Jaarverslag Verantwoord Beleggen Mn Fondsen
2010
Inhoudsopgave
Voorwoord Samenvatting
4 4
1. Verantwoord beleggen de VN principes voor verantwoord beleggen en de tien leidende beginselen van de Mn Fondsen 5 2.
ESG-integratie asset classes
7
3.
Uitsluiting (Exclusion) 3.1 Uitsluiting ondernemingen 3.2 Uitsluiting staatsobligaties
8 8 10
4.
Actief aandeelhouderschap 4.1 Stemmen 4.2 Dialoog en AVA-bezoek Nederlandse markt 4.3 Dialoog met ondernemingen met een hoog ESG-risico 4.4 Samenwerking met andere investeerders 4.5 Juridische actie
11 11 12 13 16 18
5.
Thematische beleggingen
19
6.
Operationele processen
20
7.
Resultaat en blik vooruit 2011
21
Jaarverslag Verantwoord Beleggen Mn Fondsen 2010 | INHOUDSOPGAVE
3
4
Jaarverslag Verantwoord Beleggen Mn Fondsen 2010 | VOORWOORD
Voorwoord We leven in een global economy, die ons voor toenemende uitdagingen stelt. De financiële crisis, klimaatverandering, schending van mensenrechten, voedsel- en waterschaarste, falende staten, ondernemingen die negatieve effecten van de productie afwentelen op de samenleving en onverantwoorde speculatie. Allemaal thema’s die het dagelijks nieuws beheersen en die vele mensen terecht grote zorgen baren. Dat vraagt van iedereen in de samenleving om een bijdrage, ook van institutionele investeerders. De Nederlandse pensioenfondsen en andere institutionele investeerders die deelnemen in de fondsen van Mn Services voeren sinds enkele jaren een beleid van verantwoord beleggen. In dit Jaarverslag doet de directie van Mn Services Vermogensbeheer BV verslag van het voor de opdrachtgevers van de Mn Fondsen gevoerde beleid verantwoord beleggen. Voor het eerst leggen zij daarover via een Jaarverslag Verantwoord Beleggen van uitvoerder Mn Services Vermogensbeheer BV, verantwoording af aan deelnemers en andere geïnteresseerden. In het jaarverslag besteden we aandacht aan de leidende beginselen voor verantwoord beleggen, de integratie van milieu, sociale en corporate governance (zogenoemde ESG-) criteria in de uitvoering van het beleggingsbeleid en investeringsbeslissingen en het op een verantwoorde manier uitvoering geven aan actief, betrokken aandeelhouderschap. Na consultatie van de deelnemende investeerders stelt Mn Services Vermogensbeheer BV het verantwoord beleggingsbeleid van deze fondsen vast en voert het uit. Dat gebeurt via een groot aantal verschillende Mn Fondsen, geografisch gespreide aandelen en obligatiefondsen, fondsen waarin belegd wordt in alternative investments, private equity, hedge funds en onroerend goed. Niet alle pensioenfondsen en andere investeerders nemen in al deze Mn Fondsen deel, maar de directie over deze fondsen ligt wel in één hand. Dit jaarverslag verantwoord beleggen van Mn Services Vermogensbeheer BV stelt deelnemende fondsen in staat extern aan deelnemers en andere belangstellenden verantwoording af te leggen over de maatschappelijke aspecten van het gevoerde beleggingsbeleid. Hiermee zetten we een belangrijke stap in verantwoord beleggen. Immers: transparantie en verantwoording afleggen zijn hierbij onmisbaar. De directie van Mn Services Vermogensbeheer BV hoopt met dit eerste Jaarverslag Verantwoord Beleggen 2010 dan ook een belangrijke bijdrage te leveren aan die transparantie en verantwoording door onze opdrachtgevende investeerders.
Jaarverslag Verantwoord Beleggen Mn Fondsen 2010 | VOORWOORD
5
Samenvatting
De Nederlandse pensioenfondsen en andere institutionele investeerders die deelnemen in de fondsen van Mn Services voeren sinds enkele jaren een beleid van verantwoord beleggen. De directie van Mn Services Vermogensbeheer BV hoopt met dit verslag een belangrijke bijdrage te leveren aan de transparantie en verantwoording die dit met zich meebrengt. In dit jaarverslag besteden wij aandacht aan de leidende beginselen voor verantwoord beleggen, de integratie van ESG-(milieu, sociale en corporate governance) criteria in de uitvoering van het beleggingsbeleid en investeringsbeslissingen en het op een verantwoorde manier uitvoering geven aan actief betrokken aandeelhouderschap. Mn Services is ondertekenaar van de Principles for Responsible Investment (PRI) van de Verenigde Naties. Deze principes zijn vertaald naar een set van leidende beginselen, die voor alle beleggingen gelden. De Mn Fondsen kiezen zo bewust en structureel voor een verantwoord beleggingsbeleid. Dit beleid wordt uitgevoerd langs vier pijlers: ESG-integratie in alle asset classes, uitsluiting (Exclusion), actief aandeelhouderschap en thematische beleggingen. De leidende beginselen gelden voor de entiteiten waarin de Mn Fondsen investeren, maar vanzelfsprekend ook voor de deelnemende partijen binnen de Mn Fondsen zelf. In de selectie van aandelen en obligaties (actieve mandaten), externe managers, hedge funds, private equity en non listed onroerend goed gelden ESG-criteria. Voorafgaand aan de (mogelijke) investering wordt er een ESG-vragenlijst uitgestuurd om te bepalen of de betreffende organisatie een verantwoorde investeringsstrategie en een (effectief) ESG-beleid heeft, hoe dat beleid zich verhoudt tot het eigen beleid van de Mn Fondsen, of aan bepaalde criteria voor verantwoord ondernemen en verantwoord beleggen wordt voldaan etc. De kwaliteit van het (aanvullende) ESG-beleid is één van de vele factoren die bij de investeringselectie een rol speelt. Binnen vermogensbeheer wordt er een onderscheid gemaakt tussen het uitsluiten van aandelen en bedrijfsobligaties en het uitsluiten van staatsobligaties. Binnen de asset classes aandelen en bedrijfsobligaties worden ondernemingen uitgesloten die producten maken die in strijd zijn met internationale verdragen. Gedurende 2010 voerde de Mn Fondsen een uitsluitingbeleid op ondernemingen die in strijd waren met zeven verdragen. Met ingang van 2011 gaan de Mn Fondsen over op uitsluiting op basis van de volledige lijst van verdragen. Research provider Sustainalytics onderzoekt elk kwartaal welke bedrijven aan de uitsluitingcriteria voldoen. Dit leidt tot een lijst van ongeveer dertig bedrijven. Het uitsluitingbeleid voor staatsobligaties is gebaseerd op internationale verdragen die door Nederland zijn ondertekend of waaraan Nederland op grond van het lidmaatschap van VN en EU is gebonden. Actief aandeelhouderschap bestaat uit vijf verschillende onderdelen: (i) stemmen, (ii) bezoek aandeelhoudersvergaderingen, (iii) dialoog/engagement, (iv) gezamenlijke initiatieven met andere investeerders en (v) litigation. De Mn Fondsen hebben een op maat gesneden stembeleid ontwikkeld, dat in overeenstemming is met de leidende beginselen. In dit stembeleid staan richtlijnen voor het stemmen op aandeelhoudersresoluties over duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Voor de uitvoering van het stembeleid maken we gebruik van de dienstverlening van Institutional Shareholder Services (MSCI ISS). ISS geeft stemadviezen op basis van het stembeleid dat door de Mn Fondsen is ontwikkeld. In sommige gevallen neemt Mn Services namens de klanten in de Mn Fondsen deel aan aandeelhoudersvergaderingen.
