Koersen op kansen Economisch beleidsplan 2016-2025 H.G.J. Korfage 10 december -2015
Naam opsteller
H.G.J. Korfage
Datum vaststelling
Team
Ruimtelijk Beleid
Vastgesteld door
Datum en versie
27-01-2016
Eventueel publicatiedatum 15INT02383
Gemeenteraad
*15INT02383*
Samenvatting ....................................................................................................................................................4 1
Achtergrond ...............................................................................................................................................5
1.1
Inleiding .................................................................................................................................................. 5
1.2
Nieuw economisch beleidsplan .............................................................................................................. 5
2
Wat willen wij bereiken? Visie, missie en doelen ..................................................................................6
3
Wat gaan wij daar voor doen? .................................................................................................................7
3. 1
Strategische actielijnen ........................................................................................................................... 7
3.2
Actielijnen ............................................................................................................................................... 7
3.2.1
Speerpuntsector: tuinbouw ................................................................................................................. 7
3.2.2
Speerpuntsector vrije tijdseconomie (recreatie en toerisme) ............................................................. 8
3.2.3
Speerpuntsector logistiek ................................................................................................................... 9
3.2.4
Stimuleren van nieuwe bedrijvigheid .................................................................................................. 9
3.2.4.1 Meer en betere starters ...................................................................................................................9 3.2.4.2 ZZP-ers de stille motor ..................................................................................................................10 3.3
Een wervende bedrijfsomgeving: werklocaties en bereikbaarheid ......................................................10
3.3.1
Inleiding ............................................................................................................................................10
3.3.2
Gevarieerd aanbod werklocaties ......................................................................................................10
3.3.2.1 Bedrijventerreinen .........................................................................................................................10 3.3.2.2 Winkelcentra..................................................................................................................................11 3.3.2.3 Buitengebied .................................................................................................................................12 3.3.3 3.4
Goede bereikbaarheid ......................................................................................................................13 Duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen. ..................................................................14
3.4.1
Inleiding ............................................................................................................................................14
3.4.2
Duurzaam ondernemen ....................................................................................................................14
3.4.2.1 Energietransitie .............................................................................................................................14 3.4.2.2. Bio economie................................................................................................................................14 3.4.2.3 Energiebesparen bij bedrijven.......................................................................................................14 3.4.3
Maatschappelijk verantwoord ondernemen 3.4.3.1 Arbeidsparticipatie ...........................................15
3.4.3.2 Aansluiting onderwijs -arbeidsmarkt .............................................................................................16 3.5
Optimale dienstverlening aan ondernemers.........................................................................................16
3.6
Gerichte regionale samenwerking ........................................................................................................17
4
Wat mag het kosten: uitvoering& financiële consequenties ..............................................................17
3
Samenvatting Lingewaard is een gemeente waar het goed wonen, werken en leven is. De gemeente Lingewaard wil echter meer zijn dan uitsluitend een groene woongemeente gelegen tussen twee grote steden, met mooie uiterwaarden en rivieren. Zij wil ook economisch vitaal blijven en een rol spelen in de regio. Wat willen wij bereiken? De hoofddoelstelling van het economisch beleid is het behouden en waar mogelijk versterken van de bedrijvigheid en werkgelegenheid in Lingewaard, en – waar mogelijk – het ondersteunen dat in regionaal verband zoveel mogelijk Lingewaarders aan het werk komen. Deze hoofddoelstelling is verder uitgewerkt in de volgende subdoelen. 1 2 3 4 5 6 7 8
Bedrijven uit alle sectoren doelgericht faciliteren zodat zij kunnen functioneren en blijven groeien. Stimuleren van economische groei in enkele speerpuntsectoren, met name glastuinbouw/agribusiness, vrijetijdseconomie en logistiek. Vergroten van de slaagkansen van startende ondernemers en ZZP’ers. Aanbieden van een gevarieerd pallet aan werklocaties, zowel op bedrijventerreinen, als in winkelcentra, kernen en in het buitengebied. Stimuleren van energietransitie, door grotere inzet van hernieuwbare brandstoffen, grotere inzet van biomassa en energiebesparing bij bedrijven. Bevorderen van arbeidsparticipatie, vooral van mensen met grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Verdere optimalisering van de gemeentelijke dienstverlening en de samenwerking met bedrijfsleven en intermediaire organisaties. Selectieve en meer proactieve rol in regionale samenwerking waarin steeds helder wordt bepaald wat de gemeente wil halen en brengen.
Wat doen wij daarvoor? In het beleidsplan wordt een aantal strategische actielijnen genoemd om deze doelen te bereiken. Verder is een aparte actielijst opgesteld Wat mag het kosten? Er is voor de uitvoering uitgegaan van in de begroting aanwezige budgetten. In de programmabegroting zijn structureel bedragen opgenomen voor zowel economische stimulering (€53.500,)-als voor dienstverlening aan ondernemers (€27.500,-). Voor projecten/activiteiten waarvoor nog geen budget in de programmabegroting is opgenomen, maar wel budget nodig is, zoals bijvoorbeeld een herstructurering van het bedrijventerrein Looveer (incluis een goede toegangsweg) zullen apart projectvoorstellen worden gemaakt.
4
1
Achtergrond
1.1
Inleiding
Lingewaard is een gemeente waar het goed wonen, werken en leven is. De gemeente Lingewaard wil meer zijn dan uitsluitend een groene woongemeente gelegen tussen twee grote steden, met mooie uiterwaarden en rivieren. Zij wil ook economisch vitaal blijven en een rol spelen in de regio. In Lingewaard zijn circa 3.360 bedrijven en instellingen actief, met in totaal 14.000 werkzame personen. Vergeleken met Gelderland kent Lingewaard relatief meer vestigingen in de sectoren bouw en zorg en minder in vervoer. Qua werkgelegenheid is het aandeel in vooral de sectoren landbouw, detailhandel en zakelijke diensten hoger, maar in de sectoren industrie en zorg lager dan in Gelderland. Figuur 1.1
Percentage vestigingen (l.) resp. arbeidsplaatsen (r.) Lingewaard vergeleken met Gelderland
Bron: PWE, bewerking BCI
Het aantal vestigingen is sinds 2007 met 800 sterk gegroeid, o.a. door veel ZZP’ers in bouw, zorg, zakelijke en overige dienstverlening. Daarentegen is het aantal arbeidsplaatsen ongeveer gelijk gebleven. Lingewaard is voor haar werkgelegenheid sterk afhankelijk van de omliggende regio. Tegenover een werkzame beroepsbevolking van ongeveer 23.000 personen staan ‘slechts’ 14.000 arbeidsplaatsen, die bovendien nog eens voor een derde deel door mensen van buitenaf worden ingevuld. Slechts 28% van de beroepsbevolking werkt binnen Lingewaard en de rest elders. Daarnaast staat een aanzienlijk deel van de beroepsbevolking langs de lijn: ruim 1.900 personen staan als werkzoekend ingeschreven. Daarvan krijgt een deel één of andere vorm van een uitkering. Als percentage van de beroepsbevolking is dit lager dan het gemiddelde in Gelderland en Nederland. Daarnaast zijn er echter ook mensen die momenteel beschermd werken of bijvoorbeeld een Wajong-uitkering krijgen, die de komende jaren op grond van de Participatiewet naar regulier werk moeten doorstromen.
