Pensioenfonds PNO Media
Jaarverslag
verantwoord beleggen
2011
Pensioenfonds PNO Media
Jaarverslag
verantwoord beleggen
2011
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
3
Voorwoord
4
1 PNO Media in cijfers
7
2 Engagement
9
2.1
Vooruitgang van engagements
11
2.2
Milieu
13
2.3
Corporate governance
15
2.4
Mensenrechten en ethiek
17
2.5
Bedrijfsstrategie en risico
19
3 Stemmen
22
4 Uitsluiten
25
5 Duurzaam beleggen
27
6 Duurzaamheidsonderzoek VBDO
29
Pensioenfonds PNO Media Jaarverslag VERANTWOORD BELEGGEN 2011
3
Voorwoord
2011 was voor de beleggingsportefeuille van PNO Media een jaar met twee gezichten. Verliep de eerste helft van het jaar relatief rustig, de tweede helft van 2011 liet vanaf juli een scherpe daling van de financiële markten zien met een gematigd herstel in oktober. Uiteindelijk behaalde de totale beleggingsportefeuille van PNO Media een rendement van 0,7% (na kosten).
De financiële markten waren in 2011 extreem gespannen, met name veroorzaakt door de schuldenproblematiek van de landen uit Zuid-Europa en de onzekerheden rondom het voortbestaan van de euro. De invloed hiervan op de rentemarkt was groot. In Noord-Europa (Duitsland en Nederland) daalde de rente tot historisch lage niveaus als gevolg van de vlucht naar veiligheid door beleggers, terwijl de rente in Zuid-Europa (Italië en Spanje) sterk steeg. Het renteniveau in Griekenland en Portugal is onhoudbaar hoog, in Griekenland heeft dit al geresulteerd in schuldsanering. Ingrijpen door de Europese Centrale Bank (ECB) heeft een verdere verslechtering voorkomen.
Verantwoord beleggen in turbulente tijden Ons beleid van verantwoord beleggen staat los van de dagelijkse beweeglijkheid op de financiële markten. Het beleid is gebaseerd op duurzame principes van verantwoord beleggen die juist op de lange termijn zijn gericht. Ook in 2011 hebben wij op al onze aandelen onze stem uitgebracht. In totaal ging het om 758 Algemene Vergaderingen van Aandeelhouders (AvA) waarbij bijna 9.400 agendapunten aan bod zijn gekomen. Omdat een AvA niet altijd het juiste forum is om met een onderneming een discussie aan te gaan, voeren wij ook engagements uit. Dit doen wij in samenwerking met onze adviseur Hermes Equity Ownership Services. Door een dialoog met een onderneming aan te gaan zijn wij in staat onze bezorgdheid over onderwerpen als milieu, corporate governance en mensenrechten goed onder de aandacht te brengen en samen met het bedrijf tot een oplossing te komen. Een engagement kan enkele weken duren maar kan ook meerdere jaren in beslag nemen. Mocht er geen enkele verbetering in het gedrag van de onderneming zichtbaar zijn dan heeft PNO Media de mogelijkheid om de onderneming op de uitsluitingslijst te plaatsen.
4
Pensioenfonds PNO Media Jaarverslag VERANTWOORD BELEGGEN 2011
Hoge notering in VBDO duurzaamheidsonderzoek In 2011 heeft PNO Media wederom meegedaan aan het sector brede onderzoek voor duurzaam beleggen bij pensioenfondsen, uitgevoerd door de Vereniging voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO). Dit onderzoek is voor het vierde jaar gehouden en voor de vierde keer op rij heeft PNO Media een top 5 notering behaald. In 2011 zijn wij met een score van 4,0 (op een schaal van 1 - 5) op een vierde plaats geëindigd.
Hilversum, 28 april 2012
Pensioenfonds PNO Media namens deze Media Pensioen Diensten L.G. Witkamp AAG
Drs. L.J. van der Put
Directeur Directeur
Pensioenfonds PNO Media Jaarverslag VERANTWOORD BELEGGEN 2011
5
6
hoofdstuk 1 PNO Media in cijfers
1 PNO Media in cijfers
PNO Media heeft een belegd vermogen van circa € 3,3 miljard. Dit vermogen is verdeeld over verschillende beleggingscategorieën als aandelen, vastrentende waarden, vastgoed en private equity. Het beleggingsrendement (inclusief kosten) is in 2011 0,7%. Het totale rendement inclusief afdekking (rente en valuta) is 6,3%. Met name de renteafdekking heeft het rendement positief beïnvloed.
De aandelenmarkten hadden in 2011 een moeilijk jaar. Was de eerste helft van 2011 nog positief, de schuldencrisis die in de tweede helft van het jaar oplaaide zorgde ervoor dat de koersen scherp daalden. Andere beleggingscategorieën zoals vastrentende waarden, vastgoed en private equity lieten wel een goed rendement zien. De dalende rente had tot gevolg dat de rentederivaten een rendement behaalden van 6,2%. Samenstelling beleggingsrendement 2011 Fondsrendement
2011
Rendement beleggingen
0,70%
• Rendement aandelen
-6,10%
- Mature Markets
-4,20%
- Emerging Markets
-14,40%
• Rendement vastrentende waarden
3,10%
• Rendement alternatieven
6,90%
- Commodities
-9,10%
- Deelnemingen vastgoed
4,00%
- Infrastructuur
7,40%
- Private Equity
22,80%
Rendement rentederivaten
6,20%
Rendement valutaderivaten
-0,70%
Rendement beleggingen totaal
6,30%
De beleggingsportefeuille wordt beheerd door Media Pensioen Diensten (MPD). De verschillende vermogensbeheerders krijgen de opdracht mee om in een bepaalde regio of op basis van een specifieke beleggingsstijl het vermogen te beheren. MPD selecteert en monitort deze managers. Wordt niet aan de doelstelling voldaan, dan zal de samenwerking met de manager worden verbroken. Het belegd vermogen van PNO Media is als volgt verdeeld. Belegd vermogen naar categorie 11%
1%
6% Aandelen Vastrentende waarden Vastgoed Infrastructuur
49%
33%
Private equity
Pensioenfonds PNO Media Jaarverslag VERANTWOORD BELEGGEN 2011
7
8
hoofdstuk 2 Engagement
2 Engagement
Wanneer wij het niet eens zijn met het gedrag van een onderneming, gaan wij met deze onderneming een constructieve dialoog aan (engagement). Een engagement is erop gericht om samen met de onderneming te komen tot een positieve verbetering van de bedrijfsvoering.
