Concept
Sociaal Economisch Beleidsplan
ATTENTIE! Dit document is een tussentijds verslag. Verschillende tekstonderdelen kunnen nog worden aangepast en aangevuld. Wij verzoeken u dit document niet verder te verspreiden en uitsluitend te gebruiken voor uw persoonlijke kennisname. Aan dit document kunnen geen rechten worden ontleend.
Versie 020305
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
Concept 020305
Pag 2 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk 1 1.1 1.2 1.3. 1.4. 2 2.1 2.2 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 4 4.1 4.2 5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11 6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8 6.9 6.10
Concept 020305
INLEIDING............................................................................................ 5 INLEIDING .......................................................................................... OPZET EN AANPAK .................................................................................. LEESWIJZER ........................................................................................ DE SOCIAAL-ECONOMISCHE CONTEXT ...............................................................
5 5 6 6
DOELSTELLING ..................................................................................... 9 DOELSTELLING SOCIAAL-ECONOMISCH BELEID ...................................................... 9 VISIE WAALWIJK ................................................................................... 9 OMGEVINGSONTWIKKELING .....................................................................17 EUROPA............................................................................................ 17 NEDERLAND ....................................................................................... 18 PROVINCIE......................................................................................... 18 GEMEENTE ......................................................................................... 19 CONCLUSIE ........................................................................................ 20 EVALUATIE VORIG BELEIDSPLAN...............................................................21 BEOORDELING DOELSTELLINGEN ................................................................... 21 CONCLUSIES........................................................................................ 23 VRAAGONTWIKKELING ...........................................................................24 REGIONALE ECONOMISCHE ONTWIKKELING ........................................................ 24 SAMENSTELLING BEDRIJVIGHEID ................................................................... 24 AARD EN OMVANG BEDRIJVIGHEID ................................................................. 24 OVERZICHT REGIONALE BEDRIJVIGHEID ........................................................... 25 OVERZICHT ARBEIDSPLAATSEN..................................................................... 26 BEDRIJFSVESTIGING ............................................................................... 26 VACATURES NAAR OPLEIDINGSNIVEAU ............................................................. 27 VACATURES NAAR SECTOREN ...................................................................... 29 PENDELOVERSCHOT ................................................................................ 30 GROEI WERKGELEGENHEID ........................................................................ 30 INNOVATIEF VERMOGEN ........................................................................... 30 AANBODONTWIKKELING .........................................................................33 DEMOGRAFIE VAN DE REGIO ....................................................................... 33 BEVOLKINGSPROGNOSE 2002 - 2020 ............................................................. 34 AANBOD ARBEIDSKRACHTEN NAAR OPLEIDINGSNIVEAU ............................................ 34 AANBOD ARBEIDSKRACHTEN NAAR LEEFTIJD ....................................................... 36 AANBOD ARBEIDSKRACHTEN NAAR BEROEPSGROEPEN .............................................. 37 ARBEIDSKRACHTEN WERKZAAM PER SECTOR ....................................................... 38 AFSTEMMING VRAAG - AANBOD .................................................................... 39 ARBEIDSMARKTBELEID ISD-ML ................................................................... 39 BEROEPSONDERWIJS............................................................................... 41 FINANCIERING ..................................................................................... 42
Pag 3 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk 7 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8 7.9 7.10 7.11 7.12
Concept 020305
ACTIEPLAN .........................................................................................43 GEZAMENLIJKE VISIE............................................................................... 43 MARKETING, PROMOTIE EN ACQUISITIE ............................................................ 45 INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING ............................................................ 46 INFRASTRUCTUUR EN MOBILITEIT .................................................................. 49 INNOVATIE......................................................................................... 50 VERSTERKING ONDERNEMERSCHAP ................................................................ 51 REVITALISERING ................................................................................... 52 REALLOCATIE ...................................................................................... 53 VERSTERKING MEUBELBOULEVARD ................................................................. 54 AFSTEMMING VRAAG-AANBOD...................................................................... 55 STARTENDE ONDERNEMINGEN ..................................................................... 56 VERSTERKEN WOON/LEEFKLIMAAT ................................................................. 57
8
BIJLAGEN ...........................................................................................59
9
LIJST INTERVIEWS ................................................................................63
Pag 4 van 64
Concept 020305
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
1 Inleiding 1.1
Inleiding
Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Waalwijk heeft opdracht gegeven om een nieuw sociaal-economisch beleidsplan voor de gemeente Waalwijk te ontwikkelen. Het laatste economisch beleidsplan is inmiddels gedateerd (1998-2001). Nieuwe ontwikkelingen, waaronder de vorming van de intergemeentelijke sociale dienst en de veranderde rol van de gemeente op de arbeidsmarkt (regiefunctie), liggen ten grondslag aan de keuze om in het nieuwe plan het sociale aspect nadrukkelijker mee te nemen. Leidend blijft uiteraard (de ontwikkeling van) de lokale/regionale economie, dit vooral ook met het oog op de effecten voor de werkgelegenheid. Gekozen is voor een beknopt beleidsplan, waarin het accent vooral ligt op concrete acties en projecten die, op basis van verzamelde gegevens en opinies, op initiatief van de gemeente in gang gezet kunnen worden. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen plannen, die op korte en op lange(re) termijn gerealiseerd kunnen worden. 1.2
Opzet en aanpak
Het plan is tot stand gekomen met betrokkenheid van velen. De basis voor het nu voorliggende plan wordt gevormd door de studie die is gemaakt van een groot aantal geschreven documenten, onderzoeken en beleidsstukken. Voor het opstellen van het nieuwe beleidsplan is een bijdrage geleverd door de Rabobank Waalwijk en het hoofdkantoor te Utrecht. Daarnaast zijn interviews gehouden met belanghebbenden in het bedrijfsleven, de overheid en intermediaire organisaties. Verder is een enquête gehouden onder een representatieve groep van ondernemers in de regio Waalwijk. Dit heeft meer zicht gegeven op de actuele ontwikkelingen en is tevens gebruikt ter verificatie van de beschikbare informatie. De uitkomsten van deze enquête zijn eveneens verwerkt in het beleidsplan.
INPUT
OUTPUT
Transformatie
3. Omgevings2. Doelstelling
1.Inleiding
ontwikkeling
5. Vraagontwikkeling
7. Sociaal Economisch Actieplan
6. Aanbodontwikkeling 4. Evaluatie vorig plan
Evaluatie Meetpunten Criteria
Pag 5 van 64
Concept 020305
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk 1.3.
Leeswijzer
De opbouw van het rapport, op basis van de hiervoor vermelde aanpak is weergegeven in het op de voorgaande pagina vermelde schema. In deze inleiding wordt ingegaan op de achtergronden van de opdracht en de context waarbinnen het sociaal-economisch beleid van de gemeente Waalwijk wordt onderzocht. In hoofdstuk 2 worden de doelstellingen beschreven van het sociaal-economisch beleid. In de hoofdstukken 3 en 4 komt de ‘input kant’ van het sociaal-economisch beleid plan aan de orde. Deze bestaat uit twee elementen: - de ontwikkeling in de omgeving - de evaluatie van het vorige plan. Vervolgens wordt de verzamelde informatie verwerkt (‘Transformatie’) met medeneming van twee andere aspecten van het plan: - de ontwikkeling van de vraag in hoofdstuk 5 - de ontwikkeling van het aanbod in hoofdstuk 6 De combinatie en verwerking van deze vier elementen leidt tot het nieuwe sociaal-economisch beleidsplan (‘Output’). Om de voortgang en de ontwikkeling van dit plan in de toekomst te kunnen evalueren, worden meetpunten en criteria ontwikkeld, waarmee de ontwikkeling en de realisatie van het plan kan worden vastgesteld (‘Evaluatie’). In hoofdstuk 7 wordt het feitelijke sociaal-economisch beleidsplan beschreven in de vorm van concrete actiepunten en projecten. 1.4.
De sociaal-economische context
De (lokale) economie is een belangrijke peiler van de gemeente. Een gezonde economie biedt burgers de mogelijkheid, ook voor de langere termijn, in de gemeente te leven, te wonen en te werken. Tegelijkertijd realiseert de gemeente als lokale overheid zich, dat zij niet in een min of meer op zichzelf staande actie, een gezonde economie kan creëren en in stand houden. Hierbij past een zekere bescheidenheid ten aanzien van de eigen positie. Als gemeente is Waalwijk te klein voor een eigen, zelfstandig economisch beleid. Vandaar dat in dit plan nadrukkelijk wordt gekozen voor een regionaal perspectief.
H Waalwijk
DB
Oss
Noordoost Brabant
O LoZ
B T West Brabant
Midden Brabant
Pag 6 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
Concept 020305
Waalwijk maakt - als centrumgemeente van de regio Midden-Brabant - deel uit van de Brabantse stedenring. In de praktijk is er een duidelijk verband met de gemeenten Loon op Zand (Kaatsheuvel) en Heusden (Drunen). Waalwijk heeft eveneens een kernfunctie in de westvleugel van Waalboss. Op sociaal terrein hebben de gemeenten Waalwijk, Heusden en Loon op Zand de intergemeentelijke sociale dienst opgezet en nemen zij gezamenlijk deel in het bestuur van het Werkbedrijf MiddenLangstraat. Op sociaal-economisch gebied wordt daarom vooral gekeken naar de ontwikkelingen in de regio tussen Tilburg en Den Bosch, waarin Waalwijk een centrale positie heeft en samenwerking met Heusden en Loon op Zand voor de hand ligt.
Pag 7 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
Concept 020305
Pag 8 van 64
Concept 020305
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
2 DOELSTELLING INPUT
OUTPUT
Transformatie
3. Omgevings2. Doelstelling
1.Inleiding
ontwikkeling
5. Vraagontwikkeling
7. Sociaal Economisch Actieplan
6. Aanbodontwikkeling 4. Evaluatie vorig plan
Evaluatie Meetpunten Criteria
2.1
Doelstelling sociaal-economisch beleid
Waalwijk kiest in haar sociaal-economisch beleid voor de volgende doelstellingen: 2.2
Versterking van de economische structuur van de regio, gericht op het behoud, c.q. verwerven van een zelfstandige positie in het gebied tussen Den Bosch en Tilburg; Verdere ontwikkeling van de economische bedrijvigheid van de regio, en daarmee het zeker stellen op langere termijn van de (economische) continuïteit van de regio; Het verbeteren van de aansluiting van vraag en aanbod op de (lokale en regionale) arbeidsmarkt; Het verbeteren van de kwaliteit van werken, wonen en leven in deze regio (welzijn). Visie Waalwijk
Uit het onderzoek en de interviews, die ter voorbereiding van de plan zijn gehouden, is gebleken, dat er grote behoefte bestaat aan een samenhangende visie op de ontwikkelingen in Waalwijk en omringende regio. Er zijn veel verschillende partijen actief op sociaal-economisch gebied. Door uit te gaan van een gemeenschappelijk gedragen visie wordt beter samengewerkt bij het realiseren van de sociaaleconomische doelstellingen. De visie wordt leidraad voor alle betrokken organisaties om de plannen voor de toekomst vorm te geven en stelt ieder voor zich in staat daaraan een optimale bijdrage te leveren. De visie van Waalwijk ten aanzien van de sociaal-economische ontwikkeling nu en in de nabije toekomst kan worden samengevat in de volgende omschrijving:
Waalwijk ontwikkelt zicht tot een aansprekende middelgrote regio tussen belangrijke stedelijke regio’s als Den Bosch, Tilburg en Breda. Daarbij buit zij de gunstige geografische ligging (snijpunt van belangrijke verbindingswegen) en haar perspectiefvolle kwaliteiten (bedrijventerreinen, divers samengesteld bedrijfsleven, goed opgeleide beroepsbevolking, uitstekend woon- en leefklimaat) maximaal uit. Waalwijk streeft er actief naar de positie op sociaal en economisch gebied, als aantrekkelijke industriële topregio, op eigen kracht te handhaven en verder uit te bouwen.
Pag 9 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk 2.2.1
Concept 020305
Nadere uitwerking
In deze visie zijn vijf thema’s opgesloten, t.w. 1. 2. 3. 4. 5.
de positie van Waalwijk; de bedrijvigheid; de werkgelegenheid; het vestigingsklimaat en het woon- en leefklimaat.
Deze thema’s worden hierna verder toegelicht. 2.2.2
De positie van Waalwijk
Centrumfunctie Waalwijk vervult voor de regio een centrumfunctie. Om deze centrumfunctie ook in de toekomst te kunnen blijven waarmaken moeten de eigen kwaliteiten en mogelijkheden verder worden benut en ontwikkeld. De regio heeft baat bij een sterke eigen positie van Waalwijk, vooral op sociaal economisch terrein. Zowel de inwoners als de organisaties en bedrijven, die in Waalwijk e.o. actief zijn, hebben daar baat bij. Voor de inwoners van Waalwijk gaat het om de volgende kwaliteiten: • • • •
gunstig woon- en leefklimaat; ruimte; rustige natuurrijke omgeving; goed ontwikkelde voorzieningen (winkels, dienstverlening, gezondheidszorg).
Bezien vanuit de optiek van organisaties en bedrijven, heeft Waalwijk de volgende kwaliteiten te bieden: • bedrijventerreinen; • ligging op snijpunt van verschillende verbindingswegen (weg en water); • relatief gunstige arbeidsmarkt; • stabiele economische activiteiten. Samenwerking Een sterke eigen positie van Waalwijk vormt het uitgangspunt voor samenwerking op regionaal niveau. Om de kwaliteiten en mogelijkheden van Waalwijk en de omringende regio overeind te houden en waar mogelijk verder te ontwikkelen, is afstemming en samenwerking nodig met de buurgemeenten. Afstemming en samenwerking moeten met nadruk worden gericht op de ontwikkeling en uitvoering van het sociaal-economisch beleid. Krachtenbundeling en gezamenlijk geformuleerd beleid, vooral t.a.v. economie en arbeidsmarktontwikkeling, brengen meer structuur en richting in de ontwikkeling van de regio als geheel en de verschillende gemeenten in het bijzonder. Daarbij gaat het vooral om bovengemeentelijke aspecten in de sociaal-economische ontwikkeling, zoals externe profilering, zowel naar burgers als bedrijven. Eén van de aspecten in dit verband is het bundelen van krachten op specifieke deskundigheidsgebieden, waar de afzonderlijke gemeenten (te) beperkte eigen expertise en capaciteit hebben, zoals op het terrein van sociale zekerheid, ruimtelijke ordening en economische zaken. Parallel aan deze ontwikkeling is het van belang, dat de belangrijke actoren in de regio, vooral het bedrijfsleven, hun krachten bundelen en tot een hechtere afstemming en samenwerking komen. Het feit, dat in iedere gemeente eigen ondernemersverenigingen bestaan, die qua activiteiten en intensiteit
Pag 10 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
Concept 020305
van samenwerking sterk verschillen, beperkt de mogelijkheden voor het gericht en met voldoende kans op succes profileren van de regio, zowel intern als naar buiten. De gemeente Waalwijk zou, in afstemming en samenwerking met de buurgemeenten, partijen dichter bij elkaar moeten brengen en zo een betere basis voor samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven creëren. Intensievere samenwerking en afstemming is ook nodig tussen gemeente en bedrijfsleven. Veel kennis en ervaring, maar ook netwerkcontacten, zowel op bestuurlijk, ambtelijk en bedrijfsniveau kunnen eenmaal gecombineerd - leiden tot nieuwe en daadkrachtige initiatieven. Daarbij vormt het feit dat communicatielijnen relatief kort zijn, een significant voordeel t.o.v. van grotere gemeenten en organisaties. Arbeidsmarkt Op korte termijn is een belangrijk aandachtspunt de regievoering op de regionale arbeidsmarkt. Door het wegvallen van de RBA's en de beperktere reikwijdte van de CWI's is er van een duidelijke regie op de regionale arbeidsmarkt de facto maar weinig sprake. Vraag en aanbod ontwikkelen zich autonoom. Met het oog op een versterking van de regionale structuur is een op het behalen van concrete resultaten gerichte vorm van regie van vraag en aanbod te overwegen. Daartoe is in eerste instantie van belang dat op regionaal niveau stuur- en kengetallen t.a.v. de arbeidsmarktontwikkeling beschikbaar zijn. Omdat de gemeenten in de regio Waalwijk ieder voor zich al informatie op dit punt verzamelen kan door stroomlijning en door benchmarking van de verschillende kengetallen de mogelijkheid voor gerichte en tijdige sturing van arbeidsmarktbeleid worden begunstigd. Op basis van beter inzicht in de ontwikkeling van de arbeidsmarkt kunnen gerichte maatregelen worden genomen. Eén daarvan is het periodiek inventariseren van wensen en behoeften van het bedrijfsleven in de regio t.a.v. in-, door- en uitstroom van personeel. Nu is dat een aangelegenheid, die zich grotendeels aan de waarneming van de gemeentelijke overheid onttrekt, terwijl de negatieve effecten van bijvoorbeeld vergrote uitstroom ook mede effect hebben op de besteding van gemeentelijke middelen. Een vergelijkbaar effect treedt op ten aanzien van opleiding en scholing. Steeds belangrijk wordt het (tijdige) inzicht in de vraagkant van de arbeidsmarkt, niet alleen kwantitatief, maar ook kwalitatief. Doordat de regio niet over eigen (beroeps)opleidingsfaciliteiten beschikt is het absoluut noodzakelijk dat de regionale behoefte niet alleen op korte maar ook op langere termijn goed wordt gedefinieerd. De aantrekkelijkheid van de regio als vestigingsplaats voor bedrijven is daar mede van afhankelijk. 2.2.3
Bedrijvigheid
Versterking economische structuur De regio Waalwijk kent een relatief stabiele economische structuur. De stabiliteit is vooral het gevolg van de aanwezigheid van bedrijven en bedrijfssectoren, die over het geheel genomen minder conjunctuurafhankelijk zijn. Dit heeft enerzijds tot gevolg dat in een neergaande conjunctuur de negatieve effecten beperkt blijven, maar in een oplopende conjunctuur heeft dat tot gevolg dat snelle en ingrijpende stijgingen ook uitblijven. In die zin wijkt een regio als Waalwijk duidelijk af van een conjunctuurgevoelige regio als ZuidoostBrabant. Het is de vraag of deze vrij serene en weinig dynamische ontwikkeling ook in de nabije toekomst blijft voortduren. Onder invloed van globalisering en toenemende concurrentie, kan onverwacht een structurele verschuiving in de ontwikkeling van bedrijvigheid en daarmee dus ook van de regionale economie optreden.
