PME Jaarverslag Maatschappelijk Verantwoord Beleggen
Maatschappelijk Verantwoord Beleggen volgens PME
1) P ME streeft naar een goed én verantwoord rendement. We beleggen op basis van de zogenoemde ESG-criteria: Environment (milieu), Social (sociale omstandigheden) en Governance (goed ondernemingsbestuur). 2) P ME belegt niet (rechtstreeks of indirect) in ondernemingen die producten maken die in strijd zijn met door Nederland ondertekende internationale verdragen. Ook beleggen we niet in landen die in strijd handelen met de internationale verdragen of die op de sanctielijsten van de Verenigde Naties of de Europese Unie staan. 3) P ME houdt met de beleggingen zoveel mogelijk rekening met ESG-risico’s. Als een bedrijf zich echter niet aan de inter nationale verdragen houdt of aan de richtlijnen uit ons maatschappelijk verantwoord beleggingsbeleid, dan maken we actief gebruik van onze aandeelhoudersrechten om tot verbeteringen aan te zetten. Dat moet wel op enig moment tot resultaat leiden. Anders besluiten we alsnog om uit dat bedrijf te stappen. 4) P ME houdt rekening met de maatschappelijke gevolgen van het beleggingsbeleid. We willen voorkomen dat onze beleggingen bijdragen aan het ontstaan of vergroten van maatschappelijke problemen. Liever nog dragen we met onze beleggingen juist bij aan het oplossen van maatschappelijke kwesties. Bedrijven moeten zich bijvoorbeeld bewust zijn van de effecten die zij hebben op milieu, natuur en biodiversiteit en op zoek gaan naar milieuvriendelijke processen en technologieën. 5) P ME respecteert de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en aanverwante verdragen. Ook hanteren we de kernverdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie van de Verenigde Naties. We zetten ons bijvoorbeeld in voor vrijheid van vakvereniging en het recht op collectieve onderhandelingen, maar ook voor het uitbannen van elke vorm van gedwongen arbeid, kinderarbeid en arbeidsdiscriminatie. We houden ons ook aan het Milieuverdrag dat in 1992 in Rio de Janeiro is gesloten. 6) P ME wil dat bedrijven zich houden aan de OESO-richtlijnen voor Multinationale ondernemingen. Die regels geven aan wat er van bedrijven wordt verwacht bij het (internationaal) zakendoen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Bijvoorbeeld als het gaat om kwesties als mensenrechten, kinderarbeid en het nemen van verantwoordelijkheid in de hele keten. 7) PME wil graag bijdragen aan economische stabiliteit en duurzame economische groei. We verwachten daarom van de ondernemingen en landen waarin we beleggen dat zij zich inzetten voor de creatie van economische waarde op (middel) lange termijn. 8) P ME gaat in gesprek met bedrijven die zich in ernstige mate schuldig maken aan omkoping, corruptie, kartelvorming, afpersing en andere vormen van marktmisbruik op welke manier dan ook en stimuleert hen nadrukkelijk om hiermee te stoppen. Dit geldt ook voor bedrijven die normen op het gebied van milieu, arbeid of mensenrechten schenden. 9) P ME wil graag dat de ondernemingen waarin wordt belegd hun corporate governance op een solide wijze vormgeven. Dat betekent dat bedrijven op een goede manier omgaan met aspecten als onafhankelijk toezicht op de onderneming, een gepast beloningsbeleid, het respecteren van nationale wet- en regelgeving en aandacht voor de rechten van (minderheids)aandeelhouders. 10) P ME maakt bewuste keuzes. Bij twijfel en/of dilemma’s maken we een gewetensvolle, ethische keuze. Daarbij baseren we onszelf op ons maatschappelijk verantwoord beleggingsbeleid zoals hierboven omschreven.
Inhoudsopgave
Voorwoord 4
1. Waarom Maatschappelijk Verantwoord Beleggen
5
2. Principes en Pijlers
6
3. Actief aandeelhouderschap
7
4. Thematische investeringen
13
5. ESG-integratie
14
6. Uitsluiting
15
7. Unilever: duurzaamheid en groei gecombineerd
16
8. Beleggen in Nederland
18
9. Vooruitblik 2015
19
Bijlage 1. Uitsluiting bedrijven 2014
20
Bijlage 2. Uitsluiting landen 2014
21
Begrippenlijst 22 Colofon 24
Voorwoord
PME belegt bijna € 40 miljard, om daarmee een fatsoenlijk én betaalbaar pensioen veilig te stellen voor de meer dan 625.000 werknemers en oud-werknemers in de Metalektro. Het is nodig dat we dat pensioengeld beleggen, want de pensioenpremie alleen is lang niet voldoende om een pensioen te financieren dat zo veel als mogelijk meegroeit met de stijgende prijzen van levensonderhoud. De beleggingsopbrengsten zijn dus onontbeerlijk voor een goed pensioen. Het behalen van een goed rendement tegen verantwoorde risico’s is dan ook de eerste en belangrijkste verantwoordelijkheid die PME als belegger heeft. Dat we daar iedere dag ons uiterste best voor doen, is onze belofte aan al onze deelnemers. Tegelijkertijd zijn we ervan overtuigd dat voor een plezierige oude dag meer nodig is dan geld alleen. Wie van zijn pensioen gaat genieten of nog werkt, doet dat het liefst in een wereld die veilig is. In een wereld waar de economie bloeit, zodat er geld is voor goede zorg en een prettige woonomgeving. In een wereld die vreedzaam en rechtvaardig is. En in een wereld die schoon is. PME is een groot pensioenfonds en daarmee een grote belegger. We zijn niet politiek geëngageerd en buiten de sterke ambitie om te zorgen voor een zo goed mogelijk pensioen voor onze deelnemers, kennen we geen hemelbestormende idealen. Maar we zijn ons wel ten volle bewust van de macht van het geld. En we vinden daarom dat de € 40 miljard die we wereldwijd beleggen een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Ons primaire doel als belegger is niet de wereld te verbeteren. Maar we willen de wereld met onze beleggingen beslist ook niet slechter maken. En waar we als belegger invloed kunnen uitoefenen om een betere wereld dichterbij te brengen, zullen we dat niet nalaten. Omdat onze deelnemers aangeven dat ze het belangrijk vinden dat hun pensioengeld niet slechts financieel rendement oplevert, maar dat dit ook gepaard moet gaan met een maatschappelijk verantwoord beleggingsbeleid. Maar zeker ook omdat wij ervan overtuigd zijn dat ondernemingen en landen die fatsoenlijk omgaan met de mensen met wie en omgeving waarmee ze te maken hebben, uiteindelijk de beste overlevingskansen hebben. En daarmee het beste uitzicht op een goed langetermijnrendement. Net zoals we ervan overtuigd zijn dat een duurzame en stabiele samenleving nodig is voor een stabiel rendement op de lange termijn. PME heeft als pensioenfonds die werkelijk lange termijn altijd voor ogen. In dit Jaarverslag Maatschappelijk Verantwoord Beleggen leest u hoe wij het afgelopen jaar invulling hebben gegeven aan onze verantwoordelijkheid.
