Document 8 / 2005
Kwaliteitsborging ten behoeve van Bachelor- en Masteropleidingen
Jo Boon George Moerkerke
Onderwijstechnologisch expertisecentrum
OUN
© 2005, Onderwijstechnologisch expertisecentrum, Open Universiteit Nederland, Heerlen. Behoudens uitzonderingen door de wet gesteld mag zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende(n) op het auteursrecht niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of anderszins, hetgeen ook van toepassing is op de gehele of gedeeltelijke bewerking. De Otec documenten kunnen worden besteld bij: Open Universiteit Nederland secretariaat Otec Postbus 2960 6401 DL Heerlen Tel. 045-5762317 Fax. 045-5762802 of opgehaald via Internet: http://www.ou.nl/otec
Kwaliteitsborging ten behoeve van Bachelor- en Masteropleidingen Inleiding 4 Het accreditatiekader 5 De commissies 6 De facetten van kwaliteit 7 Het rooster voor contact tussen commissies en decaan 9 Bijlagen Beschrijving van de facetten van kwaliteitszorg gerelateerd aan het NVAO schema 11 1 Doelstellingen 11 F1
Domeinspecifieke eisen 12
F2
Niveau van de opleiding 14
F3
De oriëntatie van de opleiding 16
2 Het programma 19 F4
Algemene eisen van het wetenschappelijk onderwijs 20
F5
Relatie tussen de doelstellingen en de inhoud van het programma 22
F6
Samenhang programma 24
F7
Studeerbaarheid en studielast 26
F8
Instroom 28
F9
Omvang van het programma 30
F10 Afstemming tussen vormgeving en inhoud 32 F11 Toetsing en beoordeling 34 3 Inzet van personeel 37 F12 Eisen wetenschappelijk onderwijs 38 F13 Kwantiteit personeel 40 F14 Kwaliteit personeel 42 4 Voorzieningen 45 F15 Materiële voorzieningen 46 F16 Studiebegeleiding 48 5 Interne kwaliteitszorg 51 F17 Evaluatie van resultaten 52 F18 Maatregelen tot verbetering 54 F19 Betrekken van studenten, alumni en beroepenveld 56 6 Resultaten 59 F20 Gerealiseerd niveau 60 F20 Gerealiseerd niveau 60 F21 Onderwijsrendement 62
Inleiding Met de ondertekening van de Bologna verklaring in 1999 is in Nederland, zoals in 30 andere Europese landen, de Bachelor Master structuur ingevoerd. In Nederland en Vlaanderen was die invoering tegelijkertijd ook de aanleiding om een accreditatiestelsel te introduceren. De invoering van accreditatieprocedures brengt voor faculteiten en opleidingen mede dat ze op een expliciete manier met kwaliteit en de borging daarvan moeten omgaan. Dit rapport beschrijft een manier waarop een kwaliteitssysteem kan worden opgezet en kan worden geborgd. Het is niet de enige manier die mogelijk is en wellicht zal in de loop van de tijd blijken dat het voorgestelde systeem voor verbetering vatbaar is. Het systeem zoals het nu beschreven is, is ontwikkeld in het kader van de accreditatie van de Master Actief Leren van de Open Universiteit Nederland. Uitgangspunten bij de ontwikkeling waren dat het kwaliteitsplan voor de decaan uitvoerbaar moet zijn en dat er een directe relatie moet bestaan met het vigerende kader van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO). Dit kader, tevens te vinden op http://nvao.net/ omvat zes aandachtspunten: doelstellingen van de opleiding, programma, voorzieningen, interne kwaliteitszorg, resultaten. De Quality Assurance Netherlands Universities (QANU), gelieerd aan de Vereniging van Universiteiten (VSNU), heeft het dit kader voor universitaire opleidingen geoperationaliseerd in een aantal facetten. Per onderwerp is een aantal deelonderwerpen aangegeven waarover een opleiding aantoonbaar beleid moet ontwikkelen. Onderhavig rapport beschrijft het kwaliteitssysteem, gebruik makend van het accreditatie-kader van de NVAO en de operationalisering van de QANU daarvan. Het systeem is opgevat als een kalender waarin verschillende commissies zich over thematieken buigen en daarover rapporteren aan de decaan. Deze onderneemt actie op basis van adviezen. Vaak is de evaluatie van een commissie de input voor verdere gedachtewisseling in een andere commissie. Dit rapport is niet geschreven als een vloeiend verhaal en is dus ook niet als zodanig leesbaar. Het is bedoeld als naslagwerk voor decanen en medewerkers die betrokken zijn bij de uitvoering van kwaliteitsbeleid bij opleidingen. Er is getracht uitgangspunten en gedachten concreet te maken in een meerjarig rooster van contactmomenten tussen decaan en de commissies. De contactmomenten zijn vergaderingen met een agenda, een actiepuntenlijst en een verslag. Jaarlijks wordt een commissie geacht een checklist in te vullen die is afgeleid van de NVAO eisen en de uitwerking daarvan door de QANU. Op deze manier zou een commissie als een ‘pseudo’ accreditatiecommissie fungeren voor een bepaald deel van de eisen. Men zou kunnen zeggen dat de decaan door de commissies een ‘kwaliteitspak’ aangemeten wordt. Wij zien het rooster graag als een hulpmiddel waarmee de decaan ruimte voor ontmoetingen en reflecties kan organiseren. In de volgende paragrafen worden de facetten van kwaliteit beschreven, worden de commissies beschreven die een rol spelen in het kwaliteitssysteem en die mede verantwoordelijk zijn voor de borging van kwaliteit. Vervolgens wordt voor elk facet weergegeven welke commissie ‘leading’ zijn, welke de toetspunten zijn voor dat facet, en vervolgens hoe de Plan Do Check Act cyclus (PDCA) er voor elk facet uitziet. In het Plan stadium worden criteria geformuleerd aan de hand waarvan kan worden nagegaan of beoogde resultaten bereikt zijn. In het Check stadium wordt aan de hand van de criteria vastgesteld of de beoogde doelen inderdaad bereikt zijn. Indien nodig worden verbeterplannen opgesteld en uitgevoerd in het Act en nieuwe Plan stadium.
4
Het accreditatiekader De Nederlands-Vlaamse accreditatieorganisatie onderscheidt zes onderwerpen voor accreditatie van bestaande opleidingen: – doelstellingen en opleiding – programma – inzet van personeel – voorzieningen – interne kwaliteitszorg – resultaten. In het accreditatiekader van de NVAO is sprake van een zevende onderwerp over ‘bijzondere kenmerken van kwaliteit’. Hiervoor wordt aan opleidingen of instellingen de mogelijkheid geboden om een bijzonder kwaliteitskenmerk op de agenda te zetten. De OUNL laat opleidingen de mogelijkheid hiervoor een eigen thematiek te kiezen, zoals bijvoorbeeld internationalisering, innovatie, duurzaamheid. Voor accreditatie van nieuwe opleidingen wordt het onderwerp ‘resultaten’ vervangen door het onderwerp ‘condities voor continuïteit’. Bij de beoordeling van de facetten door de VBI/evaluatieorgaan wordt een beoordelingsschaal toegepast. Binnen een onderwerp kan een weging plaatsvinden van de facetten (compensatie). De verschillende onderwerpen moeten om voor accreditatie in aanmerking te komen alle afzonderlijk met een voldoende beoordeeld zijn.
5
De commissies De volgende commissies zijn voorzien: de Raad van Advies die zich richt op kwaliteitsfacetten die te maken hebben met strategie en eindtermen; de Curriculumcommissie die zich richt zich op kwaliteitsfacetten die te maken hebben met de wetenschappelijkheid van de opleiding; de facultaire opleidingscommissie die zich richt op kwaliteitsfacetten die te maken met de uitvoering van het onderwijs. Bij de commissies is onderscheid gemaakt naar wat een commissie moet behandelen en wat een commissie mag behandelen. Dat wordt aangegeven door de term Lead (voor het moeten) en de term Advies (voor het mogen). Om de werkzaamheden voor de decaan uitvoerbaar te houden is bij ieder kwaliteitsfacet slechts 1 commissie ‘leading’. De Raad van Advies bestaat uit vertegenwoordigers van het maatschappelijk leven. Het gaat om die mensen die de decaan adviseren over het civiele effect van de opleiding en over de relatie tussen het afnemende veld en de opleiding. De leden kunnen gekozen zijn uit werkgevers, werknemers, alumni of van vertegenwoordigende organisaties (beroepsorganisaties, werknemersorganisaties, werkgeversorganisaties). De Curriculumcommissie bestaat uit vertegenwoordigers van de academische wereld. Het gaat om mensen die functioneel in staat worden geacht te oordelen of de opleiding nog vol aansluit bij de stand van zaken in de wereld van academies en wetenschap. Deze commissie vertegenwoordigt het wetenschappelijk veld. De leden zijn wetenschappers. De Facultaire opleidingscommissie bestaat uit docenten en studenten van de opleiding. Het gaat om mensen die functioneel in staat worden geacht te oordelen over de uitvoeringskwaliteit van de opleiding. Deze commissie vertegenwoordigt de bij de opleiding betrokken consumenten en producenten.
