Koers, kerntaken en kwaliteit
Schoolplan Mencia de Mendoza 2014-2018
Inhoudsopgave Voorwoord
3
Hoofdstuk 1. Inleiding en leeswijzer
4
Hoofdstuk 2. Evaluatie 2009-2013
5
Hoofdstuk 3. Kaders en Functies
8
Hoofdstuk 4. Financiële en andere randvoorwaarden 1. Inleiding 2. Prestatiebox 3. Bouwplannen
9 9 10 11
Hoofdstuk 5. Koers: concretiseren 1. Inleiding 2. Schoolgegevens 3. Missie, uitgangspunten en concretisering a. Missie b. Uitgangspunten c. Concretisering. Internationalisering
12 12 12 13 13 13 15
Hoofdstuk 6. Kerntaken: concentreren 1. Inleiding 2. Onderwijs a. Algemeen b. Ict-ontwikkelingen c. Leren 3. Mencia Sandrode 4. ISB
17 17 17 17 18 19 19 20
Hoofdstuk 7. Kwaliteit: consolideren 1. Kwaliteitszorg en kwaliteitsinstrumenten a. Inleiding b. Instrumenten en uitvoering 2. Personeelszorg, personeelsinstrumenten en organisatie a. Inleiding b. Personeelsinstrumenten c. Organisatie 3. Sociale veiligheid
22 22 22 22 23 23 24 25 25
Nawoord
28
Bijlagen bijlage 1: bijlage 2:
Financiële onderbouwing prestatieboxgelden Ontstaansgeschiedenis van het schoolplan
2
29 30
Voorwoord Voor u ligt het derde schoolplan van Mencia de Mendoza, dat zich richt op de periode 20132017. Het plan is een logisch vervolg op het vorige schoolplan, in die zin dat we de toen ingeslagen koers willen continueren. Dat betekent niet dat er geen aanpassingen zijn. Er zijn wijzigingen in regelgeving, de onderwijsfinanciering staat onder druk en de eisen die de samenleving aan scholen stelt, zijn verstevigd. Veel uit dit schoolplan zal de lezer herkennen uit de periode 2009-2013, maar er is ook gekozen voor het leggen van enkele belangrijke nieuwe accenten. Die worden in dit plan verwoord als richtinggevende uitspraken. Drs. J (Jan) Hadders, rector januari 2014
3
Hoofdstuk 1. Inleiding en leeswijzer De opbouw van dit nieuwe schoolplan wijkt af van die van het huidige schoolplan, dat we als titel Richting en Ruimte meegaven. Daarom hebben we besloten een korte leeswijzer te maken. Belangrijk in het schoolplan zijn de vijf richtinggevende uitspraken. Deze zijn in de tekst cursief gedrukt. Het tweede hoofdstuk is de evaluatie van Richting en Ruimte. Vanzelfsprekend kunnen we alleen een nieuw schoolplan opstellen als we weten wat de startpositie is: wat hebben we al bereikt en wat nog niet? Vervolgens leggen we in hoofdstuk 3 uit wat de wettelijke basis is voor ons schoolplan en wat de functies ervan zijn. Daarbij vermelden we in het kort hoe ons plan past binnen de overige afspraken die gelden voor onze school. In het vierde hoofdstuk bespreken we een aantal beperkende voorwaarden die van toepassing zijn. Die hebben vooral te maken met de teruglopende inkomsten van de school, door de bezuinigingen. We besteden speciaal aandacht aan de middelen die we krijgen in het kader van de zogenaamde prestatiebox. Omdat we ook onze gebouwen beschouwen als voorwaardelijk voor goed onderwijs, hebben we in dit hoofdstuk ook een paragraaf over onze bouwplannen opgenomen. Hoofdstuk 5 gaat over de koers van de school. Allereerst komt de missie aan bod en daarna de bestaande uitgangspunten. Daarnaast lichten we hier toe, dat we uitgaan van drie niveaus van internationalisering. Als laatste komen de extra accenten aan bod die we hierbij willen aanbrengen op onze reguliere mavo-, havo- en vwo-afdeling. De richtinggevende uitspraak die hierbij hoort luidt: internationalisering is herkenbaar aanwezig op iedere afdeling. In hoofdstuk 6 gaat het over de kerntaken van de school: het geven van lessen en het begeleiden van leerlingen. De bijbehorende richtinggevende uitspraak is: Mencia concentreert zich op haar kerntaken en kwaliteit. We wijden een aparte sub-paragraaf aan de betekenis van ict voor ons onderwijs. Omdat we meer aandacht gaan besteden aan het leren leren, rechtvaardigt dat ook een aparte sub-paragraaf. In twee laatste paragrafen gaan we in op zaken die specifiek zijn voor onze internationale school en voor Mencia Sandrode. We hebben voor Mencia Sandrode de volgende richtinggevende uitspraak geformuleerd: Mencia Sandrode profileert zich in de regio als aantrekkelijke school. Het laatste hoofdstuk gaat over de zorg voor kwaliteit. We leggen uit wat we ermee bedoelen en welke middelen we hebben om de kwaliteit te bewaken en te verbeteren. De richtinggevende uitspraak Mencia concentreert zich op haar kerntaken en kwaliteit past ook bij dit hoofdstuk. Verder komt aan bod hoe we dat doen. Natuurlijk besteden we ook aandacht aan ons personeel. Goed personeel is immers de belangrijkste voorwaarde voor goed onderwijs. Hierbij hoort de richtinggevende uitspraak: medewerkers werken vanuit een collectieve ambitie en individuele verantwoordelijkheid binnen een helder omschreven professionele ruimte. In dit hoofdstuk bespreken we tot slot de organisatie van de school en de sociale veiligheid. Beide vormen voorwaarden voor het kunnen leveren van kwaliteit. De laatste richtinggevende uitspraak luidt dan ook: Mencia biedt een leef- en leerklimaat waarin de leerling zich veilig voelt en zich optimaal op zijn niveau kan ontwikkelen. 4
Hoofdstuk 2. Evaluatie 2009-2013 De looptijd van het schoolplan Richting en Ruimte (2009-2013) is voorbij. In Richting en Ruimte kozen we voor ruimte voor leerlingen en collega’s, binnen een internationaal profiel. Het schoolplan is vervolgens uiteengelegd in vier activiteitenplannen van telkens een schooljaar. Na afloop van elk schooljaar is het plan door de schoolleiding geëvalueerd. De evaluaties zijn voorgelegd aan de Deelraad en aan de Bestuursraad van de SKVOB e.o. We schreven in 2009 Richting en Ruimte vanuit het perspectief van 2013. De vraag daarbij was: wat ziet iemand als hij in 2013 de school betreedt, wat is anders dan nu, welke zaken vallen hem op1. Als we nu, in 2013, die vraag proberen te beantwoorden, zien we globaal het volgende: Mencia de Mendoza is een school voor havo en vwo (Breda) en vmbo-t (Sandrode). Intellectuele prestaties vinden we belangrijk. Daarom besteedden we de afgelopen jaren aandacht aan het evalueren en het verhogen daarvan, o.a. in overleg met vaksecties. Op een aantal plekken zijn er bijstellingen geweest, bv. in de overgangsnormen en m.b.t. het opstellen van prognoserapporten voor de examenklassen. De eindexamenresultaten zijn globaal op peil gebleven, ondanks de verzwaarde exameneisen. De roosters van de leerlingen in de bovenbouw van de school zijn aanmerkelijk verbeterd. De gang van zaken rond de schoolexamens is beter gestructureerd. In verband met de gewijzigde examennormen en de invoering van de referentiekaders is als onafhankelijke toets het Citovolgsysteem Toets 0 t/m 3 aangeschaft en gebruikt in de klassen 1 t/m 3. We wilden een stevige invulling geven aan het internationale profiel. Bij het lyceum is de TTO-afdeling gegroeid; de examenresultaten International Baccalaureate Diploma Programme (IB-DP) English zijn blijvend uitstekend te noemen. Bij de havo-afdeling is een begin gemaakt met het ontwikkelen van een eigen aanpak. Voor alle leerlingen zijn de keuzemogelijkheden uitgebreid: het aantal uitwisselingsprogramma’s is vergroot en het versterkt talenonderwijs (VTO) heeft gestalte gekregen met - in Breda - Cambridge-Engels, Delf-Junior voor de Franse taal (vroeger Delf-scolaire geheten) en Goethe-Duits. De voorziene extra begeleiding is gerealiseerd in de vorm van de vakinhoudelijke begeleidingsuren (VIB-uren) voor de bovenbouw; het ondersteuningsprogramma voor de onderbouw is inmiddels ook omgebouwd tot VIB. De leerling heeft meer keuzes gekregen in de vorm van Studium Generale, waarbij inleidingen Spaans en Italiaans gevolgd kunnen worden. De leerlijn Europa als Leeromgeving voor Scholen (ELOS) is tot en met klas drie geïmplementeerd, maar moet nog steviger worden. Mencia is inmiddels wel officieel ELOSschool. Op het terrein van het Lyceum is de International School Breda (ISB) verrezen. Deze school maakt een forse groei door. De plannen met betrekking tot vaste onderwijsassistenten per sector zijn niet gerealiseerd; wel hebben we in de afgelopen jaren via het Europees Platform op tijdelijke basis jaarlijks een taalassistent voor Duits en voor Frans aangetrokken. Mencia Sandrode is lid van zowel het ELOS als van het Anglia-netwerk. Alle leerlingen hebben de mogelijkheid gekregen om op hun niveau Anglia-certificaten te halen. Voor klas 2 staat inmiddels een uitwisseling met een middelbare school in Joué-les-Tours op het 1
Zie: Richting en Ruimte, blz. 5
5
