KWALITEITSVERSLAG 2014 BUREAU ALTERNATIEVE AFHANDELING BRUGGE AFDELING VAN VZW DE PATIO
1
Voorwoord Naast de uitvoering van onze kernopdracht – het begeleiden van minderjarige verdachten/daders en slachtoffers binnen de contouren van de 4 HCA werkvormen – stond 2014 in het teken van innovatie. In functie van de mogelijks toekomstige verruiming van de opdracht van de HCA diensten kreeg elke dienst 5% extra middelen in functie van de creatie van een innovatief project. We besloten als dienst een tweedelig project in te dienen. Enerzijds besloten we onze collega’s van vzw De Patio de kans te bieden opgeleid en gecoacht te worden in het trainen van sociale vaardigheden zodat onze collega’s dit gedragsmatig trainen kunnen integreren binnen hun integrale begeleidingswerk binnen de bestaande modulaire hulpverleningstrajecten. Van september 2014 tot op heden werden 3 x 3 opleidingsdagen georganiseerd. Los van de officiële evaluatie, zijn de reacties van de opgeleide collega’s zéér positief. De vraag naar verdere coaching van de geleerde inhoud verraadt het nodige enthousiasme om in de praktijk aan de slag te gaan met het trainen van sociale vaardigheden. Anderzijds beslisten we in samenspraak met de HCA diensten van Kortrijk, Ieper en OostVlaanderen in te zetten op de zoektocht naar een meer inhoudelijk en structureel gedragen samenwerking met GBJ De Zande. Er werd een stuurgroep opgericht die het project inhoudelijk aanstuurt, studenten schreven een bachelorproef rond HCA en GBJ, de medewerkers van HCA en GBJ De Zande leerden elkaar beter kennen door middel van georganiseerde infomomenten,… Werkgroepen gingen aan de slag met de vraag “hoe de huidige samenwerking nog te verbeteren”. In mei 2015 zal geëxperimenteerd worden met een “slachtoffergerichte leergroep” binnen de gesloten context van GBJ De Zande. Een nog grotere uitdaging bestaat erin de huidige “plaatselijke” innovatieve projecten te vertalen naar een Vlaamse gedragenheid over de verruimde toekomstige opdracht van de HCA diensten. In samenspraak met het agentschap, het kabinet en de andere HCA diensten dienen we in 2015 onze huidige mof- en slachtoffergerichte werking te optimaliseren, onze opdracht te verruimen en – op basis van optimalisering en verruiming – tot een nieuw subsidiëringssysteem te komen. Uiteraard zijn we overtuigd van de inzetbaarheid van onze expertise in andere maatschappelijke contexten… Even overtuigd zijn we van een specifiek beleid inzake minderjarige delictplegers en slachtoffers… De uitdaging bestaat erin de mogelijkheden én grenzen van mogelijke verruimingsbewegingen in kaart te brengen zonder onze eigenheid als organisatie te verliezen. Zowel het agentschap als de HCA diensten staan voor een aantal fundamentele keuzes. Laat ons vooral héél bewust kiezen, rekening houdende met het feit dat dé waarheid – gezien de complexiteit van de realiteit – niet bestaat…
Bart Sanders Maart 2015
2
Hoofdstuk 1 BAAB 1 Contactgegevens, personeelsbestand en teams ...............................................6 1.1
Contactgegevens ..............................................................................6
1.2
Personeelsbestand en teams ................................................................6
2
Historiek van de dienst ............................................................................6
3
Missie, visie, opdracht en doelgroep ............................................................7
4
Werking Baab team ................................................................................7
5
Werking kwaliteitstuurgroep......................................................................8
6
7
5.1
Kwaliteitsstuurgroep De Patio vzw .........................................................8
5.2
Kwaliteitsstuurgroep BAAB ..................................................................8
Innovatief project ..................................................................................9 6.1
Innovatief project vzw De Patio .......................................................... 10
6.2
Innovatief project GBJ De Zande ......................................................... 10
Samenwerkingsverbanden ....................................................................... 11 7.1
Coördinatorenoverleg (co-overleg) ....................................................... 11
7.2
Samenwerkingsverband herstelgerichte en constructieve afhandelingen .......... 11
8
Algemene cijfers ................................................................................. 12
9
Baab on tour ...................................................................................... 12
10 VTO-beleid ........................................................................................ 12 Hoofdstuk 2 Team alternatieve maatregelen 1 Voorstelling van de werkvormen ............................................................... 13
2
3
1.1
Gemeenschapsdienst ....................................................................... 13
1.2
Leerprojecten ............................................................................... 13
1.2.1
Sociale vaardigheidstraining 20u .................................................... 13
1.2.2
Sociale vaardigheidstraining 40u .................................................... 14
1.2.3
Rots en water .......................................................................... 14
Teamwerking ...................................................................................... 15 2.1
Personeel ..................................................................................... 15
2.2
De beide afhandelingsvormen ............................................................. 15
2.3
De leerprojecten ............................................................................ 15
2.4
De gemeenschapsdienst: ................................................................... 16
2.5
De teamwerking in 2015 ................................................................... 16
Samenwerkingsverbanden ....................................................................... 17 3.1
Brukovi + ..................................................................................... 17
3.2 Overleg werkplaatsen met justitiehuis en dispatchers gerechtelijk arrondissement West – Vlaanderen (afdeling Brugge) ............................................................ 17 3.3
Intervisie rots en water .................................................................... 18
3
3.4 4
SoVa-intervisie vzw De Patio .............................................................. 18
Cijfers .............................................................................................. 18 4.1
Cijfers leerprojecten ....................................................................... 18
4.1.1
Actieve dossiers in 2014 .............................................................. 18
4.1.2
Type leerproject (van de aangemelde dossiers in 2014) ......................... 19
4.1.3
Verwijzingsmodaliteit (van de aangemelde dossiers in 2014)................... 19
4.1.4
Kenmerken dader (van de aangemelde dossiers in 2014) ........................ 19
4.1.5
Periodes (van de afgesloten dossiers in 2014) ..................................... 19
4.1.6
Resultaten .............................................................................. 19
4.2
Cijfers gemeenschapsdienst ............................................................... 20
4.2.1
Actieve dossiers in 2014 .............................................................. 20
4.2.2
Opgelegd aantal uren (van de aangemelde dossiers in 2014) ................... 20
4.2.3
Verwijzingsmodaliteit (van de aangemelde dossiers in 2014)................... 20
4.2.4
Aard van de feiten..................................................................... 21
4.2.5
Kenmerken dader (van de aangemelde dossiers in 2014) ........................ 21
4.2.6
Periodes (van de afgesloten dossiers in 2014) ..................................... 22
4.2.7
Resultaten (van de afgesloten dossiers van 2014) ................................ 22
Hoofdstuk 3 Team herstelbemiddeling en hergo 1
Voorstelling van de werkvormen .............................................................. 244 1.1
Herstelbemiddeling ......................................................................... 24
1.2
Hergo ......................................................................................... 24
2
Teamwerking 2014 .............................................................................. 25
3
Samenwerkingsverbanden ....................................................................... 26
4
3.1
Intervisie Hergo ............................................................................. 26
3.2
Comité V ..................................................................................... 28
3.3
Forum Herstelbemiddeling ................................................................ 28
Cijfers .............................................................................................. 30 4.1
Cijfers bemiddeling ......................................................................... 30
4.1.1
Aantal dossiers, daders, slachtoffers ............................................... 30
4.1.2
Verwijzer ............................................................................... 30
4.1.3
Leeftijd van de verdachten .......................................................... 30
4.1.4
Aard van de feiten..................................................................... 31
4.1.5
Geslacht van de verdachten ......................................................... 32
4.1.6
Statuut van de slachtoffers .......................................................... 32
4.1.7
Geslacht van de slachtoffers ......................................................... 32
4.1.8
Leeftijd van de slachtoffers (op het moment van de feiten) ................... 33
4
4.1.9
Relatie verdachte/slachtoffer ....................................................... 33
4.1.10
Aard van het bemiddelingsproces ................................................... 34
4.1.11
Uitvoering van de overeenkomst .................................................... 34
4.1.12
Wijze van vergoeding ................................................................. 34
4.2
Cijfers hergo ................................................................................. 35
5
Hoofdstuk 1 BAAB 1 1.1
Contactgegevens, personeelsbestand en teams Contactgegevens
Bureau Alternatieve Afhandeling Brugge (Baab), afdeling van vzw De Patio Duinenabdijstraat 13 8000 Brugge Tel.: 050/34.31.44 Fax : 050/49.06.60 Email:
[email protected] Website: www.depatiovzw.be 1.2
Personeelsbestand en teams
Het personeelsbestand van Baab op 1 januari 2015 ziet er als volgt uit: Functie Afdelingsdirecteur Administratie Logistiek Administratie H team
A team
2
Naam Bart Sanders en Nancy Meulebrouck Hilde Craeye Antje Segers Saskia Maelbrancke Daphné Bouckaert Nancy Meulebrouck Mieke Dhooge Nikola Bril Julie Derynck Renilde Leeuwerck Christophe Van de Plas
Contract 100% 40% 50% 50% 80% 50% 40% 80% 100% 80% 60% 58%
Historiek van de dienst
Na de opstart van het project alternatieve maatregelen in 1998 en het project daderslachtofferbemiddeling voor minderjarigen in 1999, ontstond Baab op 1 juli 2001. Het team bestond toen uit drie voltijdse projectmedewerkers. Na de personeelsuitbreiding in 2007 verhuisde Baab naar de Werfstraat 97 te Brugge. Drie subteams werden geïnstalleerd (waarvan er eind 2009 één verdween door het schrappen van de ouderstages). Op 1 januari 2009 werd Baab officieel erkend als HCA-dienst. Sinds 2011 is het personeelsbestand van Baab volledig geënt op hetgeen in het erkenningsbesluit vermeld staat. Beide bemiddelaars van vzw Suggnomè zijn nog steeds bij ons gehuisvest in onze nieuwe stek: Duinenabdijstraat 13, 8000 Brugge.
