KWARTAALRAPPORT VERANTWOORD BELEGGEN REAAL
Eerste kwartaal - 2015
Kwartaalrapport Verantwoord Beleggen – Q1 2015
Inhoud
1.
Introductie ..................................................................................................................... 2
2.
De lage olieprijs en het milieu ....................................................................................... 3
3
2.1
Waarom is dit belangrijk?........................................................................................ 3
2.2
Vraag en aanbod ..................................................................................................... 3
2.3
Het milieu: winnaar of verliezer? ............................................................................ 4
2.4
Voorbeelden van ‘nieuwe’ oliebronnen ................................................................... 5
2.5
Nieuwe uitsluitingen ............................................................................................... 2
2.6
Engagementoverzicht .............................................................................................. 4
2.7
Engagements ........................................................................................................... 6
2.8
Publicaties en evenementen ................................................................................... 7
2.9
Stemtabel ................................................................................................................. 8
2.10
Het Europese Best-in-Class Product ........................................................................ 9
Appendix .......................................................................................................................13 3.1
Huidige uitsluitingen (bedrijven)............................................................................13
3.2
Huidige uitsluitingen (landen) ................................................................................14
1
Kwartaalrapport Verantwoord Beleggen – Q1 2015
1. Introductie De uitvoering van het verantwoorde beleggingsbeleid is door REAAL uitbesteed aan ACTIAM. In dit rapport doet ACTIAM verslag over het afgelopen kwartaal.
Het is een eer het voorwoord in deze uitgave van het ESG-kwartaalbericht van ACTIAM te mogen doen. Zeker in dit soort interessante tijden. Deze uitgave gaat onder andere in op de olie en gas sector. Recent zag ik een video van de bekende milieuactiviste Naomi Klein. Zij zei dat de lage olieprijs een kadootje is in de oorlog tussen het milieu en het kapitalisme. Want dan zijn de oliemaatschappijen minder winstgevend en blijft er meer olie in de grond. Dat klopt, maar ik vraag me toch oprecht af of het milieu er mee gediend is. In de US zie je nu al een toename in de vraag naar benzineslurpende SUV’s. Overigens denk ik dat kapitalisme en milieu juist zoveel mogelijk moeten samen gaan. Kapitalisme betekent dat het meeste geld vloeit naar investeringen die het meest opleveren. Bij een hoge olieprijs zijn dat energiebesparende maatregelen en alternatieve energie, zoals wind en zon. Bij de huidige olieprijs komen dat soort initiatieven nauwelijks van de grond. Intussen spreken wij als beleggers de bedrijven aan op hun verantwoordelijkheid. ACTIAM is een van de grotere vermogensbeheerders in Nederland die haar stem laat horen. Bovendien hebben we een flink zichtbaar profiel in de media. Beide factoren zorgen ervoor dat wij gezien worden als een serieuze, maar kritische aandeelhouder. Met name in Nederland spreken wij dan ook de bedrijven op het hoogste niveau aan. Recentelijk zaten we rond de tafel met de CFO van Shell. Naast veel financiële informatie over de gevolgen van de lagere olieprijs en Shell’s acties daarop, hebben wij ook de issue artic oil op tafel gelegd. Een hot item en een hekel onderwerp. Zelf zegt Shell zich bijzonder bewust te zijn van de gevoeligheid van het gebied voor eventuele rampen. En dat ze daarom veel veiligheidsmaatregelen nemen. Toch blijven wij kritisch. We voeren gesprekken met Shell en andere oliebedrijven en onderzoeken welke activiteiten ze precies ondernemen. Als de risico’s voor het milieu te groot zijn, nemen we maatregelen. Het is goed om in deze heikele discussie beide kanten van het onderwerp te horen en ons niet laten meeslepen in discussies die inspelen op de emotie met plaatjes van huilende ijsberen. Binnen de afdelingen ESG en portefeuille management worden deze standpunten dan ook uitgewisseld. Een prachtig voorbeeld van ware integratie tussen deze twee afdelingen. Nadenkende over de uitspraken van mevrouw Klein en de gesprekken met Shell, kijk ik intussen op de verbruiksmeter van mijn auto. Een blij gevoel maakt mij meester als ik een nieuw laagterecord heb bereikt. Zo erg zelfs dat ik er een foto van heb gemaakt. Of de olieprijs nu laag is of niet: dit is altijd winst voor het milieu. Ik wens u veel leesplezier in deze nieuwe uitgave van het ESG-kwartaalrapport. Corné van Zeijl Portfoliomanager Nederlandse aandelen
2
Kwartaalrapport Verantwoord Beleggen – Q1 2015