6
De facetten van kwaliteit De hiervoor genoemde zes thema’s van het NVAO kader is door de Qanu uitgewerkt in 21 facetten. In Tabel 1 zijn deze genummerd als F1 tot en met F21.
Tabel 1 Facet
De 21 facetten van kwaliteit Omschrijving
Leading commissie
F1
Domeinspecifieke eisen
Raad van Advies
F2
Eisen gerelateerd aan het niveau van de opleiding
Raad van Advies
F3
Eisen gerelateerd aan de oriëntatie van de opleiding
Curriculumcommissie
F4
Algemene eisen van het wetenschappelijk onderwijs
Facultaire opleidingscommissie
F5
Relatie tussen doelstellingen en inhoud van het programma
Facultaire opleidingscommissie
F6
Samenhang programma
Facultaire opleidingscommissie
F7
Studeerbaarheid en studielast
Facultaire opleidingscommissie
F8
Instroom
Raad van Advies
F9
Omvang van het programma
Facultaire opleidingscommissie
F10
Afstemming tussen vorm en inhoud
Facultaire opleidingscommissie
F11
Toetsing en beoordeling
Facultaire opleidingscommissie
F12
Eisen wetenschappelijk personeel
Curriculumcommissie
F13
Kwantiteit wetenschappelijk personeel
Facultaire opleidingscommissie
F14
Kwaliteit wetenschappelijk personeel
Raad van Advies
F15
Materiële voorzieningen
Raad van Advies
F16
Studiebegeleiding
Facultaire opleidingscommissie
F17
Evaluatie van resultaten
Raad van Advies
F18
Maatregelen tot verbetering
Raad van Advies
F19
Betrekken van studenten, alumni en beroepenveld
Raad van Advies
F20
Gerealiseerd niveau
Raad van Advies
F21
Onderwijsrendement
Facultaire opleidingscommissie
7
Tabel 2
Het rooster voor contactmomenten tussen commissies en decaan
Commissies
Lead
Advies
Jaar 0 s o
Jaar 1 d f
Jaar 2
a m j
s o
d f
a
Jaar 3 m j
s o
d f
a m j
s o
d
Eindtermen en strategie Raad van
F1, F2,
F3, F12,
Advies
F8, F14,
F16
inf.
inf.
G
G
inf.
G
inf.
F15, F17, F18, F19, F20 Programma Facultaire
F4, F5,
opleidings-
F6, F7,
F17, F18,
commissie
F9, F10,
F19
(FOC)
F11, F13,
F8, F15,
A
D
A
D
A
D
A
F16, F21 Curriculum-
F3, F12
commissie
F1, F2,
B
F
B
F
B
F
B
F4, F5, F8, F15, F20
CvB (OER)
C
Docenten-
F5, F6,
overleg (Do)
F7, F10,
Do
C
Do
Do
Do
C
Do
Do
Do
C
Do
Do
Do
F11, F15, F17, F18, F21 Onderwijsuitvoering FTC
Cursusteams (monitoring en rapportage)
8
E
E
continu proces
E
continu proces
E
continu proces
Het rooster voor contact tussen commissies en decaan Een eerste rooster ter borging van de kwaliteit van een opleiding is gemaakt voor de opleiding Actief Leren van de Open Universiteit Nederland. In Tabel 2 staat dit meerjarig rooster voor contactmomenten tussen decaan en de commissies. In tabel 2 wordt de frequentie van de interactie tussen decaan en commissies beschreven. In het rooster zijn twee typen contacten gepland: •
de contacten tussen de decaan en de kwaliteitsborgende commissies (Raad van Advies,
Curriculumcommissie en Facultaire opleidingscommissie); en •
de contacten tussen de decaan en de kwaliteitsproducerende commissies van het
opleidingsinstituut (College van Bestuur, de Facultaire toetsingscommissie van de opleiding Actief Leren en het Docentenoverleg van de opleiding Actief Leren). In dit rapport blijven de contacten en procedures rondom de kwaliteitsproducerende commissies buiten beschouwing. De focus ligt hier op de contacten tussen de decaan en de kwaliteitsborgende commissies. Tabel 2 laat zich als volgt lezen. Met alle kwaliteitsborgende commissies heeft de decaan twee maal per jaar contact. Een maal per jaar is dat contact evaluerend van aard (codes D, F, G); een maal per jaar is dat contact meer informerend van aard (codes A, B en inf.). Het informerend contact met de Raad van Advies is gepland in oktober. Dit contact kan gaan via een vergadering, via een schriftelijke informatieronde, via een gesprek tussen decaan en voorzitter, enzovoort. Dit zal de praktijk moeten uitwijzen. In mei vergadert de decaan in evaluerende zin met de Raad van Advies (code G). De vergaderingen met de Facultaire opleidingscommissie zijn gepland in september en februari (codes A en D); de vergaderingen met de Curriculumcommissie zijn gepland in oktober en april (codes B en F). In tabel 3 wordt de inhoud van de interactie tussen decaan en commissies beschreven. Tabel 3 laat zich als volgt lezen. In de eerste kolom staat de code, die verwijst naar tabel 2, in de tweede kolom de maand waarin de bijeenkomst is gepland, in de derde kolom de initiatiefnemer tot het opstellen en verzenden van de stukken (Van), in de vierde kolom de ontvanger van de stukken (Aan), in de vijfde kolom de aard van de stukken (Omschrijving). Ter borging van de eindtermen en de strategische onderwerpen vergadert de decaan in april met de Curriculumcommissie. De decaan zendt een uitnodiging en een agenda aan de commissieleden en bespreekt de kwaliteitsfacetten waarop de commissie leading is. Na de vergadering maakt de voorzitter van de Curriculumcommissie een verslag waarin de bevindingen staan van de Curriculumcommissie en zendt dit aan de decaan. In mei volgt een bijeenkomst met de Raad van Advies op initiatief van de decaan. Na de vergadering maakt de voorzitter van de Raad van Advies een verslag waarin de bevindingen en aanbevelingen staan van de Raad van Advies. Dit verslag is gericht aan de decaan. Enzovoort. In algemene zin kan men stellen dat commissies soms een gedachtenvormende vergadering hebben en soms een toetsende vergadering. Ook kan in dergelijke meerjarenplannen onderscheid worden gemaakt tussen onderhoudsluwe jaren en onderhoudsintensieve jaren. Als men een parallel trekt tussen de eigenaar van de opleiding en een eigenaar van een auto, dan is er soms sprake van een kleine beurt (onderhoudsluw), soms van een grote beurt (onderhoudsrijk) en periodiek een APK-keuring (accreditatie).
9
Tabel 3
Inhoud van de interactie tussen de decaan en de commissies
Code
Maand
Van
Aan
A
september
Decaan
Bijeenkomst FOC
Omschrijving producten Agenda: - Evaluatie OER - OER - Voornemens toekomstig OER (notitie decaan)
B
oktober
FOC
Decaan
Vastgesteld verslag bevindingen en advies FOC
Decaan
Bijeenkomst
Agenda:
Curriculum-
- Advisering/toetsing Curriculumplan o.b.v.
commissie
programmabeschrijvingen (Toetsing conform QANU-richtlijnen) - Voornemens toekomstig OER (notitie decaan) - Bevindingen en advies FOC
Curriculumcie.
Decaan
Bevindingen en advies Curriculumcommissie
C
december
Decaan
CvB
wijzigingsvoorstellen OER
D
15 januari
FOC
CvB
Reacties FOC
Do
februari
Decaan
Bijeenkomst
Agenda:
Docenten-
- periodieke (cursus)verslagen (cursusteam)
juni oktober Do
overleg
- competentiekaarten
Docenten
Decaan
Ingevulde checklist
FTC
Adviesaanvraag wijzigingsvoorstellen OER
Bijeenkomst
Agenda:
Curriculum-
- Voornemens decaan niveau, strategie en rapportage
E
november
Decaan
F
april
Decaan
commissie
G
mei
Curriculumcie.
Decaan
Bevindingen en advies Curriculumcommissie
Decaan
Bijeenkomst Raad
Agenda:
van Advies
- studiegids - jaarverslag - OER - strategiedocument (positie, missie, verandering) (notitie decaan)
RvA
10
Decaan
Aanbevelingen, ingevulde checklist + Toelichting
Bijlagen
Beschrijving van de facetten van kwaliteitszorg gerelateerd aan het NVAO schema De zes onderwerpen van het NVAO kader onderwerpen worden verder uitgewerkt in facetten (F1 t/m F21). Er wordt voor elk facet aangegeven hoe een decaan hiermee, in het kader van een kwaliteitszorgsysteem dat volgens een Plan Do Check Act cyclus georganiseerd is, kan omgaan.
1
Doelstellingen
De doelstellingen van de opleiding beschrijven het doel van de opleiding en geven weer wat men met de opleiding wil bereiken. Het gaat om de positionering van de opleiding nationaal en internationaal. Aan de kwaliteitsmeting van de doelstellingen zijn de volgende drie facetten verbonden.