programma en bestaat de mogelijkheid om deel te nemen aan een excursie naar Parijs. In klas 3 kunnen leerlingen deelnemen aan een buitenlandse reis. Ten slotte bestaat voor leerlingen uit mavo 4 de mogelijkheid om deel te nemen aan een reis naar Gambia. Alle genoemde activiteiten, zowel voor het Mencia de Mendoza Lyceum als voor Mencia Sandrode, passen in de zogenaamde 90-5-5-regel2, die genoemd wordt in Richting en Ruimte. We vonden het belangrijk dat de collega’s zich blijven ontwikkelen. Voor hen hebben we de SG Breda Academie opgezet, een intern scholingsinstituut dat probeert vraag en aanbod te combineren. Intussen is deze Academie verbreed tot SKVOB-Academie. Iedere collega heeft volgens plan de gesprekscyclus doorlopen en er zijn afspraken gemaakt met betrekking tot de nieuwe cyclus. Bijna alle individuele scholingswensen van de afgelopen jaren zijn gehonoreerd. Daarnaast hebben ook enkele secties en afdelingen scholing gevolgd. Jaarlijks is een studiedag voor medewerkers georganiseerd waarin verschillende onderwerpen aan de orde zijn gekomen. Veiligheid op school beschreven we als een belangrijke factor voor succes. Uit de ouder- en leerlingenenquêtes van de afgelopen jaren blijkt dat ouders en leerlingen de school zeer veilig vinden. In overleg met het Regionaal Samenwerkings Verband (RSV) zijn we begonnen het zorgplan3 van de school bij te stellen, overigens zonder het uitgangspunt (een zorgzame school, maar geen zorgschool) te verlaten. Wat betreft de kwaliteitszorg zijn er ook belangrijke ontwikkelingen geweest. Allereerst is de interne (SKVOB) kwaliteitszorg opgezet met o.a. een zelfevaluatie door iedere rector, een visitatie gevolgd door een rapportage aan de bestuursraad en een bespreking van de uitkomsten. De bestuursraad kan in dit kader een rector een of meer opdrachten verstrekken. Daarnaast vindt jaarlijks een uitgebreide verantwoording van de school plaats via Vensters voor Verantwoording. Het toezicht van de onderwijsinspectie heeft een nieuw kader: hoe beter de inspectie de resultaten van de school beoordeelt, hoe minder frequent zij de school bezoekt. Dit wordt proportioneel toezicht genoemd. In 2012-2013 is voor het eerst ervaring opgedaan met de zogenaamde LED: leerlingen evalueren docenten. Met betrekking tot de bouwplannen te Breda is er vertraging opgetreden, hoewel het budget voor de school is vastgesteld. Wel hebben we een studiedag over de bouwplannen gehouden en medewerkers en leerlingen hebben hun visie kunnen geven op de nieuwbouw en verbouw. Ook is er intussen een brede bouwcommissie samengesteld. Overigens komen de plannen voor de bouw4 in grote lijnen overeen met de beschrijving die we gaven in Richting en Ruimte. De entree van de school is vernieuwd en aangepast aan de eisen van deze tijd. In de B-vleugel zijn we gestart met het plaatsen van dubbel glas. De personeelsruimte is gemoderniseerd. Wat betreft de it-voorzieningen is zowel in Breda als in 2
Hiermee bedoelen we dat 90% van de lessen reguliere lessen zijn, 5% van de lessen is ondersteunend van aard en 5% van de lessen biedt extra’s voor leerlingen die meer kunnen en willen. 3 In de zorgplannen van de scholen wordt tegenwoordig gesproken over de basisondersteuning die ieder school moet bieden. Daarnaast kan een school zich specialiseren. Basisondersteuning en specialisatie heten samen schoolondersteuningsprofiel. 4 Zie hiervoor: Over grenzen heen. Het Mencia de Mendoza Lyceum bereidt zich voor op de internationale samenleving. Visiedocument huisvesting(2008)
6
Zundert een grote inhaalslag gemaakt. Het (leerling)-administratiesysteem Magister inclusief de bijbehorende ELO zijn niet meer weg te denken uit de school. Op het gebied van public relations en communicatie hebben we vooruitgang geboekt. Leerlingen uit groep 8 krijgen de gelegenheid om proeflesjes te volgen, de site van de school is gemoderniseerd, de huisstijl is aangepast en er is een nieuw logo ontworpen. Communicatie met ouders verloopt, in tegenstelling tot vier jaar geleden, veelal digitaal. Ouders en andere belangstellenden kunnen via Vensters voor Verantwoording digitaal veel gegevens over de school vinden. Daarnaast doet de school mee aan Schoolkompas, een digitaal hulpmiddel bij de schoolkeuze voor leerlingen uit groep 8.5 Samenhangend met het uitstel van de bouwplannen heeft het onderzoek naar mogelijk andere leseenheden (lestijden), zoals aangekondigd in Richting en Ruimte6, nog niet plaatsgevonden. Helder is intussen wel, dat werken met eenheden van 25, 50 of 75 minuten al naar gelang de wens van de vaksecties, uitbreiding van de totale lokalencapaciteit veronderstelt. Mede als gevolg van de afbraak van de noodgebouwen in 2012, de groei van de internationale school en het globaal op peil blijven van de leerlingenaantallen, is een eventuele aanpassing van lestijden op korte termijn niet mogelijk. Dat betekent ook, dat de meeste onderwijsactiviteiten nog steeds plaatsvinden binnen standaard leslokalen. De mogelijkheid om gedeeltelijk te gaan werken met andere groepsgroottes, bij voorbeeld in college-achtige vorm aan dubbele klassen naast intensieve begeleiding aan kleinere groepen, is nog niet onderzocht. In 2009 spraken we de hoop uit, dat we ons in 2013 de toevoeging “ … over grenzen heen” konden aanmeten. We denken dat we dat nu met recht mogen zeggen.
5 6
Zie: www.schoolkompas.nl; er is tevens een app beschikbaar Zie: Richting en Ruimte, blz. 7
7
Hoofdstuk 3. Kaders en functies Bij het opstellen van een schoolplan gelden bepaalde eisen. Zo moet het volgens de wet een beschrijving bevatten van de kwaliteit van het onderwijs en het gevoerde kwaliteitsbeleid. Ook moet de school het personeelsbeleid beschrijven en uitleggen hoe zij omgaat met de financiële middelen die door het rijk zijn verstrekt. Ten slotte vermeldt het schoolplan wat het beleid is ten aanzien van de voorzieningen die zijn getroffen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften en leerlingen voor wie een persoonsgebonden budget ter beschikking is gesteld. In de beschrijving van de onderwijskwaliteit en de verbetering daarvan moet in ieder geval aangegeven worden hoe het bevoegd gezag bewaakt dat kwaliteit wordt nagestreefd. Ook moet worden uitgelegd op welke wijze het bevoegd gezag vaststelt, welke maatregelen ter verbetering van de kwaliteit nodig zijn. Verder moet duidelijk gemaakt worden welke maatregelen genomen kunnen worden om te waarborgen dat het personeel zijn bekwaamheid onderhoudt. De besteding van de middelen van de zgn. prestatiebox moet in het schoolplan apart worden verantwoord7. De prestatiebox is de financiële weergave van de afspraken die zijn gemaakt tussen OCW en de VO-Raad8. Deze afspraken zijn opgenomen in het zgn. bestuursakkoord VO-OCW9. De kaders voor de inrichting van de zogenaamde basiszorgstructuur worden gegeven door het RSV. Het schoolplan is een uitwerking op het niveau van Mencia de Mendoza10 van het strategisch beleidsplan van de Stichting Katholiek Voorgezet Onderwijs Breda en omgeving (SKVOB e.o.) en past binnen de afspraken die zijn gemaakt tussen de Bredase scholen voor voortgezet onderwijs in het kader van de profilering van scholen en de doordecentralisatie van de huisvestingsgelden. Het schoolplan heeft diverse functies. Voor onszelf gebruiken we het om sturing te geven aan de ontwikkelingen in de schoolorganisatie. Bovendien stellen we met het schoolplan alle betrokkenen op de hoogte van de belangrijkste denkbeelden van de school. Voor de zgn. stakeholders gebruiken we het als middel om de dialoog aan te gaan en verantwoording af te leggen. Voor een overzicht van de ontstaansgeschiedenis van dit schoolplan verwijzen we graag naar bijlage 2.
7
De financiële onderbouwing is opgenomen in bijlage 1. In de VO-Raad zijn de schoolbesturen voor voortgezet onderwijs vertegenwoordigd. De VO-Raad is gesprekspartner van de regering. 9 Zie: Bestuursakkoord VO-OCW 2012-2015. Convenant, 14-12-2011. Het akkoord is uitgewerkt in een aantal onderdelen: Actieplan Beter Presteren, Actieplan Leraar 2020, VO-professionaliseringsagenda en VOInvesteringsagenda. 10 In dit schoolplan gebruiken we de naam Mencia de Mendoza als we de gehele organisatie bedoelen, d.w.z. het Mencia de Mendoza Lyceum te Breda en Mencia Sandrode te Zundert. De internationale school (ISB) is wat betreft de afdeling Secondary formeel wel een afdeling van het Mencia de Mendoza Lyceum, maar zij maakt een eigen schoolplan. 8
8
Hoofdstuk 4. Financiële en andere voorwaarden 1. Inleiding Als gevolg van de economische crisis en bezuinigingen staat de financiering van het voortgezet onderwijs onder druk. In de afgelopen jaren zijn de noodzakelijk te maken kosten, zowel voor het personeel als op materieel gebied, meer gestegen dan de door OCW verstrekte middelen. Omdat de marges in het voortgezet onderwijs uiterst klein zijn, hebben veel schoolbesturen moeten interen op de opgebouwde reserves. Dat geldt ook voor het bevoegd gezag van Mencia de Mendoza, de SKVOB e.o. Allereerst bezuinigt de overheid op de basisfinanciering11 en verstrekt zij alleen additionele middelen als daar extra prestaties van de scholen tegenover staan. In het regeerakkoord van de nieuwe regering staat vermeld, dat zij deze filosofie achter de onderwijsfinanciering omarmt12. M.b.t. de vergoeding voor de materiële kosten geldt hetzelfde: voor de sterk gestegen kosten van gas, water, elektra en de stijging van de BTW vindt onvoldoende compensatie plaats. Overigens erkent de overheid dat de kosten voor de scholen sterk zijn gestegen13. In het regeerakkoord staat ook, dat de regering voornemens is de grondslag voor de financiering aan te passen: zij streeft naar de zgn. menselijke maat wat betreft schoolgrootte en gaat de financiering daarop afstemmen14. Dit kan betekenen dat op de financiering van de zgn. brede scholengemeenschappen, zoals de Scholengemeenschap Breda, waar Mencia de Mendoza onderdeel van is, wordt bezuinigd. De uitwerking van deze maatregel is nog niet bekend, maar mogelijk zijn de gevolgen voor de Scholengemeenschap Breda ingrijpend. Andere belangrijke oorzaken van het stijgen van de personeelskosten zijn de uitvoering van de functiemix en de hogere gemiddelde leeftijd van uittreding. Omdat meer dan 80 procent van de kosten voor scholen personele kosten zijn, kunnen we eigenlijk alleen daar zoeken naar bezuinigingsmogelijkheden. Misschien kunnen we bezuinigen op de lessentabel omdat de eisen die de overheid stelt aan de onderwijstijd worden versoepeld. Dit betekent dat we in komende jaren te maken zullen krijgen met grotere lesgroepen, combinaties van lesgroepen, bezuinigingen op het taakbeleid en op de lessentabel. Ook heeft OCW aangegeven, dat de strenge eisen met betrekking tot de percentages van de functiemix wellicht gaan verdwijnen. Natuurlijk kijken we ook of verder bezuinigd kan worden op de materiële kosten en de kosten van de overhead. In theorie is het natuurlijk ook mogelijk om additionele inkomsten te generen, maar daar bestaan in de praktijk weinig mogelijkheden voor die bovendien relatief weinig opleveren: ouderbijdragen zijn vrijwillig en voor sponsorinkomsten geldt een convenant om te voorkomen dat bedrijven invloed krijgen op de inhoud van het onderwijs.