In 2011 is PNO Media met in totaal 166 ondernemingen een engagement aangegaan. Hiervan bevinden engagements bij 4 ondernemingen zich nog in de onderzoeksfase waarbij nog geen specifieke engagementdoelstelling is geformuleerd. Het komt vaak voor dat er bij ondernemingen meerdere engagements lopen over verschillende onderwerpen. In totaal zijn er in 2011 over 336 onderwerpen engagements gevoerd. De engagements worden wereldwijd gevoerd. In de onderstaande grafiek is te zien waar de engagements hebben plaatsgevonden. De aanleiding van een engagement kan in een ander liggen, bijvoorbeeld de arbeidsomstandigheden van een dochterbedrijf in Azië. Omdat PNO Media veel in grote internationale ondernemingen belegt, kan de engagement dan toch met de in Nederland gevestigde onderneming worden gevoerd. Geografische spreiding engagements 32 18
41
Azie-Pacific Opkomende markten Europa
18
Noord Amerika UK
57
In 2010 voerde wij met 64 ondernemingen een engagement en in 2011 met 166 ondernemingen. De stijging wordt veroorzaakt doordat de hoeveelheid individuele ondernemingen in de aandelenportefeuille in 2011 is gestegen. De belegging die wij in 2010 in aandelenfutures hadden is in 2011 omgezet in portefeuilles met fysieke aandelen.
Pensioenfonds PNO Media Jaarverslag VERANTWOORD BELEGGEN 2011
9
hoofdstuk 2 Engagement
Van de 336 engagements hadden er 72 met milieu te maken, 148 met corporate governance, 72 met mensenrechten en ethiek en 44 met bedrijfsrisico en strategie. Engagements per thema 32 44 Milieu
72
Corporate governance Mensenrechten en ethiek Bedrijfsrisico en strategie
148
Update engagement met Royal Dutch Shell: teerzanden Er is met een aantal oliebedrijven al langere tijd een intensieve engagement gaande over de winning van olie uit teerzanden. Door de toenemende vraag naar olie zoeken oliemaatschappijen naar alternatieve manieren van olieexploratie. Het winnen van olie uit de bovenste grondlaag van zogeheten teerzanden is hierdoor sterk in opkomst. Oliewinning uit teerzanden legt echter een groot beslag op natuur en milieu. In 2010 hebben wij het management van Royal Duch Shell uitgedaagd om met een duidelijk en transparant plan te komen waarin haar risicomanagementbeleid voor oliewinning uit teerzanden wordt uiteengezet. In 2011 heeft Shell in alle openheid toegelicht hoe zij omgaat met de risico’s die gepaard gaan met oliewinning uit teerzanden. Tijdens een bezoek aan een terrein in Canada waar Shell olie wint uit teerzand is uitgelegd hoe wordt omgegaan met milieurisico’s (CO2, biodiversiteit, gebruik van water en afvalmanagement) en sociale kwesties zoals veiligheid op het werkterrein. In vervolggesprekken is besproken hoe Shell samenwerkt met andere oliemaatschappijen om samen deze problemen te managen. Dit kan bijvoorbeeld door goede afspraken te maken met gecertificeerde toeleverancierbedrijven zodat ook verder in de keten dezelfde milieustandaarden worden nageleefd. Shell heeft duidelijk een meer proactieve houding aangenomen als het gaat om het managen van risico’s die gepaard gaan met oliewinning uit teerzanden. Men probeert serieus tegemoet te komen aan de bezwaren die bij een deel van de bevolking, en ook de aandeelhouders, leven. Wij zijn dan ook positief over de stappen die Shell heeft gemaakt.
10
Pensioenfonds PNO Media Jaarverslag VERANTWOORD BELEGGEN 2011
hoofdstuk 2 Engagement
2.1 Vooruitgang van engagements Het meten van de vooruitgang bij een engagement is geen exacte wetenschap. Toch heeft PNO Media in samenwerking met adviseur Hermes Equity Ownership Services een methodiek ontwikkeld die een aantal stappen in het engagement proces definieert en monitort. Deze stappen noemen wij mijlpalen. Dit proces begint met het vaststellen van een concrete doelstelling van een engagement bij een onderneming (mijlpaal 0). Vervolgens wordt er contact gelegd met de onderneming en gaat de engagement van start. Het doel is om samen met de onderneming een oplossing te vinden voor onze bezorgdheid en de engagement met succes af te ronden. Toelichting mijlpalen engagements Status actieve engagement Mijlpaal 0
Mijlpaal 1
Bepalen van nieuwe Kenbaar maken bij doelstelling voor bedrijf van bezorgdengagement heid
Voltooide engagement Mijlpaal 2
Mijlpaal 3
Mijlpaal 4
Niet succesvol
Erkenning van bezorgdheid door bedrijf
Ontwikkelen van strategie / stellen van doelen
Strategie succesvol geïmplementeerd
Geen succes met de engagement. Stopzetten of hernieuwde poging
In 2011 hebben wij in totaal 336 engagements gevoerd. Hiervan zijn er 12 nieuwe engagements. 16 engagements zijn met succes afgerond, de overige engagements zijn nog gaande. Voordat er met een engagement wordt begonnen, vindt er eerst een korte onderzoeksfase plaats. Dit houdt in dat onderzocht wordt of er daadwerkelijk sprake is van een overtreding van de principes voor verantwoord beleggen. Dit kan door een bureauonderzoek te initiëren of door in contact te treden met de betreffende onderneming. Wordt onze bezorgdheid over een bepaalde kwestie bevestigd, dan wordt er een engagement opgestart. Er wordt een doelstelling voor de engagement bepaald en een engagementtraject opgesteld. Dit is mijlpaal 0. Het kan ook zijn dat onze bezorgdheid niet juist is of dat de onderneming al stappen heeft genomen om de kwestie op te lossen. In dat geval is het starten van een nieuwe engagement niet nodig. In 2011 zijn er 4 engagements nog in de onderzoeksfase. Na het vaststellen van de doelstelling wordt deze bij de onderneming kenbaar gemaakt. Dit is het startpunt van de engagement. De meeste ondernemingen zijn bereid om met ons de dialoog aan te gaan en samen tot een oplossing te komen. Uiteindelijk wordt samen met de onderneming naar een oplossing gezocht en een strategie ontwikkelt om een positieve verandering in de bedrijfsvoering te bewerkstelligen. Na een succesvolle implementatie hiervan is de engagement afgerond. Het gebeurt echter ook weleens dat een onderneming op geen enkele wijze bereid is om over de kwestie te spreken. Is de onderneming niet bereid om onze bezorgdheid te erkennen, en dus een engagement hierover te voeren, of is de voorgestelde oplossing naar onze mening niet afdoende, dan zal er een beslissing worden genomen hoe hiermee verder wordt gegaan.
