LEERLINGENSTATUUT
VAN
Mencia de Mendoza
Breda, september 2014.
LEERLINGENSTATUUT VAN MENCIA DE MENDOZA Zoals vastgesteld per 1 augustus 1997 Herzien in juni 2004 Herzien in juni 2012 Opnieuw vastgesteld door de DR op: 19-06-2014 Tekstuele aanpassing september 2014 A. ALGEMENE BEPALINGEN Uit de: Wet op het voortgezet onderwijs Artikel 24g 1
Het bevoegd gezag van een school legt elke twee jaar in een reglement, leerlingenstatuut genaamd, de rechten en plichten van de leerlingen vast.
2
In het leerlingenstatuut worden in elk geval voorschriften opgenomen, strekkende tot handhaving van de goede gang van zaken binnen de instelling en, de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de bescherming van gegevens uit de persoonlijke levenssfeer.
3
Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat een exemplaar van het leerlingenstatuut in het gebouw van de instelling ter inzage wordt gelegd op een voor de leerlingen toegankelijke plaats.
Betekenis 1.1. Een leerlingenstatuut is een overzicht van de rechten en plichten van een leerling. 1.2. Het leerlingenstatuut verduidelijkt en verbetert de rechtspositie van leerlingen. Het leerlingenstatuut heeft tot doel problemen te voorkomen, problemen op te lossen en willekeur uit te sluiten. Begrippen 2.1
In dit statuut wordt verstaan onder: school
Mencia de Mendoza
locatie:
Mencia de Mendoza Lyceum (Breda) en Mencia Sandrode (Zundert)
leerlingen
alle leerlingen ingeschreven bij Mencia de Mendoza
ouders*
ouders, voogden en verzorgers van de leerlingen
__________________
Leerlingenstatuut Mencia de Mendoza
2
* op meerderjarige leerlingen die te kennen hebben gegeven conform wettelijk recht hun eigen belangen te willen behartigen, rusten de rechten en plichten van de ouders, hoewel zij deze categorie niet kunnen vertegenwoordigen
personeel: a. docenten b. onderwijs ondersteunend personeel c. schoolleiding
personeelsleden met een lestaak personeelsleden met een andere taak dan lesgeven directieleden en afdelingsleiders
bevoegd gezag
het bevoegd gezag wordt gevormd door het bestuur van de Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Breda en omgeving (SKVOB e.o.). Bevoegdheden kunnen overgedragen zijn aan de schoolleiding.
leerlingenraad
een leerlingenraad zoals bedoeld in artikel 26 van de Wet Medezeggenschap Onderwijs 1992**
medezeggenschapsraad /deelraad
een medezeggenschapsraad/deelraad zoals bedoeld in de Wet Medezeggenschap op Scholen 2011
subgeledingen
respectievelijk leerlingen, docenten, onderwijsondersteunend personeel en ouders, vertegenwoordigd in de medezeggenschapsraad/deelraad
klassendocent (mentor)
docent die belast is met de speciale zorg voor een bepaalde klas
klassenoudste
leerling die naar buiten toe de belangen van zijn klas behartigt
geschillencommissie
orgaan zoals bedoeld in onderdeel D van dit statuut
inspectie
de inspecteur, die belast is met het toezicht op het voortgezet onderwijs
_______________
**Art. 26.1: ‘Het Bevoegd Gezag stelt het personeel, de ouders en de leerlingen in de gelegenheid om desgewenst onderscheidenlijk een personeelsraad dan wel afzonderlijke raden voor het onderwijzend en onderwijs ondersteunend personeel, een ouderraad en een leerlingenraad in te stellen. Een dergelijke raad is bevoegd desgevraagd of eigener beweging advies uit te brengen aan de medezeggenschapsraad met name over die aangelegenheden, die de desbetreffende geleding in het bijzonder aangaan.’ Deze wet is niet meer van kracht. In de nieuwe Wet Medezeggenschap op Scholen komt een leerlingenraad niet meer voor. Mencia de Mendoza heeft ervoor gekozen leerlingenparlement en leerlingenraad te laten bestaan, als belangrijk orgaan voor leerlingeninspraak.
Leerlingenstatuut Mencia de Mendoza
3
Leerlingenstatuut Mencia de Mendoza
4
Openbaarmaking 3.1 Het bevoegd gezag draagt er zorg voor, dat het leerlingenstatuut op school ter inzage wordt gelegd op een voor de leerlingen toegankelijke plaats. Bovendien wordt het leerlingenstatuut op de website van de school gepubliceerd. 3.2 Het bestaan van het leerlingenstatuut en de plaats waar dit ter inzage ligt, worden vermeld in de jaarlijks verschijnende schoolgids. Tevens dienen de belangrijkste regels in deze schoolgids gepubliceerd te worden. Geldigheidsduur 4.1 Het leerlingenstatuut wordt voor een periode van twee schooljaren vastgesteld door het bevoegd gezag. Daarna wordt het opnieuw besproken in alle geledingen en weer -al dan niet gewijzigd of aangevuld- voor een periode van twee schooljaren vastgesteld. Indien geen bespreking plaatsvindt, wordt het leerlingenstatuut geacht opnieuw voor twee schooljaren te zijn vastgesteld, maar het dient dan wel opnieuw goedgekeurd te worden door de medezeggenschapsraad/deelraad en voorgelegd te zijn aan de leerlingenraad. 4.2 Het leerlingenstatuut kan tussentijds gewijzigd worden op voorstel van de medezeggenschapsraad/deelraad. Het bevoegd gezag besluit echter niet tot wijziging dan nadat er eerst advies aan de leerlingenraad is gevraagd. Toepassing 5.1 Het leerlingenstatuut is bindend voor: -de leerlingen; -het personeel; -het bevoegd gezag; en -de ouders. Dit geldt behoudens wettelijk vastgelegde bevoegdheden en reglementen.
B. BEPALINGEN TEN AANZIEN VAN HET ONDERWIJS Uitgangspunt Leerlingen en personeel behoren elkaar met respect tegemoet te treden. Grof taalgebruik en beledigende of discriminerende opmerkingen passen daar niet bij. Het geven van onderwijs 6.1 De leerlingen hebben er recht op dat de docenten zich inspannen om behoorlijk onderwijs te geven. Daarbij kan men denken aan zaken zoals: - een redelijke verdeling van de stof over de lessen; - een goede presentatie en duidelijke uitleg van de stof; - gebruikmaking van geschikt lesmateriaal; en - het aansluiten van het huiswerk bij de behandelde stof. Leerlingenstatuut Mencia de Mendoza
5
6.2 Als een docent naar het oordeel van een leerling of een groep leerlingen niet behoorlijk onderwijs geeft, kan door de leerling(en) de procedure als beschreven in de artikelen 31 en 32 gevolgd worden. Het volgen van onderwijs 7.1 De leerlingen zijn verplicht zich in te spannen om een goed onderwijsproces mogelijk te maken. Hierbij valt te denken aan: het aandachtig volgen van de les; het zorgvuldig noteren, maken en leren van huiswerk; het tijdig verzorgen van werkstukken en andere opdrachten. 7.2 Een leerling die een goede voortgang van de lessen verstoort of verhindert, kan door de docent verplicht worden de les te verlaten. Verdere consequenties hierop worden per locatie vastgelegd in het ordereglement en de leefregels. Toetsing Geheel artikel 8 heeft geen betrekking op toetsen die deel uitmaken van het Schoolexamen (SE) of het Centraal Examen (CE). Voor die toetsen geldt het examenreglement. 8.1 Toetsing van de stof kan geschieden door middel van de volgende toetsen: a. overhoringen, schriftelijk dan wel mondeling over de lesstof van meer dan 2 direct voorafgaande lessen; b. proefwerken; c. werkstukken/spreekbeurten/practica; d. huiswerkoverhoring (zie 8.2) 8.2 Een huiswerkoverhoring betreft de leerstof van één of enkele direct voorafgaande lessen en kan zonder vooraankondiging gehouden worden. Indien over deze stof huiswerkopgaven zijn gemaakt, dienen deze nagekeken te zijn en dient er de mogelijkheid geweest te zijn hierover vragen te stellen. 8.3. Een proefwerk wordt, evenals de proefwerkstof, tenminste vijf schooldagen van tevoren opgegeven en gaat over een afgeronde hoeveelheid stof. De proefwerkstof zelf dient tenminste 3 schooldagen en tenminste in de voorlaatste les voor het proefwerk te zijn afgerond. Een opgegeven proefwerk of overhoring (m.u.v. een huiswerkoverhoring) moet genoteerd staan in Magister of in een studiewijzer. Indien de datum van de toets verandert, moet dit tenminste 2 schooldagen voor de oorspronkelijke datum van de toets worden gemeld. 8.4 Een leerling krijgt maximaal 4 proefwerken per schoolweek en maximaal 3 toetsen per dag, waarvan maximaal 2 proefwerken. Voor de brugklassen geldt een maximum van drie proefwerken per week en een per dag. Leerlingen met een extra vak kunnen maximaal 5 proefwerken per week krijgen. Deze maxima gelden niet voor toetsweken. Een toets zoals in dit lid bedoeld wordt, is een proefwerk of overhoring die de lesstof van meer dan 2 direct voorafgaande lessen omvat en wordt beoordeeld met een cijfer. 8.5 Er dient een redelijke verhouding te bestaan tussen de leerstof en de inhoud van de toets. Leerlingenstatuut Mencia de Mendoza
6