11
F1 Domeinspecifieke eisen Omschrijving De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk worden gesteld aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied en/of beroepspraktijk). Toetspunten •
De doelstellingen van de opleiding voldoen aan (internationale) academische en professionele maatstaven.
•
De eindtermen van de opleiding, die beschrijven welke kwalificaties een afgestudeerde moet hebben verworven, zijn afgeleid van de doelstellingen.
•
De eindtermen van de opleiding voldoen aan (internationale) domeinspecifieke maatstaven.
•
De eindtermen van de opleiding sluiten aan bij de eisen van de beroepspraktijk.
Commissies Lead: Raad van Advies Advies: Curriculumcommissie Beleidscyclus CHECK De Raad van Advies en de Curriculumcommissie bespreken volgens het rooster met de decaan het onderwijsjaarverslag, de onderwijsbegroting, de studiegids, het strategiedocument en de actiepuntenlijst. Ter vergadering worden de volgende punten behandeld
checkpunten
De opleiding is aan
Is een verandering
de maat?
noodzakelijk?
Ja/nee
Ja/nee
De doelstellingen zijn naar academische en professionele maatstaven adequaat beschreven De eindtermen zijn naar academische en professionele maatstaven adequaat beschreven
Ja/nee
Ja/nee
De doelstellingen en eindtermen vormen een consistent geheel
Ja/nee
Ja/nee
De gekozen standaarden zijn actueel
Ja/nee
Ja/nee
De eindtermen voldoen aan de gekozen standaard
Ja/nee
Ja/nee
De gekozen beroepseisen zijn actueel
Ja/nee
Ja/nee
ACT De decaan stelt op basis van de bespreking met de Raad van Advies de actiepuntenlijst bij en voert deze uit.
12
PLAN •
De decaan informeert studenten over de doelstellingen en de eindkwalificaties van de opleiding.
•
De decaan maakt lijst met doelstellingen van de opleiding.
•
De decaan maakt lijst met eindtermen van de opleiding.
•
De decaan kiest de stelsels van internationale en nationale maatstaven die gelden voor de opleiding.
•
De decaan kiest de stelsels van eisen van de beroepspraktijk voor de opleiding.
DO •
De decaan publiceert doelstellingen en eindtermen van de opleiding in de studiegids.
•
De decaan maakt via een tabel met toelichting aannemelijk dat doelstellingen en eindtermen aan elkaar gerelateerd zijn. Deze tabel is een bijlage van het onderwijsjaarverslag.
•
De decaan maakt (via een tabel met toelichting) aannemelijk dat eindtermen voldoen aan de stelsels van (inter)nationale standaarden voor de opleiding. Deze tabel is een bijlage van het onderwijsjaarverslag.
•
De decaan maakt via een tabel met toelichting aannemelijk dat eindtermen voldoen aan de eisen van de beroepspraktijk voor de opleiding. Deze tabel is een bijlage van het onderwijsjaarverslag.
•
De actiepuntenlijst wordt aan het onderwijsjaarverslag toegevoegd.
13
F2 Niveau van de opleiding Omschrijving De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Master. Toetspunt Het niveau dat de eindtermen definieert, komt overeen met de Dublin-descriptoren voor het niveau van de opleiding (eventueel andere internationaal erkende beschrijvingen van niveau). Commissies Lead: Raad van Advies Advies: Curriculumcommissie Beleidscyclus CHECK De Raad van Advies en de Curriculumcommissie bespreken volgens het rooster met de decaan het onderwijsjaarverslag, de onderwijsbegroting, de studiegids, het strategiedocument en de actiepuntenlijst. Ter vergadering worden de volgende punten behandeld
checkpunten
De opleiding is aan
Is een verandering
de maat?
noodzakelijk?
Ja/nee
Ja/nee
geheel
Ja/nee
Ja/nee
De gekozen standaarden zijn actueel
Ja/nee
Ja/nee
De eindtermen voldoen aan de gekozen standaard
Ja/nee
Ja/nee
Ja/nee
Ja/nee
Het niveau van de eindtermen is adequaat beschreven De doelstellingen en het niveau van de eindtermen vormen een consistent
De vijf competenties zoals beschreven in de Dublin-descriptoren komen in de genoemde cursussen voldoende aan bod
ACT De decaan stelt op basis van de bespreking met de Raad van Advies de actiepuntenlijst bij en voert deze uit.
14
PLAN •
De decaan informeert studenten over het niveau van de eindtermen.
•
De decaan maakt een lijst met eindtermen van de opleiding.
•
De decaan draagt er zorg voor dat de eindtermen van de opleiding gedefinieerd zijn in overeenstemming met de Onderwijs en Examen regeling.
•
De decaan kiest behalve voor de beschrijving van de Dublin-descriptoren mogelijk ook voor andere de stelsels van internationale en nationale maatstaven die gelden voor de opleiding:
•
Dublin-desciptor 1: kennis en inzicht
•
Dublin-desciptor 2: toepassen van kennis en inzicht
•
Dublin-desciptor 3: oordeelsvorming
•
Dublin-desciptor 4: communicatie
•
Dublin-desciptor 5: leervaardigheden.
DO •
De decaan publiceert informatie over het niveau van de eindtermen van de opleiding in de studiegids.
•
De decaan maakt (via een tabel met toelichting) aannemelijk dat het niveau van de eindtermen voldoet aan de stelsels van (inter)nationale standaarden voor de opleiding. Deze tabel is een bijlage van het onderwijsjaarverslag.
•
•
De decaan kan hiertoe de volgende gegevens gebruiken: •
oordeel van nationale en internationale collega’s
•
de competentiekaart van de opleiding
•
cursusbeschrijvingen.
De decaan maakt een lijst met actiepunten (actiepuntenlijst). De actiepuntenlijst is een bijlage van het onderwijsjaarverslag.
•
De decaan beschrijft de internationale standaarden waaraan de eindtermen van de opleiding voldoet.
15
F3 De oriëntatie van de opleiding Omschrijving De eindkwalificaties zijn ontleend aan eisen vanuit de wetenschappelijke discipline, de internationale wetenschapsbeoefening en voor daarvoor in aanmerking komende opleidingen de relevante praktijk in het toekomstige beroepenveld. Toetspunten De eindkwalificaties van de wetenschappelijke Masteropleiding omvatten het zelfstandig verrichten van wetenschappelijk onderzoek of het oplossen van multi- of interdisciplinaire problemen in een beroepspraktijk waarvoor een academische opleiding vereist of dienstig is. De eindtermen van de opleiding besteden voldoende aandacht aan algemene kenmerken van wetenschappelijke vorming. Commissies Lead: Curriculumcommissie Advies: Raad van Advies Beleidscyclus CHECK De Raad van Advies en de Curriculumcommissie bespreken volgens het rooster met de decaan het onderwijsjaarverslag, de onderwijsbegroting, de studiegids, het strategiedocument en de actiepuntenlijst. Ter vergadering worden de volgende punten behandeld
checkpunten
De opleiding is aan
Is een verandering
de maat?
noodzakelijk?
De oriëntatie van de eindtermen is adequaat beschreven
Ja/nee
Ja/nee
De oriëntatie voldoet aan de wetenschappelijk eisen
Ja/nee
Ja/nee
De oriëntatie voldoet aan de eisen van de beroepspraktijk
Ja/nee
Ja/nee
ACT De decaan stelt op basis van de bespreking met de Curriculumcommissie de actiepuntenlijst bij en voert deze uit.
16
PLAN •
De decaan maakt een lijst met eindtermen van de opleiding en draagt er zorg voor dat de eindtermen van de opleiding gedefinieerd zijn in overeenstemming met de eisen vanuit de wetenschappelijke oriëntatie zodat ze studenten in staat stellen om zelfstandig onderzoek te verrichten.
•
De decaan draagt er zorg voor dat de eindtermen van de opleiding gedefinieerd zijn in overeenstemming met de eisen vanuit de wetenschappelijke oriëntatie, zodat dat ze studenten in staat stellen om multi- of interdisciplinaire vraagstukken op te lossen in een beroepspraktijk waarvoor een WO-opleiding vereist is of dienstig is.
•
De eindkwalificaties zijn toetsbaar.
•
De eindkwalificaties zijn te vergelijken met die van andere opleidingen.
•
Algemene wetenschappelijke kwalificaties zijn: •
wetenschappelijk behandelen van problemen
•
een wetenschappelijk betoog kritisch op waarde schatten
•
logisch redeneren, analytisch en kritisch denken
•
zelfstandig en een leven lang leren op wetenschappelijk gebied
•
vakoverstijgend wetenschappelijk samenwerken
•
vertalen van wetenschappelijke kennis naar sociale, professionele en economische
•
communicatieve vaardigheden
contexten •
reflectie op eigen denken en werken
•
bekend zijn met standaarden voor de toets van wetenschappelijke kritiek
•
ethische, normatieve en maatschappelijke consequenties van wetenschap- en technologieontwikkeling overzien.
DO •
De decaan informeert studenten over de oriëntatie van de eindtermen.
