Maatschappelijk Verantwoord Beleggen Jaarverslag 2012
Inhoudsopgave
Inleiding
3
Actief aandeelhouderschap in 2012
4
Uitoefening stemrecht en deugdelijk ondernemingsbestuur in 2012
8
Duurzame beleggingsoplossingen F&C
12
Integratie milieu, maatschappij en bestuur
13
Overheidsbeleid
14
Samenvatting engagement in 2012
16
Gepubliceerde viewpoints in 2012
17
Maatschappelijk Verantwoord Beleggen Jaarverslag 2012
Inleiding Na een wisselvallig 2011 waarin de eurozone ternauwernood aan haar ondergang ontsnapte, zijn de financiële markten in 2012 weer enigszins tot bedaren gekomen. In dit klimaat bereikte het debat over de verantwoordelijkheid van beleggers een nieuw, volwassen niveau. De Kay Review in het Verenigd Koninkrijk (VK) was een voorbeeld van de inspanning om beleggers meer over langetermijnzaken te laten nadenken. En uit de groeiende lijst ondertekenaars van de Principles for Responsible Investment van de Verenigde Naties (UNPRI) blijkt dat de afweging in het beleggingsproces van factoren op het gebied van milieu, maatschappij en bestuur niet langer een nicheaangelegenheid is.
Richard Wilson CEO F&C Investments
F&C is als langetermijnbelegger van mening dat het van het grootste belang is om verder te kijken dan de analyse van kwartaalresultaten. Het is vooral zaak om ons te buigen over de fundamentele factoren, die de risico’s en kansen vormen voor de ondernemingen waarin we beleggen. Een zwakke beheersing van aandachtspunten op het gebied van milieu, maatschappij en bestuur (in Nederland vaak ook kortweg ´duurzaamheid´ genoemd) kan van wezenlijke invloed zijn op de financiële resultaten van een onderneming. We gaan actief om met onze verantwoordelijkheid als belegger, spreken ondernemingen aan met als doel de duurzaamheidsprestaties te verbeteren en oefenen ons stemrecht uit. In dit verslag beschrijft F&C hoe er in 2012 met de reo® -benadering invloed is uitgeoefend. Ons engagement bestreek 909 ondernemingen in 47 landen. Hoofdpunten in het afgelopen jaar waren onder meer: ■ Actief contact met ondernemingen in de voedingsmiddelenketen en oproep om in deze tijd van volatiele grondstoffenmarkten de
risico’s en kansen van grondstoffen te beheersen. ■ Reactie op de verontrustende reeks schandalen in de financiële sector; banken stimuleren om actie te ondernemen en een sterke
ethiek in de bedrijfsvoering te verankeren. ■ Verzoek aan ondernemingen in de elektronicasector en de mijnbouw om te reageren op beschuldigingen over slechte
arbeidsomstandigheden in de toeleveringsketen. ■ Een bezoek aan Nigeria om met eigen ogen de uitdagingen te zien waarvoor olie- en gasmaatschappijen zich in de regio
gesteld zien. We hebben in 2012 stemrecht uitgeoefend bij meer dan 6.000 ondernemingen in 69 landen. De aandeelhoudersvergaderingen in 2012 werden gekenmerkt door een reeks spraakmakende stemuitslagen tegen het topmanagement, in het bijzonder met betrekking tot topsalarissen - een ontwikkeling die in de media al gauw het predicaat ‘aandeelhouderslente’ meekreeg. Moties over de bezoldiging konden rekenen op veruit de meeste stemmen tegen het management. Tot slot lichten we de rol van F&C toe in het aanbod van een serie duurzame beleggingsfondsen die tegemoetkomen aan de groeiende vraag van eigenaars van te beleggen middelen. Sinds de start van het eerste ethische beleggingsfonds in het VK bijna 30 jaar geleden is het aanbod van F&C steeds verder uitgebreid naar diverse beleggingscategorieën en -thema´s. We blijven op zoek naar kansen om onze fondsen op dit gebied ook in de toekomst verder uit te breiden. reo® wordt bedreven namens1 :
1
F&C past reo® toe op zowel de fondsen waarvan F&C het directe beheer verzorgt (ultimo 2012: € 32,5 miljard), alsook voor beleggingen die door derden worden beheerd (€ 79,7 miljard).
3
Actief aandeelhouderschap in 2012 Een krachtig besluitvormingsproces bij beleggen staat of valt met een compleet beeld van de risico's waarvoor ondernemingen zich gesteld zien, inclusief de risico's op het gebied van milieu, maatschappij en bestuur. Hebben we eenmaal in kaart gebracht welke problemen de grootste bedreiging vormen voor de waarde voor aandeel- en obligatiehouders op de lange termijn, dan gaan we uitgebreid in gesprek met de ondernemingen waarin we beleggen. Hierbij dringen wij aan op betere prestaties. Ons actieve aandeel- en obligatiehouderschap (ook wel 'engagement' genoemd) bestrijkt een breed spectrum van risico's op het gebied van milieu, maatschappij en bestuur − en we bereiken ondernemingen in alle sectoren en regio's. Hieronder volgt een samenvatting van de uitkomsten van onze belangrijkste projecten in 2012. Engagement in cijfers 2012
909 ondernemingen één-op-één aangesproken 5.657
contact met ondernemingen om onze benadering van verantwoord beleggen toe te lichten
108 bijeenkomsten
285 situaties waarin verandering is bewerkstelligd
op bestuursniveau
F&C benadert alle ondernemingen in de eigen aandelen- en obligatieportefeuilles en in die van klanten om onze benadering van maatschappelijk verantwoord beleggen en corporate governance toe te lichten. In 2012 betekende dit dat we met ruim 5.600 ondernemingen contact hebben gehad. Deze brede aanpak wordt aangevuld met intensieve gesprekken met zorgvuldig geselecteerde ondernemingen. De dialoog gaat over de punten op het gebied van milieu, maatschappij en bestuur waarvan wij signaleren dat deze op de lange termijn van wezenlijk belang voor de prestaties kunnen zijn. Van de 5.600 ondernemingen hebben we er in de loop van 2012 in totaal 909 aangesproken, soms direct en soms samen met andere beleggers. Van de persoonlijke gesprekken zijn er 108 op het bestuursniveau van de ondernemingen gevoerd. De actieve invulling van ons aandeel- of obligatiehouderschap leverde tastbare uitkomsten op in de vorm van ondernemingen die onze aanbevelingen overnamen en op die manier de
ondernemingen in
47 landen aangesproken
duurzaamheidsrisico's van de activiteiten verminderden. In 2012 konden we 285 gevallen melden waarin ondernemingen daadwerkelijk iets veranderden. In het jaar 2012 werd nieuw bewijs geleverd dat veranderingen een positief effect kunnen hebben op de aandeelhouderswaarde. Uit onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek door de London Business School naar het effect van de reo®- aanpak van F&C kwam een ongebruikelijk koersrendement van 4,4% naar voren voor succesvol engagement gedurende een periode van een jaar vanaf het begin van de contacten tussen F&C en de betreffende onderneming. Het onderzoek was gebaseerd op een steekproef onder ruim 600 Amerikaanse ondernemingen. Succesvol engagement leidde onder andere tot een verbetering van de bedrijfsresultaten, winstgevendheid, efficiëntie en corporate governance. We zijn blij met dit soort onderzoeken. We zien daarin onze visie bevestigd dat actief eigenaarschap belangrijk is voor de prestaties van de portefeuille op de lange termijn.
“
Door succesvol engagement verbeteren de bedrijfsresultaten, de winstgevendheid, de efficiëntie, het aandeelhouderschap en het bestuur van de betreffende ondernemingen. Active Ownership, 2012
”
4
2
Dimson, E., Karakas, O. en Li, X., (2012) Active Ownership, London Business School
Maatschappelijk Verantwoord Beleggen Jaarverslag 2012
Programma: Bedrijfsethiek Onderwerp: Naleving van wet- en regelgeving en ethisch gedrag in de bankensector Achtergrond Vier jaar na de teloorgang van Lehman Brothers domineerden banken in 2012 nog altijd het nieuws. De grootste namen in de sector (Barclays, HSBC, Standard Chartered en ING) bleken verwikkeld in een serie schandalen als het manipuleren van het Libor-tarief en overtreden van de Amerikaanse sanctiewetgeving. Het resultaat: forse boetes, reputatieschade en in het geval van Barclays, het vertrek van CEO en voorzitter. Deze ontwikkelingen hebben geleid tot een groeiende roep vanuit het grote publiek om meer wet- en regelgeving en meer en nauwkeuriger politiek toezicht op de sector.