2. De lage olieprijs en het milieu 2.1 Waarom is dit belangrijk? Onze welvaart is de afgelopen eeuw in een ongekend tempo gegroeid. In het Nederland van vandaag betekent dit dat er weinig mensen zijn zonder mobiele telefoon, computer, tv en andere producten waarvoor veel grondstoffen nodig zijn. Daarnaast reizen we vaker en verder. Voor al deze producten halen we grondstoffen uit onze aarde die niet onbeperkt beschikbaar zijn. Hoewel de grotere welvaart ons veel goeds heeft gegeven, zetten we ook meer druk op de aarde. Als we de groeiende wereldbevolking willen blijven voeden en in een prettige omgeving willen blijven wonen, zullen we dat op een verantwoorde manier moeten doen. ACTIAM en haar partners, zoals ASN, Zwitserleven, SNS Bank en Reaal, willen bijdragen aan de ontwikkeling van een duurzame wereld. Voor ons als beleggers betekent dit dat we een langetermijnvisie moeten hebben. Olie, bijvoorbeeld, is op de korte termijn onmisbaar. Maar op de lange termijn is er niet genoeg van. We zullen daarom, ondanks de lage olieprijs, blijven werken aan de ontwikkeling van schone energie. Met het uiteindelijke doel: het realiseren van een koolstofarme economie. 2.2 Vraag en aanbod De lage olieprijs was in het eerste kwartaal van 2015 een groot thema voor beleggers. Binnen een half jaar halveerde de olieprijs, om in januari op het laagste niveau in bijna zes jaar te komen. Inmiddels is de prijs weer een paar dollar gestegen, maar nog lang niet terug op het oude niveau. Er zijn veel zaken van invloed op de olieprijs. Bijvoorbeeld politieke ontwikkelingen, zoals het akkoord over het atoomprogramma in Iran of de onrust in het Midden-Oosten. Ook de stand van de wereldeconomie en het weer, zoals natuurrampen, kunnen de prijs beïnvloeden. Daarnaast is de prijs natuurlijk afhankelijk van hoeveel olie er beschikbaar is (het aanbod). Dat aanbod is er op dit moment meer dan genoeg. OPEC, de organisatie van olie-exporterende landen, kondigde vorig jaar aan dat het haar productie niet zou verlagen. In de OPEC zitten landen zoals Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten. Als deze landen minder olie gaan produceren, gaat de prijs weer omhoog. Maar zij willen niet alleen die verantwoordelijkheid dragen. Andere landen, zoals Canada, Noorwegen en de Verenigde Staten produceren namelijk ook heel veel olie. Als alleen de landen in OPEC de productie verlagen, verliezen zij marktaandeel. De andere landen leveren dan niets in. Het gevolg is dat al deze landen op volle kracht blijven produceren. Naast het aanbod is ook de vraag naar olie belangrijk. Over het algemeen groeit die vraag, bijvoorbeeld door de groei van de wereldbevolking. Maar veel landen hebben door de crisis nog weinig economische groei. Hun vraag naar olie is daardoor ook laag. Deze situatie leidt tot overproductie: landen produceren meer olie dan er gevraagd wordt. Met als gevolg dat de prijs laag is. En volgens veel experts voorlopig ook laag blijft.
3
Kwartaalrapport Verantwoord Beleggen – Q1 2015
2.3 Het milieu: winnaar of verliezer?
Blijft ACTIAM ondanks de lage olieprijs investeren in schone energie? Ja, want ACTIAM wil de opmars van duurzame energie en energiebesparing ondersteunen. Wij nemen in ons beleid een langetermijnvisie aan en geloven dat duurzame energie nodig is. We selecteren in onze aandelenportefeuille heel bewust bedrijven die deze visie ondersteunen. Daarnaast investeren we door middel van ‘groene obligaties’ veel in hernieuwbare energie. Bijvoorbeeld de climate awareness bond van de Europese Investeringsbank (EIB). Het grootste deel van deze obligaties wordt besteed aan hernieuwbare energie. Ook projecten voor energieefficiëntie en duurzaam transport worden ermee gefinancierd. Ten slotte speelt energieverbruik en het gebruik van schone energie een grote rol in de engagementgesprekken die wij voeren met bedrijven.
De lage olieprijs heeft winnaars en verliezers. Winnaars zijn bijvoorbeeld consumenten, die goedkoper olie kunnen kopen. Ook een groot deel van het bedrijfsleven profiteert. Bedrijven kunnen hun producten goedkoper in elkaar zetten en maken daardoor meer winst. Consumenten en bedrijven kunnen hierdoor meer geld uitgeven, wat weer goed is voor de economie. Verliezers zijn er ook genoeg. Bijvoorbeeld de landen die olie produceren en bedrijven in de oliesector. Zij maken minder winst als de olieprijs laag is. Dit heeft een effect op de hele sector, dus ook de bedrijven die vaak opdrachten doen voor grote namen als BP en Shell. Een belangrijke speler in dit verhaal is het milieu. Is dat een winnaar of een verliezer? In eerste instantie lijkt het milieu een verliezer te zijn. Omdat de olie nu goedkoop is, zullen consumenten andere keuzes maken. Bijvoorbeeld iemand die de auto neemt in plaats van de trein, omdat de benzine goedkoper is dan een treinkaartje. En als een reis naar Bali ineens een stuk betaalbaarder is, zullen meer mensen die reis gaan boeken. Ook bedrijven maken andere keuzes. Als de olie duur is, is het aantrekkelijk voor bedrijven om andere vormen van energie te onderzoeken. Bijvoorbeeld zonne- of windenergie, of elektrische auto’s. Bij een lage olieprijs hebben ze die prikkel minder. Als de prijs lang laag blijft, blijven we dus langer afhankelijk van olie. Maar er is ook een andere kant van het verhaal. Lange tijd waren oliebronnen relatief makkelijk te bereiken. Die makkelijke plekken raken nu op. Bedrijven moeten dus op zoek naar nieuwe bronnen. Deze nieuwe bronnen zijn vaak moeilijker te bereiken. Of het is technisch gezien moeilijk om de olie uit de grond te halen. De risico’s voor het milieu zijn dan meestal groter dan bij de oude oliebronnen. Dit alles zorgt ervoor dat het duur is om olie uit die bronnen te halen. Als de olieprijs lang laagt blijft, worden dit soort projecten te duur om mee door te gaan. Dat is dan weer winst voor het milieu. Het zou dus het beste zijn als de olieprijs zo laag is dat die nieuwe projecten niet worden doorgezet, maar zo hoog dat genoeg bedrijven schone energie kiezen. Volgens sommige economen zou de olieprijs dan tussen de $60 en $80 per vat moeten liggen. In het eerste kwartaal van 2015 is de olieprijs nog niet boven die $60 gekomen.