11
Afhankelijk van het schooltype en het aantal leerlingen wordt bepaald op hoeveel docenten een school recht van financiering heeft. De vergoeding per docent wordt GPL (Gemiddelde Personeels Last) genoemd. In 2013 daalt deze GPL met ongeveer € 850,-. Met ruim 100 docenten (gerekend op fulltime-basis) moet Mencia dus ongeveer € 90.000, -. besparen. 12 Zie: Bruggen slaan. Regeerakkoord VVD-PvdA, 29 oktober 2012, blz. 17. 13 Zie: Regelingen Onderwijs, jg. 7, nummer 10 (oktober 2012), blz. 9. 14 Zie: Bruggen slaan…, blz. 16.
9
2. Prestatiebox De VO-Raad heeft in december 2011 met OCW een afspraak gemaakt, het zogenaamde Bestuursakkoord: OCW verstrekt in de jaren 2012-2015 (extra)15 financiële middelen aan het voortgezet onderwijs. Het voortgezet onderwijs levert daarvoor bepaalde, soms nauwkeurig omschreven, prestaties. De prestatiebox bestaat uit gelden die bovenop de reguliere lumpsum komen. De school moet een plan maken voor de besteding van deze middelen en dit plan beschrijven in het schoolplan. Doelen die expliciet worden genoemd in de prestatiebox zijn: professionalisering van docenten en schoolleiding, opbrengstgericht werken, beter presteren en ambitieuze leercultuur, bèta en techniek, en excellentiehoogbegaafdheid.16 Deze middelen worden gedurende vier kalenderjaren verstrekt en zij vervangen de vroegere zogenaamde kwaliteitsgelden. Het bedrag dat de scholen krijgen, is overigens hoger dan het bedrag van de vroegere kwaliteitsgelden. De sector als geheel, dus niet elke school of elk bestuur, moet over de besteding en de resultaten verantwoording afleggen. Als in 2015 blijkt dat de resultaten niet zijn behaald, worden er nieuwe afspraken gemaakt. De middelen nemen vanaf dit jaar steeds iets toe. Als we de gelden inzetten voor geheel nieuw beleid op bestaande of nieuwe terreinen, voldoen we weliswaar misschien aan de zachte eis van OCW, maar is het de vraag of we verstandige dingen doen. We hebben immers geconstateerd dat de personele financiering niet meer adequaat is. Bovendien doen we nu een aantal zaken extra als school, waarvoor we geen financiering krijgen van OCW. Als we de nieuwe gelden daaraan labelen, houden we uit de reguliere exploitatie middelen over om de grootste negatieve effecten van de bezuinigingen op te vangen. Daarom maakt Mencia de Mendoza de volgende keuzes. Het bedrag uit de prestatiebox ten behoeve van de professionalisering van docenten wordt hiervoor niet volledig aangewend, hoewel OCW dat bepleit. Hiervoor is een aantal redenen. De eerste is dat het huidige budget globaal voldoende blijkt te zijn, gelet op de vraag. Bovendien is in de CAO opgenomen dat startende docenten binnen hun taakomvang ruimte krijgen voor gewenning, scholing, ondersteuning etc. Ten slotte staat in het regeerakkoord dat er opnieuw extra middelen voor scholing vrijgemaakt worden. Het bedrag dat OCW bedoelt voor de professionalisering voor de schoolleiding wordt ook niet geheel gebruikt. Ook hier geldt intussen dat OCW er in het regeerakkoord opnieuw extra gelden voor vrijmaakt. De verdere uitbouw van de SKVOB-Academie kan bovendien zorgen voor relatief goedkoop aanbod op maat. Wat betreft het opbrengstgericht werken, beter presteren en ambitieuze leercultuur maakt de school de volgende keuzes. Voor OCW staan de prestaties bij de kernvakken Nederlands, 15
De term extra gelden wekt de indruk dat de scholen er netto op vooruitgaan in de komende jaren, in vergelijking met het verleden. Dat is niet zo. Het bedrag dat we mislopen door het niet volledig compenseren van de CAO, samen met het bedrag dat de functiemix en inkorting van de salarislijnen kost, is beduidend hoger dan het bedrag dat we nu in de prestatiebox krijgen. De vooruitgang is dus relatief. Daar komt nog bij dat er voor de periode na 2015 geen zekerheid is over het verstrekken van deze middelen. 16
Zie: Staatscourant nr. 215 van 05-01-2012 en 06-01-2012 voor de officiële regelgeving.
10
Engels, wiskunde en rekenen centraal. OCW wenst dat de gemiddelde examencijfers stijgen met 0,2 punt. Om de prestaties van de leerlingen goed te kunnen volgen en leerlingen op maat te kunnen bedienen, heeft de school recent methode-onafhankelijke toetsen aangeschaft. Daarnaast stimuleert de school de deelname van havo/vwo-leerlingen op het Lyceum aan Cambridge Engels. De school investeert in leerlingen die meer willen doen dan het minimale programma. Zo kiezen veel leerlingen een extra examenvak en mogen leerlingen in de bovenbouw havo-vwo een introductiecursus Spaans of Italiaans volgen. Tegen betaling is er bovendien de mogelijkheid voor Cambridge-Engels, Goethe-Duits en Delf-Junior-Frans. Het programma Anglia-Engels te Zundert is opgenomen in de reguliere lessen. In de bovenbouw kunnen de leerlingen sinds kort het VIB-uur Nederlands, Engels en rekenen volgen. Ten slotte investeert de school in het hoogbegaafdheidsproject. Het doel van OCW is ook om het deelnamepercentage van leerlingen aan de exacte profielen te vergroten. Op dit gebied is Mencia al actief: het organiseren van Olympiades en de vakondersteuning bij wiskunde, natuurkunde, scheikunde en biologie tonen dat aan. Bovendien biedt de school een aantal vakken aan die wettelijk niet verplicht zijn: Natuur, Leven en Technologie (NLT), informatica en wiskunde D. Door het aanbieden van deze vakken wordt de spoeling voor de andere vakken in de bovenbouw dunner en ontstaan er soms relatief kleine groepsgroottes, wat inhoudt dat er een extra investering vereist is. Ten slotte is in de plannen voor de ver- en nieuwbouw voorzien dat er stevig wordt geïnvesteerd in de exacte sector17. 3. Bouwplannen Net als een adequate financiering zijn goede en goed uitgeruste gebouwen een voorwaarde voor goed onderwijs en een goede leerlingbegeleiding. De wensen van het Lyceum met betrekking tot de verbouw van de school zijn vastgelegd in een apart bouwdocument18. De kern hiervan is dat er vier vleugels komen voor de verschillende soorten vakken, dat er een nieuwe cultuurvleugel wordt gebouwd en dat de sportvoorzieningen worden uitgebreid. Tevens wordt het bestaande gebouw uitgebreid met nieuwe lokalen en gezamenlijke ruimtes. Ten slotte komt er een verbinding met de voorziene nieuwbouw van de ISB. In de komende jaren zal, ter voorbereiding van de verbouwing, de eerder samengestelde bouwcommissie een belangrijke rol spelen. Het bestuur van de ISB heeft een bouwnotitie opgesteld19, waarin het aangeeft hoe de voorzieningen in de gebouwen van de ISB en het gebouw van het Lyceum elkaar kunnen versterken. Het gebouw in Zundert is voldoende upto-date. Gelet op de grootte van de huidige schoolbevolking is er voldoende ruimte.
17
Zie: Over grenzen heen …, blz. 2 en 5. Over grenzen heen. . Het Mencia de Mendoza Lyceum bereidt zich voor op de internationale samenleving. Visiedocument huisvesting. 19 Zie: De internationale campus, Breda 2013 18
11
Hoofdstuk 5. Koers: concretiseren 1.
Inleiding
In dit hoofdstuk vermelden we eerst de belangrijkste schoolgegevens. Daarna komen uitgangspunten, missie en visie aan de orde, zoals die in het vorige schoolplan werden vastgesteld. Daarna concretiseren we de visie op het punt van internationalisering en van leren. Kern is dat we enerzijds willen vasthouden aan de ingeslagen koers maar anderzijds nieuwe accenten willen leggen. 2.
Schoolgegevens
De school heeft drie vestigingen: het Mencia de Mendoza Lyceum in Breda, Mencia Sandrode in Zundert en de Secondary School van de ISB. Het Lyceum biedt havo, vwo (gymnasium en atheneum) en tweetalig vwo (gymnasium en atheneum), Sandrode mavo en de eerste drie leerjaren van atheneum en havo. De Secondary School van de ISB volgt het Middle Years Programme (MYP) en het IB-DP. Mencia de Mendoza vormt samen met Markenhage en Tessenderlandt de Scholengemeenchap Breda. De school valt onder het bevoegd gezag van de SKVOB e.o. te Breda. Mencia de Mendoza heeft een katholieke identiteit. Vanuit deze identiteit wordt, met respect voor en in open dialoog met hen die vanuit een andere grondslag zin geven aan hun leven, het onderwijs vorm gegeven. Op 1 april 2013 had Mencia de Mendoza 1775 leerlingen en 191 medewerkers (12 schoolleiders, 140 OP’ers en 39 OOP’ers). De verdeling van de leerlingen was als volgt: Lyceum 1420 leerlingen, Sandrode 302 leerlingen, Secondary School ISB 53 leerlingen. De gedetacheerde leerlingen (26) zijn hierbij niet meegerekend20. Sandrode werft leerlingen uit de gemeente Zundert en de omliggende dorpen. De leerlingen van het Lyceum komen van ongeveer 55 basisscholen. Het wervingsgebied van de ISB is nog groter. Mencia de Mendoza doet mee aan diverse samenwerkingsverbanden in de gemeente Breda en daarbuiten. Belangrijke horizontale samenwerkingsverbanden zijn ZeeBra21, het Directeurenoverleg VO-Breda, het Regionaal Samenwerkingsverband (RSV), het Landelijk Netwerk voor Tweetalig Onderwijs en het ELOS-netwerk. Belangrijke zgn. verticale samenwerkingsverbanden zijn het overleg tussen basisonderwijs en voortgezet onderwijs (BOVO)22, het Bestuurlijk Overleg Breda (BOB) en het netwerk Voortgezet Onderwijs-Hoger Onderwijs (VO-HO).
