SUWI in het Staatsblad gepubliceerd. CWI valt als SUWI-organisatie onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Onderdeel van de CWI-organisatie vormt het Bureau keteninformatisering werk en inkomen (BKWI). Het bureau is sinds 1 januari 2002 operationeel en werkt in opdracht van het ministerie van SZW. Het bureau verleent diensten aan de SUWI-organisaties, die verenigd zijn in het Algemeen Ketenoverleg (AKO). BKWI is organisatorisch geplaatst binnen CWI. Dit betekent niet dat BKWI onder de aansturing van de Raad van bestuur van CWI valt. De Raad van bestuur van CWI is formeel verantwoordelijk, maar voert niet de dagelijkse leiding. BKWI brengt conform de Bijlage XX van de Regeling SUWI zelfstandig een jaarverslag inclusief een jaarrekening uit.
Activiteiten CWI heeft als primaire doelstelling de transparantie op de arbeidsmarkt te bevorderen en daarmee de aansluiting tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt te verbeteren. Hiervoor registreert CWI cv's en vacatures in zijn systemen. Daarnaast verzorgt CWI de aanvraag ten behoeve van de WWB- en WW-uitkeringen, alsmede de Wsw-indicatiestellingen. CWI draagt tevens zorg voor de uitvoering van de regelgeving op het terrein van het ontslagrecht en de toelating van vreemdelingen op de arbeidsmarkt door de afdeling Juridische Zaken. Voor een uitgebreide beschrijving van de activiteiten wordt verwezen naar het jaarverslag.
Financiering van de activiteiten De activiteiten van CWI worden gefinancierd uit de volgende bronnen: 1 2 3 4 5
Rijksbijdrage regulier van het ministerie van SZW Rijksbijdrage projecten regulier additioneel van het ministerie van SZW Bestemmingsfondsen Overige baten uit dienstverlening aan derden Rijksbijdrage boedelscheidingsclaim van het ministerie van SZW (alleen van toepassing voor 2006)
72
ad 1 Rijksbijdrage regulier van het ministerie van SZW Op basis van artikel 45 lid 1 van de Wet SUWI komen de uitvoeringskosten van CWI ten laste van de door het ministerie van SZW toegekende rijksbijdrage welke is gebaseerd op de door CWI ingediende begroting. De rijksbijdrage wordt ontvangen voor het uitvoeren van wettelijke taken die kosteloos worden verricht ten behoeve van werkzoekenden en werkgevers ingevolge de SUWI-wetgeving. De rijksbijdrage wordt geheel als bate verantwoord in het boekjaar waarop deze betrekking heeft. ad 2 Rijksbijdrage projecten regulier additioneel van het ministerie van SZW Dit betreft de door het ministerie van SZW aan CWI verstrekte additionele opdrachten. Bij de toekenning van additionele projectbudgetten door het ministerie van SZW worden nadere voorwaarden over de besteding opgenomen. Afhankelijk van deze voorwaarden wordt het budget volledig in het jaar van toekenning in de baten verantwoord of gedeeltelijk als baten verantwoord op basis van werkelijk gemaakte kosten in het boekjaar. In dit laatste geval wordt het niet uitgeputte deel van het budget als schuld aan het ministerie van SZW verantwoord. ad 3 Bestemmingsfondsen De bestemmingsfondsen zijn ontstaan uit het positieve saldo van baten en lasten in voorgaande boekjaren. De bestemmingsfondsen zijn onderverdeeld in meerdere categorieën: bestemmingsfonds projecten regulier, (bovenwettelijke) WW, reorganisatie en uitvoering. Tot en met 2006 was de onttrekking uit het bestemmingsfonds projecten regulier gelijk aan de daadwerkelijk gemaakte kosten per project. Op aangeven van het ministerie van SZW is in 2007 de onttrekking gelijk gesteld aan het voor 2007 toegekende budget. Het bestemmingsfonds (bovenwettelijke) WW is gevormd ter financiering van de reguliere toekomstige (bovenwettelijke) WW-uitkeringen waarvoor CWI eigen risicodrager is. Met ingang van 2007 is op aangeven van het ministerie van SZW de vorming van dit fonds gestaakt. Het bestemmingsfonds reorganisatie is ultimo 2007 gevormd op aangeven van het ministerie van SZW en bevat het saldo van het bestemmingsfonds (bovenwetttelijke) WW. Het saldo is overgeheveld middels herrubricering. Deze bestemmingsfondsen worden nader toegelicht bij 'Grondslagen voor de waardering van activa en passiva'. Tot en met 2006 was er tevens sprake van een bestemmingsfonds uitvoering. Dit fonds is opgeheven per 1 januari 2007. Het resterend saldo is afgestort aan het ministerie van SZW. ad 4 Overige baten uit dienstverlening aan derden De overige dienstverlening aan derden bestaat onder andere uit onderverhuur van ruimten in panden, verhuur van werkplekken aan het UWV en gemeenten, doorbelasting van ICT ontwikkelingen aan ketenpartners en Eures-taken en ESF projecten met behulp van gelden vanuit de Europese Gemeenschap. De Eures- en ESF-gelden worden als voorschot ontvangen en staan op de balans. Baten worden verantwoord tot het bedrag van de daadwerkelijk gemaakte kosten. Het resterende saldo vormt een schuld aan de Europese Gemeenschap en wordt verantwoord als vooruitontvangen subsidie. ad 5 Rijksbijdrage boedelscheidingsclaim van het ministerie van SZW De boedelscheidingsclaim betrof een trekkingsrecht bij het ministerie van SZW, dat ontstaan is bij de afscheiding van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie. De betreffende projecten zijn indertijd specifiek benoemd en afgestemd met het ministerie van SZW. De rijksbijdrage boedelscheidingsclaim werd uiterlijk verstrekt tot en met 31 december 2006.
73
Algemene grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de eisen zoals gesteld in de Wet SUWI artikel 49 en daar waar mogelijk in overeenstemming met het Burgerlijk Wetboek 2, Titel 9. Tenzij anders vermeld, worden activa en passiva opgenomen voor de nominale waarde. De bedragen zijn opgenomen in euro's. De jaarrekening van CWI wijkt op de volgende onderdelen af van het Burgerlijk Wetboek 2, Titel 9 en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving: 1
2 3 4
5 6
De activering van investeringen is gebaseerd op bedrijfseconomische principes. Bepaalde uitgaven worden direct als last in de exploitatie verantwoord, wanneer in het betreffende jaar specifieke projectfinanciering beschikbaar is. De vorming van het bestemmingsfonds voor (bovenwettelijke) WW. De vorming van het bestemmingsfonds voor reorganisatie. Een reorganisatievoorziening wordt pas getroffen wanneer eenduidigheid bestaat over de (additionele) financiering die met deze reorganisatierisico's samenhangt en dus niet alleen op het moment van ontstaan van de risico's uit hoofde van de reorganisatie. Het niet opnemen van de cijfers van het afzonderlijke bedrijfsonderdeel BKWI in de jaarrekening van CWI. Het niet opnemen van de cijfers inzake de rechten en verplichtingen van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie die voortvloeien uit een collectieve arbeidsovereenkomst of regeling van arbeidsvoorwaarden jegens werknemers die voor 1 november 2004 bij de Arbeidsvoorzieningsorganisatie in dienst zijn geweest.
De vergelijkende cijfers over 2006 zijn ook opgesteld met inachtneming van deze afwijkende bepalingen. Gebruik van schattingen en veronderstellingen Bij het opstellen van de jaarrekening worden schattingen en veronderstellingen gebruikt (bijvoorbeeld voor sommige gerapporteerde bedragen aan activa en passiva en sommige gerapporteerde bedragen aan baten en lasten gedurende de verslagperiode). Het gebruik van deze schattingen en veronderstellingen is conform de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. De werkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen.
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Activa: Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen historische kostprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen of tegen lagere realiseerbare waarde. Materiële vaste activa in uitvoering betreffen met name investeringen in bedrijfsverzamelgebouwen (BVG's) die nog niet zijn opgeleverd. Afschrijvingen geschieden lineair op basis van de geschatte economische levensduur. Deze bedraagt 10 jaar voor bedrijfsgebouwen, 3 jaar voor computers en 4 tot 10 jaar voor de overige bedrijfsmiddelen. Over investeringen die gedurende het boekjaar plaatsvinden wordt naar tijdsgelang afgeschreven. Op investeringen wordt afgeschreven na ingebruikname. Activering vindt plaats op basis van bedrijfseconomische principes.
74
Overige vlottende activa Op de vorderingen worden noodzakelijk geachte voorzieningen voor oninbaarheid in mindering gebracht. Het risico van oninbaarheid wordt op basis van individuele posten beoordeeld. Passiva: Bestemmingsfondsen De bestemmingsfondsen zijn gevormd ter financiering van specifiek gedefinieerde doelen en/of projecten en mogen uitsluitend hiervoor worden aangewend. Bestemmingsfondsen mogen slechts worden herbestemd na goedkeuring van het ministerie van SZW. Bestemmingsfonds projecten regulier Het ministerie van SZW heeft de vorming van het bestemmingsfonds projecten regulier uit het saldo van baten en lasten 2002 en 2003 goedgekeurd. Aan het bestemmingsfonds worden de kosten voor de uitvoering van specifieke bestemmingsfondsprojecten onttrokken. De specificatie van budgetten en onttrekking op projectniveau is opgenomen in de 'Toelichting op de reguliere bestemmingsfondsprojecten'. Bestemmingsfonds (bovenwettelijke) WW CWI is eigenrisicodrager voor de reguliere (bovenwettelijke) WW. Voor de financiering van de toekomstige risico's inzake de reguliere (bovenwettelijke) WW heeft CWI in het verleden een bestemmingsfonds gevormd. Om meer aan te sluiten bij de waarderingsgrondslagen van Titel 9 BW2 is de verwerkingswijze van de inhouding van de premies (bovenwettelijke) WW en de dotatie aan de voorziening (bovenwettelijke) WW gewijzigd ten opzichte van voorgaande jaren. Het saldo van deze bedragen wordt met ingang van dit boekjaar via de resultaatbestemming aan het eigen vermogen toegevoegd en niet meer rechtstreeks aan het bestemmingsfonds. De vergelijkende cijfers zijn hierop aangepast. Het ministerie van SZW geeft vanaf 2007 niet langer toestemming voor de instandhouding van dit bestemmingsfonds. In op dracht van het ministerie van SZW is het bestemmingsfonds (bovenwettelijke) WW herbestemd tot een bestemmingsfonds reorganisatie. Bestemmingsfonds reorganisatie Het bestemmingsfonds reorganisatie is ultimo 2007 gevormd op aangeven van het ministerie van SZW en bevat het saldo van het bestemmingsfonds (bovenwetttelijke) WW. Het saldo is overgeheveld middels herrubricering. Voorzieningen Voorzieningen worden in de balans opgenomen wanneer een wettelijke of feitelijke verplichting, die op betrouwbare wijze kan worden ingeschat, ontstaat als gevolg van een gebeurtenis in het verleden en het waarschijnlijk is dat een uitstroom van economische voordelen nodig zal zijn om de verplichting af te wikkelen. Voorziening (bovenwettelijke) WW De voorziening voor de reguliere (bovenwettelijke) WW betreft de harde verplichtingen inzake lopende reguliere (bovenwettelijke) WW-uitkeringen van oud-medewerkers van CWI. De hoogte van de voorziening wordt berekend op basis van de maximale wettelijke uitkeringsduur inzake (bovenwettelijke) WW, per leeftijdscatergorie gecorrigeerd voor de mogelijke voortijdige uitstroom. Gedurende het boekjaar betaalde uitkeringen worden in mindering gebracht op de voorziening. De dotatie aan de voorziening bestaat uit de pseudopremie, die wordt ingehouden op de salarissen van het personeel. De voorziening (bovenwettelijke) WW heeft een overwegend langlopend karakter. In de berekeningen is geen rekening gehouden met toekomstige indexatie van uitkeringen, noch met de discontering van toekomstige kasstromen.
75
Voorziening reorganisatie Een voorziening voor reorganisatie wordt opgenomen wanneer het management een gedetailleerd en formeel reorganisatieplan heeft goedgekeurd en deze herstructurering hetzij in gang is gezet, hetzij aan de betrokken partijen is aangekondigd. Daarnaast moet er eenduidigheid bestaan over de (additionele) financiering die met deze reorganisatierisico's samenhangt. Het sociaal plan is in 2006 opgesteld en loopt tot en met 2008. Op 16 november 2006 is een (herziene) aanvraag voor de additionele financiering van deze reorganisatie ingediend bij het ministerie van SZW ter hoogte van € 13,725 mln. Het ministerie van SZW heeft besloten dat CWI hiertoe een balanspositie mag vormen ten laste van de reguliere exploitatie. In de berekeningen is geen rekening gehouden met toekomstige indexatie van uitkeringen, noch met de discontering van de toekomstige kasstromen. Voorziening arbeidsongeschiktheid Per 1 juli 2005 is CWI eigenrisicodrager geworden inzake WAO. Uit hoofde hiervan zijn de bestaande verplichtingen voorzien, rekening houdend met toekomstige dotaties en onttrekkingen. Extra dotaties komen ten laste van de reguliere exploitatie. De voorziening arbeidsongeschiktheid heeft overwegend een middellang karakter. In de berekeningen is geen rekening gehouden met toekomstige indexatie van uitkeringen, noch met de discontering van de toekomstige kasstromen. Met ingang van 1 januari 2006 is de WAO vervangen door de WIA. Voor de WIA is CWI geen eigenrisicodrager. Voorziening jubilarissen CWI heeft een voorziening opgenomen voor jubilarissen. Dit betreft de nog uit te betalen bedragen aan medewerkers bij een 12,5-jarig, een 25-jarig en een 40-jarig diensttijdjubileum. Conform de richtlijn wordt ieder jaar een evenredig deel van de opgebouwde aanspraken aan de kosten toegerekend. Het bedrag van de voorziening is per leeftijdscategorie gecorrigeerd voor de kans dat medewerkers daadwerkelijk aanspraak zullen maken op de betreffende jubileumuitkering. De voorziening jubilarissen heeft overwegend een langlopend karakter. In de berekeningen is geen rekening gehouden met toekomstige indexatie van uitkeringen, noch met de discontering van de toekomstige kasstromen. Voorziening claims De voorziening claims is opgenomen in verband met risico's die CWI loopt op het gebied van (aankomende) gerechtelijke procedures. Voorziening BVG's De voorziening BVG's is opgenomen voor leegstand in BVG-panden. Met deze voorziening wordt het economisch risico van leegstand in BVG-panden afgedekt. Vanaf 2002 was het beleid dat CWI ongeveer 20 procent meer ruimte huurde dan strikt benodigd zou zijn voor CWI zelf op basis van de gestelde normen met als doel deze ruimte te verhuren aan belanghebbende partijen zoals uitzendbureaus. Vanwege de ontwikkelingen op de onroerendgoedmarkt heeft CWI zijn beleid gewijzigd en huurt in nieuw te openen BVG-panden voortaan alleen de voor CWI benodigde vierkante meters, of er wordt voorafgaand aan het sluiten van een huurcontract zorg gedragen voor onderhuurcontracten met ketenpartners of andere belanghebbende partijen die dezelfde looptijd hebben als het huurcontract van CWI. De voorziening BVG's heeft een overwegend langlopend karakter. In de berekeningen is geen rekening gehouden met toekomstige indexatie van huren, noch met de discontering van de toekomstige kasstromen.
76
Pensioenen CWI heeft een pensioenregeling die op basis van RJ 271.3 wordt geclassificeerd als een toegezegd pensioenregeling. De pensioenregeling wordt gefinancierd door premiebetalingen aan het bedrijfspensioenfonds, welke is ondergebracht bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP). Dit betreft een bedrijfstakpensioenfonds en CWI heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen, anders dan hogere toekomstige premies. Op grond hiervan kunnen geen aanspraken worden gemaakt op CWI door individuele deelnemers. De pensioenregeling is derhalve verwerkt als zou sprake zijn van een toegezegde bijdrageregeling. De pensioenlast bestaat bij een toegezegde bijdrageregeling uit de premies over het lopende jaar. De door ABP gepubliceerde dekkingsgraad (bij nominale marktrekenrente) ultimo 2007 bedraagt 140,3 procent (2006: 131 procent).
Grondslagen voor de bepaling van baten en lasten Baten en lasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Dit houdt onder andere in dat bedrijfskosten worden verantwoord op het moment van levering van het goed of de verrichting van de dienst. Voor een gedetailleerde beschrijving van de verantwoording van de baten wordt verwezen naar 'Financiering van de activiteiten'.
77
Toelichting op de balans Materiële vaste activa Voor de materiële vaste activa is het verloop in het boekjaar als volgt te specificeren: Bedrijfs-
Computers
Overige
gebouwen
bedrijfsmidd.
Activa in
Totaal
Totaal
uitvoering
2007
2006
EUR
EUR
EUR
EUR
Aanschafwaarde per 1 januari
40.052.792
11.967.863
22.510.555
5.641.370
Cumulatieve afschrijvingen
-8.833.940
-5.622.298
-5.527.778
Boekwaarde per 1 januari
31.218.852
6.345.565
16.982.777
Investeringen 2007 Overboekingen Herrubricering aanschafwaarde Herrubricering cumulatieve afschrijving Desinvesteringen aanschafwaarde
6.507.910 -18.603 -
1.650.426 -
4.957.550 18.603 -
EUR
EUR
80.172.580
59.051.631
-19.984.016
-10.894.204
5.641.370
60.188.564
48.157.427
16.289.087
16.289.087
21.425.025
-
-13.115.886
-
-
-
-
-
-
-
-
-2.606.298
-
-22.301
-
-2.628.599
-304.076
953.952
-
9.947
-
963.899
72.543
-2.871.705
-
-10.565.985
-9.162.355
Afschr Kosten Computers en Corp
Desinvesteringen cumulatieve afschrijving Afschrijvingen Waarvan bijzondere waardevermindering
-4.068.547 -
-3.625.733 -
-
-
-
-
Boekwaarde per 31 december
31.987.266
4.370.258
19.074.871
8.814.571
64.246.966
60.188.564
Aanschafwaarde per 31 december
43.935.801
13.618.289
27.464.407
8.814.571
93.833.068
80.172.580
-11.948.535
-9.248.031
-8.389.536
-29.586.102
-19.984.016
31.987.266
4.370.258
19.074.871
64.246.966
60.188.564
10%
33%
10-25%
Cumulatieve afschrijvingen
Boekwaarde per 31 december
Afschrijvingspercentages
-
8.814.571
De materiële vaste activa bestaan voornamelijk uit investeringen in bedrijfsverzamelgebouwen (BVG's). Deze investeringen betreffen met name de verbouwings- en inrichtingskosten. CWI heeft geen BVG-panden in eigendom. Uitgangspunt is dat alle Centra voor werk en inkomen conform afspraken met de ketenpartners (UWV en de gemeenten) en het ministerie van SZW zoveel mogelijk worden ondergebracht in BVG's. Voor de geprognosticeerde realisatie van BVG's zijn tijdslijnen uitgezet in het meerjarenhuisvestingsplan. Ultimo 2007 zijn er 79 (2006: 66) formele BVG's. Er zijn 12 (2006: 11) tijdelijke BVG's en 27 (2006: 31) BVG's in ontwikkeling. De investeringen in opgeleverde formele BVG's en BVG's in bestaande CWI-locaties zijn verantwoord onder Bedrijfsgebouwen, Computers en Overige bedrijfsmiddelen. De investeringen in BVG's in ontwikkeling zijn verantwoord onder Activa in uitvoering. De investeringen in Computers betreffen met name de PC's voor de kantoorautomatisering. De desinvesteringen van € 1,7 mln zijn met name veroorzaakt door het verlaten van oude CWI panden in verband met BVG vorming.
78
Liquide middelen
Rekeningen courant bij het Ministerie van Financiën Kassen en kasrekeningen
Totaal liquide middelen
31-12-2007 EUR
31-12-2006 EUR
59.982.900
64.249.395
227.924
191.635
60.210.824
64.441.030
CWI neemt verplicht deel aan het Geïntegreerd Middelen Beheer. Uit dien hoofde staat er ultimo 2007 € 58 mln op een depositorekening bij het ministerie van Financiën. Deze deposito's hebben een gemiddelde looptijd van een week tot een maand. Het saldo liquide middelen per 31 december 2007 is ten opzichte van 31 december 2006 gedaald met € 4,2 mln.
