Kunstgras Sportvelden In de gemeente Venray
Gemeente Venray Oktober 2013
1
Inhoudsopgave Inleiding
pagina 3
A. Kunstgras als onderdeel van accommodatiebeleid
pagina 5
1. Bijdrage aan gemeentelijk beleid
Pagina 5
2. Inzet middelen door gemeente
pagina 5
3. Noodzakelijkheid versus wenselijkheid
pagina 5
B. Waarom kunstgras?
pagina 6
1. Bespeelbaarheid
pagina 6
2. Multifunctioneel gebruik
pagina 6
3. Ruimere openstelling sportparken
pagina 6
4. Ruimtebeslag
pagina 6
5. Onderhoudskosten
pagina 6
6. Stabielere kwaliteit
pagina 6
7. Ontstaan een ander type vereniging
pagina 6
C. Financiële aspecten kunstgras
pagina 7
D. Bepaling urgentie (noodzaak)
pagina 8
E. Financiering
pagina 10
1. Kunstgras in relatie tot huurtarieven en de huur/exploitatievergoeding
pagina 10
2. Gemeentelijke dekking
pagina 10
Bijlage 1
pagina 12
Bijlage 2
pagina 16
2
Inleiding Sport draagt bij aan een sociale binding, brengt mensen bij elkaar en bevordert het besef van waarden en normen. Om dit te bereiken zijn vitale sportverenigingen noodzakelijk evenals goede sportaccommodaties en sportieve openbare ruimten. Op het gebied van sportaccommodaties gaat er momenteel veel goed in Venray. Venray is goed bedeeld met een ruim aanbod van kwalitatief goede sportaccommodaties. De gemeente heeft verder een actief sportbeleid gericht op breedtesport en legt zich toe op het activeren van alle leeftijdsgroepen om te sporten en te bewegen. Venray heeft een rijk verenigingsleven en een bevlogen maatschappelijk veld. De rol van de gemeente aangaande sportaccommodaties verandert: in toenemende mate is sprake van een eigen verantwoordelijkheid van burgers en verenigingen zelf. Het beheer en de exploitatie van een sportparken en sportaccommodaties is momenteel ondergebracht bij verschillende stichtingen en verenigingen die onafhankelijk van elkaar functioneren. De diverse sporten en de verenigingen die sport bedrijven, ontwikkelen zich voortdurend. Ambities van verenigingen beperken zich niet alleen tot het spelen op een zo hoog mogelijk niveau, maar gaan in veel gevallen verder. Met enige regelmaat worden zodoende ook vragen gesteld, wensen geuit, met betrekking tot de accommodatie. Het spelen op kunstgras is hiervan het meest recente voorbeeld. De ontwikkeling van kunstgras is de afgelopen jaren in een stroomversnelling gekomen. De eerste kunstgrasvelden dateren al van de jaren 80 van de vorige eeuw. Vooral binnen de hockeysport is het gebruik van kunstgras in de afgelopen twee decennia zodanig gemeengoed geworden dat het beoefenen van hockey zonder kunstgras al niet meer denkbaar is. De ontwikkeling van kunstgras gaat snel en beïnvloedt ook de ontwikkeling van de sport zelf. Zo heeft bijv. de introductie van het “volkunststof waterveld” in het hockey gezorgd voor een verhoging van het speltechnische niveau. De laatste jaren is de voetbalsport, in Nederland absoluut de grootste gebruiker van natuurgrassportvelden, enthousiast gemaakt voor het spelen op kunstgras. De doorbraak kwam nadat de FIFA het voetbal op gekwalificeerd kunstgras toestond en vervolgens de KNVB de zgn. ‘Rubber infill’ kunstgrasmat goedkeurde voor voetbalwedstrijden tot en met de hoofdklasse van het amateurvoetbal en het betaald voetbal. Voetbalclubs zetten het kunstgrasveld graag in voor hun trainingen en de wedstrijden van de jeugd, maar ook het spelen van wedstrijden van eerste teams op kunstgras neemt schoorvoetend toe. Naast hockey en voetbal wordt kunstgras ook bij andere sporten in toenemende mate toegepast. Tennis en korfbal maken al veelvuldig gebruik van kunstgras en in het buitenland zijn er ook al rugbyclubs die op kunstgras spelen (in Nederland nog niet). Geconstateerd wordt dat kunstgras een belangrijke bijdrage kan leveren aan de speltechnische ontwikkeling van een sport. Het op een hoger speltechnisch niveau brengen begint al bij de opleiding van jeugdspelers. Deze ontwikkeling komt op natuurgras veel minder tot wasdom. De voordelen van kunstgras (hogere bespelingintensiteit, sportontwikkeling in bepaalde takken van sport, ruimtebesparend) ten opzichte van natuurgras zijn zodanig dat de vraag naar kunstgras in de toekomst alleen nog maar meer zal toenemen. Het geheel verdwijnen van natuurgrasvelden is bij het voetbal nog niet direct aan de orde. Vooral om financiële, organisatorische, maar ook “emotionele“ redenen zal de voetbalsport de komende jaren, naast het kunstgras, ook nog graag gebruik blijven maken van “echt” gras.