4
Kwartaalrapport Verantwoord Beleggen – Q1 2015
2.4 Voorbeelden van ‘nieuwe’ oliebronnen
Schaliegas en –olie
Olie uit teerzanden
Olie uit het Arctisch gebied
Schalie-olie (of gas) zit vast in gesteente onder de grond. Dit soort olie kan niet simpelweg naar boven gepompt worden. Om deze olie uit de grond te krijgen gebruiken bedrijven een speciale techniek: fracken. Dit betekent dat er onder hoge druk vloeistof in de bodem gepompt wordt. Er komen dan kleine scheurtjes in het gesteente, waardoor de olie loskomt. Ook in Nederland wordt deze techniek gebruikt, namelijk bij gasboringen door de NAM.
Teerzand bestaat uit klei, water, zand en zogenaamde ‘bitumen’. Bitumen is een zware, dikke soort olie. Ook deze olie kan niet gelijk uit de grond gepompt worden. Het teerzand wordt door mijnbouw uit de grond gehaald, of het wordt eerst gesmolten met stoom en dan alsnog naar boven gepompt. Het winnen van olie uit teerzanden is controversieel door de risico’s op milieuvervuiling. Daarnaast komen er veel broeikasgassen vrij en is er veel water nodig.
Veel oliebedrijven zien het Arctisch gebied als de volgende stap in oliewinning. Door de extreme omstandigheden die in dit gebied kunnen voorkomen is het uitdagend om er te boren. Denk daarbij aan kou en ijs, veel donkere dagen en de grote afstand tot de kust. Hierdoor is het moeilijk om te reageren als er iets misgaat, of olie op te ruimen als er een lek is. Door de lage olieprijs hebben veel bedrijven projecten in het Arctisch gebied uitgesteld.
Informatie die voor ons belangrijk is, is bijvoorbeeld het gebied waarin bedrijven fracken, de chemicaliën die ze daarbij gebruiken en hoe ze hun risico’s beheersen. En de lange termijn gevolgen voor de omgeving.
Bij onderzoek naar bedrijven die olie uit teerzanden halen, kijken we bijvoorbeeld naar het gebied waarin ze dat doen, of ze zuinig omgaan met water en of ze een goed milieubeleid hebben.
Relevante informatie bij dit soort projecten is de locatie (lokale weersomstandigheden), samenwerkingen met andere bedrijven, risicomanagement (‘operationele excellentie’) en transparantie over olielekkages.
Ons beleid ACTIAM voorziet op de lange termijn een stijging van de energieprijzen. Door de groei van de wereldbevolking en welvaart groeit de vraag naar energie, terwijl er steeds minder fossiele brandstoffen beschikbaar zullen zijn. Om ons milieu te beschermen en ook in de toekomst genoeg energie te hebben is een energietransitie noodzakelijk. Dit betekent dat we overgaan naar meer duurzame vormen van energie. Bijvoorbeeld wind- of zonne-energie. Om deze transitie te bevorderen heeft ACTIAM een energietransitiebeleid opgesteld. Op dit moment is de wereld nog afhankelijk van olie. We stoppen daarom niet meteen met het beleggen in oliebedrijven. Wel houden we alle bedrijven goed in de gaten en zijn we extra kritisch als het gaat om risicovolle vormen zoals fracking, teerzanden of Arctische olie. We beleggen alleen in die bedrijven als ze aan strenge criteria voldoen. Als een bedrijf onverantwoorde risico’s dreigt te nemen, gaan we het gesprek aan. Als het bedrijf geen verbetering laat zien, sluiten we het uit. We willen niet beleggen in bedrijven die onvoldoende bijdragen aan de energietransitie. Om die reden hebben wij bijvoorbeeld vier Amerikaanse bedrijven uitgesloten: DTE Energy, MDU Resources en Integrys Energy Group. Deze bedrijven hadden geen geloofwaardig programma om hun CO2-uitstoot naar beneden te brengen. Daarnaast stimuleren we de groei van hernieuwbare energie. Dit doen we door in de bedrijven te investeren die hierin voorop lopen, maar ook door deze informatie mee te nemen in onze engagements en bij het stemmen op aandeelhoudersvergaderingen.
5
Kwartaalrapport Verantwoord Beleggen – Q1 2015
1
Kwartaalrapport Verantwoord Beleggen – Q1 2015
2.5 Nieuwe uitsluitingen Alle organisaties waarin we beleggen worden onderzocht op milieu-, sociaal en bestuurlijk gebied. De beoordelingscriteria voor deze onderwerpen staan in onze Fundamentele Beleggingsbeginselen. Deze hebben betrekking op mensenrechten, fundamentele arbeidsrechten, corruptie, milieuvervuiling, wapens en productintegriteit. De Fundamentele Beleggingsbeginselen komen voort uit internationale verdragen, overeenkomsten en ‘best practices’ en zijn te vinden op onze website. Figuur 1 op de volgende pagina geeft een overzicht weer van de huidige uitsluitingen per onderwerp. Het onderzoeken van bedrijven heeft in het eerste kwartaal drie nieuwe uitsluitingen opgeleverd:
G4S PLC Bij G4S vonden de afgelopen jaren meerdere controverses met betrekking tot mensenrechtenschendingen plaats. We zijn met het bedrijf in gesprek gegaan. Er werden verbeteringen doorgevoerd in het beleid. Toch ontbrak er nog een aantal zaken, zoals opleidingen voor het personeel op dit gebied en goede rapportage. Op dit moment kan het bedrijf ons niet voldoende zekerheid geven dat dergelijke controverses niet opnieuw zullen voorkomen. Er lopen daarnaast officiële onderzoeken naar het bedrijf. We wachten het resultaat van deze onderzoeken af en blijven monitoren hoe het bedrijf omgaat met mensenrechten.
