Kwartaalrapportage PMT Maatschappelijk Verantwoord Beleggen 1ste kwartaal 2011
1
Inhoudsopgave Verantwoord Aandeelhouderschap ......................................................................................3 Stemmen...........................................................................................................................3 Uitsluiting...........................................................................................................................4 Dialoog ..............................................................................................................................5 Class Actions ....................................................................................................................5 Integrale Benadering ............................................................................................................6 ESG integratie in de beleggingscategorieën.....................................................................6 ESG integratie in de brokerselectie...................................................................................6 Questionnaire IOG ............................................................................................................7 Global Real Estate Sustainability Benchmark...................................................................7
2
Verantwoord Aandeelhouderschap Stemmen PMT heeft een op maat gesneden stembeleid ontwikkeld, dat in overeenstemming is met de leidende beginselen. In dit stembeleid staan richtlijnen voor het stemmen op aandeelhoudersresoluties over duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Voor de uitvoering van het stembeleid wordt er gebruik gemaakt van de dienstverlening van Institutional Shareholder Services (ISS). Op basis van het stembeleid geeft ISS geeft stemadviezen en zorgt ervoor dat de stem van PMT door middel van proxy voting wordt uitgebracht. In het eerste kwartaal van 2011: • werd er op 437 Algemene Vergaderingen gestemd; • werd er op 3.757 agenda onderwerpen gestemd; • is er 503 keer tegen gestemd; • werd er op 86 aandeelhoudersresoluties gestemd, waarvan er 31 door PMT gesteund zijn; • zijn er geen algemene vergaderingen bezocht; • was benoeming van bestuurders/commissarissen het meest voorkomende agenda onderwerp; in het eerste kwartaal waren er in totaal 1269 voorstellen; • ten opzichte van het totaal aantal remuneratie voorstellen, zijn remuneratie voorstellen het meest afgestemd door PMT; de voornaamste reden hiervoor is dat de transparantie van de verschillende voorstellen vaak te wensen overlaat. Twee voorbeelden van Algemene Vergaderingen die in het eerste kwartaal hebben plaatsgevonden: •
•
3
Randstad Holding - Randstad Holding heeft op de algemene vergadering van 31 maart haar aandeelhouders voorgesteld de drempel voor het agenderingsrecht voor aandeelhouders te verhogen van 1 naar 3 procent van het geplaatste kapitaal. De nieuwe agenderingsdrempel wordt effectief op het moment dat het wetsvoorstel ter implementatie van de aanbevelingen van de Commissie Frijns uit mei 2007 tot wet wordt verheven. Het wetsvoorstel ligt momenteel nog voor behandeling in de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel staat expliciet toe dat ondernemingen zelf kiezen voor een agenderingsdrempel die lager ligt dan 3 procent van het geplaatste kapitaal. De onderneming gaat daarmee voorbij aan de mogelijkheid om een andere drempel dan 3 procent te kiezen. PMT heeft het voorstel afgekeurd, aangezien de aandeelhoudersrechten van PMT door dit voorstel bemoeilijkt worden. Spf Beheer heeft PMT via een spreekvolmacht vertegenwoordigt op de algemene vergadering. Het voorstel is uiteindelijk door 67.24% van de stemgerechtigden aangenomen. Novartis - Op de AVA van het Zwitserse farmaceutische bedrijf Novartis op 22 februari jongstleden hebben 40% van de investeerders, waaronder PMT, gestemd tegen het verzoek van de Raad van Bestuur om een nieuwe remuneratie beleid goed te keuren. 2011 was het eerste jaar dat aandeelhouders konden stemmen over de beloning van Novartis. Terwijl PMT tevreden was met het feit dat remuneratie als stemvoorstel op de agenda was geplaatst, waren er grote bezwaren tegen het voorstel vanwege een overdreven focus op de korte termijn.
Waarbij het best-practice is om een prestatie periode van minstens 3 jaar te hanteren voor een groot deel van de op de aandelen gebaseerde variabele beloning, stelde het bedrijf voor 1 jaar als prestatie periode te hanteren voor 80% van de op aandelen gebaseerde beloningen. Een dergelijke focus op korte termijn kan leiden tot risicovolle beslissingen en zijn niet in lijn met het lange termijn doelstellingen van aandeelhouders. Er zal bij het bedrijf worden aangedrongen een nieuw remuneratie voorstel in te dienen op de AVA in 2012. Tevens is er in het eerste kwartaal van 2011 een begin gemaakt met de voorbereidingen voor het AVA (Algemene Vergadering van Aandeelhouders) seizoen. Er is met verschillende Nederlandse ondernemingen gesproken ter voorbereiding van de AVA en is er een verdeling gemaakt van AVA’s die namens PMT worden bezocht in de komende maanden. In de volgende kwartaalrapportage wordt hier uitgebreider over gerapporteerd.