3
Naast de ontwikkeling van het kunstgras in de sport is de realisatie van het accommodatiebeleid van de gemeente van belang. In de accommodatienota gemeente Venray 2011-2015 is vastgesteld dat: “Accommodatievraagstukken” op basis van een aantal vragen worden beoordeeld, waardoor initiatieven en initiatiefnemers als het ware worden gefilterd. Deze filters zijn: 1: past het initiatief binnen de gemeentelijke doelen op maatschappelijk terrein (zie ook hoofdstuk A en bijlage 1) 2: toetsing initiatief op draagvlak, behoefte, haalbaarheid en kwaliteit (zie ook bijlage 2) 3: soliditeit initiatiefnemer 4: vervolgfase: uitvoering/realisatie. Meerdere sportverenigingen hebben intussen gevraagd om in aanmerking te komen voor een kunstgrasveld. De kadernota geeft onvoldoende antwoord op de vraag hoe we als gemeente met deze vragen dienen om te gaan. Het is daarom van belang de filters uit de accommodatienota nader te concretiseren. Verder is het ook van belang stil te staan bij de verschillende aspecten met betrekking tot de aanleg van kunstgrasvelden voor de sport en de positieve en negatieve kanten hiervan te belichten.
4
A. Kunstgras als onderdeel van accommodatiebeleid
In het accommodatiebeleid is vastgesteld dat accommodatievraagstukken op drie onderdelen worden getoetst. Voor de eerste toets dienen een drietal vragen te worden beantwoord (zie ook bijlage 1). 1. Bijdrage aan gemeentelijk beleid Verenigingen vervullen een belangrijke sociaal maatschappelijk functie in het dorp. Het is een plek waar mensen elkaar ontmoeten waardoor sociale verbanden ontstaan. Voor het leefklimaat in het dorp zijn zij hierdoor van groot belang. Dorpsbewoners zijn actief als sporter of volgen sportactiviteiten als toeschouwer. Kunstgras kan er toe bijdrage dat de sport voor beiden aantrekkelijk wordt. Het beheer en onderhoud van de buitensportaccommodaties is overgedragen aan de verenigingen zelf of aan beheersstichtingen. Door deze taak uit te voeren mogen zij gezien worden als een verlengstuk van de gemeente en dragen zodoende bij aan de gemeentelijke beleidsdoelen. 2. Inzet gemeentelijke middelen Jaarlijks beslist de gemeenteraad over de inzet van middelen bij het vaststellen van de begroting. Bepaald is dat een vereniging/beheerstichting zelf 1/3 van de investeringslasten voor renovatie/nieuwbouw van sportaccommodaties voor haar rekening neemt. De gemeente draagt 2/3 van de kosten bij. De inbreng van de vereniging kan bestaan uit geld (eigen middelen, sponsoren), bijdrage in natura, of door zelfwerkzaamheid. 3. Noodzaak versus wenselijkheid De vraag naar kunstgras kan zijn ingegeven door een zekere noodzaak of meer een gevolg zijn van de ambitie tot groei en kwaliteitsverbetering. Om voor kunstgras in aanmerking te komen dient sprake te zijn van een bepaalde urgentie. Deze kan onder andere het gevolg zijn van een structureel tekort aan velden (voor wedstrijden en/of training). Voor het bepalen van een capaciteitstekort worden de normen van landelijke sportbond gehanteerd. Verder zal duidelijk moeten zijn dat de landelijke sportbond een uitgesproken voorkeur heeft voor het bedrijven van de sport op kunstgras. Voor de sporten in het kader van deze nota kan het volgende worden gezegd. -
Voetbal: Natuurgras heeft bij veel voetballers en verenigingen de voorkeur. Kunstgras wordt door de KNVB wel toegestaan, maar is niet de norm.
-
Hockey: Hockey wordt bijna alleen nog op kunstgras gespeeld en wordt door de KNHB aanbevolen. Kunstgras is voor deze sport de norm.
-
Tennis: Tennis wordt op diverse ondergronden worden gespeeld, te weten natuurgras, kunststof, of gravel. Voor de tennissport (KNLTB) is kunstgras hierdoor niet de norm
-
Korfbal: Steeds meer verenigingen besluiten op kunstgras te gaan spelen. In de hoogste klassen van deze sport is deze trend heel sterk aanwezig. De KNKV juicht deze ontwikkeling toe. Kunstgras wordt in deze klassen als norm gezien.