Doelstellingen actief aandeelhouderschap Banken aansporen om de juridische nalevingsprocessen aan te scherpen, bestuurstoezicht op de interne controlemechanismen te versterken, cultuur en ethiek volledig te herzien en de beloningsstructuur zodanig te hervormen dat deze ethisch gedrag stimuleert.
Actie F&C We hebben twee keer persoonlijk gesproken met de Senior Independent Director van Barclays, alsook met de nieuwe voorzitter van de remuneratiecommissie. Onze insteek was dat het bestuur de schandalen en cultuur zou onderzoeken en de vertrekregeling van scheidend CEO Bob Diamond zou inperken. De bank heeft beide verzoeken gehonoreerd. We hebben daarnaast direct en persoonlijk gesproken met de voorzitters van HSBC en Standard Chartered, nadat beide banken beschuldigd werden van overtreding van de Amerikaanse financiële regels. We hebben in beide gevallen de bank aangespoord de compliance aan te scherpen en bonussen terug te vorderen van de medewerkers die verantwoordelijk waren voor de problemen. We hebben daarnaast 50 banken in NoordAmerika en Europa schriftelijk op de hoogte gesteld van onze visie op de manier waarop het bestuur en het management de ethiek kunnen hervormen.
Uitkomsten Banken hadden zware kritiek te verduren en stonden open voor de actieve input van beleggers. De uitkomsten waren onder meer: ■
Een nieuwe, onafhankelijke voorzitter bij Barclays.
■ Herziening van ethiek en gedrag bij Barclays en HSBC.
■ Complianceverbeteringen bij HSBC, Barclays, ING en Standard Chartered. ■
Terugvordering bonussen bij HSBC en Barclays.
De financiële sector blijft ondanks deze verbeteringen toch gevoelig voor controverse. Het zou ons dan ook niet verbazen als we in 2013 verdere schandalen zien. We gaan door met onze discussies met de belangrijke banken en blijven erop aandringen dat zij lastige problematiek als cultuur en ethiek goed aanpakken. Wij hebben hierbij vooral de gezondheid van de bankensector op de lange termijn voor ogen en niet alleen ons eigen belang als belegger in aandelen en obligaties van banken. Ons gaat het om de integriteit en de duurzaamheid van het hele financiële stelsel.
Programma: Voedsel Onderwerp: Grondstoffenprijzen en voedselveiligheid Achtergrond Een ‘perfecte storm’ van ongunstige weersomstandigheden, bevolkingsgroei en de vraag naar gewassen voor iets anders dan voedselgebruik (biobrandstoffen bijvoorbeeld) heeft geleid tot een langdurige periode van voedselprijsinflatie, die recent in 2012 een hoogtepunt bereikte na pieken in 2008 en 2011. Het hoge maatschappelijke prijskaartje aan voedselprijsstijgingen heeft geleid tot extra aandacht voor de ‘financialisatie’ van de grondstoffenmarkten, waar zich de afgelopen tien jaar een vertienvoudiging van de groei van de geldinstromen heeft voorgedaan. Die hausse is van invloed op alle ondernemingen in de hele waardeketen en heeft geleid tot meer druk om betere manieren te vinden om de verbonden risico’s te beheersen.
Doelstellingen actief aandeelhouderschap: Meer inzicht in het effect van volatiliteit van grondstoffenprijzen en inflatie op verschillende schakels in de waardeketen. Van ondernemingen wilden we graag weten hoe ze omgaan met de bedrijfsvoering in een onzeker prijsklimaat. ‘Best practices’ bepalen en ondernemingen beïnvloeden, waarna ze hun werkwijzen verbeteren.
Actie F&C: F&C heeft contact gezocht met 29 internationale ondernemingen in de hele grondstoffenketen, namelijk telers, ondernemingen in biotechnologie, gewassen en zaden, handel, productie en detaillisten. Aangesproken ondernemingen waren onder meer IOI Corp (Maleisië), Monsanto (VS), Glencore International (VK), Cargill (VS), Hindustan Unilever (India) en Shoprite Holdings (Zuid-Afrika). De gesprekken spitsten zich toe op:
■ De formulering van een totaalstrategie voor grondstoffen, met duidelijk toezicht door de directie. ■ De ontwikkeling van beleid en systemen die de opbrengsten verhogen en verspilling tegengaan. ■ Het beheer van relaties met partijen in de verschillende fasen van de keten. ■ De verbetering van de voedselveiligheid door aangescherpte wet-en regelgeving.
Uitkomsten Uit een eerste evaluatie van F&C (onder andere op basis van 18 één-op-één gesprekken) bleek het volgende:
■ De meerderheid van de ondernemingen moet nog een groepsbrede strategie ontwikkelen voor de beheersing van de risico’s en het benutten van kansen binnen grondstoffen. ■ Belangrijke commerciële drijfveer in de hele keten is het verbeteren van de opbrengsten en verspilling tot het minimum beperken. Sommige ondernemingen zijn innovatief bezig, betrekken de producten direct van de boeren en verbeteren de gebruikte technologie. De sector als geheel ontbreekt het echter aan een totaalaanpak en systemen om de effectiviteit daarvan te meten. ■ Geringe investering in opslagfaciliteiten en transport vormen een belangrijk obstakel bij een duurzaam aanbod van grondstoffen. Een samenhangende strategie is geboden, waarin publieke en particuliere stakeholders elkaar vinden.
F&C publiceert begin 2013 een rapport met daarin een serie aanbevelingen, die als kader zullen dienen voor verdere contacten met deze ondernemingen in het komende jaar.
Programma: Arbeidsomstandigheden Onderwerp: Arbeidsonrust bij belangrijke leverancier Apple Achtergrond Foxconn (dochteronderneming van het aan de beurs van Taiwan genoteerde Hon Hai Precision Industry) is de grootste fabrikant van elektronische onderdelen ter wereld en is een belangrijke leverancier van iPhones en iPads aan Apple. Foxconn is het doelwit van beschuldigingen over slechte arbeidsomstandigheden, inclusief buitensporige werkuren en slechte (of helemaal geen) lonen. Apple en Foxconn hebben de afgelopen jaren gereageerd door het toezicht op de keten en de werkwijzen te verbeteren. De problemen sloegen afgelopen zomer hard toe met ernstige onlusten bij een fabriek in het noorden van China.
Doelstellingen actief aandeelhouderschap Oproep voor de invoering van processen die ervoor moeten zorgen dat alle 22 Foxconn productiefaciliteiten voldoen aan internationale standaarden voor de arbeidsomstandigheden op basis van de ILO-kernconventies en aan ‘best practices’ in de sector op basis van de Electronics Industry Citizenship Code. Foxconn verzoeken om de communicatie met externe belanghebbenden (maatschappelijke groeperingen en beleggers) te verbeteren.
Actie F&C F&C is al sinds 2003 in gesprek met Foxconn over arbeidsomstandigheden en met Apple over de arbeidsomstandigheden in de keten sinds 2005. F&C is in 2012 naar Shenzhen in het zuiden van China afgereisd voor een bezoek aan de Longhuafabriek waar 400.000 mensen werken. Het doel van ons bezoek was om met onze eigen ogen te zien dat Foxconn inderdaad de standaarden en aanpak verbetert (zoals de onderneming zegt), vooral voor wat betreft werving, gezondheid en veiligheid en faciliteiten voor de medewerkers. Op papier laat het arbeidsomstandighedenbeleid zich lezen als ‘best practice’ in de sector, maar we hebben Foxconn gevraagd duidelijk te maken hoe de onderneming ervoor zorgt dat dit beleid consequent wordt doorgevoerd binnen alle activiteiten in China.