Overige vlottende activa
Debiteuren Debiteuren Voorziening oninbare debiteuren Totaal debiteuren Nog te ontvangen ESF-subsidie van Agentschap SZW inzake Vacature Offensief Nog retour te ontvangen RM ESF-subsidies (afwikkeling t.b.v. de Arbeidsvoorzieningsorganisatie) Verstrekte voorschotten inzake ESF-project EVC Nog te factureren baten Nog te ontvangen rente Betaalde waarborgsommen Vorderingen op personeel Vooruitbetaalde portokosten TPG Vooruitbetaalde vervoerskosten Vooruitbetaalde huisvestingskosten Vooruitbetaalde automatiseringskosten Vooruitbetaalde kantoorkosten Vooruitbetaalde overige beheerskosten Voorziening overige oninbare posten Diverse vorderingen Totaal overige posten
Totaal overige vlottende activa
Verloopstaat voorziening oninbare posten
Oninbare debiteuren
31-12-2007 EUR
31-12-2006 EUR
8.044.990
12.185.368
-459.691
-367.307
7.585.299
11.818.061
-
8.271.736
-
4.737
370.140
-
4.669.796
628.076
214.429
152.882
77.211 2.701 -
77.211 22.053 354.197
950.321
773.723
8.765.528
4.702.806
1.065.711
593.077
57.676
106.563
143.833
166.145
-340.145
-3.332.916
67.356
1.267.519
16.044.556
13.787.809
23.629.855
25.605.870
Overige oninbare posten
31-12-2007 EUR
31-12-2006 EUR
31-12-2007 EUR
31-12-2006 EUR
Stand per 1 januari
367.307
151.932
3.332.916
2.729.486
Dotaties
290.132
496.322
340.144
3.026.953
Onttrekkingen Vrijval
Stand per 31 december
-50.872
-12.496
-3.144.428
-2.223.523
-146.876
-268.451
-188.487
-200.000
459.691
367.307
340.145
3.332.916
79
Het totaalsaldo overige vlottende activa ultimo 2007 is ten opzichte van ultimo 2006 gedaald met ongeveer € 2 mln. Hieronder zijn voor de meest significante posten de ontwikkelingen weergegeven. Debiteuren Het debiteurensaldo ultimo 2007 is met € 4,2 mln gedaald ten opzichte van het saldo ultimo 2006. Het saldo was hoger in 2006, vanwege het grote aantal verstuurde afrekeningen aan UWV in het kader van BVG-investeringen. Nog te ontvangen ESF-subsidie van Agentschap SZW inzake Vacature Offensief CWI heeft van 1 april 2004 tot en met december 2005 het project Vacature Offensief uitgevoerd. Dit project werd deels door middel van ESF-3 subsidie gefinancierd. Definitieve toekenning van de subsidie heeft in 2007 plaatsgevonden middels goedkeuring van de einddeclaratie door het Agentschap SZW. Van de vordering van € 8,3 mln ultimo 2006 is in 2007 € 4,8 mln ontvangen. De rest van de vordering is oninbaar gebleken door een lagere toekenning op de einddeclaratie door het Agentschap SZW. Een belangrijk deel van de oninbare vordering kon worden afgeboekt ten laste van de in 2006 gevormde voorziening. Verstrekte voorschotten inzake ESF-project EVC CWI heeft tussen 1 juli 2005 en 31 december 2007 het ESF-project Eerder Verworven Competenties (EVC) uitgevoerd. Aan meerdere deelnemende partijen zijn, vooruitlopend op de eindafrekening in het eerste kwartaal 2008, voorschotten verstrekt. Nog te factureren baten De nog te factureren baten zijn met ruim € 4 mln gestegen. De stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door de late totstandkoming van definitieve afspraken over de doorbelasting van licentiekosten aan UWV. De facturatie hiervan zal begin 2008 plaatsvinden. Vooruitbetaalde huisvestingskosten De vooruitbetaalde huisvestingskosten bevatten voornamelijk vooruitbetaalde huur- en servicekosten voor het eerste kwartaal 2008. De stijging van € 4 mln ten opzichte van ultimo 2006 wordt veroorzaakt doordat CWI haar huurcontracten sinds medio 2007 automatisch betaalt vanuit het Facilitair Management Informatie Systeem (FMIS). Vooruitbetaalde automatiseringskosten De vooruitbetaalde automatiseringskosten zijn met bijna € 0,5 mln gestegen ten opzichte van ultimo 2006. Dit wordt veroorzaakt doordat de vooruitbetaalde bedragen in 2007 ook betrekking hebben op de ketenpartners. Deze bedragen zullen via het werkplektarief worden doorbelast. Voorziening oninbare overige posten De voorziening oninbare overige posten is gedaald met € 3 mln. De daling betreft voornamelijk een post van € 3,1 mln die was opgenomen in verband met onzekerheid omtrent de hoogte van een toe te kennen subsidie aan CWI door het Agentschap SZW inzake ESF-subsidie betreffende het Vacature Offensief. De in 2007 ontvangen einddeclaratie heeft geleid tot het daadwerkelijk benutten van de opgenomen voorziening.
80
Eigen Vermogen Nog te
Bestemmings-
bestemmen
fonds
middelen
uitvoering
Stand per 1 januari Herverdeling
Bestemmings- Bestemmingsfonds fonds projecten (bovenwettelijke) regulier
EUR
EUR
EUR
EUR
41.298
3.727.448
9.489.192
-802.772 -
Herrubricering
-
-41.298 -
Totaal
Totaal
reorganisatie
2007
2006
WW
802.772
Afstorting naar ministerie van SZW
Bestemmingsfonds
-
802.772 -10.291.964
Bestemming saldo van baten en lasten
7.564.031
-
-2.589.387
-
Stand per 31 december
7.564.031
-
1.138.061
-
EUR 10.291.964
-
10.291.964
EUR
EUR
14.060.710
22.572.770
-41.298
-
-
-
4.974.644
-8.512.060
18.994.056
14.060.710
Bij 'Overige gegevens' wordt een voorstel gedaan ten aanzien van de bestemming van de in dit overzicht opgenomen 'Nog te bestemmen middelen'. Het saldo van het bestemmingsfonds uitvoering is in 2007 afgestort aan het ministerie van SZW op basis van de goedkeuringsbrief bij de Jaarstukken CWI 2006 van 16 mei 2007. De onttrekkingen op projectniveau inzake het bestemmingsfonds projecten regulier worden nader gespecificeerd in 'Toelichting op de reguliere bestemmingsfondsprojecten'. Het saldo ultimo 2006 van het bestemmingsfonds (bovenwettelijke) WW is op verzoek van het ministerie van SZW geherrubriceerd naar het bestemmingsfonds reorganisatie.
Voorziening (bovenwettelijke) WW 31-12-2007 EUR
31-12-2006 EUR
Stand per 1 januari
4.691.178
4.353.543
Dotatie tijdens het boekjaar
2.297.484
3.051.397
-2.424.834
-2.713.762
4.563.828
4.691.178
Onttrekking tijdens het boekjaar
Stand per 31 december
De voorziening van de (bovenwettelijke) WW ultimo 2007 is gedaald ten opzichte van ultimo 2006 met € 0,1 mln. Het kortlopend (< 1 jaar) deel van de voorziening is € 1 mln. De middellange (2-5 jaar) en langlopende (> 5 jaar) verplichtingen bedragen respectievelijk € 2,3 mln en € 1,3 mln.
Voorziening reorganisatie 31-12-2007 EUR
Stand per 1 januari Dotatie tijdens het boekjaar
13.725.000 -
Onttrekking tijdens het boekjaar
-3.620.909
Stand per 31 december
10.104.091
31-12-2006 EUR 13.725.000 -
13.725.000
81
De voorziening reorganisatie is gevormd ten behoeve van de verwachte kosten voor ongeveer 150 vaste medewerkers die zullen afvloeien tijdens de reorganisatie. De reorganisatie is beschreven in het Sociaal Plan CWI 2006 - 2008 en dient ultimo 2008 gereed te zijn. De onttrekking in 2007 betreft de salarislasten van de medewerkers die bij het Mobiliteitsbureau geplaatst zijn, uitkeringen aan en afkoopsommen van diegenen die de organisatie reeds verlaten hebben, alsmede de exploitatiekosten van het Mobiliteitsburau. Deze voorziening wordt verder toegelicht bij 'Grondslagen voor de waardering van activa en passiva'. Het kortlopend (< 1 jaar) deel van de voorziening is € 3,2 mln. De middellange (2-5 jaar) en langlopende (> 5 jaar) verplichtingen bedragen respectievelijk € 3,7 mln en € 3,2 mln. Voorziening arbeidsongeschiktheid 31-12-2007 EUR
31-12-2006 EUR
1.496.582
1.011.396
Stand per 1 januari Dotatie tijdens het boekjaar
-
Onttrekking tijdens het boekjaar
1.504.909
-332.558
-1.019.723
1.164.024
1.496.582
31-12-2007 EUR
31-12-2006 EUR
4.943.188
5.099.181
664.411
426.205
-410.289
-582.198
5.197.310
4.943.188
Stand per 31 december
Het kortlopend (< 1 jaar) deel van de voorziening is € 0,91 mln. De middellange (2-5 jaar) verplichting bedraagt € 0,25 mln. Er zijn geen langlopende (> 5 jaar) verplichtingen. De laatste verplichtingen lopen tot en met 2011.
Voorziening jubilarissen
Stand per 1 januari Dotatie tijdens het boekjaar Onttrekking tijdens het boekjaar
Stand per 31 december
De voorziening voor jubilarissen betreft de nog uit te betalen bedragen aan medewerkers bij een 12,5-jarig, een 25-jarig en een 40-jarig diensttijdjubileum. Het kortlopend (< 1 jaar) deel van de voorziening is € 0,2 mln. De middellange (2-5 jaar) en langlopende (> 5 jaar) verplichtingen bedragen respectievelijk € 1,4 mln en € 3,6 mln.
82
Voorziening claims 31-12-2007 EUR
Stand per 1 januari
31-12-2006 EUR
3.280.154
3.589.895
Dotatie tijdens het boekjaar
329.624
1.640.561
Onttrekking tijdens het boekjaar
-307.198
-1.706.607
Vrijval tijdens het boekjaar
-518.160
-243.695
Stand per 31 december
2.784.420
3.280.154
31-12-2007 EUR
31-12-2006 EUR
3.359.384
4.422.664
Vrijval tijdens het boekjaar
-1.854.721
-1.063.280
Stand per 31 december
1.504.663
3.359.384
De voorziening claims heeft over het algemeen een middellang karakter.
Voorziening BVG's
Stand per 1 januari
De voorziening BVG's is in 2007 met name gedaald door de lagere resterende gemiddelde huurcontractduur in verband met het verstrijken van een jaar. Daarnaast is door de verhuur van werkplekken in de BVG's aan UWV en gemeenten de leegstand sterk afgenomen. Het deel van de voorziening dat betrekking heeft op panden waar door de werkplekverhuur geen leegstand meer is, is vrijgevallen. Het kortlopend (< 1 jaar) deel van de voorziening is € 0,3 mln. De middellange (2-5 jaar) verplichtingen bedragen € 1,2 mln. Er zijn geen langlopende (> 5 jaar) verplichtingen.
Belastingen en premies sociale verzekeringen
Af te dragen loonheffing Af te dragen BTW Te betalen pensioenpremie / premies sociale verzekeringen
Totaal belastingen en premies sociale verzekeringen
31-12-2007 EUR
31-12-2006 EUR
5.475.153
5.218.823
402.345
614.542
4.657.186
4.013.652
10.534.684
9.847.017
De te betalen pensioenpremie en premies sociale verzekeringen wijken € 0,7 mln af van het saldo ultimo 2006. De stijging wordt met name veroorzaakt door de forse toename van de nog te betalen verlofuren en spaarverlof.
83
Overige kortlopende schulden 31-12-2007 EUR
Ministerie van SZW Burger Service Nummer Nederlands HandelsRegister Digitaal Klant Dossier (DKD), ketenbreed Ter beschikking aan ministerie van SZW inzake DKD Vooruitontvangen overige reguliere additionele projecten Totaal ministerie van SZW Vooruitontvangen subsidies betreffende: Eures EVC Noord Holland Werkt Jeugbaanacquisitie Overijssel en Gelderland Banenoffensief Vluchtelingen Steunpunt Hoger Opgeleide Allochtonen Totaal vooruitontvangen subsidies Nog te betalen vakantiegeld Nog te betalen verlofuren Nog te betalen spaarverlof Nog te betalen bijzondere beloningen Nog te betalen bedragen tweede ziektejaar Nog te betalen bedragen studiekostenregeling Nog te betalen afkoopsommen inzake oude contracten Nog te betalen kosten inzake WSW Nog te betalen inzake DKD aan CP-ICT Nog te betalen inzake DKD aan UWV Nog te betalen inzake DKD aan BKWI Vooruitgedeclareerd inzake Nedcar Vooruitgedeclareerde overige posten Totaal overige kortlopende schulden Nog te betalen inzake: Extern personeel Overige personeelskosten Automatisering Huisvesting Kantoorkosten Overig beheer BVG in uitvoering Diversen Totaal nog te betalen kosten
Totaal overige kortlopende schulden
31-12-2006 EUR
7.043.738 1.100.033 -
1.195.720 3.000.000 7.100.033 3.627.370
8.143.771
14.923.123
373.584
268.578
226.886
256.886
93.917
333.200
160.000
188.451
83.903
160.000
938.290
40.000 1.247.115
6.669.640
6.838.337
14.147.472
12.451.157
1.053.579
761.297
1.438.801
1.069.509
2.206.764
2.220.938
805.030
-
1.656.126
189.000
1.488.919
1.428.998
1.058.768 261.704 1.860.872
763.400 1.877.993 2.648.500
995.927
3.907.790
33.643.602
34.156.919
4.004.969
5.793.909
4.928.704
3.287.096
11.218.273
8.970.686
2.958.548
2.913.914
573.181
417.534
2.400.067
2.313.988
999.283
2.586.627
1.817.050
1.480.734
28.900.075
27.764.488
71.625.738
78.091.645
Het totaalsaldo overige kortlopende schulden ultimo 2007 is ten opzichte van ultimo 2006 met € 6,3 mln gedaald. Voor de meest significante hiervan zijn de ontwikkelingen hieronder weergegeven.
Ministerie van SZW Het saldo van € 8,1 mln betreft de nog niet uitgeputte projectbudgetten inzake het Digitaal Klantdossier. Mits toestemming wordt ontvangen van het ministerie van SZW zullen de projectwerkzaamheden doorlopen in 2008. Vooruitontvangen subsidies De vooruitontvangen subsidies zijn afgenomen door uitputting op de betreffende posten. Alleen in het kader van Eures is in 2007 nieuwe bevoorschotting ontvangen. Nog te betalen vakantiegeld De reservering vakantiegeld ultimo 2007 van € 6,7 mln betreft de pro rata opgebouwde vakantiegelden over de periode juni tot en met december 2007. Het saldo is nagenoeg gelijk aan het saldo ultimo 2006.
84
Nog te betalen verlofuren De reservering nog te betalen verlofuren van € 14,1 mln ultimo 2007 is € 1,7 mln hoger dan het saldo ultimo 2006. De reservering is bepaald op basis van de per medewerker geregistreerde nog niet genoten (spaar)verlofuren, vermenigvuldigd met het bruto-uurloon inclusief een opslag voor sociale lasten. De stijging wordt grotendeels veroorzaakt doordat in 2007 bepaald is dat over uit te betalen verlofuren ook vakantiegeld en eindejaarsuitkering betaald moet worden. Nog te betalen bijzondere beloningen Het saldo van de nog te betalen bijzondere beloningen van € 1,4 mln ultimo 2007 is hoger dan ultimo 2006. De stijging van ongeveer € 0,4 mln wordt veroorzaakt door de afspraken van CWI met de bonden omtrent bewust belonen. Zowel het saldo ultimo 2007 als het saldo ultimo 2006 betreffen alleen individuele resultaatafhankelijke beloningen. Nog te betalen bedragen tweede ziektejaar Met ingang van 2005 komt het tweede ziektejaar voor 70% voor rekening van de werkgever. De raming is gebaseerd op de ziektegevallen die ultimo september 2007 bekend waren en ultimo december 2007 nog steeds bestonden. Er is een gedifferentieerde correctiefactor voor mogelijk herstel toegepast op medewerkers die in 2007 ziek geworden zijn. Voor ziektegevallen die ontstaan zijn vóór 2007 is geen rekening gehouden met herstel. Het betreft hier de geraamde kosten voor zover die kunnen vallen na 12 maanden ziekte. Het saldo ultimo 2007 wijkt nauwelijks af van het saldo ultimo 2006. Nog te betalen bedragen studiekostenregeling Deze post is opgenomen naar aanleiding van besluitvorming in de CAO. Het betreft de aanspraken die medewerkers kunnen maken op de studiekostenregeling in het kader van het Persoonlijk Ontwikkelingsbudget (POB). Jaarlijks wordt deze post gedoteerd met een vast bedrag per medewerker. Iedere medewerker mag zijn aanspraken maximaal 5 jaar opsparen. Nog te betalen afkoopsommen inzake oude contracten De nog te betalen afkoopsommen inzake oude contracten betreffen grotendeels de afkoop van huurcontracten voor CWI's die zijn overgegaan naar een Bedrijfsverzamelgebouw. Voor een klein deel betreft het nog afkoopsommen voor oude inkoopcontracten, waarbij het afsluiten van een nieuw contract economisch gunstiger was dan de afkoop van het oude contract. Nog te betalen inzake DKD aan CP-ICT, UWV en BKWI Dit betreft de nog te betalen bedragen aan CP-ICT, UWV en BKWI inzake het project Digitaal Klantdossier. Van CP-ICT is over het jaar 2007 nog geen definitieve afrekening ontvangen. Zie ook de 'Toelichting op het project Digitaal Klantdossier'. Vooruitgedeclareerd inzake Nedcar De vooruitgedeclareerde bedragen inzake Nedcar betreffen een samenwerkingsverband op het gebied van de automotive sector. In het project zijn CWI, UWV, gemeente Sittard en de provincie Limburg vertegenwoordigd. Het grootste deel van de werkzaamheden voor dit project heeft plaatsgevonden in 2007. Vooruitgedeclareerde overige posten Dit betreft met name de vooruitgedeclareerde onderhuurbaten.
85
Niet in de balans opgenomen activa Door het ministerie van SZW is met het ministerie van Financiën ten behoeve van CWI een rekening-courant overeenkomst afgesloten met kredietfaciliteit voor een bedrag van € 30 mln.
Niet in de balans opgenomen verplichtingen De niet in de balans opgenomen verplichtingen zijn als volgt:
Op 31 december 2007 beschikte CWI over huurpanden met een totale huurprijs van € 24,4 mln in het komend jaar. De middellange (2-5 jaar) en langlopende (> 5 jaar) verplichtingen bedragen respectievelijk € 63 mln en € 18,1 mln. De gemiddelde resterende contractduur bedraagt 3,9 jaar. De totale huurverplichting vanaf 31 december 2007 bedraagt € 105,5 mln. Op 31 december 2007 beschikte CWI over leaseauto's van Kamsteeg Auto Lease en Athlon Car Lease met een gezamenlijke leaseverplichting van € 1 mln in 2008. De middellange (2-5 jaar) verplichtingen bedragen € 1,2 mln. Er zijn geen langlopende verplichtingen (> 5 jaar). De gemiddelde resterende contractduur bedraagt 3,3 jaar. De totale leaseverplichting vanaf 31 december 2007 bedraagt € 2,2 mln. Op 31 december 2007 had CWI een mantelovereenkomst met IBM ten behoeve van ICT-diensten op het gebied van de verwerkingsinfrastructuur, waaronder het datacenter. De uitgaven in 2007 bedroegen € 10,4 mln. Op basis van de geschatte afname bedraagt de met dit contract samenhangende last in 2008 € 11,7 mln. De middellange (2-5 jaar) verplichtingen worden geschat op € 35,1 mln. Er zijn geen langlopende verplichtingen (> 5 jaar). De resterende looptijd van het contract is tot 1 januari 2012. De totale verplichting vanaf 31 december 2007 wordt derhalve geschat op € 46,8 mln. Op 31 december 2007 had CWI een mantelovereenkomst met Atos Origin ten behoeve van ICT-diensten op het gebied van de kantoorautomatisering. De uitgaven in 2007 bedroegen € 4,3 mln. Op basis van de geschatte afname bedraagt de met dit contract samenhangende last in 2008 € 4,7 mln. Er zijn geen middellange (2-5 jaar) en langlopende verplichtingen (> 5 jaar). De resterende looptijd van het contract is tot 1 januari 2009. De totale verplichting vanaf 31 december 2007 wordt derhalve geschat op € 4,7 mln. Op 31 december 2007 had CWI een mantelovereenkomst met Logica CMG ten behoeve van ICT-diensten op het gebied van het beheer van de bedrijfsapplicaties. De uitgaven in 2007 bedroegen € 1,9 mln. Op basis van de geschatte afname bedraagt de met dit contract samenhangende last in 2008 ten minste € 2,8 mln. De middellange (2-5 jaar) verplichtingen worden geschat op € 10,4 mln. Er zijn geen langlopende verplichtingen (> 5 jaar). De resterende looptijd van het contract is tot 1 januari 2013. De totale verplichting vanaf 31 december 2007 wordt derhalve geschat op € 13,2 mln. In december 2007 is CWI middels gunning een verplichting aangegaan met Tele2 Zakelijk inzake VOIP telefonie, mobiele telefonie, de koppeling met het openbare telefonienetwerk en belkosten. De uitgaven in 2007 bij de vorige leverancier bedroegen € 2,2 mln. Op basis van de geschatte afname bedraagt de met dit contract samenhangende last in 2008 € 1,5 mln. De middellange (2-5 jaar) verplichtingen worden geschat op € 5,5 mln. Er zijn geen langlopende verplichtingen (> 5 jaar). De resterende looptijd van het contract is tot 1 januari 2013. De totale geschatte verplichting vanaf 31 december 2007 bedraagt € 7 mln.
86
Op 31 december 2007 had CWI een contract met KPN inzake callcenter-diensten. De betreffende diensten zijn sinds begin 2008 volledig operationeel. Op basis van de geschatte afname bedraagt de met dit contract samenhangende last in 2008 € 0,4 mln. De middellange (2-5 jaar) verplichtingen worden geschat op € 1,7 mln. Er zijn geen langlopende verplichtingen (> 5 jaar). Het contract zal lopen tot 1 januari 2013. De totale geschatte verplichting vanaf 31 december 2007 bedraagt € 2,1 mln. Op 31 december 2007 beschikte CWI over kopieermachines van Canon met een totale huurprijs van € 0,5 mln per jaar. De middellange (2-5 jaar) verplichtingen bedragen € 0,04 mln. Er zijn geen langlopende verplichtingen (> 5 jaar). De resterende looptijd van het contract is tot 1 februari 2009. De totale verplichting vanaf 31 december 2007 bedraagt € 0,54 mln. Op 31 december 2007 had CWI een contract met Getronics inzake het LAN (local area network), het WAN (wide area network) en de BIT (brede internet toegang). De uitgaven in 2007 bedroegen € 6,4 mln. De resterende looptijd van het contract is tot 1 juli 2009. Op basis van de geschatte afname bedraagt de met dit contract samenhangende verplichting in 2008 € 9 mln. De middellange (2-5 jaar) verplichtingen worden geschat op € 4,5 mln. Er zijn geen langlopende verplichtingen (> 5 jaar). De totale geschatte verplichting vanaf 31 december 2007 bedraagt € 13,5 mln. Op 31 december 2007 had CWI een contract met ISSUE inzake de aanschaf en het onderhoud van printers. De kosten in 2007 bedroegen € 0,19 mln. Op basis van de geschatte afname bedraagt de met dit contract samenhangende last in 2008 € 0,18 mln. Er zijn geen middellange (2-5 jaar) of langlopende verplichtingen (> 5 jaar). De resterende looptijd van het contract is tot 1 januari 2009. De totale geschatte verplichting vanaf 31 december 2007 bedraagt derhalve eveneens € 0,18 mln.
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen inzake BKWI BKWI maakt juridisch gezien onderdeel uit van CWI. Zoals eerder aangegeven stelt BKWI zelf de jaarrekening en het jaarverslag op. CWI blijft desalniettemin juridisch aansprakelijk voor bepaalde verplichtingen van BKWI, waaronder personeel.
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen inzake rechtsopvolging Arbeidsvoorzieningsorganisatie In het kader van de Regeling opheffing Arbeidsvoorzieningsorganisatie d.d. 20 oktober 2004 heeft CWI wettelijke taken overgedragen gekregen zoals vastgelegd in de Regeling opheffing Arbeidsvoorzieningsorganisatie. Volgens deze regeling gaan de rechten en verplichtingen jegens werknemers die voor 1 november 2004 een arbeidsovereenkomst hadden met de Arbeidsvoorzieningsorganisatie over op CWI. Daarnaast dient CWI zorg te dragen voor de administratie van zowel de naar de Staat als naar CWI overgaande middelen, ontvangsten en uitgaven en hierover een separate jaarverantwoording op te stellen. CWI informeert het ministerie van SZW tussentijds over de (financiële) stand van zaken middels tussentijdse verslagen.