6
3
Missie, visie, opdracht en doelgroep
Onze doelgroep en kernopdracht wijzigden niet: het organiseren van vier herstelgerichte en constructieve werkvormen en het begeleiden van minderjarige delictplegers, slachtoffers en hun context binnen de contouren van deze werkvormen. Binnen onze kernopdracht ontwikkelden we een leerproject van 40 uren met meer focus op de transfer van het geleerde. De eerste jongere werd reeds aangemeld. We startten ook met de uitvoering van ons innovatieproject (zie verder: innovatief project).
4
Werking Baab team
Het Baab team vindt nog steeds maandelijks plaats, telkens op maandagvoormiddag tussen 9u30 en 12u30 (met uitzondering van de zomermaanden). In functie van de goede werking van de dienst werden formele afspraken gemaakt rond variabel werken, telewerk en de personeelsbezetting in 2015 (rekening houdende met besparingen). Ook de verhuis van Baab naar de Duinenabdijstraat te Brugge werd grondig voorbereid door middel van de opmaak van een draaiboek. Na de verhuis organiseerden we een infomoment voor onze nieuwe buren. Tevens werd een brandoefening georganiseerd in functie van de evaluatie van ons evacuatieplan. Info vanuit Patio overleggen (raad van bestuur, directieteam, werkgroep kwaliteit, staf, personeelsoverleg, CPBW en syndicaal overleg) werd – indien relevant voor Baab – teruggekoppeld op het Baab team. Meer info over bovenvermelde Patio overleggen vindt u terug in het jaarverslag van vzw De Patio. Zoals elk jaar werden de vormingsplannen en de jaarplanningen van 2014 op het niveau van de organisatie en de subteams geëvalueerd en terug opgemaakt voor 2015. Tevens werd de kwaliteitsplanning 2014 – 2015 opgemaakt, besproken en goedgekeurd (zie verder: werking kwaliteitstuurgroep). Ook het nieuwe kwaliteitsdecreet en de instrumenten in functie van zelfevaluatie werden toegelicht. In de loop van 2015 werden alle subteam overstijgende taken en verantwoordelijkheden – in samenspraak met alle medewerkers – in 6 functieprofielen gegoten: kwaliteitscoördinator, lid van de staf, vervangend afdelingsdirecteur, BINC verantwoordelijke, verantwoordelijke beleidsondersteuning en verantwoordelijke personeelsoverleg. Tevens werd beslist hoe we ons verhouden tot het project Clean Up (programma van 40 uren voor minderjarigen met een drugsproblematiek die een mof pleegden) van het Oranjehuis: we engageren ons om de structurele overleggen inzake Clean Up bij te wonen, indien mogelijk de praktijk van nabij te volgen om nadien gefundeerd te beslissen of we meestappen in hun praktijk. Op het Baab team werden ook prioritaire acties vastgelegd inzake digitale veiligheid en mediatrain. Tot slot kwam ook de werkgroep externe communicatie samen. Voor we extern communiceren inzake het optimaliseren van onze kernopdracht en het uitbreiden van onze kernopdracht dienen we beide vragen intern van antwoord te dienen en bewuster te communiceren tussen beide subteams.
7
Tot slot werd héél wat tijd besteed aan onze aanvraag tot het indienen van een innovatief project (zie verder: innovatief project).
5
Werking kwaliteitstuurgroep
5.1
Kwaliteitsstuurgroep De Patio vzw
Nieuw in 2014 is de oprichting van een kwaliteitsstuurgroep in De Patio. Deze stuurgroep bestaat uit de algemeen directeur en de drie kwaliteitscoördinatoren van De Kerseboom, ’t Groot Hersberge en BAAB en heeft tot doel het sturen, opvolgen en coördineren van het kwaliteitsbeleid en planning voor De Patio vzw in zijn geheel en alle afdelingen afzonderlijk. Dit betekent dat een aantal thema’s op de agenda van BAAB komen op aansturing van de kwaliteitsstuurgroep van De Patio en andere op aansturing van de kwaliteitsstuurgroep van BAAB. Op aansturen van de kwaliteitsstuurgroep van vzw De Patio werd vooreerst werk gemaakt van de zelfevaluatie. Omdat er een nulmeting diende te gebeuren op basis waarvan er zal geïnspecteerd worden, werd ervoor gekozen om op alle niveaus van De Patio een zelfevaluatie te doen. Voor BAAB betekende dit dat deze werd afgenomen voor de beide subteams. De afdelingsdirecteur vulde deze ook in voor het directieteam, het staflid deed dit op niveau van de stafvergadering. De resultaten hiervan worden door de kwaliteitsstuurgroep van De Patio samengelegd en geïnterpreteerd in 2015. Daarnaast verwezenlijkte de kwaliteitsstuurgroep van De Patio in 2014 het volgende:
opmaken van een sjabloon voor de verbetertrajecten te gebruiken door alle afdelingen; opmaken van een tekst ‘visie op kwaliteit’; de procedure doelmatigheid en doeltreffendheid bespreken en aanpassen.
Volgende verbetertrajecten staan gepland in 2015 (met betrokkenheid van BAAB): 5.2
opstellen van een strategisch beleidsplan, en de daarmee samenhangende operationele doelstellingen voor De Patio als organisatie: ontwikkelen van competentieprofielen en van een competentiebeleid; optimaliseren van de interne en externe communicatie. Kwaliteitsstuurgroep BAAB
In 2014 kwam de kwaliteitsstuurgroep 3 maal samen. Op 19-02-2014 werden alle verzamelde gegevens betreffende kwaliteit besproken. Op basis hiervan werd de kwaliteitsplanning voor 2014-2015 gemaakt. Op de vergadering van 1-07-2014 werd deze planning geëvalueerd en bijgestuurd. In deze vergadering werd ook besproken hoe de kwaliteitsplanning zich kan verhouden tot een beleidsplan van de dienst.
8
Dit agendapunt kwam er nadat op de stafvergadering van De Patio werd voorgesteld dat elke afdeling een beleidsplan voor 3 jaar zou opmaken. Dit werd vanuit de stuurgroep terug gekoppeld aan het voltallige BAAB-team op 08-09-2014. De kwaliteitsstuurgroep kwam een derde keer samen op 3-12-2014 om de kwaliteitsplanning opnieuw te evalueren en bij te sturen. Op aansturing van de kwaliteitsstuurgroep van BAAB werden volgende thema’s aangepakt:
naar jaarlijkse gewoonte werden de cijfers van de tevredenheidsmetingen van de gebruikers besproken en eventueel aangepakt conform onze procedure; ook traditie is het bespreken van de resultaten van de tevredenheidsmeting van het personeel. Hierop volgend werden werkgroepjes opgericht om de drie onderwerpen die niet voldoende scoorden aan te pakken. M.a.w. er werden drie verbetertrajecten opgezet: interne & externe communicatie, personeelstevredenheid en functionerings- en evaluatiegesprekken; naar aanleiding van het dalend aantal dossiers werden de consulenten van de sociale dienst, de jeugdrechters, het parket en de politie gesensibiliseerd over ons aanbod. Alsook het nieuwe aanbod, het leerproject van 40u, werd voorgesteld. Omdat dit een onzeker en dus moeilijk onderwerp blijft, werd de stand van zaken betreffende het personeelsbestand 2016 elk trimester voorgesteld op het BAAB-team; de functiebeschrijvingen die nog ontbraken in het kwaliteitshandboek werden uitgeschreven. Dit gebeurde voor de volgende overstijgende taken: deelnemen aan het personeelsoverleg van De Patio vzw, deelnemen aan de stafvergadering van De Patio, kwaliteitscoördinator in BAAB, beleidsondersteuning in BAAB, vervangend directeur in BAAB, beleidsondersteuning in BAAB; er werden 2 procedures uit het kwaliteitshandboek van BAAB op punt gezet: ‘inzet personele middelen’ en ‘onthaal van nieuwe medewerkers, stagiairs en vrijwilligers’. nadat de procedure ‘VTO-beleid’ in 2013 werd besproken op het niveau van het directieteam en de staf van vzw De Patio, werd deze procedure in 2014 op punt gezet en toegevoegd aan het kwaliteitshandboek van BAAB; de inhoudstafel van het nieuwe kwaliteitshandboek werd toegelicht op het BAABteam.
Voor 2015 plande de kwaliteitsstuurgroep van BAAB het volgende: de jaarlijkse bespreking van de gebruikerstevredenheid; opvolging van de aanmeldingen in functie van het personeelsbestand in 2017; onderhoud van de procedure bereikbaarheid en beschikbaarheid; verder uitvoeren van het verbetertraject personeelstevredenheid; verder uitvoeren van het verbetertraject externe communicatie.
6
Innovatief project
Op 24 juni 2014 werd onze aanvraag tot het indienen van een innovatief project goedgekeurd. Ons project omvat 2 onderdelen: een innovatief project binnen onze eigen vzw en een innovatief project in samenwerking met de andere HCA-diensten in West- en Oost-Vlaanderen en GBJ De Zande.
