Kop van Zuid en Las Palmas gebouw te Rotterdam Architectonisch ontwerpen II AR3Ar070
juni 2007
Jurrijn Tack
b1130315
Inleiding Begin april 2007 is het nieuwe fotomuseum geopend in het voormalig werkplaatsgebouw van de Holland Amerika-lijn, Las Palmas, aan de Wilhelminapier in de kop van zuid te Rotterdam. Het gebouw is weliswaar geen monument maar heeft wel mede door de transformaties in het gebied een nieuwe betekenis in de stedelijke context gekregen. Op dit moment zijn de verbouwingen gereed. De Kop van Zuid is een interessant deel van de stad omdat er veel herstructurering afgelopen jaren heeft plaatsgevonden waarbij een aan verloedering onderhevig havengebied weer tot een nieuw en gevarieerd deel van de stad is geworden. Maar of de ingrepen daartoe werkelijk tot verbetering heeft geleid wil ik aan de hand van een aantal thema’s wil ik onderzoeken. Daarnaast wordt ingegaan welke ideeën en concepten ten grondslag liggen aan zowel de oorspronkelijk plannen als beide interventies van het Las Palmas gebouw en de kop van zuid. Ook de noodzaak van de interventies in relatie met de oorspronkelijke plannen met andere plannen wil ik onderzoeken. Tot slot geef ik nog een korte visie over een waardestelling methode matrix gerelateerd aan de een beschrijving van een monument alvorens deze de status van monument kan krijgen. Hiervoor heb ik de tekst van het Museum Boijmans van Beuningen gebruikt.
De kop van zuid
(afbeelding: ligging Kop van Zuid, www.rotterdam.nl)
(foto: luchtfoto, www.rotterdam.nl)
Het gebied ligt aan de linker oever van de Maas waarbij de laatste kwart van de 19de eeuw met de aanleg van havens en diverse infrastructuur belangrijk zijn geweest voor de groei van de stad. Opvallend is dat het gebied wordt gekarakteriseerd door de omslotenheid van de Maas en de grote havenbekkens.
Analyse Historische structuur en oorspronkelijk concept: Doel is om te kijken naar de verkaveling en bebouwing van historische plannen om te zien of hierop is voortgebouwd. Op schets 1 is te zien dat de structuur van de Kop van Zuid in het noordelijk deel overeenkomt met de lijn van het plan van stedenbouwkundige Rose in 1862. De stad moest uitbreiden wegens de gezondheidsproblematiek. Hiervoor is het plan water project opgezet om ziekten als Cholera een halt te doen toeroepen. i Een van de maatregelen die werden getroffen is de bouw van een pesthuis aan de zuidzijde. Dit plan is echter niet tot uitvoering gekomen. Wel de aanleg van een haven en woningbouw op het Noordereiland. Waarom Op schets 2 is het Plan van Rose gelegd op het uitbreidingplan uit 1874. Kenmerkend aan dit plan was de aanleg van de spoorlijn naar Dordrecht die in het midden van de as van het plan van Rose loopt. Infrastructuur: Spoorwegen en water [1907] &[2007:
Foto: WIlheminapier, www.fotomuseum.nl
Omdat havenactiviteiten worden gekenmerkt door scheepvaart en overslag heb ik gekozen om te kijken naar de verandering in infrastructuur immers woningbouw vraagt om straten in plaats van spoorlijnen. Heel veel schepen bevoeren het water waardoor het nu zelfs erg open lijkt. De wilhelminapier werd gekarakteriseerd door loodsachtige gebouwen die in drie stroken over de pier zijn verdeeld. Opvallend is de bouw van de tunnels onder de Nieuwe Maas ten behoeve van spoorweg en metro. En daarnaast de Erasmusbrug, inmiddels stadsicoon geworden, die een nieuw verbindend element moet worden zijn om Rotterdam Noord met Zuid te verbinden.