•
De decaan publiceert informatie over de oriëntatie van de eindtermen van de opleiding in de studiegids.
•
De decaan maakt (via een tabel met toelichting) aannemelijk dat de oriëntatie van de eindtermen voldoet aan wetenschappelijke en professionele vereisten.
•
De decaan kan hiertoe de volgende gegevens gebruiken: •
oordelen van alumni over de bijdrage van de studie aan professionele praktijk
•
informatie over cursussen en studietaken waarin de student algemene wetenschappelijke kwalificaties oefent.
•
De decaan maakt een actiepuntenlijst als bijlage van het onderwijsjaarverslag.
17
18
2
Het programma
Bij dit onderwerp zijn de kwaliteitseisen ten aanzien van het wetenschappelijk karakter van de opleiding aan de orde. Voor een Masteropleiding gaat het hierbij met name over de wisselwerking tussen onderwijs en onderzoek en de manier waarop een student leert om wetenschappelijk te handelen. Op Masterniveau gaat het daarbij om toepassen, in twijfel trekken, op waarde schatten, vertrouwd zijn met nieuwe ontwikkelingen. Aan het onderwerp ‘programma’ zijn de volgende acht facetten verbonden.
19
F4 Algemene eisen van het wetenschappelijk onderwijs Omschrijving Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats in interactie tussen het onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek binnen relevante disciplines. Het programma sluit aan bij ontwikkelingen in de relevante wetenschappelijke discipline(s) door aantoonbare verbanden met actuele wetenschappelijke theorieën. Het programma waarborgt de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek. Bij daarvoor in aanmerking komende opleidingen heeft het programma aantoonbare verbanden met de actuele praktijk van de relevante beroepen. Toetspunten •
In het onderwijs is er interactie met kennis-/wetenschapsontwikkeling.
•
In het onderwijs komen de domeinspecifieke en generieke kenmerken van wetenschappelijk onderwijs die in de vorige paragraaf zijn opgesomd voldoende en op het niveau van de opleiding aan de orde.
•
Het programma sluit aan op de voor de opleiding relevante beroepspraktijk.
Commissies Lead: Facultaire opleidingscommissie Advies: Curriculumcommissie Beleidscyclus CHECK De Facultaire opleidingscommissie en de Curriculumcommissie bespreken met de decaan volgens het rooster het onderwijsjaarverslag, de onderwijsbegroting, het curriculumplan en de actiepuntenlijst.
20
Ter vergadering worden de volgende punten behandeld
checkpunten
De opleiding is aan
Is een verandering
de maat?
noodzakelijk?
Ja/nee
Ja/nee
beschreven
Ja/nee
Ja/nee
De oriëntatie voldoet aan de eisen van de beroepspraktijk
Ja/nee
Ja/nee
De interactie tussen relevant wetenschappelijk onderzoek en de opleiding is adequaat beschreven De relevantie van de opleiding voor de beroepspraktijk is adequaat
ACT De decaan stelt op basis van de bespreking met de Facultaire opleidingscommissie de actiepuntenlijst bij en voert deze uit. PLAN •
De decaan beschrijft welk het verband is tussen het wetenschappelijk onderzoek in de discipline en de inhoud van het programma.
•
De decaan toont verbanden aan tussen het programma en actuele wetenschappelijke theorieën.
•
De decaan beschrijft welk het verband is tussen het programma en de actuele praktijk in relevante beroepen.
DO •
De decaan informeert studenten over de relatie tussen het programma en wetenschappelijk
•
De decaan publiceert informatie over de relatie tussen het programma en wetenschappelijk
•
De decaan publiceert informatie over de relatie tussen het programma en de relevante
•
De decaan maakt de beide punten aannemelijk door beroep te doen op de volgende data:
onderzoek, c.q. de relevante beroepspraktijk. onderzoek in de studiegids. beroepspraktijk in de studiegids. •
informatie over het proces van cursusontwikkeling
•
informatie over cursussen waarin actuele ontwikkelingen in wetenschappelijk onderzoek aan de orde zijn
•
informatie over de manier waarop wetenschappelijke vaardigheden worden geoefend in het programma
•
informatie over de manier waarop inzicht verkregen wordt in de relevante beroepspraktijk
• •
informatie over de rol die de relevante beroepspraktijk speelt in het programma
De decaan maakt een actiepuntenlijst. De actiepuntenlijst is een bijlage van het onderwijsjaarverslag.
21
F5 Relatie tussen de doelstellingen en de inhoud van het programma Omschrijving Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Toetspunten •
De eindtermen van de opleiding zijn in voldoende mate gedekt door de leerdoelen van de programmaonderdelen.
•
De inhoud en opbouw van het curriculum zijn doeltreffend om de beoogde eindkwalificaties ook daadwerkelijk te verwerven.
•
Het niveau van de inhoud is in overeenstemming met fase van de opleiding.
•
Het programma bevordert academische en intellectuele groei.
•
Bij flexibele programma’s, waarbij de student zijn/haar eigen leerweg kiest, wordt gewaarborgd dat het gevolgde curriculum doeltreffend is om de beoogde kwalificaties te realiseren; criteria voor goedkeuring door de examencommissie zijn concreet en helder.
Commissies Lead: Facultaire opleidingscommissie Advies Curriculumcommissie Beleidscyclus CHECK De Facultaire opleidingscommissie en de Curriculumcommissie bespreken volgens rooster de notitie van de decaan de evaluatie van het OER en de voornemens ten aanzien van het OER. Ter vergadering worden de volgende punten behandeld
checkpunten
De eindkwalificaties zijn adequaat beschreven
De opleiding is aan
Is een verandering
de maat?
noodzakelijk?
Ja/nee
Ja/nee
Ja/nee
Ja/nee
De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de beoogde eindkwalificaties te bereiken Er is voldoende samenhang in het curriculum
Ja/nee
Ja/nee
Het programma kan flexibel bestudeerd worden
Ja/nee
Ja/nee
Het niveau van de inhoud is in overeenstemming met fase van de opleiding
Ja/nee
Ja/nee
22
ACT De decaan stelt op basis van de bespreking met de Facultaire opleidingscommissie de actiepuntenlijst bij en voert deze uit. PLAN •
De decaan beschrijft het programma van de opleiding en geeft daarbij aan hoe daarin de eindkwalificaties en eindtermen een plaats krijgen.
•
De decaan beschrijft de leerdoelen van het programma.
•
De decaan beschrijft hoe de opbouw van het programma studenten in staat stelt om de eindkwalificaties te halen. Bijvoorbeeld:
•
•
refererend aan normtrajecten
•
opbouw van de moeilijkheidsgraad
•
ingangsvereisten
•
ondersteuning (in de vorm van studiebegeleiding, advisering, tentamenfaciliteiten).
De decaan beschrijft hoe de eindkwalificaties gehaald kunnen worden binnen het flexibele curriculum.
DO •
De decaan informeert studenten over het programma van de opleiding.
•
De decaan publiceert het programma van de opleiding, de eindkwalificaties en de eindtermen in de studiegids.
•
De decaan beschrijft de leerdoelen van het programma in de studiegids.
•
De decaan beschrijft in de studiegids hoe het programma is opgebouwd zodat studenten in staat worden gesteld om de eindkwalificaties te halen.
•
De decaan maakt een actiepuntenlijst. De actiepuntenlijst is een bijlage van het onderwijsjaarverslag.
23
F6 Samenhang programma Omschrijving Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend studieprogramma. Toetspunten •
De programmaonderdelen van het curriculum zijn inhoudelijk op elkaar afgestemd.
•
Er wordt op verworven kennis en vaardigheden voortgebouwd en de programmaonderdelen kennen geen onnodige overlap of herhalingen.
Commissies Lead: Facultaire opleidingscommissie Advies: Docentenoverleg Beleidscyclus CHECK De Facultaire opleidingscommissie en het Docentenoverleg bespreken volgens rooster het curriculumplan, en de opbouw van het programma Ter vergadering worden de volgende punten behandeld
checkpunten
De opleiding is aan
Is een verandering
de maat?
noodzakelijk?
De inhoudelijke samenhang van het curriculum is voldoende
Ja/nee
Ja/nee
Er bestaat geen onnodige overlap in het programma
Ja/nee
Ja/nee
ACT De decaan stelt op basis van de bespreking met de Facultaire opleidingscommissie de actiepuntenlijst bij en voert deze uit.
24
PLAN •
De decaan beschrijft de inhoudelijke samenhang van het programma van de opleiding.
•
De decaan beschrijft hoe de opbouw van competenties in de Masteropleiding voortbouwt op de bacheloropleiding.
•
De decaan beschrijft hoe kennis en vaardigheden door de programmaonderdelen heen opgebouwd worden.
DO •
De decaan informeert studenten over de domeinspecifieke kenmerken van het programma.
•
De decaan publiceert de informatie over de inhoudelijke samenhang van het programma van de opleiding, in de studiegids.
•
De decaan beschrijft de opbouw van competenties van het programma in de studiegids.
•
De decaan beschrijft in de studiegids hoe het programma is opgebouwd zodat er geen onnodige overlap of herhaling voorkomt.