5
B. Waarom kunstgras? 1. Bespeelbaarheid De bespelingcapaciteit van kunstgras is in theorie 24 uur per dag, 7 dagen per week. In de praktijk komt dit neer op 4 uur per dag op doordeweekse dagen en 10 uur per dag in de weekenden. Een gebruik van 1200 uur per jaar behoort hierdoor tot de mogelijkheden. Voor natuurgras ligt de maximale capaciteit op 300 uur. Weersinvloeden zijn veel minder van belang bij kunstgras. Kunstgras biedt verder de mogelijkheid om wedstrijd en trainingstijden beter af te stemmen op de leeftijdscategorieën binnen de vereniging en zodoende tot een optimaler gebruik. 2. Multifunctioneler gebruik Een kunstgrasveld biedt mogelijkheden voor een groot aantal andere partijen (onderwijs, jeugd en jongerenwerk, andere sportverenigingen, buurtverenigingen en bedrijven). Een kunstgras sportveld krijgt hierdoor een groter bredere maatschappelijke functie en een groter rendement. 3. Ruimere openstelling sportparken Een kunstgrasveld staat een veelzijdig gebruik toe. Door een verruiming van de openstelling van een park met een kunstgrasveld wordt waarde voor dorp/wijk vergroot. 4. Ruimtebeslag Een kunstgrasveld kan als wedstrijdveld en ook als trainingsveld fungeren. Daar waar een trainingsveld en een wedstrijdveld vervangen wordt door 1 kunstgrasveld ontstaat er een besparing van ongeveer 8000m2 (oppervlakte van een voetbalveld). Deze vrijkomende ruimte kan voor diverse andere doelen (van de vereniging, gemeente of derden) worden ingezet. 5. Onderhoudskosten Kunstgrasvelden zijn duurder in aanleg en in beperkte mate goedkoper in het onderhoud dan natuurgras. In het volgende hoofdstuk zal hier verder op in worden gegaan. Verder zijn de kosten voor groot onderhoud voor kunstgras hoger dan voor natuurgras. 6. Stabielere kwaliteit Kunstgrasvelden heeft bij het juiste onderhoud een constante kwaliteit. Bespelingsintensiteit, weer en kwaliteit spelen zijn minder van invloed. Afgelasting is alleen nog bij extreme weersomstandigheden. 7. Ontstaan van een andere type vereniging Kunstgras biedt groeimogelijkheden voor de vereniging. Tevens kunnen hierdoor ambities om de kwaliteit van de sport/vereniging te verbeteren, worden waargemaakt. 6
C. Financiële aspecten kunstgras Kunstgras is voor wat betreft de aanleg duurder dan natuurgras. Onderstaand volgt een vergelijkend overzicht van de aanleg- en onderhoudskosten van kunstgras- en natuurgras voetbalvelden alsmede de kosten van afschrijving. In dit overzicht is het maximale aantal speeluren (theoretisch) van kunstgras verdisconteerd. De genoemde bedragen zijn richtinggevend (excl. btw). De cijfers zijn afkomstig van het Instituut voor Sportaccommodaties B.V. (Kiwa ISA Sport). Tennis wordt in dit kader buiten beschouwing gelaten. Reden hiervoor is het feit dat deze sport op meerdere ondergronden gespeeld wordt: gravel, (kunst)gras, of kunststof (all weather hard top). Aanlegkosten
voetbal
hockey
natuurgras
€ 75.000
n.v.t.
kunstgras
€ 360.000
€ 275.000
korfbal €
25.000
€
98.000
In dit overzicht zijn de kosten voor hekwerken, verlichting en verhardingen buiten beschouwing gelaten. Onderhoud p/j voetbal natuurgras
€
kunstgras
€
Levensduur*
hockey
15.000 n.v.t. 9.000
voetbal
€
9.000
hockey
korfbal €
6.000
€
4.000
korfbal
natuurgras
25-30 jaar
n.v.t.
25-30 jaar
kunstgras
15 jaar
15 jaar
15 jaar
Bedoeld is de levensduur voor de toplaag. De fundering en ondergrond bij kunstgras gaat in de regel bijna twee keer zo lang mee als de toplaag.
Bij een maximaal, jaarlijks, gebruik levert dit onderstaand beeld voor de jaarlijkse afschrijving op (gemiddelde voor toplaag en fundering/ondergrond te samen). Afschrijving
voetbal
natuurgras
€
kunstgras
€
hockey
5.000 n.v.t. 18.000
€
13.000
korfbal €
1.000
€
4.000
Bestaande verlichtingsinstallaties en hekwerken bij natuurgrasvelden dienen zoveel mogelijk hergebruikt te worden. De kosten voor het aanbrengen van verharding, (her)plaatsen hekwerk, verlichting, verhardingen en overige kosten komen voor rekening van de vereniging. Samenvattend betekent dit dat de aanlegkosten voor kunstgras 3 tot 4 keer zo hoog zijn in vergelijking met natuurgras. De toplaag van kunstgras gaat ongeveer half zo lang mee in vergelijking met natuurgras. De levensduur van de onderlaag is voor beide soorten nagenoeg gelijk. De jaarlijkse afschrijvingskosten voor kunstgras zijn hierdoor aanzienlijk hoger. Dit nadeel wordt een voordeel wanneer één kunstgrasveld wordt aangelegd voor meerdere natuurgrasvelden.
7
D. Bepaling urgentie (noodzaak) Alle natuurgrasvelden vervangen voor kunstgras is natuurlijk niet mogelijk en zeker ook niet noodzakelijk/wenselijk. Om te bepalen of een vereniging/beheerstichting in aanmerking moet komen voor de aanleg van een kunstgrasveld is een transparant afwegingskader nodig. Op basis van de visie, zoals verwoord in de eerste twee hoofdstukken en de bijlagen van deze notitie, kunnen de volgende criteria en puntenwaardering worden benoemd die de mate van urgentie bepaald. Deze criteria vormen een evenwichtig geheel, waarbij een gewogen waardering wordt gegeven aan de verschillende aspecten die bij de urgentiebepaling een rol spelen. Er wordt zodoende gekeken naar objectieve normen vanuit sportbonden, de ambities en omvang van een vereniging, de meerwaarde van een kunstgrasveld voor het dorp, het niveau waarop de standaardteams en/of oude jeugdteams acteren in de competitie, de meerwaarde voor de gemeente en de financiële aspecten die aan de aanleg van een kunstgrasveld zijn verbonden. Een tekort aan wedstrijdvelden op basis van de norm die de eigen sportbond hiervoor hanteert, weegt naar onze mening het zwaarste. Door de aanleg van een kunstgrasveld kan dit tekort deels worden weggewerkt. punten