Alle rechten en verplichtingen die voortvloeien uit deze taak worden gefinancierd uit het liquidatiesaldo van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie en hebben derhalve geen invloed op de baten en lasten van CWI. Daarnaast is bepaald dat deze overgedragen rechten en plichten in een aparte verantwoording dienen te worden opgenomen. Het liquidatiesaldo wordt als toereikend beoordeeld om de rechten en verplichtingen af te wikkelen. In geval van een tekort in het liquidatievermogen wordt dit aangezuiverd door het ministerie van SZW.
87
Toelichting op de staat van baten en lasten Algemeen De activiteiten van CWI worden in Nederland verricht. Een toelichting over de toerekening van de baten en lasten is te vinden bij 'Financiering van de activiteiten' en 'Grondslagen voor de waardering van baten en lasten'. In de jaarrekening is bij de presentatie van de begroting aansluiting gehouden met het uitvoeringsbudget zoals het ministerie van SZW dat heeft vrijgegeven. Dit budget resulteert in € 396,9 mln. De opbouw laat zich als volgt specificeren: Rijksbijdrage 324,0 Rijksbijdrage WSW indicatie 28,0 Rijksbijdrage totaal 352,0 Een in de jaarrekening 2006 als vooruitontvangen opgenomen bedrag 14,9 Hiervan is in 2007 als DKD budget goedgekeurd -6,0 Hiervan staat ter beschikking van SZW inzake DKD -1,1 Netto vanuit vooruitontvangen 2006 voor 2007 7,8 In 2007 ontvangen DKD middelen voor de keten Vooruitontvangen middelen 2006 in 2007 als DKD budget geherrubriceerd cq toegekend Een in de jaarrekening 2006 opgenomen bestemmingsfonds projecten regulier Hiervan staat ter beschikking van SZW Netto vanuit bestemmingsfonds 2006 voor 2007
28,5 6,0 3,7 -1,1
2,6
Door het min. van SZW vastgesteld uitvoeringsbudget
396,9
Van het totaal van de ter beschikking staande DKD middelen is € 28,6 mln ten behoeve van de ketenpartners. Conform afspraak met het ministerie van SZW wordt dit deel niet over de baten en lasten van het CWI verantwoord maar wordt dit toegelicht en gespecificeerd in de balans.
-28,6
Van het aan het CWI toegekende deel van € 5,9 mln (€ 28,5+€ 6-€ 28,6) vanuit de DKD middelen zal een deel in 2008 worden besteed door het DKD keten project mits het ministerie van SZW hier toestemming voor geeft
-1,1
Het bovengenoemde beschikbare bedrag vanuit het bestemmingsfonds wordt verantwoord als correctie op de kosten
-2,6
In de door het ministerie van SZW goedgekeurde begroting werd een bedrag als onderhuurbaten opgenomen
In de jaarrekening opgenomen als begroting
8,3
372,9
In het overzicht 'Toelichting op de baten en lasten per financieringsbron' zijn de baten en lasten naar de diverse financieringsbronnen verdeeld.
88
Baten
Rijksbijdrage regulier
Realisatie 2007 EUR
Begroting 2007 EUR
Realisatie 2006 EUR
352.000.000
352.000.000
357.332.696
12.622.070
12.622.070
4.597.399
Rijksbijdrage incidenteel Rijksbijdrage projecten regulier additioneel Rijksbijdrage boedelscheidingsclaim
Totaal rijksbijdrage incidenteel
-
-
928.422
12.622.070
12.622.070
5.525.821
Baten onderhuur en faciliteiten
12.536.613
8.300.000
9.367.512
Baten overig
16.778.968
Overige baten
Totaal overige baten
Totaal baten
-
8.403.199
29.315.581
8.300.000
17.770.711
393.937.651
372.922.070
380.629.228
Rijksbijdrage regulier De rijksbijdrage regulier is in overeenstemming met de begroting. De mutatie van 2006 naar 2007 wordt hieronder weergegeven (in € mln) Rijksbijdrage regulier 2006 in de jaarrekening Innovatiebudget en restant bestemmingsfonds naar 2007 verschoven Begroting rijksbijdrage regulier 2006 Mutaties naar begroting 2007: hoger volume bij de reguliere taak Indicatiestelling Wsw loon- en prijsbijstelling efficiency taakstelling en dalend productie volume
357,3 3,4 360,7
5,9 6,3 -20,9
Begroting rijksbijdrage regulier 2007
-8,7 352,0
De ontvangen middelen voor Wsw-taken bedragen € 28,0 mln en zijn opgenomen in de € 352,0 mln begrote rijksbijdrage. In 2007 is voor Wsw-taken € 24,2 mln besteed. Hierbij moet opgemerkt worden dat de werkvoorraad per jaareinde 2007 2500 aanvragen hoger is dan het jaar ervoor.
Projecten regulier additioneel De samenstelling van de middelen is als volgt: Netto vanuit vooruitontvangen 2006 voor 2007 Netto CWI bestedingsdeel uit de € 5,9 mln toegekende DKD middelen
7,8 4,8 12,6
89
Baten onderhuur en faciliteiten In de begroting 2007 zijn de door te berekenen huurlasten en huisvestingsservicekosten opgenomen. In de realisatie 2007 zijn, op grond van consistentie in de verslaglegging, doorberekende facilitaire kantoorkosten van € 3,3 mln verantwoord bij de onderhuurbaten. De vergelijking met 2006 laat een forse stijging van de onderhuurbaten zien. Het aandeel daarin dat aan ketenpartners wordt doorberekend is in 2007 opnieuw groter dan in 2006. Specificatie Totaal overige baten in euro's
UWV 2007
Overig 2007
Baten huur en servicekosten Baten faciliteiten Baten automatisering Baten arbeidsadviseurs Totaal baten onderhuur en faciliteiten
4.519.091 2.777.735 155.540 7.452.366
4.754.456 273.538 56.253 5.084.247
9.273.547 3.051.273 56.253 155.540 12.536.613
-314.893
-314.893
848.510 831.424 2.010.944 425.692 2.045.958 1.029.569 3.552.354 42.832 10.787.282
148.041 1.273.370 1.385.147 787.687 904.015 35.045 236.875 1.536.399 6.306.578
996.552 2.104.794 1.385.147 787.687 2.010.944 1.329.706 2.081.002 1.029.569 3.552.354 236.875 1.579.231 17.093.861
18.239.648
11.075.933
29.315.581
Baten ESF
-
Baten automatisering Baten personeelskosten Teruggaaf BTW oude jaren Baten MCA Baten arbeidsadviseurs Baten banenmarkt Bijdrage BVG investering Bijdrage Sonar ICT voorzieningen Project Ruim Baan (district 6) Overigen Overige baten TOTAAL OVERIGE BATEN
Totaal 2007
UWV 2006
Overig 2006
4.970.041
Totaal 2006
4.397.471
9.367.512
-
90.666
90.666
-
1.551.516 1.020.714
1.551.516 1.020.714
4.959.138 4.959.138
781.165 3.353.395
5.740.303 8.312.533
9.929.179
7.841.532
17.770.711
90
LASTEN
Algemeen De budgetten van de regulier additionele projecten, DKD en bestemmingsfonds zijn voor wat betreft de categorale kostencategorie onder overige beheerskosten gerubriceerd. De werkelijke bestedingen zijn uiteraard ook over andere kostencategorieën verdeeld. Hierdoor ontstaan logischerwijze afwijkingen op kostencategorieën. In de toelichtingen hieronder zijn de posten waarvoor dit aan de orde is gemarkeerd met een *. Zie voor een totaaloverzicht van de kostenafwijkingen de tabel 'Afwijkingen begroting versus realisatie 2007'. Alle kostenrealisaties moeten mede in het licht gezien worden van niet begrote additionele baten van € 21 mln die de overschrijdingen compenseren. Personeelskosten Realisatie 2007 EUR
Begroting 2007 EUR
Realisatie 2006 EUR
134.258.855
145.041.568
138.666.809
Vakantietoeslag inclusief sociale lasten
10.940.538
11.782.335
11.119.895
Sociale lasten
15.580.493
16.779.302
17.240.401
Pensioenkosten
20.270.257
21.829.910
20.590.102
Belaste toelagen
11.411.787
12.566.885
9.086.522
192.461.930
208.000.000
196.703.729
Kosten extern personeel
28.125.409
100.000
22.282.632
Overige personeelskosten
16.106.802
12.400.000
27.337.986
236.694.141
220.500.000
246.324.347
Loonkosten eigen personeel Salariskosten
Totaal loonkosten eigen personeel
Totaal personeelskosten
Salariskosten eigen personeel Een in 2006 aangekondigd reorganisatieplan heeft mede geleid tot verdere daling van het aantal vaste medewerkers. Inzet van (nieuwe) medewerkers is voornamelijk ingevuld door tijdelijke en/of externe medewerkers. Daardoor ontstaat een flexschil die CWI in de toekomst in staat stelt om te kunnen acteren op wisselende productievolumes, de vorming van het nieuwe werkbedrijf, alsmede de door het kabinet opgelegde bezuinigingen van € 127 mln. Het volume bij de (her)indicatiestellingstaken Wsw is gedaald. In samenspraak met het ministerie van SZW is ook in 2007 extra aandacht besteed aan ouderen (Talent 45-plus), aan het project 'prachtwijken' en verdere afronding van CWI Service. Bij Juza heeft het niet doorgaan van de verwachte wijziging van het ontslagrecht de afname van het aantal fte's beperkt. In 2007 bedroeg het gemiddeld aantal eigen werknemers omgerekend naar een fulltime dienstverband: 3.755 fte's (2006: 3.982 fte's). Onder eigen werknemers worden medewerkers gerekend die in loondienst zijn bij CWI op basis van een vast of tijdelijk dienstverband. De fte's zijn onder te verdelen naar 3.279 in districten (2006: 3.464), 200 voor juridische zaken (2006: 251) en 276 op het hoofdkantoor (2006: 267). De fte's die zijn ondergebracht bij het Mobiliteitsbureau zijn hierbij buiten beschouwing gelaten omdat deze ten laste komen van de in 2006 gevormde reorganisatie voorziening.
91
Sociale lasten De sociale lasten zijn in 2007 relatief gelijk aan die in 2006. Pensioenkosten De pensioenkosten zijn in 2007 relatief gelijk aan die in 2006. Totaal loonkosten eigen personeel De gerealiseerde loonkosten eigen personeel liggen € 15,1 mln lager dan de begroting. Dit valt als volgt te verdelen (in € mln): regulier Wsw-taken regulier additioneel DKD bestemmingsfonds Totaal
-13,351 -2,686 0,156 * 0,096 * 0,247 * -15,538
Kosten extern personeel Zoals aangegeven bij de toelichting op de salariskosten is in 2007 meer gebruik gemaakt van externen dan begroot. Ten tijde van de opmaak van de begroting 2007 werd voor reguliere taken niet gerekend met externen vanwege de toen voorziene reorganisatie. De gerealiseerde kosten extern personeel liggen € 28,5 mln hoger dan de begroting. Dit wordt veroorzaakt door afbouw van de eigen medewerkers maar ook door innovatieprojecten die niet in de begroting waren opgenomen maar in samenspraak met het ministerie van SZW gefinancierd moesten worden uit de reguliere middelen. Ook de bezetting van CWI Service locaties, waar de telefonische dienstverlening plaatsvindt, bestaat, door de aard van het werk, voor meer dan 50% uit externen. Het verschil tussen de realisatie en begroting valt als volgt te verdelen (in € mln): regulier Wsw-taken regulier additioneel DKD bestemmingsfonds Totaal
22,367 0,848 2,830 * 1,546 * 0,434 * 28,025
92
Salariskosten eigen personeel regulier in relatie tot kosten extern personeel regulier (in € mln) Onderschrijding loonkosten eigen personeel Overschrijding loonkosten extern personeel Saldo overschrijding
13,351 22,367 9,016
Ten tijde van de opmaak van de begroting 2007 werd een reorganisatie voorzien. Dit is de reden waarom slechts € 100.000 voor externe personeelskosten in de begroting 2007 werd opgenomen. Mede door natuurlijk verloop van eigen medewerkers ontstond er personele ruimte welke ingevuld werd met tijdelijk en extern personeel, mede om zodoende een flexschil te creëren. Voor het inhuren van externe medewerkers rekenen we met een opslagpercentage van 30% op eigen loonkosten. Over € 13,351 mln onderschrijding eigen personeelskosten betekent dat (in € mln): Opslag op de onderschrijding eigen personeelskosten
4,005
Verder zijn er niet in de begroting opgenomen loonkosten doorgefactureerd zoals toegelicht bij Overige baten Baten personeelskosten Baten arbeidsadviseurs Totaal doorgefactureerd
2,104 2,010 4,114
Totaal meerkosten en doorgefactureerd
8,119
Het resterende verschil van € 0,897 mln moet mede gezien worden in relatie tot de innovatietaken welke vanuit regulier budget gefinancierd moesten worden. Overige personeelskosten De overige personeelskosten zijn € 3,7 mln hoger dan de begroting. Dit heeft per saldo voor € 2,1 mln te maken met een voorziening voor arbeidsrechtelijke procedures en voor € 0,9 mln. met persoonsgebonden opleidingsbudgetten. Ook zijn reguliere opleidingen t.b.v. vestigingsmanagers en t.b.v. CWIS in 2007 uitgebreid. In 2006 werd onder deze categorie € 13,7 mln reorganisatiekosten gerubriceerd. Het verschil tussen de realisatie en begroting 2007 valt als volgt te verdelen (in € mln): regulier Wsw-taken regulier additioneel DKD bestemmingsfonds Totaal
3,676 -0,152 0,005 * 0,002 * 0,176 * 3,707
93
Raad van bestuur De Raad van bestuur bestaat uit drie leden en één voorzitter. De individuele bezoldiging is als volgt: 2007 2006 R. de Groot (voorzitter) € 173.053 € 178.384 € 149.293 € 154.845 J.C.J.M. Berben € 166.217 € 161.528 C. Franke € 162.712 € 162.568 A.M. Timmermans Totaal € 651.275 € 657.325 Verschillen tussen leden van de Raad van bestuur worden onder andere veroorzaakt door het al dan niet voor privé-gebruik aanwenden van een lease-auto.
Raad van advies De Raad van advies bestaat uit vier leden en één voorzitter. De individuele bezoldiging is als volgt: 2007 2006 J.F. Buurmeijer (voorzitter) € 14.483 € 14.340 € 2.077 € 11.712 Mr.drs. J.C. de Jager M.J. van Lente € 12.184 € 11.712 € 12.184 € 11.712 A.L. Martens Dr. R.L. Vreeman € 12.184 € 11.712 Totaal € 53.112 € 61.188 De benoeming van de heer De Jager is geëindigd op 21 februari 2007.
94
WOPT In het kader van de Wet openbaarmaking uit publieke gelden gefinancierde topinkomens (WOPT) zijn er de volgende meldingen inzake:
Artikel 6.1 (belastbaar loon en voorziening beloning betaalbaar op termijn) Functie voorzitter Raad van bestuur** belastbaar loon voorziening beloning betaalbaar op termijn Totaal
2007
2006
€ 137.178
€ 138.335
€ 33.875
€ 40.621
€ 171.053
€ 178.956
Duur dienstverband 6 jaar (2001- heden)
Toelichting: beloning conform rechtspositieregeling voorzitter Raad van bestuur CWI.
Artikel 6.2 (uitkeringen in verband met beëindiging dienstverband) Functie beleidsmedewerker arbeidsmarkt
2007 € 302.352
2006 -
Duur dienstverband 37 jaar (1970 - 2007)
(voorheen: administratief medewerker, arbeidsbemiddelaar, jeugdconsulent, plv. chef, plv. sectorhoofd, sectorhoofd, directeur, sectoradviseur)
beleidsmedewerker arbeidsmarkt
€ 251.681
-
32 jaar (1975 - 2007)
(voorheen: arbeidsbemiddelaar, directeur Arbeidsbureau, hoofd algemene Arbeidsvoorziening, waarnemend directeur, hoofd personeelsvoorziening, adviseur communicatie en PR, regionaal communicatieadviseur)
adviseur Werk en Inkomen***
-
€ 216.006
34 jaar (1972 - 2006)
(voorheen: administratief medewerker, adjunct bemiddelaar, jeugdconsulent, beroepen voorlichter, senior beroepen voorlichter)
Toelichting: de meldingen inzake artikel 6.2 betreffen allen financiële regelingen conform het sociaal plan ten gevolge van reorganisatie.
**) Het voor het jaar 2006 genoemde bedrag bij de voorzitter van de Raad van bestuur in het kader van WOPT wijkt af van de bezoldiging zoals genoemd onder 'Raad van bestuur'. Deze afwijking wordt veroorzaakt door kleinere inhoudingen op het uitbetaalde loon die wel van invloed zijn op de bestuurskosten, maar niet vallen onder de elementen die volgens de WOPT-voorschriften worden meegenomen. ***) In tegenstelling tot in de jaarrekening 2006 betreft dit bedrag alleen de beëindigingsuitkering en niet het belastbaar loon.
95
Overige bedrijfskosten Realisatie 2007 EUR
Begroting 2007 EUR
Realisatie 2006 EUR
Afschrijvingskosten
10.565.985
15.400.000
9.162.355
Huisvestingskosten
46.257.540
49.900.000
45.247.741
Automatiseringskosten
56.875.259
36.500.000
46.799.801
Kantoorkosten
8.551.712
6.500.000
8.976.500
Vervoerskosten
6.183.053
5.900.000
6.045.387
27.795.889
40.811.457
28.944.770
156.229.438
155.011.457
145.176.554
Overige beheerskosten
Totaal overige bedrijfskosten
Afschrijvingskosten De begrote afschrijvingskosten zijn gebaseerd op de geplande investeringen en de aanwezige activa. Gedurende 2007 zijn voor € 13,1 mln investeringen geactiveerd. De realisatie van de afschrijvingskosten ligt € 4,8 mln lager dan de begroting. De lagere afschrijving wordt veroorzaakt door temporisering bij de BVG vorming en met name door lagere ICT investeringen welke door een relatief korte afschrijvingstermijn een fors effect op de begrote afschrijvingkosten gehad zouden hebben. Wel is in de overige beheerskosten € 1,7 mln desinvestering verantwoord. Huisvestingskosten De gerealiseerde huisvestingskosten van € 46,3 mln liggen € 3,6 mln lager dan de begroting. De afwijking laat zich als volgt splitsen (in € mln): regulier Wsw-taken regulier additioneel DKD bestemmingsfonds Totaal
-3,746 0,000 0,046 * 0,000 * 0,057 * -3,643
Zoals reeds gemeld bij de afschrijvingskosten is de BVG-vorming getemporiseerd. Daardoor gaan nieuwe, veelal duurdere huurcontracten op A-locaties later in. Daarnaast is voor een bedrag van € 1,9 mln van de voorziening BVG vrijgevallen. De onderhuurbaten zijn bij de baten opgenomen en toegelicht.
Automatiseringskosten De gerealiseerde automatiseringskosten zijn € 20,0 mln hoger dan de begroting. Per financieringsbron opgesplitst worden de volgende verschillen zichtbaar (in € mln): regulier Wsw-taken regulier additioneel DKD bestemmingsfonds Totaal
9,767 0,248 6,362 * 3,659 * 0,339 * 20,375
96
De overschrijding bij de reguliere taken is veroorzaakt door een vertraagde migratie van de verwerkingsinfrastructuur van Cap Gemini naar IBM, alsmede door de vertraagde uitrol van de kantoorautomatisering door ATOS Origin. Hierdoor ontstonden dubbele kosten. In de jaarrekening 2006 werd al aangegeven dat een deel van geplande innovatietaken door deze vertragingen pas in 2007 uitgevoerd zouden worden. In de toelichting op de projecten regulier additioneel wordt een effect op het resultaat van € 6,5 mln zichtbaar. Daarenboven zijn in 2007 veel licentiekosten in de kosten verantwoord. Vooruitlopend op de vorming van het nieuwe werkbedrijf en de samenwerking met ketenpartners zijn deze licenties aangeschaft. Het gaat om Siebel en Oracle licenties ten behoeve van Sonar tot een bedrag van ongeveer € 8,7 mln. Conform de waarderingsgrondslagen van CWI zijn deze licenties niet geactiveerd.
Kantoorkosten De kantoorkosten zijn in totaliteit € 2,1 mln hoger dan de begroting. Dit valt als volgt te splitsen (in € mln): regulier Wsw-taken regulier additioneel DKD bestemmingsfonds Totaal
1,936 0,074 0,007 * 0,012 * 0,023 * 2,052
De reguliere kantoorkosten komen in 2007 uit op € 8,0 mln. In 2006 bedroegen deze kosten € 8,5 mln. De begroting voor 2007 blijkt met € 6,5 mln te beperkt geraamd.
Vervoerskosten De vervoerskosten zijn € 0,3 mln hoger dan begroot en de afwijking kan als volgt worden gespecificeerd (in € mln): regulier Wsw-taken regulier additioneel DKD bestemmingsfonds Totaal
0,327 -0,112 0,009 * 0,000 * 0,059 * 0,283
Overige beheerskosten De overige beheerskosten zijn € 13,0 mln lager dan begroot. Deze afwijking is als volgt te specificeren (in € mln): regulier Wsw-taken regulier additioneel DKD bestemmingsfonds Totaal
2,474 -2,044 -6,874 * -4,770 * -1,801 * -13,015
Bij de afschrijvingskosten is al aangegeven dat in deze categorie € 1,7 mln desinvesteringskosten zijn verantwoord. Een lager WSW volume dan geraamd heeft geleid tot lagere kosten van Arbo-Unie. De onderschrijdingen bij 'regulier additioneel', 'DKD' en 'bestemmingsfonds' wordt veroorzaakt door - zoals ook al aangegeven bij de algemene toelichting - opname van het gehele budget voor deze categorieën onder 'overige beheerskosten'. Hierin zijn ook geoormerkte middelen opgenomen welke voor € 4,0 mln. in 2007 nog niet besteed zijn en via het resultaat voor bestedingsgoedkeuring in 2008 worden voorgesteld.