Hi st or i schest r uct uur | Oor spr onkel i j kconcept
schet s1:ver kavel i ngi nca. 1839 schaal :1: 10. 000
s c het s2:Pl anRos eui t1862enui t br ei di ngs pl an1874,s c haal :1: 20000
I nf r ast r uct uur :Spoor wegen&wat er[ 1907] Maas s t at i on
schaal :1: 20. 000
I nf r ast r uct uur :Wegen[ 2007]
schaal :1: 50. 000
I nf r ast r uct uur :Spoor wegen[ 2007]
schaal :1: 50. 000
Oriëntatie: Doel is om inzicht te krijgen in de oriëntatie van het gebied. Uit het onderdeel historische verkavelingsstructuur bleek de richting van het straten ook van noord west naar zuid oost te zijn gericht. Daarnaast lijken de hoofdontsluitingswegen zijn de Laan van Zuid en de Rosestraat evenwijdig te lopen met de buitenste assen van het van plan van Rose uit 1862. Ook opvallend is dat op de gedempte spoorweg haven woningen staan, die tevens georiënteerd zijn op zuidelijke as van de driehoek. Ook het Unilevergebouw loopt evenwijdig met de buitenste as van het van Rose. Vanaf de binnenstad benaderd gezien valt ook op dat de doorgaande weg zowel bij de Erasmusbrug en Willemsbrug een slinger maakt. Functie: Het gebied wordt gekenmerkt door gemengde functies en veel woningbouw tussen de Laan op Zuid en Rosestraat. De Wilhelminapier heeft een eigen karakter met relatief veel kantoorfuncties en hoogbouw. De openbare voorzieningen van de wijk zijn gelegen in een zijstraat van de Laan op zuid die wordt gekenmerkt door grote woonblokken met op de plint deels commerciële functies.
Open/gesloten: Doel van analyse: Inzicht in de opbouw van het huidige straatprofiel van de twee belangrijke ontsluitingswegen: Laan op Zuid en Rosestraat. Deze lijken zeer breed. De vraag is in hoeverre dit niet scheidend werkt. Uit de schets van de van het open en gesloten blijkt dat aan de zuidzijde waar de Rosestraat en Laan op zuid elkaar kruisen een grote ruimte ontstaat waarbij je nauwelijks meer contact voelt met de overkant. Vooral de diverse spoorlijnen zijn een opstakel. Het lijkt wel alsof het spoor net te vroeg in de Rosestraat boven de grond komt want hierdoor ontstaat een scheiding met de het gebiedje ten oosten van het spoor.
Or i ënt at i e
D E A F
B C schaal :1: 10. 000
Funct i es
Sc haal :1: 20. 000
Open/ Gesl ot en
schaal :1: 10. 000
Schaal&Or i ënt at i e:LaanopZui d
schaal :1: 1000
Schaal&Or i ënt at i e:Rosest r aat
schaal :1: 1000
Schaal&Or i ënt at i e:Wi l hel mi napi er
Lux or t heat er
Mont ev i dep
Cel ebes
KPNgebouw
schaal :1: 2500
l aspal mas
Cr ui s et er mi nal
Hot el NewYor k
Wor l dPor tCent r e
Schaal&Or i ënt at i e:Wi l hel mi napi er
schaal :1: 2500
Schaal en oriëntatie:
Foto: Wilhelminaplein, Laan op Zuid (noord)
Foto: Laan op Zuid (midden)
Foto: Laan op zuid (zuid)
Doorsneden aangegeven op schets oriëntatie. [A] Laan op zuid noord: Dit deel valt op doordat er aan weerszijden van de straat water is gelegen. Ook de schaal van de gebouwen op het wilhelminaplein geeft een duidelijk accent aan de kop van de laan. [B] Laan op zuid midden: Kenmerkend is de tramlijn met nog jonge beplanting. [C] Laan op Zuid zuid: Veel tramsporen werken scheidend.
Foto: Rosestraat (noord)
Foto: Rosestraat (midden)
Foto: Rosestraat (zuid)
[D] Rosestraat noord: Vrij breed plein met parkeerplaatsen. [E] Rosestraat midden: De lange gesloten gevelwand van een woongebouw (de Peperklip) geeft de straat een monotoon karakter [F] Rosestraat zuid: Het spoor zorgt voor een scheiding waarbij weinig doorgangen zijn.
[ Foto: Hotel New york
Foto: Cruise terminal
Omdat er een opmerkelijk groot is het hoogteverschil van bebouwing op de Wilhemina-pier wil ik deze verder onderzoeken. Gekenmerkt bebouwing met drie stroken lijkt de middelste strook met historische bebouwing als het Las palmas gebouw en het Celebesgebouw te willen respecteren. Opvallend lopen de gevellijnen van de middelste strook niet parallel. Waar deze van afgeleid zijn is niet meer te achterhalen. Vermoedelijk dat er meerder spoorlijnen naast elkaar liepen op de pier. Ook hotel New York ligt net wat verder dan het gebouw van Montevideo en Worldport centre. Een onderling verband tussen de hoogten van de gebouwen is niet te achter halen.