Beperking
Spelen op kunstgras is de norm in de klasse van het 1 eerste team (senioren)
10
Eerste team (senioren) speelt (tenminste 2 jaar) op het 2 op 1 na hoogste niveau in de competitie
7
p/jaar (max 14 pnt)
Veld wordt ook aantoonbaar gebruikt door andere 3 dorpsorganisaties
7
4 A-jeugd speelt op het hoogste niveau in de competitie
5
p/jaar (max 10 pnt)
Tekort aan tenminste één veld voor wedstrijden volgens 5 de norm van de betreffende sportbond
15
6 Tekort aan veldcapaciteit voor training
1
Uitstel van renovatie is later dan planning volgens
p/veld te kort (max 30 pnt) p/3 uur te kort
7
7 meerjarig onderhoudsplan
p/jaar later (max 14 pnt)
8 Veld wordt ook gebruikt door andere sportverenigingen
3
9 Herbestemming vrijkomende ruimte (wonen, bedrijven)
3
Gem. onderhoudskosten worden door kunstgras met 10 tenminste 25% verlaagd
3
Uitgaande van de visie en criteria, benoemd in de eerste twee hoofdstukken van deze notitie, betekent dit dat een verzoek tot aanleg van een kunstgrasveld tenminste moet voldoen aan de punt 1,2 en 3. Hiermee wordt tot uitdrukking gebracht dat de aanleg van een kunstgrasveld niet alleen een meerwaarde moet hebben voor de vereniging zelf (ambitie en groei naar hoger niveau), maar ook voor anderen. De hoge investering rechtvaardigt dat ook andere organisaties in het dorp maximaal kunnen profiteren van de voorziening. De vereniging die een aanvraag indient, zal dan moeten aantonen, dat andere organisaties/instellingen uit het dorp of elders, belangstelling hebben om het kunstgrasveld te gebruiken. Op basis van een meerjaren onderhoudsplanning wordt in de gemeentebegroting geld gereserveerd voor renovatie van natuurgrasvelden. Op verzoeken tot realisatie van een kunstgrasveld die eerder 8
dan gepland (uitgaande van het meerjarig onderhoudsplan) uitgevoerd zouden moeten worden, worden 10 punten (per jaar) in mindering gebracht. Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een vereniging tenminste 40 punten te scoren. Wanneer meerdere verenigingen gelijktijdig voldoen aan het minimaal te behalen aantal urgentiepunten (40), dan zal voorrang gegeven worden aan de vereniging met het hoogste aantal punten. Is het aantal punten van meerdere verenigingen op één meetmoment 40 of meer en gelijk wat betreft aantal, dan komt de vereniging met het grootste tekort aan wedstrijdvelden als eerste in aanmerking voor subsidie voor het aanleggen van een kunstgrasveld (criterium 1).
9
E. Financiering Kunstgras in relatie tot de huurtarieven en de huur/exploitatievergoeding De gemeente Venray heeft geen vastgesteld tarievenbeleid voor sportaccommodaties. De huurprijzen zijn in veel gevallen historisch bepaald en verschillen per vereniging. Aangezien er geen vastgestelde grondslag ligt onder de huurprijzen is het moeilijk om een huurbedrag vast te stellen. Toch is het alleszins reëel om voor een kunstgrasveld een hoger huurbedrag vast te stellen als het nu geldende tarief. De gebruiksmogelijkheden zijn ook veel groter. Een natuurgrasveld kan zo’n 300 uur worden gebruikt terwijl een kunstgras 600 uur tot “onbeperkt” gebruikt kan worden. Het is dan ook redelijk om voor een kunstgrasveld voorlopig een huurprijs vast te stellen die het dubbele is van de huidige huurprijs. Bij de herziening van de huur/exploitatieovereenkomsten (2019) zal met dit gegeven rekening worden gehouden. Een groot aantal (buiten) sportaccommodaties die eigendom zijn van de gemeente, werden in het verleden verzelfstandigd. De betreffende verenigingen/beheerstichtingen ontvangen op grond van de in dit kader gesloten overeenkomst een huur/exploitatievergoeding ten behoeve van het totale onderhoud van de accommodatie. Verder is met de betreffende verenigingen afgesproken dat renovatie van velden tijdens de looptijd van de overeenkomst voor rekening van de gemeente komt. De huur die de vereniging betaalde in de periode voordat de overeenkomst werd afgesloten, wordt op huur/exploitatievergoeding in mindering gebracht. Deze situatie blijft onveranderd bij realisatie van een kunstgrasveld. Het vastgelegde huurtarief zal voor een kunstgrasveld worden verhoogd. Bij de herziening van de huur/exploitatieovereenkomst in 2019 zal de hogere huur voor een aangelegd kunstgrasveld worden verdisconteerd in de exploitatievergoeding. Deze lagere vergoeding betekent dan een klein voordeel voor de gemeente. Verder zullen de lagere kosten voor onderhoud van een kunstgrasveld worden verdisconteerd in de huur/exploitatievergoeding voor de vereniging. Op grond van landelijke cijfers is er voor een korfbalveld een besparing te realiseren van jaarlijks € 2.000,00 en voor een voetbalveld is dat € 6.000,00.