Pensioenfonds PNO Media Jaarverslag VERANTWOORD BELEGGEN 2011
11
hoofdstuk 2 Engagement
Het kan zijn dat in een andere vorm een nieuwe engagement wordt opgestart, maar het kan ook betekenen dat wij besluiten om de onderneming op onze uitsluitinglijst te plaatsen. Wij beleggen dan niet meer in dit bedrijf. Engagements gebeuren vaak achter de schermen. Dit komt omdat ondernemingen vaak alleen bereid zijn om samen een bepaalde kwestie op te lossen als dit in vertrouwen gebeurt. De kans op eventuele reputatieschade speelt hierbij een belangrijke rol. Zouden wij de engagement in het openbaar willen voeren, dan zullen wij veel minder effectief kunnen optreden. Is het nodig om toch een kwestie in het openbaar aan de kaak te stellen, dan gebeurt dit meestal via de AvA. Status engagements per thema Thema Milieu Corporate governance
Status actieve engagements Engagements
Mijlpaal 0
Mijlpaal 1
Mijlpaal 2
Mijlpaal 3
Voltooide engagements Mijlpaal 4
Niet succesvol
72
1
16
35
16
4
0
148
8
31
60
39
10
0
Mensenrechten en ethiek
72
2
12
26
30
2
0
Bedrijfsstrategie en risico
44
1
11
20
12
0
0
336
12
70
141
97
16
0
Totaal engagements
Bij 150 van de 336 engagements is positieve voorruitgang geboekt. Dit houdt in dat een engagement een mijlpaal met succes heeft afgerond en de volgende mijlpaal als nieuwe doelstelling beschouwd wordt. Bij 186 engagements is geen tot weinig vooruitgang geboekt. Deze engagements bevinden zich nog steeds bij dezelfde mijlpaal. Dat een engagement nog niet naar de volgende mijlpaal is gegaan, betekent niet dat er geen werk is verzet. De oorzaak van beperkte vooruitgang ligt bij de aard van de lopende engagements. De stap van mijlpaal 0 naar mijlpaal 1 of mijlpaal 2 is een relatief kleine stap. Maar vanaf mijlpaal 2 zal de vooruitgang over het algemeen langer duren. In 2011 bevinden zich relatief veel engagements in wat latere stadia. En een engagement kan enkele maanden tot wel enkele jaren duren. De verwachting is dat in 2012 een aanzienlijk aantal engagements in mijlpaal 3 komt en dat een relatief groot aantal engagements (met succes) wordt afgerond. Vooruitgang engagements per thema
12
Negatieve vooruitgang
Geen vooruitgang
Positieve vooruitgang
Milieu
0
45
27
Corporate governance
0
75
73
Mensenrechten en ethiek
0
43
29
Bedrijfsstrategie en risico
0
23
21
Pensioenfonds PNO Media Jaarverslag VERANTWOORD BELEGGEN 2011
hoofdstuk 2 Engagement
2.2 Milieu
In 2011 voerde PNO Media 72 engagements die betrekking hadden op milieugerelateerde kwesties. Hiervan zijn 4 engagements met succes afgerond. Onze engagement met energiebedrijf RWE was één van de succesvolle engagements (zie praktijkcasus). Van de 72 milieuengagements hebben er 27 een positieve vooruitgang geboekt, van 45 engagements is de status onveranderd.
Vooruitgang engagements milieu 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 Negatieve vooruitgang
Geen vooruitgang
Positieve vooruitgang
Status engagements milieu
Status actieve engagements
Thema
Engagements
Mijlpaal 0
Mijlpaal 1
Mijlpaal 2
Mijlpaal 3
Milieu
72
1
16
35
16
Voltooide engagements Mijlpaal 4 Niet succesvol 4
0
In 2011 is er veel vooruitgang geboekt in het streven naar een meer duurzame vorm van bosbouw. In het eerste kwartaal is het initiatief Forest Footprint Disclosure Project (FFDP) gelanceerd, een internationaal programma waarbij bedrijven wordt gevraagd om aan te geven wat hun ‘voetafdruk’ is op het gebied van ontbossing, wat het beleid is om deze voetafdruk zoveel mogelijk terug te dringen en hoe zij duurzame bosbouw hebben geïntegreerd in de bedrijfsvoering. Alleen al het bereiken van de eerste stap, wat is de invloed van een onderneming op de natuur in het algemeen en op bosbouw in het bijzonder, zou een grote stap voorwaarts zijn. Tot op heden is hierover weinig transparantie. Wij hebben een groot aantal ondernemingen een brief gestuurd waarin wij hen oproepen zich aan te sluiten bij het FFDP.