6
Jaarverslag Verantwoord Beleggen Mn Fondsen 2010 | SAMENVATTING
Mn Services participeert actief namens de fondsdeelnemers in aandeelhoudersvergaderingen van AEX- en AMX-fondsen. In enkele gevallen liet Mn Services zich bij die vergaderingen door andere investeerders (deelnemers in Eumedion) vertegenwoordigen. Ondernemingen in de portefeuille van de Mn Fondsen die in strijd handelen met de UN Global Compact, maken onderdeel uit van een programma van dialoog c.q. engagement. Het is niet eenvoudig voor Mn Services om namens de Mn Fondsen op eigen kracht grote veranderingen teweeg te brengen in het maatschappelijk verantwoord ondernemen door ondernemingen waarin de Mn Fondsen beleggen. Daarom wordt er ook deelgenomen aan een groot aantal gezamenlijke initiatieven, vaak met andere ondertekenaars van de UN Principles for Responsible Investment. Onderdeel van actief aandeelhouderschap is het programma van class actions en overige legal actions. Dit programma is gericht op ondernemingen die wettelijke overtredingen hebben begaan die oorzaak zijn van financiële schade. Begin 2010 werd een programma van claim filing voor Amerikaanse class action settlements volledig operationeel. Dit programma voorkwam dat de Mn Fondsen schadevergoedingen door Amerikaanse ondernemingen (onnodig) mislopen. In een beperkt aantal gevallen nemen de Mn Fondsen actief deel in class actions en andere vormen van litigation. De class actions waren vaak gebaseerd op fraude en misleidende berichtgeving door het management van Amerikaanse bedrijven. Voor begin 2011 staat de uitbetaling van een aantal grote schikkingen op het programma. Sinds de vaststelling van het beleid voor verantwoord beleggen en de ondertekening van de VN Principes voor Verantwoord Beleggen (UN PRI) is enorme voortgang geboekt. Tegelijk is duidelijk dat de ambitie het volledige belegde vermogen volledig volgens de tien leidende beginselen te beleggen de Mn Fondsen nog voor vele dilemma’s en uitdagingen stelt. De Mn Fondsen zien zichzelf op het gebied van verantwoord beleggen als een lerende organisatie. De prioriteiten voor 2011 zijn: • Integratie van ESG-criteria in alle relevante beleggingscategorieën; • Uitsluiten van ondernemingen die fundamenteel en structureel in strijd handelen met internationale verdragen en de tien leidende beginselen; • Schade verhalen als ondernemingen fraude plegen waardoor financiële schade ontstaat voor pensioenfondsen en pensioendeelnemers; • Het verantwoorde beleggingsbeleid en de uitvoering daarvan transparant en zichtbaar maken voor de deelnemers in de pensioenfondsen.
Jaarverslag Verantwoord Beleggen Mn Fondsen 2010 | SAMENVATTING
7
1. Verantwoord beleggen
de VN principes voor verantwoord beleggen en de tien leidende beginselen van de Mn Fondsen Mn Services is ondertekenaar van de Principles for Responsible Investment (PRI) van de Verenigde Naties. Deze principes zijn vertaald naar een set van leidende beginselen, die voor alle beleggingen gelden. De Mn Fondsen kiezen zo bewust en structureel voor een verantwoord beleggingsbeleid. De zes principes voor verantwoord beleggen van de VN zijn: • wij zullen milieu, sociale en governance aspecten betrekken bij ons beleggingsbeleid en investeringsbeslissingen; • wij zullen actief invulling geven aan ons aandeelhouderschap en daarbij milieu, sociale en governance aspecten betrekken • wij streven naar openbaarheid over milieu, sociale en governance aangelegenheden door de entiteiten waarin wij investeren; • wij streven naar acceptatie en implementatie van deze principes in de financiële sector; • wij zullen samenwerken om de effectiviteit in de implementatie van deze principes te bevorderen; • wij zullen rapporteren over de activiteiten en de voortgang bij de implementatie van deze principes. Het vermogen van de deelnemende partijen en in de Mn Fondsen wordt in lijn met deze principes voor verantwoord beleggen van de VN beheerd. Deze principes zijn door meer dan 800 investeerders wereldwijd ondertekend en vormen daarmee het leidende initiatief ter bevordering van verantwoord beleggen. De Mn Fondsen sluiten zoveel mogelijk aan bij breed gedragen internationale verdragen. Zo geven we nadere invulling aan de vraag wat als verantwoord beleggen (en ondernemen) wordt gezien. In dat kader zijn de volgende tien leidende beginselen geformuleerd:
Mn Fondsen beginselen voor verantwoord beleggen Onderwerp
Principe
1. Algemeen uitgangspunt Bron: concretisering principe 1 van de UN PRI.
De Mn Fondsen streven naar een goed én verantwoord rendement, houden rekening met maatschappelijke gevolgen van het beleid, voorkomen dat er wordt bijgedragen aan ontstaan c.q. vergroting van maatschappelijke problemen en draagt, binnen het kader van zijn rol als pensioenuitvoerder, bij aan oplossing van maatschappelijke problemen. De Mn Fondsen houden daarbij rekening met veranderende maatschappelijke inzichten en opvattingen.
2. Bedrijfsstrategie Bedrijven moeten een strategie ontwikkelen en uitvoeren die op lange Bron: Global Corporate Gover- termijn aandeelhouderswaarde creëert. Dit houdt in dat de onderneming nance Principles van ICGN e.a. economische waarde toevoegt, haar klanten bedient en in het algemeen de continuïteit en werkgelegenheid waarborgt.
8
Jaarverslag Verantwoord Beleggen Mn Fondsen 2010 | 1. Verantwoord beleggen:
3. Ondernemingsbestuur Bron: OECD Principles of Corporate Governance, Global Corporate Governance Principles van ICGN, code Tabaksblat .
Bedrijven moeten het bestuur van de onderneming zo vormgeven dat de rechten van (minderheids-)aandeelhouders worden gerespecteerd, het management voldoende macht heeft de strategie en het beleid van de onderneming uit te voeren, er voldoende checks and balances zijn, er onafhankelijk toezicht is, relevante belanghebbenden betrokken worden, en dat nationale wetgeving en codes worden gerespecteerd.
4. Verboden producten Bron: Internationale wapen en andere verdragen
De Mn Fondsen investeren niet (rechtstreeks noch indirect) in ondernemingen en/of andere investeringsobjecten die producten maken die in strijd zijn met door Nederland ondertekende internationale verdragen;
5. Mensenrechten Bron: UN Global Compact
Bedrijven dienen binnen de grenzen van hun invloedssfeer de internationaal uitgevaardigde mensenrechten te eerbiedigen; en zich er steeds van te vergewissen dat zij niet medeplichtig worden aan schending van de mensenrechten.
6. Arbeidsrechten Bron: UN Global Compact (the 4 core labour standards of the ILO)
Bedrijven dienen de vrijheid van vakvereniging en de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandelingen te handhaven en zich in te zetten voor de uitbanning van iedere vorm van verplichte en gedwongen arbeid, de effectieve afschaffing van kinderarbeid en de bestrijding van discriminatie in arbeid en beroep
7. Milieu Bron: UN Global Compact
Bedrijven dienen voorzorg te betrachten bij hun benadering van milieuuitdagingen, initiatieven te ondernemen om een groter milieubesef te bevorderen en de ontwikkeling en de verspreiding van milieuvriendelijke technologieën te stimuleren.
8. Anti-Corruptie Bron: UN Global Compact
Bedrijven moeten elke vorm van corruptie tegengaan, inclusief afpersing en omkoping.
9. Investeringsketen Bedrijven bevorderen, en houden toezicht op, de toepassing van deze Bron: OECD-Guidelines MNC’s principes bij haar zakenpartners en onderaannemers en accepteren de verantwoordelijkheid voor de toepassing van deze principes in de hele keten. 10. Transparantie Bron: UN PRI
Bedrijven zijn transparant en rapporteren over de activiteiten en progressie bij de uitvoering van het beleid.