Pag 11 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
Concept 020305
Er moet rekening worden gehouden met het feit, dat de tot nu toe bestaande stabiele situatie niet als vanzelf zal blijven voortduren. Om te voorkomen dat plotselinge veranderingen direct en in negatieve zin effect hebben op de economische structuur van de regio, is het van belang om aanvullende maatregelen te treffen, die de structuur en samenstelling van het bedrijfsleven in de regio begunstigen. Daarbij zijn een aantal belangrijke aandachtspunten te benoemen. In de eerste plaats gaat het erom de al aanwezige bedrijven te behouden voor de regio. Uit de interviews, die met een aantal vertegenwoordigers van het regionale bedrijfsleven zijn gehouden, is naar voren gekomen, dat zij het op prijs stellen wanneer de verstandhouding met de gemeente verder wordt ontwikkeld en versterkt. Voorbeeld: Meerdere malen is genoemd het aantrekken van nieuwe bedrijven op het bedrijventerrein Haven. De gemeente zou moeten overwegen om bij het aantrekken van nieuwe bedrijven ook het reeds aanwezige bedrijfsleven te vragen naar potentiële kandidaten bedrijven. In het verlengde van het aantrekken van nieuwe bedrijven ligt ook het uitbreiden van bestaande bedrijvigheid. Hoewel in het verleden reeds uitgevoerd, verdient het aanbeveling om op korte termijn na te gaan welke eventuele uitbreidingswensen bestaande bedrijven in de regio hebben, die kunnen worden gerealiseerd op het bedrijventerrein Haven. Uiteraard dienen nieuwe bedrijven aangetrokken te worden indien de bestaande bedrijven hier geen gebruik van maken.
In de tweede plaats is het belangrijk om, rekening houdend met de al bestaande bedrijvigheid, nieuwe bedrijvigheid aan te trekken. Uit de contacten met de Brabantse ontwikkelingsmaatschappij (BOM) is naar voren gekomen dat deze organisatie, die zich vooral bezig houdt met het werven van nieuwe bedrijvigheid voor de provincie Noord-Brabant, nog niet beschikt over een profiel, waarin de gewenste soorten bedrijvigheid voor de regio Waalwijk zijn benoemd. Het is daarom moeilijk om gericht nieuwe bedrijvigheid voor de regio aan te trekken die past binnen de structuur en de ambities van de regio. Met andere woorden het is van belang om op zo kort mogelijke termijn een duidelijk profiel op te stellen waarmee nieuwe bedrijvigheid naar de regio kan worden gehaald, respectievelijk dat kan dienen als leidraad voor het (verder) ontwikkelen van bestaande bedrijvigheid. Een dergelijk profiel kan ook bijdragen aan het herinrichten en eventueel realloceren van bestaande bedrijvigheid in de regio. In de derde plaats is het van belang om geleidelijk, voorzover daar de noodzaak toe bestaat, de bestaande bedrijvigheid te herstructureren, te realloceren of zelfs te beëindigen. Overwegingen in dit verband kunnen zijn: grote of niet toelaatbare milieubelasting, beperkte toegevoegde waarde m.b.t. de sociaal-economische ontwikkeling van regio, onevenredig groot beslag ten aanzien van faciliteiten, ruimte en infrastructuur. Samengevat gaat het om 3 belangrijke zaken, t.w. • • •
Het behoud van bestaande bedrijvigheid Het aantrekken van nieuwe bedrijvigheid Het waar nodig herschikken van bestaande bedrijvigheid
Dit wordt in het actieplan (hoofdstuk 7) nader uitgewerkt.
Pag 12 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
Concept 020305
Mogelijk profiel bedrijvigheid Een eerste aanzet tot een profiel ten aanzien van de bedrijvigheid in de regio Waalwijk kan als volgt vorm gegeven worden: -
Maakindustrie, gespecialiseerd in specifieke producten uitgevoerd in metaal, hout en kunststof; middelgroot en kleinschalig; zelfscheppend; Dienstverlening, gericht op de ondersteuning van de maakindustrie, met nadruk op leerverwerking en schoenen, metaal, metaalbewerking, houtbewerking, kunststof; Logistiek, gericht op transport, fullfilment, kwaliteitszorg en klantspecifieke ondersteuning; Detailhandel (MKB); Agrarische bedrijvigheid en industrie.
Uit dit profiel volgen de navolgende activiteiten: -
Benadruk het belang van de maakindustrie
Hoewel in de discussies van de afgelopen jaren steeds vaker wordt geroepen dat de maakindustrie in Nederland geen toekomst heeft, bewijzen een groeiend aantal bedrijven in de maakindustrie dagelijks, dat er wel degelijk ruimte is voor de maakindustrie. In de regio Waalwijk zijn een groot aantal bedrijven gevestigd, die vallen onder de maakindustrie. Het moderne profiel van een dergelijk bedrijf is, dat het bedrijf beschikt over eigen producten, voldoende greep heeft op de eigen product/marktcombinaties (pmc) en in staat is om voortdurend zowel qua processen als producten te verbeteren en te vernieuwen (OEM)1. Hierbij gaat het vooral om bedrijven in het kleinen middensegment. -
Trek bedrijven aan, die beschikken over een of meer eigen producten, een redelijke unieke positie innemen in bepaalde product/marktcombinaties, hetzij vanwege kwaliteit, hetzij vanwege prijs/kwaliteitverhouding, hetzij vanwege flexibiliteit en adequaat inspelen op klantspecifieke behoeften. In dit verband gaat het vooral om bedrijven en organisaties, waarvan de hoofdvestiging liefst in Waalwijk, of in ieder geval in Nederland is. Het risico van grote buitenlandse ondernemingen is, dat de drempel om verregaande herstructureringen door te voeren, zonder rekening te houden met de lokale omstandigheden, aanzienlijk groter is dan bij binnenlandse ondernemingen.
-
Buit de belangrijke kwaliteitsvoordelen van Waalwijk consequent en maximaal uit:
ruimte, ligging, arbeidsmarktklimaat, infrastructuur. Zorg ook voor verder ontwikkeling van deze kwaliteiten, o.a. door de externe profilering vorm te geven, zowel nationaal als internationaal.
-
Zorg voor meer cohesie bij het al aanwezige bedrijfsleven, door gelijke behoeftes en belangen beter te articuleren en te bedienen. Daarnaast zorgdragen voor het verder diversifiëren van het bedrijfsleven, binnen het te ontwikkelen profiel van de regio. Door het soort bedrijvigheid in de regio te verbreden wordt het effect van onverwachte conjunctuurschommelingen verder afgezwakt.
-
Maak sluitende afspraken met kennisinstellingen
in en buiten de regio om de behoefte van het huidige en toekomstige bedrijfsleven enerzijds en de toekomstige beroepsbevolking anderzijds adequaat te kunnen dekken.
1
OEM: Original Equipment Manufacturing
Pag 13 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk -
Concept 020305
Maak de erkenning als economische toplocatie waar.
Dit kan o.m. worden gerealiseerd door een goed afgestemd voorzieningenniveau, een eenduidige en doelgerichte visie t.a.v. de sociaal-economische ontwikkeling en goed ontwikkelde sociale en economische netwerken.
Het Waalwijks model (1) Van oudsher was de Langstraat met Waalwijk als middelpunt hét centrum van de leer- en schoenindustrie. Deze industrie, groot geworden vanuit. In 1819 waren er in Noord-Brabant 1.162 schoenmakersbedrijven (bedrijfjes) met 1.396 arbeiders. Er waren 250 leerlooierijen, waar naast de patroon nog 330 mensen werkten. NoordBrabant was de grootste leerproducent van heel Nederland. De economische ontwikkeling voor de leernijverheid was gunstig. De oorlog tussen Duitsland en Frankrijk (1870-1871) bijvoorbeeld zorgde voor een stijging van de export. Maar het was vooral de binnenlandse markt voor schoeisel die groei bevorderde van de schoenmakerij en de aan haar leverende leerlooierij. De schoenen werden vervaardigd in kleine manufacturen met 3 a 5 arbeiders en voor een groot gedeelte door thuiswerkers. En het leer kwam voor het grootste gedeelte uit de looierijen in de directe omgeving. De vrede in Duitsland en de al verder gemechaniseerde leerindustrie daar brachten de Brabanders in moeilijkheden. De onderlinge prijsconcurrentie van de kleine en grotere bedrijven werd moordend. Kleine bedrijven moesten sluiten, grote bazen drukten hun kosten omlaag door hun arbeiders gedwongen winkelnering op te leggen, waardoor de toch al lage lonen nog lager werden. En wie de middelen had investeerde in gebouwen en machines, te beginnen de schoenmakers. Rond 1881 werden in Bezoyen een fabriek gebouwd voor tientallen werklieden waar het hele bovenwerk van de schoen machinaal werd vervaardigd om dan pas door de thuiswerkers afgewerkt te worden.Veel schoenmakers verzetten zicht tegen de komst van de stoommachines uit angst hun werk te verliezen. Zo weerde hét schoenmakersdorp Waalwijk in 1887 de ondernemer Van den Bergh, die zijn fabriek toen maar in Den Bosch oprichtte. Pas 11 jaar later kreeg Waalwijk haar "Eerste Waalwijksche Stoomschoenenfabriek".
Ontwikkeling en inrichting Haven VIII (Baardwijk Buiten) Het kan wenselijk zijn om voor de verschillende bedrijventerreinen binnen de overall visie een toegespitste invulling te ontwikkelen. Dat kan tevens voor de ontwikkeling van de nieuwe terreinen. Hiervoor is afstemming nodig met de genoemde aspecten ten aanzien van de bedrijvigheid in Waalwijk. Keuzes hierbij zijn mede richtinggevend voor de verdere ontwikkeling van bedrijventerreinen in Waalwijk e.o. 2.2.4
Werkgelegenheid
Ten aanzien van werkgelegenheid streeft Waalwijk naar: -
-
2
Uitoefening van de regiefunctie op de arbeidsmarkt, waardoor: o de aansluiting van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt wordt gereguleerd en verbeterd; o geanticipeerd wordt op de effecten van technologische en organisatorische ontwikkelingen; o vraag en aanbod op arbeidsmarkt onder veranderende omstandigheden in evenwicht zijn; Behoud en uitbreiding van de regionale functie, waarbij het aantal arbeidsplaatsen groter is dan de eigen beroepsbevolking; Een geleidelijke upgrading van de kwaliteit van de beroepsbevolking, in aansluiting op de ontwikkeling van de werkgelegenheid; Het versterken van de mogelijkheden voor verdere ontwikkeling van de beroepsbevolking, o.a. door gericht beroepsonderwijs; Effectieve monitoring van de arbeidsmarkt, op basis van erkende en concreet benoemde stuur- en kengetallen; Het ontwikkelen van nieuwe werkgelegenheid door het bij voorkeur aantrekken van 'maakbedrijven' (OEM2), dan wel erkende first tier suppliers3. OEM: Original Equipment Manufacturing Pag 14 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk 2.2.5
Concept 020305
Vestigingsklimaat
Ten aanzien van het vestigingsklimaat streeft Waalwijk naar: - Het zodanig organiseren van het gebruik van bedrijventerreinen dat daarmee de aantrekkelijkheid van de regio gemaximaliseerd wordt; - Het stroomlijnen van de gemeentelijke dienstverlening door het eenduidig formuleren van de producten en diensten die door de lokale overheid worden geboden aan het bedrijfsleven; - Het stroomlijnen van de organisatie van en samenwerking met de gevestigde bedrijven. Uitgangspunt ten aanzien van de dienstverlening van de lokale overheid is, dat individuele ondernemers terecht kunnen (moeten) bij de ondernemersverenigingen (WBP, WOF enz.). Voor de algemene / collectieve dienstverlening richt de gemeente zich op de genoemde ondernemersverenigingen. 2.2.6
Woon- en leefklimaat
In de visie van Waalwijk is het woon- en leefklimaat van groot belang voor de sociaal-economische ontwikkeling. Waalwijk streeft daarbij naar: - Een aantrekkelijk centrum (horeca, winkelen, evenementen); - Een aantrekkelijk woonklimaat, waarbij gestreefd wordt naar een gematigde maar geleidelijke bevolkingsgroei, met mogelijkheden voor jonge gezinnen; - Waalwijk zet niet in op een eigen ontwikkeling van toerisme, maar stemt hiervoor af met de buurgemeenten (Efteling, Land van Ooit, Drunense Duinen enz.). Wel wordt hier aanvullend een functie voorzien van ‘recreatief winkelen’ in Waalwijk.
3
Toeleveranciers die bij belangrijke uitbesteders een voorrangpositie innemen
Pag 15 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
Concept 020305
Pag 16 van 64
Concept 020305
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
3 OMGEVINGSONTWIKKELING INPUT
OUTPUT
Transformatie
3. Omgevings2. Doelstelling
1.Inleiding
ontwikkeling
5. Vraagontwikkeling
7. Sociaal Economisch Actieplan
6. Aanbodontwikkeling 4. Evaluatie vorig plan
Evaluatie Meetpunten Criteria
3.1
Europa
De Europese economie moet zich zo ontwikkelen, dat zij in 2010 concurrerend is met de Amerikaanse en Oost-Aziatische economieën. Om deze concurrentiepositie te kunnen bereiken wordt ingezet op twee speerpunten: - de ontwikkeling van de kenniseconomie en - innovatie, research en development. Deze ambities zijn vastgelegd in de akkoorden van Lissabon en Barcelona. Achterliggende gedachte is, dat de Europese economie veel concurrentie ondervindt van "lage-lonen-landen". De arbeidskosten in deze landen zijn aanmerkelijk lager dan bij ons, waardoor tegen lagere kosten geproduceerd kan worden. In de Europese landen wordt daarom de ontwikkeling ingezet op kennis en innovatie. Het Waalwijks model (2) De schoenindustrie is als ambachtelijke industrie voor een groot deel verdwenen, maar slimme en doortastende ondernemers in Waalwijk hebben niet afgewacht. Het van oudsher opgebouwde vakmanschap gebruiken zij nog steeds, zij het niet meer om zelf grote hoeveelheden schoenen te maken, maar wel om de keten van klant, via toeleverancier, fabrikant, transporteur, groothandel, detailzaak en weer naar de klant vrijwel volledig te beheersen. In deze keten wordt op verschillende punten waarde toegevoegd en wordt gestreefd naar een continu evenwicht tussen kosten en baten. Door gebruik te maken van ICT, door voortdurende verfijning van de besturing en het management van de keten en door snel en adequaat in te spelen op nieuwe marktontwikkelingen is Waalwijk vrijwel onopvallend opnieuw op weg naar een centrumrol in de leer- en schoenindustrie. Dat zou je kunnen aanmerken als het Waalwijks model: vakmanschap slim combineren met ondernemerschap, een snelle time-to-market voor nieuwe producten en diensten en een zeer effectief management en samenwerking in de keten van klant, toeleverancier, transport en detailhandel. De ontwikkeling die zich nu in delen van de schoen- en leerindustrie voltrekt is exemplarisch voor veel andere (klassieke productie)sectoren, waaronder bijvoorbeeld metaal-, elektronica-, meubel-, textiel- en soortgelijke sectoren. Het Waalwijks model is een veel concretere invulling van de kenniseconomie dan de vaak theoretische en abstracte voorstellingen die sommige deskundigen ons willen opdringen. In deze vorm van kenniseconomie is juist vakkennis en vakmanschap een onontbeerlijke schakel om zaken te kunnen doen en bedrijvigheid in stand te houden. Innovatie wordt in het Waalwijks model vooral vertaald als slim combineren van bewezen techniek en op tijd inspelen op verwachte trends.
