DUURZAAM ONDERNEMEN
De kracht van maatschappelijk verantwoord beleggen door Geert Heuninck, hoofd maatschappelijk verantwoord beleggen, KBC
23 maart 2010 De Montil - Affligem
PreBes vzw – Diestersteenweg 88 – 3510 Kermt Hasselt Tel. 011/28 83 40 Fax. 011/28 83 49
[email protected] www.prebes.be
De kracht van Maatschappelijke Verantwoord Beleggen (MVB)
Geert Heuninck – Hoofd Maatschappelijk Verantwoord Beleggen KBC Asset Management Maart 2010 Member of the KBC group
Inhoud
1/ MVB: wat en waarom? 2/ MVB: hoe? a) Best – in – class strategie b) Focus strategie 3/ Rendement van MVB
4/ Link met preventie
2
1
1/ Maatschappelijk Verantwoord Beleggen bij KBC AM: Onze visie •
Maatschappelijk Verantwoord Beleggen =
•
Krachtlijnen:
•
Vertrekkende vanuit duidelijke definitie van MVO Zo transparant mogelijk (methodologie/resultaten) Onafhankelijke informatiebronnen Strikte scheiding tussen MVB en fondsbeheer Onder supervisie van externe experten
MVO
Onze instrumenten:
•
MVB
Een natuurlijke/logische verderzetting van, en een hefboom voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO)
Screening en selectie Stemmen en engagement MVO-ranglijst voor beursgenoteerde bedrijven
Win-Win-Win situatie voor:
Win – Win – Win
De maatschappij in het algemeen De betrokken bedrijven De belegger
3
100
148
376
1621
1391
09 09 09 09 Q1 Q2 Q3 Q4
01
02
03
04
05
06
07
08
09 09 09 Q1 Q2 Q3
1768
2377
2389
2074
00
1964
09 Q1 09 Q2 09 Q3 09 Q4
2540
2028 08
08
Vastrentend (€ mln)
683
07
07
1140
99
06
43
06
2093
81
05
1196
142
7035
7032
6464
5783
5700
04
23
05
03
10
1001
04
02
0
294
03
01
0
211
02
01
00
3233
163
09 Q4
459
01
02
03
04
05
06
07
3645
3020
2611
34
00
1578
28
Gestructureerde producten
2499
35%
31
Vastrentend
52%
Gestructureerde producten (€ mln) 30
Aandelen
27
23%
2725
Opdeling MVB (2009 Q4)
17
00
169
180
6130
Totale AuM voor MVB bij KBC (€ mln)
Aandelen (€ mln)
163
Groeiende interesse bij beleggers weerspiegelt zich in stijgend vermogen onder beheer (Asset under Management, AuM)
1634
1/ MVB bij KBC AM: Sterke groei in vermogen onder beheer
08
09 09 09 09 Q1 Q2 Q3 Q4
4
2
Inhoud
1/ MVB: wat en waarom? 2/ MVB: hoe? a) Best – in – class strategie b) Focus strategie
3/ Rendement van MVB 4/ Link met de preventie-adviseur
5
2/ Twee strategieën voor MVB bij KBC Best-in-class versus Focus
MVB fondsen
Screening Selectie Uitsluiting Onderzoek
Onafhankelijkheid
Best-in-class
Focus
Multicriteriascreening (5 pijlers) (bedrijven en landen)
Themarelevantie (water, alternative energy, climate change, agribusiness)
MVO leiders per sector
Fondsspecifieke criteria (vb. biobrandstoffenbeleid,…)
Common exclusion criteria EIRIS + ASSET4 + internationale instellingen
EIRIS + ASSET4 + eigen screening
Externe Adviesraad Duurzaamheid (10 academici)
Milieuadviescomité (6 experten)
Duurzaam +/- 700 bedrijven en 18 landen toegelaten universum
Beleggingsproces
+/- 550 bedrijven toegelaten
Fondsbeheer en aandelenselectie is gelijkaardig aan de traditionele beleggingsfondsen 6
3
2a/ Best-in-class strategie: bedrijven
Wat is MVO? En welke aspecten zijn van belang?
Startpunt = stakeholders Wat zijn de relevante “aanspraken”? Hoe kan een onderneming zijn morele kwaliteit aantonen?
Stakeholders
Aanspraken
Aandeelhouders
Financieel
Respect
Werknemers Clienten (incl. consumenten)
Openheid
Leveranciers
Evenwicht
Sociaal Ecologisch
Overheid Toekomstige generaties Gemeenschap (incl. omwonenden) 7
2a/ Best-in-class strategie: bedrijven
Welke aanspraken ten aanzien van bedrijven moeten beschouwd worden?
Inventaris van de wezenlijke aanspraken volgens “triple P” benadering Aanspraken Sociaal
STAKEHOLDRS
Aandeelhouders
Ecologisch
Financieel
Selectie door de Externe Adviesraad op basis van morele beoordeling
Werknemers Klanten Leveranciers
meest relevant
Overheid Toekomstige generaties Gemeenschap
minst relevant 8
4
2a/ Best-in-class strategie: bedrijven Hoe relevante aanspraken meten?