De Mn Fondsen voeren het verantwoord beleggingsbeleid conform UN PRI en de tien leidende beginselen uit langs vier pijlers: • ESG-integratie in alle asset classes • Uitsluiting (Exclusion) • Actief aandeelhouderschap • Thematische beleggingen De genoemde tien leidende beginselen gelden voor de entiteiten waarin de Mn Fondsen investeren, maar vanzelfsprekend ook voor de deelnemende partijen binnen de Mn Fondsen zelf.
Jaarverslag Verantwoord Beleggen Mn Fondsen 2010 | 1. Verantwoord beleggen:
9
2. ESG-integratie asset classes
Bij de selectie van aandelen en obligaties (actieve mandaten), externe managers, hedge funds, private equity en non listed onroerend goed neemt Mn Services ESG-criteria mee. Voor alle genoemde beleggingscategorieën geldt dat Mn Services voorafgaand aan de (mogelijke) investering een ESG-vragenlijst stuurt om te bepalen of de betreffende organisatie een verantwoorde investeringsstrategie en een (effectief) ESG-beleid heeft, hoe dat beleid zich verhoudt tot het eigen beleid van de Mn Fondsen, of aan bepaalde criteria voor verantwoord ondernemen en verantwoord beleggen wordt voldaan, of een uitsluitingbeleid wordt gefaciliteerd etc. In sommige gevallen past Mn Services minimum criteria toe, zoals bij de gehanteerde investeringsstrategie (hedge funds, private equity) en het faciliteren van een uitsluitingbeleid (private equity). De kwaliteit van het (aanvullende) ESG-beleid is één van de vele factoren die een bij de investeringselectie een rol speelt. De mate waarin ESG-criteria de actieve investeringsbeslissingen beïnvloeden is echter moeilijk exact vast te stellen en mede afhankelijk van de aard van de investering en het gewicht dat fund managers aan de ESG-criteria toekennen. In de loop van 2011 proberen wij hierin meer inzicht te krijgen en leggen we voor alle relevante beleggingscategorieën ESG-integratie in toetsbare procedures vast In 2010 is aan de leidende beginselen een beginsel toegevoegd. Volgens dit beginsel proberen de Mn Fondsen in het beleid en investeringen negatieve maatschappelijke effecten te voorkomen, en waar mogelijk, positieve maatschappelijke effecten te bevorderen. Qua verantwoord beleggen kijkt Mn Services niet alleen naar ESG-criteria, maar vatten we verantwoord beleggen breder op. In de selectie van hedge funds weert Mn Services activistische, agressieve hedge funds. Ditzelfde geldt voor i agressieve private equity fondsen. Ook investeert Mn Services niet in private equity fondsen die eenzijdig zijn gebaseerd op leverage en andere vormen van financial engineering. De VBDO (Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling) voert al een aantal jaar een benchmark onderzoek uit onder Nederlandse pensioenfondsen. Op 10 januari jl. zijn de onderzoeksresultaten van het 2010 onderzoek naar zestig pensioenfondsen bekend gemaakt. De twee deelnemers die in de Mn Fondsen zijn onderzocht hadden een redelijke score voor het beleid, maar een relatief lage score op implementatie. Dat heeft twee oorzaken. Ten eerste zijn er nog enkele beleggingscategorieën waarin nog geen ESGintegratie is doorgevoerd. Ten tweede zijn er beleggingscategorieën waarin al wel ESG-integratie heeft plaatsgevonden (o.a. aandelen, externe managers, hedge funds, private equity) maar is dit (nog) niet in toetsbare procedures vastgelegd. In de loop van 2011 gaan wij verder met de implementatie van ESG integratie in alle beleggingscategorieën.
10
Jaarverslag Verantwoord Beleggen Mn Fondsen 2010 | 2. ESG-integratie asset classes
Jaarverslag Verantwoord Beleggen Mn Fondsen 2010 | 2. ESG-integratie asset classes
11
3. Uitsluiting (Exclusion)
Binnen vermogensbeheer maakt Mn Services onderscheid tussen het uitsluiten van aandelen en bedrijfsobligaties en het uitsluiten van staatsobligaties.
3.1 Uitsluiting ondernemingen Binnen de asset classes aandelen en bedrijfsobligaties worden ondernemingen uitgesloten die producten maken die in strijd zijn met internationale verdragen. Het gaat om de volgende verdragen: Montreal Protocol (gehalogeniseerde koolwaterstoffen die een rol spelen in de aantasting van de ozonlaag); CITES (internationale handel in beschermde wilde dieren en planten); Het verdrag tegen ‘incendiary weapons’ (fosfor wapens); Non-Proliferation of Nuclear Weapons Treaty; Chemical Weapons Convention; Biological and Toxin Weapons Convention; Ottawa Convention on the Prohibition of the Use, Stockpiling, Production and Transfer of Anti-Personnel Mines and on Their Destruction; Oslo Convention on Cluster Munitions. Gedurende 2010 voerde de Mn Fondsen een uitsluitingbeleid op ondernemingen die in strijd waren met zeven verdragen. Met ingang van 2011 gaan de Mn Fondsen over op uitsluiting op basis van de volledige lijst van verdragen. Onze research provider Sustainalytics onderzoekt elk kwartaal welke bedrijven aan de uitsluitingcriteria voldoen, en dit leidt in de praktijk tot een lijst van ongeveer 30 bedrijven. Aan het einde van 2010 waren de volgende ondernemingen uitgesloten: Bedrijfsnaam
Land
Reden van uitsluiting
Bedrijfsnaam
Land
Reden van uitsluiting
Aerostar SA Bacau
Roemenië
Clusterwapens
Aeroteh
Roemenië
Clusterwapens
Alliant Techsystems Inc
Verenigde Staten
Clusterwapens, Verarmd Uranium wapens
Aryt Industries Ltd
Israel
Clusterwapens
Ashot -Ashkelon Industries Ltd
Israel
Clusterwapens
Fleet Aerospace Inc
Verenigde Staten
Onderneming gelieerd aan Magellan Aerospace Corp
General Dynamics Corp
Verenigde Staten
Clusterwapens, Verarmd Uranium wapens
Hanwha Corp
Zuid-Korea
Clusterwapens
Hanwha Hotels & Resorts Co Ltd
Zuid-Korea
Onderneming gelieerd aan Hanwha Corp
Kaman Corp
Verenigde Staten
Clusterwapens
L-3 Communications Corp
Verenigde Staten
Clusterwapens
L-3 Communications Holdings Inc
Verenigde Staten
Clusterwapens
Larsen & Toubro Ltd
India
Clusterwapens, Nucleaire wapens
L&T Finance Ltd
India
Onderneming gelieerd aan Larsen & Toubro Ltd
L&T InfraStructure Finance Co Ltd
India
Onderneming gelieerd aan Larsen & Toubro Ltd
Litchfield Capital Trust 1
Verenigde Staten
Onderneming gelieerd aan Larsen & Toubro Ltd
Lockheed Corp
Verenigde Staten
Clusterwapens
Lockheed Martin Corp
Verenigde Staten
Onderneming gelieerd aan Lockheed Corp
12
Jaarverslag Verantwoord Beleggen Mn Fondsen 2010 | 3. Uitsluiting (Exclusion)
Lockheed Martin Tactical Systems Inc
Verenigde Staten
Onderneming gelieerd aan Lockheed Corp
Magellan Aerospace Corp
Canada
Clusterwapens
Martin Marietta Corp
Verenigde Staten
Lockheed Corp
Norinco International Cooperation Ltd
China
Clusterwapens
PMX Industries Inc
Verenigde Staten
Onderneming gelieerd aan Poongsan Holdings Corp
Poongsan Corp/New
Zuid-Korea