Pensioenfonds PNO Media Jaarverslag VERANTWOORD BELEGGEN 2011
13
hoofdstuk 2 Engagement
In 2011 is er een nieuw thema engagement gestart over het onderwerp overbevissing. Een thema engagement wordt in eerste instantie niet met een bedrijf gevoerd. Eerst wordt in samenwerking met beleggers en maatschappelijke organisaties een openbare discussie gevoerd waarin het probleem van alle kanten, in dit geval dus ook met de visserijsector, wordt besproken. De thema engagement over overbevissing vond plaats in samenwerking met de United Nations Principles for Responsible Investments (UNPRI). In de eerste sessies zijn sprekers uit de visserij, onafhankelijke ESG-specialisten en experts op het gebied van aquacultuur samengekomen om de huidige wetenschappelijke stand van zaken toe te lichten en in kaart te brengen wat er gedaan moet worden om te vermijden dat de vispopulaties te sterk afnemen. In 2012 zal er een vervolg van deze thema engagement plaatsvinden.
Praktijkcasus RWE - Milieu
Strategie voor reductie van CO2 RWE is een van Europa’s grootste elektriciteitsbedrijven. De onderneming, met als thuisland Duitsland, is actief in heel Europa en is eigenaar van een groot aantal elektriciteitscentrales. RWE heeft echter de reputatie dat het één van de meest vervuilende elektriciteitsbedrijven in de sector is. De voornaamste reden hiervan is dat de grootste energiebron van RWE steenkool is. De verbranding van steenkool zorgt voor een hoge uitstoot aan CO2, het broeikasgas dat in verband wordt gebracht met de opwarming van de aarde. Daarnaast exploiteert RWE een aantal nucleaire energiecentrales. Al enige jaren wordt er met RWE op meerdere terreinen engagement gevoerd. Tijdens de laatste aandeelhoudersvergadering heeft onze adviseur Hermes Equity Ownership Services mede namens PNO Media een voordracht gehouden waarbij gevraagd werd om een duidelijke en vooruitstrevende strategie te ontwikkelen om de uitstoot van CO2 terug te dringen. Daarbij is ook kenbaar gemaakt dat de huidige strategie van RWE, waarbij een belangrijk deel van de productie van elektriciteit afkomstig is uit kernenergie, in onze ogen niet realistisch is. In 2011 is Japan overvallen door een zware aardbeving met daaropvolgend een tsunami. De tsunami zorgde voor grote overstromingen waarbij ook de nucleaire elektriciteitscentrale in Fukushima werd getroffen. Het gevolg was dat er brand in de centrale uitbrak en er een aanzienlijke hoeveelheid straling vrijkwam. Het ongeluk zorgde wereldwijd voor een terugkeer van bezorgdheid over de gevaren van nucleaire elektriciteitscentrales. In Duitsland, waar een groot deel van de bevolking altijd al argwanend tegenover nucleaire energiebronnen stond, kwam de regering met het voorstel om alle nucleaire centrales de komende 20 jaar uit te faseren. Nucleaire opwekking van energie heeft in Duitsland dan ook geen toekomst. Daarbovenop kwam de regering ook met een directe belastingheffing op alle bestaande nucleaire centrales. Onze bezorgdheid over het gebrek aan vooruitgang van RWE bij het terugdringen van CO2, in acht nemend dat kernenergie geen oplossing biedt voor CO2 reductie, is tijdens de aandeelhoudersvergadering duidelijk aan RWE kenbaar gemaakt. RWE heeft aangegeven dat men in 2012 met een lange termijn strategieplan zal komen. Onze engagement met RWE zal in 2012 dan ook vooral gericht zijn op de vooruitgang die men hiermee heeft gemaakt.
14
Pensioenfonds PNO Media Jaarverslag VERANTWOORD BELEGGEN 2011
hoofdstuk 2 Engagement
2.3 Corporate governance
Voor het thema corporate governance (goed ondernemingsbestuur) hebben wij in 2011 148 engagements gevoerd. Hiervan zijn er 8 nieuwe engagements opgestart en zijn er 10 engagements met succes afgerond. Bij 73 engagements is er positieve vooruitgang geboekt en 75 engagements bevinden zich nog in dezelfde fase van het engagementtraject. Onderwerpen bij engagements van het thema corporate governance zijn bijvoorbeeld het bewerkstelligen van een duidelijke scheiding tussen bestuur en toezicht, een duidelijke kapitaalstructuur en een passend beloningsbeleid. Vooruitgang engagements corporate governance 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Negatieve vooruitgang
Geen vooruitgang
Positieve vooruitgang
Status engagements corporate governance Thema Corporate governance
Status actieve engagements
Voltooide engagements
Engagements
Mijlpaal 0
Mijlpaal 1
Mijlpaal 2
Mijlpaal 3
Mijlpaal 4
Niet succesvol
148
8
31
60
39
10
0
Een belangrijk, en helaas regelmatig terugkerend, onderwerp bij engagements over corporate governance is het gebrek aan een duidelijke afbakening tussen de bestuurders en toezichthouders. Een bedrijfscultuur waarin het bestuur kritisch wordt gevolgd, en zich dient te verantwoorden over strategische beslissingen, kan alleen ontstaan wanneer het bestuur en het toezicht duidelijk gescheiden functies zijn. Wordt de functie van bestuurder en toezichthouder door één en dezelfde persoon bekleed dan ontstaat het risico dat deze persoon te dominant wordt bij de besluitvorming.
Pensioenfonds PNO Media Jaarverslag VERANTWOORD BELEGGEN 2011
15
hoofdstuk 2 Engagement
In het verleden zijn er duidelijke voorbeelden bij bedrijven geweest waar de topman volledig zijn eigen gang kon gaan (zonnekoninggedrag) en veel te grote risico’s zijn genomen. In enkele gevallen heeft dit geleid tot een faillissement van het bedrijf. Wij hebben ons zowel tijdens het stemmen op de AvA als tijdens engagements altijd hard gemaakt voor een duidelijke functiescheiding (zie ook praktijkcasus Moody’s). Heeft het beloningsbeleid van financiële instellingen invloed op de duurzaamheid en stabiliteit van het financiële systeem? De krediet crisis die begon met het faillissement van Lehman Brothers (en Bear Stearns) heeft laten zien dat dit inderdaad het geval is. Een te agressief beloningsbeleid geeft perverse prikkels aan het management om meer risico te nemen dan op lange termijn verantwoord is. Al een aantal jaren voeren wij engagements met financiële instellingen over het beloningsbeleid. Wij zijn niet perse tegen variabele beloning of bonussen, maar ze moeten wel gebaseerd zijn op lange termijn doelstellingen waarbij duidelijk rekening wordt gehouden met de financiële risico’s die met de bedrijfsvoering gepaard gaan. Een bedrijfscultuur waarbij het nemen van meer risico juist extra werd beloond is onacceptabel. Nationale en internationale toezichthouders komen met verschillende initiatieven om de risico’s in de financiële sector terug te dringen, waarbij echter wel het gevaar bestaat dat teveel regulering het proces van kredietverstrekking aan het bedrijfsleven kan frustreren. De financiële sector beseft dat een cultuuromslag wat betreft het beloningsbeleid niet kan uitblijven en heeft reeds een aantal maatregelen ingevoerd. Gezien de maatschappelijke verontwaardiging over de hoogte van beloning bij financiële instellingen is de discussie hieromtrent nog lang niet ten einde.