Gemeentelijke dekking Indien de gemeente besluit kunstgrasvelden aan te leggen, leidt dat tot financiële consequenties voor de gemeente. De stichtingskosten zullen afgedekt moeten worden en er zullen jaarlijkse exploitatielasten ontstaan. De stichtingskosten (incl. BTW) variëren grosso modo van € 120.000 voor korfbal tot € 435.000 voor voetbal. In de “Accommodatienota” is al vastgelegd dat de vereniging zelf 1/3 van de benodigde middelen bijdraagt voor de investering. Het gemeentelijk deel voor de investering (aanleg) van een voetbalveld is zodoende tenminste € 290.000. Voor korfbal is dat € 80.000. De gemeente Venray is eigenaar van de diverse voetbal- hockey- en korfbalvelden. Voor het onderhoud van al deze velden werd in het verleden een huur-/exploitatie overeenkomst afgesloten 10
met de gebruiker, resp. beheerstichting die voor het beheer en onderhoud verantwoordelijk is. Zij ontvangen hiervoor een jaarlijkse vergoeding. Deze vergoeding wordt betaald uit het budget voor accommodatie buitensport (accommodatiebijdrage amateurverenigingen). In de gemeentelijke begroting is een accommodatiefonds opgenomen. Dit incidentele budget mag ingezet worden voor het doen van investeringen ten behoeve van sport- en gemeenschapsaccommodaties. Vanaf 2014 wordt jaarlijks € 60.000 aan dit fonds toegevoegd. Dit beperkte bedrag dwingt ons om hele scherpe keuzes te maken ten aanzien van de uitgaven die uit dit fonds kunnen worden gedaan. Wanneer ook de investeringen voor aanleg van kunstgrasvelden uit dit fonds gedekt moeten worden, komen de overige uitgaven voor gemeenschapshuizen (in veel gevallen ook urgent en noodzakelijk) sterk onder druk te staan. Dit is niet wenselijk. Indien de gemeente besluit om met enige regelmaat kunstgrasvelden aan te leggen, respectievelijk natuurgrasvelden door kunstgras te vervangen, dan zal er budget voor moeten zijn. Uitgaande van de aanleg van tenminste één kunstgrasveld (korfbal) is er tenminste € 80.000 nodig. Rekening houdend met deze hoge investeringskosten en omdat niet duidelijk hoe snel verenigingen voldoen aan de hiervoor gestelde urgentie criteria, is het erg opportuun om hiervoor een speciaal fonds te creëren. Om deze reden wordt voorgesteld dat pas naar financieringsmogelijkheden wordt gezocht op het moment dat een vereniging aan de criteria voldoet. De afschrijving op kunstgrasvelden is aanzienlijk hoger dan voor natuurgras. Het gemeentelijk voordeel (lagere onderhoudskosten) met betrekking tot de huur/exploitatievergoeding, dat ontstaat wanneer een kunstgrasveld wordt aangelegd, zou ingezet kunnen worden om de gemeentelijke afschrijvingslasten voor een deel te dekken. De huidige verzelfstandigingsovereenkomsten lopen tot 2019. In deze overeenkomsten is vastgelegd dat de gemeente verantwoordelijk is voor de renovatie van velden. Een besluit om de subsidieverlening voor de aanleg van kunstgras mogelijk te maken heeft ook gevolgen voor de bedrag dat de gemeente nu reserveert voor afschrijving hiervan. Bij de besluitvorming over een nieuwe overeenkomsten, zullen deze twee aspecten kritisch beoordeeld worden. De consequenties hiervan zullen zo nodig in een nieuwe overeenkomst worden opgenomen. Een vereniging die de grond waarop de accommodatie ligt in eigendom heeft, kan ook in aanmerking komen voor subsidie van een kunstgrasveld voor zover betrekking heeft op de eerste aanleg. De kosten voor het latere onderhoud en vervanging (afschrijving) komen geheel voor rekening van de vereniging.
11
Bijlage 1 Sportbeoefening op kunstgras als onderdeel van accommodatiebeleid. Doelstelling. Enkele jaren geleden is de gemeenteraad de “Kadernota Sport en Bewegen, Gemeenten Venray” vastgesteld. Als uitvloeisel hiervan werd kort hierop ook het Accommodatienota Gemeente Venray 2011 – 2015 vastgesteld. Hieronder wordt duidelijkheid gegeven over de eerste filter zoals verwoord in de accommodatienota. Past de vraag voor een kunstgrasveld in het gemeentelijk beleid? En zo ja, welke (rand)voorwaarden zijn van belang?
Accommodatiebeleid In de accommodatienota is vastgesteld dat “Accommodatievraagstukken” in een aantal fases worden behandeld, waardoor vragen en initiatieven als het ware worden gefilterd. Deze filters zijn: 1: past het binnen het gemeentelijk beleid 2: toetsing initiatief op haalbaarheid 3: soliditeit initiatiefnemer 4: vervolgfase: uitvoering / realisatie De eerste filter betreft het beantwoorden van de vraag of een initiatief past binnen de beleidsdoelen die de gemeente op de diverse (maatschappelijke) beleidsterreinen heeft gesteld. Op grond van dit antwoord kan dan worden bepaald of een accommodatie een instrument moet worden om het beleidsdoel te realiseren. In deze fase wordt ook bekeken wat het mag kosten om de doelen te bereiken, ofwel de hoogte van de in te zetten middelen. Door de tweede filter wordt vervolgens het initiatief zelf getoetst. Daarbij wordt ook in beeld gebracht wat de consequenties hiervan zijn (bijv. financieel, beheer en exploitatie). In het derde filter wordt de vraag beantwoord of de initiërende partij(en) wel voldoende solide is (zijn). Tot slot wordt op basis van bestuurlijke besluitvorming al dan niet overgegaan op realisatie. Van belang op dit moment is een nadere concretisering van filter 1. In de vastgestelde accommodatienota zijn de volgende 3 concretiseringsvragen opgenomen. Filter 1: Aspecten
Concretisering
Score Ja / nee
Waardering en motivatie
Toets aan de
1. Bepalen of dat de activiteiten
beleidsinhoudelijke
van de organisatie(s) bijdragen
Komt de organisatie op dit moment in aanmerking voor subsidie voor
doelen.
aan onze beleidsinhoudelijke
activiteiten?