9
6.1
Innovatief project vzw De Patio
Probleemstelling: op welke wijze kan het versterken van sociale vaardigheden en/of het aanleren van nieuwe vaardigheden structureel en inhoudelijk verankerd worden in het pedagogisch aanbod van vzw De Patio (de afdeling OOOC ’t Laar en de EMK afdeling). De probleemstelling vertaalden we in 3 doelstellingen: opleiding geven aan begeleiders en deze opgeleide begeleiders coachen zodat zij zelf in staat zijn sociale vaardigheidstraining te geven aan de jongeren die zij begeleiden. De opleidingsmodule (3 opleidingsdagen) werd ondertussen 3 maal gegeven aan medewerkers van ’t Laar en de EMK afdeling. Het coachen van de opgeleide medewerkers gebeurde op 2 manieren. Enerzijds werd per opleidingsmodule een terugkomdag georganiseerd voor de opgeleide medewerkers. Anderzijds kunnen alle opgeleide medewerkers een coachingsmoment aanvragen bij de opleiders. De evaluatie van de vooropgestelde doelstellingen staat nog te gebeuren. 6.2
Innovatief project GBJ De Zande
Zowel GBJ De Zande (de 3 gesloten leefgroepen) als HCA werken met dezelfde doelgroep, nl. jongeren die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en die door parket of jeugdrechtbank zijn doorverwezen. Op dit moment zijn er twee sporen werkzaam t.a.v. deze jongeren. Deze sporen interageerden tot op heden weinig met elkaar. Met een structurele samenwerking tussen De Zande en HCA komen we hier aan tegemoet en streven we naar een gecoördineerd en afgestemd aanbod. In deze samenwerking staat expertisedeling en transfer centraal. Concrete doelstellingen zijn: het schrijven van een gezamenlijke visietekst inzake mogelijkheden en beperkingen van samenwerking, het in kaart brengen van raak- en verschilpunten binnen de werking van GBJ De Zande en HCA, de opmaak van een lijst bestaande of nieuwe methodieken en het experimenteren met deze methodieken. Deze samenwerking werd gerealiseerd door de installatie van een stuurgroep met de coördinatoren van HCA West- en Oost-Vlaanderen, de pedagogisch directeur, psycholoog en campusverantwoordelijke van GBJ De Zande. De stuurgroep kwam in de periode september t.e.m. februari 2015 zeven maal samen. Dit resulteerde in een visietekst over deze samenwerking. Daarnaast werd m.b.v. het Steunpunt Jeugdhulp duidelijk gemaakt welke juridische voorwaarden er zijn i.k.v. deze samenwerking in concrete casussen. Ook werd i.s.m. VIVES in kaart gebracht hoe er nu wordt samen gewerkt en wat aanbevelingen voor de toekomst zijn. Dit onderzoek werd teruggekoppeld naar de personeelsleden van GBJ De Zande en HCA West- en Oost-Vlaanderen. De aanwezige kennis, vaardigheden en competenties in GBJ De Zande en HCA worden gedeeld en getransfereerd. Een eerste stap hiertoe werd gezet door het organiseren van infomomenten over de concrete werking van HCA (op 22/10/2014) en de GBJ De Zande (op 17/9/2014) voor het begeleidend personeel. Daarnaast legden we onze focus op het optimaliseren van de huidige samenwerking: we volgen over de HCA-diensten heen dezelfde afspraken wanneer een jongere, geplaatst in GBJ De Zande een herstelgerichte of constructieve afhandeling aangeboden of opgelegd krijgt. In deze dossiers werken we constructief samen en communiceren we op een open wijze. Dit werd grondig besproken in twee werkgroepen. Momenteel zijn we volop bezig met deze afspraken in de praktijk om te zetten en hiervan een gedragen aanpak te maken.
10
We werken meer doelgericht rond het delict en we betrekken slachtoffers (direct of indirect) bij de processen binnen de gesloten context in GBJ De Zande, en dit zowel tijdens als na plaatsing en met respect voor elkaars expertise en eigenheid. Dit uit zich in geïntegreerde trajecten, met aandacht voor het initiëren van uitstroommogelijkheden en het vermijden van (her-)instroom in GBJ De Zande. Dit willen we realiseren door het uitvoeren van een leerproject als leergroep in GBJ De Zande: aan de hand van methodieken uit het leerproject willen we het slachtofferperspectief binnenbrengen bij jongeren geplaatst in GBJ De Zande. Dit zal gerealiseerd, geëvalueerd en bijgestuurd worden in de periode mei-juni 2015. Tot slot willen we inzetten op herstel in GBJ De Zande: aan de hand van methodieken herstelbemiddeling en HERGO willen we het herstelgericht werken een plaats geven binnen GBJ De Zande.
7 7.1
Samenwerkingsverbanden Coördinatorenoverleg (co-overleg)
Het co-overleg HCA kwam in 2014 6 maal bijeen te Brussel, nog steeds met wisselend voorzitterschap en een wisselende verslaggever. In 2014 werd met de koepels het gelopen traject (2013) inzake enveloppefinanciering geëvalueerd en werden de eerste contouren inzake verruiming HCA besproken. Met het agentschap werd overlegd omtrent het tijdspad, de inhoud en contouren van de in te dienen innovatieve projecten. Inzake BINC werd een werkgroep geïnstalleerd die de praktische, technische kant van het BINC verhaal aanstuurt en het co-overleg up to date informatie bezorgt. Ook de werkgroep hergo verrichte voorbereidend denkwerk voor het co-overleg. Eind 2014 werd beslist de opdracht van de werkgroep uit te breiden: het verrichten van voorbereidend denkwerk in functie van de mogelijke implementatie van het geschreven project binnen de HCA diensten in Vlaanderen. Tenslotte werden de bijeenkomsten van het forum bemiddeling opgevolgd en werd de forumdag geëvalueerd. In functie van de toekomst schreef het co-overleg een ambitietekst met accenten in functie van het optimaliseren en verruimen van haar kernopdracht. Tot slot werden een aantal overlegmomenten gepland met Koen Joly in functie van het linken van het nieuwe kwaliteitsdecreet aan de praktijk en visie van de HCA-diensten. 7.2
Samenwerkingsverband herstelgerichte en constructieve afhandelingen
Het samenwerkingsverband – ons structureel overleg met verwijzers en relevante partners – kwam dit jaar 2 maal samen: in maart en oktober 2014. Op de bijeenkomst van maart werden wettelijke mogelijkheden nagegaan inzake combinatie van mof maatregelen. Tevens kwam het vervolgingsbeleid van het jeugdparket aan bod (verminderde mof instroom) en werd stilgestaan bij de werking en inbedding van het project Clean Up. Ook de onzekere toekomst van Exit werd bediscussieerd. In oktober werd ons nieuw leerproject van 40 uren uitgebreid voorgesteld. Tevens werden oorzaken in kaart gebracht omtrent de dalende aanmeldingen binnen de HCA- diensten in Vlaanderen.
11
8
Algemene cijfers
In 2014 werden in totaal 327 jongeren doorverwezen naar onze dienst. Aan 282 jongeren werd herstelbemiddeling aangeboden. 27 jongeren kregen een leerproject van 20 uren opgelegd. 1 Jongere kreeg een leerproject van 40 uren opgelegd. Aan 18 jongeren werd een gemeenschapsdienst opgelegd.
9
Baab on tour
Ook het voorbije jaar ging Baab ‘on tour’. De visie, missie, werkingsprincipes en de werking van Baab werden dit jaar voorgesteld aan de politie van Brugge, studenten van de Ugent, Howest en een middelbare school te Brugge.
10 VTO-beleid Inzake vorming, training en opleiding lag de focus in 2014 binnen de eigen organisatie (interne vorming). Het A-team organiseerde 3 teamdagen, vooral in functie van de ontwikkeling van een leerproject van 40 uren. Ook het H-team organiseerde 2 teamdagen, vooral in functie van de inhoudelijke teamwerking en zelfzorg. Tenslotte werd een Baab teamdag georganiseerd omtrent toekomst en vervanging/inwerking nieuw personeel. Extern werden in 2014 enkel één daagse vormingen gevolgd, met uitzondering van de deelname van één medewerker aan het Europees congres herstelrecht te Belfast.