97
Tabel: Afwijkingen begroting versus realisatie 2007 De opbouw van de diverse afwijkingen is hieronder samengevat weergegeven: REALISATIE 2007 Regulier DKD additioneel
in euro's Jaarplan regulier
Wsw
Bestemmingsfonds Projecten
Totaal
180.482.549 22.466.901 15.721.104 218.670.554
11.480.024 848.097 202.982 12.531.103
155.982 2.830.378 4.764 2.991.124
96.264 1.545.898 2.039 1.644.201
247.111 434.135 175.913 857.159
192.461.930 28.125.409 16.106.802 236.694.141
Totaal overige bedrijfskosten
10.565.985 43.991.162 44.361.128 8.041.596 5.865.356 19.422.411 132.247.638
2.163.000 2.153.695 468.494 249.736 6.607.914 11.642.839
46.285 6.362.338 6.600 8.920 948.873 7.373.016
3.658.934 11.989 -174 28.798 3.699.547
57.093 339.164 23.032 59.216 787.893 1.266.398
10.565.985 46.257.540 56.875.259 8.551.712 6.183.053 27.795.889 156.229.438
Subtotaal Lasten
350.918.192
24.173.942
10.364.140
5.343.748
2.123.557
392.923.579
Loonkosten eigen personeel Kosten extern personeel Overige personeelskosten Totaal personeelskosten Afschrijvingskosten Huisvestingskosten Automatiseringskosten Kantoorkosten Vervoerskosten Overige beheerskosten
Financiële baten en lasten TOTAAL LASTEN
-3.960.572 346.957.620
24.173.942
10.364.140
5.343.748
BEGROTING 2007 Regulier DKD additioneel
in euro's Jaarplan regulier
-
Wsw 14.166.198 355.463 14.521.661
Totaal overige bedrijfskosten
15.400.000 47.737.000 34.593.955 6.105.085 5.538.118 16.947.503 126.321.661
2.163.000 1.906.045 394.915 361.882 8.652.497 13.478.339
7.823.089 7.823.089
4.798.981 4.798.981
Subtotaal Lasten
332.300.000
28.000.000
7.823.089
4.798.981
Kosten extern personeel Overige personeelskosten Totaal personeelskosten Afschrijvingskosten Huisvestingskosten Automatiseringskosten Kantoorkosten Vervoerskosten Overige beheerskosten
-
Financiële baten en lasten TOTAAL LASTEN
332.300.000
in euro's Jaarplan regulier Loonkosten eigen personeel Kosten extern personeel Overige personeelskosten Totaal personeelskosten Afschrijvingskosten Huisvestingskosten Automatiseringskosten Kantoorkosten Vervoerskosten Overige beheerskosten Totaal overige bedrijfskosten Subtotaal Lasten Financiële baten en lasten TOTAAL LASTEN
28.000.000
-
7.823.089
2.123.557
Bestemmingsfonds Projecten
193.833.802 100.000 12.044.537 205.978.339
Loonkosten eigen personeel
-
-
4.798.981
2.589.387 2.589.387
-3.960.572 388.963.007
Totaal 208.000.000 100.000 12.400.000 220.500.000 15.400.000 49.900.000 36.500.000 6.500.000 5.900.000 40.811.457 155.011.457
-
-
2.589.387
AFWIJKING REALISATIE 2007 MINUS BEGROTING 2007 Wsw DKD Regulier Bestemmingsadditioneel fonds Projecten
375.511.457
Totaal
-13.351.253 22.366.901 3.676.567 12.692.215
-2.686.174 848.097 -152.481 -1.990.558
155.982 2.830.378 4.764 2.991.124
96.264 1.545.898 2.039 1.644.201
247.111 434.135 175.913 857.159
-15.538.070 28.025.409 3.706.802 16.194.141
-4.834.015 -3.745.838 9.767.173 1.936.511 327.238 2.474.908 5.925.977
247.650 73.579 -112.146 -2.044.583 -1.835.500
46.285 6.362.338 6.600 8.920 -6.874.216 -450.073
3.658.934 11.989 -174 -4.770.183 -1.099.433
57.093 339.164 23.032 59.216 -1.801.494 -1.322.989
-4.834.015 -3.642.460 20.375.259 2.051.712 283.053 -13.015.568 1.217.981
18.618.192
-3.826.058
2.541.051
544.768
-465.830
17.412.122
-3.960.572 14.657.620
-3.826.058
2.541.051
544.768
-465.830
-3.960.572 13.451.550
Het DKD ketenbudget kent voor iedere ketenpartner diverse goedgekeurde werkplannen; voor zover overschrijdingen op de hierbij behorende budgetten plaatsvinden nemen de partners deze voor eigen rekening. Verschuiven van budget binnen de aan de betreffende ketenpartner toebedeelde projecten is daarbij niet toegestaan.
98
Financiële baten en lasten Realisatie 2007 EUR
Begroting 2007 EUR
Realisatie 2006 EUR
Financiële baten
3.960.879
-
2.360.081
Financiële lasten
-307
-
-468
3.960.572
-
2.359.613
Saldo financiële baten en lasten
De financiële baten betreffen de renteopbrengsten uit deposito's bij het ministerie van Financiën. De toename in 2007 ten opzichte van 2006 is het gevolg van hogere rente percentages in combinatie met een stabiel hoge bankstand.
Onttrekking bestemmingsfondsen Realisatie 2007 EUR
Onttrekking bestemmingsfonds uitvoering Onttrekking bestemmingsfonds projecten regulier
Totaal onttrekking bestemmingsfondsen
-
Begroting 2007 EUR -
Realisatie 2006 EUR 7.897.957
2.589.387
2.589.387
1.416.875
2.589.387
2.589.387
9.314.832
In 2007 heeft CWI het resterend saldo in het bestemmingsfonds uitvoering teruggestort aan het ministerie van SZW. Onttrekking uit dit fonds was derhalve niet mogelijk. De onttrekking uit het bestemmingsfonds projecten regulier betreft het voor 2007 door het ministerie van SZW vrijgegeven deel van het bestemmingsfonds 2006. Zie voor de besteding 'Toelichting op de baten en lasten per financieringsbron'.
99
Overige toelichtingen Toelichting op de uitvoeringskosten in euro's
Totaal
Juridische Zaken
Uitvoering Districten
CWI Overig
LASTEN Loon eigen personeel Loon extern personeel Overige personeelskosten Totaal personeelskosten
192.461.930 28.125.409 16.106.802 236.694.141
10.673.545 833.718 201.727 11.708.990
159.371.991 15.933.311 4.218.089 179.523.391
22.416.393 11.358.380 11.686.986 45.461.759
Afschrijvingskosten Huisvestingskosten Automatiseringskosten Kantoorkosten Vervoerskosten Overige beheerskosten Totaal overige bedrijfskosten
10.565.985 46.257.540 56.875.259 8.551.712 6.183.053 27.795.889 156.229.438
1.640.474 608.075 584.293 334.725 585.457 3.753.025
41.589.171 9.489.496 5.932.137 4.333.042 6.517.801 67.861.646
10.565.985 3.027.895 46.777.687 2.035.282 1.515.286 20.692.631 84.614.767
392.923.579
15.462.015
247.385.038
130.076.526
TOTAAL LASTEN
Toerekening van budgetten geschiedt op basis van verwachte klantstromen vermenigvuldigd met de prijs van een productgroep. Deze prijs is tot stand gekomen door middel van ervaringscijfers op het gebied van productmix en financiële gegevens van voorgaande jaren. Daarnaast is er een vergoeding voor de staf en overige indirecte zaken. Bij de budgetverdeling wordt voor een deel ook uitgegaan van werkelijke kosten, zodat er bijvoorbeeld geen onredelijke verschillen ontstaan tussen districten (bijvoorbeeld hoge huurprijzen in het westen van het land en districten met hoge salariskosten door een hoge leeftijdsopbouw). Op basis van deze budgetverdeling worden de baten gedurende het jaar lump sum toegekend. De werkelijke kosten worden zoveel mogelijk direct toegerekend aan het betreffende bedrijfsonderdeel, waardoor een zuiver inzicht in de kosten ontstaat.
Juridische Zaken In de juridische kolom worden diverse wettelijke taken uitgevoerd. Het grootste aandeel van de werkzaamheden betreffen de afwikkeling van ontslagvergunningen en de tewerkstellingsvergunningen. In het kader van het voorkomen van belangenverstrengeling is de juridische kolom gescheiden van de uitvoeringstaken ten behoeve van cliënten bij de Centra voor werk en inkomen. Het stafkantoor van Juridische zaken te Zoetermeer is onder de juridische kolom verantwoord. Uitvoering Districten De uitvoeringstaken bij CWI bestaan onder meer uit het begeleiden en stimuleren van de cliënt bij het vinden van een nieuwe baan (werk), alsmede uit het uitvoeren van de uitkeringsintake (inkomen) en met ingang van 2005 ook de Wsw-(her)indicatiestellingen. Tevens verricht CWI diensten ten behoeve van werkgevers, waaronder het vervullen van vacatures. Bij de kosten in deze kolom zijn de staffuncties en districtskantoren inbegrepen. Tevens zijn de kosten voor telefonische dienstverlening (CWI Service) in de uitvoeringskosten opgenomen. CWI Overig De categorie CWI Overig omvat de lasten van CWI-hoofdkantoor te Amsterdam en het archief te Zoetermeer. Tevens is het overgrote deel van de reguliere additionele projecten en bestemmingsfondsprojecten in deze kolom verantwoord.
100
Toelichting op de baten en lasten per financieringsbron in euro's
Uitvoering Regulier
Wsw Project
Regulier Add. DKD Projecten Project
Bestemmingsfonds Projecten
Totaal
BATEN Rijksbijdrage regulier
324.000.000
Rijksbijdrage projecten Totaal rijksbijdrage incidenteel Baten onderhuur & faciliteiten Overige baten Totaal overige baten TOTAAL BATEN
12.536.613 16.778.968 29.315.581
28.000.000 -
7.823.089 7.823.089 -
4.798.981 4.798.981 -
-
352.000.000
-
12.622.070 12.622.070
-
12.536.613 16.778.968 29.315.581
-
393.937.651
353.315.581
28.000.000
7.823.089
4.798.981
Loonkosten eigen personeel Kosten extern personeel Overige personeelskosten Totaal personeelskosten
180.482.548 22.466.902 15.721.103 218.670.554
11.480.024 848.096 202.982 12.531.102
155.982 2.830.378 4.764 2.991.124
96.264 1.545.898 2.039 1.644.201
247.111 434.135 175.913 857.159
192.461.930 28.125.409 16.106.802 236.694.141
Afschrijvingskosten Huisvestingskosten Automatiseringskosten Kantoorkosten Vervoerskosten Overige beheerskosten Totaal overige bedrijfskosten
10.565.985 43.991.162 44.361.128 8.041.596 5.865.355 19.422.412 132.247.639
2.163.000 2.153.695 468.494 249.736 6.607.913 11.642.839
46.285 6.362.338 6.600 8.920 948.873 7.373.016
3.658.934 11.989 -174 28.798 3.699.547
57.093 339.164 23.032 59.216 787.893 1.266.398
10.565.985 46.257.540 56.875.259 8.551.712 6.183.053 27.795.889 156.229.438
TOTAAL LASTEN
350.918.193
24.173.941
10.364.140
5.343.748
2.123.557
392.923.579
SALDO BATEN EN LASTEN
2.397.388
3.826.059
-2.541.051
-544.767
-2.123.557
1.014.072
LASTEN
(exclusief financiële baten en lasten)
Financiële baten en lasten
SALDO BATEN EN LASTEN
3.960.572
-
6.357.960
3.826.059
-5.370.293
-3.826.059
-
-
-
-2.541.051
-544.767
-2.123.557
6.528.027
544.767
2.123.557
3.960.572
4.974.644
(inclusief financiële baten en lasten)
Overboekingen SALDO BATEN EN LASTEN
987.667
-
3.986.977
-
-
4.974.644
Resultaatbestemming Onttrekking Bestemmingsfonds projecten Overboekingen Nog te bestemmen middelen SALDO BATEN EN LASTEN
-
-2.589.387
-
-
-
-2.589.387
-2.589.387
-
-
-
2.589.387
3.577.054
-
3.986.977
-
-
7.564.031
987.667
-
3.986.977
-
-
4.974.644
-
De onttrekking uit het bestemmingsfonds projecten regulier wordt verder toegelicht op projectniveau bij 'Toelichting op de reguliere bestemmingsfondsprojecten'. Het resultaat bij regulier additionele projecten van € 4,0 mln wordt voor herbestemming voorgesteld voor besteding in 2008. Het gaat hierbij om een tweetal projecten, te weten Burger Service Nummer (BSN) en Nederlandse Handelregisterwet (NHR). Deze projecten worden in 2008 afgerond. Het overboekingsbedrag in deze kolom van € 6,5 mln wordt nader toegelicht bij de automatiseringskosten.
101
Toelichting op de projecten regulier additioneel Bijgaand overzicht geeft alleen inzicht in de financiële aspecten van de betreffende reguliere additionele projecten. Deze tabel geeft tevens nader inzicht in het verloop van de balanspositie 'Schuld aan ministerie van SZW'. Projecten regulier additioneel
in euro's Beginsaldo
Herbestemming
Budget 2007
Project kosten 2007
Naam CWI Service Project TABEE Burger Service Nummer (BSN)* Handelsregisterwet (NHR)* KAM (KA Migratie) Consolidatie Verwerking Infrastructuur Doorontwikkeling Europees CV ZZ-Top en Life Skills Voorbereiding WIA Indicatiepaspoort Herinrichting Werk.nl Digitaal Klantdossier (DKD) Subtotaal voor CWI Ter beschikking van SZW DKD uit 2006 Correctie DKD 2006
849.048 617.000 1.195.720 3.000.000 541.000 705.000 11.201 40.684 -5.563 243.000 626.000 6.000.000
-6.000.000
849.048 617.000 1.195.720 3.000.000 541.000 705.000 11.201 40.684 -5.563 243.000 626.000 -
2.368.726 704.086 87.083 121.661 1.112.596 1.829.976 27.170 4.112.844 -
849.048 617.000 1.195.720 3.000.000 541.000 705.000 11.201 40.684 -5.563 243.000 626.000 -
1.519.678 87.086 571.596 1.124.976 -11.201 -40.684 5.563 -215.830 3.486.844 -
13.823.090
-6.000.000
7.823.090
10.364.140
7.823.090
6.528.027
1.100.033 -
174.163
Herbestemmimg DKD ketenbreed uit 2006 Voorschotten DKD 2007 Nog te betalen ivm declaraties Saldo mutaties balans DKD 2007 Totaal regulier additioneel
Onttrekking aan Mutatie t.l.v. Regulier Schuld aan ministerie van exploitatie saldo SZW
-
6.000.000 -
6.000.000 28.500.000 -
-
-
-
6.000.000 20.309.953 1.320.472
Doorschuif 2008 Balans
1.100.033 174.163
6.869.575
14.923.123
174.163
42.323.090
10.364.140
35.453.515
6.528.027
8.143.771
*) Hoewel de onderbesteding van deze projecten als resultaat 2007 wordt verantwoord, lopen zij door in 2008. Om deze reden wordt voor € 4 mln herbestemming van het resultaat gevraagd bij het ministerie van SZW voor besteding in 2008. Toelichting op de reguliere bestemmingsfondsprojecten Bijgaand overzicht geeft alleen inzicht in de financiële aspecten van de betreffende projecten van het reguliere bestemmingsfonds. Projecten regulier bestemmingsfonds
in euro's Beginsaldo
Herbestemming
Budget 2007
Project kosten 2007
Naam
Onttrekking Mutatie t.l.v. bestemmingsRegulier fonds projecten exploitatie saldo regulier
Doorschuif 2008 Balans
bf1
Doelgroepenbeleid
-37.817
37.817
-
-
-
-
bf6
Valideren normtijden dienstverlening
-19.876
19.876
-
-
-
-
-
bf14
PVA Jongactief
321.960
-321.960
-
-
-
-
-
Jong Actief 2007
939.427
321.960
-3.721
3.721
1.261.387
1.214.647
1.261.387
-46.741
-
-
bf15
Communicatieplan Vacature Offensief
bf17
Drempelslechting
307.616
-307.616
-
bf19
Zelfstandigen zonder Personeel
-17.459
17.459
-
4.165
-
4.165
-
-
1.286
-
1.286
-
-
Wet samen
-
Groepsgewijze bemiddelingsaanpak ZZ-top
-
110.000
110.000
Strategisch Bewegen op de Arbeidsmarkt (SBA)
-
120.000
120.000
Aanvullende activiteiten 2007 aanpak jeugdwerkloosheid
-
400.000
400.000
Talent 45+
-
442.000
442.000
Arrangementenbank
-
256.000
256.000
1.490.131
1.099.257
2.589.387
2.123.557
2.237.317
-1.099.257
Subtotaal Ter beschikking van SZW Totaal regulier bestemmingsfonds
3.727.448
-
-
-
2.589.387
71.143
-
-
-
-
-
110.000
-38.857
-
120.000
-120.000
-
400.000
-251.756
-
138.722
442.000
-303.278
-
545.351
256.000
289.351 -
-
2.589.387
-465.830
-
148.244
2.123.557
2.589.387
-465.830
1.138.061 1.138.061
102
Toelichting op het programma Digitaal Klantdossier 2007 In onderstaande financiële overzichten is de realisatie van CP-ICT op € 0 gezet, wegens het ontbreken van een definitieve declaratie. Deze declaratie inclusief accountantsverklaring wordt naar verwachting na medio maart 2008 opgeleverd. Realisatie DKD 2007 Globaal kan worden gesteld dat het merendeel van de in het Werkplan DKD 2007 beschreven activiteiten en projecten conform plan is uitgevoerd. De uitzonderingen hierop zijn een aantal projecten die hun resultaten later dan gepland, maar wel in 2007 hebben opgeleverd en een aantal projecten waarvan (een deel van) de resultaten in de tijd zijn verschoven naar 2008. In een enkel geval is besloten tot het laten vervallen van geplande resultaten. Daartegenover staat dat er een aantal extra projecten / activiteiten is uitgevoerd. Per saldo is er sprake van een onderuitputting van € 22,6 mln ten opzichte van het middels het Werkplan 2007 aangevraagde en toegekende budget van € 34,5 mln. Het aangevraagde budget is door SZW in 2 delen beschikt; te weten een beschikking van € 12,5 mln bovenop een kasschuif van € 6 mln en een beschikking van € 16 mln. Op basis van de goedgekeurde einddeclaraties van BKWI, CWI en UWV is in totaal in 2007 een onderuitputting opgetreden van € 2,6 mln. Onderstaand is zowel op clusterniveau als per ketenpartner de financiële status van DKD eind 2007 nader uitgesplitst. Het overzicht sluit aan op de weergave zoals gehanteerd in de DKD voortgangsrapportages en de CWI kwartaalrapportages. Weergegeven zijn: budget uit het werkplan 2007, feitelijke geaccordeerde budgetten (basis voor declaraties), de feitelijke realisatie, de onderuitputting ten opzicht van beide budgetten. Programma Digitaal Klantdossier 2007
Budget conform geaccordeerd Werkplan 2007
Budget conform Totale realisatie 2007 geaccordeerd Plan van Aanpak (incl. geaccordeerde wijzigingen)
Verschil totale realisatie - budget werkplan 2007
Verschil totale realisatie - kosten conform geaccordeerd Plan van Aanpak
Totaal CWI
2.617.320
5.863.993
4.798.981
-1.065.013
2.181.661
Totaal UWV
5.405.944
4.698.011
3.761.739
-936.272
-1.644.205 -19.600.000
Totaal CP-ICT
19.600.000
19.962.020
-
-19.962.020
Totaal BKWI
2.410.000
4.489.423
3.389.704
-1.099.719
979.704
Totaal Keten
4.500.000
-
-
-
-4.500.000
34.533.264
35.013.448
11.950.425
-23.063.023
-22.582.841
A. Implementatie DKD 2006
16.833.264
17.059.264
1.207.605
-15.851.659
-15.625.659
B. Ketenbrede klantdiensten
6.800.000
5.474.335
3.330.869
-2.143.465
-3.469.131
C. Functionaliteiten voor de professional
1.075.000
1.564.550
1.067.774
-496.776
-7.226
E. Ontsluiten van nieuwe gegevensbronnen
2.950.000
2.945.761
2.058.059
-887.703
-891.942
G. Aanpassen ketenservices en infrastructuur
550.000
904.550
451.645
-452.905
-98.355
H. Voorbereiden structureel beheer
525.000
736.583
545.412
-191.171
20.412
I. Visie DKD 2008 en Werkplan 2008
100.000
-
-
-
-100.000
Totaal ketenpartners
Programma-organisatie Totaal activiteiten
5.700.000
6.328.405
3.289.060
-3.039.344
-2.410.940
34.533.264
35.013.448
11.950.425
-23.063.023
-22.582.841
N.B. De verdeling van het budget voor de activiteiten van CP-ICT conform geaccordeerd Plan van Aanpak kan nog wijzigen. Het totale budget voor CP-ICT van € 20 mln zal niet wijzigen.