8.6 Bij het opgeven van een toets informeert de docent de leerlingen zodanig over de te toetsen stof en de aard van de toets, dat de leerling zich optimaal kan voorbereiden. 8.7 Een proefwerk duurt - behalve wanneer van tevoren uitdrukkelijk anders vermeld is - een heel lesuur. Is er voor een proefwerk buiten de schuld van de leerlingen minder tijd dan een lesuur beschikbaar, dan wordt hiermee naar evenredigheid bij de beoordeling rekening gehouden, of wordt er, zo mogelijk, nog aan het begin van de toetsing meegedeeld welk onderdeel/welke onderdelen kan/kunnen vervallen. 8.8 Een leraar beoordeelt een afgenomen toets en geeft deze terug binnen tien schooldagen nadat deze is afgenomen, tenzij er zich bijzondere omstandigheden voordoen. Bijzondere omstandigheden worden eerst door de docent en de klas besproken. Komen docent en klas niet tot overeenstemming, dan beslist de schoolleiding. Als over dezelfde stof nog inhaalwerk volgt, kan de docent volstaan met het meedelen van de cijfers; bespreking en teruggave volgen dan wanneer ook het inhaalwerk is gemaakt. 8.9 De leerlingen hebben recht op teruggave en nabespreking van gemaakt werk. De docent heeft het recht het opgavenblad weer in te nemen. 8.10Een toets die over stof gaat waar reeds eerder een toetsing over afgenomen is, kan slechts plaatsvinden nadat die vorige toets is besproken en beoordeeld. 8.11De docent deelt de beoordelingsnormen van een toets mee en licht deze zonodig toe. Binnen de vaksectie worden voor vergelijkbare toetsen in parallelklassen(/-clusters) dezelfde normen gehanteerd. 8.12Indien een leerling het niet eens is met de beoordeling van een toets, dan tekent hij eerst bezwaar aan bij de docent. Levert dit geen bevredigend resultaat op, dan geldt de procedure zoals beschreven in de artikelen 31 en 32. 8.13De leerling die niet heeft deelgenomen aan een toets, neemt hierover zo spoedig mogelijk contact op met de docent. De leerling, die om een voor de schoolleiding aanvaardbare reden niet heeft deelgenomen aan een toets, heeft het recht alsnog getoetst te worden. Bepalingen over het inhalen van proefwerken staan in het ordereglement. 8.14Als de toets bestaat uit een werkstuk, spreekbeurt, leesopdracht of practicum, dan dient tevoren bekend gemaakt te zijn aan welke normen de leerling moet voldoen en welke sancties er staan op niet of te laat inleveren of niet afleggen van de toets. 8.15Fraude bij het maken van een toets kan worden bestraft met een verlaging van het cijfer en/of het uitsluiten van verdere deelname aan het werk. Eventuele aanvullingen op dit lid kunnen volgen in het ordereglement. 8.16Een cijfer dat het resultaat is van een toetsing telt mee bij de vaststelling van het rapportcijfer. Het cijfer voor een proefwerk weegt zwaarder, dan dat voor een overhoring. 8.17 5 Schooldagen voor het begin van de toetsweek mogen er geen proefwerken meer gegeven worden. Leerlingenstatuut Mencia de Mendoza
7
Rapporten 9.1 Een rapport geeft de leerling en zijn ouders een overzicht van zijn prestaties. Zolang een leerling minderjarig is, is bij inlevering van het rapport op school de handtekening van één der ouders nodig. Minimaal drie maal per jaar wordt aan de leerlingen een rapport uitgereikt. 9.2 Aan het begin van elk schooljaar wordt voor elk vak door de docent aan de leerlingen meegedeeld hoe de verschillende rapportcijfers van dat schooljaar berekend zullen worden. 9.3 Een docent heeft het recht, met inachtneming van de artikelen 8.11, 9.2 en 10.1, het berekende gemiddelde naar eigen inzicht in het belang van de leerling af te ronden. Indien een leerling van mening is, dat zijn belang met deze afronding direct geschaad is, kan hij bezwaar aantekenen volgens onderdeel D van dit statuut. 9.4 Met uitzondering van het rapport na periode 1 moet een rapportcijfer in de eerste drie leerjaren berusten op minimaal 3 gegevens. 9.5 De docent voert behaalde cijfers in in Magister, binnen 5 schooldagen nadat het werk is teruggegeven. Leerlingen en hun ouders/verzorgers hebben toegang tot de cijfers die in Magister zijn ingevoerd, behalve in de periodes waarin toetsweken plaatsvinden. Tijdens toetsweken zijn de cijfers in Magister afgeschermd. Overgaan/Zitten blijven 10.1 De normen waaraan een leerling moet voldoen om tot een hoger leerjaar te worden toegelaten, dienen aan het begin van het schooljaar duidelijk te worden aangegeven. 10.2 Voorwaardelijke bevordering tot een hoger leerjaar (m.u.v. de examenklas) is mogelijk. De voorwaarden waaraan de voorwaardelijk bevorderde leerling in het volgende leerjaar moet voldoen, worden hem en/of zijn ouders schriftelijk meegedeeld. 10.3 Een leerling kan bij bevordering een taak opgelegd krijgen. Hem/zijn ouders wordt schriftelijk meegedeeld wat de taak inhoudt, hoe deze wordt beoordeeld en wat de gevolgen zijn van het niet, niet voldoende of niet tijdig volbrengen van de taak. Verwijdering op grond van leerprestaties 11.1 Het is niet toegestaan leerlingen in de loop van het schooljaar op grond van onvoldoende leerprestaties van school te verwijderen of naar een andere afdeling te sturen, behalve in geval van voorwaardelijke bevordering. De schoolleiding kan de leerling wel een dringend advies geven zich bij een andere school of afdeling in te schrijven. 11.2 Ten aanzien van verwijdering van school of van een afdeling aan het eind van het schooljaar geldt het volgende: – over de overgang beslist de lerarenvergadering met inachtneming van de vastgestelde overgangsnormen. Aan een leerling die voor de overgang naar een hogere klas is afgewezen, en een ernstig gebrek aan inzet heeft getoond en/of herhaaldelijk Leerlingenstatuut Mencia de Mendoza
8
ongeoorloofd lessen heeft verzuimd, kan het recht op doublure van dezelfde klas of hetzelfde leerjaar ontzegd worden. – leerlingen die tweemaal worden afgewezen voor eenzelfde leerjaar van een afdeling, houden op leerling te zijn van deze afdeling. Over plaatsing op een andere afdeling beslist de lerarenvergadering; – leerlingen die in een bepaalde klas van hun afdeling zijn blijven zitten en in een daaropvolgende klas van dezelfde afdeling weer niet worden bevorderd, moeten deze afdeling verlaten. Over plaatsing op een andere afdeling beslist de lerarenvergadering. 11.3 Doublure van de brugklas is slechts in uitzonderingsgevallen toegestaan. Huiswerk 12.1 De docenten die les geven aan een bepaalde klas zorgen (in gezamenlijk overleg) voor een redelijke en evenwichtige huiswerkbelasting. Hierbij wordt ook rekening gehouden met het maken van werkstukken en proefwerken. 12.2 De leerling die om enige reden het huiswerk niet heeft gemaakt of niet heeft kunnen leren, meldt dit voor de aanvang van de lessen door middel van een briefje van de ouders. Verdere regelingen worden opgenomen in het ordereglement. 12.3 Bij afwezigheid van een docent schuift het opgegeven huiswerk automatisch door naar de volgende les, dit maximaal twee lessen op rij en met uitzondering van proefwerken; deze dienen opnieuw afgesproken te worden. 12.4 De docent noteert het huiswerk in Magister, indien het niet in de studiewijzer staat. 12.5 Huiswerk- en proefwerkvrije dagen worden jaarlijks vastgesteld in de jaaragenda. Uitgangspunt is: de eerste schooldag na een vakantie van vijf schooldagen of meer is huiswerkvrij.
C. OVERIGE BEPALINGEN Toelating 13.1 Het bevoegd gezag stelt op voorstel van de schoolleiding en met inachtneming van hetgeen daarover is vastgesteld in het medezeggenschapsreglement de criteria vast op grond waarvan een aspirant-leerling tot de school kan worden toegelaten. 13.2 Indien een aspirant-leerling op grond van de criteria bedoeld in artikel 13.l. niet wordt toegelaten, deelt het bevoegd gezag dit besluit onder opgave van redenen schriftelijk aan de betreffende aspirant-leerling en aan diens ouders mee. Daarbij dient het bevoegd gezag te wijzen op de inhoud van artikel 13.3. en 13.4. 13.3 Binnen dertig dagen na dagtekening van de in artikel 13.2 bedoelde mededeling kan door de aspirant-leerling en zijn ouders aan het bevoegd gezag schriftelijk om herziening van het besluit worden verzocht. Leerlingenstatuut Mencia de Mendoza
9
13.4 Het bevoegd gezag neemt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen dertig dagen na ontvangst van een verzoek om herziening als bedoeld in 13.3 een beslissing, al dan niet na het horen van deskundigen. Het bevoegd gezag kan zich over het herzieningverzoek eerst uitspreken, nadat de aspirant-leerling - en indien de leerling minderjarig is ook zijn ouders - is/zijn gehoord en deze inzage hebben gehad in alle terzake uitgebrachte adviezen en rapporten. Vrijheid van meningsuiting 14.1 Iedere persoon heeft het recht binnen de grenzen van de wet zijn mening op school te uiten. 14.2 Iedere leerling die zich door een ander beledigd of gediscrimineerd voelt, kan gebruik maken van de procedure zoals besproken in de artikelen 31 en 32. Vrijheid van uiterlijk 15.