•
De decaan maakt een actiepuntenlijst. Deze lijst is een bijlage van het onderwijsjaarverslag.
25
F7 Studeerbaarheid en studielast Omschrijving Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren, zo veel mogelijk worden weggenomen. Toetspunten •
De geprogrammeerde studielast komt voldoende overeen met de gerealiseerde studielast en is evenwichtig verdeeld over het programma.
•
Het programma kent geen onnodige struikelblokken en factoren die de studievoortgang nodeloos belemmeren.
Commissies Lead: Facultaire opleidingscommissie Advies: Docentenoverleg Beleidscyclus CHECK De Facultaire opleidingscommissie en het Docentenoverleg bespreken volgens rooster het onderwijsverslag met de evaluatiegegevens en doorstoomgegevens alsook de nota met beleidsvoornemens van de decaan t.a.v. studielast en doorstroom. Ter vergadering worden de volgende punten behandeld
checkpunten
De opleiding is aan
Is een verandering
de maat?
noodzakelijk?
Is het patroon van gerealiseerde studielast problematisch
Ja/nee
Ja/nee
Is het beleid tav struikelblokken helder en adequaat
Ja/nee
Ja/nee
Is het beleid tav studievoortgang helder en adequaat
Ja/nee
Ja/nee
De feitelijke studielast komt overeen met de geprogrammeerde studielast
Ja/nee
Ja/nee
ACT De decaan stelt op basis van de bespreking met de Facultaire opleidingscommissie de actiepuntenlijst bij en voert deze uit.
26
PLAN •
De decaan beschrijft de geprogrammeerde studielast en de mogelijke studievoortgang door het programma (normtraject).
•
De decaan beschrijft de verdeling van de studielast over de cursussen van het programma.
DO •
De decaan informeert studenten realistisch over de geprogrammeerde studielast.
•
De decaan publiceert de informatie over de voorziene studielast en de mogelijke studievoortgang in de studiegids.
•
De decaan publiceert informatie over de verdeling van de studielast over de cursussen van het programma in de studiegids.
•
De decaan informeert over beleid in dit verband zoals de schakelcursussen.
•
De decaan onderzoekt de gerealiseerde studielast en kan daarbij de volgende gegevens gebruiken: •
resultaten van de proeftoetsingen van de afzonderlijke cursussen
•
resultaten van de betreffende vragen bij de standaard cursusevaluaties
•
resultaten over de studieduur
•
informatie over studieloopbanen en doorstroom
•
•
doorlooptijd
•
aantallen afgenomen tentamens en % geslaagden
•
aantallen uitgereikte certificaten tov aantal inschrijvers per cursus
•
informatie van studenten over studielast (SEIN)
•
informatie van studenten over struikelblokken: exitgesprekken
•
informatie van studenten over factoren die de studie belemmeren: exitgesprekken
•
spreiding van tentamens en mogelijkheden tot herkansing.
De decaan maakt een lijst met constateringen en actiepunten over studeerbaarheid en studielast. De actiepuntenlijst is een bijlage van het onderwijsjaarverslag.
27
F8 Instroom Omschrijving Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten. Toetspunten •
Voor alle groepen instromende studenten bestaan geschikte toelatingsvereisten en wordt nagegaan of zij aan de toelatingsvereisten voldoen.
•
Instromende studenten hebben in het algemeen geen problemen met de aansluiting.
•
In de voorlichting wordt een adequaat en realistisch beeld gegeven van de opleiding en de loopbaanperspectieven na het afstuderen.
Commissies Lead: Raad van Advies Advies: Curriculumcommissie Beleidscyclus CHECK De Raad van Advies en de Curriculumcommissie bespreken volgens rooster het strategiedocument van de decaan, het onderwijsjaarverslag met daarin de gegevens over achtergrondkenmerken van instromende studenten. Ter vergadering worden de volgende punten behandeld
checkpunten
De opleiding is aan
Is een verandering
de maat?
noodzakelijk?
Ja/nee
Ja/nee
verlopen
Ja/nee
Ja/nee
De doelgroep van het programma is helder omschreven
Ja/nee
Ja/nee
Het programma is sluiend
Ja/nee
Ja/nee
Er bestaan geschikte toelatingsvereisten voor instromende studenten Er is beleid ontwikkeld om de aansluiting met eerder onderwijs goed te laten
ACT De decaan stelt op basis van de bespreking met de Raad van Advies de actiepuntenlijst bij en voert deze uit.
28
PLAN •
De decaan beschrijft de doelgroep van het programma.
•
De decaan beschrijft in hoeverre de uitzondering voor de Open Universiteit Nederland van toepassing is voor de opleiding.
DO •
De decaan informeert studenten over de toelatingsvereisten.
•
De decaan publiceert de informatie over de voorziene doelgroep in de studiegids.
•
De decaan publiceert de toelatingsvereisten voor de Master in de studiegids.
•
De decaan onderzoekt de kenmerken van de groep studenten die zich inschrijft voor de Master naar een aantal kenmerken:
•
•
studiedoelen
•
motivatie van de keuze voor OUNL
•
leeftijd
•
vooropleiding
•
arbeidsmarktpositie.
De decaan maakt een lijst met constateringen en actiepunten over de doelgroep en de toelatingsvereisten. De actiepuntenlijst is een bijlage van het onderwijsjaarverslag.
29
F9 Omvang van het programma Omschrijving De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. de omvang van het curriculum: WO-bachelor 180 studiepunten WO-master: 60 studiepunten Commissies Lead: Facultaire Opleidingscommissie Advies: Curriculumcommissie Beleidscyclus CHECK De Facultaire opleidingscommissie en de Curriculumcommissie bespreken volgens rooster de omvang van het programma. Ter vergadering worden de volgende punten behandeld
checkpunten
De opleiding is aan
Is een verandering
de maat?
noodzakelijk?
Telt het Master programma minimaal 60 studiepunten?
Ja/nee
Ja/nee
Telt het bachelorprogramma 180 studiepunten?
Ja/nee
Ja/nee
ACT De decaan stelt op basis van de bespreking met de Facultaire opleidingscommissie de actiepuntenlijst bij en voert deze uit.
30
PLAN •
De decaan beschrijft de omvang van het programma, minimaal 60 ECTS punten.
•
De decaan vergelijkt met gelijksoortige opleidingen in het buitenland.
DO •
De decaan informeert studenten over de omvang van het programma (en die van vergelijkbare programma’s).
•
De decaan publiceert de informatie over de omvang van het programma in de studiegids.
31
F10 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Omschrijving Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Toetspunten •
De opleiding heeft een didactisch concept dat aansluit bij de doelstellingen en dat richtinggevend is bij de vormgeving van het programma, de inrichting van het leerproces en de keuze van de werkvormen.
•
Het didactisch concept wordt in het programma gerealiseerd.
•
De verhouding tussen contacturen, zelfstudie en andere studieactiviteiten is optimaal.
•
De plaats, de functie en de kwaliteit van de stage (wanneer van toepassing) en een integrerende afsluitende proeve van bekwaamheid worden gewaarborgd.
Commissies Lead: Facultaire opleidingscommissie Advies: Docentenoverleg Beleidscyclus CHECK De Facultaire opleidingscommissie en het Docentenoverleg bespreken volgens rooster het jaarverslag en de studiegids met daarin de beschrijving van het didactisch concept van de opleiding in relatie tot de inhoud van de opleiding en bespreken de beleidsvoornemens van de decaan hierover. Ter vergadering worden de volgende punten behandeld
checkpunten
De opleiding is aan
Is een verandering
de maat?
noodzakelijk?
Ja/nee
Ja/nee
Ja/nee
Ja/nee
Ja/nee
Ja/nee
werkvormen
Ja/nee
Ja/nee
De verhouding tussen verschillende onderwijsvormen is optimaal
Ja/nee
Ja/nee
Ja/nee
Ja/nee
Er is een didactisch concept beschreven Het didactisch concept is adequaat en sturend voor het bereiken van de beoogde eindkwalificaties Het didactisch concept is adequaat en sturend voor de inrichting van het leerproces Het didactisch concept is adequaat en sturend voor de keuze van de
De plaats en functie van opdrachten, werkstukken en scriptie in de studie is helder
32
ACT De decaan stelt op basis van de bespreking met de Facultaire opleidingscommissie de actiepuntenlijst bij en voert deze uit. PLAN •
De decaan beschrijft de relatie tussen het didactisch concept en de doelstellingen van het programma.
•
De decaan beschrijft de manier waarop de werkvormen aansluiten bij het didactisch concept.
•
Speciale aandacht voor de scriptie: opzet, begeleiding, begeleiders en wijze van beoordeling.