103
Onderstaande tabel bevat een gedetailleerde weergave van de financiële eindverantwoording van het DKD-programma 2007, per betrokken ketenpartner. Projecten Digitaal Klantdossier
Code
Projecten
A
A. Implementatie DKD 2006
A.2
Implementatie CWI, UWV, Gemeenten
A.3
Monitoring gegevenskwaliteit
B
B. Ketenbrede klantdiensten
B.1 B.2 B.3
Doorontwikkelen E-intake CWI
B.4
Ontsluiten webdiensten door UWV, CWI en CP-ICT
B.5
Opnemen webfuncties UWV in DKD-portaal
B.6
DKD management informatie
B.7
Intake ww-vervolg
Budget 2007
Realisatie 2007
Budget conform geaccordeerd werkplan Herverdeling 2007 budget
CWI
BKWI 341.708
552.595
-
1.207.605
16.733.264
17.059.264
313.302
341.708
552.595
-
1.207.605
100.000
-
2.487.563
Landelijk portaal doorontwikkelen
1.900.000
1.723.000
1.706.288
Stimuleren 457 gemeenteportalen door CP-ICT
1.500.000
1.700.000
200.000
38.452
37.500
600.000
209.214
203.148
1.000.000
781.380
C. Functionaliteiten voor de professional
C.1
Onderzoek en pilots basale klantvolgfuncties en ontsluiten statusinfo
C.2
3c Aanpassen UWV applicaties: Ketentest en oplevering 3a Aanpassen E-intake en Sonar
Totaal
313.302
5.474.335
Software licenties DKD Portal
CP-ICT
17.059.264
6.800.000
C
UWV
16.833.264
100.000 1.500.000 1.075.000
477.289
-
-
843.306
-
-
-
3.330.869 1.706.288
-
-
-
-
-
-
-
-
-
37.500
-
203.148
-
553.486
-
-
-
-
-
-
-
553.486 289.820
-
-
289.820
545.000
540.628
-
-
540.628
1.564.550
574.390
-
493.384
-
1.067.774
-
1.000.000
800.000
-
332.681
-
332.681
75.000
711.000
520.840
-
160.703
-
681.543
53.550
53.550
-
2.950.000
2.945.761
873.260
500.000
-
-
974.431
-
53.550
-
2.058.059 210.368
E
E. Ontsluiten van nieuwe gegevensbronnen
E.1
Aansluiten 5 nieuwe bronnen
600.000
E.2
Ontsluiten ABS / werk.nl
400.000
E.3
Ontsluiten SONAR
E.4
Onderzoek nieuwe gebruikers DKD
100.000
50.000
-
-
E.5
2a Ontsluiten UWV gegevens: USZO ontsluiting en release, ketentest, afronden migratie KBS/CRV
800.000
994.500
-
-
942.563
E.6
5c BC Digitalisering: Doorloop BC in 2007
-
31.868
-
31.868
G
G. Aanpassen ketenservices en infrastructuur
803
-
451.645
1.000.000
1.351.261
873.260
50.000
50.000
-
550.000
904.550
-
G.1
Events & Triggers
200.000
44.800
-
G.3
Onderzoek granulariteit
100.000
28.339
-
G.4
Authenticatie, sso, digid
100.000
555.311
G.5
Verbeteren performance
100.000
109.050
-
G.6
7c Ketenbrede integratietest: Doorloop ketenbrede integratietest
50.000
149.050
-
Onderzoek openstellingstijd
-
18.000
-
-
210.368
-
-
-
-
-
-
-
-
-
210.368
450.842
-
-
873.260 942.563
-
-
17.059
-
-
17.059
290.845
-
-
290.845
803
-
803
-
-
142.938
-
142.938 -
-
-
-
-
525.000
736.583
76.790
432.240
36.382
-
545.412
Beheervoorziening DKD realiseren
400.000
465.893
42.666
325.086
2.952
-
370.704
Helpdeskfunctie DKD
100.000
245.690
34.124
107.154
8.100
-
149.378
25.000
25.000
25.330
-
25.330
H
H. Voorbereiden structureel beheer
H.1 H.2 H.3
6d Privacy & Beveiliging: Doorloop onderzoek in 2007
I
I. Visie DKD 2008 en Werkplan 2008
I.1
Werkplan DKD 2008 Programmaorganisatie Programma-organisatie Totaal
-
-
100.000
-
-
-
-
-
-
100.000
-
-
-
-
-
-
5.700.000
6.328.405
473.677
1.954.546
860.838
-
5.700.000
6.328.405
473.677
1.954.546
860.838
-
3.289.061 3.289.061
34.533.264
35.013.448
4.798.981
3.389.704
3.761.740
-
11.950.425
104
Feitelijk geaccordeerd budget binnen het DKD programma De budgetten uit het werkplan 2007 zijn in de loop van 2007 omgezet naar werkelijk geaccordeerde budgetten op basis van ingediende plannen van aanpak (PvA) en wijzigingsverzoeken. Die wijzigingsverzoeken zijn gedeeltijk voortgekomen uit de afhandeling van financiële tegenvallers waarmee het DKD geconfronteerd werd. Tevens zijn er in de zomer besluiten genomen over scope verandering van een aantal projecten en is gebleken dat er ook sprake was van financiele meevallers. Ook die wijzigingen zijn middels wijzigingsverzoeken verwerkt in het werkelijk geaccordeerde budget. In onderstaand overzicht is per cluster opgenomen waar het verschil tussen werkplan budget en budget conform Geaccordeerd PvA door te verklaren is. Programma Digitaal Klantdossier 2007
Budget conform geaccordeerd Werkplan 2007
Budget conform verschil tussen Verklaring verschil Werkplan en PvA geaccordeerd Plan van Aanpak (incl. geaccordeerde wijzigingen)
A. Implementatie DKD 2006
16.833.264
17.059.264
B. Ketenbrede klantdiensten
6.800.000
5.474.335
-1.325.665 + extra budget t.b.v. ABP CIS in het kader van financiële tegenvallers - overhevelen budget naar cl G autorisatiematrix - n.a.v. meevallers / herprioritering budgetvermindering in diverse projecten - overhevelen budget BKWI naar cluster G i.v.m. tegenvaller - minder budget door PvAs die nog niet het volledige budget bevatten + extra budget t.b.v. Oracle licenties n.a.v. tegenvallers
C. Functionaliteiten voor de professional
1.075.000
1.564.550
489.550 + toekenning extra budget voor 3C o.b.v. afspraak dat bij onderuitputting DKD budget beschikbaar is - vermindering budget i.v.m. vrijgeven budget n.a.v. herprioritering clustermanagement, Klantbeeld, KVS + extra budget i.v.m. toevoegen project 3A aan cluster C
E. Ontsluiten van nieuwe gegevensbronnen
2.950.000
2.945.761
G. Aanpassen ketenservices en infrastructuur
550.000
904.550
354.550 + extra budget t.b.v. autorisatiematrix + extra budget t.b.v. release management i.v.m. financiële tegenvallers + extra budget t.b.v. Architectuur i.v.m. financiële tegenvallers
H. Voorbereiden structureel beheer
525.000
736.583
211.583 + extra budget i.h.k.v. tegenvallers - vermindering budget wegens dubbele opname in stafbureau CP-ICT
I. Visie DKD 2008 en Werkplan 2008
100.000
Programma-organisatie
Totaal activiteiten
-
5.700.000
6.328.405
34.533.264
35.013.448
226.000 + extra budget i.v.m. extra / nieuwe overkoepelende activiteiten - overdracht budget naar PB in kader van medewerker wissel
-4.239 - vermindering budget i.v.m.. vrijgeven budget n.a.v. meevallers / herprioritering + extra budget i.v.m. financiële tegenvallers 2C + extra budget i.v.m. financiële tegenvallers 2A
-100.000 - vermindering budget i.h.k.v meevallers / herprioritering: Werkplan 2008 is vervallen 628.405 + extra budget programmabureau voor medewerkerwissel + extra budget t.b.v. extra activiteiten batenonderzoek EU government award i.v.m. financiële tegenvallers + extra budget BKWI stafbureau i.v.m. financiële tegenvallers 480.184
In totaal is in 2007 € 34,5 mln beschikbaar gesteld aan DKD 2007. Na verwerking van diverse extra activiteiten (tegenvallers) en meevallers op geplande activiteiten, bleek het programma op een onderuitputting 2007 uit te komen.
105
Extra projecten/activiteiten & financiele tegenvallers Binnen het programma zijn in 2007 een aantal extra projecten/activiteiten ten opzichte van het Werkplan 2007 uitgevoerd die noodzakelijk waren voor het realiseren van de programmadoelen. Deze brachten een aantal financiële tegenvallers voor het DKD-programma met zich mee. Naast de bereidheid van de in DKD samenwerkende partijen om deze tegenvallers gedeeltelijk voor eigen rekening te nemen, is ook binnen het programma gezocht naar mogelijkheden om eventuele financiële problemen het hoofd te bieden. Binnen de verschillende projectclusters zijn de activiteiten zoals die voor 2007 gepland waren op nut, noodzaak en haalbaarheid getoetst. Dat heeft geleid tot financiële en inhoudelijke afspraken waardoor de dekking is gevonden in bijdragen van het DKD-programma en de in DKD deelnemende ketenpartners. Daarmee is voldaan aan de richtlijn van SZW om eventuele financiële tegenvallers op projectniveau binnen het programma DKD 2007 zelf op te lossen. De tegenvallers betreffen onderstaande elementen met daarbij genoemd de ketenpartner waar de tegenvaller feitelijk optreedt. Naam project/activiteit
Kolom
Naam project/activiteit
Kolom
2a: Ontsluiten UWV gegevens
UWV
Cluster H: Ketenbreed Beheer
Keten
2c: Ontsluiten SONAR
CWI
Privacy & Beveiliging
Keten
2c: Beheer ontsluiten SONAR
CWI
Stafbureau BKWI 2007
BKWI
3a: Aanpassen e-intake en SONAR
CWI
Batenonderzoek fase 1
Keten
3c: Aanpassen UWV applicaties en digitaal aanleveren WW gegevens aan UWV
CWI
Release mgt en KIT
Keten
UWV
Cluster A: Coordinatie implementatie
Keten
4: Exploitatie portal ABP-CIS
Keten
Cluster G: Architectuur inzet UWV
Software licenties DKD portal
Keten
E-government award en overige prijzen
UWV
Keten
Voor al deze tegenvallers is gezamenlijk overeengekomen in welke clusters de activiteiten worden opgenomen en welke budgetten beschikbaar gesteld worden. In de meeste gevallen bestaat de financiele afspraak uit een toekenning van een (gemaximeerd) budget vanuit het programma naast een eigen bijdrage vanuit de betreffende ketenpartner: de zogenaamde 50-50% regeling. Uitzondering betreft het project 3C waarvoor is afgesproken, dat indien er aan het einde van het jaar sprake zou zijn van afdoende onderuitputting deze kosten ten laste gebracht mogen worden van het DKD programma. Daarnaast zijn er binnen het programma extra activiteiten uitgevoerd die geabsorbeerd zijn in het budget (voornamelijk van het programmabureau en stafbureau’s). Het betreft: Uitvoeren Batenonderzoek Beantwoording Kamervragen Ketentoets Consequenties Portaalstrategie Aansluiten bij Persoonlijke Internet Pagina (PIP) en Toonkamerprincipe Planvorming 2008
106
Balans Onderstaande tabel bevat een weergave van de balanssaldi inzake het Digitaal Klantdossier, per betrokken ketenpartner. Balans CWI inzake Digitaal Klantdossier in euro's
CWI
Standen en mutaties Restant Correctie in 2007 Ontvangen in Beschikbare middelen Toegekende baten Toegekende baten -1 Totaal baten Voorschotten Nog te betalen/ontvangen Totaal onttrekking saldo
BKWI
UWV
CP-ICT*
7.100.033 174.163 28.500.000 35.774.196
Totaal
35.774.196 4.798.981 4.798.981
3.389.704 3.389.704
3.761.740 3.761.740
15.680.000 15.680.000
-4.798.981 -4.798.981
-3.128.000 -261.704 -3.389.704
-2.702.972 -1.058.768 -3.761.740
-15.680.000 -15.680.000
-26.309.953 -1.320.472 -27.630.425 8.143.771
*) De toegekende baten 2007 aan CP-ICT zijn vanwege het ontbreken van de definitieve declaratie voorlopig gelijk gesteld aan het verstrekte voorschot. De op de balans beschikbare middelen bedroegen in 2007 € 35,8 mln. Na de afsluiting van de jaarrekening 2006 in 2007 zijn een tweetal correcties doorgevoerd met een resultaat van € 174.163. Dit waren correcties in het kader van UWV-afrekening in de CWI-administratie en BTW-issue CP-ICT. De kosten voor 2007 voor BKWI, CWI en UWV zijn als toegekende baten verantwoord. Voor CP-ICT zijn de toegekende baten voorlopig gelijkgesteld aan de verstrekte voorschotten vanwege het ontbreken van de definitieve declaratie. De onttrekking aan de beschikbare middelen in 2007 bedraagt € 27,6 mln. In totaal is in 2007 € 26,3 mln als voorschot betaald en moet € 1,3 mln nog worden betaald aan de ketenpartners (BKWI en UWV). Er resteert eind 2007 een saldo van € 8,1 mln. Dit saldo bevat een bedrag van € 1.100.033 dat ter beschikking staat van het ministerie van SZW. Conform de van het ministerie van SZW ontvangen goedkeuringsbrief bij de jaarstukken CWI 2006 van 16 mei 2007 maakt dit bedrag geen deel uit van het DKD budget 2007. Daarnaast bevat het saldo ultimo 2007 het bedrag van de eerder genoemde correctie van € 174.163. Dit staat tevens ter beschikking aan het ministerie van SZW. Het DKD programma beoogt de onderuitputting over 2006 en 2007 in te zetten voor het afronden van DKD fase 1 in 2008. Hiertoe zal een onderbouwd verzoek voor de doorschuif van middelen bij het ministerie van SZW worden ingediend.
107
Ondertekening van de jaarrekening Amsterdam,
10 maart 2008
Bestuurders
Drs. R. de Groot voorzitter Raad van bestuur
Drs. C. Franke lid Raad van bestuur
Drs. J.C.J.M. Berben lid Raad van bestuur
A.M. Timmermans lid Raad van bestuur
108
Overige gegevens Voorstel nog te bestemmen middelen Na onttrekking uit het bestemmingsfonds projecten regulier resteert een bedrag van € 7.564.031 nog te bestemmen middelen. De Raad van bestuur CWI verzoekt het ministerie van SZW goedkeuring te verlenen voor de toevoeging van € 6.986.976 van dit bedrag aan het bestemmingsfonds projecten regulier. Het betreft de volgende projecten: MobiliteitsCentrum Thuiszorg ICT projecten Burger Service Nummer Nederlands HandelsRegister
€ € € € Totaal
1.000.000 2.000.000 1.108.637 2.878.339
€ 6.986.976
Tevens verzoekt de Raad van bestuur CWI het ministerie van SZW goedkeuring te verlenen voor de toevoeging van € 466.120 aan het bestemmingsfonds reorganisatie. Mits toestemming verkregen wordt, resteert na de bovengenoemde toevoegingen aan de respectievelijke bestemmingsfondsen nog € 110.935. Dit bedrag staat ter beschikking aan het ministerie van SZW.
109
Accountantsverklaring Aan de Raad van bestuur van de Centrale organisatie Werk en Inkomen
Accountantsverklaring Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit jaarverslag, op pagina 68 tot en met 109, opgenomen jaarrekening 2007, bestaande uit de balans per 31 december 2007 en de staat van baten en lasten over 2007 met de toelichting van de Centrale organisatie Werk en Inkomen (CWI) te Amsterdam gecontroleerd.
Verantwoordelijkheid van het bestuur De Raad van bestuur van CWI is op grond van artikel 49 van de wet Structuur Uitvoering Werk en Inkomen verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag beide in overeenstemming met de wet Structuur Uitvoering Werk en Inkomen en de Regeling SUWI. Tevens is het bestuur verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen tot stand moeten zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat en voor de financieel rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is, op grond van artikel 49, lid 4 van de wet Structuur Uitvoering Werk en Inkomen, het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht waaronder paragraaf 5.1B. Accountantscontrole van de Regeling SUWI. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controleinformatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat en voor de financieel rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn, maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van CWI. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die de Raad van bestuur van CWI heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening en van de aanvaardbaarheid van het gehanteerde referentiekader voor financiële rechtmatigheid.
110
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van CWI per 31 december 2007 en van het resultaat over 2007 in overeenstemming met de wet Structuur Uitvoering Werk en Inkomen en de Regeling SUWI. Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 5.10c lid 4 van de Regeling SUWI melden wij dat het jaarverslag van de Raad van bestuur, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Tevens is naar ons oordeel de rapportage over de financiële rechtmatigheid van de baten en lasten en balansmutaties over 2007 zoals opgenomen in de paragraaf Financiële rechtmatigheid in de mededeling over de bedrijfsvoering juist. Den Haag, 10 maart 2008 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
drs. A.E. Gerritsma RA
111
Bijlage A: Balanced Scorecard CWI 2007
112
Bijlage B: Economie en arbeidsmarkt in 2007 Economie draait op volle toeren in 2007 Er is in 2007 sprake van hoogconjunctuur in Nederland: de economie presteert goed. De economische groei in het derdekwartaal van 2007 van 4,2% - ten opzichte van een jaar geleden – is de hoogste in meer dan 7 jaar. Alle belangrijke componenten dragen bij: de consumptie van huishoudens, investeringen door ondernemingen, overheid en de uitvoer. 6,0 Groei BBP 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0
2007 1e kwartaal
2006 1e kwartaal
2004 1e kwartaal 2005 1e kwartaal
2003 1e kwartaal
2002 1e kwartaal
2000 1e kwartaal 2001 1e kwartaal
1999 1e kwartaal
1998 1e kwartaal
1997 1e kwartaal
-1,0 1995 1e kwartaal 1996 1e kwartaal
Deze hoge groei is ook mogelijk gemaakt doordat de gasproductie in het derde kwartaal hoger is dan vorig jaar. De bouwnijverheid, de groothandel en de uitzendbureaus doen het goed. De industrie draait iets minder florissant.
Voor geheel 2007 verwacht het Centraal Planbureau een economische groei van gemiddeld 3%. De groei in 2007 is daarmee duidelijk hoger dan het langjarig gemiddelde: de laatste drie decennia is de gemiddelde economische groei circa 2,4%. De hoge economische groei vertaalt zich in meer banen, meer arbeidsparticipatie en minder werkloosheid.
2007 juni
2006 juni
2005 juni
2004 juni
2003 juni
2002 juni
Consumentenvertrouwen
2001 juni
2000 juni
1999 juni
1998 juni
1997 juni
1996 juni
Consumentenvertrouwen sterk gedaald…… Het vertrouwen van 30 consumenten is in september scherp 20 gedaald. In de drie 10 maanden daarop volgend treedt geen 0 herstel op. Het -10 vertrouwen van -20 consumenten wordt mede beïnvloed door -30 het slechte nieuws -40 over de kredietcrisis in de Verenigde -50 Staten.
Het consumentenvertrouwen wordt door het CBS met een steekproefonderzoek bepaald. Er zijn drie onderdelen: het algemeen economisch klimaat, de eigen financiële situatie en de vraag of het een gunstige tijd is voor het doen van grote aankopen. Als het consumentenvertrouwen nul is (zie grafiek), dan betekent dit dat het aantal pessimisten en optimisten ongeveer even groot is Gewoonlijk wordt het vertrouwen van de consumenten als een belangrijke indicator gezien van de economische ontwikkeling. Zo zullen pessimistische
113
consumenten minder gaan uitgeven. Daardoor groeit de economie minder stevig. Voorlopig is een dergelijk effect niet zichtbaar. Zo groeit de consumptie ook in het derde kwartaal nog steeds behoorlijk. ….. Maar producenten blijven positief
10 Producentenvertrouwen
8 6 4 2
2007 juni
2006 juni
2005 juni
2004 juni
2003 juni
2002 juni
2001 juni
2000 juni
1999 juni
-6
1998 juni
-4
1997 juni
0 -2
1996 juni
Het vertrouwen van producenten in de economie blijft goed. Het producentenvertrouwen is dan ook al een jaar op een hoog niveau. Het vertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren.
-8 -10
De eerste twee deelindicatoren (oordeel van de ondernemers over de toekomstige productie en de orderpositie en over de voorraden) blijven goed. De ondernemers blijven ook positief over de werkgelegenheid. De meerderheid verwacht een stijging van de personeelsomvang. Het producentenvertrouwen is al enkele jaren groter dan nul: de producenten zijn dus positief in hun verwachtingen voor de toekomst. Het oordeel van de ondernemers over de toekomstige productie, de orderpositie en over de voorraden blijft goed. De ondernemers blijven ook positief over de werkgelegenheid. De meerderheid verwacht een stijging van de personeelsomvang. Het aantal banen en vacatures op recordhoogte De Nederlandse economie ontwikkelt zich goed. In lijn daarmee neemt het aantal banen en vacatures toe. Recent zijn de eerste tellingen van de banen op basis van de polisadministratie van UWV en de loonaangifte gegevens van UWV beschikbaar gekomen. Zij laten een forse toename zien van het aantal banen in Nederland in het eerste halfjaar van 2007. Het aantal banen in het tweede kwartaal van 2007 is ruim 200 duizend hoger dan één jaar geleden. De banengroei gaat daarmee even snel als in de tweede helft van de jaren negentig.
2007, 1e kwartaal*
2006, 3e kwartaal*
2006, 1e kwartaal*
2005, 3e kwartaal*
2005, 1e kwartaal*
2004, 3e kwartaal
2004, 1e kwartaal
2003, 3e kwartaal
2003, 1e kwartaal
2002, 3e kwartaal
2002, 1e kwartaal
De groei in het aantal banen verloopt steeds sneller. De toename van het aantal banen in een kwartaal ten opzichte van een jaar geleden (gele staven in de figuur), is steeds sterker. Het feitelijk aantal banen (rode lijn in de figuur) neemt dus toe: in het tweede kwartaal van 2007 waren er 7,8 miljoen banen. Het hoogste aantal ooit. Jaarmutatie Gemiddeld aantal banen Wel blijkt er een 7.900 3,0% duidelijk 2,5% 7.800 2,0% seizoenpatroon 1,5% 7.700 aanwezig. Zo is het 1,0% aantal banen in het 7.600 0,5% 0,0% tweede en derde 7.500 -0,5% kwartaal van een jaar -1,0% 7.400 -1,5% altijd relatief hoog en 7.300 -2,0% valt het aantal banen
114
iets terug in de overige kwartalen. De helft van de groei van de banen zit bij de zakelijke dienstverlening en dan vooral bij uitzendbanen. Door de goed lopende economie ontstaan extra banen die veel werkgevers tijdelijk invullen met uitzendkrachten. Ook de handel en de zorg blijven fors groeien. In de industrie en de overheid groeit het aantal banen niet of nauwelijks. In de industrie komt daarmee een (voorlopig) einde aan een jarenlange terugloop. De loonkostenstijging is in het tweede kwartaal van 2007 is met 1,7% (ten opzichte van hetzelfde kwartaal van 2006) gematigd te noemen. De forse toename van het aantal banen weerspiegelt zich in een hoog aantal vacatures. Aan het eind van het derde kwartaal registreert het CBS 226.000 openstaande vacatures. Wordt voor seizoen gecorrigeerd, dan is zelfs sprake van een record aantal: 236.000 openstaande vacatures. Voor kans op werk van werkzoekenden is 300 vooral het aantal 250 nieuwe ontstane vacatures van belang. 200 Dit aantal beweegt 150 zich al geruime tijd op een hoog niveau; 100 Ontstane vacatures x 1 000 hoewel er in het 3e kwartaal een lichte 50 terugval is. 2007 1e kwartaal
2006 1e kwartaal
2005 1e kwartaal
2004 1e kwartaal
2003 1e kwartaal
2002 1e kwartaal
2001 1e kwartaal
2000 1e kwartaal
1999 1e kwartaal
Groei uitzenduren minder uitbundig
1998 1e kwartaal
1997 1e kwartaal
0
2007 3e kwartaal
2007 1e kwartaal
2006 3e kwartaal
2006 1e kwartaal
2005 3e kwartaal
2005 1e kwartaal
2004 3e kwartaal
2004 1e kwartaal
2003 3e kwartaal
2003 1e kwartaal
2002 3e kwartaal
2002 1e kwartaal
2001 3e kwartaal
2001 1e kwartaal
2000 3e kwartaal
2000 1e kwartaal
1999 3e kwartaal
1999 1e kwartaal
Index (2000=100)
Een andere indicator van de economische ontwikkeling – het flexwerk – ontwikkelt zich nog steeds gunstig. Een economische opleving of terugval heeft namelijk direct effect op de vraag naar uitzendkrachten. Cijfers van het CBS – tot en met het derde kwartaal laten 160 duidelijk zien dat het 140 aantal uitzenduren 120 blijft toenemen. 100 Cijfers van de Algemene Bond 80 Uitzendondernemin60 Alle uitzenduren gen (ABU) laten 40 recent een iets Alle uitzenduren 20 minder florissante seizoengecorrigeerd ontwikkeling zien. Tot 0 half juli van dit jaar groeide het aantal uitzenduren bij de ABU-bedrijven nog met circa 9%. Daarna vlakt de groei af en in de laatste drie maanden van 2007 daalde het aantal uitzenduren zelfs licht.