Ook Waalwijk zal zich meer en meer moeten oriënteren op de ontwikkeling van een kenniseconomie en innovatie op grotere schaal om de concurrentiepositie - ook voor de langere termijn - te kunnen
Pag 17 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
Concept 020305
behouden. Dit thema is van belang bij het aantrekken van nieuwe werkgelegenheid en het behoud van arbeidsplaatsen in de toekomst.
Op Europees niveau wordt de economische ontwikkeling gesteund door de inzet van (structuur-) fondsen. Voor Waalwijk e.o. worden de mogelijkheden onderzocht om met inzet van Europese middelen de economische ontwikkeling te versterken (structuur) en om projecten te financieren (met co-financiering) voor de kwalitatieve verbetering van het arbeidsaanbod (ESF-projecten). 3.2
Nederland
Door de Nederlandse regering worden de Europese afspraken (Lissabon, Barcelona) opgenomen in het kabinetsbeleid, waarmee de Europese ambities worden vertaald naar de Nederlandse situatie. Voorbeelden van de Nederlandse aanpak zijn: 1. Deltaplan Bèta Techniek - versterking van de instroom in technische beroepen; 2. Nota Ruimte - meer ruimte voor lokale en regionale initiatieven op het gebruik van ruimte; 3. Industriebrief (EZ): - aanwijzing van topregio's en 'hotspots' - Waalwijk is één van de toplokaties van Nederland; 4. Nota mobiliteit - verbetering van de mobiliteit in Nederland (infrastructuur: Betuwelijn, HSL, verbreding snelwegen enz.) en aanpak van filevorming; 5. Innovatieplatform - Platform onder leiding van de Minister-President, waar initiatieven en plannen ontwikkeld worden om de innovatiekracht in Nederland te versterken. Voor Waalwijk is het van belang, om binnen deze kaders maximaal te anticiperen op de landelijke en internationale ontwikkelingen en gebruik te maken van de beschikbare mogelijkheden. Voorbeeld: De Langstraat stond altijd bekend om zijn leer- en schoenindustrie. De feitelijke productie hiervan is grotendeels verdwenen uit deze regio. Wel wordt binnen deze sector Waalwijk nog steeds gezien als het centrum op dit gebied. Overigens wordt algemeen betreurd dat het 'schoenencentrum' niet in Waalwijk, maar in Nieuwegein is gevestigd. Binnen de sector heeft zich wel een belangrijke ontwikkeling voorgedaan. In Waalwijk wordt wereldwijd onderzocht (toepassing ICT, internet) welke ontwikkelingen zich voordoen op de schoenenmarkt. Op basis daarvan worden modellen ontworpen, die elders worden geproduceerd en zowel nationaal als internationaal op de markt worden gebracht. Ook qua logistiek en transport wordt nog steeds veel gedaan in de schoenenindustrie, ondanks dat de feitelijke productie niet meer in de Langstraat plaatsvindt.
3.3
Provincie
Ook op provinciaal niveau worden plannen ontwikkeld en maatregelen genomen ten behoeve van de sociaal-economische ontwikkeling, de verbetering van de aansluiting op de arbeidsmarkt, verbetering van de infrastructuur e.d. Op economisch gebied is Waalboss een belangrijke speerpunt, waarbij in het gebied Waalwijk - Den Bosch - Oss de ontwikkeling van bedrijventerreinen is aangegeven. Waalwijk heeft de centrumrol in Waalboss-West, het gebied ten westen van Den Bosch. Voor de verdere ontwikkeling van deze terreinen is afstemming nodig met vooral de gemeente Heusden. Voor de invulling van de terreinen is eveneens afstemming nodig met Den Bosch en Tilburg, en mogelijk ook met Breda. Naast de visie op de economische ontwikkeling van Waalwijk in het algemeen, gaat de voorkeur uit naar de ontwikkeling van een visie per bedrijventerrein.
Pag 18 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
Concept 020305
BrabantStad is de samenwerking van de steden Breda, Eindhoven, Helmond, 's Hertogenbosch en Tilburg en de Provincie Noord Brabant die als doel heeft een stedelijk netwerk te gaan vormen en Brabant nadrukkelijk op de Europese kaart te zetten als toonaangevende kennisregio. De samenwerking tussen de grote steden in het verband van BrabantStad op economisch, ruimtelijk, sociaal en cultureel terrein, kan voor Waalwijk positieve effecten hebben. Ook hier is het echter noodzakelijk dat de stem van Waalwijk duidelijk werd en concreter wordt gehoord. Met een verzorgingsgebied van 1,4 miljoen mensen en 20% van de industriële productie van Nederland behoort BrabantStad tot één van de belangrijkste stedelijke regio's van Nederland en Waalwijk kan daarbinnen haar positie verder verstevigen. Inmiddels wordt ook met de omliggende (middelgrote) gemeenten afgestemd. De partners binnen BrabantStad zijn van mening, dat er behoefte is aan overleg tussen de B5-partners en de middelgrote steden over de relatie tussen beide, de betekenis van het programma BrabantStad 2004-2008 en de mogelijkheden tot intergemeentelijke afstemming. Hiermee is de aanpak van Brabantstad verbreed. Bestuurlijk en ambtelijk zijn vertegenwoordigers van de kleinere gemeenten betrokken bij de ontwikkeling van de plannen. Mobiliteit en infrastructuur De Provincie is actief op het terrein van mobiliteit en infrastructuur. Duidelijk is geworden, dat in het landelijk beleid te weinig aandacht is voor de situatie in Noord-Brabant. De Provincie zal zich hiervoor sterk maken. Vanuit Waalwijk gezien is afwachten totdat provinciaal beleid is gedefinieerd een te beperkte optie. Hetgeen aanleiding om nu reeds, met inachtneming van bestaande inzichten en mogelijkheden, de eigen wensen en ambities te concretiseren en ter kennis te brengen van het provinciaal bestuur. Arbeidsmarktbeleid De Provincie is actief op het terrein van de arbeidsmarkt, en kan waar noodzakelijk en wenselijk projecten van de gemeenten ondersteunen om tot verbetering van het functioneren van de arbeidsmarkt te komen. In eerder stadium heeft de Provincie een onderzoek uitgevoerd naar de invulling van de regiefunctie op de arbeidsmarkt van de lokale overheid. Conclusie daarvan was dat dit nog (sterk) verbeterd kan worden. Op dit punt is het van belang dat Waalwijk haar positie duidelijk formuleert en ter kennis brengt van het provinciaal bestuur. 3.4
Gemeente
Het gemeentelijk beleid sluit zoveel mogelijk aan op het Europees, landelijk en provinciaal beleid. Uiteraard is het van belang op lokaal en regionaal niveau de eigen visie en strategie op sociaaleconomisch gebied te bepalen. In dit sociaal-economisch beleidsplan wordt daarom de strategische Pag 19 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
Concept 020305
visie uitgewerkt, als agenda voor de toekomst. Verder wordt aansluiting gemaakt bij het eerdere beleidsplan "Waalwijk in de steigers 1998 - 2001". Hiervan wordt aangegeven welke aspecten inmiddels zijn gerealiseerd. Geconstateerd is, dat de gemeente Waalwijk niet alleen het sociaal-economisch beleid kan vormgeven en uitvoeren. Daarom wordt bij voorbaat gestreefd naar afstemming en samenwerking met het lokale en regionale bedrijfsleven, maar nadrukkelijk ook met de buurgemeenten. Om tot samenwerking te komen met het bedrijfsleven wordt ingezet op: 1. Verbetering van de dienstverlening van de lokale overheid aan het bedrijfsleven. Uit de interviews en de enquête blijkt, dat de voorkeur uitgaat naar de opzet van één loket, van waaruit de dienstverlening aan het bedrijfsleven kan worden aangeboden. De vormgeving zal mede worden bepaald aan de hand van de visie van de gemeente Waalwijk op de organisatie-ontwikkeling. Hierin wordt ingegaan op effectieve en efficiënte dienstverlening aan burgers, bedrijven en instellingen. 2. Versterking van de aanbodzijde van de economie, door afstemming met o.a. de Intergemeentelijke Sociale Dienst (ISD). 3.5
Conclusie
Waalwijk moet voor de toekomst haar positie nog duidelijker en aansprekender bepalen. Gelet op het nationale en internationale krachtenveld, is de schaal waarop Waalwijk kan acteren te beperkt om invloed van betekenis te kunnen hebben, c.q. onder alle omstandigheden de gewenste en noodzakelijke ontwikkelingen te kunnen inzetten. Voor Waalwijk is het daarom van belang: - te concentreren op een beperkt aantal doelen en activiteiten, - af te stemmen en samen te werken met aangrenzende gemeenten en - strategische samenwerkingsverbanden aan te gaan met marktpartijen. Hierbij is het van belang, dat de keuzen die worden gemaakt ook duidelijk worden geformuleerd en de beschrijving daarvan in- en extern worden verspreid. De ontwikkelingen in de omgeving hebben veelal een strategisch en meer op langere termijn gericht karakter. Waalwijk zal concrete en hanteerbare meetpunten moeten definiëren. Op dit moment is er te weinig actueel zicht op de sociale en economische ontwikkelingen in de regio en de wederzijdse matching / beïnvloeding van beide aspecten. Voorstel is te komen tot definiëring van een Bruto Regionaal Product, dat regelmatig kan worden gemeten, waardoor er een duidelijk zicht komt op de regionale economische ontwikkeling. De ontwikkeling naar een kenniseconomie heeft als mogelijk neveneffect, dat de werkgelegenheid voor lager opgeleiden aanzienlijk kan afnemen. Daarvoor zal tijdig een antwoord moeten worden gevonden. Ook speelt in Waalwijk e.o. de problematiek van ontgroening en vergrijzing. De effecten worden direct merkbaar in de komende 3 tot 6 jaar. Dat geldt zowel ten aanzien van arbeidskrachten als voor bedrijven, die gesloten worden omdat er geen opvolger beschikbaar is. Waalwijk e.o. dient zich daarom te richten op diversificatie van werkgelegenheid: meer breedte in de soorten bedrijvigheid en binnen bepaalde sectoren spreiding van risico’s t.a.v. werkgelegenheid. Aan de aanbodzijde zal nadrukkelijker aandacht uit dienen te gaan naar opleiding en ontwikkeling (“kenniswerkers”) van arbeidskrachten.
Pag 20 van 64
Concept 020305
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
4 EVALUATIE VORIG BELEIDSPLAN
INPUT
OUTPUT
Transformatie
3. Omgevings2. Doelstelling
1.Inleiding
ontwikkeling
5. Vraagontwikkeling
7. Sociaal Economisch Actieplan
6. Aanbodontwikkeling 4. Evaluatie vorig plan
Evaluatie Meetpunten Criteria
4.1 Beoordeling doelstellingen In het onderstaande wordt aangegeven welke doelstellingen van het beleidsplan 1998- 2001 al dan niet zijn gerealiseerd. Daarbij wordt de volgorde aangehouden van de beslispunten, die in de samenvatting (hoofdstuk 10) van het vorige beleidsplan waren genoemd. Werkgelegenheidsgroei Waalwijk heeft in de afgelopen zes jaar een werkgelegenheidsgroei gerealiseerd van 4770 arbeidsplaatsen. Dat is een toename van gemiddeld 795 per jaar. In deze ontwikkeling is in 2003 een kentering gekomen. In dat jaar is er sprake geweest van een afname. Toch bedraagt de gemiddelde werkgelegenheidsgroei over de afgelopen zes jaar ruim 4 procent, waarmee de geplande doelstelling ruimschoots is gerealiseerd. Haven Gerealiseerd is een Regionaal Overslag Centrum. Daarnaast is de bestaande Haven voorzien van een nieuwe openbare laad- en loswal en is de haven uitgebaggerd. Medio 2005 worden de oevers opgeknapt. In voorbereiding is een startconferentie over de toekomstmogelijkheden van de Waalwijkse Haven. Haven VII Bedrijventerrein Haven VII is op 35ha na geheel bouwrijp opgeleverd. De laatste 35 ha worden in 2006 bouwrijp opgeleverd. Het biedt uitstekende vestigingsmogelijkheden voor lokale en regionale bedrijven. In het kader van het gronduitgiftebeleid zijn ook bedrijven buiten de regio welkom mits hier een toegevoegde waarde aan kan worden toegekend op het gebied van de bevordering van de werkgelegenheid en zorgt voor een aanvulling op de differentiatie van het bestaande bedrijfsleven. Haven VII is nog steeds in ontwikkeling. De acquisitie en vestiging van bedrijven op deze locatie vraagt tijd en energie. Weliswaar is groeit de belangstelling, maar kan de promotie, van deze op zich zeer aantrekkelijke vestigingslocatie, worden versterkt. Daarmee wordt beoogd binnen afzienbare tijd aansprekende resultaten te boeken.
Pag 21 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
Concept 020305
Bedrijvencontactfunctionaris De gemeente beschikt over een bedrijvencontactfunctionaris, die de primaire contacten met de bedrijven in de gemeente en de omringende regio onderhoudt. Promotie en acquisitie Promotie en acquisitie zijn daarentegen nog te beperkt ontwikkeld. Dit komt vooral tot uitdrukking in het aantrekken van nieuwe bedrijvigheid rond locaties als Haven VII. Vooral wanneer het gaat om ondernemingen uit andere regio’s, of uit het buitenland, is het relevant om het promotie- en acquisitiebeleid van de gemeente aan te scherpen en waar mogelijk te verbeteren. Hierbij zouden Waalwijkse ondernemers kunnen en willen bijdragen in een rol als ambassadeur. Zanddonk e.o. Dit bedrijventerrein is gerealiseerd en alle gronden zijn uitgegeven. Sprang-Capelle Sprang-Capelle heeft een eigen behoefte aan bedrijventerreinen op een andere schaal en met andere soorten bedrijvigheid dan Waalwijk. Er is gekozen voor zoveel mogelijk inbreiding van milieuvriendelijke bedrijven in de bestaande bebouwing. Inmiddels is dit geregeld in het nieuwe bestemmingsplan Sprang-Capelle. Op nieuw te ontwikkelen bedrijventerreinen in de kleine kernen zullen er geen woonfuncties meer worden toegestaan. Combinatie wonen en werken Niet duidelijk is, of in de structuurvisie van Waalwijk aandacht is geschonken aan het creëren van mogelijkheden voor de combinatie van wonen en werken, bij voorkeur op inbreidingslocaties. “Terreinmeestersproject” Onderdeel van het beleidsplan was het instellen van een haalbaarheidsonderzoek naar de mogelijkheden van een ‘terreinmeestersproject’ op de bedrijventerreinen van Waalwijk. Op Haven VII (nieuwe bedrijventerrein) is inmiddels Parkmanagement ingevoerd. Dit zal zich ook aanbieden voor mogelijke diensten op Haven 1 t/m 6, zoals bijv. het onderzoeken van de mogelijkheden van aanleg van glasvezel, revitalisering van de Industrieweg, beveiliging en collectieve vervoersmogelijkheden. Revitalisering bedrijventerreinen: niet gerealiseerd In het beleidsplan was de ambitie opgenomen te komen tot revitalisering van oudere bedrijventerreinen, onder andere met het oog op creëren van extra ruimte. De aanpak van de revitalisering is niet ter hand genomen in verband met gebrek aan capaciteit en middelen. Hetzelfde geldt voor de geplande inventarisatie van de staat van onderhoud en de dreigende verouderingsproblemen in de oudere gedeelten van Haven, Zanddonk, Maasoever en Berkhaag. Differentiatie bedrijvigheid De gemeente Waalwijk wil de productiestructuur zo gevarieerd mogelijk houden waardoor de lokale economie minder kwetsbaar wordt. Differentiatie is gekozen als uitgangspunt, hetgeen ook is geregeld in het gronduitgiftebeleid voor Haven VII. Criteria uitgiftebeleid Beoogd was om binnen het uitgiftebeleid ten aanzien van nieuwe vestigingen van buiten de gemeente streng te toetsen op de criteria: - directe werkgelegenheid - spin off (indirecte werkgelegenheid) en - technologische innovatie. Daarbij was het streven te komen tot een groei van het aantal arbeidsplaatsen per ha. In de praktijk is dit niet uitvoerbaar gebleken.