Uitsluiting Aandelen en bedrijfsobligaties PMT sluit binnen de beleggingscategorieën aandelen en bedrijfsobligaties ondernemingen uit die producten maken die in strijd zijn met de volgende internationale verdragen: • Montreal Protocol (gehalogeniseerde koolwaterstoffen die een rol spelen in de aantasting van de ozonlaag); • CITES (internationale handel in beschermde wilde dieren en planten); • Het verdrag tegen ‘incendiary weapons’ (fosfor wapens); • Non-Proliferation of Nuclear Weapons Treaty; • Chemical Weapons Convention; • Biological and Toxin Weapons Convention; • Ottawa Convention on the Prohibition of the Use, Stockpiling, Production and Transfer of AntiPersonnel Mines and on Their Destruction; • Oslo Convention on Cluster Munitions. Onderzoeksbureau Sustainalytics onderzoekt elk kwartaal welke bedrijven aan de uitsluitingcriteria voldoen. In het eerste kwartaal van 2011 zijn er geen wijzigingen opgetreden in de uitsluitinglijsten. De volledige lijst met uitgesloten ondernemingen is beschikbaar op de website van PMT.
Staatsobligaties Naast het uitsluitingbeleid voor aandelen en bedrijfsobligaties, voerde PMT in het eerste kwartaal van 2011 ook een uitsluitingbeleid voor staatsobligaties. Het uitsluitingbeleid is gebaseerd op internationale verdragen die door Nederland zijn ondertekend of waaraan Nederland gebonden is op grond van het lidmaatschap van de VN en de EU. In het eerste kwartaal zijn er geen wijzingen opgetreden en werden er elf landen uitgesloten: Wit-Rusland, Birma, Noord-Korea, Ivoorkust, Somalië, Soedan, Iran, Syrië, Oezbekistan, Zimbabwe en Eritrea.
Libië Eind februari hebben de VN Veiligheidsraad en de Europese Commissie besloten tot het uitvaardigen van sancties tegen Libië. Het ging o.a. om een wapenembargo tegen het land en om die redenen is ook besloten additioneel onderzoek te laten uitvoeren. Onderzoekbureau Sustainalytics heeft onderzocht of er bedrijven waren die in overtreding zijn met het wapenembargo en welke ondernemingen in het verleden wapens hebben geleverd aan het Libische regime. Uit het onderzoek is gebleken dat er geen ondernemingen waren die in overtreding zijn met het wapenembargo. Wel
4
hadden verschillende ondernemingen in de portefeuille in het verleden wapens geleverd aan Libië. Deze ondernemingen zijn aangeschreven en tot op heden is er nog geen reactie.
Dialoog Ondernemingen in de portefeuille van PMT die in strijd handelen met de UN Global Compact, maken onderdeel uit van een programma van dialoog of engagement. Dat programma wordt namens PMT uitgevoerd door Mn Services (deels in huis, deels uitbesteed bij F&C en Governance Platform). Sustainalytics onderzoekt elk kwartaal welke ondernemingen niet opereren in lijn met de UN Global Compact. Het betreft zo’n zeventig ondernemingen. In het eerste kwartaal van 2011 is er gewerkt aan de volgende ondernemingen: • CNOOC/Sinopec (beide ondernemingen mogelijk betrokken bij indirecte mensenrechtenschendingen) - Eind 2010 zijn er enkele brieven uitgestuurd aan Chinese ondernemingen, waaronder CNOOC en Sinopec. Ondertussen is van CNOOC antwoord ontvangen over hun betrokkenheid bij activiteiten in Birma en Oeganda, waarbij CNOOC aangaf graag verder in gesprek te gaan. Aanvankelijk leek het mogelijk nadere gesprekken te voeren met zowel CNOOC als Sinopec. Recent heeft CNOOC laten weten dat, waarschijnlijk mee als gevolg van de onrustige internationale situatie, de Chinese regering ondernemingen heeft gevraagd de komende tijd geen bijeenkomsten met buitenlandse bezoekers te organiseren. • Vedanta Resources - Vedanta Resources is al jaren een Global Compact overtreder en onderwerp van een langdurig engagement traject. Het belangrijkste punt bij Vedanta is de sterk negatieve impact die haar operaties hebben op milieu en sociaal gebied. De afgelopen jaren is er op dit gebied weinig vooruitgang geboekt. Wel is er sinds kort een Chief Sustainability Officer (Tony Henshaw) aangesteld. Tony Henshaw heeft veel ervaring met dit type problematiek. Eind februari is er contact met hem geweest en heeft hij o.a. zijn plannen heeft uiteengezet voor de komende jaren. Deze plannen zijn bemoedigend en bevatten onder meer een milieu impact analyse bij elk project.