Franswillem Briët Bestuursvoorzitter PME
4
VOORWOORD
H
1
Waarom Maatschappelijk Verantwoord Beleggen?
PME belegt in bedrijven in landen over de hele wereld. Bedrijven besteden steeds meer activiteiten uit om kosten te besparen en risico’s te spreiden. Dit leidt ertoe dat internationale productie- en toeleveringsketens steeds complexer worden. Een product gaat langs vele schakels voordat het bij de eindgebruiker belandt. Dit ‘Universal ownership’ maakt dat issues op het gebied van mens, milieu en maatschappij niet altijd direct zichtbaar zijn. PME gebruikt zijn invloed om er voor te zorgen dat de hele keten maatschappelijk verantwoord onderneemt. Juist omdat PME internationaal belegt en een investeerder van formaat is, is het belangrijk om bewust te zijn van de sociaal maatschappelijke invloeden. Daarom hecht PME veel waarde aan maatschappelijk verantwoord beleggen. Wij willen weten hoe de keten van onze beleggingen eruit ziet en wat de gevolgen zijn van alle investeringen op het vlak van mens, milieu en maatschappij. In dit verslag laten we zien waarom PME kiest voor verantwoord beleggen en lichten we de vorderingen en resultaten uit 2014 toe. PME vindt het belangrijk dat er in de gehele keten van ondernemingen waarin hij belegt maatschappelijk verantwoord wordt omgegaan met mens, milieu en maatschappij. Als voorbeeld lichten wij toe hoe Unilever, één van de bedrijven waarin wij beleggen, de ketenverantwoordelijkheid invult. Tot slot blikken wij vooruit naar de ambities die wij hebben voor 2015.
HOOFDSTUK 1 WAAROM MVB?
5
H
2 Principes en pijlers
PME gelooft dat financieel en maatschappelijk rendement van beleggingen heel goed samen kunnen gaan. Om de negatieve effecten op mens, milieu en maatschappij van ondernemingen te beperken heeft PME een Maatschappelijk Verantwoord Beleggingsbeleid (MVB) geformuleerd. Dit beleid is afgeleid van de Principles for Responsible Investment (PRI) van de Verenigde Naties. Deze principes hebben betrekking op: - het integreren van ESG-factoren (Environmental, Social, Governance) in beleggingsbeslissingen - het nemen van verantwoordelijkheid als aandeelhouder - het rapporteren over het verantwoord beleggingsbeleid.
Principles for Responsible Investment (PRI) PME is ondertekenaar van de Principles for Responsible Investment (PRI) van de Verenigde Naties. Aan de basis daarvan ligt de gedachte dat milieu, sociale factoren en corporate governance het resultaat van de beleggingen van het fonds beïnvloeden. Het toepassen van deze principes verenigt de belangen van pensioenfonds en samenleving. Deze zes principes voor verantwoord beleggen zijn door meer dan 900 investeerders wereldwijd ondertekend. Daarmee zijn ze een belangrijk middel om verantwoord beleggen wereldwijd te stimuleren. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
ij zullen milieu-, sociale en governanceaspecten betrekken bij ons beleggingsbeleid en onze investeringsbeslissingen. W Wij zullen actief invulling geven aan ons aandeelhouderschap en daarbij milieu-, sociale en governanceaspecten betrekken. Wij streven naar openbaarheid over milieu-, sociale en governanceaangelegenheden door de entiteiten waarin wij investeren. Wij streven naar acceptatie en implementatie van deze principes in de financiële sector. Wij zullen samenwerken om de effectiviteit in de implementatie van deze principes te bevorderen. Wij zullen rapporteren over de activiteiten en de voortgang bij de implementatie van deze principes.
Deze zes principes vormen, samen met internationale verdragen als de Verklaring van de Rechten van de Mens, de basis van het verantwoord beleggen beleid van PME. In lijn met de PRI heeft PME tien principes geformuleerd, die de leidraad vormen bij verantwoord beleggen. Deze 10 leidende beginselen voor verantwoord beleggen staan voorin dit jaarverslag en op de website van PME.