Pag 22 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
Concept 020305
Herhuisvesting Bij herhuisvesting van bedrijven binnen Waalwijk dient in overleg tussen de gemeente en het zich verplaatsende bedrijf een goede invulling afgesproken te worden voor het achterblijvende terrein. Daarbij moet terugkoop door de gemeente nadrukkelijk worden bekeken. Deze aanpak past binnen het huidige gronduitgiftebeleid. Kantoren / zakelijke dienstverlening In Waalwijk is geen specifieke kantorenmarkt. Het gaat veelal om huisvesting van kleine bedrijven in de zakelijke dienstverlening in de bebouwde kom. Vestigingsmogelijkheden zijn er aan de Taxandriaweg. Op bestaande bedrijventerreinen zijn daarvoor geen mogelijkheden. Citymanager binnenstad In het beleidsplan was opgenomen te onderzoeken in hoeverre de inzet van een ‘citymanager’ zou kunnen bijdragen aan de revitalisering van de binnenstad. Dit onderzoek is niet uitgevoerd. Het wordt gezien als een taak van de stichting Stadspromotie in samenwerking met de Waalwijkse Ondernemersfederatie (WOF). Klantgericht imago Waalwijk Ook in de toekomst zou de gemeente Waalwijk zich moeten inspannen voor een klantgericht imago bij het bedrijfsleven, middels het leveren van kwaliteit, snelheid en begeleiding. Inmiddels is een overlegstructuur met het bedrijfsleven en de middenstand (detailhandel) geregeld. Ook in het voorliggende plan wordt daarvoor extra aandacht gevraagd. Verder wordt gewerkt aan de opzet van een front- en backoffice (loket) binnen de gemeente. Relatie gemeente – bedrijfsleven Hierover zijn afspraken gemaakt in een convenant met het bedrijfsleven. Het heeft o.a. betrekking op de inzet van de bedrijvencontactfunctionaris, ondersteuning bij de opzet van het Waalwijks Bedrijvenplatform, opzet van overleg met belangenorganisaties en het uitgeven van een gemeentelijke economische gids. Acquisitie In het beleidsplan waren een 7-tal doelstellingen opgenomen, gericht op de acquisitie van bedrijven en het stimuleren van startende ondernemers. In samenwerking met diverse partijen wordt de werving van nieuwe bedrijven zoveel mogelijk gestructureerd opgepakt. Voor Haven VII is een communicatie- en promotieplan in voorbereiding. Samenwerking sociale zaken, economische zaken en onderwijs Op dit aspect wordt aandacht besteed in het voorliggende sociaal-economisch beleidsplan. 4.2 Conclusies Veel van de doelstellingen uit het vorige beleidsplan zijn gerealiseerd. Uiteraard blijft een aantal activiteiten doorlopen en zijn deels in het voorliggende plan opnieuw opgenomen. Een deel van de nietgerealiseerde doelstellingen komen in het nieuwe beleidsplan niet terug en komen andere daarvoor in de plaats.
Pag 23 van 64
Concept 020305
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
5 VRAAGONTWIKKELING
INPUT
OUTPUT
Transformatie
3. Omgevings2. Doelstelling
1.Inleiding
ontwikkeling
5. Vraagontwikkeling
7. Sociaal Economisch Actieplan
6. Aanbodontwikkeling 4. Evaluatie vorig plan
Evaluatie Meetpunten Criteria
5.1
Regionale economische ontwikkeling
Waalwijk ligt aan de noordkant van wat wel wordt aangeduid als de regio Midden-Brabant. De gemeente ligt tussen Den Bosch, Tilburg en Breda in. De regio Midden-Brabant gebied telt ca. 495.000 inwoners. Midden-Brabant is strategisch gelegen tussen de grote (inter)nationale economische centra en bevolkingsconcentraties (Randstad, Belgische stedendriehoek en Ruhrgebied). Binnen de regio is de werkgelegenheid en daarmee ook de economische bedrijvigheid grotendeels geconcentreerd in de gemeenten Tilburg en Waalwijk. In beide gemeenten samen woont ruim 40% van de totale bevolking. Beide gemeenten leveren samen 56% van de totale werkgelegenheid in de regio. In de regio MiddenBrabant zijn ongeveer 25.000 bedrijven gehuisvest, waar bijna 210.000 personen werkzaam zijn. Het totale verzorgingsgebied, waarvan Waalwijk het centrum vormt, omvat ca. 105.000 inwoners. 5.2
Samenstelling bedrijvigheid
Waalwijk levert in de regio een aanzienlijke bijdrage aan de regionale werkgelegenheid. De Waalwijkse werkgelegenheid is getalsmatig groter dan voor de eigen beroepsbevolking noodzakelijk is. Kwalitatief sluit de werkgelegenheid, die Waalwijk biedt, niet in alle opzichten aan bij de behoefte van de eigen beroepsbevolking. Dit verklaart voor een deel de pendel van werkenden vanuit Waalwijk naar de omringende gebieden (zie tabel 5.9). Waalwijk zelf heeft een beroepsbevolking van 20.120 mensen (2003). 53 % van de Waalwijkse beroepsbevolking is werkzaam in de eigen gemeente. De rest van de werkzame Waalwijkers vinden een werkkring elders. In de gemeente Waalwijk zijn ca. 7.000 bedrijven gevestigd. De werkgelegenheid in Waalwijk bedraagt ca. 23.000 arbeidsplaatsen. Hiermee is Waalwijk in Midden-Brabant de tweede centrumgemeente naast Tilburg. 5.3
Aard en omvang bedrijvigheid
De regio Waalwijk is van oudsher een industriële regio, zij het met een minder eenduidig profiel. De kracht van de regio zit hem in de diversiteit van de industrie, die relatief veel MKB-bedrijven telt. In zekere zin kan de regio worden beschouwd als het centrum van de schoenindustrie, waarbij moet worden opgemerkt, dat er een duidelijke verschuiving is opgetreden van "maken" naar "ontwikkelen en
Pag 24 van 64
Concept 020305
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
verhandelen". Dit houdt in dat een belangrijk deel van de zakelijke dienstverlening rond de schoenindustrie zich in Waalwijk inmiddels heeft ontwikkeld. Omdat in deze regio nog steeds veel kennis voorhanden is op het gebied van de werking en veredeling van grondstoffen voor de schoenindustrie, maar ook ten aanzien van de verhandeling, distributie en verder ontwikkeling van eindproducten, is een van de mogelijkheden voor de regio om deze sector verder te ontwikkelen. De verplaatsing van de laagwaardige generieke productie naar het buitenland is een continu en onomkeerbaar proces dat al jaren aan de gang is en ook in de toekomst verder door zal zetten. Dit is overigens geen specifiek Waalwijkse of Brabantse ontwikkeling, maar geldt voor alle regio's waar de loonkosten relatief hoog zijn en de toegevoegde waarde naar verhouding te laag. Verplaatsing en/of uitbesteding van productieactiviteiten komt vooral voor in de maakindustrie. De risico’s doen zich voor bij bedrijven met arbeidsintensieve, laagwaardige, uitontwikkelde producten en processen, die zich relatief eenvoudig laten mechaniseren en automatiseren. Het gaat daarbij vooral om generieke massaproductie en veel minder om enkel stuks en specialistische, kleine series, mallen en prototypes. In het hierna volgende overzicht wordt weergegeven hoe de regionale bedrijvigheid is opgebouwd. In dit overzicht wordt duidelijk dat de sector Handel en Reparatie de belangrijkste sector is voor deze regio. Bijna een kwart van alle banen is in deze sector te vinden. De op één na grootste sector is de industrie met 22% van alle werkgelegenheid. De volgende sectoren zijn gezondheidszorg en welzijn, zakelijke dienstverlening en bouwnijverheid. Samen zijn deze drie laatste sectoren goed voor ruim een kwart van alle werkgelegenheid in regio. 5.4
Overzicht regionale bedrijvigheid A antal vestigingen per 1 januari 2003 naar grootteklasse w erkzame personen Waalw ijk 0% 1% 6% 8% 31%
eenmanszaak 1 w erknemer 2 tot 4 w erknemers 5 tot 9 w erknemers
22%
10 tot 49 w erknemers 50 tot 99 w erknemers >100
32%
Uit de dit overzicht blijkt dat het merendeel van de bedrijven die in regio Waalwijk actief zijn bestaat uit kleine en middelgrote bedrijven. Ruim 80 % van alle bedrijven heeft 1 - 4 werknemers in dienst. Waalwijk kan zo worden omschreven als een regio waar vooral kleinschalige bedrijvigheid voorkomt.
Pag 25 van 64
Concept 020305
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk 5.5
Overzicht arbeidsplaatsen Alle s e ctore n - bane n totaal Waalw ijk
A Landbouw , Jacht & Bosbouw Banen totaal [banen] B V isserij - Banen totaal [banen] C Delf stof f enw inning - Banen totaal [banen]
7%
D Industrie - Banen totaal [banen]
4% 0%
E Nutsbedrijven - Banen totaal [banen]
10% 22%
F Bouw nijverheid - Banen totaal [banen]
4%
G Handel & reparatie - Banen totaal [banen]
2%
H Horeca - Banen totaal [banen] 0%
9%
7%
I V ervoer, Opslag & Communicatie Banen totaal [banen] J Financiële instellingen - Banen totaal [banen]
2%
K Zakelijke dienstverlening - Banen totaal [banen]
5% 4% 24%
L Openbaar bestuur & Overheid Banen totaal [banen] M Onderw ijs - Banen totaal [banen] N Gezondheids- & Welzijnszorg B t t l [b ]
Ruim 20 procent van de arbeidsplaatsen in regio Waalwijk komen voor in de industrie, 25% zit in handel en reparatie, minder dan 5 procent in de agrarische sector, 10 procent in de gezondheids- en welzijnszorg, 9 procent in de zakelijke dienstverlening en de rest in sectoren als horeca, nutsbedrijven, overheid en onderwijs. 5.6
Bedrijfsvestiging
In de regio is in de afgelopen jaren het aantal bedrijfsvestigingen verder toegenomen. In veel gevallen gaat het bij nieuwe vestigingen om kleine bedrijven, die onlangs zijn gestart en waar relatief nog weinig mensen werken. Wanneer de groei van het aantal kleine bedrijven groter is dan werkgelegenheidsgroei, dan heeft dit een negatieve effect op de bezettingsgraad. In het vorige beleidsplan werd tevens opgemerkt, dat de sterke toename van het aantal kleine vestigingen en het achterblijven van de groei van de werkgelegenheid in Waalwijk resulteert in een lage bezettingsgraad. Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen het feit dat de bedrijvigheid gegroeid is en dat tegelijkertijd de bezettingsgraad aan het dalen is. Qua bezettingsgraad bevindt Waalwijk zich rond de norm van de rest van Nederland (zie Bijlage Tabel 6). Nieuwe bedrijvigheid zal zich ontwikkelen op het Haven. Daarover zijn de volgende opmerkingen te maken. 1. De ontwikkeling van het bedrijventerrein Haven (o.a. Haven VII) mag (nog) sneller en doeltreffender verlopen. Mogelijk is de ontwikkeling van de conjunctuur van invloed, maar wellicht kan de organisatie van het acquisitieproces een oorzaak zijn. 2. Het is noodzakelijk om - voorzover nog niet aanwezig - per bedrijventerrein een duidelijk profiel op te stellen ten aanzien van de ideale situatie rond vestiging van bedrijven op het bedrijventerrein. Kijkend naar Haven VII kan zonder meer worden gesteld dat dit in de nationale context een uniek Pag 26 van 64
Concept 020305
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
3. 4.
5. 6.
7.
8.
5.7
terrein is, niet alleen vanwege de beschikbare oppervlakte (80 ha), maar zeer zeker ook voor wat betreft de ligging en de verbindingsmogelijkheden (waterweg en autoweg). Om bedrijfsvestigingen in de regio Waalwijk structureler aan te pakken, is het aan te bevelen dat Waalwijk een vaste ‘ambassadeur’ benoemd, die nationaal en mogelijk internationaal kan lobbyen ten aanzien van de vestiging van nieuwe bedrijven. Om de vestiging van nieuwe bedrijven in de regio Waalwijk professioneel aan te pakken is het noodzakelijk dat er promotiemateriaal beschikbaar komt, bij voorkeur in meerdere talen. Ten aanzien van dit punt is het aan te bevelen af te stemmen met de BOM (Brabantse OntwikkelingsMaatschappij), die zich inmiddels bereid heeft verklaard professioneel ondersteuning te kunnen en te willen leveren. Voor betreft de logistieke aspecten van de bedrijvigheid in Waalwijk, meer specifiek het bedrijventerrein Haven VII, verdient het aanbeveling na te gaan in hoeverre samenwerking en deskundige ondersteuning vanuit bijvoorbeeld de haven van Rotterdam mogelijk is. Bij ontwikkeling bedrijventerrein Haven verdient het ook aanbeveling na te gaan of, en zo ja in hoeverre, het mogelijk is om een nauwe afstemming en samenspraak met de gemeente Tilburg een containerterminal in te richten in Waalwijk, waarbij Waalwijk fungeert als de ‘haven’ voor Tilburg. Niet alleen wordt zo een aanzienlijke versnelling gebracht in de ontwikkeling van bedrijvigheid, maar wordt ook op een zeer kosteneffectieve wijze de problematiek, die al langere tijd in Tilburg speelt, grotendeels opgelost. Uit het onderzoek dat onder een representatieve groep ondernemers in de regio Waalwijk is gehouden is naar voren gekomen, dat zittende bedrijven het ten zeerste op prijs stellen in zekere zin een voorkeursbehandeling te krijgen bij het toewijzen van nieuwe locaties. Bovendien willen zij betrokken worden bij het werven van nieuwe bedrijven. Belangrijke argumenten voor vestiging zijn: ontwikkeling beroepsbevolking, faciliteiten, snelheid en effectiviteit van de overheid, ontsluiting middels aan- en afvoerwegen zowel via de weg als over het water. Vacatures naar opleidingsniveau
De vraagzijde in de arbeidsmarkt wordt uitgedrukt in het aantal vacatures dat bedrijven hebben op enig moment. Het aantal vacatures dat in oktober 2004 in Waalwijk openstond bedroeg 128. Van dit aantal waren er 31 langer dan drie maanden openstaand. Op basis van de ontwikkeling tussen oktober 2003 en oktober 2004 kan worden geconcludeerd, dat het aantal openstaande vacatures oploopt. Dit kan een signaal zijn van een aantrekkende economie in de regio. Overzicht vacatures per oktober 2004 ingediende vacatures
Totaal vacatures Opleidingsniveau
Uren per week
< vbo vbo mavo mbo havo vwo Hbo Wo niet bekend < 12 uur 12 t/m 24 uur 25 t/m 31 uur >= 32 uur
openstaande vacatures
voorlaatste 12 mnd
laatste 12 mnd
Op peildatum
> 3 mnd openstaand
611 108 159 226 42 7 69 42 78 22 469
740 153 243 245 66
128 20 35 57 10
31 6 5 15 3
33 46 118 14 562
6 10 13 3 102
2 1 2 28
Bron: CWI Waalwijk
Pag 27 van 64
Concept 020305
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
Wanneer we nader inzoomen op onder andere de opleidingsniveaus dan blijkt dat het merendeel van de vacatures zich bevindt op mbo/havo/vwo niveau. Dit beeld komt ook naar voren in het aantal vacatures, dat langer dan drie maanden openstaat. Het merendeel van de openstaande vacatures betreft voltijds werk.
Vacatures naar opleidingsniveau
hbo 7%
wo 1%
niet bekend 11%
< vbo 18%
vbo mavo 26% mbo havo vwo 37%
< vbo vbo mavo mbo havo vwo hbo wo niet bekend
Opmerking: Relatief veel vacatures bevinden zich op VMBO en MBO niveau en weinig op HBO en WO-niveau. Zonder direct tot conclusies over te gaan kan worden opgemerkt dat niet alle vacatures bij het CWI worden gemeld; dat geldt meer voor hogere opleidingsniveaus.