Praktijkcasus Moody’s - Corporate governance
Scheiden van functies belangrijk De kredietcrisis heeft aangetoond dat een duidelijke scheiding tussen bestuur en toezicht bij een onderneming van groot belang is. In het Angelsaksische bedrijfsmodel houdt dit in dat er naast de chief executive officer (ceo) een zogenaamde chairman of the board (chair) wordt benoemd. De chair is te vergelijken met de Nederlandse voorzitter van de raad van commissarissen. Bij het financiële concern Moody’s werd de functie van ceo en chair door dezelfde persoon ingevuld. Al in 2009 hebben wij een aandeelhoudersresolutie ingediend waarbij wij aandrongen op het scheiden van de functie van ceo en chair. Deze aandeelhoudersresolutie kreeg tijdens de AvA in 2010 de steun van 33% van de aandeelhouders. Overtuigd van het belang van de scheiding van deze functies dienden wij het voorstel in 2010 wederom in. Tijdens de AvA in 2011 kreeg het voorstel de steun van 56% van de aandeelhouders, een voor de VS ongekend grote steun. De uitslag van de stemming gaf aan dat aandeelhouders inzien dat een onafhankelijke chair een belangrijke toezichthoudende functie is die het zittende management controleert. Begin 2012 maakte Moody’s bekend dat het de functie van ceo en chair zal scheiden. De chair zal een onafhankelijk rol spelen in de board (bestuur en toezicht). Wij zijn tevreden met de beslissing van Moody’s, ook omdat het een duidelijk signaal afgeeft wanneer een belangrijke rating agency de corporate governance op een dergelijke manier versterkt.
16
Pensioenfonds PNO Media Jaarverslag VERANTWOORD BELEGGEN 2011
hoofdstuk 2 Engagement
2.4 Mensenrechten en ethiek
In 2011 hebben wij 72 engagements gevoerd voor het thema mensenrechten en ethiek. Onder dit thema valt ook het tegengaan van corruptie, het beperken en verbannen van controversiële wapensystemen en het respecteren van arbeidsrechten. Er zijn twee nieuwe engagements gestart en ook twee engagements met succes afgerond. Bij 29 engagements is er een positieve vooruitgang geboekt. 43 engagements bevinden zich nog steeds in dezelfde fase van het engagementproces. Vooruitgang engagements mensenrechten en ethiek 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 Negatieve vooruitgang
Geen vooruitgang
Positieve vooruitgang
Status engagements mensenrechten en ethiek Thema Mensenrechten en ethiek
Status actieve engagements
Engagements
Mijlpaal 0
Mijlpaal 1
Mijlpaal 2
Mijlpaal 3
72
2
12
26
30
Voltooide engagements Mijlpaal 4 Niet succesvol 2
0
In 2011 is er een UNPRI werkgroep gestart over het onderwerp controversiële wapens. Hoewel PNO Media bedrijven die zich bezighouden met de productie en/of verkoop van controversiële wapens op de uitsluitinglijst plaatst, is het belangrijk om goed in kaart te brengen waar verschillende ondernemingen zich precies mee bezighouden. Omdat niet bij alle ondernemingen de productie en verkoop van controversiële wapens de kernactiviteit is, kan een engagement in enkele gevallen toch zinvol zijn. PNO Media maakt, evenals veel andere pensioenfondsen, een duidelijk onderscheid in de productie van conventionele wapens (die bijvoorbeeld ook door het Nederlandse leger en politie worden gebruikt) en de productie van controversiële wapens. Wij hebben deze ondernemingen schriftelijk verzocht zoveel mogelijk openheid te geven over hun activiteiten.
Pensioenfonds PNO Media Jaarverslag VERANTWOORD BELEGGEN 2011
17
hoofdstuk 2 Engagement
Ook zijn er gesprekken geweest met wapenproducenten over ethische en verantwoorde bedrijfsvoering. Hierbij is het exporteren van wapens aan landen met een twijfelachtige reputatie uiteraard een belangrijke kwestie. De internationale regelgeving hieromtrent komt aan de orde in het Arms Trade treaty. In ons jaarverslag verantwoord beleggen 2010 presenteerden wij al een praktijkcasus over zogenaamde ‘conflict mineralen’. Deze casus concentreerde zich op de koppeling tussen elektronicabedrijven en de winning van bepaalde mineralen (delfstoffen) in de door oorlog verscheurde Democratische Republiek Congo. De regering gebruikte de opbrengsten hiervan om het leger, dat verantwoordelijk was voor grote mensenrechtenschendingen, te bewapenen. In 2011 implementeerde de SEC (Amerikaanse beurstoezichthouder) een richtlijn die bedrijven verplicht om openbaar te maken hoe en waar men haar mineralen inkoopt. Wij beschouwen dit als een zeer positieve ontwikkeling om het gebruik van conflict mineralen tegen te gaan. In navolging van het nucleaire ongeluk in de kerncentrale in Fukushima, als gevolg van de aardbeving en tsunami die Japan in 2011 trof, zijn een aantal korte engagements gestart met bedrijven die kerncentrales exploiteren. Gevraagd is om hun veiligheid- en risicomanagement te evalueren en, indien nodig, aan te scherpen. De resultaten van deze evaluatie moeten openbaar worden gemaakt.