1.2
Nieuw economisch beleidsplan
Gezien de ingrijpende ontwikkelingen in de afgelopen crisisjaren en het aflopen van de looptijd van het huidige beleidsplan heeft de gemeente een nieuw economisch beleidsplan voor de periode 2016-2025 opgesteld. Het plan is gebaseerd op de lessen die uit de afgelopen planperiode zijn getrokken en op een uitgebreide analyse van de belangrijkste kansen en bedreigingen van de huidige lokale economie. Deze kansen en bedreigingen zijn samen met statistische gegevens via een basisanalyse in kaart gebracht (Basisanalyse, zie apart document). Ook zijn er sessies gehouden met vertegenwoordigers van ondernemersverenigingen, externe deskundigen en verantwoordelijke gemeentelijke medewerkers. Om een duidelijke stip op de horizon te plaatsen en niet teveel afhankelijk te zijn van de waan van de dag, richt de scope van het plan zich op de langere termijn (2025), maar richt de uitvoering zich op acties op korte en middellange termijn (2016-2018).
5
2
Wat willen wij bereiken? Visie, missie en doelen
Visie De visie van de gemeente over hoe de lokale economie er in 2025 uit zou moeten zien, kan als volgt worden samengevat: Lingewaard wil ook in 2025 een gemeente zijn met een gezond ondernemingsklimaat, een diverse economische structuur, een aantrekkelijk voorzieningenniveau (inclusief winkelaanbod en recreatiemogelijkheden) en een beperkte werkloosheid. Missie De missie van de gemeente om deze visie te realiseren wordt als volgt omschreven: Bestaande en nieuwe bedrijvigheid zo goed mogelijk faciliteren en een zo groot mogelijk deel van de beroepsbevolking aan betaald werk te krijgen, door goede vestigingsmogelijkheden te bieden, kansen die speerpuntsectoren bieden zo goed mogelijk te benutten, starters en ZZP-ers kansen bieden, duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen te stimuleren, de dienstverlening aan bedrijven en werkzoekenden te optimaliseren, en in regionaal verband actief samen te werken zodanig dat de belangen van Lingewaardse bedrijven en beroepsbevolking goed worden behartigd. Doelen De hoofddoelstelling van het economisch beleid is het behouden en het versterken van de bedrijvigheid en werkgelegenheid in Lingewaard en het waar mogelijk in regionaal verband initiatieven ondersteunen waarbij zoveel als mogelijk Lingewaarders aan het werk komen.
Deze hoofddoelstelling wordt vertaald in de volgende subdoelen van de gemeentelijke inzet: 1. .Bedrijven uit alle sectoren doelgericht faciliteren zodat zij kunnen functioneren en blijven groeien. 2. Stimuleren van economische groei in enkele speerpuntsectoren, met name glastuinbouw/agribusiness, vrijetijdseconomie en logistiek. 3. Vergroten van de slaagkansen van startende ondernemers en ZZP’ers. 4. Aanbieden van een gevarieerd pallet aan werklocaties, zowel op bedrijventerreinen, als in winkelcentra, kernen en in het buitengebied. 5. Stimuleren van energietransitie, door grotere inzet van hernieuwbare brandstoffen, grotere inzet van biomassa en energiebesparing bij bedrijven. 6. Bevorderen van arbeidsparticipatie, vooral van mensen met grotere afstand tot de arbeidsmarkt. 7. Verdere optimalisering van de gemeentelijke dienstverlening en de samenwerking met bedrijfsleven en intermediaire organisaties. 8. Selectieve en meer proactieve rol in regionale samenwerking waarin steeds helder wordt bepaald wat de gemeente wil halen en brengen.
6
3
Wat gaan wij daar voor doen?
3. 1 Strategische actielijnen Wij willen bereiken, dat de bedrijvigheid in Lingewaard vitaal gehouden en versterkt wordt, zodat bestaande bedrijven adequaat kunnen functioneren en groeien en nieuwe bedrijven zich kunnen ontwikkelen. De komende jaren zet Lingewaard in op de volgende vijf strategische actielijnen (die onderling samenhangen): 1. Toekomstbestendige economische structuur a. Stimulering van/extra inzetten op speerpuntsectoren: glastuinbouw, vrijetijdseconomie en logistiek b. Ondersteuning van starters/ZZP’ers: volop ruimte bieden en ondersteunen c. Faciliteren van overige bedrijvigheid 2. Wervende bedrijfsomgeving a. Gevarieerd aanbod van sterke werklocaties b. Goede bereikbaarheid 3. Duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen a. Energietransitie/bio-economie/energiebesparen bij bedrijven b. Arbeidsparticipatie 4. Optimale gemeentelijke dienstverlening 5. Gerichte regionale samenwerking Deze actielijnen worden hieronder op hoofdlijnen verder uitgewerkt.
3.2
Actielijnen
De gevestigde bedrijven en instellingen worden zo goed als mogelijk gefaciliteerd door middel van een wervende bedrijfsomgeving met een gevarieerd aanbod van werklocaties (paragraaf 3.3), een goede bereikbaarheid (paragraaf 3.3.2), en gemeentelijke dienstverlening (paragraaf 3.5) en tenslotte intensieve samenwerking (paragraaf 3.6). In de volgende paragrafen wordt allereerst nader ingegaan op de stimulering van speerpuntsectoren en starters/ ZZP’ers. Daarna wordt ingegaan op de thema’s duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen.
3.2.1 Speerpuntsector: tuinbouw De tuinbouwcluster is een innovatieve cluster met groeikansen. Dit cluster heeft provinciaal en regionaal onderscheidend vermogen en wordt nationaal gezien (Greenport Nederland) erkend als satellietgebied. Het is één van slechts twee glastuinbouw concentratie gebieden in Gelderland. De cluster ligt strategisch langs de A15 tussen Nederland en Duitsland, in een omgeving/regio met veel consumenten (3,5 miljoen inwoners) en diverse kennisinstellingen (Wageningen en Radboud Universiteit, HAS).