Petróleos Mexicanos (PEMEX) We zijn met dit Mexicaanse bedrijf in gesprek gegaan omdat er relatief veel dodelijke ongelukken gebeuren. Ook in verhouding tot vergelijkbare grote oliebedrijven. Het bedrijf gaf aan verbeteringen in het beleid te hebben doorgevoerd, maar dit verminderde het aantal ongelukken niet. We houden in de gaten of er verbeteringen optreden.
Dassault Aviation We sloten Dassault uit omdat het een aandeel van bijna 26% heeft in Thales. Thales is door ACTIAM uitgesloten in verband met betrokkenheid bij de bouw van kernwapens.
In het eerste kwartaal van 2015 werd één bedrijf ingesloten:
Computer Sciences Corporation Dit bedrijf was eerder uitgesloten in verband met betrokkenheid bij controversiële wapens via een joint venture. Computer Sciences Corporation is niet meer bij deze joint venture betrokken en overtreedt daarmee niet langer onze Fundamentele Beleggingsbeginselen.
2
Kwartaalrapport Verantwoord Beleggen – Q1 2015
Huidige uitsluitingen Voor een volledig overzicht van de bedrijven die per 31 maart uitgesloten zijn van het beleggingsuniversum verwijzen we u naar Sectie 3.1 van de Appendix.
Figuur 1: uitsluitingen gesorteerd naar onderwerp. Sommige bedrijven zijn om meerdere redenen uitgesloten, daarom is het totaal van deze tabel hoger dan het totaal aantal uitgesloten bedrijven. Aantal uitgesloten bedrijven per 31-03-2015
Klant- en productintegriteit Fundamentele arbeidsrechten
Mensenrechten
Milieuvervuiling
1
3
5
11
Controversiële wapens
34
3
Kwartaalrapport Verantwoord Beleggen – Q1 2015
2.6 Engagementoverzicht De gesprekken die wij voeren met bedrijven vormen een belangrijk onderdeel van het verantwoord beleggingsbeleid. Door middel van deze gesprekken, ook wel ‘engagement’ genoemd, stimuleren we bedrijven om duurzamer te werk te gaan. Op die manier kunnen we risico’s voor het milieu en de samenleving beperken. Als er al een voorval is geweest, gaan we de dialoog aan om te achterhalen wat de oorzaak was. En wat het bedrijf doet om nieuwe voorvallen te voorkomen. We kijken tijdens zo een dialoog kritisch naar het beleid en het gedrag van het bedrijf, maar nog belangrijker is dat we verbeterpunten onder de aandacht brengen. Figuur 2 en 3 geven weer hoe onze engagement-activiteiten verdeeld zijn, naar regio en sector.
Figuur 2 en 3 Regio's
Sectoren
8% (2)
21% (5)
8% (2) 17% (4)
29% (7)
13% (3)
75% (18)
29% (7)
Europa
Mijnbouw Olie & gas Diversen
NoordAmerika
Voeding
Azië / Pacific
Kapitaalgoeder
Natuurlijk kijken we naar het verloop van die dialoog. We beoordelen het succes van onze inspanningen op twee onderdelen. Onder de “kwaliteit in het algemeen” valt de relatie met het bedrijf: stelt het zich voldoende open op en is het bereid om in gesprek te gaan met de aandeelhouders? Het onderdeel “voortgang” gaat over het werkelijke aantal stappen dat door het bedrijf zijn gezet tussen het bespreekbaar maken van onze zorgen en het maken van concrete verbeteringen in beleid en gedrag. Figuur 4 en 5 (op de volgende pagina) geven de kwaliteit van de engagements weer.
4
Kwartaalrapport Verantwoord Beleggen – Q1 2015
Figuur 4: verdeling engagements naar algemene kwaliteit
70% 17
60%
14
50% 40% 8
30%
7
20% 3
10%
2
0% Goed
Gemiddeld
31-12-2014
Slecht
31-3-2015
Figuur 5: verdeling engagements naar voortgang
15
10
5
0 Mijlpaal 1
Mijlpaal 2
Mijlpaal 3
31-12-2014
Mijlpaal 4
31-3-2015
5
Mijlpaal 5
Kwartaalrapport Verantwoord Beleggen – Q1 2015
2.7 Engagements Met olie- en gasbedrijven voeren wij veel en langlopende dialogen. Er zijn namelijk onderwerpen die altijd relevant zijn. Denk daarbij aan veiligheid van de medewerkers of risico’s voor het milieu. Daarnaast zijn er geregeld thema’s die onze aandacht trekken. Deze thema’s onderzoeken we verder. Als het nodig is, gaan we nieuwe gesprekken aan. Een van die thema’s op dit moment is het boren naar olie in Arctisch gebied. We vinden het belangrijk om goed onderzoek te doen. Op die manier kunnen we per bedrijf beslissen of het voldoet aan onze eisen. Op het thema Arctische olie werken wij samen met een groep andere beleggers. Dit gebeurt via de Principles for Responsible Investment (PRI). Met deze groep beleggers spreken we elf olie- en gasbedrijven aan.* De elf bedrijven die we aanspreken zijn allemaal actief in de noordpoolcirkel (Arctisch gebied). Deze dialoog is in 2014 begonnen. Daarbij verzamelden we eerst informatie. We keken bijvoorbeeld op welke plekken de bedrijven precies naar olie (willen) boren. We vragen ze welke veiligheidsmaatregelen ze nemen. En hoe ze risico’s beperken. Deze fase is in het eerste kwartaal van 2015 afgerond. De plek waar een bedrijf boort is belangrijk, omdat er veel verschillen zijn binnen het Arctisch gebied. Niet overal ligt bijvoorbeeld even veel ijs: in sommige gebieden zelfs niets. Daarnaast verschilt het per plek hoelang het donker is en wat de afstand is tot de kust. De kou, hoeveelheid donkere dagen en afstand tot de kust hebben allemaal invloed op de risico’s die een bedrijf loopt. Van de elf bedrijven die we spraken, weten we nu waar ze