De leerlingen hebben vrijheid van uiterlijk, met dien verstande dat uiterlijk niet aanstootgevend en niet in strijd met het belang van de school mag zijn. Slechts op grond van hygiëne of veiligheids-eisen kunnen door de schoolleiding en docenten voorschriften worden gegeven. . Nadere bepalingen kunnen worden opgenomen in het ordereglement.
Schoolkrant 16.1 De schoolkrant is een orgaan dat op de eerste plaats bestemd is voor leerlingen, maar ook beschikbaar is voor andere bij de school betrokkenen. 16.2 De schoolleiding bevordert het in overleg met de redactie tot stand komen van een redactiestatuut. Dit bevat tenminste een regeling voor de materiële aspecten van de schoolkrant, bepalingen omtrent de samenstelling van de redactie en de vastlegging van de grenzen waarbinnen de redactie verantwoordelijk is voor de inhoud van de schoolkrant. 16.3 De schoolleiding kan de publicatie van (een deel van) een nummer van de schoolkrant verbieden, wanneer de inhoud in strijd is met de wet, beledigend is of iemands privacy schendt, of schadelijk is voor de school. Aanplakborden/Prikborden 17
Er is in ieder gebouw een prikbord, waarop de leerlingenraad, de schoolkrantredactie en leerlingen mededelingen en affiches kunnen ophangen, tenzij de inhoud daarvan in strijd is met de wet, beledigend of discriminerend van aard is of iemands privacy schendt. Louter commerciële reclame en publicaties die strijdig zijn met het belang van de school, zijn niet toegestaan.
Leerlingenstatuut Mencia de Mendoza
10
Vergaderingen 18.1 De leerlingen hebben het recht te vergaderen over zaken aangaande de school en daarbij in overleg met de schoolleiding gebruik te maken van de faciliteiten van de school. 18.2 De leerlingen hebben het recht om anderen dan leerlingen het bijwonen van hun vergaderingen te weigeren. 18.3 De schoolleiding is bevoegd een vergadering van leerlingen te verbieden indien deze een onwettig karakter heeft en/of deze het volgen van de lessen door de leerlingen verhindert. 18.4 De leerlingen zijn verplicht een ter beschikking gestelde ruimte op een behoorlijke wijze achter te laten. Leerlingenraad 19.1 Aan de leerlingenraad wordt zo mogelijk een vaste ruimte, maar in ieder geval een afsluitbare kast ter beschikking gesteld. 19.2 Voor de activiteiten van de leerlingenraad stelt de schoolleiding drukfaciliteiten, apparatuur en andere materialen in redelijke mate beschikbaar. Daarnaast wordt de leerlingenraad jaarlijks een budget ter beschikking gesteld voor vergaderkosten en activiteiten. 19.3 Activiteiten van de leerlingenraad kunnen uitsluitend na toestemming van de schoolleiding ook tijdens de lesuren plaatsvinden. 19.4 Leden van de leerlingenraad kunnen voor hun werkzaamheden aan de schoolleiding om vrijstelling vragen van het volgen van een of meer lessen. Privacybescherming 20.1 Wanneer een leerling aan een personeelslid vertrouwelijke gegevens heeft verstrekt, is het betreffende personeelslid verplicht deze gegevens als vertrouwelijk te behandelen.
20.2 Ten aanzien van de gegevens die worden opgenomen in de leerlingenadministratie en de daarbij in acht te nemen privacy geldt datgene wat daarover is bepaald in de Wet Persoonsregistraties en het op grond daarvan door het bevoegd gezag op te stellen privacyreglement. Dit privacyreglement dient vastgesteld te zijn uiterlijk een half jaar na de vaststelling van dit leerlingenstatuut en maakt als bijlage deel uit van dit leerlingenstatuut.
Leerlingenstatuut Mencia de Mendoza
11
Orde 21.1 Het bevoegd gezag stelt, met inachtneming van het medezeggenschapsreglement en dit statuut, voor iedere locatie afzonderlijk een ordereglement vast. Dit ordereglement wordt jaarlijks gepubliceerd -eventueel in verkorte vorm- in de schoolgids. Het wordt geacht deel uit te maken van het leerlingenstatuut. Dit ordereglement dient uiterlijk een halfjaar na vaststelling van dit statuut vastgesteld te zijn. 21.2 Uitgangspunt bij het opstellen van het ordereglement zijn redelijkheid, gelijkheid en rechtszekerheid. 21.3 Iedereen is verplicht de orderegels na te leven. Schade 22.1 Ten aanzien van aansprakelijkheid bij schade toegebracht door of aan leerlingen gelden de hierop betrekking hebbende bepalingen van het Burgerlijk Wetboek. 22.2 De leerling en/of zijn ouders worden door of vanwege de school in kennis gesteld van schade die de leerling heeft aangericht en hiervoor aangesproken. 22.3 De schoolleiding kan strafmaatregelen treffen tegen een leerling die opzettelijk schade toebrengt aan het schoolgebouw, eigendommen van de school of eigendommen van bij de school betrokken derden. Indien men zich onredelijk gestraft voelt, kan men de procedure zoals beschreven in onderdeel D van dit statuut volgen. Kluisjes 23.1. Aan elke leerling stelt de school tegen een vast huurbedrag een kluisje ter beschikking. 23.2. De school heeft het recht de inhoud van de kluisjes te controleren. Ongewenste intimiteiten/seksuele intimidatie 24.
Indien een leerling zich gekwetst voelt door een ongewenste intimiteit van de kant van een medeleerling of personeelslid, kan hij zich wenden tot de vertrouwenspersoon / counselor of iedere andere persoon die zijn vertrouwen geniet. Betreffende functionaris zal de grootste mate van zorgvuldigheid betrachten. Anonimiteit wordt uiteraard veilig gesteld. Hij kan eventueel in overleg treden met de vertrouwenspersoon / counselor. De vertrouwenspersoon/counselor staat vermeld in de schoolgids.
Aanwezigheid 25.1. Leerlingen zijn verplicht het onderwijs volgens het voor hen geldende rooster te volgen, tenzij er een andere regeling is getroffen.
Leerlingenstatuut Mencia de Mendoza
12
25.2. Leerlingen kunnen via hun klassenvertegenwoordiger bij de schoolleiding wijzigingen in het rooster voorstellen. 25.3. Voor verzuim gedurende een bepaalde periode gelden de bepalingen zoals deze in het ordereglement zijn opgenomen. Te laat komen 26.
Het ordereglement bepaalt de procedure die leerlingen moeten volgen bij te laat komen.
Strafbevoegdheden 27.1. Leerlingen volgen de aanwijzingen van de leden van het personeel. Indien zij dit niet doen, kan een straf worden opgelegd. Bepalingen hieromtrent worden opgenomen in het ordereglement. 27.2. Meent een leerling ten onrechte of onredelijk zwaar te zijn gestraft, dan kan hij in beroep gaan bij de schoolleiding, die in overleg met het betrokken personeelslid uiteindelijk beslist. Indien het betrokken personeelslid zelf deel uitmaakt van de schoolleiding, dan is ieder ander lid van de schoolleiding bevoegd tot het beslechten van het conflict. Indien hier naar inzien van de leerling aanleiding toe is, dan kan hij zich wenden tot de directie. Straffen 28.1. Lijfstraffen zijn niet toegestaan. 28.2. Bij het opleggen van een straf dient er een redelijke verhouding te bestaan tussen ernst en aard van de overtreding en de strafmaat en strafsoort. 28.3. Voor gelijke gevallen moet een gelijke straf worden gegeven. 28.4. Het moet duidelijk zijn voor welke overtreding de straf wordt gegeven. 29.5. Bij opleggen en uitvoeren van de straf wordt met de mogelijkheden van de leerling rekening gehouden. 28.6. De volgende straffen kunnen aan leerlingen worden opgelegd: - een berisping; - het maken van strafwerk; - nablijven of melden voor de aanvang van lessen; - gemiste lessen inhalen; - opruimen van gemaakte rommel; - corveewerkzaamheden; - het ontzeggen van de toegang tot een of meer lessen; - schorsing; en - definitieve verwijdering.
Leerlingenstatuut Mencia de Mendoza
13
Schorsing 29.1. Het bevoegd gezag kan een leerling met opgave van redenen voor een periode van ten hoogste vijf dagen schorsen. 29.2. Het besluit tot schorsing dient schriftelijk aan de leerling en, indien deze minderjarig is, ook aan zijn ouders te worden medegedeeld. 29.3. Het bevoegd gezag stelt de inspectie van een schorsing voor een periode langer dan één dag in kennis, met opgave van redenen. Definitieve verwijdering 30.1. Het bevoegd gezag kan besluiten tot definitieve verwijdering van een leerling, nadat deze en, indien deze minderjarig is, ook zijn ouders, in de gelegenheid is/zijn gesteld hierover te worden gehoord. Een leerling wordt op grond van onvoldoende vorderingen niet in de loop van een schooljaar verwijderd. Indien het een leerling uit de eindexamenklas betreft, kan deze op grond van gedrag slechts uit de lessen geweerd worden. De school blijft dan wel verplicht de leerling hulp te bieden bij de voorbereiding op het schoolonderzoek en het examen. 30.2. Definitieve verwijdering van een leerplichtige leerling geschiedt slechts na overleg met de inspectie. Tot de uitkomst van dit overleg bekend is, kan de desbetreffende leerling worden geschorst. 30.3 Het bevoegd gezag stelt de inspectie van een definitieve verwijdering schriftelijk en met opgave van redenen in kennis. 30.4 Het besluit tot definitieve verwijdering van een leerling wordt schriftelijk en met opgave van redenen aan de betrokkene en, indien deze minderjarig is, ook aan de ouders van de betrokkene medegedeeld, waarbij tevens de inhoud van artikel 30.5. en 30.6. wordt vermeld. 30.5. Binnen dertig dagen na dagtekening van de in artikel 30.4. bedoelde mededeling kan door de leerling en, indien deze minderjarig is, ook door zijn ouders, aan het bevoegd gezag schriftelijk om herziening van het besluit worden verzocht. 30.6. Het bevoegd gezag neemt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen dertig dagen na ontvangst van het verzoek, na overleg met de inspectie en desgewenst andere deskundigen een beslissing op het verzoek om herziening, doch niet eerder dan nadat de leerling en, indien deze minderjarig is, ook zijn ouders in de gelegenheid is/zijn gesteld te worden gehoord en kennis heeft/hebben kunnen nemen van de op het besluit betrekking hebbende adviezen of rapporten. 30.7. Het bevoegd gezag kan de desbetreffende leerling, gedurende de behandeling van het verzoek om herziening van een besluit tot definitieve verwijdering, de toegang tot de school ontzeggen.