Class Actions Op 30 maart 2011 heeft het United States District Court for the District of California in de zaak Corinthian Colleges PMT aangewezen als lead plaintiff. Corinthian Colleges, een commerciële onderwijsinstelling uit Californië, heeft onjuiste jaarcijfers heeft verstrekt en onjuist en misleidende mededelingen heeft gedaan over haar groeiperspectief. Daarnaast heeft Corinthian Colleges studenten geworven met valse beloften over de marktacceptatie van een diploma van Corinthian Colleges. Veel studenten zitten hierdoor met een hoge lening en een weinig gewild diploma. Op het moment dat het voorgaande in de openbaarheid kwam is door PMT net in het half jaar daarvoor een forse positie opgebouwd. Achteraf dus op basis van onjuiste cijfers en mededelingen. PMT heeft op haar investering 2,8 miljoen dollar schade geleden. Door de co-lead plaintiff positie (samen met Wyoming Retirement System) wordt (gedeeltelijke) vergoeding van de schade mogelijk en laat PMT duidelijk zien een actief aandeelhouder te zijn.
5
Integrale Benadering ESG integratie in de beleggingscategorieën In verschillende beleggingscategorieën vindt al enige tijd integratie plaats van milieu, sociale en governance (ESG) factoren, maar nog niet overal. Daarbij is het soms lastig ESG integratie ook echt goed in de uitvoering van het beleggingsproces te verankeren. Met enige regelmaat worden er weer nieuwe stappen gezet. Begin 2011 is er een project gestart om voor alle beleggingscategorieën een beleid voor ESG integratie te ontwikkelen en in procesbeschrijvingen vast te leggen. Dat proces moet in de loop van 2011 helemaal worden afgerond. In het eerste kwartaal is al wel een betekenisvolle stap gezet bij de beleggingscategorie microfinanciering. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht kunnen ook in microfinanciering onverantwoorde praktijken plaatsvinden, zoals agressieve incasso. Om ‘maximale’ aansluiting te vinden bij het verantwoord beleggingsbeleid van andere microfinanciering investeerders en een duidelijk signaal af te geven aan partijen in deze beleggingscategorie is besloten deel te nemen aan het project van Prinses Maxima (adviseur van Ban Ki Moon op het gebied van microfinanciering). De uitvoerder van PMT, Mn Services, ondertekende daarvoor de UN Principles for Investors in Inclusive Finance. Alle microfinanciering investeringen voldeden al aan deze principes en dat zal ook gelden voor toekomstige microfinanciering investeringen.
ESG integratie in de brokerselectie Per 1 januari 2011 worden brokers niet alleen meer geëvalueerd op de scores op trading, sales en research, maar worden ook ESG factoren meegenomen in de weging. PMT heeft dit besloten om drie redenen: • PMT is ervan overtuigd dat de risico/rendementsverhouding van beleggen op de lange termijn verbeterd wanneer in de investeringsbeslissing milieu, sociale en governance,-factoren worden meegewogen. Daarom worden ESG factoren geïntegreerd in alle beleggingsbeslissingen van alle beleggingscategorieën. • Ten tweede neemt PMT zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid zeer serieus. Dit houdt bijvoorbeeld in dat alle externe partijen waarmee zaken wordt gedaan gescreend worden op hun MVO (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen) beleid. • Ten derde is PMT is ondertekenaar van de United Nations Principles for Responsible Investment (UN PRI). Principe IV vraagt dat PMT de acceptatie en implementatie van de Principes door andere investeerders stimuleren. Op ons verzoek verricht Sustainalytics, een extern onderzoeksbureau, elk half jaar een onderzoek naar onze brokers en banken. Hierin worden brokers gerangschikt naar aanleiding van hun scores op ESG gebied. In het onderzoek wordt onder andere gekeken naar het beleid en de prestaties op omkoping en corruptie, witwassen van zwart geld, business ethics gerelateerde controversies, klantgerelateerde controversies, milieu & sociale standaarden in credit en uitleenbeleid, investeringen in controversiële wapens, onafhankelijkheid van het bestuur en bestuurdersbezoldiging. In het onderzoek zijn in totaal 100 punten te behalen. Met brokers die met minder dan 55 punten een onvoldoende scoren wordt een dialoog gevoerd die allereerst ten doel heeft duidelijkheid te verkrijgen omtrent het werkelijke ESG beleid van deze brokers. Een deel van de lage scores is namelijk te verklaren door geen of beperkte transparantie. Geen of beperkte transparantie betekent echter nog niet dat de broker op een bepaald onderdeel ook geen beleid heeft. Een tweede doel van de dialoog is het bewerkstelligen van veranderingen bij de broker intern, zodat er in volgende brokeronderzoeken beter wordt gescoord.