20
Deze gegevens worden n.a.v. de 1 oktobertelling 2013 nog geactualiseerd. ZeeBra is een netwerk van ongeveer 25 scholen voor voortgezet onderwijs in Zeeland en Brabant die niet vallen onder het bevoegd gezag van Ons Middelbaar Onderwijs (OMO). 22 BOVO is het regionale samenwerkingsverband tussen basisonderwijs en voortgezet onderwijs. BOVO coördineert o.a. open dagen en de aanmeldingsdata voor het VO. 21
12
3.
Missie, uitgangspunten en concretisering
a. Missie De missie en kernkwaliteiten van Mencia de Mendoza zijn geformuleerd binnen de kaders van de missie en visie van zowel de SKVOB e.o. als van de SG Breda. Daarnaast hebben we vier jaar geleden bij het formuleren van de missie rekening gehouden met de afspraken die de Bredase scholen voor voortgezet onderwijs eerder hebben gemaakt in het kader van het Masterplan-VO. De missie van Mencia de Mendoza hebben we als volgt omschreven: “Mencia de Mendoza ziet het als haar taak leerlingen op te leiden en te vormen tot jongvolwassenen, die verantwoordelijk en zelfstandig kunnen gaan functioneren in de maatschappij. Mencia de Mendoza biedt daartoe in een prettige en veilige omgeving onderwijs van hoog inhoudelijk niveau, dat past bij de maatschappelijke ontwikkelingen en dat voorbereidt op de internationale samenleving. Daarbij heeft de school aandacht voor de persoonlijke ontwikkeling van leerlingen, en leert zij haar leerlingen (steeds meer zelfstandig) te studeren.” b. Uitgangspunten De eerder gekozen uitgangspunten van de school blijven gedurende de looptijd van dit schoolplan, dus 2013-2017, onverkort van kracht. Deze uitgangspunten zijn de volgende. Allereerst staat de optimale ontwikkeling van elke leerling centraal. De school biedt een intellectueel klimaat, waarin leerlingen worden uitgedaagd te presteren. Hierbij gaat het om brede vorming als voorbereiding op de vervolgstudie en om een stevige culturele bagage. Wat die culturele bagage inhoudt, wordt beschreven in het cultuurplan van de school, dat binnenkort wordt geactualiseerd. Vanzelfsprekend hoort bij een optimale ontwikkeling ook het leren dragen van verantwoordelijkheid en het leren samenwerken met anderen. Ten slotte vinden we het belangrijk om aandacht te besteden aan zingevingsvragen. Verder is het belangrijk dat leerlingen leren keuzes maken en leren inzien dat het maken van keuzes consequenties heeft. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het kiezen van een juiste afdeling nadat een van de verschillende brugklassen is doorlopen. Daarna volgt het kiezen van een profiel met daarbij verschillende extra vakken. Ook kan de leerling in de bovenbouw kiezen voor het wel of niet volgen van vakinhoudelijke begeleiding. Daarnaast kunnen zeer goed presterende leerlingen op individuele basis kiezen voor een gedeeltelijk ander lesprofiel. Anderen keuzes die gemaakt mogen worden zijn: wel of niet de Cambridge-lessen volgen? Wel of geen Goethe, Delf? Wel of niet deelnemen aan het Studium Generale? Wel of niet deelnemen aan een uitwisselingsprogramma met een buitenlandse school? Wel of niet deelnemen aan de Anglia-examens? Mencia is ervan overtuigd, dat de docent een cruciale rol speelt in de ontwikkeling van de leerling en dat die docent zich daarom blijft ontwikkelen. Hij krijgt daarvoor van de schoolleiding ook de mogelijkheden. Mencia hecht daarbij vooral waarde aan scholing op vakinhoudelijk, pedagogisch-didactisch en it-gebied. De docent is zich ervan bewust dat hij een cognitief en normerend rolmodel is en handelt daarnaar. Hij is bevlogen en inspireert zijn leerlingen. 13
Hiermee samenhangend stellen we de docent vooral in staat om te doen waar hij goed in is, op de manier waarin hij goed is. Schoolbreed garanderen we daarmee een variatie aan didactische werkvormen die de leerlingen waarderen en waarmee zij hun voordeel kunnen doen. De docent doet daarnaast recht aan de verschillende leerstijlen van leerlingen, dat wil zeggen: hij houdt er zoveel als mogelijk is rekening mee, dat niet iedere leerling op dezelfde manier leert. Onze school is een gemeenschap waar iedereen zich veilig voelt. Bij de overgang van groep acht scheppen we voorwaarden voor een zogenaamde zachte landing. Een goed gestructureerd mentorplan zorgt ervoor dat leerlingen leren leren en zelfstandigheid ontwikkelen. De zorg van Mencia de Mendoza staat helder en uitgebreid beschreven in het ondersteuningsprofiel, waarin wordt aangegeven op welke terreinen we begeleiding en zorg bieden. Ook geven we daarin aan hoe we met extra zorg tegemoet komen aan leerlingen voor wie dat wenselijk is. Op dit moment zijn we in het RSV in gesprek over de vraag, hoe we voor alle leerlingen in de regio een dekkend aanbod kunnen maken. Verder spreken we daar met elkaar af welke ondersteuning iedere school minimaal moet bieden. Van belang is ook, dat we grenzen stellen aan de zorg die we willen en kunnen bieden. Mencia de Mendoza wil een zorgzame school zijn, maar zich niet afficheren als zorgschool. Het zorgplan is geen vrijblijvend document: het geeft expliciet aan op welke zorg leerlingen en ouders een beroep kunnen doen, hoe de school aan de zorgvraag tegemoet komt en hoe de betrokken docenten (extra) worden gefaciliteerd. Op andere zorgvragen zal, in overleg met de ouders, getracht worden de weg te vinden naar personen of instanties buiten de school. De school gaat daarbij uit van een gezamenlijke verantwoordelijkheid van ouders en school. Vanzelfsprekend heeft Mencia de Mendoza een pestprotocol. Respect en acceptatie van iedereen zoals hij is, zijn kernwaarden van de school. Discriminatie en extremisme worden niet getolereerd. De school heeft het zgn. roze convenant23 getekend. Het volgende uitgangspunt is dat de school en de maatschappij in open verbinding met elkaar staan. Ook de school is een onderdeel van de Global Village. Binnen het Studium Generale bestaat de mogelijkheid om een introductiecursus Spaans of Italiaans te volgen. In het curriculum is er aandacht voor Europese en internationale oriëntatie. Als op Mencia gewerkt wordt aan burgerschapsvorming, wordt ook gedacht aan de Europese en internationale versie: niet alleen in theorie en passief, maar ook in de praktijk en actief. Deelname aan Tien voor Europa, Model United Nations, het European Youth Parliament, Comenius en Euroscola zijn hier voorbeelden van. Het bestaande plan voor actief burgerschap gaan we actualiseren. Met actief burgerschap bedoelen we: het door leerlingen zelfstandig verantwoordelijkheid nemen voor gemeenschapsbelangen, binnen en/of buiten school, in en/of buiten Nederland. Deelname aan Dance4Life in de afgelopen jaren door de tweedeklassers is hiervan een voorbeeld. Het laatste uitgangspunt is dat de school zich voortdurend rekenschap geeft van gemaakte keuzes. We verantwoorden ons naar ouders en collega’s. Dit gebeurt onder andere op algemene voorlichtingsavonden, op ouderavonden, tijdens specifieke afspraken met ouders en tijdens rapportvergaderingen. Elkaar aanspreken op gemaakte afspraken behoort tot de cultuur van de school: het gebeurt zowel verticaal in de organisatie, als horizontaal tussen
23
Hiermee wordt bedoeld dat de school actief optreedt tegen discriminatie vanwege seksuele geaardheid.