12
Hoofdstuk 2 Team Alternatieve maatregelen 1 1.1
Voorstelling van de werkvormen Gemeenschapsdienst
Een gemeenschapsdienst is een dienst aan de gemeenschap die door de jeugdrechter wordt opgelegd aan een jongere die een als misdrijf omschreven feit pleegde of er van verdacht wordt. In de voorlopige fase kunnen de jongeren maximum 30 uren opgelegd krijgen en dit als onderzoeksmaatregel. In de definitieve fase kan de jeugdrechter maximum 150 uren opleggen. De jongere dient onbezoldigd in zijn vrije tijd te werken in een vzw of een openbare dienst (een stads- of O.C.M.W.-dienst, een provinciale dienst, …). Voorafgaandelijk aan de effectieve uitvoering van de gemeenschapsdienst wordt via vorming samen met de jongere op zoek gegaan naar een geschikte werkplaats, zoveel als mogelijk gelinkt aan de gepleegde feiten en aansluitend op de vaardigheden en capaciteiten van de jongere. Er wordt steeds een kennismakingsgesprek op de werkplaats gepland samen met de jongere en dit om de praktische uitvoering af te spreken met de werkbegeleider. Aansluitend op de uitvoering van de gemeenschapsdienst wordt een evaluatiegesprek gehouden met de jongere, eventueel samen met de ouders en de consulent van de gerechtelijke jeugdbijstand. 1.2
Leerprojecten
Baab biedt drie leerprojecten aan, met name Rots en Watertraining, sociale vaardigheidstraining van 20u en sociale vaardigheidstraining van 40u. De leerprojecten worden door de jeugdrechter opgelegd aan jongeren die een als misdrijf omschreven feit pleegden of er van verdacht worden. De sociale vaardigheidstraining 20u en Rots en Watertraining (ook 20u) kunnen zowel in groep als individueel georganiseerd worden. Sinds 2014 organiseren we ook individuele sociale vaardigheidstrainingen van 40u waarbij we meer focussen op de transfer van het geleerde. 1.2.1
Sociale vaardigheidstraining 20u
De basis van de sociale vaardigheidstraining ligt in het competentiemodel. Dit model stelt dat competentie kan worden vertaald in een balans tussen taken en vaardigheden. Wanneer deze balans in evenwicht is, betekent dit dat de jongere over voldoende vaardigheden beschikt om zijn leeftijdsgebonden taken aan te kunnen. De jongeren die bij onze dienst worden aangemeld, zijn in conflict gekomen met de maatschappij. Hun balans tussen de taken waarvoor ze staan en de vaardigheden waarover ze beschikken is uit evenwicht. Er wordt gekeken welke vaardigheidstekorten deze jongere heeft, welke stressoren de balans uit evenwicht halen en over welke protectieve factoren de jongere kan beschikken om deze balans terug in evenwicht te krijgen. Onder meer aan de hand van een delictanalyse wordt gezocht naar vaardigheidstekorten bij de jongere waardoor ze deze feiten pleegden. Via verscheidene methodieken, zoals potlooden papiertraining, gedragsoefening, informatie en advies, worden nieuwe vaardigheden
13
getraind en bestaande vaardigheden versterkt. De training vindt plaats in wekelijkse sessies van 2 uren. Aan het einde van de training wordt een eindevaluatie gehouden met de jongere, eventueel samen met de ouders en de consulent van de gerechtelijke jeugdbijstand. 1.2.2
Sociale vaardigheidstraining 40u
Sinds dit jaar organiseren we ook individuele sociale vaardigheidstrainingen van 40u omdat we er van overtuigd zijn dat het bij bepaalde jongeren zinvol is om hun omgeving te betrekken bij de training. De focus ligt in dit leerproject voornamelijk op een goede transfer van de aangeleerde vaardigheden. Hiervoor kan dan, indien wenselijk, de context betrokken worden ter ondersteuning van de jongere. Zoals bij het leerproject 20u vormt ook in dit leerproject het competentiemodel de theoretische basis. Er wordt eveneens op een oplossingsgerichte manier aan de slag gegaan met de jongere en zijn context. De opbouw van de trainingen bestaat, net als bij de leerprojecten 20u, uit een infofase waar de sterke punten en de werkpunten van de jongere in kaart gebracht worden en een trainingsfase waar de sociale vaardigheden ingeoefend worden. Dit wordt in het leerproject 40 u nog aangevuld met een eindfase waarin de focus volledig ligt op de transfer van de aangeleerde vaardigheden naar de dagelijkse leefwereld van de jongere. We streven ernaar om een leerproject 40u even lang te laten duren dan een leerproject 20u. Hiervoor kunnen 2 sessies (van 2u) per week doorgaan en kan er gekozen worden om een sessie langer te laten duren (bijv. een dagdeel). Aan het einde van de training wordt een eindevaluatie gehouden met de jongere, eventueel samen met de ouders en de consulent van de gerechtelijke jeugdbijstand. 1.2.3
Rots en water
In een eerste kennismaking wordt door de medewerker van het team nagegaan of de jongere in aanmerking komt voor een Rots- en Watertraining. De criteria hiervoor zijn de feiten en de motivatie van de jongere. Het komt ook voor dat de consulent reeds een Rots en Watertraining voorstelde aan de jeugdrechter. Afhankelijk van de caseload kan er beslist worden of de training in groep of individueel gegeven wordt. Rots en water is een psycho-fysieke weerbaarheidstraining die in groep of individueel wordt gegeven. Door middel van fysieke oefeningen krijgen jongeren een groter lichaamsbewustzijn. Hierbij ligt de focus vooral op het vergroten van jongeren hun weerbaarheid. Jongeren worden fysiek en mentaal sterker gemaakt met constante aandacht voor beheersing en een rustige houding. De begrippen rots en water staan voor twee basishoudingen die je kunt aannemen. Met een rotshouding wordt een onverzettelijke houding bedoeld die geen rekening houdt met anderen. Een waterhouding staat voor een communicatieve houding die open staat voor anderen. Beide houdingen zijn bruikbaar in het dagelijks leven. Waar een rotshouding bijvoorbeeld aangewezen is bij groepsdruk, geniet een waterhouding de voorkeur bij woordenwisselingen. Essentieel blijft echter wel de basishouding, die zowel kracht als rust uitstraalt, zodat jongeren op een goeie manier kunnen kiezen tussen een rots- of waterhouding.
14
Aan het einde van de training wordt een eindevaluatie gehouden met de jongere, eventueel samen met de ouders en de consulent van de gerechtelijke jeugdbijstand.
2
Teamwerking
2.1
Personeel
Het team alternatieve maatregelen kende enkele veranderingen in 2014. In september verliet Bianca Lecomte definitief de dienst. Cynthia Vyane ging vanaf september een jaar werken in het onderwijs door middel van het systeem van toegestane afwezigheid. Julie Derynck werkte tot september halftijds met ouderschapsverlof. In september koos ze ervoor om 4/5 te werken met tijdskrediet. Wegens het spijtige vertrek van twee collega’s werd er een nieuwe collega in dienst genomen: Christophe Van de Plas. Hij startte in december 2014 met een contract van 1 jaar (22 uren per week). Renilde Leeuwerck en Nikola Bril kende geen veranderingen in hun tewerkstelling. Na de verschillende personeelsveranderingen werden de clusters van niet- cliëntgebonden zaken herverdeeld onder de leden van het team maatregelen. 2.2
De beide afhandelingsvormen
2.3
Innovatieproject voor De Zande: zicht krijgen op werking van de Zande: bezoek ter plaatse en voorstelling van hun werking. Ook HCA nodigde de medewerkers van De Zande uit In Cohesie. De werking van HCA werd hier voorgesteld. Wat de alternatieve maatregelen betreft werd dit voorbereid en gegeven door telkens 1 medewerker van respectievelijk BAAB, HCA-Oost-Vlaanderen en Divam. Verder werden reeds de eerste werkgroepen georganiseerd waarin de optimalisering van de samenwerking met GBJ De Zande vooropstond. Functieprofiel AM werd geüpdatet. Aan de hand van het boek ‘de Waarheid over liegen’ stonden we stil hoe we omgaan met jongeren waarvan we vermoeden dat ze liegen. De opleiding van Kipeo rond omgaan met suïcidale jongeren werd teruggekoppeld en besproken in het team.
De leerprojecten
Innovatieproject voor De Patio: de inhoudelijke en praktische uitvoering van de opleiding en coaching van de begeleiders van de Patio in het sova-model werd in team uitgebreid uitgestippeld en in praktijk gebracht. Leerproject 40u: een nieuw leerproject werd in de loop van 2014 ontwikkeld. Een visietekst waarin zowel de inhoudelijke als de praktische aanpak van dit leerproject werd opgesteld. Deze visie werd ontwikkeld op basis van literatuur, bevraging van verwijzers en uitdenken van modellen binnen het team. Ook deden we beroep op de collega’s van De Kerseboom om ons bij te staan in de visieontwikkeling rond het werken met de context van de jongere. Een nieuwe folder werd opgemaakt en het nieuwe leerproject werd voorgesteld aan parket, jeugdrechters en de sociale dienst van de jeugdrechtbank. Clean-up in Brugge: verkennende gesprekken werden georganiseerd met de Sleutel en Clean-up. De werking van Clean-up werd ons voorgesteld. We bevroegen onze verwijzers over de implementatie van Clean-up in Brugge.
15
2.4
De gemeenschapsdienst
2.5
Voor -en nadelen werden afgewogen binnen het team van het zelf geven versus het door Clean-up zelf te laten uitvoeren. Conclusie: BAAB is doorgeefluik. We werken samen op niveau van intervisie en/of stuurgroepen met het oog op expertisedeling en mogelijke toekomstige samenwerking. Map rond wetgeving werd herwerkt. Een geheel van oefeningen uit het Rots-en Water-programma werd uitgewerkt en ingeoefend om te kunnen geven in de sova-training. Kortfilm Rotkop werd bekeken met het team om de toepassing ervan in de sessies te bekijken. We namen een mogelijk inhoudelijke samenwerking met Exit onder de loep. Beslist werd om de concrete praktijk van Exit te leren kennen door een begeleider van Exit uit te nodigen. De toekomstbrieven met de bijhorende evaluatiebrief werden geëvalueerd en blijven behouden mits lichte aanpassing met het oog op het verhogen van de return.
De zinvolheid van de link tussen de feiten van de jongere en de plaats waar hij zal werken werd bekeken. Conclusie: het denkproces over waar en waarom je ergens gaat werken is belangrijk en de link met de feiten moet hierin ook aan bod komen maar hoeft niet te resulteren in een duidelijk verband tussen de twee. Andere relevante thema’s aangaande de gemeenschapsdienst werden gepland in de loop van 2015.