Pag 28 van 64
Concept 020305
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
5.8
Vacatures naar sectoren
In het onderstaande overzicht is het aantal vacatures weergegeven verdeeld naar bedrijfstak. Hieruit blijkt, dat er sprake is van een groei van het totaal aantal bij het CWI gemelde vacatures (+ 127). Deze groei heeft zich vooral voorgedaan in de dienstverlening, terwijl in de meeste andere sectoren het aantal vacatures is gedaald. Er is ook sprake van moeilijk vervulbare vacatures. Voor de regio Waalwijk zijn de moeilijk vervulbare vacatures vooral te vinden in de sectoren IT en overige zakelijke diensten, gezondheidszorg en welzijnszorg, landbouw, vervoer en telecommunicatie, groothandel en financiële diensten. Daarentegen is er sprake van een daling van het aantal vacatures in de sectoren horeca, detailhandel, onderwijs, industrie, bouw en bouwinstallatie en openbaar bestuur. Overzicht vacatures per oktober 2004 ingediende vacatures
Sector: Landbouw, bosbouw en jacht Voeding- en genotmiddelenindustrie Textiel- en leerindustrie Papier- en grafische industrie Chemie-, rubber- en kunststofindustrie Glas-, aardewerk- en bouwmaterialenindustrie Metaal-, machines- en apparatenindustrie Elektrische, optische en instrumentenindustrie Productie transportmiddelen Meubel- en houtindustrie Horeca Toerisme en recreatie Bouwnijverheid Bouwinstallatie Vervoermiddelen (handel, reparatie, benzine) Groothandel Detailhandel Transport, opslag, post en telecommunicatie Banken Verzekeringswezen Informatie- en communicatietechnologie Ov.Zakelijke dienstverl. (incl. R&D, schoonm) Openbaar bestuur Onderwijs Gezondheidszorg Welzijnszorg Overige dienstverlening Totaal vacatures Bron: CWI Waalwijk
voorlaatste 12 mnd 2 4 8 2 23 7 37 2 3 17 25 6 58 21 25 66 85 8 7 2 127 26 13 11 26 611
laatste 12 mnd 5 1 7 1 13 3 30 2 5 19 24 7 51 13 17 72 81 4 5 12 3 271 1 14 2 11 66 740
openstaande vacatures Op peildatum
> 3 mnd openstaand
2 1 2 1 4
1
2 3 4 4 5 5 4 13 10 1 12 1 42
2 1 9 128
1
1 3 1 2 2
1 18
1
31
Pag 29 van 64
Concept 020305
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk 5.9
Pendeloverschot
In vergelijking met midden ’90-er jaren is de werkgelegenheid binnen de gemeente Waalwijk erop vooruitgegaan. Het pendeloverschot van toen is inmiddels verdubbeld. Anders is het gesteld met de absolute groei van de werkgelegenheid. De ambitie, die is vastgelegd in het vorige beleidsplan waarin de werkgelegenheid jaarlijks met 340 personen zou moeten groeien, is maar ten dele gerealiseerd. Dat is te zien in de toename van het werkloosheidspercentage van 5 % (1996) naar 7,6 % in mei 2004 (ten opzichte van mei 2003 een toename met bijna 24 %). Inkomende pendel Eindhoven 43 Oss 46 Gilze en Rijen 56 Breda 128 Oosterhout 414 's-Hertogenbosch 918 Tilburg 1183 Loon op Zand 1707 Heusden 2033 Totaal 6528 Bron: Universiteit Tilburg, vakgroep bedrijfseconomie
Uitgaande pendel
Netto
397 29 124 327 299 960 917 1197 1168 5418
-354 17 -68 -199 115 -42 266 510 865 1110
5.10 Groei werkgelegenheid Naast het in kwantitatieve zin op peil houden van de werkgelegenheid (groei 2,1% per jaar) zal in toenemende mate aandacht moeten worden besteed aan de kwalitatieve invulling van de werkgelegenheid. Gekoppeld aan de samenstelling van de regionale beroepsbevolking zal een adequate aansluiting tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt gerealiseerd moeten worden. Naast de kwantitatieve norm (30 arbeidsplaatsen per ha.) dient ook een kwalitatieve norm t.a.v. werkgelegenheid ontwikkeld te worden. Dit veronderstelt echter een integrale visie op bedrijvigheid in Waalwijk en meer specifiek op de ontwikkeling van (nieuwe) bedrijfsvestigingen. 5.11 Innovatief vermogen Innovatie is een veelbesproken thema . Voor Waalwijk zou het beleidsuitgangspunt kunnen zijn, vast te stellen wat aan kennis en inzichten beschikbaar is en hoe deze ingezet kunnen worden voor innovatie in de regio. Veel publicaties over de versterking van het innovatief vermogen hebben betrekking op middelgrote en grote organisaties. Waalwijk kent daarentegen juist veel kleinschalige bedrijvigheid. Daardoor is het erg moeilijk het innovatief vermogen van de regio in beeld te brengen, op basis waarvan gericht beleid zou kunnen worden geformuleerd. Uit de interviews, die ter voorbereiding van de ontwikkeling van dit plan zijn gehouden, is naar voren gekomen dat er zeker sprake is van innovatie. Een voorbeeld is de hierboven omschreven omslag van producent naar dienstverlener in de schoenindustrie. Veel van dit soort ontwikkelingen ontstaan spontaan en worden doorgaans niet breed uitgemeten. Als er al gericht beleid op gevoerd zou moeten worden, gaat het er vooral om bedrijven en organisaties gericht te ondersteunen bij het vinden van de weg naar nieuwe kennis. In dit opzicht vormt het feit dat de regio geen eigen kennisinstellingen heeft op mbo en hoger niveau, een knelpunt.
Pag 30 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
Concept 020305
Een ander aspect is dat niet duidelijk is wie op het punt van innovatie echt actief is. Of anders uitgedrukt: welke bedrijven en organisaties zijn leidend en welke zijn volgend. Innovatie is één van de elementen om de continuïteit van de regio ook op langere termijn te begunstigen. Om het innovatieve vermogen van de regio op te voeren is het noodzakelijk zicht te hebben op welke partijen en organisaties gestructureerd werken aan innovatie. Het is te overwegen om in samenspraak met organisaties als Syntens, BOM en instellingen als Universiteit Tilburg en Technische Universiteit Eindhoven een meetsysteem te ontwikkelen, waarmee de mate van innovatie, bijvoorbeeld afgeleid van de inspanning (€) op R&D-gebied zichtbaar kan worden gemaakt. De informatie, die aldus wordt verkregen, kan worden gebruikt om de lokale overheid te ondersteunen bij haar beleidsontwikkeling, en kan bedrijven en geïnteresseerde instellingen helpen bij zaken als financiering, facilitering, kennisuitwisseling en onderlinge samenwerking.
Pag 31 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
Concept 020305
Pag 32 van 64
Concept 020305
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
6 AANBODONTWIKKELING INPUT
OUTPUT
Transformatie
3. Omgevings2. Doelstelling
1.Inleiding
ontwikkeling
5. Vraagontwikkeling
7. Sociaal Economisch Actieplan
6. Aanbodontwikkeling 4. Evaluatie vorig plan
Evaluatie Meetpunten Criteria
6.1
Demografie van de regio
De opbouw van de beroepsbevolking van Waalwijk en de omliggende gemeenten in 2003 is weergegeven in de onderstaande tabel.
Waalwijk
Heusden
Loon op Zand
Nederland
Beroepsbevolking totaal (personen) waarvan leeftijd 15 - 24 jaar waarvan leeftijd 25 - 34 jaar waarvan leeftijd 35 - 44 jaar waarvan leeftijd 45 - 64 jaar beroepsbevolking mannen beroepsbevolking vrouwen
20.120 2.328 5.301 5.528 6.963 12.546 7.574
19.260 2.087 4.972 5.924 6.277 11.476 7.784
10.321 988 2.467 3.010 3.856 6.021 4.300
7.475.581 930.010 1.985.444 2.130.080 2.430.047 4.376.407 3.099.174
Beroepsbevolking mannen (%) Beroepsbevolking vrouwen (%)
62,36 37,64
59,58 40,42
58,34 41,66
58,54 41,46
Index: 2000 = 100
102,7
102,7
102,2
104,7
Beroepsbevolking 2003
Bron: Gemeente Waalwijk
De bevolking die binnen een gemeente woont consumeert niet alleen, maar vormt ook een van de belangrijkste productiefactoren, namelijk arbeid. Voor bedrijven is het interessant om te kijken naar de lokale arbeidsmarkt alvorens te besluiten zich in een bepaalde gemeente, c.q. op een bepaalde lokatie, te vestigen. De omvang en samenstelling van de lokale arbeidsmarkt is ook interessant vanuit het oogpunt van de beperkte mobiliteit van arbeidskrachten. Een gunstige samenstelling en omvang van de lokale beroepsbevolking kan werken als een “pull” factor voor bedrijven. Een relatief kleine beroepsbevolking (lage participatiegraad) zou onder andere kunnen leiden tot oververhitting van het sociale systeem binnen een gemeente. Pag 33 van 64
Concept 020305
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
Qua groei van de beroepsbevolking bevindt de gemeente Waalwijk zich onder de landelijke norm. De beroepsbevolking van de gemeente Waalwijk is sinds 2000 met slechts 2,7% gegroeid. In het vorige plan werd geconstateerd dat de beroepsbevolkingsontwikkeling over de periode 1988-1996 achtergebleven was. 6.2
Bevolkingsprognose 2002 - 2020
Zoals alom bekend wordt ook in Nederland een toenemende vergrijzing van de (beroeps)bevolking verwacht in de komende jaren. In de onderstaande grafiek is de verwachte ontwikkeling weergegeven van 2002 – 2020. Hieruit blijkt, dat de groei van ouderen (>65 jaar) sterk toeneemt, terwijl de aanwas van jongeren achterblijft en deels afneemt. Dat kan grote knelpunten opleveren voor de nationale, en daarmee uiteraard ook voor de lokale en regionale economie. Bevolkingsprognose 2002-2020
200
index 2002=100
150
100
50
0
2002
2005
0-14
100
101,4349451
15-29
100
97,81946644
30-64
100
102,5577342
65 jaar en ouder
100
108,131978
2010
2015
2020
101,3143615
99,45737369
94,21198601
101,0232671
100,9623584
102,6190766
104,9760349
103,5511983
101,2941176
127,3621063
152,9245126
173,5377437
jaar
6.3
Aanbod arbeidskrachten naar opleidingsniveau
In het onderstaande overzicht is de verdeling weergegeven van het actuele ontwikkeling van het aanbod van werkzoekenden naar opleidingsniveau. NWW bestand CWI Waalw ijk naar opleidingsniveau september 2003 t/m september 2004 1. 4 0 0
1. 2 0 0
1. 0 0 0
800
600
400
200
Sep
Ok t
N ov
Dec
Jan
Fe b
Mr t
A pr
Mei
J un
J ul
A ug
< v bo
v b o ma v o
mbo h a v o v wo
h bo
wo
ni e t be k e nd
Sep
Pag 34 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
Concept 020305
Totaal NWW verdeeld naar opleidingsniveau (CWI Waalwijk) 2003 2004 Sep Okt Nov Dec Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep < vbo 462 476 482 491 489 500 503 495 489 496 508 512 486 vbo mavo 1.006 1.039 1.086 1.122 1.137 1.194 1.221 1.170 1.139 1.112 1.139 1.185 1.139 mbo havo vwo 964 1.004 1.055 1.093 1.151 1.203 1.219 1.204 1.160 1.165 1.207 1.269 1.243 hbo wo niet bekend Totaal:
% 14% 33% 36%
325 322 331 333 333 347 337 330 323 320 341 362 357 10% 94 94 97 94 96 98 89 88 87 88 84 94 88 3% 164 159 165 171 176 174 169 169 173 171 161 152 144 4% 3.015 3.094 3.216 3.304 3.382 3.516 3.538 3.456 3.371 3.352 3.440 3.574 3.457 100%
Bron: CWI Waalwijk
Zoals uit bovenstaande staande grafieken blijkt is het aandeel van personen met een lage opleiding (< vbo en vbo/Mavo) relatief groot: 47%. Dit houdt in, dat er veel behoefte is, en vooralsnog zal blijven, aan laaggeschoolde arbeid in de regio. Een kenmerk van deze groep is, dat zij doorgaans ook weinig mobiliteit en/of bereidheid hebben om ver(der) van huis te gaan werken. Het is vooral aan het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) en de Intergemeentelijke Sociale Dienst (ISD) om te zorgen dat deze groep adequaat wordt opgeleid voor de arbeidsmarkt. Daarnaast is het mbo/Havo/Vwo-niveau sterk vertegenwoordigd in het totale bestand werkzoekenden. Er is geen betrouwbare informatie beschikbaar over het aantal mbo-ers in deze groep. Mensen dus met een afgeronde beroepsopleiding. Deze kunnen zorgen voor een goede personeelsvoorziening bij een aantrekkende economie. Ook de groep werkzoekenden met een Havo/Vwo-opleiding zullen deels nog beroepsgericht (bij)geschoold moeten worden met het oog op de aansluiting met de arbeidsmarkt. Het is zeer aannemelijk dat bij een aantrekkende (kennis)economie er ook een grote behoefte zal ontstaan aan hoger opgeleide specialisten, liefst met de nodige werkervaring. Deze groep is in het huidige aanbod ondervertegenwoordigd (13%). Het is nog niet duidelijk in hoeverre dit voor de toekomst knelpunten gaat geven op de regionale arbeidsmarkt. De overheid komt het bedrijfsleven hierin overigens tegemoet door de markt toegankelijker te maken voor buitenlandse gespecialiseerde arbeidskrachten. Verwachting 2004 – 2005: In 2004 neemt het aantal vacatures alleen voor hbo-en universitair geschoolden toe, mede door een toenemende vraag vanuit het onderwijs. Het toenemende aantal vacatures in de handel voor ongeschoolden en vmbo’ers is in 2004 niet voldoende om de daling van de vraag in andere sectoren naar deze arbeidskrachten te compenseren. Geconstateerd is dat, in absolute aantallen, vooral het aantal vacatures in de handel en de IT en overige zakelijke diensten in 2005 toeneemt. In de handel ontstaan nieuwe vacatures voor ongeschoolden en personen met een vmbo-diploma. In de financiële diensten, IT en overige zakelijke diensten ontstaan juist vacatures op mbo- en hbo-niveau en in vergelijking met andere sectoren ook op universitair niveau. Algemene ontwikkeling beroepsbevolking4: Onder invloed van de geringe economische groei neemt de groei van de beroepsbevolking in 2004 verder af tot 0,6 procent. In 2005 neemt de groei van de beroepsbevolking weer toe. Na 2005 vlakt de groei van de beroepsbevolking geleidelijk aan wat af. Deze afvlakking is het gevolg van de sterke vergrijzing van de bevolking. De bevolking van 45 jaar en ouder neemt sterker toe dan de bevolking onder de 45 jaar. De arbeidsmarktparticipatie van de oudste leeftijdsgroep is traditioneel een 4
Uit: CWI Arbeidsmarktprognose 2004 - 2009
Pag 35 van 64
Concept 020305
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
stuk lager dan in de jongere leeftijdsgroepen. De sterkste groei van de beroepsbevolking treedt enerzijds op bij bevolkingsgroepen waarvan de arbeidsmarktparticipatie relatief laag is en anderzijds bij groepen waarvoor de groei van de bevolking relatief sterk is. Het eerste geldt bijvoorbeeld voor vrouwen en het laatste voor hogeropgeleiden. Op ouderen (45-plussers) zijn beide factoren van toepassing. Deze groep laat de komende jaren zowel een relatief sterk toenemende participatie als een relatief sterke groei van de bevolking zien. Hierdoor neemt de beroepsbevolking van 45 tot 65 jaar sterk toe. Het aantal jongeren op de arbeidsmarkt neemt licht toe. Door deze ontwikkelingen verandert de verdeling van de beroepsbevolking over leeftijdsgroepen, maar de leeftijdsgroep van 25 - 44 jaar blijft de grootste groep. Hun aandeel in de totale beroepsbevolking neemt wel af: van 54,5 procent in 2003 tot 52,9 procent in 2005. Het aandeel van 45-plussers neemt toe van 33,3 procent tot bijna 35 procent. Deze verschuiving zet zich ook na 2005 voort. 6.4
Aanbod arbeidskrachten naar leeftijd
In de onderstaande tabel en grafiek wordt het probleem rond de ontgroening en vergrijzing zichtbaar gemaakt voor Waalwijk e.o.. Van het bestand werkzoekenden is 57% ouder dan 40 jaar. In verhouding stroomt van dit aanbod maar een gering percentage terug naar de arbeidsmarkt. In de categorie 30 t/m 39 jaar zien wij in september wel een volumeafname. Als doorslaggevende factoren voor deze opmerkelijke daling van deze groep zijn - naast de leeftijd - de recente werkervaring en het gewenste opleidingsniveau. De uitstroom die te zien is bij de groep jeugdigen is een (verlate) werkaanvaarding van voornamelijk schoolverlaters. NWW bestand CWI Waalwijk naar leeftijd van september 2003 t/m september 2004 1.000 900 800 700 600 500 400 300 200 100
Sep
Okt
Nov
Dec
Jan
Feb
Mrt
Apr
2003
Mei
Jun
Jul
Aug
Sep
2004
15 t/m 23 jaar
24 t/m 26 jaar
50 t/m 57,4 jaar
>= 57,5 jaar
27 t/m 29 jaar
30 t/m 39 jaar
40 t/m 49 jaar
NWW bestand CWI Waalwijk naar leeftijdsklasse (peildatum 1 oktober 2004)
NWW bestand naar leeftijd
2003
2004
15 t/m 23 jaar
9%
9%
24 t/m 26 jaar
5%
4%
27 t/m 29 jaar
6%
5%
30 t/m 39 jaar
24%
24%
40 t/m 49 jaar
25%
26%
50 t/m 57,4 jaar
17%
18%
>= 57,5 jaar
14%
13%
Bron: afdeling Arbeidsmarktkennis en advies van CWI district Zuidoost
Pag 36 van 64
Concept 020305
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
6.5
Aanbod arbeidskrachten naar beroepsgroepen
Het CWI heeft de werkzoekenden ingedeeld in beroepsgroepen. Een aantal functies komt uiteraard binnen alle sectoren voor, zoals administratief medewerkers, automatisering, commerciële functies e.d. In de onderstaande tabel zijn de belangrijkste beroepsgroepen aangegeven. NWW bestand CWI Waalwijk naar de belangrijkste beroeps- en doelgroepen Totaal Fase 1 > 1 jr Alloch < 23 jr > 39 jr > 57 jr Vrouw NWW werkz. toon
HBO WO
Werk
Werk loos
3.457
728
1.807
604
240
1.990
453
1.825
445
441
3.898
administratief pers.