Uitkomsten Bij ons bezoek op locatie zagen we verbeteringen in: ■ Wervingsprocessen, waaronder strenge controles van identiteit en strafblad. ■ Faciliteiten voor de medewerkers, waaronder accommodatie van een fatsoenlijke omvang en ontspanningsmogelijkheden. ■ Veiligheidsstandaarden, waaronder goede ventilatie en beschermende kleding in de productielijn. Ons bezoek was een welkome indicatie dat Foxconn bereid is meer openheid van zaken te geven aan externe belanghebbenden. Uitdagingen blijven er echter nog genoeg. Jongere werknemers in China weten steeds beter wat hun rechten zijn en zijn steeds minder bereid om monotoon en uitputtend werk te doen. De prognose is bovendien dat de werkende bevolking vanaf 2015 zal gaan dalen. Foxconn zal een strategie moeten ontwikkelen om die uitdagingen het hoofd te bieden en internationaal concurrerend te blijven.
Programma: Arbeidsomstandigheden Onderwerp: Arbeidsonrust en vakbondsrelaties in Zuid-Afrika Achtergrond In augustus 2012 zijn bij een confrontatie met de politie bij de Marikana-platinummijn van Lonmin 44 mijnwerkers om het leven gekomen. Dit was het ergste voorval in een serie gewelddadige confrontaties tussen bij een vakbond aangesloten mijnwerkers en ondernemingen. Confrontaties die hebben geleid tot langdurige werkonderbrekingen en sluitingen van mijnen in de Zuid-Afrikaanse ‘platinumgordel’ in 2012. Onenigheid over beloning was volgens iedereen de directe aanleiding, maar groeiende strijd in de vakbondsbeweging en breder gedragen politieke ontevredenheid waren belangrijke onderliggende factoren.
Doelstellingen actief aandeelhouderschap Ondernemingen stimuleren om beter om te gaan met vakbonds- en medewerkersrelaties, inclusief sterk leiderschap door de bedrijfstop. Voor loyaal en gezond personeel zou een onderneming in onze optiek direct in gesprek moeten gaan met relevante overheidsinstanties en sectorgenoten met als doel de leefomstandigheden van de mijnwerkers en hun gezinnen te verbeteren. Die gezinnen kampen namelijk met enorme armoede.
Actie F&C F&C heeft contact gezocht met een aantal van de mijnbouwbedrijven in platinum en goud waar de arbeidsonrust speelt, onder andere Anglo American, AngloGold Ashanti, Gold Fields, Impala Platinum en Lonmin. We wilden graag weten wat zij aan deze lastige problematiek doen. We hebben verder gesproken met beleggers, politiek analisten, vakbondsvertegenwoordigers en adviseurs in Zuid-Afrika. In het complexe politieke en bedrijfsklimaat van het land is verbetering van de relatie tussen mijnwerkers en de mijnbouwconcerns volgens F&C alleen mogelijk als meerdere belanghebbenden zich met de situatie gaan bemoeien. 6
Uitkomsten Tegen het eind van het jaar was het geweld wat afgenomen, maar de situatie blijft zeer explosief voor mijnbouwbedrijven en mijnwerkers. Een aantal ondernemingen voert echter proactief positieve maatregelen in, onder andere: ■ Herzien van de manier waarop de onderneming met vakbondsvertegenwoordigers en individuele medewerkers communiceert. ■ De overheid aansporen om de strenge regels voor de erkenning van vakbonden los te laten. Sommige ondernemingen hebben de minimumeisen al afgeschaft en erkennen iedere vakbond ongeacht het aantal leden. ■ Onderhandelen over beloning en arbeidsomstandigheden met vertegenwoordigers van alle vakorganisaties, óók met de bonden die zich militanter en gewelddadiger hebben opgesteld. ■ Samenwerken met andere ondernemingen en uitwisselen van ‘best practices’. Met één gezicht de overheid en de vakbeweging tegemoet treden, waardoor de sector de problematiek samenhangender het hoofd kan bieden.
Maatschappelijk Verantwoord Beleggen Jaarverslag 2012
Programma: Milieubeheer Onderwerp: Olieverontreiniging in de Nigerdelta Achtergrond De milieucrisis in de Nigerdelta is de afgelopen drie jaar steeds erger geworden: steeds meer olielekken tasten het landschap aan. Koninklijke Olie/Shell ziet zich als één van de belangrijkste exploitanten in de regio in toenemende mate geconfronteerd met reputatierisico, evenals potentiële aansprakelijkheidskosten in verband met deze milieuschade. F&C praat al meer dan acht jaar met Shell over de activiteiten in Nigeria. In die periode hebben we van het topmanagement een duidelijke inzet gezien om de standaarden op het gebied van milieu en maatschappij te verbeteren. En op sommige terreinen is enige voortgang geboekt. Wat ons echter zorgen baart, is dat de inspanningen van de onderneming worden tegengewerkt door de zwakke corporate governance in Nigeria als land zelf en toenemende diefstal van olie, waaraan veel van de verontreiniging valt toe te schrijven.
Doelstellingen actief aandeelhouderschap Verontreiniging door olielekken: Shell aanmoedigen om samen met de overheid een schoonmaakplan voor de hele delta op te stellen; onafhankelijk toezicht aan te scherpen; en saneringsprocedures voor olielekken te verbeteren.
Olieactiviteiten in de Nigerdelta: geen makkelijke uitweg Shell is al meer dan 50 jaar actief in Nigeria en is de grootste speler in de Nigerdelta als de exploitant van de Shell Petroleum Development Company – een joint venture waarvan het grootste belang in handen is van de staatsoliemaatschappij. Na het generaal pardon van 2009 zijn veel van de voormalige rebellen in de grootscheepse illegale handel in aardolie gestapt. De omvang van de oliediefstal is de laatste jaren dramatisch gegroeid en kost naar schatting $ 6 miljard per jaar. Bovendien valt veel van de huidige milieuschade direct aan die oliediefstal toe te schrijven.
Aanpak oliediefstal: Ondernemingen vragen om de overheid onder druk te zetten om verantwoordelijkheid te nemen en diefstal hard aan te pakken. Effecten op de gemeenschap: Aandringen op gerichtere sociaal-economische ontwikkelingsplannen die de politieke instabiliteit in de Nigerdelta bij de wortel aanpakt.
Actie F&C F&C is in 2012 samen met Shell de olielekken in de Nigerdelta gaan bekijken. We hebben tijdens een helikoptervlucht over het gebied met eigen ogen de omvang van de verontreiniging en de illegale raffinage kunnen zien. We hebben verder met het senior management (waaronder uitvoerende operationele en duurzaamheidsmanagers) over de problematiek gesproken, alsook met NGO’s ter plaatse. Shell doet er alles aan om milieuverontreiniging voortvarend aan te pakken, maar loopt bij de invoering van de bedrijfsstandaarden en -procedures in de diverse activiteiten en bij het enorme netwerk aan onderaannemers tegen problemen op. Belangrijke factoren die de situatie in de Nigerdelta nog erger maken (zwakke overheid, oliediefstal) liggen slechts deels binnen de invloedssfeer van de onderneming. Deze problematiek kan pas echt worden opgelost als de overheid zich belangrijk laat gelden.
Uitkomsten en vervolgstappen: Behalve als de olie-industrie en de overheid echt de handen ineenslaan, valt er voor de crisis in de Nigerdelta voorlopig geen oplossing te voorzien. Toch tekende zich in 2012 bij alle partijen enige bereidheid af om in de toestand verandering te brengen. F&C maakt zich sterk voor meer veranderingen op de volgende belangrijke gebieden: ■ Shell laat de schoonmaakprocedures nu onafhankelijk controleren. Wij bewaken in welke mate dit externe toezicht leidt tot een consequentere sanering van lekken. ■ Shell en de Nigeriaanse overheid werken aan een totaalplan voor het opruimen en schoonmaken van olielekkage, maar moeten nog overeenstemming bereiken over verantwoordelijkheid en financiering. ■ Affakkelen is minder ernstig geworden, maar streefdoelen worden niet gehaald als de financieringsknelpunten bij de overheid niet worden opgelost. ■ Het financieringskader voor ontwikkelingsprojecten in de gemeenschap is verbeterd, maar het effect is nog niet zo groot dat het lokale vertrouwen daarvan herstelt.