Praktijkcasus Takeda Pharmaceuticals - Mensenrechten en ethiek
Toegang tot medicijnen voor ontwikkelingslanden Wij voeren al enige tijd een intensieve dialoog met het Japanse farmaceutische bedrijf Takeda Pharmaceuticals over toegang tot medicijnen voor ontwikkelingslanden. Aanleiding was de zeer lage score van Takeda op de Access to Medicines Index 2010. De Access to Medicines Index is een non-profit instelling die jaarlijks een ranking publiceert van farmaceutische bedrijven op het gebied van toegankelijkheid van medicijnen in ontwikkelingslanden. De ATM Index is te vinden op www.accesstomedicineindex.org. Takeda Pharmaceuticals scoorde een achttiende positie van in totaal 20 ondernemingen. Wij zijn van mening dat farmaceutische bedrijven een morele plicht hebben om ontwikkelingslanden toegang te geven tot betaalbare medicijnen. Maar ook vanuit een bedrijfseconomisch oogpunt is positionering in ontwikkelingslanden belangrijk. Immers, deze landen maken de laatste jaren een aanzienlijke economische groei door en ontstaat een middenklasse die een nieuwe afzetmarkt vormt. Hoewel Takeda een aantal charitatieve initiatieven ontplooide was hier geen sprake van een lange termijn strategie. Wij spraken met Takeda over het uitbreiden van de geografische aanwezigheid in opkomende en minder ontwikkelde landen. Daarnaast drongen wij aan op het versnellen van haar vaccinatieprogramma’s in de meest arme landen. Kort na deze discussie kondigde Takeda aan dat het het Zwitserse farmaceutische bedrijf Nycomed had overgenomen. Nycomed heeft een uitgebreid netwerk in opkomende landen. Takeda maakte bovendien openbaar dat het een nieuw vaccinatie-initiatief ontplooit in de meest arme landen. Deze ontwikkelingen laten het hernieuwde commitment zien om de ATM Index in de lange termijn strategie van Takeda te integreren. Ook is een aantal best practices op het gebied van ESG overgenomen.
18
Pensioenfonds PNO Media Jaarverslag VERANTWOORD BELEGGEN 2011
hoofdstuk 2 Engagement
2.5 Bedrijfsstrategie en risico
In het kader van het thema bedrijfsstrategie en risico hebben wij in 2011 44 enagagements gevoerd. Er is één nieuw engagement gestart. Bij 21 engagements is er vooruitgang geboekt, deze hebben een mijlpaal met succes afgerond en zijn naar een nieuwe mijlpaal gegaan. Bij 23 engagements is de status onveranderd. Vaak zijn engagements voor het thema bedrijfsstrategie en risico direct verbonden met engagements die onder een ander thema vallen. Vooruitgang engagements bedrijfsstrategie en risico 25
20
15
10
5
0 Negatieve vooruitgang
Geen vooruitgang
Positieve vooruitgang
Status engagements bedrijfsstrategie en risico Thema Bedrijfsstrategie en risico
Status actieve engagements
Engagements
Mijlpaal 0
Mijlpaal 1
Mijlpaal 2
Mijlpaal 3
44
1
11
20
12
Voltooide engagements Mijlpaal 4 Niet succesvol 0
0
De reputatie is het meest waardevolle bezit van een bedrijf. Het opbouwen van een goede naam is een proces dat decennia kan duren en is dan ook de meest duurzame investering die het bedrijf kan doen. Wanneer een bedrijf eenmaal een goede reputatie heeft, dient men er alles aan te doen om deze te beschermen en verder uit te bouwen. Beschadiging van de goede reputatie kan in korte tijd gebeuren en is dan mogelijk niet meer te repareren. In het ergste geval kan dit het einde van de onderneming betekenen. Een goed voorbeeld is News Corp, het media-imperium dat onder andere een aantal kranten uitgeeft. Een van de kranten heeft op illegale wijze informatie vergaard, onder meer door telefoons af te luisteren, en deze informatie in de krant gepubliceerd. Toen dit eenmaal in de openbaarheid kwam was de schade dusdanig ernstig dat News Corp zich genoodzaakt zag de krant failliet te laten gaan.
Pensioenfonds PNO Media Jaarverslag VERANTWOORD BELEGGEN 2011
19
hoofdstuk 2 Engagement
Ook het bedrijf Research in Motion (RIM, de maker van de Blackberry telefoon) had in 2011 problemen met haar goede naam. De Blackberry stond altijd bekend om haar betrouwbaarheid en veiligheid. Toen in 2011 een van de datacentra van RIM uitviel, en het back-up plan niet goed werkte, was de betrouwbaarheid van het mobiele e-mailverkeer in het geding. Een reputatie die vele jaren had gekost om op te bouwen, verdween (ten dele) in enkele dagen. De schade voor het bedrijf was enorm en de aandelenkoers van het bedrijf stortte in. In onze engagements met bedrijven vragen wij vaak om een duidelijke strategie hoe men omgaat met de reputatie en goede naam van het bedrijf en merk. Hoewel niet alle problemen voorkomen kunnen worden, is het wel mogelijk de gevolgen van deze problemen goed te managen. Een crisisplan, waarbij snelle en duidelijke communicatie naar klanten en aandeelhouders centraal staat, kan veel problemen voorkomen.