Concept :Tr ansf or mat i e CENTRUM CENTRUM
ZUI D
s c het s2:c onc eptaans l ui t i ngopbi nnens t ad,s c haal 1: 50. 000
Sc het s :c onc eptt r anf or mat i e,s c haal :1: 20. 000
Interventie Omdat de havenactiviteiten naar het westen trokken is het gebied sinds de 70’er jaren steeds meer in verval geraakt. Riek Bakker en Teun Koolhaas hebben begin jaren ‘90 het masterplan opgezet voor de herstructurering van de Kop van Zuid. Wat meteen opvalt, is dat een deel van de Spoorweghaven is gedempt en meer ruimte voor woningbouw en bedrijven te is geven. Daarnaast zijn er twee nieuwe verbindingen gekomen; de Erasmusbrug en de Caland metrolijn. Voor de spoorbruggen is een tunnel in de plaats gekomen. Ook opvallend zijn grote contrasten tussen hoog en laagbouw. Er blijkt ook voort te worden gebouwd op een eerder plan van de Stedenbouwkunde Rose. Waarbij de as van de zuidzijde van de driehoek domineert en daaraan gelegen de Laan op Zuid is aangelegd. Het havengebied is getransformeerd naar een wijk met veel woningbouw en rond het Wilhelminaplein ook kantoren.
Conclusie Er blijken weldegelijk nog delen te zijn die zeker nog aanpak behoeven. Dit zijn vooral de Laan op zuid en de Rosestraat. Uit de doorsneden blijken er grote verschillen te zitten in karakterisering. Hoe zuidelijker men komt hoe meer ongedefinieerd de ruimten worden en daarmee eigenlijk nog steeds een gat ontstaat met het zuidelijkere deel van Rotterdam-Zuid en geen sprake is van een goede aansluiting van het centrum aan de noordoever en Rotterdam-Zuid. Wel heeft de Kop van Zuid een eigen identiteit ontwikkeld voornamelijk in het gebied tussen de Rosestraat en Laan op Zuid. Het thema water speelt een grote rol in het behoud van karakter.
Las Palmas Het gebouw ligt aan de centrale as op de pier omringt door hoogbouw. Sinds april 2007 is het Nederlands fotomuseum er gehuisvest. Daarnaast zijn er een twee culturele instellingen, een groot visrestaurant en kantoren gehuisvest. Architectenbureau Benthem en Crouwel hebben het herontwerp gemaakt.
Analyse Draagstructuur/constructie:
Foto: ingang Fotomuseum
Opvallend zijn de paddenstoel vloeren en kolommen die naarmate men een verdieping hoger komt slanker worden. De afstand tussen de gevel en de kolommen lopen taps af. Dit is ook al opgemerkt bij de oriëntatie van de gevellijnen op de Wilheminapier.
Dr aagst r uct uur / const r uct i e
Sc haal :1: 500
Proporties:
Foto: Gevel Rijnhaven
Foto: Hoofdingang
Foto: Oostgevel
Kenmerkend aan het volume is de toevoeging van een zogenaamde strip penthouses. Deze staat los van het dak waardoor het nog hoger ligt en het uitzicht nog weidser is kijkend over de Cruise terminal. De afgeronde vorm komt vermoedelijk voort van een schoorsteen. Ook de bakstenen gevel op de begane grond is kenmerkend met afgeronde hoeken. Zo ontstaat er een driedeling. De breedte van de opbouw komt voort uit de diepte van de bestaande stijgkern. Routing: Opvallend zijn de hoeveelheid nieuwe trappen. Allereerst in het fotomuseum. Daar is de vloer opengebroken en is een lange trap aangebracht. Voor de kantoren op de tweede en derde verdieping is de koker van de bestaande goederen lift gebruikt. Deze lift is dan ook niet te gebruiken voor bezoekers van het Fotomuseum.
Kleur/materiaal: Opvallend is het andere type glas hetgeen een veel hardere indruk geeft. Ook de verandering van de licht rode kleur geeft de gevel een ander karakter. De gevels zijn hersteld en opnieuw gewit, wat een botox-achtige uitstraling geeft. De opbouw een duidelijk high-tech karakter vanwege de metalen gevelbekleding en veel glas.
Rout i ng
Pr opor t i es/ Mat er i al i sat i e
Sc haal :1: 500
Functie: Een van de grootste verandering in het gebouw is dat er nu meerdere bedrijven zijn gehuisvest. Met name op de begane grond en eerste verdieping komt dit tot uitring. Meerdere toegangen onderdelen/organisaties. Daarom is het een interessant onderdeel om te bestuderen. Opvallend is de grote verscheidenheid aan nieuwe functies. Op de eerste verdieping is het fotoarchief gehuisvest, wat een gesloten karakter geeft. Op de derde verdieping zijn de koelinstallaties achter de bestaande betonnen lamellen geplaatst.