DO •
De decaan informeert studenten over het didactisch concept en de werkvormen
•
De decaan publiceert de informatie over het didactisch concept en de werkvormen in de studiegids
•
De decaan beargumenteert de gemaakte keuzes door beroep te doen op didactische principes van afstandsonderwijs, competentiegericht onderwijs,
•
•
De decaan beargumenteert de gemaakte keuzes in de werkvormen met betrekking tot: •
schriftelijk materiaal
•
elektronisch materiaal
•
face to face contacten
•
mediamix
•
oordelen van studenten over relatie vormgeving en inhoud (exitgesprekken)
•
oordelen van studenten over de gebruikte werkvormen (Sein)
•
inzet van expertise van onderwijsadviseurs
De decaan maakt een lijst met constateringen en actiepunten over het didactisch concept en de werkvormen). De actiepuntenlijst is een bijlage van het onderwijsjaarverslag.
33
F11 Toetsing en beoordeling Omschrijving Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Toetspunten •
Het geheel van toetsen, beoordelingen en examens evalueert in voldoende mate dat de beoogde eindkwalificaties van de opleiding ook zijn gerealiseerd.
•
De toetsing sluit aan op en past bij de inhoud en de leerdoelen van de verschillende programmaonderdelen.
•
De opleiding geeft individuele studenten een inhoudelijke motivering van de mate waarin aan de verschillende leerdoelen is voldaan (feedback).
•
De opleiding zorgt ervoor dat de beoordelingen voldoende consistent worden uitgevoerd.
•
De organisatie van de toetsing is voldoende (herkansingen, bekendmaken van de uitslag, compensatieregelingen et cetera).
•
De examencommissie functioneert adequaat en in overeenstemming met haar wettelijke taken.
Commissies Lead: Facultaire opleidingscommissie Advies: Docentenoverleg Beleidscyclus CHECK De Facultaire opleidingscommissie en het Docentenoverleg bespreken volgens rooster de relatie van de toetsing met de leerdoelen en de beoogde eindkwalificaties, de systematiek en de organisatie van beoordeling en toetsing. Ter vergadering worden de volgende punten behandeld checkpunten
De opleiding is aan
Is een verandering
de maat?
noodzakelijk?
De toetsen weerspiegelen de beoogde eindkwalificaties van de opleiding
Ja/nee
Ja/nee
De systematiek van toetsing is adequaat
Ja/nee
Ja/nee
De organisatie van toetsing is adequaat
Ja/nee
Ja/nee
De examencommissie functioneert adequaat
Ja/nee
Ja/nee
Er is aandacht voor fraude
Ja/nee
Ja/nee
34
ACT De decaan stelt op basis van de bespreking met de Facultaire opleidingscommissie de actiepuntenlijst bij en voert deze uit. PLAN De decaan beschrijft de relatie van beoordeling en toetsing met de doelstellingen van de opleiding, de systematiek, en de organisatie ervan. DO •
De decaan publiceert de informatie over de systematiek van beoordeling en toetsing in de studiegids Actief Leren.
•
Studenten worden tijdig en precies geïnformeerd over de wijze waarop toetsing zal
•
Er is voorzien in mechanismen voor controle op webgebaseerde toetsing.
•
Er is plagiaatcontrole mogelijk.
•
Examinatoren zijn geïnstrueerd en zijn getraind in de relevante toetsmethoden.
•
De decaan onderbouwt de kwaliteit van beoordeling en toetsing en kan daarbij de volgende
plaatsvinden en de manier waarop beoordeeld wordt.
gegevens gebruiken:
•
•
rol en functie van de EVC, FTC
•
inzet van Otec
•
evaluaties van studenten mbt tentamineren
•
organisatie van toetsing
•
resultaten TKM
•
beroepsmogelijkheden
•
procedure
•
gebruik van beroepsmogelijkheid door studenten.
De decaan maakt een lijst met constateringen en actiepunten over toetsing en beoordeling. Deze lijst is een bijlage van het onderwijsjaarverslag.
35
36
3
Inzet van personeel
Bij dit punt wordt de kwaliteit en de kwantiteit van de inzet van personeel gewogen. Bij dit punt wordt voor een WO opleiding aangetoond dat: (a) het onderwijs voor een belangrijk deel wordt verzorgd door onderzoekers die een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het vakgebied en (b) dat er voldoende personeel wordt ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen (c) het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma.
37
F12 Eisen wetenschappelijk onderwijs Omschrijving Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door onderzoekers die een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het vakgebied. Toetspunten •
Het onderwijs wordt in belangrijke mate verzorgd en/of ontwikkeld door docenten die actief betrokken zijn bij wetenschappelijk onderzoek van erkende kwaliteit.
•
Vanaf het begin van de opleiding krijgen studenten onderwijs van onderzoekers en/of docenten die binnen het domein van de opleiding gezichtsbepalend zijn.
•
De docenten en/of ontwikkelaars leggen in voldoende mate een verbinding met de professionele praktijk waarvoor wordt opgeleid.
Commissies Lead: Curriculumcommissie Advies: Raad van Advies Beleidscyclus CHECK De Curriculumcommissie en de Raad van Advies bespreken volgens het rooster met de decaan het onderwijsjaarverslag. Via tabellen wordt duidelijk in hoeverre de toetspunten gerealiseerd worden. Het onderwijsrooster en de opdrachten aan de studenten kunnen als informatiebron dienen. Ter vergadering worden de volgende punten behandeld
checkpunten
De opleiding is aan
Is een verandering
de maat?
noodzakelijk?
Ja/nee
Ja/nee
Ja/nee
Ja/nee
Ja/nee
Ja/nee
Het onderwijs wordt in voldoende mate verzorgd door docenten die actief betrokken zijn bij wetenschappelijk onderzoek Er is voldoende balans tussen de ‘afstandsonderwijsregeling’ en de gevoelde noodzaak tot rolmodellen in het onderwijs Er wordt in voldoende mate een verbinding gelegd met de professionele praktijk waarvoor opgeleid wordt
ACT De decaan rapporteert de bevindingen van de opleidingscommissie aan de hoogleraar-directeur Otec.
38
PLAN •
De decaan stelt het onderwijsrooster op gericht op de checkpoints.
•
De decaan bepaalt bij het afstandsonderwijs in hoeverre de toegestane afwijkende regels voor het afstandonderwijs wordt toegepast bij de Master-opleiding Actief Leren.
•
De decaan bepaalt op hoofdlijnen de noodzakelijke verbinding met de professionele praktijk.
DO De inzet van personeel wordt jaarlijks, aan het begin van het jaar, vastgelegd in het onderwijsrooster en de studiegids. Het didactisch model wordt driejaarlijks vastgesteld.
39
F13 Kwantiteit personeel Omschrijving Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Toetspunt De voor het uitvoeren van het onderwijs beschikbare menskracht is voldoende om alle onderwijs- en begeleidingstaken uit te voeren. Commissies Lead: Facultaire opleidingscommissie Advies: Raad van Advies Beleidscyclus CHECK De Facultaire opleidingscommissie en de Raad van Advies bespreken volgens het rooster de omvang van de inzet van het personeel en het beleid daarop. In het onderwijsjaarverslag wordt een tabel opgenomen met begrote en gerealiseerde inspanning Ter vergadering worden de volgende punten behandeld
checkpunten
Er wordt voldoende personeel ingezet bij de uitvoering van het onderwijs
De opleiding is aan
Is een verandering
de maat?
noodzakelijk?
Ja/nee
Ja/nee
Ja/nee
Ja/nee
De wachttijden en doorlooptijden voor studenten worden beïnvloed door een gebrek aan personele bezetting
ACT De decaan stelt op basis van de bespreking met de Facultaire opleidingscommissie de actiepuntenlijst bij en voert deze uit.
40
PLAN In de jaarbegroting van de opleiding wordt de menskracht begroot naar een aantal onderwijstaken en begeleidingstaken. Dit wordt gebaseerd op het aantal studenten en een berekeningsfactor. Indien er tussen cursussen onderscheid wordt gemaakt naar de zwaarte in begeleiding wordt dit aangegeven. DO De jaarbegroting wordt uitgevoerd.
41
F14 Kwaliteit personeel Omschrijving Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Toetspunten •
De onderwijskundige kwaliteiten van de docenten zijn adequaat en toereikend voor het uitvoeren van het programma en didactisch concept.
•
De inhoudelijke expertise van de docenten sluit aan bij de doelstellingen en eindkwalificaties van het programma.
•
Het personeels- en scholingsbeleid bewaakt en bevordert de didactische kwaliteiten en de onderwijsprestaties van de individuele docenten.
Commissies Lead: Raad van Advies Advies: Docentenoverleg Beleidscyclus CHECK In het jaarverslag Onderwijs wordt een tabel opgenomen met begrote en gerealiseerde inspanning (in uren) t.a.v. de scholingsactiviteiten. Dit wordt uitgesplitst naar elk van de docenten en het overige personeel. Daarnaast wordt het percentage gepromoveerden en de wetenschappelijke productie gepubliceerd. De Raad van Advies en het Docentenoverleg bespreken volgens het rooster de kwaliteit van het personeel en het scholingsbeleid. N.B. Het lijkt logisch om de Curriculumcommissie een rol te geven bij dit facet. Bij de implementatie van het kwaliteitzorgplan bij de Master Actief Leren zijn de plannen om de Curriculumcommissie vanuit de hoogleraren van het Otec (organisatieonderdeel waarbij de opleiding verzorgd wordt). De hoogleraardirecteur van Otec heeft bevoegdheden naar het personeel. Deze kunnen worden gemandateerd naar een decaan of een functionele chef. Om de interne verhoudingen niet te schenden is gekozen voor de Raad van Advies als leading. Deze keuze bevordert dat de vergadering over beleid gaat en niet over individuen.