doelen. 2. Inzet middelen door de
Wat mag het (bereiken van
gemeente
beleidsdoelen) kosten; wat heeft de gemeente er voor over? (Investering en exploitatie)
3. Noodzakelijkheid versus
Wat is minimaal de accommodatie
wenselijkheid
waarin de gemeente wil voorzien? Voor 12
sport zijn landelijke normen opgesteld door de diverse sportbonden die aangesloten zijn bij NOC*NSF Uitwerking toetsing aan beleidsinhoudelijke doelen. Vraag 1: Bijdragen aan beleidsdoelen van de gemeente. Verenigingen vervullen een belangrijke sociaal maatschappelijk functie in het dorp. Het is een plek waar mensen elkaar ontmoeten waardoor sociale verbanden ontstaan. Voor het leefklimaat in het dorp zijn zij hierdoor van groot belang. De meeste sportverenigingen in de gemeente Venray krijgen subsidie voor hun activiteiten. In haar subsidiebeleid richt Venray zich vooral op de breedtesport en niet op stimulering van topsport. Dit neemt niet weg dat incidenteel de helpende hand wordt geboden aan individuele topsporter of verenigingen die over een langer periode topsport bedrijven en die de naam van Venray zodoende op een positieve manier uitdragen, of wanneer er een duidelijk verband is met breedtesport. Ook voor burgers/toeschouwers kan de beleving groter zijn of anderszins aantrekkelijker zijn om naar een wedstrijd van topsporters of topverenigingen te kijken. Het beheer en onderhoud van de buitensportaccommodaties is overgedragen aan de verenigingen zelf of aan beheersstichtingen. Beheersstichtingen ontvangen van de gemeente geen subsidie en zouden bij de inhoudelijke toets voor deze vraag een “nee” scoren. Een accommodatie is een randvoorwaarde om te kunnen sporten. In die zin kan een beheersstichting gezien worden verlengstuk van de sportvereniging (en ook van de gemeente) en draagt ze wel bij aan een beleidsinhoudelijk doel. Vraag 2: Inzet middelen door gemeente Jaarlijks beslist de gemeenteraad over de inzet van middelen bij het vaststellen van de begroting. Uitgangspunt van het gemeentelijk beleid is dat 1/3 van de investeringslasten voor renovatie/nieuwbouw van sportaccommodaties (opstallen, velden, kleedkamers) door de vereniging/beheersstichting moeten worden ingebracht en 2/3 door de gemeente. Kantines worden als een wenselijke (niet noodzakelijke) voorziening beschouwd en dienen derhalve voor 100% door de vereniging te worden gerealiseerd en te worden onderhouden. Aan de hand van de pilots die op dit moment lopen, wordt dit onderdeel nader geconcretiseerd en met uitgangspunten en voorwaarden vastgesteld. Een aantal aspecten kunnen hier al vermeld worden: Voordat instemming wordt verleend aan een investering, moet een vereniging/stichting inzichtelijk maken dat deze 1/3 van de dekkingsmiddelen (in geld, zelfwerkzaamheid of in natura) zelf kan inbrengen. Het 1/3 investeringsdeel dat door verenigingen wordt ingebracht in het noodzakelijke deel van de accommodatie wordt in 30 jaar afgeschreven. Als compensatie hiervoor wordt 1/3 deel van de huur van de accommodatie niet berekend door de gemeente.
13
Vraag 3: Noodzakelijkheid versus wenselijkheid Kunstgras is noodzakelijk indien: 1. Er een structureel capaciteitstekort aan wedstrijd- en trainingscapaciteit is en er zijn in de nabije omgeving geen mogelijkheden om dat capaciteitstekort door medegebruik van anderen op te lossen; 2. de club kan aantonen dat kunstgras voor hun sport de gangbare norm is. Ad1. Een structureel capaciteitstekort betekent dat er tenminste 2 jaar een tekort aan velden is. Hierbij moet rekening worden gehouden met de bevolkingsprognoses of de verwachtingen van de verenigingsgroei op een andere manier. (Bijvoorbeeld een sport die landelijk bekend wordt en daardoor een sterke groei kent).
voor voetbal gelden de normen van de KNVB.
voor hockey gelden de normen van de KNHB.
voor tennis gelden de normen van de KNLTB.
Voor korfbal gelden de normen van de KNKV.
Door de vergrijzing/ontgroening van de samenleving zullen ook sportverenigingen de komende jaren rekening moeten houden met een terugloop van het aantal actieve leden. Het Huis voor de sport becijferd dat de komende jaren nadrukkelijk met dit gegeven rekening dient te worden gehouden. Hierdoor is het niet ondenkbeeldig dat er een overschot aan accommodatiecapaciteit ontstaat. Bij het bepalen van de benodigde capaciteit, het aanleggen/renoveren van velden zal met dit gegeven rekening moeten worden gehouden. Ad2. Voetbal In Venray zijn 7 voetbalaccommodaties en er ligt op dit moment geen enkel kunstgrasveld. Op sportpark Meulebeek in Wanssum is recent het eerste kunstgras voetbalveld aangelegd. Spelen op kunststof is geen noodzakelijkheid (geen norm). Voor voetbal geldt zodoende alleen het capaciteitstekort zoals vastgesteld door de KNVB. Hockey Deze sport heeft op enig moment de overstap gemaakt van hockey op natuurgras naar hockey op kunststof. Het spel werd sneller en technisch werd het spel beter. Op dit moment is het kunstgras in de hockeysport niet meer weg te denken. Voor hockey zijn er zand ingestrooide kunstgrasvelden, watervelden en een combinatie van beiden. Voor het spelen van de hockeysport is een zand ingestrooid veld een noodzakelijkheid. Overige vormen van kunstgras velden zijn wenselijk. Op initiatief van de Hockeyvereniging Venray zijn in het verleden twee kunststofgrasvelden aangelegd. In 2012 heeft de hockeyclub veld 1 volledig gerenoveerd en hiervoor een waterveld aangelegd. Voor de investering hiervan is een gemeentelijke bijdrage verstrekt op basis van de kosten voor een zand-ingestrooid veld.