PME hanteert vier pijlers om verantwoord beleggen in praktijk te brengen, namelijk: • Actief aandeelhouderschap: PME stemt op aandeelhoudersvergaderingen, gaat waar nodig met de onderneming in gesprek over economische en ESG-factoren, neemt juridische stappen om schades te verhalen en sluit bedrijven en landen uit als daar een reden voor is. • ESG-integratie: Het toepassen van criteria voor milieu-, sociaal en goed bestuur beleid. • Uitsluiting: er wordt niet belegd in bedrijven of landen die niet in overeenstemming met internationale verdragen handelen. • Thematische investeringen: bij thematisch beleggen worden investeringsmogelijkheden binnen bestaande vermogens categorieën in kaart gebracht die zowel vanuit rendementsperspectief als vanuit ESG-pijlers interessant zijn.
6
HOOFDSTUK 2 PRINCIPES EN PIJLERS
H
3
Actief Aandeelhouderschap
Actief aandeelhouderschap betekent dat PME ondernemingen aanspreekt op zijn beleid en activiteiten. De OESO heeft richtlijnen die PME handvatten bieden om met kwesties zoals ketenverantwoordelijkheid, mensenrechten, kinderarbeid of milieu om te gaan. Wij vullen ons actief aandeelhouderschap in door de dialoog aan te gaan met bedrijven waar wij in beleggen. Daarnaast stemmen wij op aandeelhoudersvergaderingen in binnen- en buitenland en nemen we indien nodig deel in juridische procedures.
PME streeft naar ‘betrokken aandeelhouderschap’ PME heeft in 2014 bekeken of het mogelijk was om binnen de Ontwikkelde Markten aandelenportfolio een deelportefeuille in te richten. Deze deelportefeuille kenmerkt zich door een hoge mate van betrokkenheid en een positieve ESG-benadering. Er wordt alleen belegd in de ondernemingen die het beste presteren op het gebied van ESG. Daarnaast zijn goede fundamentele eigenschappen en gunstige financiële parameters factoren die de deelportefeuille kenmerken. De belangrijkste doelstellingen zijn: • marktconform rendement; • een zichtbare invulling van het MVB-beleid; • beheersing van reputationele en financiële neerwaartse risico’s. De betrokkenheid van PME uit zich in een actieve, meedenkende rol ten aanzien van alle bedrijfsmatige processen en ESG-activiteiten. PME wil een constructief kritisch klankbord zijn van het management van de bedrijven waarin PME belegt. Daarom volgen wij de ontwikkeling van de onderneming na de investering. Zo kunnen wij bepalen of er voldaan wordt aan de criteria op basis waarvan de onderneming aanvankelijk werd geselecteerd. Het ‘betrokken aandeelhouderschap’ betekent voor PME dat wij goed geïnformeerd zijn over de onderneming. Wij willen graag een langetermijnaandeelhouder zijn. Dat heet ‘buy and hold’. Daarom willen we met enige regelmaat contact hebben met deze ondernemingen. Op die manier kunnen we een constructieve dialoog met de leiding van de onderneming blijven voeren.
HOOFDSTUK 3 ACTIEF AANDEELHOUDERSCHAP
7
H
3 Actief Aandeelhouderschap
3.1 Dialoogprogramma Bij een dialoogprogramma gaat PME in gesprek met bedrijven waar ESG-factoren kunnen worden verbeterd. PME selecteert de ondernemingen die betrokken zijn bij controverses of in overtreding zijn van internationale standaarden op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Vervolgens gaan wij de dialoog aan om te kijken of de onderneming bereid is om binnen een redelijk termijn verbeteringen door te voeren. Gedurende het dialoogprogramma worden vorderingen gemeten en beoordeeld. De mate waarin een bedrijf wil meewerken en de openheid van zaken die zij geeft, zijn belangrijke graadmeters. PME voert samen met het bedrijf een constructieve dialoog met als doel verbeteringen op het gebied van maatschappelijke verantwoordelijkheid te realiseren. Ieder kwartaal wordt er gerapporteerd met welke bedrijven PME de dialoog is aangegaan en wat de vorderingen zijn. PME voert met drie groepen ondernemingen een dialoog: • Ondernemingen die in strijd handelen met de leidende beginselen. • Ondernemingen die risico’s lopen op het gebied van mens, milieu en maatschappij (ESG-factoren). • Enkele Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen. Om de voortgang van bedrijven te volgen gebruikt PME een monitoringtool. Op basis van de volgende onderwerpen worden bedrijven beoordeeld: • de strategie van de onderneming; • bedrijfsethiek (hoe voorkomt een bedrijf corruptie); • goed ondernemingsbestuur (verantwoord beloningsbeleid, onafhankelijk toezicht); • milieu en mensenrechten; • voeding en gezondheid; • sociale en arbeidsrechten; • openbare verslaglegging. Gesprekken vinden schriftelijk, telefonisch en op basis van een persoonlijke ontmoeting plaats. Deze dialogen vinden ook plaats in samenwerking met andere vermogensbeheerders, nationaal en internationaal. Als een onderneming niet kan of niet wil verbeteren dan investeert PME niet meer in dat bedrijf.
8
HOOFDSTUK 3 ACTIEF AANDEELHOUDERSCHAP
H
3
3.2 Stemmen bij aandeelhoudersvergaderingen PME vindt het stemrecht een zeer belangrijk recht en voert een op maat gemaakt stembeleid uit. Conform dit beleid stemde PME in 2014 in 38 landen op aandeelhoudersvergaderingen. In het buitenland stemt PME op afstand via een tussenpersoon die ook adviseert over hoe er in overeenstemming met het beleid per agendapunt gestemd zou moeten worden. In Nederland laat PME ook haar stem horen op aandeelhoudersvergaderingen. In sommige gevallen doet PME dit zelf en in andere gevallen laten wij ons vertegenwoordigen door andere institutionele beleggers. Zo werken we onder andere nauw samen met leden van Eumedion, een Nederlands samenwerkingsverband van institutionele beleggers op het gebied van corporate governance. PME is penvoerder van Aegon, Corio, Heineken, SBM Offshore, Unilever (Dutch AGM) en de ABN AMRO. Op deze manier kan PME ondernemingen beïnvloeden.