Leerlingenstatuut Mencia de Mendoza
14
30.8. Indien het een leerplichtige leerling betreft kan definitieve verwijdering niet geschieden dan nadat de leerling de toezegging heeft gekregen dat hij elders wordt toegelaten of nadat hij van de leerplicht is vrijgesteld.
D. HANDHAVING VAN HET LEERLINGENSTATUUT
Geschil 31.1. Bij vermeende onjuiste of onzorgvuldige toepassing van het leerlingenstatuut kan een belanghebbende leerling bij degene die zodanig heeft gehandeld bezwaar aantekenen, met het verzoek zijn handelwijze in overeenstemming te brengen met het leerlingenstatuut. 31.2. Wendt de leerling zich niet tot de betrokkene of levert dit een onbevredigend resultaat op, dan kan het meningsverschil achtereenvolgens worden voorgelegd aan de klassendocent, de afdelingsleider en een lid van de directie. Dezen geven binnen 3 schooldagen nadat de zaak is voorgelegd een reactie. 31.3. Wordt geen van de reacties afdoende bevonden, dan kan de leerling in laatste instantie in beroep gaan bij de geschillencommissie, zoals bedoeld in artikel 32. Beroep bij de geschillencommissie 32.1. De geschillencommissie is samengesteld uit 1 lid van het bevoegd gezag, 1 docent, 1 leerling en 1 ouder; zij kiezen na overleg in consensus een onafhankelijke voorzitter, die het vijfde lid van de geschillencommissie is. Het bevoegd gezag benoemt de leden op bindende voordracht van de geleding. Benoeming geschiedt per incident. Bij de voordracht van leden van de geschillencommissie dient persoonlijke betrokkenheid bij het geschil uitgesloten te worden. 32.2. Het bevoegd gezag benoemt in ieder geval binnen 3 maanden na de vaststelling van dit statuut een ambtelijk secretaris, waarvan het adres als bijlage bij dit statuut gevoegd wordt. 32.3. De geschillencommissie kan elke klacht betreffende vermeende onjuiste of onzorgvuldige toepassing van het leerlingenstatuut in behandeling nemen. 32.4 Een klacht kan zowel door één als door meer personen worden ingediend. Degene tegen wiens gedrag de klacht is gericht, verneemt altijd de naam van de klager(s), alsmede alle van belang zijnde gegevens. 32.5 Een klacht wordt binnen tien dagen na de uitspraak van conrector, rector, of directeur schriftelijk ingediend bij de ambtelijk secretaris van de geschillencommissie. 32.6. De afhandeling van de klacht door de geschillencommissie geschiedt binnen een maand na de indiening van de klacht.
Leerlingenstatuut Mencia de Mendoza
15
32.7. De geschillencommissie stelt de klager in de gelegenheid de klacht mondeling toe te lichten en stelt degene tegen wie de klacht is gericht in de gelegenheid verweer te voeren. Beide partijen kunnen zich bij de behandeling van de klacht laten bijstaan door een ander. 32.8. Betrokkenen kunnen getuigen oproepen. 32.9. De zitting van de geschillencommissie is openbaar, tenzij één der betrokkenen verzoekt de zitting besloten te verklaren. 32.10 De geschillencommissie kan een klacht gegrond, gedeeltelijk gegrond, ongegrond of niet ontvankelijk verklaren. 32.11 De beraadslagingen van de geschillencommissie zijn geheim. De uitspraken van de geschillencommissie komen tot stand met meerderheid van stemmen van de voltallige commissie. Blanco stemmen tellen niet mee voor het behalen van de meerderheid. Bij staking van stemmen geeft de stem van de voorzitter de doorslag. Indien deze blanco stemt, wordt er opnieuw gestemd, met inachtneming van dit artikel. Indien ook in deze tweede stemming de stemmen staken, wordt de klacht beschouwd verworpen te zijn. 32.12 De uitspraak van de geschillencommissie geschiedt in de vorm van een dringende aanbeveling aan het bevoegd gezag. 32.13 Het bevoegd gezag neemt een besluit ten aanzien van deze aanbeveling en deelt dit schriftelijk aan de betrokken partijen mede. 32.14 Het bevoegd gezag doet schriftelijk verslag aan de geschillencommissie van zijn beslissing. Als daaruit blijkt dat de beslissing afwijkt van de uitspraak van de geschillencommissie, heeft deze het recht haar uitspraak alsnog openbaar te maken. Opschortende werking 33.
Een leerling kan om opschorting van het besluit vragen als hij de procedure zoals beschreven in artikel 31 en 32 volgt. Hiervoor moet hij een beargumenteerde brief schrijven aan de rector / directeur. De rector / directeur beslist binnen twee schooldagen. In de tussentijd is de straf opgeschort.
SLOTBEPALING In gevallen waarin dit statuut en het ordereglement niet voorzien en voor zover het rechten en plichten van leerlingen betreft, beslist het bevoegd gezag overeenkomstig het daarover in het medezeggenschapsreglement bepaalde. Tevens stelt het de leerlingenraad op de hoogte. Voor de dagelijkse gang van zaken is de bevoegdheid van het bevoegd gezag gedelegeerd aan de schoolleiding.
Leerlingenstatuut Mencia de Mendoza
16
(Slechts op grond van leesbaarheid is overal waar zowel de mannelijke als de vrouwelijke vorm van toepassing is de mannelijke vorm gebruikt.)
INHOUDSOPGAVE A.
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 : Artikel 1: Artikel 2: Artikel 3: Artikel 4: Artikel 5:
Betekenis Doel van het statuut Begrippen Openbaarmaking Geldigheidsduur Toepassing
B. BEPALINGEN TEN AANZIEN VAN HET ONDERWIJS Uitgangspunt Artikel 6: Het geven van onderwijs Artikel 7: Het volgen van onderwijs Artikel 8: Onderwijstoetsing Artikel 9: Rapporten Artikel 10: Overgaan/Zitten blijven Artikel 11: Verwijdering op grond van leerprestaties Artikel 12: Huiswerk C. OVERIGE BEPALINGEN Artikel 13: Artikel 14: Artikel 15: Artikel 16: Artikel 17: Artikel 18: Artikel 19: Artikel 20: Artikel 21: Artikel 22: Artikel 23: Artikel 24: Artikel 25: Artikel 26: Artikel 27: Artikel 28: Artikel 29: Artikel 30:
Toelating Vrijheid van meningsuiting Vrijheid van uiterlijk Schoolkrant Aanplakborden/Prikborden Vergaderingen Leerlingenraad Privacybescherming Orde Schade Kluisjes Ongewenste intimiteiten/Seksuele intimidatie Aanwezigheid Te laat komen Strafbevoegdheden Straffen Schorsing Definitieve verwijdering
Leerlingenstatuut Mencia de Mendoza
17
D. HANDHAVING VAN HET LEERLINGENSTATUUT Artikel 31: Geschil Artikel 32: Beroep bij de geschillencommissie Artikel 33: Opschortende werking Slotbepaling
Leerlingenstatuut Mencia de Mendoza
18
Bijlage:
privacyreglement verwerking leerlingengegevens op scholen van de SKVOB e.o.