115
Beroepsbevolking neemt trendmatig fors toe
2007 Jul
2007 Jan
2006 Jul
2006 Jan
2005 Jul
2005 Jan
2004 Jul
2004 Jan
2003 Jul
2003 Jan
2002 Jul
2002 Jan
2001 Jul
2001 Jan
De bevolking met 7.800 een leeftijd van 157.700 64 jaar vormt het 7.600 arbeidspotentieel (11 7.500 miljoen). Een deel 7.400 van de bevolking 7.300 ambieert geen baan 7.200 doordat zij andere bezigheden heeft: 7.100 Beroepsbevolking (BB) opleiding, zorgtaken 7.000 Seizoengecorrigeerd BB en dergelijke. De 6.900 rest vormt de 6.800 beroepsbevolking. De omvang van de beroepsbevolking stijgt snel. De goede ontwikkeling van de economie heeft aantrekkingskracht en lokt meer mensen naar de arbeidsmarkt toe. Wel neemt de groei recentelijk iets af. Vooral de groei vooral bij vrouwen is fors: de beroepsbevolking (cijfer oktoberdecember 2007) bij vrouwen groeit met 2,0% terwijl die bij mannen slechts met 0,2% toeneemt. Steeds minder werkzoekenden zonder baan
Ontwikkelingen in Nww-bestand
2007 Okt
2007 Jul
2007 Apr
2007 Jan
2006 Okt
2006 Jul
2006 Apr
2006 Jan
2005 Okt
2005 Jul
2005 Apr
2005 Jan
2004 Okt
2004 Jul
2004 Apr
2004 Jan
Nu de economie zich goed ontwikkelt nemen de kansen voor werkzoekenden toe. Het aantal nietwerkende 200.000 ontwikkeling NWW tov één jaar geleden werkzoekenden neemt dan ook af. In 100.000 december 2007 is het aantal nietwerkende werkzoekenden 458 -100.000 duizend. Dit is 96 duizend lager dan -200.000 vorig jaar: een forse daling van 17%. 12
Leeftijdsklassen De werkzoekenden in 2007 kwamen uit alle lagen van de beroepsbevolking. Het zijn vooral jongeren geweest die het meest profiteerden van de gunstige conjunctuur. Het aandeel van deze groep jongeren tot 25 jaar in het werkzoekendenbestand daalde (-28%) het sterkst. Ook werkzoekenden van 25 tot en met 29 jaar en 30 tot en met 44 jaar profiteerden van de bloeiende economie (bestandsafname respectievelijk -26% en -23%). Het aantal oudere werkzoekenden daalde minder sterk: de groep van 45- tot 55-jarigen daalde nog met 15 procent, maar het aantal 55-plussers slonk slechts met 5 procent. 12
Bron: CWI Arbeidsmarktinformatiesysteem (data 2007).
116
Werkzoekenden naar leeftijdsklasse (x1.000) 250 Dec 2006
Dec 2007
200
150
100
50
0 <25 jaar
25-29 jaar
30-44 jaar
45-54 jaar
55-64 jaar
Opleidingsniveaus Bijna 90 procent van de werkzoekenden in ons bestand heeft een opleidingsniveau van hoogstens middelbaar niveau. In 2007 daalde het aantal werkzoekenden binnen alle opleidingsniveaus. De daling in de groep met alleen een basisopleiding was wel veel minder sterk dan in de hoger opgeleide groepen. Werkzoekenden naar opleidingsniveau (x1.000) 200 Jan 2007*
Dec 2007
180 160 140 120 100 80 60 40 20 0 BO
VMBO
MBO/HAVO/VWO
HBO
WO
* In 2007 is het opleidingsniveau van werkzoekenden anders afgeleid dan in 2006. Cijfers naar opleidingsniveau uit 2006 zijn daarom niet helemaal vergelijkbaar met 2007. Om deze reden zijn in de grafiek cijfers over januari 2007 opgenomen, in plaats van december 2006.
Werkloosheidsduur Twee op de vijf werkzoekenden zijn al drie jaar of langer op zoek naar werk. Deze langdurig werkzoekenden profiteerden maar weinig van de conjunctuur in 2007. Ten opzichte van een jaar geleden nam hun aantal af met slechts 3 procent. Degenen die korter op zoek zijn naar werk, deden het aanzienlijk beter. Zo daalde het aantal werkzoekenden met een werkloosheidsduur van 1 tot 2 jaar met 38 procent.
117
Werkloosheidsduur van werkzoekenden (x1.000) 200 Dec 2006
Dec 2007
180 160 140 120 100 80 60 40 20 0 0 tot 6 maanden
6 tot 12 maanden
1 tot 2 jaar
2 tot 3 jaar
3 jaar of langer
Man-vrouw verhouding Ook opvallend is dat sinds april 2005 er meer werkzoekende vrouwen zijn dan mannen. In het afgelopen jaar daalde het aantal werkzoekende mannen iets sterker, namelijk met 19 procent. Het aantal vrouwelijke werkzoekenden nam met 16 procent af ten opzichte van een jaar eerder. Werkzoekenden naar geslacht (x1.000) 600 Dec 2006
Dec 2007
500
400
300
200
100
0 totaal
man
vrouw
Beroepsgroepen De meerderheid van de werkzoekenden heeft een productie- of onderhoudsberoep. Over het algemeen op een elementair (66%) of laag (18%) niveau, maar zeker niet uitsluitend (middelbaar niveau: 15%, hoger niveau: 1%). Ten opzichte van werkzoekenden met andere beroepen is deze categorie relatief het minst sterk gedaald, namelijk met 13 procent. De relatieve afname is het grootst bij werkzoekenden met een beveiligings-, politie- of militair beroep (-27 procent). Het aantal werkzoekenden met een administratief of beleidsadviserend beroep daalde met 21 procent. Evenals de werkzoekenden met een onderwijs-, onderzoeks- of creatieve achtergrond.
118
Werkzoekenden naar beroepsgroep (x1.000) 250 Dec 2006
Dec 2007
200
150
100
50
0 productie
transport
verkoop
verzorgend
onderhoud
opslag
bedienend
heelkundig
commercieel
beveiliging administratief onderwijs politie militair
beleidsadv.
onderzoek
leiding bestuurders
creatief
Toekomstverwachtingen gunstig maar iets minder uitbundig Traditioneel komt het Centraal Planbureau (CPB) in december met nieuwe economische prognoses. Volgens het CPB valt de economische groei terug van 3% in 2007 naar 2¼% in 2008. Het CPB merkt op dat aan deze voorspelling meer onzekerheden kleven dan gebruikelijk. Aan de ene kant stelt het CPB dat de recente realisatiecijfers over de economie nog steeds verrassend gunstig blijven. Aan de andere kant is het mogelijk dat de onrust op de financiële markten gevolgen krijgt voor de economische groei. De ondernemers blijven evenwel positief gestemd: de producenten blijven investeren. Volgens een steekproefonderzoek van het CBS onder bedrijven in de industrie, zal deze sector in 2008 4% meer investeren dan in 2007. In 2007 was de investeringsgroei dubbel zo hoog. De arbeidsmarkt wordt in 2008 krapper: het aantal werklozen zal volgens het CPB verder afnemen. Wel verwacht het CPB een hogere loonstijging als gevolg van de toegenomen krapte op de arbeidsmarkt. Deze ontwikkelingen zijn globaal in lijn met de verwachtingen van CWI van juni vorig jaar. Voor 2008 wordt een verdere verlaging van het aantal niet-werkende werkzoekenden verwacht.
119
Bijlage C: Informatiebeveiliging Verklaring van de Raad van bestuur en verklaring van de ITauditor Reactie van de Raad van bestuur op de belangrijkste bevindingen In deze bijlage geeft de Raad van bestuur aan in welke mate in 2007 is voldaan aan de vastgestelde normenkaders en gemaakte afspraken inzake de gegevensverwerking en gegevensuitwisseling conform respectievelijk artikel 5.22 en artikel 6.4 van de regeling Suwi. Het betreft een uitzonderingsrapportage waarbij de risicovolle aspecten worden benoemd die relevant zijn voor zowel de interne bedrijfsdoelstellingen als de ketendoelstellingen. Bij materiële afwijkingen van een norm geeft het management op basis van een risicoafweging aan: − Welke risico’s de organisatie en/of de keten lopen ten gevolge van deze afwijking(en); − Welke (beheers)maatregelen CWI treft om aan de norm te voldoen cq. het risico weg te nemen. Het is de verantwoordelijkheid van de Raad van bestuur om er op toe te zien dat aan de voornoemde vastgestelde normenkaders en gemaakte afspraken met betrekking tot de opzet, het bestaan en de werking van het stelsel van interne beheersingsmaatregelen en procedures, gericht op het waarborgen van een exclusieve, integere, beschikbare en controleerbare gegevensverwerking en gegevensuitwisseling wordt voldaan en dat de informatie juist en volledig wordt opgenomen in de verantwoording. Hierbij merkt de Raad van bestuur op dat tengevolge van inherente beperkingen aan de interne beheersing niet alle onjuistheden of fraudes gesignaleerd of voorkomen kunnen worden. Naast de werkzaamheden van de security-officer en Internal Audit, heeft de externe EDP-auditor op basis van verrichte werkzaamheden nagegaan of en in hoeverre is voldaan aan de vastgestelde normenkaders en gemaakte afspraken inzake de gegevensverwerking en de gegevensuitwisseling en hierover rapporten van bevindingen opgesteld. De Raad van bestuur heeft op basis hiervan bijgaand de belangrijkste bevindingen opgenomen en toegelicht welke acties het management onderneemt met betrekking tot deze bevindingen. Algemeen CWI verlangt contractueel van zijn leveranciers dat zij zich jaarlijks verantwoorden over hun dienstverlening op een wijze die een redelijke mate van zekerheid biedt over de staat van informatiebeveiliging gedurende 2007. In dat kader heeft CWI zogenoemde TPM-verklaringen ontvangen van IBM, Getronics, Tele2Zakelijk (hierna: Tele2) en Atos Origin. Leverancier IBM Getronics Tele2 Atos Origin
Dienst Hosting centrale verwerking en applicatiebeheer Hoofdaannemer WAN/LAN Onderaannemer WAN/LAN Werkplekbeheer en KA (Kantoor Automatisering)
Werkingsperiode in TPM heel 2007 Vierde kwartaal 2007 Tweede halfjaar 2007 Vierde kwartaal 2007
Atos Origin heeft in 2007 geleidelijk de oude kantoorautomatisering uitgefaseerd en vervangen door de nieuwe KA. De nieuwe KA is in het laatste kwartaal in substantiële mate uitgerold. Om deze reden heeft CWI met Atos Origin afgesproken de audit te beperken tot de nieuwe dienstverlening en daarmee het
120
laatste kwartaal van 2007. Vanwege de beperkte toetsperiode van de TPM van Atos Origin (vierde kwartaal 2007) heeft de auditor deze niet meegenomen bij de werkzaamheden met betrekking tot de informatiebeveiliging van CWI in (heel) 2007. Hierdoor heeft de auditor geen oordeel gegeven over de onderwerpen Werkplekbeheer en KA. Getronics is contractueel de leverancier van LAN/WAN diensten, maar voert de feitelijke dienst niet zelf uit, deze is uitbesteed aan Tele2. Vanwege de beperkte toetsperiode van de TPM van Getronics (vierde kwartaal 2007) en de beperkte operationele betrokkenheid heeft de auditor deze niet meegenomen bij de werkzaamheden met betrekking tot de informatiebeveiliging van CWI in (heel) 2007. Bovenstaande is van toepassing op zowel artikel 5.22 als 6.4. CWI: bevindingen op basis van het CWI normenkader (cf. art. 5.22 Suwi) Beveiligingseisen personeel Een bevinding in dit kader geeft aan dat het onderwerp informatiebeveiliging geen vast onderdeel is van functionerings/beoordelingsgesprekken. De norm schrijft dit voor, maar de Raad van bestuur meent dat dit géén geschikt middel is om aandacht voor informatiebeveiliging in de uitvoering te bewerkstelligen. De beveiligingsorganisatie en het management control systeem van CWI zijn erop ingericht om periodiek te meten hoe het staat met de informatiebeveiliging en maatregelen te treffen wanneer daarin gebreken blijken te bestaan. Aanvullend zal CWI in 2008 het selfassessment (vestigingen controleren zichzelf op een aantal informatiebeveiligingsaspecten) aanpassen en de frequentie ervan verhogen. Daarnaast bestaat het voornemen om het onderwerp informatiebeveiliging te integreren in de certificeringstrajecten voor de medewerkers. Incidentmeldingen Uit het selfassessment door de vestigingen komt naar voren dat medewerkers nauwelijks beveiligingsincidenten melden en administreren. Dit zou onder meer liggen aan onduidelijkheid over wat een beveiligingsincident is (wanneer het geen agressie betreft) en omdat de registratie ervan omslachtig of onduidelijk zou zijn. Hierdoor ontbreekt een centrale registratie van beveiligingsincidenten. Geconstateerde beveiligingsincidenten worden binnen de organisatie besproken, dit is echter geen structureel proces, maar geschiedt op ad hoc basis. Het risico van deze bevindingen is dat identificatie van zwakke plekken en het leren van incidenten niet structureel plaats kunnen vinden. Incidentmelding is daarom voor 2008 een speerpunt in de communicatie over informatiebeveiliging naar de vestigingen. De districtsfunctionarissen voor de informatiebeveiliging zullen de vestigingen in 2008 specifiek helpen met het herkennen en melden van informatiebeveiligingsincidenten. Elke vestiging kan in de loop van 2008 meldingen in een centraal registratiesysteem plaatsen. Continuïteitsmanagement Hoewel continuïteitsmanagement, het testen en actueel houden van de lokale continuïteitsplannen in 2007 een speerpunt is geweest van de activiteiten van de districtsfunctionarissen voor de informatiebeveiliging op de vestigingen, is dit nog niet geheel voldoende. Hoewel de Raad van bestuur het resterende risico als niet groot beoordeelt, zet de Raad van bestuur dit punt wel opnieuw op de agenda. De vestigingen moeten de risicoanalyses en continuïteitsplannen consequent periodiek nalopen en actueel houden. De districtsfunctionarissen zullen in 2008 hierop frequenter controleren en er komen steekproefsgewijze controles aan de hand van simulatiescenario's.
121
Risicoanalyses In 2007 zijn geen risicoanalyses uitgevoerd ter identificatie van risico's van (fysieke) toegang door derden tot CWI systemen. CMDB (Configuration Management Database) Uit de verantwoording van Tele2 blijkt dat een CMDB, een centrale registratie van componenten ingezet voor de dienstverlening aan CWI, wordt bijgehouden. Controle op de registratie vindt echter niet periodiek plaats. In de TPM-verklaring van IBM wordt het onderwerp CMDB niet behandeld. In 2008 moet deze tekortkoming worden verholpen. Clean desk Bij de inspectie van de vestigingen is geconstateerd dat niet te allen tijde clean desk wordt gehanteerd binnen de gebieden die toegankelijk zijn voor cliënten. De districtsfunctionarissen voor de informatiebeveiliging zullen hieraan in 2008 nogmaals extra aandacht besteden tijdens hun vestigingsbezoeken. Fysieke toegang bij leverancier netwerkdiensten Uit de verantwoording van Tele2 blijkt dat niet is vastgesteld dat alleen geautoriseerde personen toegang hebben tot afgeschermde ruimten die worden ingezet voor de dienstverlening aan het CWI. Deze situatie wordt zo spoedig mogelijk verholpen. Generieke beheeraccounts Voor de applicatie E-Intake is geconstateerd dat er twee generieke accounts aanwezig zijn voor beheertaken. De bijbehorende wachtwoorden zijn bekend bij de twee E-Intakebeheerders. De norm staat dit niet toe, de accounts zullen op naam gesteld worden. Ontwikkeling en onderhoud van systemen CWI heeft aan de twee softwareontwikkelingleveranciers van CWI, Ordina en LogicaCMG, geen TPM gevraagd over hun werkzaamheden in 2007. De Raad van bestuur beziet in 2008 of en tegen welke kosten ook deze partijen op relevante gebieden assuranceverklaringen kunnen afgeven. Hierbij moet meewegen dat zij geen omgevingen of applicaties in een actuele productiesituatie beheren. Penetratietest Uit de verantwoording van Tele2 is geconstateerd dat er niet periodiek penetratietesten op het netwerk plaats vinden. In plaats daarvan worden zeer frequent "vulnerability scans" uitgevoerd. De Raad van bestuur vindt dit een acceptabele variant ter verkleining van de risico's die de norm adresseert, maar zal in 2008 aandringen op penetratietesten. Overig Een aantal overige bevindingen betreft de administratieve kanten van de informatiebeveiliging, zoals het consequent bijhouden van bezoekersregisters voor beveiligde zones, logboeken tot serverruimtes, in/uit-diensttredingsregister, archief- en vernietigingsvoorschriften, afvoerregelingen voor gebruikte media, e.d. Vestigingen hebben steeds vaker en ingrijpender te maken met samenwerkingsverbanden waarbij niet alle partners gelijke niveaus en tempi halen als het gaat om beveiligingsmaatregelen, en waarin het beheer van (centrale) ruimtes en zones niet meer onder de CWI-vestigingsmanager ressorteert. Het is nog niet helemaal duidelijk welke gevolgen deze ontwikkelingen hebben voor de beveiligingsorganisatie op de locaties en de herformulering van normenkaders en inrichtingsvoorschriften.
122
Suwinet: bevindingen op basis van de Verantwoordingsrichtlijn voor de edp-audit van de beveiliging van Suwinet (cf. art. 6.4 Suwiwet) Er is een grote mate van overlap met de vereisten in het kader van art. 5.22 Suwiwet, maar er zijn ook wegingsverschillen die maken dat een bevinding volgens het ene kader niet automatisch ook tot een bevinding leidt volgens het andere kader. In het algemeen is de kwestie van 'scope' van de 6.4 normen een lastig punt: uitsluitend de (technische/functionele) koppelvlakken met het Suwinet, of ook alle gegevens leverende/ontvangende bedrijfsapplicaties? De Raad van bestuur reageert hieronder op de belangrijkste bevindingen volgens het 6.4 normenkader. Beveiligingsbeleid Het Handboek CWI Informatiebeveiliging dateert uit 2003, het handboek en de bijbehorende normen zijn in 2007 niet geëvalueerd en geactualiseerd. De actualisering van het CWI-normenkader en het Handboek Informatiebeveiliging heeft in 2007 geen hoge prioriteit gekregen vanwege de aanstaande herziening van de Suwiwetgeving en de voorgenomen fusie met UWV. De fusie en de vernieuwing van het intranet zullen in 2008 een grondige herziening van de intranetpagina's over informatiebeveiliging en de onderliggende beleidsdocumenten teweeg brengen. Incidentmeldingen Hiervoor is reeds besproken dat vestigingen nauwelijks beveiligingsincidenten melden en administreren. Het is aannemelijk dat dit in gelijke mate geldt voor Suwinetgerelateerde incidenten. De districtsfunctionarissen nemen Suwinet mee in de hierboven reeds aangekondigde maatregelen. De Raad van bestuur meldt verder dat in 2007 de controle op het gebruik van Suwinet Inkijk nauwelijks mogelijk is geweest door het uitblijven van de desbetreffende maandrapportages. Er zijn niettemin in dit kader een drietal incidenten gemeld en onderzocht. BKWI heeft inmiddels de levering van rapportages hervat en zal alsnog de rapporten over 2007 aanleveren. Testen met reële persoonsgegevens Voor het uitvoeren van bepaalde testwerkzaamheden wordt soms gebruik gemaakt van reële persoongegevens. Door middel van het testplan worden de testers er op gewezen dat het geen fictieve gegevens betreft en dat hier zorgvuldig mee dient te worden omgegaan. Verwijdering van de gegevens na afloop van de testwerkzaamheden en de goedkeuring van de DPB (Domeingroep Privacy en Beveiliging) voor deze wijze van testen zijn niet vastgesteld. De Raad van bestuur wijst erop dat sommige testen uitsluitend met realistische bestandsgegevens betrouwbaar kunnen worden uitgevoerd. In 2008 worden specifieke richtlijnen aan het Master Testplan toegevoegd, die aangeven hoe in dergelijke gevallen, door middel van gedeeltelijke anonimisering en/of extra beheers- en controlemaatregelen de vertrouwelijkheid van de gegevens gewaarborgd kan worden. Overige De bevindingen en opmerkingen daarbij, opgenomen bij artikel 5.22 onder de kopjes "Clean desk", "Fysieke en logische toegang bij leverancier netwerkdiensten", "CMDB" en "Overige" zijn van overeenkomstige toepassing voor artikel 6.4.
123
Verklaring van de IT-auditor Onderstaande verklaring van de IT-auditor heeft betrekking op de bevindingen en de door de Raad van bestuur daaraan toegevoegde verklaringen en opmerkingen, voor zover hierboven in Bijlage C staan weergegeven.