14
Tennis De tennisaccommodaties in de gemeente Venray zijn geheel op eigen initiatief van de tennisclubs ontstaan. Dit is mede ingegeven door het feit dat de gemeente Venray de tennissport tot voor kort niet als breedtesport heeft gedefinieerd, waardoor er geen rol voor de gemeente was weggelegd bij realisatie van tennisaccommodaties. In de gemeente Venray zijn 6 tennisverenigingen actief. De tennisverenigingen hebben zowel gravelbanen als kunststofbanen. Aanleg, onderhoud en renovatie zijn en worden geheel door de vereniging zelf gerealiseerd. Voor de tennissport is kunststof geen noodzakelijkheid (geen norm). Dus geldt alleen het capaciteitstekort. Korfbal De gemeente Venray heeft 6 korfbalverenigingen. Bij de korfbalsport is het kunstgras sterk in opkomst. Verenigingen die op hoogste landelijk niveau spelen hebben bijna allen een kunststofveld. De sport zit op dit moment op een kantelpunt. Steeds meer verenigingen hebben een kunststofveld en steeds meer verenigingen willen een kunststofveld. Wij willen vaststellen dat een kunstgrasveld norm is voor korfbal op het moment dat het 1e team. De reden hiervoor ligt in het feit dat op het op 1 na hoogste niveau een kunstgrasveld wenselijk is en steeds meer noodzakelijk wordt geacht. Door dit uitgangspunt wordt tevens recht gedaan aan het gegeven dat Venray in principe geen topsportbeleid wil voeren, maar waar mogelijk verenigingen toch wil faciliteren wanneer die al langere tijd op dit hoge niveau spelen. Bekend is dat een aantal Venrayse korfbalverenigingen de ambitie hebben om op het hoogste (landelijke) niveau te spelen en die dit ook zo in een meer jaren beleidsplan voor de jeugd en/of senioren hebben vastgelegd. Voor het spelen op een hoog niveau is het noodzakelijk dat ook de jeugd een goede opleiding kan worden geboden. Door het ontbreken van kunstgras wordt deze stap naar boven bemoeilijkt.
15
Bijlage 2 Kunstgras in relatie tot sportbeleid/ruimtelijk beleid Naast het aspect “wenselijkheid/noodzakelijkheid” zijn echter nog een aantal aspecten die van belang zijn bij de afweging om kunstgras wel/niet aan te leggen. Deels vormen deze een aanvulling op de hierboven genoemde punten.
Bespelingcapaciteit. De bespelingintensiteit heeft natuurlijk een sterke relatie met het eventuele capaciteitstekort. Daarom is de volgende informatie van belang. De bespelingcapaciteit van kunstgras is, mits voorzien van veldverlichting, in theorie 24 uur per dag, 7 dagen per week. In de praktijk lijkt een minimaal gebruik van 1200 uur per jaar voor verenigingsgebruik een redelijk uitgangspunt. Dit komt neer op een gebruik van 4 uur per dag op de doordeweekse dagen en 10 uur in het weekend. En dit gedurende 40 weken per jaar. Een natuurgras wedstrijdveld heeft een cultuur technische capaciteit van 300 uur per jaar en kan de hele zomer in verband met het natuurlijke herstel niet gebruikt worden (6 – 8 weken). (Cultuur technische capaciteit = de belasting die een veld aan kan, zonder dat het kaal gespeeld wordt). De trainingsvelden worden veel meer dan 300 uur bespeeld, soms wel twee tot drie keer zo veel. Deze velden zijn dan ook kaal gespeeld aan het einde van de winter. De velden kunnen dan nog wel gebruikt worden, maar ze zijn niet meer groen. Deze kaal gespeelde velden herstellen zich weer in de zomermaanden als ze niet worden gebruikt. Mits goed onderhouden, geeft kunstgras een optimale constante kwaliteit gedurende het hele jaar door. Het weer heeft nauwelijks invloed op de bespeelbaarheid van het veld. De regen is dus geen spelbreker meer en het aantal afgelastingen neemt sterk af. Alleen in extreme situaties bij vorst en bij sneeuw, mag het veld niet worden gebruikt. Een vereniging hoeft bij slechte weersomstandigheden voor wedstrijden en trainingen veel minder snel uit te wijken naar een binnen accommodatie. Dit levert de vereniging zodoende een financieel voordeel op (zaalhuur). Een bijkomend voordeel is dat de aanwezigheid van een kunstgrasveld op een complex ook de overbelasting van de andere natuurgrasvelden kan verminderen door bij bijv. slechte weersomstandigheden de natuurgrasvelden extra te ontzien en het kunstgrasveld extra intensief te gebruiken. Theoretisch, uitgaande van de belasting in uren, heeft een kunstgrasveld de capaciteit van 4 natuurgrasvelden. In de praktijk ligt dat echter omwille van organisatorische mogelijkheden anders. Vooral de voetbalsport hanteert wedstrijd- en trainingsschema’s met een beperkte spreiding van wedstrijden. Binnen de competitieregels is er dan te weinig tijd beschikbaar om alle wedstrijden te laten spelen op een beperkt aantal velden. Als die regels aangepast worden, ontstaat er meer ruimte om die wedstrijden te plannen en kan men met minder velden toe. De voetbalverenigingen die zelf bereid zijn tot een grotere spreiding van wedstrijden, krijgen daarvoor vooralsnog niet de medewerking van de KNVB. Binnen de hockeysport heeft de aanleg van kunstgras direct geleid tot een herverdeling van trainingstijden en speeltijden met als gevolg een optimaler gebruik van de velden. Kunstgras was
16
en is nog schaars. Omdat men toch iedereen wilde laten spelen heeft de hockeybond de wedstrijdtijden verruimd. Korfbal wordt in twee competities gespeeld, te weten een zaalcompetitie (november tot en met april) en een veldcompetitie (september-oktober en april-juni). Een korfbalveld zal hierdoor een aantal maanden niet bespeeld worden.