Eumedion: samen bereik je meer PME is aangesloten bij de stichting Eumedion. De missie van Eumedion is het corporate governance, milieu– en sociale (ESG) beleid en de prestaties van beursvennootschappen te verbeteren en zijn deelnemers stimuleren ook naar hun eigen ESG-prestaties te kijken. Ook wil Eumedion de acceptatie en naleving van de standaarden en richtlijnen op zowel het terrein van corporate governance als duurzaamheid door beursgenoteerde ondernemingen en institutionele beleggers bevorderen, vooral in Nederland en Europa. Als onafhankelijke stichting tracht Eumedion dit doel onder meer te bereiken door: • Het bevorderen en organiseren van overleg tussen institutionele beleggers onderling en met beursgenoteerde vennootschappen en hun belangenorganisaties. • Het organiseren van overleg met de Nederlandse overheid, instellingen van de Europese Unie, andere relevante autoriteiten en brancheorganisaties. • Het beïnvloeden van wet- en regelgeving. • Het verlenen van diensten aan haar deelnemers op het terrein van corporate governance en duurzaamheid. • Het organiseren van andere activiteiten, zoals seminars, symposia en rondetafels, die voor het doel van Eumedion bevorderlijk zijn. Alle institutionele beleggers kunnen in principe deelnemer worden van Eumedion mits zij belangen hebben in Nederland. Momenteel zijn er ongeveer 70 institutionele beleggers deelnemer die gezamenlijk een belegd vermogen van meer dan € 1000 miljard onder hun beheer hebben.
HOOFDSTUK 3 ACTIEF AANDEELHOUDERSCHAP
9
H
3 Actief Aandeelhouderschap
De beloning van bestuurders van een onderneming is een belangrijk onderdeel van het stembeleid van PME omdat de samenstelling van beloningspakketen invloed heeft op de langetermijnprestaties van een onderneming. PME begrijpt dat ondernemingen concurrerend moeten betalen om kwalitatief hoogwaardige bestuurders aan te trekken. Wel verwacht PME dat bij de beloning rekening wordt gehouden met de prestaties van de onderneming. PME geeft extra aandacht aan bestuurdersbeloning en heeft gedetailleerde eisen die zwaarder zijn dan gemiddeld. Indien de beloning niet in lijn is met het beleid stemt PME tegen. In de onderstaande tabel is te zien hoe PME in 2014 heeft gestemd op de verschillende onderdelen die op een Algemene Vergadering van Aandeelhouders aan de orde komen. Het beloningsbeleid is één van die onderdelen.
• Figuur 1: Stemgedrag PME
tegen (totaal 6751 x)
voor (totaal 25265 x)
totaal (32068 x)
35000 30000 25000 20000 15000 10000 5000
Totaal
Mensenrechten
Anti-overname
Reorganisaties
Kapitalisatie
Remuneratie
Operationele zaken
Bestuur
0
Beloning Amerikaanse financiële instellingen Tijdens het aandeelhoudersseizoen in 2014 was er veel aandacht voor beloning. Voornamelijk de beloning van Amerikaanse financiële instellingen heeft veel aandacht gegenereerd in de pers. Over het algemeen zijn de Amerikaanse belonings pakketten naar Nederlandse maatstaven exorbitant te noemen.
10
HOOFDSTUK 3 ACTIEF AANDEELHOUDERSCHAP
H
3
Het is ook regelmatig gebleken dat de beloningspakketten gericht zijn op de korte termijn en vaak strenge prestatiecriteria missen. Bij het stemmen wordt de beloningssituatie in de VS altijd aandachtig bekeken. Hieronder een overzicht van de grootste Amerikaanse financiële instellingen en hoe er gestemd is op de verschillende beloningsvoorstellen.
Wells Fargo TEGEN GESTEMD
et totale beloningspakket overschrijdt de mediaan van de referentiegroep van H de onderneming met meer dan 10 procent. Langetermijnbeloning is niet in alle gevallen gekoppeld aan prestatie criteria.
Bank of America VOOR GESTEMD
Beloning is gekoppeld aan goede prestatiecriteria gericht op de lange termijn.
AIG TEGEN GESTEMD
e korte termijn bonus overschrijdt 1/3 van het totale remuneratiepakket. D Lange termijn beloning is niet in alle gevallen gekoppeld aan prestatiecriteria.
JP Morgan VOOR GESTEMD
e beloningcommissie van de raad van bestuur heeft ervoor gekozen de CEO D geen cash bonus te betalen over 2013 en daarnaast zijn variabele beloning volledig in aandelen te betalen. De variabele beloning is daarbij volledig gekoppeld aan prestatiecriteria die langetermijnstrategie van de onderneming en de aandeelhouders waarborgt. De raad van bestuur is terughoudend met het geven van informatie over de beloningen. Wij blijven de beloning bij JP Morgan dus in de gaten houden.
De uitvoering van stembeleid Voor de uitvoering van ons stembeleid maken we gebruik van serviceprovider Institutional Shareholder Service (ISS). Deze serviceprovider inventariseert op welke vergaderingen PME kan stemmen en geeft een stemadvies voor alle belangrijke agendapunten, gebaseerd op het stembeleid van PME.
PME heeft voor haar stembeleid eigen criteria opgesteld en best practices op basis van diverse corporate governance codes en richtlijnen. Ons stembeleid kan soms strenger zijn dan wat er volgens een lokale corporate governance code van een onderneming wordt geëist. Omdat fysieke aanwezigheid bij ondernemingen overal ter wereld teveel kosten met zich meebrengt, voert de serviceprovider Institutional Shareholder Service (ISS) onze stem elektronisch uit. In Nederland bezoeken we zo nodig wel aandeelhoudersvergaderingen en stellen we vragen over het gevoerde beleid en relevante issues.