Aan de Raad van bestuur van de Centrale Organisatie Werk en Inkomen
RAPPORTAGE VAN DE ONAFHANKELIJKE REGISTER EDP-AUDITOR Ingevolge uw opdracht d.d. 17 augustus 2007 hebben wij de verantwoording van de Raad van bestuur van CWI over de mate waarin in 2007 is voldaan aan de vastgestelde normenkaders en gemaakte afspraken inzake de gegevensverwerking en gegevensuitwisseling conform respectievelijk artikel 5.22 en artikel 6.4 van de regeling Suwi, zoals deze is opgenomen in Bijlage C bij dit jaarverslag, onderzocht. Het is de verantwoordelijkheid van de Raad van bestuur om er op toe te zien dat aan de voornoemde vastgestelde normenkaders en gemaakte afspraken met betrekking tot de opzet, bestaan en werking van het stelsel van maatregelen en procedures, gericht op het waarborgen van een exclusieve, integere, beschikbare en controleerbare gegevensverwerking en gegevensuitwisseling wordt voldaan en dat de informatie juist en volledig wordt opgenomen in de verantwoording. Het is onze verantwoordelijkheid om op basis van de door ons verrichte werkzaamheden, een oordeel over de getrouwheid van deze verantwoording van de Raad van bestuur, zoals opgenomen in bijlage C van dit jaarverslag, te geven. Ons onderzoek is uitgevoerd in overeenstemming met het Nederlands Recht en het Raamwerk Assurance-opdrachten NOREA en omvatte die werkzaamheden die wij nodig achtten voor het verkrijgen van een deugdelijke grondslag voor het afgeven van ons oordeel met een redelijke mate van zekerheid over de getrouwheid van de verantwoording van de Raad van bestuur. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Vanwege de inherente beperkingen van elke controlemaatregel, kunnen fouten of fraude voorkomen die niet door ons worden ontdekt. Tevens is de projectie van iedere conclusie, gebaseerd op onze bevindingen, naar de toekomst toe onderhevig aan het risico dat veranderingen in het stelsel van beheersmaatregelen, of het nalaten van noodzakelijke veranderingen daarin, de geldigheid van die conclusies kunnen aantasten. Op basis van de door ons verrichte werkzaamheden menen wij dat de verantwoording van de Raad van bestuur van CWI, inzake de naleving van de richtlijnen voor de gegevensverwerking en gegevensuitwisseling over 2007, zoals opgenomen in bijlage C van dit jaarverslag, in alle materiele opzichten een getrouwe weergave is van de mate waarin is voldaan aan de vastgestelde normenkaders en gemaakte afspraken inzake de gegevensverwerking en de gegevensuitwisseling conform respectievelijk artikel 5.22 en artikel 6.4 regeling SUWI.
124
Dit rapport is opgesteld met het oog op de rapportage zoals bedoeld in de artikelen 5.22 en 6.4 regeling SUWI. Het kan daardoor niet geschikt zijn voor andere doeleinden. Amsterdam, 10 maart 2008 PricewaterhouseCoopers Advisory N.V.
A.J.M. de Bruijn RE Partner
125
Bijlage D: Digitaal Klantdossier (DKD) 1. Beeld op hoofdlijnen Inleiding Ook in 2007 hebben de ketenpartners CWI, UWV, BKWI en gemeenten constructief samengewerkt aan de verdere ontwikkeling en implementatie van het Digitaal Klantdossier (DKD). Doelstelling van dit gezamenlijk elektronisch dossier voor werk en inkomen is dat klanten zich elektronisch kunnen inschrijven als werkzoekende en elektronisch een Wwb- of WW-uitkering kunnen aanvragen, waarbij al bekende gegevens vanuit het Digitaal Klantdossier (DKD) vooringevuld worden. Klanten hoeven dan alleen de ontbrekende gegevens aan te vullen. Doelstellingen Het streven voor 2007 was het DKD uit te bouwen tot een robuuste voorziening voor burger en professional. Daarbij was een dubbelslag aan de orde: implementatie van de eerste versie van DKD uit 2006 en het doorontwikkelen van de tweede versie van DKD. Concreet zijn in 2007 de volgende doelstellingen (uit het Werkplan 2007) gehanteerd: - succesvolle eerste release van het DKD wat betreft functionaliteit en aangesloten ketenpartners per 1 mei 2007. Voor de klant de beschikbaarheid van de portaal www.werkeninkomen.nl. Doel hiervan is een integrale en permanente opvraag van het klantbeeld te realiseren, om zodoende de dienstverlening aan de klant verder te optimaliseren. - uitbreiding van de eerste versie van het DKD: meer bronnen, meer gebruikers, bieden van terugmeld- en correctiemechanisme, het verhogen van de kwaliteit van de gegevens, meer E-diensten en meer ondersteuning van klantprocessen in zicht. - het ketenbreed neerzetten van algemene portaalfunctionaliteit (zoeken, FAQ, content) ten behoeve van klant en professional. - volledige omgekeerde E-intake: alle bekende klantinformatie (uit verschillende bestanden van de overheid) is al vooringevuld. - beschikbaarheid gegevens voor klant en professional: minimale beschikbaarheid van 7X18 uur, het streven voor het klantportaal is 7x24uur. - doorontwikkeling ketenarchitectuur tot servicegeoriënteerde architectuur die aansluit bij de ontwikkelingen binnen de E-overheid (Persoonlijke Internet Pagina en DigiD). - ondersteuning van de keten bij de implementatie van het gemeenschappelijk dienstverleningsconcept, gebaseerd op een heldere visie op multichanneling en klantportfolio. Bereikte resultaten (samenvattend beeld) In 2007 is het programma goed op stoom gekomen en is hard gewerkt aan het ontsluiten van meer gegevens naar de klant (internetportaal) en professional (bedrijfsapplicaties, Suwinet Inkijk). In 2007 is het voor klanten in steeds meer gemeenten mogelijk geworden de gegevens te bekijken via internet. In Skarsterlân en Heerenveen is dit in het voorjaar uitgeprobeerd, waarbij de kinderziekten uit het systeem zijn gehaald. In de zomer is bij CWI, UWV en de gemeente in Den Haag het Digitaal Klantdossier door middel van een proefuitrol als eerste succesvol in productie gegaan. Dit was het startsein voor de landelijke uitrol van het klantbeeld en de overige klantdiensten van het DKD. Voor het eind van 2007 konden klanten overal in Nederland gebruik maken van een of meerdere online diensten. Hiermee loopt de sociale zekerheidssector met het Digitaal Klantdossier voorop.
De landelijke uitrol van het DKD is op 3 januari 2008 gevolgd door de openstelling in alle resterende gemeenten en regio’s van de online diensten. Daarmee is het DKD goed op koers gebleven met de inwerkingtreding per 1 januari 2008 van de Wet eenmalige gegevensuitvraag (Weu). De proefuitrol in Den Haag heeft laten zien dat het Digitaal Klantdossier in praktijk werkt. Als een inwoner van Den Haag zich via Digid op internet aanmeldt en de knop 'mijn gegevens inzien' aanklikt, dan verschijnen binnen enkele seconden gegevens van CWI, UWV, gemeente Den Haag, en de gegevens uit het GBA in één overzicht op het scherm. Ook worden in de E-formulieren voor bijvoorbeeld Bijstand of WW bekende gegevens van deze Haagse werkzoekende vanuit het DKD vooringevuld. De werkzoekende hoeft alleen de ontbrekende gegevens aan te vullen. Op basis van de aanpak in Den Haag is een modelaanpak met concrete hulpmiddelen ontwikkeld voor de andere gemeenten en regio’s. De doelstellingen uit het Werkplan 2007 zijn met bovenstaande resultaten grotendeels behaald. De inspanningen van de ketenpartners om van het Digitaal Klantdossier een succes te maken, hebben er toe geleid dat op aanbeveling van het European eGoverment Awards consortium het DKD het ePractice.eu Good Practice label in 2007 mag voeren. Perspectief Het DKD biedt nog niet alle beoogde functionaliteiten; het is ontwikkeld volgens een groeimodel. Gegevens zullen in toenemende mate elektronisch uit basisregistraties worden opgehaald, met als uiteindelijk doel de omgekeerde intake en hergebruik van gegevens in de keten, en er zullen meer statusgegevens worden uitgewisseld. Uit de gebleken algemene acceptatie van werk.nl en de grote bekendheid van de werkzoekenden met deze site, zal Werk.nl steeds meer als klantportaal voor de gehele keten gaan fungeren. 2. Gedetailleerd beeld 2.1 Doelstellingen per cluster van projecten Voor 2007 zijn er zeven clusters van projecten gedefinieerd. Een aantal projecten loopt door in 2008. De doelstellingen per cluster zijn (uit Werkplan 2007): Cluster A: Implementatie Realiseren per 1 mei 2007 van een werkende, eerste versie van het DKD voor professionals en voor klanten een werkend www.werkeninkomen.nl. Naast gemeenten, UWV en CWI ook de gefaseerde landelijke uitrol en implementatie van DKD ondersteunen en daarbij werken aan de uitwerking van kaders, richtlijnen en producten op het gebied van correctie en terugmelding, gegevenskwaliteit en verplicht hergebruik. Cluster B: Ketenbrede klantdiensten Klanten op een klantgerichte manier aan het werk helpen, door de instroom en doorstroom te beperken en de uitstroom te vergroten. Met deze uitbreiding wordt beoogd dat de klant meer zelf zaken kan afhandelen en zodoende minder een beroep hoeft te doet op medewerkers in de keten. Dit wordt gerealiseerd door www.werkeninkomen.nl (inclusief alle achterliggende elektronische diensten) verder door te ontwikkelen. Cluster C: Functionaliteiten voor de professional DKD uit te breiden met nieuwe basisfunctionaliteiten voor de professional, uitbreiding ‘klantbeeld’ (meer bronnen) en klantvolgfunctionaliteiten. Deze moeten ervoor zorgen dat de dienstverlening door professionals aan klanten
127
verbetert door betere samenwerking in de keten. Ook de eenmalige uitvraag krijgt zo verder vorm. Deze punten worden onder meer door middel van het opzetten van een prototype DKD beproefd. Cluster E: Ontsluiten nieuwe gegevensbronnen en nieuwe gebruikers Realiseren van kwaliteitsverbetering van de dienstverlening, door gegevens direct uit de bron te gebruiken in het kader van de eenmalige gegevensuitvraag. Bronnen zijn hierbij alle gegevensbronnen van organisaties die een toegevoegde waarde hebben voor het DKD. Naast CWI (Sonar, ABS, werk.nl) zijn dit de Belastingdienst, Sociale Verzekeringsbank (SVB) en Kadaster. Tevens wil het project meer partijen toegang geven tot het DKD, zoals SVB (als gebruiker), reintegratiebedrijven en zorgverleners. Op deze wijze hoeven de ketenpartijen minder gegevens op te vragen bij de klanten, zodat zij kunnen voldoen aan de Wet eenmalige gegevensuitvraag (Weu). Aangrenzende doelen zijn fraudepreventie, versnelling uitvoeringsprocessen, verbetering van de dienstverlening aan de klant en administratieve lastenverlichting. Cluster G: Aanpassen ketenservices en infrastructuur Realiseren van diverse technische voorwaarden, zowel voor de klant, alsook de professional. Daarvoor zijn aanpassingen in de systemen van de ketenpartners nodig (abonnementen, privacy en beveiliging, aansluiting op DigiD, langere beschikbaarheidsuren van de portalen), naast het monitoren van performance, onderzoeken van het gebruik van triggers 13 en het (technisch )aansluiten op landelijke standaarden en voorzieningen Tevens is beoogd door middel. van ketentesten het in productie nemen van DKD-diensten zo soepel mogelijk te laten verlopen. Cluster H: Voorbereiden structureel beheer Realiseren van eenduidige beheerafspraken tussen de ketenpartners op het terrein van functioneel beheer, configuratiebeheer, wijzigingsbeheer en incidenten probleembeheer. Tevens inrichting van een helpdeskfunctie. Cluster I: Visie DKD en Werkplan DKD 2008 Verdere positionering van het DKD na 2008 in de keten middels een gezamenlijk gedragen visie, en ontwikkeling van een Werkplan DKD 2008, waarin concrete projecten voor 2008 zijn vastgelegd. Doorlopende projecten uit 2006 Aanvullend aan het Werkplan 2007 zijn een aantal uit 2006 doorlopende projecten in 2007 voorgezet met het doel deze in 2007 af te ronden. Dit zijn de volgende projecten: 2a: ontsluiten USZO, 2c: Ontsluiten en in beheer nemen Sonar, 3a: Aanpassen E-intake en Sonar, 3c: Aanpassen UWV applicaties, 5c: businesscase Digitalisering, 6d Privacy en Beveiliging fase 1. 2.2 Realisaties per cluster van projecten Cluster A: Implementatie Na een intensieve technische voorbereiding ging in het voorjaar de ketenintegratietest van start. De ketenpartners in Heerenveen en Skarsterlân zijn als eersten gestart met het in de vorm van een pilot testen van het DKD, met een doorlooptijd van 26 april tot en met 7 juni 2007. De pilot heeft belangrijke ervaringen voor technische verbetering en informatie voor de implementatieaanpak opgeleverd.
13
Op basis van systeemsignalen werkprocessen starten.
128
Als vervolgstap hierop is eind juni op grotere schaal in Den Haag een proefuitrol van DKD van start gegaan, doorlopend tot en met september. Deze proefuitrol leverde een goede basis om tot een implementatieaanpak met bijbehorende middelen te komen. Klanten van gemeente en het CWI in Den Haag konden niet alleen de gegevens digitaal inzien, ze waren ook in staat voor een deel van hun gegevens digitaal een verzoek tot correctie doen. Het laatste kwartaal van 2007 heeft in het teken gestaan van de landelijke implementatie. Steeds meer gemeenten rolden samen met UWV en CWI het DKD uit. Cluster B:Ketenbrede klantdiensten Het project Doorontwikkelen DKD Portaal heeft in 2007 gezorgd voor daadwerkelijke realisatie van het portaal onder de URL www.werkeninkomen.nl. Daarmee is in het tweede en derde kwartaal een pilot gehouden in Heerenveen, Skarsterlân en later Den Haag. In het derde kwartaal is besloten deze portaal niet als zelfstandige entiteit te handhaven, maar onder te brengen als dienstenpagina binnen werk.nl. Tevens zijn deeplinks voor twee E-diensten beschikbaar gesteld via Mijnoverheid.nl en is een haalbaarheidsanalyse voor aansluiting van DKD bij PIP uitgevoerd. Het project Modelsite Gemeenten heeft geresulteerd in een modelsite voor gemeenten met daarop alle informatie over het in aanmerking kunnen komen voor een Wwb-uitkering en andere gemeentelijke voorzieningen. Deze modelsite is geen zelfstandige entiteit, maar kan alleen benaderd worden via de website van de gemeente zelf. In dit project is opgenomen het project Basisondersteuning Wwb. Resultaat van dit project is het ontwikkelen en opleveren van een vijftal nieuwe (internet) formulieren die door gemeenten aan de klanten ter beschikking worden gesteld. Hierbij moet onder andere gedacht worden aan het formulier aanvraag bijzondere bijstand. Daadwerkelijke implementatie van deze formulieren wordt verwacht in het eerste of tweede kwartaal 2008. Het project Verbeterde voorinvulling E-intake zal inhoudelijk in 2008 in uitvoering worden genomen. Het project Uitbreiding E-intake voorziet in de e-Wwb voor zij-instromers. Dit zijn klanten die wel in aanmerking kunnen komen voor een Wwb-uitkering, maar niet ingeschreven hoeven worden bij CWI. Daarnaast wordt een voorziening gerealiseerd waarmee de partnergegevens van de aanvrager met een additionele DigiD aanmelding kunnen worden hergebruikt. Doelstelling van het project Intake WW vervolg is het sneller in behandeling kunnen nemen en afhandelen van een aanvraag WW door UWV. Hiervoor worden een tweetal mechanismen ontwikkeld: indicering van de juiste klanten en directe indiening van de aanvraag WW bij UWV. Implementatie wordt verwacht in de eerste helft van 2008. Het project Werkm@p heeft geresulteerd in een voorziening voor zowel de klant als de professional, waarmee beiden de beschikking krijgen over (gedeelde) agendafunctionaliteit, beheer van taken, documenten, vacatures en CV’s. Implementatie van dit project vindt plaats in februari 2008. Het project Basisondersteuning WW was oorspronkelijk gericht op het koppelen van vier internetdiensten van UWV aan het DKD portaal: E-formulier werkbriefje, E-formulier vakantiemelding, E-formulier betaalspecificatie. Vanwege de gewijzigde portaalarchitectuur is de koppeling via werk.nl gerealiseerd. De Ejaaropgave staat klaar om in het voorjaar 2008 te worden toegevoegd
129
Cluster C: Functionaliteiten voor de professional Het ontsluiten van nieuwe gegevensbronnen voor de professionals is niet afgerond. Reden hiervoor is dat de huidige organisatorische setting en aanpak onvoldoende facilitering boden de bronnen te ontsluiten. Met alle ketenpartijen is vervolgens gezocht naar een gezamenlijk gedragen werkwijze, die ertoe moet kunnen bijdragen dat de gegevens snel en efficiënt kunnen worden ontsloten. Voor de Klantvolgfunctionaliteit (KVF) is een menukaart gedefinieerd, afgestemd met alle ketenpartners. Per ketenpartner is aangegeven welke Klantvolgfunctionaliteiten beschikbaar zijn en welke in informatieplannen van de ketenpartners zijn opgenomen voor de komende periode. Dit heeft geresulteerd in vier voorstellen voor onderzoek. In Hoorn is een pilot georganiseerd met als doel de gemeentelijke dienstverlening een integraal karakter te geven. Hierbij is gebruik gemaakt van een prototype dat (semi-)automatische zaken afwikkelt en het resterende handwerk op basis van een triggermechanisme toebedeelt aan de juiste behandelaar. Cluster E: Ontsluiten nieuwe gegevensbronnen en nieuwe gebruikers De volgende resultaten zijn aan het eind van 2007 bereikt (met in een aantal situaties een doorloop in het eerste kwartaal van 2008): - samen met de Belastingdienst is een voorlopig vooronderzoek uitgevoerd. Door het ministerie van SZW zijn contacten gelegd voor het maken van afspraken over een aansluiting op Suwinet Inkijk. Een tweede traject is aansluiting van de Belastingdienst op Suwinet Inkijk. In 2007 heeft nog geen gegevensuitwisseling tussen Belastingdienst en ketenpartners plaatsgevonden. - Bureau Krediet Registratie (BKR): in een uitgevoerd vooronderzoek is aangestuurd op ontsluiting van Centraal Insolventie Register (CIR). - Informatie Beheer Groep: er is een technische proef uitgevoerd, waarmee onder het OverheidsService Protocol (OSB) een “proof of concept” is uitgevoerd met de gegevensuitwisseling. - Sociale Verzekeringsbank (SVB): voor de ontsluiting van de gegevens zijn aanvullingen gemaakt in Suwinet Inkijk. Deze veranderingen zullen begin januari 2008 operationeel geworden. - Nibud stelt via Suwinet Inkijk een rekeninstrument ter beschikking, waarmee professionals aanspraken op diverse landelijke inkomensverruimende regelingen kunnen berekenen. - Re-integratiebedrijven: UWV heeft contacten gelegd met verschillende reintegratiebedrijven, met als doel een proef naar gegevensuitwisseling te starten. Realisatie is achterwege gebleven vanwege (her-) prioritering bij UWV. - Digitaal klantbeeld van CWI: door CWI is een project gestart voor de aanbesteding van het CWI Digitaal Klantbeeld (CDK). Deze aanbesteding is nog niet afgerond, waardoor mede het Plan van Aanpak dat de ontwikkeling van het CDK met de gekozen leverancier beschrijft vertraging heeft opgelopen. Sonar, ABS en werk.nl: vanaf juni is door CWI een gegevensanalyse uitgevoerd die in oktober is afgerond ten behoeve van de gegevens die in het CDK worden ontsloten uit Sonar, ABS en werk.nl. De gewenste ontsluiting krijgt in 2008 beslag. - Gemeentefinanciën 14 (: gelet op het specifieke karakter van deze actor (geen ketenpartner) heeft het ministerie van SZW het voortouw genomen in aansluiting op de Wet eenmaligegegevensuitvraag een conceptaansluitprocedure op te stellen.
14
Dit betreft de afdelingen Financiën van gemeenten
130
Kunstenaars&Co 15: deze aansluiting is ook voorbereid in aansluiting op de Wet eenmalige gegevensuitvraag en de concept-aansluitprocedure zoals die is voorgesteld door het ministerie van SZW. Het gegevensuitwisselingscontract voor de gevraagde gegevens door de nieuwe gebruiker met de leveranciers van deze gegevens is in concept opgesteld. - In 2007 zijn contacten gelegd met Kadaster en is een voorlopig vooronderzoek uitgevoerd. In 2008 wordt Kadaster een basisregistratie. Naar verwachting zal de basisregistratie in het tweede kwartaal van 2008 operationeel zijn. Samen met de Belastingdienst is een voorlopig vooronderzoek uitgevoerd. Door het ministerie van SZW zijn contacten gelegd voor het maken van afspraken over een aansluiting op Suwinet Inkijk. Een tweede traject is aansluiting van de Belastingdienst op Suwinet Inkijk. In 2007 heeft nog geen gegevensuitwisseling tussen Belastingdienst en ketenpartners plaatsgevonden. - Bureau Krediet Registratie (BKR): in een uitgevoerd vooronderzoek is aangestuurd op ontsluiting van Centraal Insolventie Register (CIR). De ambitie is het vooronderzoek uit te breiden met de ontsluiting van het Landelijk Schulden Register (LSR). Het vooronderzoek wordt in 2008 uitgevoerd. Er zijn goede vorderingen geboekt voor ontsluiting van extra bronnen in het domein van het UWV persoondossier en arbeidsverleden gegevens. Begin 2008 zullen deze bronnen definitief ontsloten worden. Zolang de problematiek rond de kwaliteit van polisgegevens niet is afgerond bij UWV, worden de arbeidsverleden gegevens vooralsnog alleen aan de professionals getoond. -
Cluster G: Aanpassen Ketenservices en infrastructuur Het onderzoek naar granulariteit 16 is met succes afgerond. De doelstelling is halverwege enigszins aangepast, vanwege het feit dat de behoefte aan het maken van granulaire berichten bij de partijen minder aanwezig was dan aanvankelijk voorzien. Uiteindelijk is onderzocht hoe op een flexibele wijze in de keten kan worden omgesprongen met granulariteit. In het traject om aan te sluiten op landelijke standaarden is als eerste een proef gedaan. In deze proef is gebleken dat de gekozen architectuur voor single sign on tussen bijvoorbeeld www.werkeninkomen.nl en www.mijnoverheid.nl goed werkt. Als vervolg op deze proef is een daadwerkelijke implementatie gerealiseerd die in 2008 in productie zal worden genomen. In het onderzoek naar WSDL (een methodiek om webservices te beschrijven) is een eerste aanzet gegeven voor het maken van dergelijke beschrijvingen. De eerste partij is tevens voorzien van een WSDL beschrijving. Het cluster was verantwoordelijk voor het onderzoek naar de nut en noodzaak van het introduceren van een broker. De broker is in 2007 gerealiseerd en zal in 2008 in productie worden genomen. Het was de bedoeling om onderzoek te doen naar capaciteit toename als gevolg van de introductie van DKD. Het onderzoek dat gedaan is in 2006 bleek echter afdoende om de risico’s hieromtrent in kaart te brengen. Events en Triggers. Het onderzoek naar events en triggers heeft er toe geleid dat er een voorstel is gedaan over hoe een trigger mechanisme er uit zou moeten zien. Hierbij is goed gekeken naar de ontwikkelingen van brokers in de keten. En daarop wordt dan ook aangesloten. Ten aanzien van de openstellingstijden van het DKD is geconcludeerd dat de meeste diensten al minstens 7x18 uur
15 Kunstenaars&Co is een landelijke organisatie met onder meer de wettelijke taak uitvoering te geven aan beroepsmatigheidsonderzoeken bij kunstenaars die gebruik willen maken van de WWIK en invulling te geven aan het flankerend beleid bij de WWIK. 16 Het betreft granulariteit van berichten: het beperken van een bericht (op inhoud en dus grootte) op basis van gegevensbehoefte.