14
collega’s. Natuurlijk moet de school ook als geheel verantwoording afleggen over de wijze waarop zij haar taken verricht. Zie hiervoor het hoofdstuk over kwaliteitszorg. c. Concretisering. Internationalisering De school houdt in dit schoolplan vast aan de eerdere keuze voor een internationaal profiel. Het motto van Mencia de Mendoza luidt: ‘Daar verleg je grenzen’. Ter onderbouwing geldt het volgende. Onze maatschappij verandert snel. De wereld buiten onze landsgrenzen maakt in toenemende mate een vanzelfsprekend deel uit van onze leefwereld. Op Mencia de Mendoza omarmen wij deze trend en we vinden het belangrijk dat onze leerlingen goed worden voorbereid op het leven in een maatschappij waarin wereldwijde contacten heel normaal zijn. Hoe meer je van de wereld om je heen weet en hoe beter je verschillende talen beheerst, hoe makkelijker het is om in die wereld te leven, te studeren en te werken. De leerlingen van nu zullen straks als volwassenen nog meer te maken krijgen met deze globalisering. Een internationaal profiel bereidt leerlingen voor op de wereld van morgen, de wereld waarin zij samen zullen leven, leren en werken. Mencia probeert daarom samen met haar leerlingen grenzen te verleggen. Het internationale profiel op Mencia de Mendoza houdt in, dat leerlingen binnen het curriculum, maar ook daar buiten, kennis opdoen van hoe met name Europa, maar ook de rest van de wereld eruit ziet en wat dat voor hen kan betekenen. Het vormgeven aan het internationale profiel is een continu proces, dat zich op verschillende niveaus van internationalisering afspeelt. Het eerste niveau van internationalisering is het reguliere mavo-, havo- en vwo-onderwijs. In de reguliere lesprogramma’s schenken we steeds meer aandacht aan internationale thema’s en projecten. Dit doen we door middel van opdrachten in de lessen, werkstukken, excursies (bij voorbeeld in de Menciaweek, vroeger Outbreak genoemd) en workshops door buitenlandse gasten over een internationaal onderwerp. We willen voor de onderbouw op korte termijn voldoen aan de ELOS-standaard. Daarnaast kunnen alle leerlingen mee met een culturele reis naar het buitenland. Iedere leerling krijgt bovendien de gelegenheid mee te doen aan een uitwisseling met een school in het buitenland. Ten slotte kunnen alle leerlingen zich extra bekwamen in het Engels (Sandrode: Anglia; Breda: Cambridge). De leerlingen van het Lyceum kunnen bovendien deelnemen aan een examen Frans (Delf-Junior) en Duits (Goethe). De bovenbouwleerlingen in Breda kunnen zich daarnaast oriënteren op Spaans en Italiaans. In de komende jaren willen we nog meer nadruk leggen op ons internationale profiel. Vandaar dat we als eerste richtinggevende uitspraak hebben geformuleerd: internationalisering is herkenbaar aanwezig op iedere afdeling. Dat betekent het volgende. Binnen het curriculum van ieder vak komt internationalisering aan de orde. Docenten binnen verwante vakken werken nauw samen om internationalisering een prominente plaats te geven binnen hun onderwijs. Ook in de onderbouw volgen de leerlingen een programma rond European International Orientation (EIO). Gedurende het onderwijs dat de leerlingen volgen in de onderbouw, werken zij aan het aanleggen van een portfolio dat door de mentor wordt gecontroleerd. Aan het eind van de onderbouw, dus na klas 3, ontvangen de leerlingen een certificaat internationalisering onderbouw (ELOS). Bovendien wordt internationalisering een vast agendapunt op de vergaderingen van de secties en de afdelingsteams. Onderzocht wordt, of het vak EIO in de onderbouw beter tot zijn recht komt, als het als apart vak wordt aangeboden. Dat kan alleen, als daarvoor in de 15
lessentabel ruimte kan worden gemaakt. Mede om alle internationaliseringsactiviteiten optimaal te kunnen uitvoeren, is het noodzakelijk dat er basis it-voorzieningen zijn en dat er WiFi is in alle lokalen en ruimtes waar leerlingen aan internationaliseringsopdrachten werken. Ten slotte vindt er, om de kwaliteit te kunnen bewaken, systematisch evaluatie plaats van alle activiteiten die op het gebied van internationalisering gebeuren. In een periodieke nieuwsbrief worden alle betrokkenen op de hoogte gehouden van de activiteiten. Een aparte rubriek van de website gaat uitsluitend over Internationalisering. Tijdens het schrijven van dit schoolplan wordt de laatste hand gelegd aan een internationaliseringsplan. Het tweede niveau van internationalisering is het TTO dat wordt aangeboden op vwo-niveau. Hierbij geven we in de onderbouw de helft van alle lessen in het Engels. In de bovenbouw betreft dit de vakken met een schoolexamen. Het vak Engels heeft gedurende de hele schoolloopbaan extra lessen op de tabel. De leerlingen krijgen het vak EIO en zij leggen naast een Cambridge-examen een IB-examen af in Engels. Het TTO zal de EIO-leerlijn nog verder ontwikkelen en verbeteren. Voor de TTO-leerlingen zijn diverse uitwisselingen verplicht. In de komende jaren zal voor wat betreft EIO in de onderbouw een verdiepingsslag worden gepleegd. We gaan opnieuw onderzoeken of een TTO-havo wenselijk en mogelijk is. Het derde en laatste niveau van internationalisering is de ISB waarvan het MYP (Middle Years Programme) en DP (Diploma Programme) formeel afdelingen zijn van het Lyceum. In de onderbouw doorlopen leerlingen het MYP en in de bovenbouw het DP. Sinds 1 augustus 2012 staat het DP ook open voor leerlingen die niet voldoen aan de in- of expat-eisen. De internationale school is volop bezig met de ontwikkeling van haar programma. In de komende jaren worden er jaarlijks tussen het Lyceum, Mencia Sandrode en de ISB minstens drie gezamenlijke activiteiten georganiseerd.
16
Hoofdstuk 6. Kerntaken: concentreren 1.
Inleiding
Het profiel van de school en al het extra’s dat de school wil bieden aan activiteiten brengt met zich mee, dat de reguliere lestijd wel eens onder druk komt te staan. Die wetenschap verplicht ons om ons voortdurend af te vragen of we het evenwicht nog wel weten te bewaren. Dit gegeven leidt tot onze tweede richtinggevende uitspraak: Mencia concentreert zich op haar kerntaken en op kwaliteit. De school biedt hedendaags onderwijs in een open verbinding met de omringende samenleving. Mencia de Mendoza daagt leerlingen uit een hoog kennisniveau te bereiken. De school hecht aan goede tot uitstekende schoolprestaties, goede doorstromingscijfers en eindexamenresultaten. Een goed gestructureerd curriculum met herkenbare doorlopende leerlijnen is hierbij belangrijk. In de afdelingen en secties wordt gewerkt aan een heldere samenhang tussen de vakken. Leerlingen zijn in staat om de opgedane kennis toe te passen en beschikken over voldoende studievaardigheden. Om dit te realiseren hanteert Mencia een doorlopende leerlijn ‘leren leren’. Het ontwikkelen van studievaardigheden loopt als een rode draad door alle leerjaren heen. De school biedt meer aan dan alleen de verplichte examenstof. Leren en het verwerven van kennis vinden op formele en informele wijze plaats, zowel binnen als buiten de lessen. Vanuit de identiteit van de school moedigen we leerlingen aan na te denken over zingevingsvragen. Hierbij spelen vooral de vakken levensbeschouwing en filosofie een belangrijke rol. Leerlingen worden uitgedaagd zelf actief hun talenten te ontplooien. Mencia de Mendoza levert leerlingen af die met enthousiasme, bezieling en verwondering in het leven staan. Het zijn zelfstandige en zelfverantwoordelijke mensen die goed kunnen samenwerken en zich weten te presenteren. Juist omdat we zoveel extra’s bieden, vinden we het belangrijk om meer periodes van rust in het schoolleven te brengen. Dat houdt in dat we allerlei eendaagse excursies willen concentreren in hoogstens drie weken. Daarnaast betekent dat ook dat er geen nieuwe schoolactiviteiten worden georganiseerd, tenzij er andere worden afgestoten. 2.
Onderwijs
a. Algemeen We gaan bij het realiseren van de onderwijskundige doelen in de organisatie uit van het wettelijke kader. De algemene karakteristieken van de vernieuwde onderbouw en de uitgangspunten van de vernieuwde Tweede Fase zijn daarom verwerkt in de onderwijskundige koers24. Tevens zijn de aan de missie gerelateerde kernkwaliteiten25 24
De zes verplichte karakteristieken zijn: de leerling leert actief en in toenemende mate zelfstandig, de leerling leert samen met anderen, de leerling leert in samenhang, de leerling oriënteert zich, de leerling leert in een uitdagende, veilige en gezonde leeromgeving, de leerling leert in een doorlopende leerlijn. 25 Deze kernkwaliteiten luiden: resultaatgericht, prettige leeromgeving, persoonlijke aandacht, brede vorming en toekomstgericht.
17
verwerkt. Natuurlijk houdt de school zich ook aan de voorschriften m.b.t. de onderwijstijd. De opdracht van de SKVOB e.o. is werken aan sterke scholen met een eigen profiel. In dat kader heeft het Mencia gekozen voor een internationale oriëntatie. Het kiezen van een internationaal profiel is niet strijdig met het gegeven dat Mencia de Mendoza in de eerste plaats een school is die leerlingen opleidt voor een mavo- , havo- of vwo-diploma. Het kiezen van een internationaal profiel sluit absoluut niet uit dat de school ook bijzondere prestaties wil verrichten op het gebied van bij voorbeeld cultuur of de bètavakken. b. Ict-ontwikkelingen In een snel digitaliserende maatschappij moet onderwijs zich mee ontwikkelen. Mencia de Mendoza ziet in technologische ontwikkelingen en mogelijkheden nieuwe kansen het onderwijs nog beter en efficiënter te maken, op een manier die past bij onze leerlingen. In technische zin kent het Ict-beleid voor de komende vier jaar twee belangrijke speerpunten: optimaliseren van de beschikbare bandbreedte en het concept ‘BYOD’ (bring your own device).Voor veel leerlingen zijn iPad, smartphone, laptop en overal toegang tot internet vanzelfsprekende hulpmiddelen. Leerlingen lopen voor op de school, waar het gaat om het ontdekken en inzetten van nieuwe mogelijkheden en technieken. Zeker in hun onderlinge communicatie, maar ook steeds meer ter ondersteuning van hun studie, maken zij van moderne digitale middelen gebruik. Ook om een andere reden is het voor Mencia de Mendoza belangrijk om gebruik van Icttoepassingen te bevorderen en uit te breiden. De budgetten in het onderwijs worden krapper, maar we willen onze leerlingen onderwijs van hoog niveau blijven bieden. Een dergelijke tegenstelling vraagt om oplossingen die Ict kan bieden en precies daar ligt de uitdaging van de komende jaren. Op welke manier kunnen we deze technologie inzetten ten dienste van goed onderwijs? Belangrijke stappen zijn al gezet. Inmiddels is zowel in Breda als in Zundert de infrastructuur aangelegd voor een compleet dekkend draadloos netwerk. Er is een nieuwe glasvezelkabel de school binnengebracht, die een grotere bandbreedte mogelijk maakt dan tot nu toe beschikbaar was. Naast de glasvezelkabels is een extra verbinding aangeschaft, die veel sneller Internet mogelijk maakt. Die extra snelheid wordt ingezet voor de bestaande draadloze mogelijkheden. Bandbreedte mag in 2017 geen belemmering meer vormen voor het gebruik van digitale mogelijkheden. Daarnaast heeft Mencia de Mendoza ervaring opgedaan met ‘cloud-computing’. Veel van de grotere softwarepakketten die de school gebruikt, zijn niet meer lokaal, op een server van school, geïnstalleerd, maar worden via het Internet benaderd. De school ziet in Cloud Computing de toekomst van Internetgebruik. Dat houdt in, dat ontwikkelingen op dat gebied zorgvuldig worden gevolgd en dat keuzes met betrekking tot aanpassing van de Itcvoorzieningen en het al dan niet vervangen van hardware mede op basis van dat toekomstbeeld worden genomen. Verreweg de meeste leerlingen hebben inmiddels de beschikking over een ‘device’, een laptop, een iPad of een smartphone. Mencia werkt toe naar een situatie, waarin zij dat apparaat ook in de les gebruiken, om hun digitale schoolagenda te beheren, hun eigen opgeslagen schoolwerk te openen, eventueel naar de docent te sturen en weer op te slaan, digitaal gemaakt lesmateriaal te raadplegen. In het strategisch beleidsplan van de SKVOB e.o. (2009-2013) is het doel geformuleerd, dat 18
leerlingen en medewerkers ‘24/7’ toegang kunnen hebben tot het materiaal dat ze voor hun schoolwerk nodig hebben. Ict faciliteert videocommunicatie met leerlingen van partnerscholen in het buitenland en maakt een groot scala aan didactische werkvormen mogelijk. Naast de mogelijkheden, zien we ook de risico’s die het gebruik van moderne media in het onderwijs met zich meebrengt26. Docenten en andere medewerkers bieden we de mogelijkheid om hun de mediawijsheid te vergroten. Voldoende mediawijsheid bij docenten en andere medewerkers is de eerste voorwaarde om de risico’s van moderne media te onderkennen en te neutraliseren. Verder wijzen we docenten actief op nieuwe gebruiksmogelijkheden en toepassingen. Waar nodig geven we instructie en bieden we ondersteuning. Mencia de Mendoza ziet het veranderingsproces dat de digitale revolutie in het onderwijs teweegbrengt met vertrouwen tegemoet en is ervan overtuigd dat door de inzet van nieuwe technische mogelijkheden op een efficiënte manier uitstekend en inspirerend onderwijs verzorgd kan worden. c. Leren Mensen verschillen van elkaar in de manier waarop zij leren, in hun leerstrategieën. In de eerste drie leerjaren laten we leerlingen met verschillende leerstrategieën kennismaken. Ze ontdekken welke leerstrategie het best bij hen past en kunnen deze kennis vertalen in een concrete studie-aanpak. Dit noemen we ‘leren leren’. Leren leren vindt zowel in de mentorals in de vaklessen plaats. Uitgerust met deze kennis komen leerlingen in de bovenbouw. De docenten in de bovenbouw kennen de verschillende leerstrategieën die in de onderbouw zijn besproken. Zij sluiten hierop aan in hun vakinhoudelijke begeleiding en in de begeleiding van de leerlingen bij het verwerven van de studievaardigheden die nodig zijn voor het behalen van het eindexamen. Op deze manier ontstaat een doorlopende leerlijn in leren leren. De afdelingsteams stellen vast op welke manier leerstrategieën in hun afdeling aan de orde worden gesteld en kunnen daarin de juiste accenten voor de afdeling leggen. De afdelingsleiders dragen er zorg voor, dat de afdelingsteams in grote lijnen op de hoogte zijn van elkaars programma’s en dat deze programma’s op elkaar aansluiten. 3.