Omzetting van relevante aanspraken in meetbare indicatoren 3 aspecten zijn van belang: 1) Intenties
2 onafhankelijke dataleveranciers
2) Structuren 3) Gedrag
EVALUATIE model 9
2a/ Best-in-class strategie: bedrijven Overzicht evaluatiecriteria Lange termijn economisch beleid
Economische relaties: klanten en leveranciers Innovatie
Intern Sociaal Beleid
Kwaliteit van werkgelegenheid Veiligheid en gezondheid
Integratie van niet-financiële elementen in bedrijfsvoering
Opleiding en ontwikkeling
CSR - Transparantie en rapportering Ethische code
Controverses rond veiligheid en gezondheid van werknemers
Concurrentiebelemmerend gedrag
Controverses rond diversiteit/gelijke kansen
Diversiteit en gelijke kansen
Controverses rond producten en diensten
Ondernemingsbestuur
Raad van Bestuur: samenstelling en werking Remuneratie bestuur en topmanagement Rechten van de aandeelhouders Omkoping en corruptie: beleid, systemen en rapportering
Mensenrechten & internationale arbeidsnormen
Mensenrechten en arbeidsrechten: in het bedrijf en in leveranciersketen Controverses rond volksgezondheid Inbreuken tegen mensenrechtenprincipes of internationale arbeidsnormen
Controverses rond ondernemingsbestuur
Milieu
Milieubeleid
5 PIJLERS met gelijke weging, score op 100
Milieusystemen Milieurapportering
Jaarlijkse berekening
Milieuprestaties Milieu-initiatieven Eco-efficiënte producten en diensten Milieucontroverses
Beoordeling van 2100 bedrijven (alle regio’s, alle sectoren) 10
5
2a/ Best-in-class strategie: bedrijven Overzicht selectiecriteria
BEST – in – CLASS per sector (40% or 20% voor Energie & Mijnbouw)
Lange termijn economisch beleid
Ondernemings bestuur
Milieu
Intern Sociaal beleid
Mensenrechten en internationale arbeidsnormen
TOTALE score
10% WIC
10% WIC
10% WIC
10% WIC
10% WIC
WORST – in – CLASS per pijler (10%)
11
2a/ Best-in-class strategie: bedrijven
Selectiecriteria: voorbeeld voor Industriegroep ‘Capital goods’
Rank 40% 1 2 3 … 30 … 50 … 63 … 93 60% 94 95 … 103 … 130 … 172 … 203 … 230 231 232 233
233 companies screened for Industry Group "Capital Goods" 93 companies admitted (40% best-in-class) Additional exclusion of worst-in-class companies on 5 different pillars and application of Overall score Company (1) (2) Koninklijke Philips Electronics 75% 82% 63% SKF 92% 74% 75% Atlas Copco 74% 91% 67% … … … … ACS Actividades de Construccion y Servicios 61% 77% 40% … … … … United Technologies 68% 61% 59% … … … … Sumitomo Corporation 81% 56% 57% … … … … SIG 58% 62% 53% General Dynamics 61% 66% 53% Tyco International 53% 71% 48% … … … … SolarWorld 63% 41% 52% … … … … Caterpillar 49% 73% 47% … … … … Wienerberger 44% 40% 47% … … … … Boskalis Westminster 41% 45% 44% … … … … Beijing Enterprises Holdings 32% 33% 44% Noble Group 32% 36% 42% OKUMA Corporation 33% 39% 30% Hutchison Whampoa 30% 18% 45% (1) (2) (3) (4) (5) WIC
exclusion criteria (3) 77% 68% 70% … 58% … 53% … 56% … 44% 39% 47% … 66% … 59% … 28% … 28% … 20% 23% 22% 27%
(4) 79% 76% 80% … 79% … 77% … 69% … 70% 74% 62% … 59% … 44% … 63% … 63% … 37% 39% 34% 40%
(5) 74% 63% 63% … 50% … 36% … 25% … 32% 26% 36% … 32% … 21% … 43% … 26% … 26% 18% 26% 18%
WIC
pilar (2) Exclusion criteria pilar (5)
Long term economic policy Corporate governance Environment Internal social policy Human rights and labour norms 10% Worst - in - class on one of the pillars 12
6
2a/ Best-in-class strategie: bedrijven Overzicht uitsluitingscriteria
EVALUATIE criteria
SELECTIE criteria
DUURZAAM universum
UITSLUITINGS criteria
(toegelaten tot MVB fondsen)
Uitsluitingscriteria
Specifieke uitsluitingscriteria: - Controversiële sectoren (defensie, tabaksproducenten, gokbedrijven) - Betrokkenheid bij strategische of nucleaire wapens - Sterke link met ander uitgesloten bedrijf - Beleid ten aanzien van bedrijfsactiviteiten in controversiële landen - Beleid ten aanzien van nucleaire energie - Manuele uitsluiting door EAD
Global Compact screening: Mensenrechten – arbeidsnormen – milieu – corruptie
Blacklist controversiële wapens 13
2a/ Best-in-class strategie: bedrijven Een breed gediversifieerd duurzaam universum
Industry Group AUTOMOBILES & COMPONENTS BANKS CAPITAL GOODS COMMERCIAL & PROFESSIONAL SERVICES CONSUMER DURABLES & APPAREL CONSUMER SERVICES DIVERSIFIED FINANCIALS ENERGY FOOD & STAPLES RETAILING FOOD BEVERAGE & TOBACCO HEALTH CARE EQUIPMENT & SERVICES HOUSEHOLD & PERSONAL PRODUCTS INSURANCE MATERIALS MEDIA PHARMACEUTICALS BIOTECHNOLOGY REAL ESTATE RETAILING SEMICONDUCTORS & SEMICONDUCTOR EQUIPMENT SOFTWARE & SERVICES TECHNOLOGY HARDWARE & EQUIPMENT TELECOMMUNICATION SERVICES TRANSPORTATION UTILITIES
EURO 8 22 15 2 4 2 5 5 5 5 3 1 11 16 11 3 5 3 3 3 3 7 11 17
Rest of Europe 1 10 33 10 10 9 14 6 2 7 8 1 13 19 14 8 16 14 1 7 3 6 8 7
JAP 5 3 20 3 11 1 7 2 2 5 2 2 5 15 0 6 5 2 4 4 17 1 7 1
NAM 2 5 5 1 5 2 10 5 2 5 8 3 5 12 4 9 4 12 4 11 8 1 3 3
PAC 0 10 33 10 0 0 14 6 2 7 8 0 13 19 0 8 13 14 1 7 0 0 8 7
170
227
130
129
49
All regions 16 50 106 26 30 14 50 24 13 29 29 7 47 81 29 34 43 45 13 32 31 15 37 35
705
14
7
2a/ Best-in-class strategie: bedrijven Transparantie •
Volledige transparantie op de website: www.kbcam.be/duurzaambeleggen:
• • • • •
Methodiek en de criteria Screening resultaten (voor alle gescreende bedrijven en landen) Beleggingsfondsen
Publicatie monitor duurzaam beleggen Aandeelhoudersdagen en infosessies naar SRI-clienten/prospecten Jaarlijkse NGO meeting Workshop met beursgenoteerde bedrijven Conform EUROSIF transparency guidelines
15
2a/ Best-in-class strategie: bedrijven Voorbeeld •