7
De glastuinbouwsector bevindt zich door de aanhoudende kredietcrisis al sinds 2008 in moeilijk vaarwater (weinig grondverkopen, weinig investeringen, bedrijfsbeëindigingen, toenemende concurrentie vanuit het buitenland, een overschot aan grond, etc. ). Om deze negatieve spiraal om te buigen is een visie en ontwikkelingstraject ingezet met de volgende uitgangspunten. Toplocatie glastuinbouw: het gebied dient opnieuw op de kaart gezet te worden als toplocatie voor glastuinbouw. Sterk en dynamisch tuinbouwcluster: bedrijven kunnen elkaar straks versterken door slim gebruik te maken van elkaars kennis, kunde, producten, diensten, reststoffen, CO2, grondstoffen. Ruimtelijke clustering en ketenvorming bieden bedrijfseconomische voordelen. Koploper in innovatie en duurzaamheid: het gebied zet in op ondernemerschap, innovatiedrang en duurzaamheid. De organisaties die samenwerken in het Glastuinbouwpact zijn betrokken bij het opstellen van een nieuwe marktpropositie Next Garden genoemd. In deze marktpropositie worden de opgaven benoemd om het gebied steviger te positioneren als sterk tuinbouwgebied. De tuinbouwontwikkeling wordt daarin als één integrale gebiedsopgave gezien waarbij de inspanningen die nu nog gericht zijn op afzonderlijke deelgebieden (Bergerden, Huissen-Angeren, Agropark) gebundeld worden en overheden en de sector (onder meer Greenport Gelderland) de krachten eveneens bundelen en richten. Vanuit deze basis staan vier pijlers/doelstellingen de komende jaren centraal: 1. Verbeteren van de markt en afzetmogelijkheden in de Euregio Rhein-Waal: er wordt ingezet op het verbeteren van de markt- en de afzetmogelijkheden van tuinders zowel dicht bij huis (Local for Local) als regionaal verder van huis in de Euregio Rhein-Waal. 2. Het stimuleren van innovatie en startups: Prioriteit heeft het werven van nieuwe toetreders en het faciliteren van starters, groeiers en verplaatsende tuinders. Extra investeringen zijn nodig om het vestigingsklimaat voor ondernemers te versterken. 3. Inzetten op een duurzame energiemix: er liggen kansen voor verdere duurzame ontwikkeling van het gebied: gebruik van restwarmte en rest CO2, het gebruik van gewassen en biomassa en het toepassen van zonnepanelen en windenergie. 4. Vergroten van leefbaarheid en landschap: het goede woon- en leefmilieu wordt als één van de belangrijkste assets van deze regio gezien en vooral bij de herstructurering van verouderde tuinbouwgebieden zal er aandacht zijn voor het versterken van de ruimtelijke kwaliteit onder andere via functieverandering, landschapsontwikkeling, sanering van oud glas, tegengaan van illegaal gebruik en verbeteren van de verkeersveiligheid. Om deze doelstellingen te realiseren is een meerjarig (investerings)programma nodig, dat na 4-5 jaar geëvalueerd wordt.
3.2.2 Speerpuntsector vrije tijdseconomie (recreatie en toerisme) Lingewaard heeft veel (dag)toeristische potenties. Ook worden in de gemeenten veel evenementen georganiseerd. Hier liggen potenties. Uit de evaluatie van het economisch beleidsplan (2007-2015) blijkt, dat op toeristisch recreatief gebied vooruitgang is geboekt. Twee parels van de toeristische recreatieve structuur Kasteel Doornenburg en Fort Pannerden zijn opgeknapt en trekken meer bezoekers, het aantal overnachtingsfaciliteiten (zoals Bed & Breakfast en (mini)camping) in de gemeente is toegenomen, evenals het aantal toeristisch recreatieve routes. Verder wordt het park Lingezegen gerealiseerd en zijn in het bestemmingsplan buitengebied gunstige randvoorwaarden gecreëerd voor vestiging van ondernemers uit de sector. Het economisch belang van Fort Pannerden en kasteel den Doornenburg zal in samenwerking met diverse partners verder uitgebouwd worden door middel van onder meer evenementen, winkelverkoop, horeca activiteiten, tentoonstellingen. Daarnaast worden allerlei activiteiten georganiseerd zoals beleefprogramma’s in het fort, struintochten, e.d. Toerisme en recreatie zijn in Lingewaard niet zozeer direct een grote banenmotor. Via bestedingen van toeristen en recreanten in onder meer horeca en detailhandel wordt indirect bijgedragen aan de werkgelegenheid. Na jaren van investeringen is het toeristisch veld organisatorisch en wat betreft aanbod, 8
voor zover de gemeente daar invloed op heeft, grotendeels op orde. Voorgesteld wordt om vanuit de economische invalshoek breder in te zetten op vrijetijdeconomie en niet alleen op toerisme en recreatie. De gemeente heeft daarbij een aanjaagfunctie door stimulering van (particuliere) initiatieven. Samen met de gemeente Overbetuwe wordt een toeristische recreatief beleidsplan opgesteld. Om die reden wordt in dit beleidsplan volstaan met het benoemen van enkele acties kansen, die vanuit het perspectief van economische zaken kunnen worden opgepakt:
De mogelijkheden nader onderzoeken om groepsaccommodatie (bijvoorbeeld een hotel) te laten realiseren. Het vanuit de gemeente faciliteren van het ontstaan van een netwerk/samenwerking tussen (Lingewaardse) ondernemers en toeristische trekkers zoals bijvoorbeeld Fort Pannerden en Kasteel Doornenburg. Bevorderen van netwerkactiviteiten/startersactiviteiten (bijvoorbeeld Platform Toerisme) Het nader onderzoeken van het economisch perspectief van Park Lingezegen als verblijfsomgeving en ontwikkelruimte voor nieuwe initiatieven (events, economische activiteiten, duurzaamheid:
3.2.3 Speerpuntsector logistiek Logistiek is ‘’hot’’. Van oudsher is Nederland een belangrijke distributieschakel tussen Noordwest- Europa en de rest van de wereld. De zogenoemde Gelderse Corridor (met de Waal, de A15 en de Betuweroute als drie belangrijke transportassen tussen de Randstad en het Europese achterland) wordt daarbij als een mogelijke drager gezien van economische ontwikkelingen. In deze corridor onderscheidt de provincie Gelderland drie logistieke hotspots: Rivierenland, Nijmegen (waartoe Lingewaard behoort) en de Liemers. Landelijk en internationaal profileren deze 3 hotspots zich gezamenlijk als Logistics Valley. Ook op het gebied van innovatie, onderwijs en duurzaamheid wordt samengewerkt, onder meer via het Logistieke Expertise Centrum (LEC) Nijmegen. De aanwezigheid van de containerterminal Nijmegen en de toekomstige Railterminal Gelderland in Valburg hebben voor logistieke bedrijven een toegevoegde waarde. Het doortrekken van de A15 kan volgens de STEC groep tot maximaal 10% extra vraag naar bedrijfsgrond leiden in 2018. Dit is een relatief beperkte vraag. Na doortrekking van de A15 heeft Lingewaard voor logistieke bedrijven een gunstige strategische ligging. Lingewaard biedt diverse vestigingsmogelijkheden voor logistieke bedrijvigheid in directe nabijheid van de A15. Daarbij gaat niet om bedrijven die veel hectares nodig hebben (die kunnen in de omgeving terecht) maar om bedrijven met value added logistics of veel werkgelegenheid. Acties in de komende jaren zijn onder meer:
Nader onderzoeken voor welk type logistieke bedrijven (segment) Lingewaard als vestigingsplaats interessant is en wat voor deze bedrijven gunstige vestigingsvoorwaarden zijn. Via relatiebeheer en bijvoorbeeld een themabijeenkomst stimuleren, dat bedrijven in de logistieke sector meer gaan samenwerken en gaan deelnemen aan (project)activiteiten van het Logistiek Expertise Centrum Nijmegen Eventuele deelname aan beurzen zoals de Provada en Nationale Distributie Dag.