Onderneming gelieerd aan Poongsan Holdings Corp
Poongsan Holdings Corp
Zuid-Korea
Clusterwapens
Ransomes Ltd
Groot-Brittannië
Onderneming gelieerd aan Textron Inc
Singapore Technologies Engineering Ltd
Singapore
Antipersoonmijnen, Clusterwapens
ST Engineering Financial 1 Ltd
Singapore
Onderneming gelieerd aan Singapore Technologies Engineering Ltd
ST Treasury Services Ltd
Singapore
Onderneming gelieerd aan Singapore Technologies Engineering Ltd
Tata Power Co Ltd
India
Clusterwapens
Textron Inc
Verenigde Staten
Clusterwapens
Textron Capital 1
Verenigde Staten
Onderneming gelieerd aan Textron Inc
Textron Financial Corp
Verenigde Staten
Onderneming gelieerd aan Textron Inc
Titan Corp
Verenigde Staten
Onderneming gelieerd aan L-3 Communications Corp
Valentec Systems Inc
Verenigde Staten
Clusterwapens
Zodiac Aerospace
Frankrijk
Clusterwapens
3.2 Uitsluiting staatsobligaties Naast het uitsluitingbeleid voor aandelen en bedrijfsobligaties, werd er in 2010 voor de Mn Fondsen ook een uitsluitingbeleid voor staatsobligaties gevoerd. Het uitsluitingbeleid is gebaseerd op internationale verdragen die door Nederland zijn ondertekend of waaraan Nederland op grond van het lidmaatschap van VN en EU is gebonden. Mn Services gaat tot uitsluiting over als de relevante organen op basis van hun bevoegdheden, betreffende handhaving van die verdragen, sancties aan een bepaald land hebben opgelegd. Ter bepaling van de landen waarvoor EU- en/of VN-sancties leiden tot uitsluiting zijn een aantal criteria vereist: De sancties moeten in relatie staan met schending van internationale verdragen door Nederland ondertekend (of waaraan Nederland is gebonden op grond van haar lidmaatschap van internationale organisaties); De sancties moeten zijn opgelegd door erkende bevoegde organisaties, te weten de VN en aan de VN gelieerde organisaties en, gezien het feit dat Nederland geen eigen sanctiebeleid voert, de Europese Unie; De sancties moeten gericht zijn tegen het land zelf en/of de huidige machthebbers (dus niet tegen voormalige leiders of opstandige groepen in het betreffende land); In sommige gevallen zijn sancties uitgevaardigd zonder duidelijke termijnen of clausules voor de opheffing van die sancties. In die gevallen wordt er beperkt tot uitsluiting van die staatsobligaties van landen waarvoor de sancties korter dan 10 jaar geleden zijn getroffen, tenzij volstrekt helder is dat de schendingen waarop de sancties zijn gebaseerd nog steeds plaatsvinden; Voor landen waarvoor de sancties in de eerste helft van 2010 aflopen geldt dat zij niet voor één of twee kwartalen worden uitgesloten, tenzij al duidelijk is dat die sancties zullen worden verlengd. Aan het begin van 2010 werden negen landen uitgesloten. Aan het eind van het jaar waren dat er elf. De volgende landen waren aan het einde van 2010 uitgesloten: Wit-Rusland, Birma, Noord-Korea, Ivoorkust, Somalië, Soedan, Iran, Syrië, Oezbekistan, Zimbabwe en Eritrea. Ivoorkust en Eritrea zijn er in de loop van 2010 bijgekomen.
Jaarverslag Verantwoord Beleggen Mn Fondsen 2010 | 3. Uitsluiting (Exclusion)
13
4. Actief aandeelhouderschap Het actief aandeelhouderschap bestaat uit vijf verschillende onderdelen: (i) stemmen, (ii) bezoek aandeelhoudersvergaderingen, (iii) dialoog/engagement, (iv) gezamenlijke initiatieven met andere investeerders (v) litigation.
4.1 Stemmen De Mn Fondsen hebben een op maat gesneden stembeleid ontwikkeld, dat volledig in overeenstemming is met de leidende beginselen. In dit stembeleid staan richtlijnen voor het stemmen op aandeelhoudersresoluties over duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Voor de uitvoering van het stembeleid maakt Mn Services gebruik van de dienstverlening van Institutional Shareholder Services (MSCI ISS). ISS geeft stemadviezen op basis van het stembeleid dat door de Mn Fondsen is ontwikkeld. Als de Mn Fondsen (actief dan wel stilzwijgend) instemmen met het advies, ofwel als de Mn Fondsen beslui-
14
ten tot een afwijkende stem, dan zorgt ISS dat die stem door middel van proxy voting wordt uitgebracht. In sommige gevallen neemt Mn Services deel aan aandeelhoudersvergaderingen. In het kader van de samenwerking binnen het beleggersplatform Eumedion bezoekt Mn Services namens de deelnemers in de Mn Fondsen de aandeelhoudersvergaderingen van enkele AEX-fondsen en één AMX-fonds. Hierbij gaat het om de volgende ondernemingen Arcelor Mittal, Heineken, ING, Océ, TNT, Unilever en USG People. Tijdens 2010: • werd er op 2.994 Algemene Vergaderingen gestemd; • werd er op 28.004 agenda onderwerpen gestemd; is er 4.651 keer tegengestemd; • werd er op 559 aandeelhouders resoluties gestemd, waarvan wij er 291 gesteund hebben; • zijn er 9 algemene vergaderingen bezocht; was benoeming van bestuurders/commissarissen het meest voorkomende agenda onderwerp. Het stembeleid en de rapportage over het stemgedrag zijn op de website van Mn Services beschikbaar.
Jaarverslag Verantwoord Beleggen Mn Fondsen 2010 | 4. Actief aandeelhouderschap
4.2 Dialoog en AVA-bezoek Nederlandse markt Mn Services neemt namens de deelnemers in de Mn Fondsen actief deel aan aandeelhoudersvergaderingen van AEX- en AMX-fondsen. Dit doet zij samen met andere investeerders in Nederlandse beursgenoteerde vennootschappen, samenwerkend in Eumedion (de belangenorganisatie voor institutionele beleggers).. In enkele gevallen liet Mn Services namens de deelnemers in de Mn Fondsen zich bij die vergaderingen door andere investeerders (deelnemers in Eumedion) vertegenwoordigen. Océ Bij Océ had het management een voorstel geagendeerd in te stemmen met een overnamebod door Canon. De Mn Fondsen stemden wel in met dat overnamebod, maar tekende samen met andere investeerders bezwaar aan tegen het feit dat Canon ook de volledige zeggenschap over Océ zou krijgen als minder dan negentig procent (eventueel zelfs minder dan vijftig procent) van de aandeelhouders met het bod zou instemmen. Zo’n een derde van de aandeelhouders stemde tegen de daarvoor vereiste aanpassing van de statuten, onvoldoende om deze vreemde gang van zaken tegen te houden. TNT Zonder gebruik te maken van haar spreekrecht waren de Mn Fondsen één van de weinige aandeelhouders die bij de aandeelhoudersvergadering van TNT voor vrijwillige voortzetting van het structuurregime stemde. Royal Dutch Shell Ook bij Royal Dutch Shell maakte de Mn Fondsen geen gebruik van haar spreekrecht, maar liet zich vertegenwoordigen door een andere deelnemer in Eumedion. De Mn Fondsen stemde wel voor een aandeelhoudersresolutie van het Britse Fair Pensions om meer openheid te krijgen over de risico’s van de oliewinning uit teerzanden.