De teamwerking in 2015
In 2015 hebben we aandacht voor een aantal thema’s die we (verder) willen uitwerken. In grote lijnen gaat het vooral over methodiekontwikkeling, visie, innovatie, het evalueren van het huidige aanbod aan werkvormen, kwaliteit en zelfsturing. Meer specifiek streven we ernaar om volgende doelstellingen te behalen:
16
3 3.1
verder trainen en coachen van medewerkers De Patio; de samenwerking met GBJ De Zande verder uitwerken; de teamsamenstelling evalueren; een visie uitwerken rond de situering Alternatieve maatregelen binnen de veranderende Jeugdbescherming; het leerproject van 40 uren evalueren (en bijsturen); praktische uitwerking van gemeenschapsdiensten herbekijken; verschillende methodieken evalueren/aanpassen/uitwerken/vernieuwen: 5G’s, negatieve feedback, verantwoordelijkheid opnemen jongeren; de SRS schalen evalueren; tevredenheidsmeting bij jongeren evalueren; werkwijze administratie en communicatie met jongeren en ouders evalueren;
Samenwerkingsverbanden Brukovi +
Werkgroep Beeldmateriaal De werkgroep beeldmateriaal kwam 2 maal samen in 2014. De eerste maal werd het systeem van de ‘dropbox’ (waarop al het beeldmateriaal werd verzameld) geëvalueerd. Er werd beslist om over te stappen op ‘Google drive’ omdat dit gebruiksvriendelijker zou zijn dan de ‘dropbox’. Op de tweede bijeenkomst werd echter beslist om ook van dit systeem af te stappen. Afgesproken werd dat elke dienst voor zichzelf een inventaris van beeldmateriaal bijhoudt vertrekkend van de inventaris die werd opgemaakt in deze werkgroep, met jaarlijks een update naar elkaar van eventuele nieuwigheden. Deze update wordt een vast agendapunt voor de bijeenkomsten in het kader van BRUKOVI. Werkgroep creatieve In januari vond een dag rond creatieve methodieken plaats waarbij de verschillende diensten konden kennismaken met nieuwe methodieken en deze ook konden uitproberen. Na deze dag is de werkgroep stilgevallen omdat verschillende leden van de werkgroep veranderden van functie. In september is er nog één bijeenkomst geweest waarbij beslist was om de werkgroep te stoppen zodra de diensten hun methodieken uitgeschreven hebben. 3.2
Overleg werkplaatsen met justitiehuis en dispatchers gerechtelijk arrondissement West-Vlaanderen (afdeling Brugge)
Op deze vergaderingen wordt de samenwerking met de tewerkstellingsplaatsen besproken. Knelpunten en verbeterpunten worden aangepakt. Er wordt tweemaandelijks samengekomen. De deelnemers zijn de dispatchers van Alternatieve Gerechtelijke Maatregelen meerderjarigen van Oostende, Brugge en Roeselare, de coördinator Alternatieve Gerechtelijke Maatregelen van het justitiehuis Brugge, één of meerdere justitieassistenten, de verantwoordelijke van het werkvloerproject en minstens 1 medewerker van Baab. In 2014 vonden 6 vergaderingen plaats.
17
Dit jaar werd er een wintertreffen georganiseerd om de werkplaatsen te bedanken. Dit ging door op 5 december 2014 in het Justitiehuis van Brugge en was een succes. Men kreeg een rondleiding in het rijksarchief, uiteenzetting van de vroegere coördinator van de Alternatieve Gerechtelijke Maatregelen en kon luisteren naar de ervaringen van een werkplaats. Nadien konden de genodigden genieten van een hapje en drankje waarna ze konden vertrekken met enkele attenties. 3.3
Intervisie rots en water
Er werd in 2014 één Rots-en Water intervisie georganiseerd op Vlaams niveau. Deze werd georganiseerd door ADAM. Focus van deze intervisie lag op de methodiek van het schakelschema (grondlegger: Theo Kamevaar, ontwikkeld in het kader van Rots-en Water voor jongeren met Autisme Spectrum Stoornis). 3.4
SoVa-intervisie vzw De Patio
Drie maal per jaar wordt een intervisie georganiseerd voor begeleiders die de opleiding ‘trainen van sociale vaardigheden aan jongeren volgens het competentiemodel’ volgden of zullen volgen. Doel van deze intervisie is het uitwisselen van ervaringen en kennis in het geven van sociale vaardigheidstraining. In 2014 werd samen gekomen op 24 april, 18 september en 18 december. Onderstaande items kwamen aan bod:
4 4.1
stand van zaken betreffende het geven van sova-training in de verschillende diensten; stand van zaken weer betreffende het innovatieproject door BAAB; inhoudelijke uiteenzetting van het nieuwe leerproject 40u door BAAB; casusbesprekingen: o wat kan een sova-training betekenen voor jongeren met een hechtingsstoornis? En hoe kan een sova-training dan best aangepakt worden? o sova-training geven aan jongeren met een autisme spectrum stoornis. sova in de kleine dingen: op welke manier kan sova-training gegeven worden binnen de begeleiding in residenties? het delen van de ervaringen van ’t Laar met Equimare; het delen van de ervaringen van ’t Groot Hersberge met het muurklimmen met Prusik.
Cijfers Cijfers leerprojecten Actieve dossiers in 2014
Aangemeld vóór 2014 Aangemeld in 2014 Totaal
Afgesloten
Lopend
Totaal
43 22 65
0 6 6
43 28 71
Er werden 28 leerprojecten aangemeld in 2014. Hiervan werden er 6 in combinatie met een gemeenschapsdienst opgelegd. Eén van de leerprojecten was een leerproject van 40 uur.
18
Type leerproject (van de aangemelde dossiers in 2014) Individueel In groep Sova-training 20 uur Sova- training 40 uur Rots en watertraining Totaal
20 1 7 28
0 0 0 0
Er werd in 2014 uitsluitend individueel gewerkt. Dit omdat er inhoudelijk noch pragmatisch een noodzaak was om groepen samen te stellen. Om dezelfde reden werden er ook geen ‘rots-en watergroepen’ georganiseerd. Wel werd er tot zevenmaal toe gekozen om een individuele Rots en watertraining te geven aan een jongere. Verwijzingsmodaliteit (van de aangemelde dossiers in 2014) % Aantal Beschikking Vonnis Na hergo Na geschreven project Andere (kantschrift)
19 8 0 0 1
67.9% 28.6% 0% 0%
Totaal
28
100%
3.6%
We zien weinig verschil in de verwijzingsmodaliteit ten opzichte van 2013. Kenmerken dader (van de aangemelde dossiers in 2014) Geslacht Aantal 28 0
Mannelijk Vrouwelijk Totaal
28 Periodes (van de afgesloten dossiers in 2014)
De periodes inzake de afgesloten dossiers konden niet uit de BINC registratie gehaald worden. Resultaten
Volledig doorlopen Vroegtijdig afgebroken Niet gestart Totaal
%
Aantal 17 5 0
77.3% 22.7% 0%
22
100%
19
77% van alle aangemelde leerprojecten zijn volledig doorlopen. Dit cijfer ligt hoger dan de vorig jaar (70% in 2013). Wegens problemen bij het ophalen van de cijfer gegevens uit BINC ontbreken er tabellen met informatie rond: - aard van de feiten; - leeftijd van de jongeren; - periodes; - afhandeling van de dossiers. 4.2
Cijfers gemeenschapsdienst 4.2.1
Actieve dossiers
Aangemeld vóór 2014 Aangemeld in 2014 Totaal
Afgesloten 22 17
Lopend 0 1
Totaal 22 18
38
1
40
Er werden 18 gemeenschapsdiensten aangemeld in 2014. 6 hiervan werden in combinatie met een leerproject opgelegd. 4.2.2
Opgelegd aantal uren (van de aangemelde dossiers in 2014)
Minder dan 30u 30u Meer dan 30u Meer dan 40u Totaal
Aantal 1 13 3 1 18
% 5.6% 72.2% 16.7% 5.6% 100%
We merken dit jaar dat het merendeel van de jongeren 30 uren opgelegd kreeg. Dit cijfer is moeilijk te vergelijken met voorgaande jaren, omdat 2014 het eerste jaar is waarbij heraangemelde jongeren niet tellen als een nieuw dossier. 4.2.3
Verwijzingsmodaliteit (van de aangemelde dossiers in 2014)
Beschikking Vonnis Na hergo Na geschreven project Andere (kantschrift) Totaal
Aantal 6 9 0 0 3 18
% 33.3% 50% 0% 0% 16.7% 100%
20
Zoals in de voorgaande jaren worden gemeenschapsdiensten meer bij vonnis opgelegd dan bij beschikking. Dit is omgekeerd aan de trend bij leerprojecten (zie hoger), die steeds meer bij beschikking worden opgelegd. 4.2.4
Aard van de feiten
In 2014 staat diefstal op de eerste plaats, 45% van de jongeren werd om deze reden aangemeld. Daarop volgt de kwalificatie slagen en verwondingen met 20%, als derde komt de kwalificatie drugs met 15%. 4.2.5
Kenmerken dader (van de aangemelde dossiers in 2014)
Geslacht
Mannelijk Vrouwelijk
Aantal 18 0
Totaal
18
Hoewel het elk jaar zo is dat meisjes minder een gemeenschapsdienst als maatregel krijgen dan een leerproject (in vergelijking met jongens), zijn er in 2014 zelfs helemaal geen meisjes die deze maatregel kregen.
Leeftijd bij aanmelding
Leeftijd tot 6 7 tot 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18+ Onbekend Totaal
Aantal 0 0 0 0 0 0 0 2 4 8 4 0 18
Het grootste deel van de jongeren situeert zich tussen de 16 en 18+. Dit komt overeen met de voorbije jaren.
21
4.2.6
Periodes (van de afgesloten dossiers in 2014)
Duur van versturen startbrief tot start uitvoering Duur van 1ste contact tot Voorafgaand Gelijktijdig binnen de 14 dagen binnen de maand binnen de 3 maand binnen de 6 maand tot een jaar langer dan een jaar niet van toepassing
1ste start einde kennismakingsgesprek contact uitvoering uitvoering Eindverslag 0 0 0 0 0 0 3 0 0 0 13 10 11 0 0 3 4 4 0 0 1 0 2 3 3 0 0 0 11 11 0 0 0 3 3 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal
17
Gemiddelde duur in dagen
13,8
17 8.1
17
17
17
16,5
130,6
136,1
We merken dat wanneer een jongere aangemeld wordt vanuit de jeugdrechtbank we snel de startbrief verzenden (een gemiddelde van 8 dagen). In 65% van de gevallen wordt de startbrief verzonden binnen de twee weken. In bijna 80% van de gevallen is de maatregel binnen de 6 maand afgewerkt. De gevallen waarbij de termijn langer dan 6 maand duurt is vaak omdat dit gaat over een combiné waarbij de jongere naast de gemeenschapsdienst ook een leerproject opgelegd krijgt. Dit zorgt er voor dat het einde van de maatregel langer duurt. 4.2.7
Resultaten (van de afgesloten dossiers van 2014)
Resultaat
Status Volledig doorlopen Vroegtijdig afgebroken Niet gestart Totaal
Aantal 13 4 0 17
In 2014 zien we een sterke daling van het aantal stopgezette dossiers gemeenschapsdienst in vergelijking met 2013. Waarbij 2013 een jaar van uitzonderlijk veel stopzettingen was. Als we verder teruggaan in de tijd zien we een gelijke trend met 2011 en 2012 in het aantal stopgezette dossiers.