Brand in een olietanker bij een poging tot diefstal (bezoek F&C, september 2012)
Een UNEP-rapport was in 2011 aanleiding voor een deltaplan van de Nigeriaanse overheid en de oliemaatschappijen voor de schoonmaak en sanering van olielekken. De partijen zijn het echter nog altijd fundamenteel oneens over de verantwoordelijkheid en de financiering van die inspanningen. Shell pakt sowieso de olielekken aan die rond de eigen terreinen, pijplijnen en boorputten liggen, ongeacht de oorzaak. De onderneming benadrukt echter dat de overheid eindverantwoordelijk is voor de bredere schoonmaak- en saneringswerkzaamheden. In het licht van de milieucrisis ziet Shell zich voortdurend geconfronteerd met NGO’s en stakeholders die de oliemaatschappij vragen om zich terug te trekken uit de Nigerdelta. Wij zijn echter van mening dat een vertrek weliswaar Shell uit de schijnwerpers haalt, maar geen voordelen voor de plaatselijke gemeenschap oplevert. Geen koper evenaart de ervaring van Shell met de problematiek in de Nigerdelta. Shell zelf zegt geen plannen te hebben de activiteiten onshore te beëindigen. De onderneming zal derhalve de uitdaging van een nauwe samenwerking met de Nigeriaanse overheid bij de poging om het deltagebied te verbeteren, moeten blijven aangaan.
7
Uitoefening stemrecht en deugdelijk ondernemingsbestuur in 2012 De wereldwijde financiële crisis was in 2012 vijf jaar oud. Het was het jaar waarin de ontevredenheid van aandeelhouders over de slechte bedrijfsprestaties en het beloningsniveau van het topmanagement het omslagpunt bereikte. Wat jarenlang slechts een kritische kanttekening was van een enkele belegger (waaronder F&C) zwol aan tot een kritische massa, die oog had voor de belangrijke rol van beloningsprikkels bij de risico’s en resultaten van bedrijven. Het jaarvergaderingenseizoen in 2012 werd gekenmerkt door een reeks spraakmakende stemuitslagen tegen het topmanagement – een ontwikkeling die in de media al gauw het predicaat ‘aandeelhouderslente’ meekreeg en die illustreert hoe het machtsevenwicht tussen beleggers en het management bij grote ondernemingen verschuift. En dan vooral bij financiële instellingen. F&C heeft gedurende het stemseizoen in 2012 een constructief en kritisch geluid in het debat over bezoldiging laten horen, op het niveau van de individuele bestuurder en voor wat betreft het totaal van de beloningen. Net als ieder jaar heeft F&C stemrecht namens eigen beleggingen en de beleggingen van reo® klanten uitgeoefend ter bevordering van goed ondernemingsbestuur. We spraken ondernemingen vóórafgaand aan aandeelhoudersvergaderingen aan, lichtten onze verwachtingen toe en vroegen om commentaar. Na het stemmen legden we altijd uit waarom we eventueel tegen het management hadden gestemd. In 2012 heeft F&C stemrecht uitgeoefend bij ruim 63.000 moties bij 6.188 vergaderingen in 69 landen. Per saldo heeft F&C gedurende het jaar bij 74,7% van alle beloningsvoorstellen vóór het management gestemd, iets minder dan in 2011. Die daling valt toe te schrijven aan minder steun voor bezoldigingsmoties, die veruit de belangrijkste stem van F&C tegen het management vertegenwoordigden. 2012 was het eerste volledige jaar dat aandeelhouders iets over de topsalarissen in de Verenigde Staten (VS) te zeggen hadden, de zogenaamde ´Say on Pay´. Vanwege onze teleurstelling over de algehele standaard van de beloningstructuur hebben we bij bijna tweederde van de Amerikaanse bedrijven tegen de directie gestemd. Het vergelijkbare cijfer in het VK was 30%. Barclays en Aviva waren twee controversiële gevallen die de pers hebben gehaald.
En beleggers lagen niet alleen in de VS en het VK met het topmanagement over de bezoldiging overhoop: in Australië, dat aandeelhouders al sinds 2005 een stem over de beloning geeft, heeft F&C zich in 70% van de gevallen tegen de directie uitgesproken. Buiten die landen ging Japan weer met de twijfelachtige eer van de meeste stemmen tegen de directie strijken. F&C heeft in 2012 haar steun onthouden aan 61% van de moties van bestuurders. Het conservatieve bedrijfsklimaat betekent dat bestuurshervormingen in Japan zeer langzaam verlopen en dat bijna de helft van de beursgenoteerde bedrijven een raad van bestuur hebben die alleen maar uit insiders bestaat. Aan de andere kant van het spectrum kregen ondernemingen in Mexico en China bij de stemming veel meer steun van F&C dan in 2011. De verbetering van de informatieverschaffing was in beide landen de reden. Na een rustig jaar in 2011 maakte de aandeelhoudersmotie in 2012 een fikse opleving door. We hebben in 2012 over 1.470 door aandeelhouders ingediende moties gestemd, meer dan twee keer zoveel als het jaar daarvoor. Voor de eerste keer in de VS moesten milieumoties de eerste plaats afstaan aan moties, waarin werd gevraagd om meer informatie van ondernemingen over politieke donaties en lobbyactiviteiten. Verklaarbaar in een jaar van dure en krap bevochten presidentsverkiezingen.
Hoe er in 2012 is gestemd Aantal moties
Voor directie
Tegen directie
Onthouding/niet gestemd3
Benoeming bestuur
33.886
72,2%
25,8%
1,9%
Kapitaalstructuur
5.492
67,2%
31,3%
1,5%
Bezoldiging
5.310
54,4%
43,6%
2,1%
Routine- en overige zaken
17.403
89,3%
6,1%
4,6%
Moties aandeelhouders
1.470
58,8%
33,7%
7,5%
Alle moties
63.561
74,7%
22,6%
2,7%
Beschrijving
8
3
'Geen stemming’ vindt voornamelijk plaats in markten die gebruik maken van blokkering van aandelen, waarbij de meeste klanten ervoor kiezen om niet te stemmen omdat dit hun beleggingsbeslissingen zou kunnen inperken. De categorie ‘Routine- en overige zaken’ omvat eveneens voorstellen om niet te stemmen. Dit verklaart het relatief grote aandeel ‘Geen stemming’
Maatschappelijk Verantwoord Beleggen Jaarverslag 2012
Stemmen tegen de directie en onthoudingen, 2012*
Rusland 32,5%
VS 12,4% China 6,1% Mexico 22,9%
Japan 61,3%
India 13,8%
VK 8,8% Nederland 11,5%
Brazilië 14,7%
Duitsland 18,7% Australië 17,7%
Frankrijk 34,5% Zuid-Afrika 16,4% Spanje 20,5%
Wereldwijd 25,3%
*Betreft moties
Europese Unie
De Europese Commissie hield in juni een enquête over de instelling van een quotum voor het aantal vrouwen in het ondernemingsbestuur. Het voorstel stuitte op sterke tegenstand van overheden, ondernemingen en beleggers (waaronder F&C). Tegenstanders vonden maatregelen iets voor de nationale overheid en waren van mening dat een rigide quotum het op merites gebaseerde benoemingsproces van bestuurders zou ondermijnen. De Commissie heeft uiteindelijk afgezien van een wettelijk quotum van 40% en ondernemingen in plaats daarvan opgelegd om procedures in te richten waarin wordt gestreefd naar een participatie door vrouwen van 40%.
Japan
De internationale beleggersgemeenschap ijvert al sinds het schandaal rond Olympus eind 2011 voor broodnodige hervormingen van het ondernemingsbestuur in Japan. Uit de laatste conceptversies van de herziene vennootschapswet blijkt echter duidelijk dat het Japanse bedrijfsleven vasthoudt aan het weinig effectieve, achterhaalde ondernemingsbestuur. Een belangrijk punt was de benoeming van ten minste één onafhankelijke bestuurder, maar zelfs dat voorstel is na hevige tegenstand van de Keidanren afgezwakt tot een ‘pas toe of leg uit’-vereiste.