Mencia Sandrode
Hoewel de tekst van het schoolplan nadrukkelijk gaat over de gehele school, is het toch goed om aan Sandrode apart aandacht te besteden. Voor Sandrode is wat betreft de koers niet alleen internationalisering van belang, maar ook regionalisering. In tegenstelling tot het Lyceum, is Sandrode een school die geworteld is in een relatief kleine gemeenschap met een eigen karakter. Ouders verwachten dat de school ook in open verbinding staat met die regionale gemeenschap. Daar komt bij dat Sandrode te maken heeft met een bijzondere problematiek, namelijk het krimpend aanbod van leerlingen. Dit wordt veroorzaakt door demografische factoren. Het is voor de gemeente Zundert en omgeving van groot belang dat er een levensvatbare school 26
Zie hiervoor de paragraaf over sociale veiligheid in hoofdstuk 7.
19
voor voortgezet onderwijs blijft bestaan. Het is voor het Lyceum van groot belang dat er leerlingen blijven overstappen nadat zij de derde klas havo of vwo hebben afgesloten op Sandrode. Daarnaast is er voor de geslaagde mavoleerlingen een naadloze overstap naar het Lyceum. Met betrekking tot Mencia Sandrode hebben we de derde richtinggevende uitspraak geformuleerd: Mencia Sandrode profileert zich in de regio als aantrekkelijke school. De komst van Passend Onderwijs27 zien we als een uitdaging. Uit ervaringen van de afgelopen jaren is gebleken dat leerlingen uit het speciaal onderwijs met voldoende capaciteiten, het op Sandrode prima doen. Tegelijkertijd willen we leerlingen die daar behoefte aan hebben, meer uitdagen door het aanbieden van verdiepingsopdrachten en projecten. Aan de hand van methode-onafhankelijke toetsing wordt gerichte ondersteuning geboden met als doel onder andere dat alle leerlingen slagen voor de rekentoets. Op die manier kunnen we ook de goede doorstromings- en examenresultaten waarborgen. Om een goede aansluiting op het middelbaar beroepsonderwijs (MBO) te waarborgen, intensiveert Sandrode de bestaande activiteiten. Ook een juiste keuze op het juiste moment is daarvan onderdeel. In het verlengde van deze aansluiting handhaven we het ruime vakkenaanbod, zodat leerlingen de eerste drie jaar van de mavo een brede opleiding krijgen. Door samenwerking met het primair onderwijs (PO) en het MBO proberen we een doorlopende leerlijn PO-VO-MBO te realiseren. Om een antwoord te vinden op de te verwachten daling van het aantal leerlingen onderzoekt Sandrode de mogelijkheden om naast de mavo-klassen, heterogene MHV-klassen aan te bieden. Door het realiseren van een merkenplan wordt de positionering van de school strategisch in kaart gebracht. Zowel in als buiten de les zijn er op gebied van internationalisering tal van activiteiten. Het ELOS-kader is leidend voor deze activiteiten. Leerlingen hebben de mogelijkheid deel te nemen aan uitwisselingen, reizen en kunnen Anglia-certificaten halen. Via het draadloze netwerk kunnen leerlingen optimaal gebruik maken van eigen devices. 4.
ISB
De Internationale School Breda is wat betreft het voortgezet onderwijs formeel een afdeling van het Mencia de Mendoza. Gelet op het gewenste eigen karakter en de eisen die de internationale gemeenschap daaraan stelt, vaart de ISB op onderwijskundig gebied een eigen koers. De ISB mag zich verheugen in een grote belangstelling. Dit heeft geleid tot werkgelegenheid waardoor de kleine krimp van het Lyceum bijna geheel is opgevangen. Dat de aanmeldingen voorspoedig verlopen en de prognoses goed zijn, is bijzonder, gelet op het ongunstige economisch tij. De school heeft zich in korte termijn een vaste plek 27
Met Passend Onderwijs wordt bedoeld, dat zoveel mogelijk leerlingen via een reguliere school een diploma halen. Het zgn. Speciaal Onderwijs zal in omvang afnemen. Een deel van de middelen die nu nog naar het Speciaal Onderwijs gaan, worden via het RSV toegevoegd aan de budgetten van de reguliere scholen.
20
veroverd in het Bredase palet van onderwijsvoorzieningen en kinderopvang. Bovendien is het recht verworven om in de bovenbouw van de school het DP aan te bieden, wat de school nog aantrekkelijker maakt. Daarnaast zijn er in korte tijd goede relaties opgebouwd met het (internationale) bedrijfsleven en de plaatselijke en provinciale politiek. In mei 2013 is de levensvatbaarheid van de ISB definitief bevestigd: het zogenaamde ‘gomoment’. Er worden nu plannen ontwikkeld voor nieuwbouw, een en ander in overeenstemming met afspraken die daarover zijn gemaakt met provincie, gemeente en buurtbewoners. Het bestuur van de ISB heeft daartoe een eerste notitie gemaakt m.b.t. diverse aspecten van nieuwbouw28. De kern hiervan is dat de ISB en het Lyceum, met behoud van het eigen karakter, zoveel mogelijk gebruik willen maken van elkaars voorzieningen. Op het gebied van activiteiten voor leerlingen gaat de ISB zoals eerder opgemerkt in de komende jaren meer samenwerking zoeken met het Lyceum en met Mencia Sandrode.
28
Zie: De internationale campus (2013)
21
Hoofdstuk 7. Kwaliteit: consolideren 1.
Kwaliteitszorg en kwaliteitsinstrumenten
a. Inleiding Veel meer dan in het verleden wordt aan scholen gevraagd verantwoording af te leggen over de besteding van de middelen, het gevoerde schoolbeleid en de resultaten van de inspanningen. De inspanningen die overheid en maatschappij van de scholen vraagt worden ook groter: er moet steeds meer voor steeds minder geld met steeds meer verantwoording en controle. De Wet op het Onderwijstoezicht en de Wet op het Voortgezet Onderwijs vragen van Mencia de Mendoza de kwaliteit van het onderwijs systematisch te bewaken en maatregelen te nemen om de kwaliteit te behouden en zo nodig te verbeteren29. Onder kwaliteit verstaan we dan de mate waarin de school voldoet aan de eisen die de overheid stelt en aan verwachtingen die zij gewekt heeft bij leerlingen, ouders en bij de eigen personeelsleden. Het gaat daarbij vooral om de kwaliteit van het onderwijsleerproces en de zorg en begeleiding. Omdat de kwaliteit wordt geleverd door de medewerkers van de school is er een rechtstreekse koppeling tussen kwaliteit en personeelsbeleid. De basis van de kwaliteitszorg is het systeem dat wordt gehanteerd op SKVOB e.o.niveau30, met als bijzonder onderdeel de wederzijdse visitatie door rectoren. Op schoolniveau worden de onderdelen uit de jaarlijkse activiteitenplannen, inclusief de kwaliteitseisen die ontleend zijn aan de systematiek van de inspectie, opgenomen in een zgn. PDCA-cyclus31. Zo’n cyclus zorgt ervoor dat plannen niet alleen gemaakt en uitgevoerd worden, maar ook dat er een evaluatie en borging plaatsvindt. Indien nodig komt er een vervolg op de eerste plannen. Daarbij is zowel de horizontale (aan bij voorbeeld ouders en toeleverende basisscholen), als de verticale verantwoording (bij voorbeeld aan de onderwijsinspectie) van groot belang. b. Instrumenten en uitvoering Mede gelet op het toezichtkader van de onderwijsinspectie toetsen wij, indien van toepassing, de kwaliteit van het onderwijsleerproces, het schoolexamen, het schoolklimaat, de leerlingenzorg en de begeleiding, de onderwijsopbrengsten en het beheer en de inzet van de middelen. Om dit goed te kunnen doen, werken we plannen en doelstellingen zoveel mogelijk uit volgens het zogenaamde SMART-principe32. De school gebruikt een scala aan instrumenten om te onderzoeken wat we bereikt hebben en wat niet. De belangrijkste instrumenten zijn de resultaten van de gesprekscyclus, de
29
In de WVO (Wet op het Voortgezet Onderwijs is over kwaliteit o.a. het volgende te lezen: ”Het schoolplan bevat een beschrijving van het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs dat binnen de school wordt gevoerd, en omvat in elk geval het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid en het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs”. 30 Zie: Kwaliteitszorgcyclus SKVOB e.o. 31 PDCA is de afkorting voor Plan, Do, Check, Act. 32 SMART is de afkorting van specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden.