3.2.4 Stimuleren van nieuwe bedrijvigheid 3.2.4.1 Meer en betere starters Ondernemerschap is cruciaal voor de veerkracht van de economie. Startende ondernemers zorgen immers voor banen en voor noodzakelijke vernieuwingen van producten en diensten. Tevens draagt het zelfstandig ondernemerschap bij aan de integratie en emancipatie van bepaalde groepen, zoals allochtone ondernemers en mensen met een arbeidshandicap. De gemeente Lingewaard vindt het stimuleren van zelfstandig ondernemerschap als onderdeel van de economische structuurversterking belangrijk.
9
De gemeente wil starters faciliteren en goede randvoorwaarden creëren voor de (door)groei van bedrijven. Daarbij zijn vestigingsmogelijkheden en de ondersteuningsstructuur aandachtspunten. De gemeente zal daartoe ontmoetingen en ervaringsuitwisseling stimuleren en actief verwijzen naar beschikbare ondersteuningsmogelijkheden (zoals van de Kamer van Koophandel en van de Stichting Ondernemers klankbord). Daar waar mogelijk worden ondernemers gefaciliteerd bij hun huisvestingsproblemen (bijvoorbeeld in bestaande leegstaande gebouwen of door de markt te stimuleren om bedrijfsverzamel panden te realiseren). De gemeente Lingewaard zal deelname aan het programma Ik Start Smart voorzetten, omdat hiermee de slaagkans van deelnemers aanzienlijk wordt vergroot. Daarnaast biedt de Kamer van Koophandel het programma ik groei smart aan. De gemeente kan daarnaast diverse instrumenten inzetten om mensen vanuit de bijstand een onderneming te laten starten. 3.2.4.2 ZZP-ers de stille motor Lingewaard telt volgens gegevens van de Kamer van Koophandel 1979 ZZP-ers. Dat is 51% van het totaal aantal bedrijven in de gemeente. Door de aard van de werkzaamheden is het een slecht georganiseerde groep waar de overheid weinig zicht op heeft. ZZP-ers kunnen grofweg worden ingedeeld in twee categorieën, namelijk specialisten die bewust kiezen voor zelfstandig ondernemerschap (bijvoorbeeld in de ICT, advisering, creatieve industrie, e.d.) en vakmensen waarvoor in hun voormalige bedrijf of instelling geen plaats meer was (bijvoorbeeld in de bouw en zorg). Beiden hebben vaak specifieke vragen en behoeften op het gebied van informatievoorziening, toegang tot netwerken, faciliteiten en (soms) huisvesting. De gemeente wil deze dragers van de ‘’nieuwe economie’’, die niet gebonden zijn aan officiële werklocaties, maar kunnen werken vanuit huis in de kernen of het buitengebied faciliteren door flexibele werkmogelijkheden aan huis toe te staan en te bevorderen dat marktpartijen gevraagde voorzieningen (plug in, vergaderruimte, tijdelijk kantoor, etc.) creëren.
3.3 Een wervende bedrijfsomgeving: werklocaties en bereikbaarheid 3.3.1 Inleiding Lingewaard wil een gevarieerd pallet aan werklocaties aanbieden, zowel op bedrijventerreinen, als in winkelcentra, kernen en buitengebied. Lingewaard zet in op behoud van sterke werklocaties. Het hebben van sterke en behouden van aantrekkelijke werklocaties is essentieel voor het goed functioneren van bedrijven. (fysieke) uitbreiding van bestaande bedrijven en het aantrekken van nieuwe economische activiteiten.
3.3.2 Gevarieerd aanbod werklocaties 3.3.2.1 Bedrijventerreinen Lingewaard heeft meerdere bedrijventerreinen aan of dichtbij de A15. Dat biedt kansen, onder meer voor de logistiek en andere sectoren. Van de doorgetrokken A15 zal een aantrekkende werking uit gaan op bedrijvigheid en kan Lingewaard door een betere bereikbaarheid en ligging haar regionale positie versterken. Met de bedrijventerreinen Houtakker II, Pannenhuis II en Agropark II en vrijgekomen bedrijfsgronden op de bestaande overige bedrijventerreinen beschikt de gemeente over een ruim voldoende voorraad om in de ruimtebehoefte aan bedrijventerreinen in de periode tot 2025 te voorzien. De uitdaging is om deze terreinen uit te geven. Het grootste deel van de nieuwe ruimtevraag kan binnen de bestaande voorraad opgevangen worden. Er wordt niet ingezet op het ontwikkelen van nieuwe terreinen maar juist op het behoud en verbeteren van bestaande terreinen. De belangrijkste acties zijn: Het via maatwerk verder ontwikkelen van bedrijventerrein Looveer. Het is een geluidgezoneerd, watergebonden bedrijventerrein met los, laad en overslagmogelijkheden voor onder meer bedrijven uit de hogere milieucategorie. Het huisvest enkele bedrijven met veel werkgelegenheid. Lingewaard zet in op behoud en waar mogelijk uitbreiding van deze bedrijvigheid en werkgelegenheid. 10
Gevestigde bedrijven hebben aangegeven te willen investeren in hun groei en verdere verduurzaming van het terrein, mits de bereikbaarheid van het bedrijventerrein gegarandeerd kan worden. Vanwege onder meer de ligging in de uiterwaarden en bestaande wet – en regelgeving is groei van bedrijvigheid op het Looveer een complexe zaak. De ladder duurzame verstedelijking zal gehanteerd worden bij het onderzoeken van de toekomst(on)mogelijkheden. Het verder ontwikkelen en (via een actieve verkoopstrategie/rode loperbenadering uitgeven) van de terreinen Pannenhuis II, Houtakker II en Agropark II en een lobby starten om de eerste twee genoemde terreinen een regionale status te geven, waardoor er zich ook bedrijven kunnen vestigen van buiten de gemeente. En verder zal er gelobbyd worden om de regionale agrostatus van het Agropark te benadrukken. De Houtakker is naast bedrijfsfuncties ook geschikt (te maken) voor functies als kantoren, een fast food keten, een hotel, en dergelijke. Het behouden en versterken van (de kwaliteit) van de bestaande terreinen. Waar nodig zullen plannen gemaakt worden voor het opknappen/ revitaliseren/herstructureren van verouder(en)de bedrijventerreinen als Looveer, Houtakker, Pannenhuis I en Gendt Bemmel. Grootschalige complexen zoals het voormalige veilingcomplex kunnen mogelijk een rol spelen voor faciliteiten als opslagcentra, leisureparken, etc.. De kleinschalige bedrijventerreinen Polseweg en Lingewal zullen (zo veel als mogelijk via natuurlijk verloop) getransformeerd worden naar respectievelijk de functies wonen/sportvoorzieningen en parkachtige functies. Leegstand op bedrijventerreinen zal actief worden tegengegaan door een leegstandsteam, dat gesprekken aangaat met eigenaren/makelaars. Parkmanagement ziet de gemeente als het instrument om de kwaliteit van bedrijventerreinen. doorlopend in stand te houden of te verbeteren. De gemeente Lingewaard zet stapsgewijs en pro actief in op het verder uitbouwen en versterken van parkmanagement(organisaties). De gemeente(n) (publieke ruimte) en ondernemers (private ruimten) hebben elkaar daarbij nodig en moeten met elkaar samenwerken. Parkmanagement kan ook een rol spelen bij de verduurzaming van een bedrijventerrein. Waar mogelijk en wenselijk wordt de samenwerking met het parkmanagement dat in de gemeente Overbetuwe al bestaat gezocht. De gemeente wil onderzoeken of er draagvlak bestaat onder ondernemers om mee te willen investeren in een ondernemersfonds/Bedrijven Investering Zone Als dit het geval is, wil de gemeente de invoering daarvan faciliteren. Lingewaard kent enkele ‘’ natte bedrijventerrein’’ al dan niet met laad en losfaciliteiten, waar in Gelderland veel behoefte aan bestaat. Vervoer over water is soms een goed alternatief voor de dichtslibbende wegen. Meer watertransport kan een bijdrage leveren aan het verduurzamen van de economie. De gemeente wil riviergebonden bedrijvigheid stimuleren maar wil daartoe eerst de kansen en bedreigingen in kaart brengen. Momenteel veroorzaken transportbewegingen van vrachtverkeer van het Looveer naar het bedrijventerrein Pannenhuis veel overlast in Huissen. De gemeentelijke inzet is er op gericht om deze transportbewegingen - en daarmee de overlast- terug te dringen. Onderzocht zal worden of het transportbedrijf op het Looveer gevestigd kan worden.