Brazilië
Toenemende politieke bemoeienis met het reilen en zeilen van de grootste ondernemingen was het grootste pijnpunt van 2012 in Brazilië. In het geval van energiegigant Petrobras wordt de achterblijvende resultaten geweten aan beslissingen die door de staat zijn ingefluisterd. Ondanks de enorme oliereserves is de koers van het aandeel in 2012 met 10% gedaald. Bij ijzerertsconcern Vale zat de overheid achter het vertrek van de CEO: de kritiek was dat de onderneming niet genoeg banen schiep.
Verenigde Staten
President Barack Obama ondertekende de “Jumpstart Our Business Startups Act”. De nieuwe wet versoepelt de regels over onder andere corporate governance voor kleine bedrijven. Veel partijen in de technologiesector, waaronder Google, steunden de wet en zeiden dat jonge bedrijven hiermee veel meer toegang tot financiering kregen. Tegenstanders uitten echter de zorg dat zwakkere regels beleggers meer aan fraude zouden kunnen blootstellen.
9
Ondernemingen: Glencore/Xstrata Onderwerpen: Bezoldiging, fusie Achtergrond Het bod van grondstoffengigant Glencore op mijnbouwconcern Xstrata was het grootste fusieverhaal van 2012. De transactie was nog maar net in februari aangekondigd of de combinatie liep al tegen de eerste wegversperringen op. Hoewel veel beleggers de commerciële merites van een fusie onderkenden, waren belangrijke beleggers als de Qatar Investment Authority niet erg gelukkig met de voorgenomen fusieverhouding van 2,8 aandelen Glencore voor één aandeel Xstrata. Veel aandeelhouders (inclusief F&C) plaatsten daarnaast kanttekeningen bij het enorme pakket van £ 170 miljoen dat de top van Xstrata voor de nieuwe onderneming moest behouden, zonder dat daar enige prestatievoorwaarden tegenover stonden.
Actie F&C We hebben in juni met de voorzitter van Xstrata gesproken en aangegeven ons ernstig zorgen te maken over de vergoedingen die het aanblijvende management zou ontvangen. We wilden van tevoren laten weten dat we tegen dit bezoldigingsplan zouden stemmen.
F&C heeft nog drie keer met Glencore en Xstrata gesproken. De ondernemingen hebben in dat laatste gesprek in november toegezegd de uitkeringen aan prestatievoorwaarden te zullen koppelen. De vergoedingen waren niet langer alleen maar afhankelijk van het doorgaan van de deal. Bovendien zouden er nu 3,05 aandelen Glencore voor een aandeel Xstrata worden betaald. Bij de buitengewone vergadering van aandeelhouders van Xstrata medio november heeft F&C vóór de fusie met Glencore gestemd, maar tegen de herziene financiële prikkels voor het management. F&C merkte op dat de voorgestelde regeling uitging van aanzienlijke aandelentoekenningen die veel hoger lagen dan standaardregelingen en bovendien relatief kort liepen. Dat er geen verplichte termijn gold voor het aanhouden van die aandelen, wierp nog meer vragen op over de effectiviteit daarvan voor het behoud van het management voorbij een periode van twee jaar.
Onderneming: GlaxoSmithKline Onderwerp: Bezoldiging Achtergrond Farmaceutische bedrijven staan al jaren bekend om de aanzienlijke boetes die ze van de Amerikaanse Food & Drug Administration krijgen voor tekortkomingen in productveiligheid en onverantwoordelijke marketingpraktijken. GlaxoSmithKline (GSK) heeft in juli echter alle records verbroken met een boete van $ 3 miljard, goed voor 41% van de nettowinst van de onderneming in 2012.
Actie F&C F&C heeft in juli samen met een groep beleggers een bijeenkomst met de voorzitter van GSK bijgewoond over die forse boete. We hebben de remuneratiecommissie gevraagd de boetes en kosten mee te nemen bij de berekening van de beloning van het topmanagement in 2012. Volgens de onderneming was het probleem eerder al vertaald naar de beloning van het management toen de beschuldigingen in 2010 voor het eerst speelden. We hebben ons verzoek herhaald toen we in december 2012 met de remuneratiecommissie spraken.
De onderneming heeft uitgelegd welke stappen er allemaal zijn ondernomen en hoe tot op het hoogste niveau van de onderneming wordt gewerkt aan de verbetering en versterking van de systemen om toekomstige misstappen in de productveiligheid en verkooppraktijken te vermijden. Wij blijven echter pleiten voor verwerking van de kosten van de Amerikaanse rechtszaak in de berekening van de bezoldiging. We willen ook graag horen wanneer de onderneming bonussen gaat terugvorderen van de belangrijkste 100 topmanagers (zonder dat de privacy daarbij in het geding komt). Openheid over terugvorderingen is volgens ons belangrijk om medewerkers af te schrikken en ze ervan te doordringen wat er kan gebeuren als ze het ondernemingsbeleid of de juridische normen overtreden. Meer informatie is ook een manier om beleggers gerust te stellen dat terugvordering actief beleid is en geen wassen neus.
“
Beleggers hebben afgelopen dinsdag hun stem gebruikt om hun ongenoegen te uiten over managers bij Xstrata die in aanmerking zouden komen voor een extra beloning: zij hebben geen belangrijke bijdrage geleverd aan het succes van de onderneming, zoals het bestuur had aangenomen en zeker niet ter waarde van £ 140 miljoen. The Financial Times, 20 november 2012
10
”
Maatschappelijk Verantwoord Beleggen Jaarverslag 2012
Ondernemingen: Aandeelhouderslente Onderwerpen: Bezoldiging
Belangrijke ondernemingen in het Westen zagen zich in 2012 geconfronteerd met een aanzwellende storm protesten van aandeelhouders tegen forse beloningsregelingen. Die trend kreeg al gauw het predicaat ‘aandeelhouderslente’ mee. Vooruitlopend op het jaarvergaderingenseizoen van 2012 heeft F&C aan de voorzitters van meer dan 50 toonaangevende banken over de hele wereld een exemplaar van ons stembeleid bij banken gestuurd. We gaven daarin aan dat het totaal van de bonusuitkeringen niet buitensporig hoog moest zijn in verhouding tot de ingehouden winst of het dividend dat de onderneming aan de aandeelhouders uitkeert. We vroegen de banken verder om in de beloningsregeling duidelijk aan te geven welke prestatiedoelstellingen waren geformuleerd en drongen aan op een grotere nadruk op voor risico gecorrigeerde prestatiemaatstaven op de lange termijn. We hebben daarnaast ook belangrijke vraagtekens gezet bij het reputatierisico dat de banken door het absolute niveau van de bezoldiging voor de bedrijfstop lopen.
Sommige banken namen de adviezen ter harte, maar in de VS, waar beleggers voor het tweede achtereenvolgende jaar over de bezoldiging van de directie mochten stemmen, waren toch saillante voorbeelden van ongenoegen onder beleggers. Het meest in het oog springend was wel Citigroup, waar 55% van de aandeelhouders tegen de beloningsregeling stemde. Die regeling voorzag onder andere in een betaling van $ 15 miljoen aan de CEO. De voorbeelden zijn niet beperkt tot de bankensector. In het VK en Frankrijk hebben beleggers bij een groot aantal ondernemingen (zie onderstaande tabel) hun ongenoegen over topbeloningen niet onder stoelen of banken gestoken. Deze dramatische ontwikkelingen illustreren hoe het machtsevenwicht tussen aandeelhouders en executives bij goudgerande ondernemingen verschuift. F&C vindt het bemoedigend dat beleggers steeds meer oog krijgen voor de belangrijke rol van beloningsprikkels bij de risico’s en resultaten van bedrijven.
Opmerkelijk in 2012: stemmen in de aandeelhouderslente Onderneming
Motie
Gestemd
Toelichting
Citigroup VS
Bezoldiging
Tegen
We hebben ondanks de introductie van een aantal belangrijke hervormingen toch tegengestemd. We waren teleurgesteld over het gebrek aan informatie over de prestaties van het topmanagement. De al te genereuze behoudpremies en hoogst subjectieve prestatievoorwaarden baarden ons zorgen.