22
tevredenheidsenquêtes onder leerlingen en ouders33, de evaluatie van het schoolplan en de evaluatie van de daarvan afgeleide jaarlijkse activiteitenplannen, de evaluaties van de plannen van afdelingen, secties en werkgroepen, de gesprekken met de Ouderraad en de Leerlingenraad, de IDU34- en examengegevens, de kwaliteitskaart35, de resultaten van inspectiebezoeken, de resultaten van de collegiale visitatie door rectoren, de gesprekken met de nieuwe collega’s en de gesprekken met collega’s die de school verlaten. Leerlingen worden na hun eindexamen systematisch gevolgd. De gegevens die dat oplevert, spelen een rol in het kwaliteitsbeleid van de school. De nadruk bij de kwaliteitszorg ligt in de komende jaren op de harde gegevens van de onderwijsinspectie: doorstroming, slaag/zakcijfers en gemiddelde cijfers schoolexamen versus gemiddelde cijfers centrale examens. Daarnaast willen we expliciet aandacht gaan besteden aan de kwaliteitsborging van toetsen en de ontwikkeling en borging van de toetsbekwaamheid van de docenten. 2.
Personeelszorg, personeelsinstrumenten, organisatie
a. Inleiding De school is een arbeidsorganisatie, waarin mensen hun werk vinden en hun beroep uitoefenen. Sinds schooljaar 2004-2005 heeft Mencia de Mendoza zich georganiseerd in afdelingsteams en secties. Uitgangspunt is een formele structuur op hoofdlijnen, waarbinnen voldoende ruimte en herkenning is voor de medewerkers om onze doelen op het gebied van onderwijs, begeleiding, zorg en personeelsbeleid zoals verwoord in dit schoolplan, te kunnen realiseren. Uitgangspunt bij de inrichting van het personeelsbeleid is dat de medewerker centraal staat binnen de kaders en mogelijkheden die wij als organisatie hebben. We zoeken naar een optimale match tussen de medewerker als persoon, met de eigen kwaliteiten, wensen en motieven enerzijds, en de school met haar uitgangspunten en doelstellingen anderzijds. De verbinding van de persoonlijke visie en de schoolvisie met daarbinnen de visie van de afdeling en de sectie is van groot belang. De verwachting is dat medewerkers zich prettig en op hun plek voelen in de school, als zij vanuit dit kader hun werk doen. Elke medewerker voelt zich gekend en gewaardeerd. De schoolleiding heeft hierin een nadrukkelijke taak: onze medewerkers hebben recht op goede leiding. Dat betekent in dit verband de zorg voor een veilige werkomgeving, voor collega’s en voor een goede gang van zaken. Mencia moet nog meer een cultuur krijgen waarin we elkaar aanspreken op de dingen die we doen. Daarmee komen we aan bij de vierde richtinggevende uitspraak: Medewerkers werken vanuit een collectieve ambitie en individuele verantwoordelijkheid binnen een helder omschreven professionele ruimte.
33
Sinds het voorjaar van 2009 zijn drie uitgebreide tevredenheidsenquêtes onder ouders en leerlingen afgenomen, zowel in Zundert als in Breda. 34 IDU is de afkorting van instroom, doorstroom en uitstroom. Aan de hand van percentages, bv. van doubleurs 3 havo, overstappers 3 vwo naar 4 havo, leerlingen die de school verlaten, spreekt de onderwijsinspectie een oordeel uit over de kwaliteit van een school. De uitspraken van de onderwijsinspectie zijn openbaar en dus voor iedereen toegankelijk. 35 De kwaliteitskaart is een middel van de onderwijsinspectie om de kwaliteit van een school te beoordelen. De kwaliteitskaarten van alle scholen zijn openbaar.
23
In de huidige discussie over de positie van de leraar speelt het begrip 'professionele ruimte' een belangrijke rol. Dat begrip kent nog geen eenduidige definitie. ‘Professionele ruimte’ impliceert zeggenschap over het eigen werk binnen heldere kaders. Het veronderstelt erkenning van de professionaliteit van werknemers en schept tegelijkertijd de verplichting die ruimte optimaal te benutten en over de eigen werkzaamheden verantwoording af te leggen. De achterliggende gedachte is, dat medewerkers die een grotere zeggenschap ervaren over hun werkzaamheden meer plezier hebben in hun werk en bovendien minder werkdruk ervaren. In de professionele cultuur die Mencia voorstaat, zijn de professionals die met elkaar de school maken voortdurend met elkaar in dialoog over de manier waarop zij hun verantwoordelijkheden (willen) vervullen en willen inspelen op factoren die het onderwijs en de school beïnvloeden, zoals onderwijsontwikkelingen, professionalisering en veranderingen in de maatschappelijke omgeving. De schoolleiding faciliteert deze dialoog, niet alleen in ruimte en tijd, maar ook door de professionele cultuur 'voor te leven': aanspreekbaar zijn en aanspreken op gemaakte afspraken, vertrouwen schenken en vertrouwen eisen, systematisch verantwoording vragen van de individuele medewerker over diens rol, onder andere in de gesprekken van de gesprekscyclus. De schoolleiding gaat ook werk maken van collegiale visitatie en intervisie, vanuit de gedachte dat professionals veel van elkaar kunnen leren. Daarnaast neemt de schoolleiding het initiatief bij het formuleren van de collectieve ambitie: een (onderwijs)missie waarmee de medewerkers van de school zich kunnen identificeren. Zij is steeds in staat en bereid uit te leggen waarom we op Mencia doen wat we doen. De kaders waarbinnen de professionele ruimte vorm moet krijgen, zijn de volgende. Allereerst kunnen de competenties, die voor elke categorie medewerkers zijn vastgesteld, worden opgevat als kader voor de professionele ruimte waarbinnen de medewerker werkt. De professionele medewerker weet zich daarnaast gebonden aan de regels die de beroepsgroep zichzelf heeft opgelegd. Voor leraren is die beroepsgroep in ontwikkeling. De wet op de beroepen in het onderwijs (BIO) schrijft de zeven beroepscompetenties voor docenten voor. Verder is de onderwijsprofessional natuurlijk gebonden aan gemaakte schoolkeuzes. De schoolleiding speelt een belangrijke rol als het gaat om visie en schoolprofiel; wel zijn medewerkers bij het vaststellen daarvan nauw betrokken. Verder weten medewerkers zich lid van een (afdelings)team (vakgroep, sectie, werkgroep), waarin de te varen koers wordt vastgesteld en verantwoord en een kader vormt voor het handelen van de individuele medewerker. b. Personeelsinstrumenten Verreweg het belangrijkste instrument is de gesprekscyclus, waarin het functioneren en het welbevinden van de medewerker centraal staan. In deze driejarige cyclus heeft iedere werknemer het eerste en het tweede jaar een functioneringsgesprek en in het laatste jaar een beoordelingsgesprek. In de functioneringsgesprekken met docenten speelt een evaluatie door leerlingen een belangrijke rol. Het functioneringsgesprek leidt tot het opstellen van een persoonlijk jaarplan (PJP). In dit PJP worden afspraken opgenomen over lesgevende en begeleidende taken, specifieke taken, competenties, scholing, werkomstandigheden en werksfeer. Het PJP, eventuele verdere gespreksverslagen, LED24
uitslagen36, verslagen van lesobservaties etc. worden opgenomen in het persoonlijke, digitale bekwaamheidsdossier. Naast de gesprekscyclus, die individueel is, bestaat er ook een regelmatig overleg directiepersoneelsraad en overleg schoolleiding-sectievoorzitters. In 2013 is daar een vast overleg directie-OOP bijgekomen. Los daarvan vindt er ook formeel overleg plaats, tussen directie en het personeelsgedeelte van de deelraad en tussen directie en totale deelraad. De school wil in de komende jaren de deelname aan de Academie van de SKVOB e.o. intensiveren, mede omdat de organisatie van interne scholing financiële voordelen biedt en die scholing precies op maat kan worden gemaakt. De uitgangpunten van de school komen nadrukkelijker aan bod bij werving- en selectieprocedures, waarbij de kandidaten aantoonbaar een bewuste keuze moeten hebben gemaakt voor een school met een internationaal profiel. c. Organisatie De afdelingsteams zijn verantwoordelijk voor de onderwijskundige ontwikkeling en de ontwikkeling van de begeleiding en zorg van de afdeling c.q. leerjaren, de zogenaamde horizontale structuur. De afdelingsteams zijn ingedeeld naar afdelingen of leerjaren. Binnen het afdelingsteam groot heeft het afdelingsteam klein, bestaande uit een aantal leden van het totale afdelingsteam, een signalerende, coördinerende, voorbereidende en informerende rol ten behoeve van de afdelingsteams groot. De afdelingsteams worden aangestuurd door de afdelingsleiders, die lid zijn van de schoolleiding. De afdelingsleider voert met de leden van zijn afdelingsteam de gesprekken in de gesprekscyclus. Daarnaast zijn er de secties met onder andere de verantwoordelijkheid voor de vakprogramma’s in een doorlopende leerlijn van brugklas t/m eindexamenjaar (de zogenaamde verticale structuur). De huidige organisatiestructuur zal worden geëvalueerd. De sectie wordt geleid door de sectievoorzitter.37 De OOP‘ers ondersteunen het onderwijsproces in brede zin. In samenhang met de bouwplannen die ook mogelijk moeten maken dat er meer variatie kan komen in groepsgroottes en werkvormen, gaan we onderzoeken of het wenselijk is om naast leseenheden van 50 minuten, ook leseenheden van 25 en 75 minuten te hebben. Duidelijk is dat dit in ieder geval betekent dat er meer onderwijsruimtes moeten komen. Omdat we ook willen bekijken of we meer kunnen variëren met groepsgroottes, zullen we ook meer variatie moeten hebben in de omvang van de leslokalen en de andere onderwijsruimtes. 3. Sociale veiligheid Een hoge kwaliteit bereiken in het uitvoeren van deze kerntaken kan alleen in een veilige leeromgeving. Daarom hebben we als vijfde richtinggevende uitspraak geformuleerd:
36
LED is de afkorting van Leerlingen Evalueren Docenten. Het bestuur van de SKVOB e.o. heeft besloten dat op al zijn scholen via een gestandaardiseerde vragenlijst leerlingen de gelegenheid krijgen om het functioneren van docenten te evalueren. 37 De taken van de sectievoorzitter zijn vastgelegd in Taakomschrijving sectievoorzitter Mencia de Mendoza, september 2007.