12%
16%
11%
6%
7%
12%
8%
19%
13%
14%
12%
automatiseringspers.
2%
2%
2%
1%
3%
1%
1%
1%
5%
1%
2%
bouwvakpers.
6%
7%
5%
3%
8%
6%
7%
2%
5%
6%
commercieel pers.
6%
7%
6%
2%
2%
6%
7%
5%
12%
6%
6%
horecapers.
2%
1%
3%
1%
3%
3%
3%
3%
1%
4%
3%
huishoudelijk pers.
2%
3%
2%
3%
4%
3%
1%
2%
installatie/montagepers.
2%
3%
2%
2%
3%
2%
2%
2%
1%
2%
landbouwpers.
2%
2%
1%
2%
2%
1%
1%
1%
1%
1%
leidinggevend pers.
4%
6%
4%
1%
16%
5%
4%
metaalpers.
3%
2%
3%
5%
1%
3%
3%
(proces)technisch pers.
2%
2%
2%
2%
productiepersoneel
16%
9%
18%
43%
schoonmaakpers.
4%
2%
4%
2%
textiel-/kledingpers.
2%
1%
2%
1%
transportpers.
9%
9%
9%
6%
5%
verkooppersoneel
7%
11%
6%
4%
verzorgingspers.
5%
7%
5%
3%
Alle Beroepsgroepen
6%
9%
3%
3%
3%
3%
1%
2%
2%
2%
18%
15%
9%
18%
2%
10%
16%
5%
3%
2%
6%
3%
4%
2%
4%
3%
2%
2%
9%
7%
4%
5%
11%
9%
18%
5%
6%
11%
3%
9%
8%
9%
5%
3%
8%
9%
8%
6%
2%
Bron: afdeling Arbeidsmarktkennis en advies van CWI district Zuidoost (peildatum 1 oktober 2004)
Pag 37 van 64
Concept 020305
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk 6.6
Arbeidskrachten werkzaam per sector
In onderstaande tabel zijn het aantal werkzame personen per sector in de regio CWI Waalwijk op een rijtje gezet. Hiermee wordt duidelijk wat de belangrijkste sectoren zijn. Wij zien een sterke variatie aan activiteiten. Deze differentiatie is een van de sterke punten van de lokale en regionale economie. Werkgelegenheid regio CWI Waalwijk (LISA 2003)
Werkzame personen Elektriciteit, aardgas, water (nutsbedrijven)
50
Productie transportmiddelen
183
Landbouw, bosbouw en jacht
186
Papier- en grafische industrie
258
Elektrische, optische en instrumentenindustrie
276
Informatie- en communicatietechnologie
304
Glas-, aardewerk- en bouwmaterialenindustrie
352
Banken
461
Verzekeringswezen
489
Bouwinstallatie
637
Overige dienstverlening
716
Openbaar bestuur
996
Voeding- en genotmiddelenindustrie
1.064
Textiel- en leerindustrie
1.169
Vervoermiddelen (handel, reparatie, benzine)
1.208
Welzijnszorg
1.236
Chemie-, rubber- en kunststofindustrie
1.265
Meubel- en houtindustrie
1.493
Horeca
1.658
Onderwijs
1.917
Transport, opslag, post en telecommunicatie
2.127
Bouwnijverheid
2.449
Toerisme en recreatie
2.538
Gezondheidszorg
3.046
Overige Zakelijke dienstverlening (incl. R&D, schoonmaak)
3.569
Metaal-, machines- en apparatenindustrie
3.697
Groothandel
4.710
Detailhandel
5.075
Totaal
43.129
Bron: afdeling Arbeidsmarktkennis en advies van CWI district Zuidoost
Pag 38 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk 6.7
Concept 020305
Afstemming vraag - aanbod
Al decennia lang is er sprake van knelpunten op de arbeidsmarkt. Genoemde aspecten daarbij zijn de aansluiting van het (beroeps)onderwijs op de arbeidsmarkt, knellende regelgeving in het arbeidsrecht (te weinig flexibiliteit) en een gebrekkige aansluiting van het beschikbaar aanbod werkzoekenden op de vraag van de markt. De mate waarin zich deze knelpunten voordoen hangt mede af van de conjunctuur. In slechte economische omstandigheden is er een groot aanbod van arbeidskrachten en kunnen werkgevers zelf makkelijk voorzien in de noodzakelijke vraag. In hoogconjunctuur is dat vaak veel lastiger. Voor de nabije toekomst speelt als belangrijke factor mee, dat de beroepsbevolking afneemt ten gevolge van de vergrijzing en afname van instroom van jongeren. Het is dus van groot belang, ook voor de lokale en regionale economie, om de aansluiting van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt te verbeteren. Uit de enquête is gebleken, dat de werkgevers voor vervulling van vacatures in eerste aanleg de afstemming zoeken met het CWI, dat kan zorgen voor de bemiddeling van werkzoekenden. De samenwerking met de Intergemeentelijke Sociale Dienst Midden-Langstraat (ISD-ML) ligt minder voor de hand. Dit is wellicht deels te wijten aan de relatieve onbekendheid van de ISD-ML bij het bedrijfsleven. Toch heeft de ISD-ML een belangrijke functie waar het gaat om toeleiding van werkzoekenden met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Daarnaast ligt de verantwoordelijkheid voor de afstemming van vraag en aanbod – de regiefunctie – bij de lokale overheid, die in het bestuur van de ISD-ML is vertegenwoordigd. Met de regiefunctie wordt beoogd de samenhang en afstemming tussen de vraagkant en de aanbodkant te verbeteren. De lokale overheid kan voor beide zijden van de markt stimulerende en coördinerende maatregelen nemen, gericht op economische zaken enerzijds en sociale zaken en onderwijs anderzijds. Doelstelling daarbij is uiteraard het verbeteren van het functioneren van de regionale arbeidsmarkt, voor de korte en de lange(re) termijn. 6.8
Arbeidsmarktbeleid ISD-ML
De gemeenten Waalwijk, Heusden en Loon op Zand hebben met ingang van 1 januari 2004 de gemeenschappelijke Intergemeentelijke Sociale Dienst Midden-Langstraat (ISD-ML) opgericht. De ISD-ML richt zich primair op het laten terugkeren van werkzoekenden op de arbeidsmarkt. Daarbij wordt samengewerkt met het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI), scholingsinstituten en reïntegratiebedrijven. Gelet op de hierboven omschreven functie wil de ISD-ML komen tot een vraaggestuurde aanpak bij de reïntegratie van werkzoekenden. Scholingsprogramma’s dienen beter afgestemd te worden op de vraag van de (regionale) arbeidsmarkt. Daarvoor is een betere afstemming nodig tussen het bedrijfsleven en de ISD-ML. In het arbeidsmarktbeleid van de ISD-ML is daarom een aantal speerpunten opgenomen. Speerpunten: 1. Monitoring arbeidsmarkt De ISD-ML wil in samenwerking met het bedrijfsleven de ontwikkelingen voor de korte en lange termijn monitoren. Hierdoor kan eerder ingespeeld worden op de vraag naar arbeidskrachten en kan de aansluiting worden verbeterd. Ook is van belang tijdig zicht te hebben op een eventuele afbouw van werkgelegenheid en het voorkomen dat mensen werkloos worden en afhankelijk van een uitkering. Verder kan beter ingespeeld worden op de veranderende vraag. In toenemende mate wordt een appèl gedaan op ‘kenniswerkers’, die kunnen zorgen voor het inbrengen van actuele, nieuwe kennis in het bedrijfsleven. Dit kan bijdragen aan het innovatief vermogen in de regio.
Pag 39 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
Concept 020305
Hierbij wordt gebruik gemaakt van informatie, die ook door het CWI en door het Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid (RPA) wordt verzameld. 2. Accountmanagement De ISD-ML zet accountmanagers in, die de contacten onderhouden met individuele ondernemers en de sector/brancheorganisaties. Kerntaken zijn het snel zicht hebben op ontstane vacatures, met het oog op plaatsing van geschikte kandidaten, en op de ontwikkelingen binnen de ondernemingen en de sector als geheel. Mogelijk worden van de relevante sectoren in Waalwijk e.o. “sectorprofielen” uitgewerkt, waarin de toekomstige ontwikkelingen van de sector/branche zijn opgenomen. Dit kan leidraad zijn voor de ISD-ML om middels scholings- en trainingsprogramma’s werkzoekenden voor te bereiden op de vraag van de arbeidsmarkt. Hierbij kan samengewerkt worden met de verschillende brancheorganisaties en het regionale bedrijfsleven. 3. HRM-dienstverlening De ISD-ML wil initiatieven ontplooien om te komen tot dienstverlening op het terrein van Human Resource Management (HRM) voor het regionale bedrijfsleven. In opkomst zijn de zgn. ‘sharedservice-centres’, waarin voor een grote groep bedrijven diensten kunnen worden geleverd op het terrein van personeel en organisatie. Voordeel hiervan is dat expertise op een hoog kwaliteitsniveau tegen relatief lage kosten kan worden geleverd. Zeker in de tijd van bezuinigingen kan een dergelijke vorm van dienstverlening voor veel bedrijven een uitkomst bieden. Tegelijkertijd kan hiermee de problematiek van afbouw van arbeidsplaatsen, het voorkomen van werkloosheid door tijdige start van bemiddelingsactiviteiten en het kunnen anticiperen op de toekomstige vraag naar werknemers met elkaar worden verbonden. 4. Projecten De ISD-ML biedt het bedrijfsleven mogelijkheden om gezamenlijk projecten te starten om de vraag naar tijdelijk personeel in te vullen (arbeidspools). Het kan een oplossing bieden bij bijv.: - seizoensarbeid in land- en tuinbouw - piektijden in de horeca - tijdelijke vraag naar extra capaciteit in bijv. de logistiek Verder wil de ISD-ML projecten starten op het terrein van “werken met behoud van uitkering”, waarbij werkzoekenden tijdelijk ingezet kunnen worden om werkervaring op te doen. Bij de projecten wil de ISD-ML in samenwerking met de brancheorganisaties bij de financiering gebruik maken van Europese middelen (ESF). 5. Versterking regionale arbeidsmarkt Inzetten op versterking van de regionale arbeidsmarkt. De bemiddeling en reïntegratie van de aanbodreserve naar werk moeten in het verlengde gezien worden van het zo veel mogelijk voorkomen dat mensen werkloos worden en het benutten van de kansen die de lokale en regionale arbeidsmarkt biedt. Ketenpartners ondersteunen de regionale arbeidsmarkt o.a. door het genereren van extra arbeidsaanbod, het verbeteren van het matchingsproces en het bieden van ondersteuning bij personele fricties. CWI, UWV en gemeenten zoeken naar een regionaal niveau van overleg om elkaar en andere partners, zoals werkgevers en werknemers, scholings- en opleidingsinstituten, eventueel reïntegratiebedrijven, te treffen en afspraken te maken over wederzijds inspanningen ten aanzien van de regionale arbeidsmarkt. Doelen van het investeren op regionaal niveau zijn: - versterken van het organiserend vermogen, waaronder ketenmnagement, - bewerkstelligen van middelenallocatie op regionaal niveau, - maken van afspraken met sectoren over de mogelijkheden van de O&O-fondsen, - het maken van arrangementen met het bedrijfsleven, zowel ter bevordering van bemiddeling en reïntegratie als ter voorkoming van instroom. Pag 40 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
Concept 020305
Concrete afspraken die gemaakt kunnen worden zijn het opzetten van banenmarkten, het opzetten van leerwerkplekken en duale trajecten. 6. Werkgeversbenadering Het is noodzakelijk dat de gemeenten de aandacht richten op de vraagzijde van de arbeidsmarkt omdat werkzoekenden, ondanks de versterkende maatregelen, vaak de concurrentie niet aan kunnen met het reguliere aanbod van personeel. De ISD-ML wil, o.a. door opzet van het accountmanagement, afspraken maken met de ondernemers in de regio over de mogelijkheden werkzoekenden te laten terugkeren op de (regionale) arbeidsmarkt. 7. Arbeidspools/mobiliteitscentrum Op de arbeidsmarkt is een groeiende behoefte aan tijdelijke krachten waarneembaar, o.a. op het terrein van land- en tuinbouw, recreatie- en horeca-instellingen en logistieke bedrijven. De uitkeringsinstellingen ISD-ML en UWV willen uitkeringsgerechtigden onder bepaalde condities tijdelijke werkzaamheden laten verrichten. Hiermee wordt werkervaring opgedaan en wordt de kans op structureel werk groter. Ook medewerkers, die nu (nog) een gesubsidieerde baan kunnen van deze mogelijkheden gebruik maken. 8. Startende ondernemers Met de gemeente Tilburg wordt op dit moment onderzocht wat de mogelijkheden zijn om het starten als zelfstandig ondernemer te stimuleren. Het gaat hierbij met name om mensen die als werkzoekende staan ingeschreven. Geschikte kandidaten worden hierbij begeleid, onder andere met het opstellen van een ondernemingsplan. Ook zijn beperkte kredietverstrekkingen mogelijk. 6.9
Beroepsonderwijs
De regio Waalwijk kent vrijwel uitsluitend onderwijsinstellingen op primair en voortgezet niveau. Met uitzondering van een dependance van het ROC Midden-Brabant (vmbo) heeft de regio geen eigen hogere (beroeps)onderwijsinstellingen. Objectief beschouwd is dat een gemis. Gelet op de ontwikkeling in het mbo en hbo is niet te verwachten dat in deze situatie verandering komt. Wel is van belang dat de regio goede contacten onderhoudt met de hogere onderwijsinstellingen in de omliggende regio’s, m.n. Den Bosch en Tilburg. Voorkomen moet worden dat vooral jongeren juist vanwege het ontbreken van hogere opleidingsinstellingen definitief uit de regio vertrekken. Op dit punt is een belangrijke taak weggelegd voor de gemeente om vooral de contacten tussen lokale organisaties en opleidingsinstellingen te organiseren en waar nodig te intensiveren. De regio hoeft geen eigen hogere instituten te hebben, maar kan wel een belangrijke rol vervullen in het aantrekken van studenten voor praktijk, afstudeer- en onderzoeksstages. Dat mes snijdt aan twee kanten: bedrijven krijgen dan contacten met kennisinstellingen en er vloeit nieuwe kennis de regio in. Toenemende vervangingsvraag van personeel Onder invloed van de vergrijzing neemt de behoefte aan goed opgeleid personeel in vrijwel alle niveaus van bedrijvigheid toe. Veel ervaren vakmensen vertrekken of gaan met pensioen. De open plaatsen die daardoor ontstaan moeten worden opgevuld. Vooral in industriële en ambachtelijke sectoren doet dit probleem zich voor.
Pag 41 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
Concept 020305
Dualisering van het onderwijs Steeds meer opleidingen worden duaal uitgevoerd, d.w.z. een deel van de opleiding, m.n. bij beroepsopleidingen wordt uitgevoerd bij bedrijven en andere organisaties. Bij de verdergaande dualisering, loopt het regionale bedrijfsleven het risico onvoldoende in beeld te komen bij het (beroeps)onderwijs. In de praktijk blijkt dat studenten die eenmaal bij een bepaalde organisatie stage hebben gelopen of daar afstuderen een grote kans maken om bij het betreffende bedrijf in dienst te treden. Uitgaande van de eerder genoemde vergrijzingsproblematiek is het van belang op dit punt een actief beleid te voeren. Cruciaal in dit verband is het voorhanden hebben van voldoende leerplaatsen. Hoewel vanuit brancheorganisaties op dit punt veel wordt gedaan ontbreekt het vaak aan gecoördineerd beleid. Een meer centrale coördinatie op regionaal niveau kan een positieve uitwerking hebben. Opleidingsfaciliteiten Wellicht is het aan te bevelen om op een van de bedrijventerreinen, bijvoorbeeld Haven VII, te starten met een initiatief waarbij de daar gevestigde bedrijven kunnen terugvallen op een eigen opleidings/scholingslocatie. Deze faciliteit kan dienen om medewerkers van de deelnemende bedrijven ter plaatse om-, her- en bij te scholen, maar kan tevens worden gebruikt om leerlingen uit het beroepsonderwijs gericht op te vangen en op locatie voor te bereiden op het werk in de bedrijven op het betreffende bedrijventerrein. Deze faciliteit zou grotendeels kunnen worden gefinancierd door bijdragen van de deelnemende bedrijven en kan mogelijk worden gecombineerd met het parkmanagement, dat inmiddels in ontwikkeling is. Stagemanagement In dit verband is het tevens te overwegen de regio deel te laten nemen aan het project Stage Management, waarbij op basis van actuele bedrijfsvraagstukken stagiaires en afstudeerders op mbo-, hbo- en wo- niveau worden geworven en ingezet. Door in eerste aanleg de coördinatie hiervan centraal te regelen voor bijvoorbeeld de gehele gemeente kan worden bereikt dat Waalwijk een voorkeurspositie gaat innemen bij de regionale kennis- instellingen. Langstraatacademie Het beroepsonderwijs kan ook worden ingeschakeld bij de "innovatieleergang voor en door ondernemers" , een aanvulling op de Langstraatacademie. Door verbindingen te leggen tussen bedrijven en regionale kennisinstellingen kan de bekendheid van het regionale bedrijfsleven sterk worden vergroot en kunnen kennisontwikkeling en kennisuitwisseling op een zodanig niveau worden gebracht, dat daarmee de kwaliteit van het werken en het ondernemen structureel wordt vergroot. Opleiding werkzoekenden Om zo kansrijk mogelijk te zijn op de arbeidsmarkt is het voor werkzoekenden van belang goed gekwalificeerd te zijn. Dat betekent, dat ook de ISD-ML zal zorgdragen voor een goede afstemming met o.a. de ROC ’s bij de opleiding, training en reïntegratie van de werkzoekenden. 6.10 Financiering Zodra er uitsluitsel is over de uit te voeren projecten en activiteiten (zie hoofdstuk 7) zal een nader onderzoek worden gedaan naar de mogelijke inzet van (externe) financieringsbronnen. Omdat Waalwijk is aangewezen als toplokatie is hiervoor ook extra budget beschikbaar. Verder kan gebruik gemaakt worden van Europese subsidies op het terrein van innovatie, structuurversterking en het opleiden van werkenden (employability) en werkzoekenden.