Volledige transparantie op de website: www.kbcam.be/duurzaambeleggen :
16
8
2a/ Best-in-class strategy: Externe Adviesraad Duurzaamheidsanalyse: een gediversifieerde samenstelling
Prof. Em. dr. ir. Eric Tollens
Prof. dr. Patricia Everaert
Gewoon hoogleraar landbouw- en milieueconomie aan de K.U. Leuven
Professor Accountancy en Bedrijfsfinanciering aan de Universiteit Gent
Prof. dr. Stefan Marysse
Prof. dr. Kurt Devooght
Hoogleraar internationale relaties en politiek economie aan de Universiteit Antwerpen
Professor Bedrijfsethiek aan de HUBrussel
Prof. dr. Luc Hens
Prof. dr. ir. Patrick Van Damme
Vice-decaan van de faculteit geneeskunde en farmacie aan de V.U. Brussel
Professor Tropische en subtropische landbouw en etnobotanie aan de Universiteit Gent
Prof. Em. Mieke Van Haegendoren
Prof. drs. Xavier Baeten
Vice-rector aan de Universiteit van Hasselt, gewoon hoogleraar economische sociologie
Manager Strategic Rewards Centre van de Vlerick Management Business School
Prof. dr. Eva Brems
Prof. dr. Luc Van Liedekerke
Professor mensenrechten aan de Universiteit Gent
Professor Economics and Ethics at Catholic University of Leuven (Centre for Ethics, Social and Political Philosophy) and at University of Antwerp
17
2/ Twee strategieën voor MVB bij KBC Best-in-class versus Focus
MVB fondsen
Screening Selectie Uitsluiting Onderzoek
Onafhankelijkheid
Best-in-class
Focus
Multicriteriascreening (5 pijlers) (bedrijven en landen)
Themarelevantie (water, alternative energy, climate change, agribusiness)
MVO leiders per sector
Fondsspecifieke criteria (vb. biobrandstoffenbeleid,…)
Gemeenschappelijke uitsluitingscriteria EIRIS + ASSET4 + internationale instellingen
EIRIS + ASSET4 + eigen screening
Externe Adviesraad Duurzaamheid (10 academici)
Milieuadviescomité (6 experten)
Duurzaam +/- 700 bedrijven en 18 landen toegelaten universum
Beleggingsproces
+/- 550 bedrijven toegelaten
Fondsbeheer en aandelenselectie is gelijkaardig aan de traditionele beleggingsfondsen 18
9
2b/ Focus strategie Bedrijven die bijdragen voor een duurzame oplossing van specifieke thema’s
ECO
Sinds
ECO
ECO
ECO
WATER
ALTERNATIVE ENERGY
CLIMATE CHANGE
AGRI
2000
2000
2007
2008 19
2b/ Focus strategie
Sterke investeringsverhalen door structureel onevenwicht tussen vraag en aanbod
KBC Eco Fund Water 2000
KBC Eco Fund Alternative Energy 2000
Waarom een probleem? 1. We kunnen niet leven zonder water. 2. Er is geen subsituut. 3. Aanbod = Vraag
Waarom een probleem? 1. Stijgende olieprijzen. 2. Afhankelijkheid 3. Klimaatsverandering
Hoe investeren ? 1. Nutsbedrijven 2. Uitrusting & materiaal 3. Watertechnologieën 4. Bouw & consulting 5. Milieucontrole
Hoe investeren ? 1. Nutsbedrijven 2. Windenergie 3. Zonne-energie 4. Brandstofcellen 5. Biomassa 6. Andere
Waarom investeren ? 1. Vraag/aanbod 2. Investeringen in infras. 3. Strenge wetgeving en kwaliteitsstand. 4. Ontluikende techn. 5. Hoge premies bij overn. 6. Verhoogde internationale focus
KBC Eco Fund Climate Change 2007
KBC Eco Agri Fund 2008
Waarom een probleem? Waarom een probleem? 1. Stijging temperatuur 1. Stijgende vraag 2. Gewijzigd neerslagpatr. 2. Beperkt aanbod 3. Toenemend aantal orkanen en stormen
Hoe investeren ? Hoe investeren ? 1. Propere energietechn. 1. Leveranciers 2. Energie-efficiëntie 2. Landbouwproducenten 3. Afvalverwerking en 3. Dienstverlening in recyclage landbouw 4. Water 4. Verwerking van 5. Carbon trading landbouwproducten Waarom investeren ? Waarom investeren ? Waarom investeren ? 1. Vraag/aanbod 1. Politieke interesse 1. Uitbreiding 2. Techn.ontwikkelingen 2. Interesse bij het brede landbouwarsenaal 3. Overheidssteun publiek 2. Verhogen 4. Ontluikende techn. 3. Nood aan investeringen productiviteit 5. Reductie van olie3. Precisielandbouw afhankelijkheid 20
10
Inhoud
1/ MVB bij KBC AM: wat en waarom? 2/ MVB bij KBC AM: hoe? a) Best – in – class strategie b) Focus strategie c) Gemeenschappelijke uitsluitingscriteria
3/ Rendement van MVB 4/ Link met preventie
21
3/ Rendement van MVB Best-in-class strategy
De return van het sustainable universe “in lijn met” de brede markt 160.00 140.00 120.00 100.00 MSCI-EUR
80.00
KBC SRI
60.00 40.00 20.00
Mar-09
Sep-09
Mar-08
Sep-08
Mar-07
Sep-07
Mar-06
Sep-06
Sep-05
Mar-05
Mar-04
Periode sept 2001 – dec 2009
Sep-04
Mar-03
Sep-03
Mar-02
Sep-02
Sep-01
0.00
22
11
3/ Rendement van MVB Best-in-class strategy De return van het sustainable universe “in lijn met” de brede markt
14/1/10 140
130
120
110
100
90
80
70
60
50
40 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 KBC INST L.ET HICAL ER.EQ. CAP KBC INST IT UT IONAL FUND EUR.EQ.CLASSIC CA P. Sourc e: T homs on Datas tream 23
3/ Rendement van MVB: Focus strategie
Thematische MVB fondsen: het thema presteert duidelijk anders dan brede markt
14/1/10 180
160
140
120
100
80
60
40 2002 2003 2004 2005 2006 KBC ECO FD.ALT ERNAT IVE ENERGY CAP KBC ECO FD.W AT ER CAP MSCI W ORLD E - T OT RET URN IND
2007
2008
2009
Sourc e: T homs on Datas tream 24
12
Inhoud
1/ MVB bij KBC AM: wat en waarom? 2/ MVB bij KBC AM: hoe? a) Best – in – class strategie b) Focus strategie c) Gemeenschappelijke uitsluitingscriteria
3/ Rendement van MVB 4/ Link met de preventie-adviseur
25
4/Link met de preventie-adviseur •
Cruciale vragen:
•
Is “veiligheid en gezondheid” een onderdeel van ons analysewerk? Bekijken we enkel beursgenoteerde bedrijven? Wat met de leveranciers/onderaannemers
Globaal genomen:
In 8 van de 28 hoofdcriteria wordt gerefereerd naar “veiligheid en gezondheid” Deze criteria “wegen” voor 23% in de eindscore