42
Ter vergadering worden de volgende punten behandeld
checkpunten
De opleiding is aan
Is een verandering
de maat?
noodzakelijk?
Ja/nee
Ja/nee
Ja/nee
Ja/nee
onderwijsprogramma
Ja/nee
Ja/nee
Er is een adequaat personeels- en scholingsbeleid
Ja/nee
Ja/nee
Ja/nee
Ja/nee
Ja/nee
Ja/nee
Ja/nee
Ja/nee
Docenten zijn voldoende onderwijskundig geschoold De inhoudelijke expertise van de docenten sluit aan bij de doelstellingen en eindkwalificaties van het programma De informatievaardigheden van de docenten sluiten aan bij de eisen uit het
Het personeels- en scholingsbeleid bevordert de didactische kwaliteiten van alle individuele docenten De onderwijskundige kwaliteiten van de docenten zijn adequaat en toereikend voor het uitvoeren van het programma en didactisch concept Het personeels- en scholingsbeleid bewaakt en bevordert de didactische kwaliteiten en de onderwijsprestaties van de individuele docenten.
ACT De decaan stelt op basis van de bespreking met de Raad van Advies actiepuntenlijst bij en voert deze uit. PLAN •
De decaan maakt een plan gericht op de kwaliteitsbevordering van het personeel.
•
De decaan geeft aan in hoeverre het plan overeenstemt met ‘hogere’ plannen, zoals het instellingsbeleid of de CAO voor het wetenschappelijk personeel. Aangegeven wordt wat de afstemming is met de reglementering en voorzieningen van de instelling.
•
De decaan maakt een inschatting van de benodigde onderwijskundige en inhoudelijke kwaliteiten.
•
De decaan geeft aan of er organen zijn (bijvoorbeeld ondernemingsraad, universiteitsraad, dienstcommissie) die een rol heeft bij plannen t.a.v. zaken die het personeel aangaan. Aangegeven wordt wat de afstemming is met deze organen.
DO In de jaarbegroting en het jaarverslag van de opleiding wordt een overzicht gegeven van de acties die in dit jaar ondernomen worden t.b.v. het onderhoud en de ontwikkeling van de onderwijskundige kwaliteiten en de inhoudelijke expertise van elk van de docenten en het overige personeel.
43
44
4
Voorzieningen
Bij de materiële voorzieningen gaat het om de omgeving van de student, voor zover het ruimtelijke, materiële en fysieke aspecten van de studie betreft. Men denkt aan boeken, vakliteratuur, wetenschappelijke bronnen, statistische software, beamers, standaardinstrumenten, en dergelijke. De voorziening studiebegeleiding heeft twee varianten: begeleiding door de onderwijsleereenheden (cursussen) en begeleiding door het curriculum. Het lijkt er op dat bij facet zestien de begeleiding door het curriculum centraal staat.
45
F15 Materiële voorzieningen Omschrijving De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Toetspunten •
De onderwijsvoorzieningen waarover de opleiding beschikt zijn toereikend om het programma uit te voeren, ze maken het mogelijk de gekozen werkvormen daadwerkelijk te gebruiken.
•
De voorzieningen op het gebied van de ICT zijn adequaat en toereikend.
Commissies Lead: Raad van Advies Advies: Facultaire opleidingscommissie Beleidscyclus CHECK De Raad van Advies en de Facultaire opleidingscommissie bespreken volgens het rooster met de decaan het onderwijsjaarverslag, de onderwijsbegroting en de actiepuntenlijst. In het onderwijsjaarverslag staat een paragraaf over (de ambitie en de realisatie van de) materiële voorzieningen. Ter vergadering worden de volgende punten behandeld
checkpunten
De opleiding is aan
Is een verandering
de maat?
noodzakelijk?
Ja/nee
Ja/nee
ontwikkelen tot MSc
Ja/nee
Ja/nee
De organisatie van toetsing is adequaat
Ja/nee
Ja/nee
De ruimtelijke omgeving is zodanig dat studenten zich volledig kunnen ontwikkelen tot MSc De materiele omgeving is zodanig dat studenten zich volledig kunnen
Studenten hebben toegang tot wetenschappelijke publicaties
Ja/nee
Ja/nee
Studenten hebben toegang tot vakspecifieke software
Ja/nee
Ja/nee
ACT De decaan stelt op basis van de bespreking met de Raad van Advies de actiepuntenlijst bij en voert deze uit.
46
PLAN •
De decaan beschrijft in een visie op de studie de ruimtelijke omgevingen die de student tijdens de studie nodig heeft om zich ten volle te ontplooien.
•
De decaan beschrijft in een visie op de studie de materiële omgeving die borg staat voor de ontwikkeling naar een Master of Science (professionele en wetenschappelijke bronnen, software, instrumenten, sociale contact).
DO • •
De decaan publiceert de visie op ruimtelijke en materiële omgeving in de studiegids. De decaan maakt via een tabel met toelichting aannemelijk dat de visie gerealiseerd wordt. Deze tabel is geënt op de competentiekaart en operationaliseert de internationale standaarden waaraan de opleiding moet voldoen, voor zover het materiele zaken betreft.
47
F16 Studiebegeleiding Omschrijving De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op studievoortgang. De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten. Toetspunten •
Het studievoortgangregistratiesysteem is effectief en informatief; studenten zijn tijdig geïnformeerd over de eigen studievoortgang.
•
In de studiebegeleiding wordt voldoende aandacht besteed aan de studievoortgang.
•
In het eerste jaar van de bacheloropleiding wordt invulling gegeven aan de selecterende en verwijzende functie van dat jaar; de opleiding brengt een (bindend) studieadvies uit.
•
De studiebegeleiding en de informatievoorziening sluiten aan bij de behoefte van de studenten aan onderwijs.
Commissies Lead: Facultaire opleidingscommissie Advies: Raad van Advies Beleidscyclus CHECK De Facultaire opleidingscommissie en de Raad van Advies bespreken volgens het rooster met de decaan het beleid ten aanzien van begeleiding. In het onderwijsjaarverslag staat een paragraaf over (de ambitie en de realisatie van de) de begeleiding. Ter vergadering worden de volgende punten behandeld
checkpunten
De opleiding is aan
Is een verandering
de maat?
noodzakelijk?
Ja/nee
Ja/nee
gebrek aan personele bezetting
Ja/nee
Ja/nee
Het studievoortgangsysteem is toegankelijk, tijdig, effectief en informatief
Ja/nee
Ja/nee
Ja/nee
Ja/nee
Er wordt voldoende personeel ingezet bij de uitvoering van het onderwijs De wachttijden en doorlooptijden voor studenten worden beïnvloed door een
Het systeem van cursusbegeleiding is toegankelijk, tijdig, effectief en informatief
ACT De decaan stelt op basis van de bespreking met de Facultaire opleidingscommissie en de Raad van Advies de actiepuntenlijst bij en voert deze uit.
48
PLAN •
Studiebegeleiding heeft twee varianten: begeleiding door de onderwijsleereenheden (cursussen) en begeleiding door het curriculum. Het lijkt er op dat bij facet 16 de begeleiding door het curriculum centraal staat.
•
De decaan beschrijft de omvang en aard van de studiebegeleiding die de student tijdens de cursus krijgt aangeboden.
•
De decaan beschrijft hoe beoordelings- en begeleidingsprotocollen daarin een functie vervullen. De omvang wordt ook beschreven in uren docentinspanning.
•
De decaan beschrijft de omvang en aard van de studiebegeleiding die de student tijdens het curriculum krijgt aangeboden zodat deze effectief en efficiënt voltooid kan worden.
•
De decaan beschrijft hoe het studievoortgangregistratiesysteem daarin een functie vervult. De omvang wordt ook beschreven in uren docentinspanning.
DO •
De decaan publiceert de visie op de studie de omvang en aard van de studiebegeleiding in de studiegids.
•
De decaan maakt via een tabel met toelichting aannemelijk dat de visie gerealiseerd wordt. Deze tabel is een bijlage van het onderwijsjaarverslag.
49
50
5
Interne kwaliteitszorg
Bij het onderwerp ‘Interne kwaliteitszorg’ gaat het erom aan te tonen dat de kwaliteit van het onderwijs structureel en systematisch wordt bewaakt en waar nodig verbeterd. De opleiding moet kunnen aantonen dat ze beschikt over een systeem van kwaliteitszorg dat toelaat de beleidscyclus van Plan Do Check act uit te voeren. Dit onderwerp heeft drie facetten.
51
F17 Evaluatie van resultaten Omschrijving De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Toetspunten •
De opleiding voert een periodieke monitoring uit van het onderwijsproces en deveranderingen in de onderwijsomgeving.