Oorspronkelijk plan
foto: Las Palmas in aanbouw in 1952, (Gierstberg et al., p.101) Foto: Westgevel, (Coloutti)
De bombardementen aan het begin van de tweede Wereldoorlog troffen ook een groot deel van de Wilhelminakade. Na de oorlog gaf de rederij Holland Amerika opdracht voor nieuwbouw of beter gezegd, herbouw van haar panden. Een aankomsthal en loodsen waren het resultaat. De laatste van deze wederopbouwpanden van de rederij was het werkplaatsengebouw en gebouwd in 1953. Van den Broek en Bakema hebben het ontwerp gemaakt.
Funct i es:Beganegr ond
Sc haal :1: 500
Funct i es:Ver di epi ng
Sc haal :1: 500
Kenmerkend aan het gebouw zijn de grote vrije ruimten en het grid van de kolommen en daarbij de grote raamopening waardoor relatief veel licht naar binnenkwam. De raamprofielen waren smal gedetailleerd. Op de begane grond waren veel openingen om vracht makkelijk naar beide kades te kunnen laden en lossen.
Andere ontwerpprincipes gerelateerd aan het oorspronkelijke plan
Foto: Celebes gebouw
Foto: Van Nelle fabriek, gevel , (archined.nl)
Foto: Van Nelle fabriek, kolommen, (archined.nl )
Om te zien of er generieke keuzes zijn gemaakt ten aanzien van het ontwerp is gekeken naar een ander project met deels dezelfde kenmerken. Ook bij de van Nellefabriek ontworpen door Brinkman en v.d. Vlugt is gebruik gemaakt van grote raamopeningen en paddenstoelvloeren. Echter heeft dit gebouw een andere hele andere volumes. Een ander gebouw wat typologisch als referentie gezien kan worden is het Celebesgebouw. Dit gebouw op de Wilhelminapier vertoont een overeenkomstige massa.
Interventie Meteen valt op dat er op het dak een opbouw is geplaatst. De nadruk bij deze interventie was dat er andere functies in het gebouw moesten komen. De kenmerkende corridor op de begane grond is intact gelaten en zelfs meer open gemaakt. Van de interne structuur van de binnenwanden is weinig meer over alleen de stijgkern met de lift ten behoeve van de kantoren is behouden.
Conclusie Vanwege een totaal andere functie waarbij het Nederlands fotomuseum waarbij een fotoarchief en dus gesloten donkere ruimten moeten worden bewaard, contrasteert dit met de oorspronkelijke kenmerken van het gebouw vanwege de transparantie. Er is een breuk opgetreden. De gevels blijken vrijwel onveranderd alleen de rode kleur van de kozijnen geeft een ander karakter. Het gebruik van meerdere doelgroepen zorgt voor meerdere ingangen en de enorme opbouw is losgeplaatst waardoor het een las Palmas gebouw een nog prominenter aanwezig is op de Pier, echter door de vele hoogbouw en te verwachten hoogbouw op de pier toch op aanwezigheid te gaan verliezen. De relatief lage middenstrook zorgt voor een menselijke maat.
Waardestellende matrix Ù Monumentenbeschrijving Het doel is om te onderzoeken van de mogelijk- en onmogelijkheden om een monumentenbeschrijving in een waardestellende matrix te plaatsen. Dit zijn twee verschillende manieren van benaderen voor een waardestelling van een monument. Om gelijk visueel een verschil te noemen kan worden gezegd dat de matrix veel sneller en op verschillende thematieken en schaalnivo’s inzicht kan worden gekregen in een bepaalde waarde. Beperkend kan worden gezien de vrijheid die geschreven tekst biedt met als voordeel dieper op een specifiek onderdeel in te gaan. In het schema bleken grote delen die niet in de monumenten beschrijving te zijn opgenomen (zie bijlage I). Vooral de ruimtelijke en functionele kwaliteiten kwamen niet aanbod hetgeen weldegelijk van waarde kan zijn voor herbestemming van een monument. De monumentenbeschrijving legt kennelijk de nadruk op vooral de venustas kant. Ook een deel werd nauwkeurig beschreven over een nabij gelegen kantoorpand. Deze was niet onder te brengen in de matrix. Deze gaat meer in op de straat en wijk. Een Interessante mogelijkheid van de matrix kan zijn dat je het aan een database kunt koppelen waaraan de thema’s als geschiedenis en oeuvres van architecten mogelijk relaties aan elkaar te relateren zijn.