22
Redenen (van de niet afgeronde dossiers in 2014)
Reden Jongere komt afspraken niet na Jongere is niet langer gemotiveerd Wijziging in situatie van jongere: ziekte, verhuis... Plotse onbereikbaarheid jongere Herziening maatregel wegens nieuwe feiten Herziening maatregel zonder gekende reden Herziening maatregel wegens andere gebeurtenissen Andere
Stopgezet
Totaal
0 1 0 0
0 0 0 0
0 0
0 0
4
0
Resultaat volgens opgelegd aantal uren
Aantal uren 20 30 40 45 minder dan 20 tussen 20 en 30 tussen 30 en 40 tussen 40 en 45 meer dan 45 Blanco Totaal
niet opgestart 2 nvt 1 0
volledig afgerond
Aantal
stopgezet
1 9 2 1 0 1 2 0 1 0
1 6 1 1 0 1 2 0 1 0
0 3 1 0 0 0 0 0 0 0
niet gestart 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
17
13
4
0
23
Hoofdstuk 3 Team herstelbemiddeling en hergo 1
Voorstelling van de werkvormen
1.1 Herstelbemiddeling Herstelbemiddeling is een vorm van dienstverlening waarbij een neutrale derde (de bemiddelaar) op een methodisch onderbouwde wijze poogt een vrijwillig en vertrouwelijk communicatieproces op te starten tussen jongeren, hun slachtoffers (en hun respectievelijke omgeving) n.a.v. een als misdrijf omschreven feit. Dit communicatieproces heeft als doel:
het misdrijf en zijn gevolgen bespreekbaar te stellen; de jongere en het slachtoffer zelf in staat te stellen om op zoek te gaan naar een vorm van herstel van de gevolgen van de feiten; de jongere en het slachtoffer de kans te bieden zich te herpositioneren ten opzichte van de feiten.
Het resultaat van het bemiddelingsproces kan – met goedkeuring van de partijen en door middel van een overeenkomst of standpuntenverklaring - naar de gerechtelijke instanties gecommuniceerd worden. Het vertrouwelijk karakter van het bemiddelingsproces staat hierbij centraal. 1.2
Hergo
Hergo is een methodiek die zijn oorsprong vindt in Nieuw-Zeeland onder de naam Family Group Conferences. Na een experiment, ondersteund vanuit de KUL, werd het herstelgericht groepsoverleg vastgelegd in de aangepaste jeugdwet. Het herstelgericht groepsoverleg (verder: hergo) is een overleg waaraan het slachtoffer en zijn achterban samen met de jongere, zijn ouders, steunfiguren, eventueel de consulent van de sociale dienst gerechtelijke jeugdbijstand, hun advocaat en een politiebeambte deelnemen. Onder begeleiding van een onafhankelijke moderator en co-moderator zoeken zij samen naar een constructieve oplossing voor de mogelijke gevolgen van het als misdrijf omschreven feit. Zij zoeken naar een antwoord voor het herstel naar het slachtoffer toe, zowel op materieel als op relationeel vlak. Alsook wordt er een antwoord gezocht hoe de jongere herstel kan brengen naar de maatschappij toe en hoe hij recidive kan voorkomen. Het herstel is bijgevolg drieledig. Bij een hergo gelden dezelfde principes als bij een bemiddeling, nl. vrijwilligheid, neutraliteit, vertrouwelijkheid en transparantie. Toch zijn er ook een aantal verschillen: hergo wordt enkel en alleen aangeboden op het niveau van de jeugdrechtbank; hergo richt zich op jongeren die zware feiten hebben gepleegd; op een hergo zijn de jongere en zijn ruime context, slachtoffer met zijn context, een politiebeambte, advocaat, eventueel de consulent van de sociale dienst gerechtelijke jeugdbijstand en steunfiguren aanwezig.
24
Het aanbieden van een hergo door de jeugdrechtbank dient aan een aantal voorwaarden te voldoen:
2
er is een geïdentificeerd slachtoffer; de partijen moeten met de hergo instemmen en deze instemming gedurende het hele overleg volhouden.
Teamwerking 2014
2014 was een woelig jaar voor het team bemiddeling en Hergo. We moesten het tot na de zomer met 2 vaste teamleden minder doen en tegelijkertijd dienden we een nieuwe collega in te werken om die periode te overbruggen. Mieke en Daphné zetten op dezelfde dag een klein wonder op de wereld, Liesbet Van Eeckhaut kwam ons team versterken en ook Nikola Bril zorgde voor ondersteuning . Nikola verdeelde zijn tijd over de 2 teams in het nieuwe huis. Jammer genoeg kreeg Liesbet in de zomer slecht nieuws te verwerken. Ook Antje Segers viel midden augustus voor enkele maanden uit. Meer dan de helft van het jaar hebben we ons als team vooral op praktisch en organisatorisch vlak proberen recht te houden. In het belang van onze cliënten trachtten we dossiers zo vlot mogelijk over te dragen. We probeerden daarnaast ook zorg te dragen voor onze nieuwe teamleden en trachtten hen zo goed mogelijk op te leiden en in te werken. De gevolgde cursus zelfzorg kwam dan ook goed van pas en werd op het team terug gekoppeld. Hoe kunnen we zorgen voor onszelf en op tijd de signalen van een mindere draagkracht opmerken bij onszelf en bij elkaar? We merkten daarnaast op dat de in 2013 gestarte supervisie heel zinvol werd bevonden door het ganse team en dat we ook in 2014 wilden blijven investeren in supervisie on der leiding van Hans De Baene. Gezien het licht der dingen was supervisie geen overbodige luxe voor het herstelteam. Tijd om ons inhoudelijk in thema’s te gaan verdiepen was er nauwelijks maar door de organisatorische verschuivingen hebben we wel een aantal lessen in efficiënt werken gekregen. Zo namen we onze manier van casussen bespreken op de teamvergaderingen onder de loep en werd er op basis van een gevolgde opleiding geëxperimenteerd met creatieve manieren om casussen te bespreken. Elke eerste teamvergadering van de maand werd een methodiek uitgeprobeerd. Saskia zorgde er voor dat onze kwaliteitsprocedures op het team werden besproken en werden onderhouden en dat de kwaliteitsstuurgroep van dichtbij werd opgevolgd. Zoals elk jaar werden ook de resultaten uit de tevredenheidsmetingen terug gekoppeld op het team. In 2014 werd er een overleg gepland met de magistratuur om de dalende instroom van dossiers te bespreken. Dit werd op het team voorbereid en er werden twee overleg momenten gepland. In het najaar kwamen we voor de eerste keer samen om een betere afstemming tussen het parket en bemiddeling te zoeken. In 2015 werd hieraan een vervolg gekoppeld. We blijven vanuit ons team zeer tevreden over de samenwerking met de magistratuur. We delen de visie op bemiddeling en dat zorgt voor heel wat begrip langs beide kanten. Er kan uiteraard altijd gefinetuned worden en we zijn dankbaar dat het Openbaar Ministerie steeds openstaat voor overleg.
25
Het begint een beetje een traditie te worden maar ook in 2014 werden we net op het einde van het jaar geconfronteerd met een ‘dikke pak’. Eentje van een kaliber dat tot voorheen onbekend was. Een 6 tal jongeren die in verschillende combinaties, verschillende feiten op verschillende momenten hebben gepleegd. Een enorme uitdaging voor het team dat 2014 maar net wist te overbruggen.
3 3.1
Samenwerkingsverbanden Intervisie Hergo
In 2014 kwamen we met de Vlaamse hergo-moderatoren op regelmatige basis samen om intervisievragen, overkoepelende thema’s te bespreken, denkoefeningen te doen en methodieken te oefenen. Het hoofditem per intervisievergadering wordt hieronder weergegeven. Op 25/02/14 boog de groep zich over “Rapportering”. Naar analogie met herstelbemiddeling, werd een uniform eindverslag en opvolg- of uitvoeringsverslag opgesteld. Er werd een voorstel tot eindverslag opgemaakt. Dit werd meegenomen naar de lokale teams en ginds verder besproken. Opmerkingen worden meegebracht naar een later intervisiemoment waarna eventuele aanpassingen kunnen worden gedaan. Besluit in de vraag “Naar wie wordt het eindverslag en uitvoeringsverslag gerapporteerd?”: Eindverslag
Uitvoeringsverslag
Parket Ja Jeugdrechter Ja Consulent Ja Advocaat Ja Jongere en Ja ouders Slachtoffer Ja
Nee Ja Ja Ja Ja
Politie
Ja als dit werd afgesproken tijdens de bijeenkomst Ja als dit werd afgesproken tijdens de bijeenkomst
Steunfiguren
Ja als ze tekenen/iets opnemen in de IV Ja als ze tekenen/iets opnemen in de IV
Ja als dit werd afgesproken tijdens de bijeenkomst
Op 29/4/’14 kregen we een update over de stand van zaken van de werkgroep hergo. Er werden twee mogelijke trajecten voorgesteld. Deze denkpiste komt er door een aanhoudend moeilijke doorstroom van hergo-dossiers. Optie1: Het parket doet een herstelgericht aanbod in alle dossiers (gevorderd of niet). Optie 2: Aanbod herstelbemiddeling door parket in niet-gevorderde dossiers. Aanbod hergo (geautomatiseerd) door JRB in vorderingsdossiers waarbij hergo kan omvatten: hergo of herstelbemiddeling + een geschreven project. Indien dit niet lukt, kan ook gewerkt worden naar enkel een geschreven project of enkel herstelbemiddeling. In kleine groepjes werd per optie gediscussieerd. De voor- en nadelen van beide mogelijkheden werden in kaart gebracht.