Praktijkcasus Lloyds Banking Group - Bedrijfsstrategie en risico
Duurzaamheid integreren in bedrijfsstrategie In 2011 hebben wij onze engagement met Lloyds Banking Group (Lloyds) over de integratie van haar duurzaamheidsprogramma in de algemene bedrijfsstrategie geïntensiveerd. Het duurzaamheidsprogramma van Lloyds had een in onze ogen filantropisch en vrijblijvend karakter en miste een heldere lange termijn strategie. Tijdens een aantal gesprekken hebben wij het belang benadrukt van een duurzaamheidsstrategie die direct gelinkt wordt met de bedrijfsstrategie. Het verbeteren van de relatie met de klanten is hier een integraal onderdeel van. Het adviseren en begeleiden van de klanten bij het opstellen van energiebesparende programma’s en het beschikbaar stellen van leningen om duurzame investeringen te doen is hier een voorbeeld hiervan. Door samen met de klant een duurzame strategie te ontwikkelen wordt een lange termijn relatie ontwikkeld waar beide partijen voordeel bij hebben. Lloyds heeft in de loop van 2011 haar plannen om duurzaamheid in de bedrijfsstrategie te integreren bekend gemaakt. Ten eerste heeft men in de top van het bestuur een executive en een non-executive in de duurzaamheidsstuurgroep benoemd. Daarnaast is er een nieuw hoofd ‘Sustainability’ benoemd die het totale duurzaamheidsprogramma zal leiden. Hiermee toont Lloyds aan dat duurzaamheid van bovenaf in de onderneming gedragen wordt. Naar aanleiding hiervan hebben wij een aantal aanvullende verbeteringen voorgesteld. Zo kan jaarlijks een aantal doelstellingen worden geformuleerd met een toelichting waarom Lloyds juist deze doelstellingen belangrijk vindt. Periodiek rapporteert Lloyds over de voortgang van de doelstellingen. De vooruitgang moet worden gemeten op basis van een reeks key performance indicators die in het jaarverslag over duurzaamheid worden vermeld. Hoewel de rapportage over duurzaamheid door Lloyds de laatste jaren is verbeterd, zijn wij van mening dat juist een objectieve methodiek om vooruitgang te meten een versterking van de duurzaamheidsstrategie zal zijn.
20
Pensioenfonds PNO Media Jaarverslag VERANTWOORD BELEGGEN 2011
21
hoofdstuk 3 Stemmen
3 Stemmen
PNO Media heeft als beleid dat er op alle aandelen wordt gestemd. Het stemmen gebeurt via een geautomatiseerd proxy voting systeem en is gebaseerd op ons eigen verantwoord beleggingsbeleid.
Wij hebben in 2011 bij in totaal 758 Algemene Vergaderingen van Aandeelhouders (AvA) onze stem uitgebracht. Hier zijn 9.372 agendapunten aan de orde gekomen. Geografische spreiding stemmen op aandeelhoudersverganderingen
Azie-Pacific
Opkomende markten
Europa
Noord Amerika
VK
Wereld
Op 373 van de 758 AvA’s hebben wij bij 1 of meerdere agendapunten tegen het zittende management gestemd. Bij 24 AvA’s hebben wij ons van stemmen onthouden of is er onder voorbehoud met het management gestemd. Dit kan zijn omdat voorafgaand aan de AvA het management een toezegging heeft gedaan die aan onze bezwaren tegemoet komt. Stemgedrag in relatie tot aandeelhoudersvergaderingen 361
24 Tegen het management bij 1 of meer agendapunten Voor het management bij 1 of meer agendapunten Onthouden van stem of ingestemd met management onder voorbehoud
373
22
Pensioenfonds PNO Media Jaarverslag VERANTWOORD BELEGGEN 2011
hoofdstuk 3 Stemmen
Wij stemmen op al onze aandelen volgens onze eigen code verantwoord beleggen. Deze code is te vinden op onze website, www.pnomediaverantwoordbeleggen.nl. De uitvoering ervan ligt bij een gespecialiseerde dienstverlener. Bij het grootste deel van de AvA’s wordt op afstand gestemd (proxy voting). Slechts een klein deel wordt fysiek bezocht gezien de tijd en kosten die hiermee gepaard gaan. Het gaat in zo’n geval vaak om grote beslissingen als bestuursbenoemingen, overnames en aandelenuitgiftes.
Bij 1.100 van de 9.372 agendapunten is tegen het voorstel van het management gestemd. De redenen hiervoor zijn divers. Veruit de meeste tegenstemmen zijn uitgebracht bij agendapunten over de bestuursstructuur. Het gaat vaak om scheiding van functies, of de in onze ogen noodzaak om het bestuur te versterken. Vaak is in niet-westerse landen de governance bij een onderneming onvoldoende geregeld. Ook is er tegengestemd bij voorstellen die betrekking hebben op het beloningsbeleid. In de top van een bedrijf worden vaak, naar onze mening onterecht, bonussen en variabel loon toegekend. Hoewel wij niet tegen bonussen en variabel loon zijn, moet er wel een duidelijke relatie zijn tussen prestatie en beloning. Daarnaast moet de beloning in verhouding zijn tot de functie. Is dit niet het geval dan zullen wij tegen het voorstel stemmen.
Stemgedrag in relatie tot agendapunten 1.100
Voor gestemd op agendapunt Tegen gestemd op agendapunt
8.272
Reden voor tegenstemmen op agendapunten 33 11 55 132
88
99
220
Bestuursstructuur
Aanpassing statuten
Beloningsstructuur
Poison pill
Aandeelhoudersresolutie
Accountants
Kapitaalstructuur
Overige
462
Pensioenfonds PNO Media Jaarverslag VERANTWOORD BELEGGEN 2011
23
24
hoofdstuk 4 Uitsluiten
4 Uitsluiten
PNO Media sluit een aantal ondernemingen uit omdat deze in strijd handelen met de code verantwoord beleggen. Omdat de ‘controversiële’ activiteiten van deze ondernemingen integraal onderdeel uitmaken van de normale bedrijfsvoering, heeft het aangaan van engagement met deze ondernemingen geen zin. Het gaat hier voornamelijk om wapenproducenten. De retailer Wal-Mart is eind 2010 op de uitsluitingslijst geplaatst wegens het schenden van de internationale arbeidsrechten. Een engagement over deze kwestie is helaas niet succesvol geweest.