Literatuur: Ondelegger kaart 1907: Paul van de Laar, Mies van Jaarsveld, Historische atlas van Rotterdam, De groei van de stad in beeld (Amsterdam, 2006) Onderlegger Plan Rose 1862, plan uit 1830: Umberto Barbieri et al, De kop van zuid, ontwerp en onderzoek, (Rotterdam 1982) Frits Gierstberg, Ruud Visschedijk, Las Palmas, cultuurpakhuis op de Kop van Zuid, (Rotterdam 2007) Diverse tekeningen van Las Palmas getekend door architectenbureau van den Broek en Bakema, jaar onbekend Ferrucio Colautti, .Presentatie Las Palmas, Tecnnische studies I – MSc1 – AR1A020^Ar Foto’s: Jurrijn Tack, tenzij anders staat vermeld Websites: http://www.benthemcrouwel.nl/portal_presentation/culture/las-palmas http://www.laspalmascultuur.nl http://earth.google.com/ http://www.rotterdam.nl http://www.archined.nl
Eindnoten: i
Umberto Barbieri et al., De kop van Zuid ontwerp en onderzoek (Rotterdam 1982) p.106
Waardestellende methode matrix
utilitas
algemeen
kernbegrip
context
locatie
kavel
object
plattegrond stad
plattegrond
plattegrond wijk
plattegrond straat
plattegrond kavel
plattegrond gebouw
functionaliteit gebouw typologie
functie massa
markante hoofdfuncties
functies bebouwing
functies bouwvolume
functies interne ruimten
fundamentele constuctie details
CU_1
LU_1
KU_1
OU_1
DU_1
AU_1 betekenis voor stad/regio
functie ruimte
AU_2 functioneel netwerk
infrastructuur
AU_3
detail
hoofd groen/water/plein
inrichting ruimte
inrichting kavel
ondersteunende functies
fundamentele niet-constr. det.
CU_2
LU2
KU_2
OU_2
DU_2
hoofdwegen en inrichting
verkeersstromen-richting
routing op kavel
ontsluiting, routing
fundamentele details: installaties
CU_3
LU_3
KU_3
OU_3
DU_3 additionele conceptruele details DU_4 additionele decoratieve details DU_5 additionele details: inrichting DU_6
firmitas
doorsnede materiaal gebouwtypologie
beschrijving massa
AF_1 ensemble
beschrijving ruimte
AF_2 verkaveling materialisatie
stedelijke doorsnede
straatprofiel
doorsnede object en kavel
doorsnede interne ruimten
overheersende afmetingen
afmetingen aangrenzende bebouwing
afmetingen object
afmetingen primaire ruimten
materiaaltoepassing
CF_1
LF_1
KF_1
OF_1
DF_1
omvang openbareruimte
afmetingen aangrenzende bebouwing
afmeting kavel
afmetingen secundaire ruimten
constructiewijze
CF_2
LF_2
KF_2
OF_2
DF_2
verkavelwijze
vormbepaling kavel
vormbepaling object
vormbepaling ruimten
afwerking
CF_3
LF_3
KF_3
OF_3
DF_3
markante materialisatie
gevels aangrenzende bebouwing
gevelconcept object
materialistie interne ruimten
inrichting
CF_4
LF_4
KF_4
OF_4
DF_4 kunsttoepassing DF_5
venustas
stroming
gebruikskarakter
karakter van de wijk CV_1
LV_1
KV_1
OV_1
DV_1
herkenbaarheid
materialisatie vs. karakter
materialisatie vs. karakter
materialisatie vs. karakter
materialisatie vs. karakter
materialisatie vs. karakter
CV_2
LV_2
KV_2
OV_2
DV_2
tijdsgeest
overheersende bouwperiode
materialisatie vs. bouwperiode
gevelconcept vs. bouwperiode
technische mogelijkheden
technische mogelijkheden
CV_3
LV_3
KV_3
OV_3
DV_3
AV_1 stijl AV_2 oeuvre architect AV_3 opdrachtgever/aannemer
typologie
AV_4 toeg.: openbaar-prive morfologische structuur functionele structuur overige structuren
karakter van de straat
karakter van de kavel
karakter interne ruimten
karakter details
bebouwingstypologie
bebouwingstypologie
terugkomende vormen
typologie interne ruimten
samenhang details
CV_4
LV_4
KV_4
OV_4
DV_4
overgang-wijkstraat
overgang straat-kavel
overgang kavel-object
overgang ingang-interne ruimten
CV_5
LV_5
KV_5
OV_5
ruimtelijke samenhang ensemble
samenhangend straatprofiel
inrichting kavel
constructieve structuur
textuur en compostitie
CV_6
LV_6
KV_6
OV_6
DV_5
functionele samenhang complex
samenwerkende functies
aansluiting aangrenzende beb.