Breda, juni 2005 (2) Kenmerk: 050445.ALG/AvC/EE Artikel 1 Begripsbepalingen Leerlingenstatuut Mencia de Mendoza
19
In dit reglement wordt verstaan onder: Leerling: persoon die onderwijs volgt op een school voor primair –, speciaal- of voortgezet, zoals bedoeld in de WPO, WVO en de WEC; Persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon; Verwerking van persoonsgegevens: elke handeling of elk geheel van handelingen met betrekking tot persoonsgegevens, waaronder in ieder geval het verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken, wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiding of enige ander vorm van terbeschikkingstelling, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, alsmede het afschermen, uitwissen of vernietigen van gegevens; Persoonsgebonden nummer: het sociaal-fiscaalnummer, bedoeld in artikel 2, derde lid, onder j, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, dan wel het door de Informatie Beheer Groep uitgegeven onderwijsnummer; Administratiecode: eenduidige code die wordt gebruikt ten behoeve van efficiënte verwerking van persoonsgegevens; Bestand: elk gestructureerd geheel van persoonsgegevens, ongeacht of dit geheel van gegevens gecentraliseerd is of verspreid is op een functioneel of geografisch bepaalde wijze, dat volgens bepaalde criteria toegankelijk is en betrekking heeft op verschillende personen; Verantwoordelijke: de natuurlijke persoon, rechtspersoon of ieder ander die of het bestuursorgaan dat, alleen of tezamen met anderen, het doel van en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens vaststelt, in casu het bevoegd gezag van de … [naam rechtspersoon]; Beheerder: degene die onder verantwoordelijkheid van de verantwoordelijke is belast met de (dagelijkse) zorg voor de verwerking van persoonsgegevens, alsmede voor het bewaren, verwijderen en verstrekken van gegevens; Bewerker: degene die op basis van een overeenkomst ten behoeve van de verantwoordelijke persoonsgegevens verwerkt, zonder aan zijn rechtstreeks gezag te zijn onderworpen; Gebruiker: degene in de zin van artikel 7 die gerechtigd is kennis te nemen van bepaalde gegevens in een persoonsregistratie; Betrokkene: degene op wie een persoonsgegeven betrekking heeft; Derde: ieder niet zijnde de betrokkene, de verantwoordelijke, de bewerker, of degene(n) die onder gezag van de verantwoordelijke of de bewerker gemachtigd is (zijn) om persoonsgegevens te verwerken; Ontvanger: degene aan wie de persoonsgegevens worden verstrekt; Bevoegd gezag: het bestuur van de SKVOB e.o. College bescherming persoonsgegevens: het college bedoeld in artikel 51 van de Wet Bescherming Persoonsgegevens; Toestemming van betrokkene: elke vrije, specifieke en op informatie berustende wilsuiting waarmee betrokkene aanvaardt dat de hem / haar betreffende persoonsgegevens worden verwerkt; WBP: Wet Bescherming Persoonsgegevens, staatsblad 2000, 302; Vrijstellingsbesluit Wbp: besluit van 7 mei 2001, (Staatsblad 2001, 250), houdende aanwijzing van verwerkingen van persoonsgegevens die zijn vrijgesteld van de melding bedoeld in artikel 27 van de Wet bescherming persoonsgegevens.
Artikel 2 Reikwijdte en doelstelling van het reglement Leerlingenstatuut Mencia de Mendoza
20
2.1 Dit reglement is van toepassing op alle persoonsgegevens van een leerling die door of namens de SKVOB e.o. worden verwerkt. 2.2 Dit reglement heeft tot doel: de persoonlijke levenssfeer van leerlingen van wie persoonsgegevens worden verwerkt te beschermen tegen misbruik van die gegevens en tegen het verwerken van onjuiste gegevens; te voorkomen dat persoonsgegevens worden verwerkt voor een ander doel dan het doel waarvoor ze verzameld zijn; de rechten van de leerlingen te waarborgen.
Artikel 3 Doel van de verwerking van persoonsgegevens De verwerking geschiedt met in achtneming van artikel 19 van het Vrijstellingsbesluit slechts ten behoeve van: a. de organisatie of het geven van het onderwijs, de begeleiding van leerlingen dan wel het geven van studieadviezen; b. het verstrekken of ter beschikking stellen van leermiddelen; c. het berekenen, vastleggen en innen van inschrijvingsgelden, school- en lesgelden en bijdragen of vergoedingen voor leermiddelen en buitenschoolse activiteiten, waaronder begrepen het in handen van derden stellen van vorderingen; d. het behandelen van geschillen en het doen uitoefenen van accountantscontrole; e. de uitvoering of toepassing van een wettelijke regeling.
Artikel 4 Verwerking van persoonsgegevens Geen andere persoonsgegevens van een leerling worden verwerkt dan: naam, voornamen, voorletters, titulatuur, geslacht, geboortedatum, adres, postcode, woonplaats, telefoonnummer en soortgelijke voor communicatie bedoelde gegevens, alsmede bank- en girorekeningnummer van de betrokkene; het persoonsgebonden nummer; nationaliteit en geboorteplaats; gegevens die noodzakelijk zijn met het oog op de gezondheid of het welzijn van de leerling; gegevens betreffende de godsdienst of levensovertuiging van de leerling, voor zover die noodzakelijk zijn voor het onderwijs; gegevens betreffende de aard en het verloop van het onderwijs, alsmede de behaalde studieresultaten; gegevens met het oog op de organisatie van het onderwijs en het verstrekken of ter beschikking stellen van leermiddelen; gegevens met het oog op het berekenen, vastleggen en innen van inschrijvingsgelden, school- en lesgelden en bijdragen of vergoedingen voor leermiddelen en buitenschoolse activiteiten; gegevens als bedoeld onder a, van de ouders, voogden of verzorgers van leerlingen; andere dan de onder a tot en met i bedoelde gegevens waarvan de verwerking wordt vereist ingevolge of noodzakelijk is met het oog op de toepassing van een wettelijke regeling; een administratiecode ten behoeve van de verwerking van de gegevens onder a t/m j.
Artikel 5 Het beheer van (de verwerking van) persoonsgegevens Persoonsgegevens worden op naam van de leerling verzameld. De verzameling van persoonsgegevens van de leerling vormt het dossier.
Artikel 6 Verstrekking van gegevens De persoonsgegevens worden slechts verstrekt aan: degenen, waaronder begrepen derden, die leiding geven aan of belast zijn met de verwerking van persoonsgegevens van leerlingen of die daarbij noodzakelijk zijn betrokken; anderen, in de gevallen bedoeld in artikel 8 onder a, c en d, of artikel 9 (verenigbaar gebruik), derde lid, van de Wbp; Leerlingenstatuut Mencia de Mendoza
21
anderen, in de gevallen bedoeld in artikel 8 onder e en f, van de Wbp, voor zover het slechts gegevens betreft als bedoeld in artikel 4 van dit modelreglement, en nadat het voornemen daartoe aan betrokkene is medegedeeld en deze gedurende een redelijke termijn in de gelegenheid is geweest het recht als bedoeld in artikel 40 of 41 van de Wbp uit te oefenen.
Artikel 7 Toegang tot persoonsgegevens Onverminderd eventuele wettelijke voorschriften ter zake hebben slechts toegang tot de persoonsgegevens: degenen, waaronder begrepen derden, die zijn belast met of leiding geven aan de activiteiten die in verband staan met de verwerking van de gegevens of die daarbij noodzakelijk zijn betrokken; anderen, in gevallen als bedoeld in artikel 8 onder a, c en d, en artikel 9 derde lid van de Wbp. Degenen genoemd in lid 1 sub a dienen zich te registreren in het gebruikersbestand dat als bijlage bij de dit reglement wordt gevoegd.
Artikel 8 Beveiliging en geheimhouding 8.1 De verantwoordelijke draagt zorg voor passende technische en organisatorische maatregelen ter voorkoming van verlies of onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens. Deze maatregelen garanderen, rekening houdend met de stand der techniek en de kosten van de tenuitvoerlegging, een passend beveiligingsniveau, gelet op de risico’s die de verwerking en de aard van de te beschermen gegevens met zich meebrengen. De maatregelen zijn er mede op gericht onnodige verzameling en verdere verwerking van persoonsgegevens te voorkomen. 8.2 Indien sprake is van elektronische verwerking van persoonsgegevens zal de beheerder via een coderings- en wachtwoordbeveiliging de verschillende functionarissen, als bedoeld in artikel 7, toegang geven tot bepaalde gedeelten van de persoonsgegevens of tot alle persoonsgegevens al naar gelang hun werkzaamheden dit vereisen. 8.3 Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van dit reglement en daarbij de beschikking krijgt over persoonsgegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs kan vermoeden en voor wie niet reeds uit hoofde van beroep, functie of wettelijk voorschrift ter zake van de persoonsgegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan. Dit geldt niet indien enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van dit reglement de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.
Artikel 9 Informatieplicht 9.1 De verantwoordelijke informeert betrokkene over de persoonsgegevens die worden verwerkt, met welk doel dat gebeurt en aan wie de gegevens worden verstrekt. 9.2 De verantwoordelijke informeert betrokkene over het verwerken van diens persoonsgegevens, voorafgaand aan de verzameling van de persoonsgegevens of, indien de gegevens van derden afkomstig zijn, voorafgaand aan de verwerking.
Artikel 10 Rechten betrokkene(n): inzage, correctie, verzet 10.1
Elke betrokkene heeft het recht op inzage. Aan een verzoek om inzage kunnen kosten worden verbonden.