HOOFDSTUK 3 ACTIEF AANDEELHOUDERSCHAP
11
H
3 Actief Aandeelhouderschap
3.3 Juridische procedures Een onderdeel van actief aandeelhouderschap is het programma van zogenoemde class actions. Deze collectieve rechtszaken zijn gericht op ondernemingen die wettelijke overtredingen hebben begaan en daarmee financiële schade veroorzaakt hebben voor aandeelhouders. Door middel van deze class actions helpen wij aandeelhouders om geleden schade vergoed te krijgen. Eind 2011 heeft het Japanse conglomeraat Olympus naar buiten gebracht dat het jarenlang een verkeerde voorstelling van zaken heeft gegeven. Deze onjuiste voorstelling had met name betrekking op de balans, verlies- en winstrekening en het verbergen van operationele en investeringsverliezen. Hierop is de koers van Olympus sterk gedaald. Medio 2012 heeft PME in Japan een rechtszaak gestart om het beleggingsverlies vergoed te krijgen. De rechtszaak heeft betrekking op investeringen in reguliere Olympus aandelen in de periode 29 juni 2001 tot en met 8 november 2011. Eind 2014 is deze rechtszaak geschikt. PME heeft een vergoeding ontvangen. Naast een financiële tegemoetkoming heeft Olympus in een eerder stadium al vergaande corporate governance verbeteringen doorgevoerd. Er zijn onafhankelijke toezichthouders (non-executives) benoemd. Het beleid tegen omkoping en corruptie is aangescherpt. De verslaglegging en controle hierop is verbeterd. Daarnaast is dit de eerste grote rechtszaak in Japan waarin beleggingsverliezen vergoed zijn. Hiermee is een sterk precedent geschapen voor betere bescherming van minderheidsaandeelhouders.
12
HOOFDSTUK 3 ACTIEF AANDEELHOUDERSCHAP
H
4
Thematische beleggingen
Met thematische beleggingen streeft PME doelbewust naar financieel rendement en positieve effecten op mens, milieu en maatschappij. PME zal in 2015 onderzoek doen naar mogelijke thematische beleggingen. Dat wordt in nauw overleg gedaan met onze fiduciair manager. Op die manier kan PME investeringen opnemen die behalve financieel rendement ook sociaal rendement opleveren.
HOOFDSTUK 4 THEMATISCHE BELEGGINGEN
13
H
5 ESG-integratie
ESG staat voor Environmental, Social and Governance. ESG-integratie wil zeggen dat PME de criteria voor milieu- sociaal en governancebeleid toepast bij zijn investeringsbeslissingen. Dit komt overeen met het eerste principe van de Principles for Responsible Investment (PRI) van de Verenigde Naties, dat luidt; ‘Wij zullen milieu- en governance-aspecten betrekken bij ons beleggingsbeleid en onze investeringsbeslissingen.’ Wij bewaken dit principe door vragenlijsten voor te leggen en in kaart te brengen waar verbeteringen nodig zijn. Het consistente gebruik van ESG-criteria heeft een aantal voordelen ten opzichte van het enkel uitsluiten van bedrijven in de portefeuille. Als een bedrijf aantoonbaar slecht presteert op bijvoorbeeld arbeidsomstandigheden en milieugebied, dan kan PME besluiten hier niet meer in te beleggen.
14
HOOFDSTUK 5 ESG-INTEGRATIE
H
6
Uitsluiting
Uitsluiting bedrijven Als PME vindt dat de investering in bepaalde bedrijven nooit verantwoord gaat worden omdat de aard van de producten die deze bedrijven maken in strijd is met internationale verdragen, dan belegt PME niet in deze bedrijven. Denk bijvoorbeeld aan de productie van controversiële wapens zoals clusterbommen, biologische en chemische wapens. Er zijn ook bedrijven waarbij vooral de manier waarop er geproduceerd wordt onverantwoord is. Bijvoorbeeld op het gebied van arbeidsrechten of milieu. Als PME in dialoog is met een bedrijf en het bedrijf verandert zijn gedrag niet op basis van gemaakte afspraken, dan kan PME overgaan tot uitsluiting. Een onafhankelijk onderzoeksbureau beoordeelt elk kwartaal beursgenoteerde ondernemingen en stelt een lijst samen met bedrijven die mogelijk in aanmerking komen voor uitsluiting. Die bedrijven worden hierover geïnformeerd. Als wij in deze bedrijven beleggen, bouwen wij de portefeuille binnen afzienbare tijd af. In 2014 werden er 20 ondernemingen uitgesloten als gevolg van het uitsluitingbeleid. Deze ondernemingen waren betrokken bij de productie van controversiële wapens of handelen in strijd met internationale verdragen (zie bijlage).
Voorbeeld: Russische Motovilikha Plants JSC In 2014 is het Russische bedrijf Motovilikha Plants JSC uitgesloten. Het bedrijf produceert en verkoopt het lanceersysteem en overplaatsingsysteem van multiple launch rocket systems (MLRS). Beide MLRS vuren raketten af die clustermunitie bevatten. Het uitsluitingbeleid geeft aan dat bedrijven die een kernonderdeel produceren van een clusterwapen uitgesloten worden. PME sluit dit bedrijf daarom uit voor beleggingen.