3.3.2.2 Winkelcentra De detailhandelssector biedt 13% van de banen in Lingewaard en van elke drie euro, die wordt uitgegeven in Nederland, wordt er één euro in de detailhandel besteed. De winkelcentra van Huissen, Bemmel en Gendt hebben een lokaal verzorgende functie en hebben momenteel een redelijk en divers aanbod aan winkels en overige voorzieningen zoals horeca. en leegstand is vooralsnog beperkt. Het winkellandschap veranderd in Nederland maar ook in Lingewaard in een snel tempo. Het totale winkelvloeroppervlak in Bemmel en Huissen is de afgelopen jaren toegenomen, maar de totale bestedingen zijn hierbij achtergebleven. Als gevolg van filialisering, schaalvergroting, de economische crisis en Internetverkopen staan kleinere zelfstandige winkels onder druk. Ook gaan zelfstandige ondernemers zonder opvolger met pensioen. Dit heeft tot gevolg dat de leegstand dreigt toe te nemen. Als dit gebeurt, dan 11
tast dit de aantrekkingskracht van een centrum aan, met als gevolg dat het bezoekersaantal verder afneemt. Het is van belang hier in overleg met eigenaren, marktpartijen, ontwikkelaars en ondernemersverenigingen tijdig op in te spelen, bijvoorbeeld door functieverandering in aanloopstraten en verkleining van het kernwinkelgebied. Qua detailhandelsstructuur zet het beleid primair in op het behoud van en het versterken van de bestaande kernwinkelcentra van Huissen, Bemmel en Gendt In deze winkelcentra/binnenstad is de niet dagelijkse artikelensector geconcentreerd. Centrumontwikkelingen zijn nodig om de toenemende concurrentie met winkelcentrum Kronenburg en de toekomstige winkelvoorzieningen in de Waalsprong aan te kunnen. Het beleid is er op gericht om te komen tot (steeds) compacte(re) gebieden. Dit wordt bereikt door winkels verder te concentreren in deze gebieden en daar waar winkels (onder meer als gevolg van leegstand) verdwijnen andere functies zoals wonen te faciliteren. Verder stimuleert de gemeente ondernemers om de beleving in en bij kernwinkelgebieden te bevorderen (via horeca, cultuurhistorie, evenementen). Zij faciliteert dit momenteel onder meer door middel van ondernemersfondsen in Huissen, Bemmel en Gendt. Recentelijk zijn deze fondsen positief geëvalueerd. Reden om deze fondsen voort te zetten. De centrumplannen Huissen en Bemmel zullen worden afgerond. Voor Huissen is een verkeersplan ontwikkeld. De uitvoering van dit plan zal verder bijdragen aan de aantrekkelijkheid van dit vernieuwde centrum. Om de levendigheid en kwaliteit van de kernwinkelcentra op termijn te behouden zal er blijvend door overheid en ondernemers geïnvesteerd moeten worden -in vernieuwingen-en ingespeeld moeten worden op nieuwe ontwikkelingen. De gemeente blijft een aanjaag- en regiefunctie vervullen wat betreft de ontwikkeling, toegankelijkheid, kwaliteit en aantrekkelijkheid van de binnenstad en winkelcentra en het tegengaan van verloedering en winkelleegstand. Zij werkt daarin samen met ondernemers, vastgoedeigenaren en andere partners. De detailhandelsstructuur bestaat verder uit een wijkwinkelcentrum in de wijk Zilverkamp in Huissen en verspreidde winkels waaronder supermarkten in de kleinere kernen Haalderen, Angeren en Doornenburg en in de wijk het Zand in Huissen. De gemeente zet zich wat betreft de kernen in voor een passend niveau van voorzieningen, (kleinschalige) bedrijvigheid en winkels. Winkels zijn belangrijk voor de leefbaarheid en economische vitaliteit in de kleinere dorpskernen. Deze dorpskernen hebben verhoudingsgewijs een lage bevolkingsdichtheid en een beperkt en steeds verder afnemend draagvlak voor het winkel- en voorzieningenaanbod. Als ondernemers besluiten te vertrekken uit de kleine kernen is er veelal weinig aan te doen door de gemeente. Om de leefbaarheid van de kleine kernen te behouden kan de gemeente een stimulerende en faciliterende rol vervullen ten aan zien van burgerinitiatieven of andere alternatieve voorzieningen. Verdere acties zijn:
Perifere detailhandelszaken zoals woninginrichtingen, keukenzaken, autodealers, bouwmarkten e.d. mogen zich op (zichtlocaties van) diverse bedrijventerreinen vestigen. Op het Pannenhuis I is een (onsamenhangende) concentratie van perifere detailhandelsvestigen aanwezig, die gedeeltelijk onderdeel uitmaakt van de regionale hoofdstructuur. Het gemeentelijke beleid is er op gericht om leegstand te voorkomen en de structuur/samenhang te versterken. Op diverse andere bedrijventerreinen zijn perifere detailhandelsvestigingen gevestigd of toegestaan. Voor dit soort vestigingen wordt regionaal beleid. Waar mogelijk en wenselijk sluit Lingewaard aan bij dit regionaal beleid. Voorkomen moet worden, dat een overaanbod optreedt.