131
beschikbaar zijn, met uitzondering van diensten van UWV. Afgesproken is dat het de verantwoordelijkheid van UWV is daar verandering in aan te brengen. In begin 2007 is bij de eerste release van het klantportaal er veel tijd besteedt aan de ketentesten en het op elkaar aansluiten van technische componenten. Dit heeft een positief resultaat opgeleverd. Cluster H: Voorbereiden structureel beheer In april 2007 is DKD-helpdesk voor de burger beschikbaar gekomen, in eerste instantie via de Landelijke Servicedesk Werk en Inkomen (LSWI) en vanaf november CWI Service. De professional kan vergelijkbaar als bij Suwinet Inkijk met vragen terecht bij de eigen ICT-helpdesk. De Suwidesk van BKWI/Inlichtingenbureau (IB) fungeert hierbij als tweedelijnsondersteuning. Over helpdeskondersteuning en andere beheerprocessen, zijn in 2007 aanvullende beheerafspraken gemaakt voor DKD, inclusief het aanscherpen van prestatienormen. Alle afspraken bouwen voort op de Keten Service Level Agreement (Keten SLA) en het Dossier Afspraken en Procedures (Keten DAP). Om het functioneel beheer binnen de keten te stroomlijnen zijn afspraken gemaakt en is in 2008 bij BKWI in 2008 een coördinator functioneel beheer aangesteld. Ook op het gebied van privacy en beveiliging zijn afspraken over Suwinet Inkijk gemaakt. De door de projectgroep aangedragen aanbevelingen zijn een aanvulling op het Suwinet normenkader. 17 Voor alle afspraken en aanbevelingen in dit cluster geldt dat deze zijn overgedragen aan de beheerorganisaties van de partners. Cluster I: Visie DKD en Werkplan DKD 2008 Eind 2007 is door partners die in DKD samenwerken een visiedocument vastgesteld dat nog niet de volledige gezamenlijke visie weergeeft namens alle ketenpartijen, maar waarin wel de potentie van DKD is uitgewerkt. Hierin wordt aangegeven dat ook andere maatschappelijke sectoren dan de keten van werk en inkomen vruchten kunnen plukken van het DKD concept. De ambitie in 2007 een Werkplan DKD 2008 op te leveren is niet gerealiseerd.
17
Het door het AKO vastgestelde normenkader op het gebied van Privacy en Beveiliging, als invulling van de bijlage Privacy en Beveiliging van de Wet Suwi.
132
Bijlage E: Schematisch overzicht wijzigingen wet- en regelgeving 2007 Het volgende overzicht bevat de voor CWI relevante wet en regelgeving die in 2007 is gewijzigd of ingevoerd en die van invloed is op de CWI-dienstverlening: Beleidsregels sollicitatieplicht werknemers WW 2007 inwerkingtreding: 1 januari 2007 In dit (gewijzigde) besluit is de sollicitatieplicht voor WW-gerechtigden ingevuld. Iedere werknemer wordt, in nauwe samenwerking tussen CWI en UWV, op individueel niveau begeleid naar werk. Voor de werknemer met een korte afstand tot de arbeidsmarkt zal CWI die begeleiding op zich nemen. UWV zal de werknemers met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt begeleiden. Met iedere werkloze werknemer worden schriftelijke afspraken gemaakt waarin is vastgelegd welke inspanning van hem verwacht worden en welke inspanningen CWI en UWV daartegenover stellen. Na verloop van tijd wordt deze afspraak geëvalueerd. De evaluatie dient er om te beoordelen of de afspraken bijgesteld moeten worden. Bij onvoldoende inspanningen door de werkzoekende, zal zo nodig een kennisgeving aan UWV volgen die dan een maatregel oplegt. Wijziging van de Registratieregels CWI Inwerkingtreding: 1 januari 2007. De registratieregels van CWI zijn gewijzigd. De geldigheidsduur van de registratie is afhankelijk gesteld van de dienstverlening waarop de werkzoekende recht heeft en de partij die de regie daarbinnen voert. De registratie voor werkzoekenden die in het kader van de dienstverlening een vervolgafspraak hebben bij CWI, geldt tot de eerstvolgende afspraak met een maximum van drie maanden. De registratie voor werkzoekenden die een vervolgafspraak hebben bij UWV of gemeente, is afhankelijk van de lokale afspraken met deze partijen. Wijziging Uitvoeringsregels Wav (tewerkstellingsvergunning ingezeten derdelander) Inwerkingtreding: 4 januari 2007. Een vreemdeling met de nationaliteit van een staat die geen lidstaat is van de Europese Unie en die 5 jaar legaal verblijf heeft in een lidstaat van de Europese Unie, kan de status van langdurig ingezetene krijgen. Met deze status kan hij zich legaal vestigen in een andere lidstaat op voorwaarde dat hij over voldoende middelen van bestaan beschikt (beroep op bijstand is reden tot verblijfsbeëindiging). Voor wat betreft arbeid mag een lidstaat tot één jaar verblijf beperkende maatregelen opleggen. Nederland heeft deze richtlijn zo geïmplementeerd dat de Wet arbeid vreemdelingen gedurende het eerste jaar van verblijf volledig van toepassing is. De werkgever die een langdurig ingezeten derdelander te werk wil stellen, dient dan ook te beschikken over een tewerkstellingsvergunning. Wijziging Besluit uitvoering Wav Buitenlandse dienstverlenende bedrijven uit de Europese Unie (EU), die in Nederland werknemers willen inzetten die hier niet zonder meer mogen werken, hoeven straks niet langer een kopie van het identiteitsbewijs van deze werknemers over te leggen aan het CWI. Het kabinet komt met dit besluit tegemoet aan de wens van de Europese Commissie voor minder en eenvoudiger regels voor dienstverleners. De versoepeling geldt ook voor dienstverleners uit IJsland Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland. Het overleggen van een kopie van het
133
identiteitsbewijs is een onderdeel van de meldingsplicht, het z.g. notificatiesysteem. Het kabinet heeft ook besloten dat kopieën van een verblijfs- en werkvergunning hier alleen nog maar nodig zijn voor werknemers uit niet EUlanden, de zogenoemde ‘derde landen’. Uiteraard moet er dan in het eigen land van de dienstverlener wel zo’n vergunningsplicht gelden. Deze situatie doet zich bijvoorbeeld voor bij Oekraïense werknemers van een Poolse dienstverlener die in Nederland komen werken. Verder worden de regels ook in een ander opzicht eenvoudiger. Asielzoekers die stage lopen voor een beroepsopleiding, hebben daarvoor niet meer een tewerkstellingsvergunning nodig. De maatregelen vergen een wijziging van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen. Wijziging Besluit beleidsregels ontslagtaak CWI Inwerkingtreding: 1 maart 2007, 12 april 2007 (werkt terug tot en met 1 april 2007) resp. 18 oktober 2007 (werkt terug tot en met 1 oktober 2007). In 2007 zijn de Beleidsregels ontslagtaak CWI enkele malen aangepast aan gewijzigde regelgeving dan wel voortschrijdende inzichten. Modernisering Wsw Inwerkingtreding:1 januari 2008 De modernisering van de Wet sociale werkvoorziening is er op gericht de wet exclusief te behouden voor personen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische handicap van dusdanige aard dat het verrichten van arbeid onder onaangepaste omstandigheden niet meer mogelijk is. Voor hen moeten gemeenten werkplekken op maat zoeken, bij voorkeur bij een gewone werkgever (begeleid werken). Om dit te stimuleren wordt de financieringsstructuur van de Wsw aangepast. Voor werkgevers wordt het aantrekkelijker een Wsw’er in dienst te nemen. Als zij een begeleide werkplek aanbieden lopen zij geen financieel risico bij ziekte of arbeidsongeschiktheid. Deze zogenaamde no-riskpolis wordt uitgebreid en geldt straks permanent in plaats van vijf jaar. Het kabinet wil verder de rechten van Wsw’ers versterken. Zo moeten mensen die een Wsw-indicatie krijgen, binnen een jaar een aanbod ontvangen voor een arbeidsplaats die past bij hun capaciteiten. Daarnaast worden gemeenten gestimuleerd om voor mensen met een indicatie voor de Sociale werkvoorziening meer plekken te vinden voor begeleid werk bij gewone werkgevers. UWV wordt toegestaan, vooruitlopend op de inwerkingtreding van de betreffende bepalingen, reintegratieinstrumenten in te zetten voor Wsw-geïndiceerden die op de wachtlijst staan. Eenmalige gegevensuitvraag werk en inkomen / Digitaal klantdossier (DKD) Wie zich inschrijft als werkzoekende, of een uitkering aanvraagt, hoeft daar in de toekomst nog maar één keer zijn gegevens voor te verstrekken. Dat is het gevolg van het wetsvoorstel Eenmalige gegevensuitvraag dat is opgesteld in reactie op de aanbevelingen van de commissie Keller. Het wetsvoorstel verbiedt (via wijziging van de Wet Suwi en de materiewetten) de uitvoeringsorganisaties voor werk en inkomen om bij hun klanten gegevens op te vragen die al bij hen of bij andere uitvoeringsorganisaties bekend zijn. Onderdeel hierin is de invoering van een digitaal klantdossier (DKD). In fasen wordt ingevoerd dat bij de verschillende organisaties bekende gegevens van de klant binnen het domein worden ontsloten en (op termijn) er zelfs in resulteren dat een “omgekeerde intake”. Wordt gerealiseerd. Dat houdt in dat de burger bij een uitkeringsaanvraag al een (gedeeltelijk) vooringevuld
134
aanvraagformulier krijgt met die gegevens die l bekend zijn. Die gegevens hoeft hij alleen nog maar te controleren op juistheid en - waar nodig – te corrigeren of aan te vullen. In aansluiting op het implementatieplan DKD wordt een gefaseerde inwerkingtreding van het wetsvoorstel eenmalige gegevensuitvraag voorzien.
135
Bijlage F: Begrippenoverzicht ABS Adviseurs Bemiddelings Service (ABS) is een geautomatiseerd systeem voor het matchen van werkzoekenden en vacatures. AKO Het Algemeen Keten Overleg (AKO) bestaat uit vertegenwoordigers van het ministerie van UWV, CWI, VNG en Divosa. In het AKO maken ketenpartners afspraken met als doel het bevorderen van klant- en resultaatgerichte samenwerking in de keten van werk en inkomen. Arbeidsadviseur De arbeidsadviseur is verantwoordelijk voor het verstrekken van informatie en adviezen aan werkzoekenden inzake de mogelijkheden en instrumenten bij reïntegratie. De arbeidsadviseur is geen vertegenwoordiger van de gemeente, UWV of CWI maar een onafhankelijk adviseur die het streven heeft werkzoekende in staat te stellen zelf de regie te nemen voor reïntegratie op de arbeidsmarkt. Benchmarking CWI’s Ook in 2007 heeft CWI de prestaties van alle CWI-vestigingen door middel van interne benchmarking transparant gemaakt. Maandelijks wordt op basis van de belangrijkste prestatie-indicatoren een ranking van alle CWI-vestigingen gepubliceerd. Hierbij wordt een onderscheid gehanteerd tussen grote steden CWI’s, grote CWI’s, middelgrote CWI’s en kleine CWI’s. De grootte is gebaseerd op het aantal fte van de CWI-vestiging. Met de benchmark zorgt CWI ervoor dat de vestigingen scherp blijven en voortdurend worden uitgedaagd de prestaties te verbeteren en de efficiency te verhogen. Bedrijfsadviseur Sinds 2007 beschikt CWI over bedrijfsadviseurs. Deze ‘accountmanagers’ vormen de schakel tussen complexe vragen van werkgevers en onze dienstverlening op de vestigingen. Bedrijfsadviseurs onderhouden intensieve contacten met werkgevers en brancheorganisaties en zijn daarmee de voelsprieten van onze dienstverlening aan werkgevers. BSN Burger Service Nummer (opvolger van het Sociaal Fiscaal nummer). BVG CWI, UWV en gemeenten werken lokaal samen in het bedrijfsverzamelgebouw (BVG), een gezamenlijk onderkomen. Dit leidt tot een optimale afstemming van de processen en dienstverlening. Doelstelling is om in zoveel mogelijk gemeenten een BVG te realiseren. Ook andere partijen op het gebied van werk en inkomen zijn welkom in een BVG. Competentie Test Centrum (CTC) In een Competentie Test Centrum (CTC) kan een werkzoekende onder begeleiding van een adviseur competentietests maken. De resultaten van deze tests bieden de werkzoekenden inzicht in zijn interesses, capaciteiten, vaardigheden en persoonlijke kwaliteiten. Hierdoor kan de werkzoekende mogelijk sneller geschikte vacatures vinden en zich makkelijker en beter presenteren bij werkgevers. Ook kan een werkgever met informatie over de competenties van een werkzoekende beter zien of een baan en het bedrijf bij de werkzoekende passen.
136
CWI Service Telefonisch kunnen werkzoekenden eenvoudige vragen stellen over een vacature op werk.nl of over documenten die zij moeten meenemen wanneer zij een vestiging gaan bezoeken. In 2007 heeft CWI het telefonieverkeer gecentraliseerd via zes regionale call centers van CWI Service. Hiermee werden veel vragen van werkzoekenden snel beantwoord en efficiënt doorverwezen naar de juiste CWIvestiging. DigiD DigiD is de inlogcode waarmee de burger zich kan legitimeren voor alle overheidsdiensten op internet (www.digid.nl). CWI neemt hieraan deel. Digitaal klantdossier (DKD) CWI, UWV en gemeenten leggen veel gegevens van hun klanten vast in hun geautomatiseerde systemen. Via het Digitaal Klantdossier werk en inkomen worden veel van deze gegevens ontsloten voor de klant (via internet) en de medewerkers van CWI, UWV en de gemeenten (via Suwinet). Het DKD maakt het mogelijk dat gegevens van klanten eenmalig worden uitgevraagd en vervolgens worden hergebruikt. EURes CWI maakt deel uit van EURopean Employment Service (EURes). Dit is een Europees netwerk van arbeidsbemiddelingsorganisaties. CWI’s afdeling EURes doet aan grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling en geeft voorlichting aan werkgevers en werkzoekenden. EVC CWI participeert in de ontwikkeling van het project Erkennen Verworven Competenties (EVC) dat gelieerd is aan het Kenniscentrum EVC. Competenties is de verzameling van kennis, vaardigheden en persoonlijke kenmerken waar iemand over moet beschikken om goed en succesvol te kunnen functioneren in een baan. Het EVC-project richt zich op het opdoen van praktijkervaring en kennisverspreiding met betrekking tot de (h-)erkenning van verworven competenties van werkzoekenden, in het bijzonder voor de groep werkzoekenden met een zwakke arbeidsmarktpositie. IDW Internationale Diplomawaardering (IDW) is een instrument dat kan worden ingezet voor de werkzoekende die in het bezit is van een buitenlands diploma, of voor de werkzoekende die een niet voltooide buitenlandse opleiding heeft gevolgd. Aan de hand van een internationale diplomawaardering krijgt de cliënt zicht op welke manier hij of zij de arbeidsmarkt kan betreden en welke (scholings-)instrumenten eventueel nodig zijn. Inschrijven via internet CWI biedt werkzoekenden de mogelijkheid om via werk.nl de persoonlijke gegevens aan te leveren voor het inschrijven voor werk en de aanvraag voor een WW-uitkering. Kansverkenner De Kansverkenner op werk.nl geeft een werkzoekende inzicht in zijn kansen om in zijn provincie werk in een bepaald beroep te vinden en geeft direct potentiële vacatures aan.
137
Krapte-indicator De CWI Krapte-indicator op werk.nl geeft aan hoe gespannen de arbeidsmarkt is en wordt als volgt berekend: het aantal bij het CWI openstaande vacatures gedeeld door het aantal niet-werkende werkzoekenden dat korter dan zes maanden ingeschreven staat. De CWI Krapte-indicator heeft alleen betrekking op de beroepsgroepen tot en met mbo-niveau. Leer-werk loketten Gemeenten, CWI en regionale opleidingscentra werken samen om een netwerk van leerwerkloketten op te zetten. Daar kunnen bedrijven, werkenden en werkzoekenden terecht voor informatie over leren en werken. Adviseurs beantwoorden onder meer vragen over duale trajecten, EVC (Erkenning van Verworven Competenties) en subsidiemogelijkheden Matchacties op vacatures Het aantal door werkzoekenden in werk.nl uitgevoerde matchacties op vacatures, waarbij de door werkzoekenden zelf in werk.nl ingevoerde CV’s en wensen zijn gematched met in werk.nl geregistreerde vacatures van werkgevers. Matchacties op CV’s Het aantal door werkgevers in werk.nl uitgevoerde matchacties op CV's, waarbij de door werkgevers zelf in werk.nl ingevoerde vacatures zijn gematched met in werk.nl geregistreerde CV’s en wensen van werkzoekenden. MIP Het Management Informatie Portaal (MIP) bevat de managementinformatie over de prestaties van CWI op hoofddoelstellingen, de prestatie-indicatoren van CWI en de productie die CWI levert. Het MIP geeft op een toegankelijke manier informatie over prestaties tot op vestigingsniveau. Multichanneling CWI-dienstverlening wordt via meerdere kanalen (multichanneling) aangeboden (internet, telefonie of persoonlijk op de vestiging). Deze diensten zijn voor de klant direct en overal beschikbaar. De klant kan zelf kiezen welk kanaal wordt gebruikt. Belangrijkste doelstelling is een optimale klantrelatie via de integratie van kanalen, diensten en werkprocessen waardoor de dienst op het juiste moment via het juiste kanaal bij de klant terechtkomt. Niet-werkende werkzoekenden Bij CWI ingeschreven werkzoekenden zonder werk of die minder dan 12 uur per week werken. Preventiequote (WW of Wwb) De preventiequote geeft het percentage weer van potentieel uitkeringsgerechtigden dat uitstroomt zonder overgedragen te zijn aan UWV of gemeenten. Routering A/B Iedere werkzoekende kan werk zoeken (Route A), tenzij er sprake is van zware persoonlijke belemmeringen die langere tijd gaan duren. Dan komt de cliënt in Route B. Belemmeringen kunnen zijn persoonlijke presentatie, schulden, verslaving, lichamelijke, psychische of sociale problemen en woonsituatie. SONAR SONAR is het nieuwe informatiesysteem van CWI dat alle werkprocessen rondom de werkzoekende ondersteunt.
138
Startkwalificatie Elke jongere tot 23 jaar die zonder startkwalificatie het onderwijs verlaat wordt aangemerkt als een voortijdig schoolverlater. Ook leerlingen tot 23 jaar die langer dan een maand zonder reden van school wegblijven, worden aangemerkt als voortijdig schoolverlater. Een startkwalificatie wordt behaald met het succesvol afronden van het Havo of het Vwo, of met het behalen van een diploma van een opleiding op niveau 2 van de basisberoepsopleiding. Tewerkstellingsvergunning (Twv) Werkgevers moeten een Twv aanvragen bij CWI voor werknemers van buiten de EU of uit nieuwe EU-lidstaten. Toonkamer Experimentele samenwerkingsvorm van CWI, UWV en gemeente waarbij de klant centraal staat en gewerkt wordt vrij van organisaties, achtergronden en procedures. Een klantregisseur onderhoudt alle klantcontacten en regelt diensten en middelen. Ervaringen uit de Toonkamers vormen de basis voor de geïntegreerde ketendienstverlening. Transparantiebereik (marktbereik) vacatures Aantal op werk.nl en via de CWI-vestigingen ingediende vacatures ten opzichte van het totaal aantal ontstane vacatures in Nederland in een kwartaal of jaar, zoals gemeten door het CBS. Uitstroomquote (WW of Wwb) De uitstroomquote meet het percentage uitkeringsgerechtigden dat is overgedragen aan UWV of gemeenten en binnen zes maanden is uitgestroomd. Verbetermeter Het oordeel van de klant staat centraal bij CWI. In de Verbetermeter wordt periodiek het oordeel van de klant gemeten. Op landelijk, regionaal, lokaal en op persoonlijk niveau. Hierdoor wordt de hele organisatie voortdurend een spiegel voorgehouden en worden verbetermogelijkheden inzichtelijk. WERKbedrijf CWI, het WERKbedrijf van UWV, met deze werktitel wordt het fusieproces tussen CWI en UWV ingezet. CWI en het onderdeel WERK van UWV vormen tezamen het nieuwe UWV-onderdeel. Op 1 januari 2009 gaat het nieuwe onderdeel van start met de volgende kernfuncties: bemiddeling en re-integratie, leveren van publieke arbeidsvoorzieningsdiensten en het leveren van services op het terrein van werk en inkomen. Werkloze beroepsbevolking Alle mensen zonder werk (of met werk van minder dan twaalf uur per week) die minstens twaalf uur per week willen werken, daarvoor direct beschikbaar zijn en bovendien actief zoeken naar werk (ongeacht of ze bij CWI staan ingeschreven). De cijfers betreffen de werkloze beroepsbevolking van 15-64 jaar. Werk.nl Werk.nl is CWI’s portal voor werk en inkomen. Werkzoekenden kunnen hier alles vinden over werk en inkomen, werkgevers kunnen hier geschikte kandidaten digitaal ontmoeten en vacatures plaatsen. Arbeidsmarktprofessionals vinden hier alle relevante data van de arbeidsmarkt, zowel nationaal, regionaal als lokaal. Wet Suwi Door de Wet Structuur Uitvoering Werk en Inkomen (Wet Suwi) en wijzigingen in verschillende wetten is de uitvoeringsstructuur van de (publieke)
139
arbeidsvoorziening en de sociale zekerheid ingrijpend gewijzigd. De opdracht is om te komen tot een op activering gericht stelsel waarin voorrang wordt gegeven aan werk. Taken die naar hun aard niet voor concurrentie in aanmerking komen, dienen publiek te worden georganiseerd. Voor taken waarvoor dit niet geldt, moet ruimte worden geboden voor private uitvoering als dit leidt tot een grotere effectiviteit voor werkzoekenden, werkgevers en werknemers. Wwb De Wet Werk en Bijstand (Wwb) is erop gericht iedereen die kan werken zo snel mogelijk weer aan een baan te helpen. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wwb. De rijksoverheid heeft in de wet vastgelegd waaraan gemeenten zich bij de uitvoering moeten houden. Op basis daarvan maakt elke gemeente eigen beleid.
140