Uitsluiting landen PME sluit ook landen uit als er sprake is van sancties uitgevaardigd door de Europese Unie of de Verenigde Naties tegen leiders van de betreffende landen. PME belegt dan niet in staatsobligaties van dat land of in bedrijven die hun hoofdvestiging in dat land hebben. De Centraal Afrikaanse republiek is in 2014 toegevoegd aan de lijst van uitgesloten landen. In totaal sluit PME 15 landen uit. Zie bijlage uitsluiting landen
Uitsluiting binnen eigen sector PME belegt ook niet in Nederlandse beursgenoteerde bedrijven die onderdeel uitmaken van de eigen sector Metalelektro. Zo wordt belangenverstrengeling voorkomen. Zie bijlage 2 voor de PME uitsluitinglijst
HOOFDSTUK 6 UITSLUITING
15
H
7 Unilever: duurzaamheid en groei gecombineerd
De noodzaak van ketenverantwoordelijkheid We hebben afgelopen jaren genoeg schandalen over onveilige arbeidsomstandigheden, ecologische rampen en armoede in de kranten kunnen lezen. Bedrijven zijn zich er ook bewust van dat grondstoffen opraken en dat biodiversiteit en goede arbeidsomstandigheden belangrijk zijn. Deze ontwikkelingen zorgen ervoor dat markten verschuiven en ‘handelsketens’ veranderen. Koplopers zien in dat relaties met ketenpartners essentieel zijn om te overleven op lange termijn en werken daarom mee aan het oplossen van urgente sociale en ecologische problemen. PME is als belegger ook een ketenpartner en gebruikt haar invloed om maatschappelijk verantwoord ondernemen in de hele keten te stimuleren.
Unilever en ketenverantwoordelijkheid Het voedings- en verzorgingsmiddelenconcern Unilever is een goed voorbeeld van een organisatie waar verantwoord ondernemen hoog in het vaandel staat. Deze onderneming laat zien hoe duurzaamheid geïntegreerd wordt in de hele bedrijfsketen. Unilever werkt samen met 160.000 leveranciers in 170 landen. Unilever spoort haar toeleveranciers aan om duurzaamheid in acht te nemen bij het produceren van producten die Unilever inkoopt. Toch heeft Unilever ook te maken met lastige vraagstukken. Het toezien op de implementatie van het mensenrechtenbeleid bij al deze leveranciers is niet eenvoudig te garanderen.
Doelstelling Unilever betrekt alle leveranciers in haar ambitie tot duurzame ontwikkeling. Unilever heeft zich tot doel gesteld om in 2020 de winst te verdubbelen maar ook om de milieuvoetafdruk te halveren. Er wordt ook een bijdrage aan duurzame ontwikkeling van de partners in de keten verwacht. Daarnaast streeft Unilever naar het verbeteren van de levensstandaard van miljoenen mensen die verbonden zijn aan de toeleveringsketen van de onderneming. Een gebrek aan veilig drinkwater, slechte sanitaire voorzieningen en slechte hygiëne zijn nog altijd de oorzaak van miljoenen sterfgevallen die voorkomen kunnen worden. Met de combinatie van voorlichtingscampagnes en het aanbieden van effectieve en betaalbare producten wil Unilever bijdragen aan de verbetering van gezondheid, hygiëne en toegang tot schoon water. Door de schaal waarop Unilever opereert, weet de onderneming de leefsituatie voor miljoenen mensen te verbeteren. Het realiseren van dit soort ambities is een flinke opgave maar PME is van mening dat Unilever belangrijke stappen heeft gezet en nog steeds zet. Daarmee zorgt Unilever voor positieve maatschappelijke impact vanuit de hele keten.
16
HOOFDSTUK 7 DUURZAAMHEID EN GROEI GECOMBINEERD
H
7
Voorbeeld In 2013 heeft PME, samen met andere PRI-ondertekenaars die ook deelnemen aan de Sustainable Palm Oil Investor Working Group, de palmoliesector aangeschreven. Er is steeds meer vraag naar palmolie wat leidt tot ontbossing om plantages te kunnen ontwikkelen. Dat heeft negatieve effecten op het milieu en ten aanzien van de lokale bevolking die vaak hun landrechten moeten opgeven. In een brief riep PME de palmoliesector op om werk te maken van duurzame productie van palmolie en daarbij de internationale principes en criteria na te leven. Door zijn schaalgrootte kan Unilever van de palmoliesector eisen dat de palmolie die hij levert verantwoord is geproduceerd. Hij koopt alleen maar palmolie in bij ondernemingen die duurzaam produceren en goede arbeidsomstandigheden hanteren. Een onderneming die gehoor geeft aan de wensen van o.a. Unilever en een groep van investeerders waar ook PME deel van uitmaakt, is Wilmar International, de grootste palmolieproducent ter wereld. Zij hebben eind 2013 aangegeven dat zij bij de productie van palmolie ontbossing, het gebruik van veengronden en uitbuiten van arbeid zullen voorkomen. De lange termijnstrategie die Unilever hanteert voor haarzelf en haar partners in de keten beperkt risico’s. Ook zorgt de strategie ervoor dat de onderneming voorbereid is op toekomstige uitdagingen. De verwachting is dat daarmee goede prestaties bereikt worden. Dit uitgangspunt sluit aan bij de langetermijnvisie die past bij het beheren van de pensioenen van deelnemers van PME.
HOOFDSTUK 7 DUURZAAMHEID EN GROEI GECOMBINEERD
17
H
8 Beleggen in Nederland
Er is al langere tijd een maatschappelijke discussie gaande over het beleggen van pensioengelden in Nederland om zo een bijdrage te leveren aan de economische groei in Nederland. PME staat daar positief tegenover. Uiteraard blijft de doelstelling om te zorgen voor een goed pensioen, een goed rendement behalen tegen een beperkt risico, voorop staan. PME belegt van oudsher veel in Nederlands vastgoed, hypotheken en bedrijfsobligaties. Eind 2014 was circa 16.7%, dat wil zeggen € 6.6 miljard van het vermogen belegd in Nederland. PME is een van de grootste vastgoedbeleggers in Nederland. PME is eigenaar van woningen, winkels en kantoren in Nederland. PME streeft naar een portefeuille van duurzame gebouwen en stelt dus ook duurzaamheideisen bij aankopen. Zo hebben nieuw aangekochte woningen allen een groen energielabel. Daarnaast wordt de bestaande portefeuille verduurzaamd zolang dit economisch rendabel is.