3.3.2.3 Buitengebied Het buitengebied is een belangrijke werklocatie, waar land-en tuinbouw een voorname positie innemen. Door beleid gericht op natuurontwikkeling en natuurbescherming krijgen agrariërs in de uiterwaarden het steeds moeilijker. Elders zijn kernen en bedrijventerreinen uitgebreid, grondprijzen gestegen en is de regelgeving toegenomen. De schaalvergroting neemt toe en het aantal bedrijven neemt net als de werkgelegenheid af. De agrarische bedrijven, die blijven bestaan zullen in omvang toenemen. Waar mogelijk wil de gemeente deze groei (verder) faciliteren. 12
In het buitengebied vinden daarnaast steeds meer andere werkfuncties een plek, zoals in vrijkomende agrarische gebouwen. Zo ontstaan kansen voor nieuwe economische dragers. Agrotoerisme en andere economische dragers worden door de gemeente gestimuleerd. Het bestemmingsplan buitengebied bevat de gemeentelijke visie op de verdere ontwikkeling van het buitengebied (exclusief het tuinbouwgebied). De gemeente faciliteert verder functieveranderingen in het buitengebied. Ook zijn er kansen voor alternatieve land- en tuinbouw, zoals concepten die gezondheid/maatschappelijke zorg combineren of local4local productie voor consumenten uit Arnhem en Nijmegen.
3.3.3 Goede bereikbaarheid De bereikbaarheid is de afgelopen jaren aangepakt en verbeterd. Zo is de ontsluiting tussen Huissen en Arnhem via de Ir. Molsweg verbeterd, zijn er rotondes gerealiseerd op de Karstraat ter hoogte van de bedrijventerreinen Agropark/Pannenhuis, zijn fietsverbindingen zoals de snelfietsroute Rijnwaalpad tussen Arnhem en Nijmegen aangelegd, en zijn busverbindingen (zoals de Rijnwaalsprinter lijn 300) verbeterd. Er zijn ook meer glasvezelverbindingen naar bedrijventerreinen en andere werklocaties aangelegd. Goede breedbandvoorzieningen (glasvezel) vormen steeds vaker een vestigingsvoorwaarde voor bedrijven. De bedrijventerreinen Pannenhuis, het Agropark, Gendt Bemmel en de Houtakker zijn net als delen van het gebied Next Garden aangesloten op glasvezel. Het overige buitengebied kent echter geen snelle internetverbindingen. Voor een wervend vestigingsklimaat is een goede (externe en interne) bereikbaarheid onmisbaar. De gemeente wil er voor zorgen, dat Lingewaard in de toekomst goed bereikbaar blijft voor alle vormen van verkeer. Dat vergt echter forse investeringen en het maken van keuzes: Lingewaard zet in op (behoud van) een goede (fysieke en digitale) bereikbaarheid, ontsluiting en parkeren van de voornaamste werklocaties in Lingewaard dus ook in de centrumgebieden en de dorpskernen. De taak van de gemeente daarbij is vooral om tijdig knelpunten bij bedrijven/werklocaties te signaleren en deze te agenderen binnen de gemeente. Acties voor de komende jaren zijn o.a.:
De doortrekking van de A15 leidt naar verwachting tot een toename in de bedrijvigheid en daarmee een toename van het verkeer. De spanning tussen enerzijds de verkeersfunctie en anderzijds de leefbaarheid neemt daarbij toe. Het streven is om met een toename van het verkeer de leefbaarheid te behouden. De gemeente wil inzetten op de logistieke sector. Voor deze sector is nog meer dan andere sectoren een goede bereikbaarheid een absolute vestigingsvoorwaarde. Deze sector hecht verder veel belang aan locaties die direct ontsluiten op hoofdwegen. Daarbij is het van belang dat de N839 door de provincie geschikt wordt gemaakt voor de toename van het verkeer. Lingewaard zet verder in op het verbeteren en het beschikbaar houden van de aansluitingen op de A325 en op de A15, op een goede doorstroming van het (vracht)verkeer op de Karstraat en het waar mogelijk terugdringen van het doorgaande vrachtverkeer door Huissen. De bereikbaarheid van het bedrijventerrein Looveer -ook bij hoogwater- is een ander belangrijk aandachtspunt. Om de bereikbaarheid te garanderen zijn investeringen in de ontsluitingsweg nodig. Lingewaard zet verder in op goede verbindingen tussen Bemmel en Lent/Nijmegen enerzijds en tussen Huissen en Arnhem anderzijds. Voor Huissen centrum is een verkeersplan opgesteld. Dit plan zal gedurende deze planperiode worden uitgevoerd om de bereikbaarheid en het parkeren in het centrumgebied in Huissen te optimaliseren. Het parkeren van vrachtauto’s op bedrijventerreinen blijft een actief aandachtspunt. Lingewaard wil verder samen met de gemeente Overbetuwe onderzoeken of een visie opgesteld kan worden met betrekking tot de toekomstige ontwikkeling van het gebied aan weerszijden van de A325.
13
3.4 Duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen. 3.4.1 Inleiding Tijdens werksessies ter voorbereiding van het beleidsplan zijn twee maatschappelijke opgaven benoemd, waarvoor ondernemers/bedrijven/instellingen en de gemeente gezamenlijk aan de meet staan. Deze aandachtsgebieden betreffen: (1.) De energietransitie/bio-economie en (2) maatschappelijk verantwoord ondernemen: arbeidsparticipatie.
3.4.2 Duurzaam ondernemen 3.4.2.1 Energietransitie De gemeente Lingewaard wil een bijdrage leveren aan de verduurzaming van de samenleving. Het duurzaamheidsbeleid en het economische beleid kunnen elkaar versterken door op het gebied van energietransitie kansen op te pakken. In de beleidsnota duurzaamheid (2016-2020) is al de keuze gemaakt om in te zetten op verduurzaming van de energie intensieve en innovatieve tuinbouwsector. De sector kan naast energiegebruiker ook steeds meer energieleverancier worden. Goede energievoorzieningen bijvoorbeeld in de vorm van een aansluiting op een regionaal warmtenet zijn een must voor de sector. Verschillende vormen van duurzame energie zoals zon, wind en biomassa kunnen elkaar versterken en voor leveringszekerheid zorgen. Verder liggen er kansen voor CO2 hergebruik voor plantengroei. Het stimuleren van de energietransitie versterkt bedrijven in de Energie Milieu Technologie (EMT) sector, die regionaal in de belangstelling staat. Lingewaard telt in 2015 circa 230 bedrijven binnen deze sector. Het is interessant om nader te onderzoeken wat voor soort bedrijven dit zijn en wat zij kunnen bijdragen aan de energietransitie. 3.4.2.2. Bio economie De Bio-economie (Engels: biobased economy) is een economie waarin fossiele brand- en grondstoffen zo veel mogelijk vervangen worden door biomassa gewassen (zoals planten) en reststromen uit de landbouw, landschap en voedingsmiddelenindustrie. De bio economie speelt een steeds belangrijkere rol in de economische ontwikkeling van Nederland/Gelderland De gemeente Lingewaard zet in op de vestiging van bedrijven uit de bio economie (bijvoorbeeld het verwerken van biomassa zoals bermgras /snoeihout en initiatieven voor de teelt en bewerking van hennep). De mogelijkheden van vernieuwende concepten zoals de teelt van waterlinzen en algen onder glas zullen nader onderzocht worden. Veel van deze ontwikkelingen verkeren nog in de experimenteerfase. De gemeente faciliteert haalbaarheidsstudies en experimenten. In het kader van de regionale energie- en klimaatagenda (De Groene Kracht) neemt de gemeente Lingewaard deel aan overleg van de Groene Hub. In de Groene Hub werken overheden, kennisinstellingen en ondernemers nauw samen aan goede condities en innovatieve en duurzame verdienmodellen voor de productie en de afzet van alternatieve brandstoffen. De kop van Overbetuwe en Lingewaard langs de A15 wordt regionaal gezien als éen van zes zogenoemde innovatiehubs waar de zogenoemde circulaire economie ruimte krijgt en zich verder kan ontwikkelen. De biomassa centrale van Groen Gas Gelderland B.V. speelt een centrale rol in de verdere ontwikkeling van de groene Hub Lingewaard. Bio energie, logistiek, wind en zon worden hier waar mogelijk verder ontwikkeld. 3.4.2.3 Energiebesparen bij bedrijven. Energiebesparing leidt zowel tot verduurzaming als kostenbesparing voor bedrijven. Het is het meest effectieve en goedkoopste onderdeel van de energietransitie maar vraagt wel investeringen vooraf, die zich pas in de loop van de tijd terugverdienen. Bedrijven zijn wettelijk verplicht om energiebesparende maatregelen die binnen vijf jaar terug te verdienen zijn ook daadwerkelijk te nemen/ In de beleidsnota duurzaamheid wordt energiebesparing in het bedrijfsleven daarom als een speerpunt benoemd. Het voornemen is om een meerjarig plan van aanpak te ontwikkelen voor energiebesparing bij verschillende 14
doelgroepen (grootverbruikers, middelgroot en kleinverbruikers). Uitgangspunt hierbij is om eerst in te zetten op adviseren en stimuleren op basis van vrijwilligheid en pas daarna op handhaven en controleren.