26
In navolging van deze discussie wordt begin 2015 een tekst klaargestoomd om verwijzers en overheid verder te sensibiliseren over de verwijzing, werking, procedure en mogelijkheden in het aanbieden van hergo. Op 17/06/14 stonden rollenspelen op het menu. Alle aanwezigen evalueerden de rollenspelen-dag positief. Alle casussen kwamen uit de groep zelf. Voorstel is om dit twee maal per jaar te organiseren. Het vervolg van de denkoefening omtrent verslaggeving kregen we op 30/09/14. De resultaten van 25/2/’14 werden meegenomen naar de lokale teams en ginds besproken. De reacties werden teruggekoppeld. Zij waren overwegend positief. Enkel 1 punt werd nog aangepast. Het resultaat ziet er als volgt uit: 1.De Hergo werd niet opgestart omdat alles door de partijen werd geregeld. 2.De Hergo werd niet opgestart omdat het slachtoffer geen vraag of verwachtingen meer heeft. 3.De Hergo werd niet opgestart omdat minstens één van de partijen niet werd bereikt. 4.De Hergo werd niet opgestart omdat minstens één van de partijen niet op het aanbod reageert. 5.De Hergo werd niet opgestart omdat minstens één van de partijen geen Hergo wenst. 6.De Hergo werd niet opgestart omdat het wettelijk criterium, namelijk identificatie van het slachtoffer, niet werd vervuld. 7. De Hergo werd opgestart maar leidde niet tot een intentieverklaring.
8. De partijen hebben de Hergo volledig doorlopen en wensen geen verdere info mee te delen. 9.De partijen hebben de Hergo volledig doorlopen en zijn tot een (bijgevoegde) intentieverklaring gekomen.
Alles is al geregeld, partijen hebben reeds een akkoord gesloten. Slachtoffer heeft laten weten geen vraag (meer) tot herstel te hebben. Onze brief kon niet bezorgd worden aan verdachte/slachtoffer: de brief keert terug naar de bemiddelingsdienst. Verdachte/slachtoffer reageert niet op onze brief. OOK: geen reactie bij huisbezoek Verdachte/slachtoffer geven aan geen Hergo te wensen OOK: ontkenning Het slachtoffer werd niet geïdentificeerd. Dader haakt af. Slachtoffer haakt af. Beide partijen haken af voor of na de bijeenkomst. Omwille van: onenigheid i.v.m. feiten zelf, geen overeenstemming i.v.m. schadebepaling, discussies over wederzijdse aansprakelijkheid. complexiteit financiële schade (bvb. toekomstige kosten,…) Hergo werd volledig doorlopen, maar geen intentieverklaring De Hergo bestond uit zuivere infooverdracht. Partijen wensen geen verdere info door te geven aan de verwijzer. Hergo werd volledig doorlopen en leverde een (gedeeltelijke) intentieverklaring op.
27
Dit is vanaf nu het uniforme eindverslag dat door alle HCA-hergo-moderatoren wordt gebruikt bij afsluiten van een proces van herstelgericht groepsoverleg. Tenslotte kwam op 09/12/14 de vertegenwoordiging van de maatschappij als thema aan bod. Aan de hand van een aantal stellingen werden visies en mogelijkheden besproken en insteken gegeven. Planning intervisie hergo 2015 Het doel van de intervisiemomenten blijft elkaar inspireren, leren van elkaar en concrete casusbesprekingen houden. De aanpak zoals in het werkjaar 2014 blijft behouden:
3.2
intervisie van concrete dossiers. Dit wordt inhoudelijk en qua methodiek voorbereid door diegene met de vraag (duidelijke vraagstelling); door alle intervisies heen heeft iedereen aandacht voor het uitwisselen van ervaringen, experimenten; er wordt met een thema gewerkt (1u30), voorbereid door verschillende mensen; eventueel kan een spreker uitgenodigd worden, bv. van Integrale Jeugdhulp om wat meer duiding te geven rond thema’s als netwerk en klantgericht werken; de info van de ‘werkgroep Hergo’ wordt niet teruggekoppeld op de ‘intervisie hergo’, maar gebeurt door de coördinator op het team; volgende thema’s zullen dit jaar behandeld worden: beeldend werken binnen hergo, de rol van de advocaat, rollenspel-dag, netwerk en de context, (afhaken van) slachtoffer. Comité V
In de provincie West-Vlaanderen ging in 2003 het Vereffeningsfonds voor minderjarigen officieel van start. Uit dit fonds kunnen slachtoffers van een strafbaar feit, gepleegd door een jongere, een vergoeding ontvangen. Als tegenprestatie zullen de jongeren gedurende een bepaalde, overeen te komen tijd werken in een organisatie van sociaal, cultureel, humanitair en/of openbaar nut. Op het Comité V, dat maandelijks plaatsvindt, worden de individuele dossiers voor mogelijke tussenkomst via het Vereffeningsfonds behandeld. Het Comité V kwam in 2014 vijf keer samen. Een aantal aanvragen werden per mail besproken en goedgekeurd. Dit gebeurde in geval van hoogdringendheid of wanneer de vergadering werd afgelast omwille van het feit dat er slechts één enkele aanvraag op de agenda stond. In totaal werden er 22 nieuwe aanvragen voorgelegd aan de leden. Alle aanvragen werden goedgekeurd. Door de verschuiving van persoonsgebonden materies van provinciaal naar Vlaams niveau, is het mogelijk dat het Vereffeningsfonds in de toekomst op een andere wijze georganiseerd zal worden. Het Vereffeningsfonds zit samen met de andere provincies om te bespreken hoe ze de toekomst van het Vereffeningsfonds zien en welke instanties dit eventueel van hen over kunnen nemen. 3.3
Forum Herstelbemiddeling
Vanaf 2009 nam het toenmalig OSBJ, nu Steunpunt Jeugdhulp, niet langer de taak op zich om overleg tussen de bemiddelingsdiensten minderjarigen te organiseren. Wegvallen van dit overleg en het onderbrengen van onze diensten in de HCA-structuur, zorgden ervoor dat
28
bemiddelingsdiensten minder contact en dialoog hadden over hun praktijk- en structureel werk. Beslissingen inzake nieuwe ontwikkelingen binnen domein van jeugdzorg, visiebepaling omtrent buitengerechtelijk bemiddelen, herstelgericht werken binnen voorzieningen en andere thema’s werden genomen binnen de bemiddelingsdienst, zonder debat tussen de diensten. Uit een rondvraag bij de bemiddelingsdiensten, bleek er interesse voor een hernieuwd overleg. Voorwaarde: geen overlap met reeds bestaande overlegstructuren en praktische relevantie. Van eind ’09 tot begin ’11 voerde onderzoeksbureau Beke, in opdracht van het agentschap Jongerenwelzijn, een onderzoek naar de praktijk van herstelbemiddeling in Vlaanderen bij minderjarige daders en hun slachtoffers. Naar aanleiding van de resultaten van dit onderzoek en de aanbevelingen die het agentschap Jongerenwelzijn formuleerden, werd door het coördinatorenoverleg van de HCA-diensten, de werkgroep verbetertraject in het leven geroepen. Deze werkgroep kreeg 1 jaar mandaat om te werken aan concrete aanbevelingen ter aanpassing van de regelgeving en het uniformiseren van de verslaggeving naar verwijzers en van de aanbodsbrief. De werkgroep verbetertraject bevroeg de diensten naar hun prioriteit van te behandelen thema’s. Over de ganse lijn bleken de diensten in eerste plaats wakker te liggen van de finaliteit van herstelbemiddeling omdat de visie op doelstellingen veel van hun keuzes bepaalt. Het einde van de werkgroep verbetertraject en de nood aan overleg, resulteerde in 2014 in de oprichting van het Forum Herstelbemiddeling. Met één vertegenwoordiger van elke bemiddelingsdienst en onder het voorzitterschap van Erik Claes (HUB), komt het Forum vier keer per jaar samen. Het Forum stelde zich het eerste jaar tot doel de diensten te laten reflecteren over de eerder genoemde finaliteit van herstelbemiddeling. In de toekomst zal het Forum stelselmatig verder de thema’s aanpakken die uit de aanbevelingen en de prioriteitenbevraging voortkwamen, alsook de visie op finaliteit op het menu zetten bij verwijzers en beleid. Het Forum wil op termijn een adviesfunctie coördinatorenoverleg van de HCA-diensten.
vervullen
ten
aanzien
van
het
Voor het finaliteitenonderzoek gingen we in zee met een studente van Universiteit Gent – Master Sociaal Werk. Er werd een casus uitgewerkt met bijhorende vragenlijst. Deze werd voorgelegd aan de individuele bemiddelaars, de teams en de coördinatoren. Aan de hand van deze bevraging wist het Forum gemeenschappelijkheden en verschillen op deze drie niveaus in kaart te brengen. Dit met het oog op uitzetten van een gemeenschappelijk speelveld. Het Forum hoopt zo de diensten op elkaar te kunnen afstemmen waar mogelijk én nodig. De aanbevelingen situeren zich op structureel niveau (positie ten aanzien van verwijzers, onderzoek naar verwachtingen van verwijzers en beleid), aangaande bemiddelingsthema’s (buitengerechtelijk bemiddelen, samenleving betrekken, empowerment) en naar de rol van het Forum Herstelbemiddeling Minderjarigen (mandaat, agendabepaling). Tijdens een geslaagde Forumdag op 15/10/’14 werden de onderzoeksresultaten toegelicht en aanbevelingen meegegeven. Deze presentatie werd gevolgd door een boeiend en dynamisch debat. In de namiddag werden de bemiddelaars uitgenodigd op een praatcafé, waar zij, naast een drink en een knabbel, een aantal stellingen kregen voorgeschoteld als voer voor een stevige babbel.