actief zijn. En welke maatregelen ze nemen om het risico op milieuvervuiling te beheersen. We vroegen ze ook wat hun plannen zijn de komende tijd. ACTIAM sluit bedrijven niet gelijk uit als ze boren in de noordpoolcirkel. Omdat het vaak effectiever is om een gesprek aan te gaan. Maar ook omdat de risico’s voor het milieu dus niet overal even groot zijn. Het wordt voor ons wel een probleem als bedrijven in dit gebied off-shore naar olie boren, zonder dat ze hier de kennis of goede technieken voor hebben. Ook het niet rapporteren over olielekkages is voor ons een reden om niet te beleggen. Op basis van de informatie die de bedrijven ons gaven, onderzoeken we op dit moment wat zij kunnen verbeteren. We willen bijvoorbeeld dat sommige van deze bedrijven transparanter worden over de samenwerkingen met andere olie- en gasbedrijven. Als een ‘goed’ bedrijf samenwerkt met een bedrijf dat niet aan onze eisen voldoet, willen we dat natuurlijk wel weten. Ook nu de olieprijs laag is en veel bedrijven deze projecten pauzeren, blijven we onderzoek doen en gesprekken voeren.
*ENI, Repsol, Exxon, Shell, BP, Statoil, Chevron, ConocoPhilips, Tullow Oil, Lundin en OMV.
6
Kwartaalrapport Verantwoord Beleggen – Q1 2015
2.8 Publicaties en evenementen Publicaties ACTIAM heeft in het eerste kwartaal van 2015 de onderstaande artikelen op ESG-gebied gepubliceerd:
Maand Januari
Auteur Manuel Adamini
Medium IEX.nl
Titel (link) Apple: noblesse oblige
Februari
Geïnterviewden: Dennis van der Putten en Florus van Meijl
Advance Magazine
How investors implement ESG
Geïnterviewden: Dennis van der Putten en Florus van Meijl
RTLnieuws.nl
Hoe beleggers omgaan met ESG
Manuel Adamini
PensioenPro 03/2015
Manuel Adamini, Bas Wetzelaer Manuel Adamini, Maxime Molenaar
IEX.nl
Hoe beleggers kunnen helpen Duurzaamheid is geen keuze meer Het kán verantwoord
Maart
IEX.nl
Publieke optredens ACTIAM heeft in het eerste kwartaal van 2015 in een actieve rol aan de onderstaande evenementen op ESG-gebied deelgenomen:
Maand
Deelnemer
Organisatie
Maart
Johan Idema
Green Bond Principles AGM, door International Capital Markets Association Bank of America – Merrill Lynch
Manuel Adamini
Evenement & locatie (link) Green Bond Principles: first Annual General Meeting & Conference
Vorm
Onderwerp
Panellid
Green bonds
2015 EMEA DCM and Treasury conference 2015
Panellid
Green bonds
7
Kwartaalrapport Verantwoord Beleggen – Q1 2015
2.9 Stemtabel
Stemoverzicht Q1 2015 Aantal vergaderingen waar is gestemd
Q1
Stemmen VOOR het bestuur
9
Stemmen TEGEN het bestuur
11
Totaal aantal voorstellen
259
Stemmen VOOR
226
Stemmen TEGEN
33
Stemonthoudingen
0
Totaal aantal bestuursvoorstellen
253
Stemmen VOOR
226
Stemmen TEGEN
27
Stemonthoudingen Totaal aantal aandeelhoudersvoorstellen
0
Stemmen VOOR
0
Stemmen TEGEN
6
Stemonthoudingen
0
Q2
20
6
8
Q3
Q4
YTD
Kwartaalrapport Verantwoord Beleggen – Q1 2015
2.10 Het Europese Best-in-Class Product Voor het Europese Best-in-Class product wordt elk bedrijf langs onze duurzame meetlat gelegd. Daarbij selecteren wij alleen de meest toonaangevende bedrijven op milieu-, sociaal- en bestuursvlak (‘Best-in-Class’). Dit doen we met sectoronderzoeken: we maken per sector een rangorde van de bedrijven. Alleen de beste 40% van de in Europa genoteerde bedrijven in die sector keuren we goed als mogelijke belegging. ‘Best-In-Class’ wordt door REAAL in haar beleggingsverzekeringen gehanteerd voor alle actief beheerde Europese aandelen. Deze rangorde komt tot stand door meer dan 100 indicatoren voor duurzaam ondernemerschap te wegen. Zo onderzoeken we of bedrijven transparant zijn over de hoogte en de voorwaarden van beloning van topbestuurders. Verder worden de milieuprestaties van bedrijven beoordeeld, onder andere op het gebied van energie-efficiëntie. Specifiek achterhalen we of bedrijven zichzelf verifieerbare doelstellingen voor energie-efficiëntie opleggen. Op sociaal terrein gaat onze aandacht onder andere uit naar personeelsverloop en hoe bedrijven diversiteit op de werkvloer bevorderen. Daarnaast geeft het onderzoek ons inzicht in ketenverduurzaming. Hierbij kijken we of bedrijven efficiëntere en schonere processen aanjagen en stimuleren via haar leveranciers of klanten. Bijvoorbeeld het inzamelen van gebruikt frituurvet van huishoudens voor biodieselproductie door bedrijven in de voedingsmiddelenindustrie. Het onderzoek geeft bovendien inzicht in doorbraaktechnologieën om CO2-reductie te behalen. Zo kunnen we binnen elke sector de innovatieve koplopers onderscheiden van de conservatieve achterblijvers. Een sector onderzoeken we een keer in de twee jaar. Maar tussentijdse afkeuring of goedkeuring van bedrijven is mogelijk. Zo is in dit kwartaal Fiat Chrysler Automobiles (FCA) verwijderd uit het Best-in-Class product. Na de fusie tussen Fiat en Chrysler is de gemiddelde CO 2-uitstoot van FCA gestegen. Daarnaast heeft FCA, vergeleken met andere producenten, een historisch laag onderzoeksbudget voor het ontwikkelen van doorbraaktechnologieën om het brandstofverbruik verder te verlagen.