Barclays VK
Bezoldiging
Tegen
We stemden tegen omdat we de bonustoekenning aan de bedrijfstop al te vorstelijk vonden voor een jaar waarin de winst voor belasting en het rendement op voor risico gewogen activa daalden en de onderneming wederom de kosten van het eigen vermogen niet dekte.
UBS Zwitserland
Bezoldiging
Tegen
We stemden tegen. We vonden een uitbreiding van de beschikbare bonusgelden niet gepast na een jaar waarin de winstgevendheid daalde, de onderneming te kampen had met een fors schandaal en de marktkapitalisatie opvallend kromp.
Aviva VK
Bezoldiging
Tegen
CEO Andrew Moss trad af nadat 59% van de beleggers (inclusief F&C) tegen een beloningspakket van £ 5 miljoen stemde ondanks dat de koers van het aandeel in de termijn van Moss met 60% was gedaald.
WPP Ierland
Bezoldiging
Tegen
We hebben tegengestemd vanwege een belangrijke (en in onze optiek niet gerechtvaardigde) verhoging van de beloningsregeling voor de bedrijfstop. Wat ons vooral zorgen baarde, was dat de remuneratiecommissie tot dit besluit was gekomen, ondanks de aanzienlijke tegenstem bij de jaarvergadering van 2011 tegen het remuneratierapport.
Carrefour Frankrijk
Vertrekpremie voormalige CEO
Tegen
We stemden tegen de toekenning van een rijkelijk pakket vergoedingen en voorzieningen voor een vertrekkende CEO die leiding had gegeven aan het bedrijf in een periode van slechte bedrijfsresultaten.
11
Duurzaam beleggen en integratie Duurzaam beleggen is een kernexpertise van F&C en vormt een belangrijk onderdeel van ons bedrijf. F&C heeft in 1984 het eerste Britse ethische beleggingsfonds voor particuliere beleggers opgericht, namelijk het Stewardship Fonds. Vandaag de dag verzorgen we een aantal ethische fondsen waarmee de belegger rendement kan koppelen aan duidelijke principes, naast themafondsen waarin een specifiek duurzaam beleggingsthema centraal staat. Onze fondsen bestrijken drie categorieën van beleggingen (aandelen, vastrentend en private equity) en hebben diverse risico-rendementsprofielen die voldoen aan de behoeften van institutionele klanten (pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen en stichtingen), alsook particuliere beleggers. Ook het F&C reo®-beleid voor verantwoord eigenaarschap wordt op de ethische fondsen toegepast.
1984
1987
2000
2002
F&C komt met Stewardship Growth fonds, het eerste ethische fonds in Europa
F&C lanceert Stewardship Income en Stewardship North America fondsen
F&C introduceert responsible engagement overlay (reo®), een engagement en proxy voting service
F&C lanceert Stewardship International fonds
2004
2006
2006
2007
F&C ondertekent UN Global Compact
F&C sluit zich aan bij het Carbon Disclosure Project
F&C mede-oprichter en ondertekenaar van de UN Principles for Responsible Investement
F&C lanceert Global Climate Opportunities en Ethical Bond fondsen
2010
2010
2011
2012
F&C ondertekend de Stewardship Code
F&C lanceert Emerging Markets ESG strategie
F&C introduceert reo®4bonds, het Private Equity Climate Opportunity Partners LP Fonds en het Sharia Sustainable Opportunities Fonds
F&C ontwikkelt ESG Risk Tool
Portefeuillemanagers signaleren in nauwe samenwerking met het Governance & Sustainable Investment (GSI) team van F&C ondernemingen die in aanmerking komen voor opname in het universum van acceptabele beleggingen. Op de Stewardship Funds wordt toezicht uitgeoefend door een onafhankelijke Committee of Reference. Belangrijke beleidsontwikkelingen voor de Stewardshipfondsen in 2012 waren onder andere: ■ Afronding van gezondheidszorgbeleid in het verlengde van ons beleid voor farmaceutische bedrijven uit 2011. Dit nieuwe beleid is van toepassing op directe kosten van de gezondheidszorg (zoals particuliere klinieken en zorginstellingen) en medische producten voor de ondersteuning van diagnose, operaties of herstel. Onjuiste facturering, patiëntenzorg en productveiligheid vallen eveneens onder het beleid.
12
■ Aanscherping van ons beleid over kolenmijnbouw en verduidelijking van de Stewardshippositie over deze sector, gezien de aanzienlijke bijdrage daarvan aan klimaatverandering. ■ Herziening van ons beleid over dierenwelzijn voor cosmeticaondernemingen, waarin we rekening houden met de verschillende beleidsontwikkelingen in de niet-Europese markten. Behalve de Stewardship-fondsen verzorgt F&C ook een verzameling themafondsen en ethische fondsen, zoals Global Climate Opportunities en Water & Agriculture. Fondsen die niet met negatieve ethische criteria werken, maar in plaats daarvan ondernemingen opnemen die passen bij een aan duurzaamheid gerelateerd thema. Per eind
december 2012 bedroeg het totaal belegd vermogen in de themafondsen en ethische fondsen € 3,8 miljard.
Maatschappelijk Verantwoord Beleggen Jaarverslag 2012
F&C’s duurzaamheidsstrategieën met diverse risico-/rendementsstatistieken;
Ethische obligaties
Stewardship Funds
Global Ethical Bond Fund
Stewardship Growth Stewardship Income Stewardship International
Themafondsen aandelen
Private Equity
Global Climate Opportunities Global Climate Opportunities Water and Agriculture Absolute Return fund of funds Global Emerging Markets ESG Sharia Sustainable Opportunities
Integratie duurzaamheid F&C heeft niet alleen duurzame beleggingsfondsen, F&C streeft er ook naar om afwegingen op het gebied van milieu, maatschappij en bestuur (‘ESG’ in het Engels) mee te nemen in het beleggingsproces van alle beleggingsproducten, in overeenstemming met onze verplichtingen als ondertekenaars van de Principles for Responsible Investment van de VN (UNPRI). In dit onderdeel gaan we nader in op een aantal acties die we recent hebben ondernomen of die voor de komende maanden gepland staan. Acties die ESG-factoren nog verder in onze beleggingsprocessen moeten integreren en uiteindelijk het rendement voor de belegger moeten beschermen en verbeteren.
ESG risk tool We hebben in 2012 intern de F&C ESG Risk Tool ontwikkeld. Met die tool kunnen we een index samenstellen van meer dan 3000 internationale ondernemingen wereldwijd, waarin we kwantitatieve beoordelingen van de prestaties naast de risico´s op het gebied van milieu, maatschappij en corporate governance leggen. De index maakt behalve van onze eigen methodiek ook gebruik van de beste externe gegevensleveranciers en bestrijkt de meeste namen die in de grote indices in de wereld voorkomen, evenals emittenten die alleen obligatieleningen uitgeven. Iedere onderneming krijgt een aantal ESGcijfers en een totaalscore. F&C heeft daarnaast een signaleringssysteem ontwikkeld die specifieke zwakke plekken aangeeft in de benadering van een onderneming ten aanzien van duurzaamheid. De risicoscore wordt al gebruikt door het Governance & Sustainable Investment Team om ondernemingen te selecteren waar engagement geboden is. De scores fungeren verder als input in het screeningsproces van ondernemingen voor opname in duurzame fondsen. Onze analisten en portefeuillemanagers voor corporate bonds hebben de analyse van de tool in het besluitvormingsproces geïntegreerd; in de loop van 2012 was dat aanleiding voor een aantal wijzigingen in onze interne beoordelingen van het ondernemingsrisico. F&C zet de ESG Risk Tool in 2013 in om de ESG-analyse verder in de beleggingsgerelateerde activiteiten te integreren, met een specifieke nadruk op aandelen. We zullen verder ook meer details over onze benadering publiceren.