De uitsluitingslijst wordt periodiek heroverwogen. In 2011 zijn er enkele wijzigingen in de uitsluitingslijst geweest. Het ging hierbij om wapenproducenten die juist gestopt zijn met de productie van controversiële wapensystemen of juist direct of indirect betrokken zijn bij de productie hiervan. Hieronder is de uitsluitingslijst van PNO Media te zien per december 2011. Uitsluitingslijst 31 december 2011 Productie van landmijnen/clustermunitie Aerostar Aeroteh Doosan Corporation Hanwha Corp L-3 Communications Holdings Northrop Grumman Poonsang Corporation Poonsang Holding Singapore Technologies Engineering Textron Wapensystemen met disproportionele effecten Alliant Techsystems BAE Systems Boeing Company EADS Finmeccanica General Dynamics Corporation Lockheed Martin Corporation Northrop Grumman Corporation Thales Productie/handel/verwerking van bont Burberry Group Christian Dior Group Coach Hugo Boss LVMH PPR Group Tod’s Niet respecteren van de rechten van werknemers Wal-Mart stores
Pensioenfonds PNO Media Jaarverslag VERANTWOORD BELEGGEN 2011
25
26
hoofdstuk 5 Duurzaam beleggen
5 Duurzaam beleggen
PNO Media heeft een verantwoord beleggingsbeleid dat top down van kracht is voor de gehele beleggingsportefeuille. De code verantwoord beleggen geldt voor alle externe en interne beheerde portefeuilles. Wij hebben daarnaast een aantal beleggingen die zich specifiek richten op duurzaamheid zoals ons microfinancieringsfonds. Daarnaast is de helft van onze aandelenportefeuille belegd in een zogenaamde kernportefeuille die zich richt op grote internationale ondernemingen. deze kernportefeuille kent een belangrijke duurzaamheidscomponent.
Microfinanciering Wij beleggen sinds 2010 in een fonds voor microfinanciering. Microfinanciering is de algemene verzamelnaam voor financiële diensten die met zeer kleine bedragen worden verstrekt aan de arme bevolking in ontwikkelingslanden. Het fonds waar wij in beleggen verstrekt niet direct leningen aan individuele ondernemers, maar leent geld uit aan, of investeert in het aandelenkapitaal van, microfinancieringsinstellingen (MFI). Op hun beurt verstrekken deze MFI’s leningen aan ondernemers, meestal met een omvang die ligt tussen de $ 100 en $ 1500, met een looptijd variërend van zes maanden tot enkele jaren. Eind 2011 belegde het fonds in 88 MFI’s. Onderstaand is de geografische spreiding van het fonds weergegeven. Geografische spreiding microfinanciering 1%
5%
6%
27%
Zuid-Oost Azie
18%
Oost-Europa Zuid-Amerika Kaukasus en Centraal Azie Midden-Oosten en Afrika Centraal Amerika Overige
24%
19%
Kernportefeuille aandelen De kernportefeuille is samengesteld uit aandelen van ondernemingen die hoog scoren op zowel duurzaamheid als risico-rendementsperspectief en staat onder beheer van Financiële Diensten Amsterdam (FDA). De portefeuille toont de toegevoegde waarde van het meenemen van duurzaamheidsaspecten bij beleggingsbeslissingen. De aandelenportefeuille heeft een lange termijn beleggingshorizon en belegt alleen in grote Europese en Amerikaanse aandelen. Een extra selectiecriterium wordt verkregen door de duurzaamheidsanalyse van FDA. Hiermee worden ondernemingen uit dezelfde sector op basis van een scoringsmethodiek met elkaar vergeleken op basis van economische, sociale en milieuaspecten. Aandelen van ondernemingen die zich onvoldoende inzetten op het vlak van maatschappelijk verantwoord ondernemen, zijn niet geschikt voor deze portefeuille.
Pensioenfonds PNO Media Jaarverslag VERANTWOORD BELEGGEN 2011
27
28
hoofdstuk 6 Duurzaamheidsonderzoek VBDO
6 Duurzaamheidsonderzoek VBDO
PNO Media behoort tot de meest duurzame pensioenfondsen in de sector. Dat blijkt uit het jaarlijkse onderzoek door de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO) dat in oktober 2011 is gepresenteerd.
VBDO onderzocht voor het rapport 50 pensioenfondsen. Van de onderzochte fondsen zijn er 21 ondernemingspensioenfondsen. Daarnaast zijn 26 bedrijfstakpensioenfondsen onderzocht en 3 kleinere fondsen die de pensioenen van een specifieke beroepsgroep behartigen. In totaal dekken de onderzochte fondsen de pensioenen van ruim 13 miljoen Nederlanders. VBDO beoordeelt de pensioenfondsen op drie hoofdthema’s waarop een score van 0 - 5 punten kan worden behaald. Op het thema ‘beleid’ behaalde PNO Media een score van 4,6 punten, op het thema ‘implementatie’ werden 3,6 punten toegekend en voor het thema ‘verantwoording’ is de hoogst mogelijke score van 5,0 punten behaald. Met name de website www.pnomediaverantwoordbeleggen.nl is een vooruitstrevende manier om deelnemers op de hoogte te houden van alle activiteiten van het pensioenfonds op het gebied van duurzaamheid. Hoewel het behalen van een hoge ranking bij vergelijkende onderzoeken geen doel op zich is, versterkt dit resultaat wel het beeld dat duurzaam beleggen en een goed rendement prima samen kunnen gaan. Top 5 pensioenfondsen in duurzaam beleggen Pensioenfonds
Beleid
Implementatie
Verantwoording
Totaal
Pf Zorg en Welzijn
5
4,2
5
4,6
Pf SNS Reaal
4
4,1
4,3
4,1
Pf ABP
4
3,6
5
4,1
Pf PNO Media
4,6
3,3
5
4
BPF Bouw
3,6
3,7
4,8
3,9
Pensioenfonds PNO Media Jaarverslag VERANTWOORD BELEGGEN 2011
29
30
Pensioenfonds PNO Media Jaarverslag VERANTWOORD BELEGGEN 2011
Pensioenfonds PNO Media Jaarverslag VERANTWOORD BELEGGEN 2011
31
Colofon Dit is een uitgave van Coöperatieve Media Pensioen Diensten U.A. (MPD) in opdracht van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Media PNO. MPD is uitvoerder van de pensioenregelingen van PNO Media. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Media PNO Postbus 1340 1200 BH Hilversum
Bezoekadres Seinstraat 12 1223 DA Hilversum T 035 702 34 56 E
[email protected] W www.pnomediaverantwoordbeleggen.nl
32
Pensioenfonds PNO Media Jaarverslag VERANTWOORD BELEGGEN 2011
www.pnomediaverantwoordbeleggen.nl