In de loop van het eerste kwartaal van 2015 onderzochten we alle Europese bedrijven in de volgende drie sectoren:
Olie en gas Financiële instellingen Bouwmaterialen
9
Kwartaalrapport Verantwoord Beleggen – Q1 2015
De analyse van deze sectoren leidde afgelopen kwartaal tot de volgende wijzigingen: SECTOR
AANDEEL
VORIGE STATUS
NU
Olie en gas
OMV
Goedgekeurd
Verwijderd
Goedgekeurd
Verwijderd
Goedgekeurd (positieve selectie)
Goedgekeurd (Best-in-Class)
Puma
Goedgekeurd
Verwijderd
Husqvarna
Afgekeurd
Toegelaten
Hugo Boss
Afgekeurd
Toegelaten
Getinge
Goedgekeurd
Verwijderd
Sonova
Afgekeurd
Toegelaten
Huishoudelijke producten en L’Oreal persoonlijke verzorging Svenska Cellulosa Aktiebolaget Consumptiegoederen en kleding
Zorgproducten en dienstverlening
Olie en gas – verantwoord omgaan met risico’s Elke maand voert ACTIAM een sectoronderzoek uit. We onderzoeken dan per sector welke bedrijven tot de koplopers behoren en welke niet. Een van de onderzochte sectoren in het eerste kwartaal van 2015 was de olie- en gassector. Wie de olie- en gassector naar activiteiten indeelt komt tot grofweg vier categorieën: 1. De winning van aardolie en aardgas. Deze bedrijven zijn actief in de directe omgeving van mens en natuur en moeten daarom voldoen aan allerlei wetten en regels. Zoals in paragraaf 2.2 beschreven blijkt dat de winning van olie steeds moeilijker wordt. De bronnen waaruit de olie letterlijk omhoog spuit zijn uitgeput. Er is daardoor steeds meer energie nodig om de olie uit de grond te pompen en dat kost geld. Bedrijven moeten dus zuinig met energie omgaan om winstgevend en concurrerend te zijn. Een van de zaken waar we naar keken in het onderzoek, is wat bedrijven hebben gedaan om energie te besparen. Ook onderzochten we of bedrijven zuinig omgaan met water en hoe ze vervuiling door lekkages voorkomen. Daarnaast zijn veiligheid en mensenrechten belangrijke onderwerpen in deze sector. Bedrijven kunnen de veiligheid verbeteren door middel van veiligheidstrainingen en het oefenen van crisissituaties. 2. Het verwerken van de olie door raffinaderijen. Dit deel van de sector heeft te maken met een afnemende vraag door vooral Europese raffinaderijen. Er is in Europa minder benzine nodig, bijvoorbeeld omdat benzinemotoren zuiniger zijn geworden. De ESGaandachtspunten voor deze sub-sector zijn voor een groot deel hetzelfde als die van de subsector winning van olie en gas. 10
Kwartaalrapport Verantwoord Beleggen – Q1 2015
3. De handel in en opslag (inclusief transport) van olie- en gasproducten. Het meest relevante risico voor deze sub-sector is het risico van olielekkages bij tankopslag en pijpleidingen. En de mogelijke impact hiervan op de lokale bevolking en omgeving. 4. De toeleveranciers. Deze groep boort zelf niet naar olie, maar is wel actief in de sector. Bijvoorbeeld met advies geven, installeren van pijpleidingen, onderhoud en levering van materiaal (zoals boorplatforms), enzovoorts. Een voorbeeld hiervan is het Nederlandse SBM Offshore. Deze toeleveranciers hebben we apart onderzocht in het vierde kwartaal van 2014. Risicomanagement Bedrijven moeten vaker olie halen uit kwetsbare en afgelegen gebieden, zoals de Noordpool. Dit brengt risico’s met zich mee. Door deze grotere complexiteit krijgt de sector vaker te maken met bestuurlijke-, milieu- en mensenrechtenproblemen. Ook is het toezicht in een land niet altijd goed. De bevolking kan daar onder lijden. Een bekend voorbeeld is Nigeria. In dat land tappen criminelen vaak olieleidingen af. Met veiligheidsrisico’s als gevolg. Door de lage olieprijs staan in sommige landen ook de arbeidsverhoudingen onder druk. Werknemers van Chevron, Exxon en Shell in Amerika staakten kort geleden bijvoorbeeld. Er kon geen akkoord bereikt worden over een nieuwe CAO. Andere voorbeelden van risico’s zijn ongelukken, cyberaanvallen, publieke weerstand en lastige vergunningsprocedures. Dit zijn niet alleen risico’s voor de toekomst van bedrijven. De risico’s kunnen ook gevolgen hebben voor mens en milieu. Het is daarom belangrijk dat bedrijven goede risicomanagementsystemen hebben. Zo kunnen ze de risico’s voorkomen, of de gevolgen ervan goed aanpakken. Onderzoek In totaal onderzochten we 13 bedrijven in de olie- en gassector. De meeste bedrijven, bijvoorbeeld Shell, BP, Total en Statoil, zijn actief in alle vier van de bovengenoemde sub-sectoren. Bedrijven als Tullow Oil en Lundin Petroleum richten zich alleen op de winning van olie en gas. Royal Vopak is actief in de opslag. Neste Oil is een raffinage- en handelsbedrijf.