Pag 42 van 64
Concept 020305
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
7 ACTIEPLAN
INPUT
OUTPUT
Transformatie
3. Omgevings2. Doelstelling
1.Inleiding
ontwikkeling
5. Vraagontwikkeling
7. Sociaal Economisch Actieplan
6. Aanbodontwikkeling 4. Evaluatie vorig plan
Evaluatie Meetpunten Criteria
7.1
Gezamenlijke visie
Uit het onderzoek is gebleken, dat er hoge prioriteit wordt gegeven aan de ontwikkeling van een samenhangende visie voor de regio Waalwijk. Een visie - en strategie - leidt tot het effectiever voeren van beleid door de lokale overheid en geeft de mogelijkheid aan andere partners, zoals de Ondernemersverenigingen, de Kamer van Koophandel, de BZW en MKB e.d., de eigen beleidsplannen en uitvoeringsinspanningen op elkaar af te stemmen. Zo kan in kortere tijd meer gerealiseerd worden. Als eerste aanzet hebben wij de volgende omschrijving van de visie voor de ontwikkeling van Waalwijk gefomuleerd:
Waalwijk ontwikkelt zicht tot een aansprekende middelgrote regio tussen belangrijke stedelijke regio’s als Den Bosch, Tilburg en Breda. Daarbij buit zij de gunstige geografische ligging (snijpunt van belangrijke verbindingswegen) en haar perspectiefvolle kwaliteiten (bedrijventerreinen, divers samengesteld bedrijfsleven, goed opgeleide beroepsbevolking, uitstekend woon- en leefklimaat) maximaal uit. Waalwijk streeft er actief naar de positie op sociaal en economisch gebied, als aantrekkelijke industriële topregio, op eigen kracht te handhaven en verder uit te bouwen. Op basis van interviews en een enquête is deze eerste opzet van de visie voor de regio op hoofdpunten aangegeven, met onderscheid naar verschillende aspecten: -
Visie op sociaal-economische ontwikkelingen van de gemeente Waalwijk positionering Waalwijk in de regio bedrijvigheid en versterking economische structuur werkgelegenheid vestigingsklimaat woon- en leefklimaat
Visie op deelterreinen Naast de algemene visie is er behoefte aan de nadere uitwerking van een visie op de verschillende bedrijventerreinen, waarbij uiteraard ook de andere gemeenten betrokken dienen te worden maar ook het lokale en regionale bedrijfsleven. Pag 43 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
Concept 020305
Actiepunten: Gezamenlijke afstemming over de geformuleerde visie van de gemeente Waalwijk: 1. met het bedrijfsleven 2. met vertegenwoordigers van de omliggende gemeenten en organisaties op het terrein van sociale zaken
Pag 44 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk 7.2
Concept 020305
Marketing, promotie en acquisitie
De ontwikkeling van de regio Waalwijk zal baat hebben bij een goed ontwikkeld marketing-, promotieen acquisitieplan. De belangrijkste aspecten die in het actieplan aan de orde moeten komen zijn de volgende: Marketing: - bepalen van de sterke punten van de regio, w.o.: o Toplocatie o Sterke merken: Mandemakers, Piet Klerkx, RKC, van Dijk enz. o Centrale ligging met goede verbindingen over weg en water o Korte lijnen tussen overheid en bedrijfsleven o Uitbuiten kleinschaligheid o Compleet voorzieningen niveau - waarin onderscheidt deze regio zich van de anderen: o Woon- en leefklimaat o Kwaliteit van de dienstverlening van de overheid o Vestigingsklimaat welke voordelen hebben bedrijven bij vestiging in Waalwijk e.o. o Waalwijk e.o. scoort op belangrijke punten van afweging, die bedrijven maken bij vestiging: verbindingen, infrastructuur, beschikbaarheid van arbeidskrachten - opstellen ‘regioprofiel’, gericht op aantrekken nieuwe bedrijven Promotie: - promotiemateriaal ontwikkelen (drukwerk, internet enz.) o kwaliteit/prijs verhouding - bepalen van de zoekkanalen o door en in samenwerking met gevestigde ondernemers o “ambassadeurs” benoemen o pro-actief contact leggen met geïnteresseerde bedrijven Acquisitie: - het organiseren van acquisitie opzetten - afstemmen met en inschakelen van andere partners, w.o. BOM, - taakstellende afspraken maken m.b.t. te bereiken resultaten Acquisitie door gevestigde ondernemers De gevestigde ondernemers in de regio kunnen en willen een rol spelen bij het aantrekken van nieuwe bedrijvigheid. Dit kan deels in liggen in het verlengde van de reeds bestaande bedrijvigheid (spin-off, toeleveranciers, verzamelen van expertise op bepaalde terreinen e.d.). Ook kan gebruik gemaakt worden van de netwerken van de ondernemers, om bepaalde bedrijven ertoe te bewegen zich in de regio Waalwijk te vestigen. Doordat ondernemers ondernemers aanspreken is de kans op succes waarschijnlijk groter dan wanneer dat alleen vanuit de overheid of daarmee verbonden organisaties gebeurt. Bij de keuze van de aan te trekken bedrijven dienen de eerder vermelde uitgangspunten uit het regioprofiel te worden meegenomen.
Pag 45 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
Concept 020305
Vestigingsmogelijkheden De samenwerking tussen de gemeenten is er o.a. op gericht gezamenlijk meer bedrijven, en dus meer werkgelegenheid, aan te trekken dan ieder afzonderlijk zou kunnen doen. Bij de acquisitie dient de mogelijkheid geboden te worden in een van de betrokken gemeenten te vestigen, afhankelijk van de uitgewerkte visie op de bedrijventerreinen. Kortom: wat voor de en minder goed past, past goed bij de ander. Dit bevordert de resultaten van de acquisitie-inspanningen. Actie: in overleg met (zittend) bedrijfsleven bepalen welke bedrijvigheid aangetrokken dient te worden (soort, omvang, kwaliteit).
Diversificatie De continuïteit van de werkgelegenheid is mede afhankelijk van de diversiteit van de werkgelegenheid. Concentratie op een te beperkt aantal sectoren heeft als risico een vergrote afhankelijkheid van de conjuncturele ontwikkeling. Nu is er de trend naar meer handel en reparatie naast doorgaande ontwikkeling naar meer dienstverlening. De vraag is of dit een ontwikkeling is die op termijn wenselijk is.
7.3
Intergemeentelijke samenwerking
In het beleidsplan is aangegeven, dat intergemeentelijke samenwerking van belang is voor zowel de vraag- als de aanbodkant van de economie. De lokale overheid kan de samenwerking vormgeven op bestuurlijk en organisatorisch niveau. Vanzelfsprekend zal de samenwerking niet op alle mogelijke punten gelijktijdig aangepakt kunnen worden. Bovendien blijven er lokale verschillen bestaan in de gemeenten, die zich niet lenen voor samenwerking maar wel van belang zijn om met elkaar uit te wisselen. Het verder ontwikkelen van de samenwerking is als een belangrijk aspect naar voren gekomen in de interviews en de enquête. Ook aan de kant van de overheid heeft dit prioriteit. Regiefunctie Een belangrijk effect van de samenwerking aan zowel de vraag- als de aanbodzijde is dat daarmee de mogelijkheid wordt gecreëerd om effectief regie te voeren op de arbeidsmarkt. Dit is een rol die de gemeenten hebben gekregen na het opheffen van Arbeidsvoorziening. Voorheen was dit een van de functies van de RBA’s, waarin bestuurlijk werd samengewerkt tussen werkgevers, werknemers en overheid in een tripartiet bestuur. In de huidige structuur zijn landelijk Regionale Arbeidsmarktplatforms (RPA) opgezet, die (een deel van) deze functie zouden moeten overnemen. Het RPA heeft daarnaast ook een rol in het verzamelen van relevante arbeidsmarktinformatie. Inmiddels is besloten, dat de subsidie van het Rijk voor het instandhouden van de RPA’s wordt beëindigd. Voortzetting kan alleen als de lokale overheden, en mogelijk andere partijen, de financiering voortzetten. Vooralsnog lijkt de toekomst van de RPA’s onzeker. Een ander nadeel voor Waalwijk e.o. is, dat de betrokken gemeenten in verschillende gebieden vallen (Waalwijk en Loon op Zand in Midden-Brabant en Heusden in Noordoost-Brabant). Het arbeidsmarktbeleid zal daarom in toenemende mate een gezamenlijke verantwoordelijkheid worden van de gemeenten. Ook de regiefunctie zal bestuurlijke afstemming vragen, waarbij de centrale rol in Waalwijk zal liggen.
Pag 46 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
Concept 020305
Plan van aanpak Doelstellingen: Doelen van de intergemeentelijke samenwerking zijn: - versterking van de regionale economie, door: o gezamenlijke marketing, promotie en acquisitie van bedrijven (‘win-win’ -situatie) o afstemming over huisvesting van bedrijven op beschikbare terreinen o gezamenlijke aanpak van infrastructuur en mobiliteit o regionale benutting van Europese fondsen - monitoring van de regionale economische ontwikkelingen, waaronder: o ontwikkeling werkgelegenheid per sector/branche (langere termijn) o in-, door- en uitstroom van personeel o ontwikkeling kwaliteitseisen arbeidsplaatsen (sectoraal) o innovatie en R&D-inspanningen - versterking van beschikbaar aanbod: o samenwerking met CWI en ISD-ML bij de aansluiting van het aanbod op de vraag o afstemming met beroepsonderwijs - verbetering van de dienstverlening van de lokale overheid aan het bedrijfsleven - verbeteren van de communicatie en afstemming met het bedrijfsleven
Gefaseerde aanpak op hoofdlijnen: Voorgesteld wordt te komen tot een gefaseerde aanpak, waarbij gezamenlijk de prioriteiten worden bepaald en de mate waarin de uit te voeren projecten gefinancierd kunnen worden. De fasering en prioriteiten worden aangebracht na overleg met betrokken partijen. 1. Bestuurlijke samenwerking: Overleg en afstemming: - Tweemaal per jaar afstemming tussen de portefeuillehouders economische zaken en sociale zaken van de drie gemeenten, onder voorzitterschap van de gemeente Waalwijk; Beleid: - afstemmen en waar mogelijk koppelen van het voorgenomen sociaal en economisch beleid van de afzonderlijke gemeenten - bepalen welke beleidsaspecten regionaal aangepakt kunnen en dienen te worden - uitvoeringsplannen uitwerken voor de verschillende onderdelen Concrete activiteiten: - afstemming over de aanpak van de infrastructuur o aanpassing A59 en N261 - afstemming en aanpak van mobiliteit o verbetering openbaar vervoer - gezamenlijk opdrachtgeverschap voor: o onderhoud van het visiedocument t.a.v. sociaal-economische ontwikkeling in de regio o uitwerking van het marketing-, promotie- en acquisitieplan - gezamenlijke aanpak van de dienstverlening aan het bedrijfsleven o terugdringen van bureaucratie
Pag 47 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk o o
Concept 020305
flexibilisering van vergunningen één loket
2. Organisatorische samenwerking: Overleg en afstemming: - Periodiek overleg tussen de eindverantwoordelijke functionarissen van de betrokken gemeenten, met betrekking tot de uitvoering en voortgang van de bestuurlijke afspraken; - Periodiek overleg tussen de uitvoerende medewerkers van de betrokken gemeenten (bedrijvencontactfunctionarissen) met betrekking tot o.a.: o Geconstateerde ontwikkelingen aan de vraagzijde; o Bedrijfsvestigingen en – beëindigingen; o Dienstverlening aan bedrijven (klantgericht, betrouwbaar en effectief); o Uitwisseling kansen en bedreigingen; - Opzet één loket voor de dienstverlening aan het bedrijfsleven o Informatie en advies o Afstemming met ondernemersverenigingen o Afstemming met intermediairs (KvK, BZW, MKB enz.) Ten aanzien van de samenwerking zal gebruik gemaakt worden van de bestaande convenanten met het Waalwijks Bedrijven Platform (WBP) en de Waalwijkse Ondernemers Federatie (WOF). Waar nodig zullen aanvullende afspraken worden gemaakt.
3. Samenwerking aanbodzijde: Samenwerking ketenpartners: - Stimuleren samenwerking tussen ISD-ML, CWI, Werkbedrijf Midden-Langstraat (WML), Uitvoeringinstelling Werknemers Verzekeringen (UWV), uitzendbureaus, en reïntegratiebedrijven met betrekking tot bemiddeling, reïntegratie, scholing en activering van werkzoekenden; - Versterken rol van de ISD als opdrachtgever; Afstemming met vraagzijde: - Periodiek uitwisselen van informatie tussen economische zaken en sociale zaken (ISD-ML) over de ontwikkelingen aan de vraagzijde en de mogelijkheden aan de aanbodzijde;
Pag 48 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk 7.4
Concept 020305
Infrastructuur en mobiliteit
Uit het vooronderzoek is gebleken, dat er (soms al lang) knelpunten bestaan in de infrastructuur, die een belemmering vormen voor de verdere economische ontwikkeling in de regio. Ten aanzien van de infrastructuur gaat het met name om: - Wegen: o Op- en afritten van de A59 ter ontsluiting van de bedrijventerreinen o Aansluiting van de A59 op de A2 (knooppunt Empel) o Opwaardering van N261 tot snelweg, met op- en afritten (volwaardig knooppunt) - Waterverbinding: o Mogelijkheid voor benutting van de haven (en sluis) van Waalwijk voor het industriegebied Tilburg Ten aanzien van de mobiliteit gaat het vooral om de openbaar vervoervoorzieningen. Geconstateerd is, dat het interlokaal openbaar vervoer in de regio te wensen over laat. Door het ontbreken van treinverbindingen is men aangewezen op busvervoer. Hierop is (landelijk) veel bezuinigd, door onrendabele lijnen te schrappen of aanmerkelijk te beperken. Actiepunten: 1. Infrastructuur Wegen: - bestuurlijke besluitvorming Waalwijk – Heusden m.b.t. op- en afritten A59 - gezamenlijke aanpak verbetering en aanpassing A59 - onderzoek naar verbeteringen knooppunt Empel - gezamenlijke lobby (mogelijk met Tilburg) voor versnelling van de aanpak van de N261 Waterverbindingen: - start conferenties t.a.v. toekomstige havens - onderzoek naar mogelijkheden voor benutting van de haven en sluis in Waalwijk voor het industriegebied Tilburg (overslag e.d.) - onderzoek naar mogelijkheden voor Europese subsidie (structuurfonds regionale ontwikkeling) 2. Mobiliteit -
onderzoek naar exacte vraag naar openbaar vervoerbehoefte in de regio en de ontwikkeling daar van in de toekomst, ten behoeve van: o arbeidskrachten, werkzaam in de regio o leerlingenvervoer, met name van en naar den Bosch en Tilburg
Pag 49 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk 7.5
Concept 020305
Innovatie
Zoals aangegeven in hoofdstuk 4 (Omgevingsontwikkeling) wordt Europees en landelijk sterk ingezet op de ontwikkeling van een kenniseconomie en op innovatie. Innovatie is daarbij overigens geen doel op zich, maar moet instrumenteel zijn voor het ontwikkelen en instandhouden van (hoogwaardige) werkgelegenheid in de regio. Op dit moment is nog niet duidelijk in beeld gebracht: - in welke sectoren en bedrijven veel en succesvol aan innovatie wordt gedaan o wellicht kan op basis hiervan een onderzoek worden gedaan naar goede en succesvolle voorbeelden, van en voor ondernemers; - welke bedrijfsactiviteiten in de regio lenen zich goed voor innovatie; - welke inspanning wordt gedaan op het terrein van Research en Development en in welke mate wordt er geïnvesteerd in nieuwe technologie en hoogwaardige productiemethoden; - welke bijdrage kan het beroepsonderwijs leveren (technische universiteit, Fontys, ROC’s) aan de innovatie en kennisoverdracht- en uitwisseling; - welke organisaties zijn leidend qua ontwikkeling in hun branche, welke zijn volgend en welke spelen geen echte rol op het vlak van verbetering en vernieuwing. Actiepunt: -
uitvoeren van nader onderzoek naar innovatie en de ontwikkeling van de kenniseconomie in de regio; monitoring opzetten van het bruto regionaal product en de inspanning die op het terrein van R&D wordt gepleegd; de rol van de lokale overheid daarbij is: o facilitering van de inventarisatie (onderzoek) en het monitoren van de inspanning en de resultaten; o bekendmaking van successen en voorbeeldprojecten; o organiseren van de afstemming tussen beroepsonderwijs (kennisinstellingen) en het bedrijfsleven.