26
13
4/ Best-in-class strategie: bedrijven Overzicht evaluatiecriteria Lange termijn economisch beleid
Economische relaties: klanten en leveranciers Innovatie
Intern Sociaal Beleid
Kwaliteit van werkgelegenheid Veiligheid en gezondheid
Integratie van niet-financiële elementen in bedrijfsvoering
Opleiding en ontwikkeling
CSR - Transparantie en rapportering Ethische code
Controverses rond veiligheid en gezondheid van werknemers
Concurrentiebelemmerend gedrag
Controverses rond diversiteit/gelijke kansen
Diversiteit en gelijke kansen
Controverses rond producten en diensten
Ondernemingsbestuur
Raad van Bestuur: samenstelling en werking Remuneratie bestuur en topmanagement
Mensenrechten & internationale arbeidsnormen
Rechten van de aandeelhouders
Mensenrechten en arbeidsrechten: in het bedrijf en in leveranciersketen Controverses rond volksgezondheid Inbreuken tegen mensenrechtenprincipes of internationale arbeidsnormen
Omkoping en corruptie: beleid, systemen en rapportering Controverses rond ondernemingsbestuur
Milieubeleid
Milieu
5 PIJLERS met gelijke weging, score op 100
Milieusystemen
Jaarlijkse berekening
Milieurapportering Milieuprestaties Milieu-initiatieven Eco-efficiënte producten en diensten
Beoordeling van 2100 bedrijven (alle regio’s, alle sectoren)
Milieucontroverses
27
4/Link met de preventie-adviseur •
Social, Environmental and Ethical (SEE) risk management
•
Community / Crisis Management
•
Quantitative figures giving details of performance from the following headings: Health & safety, Workforce composition, Employee share ownership, Training and employee development, Staff turnover
Product responsibility / Customer Controversies
•
Does the company report on crisis management systems (preparedness) to reduce or minimize the effects of reputation disasters (public relations), or does it have a reputation disaster recovery plan?
Stakeholder reporting
•
How well do the board and senior management address the Company's SEE risks and opportunities?
Is the company under the spotlight of the media because of a controversy linked to the company's products or services that have harmed customers or third parties in their health, safety, integrity or privacy
Board Level Accountability for Stakeholders
is Health and safety responsibility expressly assigned to a named board level Individual 28
14
4/Link met de preventie-adviseur •
Health & safety systems
How clear is the evidence of health and safety systems Whether the company has assigned responsibility for health and safety systems to a named senior person. Whether company has received one or more significant awards or commendations for the implementation and content of its health and safety systems. Does company provide clear details of the health and safety training undertaken. Does company provide significant quantitative supporting data (for example, changes in accident rates illustrating its health and safety performance) Maximum score: named senior person, significant awards, clear details of training OR named senior person and detailed quantitative data illustrating changes to performance and/or sectoral comparisons. 29
4/Link met de preventie-adviseur •
Health & Safety Controversies
•
Is the company under the spotlight of the media because of a controversy linked to workforce health and safety?
Training
Whether there is a named senior person responsible for training and development The percentage of employees with an annual training and development review Quantitative supporting data to illustrate training and development systems (such as the proportion of employee costs spent on training, amounts of time and money spent on training per employee) Maximum score: Company ensures at least two-thirds of staff have an annual review of training and development needs AND provides significant quantitative supporting data to illustrate its systems for training and development AND assigns responsibility for training and development to a named senior person. 30
15
4/Link met de preventie-adviseur •
Supply chain policy
•
Supply chain systems
•
The policy covers Health and safety Communication of Policy to Supplier Factory Managers or workers Auditing of facilities/ operations (both Internally and via 3rd Parties (appropriate Auditor – may involve NGO/Unions) Monitoring of suppliers and sub-contractors Disclosure of procedure to remedy non-compliance on sourcing standards by suppliers and sub-contractors Details of whistleblowing protection Details of Senior level accountability and the number of reporting levels to CEO Performance incentives for procurement teams or supplier factory managers
Supply chain reporting
Disclosure of risk assessment and results: for example reports on targeting monitoring through risk assessment or reports on comprehensive coverage of systems details of stakeholder dialogue/engagement: Details of involvement in initiatives. Initiatives must involve more than just companies or industry to count Provides data on supplier performance Response to non compliances found: the Company has responded publicly to noncompliances identified in the last year by external bodies, such as NGOs
31
4/Link met de preventie-adviseur •
Breaches of ‘key’ ILO standards
•
How has the Company responded to the allegation(s) of breaches of the key ILO standards on health and safety How has the Company responded to the allegation(s) of breaches of the key ILO standards on health and safety?