• Figuur 2: Beleggen in Nederland 2014
(Bedragen x € 1 miljoen)
Waarden
Percentage Nederland t.o.v. wereldwijd
Staatsobligaties ontwikkelde landen Bedrijfsobligaties (incl onderhandse leningen) Hypotheken Deposito’s Vastgoed Aandelen (incl. Private Equity) Overig
1.702 4,4% 2.005 5,1% 1.032 2,5% 316 0,7% 1.184 2,9% 304 0,8% 20 0,0%
Totaal Nederland
6.512
16,3%
Totaal Vermogen
39.346
39.346
In 2014 heeft PME samen met 12 andere pensioenfondsen en verzekeraars de Nederlandse Investeringsinstelling (NLII) opgericht. De NLII moet het makkelijk en aantrekkelijk maken om te investeren in de Nederlandse zorg, infrastructuur, woningbouw, MKB, onderwijs en duurzame energie. NLII doet zelf geen investeringen. De NLII brengt vraag en vermogen bij elkaar en stimuleert daarmee investeringen in Nederland.
18
HOOFDSTUK 8 BELEGGEN IN NEDERLAND
H
9
Vooruitblik 2015
PME wil verder gaan op de ingeslagen weg door verantwoord beleggen nog verder te integreren in de verschillende vermogens categorieën. PME zal in 2015, bij herzieningen van strategieën dan ook zoveel mogelijk de ESG-factoren integreren. Eind 2015 zal de VN in Parijs vergaderen over de opvolger van het Kyoto-verdrag waarin afspraken zijn gemaakt over CO2 reductie. Overheden en ondernemingen hebben al veel maatregelen genomen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. PME onderzoekt of het fonds kan bijdragen aan CO2 reductie bijvoorbeeld door te investeren in ‘groene’ obligaties. Het dialoogprogramma wordt in 2015 herzien. PME wil meer nadruk leggen op de thematische benadering waardoor efficiënter met kennis kan worden omgegaan. De lijst met ondernemingen wordt opnieuw vastgesteld en PME zal meer sturen op monitoring en meetbare resultaten. Gezien de veranderende maatschappelijke opvatting over belastingontwijking en daarmee gepaard gaande reputatierisico’s start PME in 2015 een discussie over een eigen verantwoord belastingbeleid. Vanuit de maatschappij wordt pensioenfondsen gevraagd meer inzicht te geven in de samenstelling van de beleggingsportefeuille en de overwegingen die zij maken om tot deze portefeuille te komen. Door op haar website informatie over de samenstelling van de portefeuille te verstrekken komt PME tegemoet aan deze wens. Wij hopen dat het verstrekken van inzicht het draagvlak en begrip voor de gemaakte keuzes ondersteunt.
Voorbeeld: Beleggen in Nederland PME en Molenwerf; een succesvolle transformatie van kantoorpanden naar woningen In Nederland staat ongeveer 15% van de kantoren leeg. Waarschijnlijk neemt deze leegstand de komende jaren toe. Leegstaande kantoren zijn slecht voor de leefbaarheid in de betreffende buurten en het vestigingsklimaat voor bedrijven. En, vooral in de grotere steden, is er juist veel behoefte aan extra woonruimte. Transformatie van kantoren naar woningen is een goede oplossing. PME heeft dit gesignaleerd en speelt daarom een actieve rol in die transformatie. PME besloot in 2012 om het kantorencomplex Molenwerf van circa 22.000 m2 te transformeren naar 185 woningen. Het totale complex is op een duurzame wijze herontwikkeld. Er is zoveel mogelijk bestaand materiaal hergebruikt. De bouw startte in juli 2013 en is conform planning en naar tevredenheid verlopen. Op 24 september 2014 is in aanwezigheid van minister Stef Blok en Laurens Ivens, wethouder van Bouwen en Wonen in Amsterdam, het woonproject ‘Westerhoek’, officieel geopend. Zij noemden ‘Westerhoek’ een aanwinst voor de stad Amsterdam en een succesvolle transformatie van een kantoorpand dat na het verlaten van de huurder dreigde langdurig leeg komen te staan. Met de lancering van de website www.hureninwesterhoek.nl is op 8 april 2014 de officiële verhuur gestart. De woningen waren eind 2014 volledig verhuurd.
HOOFDSTUK 9 VOORUITBLIK 2015
19
Bijlage 1. Uitsluiting bedrijven 2014
Bedrijven eigen sector/ Companies own sector
Obligaties/Bonds
Aalberts Industries NV ASM International NV ASM Pacific Technology Ltd ASML Holding NV Hunter Douglas NV Koninklijke Philips Electronics NV Neways Electronics International NV RoyalReesink TKH Group NV Aandelen/ Equities Aeroteh SA Alliant Techsystems Inc Aryt Industries Ltd Ashot -Ashkelon Industries Ltd BAE Systems PLC Chemring Group PLC China Aerospace International Holdings Ltd China Spacesat Co Ltd Elbit Systems Ltd Gail India General Dynamics Corp Hanwha Chemical Corporation Hanwha Corp Larsen & Toubro Ltd Motovilikha Plants JSC Norinco International Cooperation Ltd Poongsan Corp
Alliant Techsystems Inc Ashot -Ashkelon Industries Ltd BAE Systems Finance Inc BAE Systems Holdings Inc BAE Systems PLC Chemring Group PLC Elbit Systems Ltd Gail India General Dynamics Corp Hanwha Chemical Corporation Hanwha Corp Hanwha E&C Hanwha Hotels & Resorts Co Ltd L&T Finance Ltd L&T InfraStructure Finance Co Ltd Larsen & Toubro Ltd Martin Marietta Corp Motovilikha Plants JSC PMX Industries Inc Poongsan Corp Rheinmetall AG ST Engineering Financial 1 Ltd Textron Financial Corp Textron Inc Walmart
Poongsan Holdings Corp Rheinmetall AG Singapore Technologies Engineering Ltd Textron Inc Walmart
20
BIJLAGE 1 UITSLUITING BEDRIJVEN 2014
Bijlage 2. Uitsluiting landen 2014
Landen/ Countries Centraal-Afrikaanse Republiek/ Central African Republic Congo Noord-Korea/ North Korea Eritrea Soedan/Sudan Guinea - Bissau Somalië/Somalia Iran Syrië/Syria Ivoorkust/Ivory Coast Wit-Rusland/ Belarus Libië/Libya Zimbabwe Myanmar Zuid-Soedan/South Sudan
BIJLAGE 2 UITSLUITING LANDEN 2014
21
Begrippenlijst
Class action In de wetgeving is een class action of een representatieve actie een vorm van een rechtszaak waar een grote groep mensen collectief een vordering bij de rechter brengen of waar een klasse van verdachten vervolgd worden.