•
Bij het monitoren van het onderwijsproces wordt gebruikgemaakt van criteria aan de hand waarvan kan worden vastgesteld of beoogde resultaten zijn bereikt.
Commissies Lead: Raad van Advies Advies: Facultaire opleidingscommissie Beleidscyclus CHECK De decaan vergelijkt de actuele cijfers met de streefcijfers. De Raad van Advies en de Facultaire opleidingscommissie bespreken volgens het rooster met de decaan het onderwijsjaarverslag, de onderwijsbegroting en de actiepuntenlijst. Ter vergadering worden de volgende punten behandeld
checkpunten
De opleiding is aan
Is een verandering
de maat?
noodzakelijk?
Het onderwijsproces word periodiek gemonitord
Ja/nee
Ja/nee
De monitor is volledig
Ja/nee
Ja/nee
Er bestaan criteria en normen
Ja/nee
Ja/nee
Ja/nee
Ja/nee
De normen worden gehanteerd bij de interpretatie van vragenlijstgegeven, doorstroomgegevens, slaagpercentages, e.d.
ACT De decaan stelt op basis van de vergadering een actiepuntenlijst op en voert deze uit.
52
PLAN •
De decaan plant periodieke evaluatie van elke cursus.
•
De decaan formuleert metrieken t.a.v. de doorstroom voor het curriculum en voor de cursus.
•
De decaan formuleert streefcijfers t.a.v. de doorstroom voor het curriculum en voor de cursus.
•
De decaan plant cursusevaluatie via studentbevraging.
•
De decaan formuleert streefcijfers t.a.v. de antwoorden van de studenten.
DO De decaan verzamelt cijfermateriaal.
53
F18 Maatregelen tot verbetering Omschrijving De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan realisatie van de streefdoelen. Toetspunten •
De monitoring leidt tot daadwerkelijke afstemming van het onderwijssysteem op de uitkomsten van die monitoring.
•
Wanneer de beoogde resultaten niet zijn bereikt, worden daadwerkelijk verbeteringen ingezet.
Commissies Lead: Raad van Advies Advies: Facultaire opleidingscommissie Beleidscyclus CHECK De Raad van Advies en de Facultaire opleidingscommissie bespreken volgens het rooster met de decaan het kwaliteitszorgplan en het onderwijsjaarverslag. Ter vergadering worden de volgende punten behandeld
checkpunten
De opleiding is aan
Is een verandering
de maat?
noodzakelijk?
Onderzoek en monitoring leiden tot ingrijpen in het onderwijs
Ja/nee
Ja/nee
Er is werkelijk sprake van een cyclisch kwaliteitszorgproces
Ja/nee
Ja/nee
Er bestaat voldoende ‘verbeter’cultuur bij de opleiding
Ja/nee
Ja/nee
ACT Op basis van de vergadering met de Raad van Advies stelt de decaan een actiepunten lijst op en voert die uit. PLAN De decaan stelt een kwaliteitszorgplan op en voert die uit. DO De decaan voert de maatregelen bij F17 uit en maakt beschrijft hoe evaluatieresultaten leiden tot aanpassingen en bijsturing.
54
55
F19 Betrekken van studenten, alumni en beroepenveld Omschrijving Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Toetspunten •
Bij de monitoring van het onderwijsproces en de veranderingen in de onderwijsomgeving zijn de relevante belanghebbenden betrokken: •
•
medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding.
De opleidingscommissie functioneert adequaat en in overeenstemming met haar wettelijke taken.
Commissies Lead: Raad van Advies Advies: Facultaire opleidingscommissie Beleidscyclus CHECK De Raad van Advies en de Facultaire opleidingscommissie bespreken volgens het rooster met de decaan het kwaliteitszorgplan en het onderwijsjaarverslag. Ter vergadering worden de volgende punten behandeld
checkpunten
De opleiding is aan
Is een verandering
de maat?
noodzakelijk?
Ja/nee
Ja/nee
betrokken
Ja/nee
Ja/nee
De ingestelde commissies voldoen aan de taakstelling t.a.v. kwaliteitszorg
Ja/nee
Ja/nee
Ja/nee
Ja/nee
Alle stakeholders zijn betrokken bij de interne kwaliteitszorg De studenten worden in overeenstemming met de wettelijke voorschriften
Het kwaliteitszorgsysteem is volledig en dekt de kwaliteitszorg als thematiek
ACT Na overleg met Raad van Advies stelt de decaan een actiepunten lijst vast.
56
PLAN •
De decaan stelt de volgende commissies in: •
Facultaire opleidingscommissie
•
Curriculumcommissie
•
Raad van Advies
•
De decaan beschrijft per commissie wat de samenstelling, de onderwerpen van overleg en de
•
De decaan plant in het jaarplan de gelegenheid en de inhoud van de vergaderingen met de
bevoegdheden zijn van de commissie (al dan niet wettelijk aangegeven). Raad van Advies, de Facultaire opleidingscommissie, de Curriculumcommissie en het Docentenoverleg. DO De decaan overlegt periodiek met de commissies aan de hand van een agenda en verslagen.
57
58
6
Resultaten
Uiteindelijk gaat het er om of de beoogde doelstellingen ook gerealiseerd zijn. Dat wordt vastgesteld door de gerealiseerde resultaten te vergelijken met de beoogde resultaten, naar niveau, oriëntatie en domeinspecifieke kenmerken. Daarnaast moeten de rendementen aanvaardbaar zijn. Dit onderwerp heeft twee facetten.
59
F20 Gerealiseerd niveau Omschrijving De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua inhoud, niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Toetspunten •
De eindkwalificaties die de afgestudeerden verworven hebben, komen overeen met de beoogde eindkwalificaties van de opleiding.
•
De inhoud en het niveau van de afstudeerwerken komen overeen met de graad die wordt verleend.
•
Afgestudeerden zijn in voldoende mate in staat om zich te positioneren binnen het domein waarvoor zij zijn opgeleid.
Commissies Lead: Raad van Advies Advies: Curriculumcommissie Beleidscyclus CHECK De Raad van Advies en de Curriculumcommissie bespreken volgens het rooster met de decaan het gerealiseerd niveau. De afstudeerwerken en andere prestaties van studenten zijn uitgangspunt bij de bespreking. Ter vergadering worden de volgende punten behandeld
checkpunten
De opleiding is aan
Is een verandering
de maat?
noodzakelijk?
rechtvaardigen
Ja/nee
Ja/nee
De werkstukken zijn op het niveau van een Master
Ja/nee
Ja/nee
De projecten zijn op het niveau van een Master
Ja/nee
Ja/nee
Ja/nee
Ja/nee
De afgestudeerden functioneren op voldoende niveau om de Master titel te
De afgestudeerden zijn in staat om zich te positioneren in het wetenschappelijk domein en in het vakgebied
ACT De decaan stelt op basis van de bespreking met de Raad van Advies de actiepuntenlijst bij en voert deze uit.
60
PLAN De decaan stelt een gelegenheidscommissie in die onderzoek doet naar het wetenschappelijk niveau van de afgestudeerden. De commissie bestaat uit drie tot vier ter zake deskundigen uit de wetenschap en uit het afnemend veld. DO De decaan organiseert eens in de twee jaar een vergadering waarin de Raad van Advies en de Curriculumcommissie spreken met een aantal afgestudeerden. De decaan organiseert eens in de twee jaar een enquête onderzoek naar het niveau van de opleiding onder de staf en onder afgestudeerden.
61
F21 Onderwijsrendement Omschrijving Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Toetspunten •
De opleiding heeft streefcijfers voor de onderwijsrendementen en de studieduur opgesteld in vergelijking met andere relevante opleidingen.
•
Het onderwijsrendement voldoet aan de streefcijfers van de opleiding.
Commissies Lead: Facultaire opleidingscommissie Advies: Docentenoverleg Beleidscyclus CHECK De decaan vergelijkt regelmatig de actuele kengetallen met de streefcijfers. De decaan bespreekt de tabellen jaarlijks met de Facultaire opleidingscommissie en het Docentenoverleg. Ter vergadering worden de volgende punten behandeld
checkpunten
De opleiding is aan
Is een verandering
de maat?
noodzakelijk?
De streefcijfers voor onderwijsrendement zijn reëel
Ja/nee
Ja/nee
De streefcijfers voor studieduur zijn reëel
Ja/nee
Ja/nee
De streefcijfers voor onderwijsrendement worden behaald
Ja/nee
Ja/nee
De streefcijfers voor studieduur worden behaald
Ja/nee
Ja/nee
ACT De decaan stelt op basis van de bespreking met de Raad van Advies de actiepuntenlijst bij en voert deze uit.
62
PLAN •
De decaan stelt streefcijfers op voor onderwijsrendement.
•
De decaan stelt streefcijfers op voor studieduur.
Deze streefcijfers zijn afgeleid van de wettelijke opdracht aan de Open Universiteit Nederland. Deze streefcijfers zijn in overeenstemming met het interne beleid van de instelling Open Universiteit Nederland. DO De decaan zorgt er voor dat de actuele kengetallen regelmatig worden berekend.
63