3.4.3 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 3.4.3.1 Arbeidsparticipatie Met de komst van de Participatiewet per 1 januari 2015 hebben werkgevers en overheid met elkaar afspraken gemaakt om meer mensen met een beperking aan werk te helpen. Indien het aantal afgesproken banen niet gehaald wordt dan komt er een wettelijke quotumregeling. De gemeente Lingewaard wil in samenwerking met werkgevers bijzondere trajecten ontwikkelen om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt meer kansen op werk te bieden. Mensen met een arbeidshandicap (WIA, WAO, WA-jong), met een hoge leeftijd of onvoldoende opleiding staan nog veel te vaak langs de zijlijn. Lingewaard wil met haar dienstverlening een brug slaan om de kloof die er tussen vraag en aanbod is te overbruggen en ondersteunt werkgevers bij hun maatschappelijke ambities voor een gevarieerd personeelsaanbod. Nieuwe kansen Lingewaard wil werknemers met een afstand tot de arbeidsmarkt een nieuwe kans geven. Dit door te kijken naar hun unieke kwaliteiten en specifieke capaciteiten en vanuit de overtuiging dat er voor iedereen een passende werkplek is. Uit onderzoek blijkt dat werkgevers bereid zijn om mensen met een arbeids belemmering aan te nemen, maar tegelijkertijd met vragen zitten zoals hoe zet ik een werknemer met een arbeidshandicap in binnen mijn bedrijf? .Door diverse maatregelen en regelingen in te zetten en voldoende ondersteuning te bieden kan iemand met een arbeidsbelemmering vaak (weer) aan de slag. Vanuit het team werk en inkomen adviseert en begeleidt Lingewaard werkgevers hierin. Het jaar 2015 is een transitiejaar waarin Lingewaard kennis heeft opgedaan van ontwikkelingen in de regio en van de uitwerkingen van de Participatiewet. De inzet van de gemeente is er op gericht om ketenpartners en werkgevers dichterbij elkaar te brengen maar ook om via voorlichting en informatieverspreiding haar netwerken te bereiken. Door een betere wederzijdse afstemming tussen de (beleids)medewerkers economische zaken en de accountmanagers van het team werk kan er zowel een preventievere als een actievere dienstverlening tot stand komen. Bij een preventieve dienstverlening gaat het om ondersteuning gericht op een warme overdracht van leerlingen van het speciaal onderwijs naar werkgevers. Bij een actieve dienstverlening wordt geïnvesteerd in baanbehoud, het vinden van reguliere banen, begeleiding van startende werkgevers en in het kader van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen de Social Return On Investment (SROI) meer onder de aandacht brengen. SROI is een perfect middel gebleken om in gesprek te komen met werkgevers en om kansen te creëren zonder er meteen voor de werkgever harde verplichtingen aan te hangen. Essentieel is dat de gemeente wordt gezien als een volwaardig samenwerkingspartner voor de ketenpartners en werkgevers. Werkgevers weten steeds beter het ondernemersloket van de gemeente te vinden. In 2016 zal de focus meer komen te liggen op informeren van de werkgevers over de nieuwe doelgroepen die vooral preventief opgepakt moeten worden. Bijvoorbeeld de leerlingen van het speciaal onderwijs en mensen met een SW indicatie die een tijdelijk dienstverband hebben. Werkgevers, overheden, vakbonden en het UWV uit de arbeidsmarktregio Midden-Gelderland hebben de krachten gebundeld om in de komende jaren samen zoveel mogelijk mensen aan het werk te krijgen. De samenwerking tussen de partners krijgt vorm in een ‘werkbedrijf’. In het Werkbedrijf voor deze regio nemen deel: vier ambassadeurs namens de werkgevers, bijeengebracht door VNO-NCW Midden, het FNV, het UWV en vier wethouders namens de 10 deelnemende regiogemeenten. Om de mensen aan het werk te helpen wordt gebruik gemaakt van een werkgeversservicepunt dat één ingang garandeert waarbij vraag (vacatures) en aanbod (kandidaten) bij elkaar komen.
15
3.4.3.2 Aansluiting onderwijs -arbeidsmarkt Naast aandacht voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt is ook een goede aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt van belang. Voor respectievelijk de logistieke sector en het tuinbouwcluster zal waar mogelijk en wenselijk aangesloten worden bij initiatieven van het Logistiek Expertise Centrum Nijmegen respectievelijk van de Greenport Gelderland/Provincie Gelderland (Human Capital Agenda) . De gemeente wil ook zelf een voorbeeldfunctie vervullen. Dit door onder meer stageplekken aan te bieden. In haar inkoopbeleid geeft de gemeente aan ‘’oog te hebben voor leerwerkbedrijven’. De gemeente Lingewaard volgt verder het Rijksbeleid met betrekking tot Social Return of Investment.