Definitions for Health & Safety
Allegations - these include reported details on alleged failure to apply health & safety principles. Also included are actions by regulatory authorities to impose penalties under health & safety regulations. Responded specifically and in detail to the allegation – this includes the Company responding to the probable or known causes of the accident Workforce includes contractors as well as employees. Persons outside the workforce affected could include passengers involved in transport company accidents and communities in the vicinity of factories.
32
16
Conclusies
•
MVB is een snel groeiende niche in beleggingen waarmee:
•
De belegger kan beleggen in die veiligheid en gezondheid hoog in het vaandel dragen Beursgenoteerde bedrijven aangemoedigd worden werk te maken van maatschappelijk verantwoord ondernemen
Beleggen in de voortrekkers inzake MVO en veilidheid/gezondheid is zeker geen slecht idee.
33
17
Maatschappelijk verantwoord beleggen (MVB) bij KBC AM volgens het stakeholderconcept Van in 1992 evalueert KBC Asset Management (KBC AM) beursgenoteerde bedrijven op hun inspanningen inzake duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Deze beoordeling wordt gebruikt om uit te maken in welke bedrijven belegd kan worden onder de noemer Maatschappelijk Verantwoord Beleggen (MVB). Het begrip duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen is echter een vlag die vele ladingen dekt en ontbreekt veelal een theoretische onderbouwing. De invulling van “Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen” (MVO) is bovendien geen statisch gegeven maar evolueert voortdurend, zeker in het licht van de recente financiële crisis. Daarom stelde KBC AM zich de vraag of de gehanteerde duurzaamheidscriteria nog wel in lijn waren met de huidige visies en opvattingen inzake MVO. Het resultaat is een volledig theoretisch onderbouwd evaluatiemodel, opgemaakt vanuit het stakeholderperspectief. Dit model werd uitgewerkt en toegepast op 2100 bedrijven, wereldwijd. Het SRI1-team van KBC AM heeft, in nauw overleg met de professoren van de Externe Adviesraad Duurzaamheidsanalyse, zich gedurende anderhalf jaar gebogen over de vraag: “Op welke duurzaamheidselementen moeten de bedrijven getoetst worden?” Deze vraag is cruciaal om uit te maken wie in aanmerking komt voor de SRI-fondsen en wie niet, en vooral waarom? Door de bedrijven op duurzaamheid te analyseren en de best presterende te selecteren, wordt het belegd kapitaal immers gekanaliseerd naar die bedrijven die op de meest optimale wijze respect opbrengen voor de verschillende stakeholders. Door bovendien transparant te zijn over de beoordeling en de selectie, wordt MVB effectief gezien als een instrument om bedrijven aan te zetten tot meer maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het is onze overtuiging dat MVB als hefboom kan dienen om bedrijven te stimuleren in de richting van meer MVO. De groeiende interesse onder investeerders en beleggers voor MVO komt ook duidelijk tot uiting in de spectaculaire groei van het vermogen onder beheer. MVB bij KBC AM groeide van minder dan 300 miljoen euro eind 2004 tot zowat 6,5 miljard euro halfweg 2009. De oproep tot meer MVO klinkt almaar luider, ook vanwege de belegger! Als marktleider in België voor wat betreft maatschappelijk verantwoorde beleggingsfondsen, wil KBC AM hierin zijn voortrekkersrol blijven spelen.
1
SRI staat voor Socially Responsible Investments (de meest gebruikte benaming voor maatschappelijk verantwoorde beleggingen)
www.kbc.be/duurzaambeleggen
1 van 5
1 maart 2010
Welke aspecten van “Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen” willen we meten? Bij de vernieuwing van het evaluatiemodel is KBC AM begonnen vanaf nul. In samenspraak met de leden van de Externe Adviesraad Duurzaamheidsanalyse werd beslist om te vertrekken vanuit het stakeholderconcept: “wie zijn de stakeholders van bedrijven en welke aanspraken kunnen deze maken ten aanzien van bedrijven?”. Stakeholders zijn alle individuen en groepen die er aanspraak op kunnen maken dat ondernemingen in hun beleid, ook met de rechten en belangen van deze individuen en groepen rekening houden. De stakeholderstatus kan berusten op meer dan één grondslag: zij die de financiële middelen ter beschikking stellen (eigendomsverhoudingen), zij die deelnemen aan het economische risico (bvb werknemers, managers, …) en de maatschappelijk betrokkenen of getroffenen. Zeven categorieën van stakeholders van een bedrijf werden uiteindelijk weerhouden: aandeelhouders, werknemers, klanten (inclusief consumenten), leveranciers, overheid, toekomstige generaties en gemeenschap (inclusief omwonenden). Om de aanspraken in kaart te brengen die de verschillende stakeholders redelijkerwijs kunnen doen gelden ten aanzien van ondernemingen, hebben de leden van de Externe Adviesraad Duurzaamheidsanalyse zich laten leiden door de basiswaarden respect, openheid en evenwicht. Elke aanspraak moet kunnen herleid worden tot één van deze basiswaarden. Ze duiden morele kwaliteiten aan die we willen terugvinden in het ondernemingsverkeer. Respect staat voor bewuste aandacht van het bedrijf voor de rechten en belangen van al haar stakeholders. Openheid staat voor het verschaffen en toegankelijk maken van alle informatie waar stakeholders aanspraak op mogen maken (betrouwbaarheid en transparantie zijn hierbij belangrijk). Evenwicht staat voor de zorgvuldige afweging die ondernemingen maken tussen hun eigen rechten en belangen en die van hun stakeholders. We denken daarbij aan een bewust nagestreefde balans tussen financiële, sociale en milieufactoren, en tussen een korte en een lange termijn perspectief. Dergelijke waardenaanpak heeft het voordeel dat het accent expliciet ligt op de morele kwaliteit die van een maatschappelijk verantwoorde onderneming mag verwacht worden: “Is een bepaald gedrag in overeenstemming met de basiswaarden?”. Deze sterk op waarden georiënteerde aanpak werd praktisch vertaald naar een opdeling in domeinen om te komen tot een meer hanteerbare inventarisatie van aanspraken. De meest gekende domeinbenadering is die van de triple P (People, Planet, Profit), soms aangevuld met andere categorieën zoals mensenrechten of deugdelijk bestuur. Hoewel dergelijke domeinaanpak op een gebrekkige morele argumentatie berust, heeft ze zeker haar ordenende kwaliteiten. Het resultaat is een theoretische MVO-matrix waarin de verschillende relaties van alle stakeholders met het bedrijf in kaart worden gebracht.