10.2 Een verzoek om inzage dient te worden gedaan aan de verantwoordelijke, die binnen vier weken na ontvangst van dit verzoek hierop schriftelijk reageert. 10.3 Indien de betrokkene bij de verantwoordelijke aantoont dat bepaalde opgenomen gegevens onjuist c.q. onvolledig zijn, dan wel gezien de doelstelling van het systeem niet ter zake doen, dan wel strijdig zijn met dit reglement, draagt de verantwoordelijke binnen vier weken nadat betrokkene de onjuistheid c.q. onvolledigheid heeft aangetoond, zorg voor verbetering, aanvulling of verwijdering. In dat geval worden eventueel betaalde kosten terugbetaald. Leerlingenstatuut Mencia de Mendoza
22
Indien de verantwoordelijke twijfelt aan de identiteit van de verzoeker, vraagt hij zo spoedig mogelijk aan de verzoeker schriftelijk nadere gegevens inzake zijn identiteit te verstrekken of een geldig identiteitsbewijs te overleggen. Door dit verzoek wordt de termijn opgeschort tot het tijdstip dat het gevraagde bewijs is geleverd. Wanneer de verwerking van persoonsgegevens plaatsvindt op de grondslag dat die verwerking a. noodzakelijk is voor de goede vervulling van een door de verantwoordelijke verrichte publiekrechtelijke taak, of b. noodzakelijk is voor een gerechtvaardigd belang van de verantwoordelijke of een derde, kan betrokkene schriftelijk verzet aantekenen tegen de verwerking van de gegevens, op basis van zijn bijzondere persoonlijke omstandigheden. De verantwoordelijke dient binnen vier weken na ontvangst van het verzet te beoordelen of het verzet terecht is. Is dat het geval, dan dient de verwerking van persoonsgegevens onmiddellijk te worden beëindigd. Wanneer de verwerking van persoongegevens plaatsvindt op de grondslag dat die verwerking geschiedt voor direct marketingdoeleinden, kan betrokkene eveneens schriftelijk verzet aantekenen tegen de verwerking van de gegevens. Indien betrokkene van dit recht gebruik maakt, dient de verwerking van persoongegevens voor dit doel onmiddellijk te worden beëindigd.
Artikel 11 Bewaartermijnen De persoonsgegevens worden verwijderd uiterlijk twee jaren nadat de studie is beëindigd, tenzij de persoonsgegevens noodzakelijk zijn ter voldoening aan een wettelijke bewaarplicht.
Artikel 12 Oud-leerlingen 12.1 De verantwoordelijke kan besluiten over te gaan tot het instellen van een verwerking betreffende oudleerlingen. 12.2 De verwerking geschiedt slechts voor: a. het onderhouden van contacten met de oud-leerlingen; b. het verzenden van informatie aan de oud-leerlingen; c. het berekenen, vastleggen en innen van bijdragen en giften, waaronder begrepen het in handen van derden stellen van vorderingen, alsmede andere activiteiten van intern beheer; d. het behandelen van geschillen en het doen uitoefenen van accountantscontrole. 12.3 Geen andere persoonsgegevens worden verwerkt dan: a. naam, voornamen, voorletters, titulatuur, geslacht, geboortedatum, adres, postcode, woonplaats, telefoonnummer en soortgelijke voor communicatie benodigde gegevens, alsmede bankrekeningnummer van de betrokkene; b. gegevens betreffende de aard van de studie en de periode gedurende welke de oud-leerling, de opleiding heeft gevolgd; c. gegevens met het oog op het berekenen, vastleggen en innen van bijdragen en giften. d. een administratiecode dat geen andere informatie bevat dan bedoeld onder a t/m c. 12.4 De persoonsgegevens worden slechts verstrekt aan: a. degenen, waaronder begrepen derden, die zijn belast met of leiding geven aan de in het tweede lid bedoelde activiteiten of die daarbij noodzakelijk zijn betrokken; b. anderen, in de gevallen bedoeld in artikel 8, onder a, c en d, en artikel 9, derde lid, van de Wbp. 12.5
De persoonsgegevens worden verwijderd op een daartoe strekkend verzoek van de betrokkene of bij diens overlijden.
Artikel 13 Klachten 13.1
Indien de betrokkene van mening is dat de bepalingen van dit reglement niet door de instelling
Leerlingenstatuut Mencia de Mendoza
23
worden nageleefd dient hij zich te wenden tot de verantwoordelijke. 13.2
Indien de ingediende klacht voor de betrokkene niet leidt tot een voor hem acceptabel resultaat, kan hij zich wenden tot het College Bescherming Persoonsgegevens.
Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel Dit reglement kan aangehaald worden als privacyreglement verwerking leerlingengegevens en treedt in werking op 1 september 2005. Het reglement is vastgesteld door de Directieraad op 26 augustus 2005
Leerlingenstatuut Mencia de Mendoza
24
Bijlage Gebruikersbestand Overzicht van de gebruikers die toegang hebben tot de deelnemerregistratie van (naam school) zoals bedoeld in artikel 7 lid 2 van dit reglement:
Functie en motivering gebruik
Toegang tot welke persoonsgegevens
Deze bijlage is voor het laatst gewijzigd op …..
Leerlingenstatuut Mencia de Mendoza
25
Toelichting op het modelprivacyreglement Op 19 november 2003 heeft de ondertekening plaatsgevonden (door de onderwijssector en de minister van OCW) van het convenant ’Bescherming leerling-, deelnemer- en studentgegevens op de scholen en instellingen’. Het convenant komt voort uit een wens van de Eerste kamer tijdens de bespreking van de wet op het onderwijsnummer om extra aandacht te besteden aan de bescherming van de persoonsgegevens van onderwijsdeelnemers nu er een persoonsgebonden nummer (het sofi-nummer) aan de administratie wordt toegevoegd (zie Uitleg 29/30 • 22 • 10 december 2003). In het convenant is met de organisaties voor bestuur en management afgesproken zorg te dragen voor het opstellen van een modelreglement per onderwijssector, dat per school- of instelling kan worden gebruikt voor de wijze van omgaan met de op de school of instelling aanwezige leerlingengegevens (artikel 4 convenant). Een aantal organisaties voor bestuur en management in het PO en VO, te weten Besturenraad, Bond KBO en Bond KBVO, VBS, VGS en VOS/ABB, hebben gezamenlijk het voorliggende modelprivacyreglement opgesteld. Het model is ter toetsing voorgelegd aan het College Bescherming Persoonsgegevens. Het model is niet van toepassing op personeelsgegevens. Voor algemene informatie over de verwerking van persoonsgegevens verwijzen we o.a. naar de website van het Ministerie van Justitie (www.justitie.nl) waar een Handleiding voor verwerkers van persoonsgegevens te downloaden is via www.justitie.nl/Images/11_5233.pdf. De tekst van de Wbp is te downloaden: www.justitie.nl/Images/11_5235.pdf De tekst van het Vrijstellingsbesluit Wbp is te downloaden: www.justitie.nl/Images/11_5237.pdf Voor meer algemene informatie over de Wbp en privacy in het algemeen: www.cbpweb.nl/ www.justitie.nl/themas/meer/wet_bescherming_persoonsgegevens.asp.
Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 Begripsbepalingen De meeste begripsbepalingen vloeien direct voort uit de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Verwerking van persoonsgegevens Het gaat er om of iemand enige feitelijke macht of invloed, al dan niet via een computersysteem, over de gegevens kan uitoefenen: iemand moet een handeling met de gegevens kunnen verrichten. Als iemand geen macht of invloed kan uitoefenen op de persoonsgegevens, valt deze verwerking niet onder de Wbp. Verantwoordelijke De verantwoordelijke is het bevoegd gezag; in het PO en VO is dit in de meeste gevallen het schoolbestuur. Persoonsgebonden nummer Het limitatief gebruik van het persoonsgebonden nummer wordt in de sectorale onderwijswetten nader geregeld. Bewerker Hiermee wordt bijvoorbeeld een externe organisatie als een APS (application service provider), onderwijsbureau of een administratiekantoor bedoeld. Als besloten wordt om feitelijke handelingen met betrekking tot gegevensverwerking door een bewerker te laten verrichten, zal met die bewerker een relatie worden aangaan.De Wbp stelt eisen aan de keuze van een bewerker en aan de manier waarop de relatie met die bewerker vastlegt: • men moet zich ervan vergewissen dat de bewerker die wordt gekozen voldoende waarborgen biedt met betrekking tot de technische en organisatorische beveiliging; • er moet een overeenkomst met de bewerker worden gesloten of er wordt een andere regeling getroffen waardoor afdwingbare verbintenissen ontstaan; • in de overeenkomst (of andere regeling) moet de verantwoordelijke bedingen dat de bewerker de persoonsgegevens uitsluitend verwerkt in opdracht van de verantwoordelijke; • er dient te worden bedongen dat de bewerker de beveiligingsverplichtingen nakomt die op de verantwoordelijke rusten op grond van de Wbp en ten slotte Leerlingenstatuut Mencia de Mendoza
26
• moet de verantwoordelijke daadwerkelijk toezien op naleving van deze beveiligingsverplichtingen.Ook het recht daartoe zal in de overeenkomst (of andere regeling) moeten worden vastgelegd. De Wbp eist in artikel 14 dat de onderdelen die betrekking hebben op de bescherming van persoonsgegevens en op de beveiligingsmaatregelen, schriftelijk worden vastgelegd. Betrokkene De persoon wiens gegevens worden verwerkt, wordt in de Wbp ‘de betrokkene’ genoemd. Hij of zij heeft krachtens de Wbp een aantal bijzondere rechten, zoals het recht op kennisneming en verbetering van zijn gegevens en het recht op verzet tegen verwerking van zijn persoonsgegevens. Indien de betrokkene minderjarig is en de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, of onder curatele is gesteld, dan wel ten behoeve van de betrokkene een mentorschap is ingesteld, is in de plaats van de toestemming van de betrokkene die van zijn wettelijk vertegenwoordiger vereist. Een toestemming kan door de betrokkene of zijn wettelijk vertegenwoordiger te allen tijde worden ingetrokken. CBP Het College bescherming persoonsgegevens ziet er, op grond van de Wbp, als onafhankelijke instantie op toe, dat persoonsgegevens zorgvuldig worden gebruikt en beveiligd en dat de privacy van burgers ook in de toekomst gewaarborgd blijft. Wanneer een organisatie zich niet houdt aan de wet, kan het College maatregelen nemen. De belangrijkste daarvan is uitoefening van bestuursdwang. Dat betekent dat het College van de overtreder kan eisen dat hij de overtreding van de wettelijke regels binnen een bepaalde termijn ongedaan maakt. Het College kan daarbij een dwangsom opleggen. Het College kan ook een boete opleggen, bijvoorbeeld wanneer de verwerking van persoonsgegevens niet, onjuist of te laat is aangemeld. Vrijstellingsbesluit In het Vrijstellingsbesluit (Vb) worden de vrijgestelde gegevensverwerkingen opgesomd. Met name artikel 19 van het Vb kan van toepassing zijn op verwerkingen van onderwijsinstellingen betreffende hun leerlingen. Een beroep doen op een van de artikelen van het Vb is alleen mogelijk als aan de eisen die het Vb stelt wordt voldaan, niet alleen ten tijde van de start van de verwerking, maar ook later in de tijd. Daarom is het zinvol te controleren of nog aan de eisen wordt voldaan, bijvoorbeeld als men meer of andere gegevens wil verwerken of wil overstappen op een ander registratiesysteem. Daarom kan ook niet zonder voorbehoud gezegd worden dat scholen zijn vrijgesteld van de meldingsplicht. Overigens ziet het Vb alleen op een vrijstelling van de meldingsplicht. Voor het overige is de Wbp normaal van toepassing.