“Het Europese Best-in-Class product belegt alleen in olie- en gasbedrijven die op de kwaliteit van risicomanagement bovengemiddeld scoren én verbeteringen laten zien op terreinen als energieefficiëntie, water-efficiëntie, procesveiligheid en bescherming van de mensenrechten.”
11
De volgende bedrijven behoren tot de topselectie: Repsol, Statoil, BG Group, Neste Oil en Tullow Oil. Geen gemakkelijk onderzoek, aangezien de sector door bovengenoemde voorbeelden niet als duurzaam wordt beschouwd. Veel bedrijven zijn betrokken bij controverses. Het Europese Best-in-Class product belegt daarom alleen in olie- en gasbedrijven die op de kwaliteit van risicomanagement bovengemiddeld scoren én verbeteringen laten zien op terreinen als energie-efficiëntie, water-efficiëntie, procesveiligheid en bescherming van de mensenrechten. Repsol is bijvoorbeeld een positieve uitzondering bij het integreren van mensenrechten in haar
Kwartaalrapport Verantwoord Beleggen – Q1 2015
risicomanagement systeem. Het bedrijf is daarbij helder over de voorzorgsmaatregelen om risico’s op mensenrechtenschendingen te voorkomen, inclusief doelstellingen en tijdslijnen. Hiermee draagt het bedrijf duidelijk zelf de verantwoordelijkheid voor de handhaving van mensenrechten en verschuilt het zich niet achter overheden. Shell is niet geselecteerd, mede vanwege het besluit om nog dit jaar te boren in de Arctische Oceaan. Hoewel het bedrijf veel voorzorgsmaatregelen heeft genomen om veilig in dit gebied te kunnen boren, is het toch een negatieve uitzondering nu de meeste bedrijven hun proefboringen in het ongerepte poolgebied Arctisch gebied hebben opgeschort. ACTIAM blijft met het bedrijf in dialoog om te kunnen beoordelen of deze beslissing acceptabel is vanuit milieu-oogpunt en risicomanagement perspectief. Na het uitvoeren van het sectoronderzoek werd bekend dat Shell een overnamebod op BG Group heeft gedaan. Mocht deze overname doorgaan, dan onderzoekt ACTIAM opnieuw welke bedrijven in de topselectie behoren. Positieve selectie Positieve selectie heeft betrekking op bedrijven die weliswaar buiten de top 40%-selectie vallen, maar toch in positieve zin opvallen. Voor opname in deze categorie moeten bedrijven koploper zijn op thema’s als hernieuwbare energie, gezond en vitaal ouder worden en slimmer grondstoffengebruik. Met deze bedrijven willen we graag in gesprek om de duurzaamheidsprestaties te verbeteren. Zo kunnen ze alsnog in de top 40% komen. In de olie- en gassector hebben we geen bedrijven gekozen voor positieve selectie. Wel in andere sectoren die we in het eerste kwartaal onderzochten. Een mooi voorbeeld is Svenska Cellulosa Aktiebolaget (SCA). Dit Zweedse bedrijf valt onder de sector Huishoudelijke producten en persoonlijke verzorging. Het bedrijf is een wereldspeler op het gebied van uiteenlopende papierproducten zoals toiletpapier, tissues en persoonlijke hygiëneproducten. Merknamen zijn Tempo, Libresse, Tena en Tork. SCA is de grootste particuliere bosbezitter in Europa en daarmee één van de grootste leveranciers in Forest Stewardship Council (FSC)-gecertificeerde producten. SCA bevordert daarbij de ketenverantwoordelijkheid in de papiersector. FSC stelt als keurmerk namelijk strenge eisen aan duurzaam en sociaal bosbeheer, gesteund door overheden, bedrijven en milieuorganisaties. In het productieproces hanteert SCA daarnaast een langetermijnvisie. Het bedrijf weet precies wanneer het milieu nadelig kan worden beïnvloed door haar producten. Zo kunnen ze het beste inzoomen en de slimste oplossingen toepassen op het gebied van energieverbruik, afvalreductie en het gebruik van gerecycled papier. In 2013 viel SCA buiten de topselectie van de sector Huishoudelijke producten en persoonlijke verzorging. Hoewel SCA goed bleek te scoren op milieugebied door bovenstaande aanpak, gaf het bedrijf onder andere minder informatie over de implementatie van dierenwelzijn en productkwaliteit in managementsystemen dan andere bedrijven in de sector. Dankzij positieve selectie is SCA echter wel in ons beleggingsuniversum gebleven. Meteen na dit sectoronderzoek is contact gelegd met de duurzaamheidsafdeling van SCA om vooral de ethische en sociale score van het bedrijf te verbeteren. Het viertal gesprekken dat volgde heeft allereerst bijgedragen aan een toezegging om dierenproeven tot een minimum te beperken. Daarnaast is er meer openheid gegeven over verantwoorde marketing richting kinderen. Een ander voorbeeld is dat de kwaliteitszorg is verbeterd doordat meer papierfabrieken beschikken over gecertificeerde kwaliteitsmanagementsystemen dan 2 jaar terug. Binnen de sector kent SCA nu ook de strengste kwaliteitseisen voor haar leveranciers. In het eerste kwartaal van 2015 bleek dat mede door deze resultaten SCA doorschuift naar de top 40%.