AANSPRAKEN Sociaal
Ecologisch
Financieel
Aandeelhouders
STKEHOLDERS
Werknemers Klanten Leveranciers Overheid Toekomstige generaties Gemeenschap
www.kbc.be/duurzaambeleggen
2 van 5
1 maart 2010
In een volgende stap hebben de leden van de Externe Adviesraad Duurzaamheidsanalyse aan elk van de geïnventariseerde aanspraken een ‘moreel gewicht’ toegekend. Omdat maatschappelijke verwachtingen in ons model een voorname rol spelen is de vraag naar de geldigheid en de rechtvaardigheid van deze aanspraken van belang. Wordt een overtuiging in voldoende mate gedeeld in het publieke debat? De claim van de stakeholdergroep ‘Gemeenschap’ om te mogen delen in de winst van een onderneming (via giften, liefdadigheid) doorstaat de toets van het publieke debat niet en valt daardoor af als legitieme aanspraak. Ook bijvoorbeeld de aanspraak van leveranciers ten aanzien van een bedrijf voor het aangaan van langdurige verbintenissen wordt niet weerhouden. Na afweging van de ‘morele relevantie’ is de Externe Adviesraad Duurzaamheid gekomen tot een selectie van aanspraken die zeker een plaats verdienen in het evaluatiemodel. Met dit unieke en vernieuwende concept, vertrekkende vanuit het stakeholderperspectief, wordt een sterk gefundeerde onderbouw gecreëerd om de prestaties van bedrijven op vlak van MVO te beoordelen.
Hoe “Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen” meten? Eenmaal in kaart gebracht wat er gemeten moet worden, stelt zich de vraag: “hoe?”. Daarbij zijn drie vragen belangrijk: - Wat zijn de intenties van een bedrijf? - Welke structuren zijn aanwezig in het bedrijf om deze intenties in daden om te zetten? - Wat is het effectieve gedrag van het bedrijf? Op milieuvlak bijvoorbeeld worden intenties verwoord in het milieubeleid dat een bedrijf opstelt. Het opzetten van een milieumanagementsysteem zorgt voor de realisatie van deze intenties. Het gedrag ten slotte, wordt gemeten aan de milieuprestaties en aan het voorkomen van eventuele controverses rond milieuvervuiling. Om zowel intenties, structuren als gedrag te meten doet KBC AM een beroep op informatie afkomstig van twee verschillende onafhankelijke dataleveranciers. EIRIS en ASSET4 leveren samen de noodzakelijke extra-financiële data om zowat alle relevante aanspraken te kunnen meten. EIRIS is een onafhankelijke not-for-profit organisatie met 25 jaar ervaring in het ondersteunen van maatschappelijk verantwoorde beleggingen. Doordat EIRIS gesitueerd is in London en ontstaan is uit een NGO, bekijkt EIRIS MVO meer vanuit een Angelsaksisch en een meer ethisch oogpunt. ASSET4 is een gespecialiseerd onderzoeksbureau met hoofdzetel in Zwitserland met een zeer uitgebreide database van transparante en objectieve extra-financiële informatie en heeft een meer continentale visie op MVO. Door beide dataleveranciers te combineren kan KBC AM zowat alle relevante aanspraken uit de MVO-matrix meten en wordt een bijkomende controle ingebouwd voor de kwaliteit van de data. In 2009 maken iets meer dan 2100 bedrijven wereldwijd deel uit van het onderzoeksuniversum. Deze ruime selectie van bedrijven wordt gescoord op basis van een methodologie die verderop in dit artikel wordt toegelicht. De screeningsresultaten worden nadien ook voorgelegd aan de Externe Adviesraad Duurzaamheidsanalyse waarbij deze experten controleren of de beoordeling correct verlopen is.
www.kbc.be/duurzaambeleggen
3 van 5
1 maart 2010
Beleggingspropositie van KBC AM Vanuit een selectie van relevante aanspraken die stakeholders maken ten aanzien van bedrijven werd zoals hierboven beschreven een verzameling van meetbare indicatoren verkregen. Hoe wordt dit nu concreet vertaald in een beleggingsvoorstel van KBC AM aan de ‘maatschappelijk verantwoorde belegger’? Hiertoe worden de gekozen meetpunten uit de meetbare MVO-matrix gestructureerd in vijf pijlers: 1. 2. 3. 4. 5.
Lange termijn economisch beleid; Ondernemingsbestuur; Milieu; Intern sociaal beleid; Mensenrechten en internationale arbeidsnormen.
Alle relevante aanspraken zitten vervat in één of meerdere onderliggende criteria en worden zo in rekening gebracht bij de evaluatie van de inspanningen van een bedrijf op vlak van MVO. Elk van deze vijf pijlers heeft een gelijk gewicht (20%) in het eindresultaat. De gewichten voor de onderliggende criteria worden toegekend door de Externe Adviesraad Duurzaamheidsanalyse op basis van de ‘morele relevantie’ van de achterliggende aanspraken. Om in aanmerking te komen voor maatschappelijk verantwoorde beleggingen van KBC moet een bedrijf voldoen aan alle selectiecriteria, en mag het niet gevat zijn door een van de uitsluitingcriteria. A) Selectiecriteria KBC Asset Management hanteert 2 selectieprincipes om te komen tot een beleggingsuniversum van bedrijven:
1) BEST – in – CLASS Op basis van de screeningscriteria krijgen bedrijven een procentuele duurzaamheidsscore. Zo kunnen we de bedrijven rangschikken per bedrijfstak (=sector). Per sector worden de 40% best scorende bedrijven (beste van de klas) opgenomen in het duurzaam bedrijvenuniversum. Voor de sectoren Energie en Mijnbouw zijn we strenger en nemen we enkel de 20% beste bedrijven op.