Deze kwantitatieve aanpak is een aanvulling op de bestaande integratie van duurzaamheidscriteria, waaronder regelmatige updates over belangrijke duurzaamheidsaangelegenheden, actief overleg over stembesluiten, de uitwisseling van informatie waaronder gezamenlijke bedrijfsbijeenkomsten en de aanpak van specifieke punten die zich aandienen, zoals beleggingen in clusterbommen (zie kader).
F&C’s beleid in clusterbommen en landmijnproducenten Clustermunitie en landmijnen berokkenen ongedifferentieerde schade en veroorzaken onnodig lijden voor burgers. De Convention on Cluster Munitions is in 2008 in werking getreden en is inmiddels door meer dan 110 landen ondertekend. Toch houden veel beursgenoteerde ondernemingen in de wereld zich nog altijd bezig met het ontwerpen, produceren en verkopen van clusterbommen en landmijnen, alsook van belangrijke onderdelen specifiek voor dit wapentuig. Op 1 januari 2013 is in Nederland een nieuw verbod van kracht geworden, met daarin ook een restrictie op beleggingen in fabrikanten van clustermunitie. F&C volgt al sinds 2007 de internationale onderhandelingen over clusterbommen en landmijnen. F&C staat volledig achter het Verdrag inzake clustermunitie en het Verdrag van Ottawa inzake landmijnen, alsook internationale inspanningen die gericht zijn op het aanpakken van de humanitaire bezorgdheid over het gebruik van deze wapens. In nauwe samenwerking met de MVB-werkgroep (de F&C klankbordgroep van klanten en adviseurs op het gebied van maatschappelijk verantwoord beleggen) sluiten wij dan ook al sinds 2007 die ondernemingen uit, die rechtstreeks betrokken zijn bij de productie van clustermunitie of landmijnen, danwel meer dan 50% eigenaar zijn van een bedrijf die dergelijke wapens en clustermunitie produceert. F&C werkt samen met een onafhankelijke researchprovider om bedrijven te identificerendie betrokkenheid bij de productie van clusterbommen of landmijnen hebben (die ondernemingen die producten of diensten leveren die specifiekzijn ontworpen voor gebruik in clusterbommen of landmijnen en essentieel zijn voor het functioneren van die wapens).Deze uitsluiting is zowel van toepassing op alle aandelenbeleggingen alsook corporate bonds beleggingen (Credits, High Yield en Convertibles). 13
Overheidsbeleid F&C ziet actieve deelname aan het beleidsproces als een centraal onderdeel van haar taak als verantwoordelijke belegger. Bij wereldwijde problemen als corruptie of klimaatverandering moet de overheid veelal eerst via wet- en regelgeving een gelijk speelveld creëren voordat er iets wezenlijks kan veranderen. F&C is lid van talloze organisaties en netwerken die duurzaam beleggen en sterke normen op het gebied van milieu, maatschappij en ondernemingsbestuur bevorderen. Access To Nutrition Index De Access To Nutrition Index (ATNI) is een wereldwijd initiatief gericht op volksgezondheid en voeding. Dit initiatief wil 's werelds grootste ondernemingen in voedsel en dranken stimuleren om het wereldwijde probleem van obesitas en ondervoeding te helpen oplossen door de samenstelling van hun producten te veranderen en een positieve rol op zich te nemen in de beïnvloeding van gezondere keuzes door de consument. De index is zo ingericht dat de prestaties van ondernemingen worden afgezet tegen een totaalverzameling ‘best practice’-maatstaven, die door een raad van deskundigen op het gebied van voeding en volksgezondheid zijn opgesteld. Het ATNI-initiatief kan al sinds het begin in 2010 op de steun van F&C rekenen. We zijn namelijk van mening dat voeding een belangrijke waardefactor is in de sector voedingsmiddelen en dranken. Ondernemingen met superieure werkwijzen kunnen daar in de loop van de tijd hun voordeel mee doen, terwijl partijen die bij ‘best practice’ achterblijven juist de nadelige gevolgen daarvan kunnen ondervinden. We hebben de afgelopen twee jaar dan ook een actieve rol op ons genomen om de index te helpen lanceren, onder andere door zitting te nemen in de onafhankelijke ATNI adviesraad. F&C heeft daarnaast ondernemingen als Nestlé en Unilever rechtstreeks aangemoedigd om een constructieve dialoog met ATNI te voeren en er op die manier op toe te zien dat de uiteindelijke score een eerlijke en juiste afspiegeling van beleid en werkwijzen is. F&C onderschrijft tot slot ook de ATNI Investor Statement. Die verklaring licht de argumentatie voor de Access To Nutrition Index toe en doet aanbevelingen aan producenten van voedingsmiddelen en dranken. F&C evalueert in 2013 de rapportage en positie van ondernemingen in de index. We buigen ons over eventueel engagement met de achterblijvers, die we willen aanmoedigen de kloof met de sectorleiders en vergelijkbare ondernemingen te dichten. We moedigen collegabeleggers aan de ATNI-bevindingen in ogenschouw te nemen en blijven input leveren voor de verdere ontwikkeling van ATNI.
Integratie duurzaamheid in kredietratings Standard & Poor’s (S&P) luidt een belangrijke nieuwe ontwikkeling in: het ratingbureau heeft in november 2012 de ratingcriteria geactualiseerd en weegt nu ook expliciet milieu en maatschappij mee als punten die een materieel risico kunnen vormen en dus van invloed kunnen zijn op de kredietkwaliteit van de uitgevende instelling. De aankondiging kwam na actieve contacten van F&C met S&P in het kader van engagement op corporate bonds (reo®4bonds). Onderdeel daarvan was een bijdrage van F&C aan een publieke consultatieronde van S&P. S&P had bij de beoordeling van het management van een onderneming tot op heden wel rekening gehouden met corporate-governancefactoren in het kredietratingproces.
14
Over maatschappelijke en milieurisico’s liet het ratingbureau zich daarentegen niet uit. F&C heeft S&P actief aangemoedigd om de visie op risico breder te trekken door te benadrukken dat factoren op het gebied van milieu, maatschappij en bestuur (ESG) belangrijk invloed kunnen uitoefenen op de bedrijfsprestaties, financiële slagkracht en kredietkwaliteit van een onderneming. In dat consultatieproces gaven we toe dat van de vele risicofactoren die de kredietrating van een onderneming beïnvloeden, duurzaamheidsfactoren niet altijd het meest bepalende risico vormen. Wel hebben we benadrukt dat beleggers mogen verwachten dat er in een kredietrating actief rekening is gehouden met risico’s op het gebied van milieu, maatschappij of bestuur en de potentieel materiële invloed daarvan op de kredietrating.
Verbetering standaarden voor beursnotering in opkomende markten Voor veel ondernemingen in de opkomende markten fungeert een notering aan een belangrijke beurs als een soort eervolle onderscheiding. Die notering betekent immers dat de onderneming voldoet aan de normen van de internationale kapitaalmarkten. F&C spreekt al sinds jaar en dag beurzen en toezichthouders over de hele wereld aan en ijvert voor verbetering van de standaarden voor een beursnotering door deze te koppelen aan hoge eisen aan corporate governance, bescherming van aandeelhouders, verslaglegging en informatieverschaffing. Onze activiteiten op dit gebied spitsten zich in 2012 toe op Hongkong, waar de afgelopen jaren Chinese ondernemingen van twijfelachtige kwaliteit een beursnotering hebben bemachtigd. We zijn naar Hongkong afgereisd en hebben daar gesproken met de Hong Kong Stock Exchange. We hebben onze zorg uitgesproken dat een echte evaluatie van de controledocumentatie van sommige ondernemingen op het vasteland van China lastig was. Dat komt omdat de externe accountant vaak zelf in de werkzaamheden wordt beperkt door de strenge staatsgeheimregels van China. De accountantscontrole schetst daardoor slechts een gedeeltelijk en mogelijk vertekend beeld van de financiële situatie bij een onderneming. De beurs van Hongkong reageerde begripvol en zei over dit onderwerp in gesprek te zijn met de Chinese toezichthouders. Behalve de beurs, de toezichthouders en accountants hebben ook investeringsbanken een belangrijke invloed op de kwaliteit van ondernemingen van het vasteland die een notering in Hongkong willen. Er wordt ook wel gepleit voor strakkere regels voor investeringsbanken die betrokken zijn bij aandelenemissies. F&C heeft in een reactie op de consultatieronde van de Securities & Futures Commission geschreven dat de belangen van de investeringsbanken beter op die van beleggers afgestemd zouden zijn, als die banken niet alleen in contanten maar ook in aandelen zouden worden betaald.