29
In 2015 richten we onze Forumpijlen op volgende thema’s:
Onze positie ten aanzien van verwijzers:
o
we dromen van een gezamenlijke en gedragen visie en visietekst: waarvoor staan wij?
o
open communicatie met onze verwijzers: hoe zien zij ons?
o
bovenlokaal sensibiliseren.
Buitengerechtelijke bemiddeling: o
uitklaren wat valt onder buitengerechtelijk bemiddelen; wat zijn de sterktes/valkuilen;
o
inventariseren wat diensten doen, uitwisselen van ervaringen en good practices, expertise benoemen;
o
via expertise-uitwisseling willen we komen tot een visietekst. Deze kan worden meegenomen in overleg met de overheid.
Daarnaast willen we eind 2015 terug een grandioze Forumdag organiseren.
4 4.1
Cijfers Cijfers bemiddeling Aantal dossiers, daders, slachtoffers
In het werkjaar 2014 werden er 197 dossiers opgestart. Dit betekent concreet dat er voor 197 feiten bemiddeling aangeboden werd. Bij deze dossiers zijn er 282 verdachten betrokken en 232 slachtoffers. Bij vergelijking met het werkjaar 2013 zien we een daling met 35 dossiers. Dit gaat gepaard met een daling van het aantal verdachten en slachtoffers. Verwijzer Verwijzer
Brugge
%
Parket Parket met vordering Jeugdrechtbank
99 183 0
35,11% 64,89% 0%
Totaal
282
100%
Een kleine 65% van de bemiddelingsdossiers zijn vorderings- of rechtstreeks gedaagde dossiers, 35,11% zijn openstaande. Deze verhouding fluctueert slechts lichtjes in vergelijking met de voorbije jaren. Leeftijd van de verdachten Deze tabel toont ons de leeftijd van de verdachten bij de feiten èn bij de aanmelding Leeftijd
feiten
%
aanmelding
%
30
tot 6 7 tot 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18+
1 0 1 1 10 32 85 59 53 40 0
Totaal
282
0,35% 0% 0,35% 0,35% 3,55% 11,35% 30,14% 20,92% 18,80% 14,19% 0% 100%
1 0 1 0 4 9 73 53 67 57 17 282
0,35% 0% 0,35% 0% 1,42% 3,16% 25,89% 18,80% 23,76% 20,21% 6,03% 100%
De 14 jarigen zijn de grootste groep jongeren die feiten plegen en die aangemeld worden bij onze dienst in het kader van een herstelbemiddeling. Ongeveer 70% is op het moment van de feiten tussen de 14 jaar en de 16 jaar oud. Aard van de feiten Deze cijfers komen niet uit binc maar werden gehaald uit ons eigen registratiesysteem. Opzettelijke slagen en verwondingen
29
Diefstal Gewone diefstal Diefstal dmv braak, inklimming of valse sleutels Diefstal dmv geweld Gewone fietsdiefstal Diefstal van een fiets- of moto Fietsdiefstal met verzwarende omstandigheden Poging tot diefstal van een fiets / beschadigingen Winkeldiefstal Huisdiefstal
1 26 23 7 1 18 4 1 11 1
Verkrachting Aanranding van de eerbaarheid Verkrachting met behulp van geweld Kinderpornografie Aanzetten tot ontucht
7 5 1 1 8
Bedreigingen Beledigingen Poging tot moord of poging doodslag
6 1 1
Beschadigingen Vernielingen in het algemeen
26 3
Informatica fraude Informatica bedrog
1 3
31
Computermisdrijven
1
Afpersing Poging tot afpersing
1 1
Opzettelijke brandstichting Zakkenrollerij Bijzondere wetgeving Vereniging van misdadigers Bedrieglijke verberging Verdachte handelingen Verloren voorwerpen
2 1 2 1 1 1 1
Totaal
197
In 14,72% van de feiten gaat het om opzettelijke slagen en verwondingen.Net hetzelfde geldt voor de groep van de beschadigingen en vernielingen in het algemeen. Als we alle soorten diefstal in 2014 optellen komt dit neer op 93 dossiers, wat goed is voor 47,21%. In dus bijna de helft van de dossiers gaat het om een diefstal. Opmerkelijk is dit jaar dat er zoveel zedefeiten waren, nl. 22 dossiers of een 11,17%. Geslacht van de verdachten Geslacht Mannelijk Vrouwelijk Totaal
Geslacht 272 10 282
% 96,45% 3,55% 100%
96,45% van de verdachten zijn jongens, slechts 3,55% zijn meisjes. Dit is een trend die over de jaren heen ongeveer hetzelfde is gebleven. Statuut van de slachtoffers
Rechtspersoon Natuurlijke persoon Totaal
Statuut 102 232 334
% 30,54% 69,46% 100%
Het merendeel van de slachtoffers blijven natuurlijke personen en dit jaar is dit aantal toch gestegen met bijna 15% in vergelijking met vorig jaar.
Geslacht van de slachtoffers Natuurlijke persoon Mannelijk Vrouwelijk
Geslacht 132 100
% 56,90% 43,10%
32
Totaal
232
100%
56,9% van de slachtoffers zijn mannen, 43,10% zijn vrouwen. Deze percentages liggen in de lijn van de vorige jaren. Leeftijd van de slachtoffers (op het moment van de feiten) Natuurlijke Persoon <18 18-25 26-40 41-60 60-80 >80 Blanco
Leeftijd 90 22 36 54 23 7 0
%
Totaal
232
100%
38,79% 9,48% 15,52% 23,28% 9,91% 3,02% 0%
38,79% van de slachtoffers waren op het moment van de feiten nog minderjarig, dit is de grootste categorie. Ook dit was merkbaar in de vorige jaren. Het aantal 60 plussers is verdubbeld in vergelijking met vorig jaar. Relatie verdachte/slachtoffer Dit betreft dossiers waarin effectief werd bemiddeld doorheen 2014 en die werden afgesloten in 2014. Het kan dus ook om dossiers gaan die reeds aangemeld (en opgestart) waren in voorgaande jaren.
Relatie met slachtoffer Geen School/werk Familie Vrienden/kennissen Vaag/van ziens/van horen zeggen Buren Andere Totaal
Aantal 53 18 4 4 8 2 2 91
% 58,24% 19,78% 4,39% 4,39% 8,80% 2,20% 2,20% 100%
In 58,24% van de dossiers (1 verdachte/1 slachtoffer) zijn de partijen echt onbekenden van elkaar. De tweede grootste categorie is de school of werksituatie waarin de feiten zich hebben afgespeeld, nl. 19,78%.
33
Aard van het bemiddelingsproces Ook hier geeft de kruistabel een overzicht van de dossiers waarin effectief werd bemiddeld doorheen 2014 en de dossiers die tevens werden afgesloten in 2014. Deze dossier kunnen dus reeds aangemeld (en opgestart) zijn in de loop van voorgaande jaren. Resultaat bemiddeling
Aantal
Direct
Indirect
Ontmoeting
Blanco
Dader haakt af
10
1
7
0
2
Slachtoffer haakt af
4
0
4
0
0
Beide partijen haken af
0
0
0
0
0
Bemiddelaar stopt
0
0
0
0
0
Beëindigd met akkoord 64 Beëindigd met gedeeltelijk akkoord 0
14
48
2
0
0
0
0
0
Beëindigd zonder akkoord
13
0
13
0
0
Totaal
91
15
72
2
2
Een ontmoeting houdt in dat de partijen elkaar ontmoet hebben na de gebeurde feiten en los van de herstelbemiddeling. Dat maakt het grote verschil met een directe bemiddeling waarbij de bemiddelaar wel aanwezig is. 70,32% van de opgestarte bemiddelingen werden beëindigd met een akkoord. Opmerkelijk is dat er bij een bemiddeling die beëindigd wordt zonder (gedeeltelijk) akkoord, nooit een gezamenlijk gesprek of ontmoeting plaats vond. In 71,43% van de dossiers die vroegtijdig werden stopgezet haakte de dader af. Uitvoering van de overeenkomst Uit de voorgaande tabel bleek dat er in 64 dossiers (van de 91 afgesloten dossiers) een overeenkomst werd bereikt. Deze overeenkomsten werden in 84,38% volledig uitgevoerd en in slechts 1,56% niet uitgevoerd. In 3% van de gevallen werd de overeenkomst gedeeltelijk uitgevoerd. Momenteel zijn er nog 10,94% van de overeenkomsten in uitvoering wat bv. kan inhouden dat de partijen hebben gekozen voor een afbetalingsplan dat momenteel nog loopt. Wijze van vergoeding Deze tabel geeft weer dat er in 37 dossiers een financiële regeling werd getroffen. Dit komt neer op een 57,81%. De tabel maakt een onderscheid in de wijze van vergoeding
Betaald werk Vereffeningsfonds
Aantal 11 5
% 29,73% 13,51%
34
Zakgeld Leercontract Spaargeld Ouders Ouders met vereffening aan ouders Familiale verzekering Onbekend Andere
1 0 1 13 0 0 6 0
2,70% 0% 2,70% 35,14% 0% 0% 16,22% 0%
Totaal
37
100%
In de meeste overeenkomsten zijn het de jongeren die zelf hun verantwoordelijkheid opnemen om het slachtoffer te vergoeden. Als we betaald werk en werken voor het vereffeningsfonds optellen komen we aan een grote 43% van de dossiers waarin jongeren zelf instaan voor de financiële regeling. In 35,14% van de dossiers komen de ouders tussen wat het financiële betreft. 4.2
Cijfers hergo
In 2014 werd er geen enkele hergo aangemeld.
35