Heineken Nadat Heineken in 2009 het aanvankelijke voorstel tot verhoging van de vaste en flexibele beloning voor leden van de Raad van Bestuur onder druk van de aandeelhouders van de vergadering had gehaald werd in april 2010 gestemd over een sterk aangepast beloningsvoorstel. Ondertussen was de omvang van het Heineken concern met de overname van FEMSA fors toegenomen, werden de criteria voor de flexibele beloning aangepast en de te realiseren stijgingspercentages van de bestuurdersbeloning verlaagd. De Mn Fondsen hebben met het aangepaste beloningsbeleid ingestemd. Tevens kon door gesprekken voorafgaand aan de aandeelhoudersvergadering worden voorkomen dat Heineken aandeelhouders statutair zou verplichten bij de agendering van een voorstel voor de aandeelhoudersvergadering een responstijd van 180 dagen te hanteren. Een voorstel daartoe werd door Heineken ingetrokken. ING Op de AVA van ING stemde de Mn Fondsen in met het nieuwe beloningsbeleid dat voldoet aan de code van de Nederlandse Vereniging van Banken. Nadat in 2009 vragen waren gesteld over de door de Europese Commissie aan ING opgelegde maatregelen werd met instemming gereageerd op het besluit van ING om bij de Europese Commissie tegen de opgelegde maatregelen bezwaar aan te tekenen. ArcelorMittal Op 11 mei nam Mn Services namens de Mn Fondsen deel aan de aandeelhoudersvergadering van het aan de AEX genoteerde ArcelorMittal. Al eerder heeft Mn Services namens de Mn Fondsen bij ArcelorMittal aangegeven problemen te hebben met de beperkte onafhankelijkheid van de commissarissen (non-executive board) van de onderneming. Opnieuw stonden voorstellen op de agenda tot benoeming van niet-onafhankelijke non-executive directors en opnieuw werd daar tegen gestemd. Later in het jaar hebben er gesprekken met ArcelorMittal over dit onderwerp plaatsgevonden, evenals over het terugdringen van het aantal arbeidsongevallen, de afsplitsing van de stainless steel divisie en de beperking van de (te hoge) uitstoot van CO2 in een groot deel van de vestigingen van ArcelorMittal.
Jaarverslag Verantwoord Beleggen Mn Fondsen 2010 | 4. Actief aandeelhouderschap
15
Unilever Diezelfde dag nam Mn Services namens de Mn Fondsen deel aan de Nederlandse aandeelhoudersvergadering van Unilever. Zowel de resultaten als het maatschappelijk verantwoord ondernemen van Unilever worden zeer positief beoordeeld. De discussie ging vooral over de positie van de preferente aandeelhouders. Unilever gaf aan graag een einde te willen maken aan die situatie, maar daarvoor is de medewerking van de huidige preferente aandeelhouders vereist. Die lieten tijdens de vergadering weten daartoe niet bereid te zijn. Mn Services heeft namens de Mn Fondsen samen met andere aandeelhouders bij deze houders van preferente aandelen aangedrongen op medewerking en oplossing van deze slepende kwestie. USG People Laatste in de rij was uitzendconcern USG People. De reguliere aandeelhoudersvergadering verliep vrij probleemloos, maar in december volgde een buitengewone aandeelhoudersvergadering met zeker één controversieel punt op de agenda. USG People stelde vooruitlopend op eventuele wetswijziging voor het agenderingsrecht te verhogen van één procent naar drie procent. Mn Services heeft namens de Mn Fondsen zich daartegen vooraf en tijdens de vergadering verzet. Het voorstel werd dankzij de steun van oprichter en grootaandeelhouder Mulder met een kleine meerderheid (56 procent) aangenomen. Het bedrijf heeft aangegeven het agenderingsrecht te herzien, en zal hierover tijdens de AVA in 2011 een uitspraak doen. Dit gebeurt mede in reactie op deze uitslag.
4.3 D ialoog met ondernemingen met een hoog ESG-risico Ondernemingen in de portefeuille van de Mn Fondsen die in strijd handelen met de UN Global Compact, maken onderdeel uit van een programma van dialoog c.q. engagement. Dat programma wordt deels uitgevoerd door Mn Services en deels uitbesteed bij ‘derden’ F&C en Governance Platform. Sustainalytics onderzoekt elk kwartaal welke ondernemingen niet in lijn zijn met de UN Global Compact. Het betreft zo’n zeventigondernemingen. Ultimo 2010 is voor ongeveer negentig procent van de ondernemingen het proces van dialoog gestart. Ook met enkele andere ondernemingen met een hoog ESG-risico zoekt Mn Services in voorkomende gevallen de dialoog. Soms is dat een eerste brief, soms is dat een al lang lopende dialoog. Op de website van Mn Services zijn er dialoog rapportages te vinden van F&C. In dit jaarverslag gaan we graag in op enkele van de belangrijkste initiatieven op dit terrein. Royal Dutch Shell en BP: Teerzanden Mn Services is namens de Mn Fondsen met zowel oliemaatschappijen als milieuorganisaties in gesprek over de gevolgen van oliewinning uit teerzanden (voornamelijk in Alberta, Canada). Milieuorganisaties beschouwen deze wijze van oliewinning als onwenselijk omdat (i) de raffinage en ontginning inefficiënt zijn; (ii) er bij de winning en raffinage veel broeikasgassen en andere milieuvervuilende stoffen vrijkomen; en (iii) het peak-oil keuzemoment om over te stappen van fossiele brandstoffen naar duurzame alternatieven met teerzanden wordt opgerekt. F&C heeft namens de Mn Fondsen gesprekken gevoerd met diverse oliemaatschappijen waaronder Royal Dutch Shell, BP en Total. In deze gesprekken zijn vele kritische vragen gesteld over de inspanningen die gepleegd worden om de milieubelasting zo veel mogelijk te beperken. Oliemaatschappijen stelden dat oliewinning uit teerzanden relatief veilig is en noodzakelijk om aan de groeiende wereldwijde vraag naar energie te voldoen. Royal Dutch Shell: Affakkelen gas Mn Services heeft namens de Mn Fondsen in eerdere gesprekken met RDS kritische vragen gesteld over het affakkelen van gas. Ook op de AVA
16
Jaarverslag Verantwoord Beleggen Mn Fondsen 2010 | 4. Actief aandeelhouderschap
RDS zijn er namens de Mn Fondsen door een gevolmachtigde vragen gesteld over het affakkelen van gas in Nigeria. RDS gaf aan dat er inmiddels een reductie van 75 procent is bereikt en dat dit gas nu commercieel wordt uitgewonnen. Omdat de overige plaatsen waar gas afgefakkeld wordt vaak ver in zee liggen, is het niet rendabel om het affakkelen totaal te stoppen. Om volledig te stoppen met affakkelen is een extra investering nodig van driemiljard dollar. Over de financiering van dit bedrag wordt momenteel door RDS onderhandeld met de Nigeriaanse overheid. BP: Golf van Mexico Op 20 april 2010 vond een explosie plaats op het Deepwater Horizon booreiland in de Golf van Mexico. Daarbij vielen 11 doden en 17 gewonden. Tijdens bluspogingen zonk het platform, waarbij de boorstang brak. Volgens een schatting van de federale overheid zijn er in totaal vijf miljoen vaten uit drie afzonderlijke bronnen gestroomd. Dit maakt deze ramp tot de grootste olieramp uit de geschiedenis. Hoewel de Deepwater Horizon eigendom is van Transocean (’s werelds grootste offshore booraannemer), is zowel onder de Amerikaanse wet als onder de contractuele verplichting BP verantwoordelijk voor de insluiting, clean-up en compensatie. Bij het aantreden in 2007 van Tony Hayward als CEO van BP beloofde hij van veiligheid een topprioriteit te maken. BP had toen een slechte reputatie, zeker in Amerika. In 2005 was er een ontploffing bij een raffinaderij van BP in Texas, waarbij vijftien mensen om het leven kwamen. Een jaar later kwam het bedrijf negatief in het nieuws als gevolg van een ernstig lekkende oliepijpleiding in Alaska. Gezien deze incidenten en onze zorgen rondom veiligheid voert F&C namens de Mn Fondsen dan ook al een aantal jaren gesprekken met BP. In deze gesprekken is aandacht besteed aan veiligheidsprocedures op raffinaderijen en diepzeeplatforms, de oliewinning in de Canadese teerzanden en welke lessen er zijn geleerd uit de explosie van de raffinaderij in Texas. Gezien de ramp in de Golf van Mexico en de vermeende gebrekkige veiligheidsprocedures is het de vraag of veiligheid überhaupt wel een topprioriteit van BP is geweest. De dialoog met BP is