Maatschappelijk Verantwoord Beleggen Jaarverslag 2012
2012 steun aan openbaar beleid januari
Brief met collega-beleggers om leveranciers van zonnepanelen op te roepen om de The Silicon Valley Toxics Coalition enquête in te vullen. februari
Brief met collega-beleggers aan de Amerikaanse Securities & Exchange Commission (SEC) met pleidooi voor een sterkere focus op de implementatie van recent doorgevoerde hervormingen op het gebied van goed ondernemingsbestuur.
Brief met collega-beleggers aan het Amerikaanse Congres om te pleiten voor uitbreiding van de Production Tax Credit (PTC) voor windenergie om strenger en consistenter beleid te ontwikkelen tegen de negatieve gevolgen van klimaatverandering. maart
Antwoord F&C op de “2011 Global Investor Survey on Climate Change”.
april
Antwoord F&C aan Standard & Poor’s inzake onderzoek naar creditratingcriteria.
Antwoord F&C aan de beurs van Hong Kong inzake richtlijnen voor duurzame verslaglegging.
Reactie van de Institutional Investors Group on Climate Change (IIGCC) inzake hervormingen EU-emissiehandelssysteem. mei
Reactie F&C op EU-overleg inzake genderongelijkheid binnen besturen van ondernemingen in de EU.
Antwoord F&C aan het Department for Business, Innovation and
juni
Reactie F&C op het rapport van de European Securities and Markets Authority (ESMA) - Een overzicht van stemadviesbureaus.
Verklaring inzake het beheersen van de methaanuitstoot in de olie-en gassector. juli
Antwoord F&C op onderzoek SFC inzake de regulering van sponsors.
Reactie F&C inzake de herziening van de UK Corporate Governance Code and Guidance on Audit Committees door de Financial Reporting Council (FRC).
Reactie F&C aan de FRC inzake de aanpassingen van de UK Stewardship Code. augustus
Steunbetuiging door F&C aan de Foreign Corrupt Practices Act (FCPA). oktober
Corporate Governance richtlijnen van de London Stock Exchange - F&C: Is deugdelijk ondernemingsbestuur van belang voor de aandeelhouderswaarde? november
Reactie F&C aan de beurs van Hong Kong inzake onderzoek naar diversiteit binnen besturen.
F&C sluit zich aan bij collegabeleggers ter ondersteuning van een meerderheid van stemmen voor een notering aan de beurs van Toronto.
Skills (een ministerie binnen het Verenigd Koninkrijk) betreffende het aandeelhoudersstemrecht over beloning van bestuurders.
Antwoord F&C op FSA consultatie CP12-2, Wijzigingen in de regels voor beursnotering (Listing Rules).
15
4
Samenvatting: Engagement in 2012 Engagement naar regio en onderwerp
Mijlpalen naar regio en onderwerp
1
16
4
Europa Noord-Amerika Azië (ex Japan) Japan Overige
31% 37% 14% 7% 11%
Europa Noord-Amerika Azië (ex Japan) Japan Overige
30% 35% 19% 3% 13%
Milieu
38%
Milieu
18%
Klimaatverandering
16%
Klimaatverandering
9%
Diensten ecosystemen Milieubeheer
5% 17%
Diensten ecosystemen Milieubeheer
4% 5%
Maatschappij
26%
Maatschappij
24%
Bedrijfsethiek
12%
Bedrijfsethiek
10%
Volksgezondheid
4%
Volksgezondheid
1%
Mensenrechten
4%
Mensenrechten
5%
Arbeidsomstandigheden
7%
Arbeidsomstandigheden
7%
Bestuur
36%
Bestuur
58%
Corporate governance Duurzaamheidsbestuur en verslaglegging
14%
Corporate governance Duurzaamheidsbestuur en verslaglegging
47%
22%
Totalen tellen in sommige gevallen niet op tot 100% als gevolg van afronding.
11%
Maatschappelijk Verantwoord Beleggen Jaarverslag 2012
Gepubliceerde viewpoints in 2012 maart
Cairn Energy trekt motie bonus voorzitter in De visie van beleggers zegeviert bij Nabors Hervormingen Olympus teleurstellend
april
Banken en beloningen: aandachtspunten voor institutionele Walmart verwikkeld in omkopingsschandaal
juli
Met de Franse slag: aandeelhouderslente Blik op... door conflicten geteisterde gebieden in het Midden-Oosten
augustus
Hoe de bankensector ons vertrouwen kan terugwinnen Vedanta Resources: twee stappen vooruit, één stap achteruit
oktober
Strenge transparantieregels voor olie- en mijnbouwbedrijven
november
ESG-factoren steeds belangrijker binnen vastrentende waarden
17
Producten F&C biedt een breed pakket aan beleggingsoplossingen voor pensioenfondsen, liefdadigheidsinstellingen, verzekeraars en overige organisaties. We bieden niet alleen de mogelijkheid tot discretionair vermogensbeheer, maar ook tot participatie in onze institutionele beleggingsfondsen. Verder beleggen wij in diverse regio's zakelijke waarden en vastrentende waarden. Onze strategie is gebaseerd op drie pijlers: J Advisory Solutions (Partnership management en Dynamisch balansbeheer) J Maatschappelijk verantwoord advies en beleggen J Specialistische beleggingsproducten
Wat zou er beter kunnen? Wij hopen dat wij uw zorgen en aandachtspunten goed voor het voetlicht hebben gebracht. Maar wij willen dat graag zeker weten en stellen uw inbreng dan ook zeer op prijs. Graag horen wij van u wat u wilt dat er met uw geld wordt gezegd. Voor vragen en/of opmerkingen kunt u contact opnemen met uw accountmanager. U kunt uw commentaar ook per post opsturen naar: F&C Netherlands B.V. Postbus 75471 1070 AL Amsterdam
Contact Kantoren
Verenigd Koninkrijk Tel: +44 (0) 20 7011 5111
Ierland Tel: +353 (0) 1 436 4000
Nederland Tel: +31 (0) 20 582 3000
Portugal Tel: +351 (0) 21 0033200
Duitsland Tel: +49 (0) 69 308 55 098
Hong Kong Tel: +(852) 3965 3160
Verenigde Staten Tel: +1 (0) 617 426 9050
Hoofdkantoor
Verenigd Koninkrijk Tel: +44 (0) 20 7628 8000 Website: www.fandc.com
Belangrijke informatie Dit document is uitsluitend bedoeld voor professionele beleggers en dient niet te worden verstrekt aan niet-professionele beleggers. De informatie die verschaft wordt in ditdocument is alleen bedoeld ter informatie en dient niet te worden beschouwd als enige vorm van advies aan de ontvanger of lezer waar deze op mag of kan vertrouwen bijhet nemen van beslissingen over het doen van investeringen, beleggingen of het aangaan van beleggingsovereenkomsten, noch betreft dit een aanbod om dergelijketransacties aan te gaan. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. De waarde van beleggingen kunnen fluctueren. Het is mogelijk datbeleggers hun inleg niet (volledig) terugkrijgen. Investeerders dienen niet over te gaan tot het beleggen in financiële instrumenten indien zij niet bereid zijn om de risico’s diehiermee gepaard kunnen gaan te accepteren.De merken F&C, F&C Monogram, FANDC, FandC en fandc zijn geregistreerde handelsnamen van F&C Asset Management Plc. Het recht op deze handelsnamen alsmedehet gebruik daarvan is exclusief voorbehouden aan F&C Asset Management Plc. Dit document wordt uitgegeven door F&C Netherlands B.V., in Nederland gereguleerddoor de Autoriteit Financiële Markten (AFM) © Copyright F&C Netherlands B.V. 2013. F&C1370 03/13