6
Indien de lage score niet kan worden verklaard door een goede uitleg (bijv. beperkte transparantie) en er ook geen uitzicht is op verbetering, kan dit aanleiding zijn tot het uitsluiten van verdere dienstverlening. Wel is hierbij een hardheidsclausule van toepassing. Een financiële instelling zal, ondanks een slechte score, niet worden uitgesloten indien er onvoldoende alternatieven bestaan of deze alternatieven om een andere plausibele reden niet in aanmerking komen. Het blijft immers van groot belang om exposure te spreiden, het aantal transactiemogelijkheden breed te houden en partijen te kunnen selecteren op hun specialisme. Aangezien ESG als criteria naast de huidige criteria research, sales, trading en investment research is toegevoegd, kan een goede ESG score kunnen resulteren in een groter deel van de door Mn Services te verdelen business. Hiermee ontstaat er een duidelijke stimulans voor brokers om ook hun prestaties op ESG gebied te optimaliseren, waarmee voldaan wordt aan Principe IV van de UN PRI.
Questionnaire IOG Veertig procent van het wereldwijde energieverbruik én 40 procent van de CO2 uitstoot is gerelateerd aan de vastgoedsector. Een (verdere) integratie van de ESG in de vastgoedsector kan dus een enorme impact hebben. Om deze reden hebben we medio december 2010 naar alle nietbeursgenoteerde vastgoedfondsen waar wij gelden in hebben geïnvesteerd een vragenlijst gestuurd. Deze vragenlijst bevat vragen over het ESG beleid van deze fondsen. Na enig rappelleren hebben we een response ratio van meer dan 90%. Uit de response komt duidelijk naar voren welk belang en invulling vastgoedfondsen aan ESG integratie geven. Geografisch blijken Europese vastgoedfondsen hier meer aandacht aan te besteden dan hun Amerikaanse of Aziatische concurrenten. Binnen deze regio’s zijn per fonds ook weer duidelijke verschillen. Voor een aantal partijen betekent ESG integratie aandacht voor energie-efficiënte. Anderen brengen bij voorbeeld een sustainability report uit waarin ze ook aandacht besteden aan waterreductie, bereikbaarheid met OV, duurzaam design, afvalbeperking, recycleprogramma’s, green leases etc. Deze questionnaire heeft bruikbare inzichten opgeleverd ten aanzien van ESG integratie. Hier kan onder andere bij (verdere) selectie van vastgoedfondsen voordeel mee worden gedaan. De questionnaire zal niet herhaald worden omdat Mn Services zich namens PMT inmiddels heeft aangesloten bij de Global Real Estate Sustainability Benchmark (zie hieronder).
Global Real Estate Sustainability Benchmark In 2009 is er door de Universiteit Maastricht een onderzoek uitgevoerd naar de duurzaamheidissues in de onroerend goed sector. De input van in totaal 688 beursgenoteerde en private vastgoedfondsen zijn in dit onderzoek verwerkt. De Sustainability Benchmark vervult een leegte die momenteel bestaat op het gebied van onafhankelijke en geverifieerde research naar milieu- en sociale prestaties van beursgenoteerde en private vastgoedfondsen. Dit onderzoek wordt in 2011 herhaald en uitgebreid waarbij de antwoorden permanent inzichtelijk worden gemaakt voor deelnemers door middel van een webplatform. Deelnemende investeerders kunnen automatisch rapporten laten genereren. Mn Services neemt namens PMT ook deel aan dit initiatief en zal de resultaten onder andere kunnen gaan gebruiken als onderdeel van de sustainability due diligence bij (potentiële) investeringen.
7