2) WORST – in – CLASS We rangschikken alle beoordeelde bedrijven - over alle sectoren heen - per pijler. De 10% slechtst scorende bedrijven per pijler worden bijkomend uitgesloten.
www.kbc.be/duurzaambeleggen
4 van 5
1 maart 2010
B) Uitsluitingscriteria KBC Asset Management hanteert ook uitsluitingscriteria die van toepassing zijn op alle maatschappelijk verantwoorde beleggingen. Deze uitsluitingscriteria worden dus niet enkel toegepast voor de algemene duurzame fondsen maar ook voor de themafondsen.
Overzicht van de uitsluitingcriteria 1. Betrokkenheid bij controversiële wapens (landmijnen, clusterbommen, biologische wapens). Deze ‘zwarte lijst’ van bedrijven is veel ruimer van toepassing met uitsluiting uit alle KBC beleggingsfondsen; 2. Betrokkenheid bij schendingen van de UN global compact principes; 3. Bedrijven actief in controversiële sectoren (met name defensie, tabaksproducenten, gokbedrijven); 4. Betrokkenheid bij strategische of nucleaire wapens; 5. Bedrijven die niet voldoen aan de kernenergiepolitiek van KBC AM; 6. Bedrijven met regime-ondersteunende activiteiten in controversiële landen; 7. Sterke link met uitgesloten bedrijven omwille van bovenstaande redenen;; 8. Betrokkenheid bij andere controverses (bvb. corruptie, milieuvervuiling, …) opgeworpen door de Externe Raad Duurzaamheidsanalyse.
Uitsluitingscriteria
EVALUATIE criteria
SELECTIE criteria
DUURZAAM universum
UITSLUITINGS criteria
(toegelaten tot MVB fondsen)
Specifieke uitsluitingscriteria: -
Controversiële sectoren (defensie, tabaksproducenten, gokbedrijven) Betrokkenheid bij strategische of nucleaire wapens Sterke link met ander uitgesloten bedrijf Beleid ten aanzien van bedrijfsactiviteiten in controversiële landen Beleid ten aanzien van nucleaire energie Manuele uitsluiting door EAD
Global Compact screening: Mensenrechten – arbeidsnormen – milieu – corruptie
Blacklist controversiële wapens
www.kbc.be/duurzaambeleggen
5 van 5
1 maart 2010
De inspanningen van bedrijven op het vlak van duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen worden door KBC Asset Management beoordeeld volgens een evaluatiemodel dat werd opgesteld in samenwerking met de Externe Adviesraad Duurzaamheidsanalyse. Hieronder worden de sreeningscriteria weergegeven voor de berekening van een algemene duurzaamheidsscore voor elk bedrijf. Om in aanmerking te komen voor maatschappelijk verantwoorde beleggingen van KBC moet een bedrijf voldoen aan een aantal selectie- en uitsluitingscriteria.
Screeningscriteria Het evaluatiemodel voor bedrijven is opgebouwd rond 5 pijlers: Lange termijn economisch beleid, ondernemingsbestuur, milieu, intern sociaal beleid, mensenrechten en internationale arbeidsnormen. Elk van deze pijlers heeft een gelijk gewicht (20%) in het eindresultaat. Voor elke pijler worden de onderliggende criteria weergegeven met hun gewicht binnen deze pijler. De gewichten worden toegekend door de Externe Adviesraad Duurzaamheidsanalyse op basis van de ‘morele relevantie’ van de criteria.
1. Lange termijn economisch beleid criterium
verklaring gewicht
Economische relaties: klanten en leveranciers
Innovatie
Integratie van extra – financiële elementen in de bedrijfsvoering
Beleid en systemen om goede relaties te onderhouden met klanten en leveranciers.
Investeringen in onderzoek en ontwikkeling.
12%
6%
Aanpakken van niet – financiële risico’s en opportuniteiten, stakeholder engagement. 12%
Transparantie en rapportering over maatschappelijk verantwoord ondernemen
Kwaliteit van extra – financiële rapportering: stakeholderbevraging, globale rapportering, GRI richtlijnen, onafhankelijke verificatie, …
Ethische code
Diepgang van de ethische code en systemen voor implementatie.
Concurrentiebelemmerend gedrag
Controverses rond monopoliepraktijken, kartelvorming, prijsafspraken, …
Controverses rond producten en diensten
Controverses rond gezondheid, veiligheid, integriteit en privacy van de klanten.
19%
19%
16%
16%
www.kbc.be/duurzaambeleggen
1 van 6
5 december 2009
2. Ondernemingsbestuur gewicht
criterium
verklaring
Samenstelling en werking van het bestuur
Onafhankelijkheid van de Raad van Bestuur en subcomités, scheiding tussen CEO en voorzitter van de Raad van Bestuur, duur van mandaten van bestuursleden, individuele herverkiezing, toewijzing van stakeholder aangelegenheden aan bestuursleden.
19%
Remuneratie van bestuur en topmanagement
Publiek maken van verloning van bestuursleden en de link met lange termijn doelstellingen.
19%
Rechten van de aandeelhouders
Beleid en systemen om relatie met aandeelhouders te onderhouden, gelijkwaardige behandeling van de aandeelhouders.
9%
Anti – omkoping en corruptie
Beleid, systemen en rapportering tegen omkoping en corruptie.
Controverses rond ondernemingsbestuur
Betrokkenheid bij schandalen rond deugdelijk bestuur: o.a. handel met voorkennis, buitensporige verloning, discriminatie van minderheidsaandeelhouders, boekhoudkundige schandalen, omkoping, corruptie, …
www.kbc.be/duurzaambeleggen
2 van 6
5 december 2009
29%
24%
3. Milieu gewicht
criterium
verklaring
Milieubeleid
Ondertekening van milieuverklaringen, expliciete beleidsformulering door het management rekening houdend met de potentiële milieu-impact van het bedrijf.