hiërarchie interne ruimten
gebruik details
CV_7
LV_7
KV_7
OV_7
DV_6 assen
zichtassen
oriëntatie bebouwing
zichtbaarheid
assen-raster gebouw
CV_8
LV_8
KV_8
OV_8
DV_7
stroming
stroming
stroming
indeling en constructie
stroming
CV_9
LV_9
KV_9
OV_9
DV_8
Jurrijn Tack
Bijlage: I Resultaten behorend bij de matrix waardestellende methode Gegevens: monumentenomschrijving gemeente Rotterdam Hierbij is gebruik gemaakt van de volgende documenten: Provincie: Zuid Holland Gemeente: Rotterdam Besluitnummer: 995727
Monumentnummer: Besluitdatum:
513877 03-04-2000
Monumentnummer: Besluitdatum:
513878 03-04-2000
Complexnaam: Museum Boymans van Beuningen en Provincie: Zuid Holland Gemeente: Rotterdam Besluitnummer: 995727 Plaatselijke aanduiding Plaats: Rotterdam Straat: Museumpark Huisnummer 18, 20
Coderingen volgens matrix De gebruikte onderdelen zijn de in de matrix aangegeven met rood.
AU: AU_1: In Scandinavisch geïnspireerde, traditionalistische trant uitgevoerd museumgebouw, als hoofdonderdeel van het complex Museum Boymans-van Beuningen van algemeen belang vanwege de architectuur- en cultuurhistorische en stedenbouwkundige waarde, alsook van grote betekenis als hoogtepunt in het oeuvre van de gemeentearchitect A. van der Steur. Tevens van betekenis vanwege de in het gebouw ondergebrachte (kunst)collecties en vanwege de silhouetwaarde alsook wegens ensemblewaarde met de overige complexonderdelen.
AF: AF_1: het hoofdgebouw is opgetrokken in bak-en natuursteen onder beglaasde schild-en zadeldaken rondom een carrévormige binnenplaats met een rechte en een T-vormige zijvleugel aan de oostzijde en een hoogopgaande toren centraal aan de noordzijde Het museum van twee bouwlagen hoog is volledig onderkelderd en is gebouwd met een betonconstructie. Carré, vleugels en toren zijn boven een onderbouw van gebouchardeerd Oberkirchner zandsteen en een hoge plint van Scandinavische graniet, opgetrokken in donkerrode, speciaal voor het museum vervaardigde, handvormbaksteen. De binnenhof is geheel uitgevoerd in vierkante zandstenen. De vensters en de deuren zijn gevat in stalen profielen. In tegenstelling tot de gesloten verdieping is de begane grond voorzien van stroken rechthoekige vensters met een verticale roedenverdeling. In de westelijke gevel en de gevels van de binnenhof zijn smalle vensters aangebracht. De lage schild- en zadeldaken, die het museum overkappen zijn van draadglas gevat in koperen roeden, rustend op een constructie van staal. In de dakconstructie bevonden zich een aantal inpandige betonnen hemelwaterafvoeren, zodat de gevels verschoond bleven van regenpijpen. De transparante kapconstructie voorzag de verder vrij gesloten museumvertrekken op de eerste verdieping van natuurlijk bovenlicht, terwijl indirect kunstlicht rond een gesloten middenvlak via een raster naar de wanden werd geleid. Dakgoten en omlijstingen zijn van koper. De poort steunt op kolommen en is afgewerkt met een koperen rand.
AF_2: Het museumcomplex bevat de volgende onderdelen: A. het oorspronkelijke HOOFDGEBOUW B. bijbehorende MUSEUMTUIN met rosarium en vijverpartijen aan de zuidzijde C. een ronde gebogen TUINMUUR met in het midden het MONUMENT voor G.J.de Jongh aan de Westzeedijk. D. een zeventiende-eeuws HEK MUSEUM opgebouwd uit een carré rondom een gesloten binnenplaats met aan de oostelijke hoeken gekoppeld twee zijvleugels: een rechthoekig iets naar voren geschoven bouwvolume aan het Museumpark en evenwijdig hieraan een T-vormige achtervleugel. Tussen beide vleugels bevond zich oorspronkelijk een buitenhof met onder een luifel aan de westelijke binnengevel een beeldengalerij. Tussen de noordelijke zijvleugel aan het Museumpark en de voorgevel van het carré wordt het museum gemarkeerd door een hoge toren. (In het ontwerp werd al rekening gehouden met eventuele uitbreiding richting Westersingel.)