3.5
Optimale dienstverlening aan ondernemers
Eén van de belangrijkste voorwaarden om bedrijvigheid te stimuleren. Is de zorg voor een positieve beleving van het ondernemersklimaat. Lingewaard moet aantrekkelijk zijn om er te komen, om er te blijven, te wonen en te werken. De aantrekkelijkheid wordt voor een belangrijk deel bepaald door de attractiviteit van de voorzieningenstructuur. Het gaat daarbij onder andere om economische functies zoals winkels en horeca. Daarnaast betreft het zachtere factoren zoals cultuur, sport, evenementen, groen, onderwijsvoorzieningen en de woonomgeving. Het samenspel bepaalt uiteindelijk hoe de gemeente wordt beleefd door zijn gebruikers ‘waar Lingewaard van is’’. Lingewaard wil een ondernemersvriendelijke gemeente zijn voor bestaande en nieuwe bedrijvigheid. Dit kan zij onder meer waar maken via haar dienstverlening aan ondernemers, Hierbij past een houding om als partner met ondernemers mee te denken en ondernemerschap waar mogelijk te ondersteunen. Een betere en efficiëntere gemeentelijke dienstverlening aan ondernemers is niet van zelfsprekend, daar moet continue aan gewerkt worden. Ondernemers verwijten de overheid nog al te vaak alleen te kijken naar wat niet in plaats van wat wel kan en vragen om heldere communicatie. Bij het verbeteren van de dienstverlening zal de gemeente aansluiting zoeken bij die aspecten die ondernemers belangrijk vinden van een dienstverlenende overheid: Vast(e) aanspreekpunt(en) voor ondernemers Goed toegankelijke informatie op de website Structureel overleg met ondernemers(organisaties) Specifiek beleid voor het midden- en kleinbedrijf en voor startende ondernemingen Ondersteunen van bedrijven met subsidies of stimuleringsregelingen. Regelmatige investeringen in voorzieningen ten behoeve van het bedrijfsleven Heldere en snelle procedures (vergunningverlening, bestemmingsplannen, etc.) Aan bovenstaande wensen vanuit het bedrijfsleven is de afgelopen beleidsperiode tegemoet gekomen door onder meer twee functionarissen binnen economische zaken aan te stellen en door een digitaal ondernemersloket (
[email protected]) in gebruik te nemen. Het streven is om deze functies verder uit te bouwen tot pro actief accountmanagement. Pro actieve accountmanagers weten wat er speelt onder ondernemers, signaleren en benutten kansen, koppelen ondernemers aan elkaar en aan andere organisaties, bevorderen samenwerking en begeleiden ondernemers soepel door de gemeentelijke organisatie. Verzoeken worden uitgezet, begeleid en afgerond. Acties, die de gemeente al succesvol onderneemt om de gemeentelijke dienstverlening te verbeteren zullen worden uitgebouwd en voortgezet. Voorbeelden hiervan zijn bedrijfsbezoeken, periodiek bestuurlijk overleg met ondernemersverenigingen, het organiseren van themabijeenkomsten, het uitbrengen van een nieuwsbrief voor ondernemers en deelname aan ondernemersbeurzen. Ondernemers hebben aangegeven, dat zij het belangrijk vinden dat de gemeente Lingewaard waar mogelijk aan lokale inkoop doet. De gemeente Lingewaard en Veron hebben daartoe bestudeerd hoe lokale 16
ondernemers meer kansen kunnen krijgen op gemeentelijke opdrachten. Daartoe is onder meer een inkoopapplicatie ontwikkeld.
3.6
Gerichte regionale samenwerking
De gemeente Lingewaard zet zich in om het ondernemersklimaat zo optimaal mogelijk te maken voor alle ondernemers in Lingewaard. Het bereiken van de in dit beleidsplan genoemde doelen kan de gemeente niet alleen en zij heeft daar andere partijen voor nodig. De gemeente Lingewaard werkt daarom samen met diverse partijen op verschillende schaalniveaus. Deze samenwerking is volgens ons noodzakelijk en biedt kansen. De uitdaging voor Lingewaard is om per samenwerkingsverband duidelijk(er) te krijgen wat zij kan/wil brengen of halen en in welke verbanden zij actief wil participeren en in welke zij minder actief wil zijn. Hierbij is het belangrijk om bij deze samenwerkingsverbanden resultaatgericht te werk te gaan en haalbare doelen te stellen. Het is verstandig om actief in te zetten op samenwerkingsverbanden, die bijdragen aan: de economische structuur versterking en speerpuntsectoren daarbinnen, op een wervende bedrijfsomgeving duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Samenwerking opent de poorten tot kennis, expertise en middelen (zoals investeringen/co financiering) die andere partijen tot hun beschikking hebben. Samenwerking is verder een proces waarin (continue en periodiek) geïnvesteerd moet worden. De gemeente benut momenteel nog onvoldoende het potentieel van aanjaagorganisaties zoals Oost N.V, Logistiek Expertise Centrum en het Regionaal Centrum Voor Technologie. In de regio Arnhem-Nijmegen bestaat breed draagvlak voor samenwerking tussen ondernemers, kennisinstellingen en overheden. Om regionale en lokale kansen te benutten, is samenwerking in triple helix verband nodig. Een aantrekkelijke, sterke economische regio, vraagt om bijdragen van alle partners. Die bijdragen moeten leiden tot concrete resultaten in termen van economische groei, groei van werkgelegenheid en een betere (internationale) concurrentiepositie. Dit doen we door bundeling van krachten en aanbrengen van verbindingen. Cruciaal voor het succes van deze agenda is dat de partners met elkaar invulling geven aan de uitvoering! Dat vraagt om commitment, doorzettingsvermogen, goed gereedschap en lange adem met als effect concrete resultaten.
4 Wat mag het kosten: uitvoering& financiële consequenties Dit beleidsplan geldt voor 10 jaar. Allerlei ontwikkelingen kunnen een positieve of negatieve invloed hebben op de uitvoeringsactiviteiten en doelstellingen uit het beleidsplan. Jaarlijks kijken wij of de activiteiten aangepast moeten worden. Tegen het einde van de looptijd van dit plan wordt gestart met het opstellen van een nieuw beleidsplan. Op basis van het beleidsplan zal een (twee) jaarlijks uitvoeringsprogramma worden gemaakt. Er is voor de uitvoering uitgegaan van in de begroting aanwezige budgetten en verder budgetneutraliteit. In de programmabegroting zijn structureel bedragen opgenomen voor zowel economische stimulering als voor dienstverlening aan ondernemers. Post Ontzorgen van ondernemend Lingewaard door optimalisatie Dienstverlening Economische stimulering Totaal
Bedrag €27.500,€53.500,€ 81.000,-
17
Het is van belang, dat deze budgetten structureel blijven. Uit deze budgetten worden momenteel activiteiten gefinancierd zoals deelname aan beurzen (Betuwe Onderneemt Beter, Provada), deelname aan het project Ik start smart, het uitbrengen van een nieuwsbrief voor het zakenleven, de aanschaf van statistische gegevens, etc.. Het budget voor economische stimulering dient soms als smeerolie om marktinitiatieven van bijvoorbeeld ondernemersverenigingen te ondersteunen en om een financieringsbijdrage te kunnen geven. Daarnaast worden voor de uitvoering middelen ingezet vanuit het duurzaamheidsbudget, de grondexploitaties voor de bedrijventerreinen en voor Next Garden en projectmiddelen. Er is momenteel onvoldoende geld om nieuwe projecten/activiteiten te ondersteunen. Voor projecten/activiteiten waarvoor nog geen budget in de programmabegroting is opgenomen, maar wel budget nodig is, zoals bijvoorbeeld een herstructurering van het bedrijventerrein Looveer (incluis een goede toegangsweg) zullen apart projectvoorstellen worden gemaakt.
18