10%
Milieumanagement
Milieumanagementsystemen al dan niet gecertificeerd (EMAS, ISO14001).
10%
Milieurapportering
Toetsing van het aantal milieuelementen vermeld in het duurzaamheids- /jaarverslag.
10%
Milieuprestaties
Kwantitatieve evaluatie van de inspanningen om de milieuimpact te beperken op vlak van emissies in water en lucht, afval en consumptie van water, energie en materialen.
19%
Milieu-initiatieven
Kwalitatieve evaluatie van de inspanningen om de milieuimpact te beperken op vlak van emissies en consumptie. Initiatieven om meer milieuvriendelijk te produceren.
19%
Eco-efficiënte producten en diensten
Investeringen in onderzoek en ontwikkeling van milieutechnieken, aandacht voor milieu-impact van de producten en diensten, milieulabels en prijzen.
12%
Milieucontroverses
Betrokkenheid bij milieuvervuiling. Controverses rond schadelijke producten of beschadiging van eco-systemen.
20%
www.kbc.be/duurzaambeleggen
3 van 6
5 december 2009
4. Intern sociaal beleid criterium
Kwaliteit van werkgelegenheid
Veiligheid en gezondheid
gewicht
verklaring
Eerlijke verloning voor werknemers, de graad van vakbonds- of werknemersvertegenwoordiging door CAO’s, werknemerstevredenheid, systemen om werkzekerheid te bevorderen. Managementsystemen en prestaties op het vlak van veiligheid en gezondheid van werknemers.
16%
16%
Training
Investeringen in opleiding en evaluatie van werknemers, interne promotiekansen, begeleiding van management.
17%
Diversiteit en gelijke kansen
Beleid en managementsystemen om gelijke kansen te bevorderen.
17%
Controverses rond veiligheid en gezondheid
Controverses rond veiligheid en gezondheid op de werkvloer.
16%
Controverses rond diversiteit en gelijke kansen
Controverses rond verloning, promoties, discriminatie, intimidatie, …
16%
www.kbc.be/duurzaambeleggen
4 van 6
5 december 2009
5. Mensenrechten en internationale arbeidsnormen gewicht
criterium
verklaring
Mensenrechten en arbeidsnormen in eigen bedrijfsactiviteiten
Erkenning van internationale mensenrechtenstandaarden en arbeidsnormen, expliciete beleidsformulering door het management, managementsystemen ter bevordering van mensenrechten en fundamentele arbeidsrechten (zoals vastgelegd in de ILO-conventies).
Mensenrechten en arbeidsnormen in leveranciersketen
Verantwoordelijkheid ten aanzien van de mensenrechten en arbeidsrechten in de leveranciersketen. Integratie van mensenrechtencriteria in keuze van toeleveranciers.
41%
Controverses rond volksgezondheid
Betrokkenheid bij controverses rond veiligheid en gezondheid van de gemeenschap ten gevolge van de bedrijfsactiviteiten.
9%
Inbreuken tegen mensenrechtenprincipes en arbeidsnormen
Afstraffing voor schendingen tegen fundamentele ILOconventies en mensenrechten-principes1.
1
Ernstige inbreuken tegen mensenrechtenprincipes of internationale arbeidsnormen geven aanleiding tot directe uitsluiting van het betrokken bedrijf. Deze controverses zijn een essentieel onderdeel van de algemene uitsluitingscriteria voor alle maatschappelijk verantwoorde beleggingen.
www.kbc.be/duurzaambeleggen
5 van 6
5 december 2009
41%
9%
Selectiecriteria KBC Asset Management hanteert 2 selectieprincipes om te komen tot een beleggingsuniversum van bedrijven die in aanmerking komen voor opname in maatschappelijk verantwoorde beleggingsfondsen.
1) BEST – in – CLASS Op basis van de screeningscriteria krijgen bedrijven een procentuele duurzaamheidsscore. Zo kunnen we de bedrijven rangschikken per bedrijfstak (=sector). Per sector worden de 40% best scorende bedrijven (beste van de klas) opgenomen in het duurzaam bedrijvenuniversum. Voor de sectoren Energie en Mijnbouw zijn we strenger en nemen we enkel de 20% beste bedrijven op.
2) WORST – in – CLASS Vervolgens worden de slechtste bedrijven per pijler van het evaluatiemodel geweerd uit het duurzaam universum. We rangschikken alle bedrijven over alle sectoren heen per pijler: lange termijn economisch beleid, ondernemingsbestuur, milieu, intern sociaal beleid en mensenrechten en internationale arbeidsnormen. De 10% slechtst scorende bedrijven per pijler worden bijkomend uitgesloten.
Uitsluitingscriteria KBC Asset Management hanteert ook uitsluitingscriteria die van toepassing zijn op alle maatschappelijk verantwoorde beleggingen. Deze uitsluitingscriteria worden dus niet enkel toegepast voor de algemene duurzame fondsen (best-in-class beandering) maar ook voor de themafondsen (focusbenadering).
Overzicht van de uitsluitingscriteria:
1. Betrokkenheid bij controversiële wapens (landmijnen, clusterbommen, biologische wapens). Deze ‘zwarte lijst’ van bedrijven is veel ruimer van toepassing met uitsluiting uit alle KBC beleggingsfondsen. 2. Bedrijven actief in defensie of tabaksproductie 3. Betrokkenheid bij strategische of nucleaire wapens 4. Bedrijven actief in de gokindustrie 5. Bedrijven die niet voldoen aan de kernenergiepolitiek van KBC AM 6. Betrokkenheid betrokken bij schendingen van mensenrechten of schendingen van de fundamentele conventies van de internationale arbeidsorganisatie (ILO) 7. Bedrijven met activiteiten in controversiële landen 8. Betrokkenheid bij andere controverses (bvb. corruptie, milieuvervuiling, …) beslist door de Externe Adviesraad Duurzaamheidsanalyse.
www.kbc.be/duurzaambeleggen
6 van 6
5 december 2009