Multifunctioneel gebruik De laatste jaren zijn er steeds meer sportverenigingen die (al dan niet projectmatig) de poorten letterlijk en figuurlijk openen en hun sportaccommodatie open stellen voor allerlei andere maatschappelijke doelstellingen. Verenigingen maken van hun accommodatie zodoende een ‘open sportcentrum’. In zo’n open sportcentrum bieden verschillende partijen, zoals onderwijs, kinderopvang, jongerenwerk en andere sportverenigingen, sportieve/recreatieve activiteiten aan. De sportaccommodatie krijgt op deze wijze een bredere maatschappelijke functie. De Gemeente Venray waardeert deze ontwikkeling en heeft binnen haar reguliere subsidieregels beperkte mogelijkheden om deze initiatieven te ondersteunen. Een kunstgrasveld is voor meer sport- en spelactiviteiten inzetbaar en niet dan alleen voor de sport waarvoor het is aangelegd. Scholen, kinderopvang, welzijnswerk, buurtactiviteiten etc., kunnen gebruik maken van het veld zonder dat het inboet aan kwaliteit. Natuurgrasvelden raken sneller beschadigd en kunnen minder intensief ingezet worden. Het is ook mogelijk om meerdere belijningen aan te brengen op een veld zodat er, net zoals in een sporthal, meerdere sporten hun trainingen/wedstrijden op kunnen spelen. Een voorbeeld hiervan is in Den Bosch waar op sportpark de Groote Wielen een korfbal/tennisveld is aangelegd.
Ruimere openstelling sportparken In de landelijke ontwikkeling komt naar voren dat sportparken meer open en transparant moeten zijn en open moeten zijn voor de bevolking. Uitbreiding van de openstelling van de gemeentelijke sportparken wordt nagestreefd. Dit versterkt het veelzijdige karakter van het sportpark voor de buurt en wijk. Het biedt een uitbreiding aan de (sportieve) recreatiemogelijkheden voor de inwoners. De invulling van deze extra uren kan door de sportvereniging of de omliggende scholen voor buitengymnastiek worden ingevuld.
Ruimtebesparing. Een kunstgrasveld kan als wedstrijdveld maar ook als trainingsveld fungeren. Daar waar een trainingsveld en een wedstrijdveld vervangen wordt door 1 kunstgrasveld ontstaat er een besparing van ongeveer 8000m2 (oppervlakte van een voetbalveld). Wanneer een kunstgrasveld wordt aangelegd ter vervanging van drie natuurgras velden, is dat uiteraard het dubbele. De aanleg van kunstgras bespaart dus ruimte. Die ruimtewinst kan op verschillende manieren ingezet worden:
17
Ruimte voor het creëren van een breder sportaanbod op de betreffende locatie, bijv. door andere sportvoorzieningen toe te voegen.
Ruimte voor samenwerking met andere verenigingen door het creëren van extra capaciteit.
Het herbestemmen van de vrijkomende ruimte voor andere maatschappelijke activiteiten die enige samenhang hebben met de sportactiviteiten (onderwijs, gezondheid, maatschappelijk werk, etc.)
Herbestemming van vrijkomende ruimte voor andere niet sport gerelateerde doeleinden (wonen, bedrijvigheid, etc.)
Op basis van het hierboven genoemde zijn bij de afweging wel/geen aanleg kunstgras de volgende algemene uitgangspunten van toepassing: 1. Kunstgras is noodzakelijk indien: - Er een structureel capaciteitstekort is aan wedstrijd- en trainingsvelden en er in de directe omgeving geen mogelijkheden zijn om dat capaciteitstekort door medegebruik op te lossen; - De club kan aantonen dat kunstgras voor hun sport de gangbare norm is. 2. De bespelingintensiteit van het nieuwe kunstgrasveld is tenminste 1200 uur per jaar voor de voetbal en hockey; Voor korfbal is deze tenminste 600 uur. 3. Het veld wordt ook voor andere sportverenigingen en/of, niet verenigingsactiviteiten ingezet; We willen met de verenigingen afspraken maken over de wijze waarop deze doelstelling ingevuld kan worden. Doordat ook derden een beroep kunnen doen op het gebruik van de kunstgrasvelden buiten de verenigingsuren vraagt dit een flexibele opstelling van de vereniging. Derden zijn namelijk afhankelijk van hun medewerking bij het gebruik van het complex. Over openingstijden, sleutelbeheer en verantwoordelijkheid bij eventuele schades dienen vooraf goede afspraken te worden gemaakt. 4. Wordt door aanleg van een kunstgrasveld ruimte vrijgemaakt die noodzakelijk is verband met andere planologische ontwikkelingen?
18