CO2 reductie Het streven om de uitstoot van het broeikasgas kooldioxide (CO2) te verminderen.
Compliance Compliance is de functie binnen een organisatie die toeziet op naleving van wetten en regels die te maken hebben met de bevordering en handhaving van de integriteit en professionaliteit van een organisatie en haar bestuurders en medewerkers met als doel compliance risico’s te beheersen en eventueel daaruit voortvloeiende schade te voorkomen dan wel te beperken.
ESG-criteria (in het Engels aangeduid als environmental, social and governance-criteria) Criteria op het gebied van milieu, maatschappij en ondernemingsbestuur.
Fiduciair Manager Een fiduciair manager houdt zich bezig met toezicht (governing), beheren (managing) en uitvoeren (operating) van beleggingsbeleid.
Global Reporting Initiative Het Global Reporting Initiative (GRI) is een internationale organisatie die richtlijnen voor duurzaamheidverslaggeving opstelt. In een duurzaamheidsverslag communiceert een organisatie publiekelijk over haar economische, milieu- en sociale prestaties.
(Corporate) governance Bij governance gaat het om hoe een onderneming wordt bestuurd. Belangrijk is hoe een onderneming efficiënt en verantwoord wordt geleid waarbij het vooral ook gaat om de relatie met de belangrijkste belanghebbenden zoals de aandeelhouders, werknemers, klanten en de samenleving.
ILO-normen Normen van de International Labour Organisation, de organisatie werkt aan de verbetering van de positie van werkende mensen. Dat doet zij door het opstellen van een stelsel van internationale arbeidsnormen, vastgelegd in verdragen en aanbevelingen.
Integriteit Handhaven van algemene of professionele sociale en ethische normen en waarden.
Key Performance Indicators (KPI’s) Kritieke prestatie indicatoren zijn variabelen waarmee een organisatie zijn voortgang kan monitoren.
Ketenverantwoordelijkheid Verantwoordelijkheid voor maatschappelijk verantwoord ondernemen in de hele keten van leveranciers en toeleveranciers.
22
BEGRIPPENLIJST
Kyoto-verdrag Om de uitstoot van broeikasgassen, zoals CO2 (koolstofdioxide), terug te dringen hebben landen van de Verenigde Naties in 1997 in Kyoto (Japan) afspraken met elkaar gemaakt.
NCP Het Nationaal Contactpunt maakt bedrijven bekend maken met de OESO-richtlijnen en bevordert de toepassing ervan. Ook worden meninsgverschillen behandeld over de toepassing van de Richtlijnen.
OESO-richtlijnen De OESO-richtlijnen (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) maken duidelijk wat er van bedrijven verwacht wordt bij het internationaal zakendoen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Ze bieden handvatten voor bedrijven om met kwesties om te gaan zoals ketenverantwoordelijkheid, mensenrechten, kinderarbeid of milieu.
PRI Principles for Responsible Investment van de United Nations.
Stakeholder(dialoog) Stakeholders zijn partijen waarvan de belangen kunnen worden beïnvloed door de activiteiten van de organisatie, of die zelf invloed op de belangen van de organisatie uitoefenen. Stakeholderdialoog is er op gericht om relevante thema’s, belangen en standpunten te bespreken tussen het bedrijf enerzijds en de meest relevante stakeholder anderzijds.
Thematische beleggingen Investeringen die gericht zijn op het bewerkstelligen van een positieve maatschappelijke impact in aanvulling op een verantwoord rendement. Internationaal wordt hier gesproken over impact investments.
Uitsluiting Uitsluiting betekent dat in bepaalde ondernemingen niet wordt geïnvesteerd. Bijvoorbeeld het uitsluiten van beleggingen in ondernemingen die producten maken die de Nederlandse overheid als controversieel beschouwt zoals producenten van clusterbommen, landmijnen, biologische en chemische wapens.
Universal ownership Door te beleggen in vele bedrijven over de gehele wereld spreekt men wel van mondiaal eigenaarschap.
Verantwoord beleggen Verantwoord beleggen (ook wel maatschappelijk verantwoord beleggen, duurzaam beleggen of ethisch beleggen) is een vorm van investeren waarbij de geldverstrekker de gevolgen voor mens en milieu laat meewegen in zijn investeringsbeslissingen.
BEGRIPPENLIJST
23
Colofon
Tekst & redactie Bestuursbureau PME, Schiphol Ontwerp en opmaak Myriad Design, Amsterdam Uitgave Stichting Pensioenfonds van de Metalektro, Mei 2015 Postbus 75635 1118 ZR Schiphol T 020 316 12 34 www.metalektropensioen.nl