Artikel 3 Doel van de verwerking van persoonsgegevens Organisaties mogen persoonsgegevens alleen verzamelen en verder gebruiken voor een duidelijk omschreven doel. Dat doel moeten zij vooraf bepalen, dus voordat zij met het verzamelen van de gegevens beginnen. Ze mogen ook niet meer gegevens verzamelen dan strikt noodzakelijk is voor dat doel. Maar ook niet minder als dat tot onvolledige informatie leidt. Wel mogen organisaties persoonsgegevens verwerken voor meerdere doelen tegelijkertijd. Die doelen moeten ze vooraf dan wel goed beschrijven. Ze mogen de gegevens alleen gebruiken wanneer dat in overstemming is met het oorspronkelijke doel. Een voorbeeld: de gegevens die een school in zijn leerlingenbestand heeft opgenomen mogen gebruikt worden om het aantal leerlingen dat de school met goed gevolg heeft afgesloten in kaart te brengen. De school mag deze persoonsgegevens echter niet aan een bedrijf verkopen in zodanige vorm dat het bedrijf er een profiel van de leerling mee kan maken op basis waarvan het de leerling vervolgens persoonlijk benadert. Het doel waarvoor de gegevens zijn verkregen is in dit geval niet verenigbaar met de wijze waarop ze verder worden verwerkt.
Artikel 4 Verwerking van persoonsgegevens In dit artikel wordt de nader omschreven welke gegevens binnen het kader van het doel van de registratie kunnen worden geregistreerd. In principe is het persoonsgebonden nummer te kwalificeren als een administratiecode. Het gebruik van het persoonsgebonden nummer is echter aan strikte wettelijke voorschriften gebonden. Het gebruik van het persoonsgebonden nummer als administratiecode van de eigen registratie is niet toegestaan. Het persoonsgebonden nummer mag daarom niet verschijnen op lijsten met leerlingengegevens voor allerlei doeleinden zoals bij voorbeeld samenstelling klassen/groepen. Leerlingenstatuut Mencia de Mendoza
27
Artikel 5 Het beheer (de verwerking van) persoonsgegevens Alle gegevens over een leerling die vallen onder dit reglement vormen tezamen het dossier van de betreffende leerling. De gegevens kunnen dus over meerdere (afzonderlijke) registraties zijn verspreid.
Artikel 6 Verstrekking van gegevens Verstrekken van persoonsgegevens omvat elke vorm van bekendmaken of ter beschikking stellen van persoonsgegevens, ongeacht de wijze waarop dit gebeurt. Het kan mondeling, schriftelijk of langs elektronische weg gebeuren. Ook het raadplegen van gegevens, bijvoorbeeld op cd-rom, valt onder verstrekken. Van verstrekken is ook sprake als een persoon over de schouder van een ander meekijkt. Wet bescherming persoonsgegevens artikel 8 en 9: Artikel 8 Persoonsgegevens mogen slechts worden verwerkt indien: a. de betrokkene voor de verwerking zijn ondubbelzinnige toestemming heeft verleend; b. de gegevensverwerking noodzakelijk is voor de uitvoering van een overeenkomst waarbij de betrokkene partij is, of voor het nemen van precontractuele maatregelen naar aanleiding van een verzoek van de betrokkene en die noodzakelijk zijn voor het sluiten van een overeenkomst; c. de gegevensverwerking noodzakelijk is om een wettelijke verplichting na te komen waaraan de verantwoordelijke onderworpen is; d. de gegevensverwerking noodzakelijk is ter vrijwaring van een vitaal belang van de betrokkene; e. de gegevensverwerking noodzakelijk is voor de goede vervulling van een publiekrechtelijke taak door het desbetreffende bestuursorgaan dan wel het bestuursorgaan waaraan de gegevens worden verstrekt, of f. de gegevensverwerking noodzakelijk is voor de behartiging van het gerechtvaardigde belang van de verantwoordelijke of van een derde aan wie de gegevens worden verstrekt, tenzij het belang of de fundamentele rechten en vrijheden van de betrokkene, in het bijzonder het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer, prevaleert. Artikel 9 1. Persoonsgegevens worden niet verder verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met de doeleinden waarvoor ze zijn verkregen. 2. Bij de beoordeling of een verwerking onverenigbaar is als bedoeld in het eerste lid, houdt de verantwoordelijke in elk geval rekening met: a. de verwantschap tussen het doel van de beoogde verwerking en het doel waarvoor de gegevens zijn verkregen; b. de aard van de betreffende gegevens; c. de gevolgen van de beoogde verwerking voor de betrokkene; d. de wijze waarop de gegevens zijn verkregen en e. de mate waarin jegens de betrokkene wordt voorzien in passende waarborgen. 3. Verdere verwerking van de gegevens voor historische, statistische of wetenschappelijke doeleinden, wordt niet als onverenigbaar beschouwd, indien de verantwoordelijke de nodige voorzieningen heeft getroffen ten einde te verzekeren dat de verdere verwerking uitsluitend geschiedt ten behoeve van deze specifieke doeleinden. 4. De verwerking van persoonsgegevens blijft achterwege voor zover een geheimhoudingsplicht uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift daaraan in de weg staat.
Artikel 7 Toegang tot persoonsgegevens Transparantie waarborgt de privacy. Vereist is dat duidelijk wordt aangegeven wie toegang hebben tot de persoonsgegevens. In de regel zijn dit personeelsleden van de school of instelling die onder verantwoordelijkheid van de verantwoordelijke hun werkzaamheden verrichten. In dit artikel is dit nog eens aangegeven. In lid 2 gaat het specifiek om deze personeelsleden en het opstellen van een registratie van aangewezen gebruikers. Toegang hebben tot persoonsgegevens is het inzage hebben tot persoonsgegevens zonder dat u enige feitelijke macht of invloed kunt uitoefenen op de persoonsgegevens. In lid 1 wordt de Wbp aangehaald met als doel aan te geven wie nog meer toegang kunnen hebben. Hierin wordt aangegeven dat ook in andere situaties, zoals bedoeld in de Wbp, anderen toegang kunnen hebben. Dit is op zich lastig te vangen in een reglement. De Wbp kenschetst in algemene termen een aantal situaties.Te denken valt aan politiediensten in geval van opsporing van strafbare feiten en aan GGD-en die de deelnemersadministratie mogen opvragen in geval van het uitbreken van een epidemie. De Wbp biedt hiertoe de mogelijkheid. In lid 1 wordt hierop aangesloten. Leerlingenstatuut Mencia de Mendoza
28
Artikel 8 Beveiliging en geheimhouding Gegevensverwerkers moeten ook veel aandacht besteden aan de beveiliging van privacygevoelige informatie. Zij zijn verplicht die gegevens geheim te houden voor onbevoegden en personen die niets met de verwerking van doen hebben. Over de beveiliging van persoonsgegevens is meer informatie te vinden op de site van het Cbp. Het bevoegd gezag dient een geheimhoudingsovereenkomst af te sluiten met degene(n) die niet in een hiërarchische verhouding tot het bevoegd gezag staan (bewerker). Artikel 14 WBP eist dat de onderdelen die betrekking hebben op de bescherming van persoonsgegevens en op de beveiligingsmaatregelen, schriftelijk worden vastgelegd (zie ook de toelichting bij artikel 1 i inzake de bewerker).