25
Mencia biedt een leef- en leerklimaat waarin de leerling zich veilig voelt en zich optimaal op zijn niveau kan ontwikkelen. De basis voor een veilig leer- en werkklimaat wordt gelegd in het sociale klimaat van de school. Respect voor en acceptatie van iedereen zoals hij is zijn, zoals eerder vermeld, kernwaarden van de school en daardoor de pijlers voor het sociale klimaat. In de mentorlessen in de onderbouw zijn dit belangrijke thema’s en gedurende hun hele schoolloopbaan worden leerlingen uitgedaagd om hun sociale vaardigheden te ontplooien en te verdiepen. Een leerling kan optimaal presteren als hij zich ervan bewust is hoe hij leert en welke leermethodiek het beste bij hem past. Om hem te helpen bij deze bewustwording biedt Mencia handvatten door verschillende studievaardigheden aan te bieden. Voor de leerling die moeite heeft met bepaalde onderdelen van zijn studie, wordt in ruime mate ondersteuning geboden. Leerlingen kunnen voor een aantal vakken extra vakinhoudelijke ondersteuning krijgen; in de onderbouw kan de school dit verplichten, in de bovenbouw kan de leerling daarvoor kiezen. De leerling die nog ruimte over heeft, krijgt extra uitdaging aangeboden. Leerlingen die meedoen aan het hoogbegaafdheidsproject kunnen toestemming krijgen om voor een aantal lessen een andere invulling te zoeken. Excelleren op Mencia mag en kan. In het bewaken van een veilig leer- en werkklimaat spelen in de eerste lijn de vakdocenten en de mentoren een essentiële rol. Zij hebben een belangrijke signaalfunctie waarbij het belangrijk is dat zij vertrouwen geven aan de leerlingen. Naast het signaleren bieden de vakdocenten en mentoren ook de kaders waarbinnen de leerlingen zich veilig kunnen voelen op zowel cognitief als sociaal-emotioneel gebied. Daarin worden de vakdocenten en mentoren ondersteund door de afdelingsleider, zorgcoördinator, counselor en zorgadviesteam. Binnen de veilige kaders van een gezond en positief leef- en werkklimaat worden de leerlingen door de docenten uitgedaagd om hun grenzen te verleggen en hun blikveld te verruimen en zich zo niet alleen op cognitief gebied maar ook als sociaal wezen te blijven ontwikkelen. Veiligheid heeft ook te maken met snel op de juiste afdeling zitten. Hiervoor heeft Mencia een goede determinatieprocedure: eenduidige overgangsnormen en een duidelijke adviseringsprocedure, met een heldere onderbouwing. Mencia maakt daarbij gebruik van methode-onafhankelijke toetsen. Dit systeem is een wezenlijke aanvulling op de schoolresultaten en de beoordeling van docenten. De school wil de determinatie in de onderbouw verbeteren, mede gelet op de verzwaarde exameneisen en de relatief grote afstroom van vwo naar havo. Het is belangrijk om goede afspraken te maken over de wijze waarop school met ouders en leerlingen communiceert. Magister speelt in die communicatie een grote rol. Het gebruik van de Sociale Media neemt snel toe. Maar de Sociale Media kennen ook schaduwkanten. De mogelijkheid om ermee te pesten is er een van. Mencia zal daar constant op moeten inspelen. De ontwikkelingen in de Sociale Media gaan zo snel dat het Social Mediaprotocol dat Mencia hanteert jaarlijks geëvalueerd en eventueel bijgesteld zal worden. Voor de brugklassen is een lessenreeks over mediawijsheid ontwikkeld. 26
Veiligheid op school heeft vaak ook te maken met duidelijkheid. Mencia heeft krachtige, kernachtige leefregels die duidelijk zijn en goed te handhaven. Ten slotte is veiligheid ook rust in het gebouw, voldoende plekken voor leerlingen om te studeren en om zich te ontspannen.
27
Nawoord. In november 2013 stemde de DR van Mencia in met het Schoolplan Koers, kerntaken en kwaliteit, dat voor de komende jaren de leidraad zal zijn voor de ontwikkeling van het onderwijs (in brede zin) van Mencia de Mendoza. Zoals bijlage 2 toont, heeft de totstandkoming van het plan vele maanden in beslag genomen. Voor een deel heeft dat te maken met de rectorswisseling op Mencia, maar belangrijker is, dat het een zorgvuldig proces is geweest. Veel betrokkenen hebben over het plan meegedacht en hebben tijdens de samenstelling ervan hun visie gegeven en commentaar geleverd op (deel-)concepten. Dank daarvoor! De ambities die in het Schoolplan zijn neergeschreven, worden vertaald in jaarlijkse activiteitenplannen. Een van de voornemens die in dit Schoolplan zijn opgenomen, is het formuleren van een ‘collectieve ambitie’. Het is van belang een gezamenlijk doel voor ogen te hebben: een gedeelde visie, aan de realisatie waarvan elke medewerker zijn of haar eigen steentje graag bijdraagt. Ik hoop van harte en vertrouw erop, dat dit Schoolplan daarvoor een prima basis is. Jan Hadders, rector
28
Bijlage 1.
Financiële onderbouwing prestatieboxgelden.
N.B. Deze onderbouwing is gebaseerd op het leerlingenaantal per 01-10-2012 en de bedragen die de overheid verstrekte voor dat betreffende jaar. In de regeling prestatiebox is voorzien dat de bedragen in de latere jaren toenemen. Budget (gebaseerd op aantal leerlingen en aantal bovenbouwleerlingen): Af: kwaliteitsgelden Besteedbaar:
€ 225.000, -. € 90.000, -. € 135.000,-.
Het bedrag van € 135.000,- kent een globale onderbouwing door OCW. Die zou er voor Mencia, als we ons zouden houden aan de richtlijnen van OCW, afgerond als volgt uitzien: Professionalisering docenten (13,6%) Professionalisering schoolleiding (9,1%) Opbrengstgericht werken (18,1%) Beter presteren – ambitieuze leercultuur (47,2%) Bèta en techniek (4,5%) Excellentie-hoogbegaafdheid (7,5%)
€ € € € € €
18.000,-. 12.000,-. 24.000,-. 65.000,-. 6.000,-. 10.000,-.
We houden ons echter niet aan de richtlijnen van OCW en besteden de middelen is als volgt: Professionalisering docenten (SKVOB-Academie): € 5.000,-. Professionalisering schoolleiding € 8.000,-. Opbrengstgericht werken, ambitieuze leercultuur € 17.500,-. Bèta en techniek € 12.000,-. Excellentie-hoogbegaafdheid € 19.000,-. Bij de SKVOB-Academie (het interne scholingsinstituut van SKVOB e.o.) besteden we gelden aan de overhead, de honorering van de directeur en de vergoedingen voor de docenten (samen € 5000,-). De professionalisering van de schoolleiding bestaat uit twee delen: jaarlijkse collectieve scholing (€ 2000,-) en studiebeurs SG Breda (€ 6000,-). De gelden t.b.v. het opbrengstgericht werken en de ambitieuze leercultuur gaan naar het CITOvolgsysteem (€ 10.000,-.), de rekenlessen (€ 5000-,) en de coördinatie van het rekenbeleid (€ 2500-,). Bij de bètavakken zijn er middelen voor vakondersteuning wiskunde, natuurkunde, scheikunde en biologie (€ 10.000,-), daarnaast voor het organiseren van Olympiades (€ 2000,-) De middelen voor excellentie-hoogbegaafdheid worden aangewend voor Spaans en Italiaans (€ 5000,-), het hoogbegaafdheidsproject (€ 2000,-) en de extra lessen i.v.m. de leerlingen met een extra vak. (€ 12.000,-). De resterende middelen gebruiken we om de grootste negatieve effecten van de bezuinigingen op te vangen). Het gaat om een bedrag van € 73.500,-.
29
Bijlage 2. Ontstaansgeschiedenis van het schoolplan
23-08-12:
gesprek met PDR over rol PDR bij totstandkoming en koers van het nieuwe schoolplan
25-09-12:
overleg met Ouderraad over aandachtspunten (door Dat), zullen terug rapporteren
11-10-12:
evaluatie schoolplan 09-13 door schoolleiding aan de hand van notitie Olg
26-10-12:
vaststelling van de evaluatie door de schoolleiding
30-10-12:
overleg van directie met Leerlingenraad over uitgangspunten; zullen terug rapporteren
06-11-12:
overleg van SL met sectievoorzitters; zullen terug rapporteren
22-11-12:
bespreking evaluatie 2009-2013 en tijdpad met DR
07-12-12:
terugrapportage van de Ouderraad
08-01-13:
overleg van directie met PR; zal terugrapporteren
04-02-13:
vaststelling richtinggevende uitspraken door schoolleiding
19-02-13:
ontvangst rapportage Leerlingenraad
25-02-13:
ontvangst rapportage sectievoorzitters
08-03-13:
ontvangst rapportage PR
16-05-13:
vaststelling voorlopig concept door schoolleiding
22-05-13:
aanbieden aan PDR, Ouderraad, Leerlingenraad en sectievoorzitters ter becommentariëring
sept. ‘13:
voorhangprocedure
03-10-13:
voorstel definitief concept bespreken in vergadering schoolleiding
08-10-13:
vaststellen definitief concept in directievergadering
19-11-13:
DR Mencia de Mendoza stemt in met het Schoolplan
dec. ‘13:
Schoolplan wordt aangeboden aan het CvB/ de BR
januari ’14:
Bestuursraad SKVOB e.o. stemt in met het Schoolplan
30