12
Kwartaalrapport Verantwoord Beleggen – Q1 2015
3
Appendix
3.1 Huidige uitsluitingen (bedrijven) Bedrijf
Sector
Regio
Reden
Aeroteh SA*
Kapitaalgoederen
Europa
Controversiële wapens
Airbus Group N.V. (EADS)
Kapitaalgoederen
Europa
Controversiële wapens
Alliant Techsystems Inc*
Kapitaalgoederen
Amerika
Controversiële wapens
Alpha Natural Resources Inc*
Energie
Amerika
Milieuvervuiling
Arch Coal Inc*
Energie
Amerika
Milieuvervuiling
Aryt Industries Ltd*
Kapitaalgoederen
Europa
Controversiële wapens
Ashot Ashkelon Industries Ltd*
Kapitaalgoederen
Europa
Controversiële wapens
Babcock & Wilcox Co/The* Babcock International Group PLC
Kapitaalgoederen
Amerika
Controversiële wapens
Kapitaalgoederen
Europa
Controversiële wapens
BAE Systems PLC
Kapitaalgoederen
Europa
Controversiële wapens
Barrick Gold Corp
Materials
Amerika
Milieuvervuiling
Boeing Co/The
Kapitaalgoederen
Amerika
Controversiële wapens
Bridgestone Corp
Autoproducenten
Pacific
Fundamentele arbeidsrechten
CONSOL Energy Inc
Energie
Amerika
Milieuvervuiling
Dassault Aviation SA*
Kapitaalgoederen
Amerika
Controversiële wapens
DTE Energy Co
Energie
Amerika
Milieuvervuiling
Exelis Inc*
Kapitaalgoederen
Amerika
Controversiële wapens
Finmeccanica SpA
Kapitaalgoederen
Europa
Controversiële wapens
Fluor Corp
Kapitaalgoederen
Amerika
Controversiële wapens
Freeport-McMoRan Copper & Gold Inc
Mijnbouw
Amerika
Milieuvervuiling, mensenrechten
G4S PLC
Commerciële en professionele diensten
Europa
Mensenrechten
GenCorp Inc*
Kapitaalgoederen
Amerika
Controversiële wapens
General Dynamics Corp
Kapitaalgoederen
Amerika
Controversiële wapens
Hanwha Corp*
Mijnbouw
Pacific
Controversiële wapens
Honeywell International Inc
Kapitaalgoederen
Amerika
Controversiële wapens
Integrys Enegry Group Inc
Energie
Amerika
Milieuvervuiling
Jacobs Engineering Group Inc
Kapitaalgoederen
Amerika
Controversiële wapens
Larsen & Toubro Ltd*
Kapitaalgoederen
Pacific
Controversiële wapens
Lockheed Martin Corp
Kapitaalgoederen
Amerika
Controversiële wapens
MDU Resources Group Inc
Energie
Amerika
Milieuvervuiling
Motovilikha Plants JSC*
Kapitaalgoederen
Rusland
Controversiële wapens
NiSource Inc Norinco International Cooperation Ltd*
Energie
Amerika
Milieuvervuiling
Kapitaalgoederen
Pacific
Controversiële wapens
Northrop Grumman Corp
Kapitaalgoederen
Amerika
Controversiële wapens
Petróleos Mexicanos
Olie en gas
Amerika
Fundamentele arbeidsrechten
Poongsan Corp*
Mijnbouw
Pacific
Controversiële wapens
13
Kwartaalrapport Verantwoord Beleggen – Q1 2015
Bedrijf
Sector
Regio
Reden
Raytheon Co
Kapitaalgoederen
Amerika
Controversiële wapens
Rheinmetall AG*
Kapitaalgoederen
Europa
Controversiële wapens
Rio Tinto PLC
Mijnbouw
Europa
Controversiële wapens
Rolls-Royce Group PLC
Kapitaalgoederen
Europa
Controversiële wapens
Safran SA
Kapitaalgoederen Zakelijke dienstverlening
Europa
Controversiële wapens
Europa
Controversiële wapens
Splav SRPA* ST Engineering (Singapore Technologies)
Kapitaalgoederen
Europa
Controversiële wapens
Kapitaalgoederen
Pacific
Controversiële wapens
TEPCO (Tokyo Electric Power Co Inc)
Elektriciteit, water en gas
Pacific
Mensenrechten
Textron Inc
Kapitaalgoederen
Amerika
Controversiële wapens
Thales SA
Kapitaalgoederen
Europa
Controversiële wapens
Vedanta Resources PLC
Mijnbouw
Europa
Wal-Mart Stores Inc
Detailhandel
Amerika
Mensenrechten, milieuvervuiling Fundamentele arbeidsrechten, wapens
Serco Group PLC
* Hoewel dit bedrijf op dit moment niet in ons beleggingsuniversum voorkomt, hebben wij het onderzocht naar aanleiding van signalen van omstreden activiteiten. Als resultaat van dit onderzoek is besloten het bedrijf preventief uit te sluiten van investeringen.
3.2 Huidige uitsluitingen (landen) Land
Overtreden principe
China
Controversiële wapens
Finland
Controversiële wapens
Griekenland
Controversiële wapens
Mexico
Mensenrechten
Polen
Controversiële wapens
Zuid Korea
Controversiële wapens
Turkije
Controversiële wapens
Verenigde Staten
Controversiële wapens
14