Artikel 9 Informatieplicht Alle organisaties die persoonsgegevens gebruiken hebben een informatieplicht. Dit betekent dat zij de personen op wie de gegevens betrekking hebben, moeten laten weten wat zij met hun gegevens gaan doen. De school of instelling dient op eigen initiatief aan de betrokkenen kenbaar te maken welke verwerkingen van persoonsgegevens ze heeft en waarom. Dit is een belangrijk instrument in de Wbp om het gegevensverkeer transparant te maken. De school of instelling kan dit kenbaar maken door een opgave van de verwerkingen op de website en/of in de schoolgids op te nemen en door op formulieren, waarop gegevens worden uitgevraagd, naar de opgave op de website en/of in de schoolgids te verwijzen. Het is aan te bevelen in deze informatie naar de betrokkenen ook de rechten van betrokkenen (recht van inzage, correctie en klacht; in dit reglement omschreven in artikel 10 en 13) expliciet op te nemen en de procedureafspraken (bij wie kan op welke wijze een verzoek of klacht worden ingediend) te benoemen op de website en/of in de schoolgids. De informatieplicht geldt wanneer de gegevens worden verzameld via bijvoorbeeld een formulier of via internet. Ook wanneer de gegevens via derden worden verkregen geldt de informatieplicht, tenzij de leverancier van de gegevens de betrokkenen al heeft geïnformeerd of tenzij de informatieplicht tot onevenredige inspanningen voor de verwerker leidt. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als het zeer tijdrovend is om het adres van de betrokkene te achterhalen en adverteren onvoldoende garantie geeft. Betrokkenen hoeven niet geïnformeerd te worden als hun gegevens worden vastgelegd of verstrekt op grond van een wettelijke plicht. De informatieverstrekking aan de betrokkene moet in ieder geval omvatten: wie u bent (dus wie de verantwoordelijke is); en voor welk doel of doeleinden u de gegevens verzamelt en verwerkt. Daarmee kunt u echter niet altijd volstaan. U moet nadere informatie verschaffen als dat tegenover de betrokkene nodig is om een behoorlijke en zorgvuldige verwerking te waarborgen. U zult zich dus moeten afvragen of u uit oogpunt van zorgvuldigheid meer of minder gedetailleerde informatie over de verwerking aan de betrokkene moet verstrekken. U moet daarbij rekening houden met (i) de aard van de gegevens, (ii) de omstandigheden waaronder u deze hebt verkregen en (iii) het gebruik dat u ervan gaat maken. Hoe gevoeliger de gegevens die u verwerkt voor de betrokkene liggen, hoe meer reden er is om de betrokkene gedetailleerd te informeren over uw gegevensverwerking.
Artikel 10 Rechten betrokkene(n): inzage, correctie, verzet Iedereen mag met redelijke tussenpozen vragen of, en zo ja welke persoonsgegevens het bevoegd gezag, de school, ten aanzien van hem verwerkt. Als de betrokkene het bevoegd gezag, de school, buitensporig vaak met een dergelijk verzoek benadert, hoeft daaraan geen gehoor te worden geven. Een verzoek om inzage (maar dit geldt ook voor verzoek tot bijvoorbeeld correctie) moet wel binnen vier weken worden antwoord. Het antwoord moet schriftelijk zijn, tenzij een gewichtig belang van de betrokkene vergt dat een andere vorm wordt gekozen, bijvoorbeeld mondeling. Een per elektronische post verzonden antwoord is ook schriftelijk. Het antwoord moet in een begrijpelijke vorm bevatten: een volledig overzicht van de door het bevoegd gezag, de school verwerkte gegevens van de betrokkene; een omschrijving van het doel of de doeleinden van de gegevensverwerking; de categorieën van gegevens waarop de verwerking betrekking heeft; de ontvangers of categorieën van ontvangers; alle beschikbare informatie over de herkomst van de gegevens. Leerlingenstatuut Mencia de Mendoza
29
De vergoeding voor de kosten van het bericht zoals bedoeld in artikel 10.1 bedraagt per pagina € 0,23 per pagina met een maximaal bedrag van €4,50 per bericht. De verantwoordelijke mag in afwijking van het hierboven gestelde een redelijke vergoeding in rekening brengen die ten hoogste € 22,50 bedraagt in het geval dat: het afschrift bestaat uit meer dan honderd pagina’s of het bericht bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van de verwerking, moeilijk toegankelijke gegevensverwerking. Verzoek tot correctie De betrokkene mag verzoeken zijn gegevens te corrigeren. Daarbij moet hij of zij de gewenste wijzigingen aangeven. Correctie houdt in: verbeteren; aanvullen; verwijderen; afschermen; of op een andere manier er voor zorgen dat de onjuiste gegevens niet langer worden gebruikt. Het bevoegd gezag, de school is alleen verplicht te corrigeren als de gegevens als deze feitelijk onjuist zijn, onvolledig of niet ter zake dienend zijn voor het doel waarvoor ze worden verwerkt, of op andere wijze in strijd met een voorschrift van de Wbp of een andere wet zijn verwerkt. Het recht van verzet Wanneer de betrokkene een gerechtvaardigd individueel belang kan aantonen, moet de verantwoordelijke de verwerking van diens gegevens staken. De verantwoordelijke mag voor de kosten voor het in behandeling nemen van verzet zoals bedoeld in artikel 10.5 een redelijke vergoeding in rekening brengen met dien verstande dat deze ten hoogste €4,50 bedraagt. Gaat het om direct marketing of charitatieve fondswerving, dan hoeft de betrokkene zelfs niets aan te tonen; hij kan verzet aantekenen, waarbij zijn gerechtvaardigd individueel belang zonder meer wordt erkend. De verwerking van zijn persoonsgegevens voor het betreffende doel moet worden gestaakt.
Artikel 11 Bewaartermijn De Wbp regelt dat persoonsgegevens niet langer bewaard mogen worden dan noodzakelijk is voor de doeleinden waarvoor zij zijn verzameld of worden gebruikt. De school bepaalt aan de hand van het doel hoe lang het noodzakelijk is de desbetreffende gegevens te bewaren. De leerlingengegevens dienen uiterlijk twee jaren nadat de studie is beëindigd te worden verwijderd, tenzij op grond van een wettelijke bewaarplicht een langere termijn geldt (artikel 19 Vrijstellingsbesluit). Zo bepaalt het Bekostigingsbesluit (artikel 9 WPO en artikel 6 WVO) dat de gegevens uit de leerlingenadministratie ten minste gedurende vijf jaren nadat de desbetreffende leerling van de school is uitgeschreven bewaard moeten worden. De gegevens van oud-leerlingen zoals bedoeld in artikel 12 van dit reglement, worden slechts verwijderd op verzoek van de betrokkene (artikel 41 Vrijstellingsbesluit). Verwerkingen van persoonsgegevens ter uitvoering van de Leerplichtwet door de verantwoordelijke worden verwijderd uiterlijk twee jaren nadat de leerplicht is geëindigd (artikel 20 Vrijstellingsbesluit). Wanneer persoonsgegevens worden verwerkt voor het verstrekken van de vergoeding van de kosten verbonden aan het leerlingenvervoer, als bedoeld in de Wet op het Primair Onderwijs en de Wet op de Expertisecentra, dienen de persoonsgegevens te worden verwijderd uiterlijk twee jaren na afloop van het schooljaar waarop de verstrekking van de vergoeding betrekking heeft (artikel 21 Vrijstellingsbesluit). Verwerkingen van beoefenaren van individuele beroepen in de gezondheidszorg, als bedoeld in de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, betreffende hun patiënten worden verwijderd nadat de wettelijke bewaartermijn is verstreken en bij het ontbreken daarvan uiterlijk vijf jaren na beëindiging van de behandeling (artikel 16 Vrijstellingsbesluit). Indien sprake is van een bezwaar-, klachten- of gerechtelijke procedure, dienen de persoonsgegevens uiterlijk na twee jaar te worden verwijderd nadat de desbetreffende procedure is afgehandeld, tenzij aan een langere wettelijke bewaarplicht dient te worden voldaan (artikel 39 Vrijstellingsbesluit). De persoonsgegevens uit een register of lijst worden verwijderd uiterlijk twee jaren nadat de betrokken hoedanigheid is vervallen, de gewenste hoedanigheid is verkregen of de gewenste prestatie is geleverd (artikel 40 Vrijstellingsbesluit).
Leerlingenstatuut Mencia de Mendoza
30
Documentbeheer. De gegevens die verzameld zijn met het oog op de registratie van de ontvangst, de behandeling en de afdoening van documenten door de verantwoordelijke worden verwijderd uiterlijk vijf jaren nadat de betrokken gegevens werden opgenomen (artikel 31 Vrijstellingsbesluit). Videocameratoezicht. Toezicht ter beveiliging van personen, gebouwen, terreinen, zaken en productieprocessen, die zijn toevertrouwd aan de zorg van de verantwoordelijke, met duidelijk zichtbare videocamera's is ook aan de Wet bescherming persoonsgegevens onderhevig. De persoonsgegevens die in dit kader worden verwerkt worden verwijderd uiterlijk 24 uren nadat de opnamen zijn gemaakt, dan wel na afhandeling van de geconstateerde incidenten (artikel 38 Vrijstellingsbesluit). Overige communicatiebestanden worden verwijderd op verzoek van betrokkene of uiterlijk een jaar nadat de relatie tussen betrokkene en de organisatie van de verantwoordelijke is verbroken (artikel 42 Vrijstellingsbesluit). Genoemde termijnen gelden tenzij de persoonsgegevens noodzakelijk zijn ter voldoening aan een wettelijke bewaarplicht.
Artikel 13 Klachten Veel onnodige bezwaar- en beroepsprocedures kunnen worden voorkomen door een klachtenprocedure te volgen. In lid 2 is melding gemaakt van de mogelijkheid om het College Bescherming Persoonsgegevens te verzoeken om bemiddeling, zoals opgenomen in artikel 47 Wbp.
Leerlingenstatuut Mencia de Mendoza
31
De directieraad van de SKVOB e.o. heeft kennis genomen van het privacyreglement verwerking leerlingengegevens op scholen van de SKVOB e.o. gedateerd juni 2005. De directieraad stelt dit reglement vast voor de scholen van de SKVOB e.o. De directieraad van de SKVOB e.o. draagt de scholen op de verwerking van leerlinggegevens overeenkomstig dit reglement uit te voeren.
Breda, 26 augustus 2005.
Leerlingenstatuut Mencia de Mendoza
32