verder verscherpt ten aanzien van (i) de strategie met betrekking tot het dichten van de lekkage en het voorkomen en beperken van schade; (ii) de impact op de biodiversiteit (moerasdelta Mississippi); (iii) de sociale impact (visserij, toerisme); en (iv) veiligheid op diepzeebooreilanden. Daarnaast zijn er naar aanleiding van het vertrek van Tony Hayward vragen gesteld over zijn ontslagregeling. Hayward wordt gekwalificeerd als ‘good leaver’ en krijgt 546.000 aandelenopties en maximaal twee miljoen aandelen mee. Als wordt vastgesteld dat BP inderdaad nalatig heeft gehandeld kunnen de opties en aandelen voor een deel door middel van claw back provisies worden teruggevorderd. Zo heeft de remuneratie consultant van BP verklaard. De ontploffing op de raffinaderij in Texas in 2005 leidde tot een daling van de beurskoers van BP met 29 procent. De olieramp in de Golf van Mexico resulteerde zelfs in een koersdaling van 61 procent. De ramp met de Deepwater Horizon onderstreept aldus nogmaals dat het onvoldoende onderkennen van de potentiële invloed van de ESG-factoren (Environmental Social & Governance) tot grote materiële verliezen kan leiden. Volledige integratie van de ESG-factoren in de beleggingsanalyse en besluitvorming is dan ook essentieel. Concreet leidt dit er toe dat wij in onze dialooggesprekken met BP kritisch kijken naar de veiligheidsprocedures die BP wenst te gaan hanteren en hoe BP een geheel nieuwe veiligheidscultuur in de organisatie wil inbedden. Veiligheid bij oliewinning is voor de Mn Fondsen een topprioriteit en wij zullen er nauw op toezien dat dit bij BP ook het geval wordt. Sudan Engagement Group De Sudan Engagement Group van de UN PRI, bestaand uit iets meer dan twintig global investors, probeert al enige tijd gesprekken te voeren met een viertal Aziatische olieondernemingen die actief zijn in Soedan. Het betreft PetroChina, Sinopec (beide China), het Indiase ONGC en Petronas, gevestigd in Maleisië. De problemen rond deze ondernemingen lopen uiteen van indirecte betrokkenheid bij mensenrechtenschendingen tot onvoldoende compensatie van mensen die van hun land zijn verdreven tot milieuschade. Het CPA-vredesakkoord tussen Noord en Zuid Soedan bevat duidelijke bepalingen waaraan
Jaarverslag Verantwoord Beleggen Mn Fondsen 2010 | 4. Actief aandeelhouderschap
17
olieondernemingen zich moeten houden. Eerlijke verdeling van de olie-inkomsten is een belangrijke voorwaarde voor het succesvol afronden van het vredesproces, maar er zijn twijfels of dat ook gebeurt. De rol van de olieondernemingen in de naleving van dat CPA-vredesakkoord en de (financiële) ondersteuning van het ‘regime’ in Khartoum zijn onduidelijk. De genoemde ondernemingen, veelal dochterondernemingen van staatsbedrijven (o.a. CNPC) met een beperkte exposure op de beurs, reageren op vragen over deze kwesties niet of ontwijkend. Om toch voortgang in het proces te krijgen bezochten in maart zeven leden van de Sudan Engagement Groep (waaronder Mn Services) Soedan: het Heglig-olieveld en Khartoum. Gesprekken werden gevoerd met lokale vertegenwoordigers van de bedrijven, van NGO’s en van de regering. Beschuldigingen over onvoldoende compensatie van mensen die van hun land werden onteigend bleken niet volledig actueel. Het betreft deels gebieden waar alleen nomaden gebruik van maken en er wordt wel compensatie verleend. Ook de beschuldigingen over milieuschade door vervuild water leken enigszins achterhaald. Ten aanzien van de eerlijke verdeling van olie-inkomsten en indirecte betrokkenheid bij mensenrechtenschendingen bleven echter veel vragen onbeantwoord. De werkzaamheden van de Sudan Engagement Group worden daarom voortgezet. De kennis en ervaring van het bezoek worden gebruikt om alsnog tot gesprekken met de vier Aziatische ondernemingen te komen. Daarbij wordt ook gebruik gemaakt van de ‘Guidance for Responsible Business in Conflict Areas’ (zie verderop). Wal-Mart Al in 2008 werd door een groep aandeelhouders van Wal-Mart (waaronder de Mn Fondsen) een aandeelhoudersresolutie ingediend om een eind te maken aan de schending van arbeidsrechten, niet alleen in de keten van toeleveranciers, maar juist in de VS zelf. Die resolutie werd destijds ingetrokken, mede naar aanleiding van de toezegging van Wal-Mart om over dit issue met
18
aandeelhouders in gesprek te aan. De voortgang in die gesprekken liet echter fors te wensen over. Daarom voerden acht investeerders eind juni in New York een vervolggesprek met één van de board members van Wal-Mart. In dat gesprek werd duidelijk dat Wal-Mart serieus kijkt naar de arbeidsomstandigheden in de Wal-Mart vestigingen. Tegelijk werd duidelijk dat de hoge mate van decentralisatie in het concern een effectieve centrale aansturing en het monitoren van het personeelsbeleid belemmert en dat vooral internationale vastgestelde vakbondsrechten voor Wal-Mart een onbekend fenomeen zijn. De groep zet de gesprekken met Wal-Mart voort, in het bijzonder over deze beide aspecten (decentrale naleving en vakbondsrechten). Engagement reis naar India In het kader van een reis georganiseerd door de Asian Corporate Governance Association bezochten verschillende global investors India. Doel was om de corporate governance in India te verbeteren. Tijdens deze vierdaagse reis zijn in Mumbai en New Delhi in totaal zestienondernemingen, toezichthouders en organisaties bezocht. In India hebben we o.a. de volgende ondernemingen bezocht: Infrastructure Development Finance Company (IDFC), Reliance Industries; Hindalco (onderdeel van de Aditya Birla Group); Gas Authority of India (GAIL), Oil and Natural Gas Corporation (ONGC). Daarnaast hebben we een rondetafel discussie gehad met de Federation of Indian Chambers of Commerce & Industry (FICCI) en de Maharashtra Chamber of Commerce, Industry & Agriculture. Verder hebben we meetings gehad met hoog geplaatste functionarissen van het Ministry of Finance, Ministry of Corporate Affairs, Securities and Exchange Board of India (SEBI, de financieel toezichthouder), en de Bombay Stock Exchange. Een terugkerend thema was de praktijk van het stemmen op Indiase aandeelhoudersvergaderingen. Op de gemiddelde AVA wordt met handopsteken gestemd (voting by hand). Hoeveel
Jaarverslag Verantwoord Beleggen Mn Fondsen 2010 | 4. Actief aandeelhouderschap
aandelen iemand vertegenwoordigt is dan niet meer relevant. Daarnaast is er niemand bij voting by hand die de ingezonden proxies (van o.a. Mn Fondsen) vertegenwoordigd. Voting by poll (waarbij wel elke stem wordt geteld) kan slechts worden aangevraagd door een aanwezige op de AVA. Om voting by poll voor alle ondernemingen verplicht te stellen, dient de Company Act 1956 te worden aangepast. Dit is een onzeker en langdurig proces. Wij hebben de SEBI daarom verzocht om slechts de minimum beursnoteringvoorwaarden te upgraden waardoor beursvennootschappen verplicht worden om voor alle agendapunten een voting by poll te organiseren. De SEBI is zich bewust van onze belangen en leek bereidwillig om het voting by poll voor beursvennootschappen verplicht te stellen.