AV: AV_2: MUSEUMCOMPLEX tussen 1929 en 1935 gebouwd op het voormalige 'land van Hoboken' bij Dijkzigt en genaamd museum Boymans-Van Beuningen, in een op contemporaine Scandinavische voorbeelden geïnspireerde traditionalistische stijl (stadhuis van Stockholm van architect R. Östberg) naar een ontwerp van gemeentearchitect ir. A. van der Steur. Hoofdgebouw van het MUSEUM Boymans-van Beuningen gebouwd in 1929-'35 in Traditionalistische trant naar ontwerp van A. van der Steur, waarbij ook ideeën van de toenmalige museumdirecteur D. Hannema en buitenlandse voorbeelden betrokken zijn.
AV_3: In traditionalistische trant uitgevoerd museumcomplex met bijbehorende onderdelen van algemeen belang vanwege de architectuur- en cultuurhistorische en stedenbouwkundige waarde, alsook van betekenis als hoogtepunt in het oeuvre van gemeentearchitect A. van der Steur, en wegens de silhouetwaarde van de toren.
AV_4: De bouw van het museum, o.a. voor de kunstcollectie van F.J.O. Boymans, werd mogelijk gemaakt door de financiële steun van de Rotterdamse kunstmecenas D.G. Van Beuningen, directeur van de Steenkolen Handelsvereniging (SHV). Aan de bouw van het museum, ging een uitvoerig onderzoek vooraf, waarvoor Van der Steur in nauw overleg met de museumdirecteur dr. D. Hannema, een analyse van talloze musea in binnen- en buitenland maakte.
CV: CV_6: In 1964-'72 werd het museum aan de linkerzijde, richting Westersingel, uitgebreid met een nieuwe vleugel naar ontwerp van A. Bodon. In 1991 vond een uitbreiding plaats aan de zuidzijde, richting museumtuin. Hier ontwierp prof.ir. H.A.J. Henket een transparant expositiepaviljoen als behuizing voor de collectie Van Beuningen-de Vriese. In hetzelfde jaar werd de nieuwe vleugel aan de voorzijde, eveneens naar ontwerp van Bodon, uitgebreid ten behoeve van boekhandel en restaurant.
KV: KV_1: Het museumcomplex is aangelegd op een langgerekt, licht gerend kavel
KV_2: midden op het kavel de in nieuw-architectonische tuinstijl aangelegde museumtuin met een rechthoekige en een halfrond afgesloten vijverpartij en een geometrisch aangelegde, gevarieerde beplanting de ronde tuinmuur met het G.J. de Jongh monument in natuursteen en brons vormt de formele en visuele afsluiting van de museumtuin en benadrukt de lange centrale as; aan de teruggerooide zuid-oosthoek staat het 17de-eeuwse entreehek van de voormalige boerderij Muijden met later toegevoegde brug over de omgrachting van de museumtuin, welk historisch overblijfsel in de tuinaanleg is geïncorporeerd.
OV: OV_1: Het interieur heeft een ingetogen karakter met een grote mate van ambachtelijkheid. Het materiaalgebruik is rijk en in het hele museum met grote precisie en consequentie doorgevoerd.
OV_2: De vierkante, zich licht verjongende toren is aan de hoeken afgeschuind en heeft een transparante ranke in vieren gelede lantaarn met koperen bekroning. De lambriseringen en de deuren in het gebouw zijn van deels massief en deels gefineerd eiken en hebben koperen omlijstingen. De vloeren bestaan gedeeltelijk uit travertin en deels uit lichtgrijs Wolton. In de hal marmeren wandbekleding van het zogenaamde Bianca del Mare. In de hoofdhal is groen Zweeds graniet verwerkt met een bies van syaniet. In de bibliotheek bevinden zich nog de oorspronkelijke wandvullende boekenkasten en lambriseringen. In het Auditorium zijn aan weerszijden van de zaal houten loges in de lambrisering opgenomen. In de T-vormige achtervleugel bevinden zich op de eerste verdieping aan de tuinzijde vijf kleine en besloten kabinetten met zij- en bovenlicht. Per kabinet zijn de eikenhouten lambriseringen voorzien van een gestoffeerd bankje, waardoor het besloten huiselijke karakter werd versterkt. In het ronde bovenste deel van de toren, een houtconstructie, bevindt zich een ijzeren spiltrap. Aan de achterzijde, tussen de carré en de zijvleugel, wordt de begane grond met de eerste verdieping verbonden door een van elders afkomstig, zeventiende-eeuws houten trappenhuis van Daniël Marot, waarboven zich een in 1928 aan het museum geschonken plafondschildering bevindt van Jacob de Wit (1695-1754). Voorts behoort ook een deel van het niet vaste door Van der Steur ontworpen meubilair tot de museuminventaris.