Pag 50 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
7.6
Concept 020305
Versterking ondernemerschap
In het algemeen bestaat de opvatting, dat de kwaliteit van het ondernemerschap voor verbetering vatbaar is. Elementen die daarbij genoemd worden zijn: conservatisme, traagheid bij beslissingen, teveel gericht op korte termijn doelstellingen, weinig visie op de ontwikkeling van de eigen organisatie, weinig lange termijn perspectief, te weinig vooruitstrevend en innovatief, te weinig betrokken bij de ontwikkeling van de lokale en regionale economie. Uiteraard zijn er ook in de regio Waalwijk ondernemers, die floreren, groeien en ontwikkelen. Van de kant van de overheid wordt geconstateerd, dat de organisatiegraad van de ondernemers te wensen overlaat. Slechts een beperkt deel van de ondernemers zijn aangesloten bij een van de ondernemersverenigingen. Deze verenigingen fungeren als aanspreekpunt (voor beleid en uitvoering) van het lokale beleid en als platform voor het gezamenlijk vormgeven van het economisch beleid. De afstemming en samenwerking met de gevestigde ondernemers dient verder ontwikkeld te worden. Ook zouden de bestaande ondernemersverenigingen meer met elkaar moeten samenwerken om het economisch beleid te versterken. Het gaat daarbij niet alleen om het treffen van maatregelen voor de korte termijn, maar ook te kijken naar een gestructureerde ontwikkeling voor de lange termijn. Actiepunten: Organisatiegraad verbeteren: - afstemming met ondernemersverenigingen m.b.t. organisatiegraad van het bedrijfsleven - idem met BZW, MKB - onderzoek naar mogelijkheden voor ledenwerving o wat zijn nu de belemmeringen (kosten?) o promotie van de verenigingen (nut en noodzaak) o verduidelijken rol en toegevoegde waarde van de verenigingen - campagne starten voor ledenwerving Overleg bedrijfsleven – overheid: - uitwerken communicatieplan - efficiënter gebruik van platforms (w.o. RKC) - organiseren gestructureerd overleg Versterken ondernemerschap: -
programma Langstraat Academie (‘voor en door ondernemers’) uitwisselen voorbeeldprojecten en resultaten m.b.t. innovatie kennisoverdracht door (beroeps)onderwijsinstellingen
Pag 51 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
7.7
Concept 020305
Revitalisering
Zoals ook in het vorige beleidsplan was aangegeven verouderen bedrijventerreinen bij onvoldoende onderhoud en door veranderde eisen die tegenwoordig aan bedrijventerreinen worden gesteld. Een belangrijk aspect hierbij zijn de (strengere) milieueisen. In de regio Waalwijk is een groot aantal terreinen in gebruik, waarvan een deel toe is aan revitalisering. Actiepunten -
-
Inventarisatie van de behoefte / noodzaak van revitalisering bedrijventerreinen; Uitwerking plan van aanpak, incl. te plegen investeringen; In het plan wordt aandacht besteed aan: o Herinrichting bedrijventerrein; o Groenvoorziening; o Infrastructuur en ontsluiting; o Digitale faciliteiten en telecommunicatie; o Reallocatie van bedrijven; aansluiting bij de visie van de lokale overheid ten aanzien van de specifieke bedrijventerreinen.
Bij de planvorming kunnen derden (bijv. BOM, projectontwikkelaars) ingeschakeld worden, waarbij overigens als nadeel wordt gevoeld, dat er weinig zeggenschap overblijft voor de lokale overheid en de kosten erg hoog kunnen oplopen. Daarnaast is het zinvol in ieder geval de gevestigde ondernemers te betrekken bij de plannen voor revitalisering, waardoor aansluiting gemaakt kan worden op de behoefte van de ondernemers / gebruikers. Ook kunnen zij aangeven welke kosten(verhoging) de revitalisering met zich meebrengt en welk voordeel daar voor de ondernemer aan verbonden is. Bij de planvorming is een rol weggelegd voor de bedrijvencontactfunctionaris. Mogelijk is het noodzakelijk op dit terrein de functionarissen verder te professionaliseren. Inschakeling van de BOM zou op dit punt kunnen bijdragen tot verwerven van aanvullende kennis en toegang tot relevante netwerken.
Pag 52 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
7.8
Concept 020305
Reallocatie
Ten aanzien van zowel de verbetering van het centrum (detailhandel, horeca) als voor de bezetting van de bedrijventerreinen is het van belang te beoordelen of, en zo ja welke bedrijven in aanmerking komen voor verplaatsing naar bedrijventerreinen. Ook de Waalwijkse Ondernemers Federatie (WOF) heeft deze problematiek gesignaleerd. Het vraagt om verdere uitwerking van het vestigingsbeleid in het centrum. Op basis hiervan kan beoordeeld worden welke bedrijven in aanmerking komen voor verplaatsing naar bijv. de meubelboulevard, dan wel naar andere geschikte locaties op een van de bedrijventerreinen. Uiteraard komt hierbij een aantal problemen aan de orde, zoals de panden die in eigendom zijn en conform het bestemmingsplan zijn toegewezen als bedrijfspand. Het zal dus de nodige onderhandelingen vergen om de uiteindelijke doelstelling te realiseren. Actiepunten: In -
samenwerking met o.a. de WOF: Visie aanscherpen op huisvesting van bedrijven in het centrum; Inventariseren van bedrijven die op grond daarvan in aanmerking komen voor verplaatsing; Aanscherpen van de vestigingseisen voor bedrijven in het centrum.
Bij de beoordeling dient overigens voorkomen te worden, dat bedrijven die al lange tijd in Waalwijk gevestigd zijn, uitwijken naar een andere gemeente. Het beleidsplan van de WOF geeft op dit punt ook aanknopingspunten.
Pag 53 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
7.9
Concept 020305
Versterking meubelboulevard
De meubelboulevard is een belangrijke trekker voor Waalwijk. Centraal hierin is de vestiging van Piet Klerkx, een sterk merk, dat jaarlijks veel bezoekers ontvangt. Het huidige bedrijventerrein Zanddonk heeft een duidelijke aantrekkingskracht op consumenten ook van buiten de regio. Rond de huidige activiteiten in dit gebied kunnen mogelijk nieuwe verwante (grootschalige / volumineuze retail) activiteiten worden ontwikkeld. De meubelboulevard kan verder groeien naar een ‘woonboulevard’. Overigens is in het onderzoek gebleken, dat ook de opvatting leeft, dat de huidige meubelboulevard in de huidige opzet en omvang aan alle eisen voldoet en uitbreiding geen toegevoegde waarde heeft voor de economische ontwikkeling. Een optie kan zijn het vestigen van een detailhandel van Mandemakers (Keukencentrum). Mandemakers heeft een groot aantal vestigingen in Nederland, maar nog niet in Waalwijk. Ook andere opties, zoals grootschalige detailhandel t.b.v. vrijetijdsbesteding, kunnen hierbij worden onderzocht. Actiepunt: Nader onderzoeken en uitwerken van mogelijkheden voor uitbreiding en verbreding van detailhandelsactiviteiten.
Pag 54 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
Concept 020305
7.10 Afstemming vraag-aanbod In de naaste toekomst zal nadrukkelijk aandacht geschonken moeten worden aan voorzieningen die tot doel hebben de werkgever te ondersteunen bij het aannemen van geschikt personeel en meer werklozen aan een baan helpen. De gemeentelijke overheid kan hiermee inspelen op de behoefte van werkgevers aan flexibel inzetbaar en goed (geschoold) personeel. Daarnaast worden ook financiële en andere voordelen uitgewerkt waar ondernemers van kunnen profiteren. De samenwerking ISD-ML-EZ-Onderwijs is daarbij van essentieel belang. Europees Sociaal Fonds Het aanvragen van ESF-subsidie is één van de mogelijkheden voor additionele financiering die onderzocht wordt. De vormgeving en voorwaarden van de ESF-subsidie zijn de laatste jaren flink gewijzigd. Waar voorheen alle verantwoording plaats moest vinden op basis van werkelijke gemaakte kosten, zijn er mogelijkheden gecreëerd om een ESF-subsidie eenvoudiger te verwerven. Binnen de nieuwe subsidieregels is geregeld dat als er sprake is van een openbare aanbesteding er geen sprake hoeft te zijn van verantwoording op basis van werkelijk gemaakte kosten. De geboden prijs van de opdrachtnemer waarborgt dit immers. In 2005 wordt, ten behoeve van de financiering van het projectplan "Sturen op resultaat", een beroep gedaan op een bijdrage ESF. Dit project past binnen de doelstellingen van het Europese Sociale Fonds en komt zodoende voor subsidiering in aanmerking. De ESF-bijdrage bedraagt maximaal 50% van de kosten. Verder kunnen bijvoorbeeld plannen uitgewerkt worden voor het 'upgraden' van lager opgeleid personeel. Actiepunten: 1. Uitvoeren scan naar subsidiemogelijkheden en naar investeringen bij bedrijven die vanuit Europese middelen kunnen worden gesubsidieerd. Overleg met Erac is gestart (bureau gespecialiseerd in ontwikkeling projecten met behulp van Europese subsidies). 2. Overgaan tot het werken met de "5%-Regeling Additioneel Bestek" Met deze regeling draagt de gemeente bij aan de bevordering van de werkgelegenheid onder langdurig werklozen in de regio. Het doel van de regeling is om zoveel mogelijk werklozen door middel van werkervaring, scholing en/of begeleiding een kans te bieden op een structurele plaats op de arbeidsmarkt. Kandidaten moeten ingeschreven staan bij het CW/ISD-ML. De 5%-regeling houdt in het kort in dat een opdrachtnemer, die in opdracht van de gemeente investeringsprojecten c.q. grootschalige onderhoudsprojecten uitvoert met een aanneemsom boven bv. € 200.000,--, verplicht is om 5% van dit bedrag te besteden aan lonen van mensen, die langer dan zes maanden als werkloos ingeschreven staan en deze mensen voor minimaal een half jaar in te schakelen. Deze verplichting wordt bij deze projecten als extra voorwaarde opgenomen in het bestek. 3. Initiatieven ontplooien voor het opzetten van een arbeidspool/mobiliteitscentrum.
Pag 55 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
Concept 020305
7.11 Startende ondernemingen Landelijk is er groeiende belangstelling voor startende ondernemers. Ook in het onderwijsbeleid wordt meer aandacht geschonken aan de voorbereiding van leerlingen op het zelfstandig ondernemerschap. In vergelijking met bijv. de V.S. blijven wij ver achter op dit terrein en wordt door de overheid weinig gedaan om potentiële ondernemers te stimuleren een eigen bedrijf te starten. Wel is bekend, dat het midden- en kleinbedrijf de motor is van de economie en voor veel werkgelegenheid zorgt. Het is dan ook raadzaam te onderzoeken of meer mensen geholpen kunnen worden met de start, en mogelijk uitbouw, van een eigen bedrijf. De lokale overheid kan, in samenwerking met de ISD, zorgen voor facilitering van startende ondernemers. Dat kan door bijv. de combinatie van wonen en werken aan huis te vergemakkelijken. Daarnaast kan onderzocht worden of de opzet van een bedrijfsverzamelgebouw kan bijdragen aan de start van meer bedrijvigheid. De ISD kan een extra bijdrage leveren door werkzoekenden met potentie te stimuleren tot het starten van een eigen bedrijf. Hiervoor zijn subsidiemogelijkheden beschikbaar. In samenwerking met het bedrijfsleven kan gezocht worden naar ‘mentoren’, die de startende ondernemers kunnen bijstaan in de beginperiode. Met name kan gedacht worden aan beoordeling van bedrijfsplannen, advies bij investeringsbeslissingen, marketing e.d. Actiepunten: -
Onderzoek naar mogelijkheden combinatie wonen-werken Onderzoek behoefte en mogelijkheden van een bedrijfsverzamelgebouw Afstemming met ISD-ML t.a.v. werkzoekenden en (gedeeltelijk) arbeidsgeschikten
Pag 56 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
Concept 020305
7.12 Versterken woon/leefklimaat Een uitwerking van het gehele terrein van de versterking van het woon- en leefklimaat valt buiten het bestek van een sociaal- economisch beleidsplan. Toch is het ook voor de sociaal-economische ontwikkeling van belang, dat Waalwijk e.o. een aantrekkelijk gebied is om te wonen en te verblijven. In dit verband wordt alleen aandacht besteed aan het aantrekken van bezoekers van de regio. Toerisme en recreatie is voor Waalwijk geen speerpunt. In de regio zijn de Efteling, het Land van Ooit en de Drunense Duinen de grote publiekstrekkers. Het zwaartepunt ligt daarmee in Loon op Zand en Heusden. In Waalwijk trekt RKC, en uiteraard de meubelboulevard, veel publiek. In de samenwerking tussen de drie gemeenten kan nader onderzocht worden hoe de promotie van de regio aangepakt, cq. verbeterd kan worden. Doelstellingen daarbij zijn: -
Stimuleren van ‘funshopping’ i.s.m. horeca e.d. Organiseren van (jaarlijkse) evenementen Aanbieden arrangementen met verblijfsmogelijkheden
Actiepunten: -
Plan uitwerken in samenwerking met WOF, WSP, Horeca e.a.
Pag 57 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
Concept 020305
Pag 58 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
Concept 020305
8 Bijlagen Tabel 1:
Tabel 2:
Pag 59 van 64
Concept 020305
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk Tabel 3:
Tabel 4: Werkgelegenheidsgroei 2000 - 2003
1000 800 600 400 2000
Groei
200
2001
0
2002
-200
2003
-400 -600 -800 -1000
1
2000
955
2001
280
2002
113
2003
-779 Jaar
Pag 60 van 64
Concept 020305
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk Tabel 5:
Aantal vestigingen per 1 januari 2003 naar grootteklasse werkzame personen Waalwijk
0% 1% 6% 8% 31% eenmanszaak 1 werknemer 2 tot 4 werknemers 5 tot 9 werknemers
22%
10 tot 49 werknemers 50 tot 99 werknemers >100
32%
Tabel 6: Bezettingsgraad 2003 T Alle sectoren A Landbouw, Jacht & Bosbouw B Visserij C Delfstoffenwinning D Industrie E Nutsbedrijven F Bouwnijverheid G Handel & reparatie H Horeca I Vervoer, Opslag & Communicatie J Financiële instellingen K Zakelijke dienstverlening L Openbaar bestuur & Overheid M Onderwijs N Gezondheids- & Welzijnszorg O Overige diensten
Waalwijk
Nederland
7,61 3,36 0,00 0,00 15,61 25,00 5,47 6,21 7,04 12,64 6,69 3,87 49,80 14,10 15,98 8,15
8,47 3,10 4,60 21,65 18,49 62,80 6,44 6,26 6,90 14,01 7,37 5,82 113,02 19,19 21,52 4,35
Pag 61 van 64
Concept 020305
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk Tabel 7: Aantal vestigingen per 100 inwoners 7,000
vestigingen per 100 inwoners
6,500
6,000
5,500
WAALWIJK Nederland
5,000
4,500
4,000
3,500 1
2
3
4
5
Jaar
Pag 62 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
Concept 020305
9 Lijst interviews Gemeente Waalwijk: Gemeente Heusden Gemeente Loon op Zand WBP WOF BZW Rabobank Mandemakers Piet Klerkx Roltrax Van Wijlen Xenos RIWO transport BOM KvK Midden Brabant ISD-ML WML
Drs. J. de Geus P. van Steenoven W. Tijssen H. Willems J. Klijs P. Roelen A. de Haan J.A. de Groot T. Voogd (vz) W. van de Ven Mr. J. van Mourik W. Louwerse A. Bakkeren B. Mandemakers G. Ellens E. van Nunen B. van Wijlen van Schaijk (ISD) T. Appels R. L’Ami Drs. J. Blankendaal Drs. E. van Oorschot drs. H.N. Rosman J. Klijs A. Vervest G. Hanekamp
Pag 63 van 64
Sociaal Economisch Beleidsplan Waalwijk
Concept 020305
Pag 64 van 64