4.4 S amenwerking met andere investeerders
Een belangrijke andere meeting was met de Gas Authority of India (GAIL), één van de ondernemingen die wij zien als ‘non compliant’ met het UN Global Compact. GAIL is actief in Birma, waar op grote schaal mensenrechtenschendingen voorkomen. Dit zou kunnen leiden tot geopoli tieke en reputatierisico voor zowel GAIL als haar aandeelhouders. Op de vraag welke processen er bestaan om te voorkomen dat GAIL betrokken raakt bij mensenrechtenschendingen kregen we geen antwoord. Ook op andere vragen over dit onderwerp werd extreem defensief gereageerd. GAIL vond in feite dat ze het ontzettend goed doen omdat ze twee jaar geleden een corporate governance prijs hebben gewonnen en omdat ze twee procent van hun nettowinst uitgeven aan sociale projecten in India. Wij hebben benadrukt dat wij niet aandringen op het staken van alle activiteiten in Birma maar dat we het wel van groot belang vinden dat GAIL adequate maatregelen neemt om betrokkenheid bij mensenrechtenschendingen te voorkomen.
• Eumedion (Belangenbehartiger voor institutionele beleggers in Nederland) • International Corporate Governance Network • Carbon Disclosure Project • Investor statement on climate change • Emerging Markets Disclosure Project (EMDP) • Extractive Industries Transparency Initiative (anti corruptie) • Sudan Engagement Group • Responsible Business in High Risk and Conflict Affected Areas • Biodiversity and Eco Services • Sustainable Stock Exchanges • Public Policy Network (samenwerking responsible investors en overheden) • Labour standards in the supply chain (i.s.m. Harvard) • SECVA (elektronische communicatie ondernemingen en aandeelhouders) • Asia Corporate Governance Association • UNEP FI Property Work Group (verantwoord beleggen in onroerend goed)
Het is als Mn Services namens de Mn Fondsen niet eenvoudig op eigen kracht majeure veranderingen teweeg te brengen in het maatschappelijk verantwoord ondernemen door ondernemingen waarin de Mn Fondsen beleggen. Daarom neemt Mn Services deel aan een groot aantal gezamenlijke initiatieven, vaak met andere ondertekenaars van de UN Principles for Responsible Investment (soms in samenwerking met het UN Global Compact), met UNEP FI (United Nations Environment Programme Finance Initiative (waarvan Mn Services lid is) of in kleiner verband met andere UN PRI investors in het kader van het UN PRI Clearinghouse. Het betreft:
Op enkele van die initiatieven gaan we graag nader in >>
Jaarverslag Verantwoord Beleggen Mn Fondsen 2010 | 4. Actief aandeelhouderschap
19
Carbon Disclosure Project Het Carbon Disclosure Project is een wereldwijd opererende organisatie die ondernemingen stimuleert om gedetailleerd te rapporteren over de uitstoot van broeikasgassen en de corporate aanpak van klimaatverandering. CDP’s missie is om oplossingen voor de klimaatverandering versneld toegepast te krijgen door de integratie van relevante klimaatinformatie bij beleid en investeringsbeslissingen van ondernemingen en investeerders. De gedetailleerde CDP rapportage is bedoeld om wereldwijd ondernemingen te overtuigen om hun broeikasuitstoot te meten, te beheren, openbaar te maken en uiteindelijk te verminderen. In 2010 heeft het CDP questionnaires uitgestuurd naar de grootste vijftig Nederlandse ondernemingen. De ondernemingen werd verzocht informatie te geven over de uitstoot van broeikasgassen, de wezenlijke risico’s en kansen gerelateerd aan klimaatverandering en de concrete maatregelen die genomen zijn om met deze risico’s en kansen om te gaan. De Mn Fondsen steunen het CDP in het verwezenlijken van haar missie door ondertekenaar te zijn van het CDP Investor Statement en door bij ondernemingen aan te dringen op het beschikbaar stellen van cijfers over de uitstoot van broeikasgassen. Climate Change Mn Services is namens de Mn Fondsen ondertekenaar van de ‘Global Investor Statement on Climate Change: Reducing Risks, Seizing Opportunities & Closing the Climate Investment Gap’. Deze verklaring is in november 2010 vlak voor de start van de klimaattop in Cancun (Mexico) bekend gemaakt. 259 investeerders die gezamenlijk US $15 triljoen beheren ondersteunen deze verklaring, die regeringsleiders oproept om te komen tot een duidelijk, betrouwbaar en langetermijn gericht beleidskader. De bedoeling hiervan is de risicorendement verhouding van duurzame investeringen (zoals schone energie, energie-efficiënte, energieopslag- en transport en afvalreductie) te verbeteren.
20
Responsible Business in High Risk and Conflict Affected Areas Eén van de lastigste dilemma’s waarvoor de Mn Fondsen zich zien gesteld is verantwoord ondernemen en investeren in conflictlanden. Medio 2009 werd in Istanbul het startschot gegeven voor een traject om te komen tot richtlijnen voor verantwoord ondernemen in conflictlanden. In de portefeuille van de Mn Fondsen zitten verschillende ondernemingen, vooral in olie, gas, mijnbouw, telecommunicatie en infrastructuur, die actief zijn in landen waar de overheid niet in staat of niet bereid is basale mensenrechten te beschermen. Het gaat om landen als Soedan, Birma, Congo en, jammer genoeg, vele andere. Betrokkenheid van ondernemingen (en dus investeerders) bij mensenrechtenschendingen (direct of indirect) ligt dan op de loer. Ook voor ondernemingen levert dit lastige dilemma’s op. De activiteiten van ondernemingen en de daarmee gegenereerde financiële inkomsten voor overheden kunnen een bijdrage leveren aan vrede en ontwikkeling. Maar indirecte betrokkenheid bij onverantwoorde praktijken is een groot risico, zowel voor de betrokken burgers van dat land als voor succesvolle uitvoering van de activiteiten en de reputatie van de onderneming (en van haar investeerders). Met actieve deelname van zeker 25 grote multinationals, waaronder Shell, Total, CNPC, en circa 15 investeerders (waaronder Mn Services namens de Mn Fondsen) werd in sessies in Istanbul, New York en Khartoum (Soedan) een document opgesteld getiteld ’Guidance for Responsible Business in High Risk and Conflict Affected Areas’. Die ‘Guidance’ werd in juni 2010 in een bijeenkomst bij de VN, in aanwezigheid van Ban Ki Moon openbaar gemaakt. Samen met de richtlijnen die zijn opgesteld door VN-representative John Ruggie vormt de Guidance een belangrijk ijkpunt in het overleg van Mn Services met ondernemingen die in dergelijke landen actief zijn.
Jaarverslag Verantwoord Beleggen Mn Fondsen 2010 | 4. Actief aandeelhouderschap
Emerging Markets Disclosure Project (EMDP) In 2010 is er gewerkt aan het Emerging Markets Disclosure Project (EMDP dat binnen de UN PRI is opgezet. Het project is bedoeldom bedrijven in opkomende landen ervan bewust te maken dat er meer transparantie verwacht wordt op het gebied van duurzaamheid. Het EMDP wordt uitgevoerd in verschillende landen, maar Mn heeft ervoor gekozen om alleen te participeren in het project voor de Zuid-Afrikaanse markt. Samen met een groep van lokale en internationale investeerders hebben wij een aantal bedrijven benaderd die niet waren opgenomen in de Socially Responsible Investment (SRI)-Index op de aandelenbeurs van Johannesburg. De SRI-Index meet ESG- en gerelateerde duurzaamheidindicatoren, zoals de reactie van een bedrijf op klimaatverandering. In 2010 zijn hiervoor de volgende bedrijven benaderd: Tiger Brands, Shoprite Holdings, Aspen Pharmacare Holdings, Naspers, Reinet Investments en Compagnie Financiere Richemont. Aan het begin van het jaar zijn er brieven verstuurd naar de verschillende ondernemingen, waarin er om een dialoog met de ondernemingen gevraagd werd. Alle ondernemingen hadden positief gereageerd op de verstuurde brief en maar 1 bedrijf (Shoprite) had aangegeven niet in dialoog te gaan met ons. Tijdens het derde kwartaal is er met de overige bedrijven een gesprek geweest en de uitkomst van deze gesprekken was gemengd. De gesprekken met Aspen en Tiger Brands hebben een positieve uitkomst gehad, aangezien beide bedrijven aan het eind van 2010 zijn opgenomen in de SRI-Index. Met de overige bedrijven zal de dialoog voortgezet worden in 2011.