OV_5: In een uitbouw aan de voet van de toren bevindt zich de thans niet meer als zodanig in gebruik zijnde, hoofdingang met een dubbeltraps bordes onder koperen luifels. Via deze ingang bereikt men eerst een tochtportaal en vervolgens een ronde voorhal gevolgd door een geheel in beton overkoepelde ellipsvormige centrale hal met bovenlicht, van waaruit het museum kon worden bezocht. Links van de hoofdingang bevindt zich de toegangspoort naar de voormalige buitenhof, waarin een tweede (dienst)ingang onder een luifel met aan de onderzijde een glazen lichtbak. Aan de zuidgevel, de tuinzijde, bevond zich oorspronkelijk een terras dat via een bordes toegang verleende tot de museumtuin.
DV_5: De Carré, vleugels en toren zijn gemetseld in een bijzonder metselverband, waarbij een laag liggende bakstenen wordt afgewisseld door een laag op hun zij rustende stenen.
Niet te bruikbare gegevens: Niet onder te brengen, een onderdeel uit de omschrijving van de waardering van een gebouw wat kennelijk niet tot het museum behoort maar wel een kantoor pand even verderop.: Wigvormig kantoorpand samengesteld uit twee scharnierende lange kantoorvleugels van vier bouwlagen op een kelderverdieping met een terugliggende derde verdieping langs de Rochussenstraat en de Wytemaweg en een representatieve ingangspartij in de kop van het gebouw aan de Mathenesserlaan. Een dwarsliggend bouwvolume verbindt de verdiepingen van de beide vleugels waardoor de wigvormige binnentuin ontstaat. De vleugels zijn voorzien van een betonskelet met een rationele indeling: over de hele lengte één doorlopende vrije plattegrond slechts doorbroken door een dubbele rij kolommen in het midden van het bouwvolume. Op het dak bevond zich oorspronkelijk de personeelskantine met toegang tot het dakterras ingericht met pergola's, plantenbakken en bankjes. Het gebouw is boven een hoge travertijn marmeren plint, aan de onderzijde onderbroken door rechthoekige keldervensters, opgetrokken in vierkante bruine handvormbaksteen in een blokverband. Links van de hoofdingang in de plint een gedenksteen met de tekst:" Deze steen is gelegd door Jan Seijmour van den Bergh, anno 1930". De verschillende bouwvolumes hebben platte daken met natuurstenen dakranden. De vensters waren oorspronkelijk gevat in stalen profielen. De representatieve ingangspartij op het scharnierpunt van de beide vleugels wordt benadrukt door een smalle iets terugliggende toren voor het hoofdtrappehuis. Dit bouwvolume heeft aan de straatzijde een verticaal venster over de vier verdiepingen, samengesteld uit drie door
opstaande natuurstenen randen van elkaar gescheiden stroken met kleine roedenverdeling en glas-in-lood vensters. Aan bovenzijde van de stroken drie expressionistische beelden van de beeldhouwer J. Raedecker in gele zandsteen. De ingang ligt onder een uitkragend bouwvolume en heeft een ingangsbordes van natuursteen met aan weerszijde naar de ingang toe gebogen vensterstroken. Direct naast de ingang natuurstenen reliëfs met links een afbeelding van havenarbeiders en rechts een meer exotisch tafereel. In het plafond van het uitkragende bouwvolume een stalen lichtbak met mat glas. Boven de ingang bevond zich oorspronkelijk de directie/vergaderkamer met een groot iets uitkragend horizontaal venster. Hieronder in zakelijke letters UNILEVER. Op de hoeken van het kopse deel bevinden zich op iedere verdieping monumentale rechthoekig vormgegeven balkons doorlopend in de borstwering van de zijgevels. Het eigenlijke trappenhuis is cylindrisch en wordt van daglicht voorzien door gebrandschilderde glas-in-loodramen met geabstraheerde haventaferelen (gesigneerd met: "Joep Nicolas, Roermond") en een hoge lichtkoepel in het dak. De kantoorvleugels hebben per verdieping, zowel aan de straatzijde als aan de binnenzijde, een doorlopende vensterstrook met tussenliggende borstwering. Aan het uiteinde van de kantoorvleugels bevinden zich de diensttrappenhuizen met zwartmarmeren treden en gele geglazuurde tegels. In het interieur is met name het plastisch vormgegeven natuurstenen hoofdtrappenhuis met gracieus slingerende bronzen trapleuningen met radiator en Gispen wandlampen (Giso no.310) van belang. Op de eerste verdieping bevindt zich een gereconstrueerde "Oud Hollandse" directiekamer met originele zeventiende-eeuwse schouw. In de kelder bevindt zich de kluis met massieve Lips kluisdeur.
Locat i e:Museum Boi j mansvanBeuni ngen