4.5 Juridische actie Tot slot hoort bij actief aandeelhouderschap het programma van class en overige legal actions. Dit is gericht op ondernemingen die wettelijke overtredingen hebben begaan die oorzaak zijn van financiële schade. Begin 2010 werd een programma van ‘claim filing’ voor Amerikaanse class action settlements volledig operationeel. Het uitgerolde VS class actions programma voorkomt dat de Mn Fondsen schadevergoedingen door Amerikaanse ondernemingen (onnodig) mislopen.. In toenemende mate nemen de Mn Fondsen ook deel in vergelijkbare damage recovery activiteiten buiten de VS. Op dit moment nemen de Mn Fondsen deel in de voorbereiding van legal actions voor Fortis en EADS en settlements voor Shell en Converium. Hoewel het overgrote deel van de class actions in de Verenigde Staten wordt aangespannen, is sinds medio 2010 is een beperkt monitoringprogramma voor ‘non US’ legal actions operationeel. In een beperkt aantal gevallen nemen de Mn Fondsen actief deel in class actions en andere vormen van litigation. De class actions waren vaak gebaseerd op fraude en misleidende berichtgeving door het management van Amerikaanse bedrijven. Voor begin 2011 staan de uitbetaling van een aantal grote schikkingen op het programma (zoals bijv. Royal Dutch Shell i.v.m. onjuiste mededelingen over de grootte van de oliereserves).
Jaarverslag Verantwoord Beleggen Mn Fondsen 2010 | VOORWOORD
21
5. Thematische beleggingen
De Mn Fondsen voeren geen beleid op thematische beleggingen. Verspreid in de portefeuille alternatieve investeringen zijn wel investeringen gedaan in onder andere cleantech, renewable energy en carbon trading.
22
Jaarverslag Verantwoord Beleggen Mn Fondsen 2010 | 5. Thematische beleggingen
Jaarverslag Verantwoord Beleggen Mn Fondsen 2010 | 5. Thematische beleggingen
23
6. Operationele processen
SAS 70 Binnen Mn Services zijn verschillende SAS70 rapporten opgesteld. In deze rapporten beschrijft Mn Services haar beheersorganisatie, processen en de beheersingsmaatregelen die daarbinnen getroffen zijn. De beschrijving volgt de componenten van interne beheersing zoals beschreven door het COSO raamwerk. Het team van Verantwoord Beleggen had in 2010 twee SAS70 rapporten voor de stem en uitsluiting processen. In november zijn de SAS70 procedures over een periode van twaalf maanden beoordeeld door de externe accountant, waarna die een positieve verklaring heeft afgegeven. In 2011 heeft Mn Services SAS70 procedures opgesteld voor het dialoog programma en legal actions. Brokers Vanaf 1 januari 2011 worden Environmental, Social en Governance (ESG) factoren meegenomen bij de brokerevaluaties. DeMn Fondsen screenen hierbij alle partijen waarvan zij goederen of diensten afnemen op duurzaamheid. Alle bestaande brokers worden door een extern onderzoeksbureau beoordeeld op hun scores op ESG-factoren. De ESG score wordt dan naast de bestaande criteria (research, sales, trading en investment research) in de brokerevaluatie meegenomen. Met brokers die een onvoldoende scoren (minder dan 55 punten) op ESG-gebied gaat Mn Services de dialoog aan om te bewerkstelligen dat er in volgende brokeronderzoeken beter wordt gescoord.. Als brokers de lage score onvoldoende kunnen verklaren en er ook geen uitzicht is op verbetering zou dit kunnen leiden tot uitsluiting van verdere dienstverlening. Wel zal hierbij een hardheidsclausule van toepassing zijn. Een financiële instelling zal, ondanks een slechts score, niet worden uitgesloten als er onvoldoende alternatieven bestaan of deze alternatieven om een andere plausibele reden niet in aanmerking komen. Het blijft immers van groot belang exposure te spreiden, het aantal transactiemogelijkheden breed te houden en partijen te kunnen selecteren op hun specialisme.
24
Jaarverslag Verantwoord Beleggen Mn Fondsen 2010 | 6. Operationele processen
Jaarverslag Verantwoord Beleggen Mn Fondsen 2010 | 6. Operationele processen
25
7. Resultaat en blik vooruit 2011
Sinds de vaststelling van het beleid voor verantwoord beleggen en de ondertekening van de VN Principes voor Verantwoord Beleggen (UN PRI) is enorme voortgang geboekt. Tegelijk is duidelijk dat de ambitie het volledige belegde vermogen volledig volgens de tien leidende beginselen te beleggen de Mn Fondsen nog voor vele lastige dilemma’s en uitdagingen stelt. De Mn Fondsen zien zichzelf op het gebied van verantwoord beleggen als een lerende organisatie. Niet alles is in één jaar met één pennenstreek te realiseren, maar van jaar op jaar zetten we verdere stappen. De prioriteiten van de Mn Fondsen voor 2011 zijn: Eind 2011 moet sprake zijn van integratie van ESG-criteria in alle relevante beleggingscategorieën en de daarbij te hanteren procedures moeten in duidelijke procesbeschrijvingen zijn vastgelegd. Ondernemingen die fundamenteel en structureel in strijd handelen met internationale verdragen en de ‘tien leidende beginselen’ sluiten we uit of maken onderdeel uit van een programma van verantwoord, actief aandeelhouderschap. Als ondernemingen fraude plegen waardoor financiële schade ontstaat voor pensioenfondsen en pensioendeelnemers zullen de Mn Fondsen bezien of en hoe die schade op die onderneming kan worden verhaald. Als een onderneming tot schadevergoeding wordt veroordeeld dient Mn Services claims in om de toekomende schadevergoeding te incasseren. Het verantwoorde beleggingsbeleid en de uitvoering daarvan moet transparant zijn en zichtbaar worden gemaakt voor de deelnemers in de pensioenfondsen. De deelnemers in de Mn Fondsen zullen worden ondersteund door Mn Services in de voorlichting die pensioenfondsen willen bieden aan hun deelnemers. Met dit eerste jaarverslag verantwoord beleggen van de Mn Fondsen zet Mn Services een belangrijke stap in de verdere vormgeving van het beleid van de Mn Fondsen. Het verslag levert een bijdrage aan de noodzakelijke transparantie die van vermogensbeheerders en pensioenfondsen wordt gevraagd. Pensioendeelnemers kunnen via de besturen van pensioenfondsen hun stem laten horen over het gewenste verantwoord beleggingsbeleid en hebben er recht op te weten of ‘hun’ geld op een verantwoorde manier is belegd. Wij hopen met dit jaarverslag te laten zien dat het de Mn Fondsen menens is de pensioengelden verantwoord te beleggen en te zorgen voor een goed én verantwoord rendement.
26
Jaarverslag Verantwoord Beleggen Mn Fondsen 2010 | 7. Resultaat en blik vooruit 2011
Jaarverslag Verantwoord Beleggen Mn Fondsen 2010 | 7. Resultaat en blik vooruit 2011
27
Jaarverslag
Burgemeester Elsenlaan 329 Postbus 5210 2280 HE Rijswijk T (070) 3 160 160 F (070) 3 160 475 www.mn.nl
MS747 06.11