h
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Kindvriendelijke Wijken Monitor Nulmeting februari 2009
1
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Woord vooraf
Rotterdam blijft de stad die verjongt. Er wonen in Rotterdam relatief veel kinderen en jongeren. Een goed woonmilieu scheppen voor deze kinderen en jongeren en hun ouders is een belangrijke opgave voor het gemeentebestuur. Dat betekent houden wat er nu al is (sportvoorzieningen, theater, vakantieland, goede scholen et cetera), maar ook – vooral op wijkniveau zorgen voor een kindvriendelijke buurt om in te wonen. Minder auto’s, meer speelplekken voor verschillende leeftijden en minder hondenpoep….’En, dat we mogen meepraten!’, zeiden Samira Belkaid uit de Afrikaanderwijk en Bouchra Afallah uit het Oude Noorden toen we plannen maakten om Rotterdam kindvriendelijker te maken. Inmiddels lopen er in verschillende wijken over de hele stad projecten die daaraan bijdragen. En waar kinderen, jongeren, ouders en professionals over hebben meegepraat. In wijken zoals het Oude Noorden (Erasmusbuurt) en Spangen (de Bloementuin) worden de eerste resultaten zichtbaar. Daarnaast verschijnt binnenkort de stedenbouwkundige visie op kindvriendelijkheid.
En dan is er ook nog het meetbaar maken van kindvriendelijkheid. Gezien de breedheid van het onderwerp een behoorlijke opgave. Voor u ligt de nulmeting van de Kindvriendelijke Wijken Monitor. Dit is een experimentele versie, uitgevoerd in de elf pilotwijken. Het komend jaar wordt gewerkt aan de verbetering van de informatievoorziening, zodat de monitor in een volgende collegeperiode informatie kan geven over alle woonwijken in de stad. Kind- en gezinsvriendelijkheid bestrijkt veel terreinen. Dat is ook terug te zien in de monitor: gegevens over schoon en heel zijn opgenomen, naast gegevens over woonbeleving van ouders en cijfers over het imago van Rotterdam. Mijn idee is dat de monitor bijdraagt aan het verankeren van de aanpak om kindvriendelijkheid op alle beleidsterreinen die ertoe doen. Dat kindvriendelijkheid onderdeel wordt van het denken van beleidsmakers. En dat bij volgende metingen zal blijken dat de aanpak werkt en dat Rotterdamse wijken kindvriendelijker worden. Ik hoop dat u met aandacht dit onderwerp blijft volgen.
Leonard Geluk Wethouder Jeugd, Gezin en Onderwijs
1
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
2
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Inhoud Woord vooraf
01
1. De opzet van de Kindvriendelijke Wijken Monitor
05
2. Resultaten nulmeting KiWi Monitor maatschappelijke effecten
11
3. Kijk op de wijk Cool Erasmusbuurt/Rottekwartier Liskwartier Spangen Oosterflank Beverwaard Hordijkerveld/Rijeroord Feijenoord Carnisse Tarwewijk Hoogvliet Noord
15 16 21 27 31 38 45 50 55 60 64 68
4. Kindvriendelijk Rotterdam in 2010 en daarna Toelichting begrippen van de Kindvriendelijke Wijken Monitor Gebruikte literatuur Uitgebreid overzicht resultaten nulmeting 11 pilotwijken Overzichtskaart KiWi-wijken
73
76 78
79 80
3
h
1
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
4
h
1
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
1
De opzet van de Kindvriendelijke Wijken Monitor Inleiding
Het College van B & W heeft op 11 maart 2008 het Plan van Aanpak Kindvriendelijke Wijken vastgesteld. Er zijn elf pilotwijken benoemd, waarvan er tenminste zeven op een of meer van de relevante beleidsthema’s kindvriendelijker moeten zijn in 2010: 1 Veiligheid in het verkeer en bij het spelen. 2 Voldoende en beschikbare voorzieningen en activiteiten voor kinderen en jongeren, ondermeer een betere programmering in de club- en buurthuizen. 3 Saamhorigheid en binding: contacten met buren en andere kinderen, geen overlast, samen dingen afspreken en doen. 4 Omgevingsfactoren in de wijk: schoon, groen, brede stoepen, goede straatverlichting. 5 Bouwen van kindvriendelijke woningen. Hiermee bedoelen we eengezinswoningen en/of hoogwaardige gezinsappartementen met voldoende ruimte voor kinderen en voor parkeren. 6 Verbetering wijkimago: aantrekkelijker en kindvriendelijker. Vier wijken zijn in 2008 van start gegaan met een uitvoeringsprogramma, waarin sociale en fysieke aspecten zijn gecombineerd. Dit zijn de Erasmusbuurt/Rottekwartier (Oude Noorden), Oosterflank, Spangen en Feijenoord. De overige wijken (Cool, Liskwartier, Beverwaard, Hordijkerveld/Reijeroord, Carnisse, Tarwewijk en Hoogvliet-Noord) zijn op basis van het wensenboek aan de slag gegaan met quick wins. Samen met ouders, kinderen en het welzijnswerk hebben deze deelgemeenten keuzes gemaakt voor projecten die met de beperkte extra middelen op korte termijn realiseerbaar zijn en een
5
h
1
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan het kindvriendelijker maken van de wijk. Het deelgemeentelijk KiWi beleid richt zich vooral op kinderen van 1 tot 12 jaar. Voor de verbetering van het voorzieningenaanbod voor jongeren van 12 tot 18 jaar (collegedoel 2) bestaat een apart programma, de zogenaamde Stedelijke Jongerenpool. De resultaten van dit programma worden, voor zover relevant voor het Programma Kindvriendelijke Wijken in de Monitor meegenomen.
Doel KiWi Monitor
Het beleid Kindvriendelijke Wijken is geslaagd als in de periode 2006-2010 tenminste zeven van de elf pilotwijken aantoonbaar kindvriendelijker zijn geworden. Dit wordt enerzijds gemeten op basis van de activiteiten en maatregelen die zijn uitgevoerd (wat zijn de resultaten van het beleid) en anderzijds wordt dit gemeten aan de hand van de maatschappelijke effecten. De KiWi Monitor kent drie doelen: • Ontwikkelingen in de tijd laten zien op de genoemde beleidsterreinen. • Verschillen tussen wijken laten zien. • Aanknopingspunten bieden voor het bijstellen van de interventies.
Peildatum nulmeting
Deze nulmeting is zoveel mogelijk gebaseerd op informatie uit het startjaar 2007. Bij sommige indicatoren is voor de nulmeting ook informatie uit 2008 gebruikt, omdat er geen gegevens van eerdere jaren beschikbaar waren. De vervolgmeting is zoveel mogelijk gebaseerd op informatie over 2009. De resultaten hiervan worden begin 2010 bekend gemaakt.
Beleidsevaluatie
Alle elf wijken hebben in 2007 of in 2008 een plan gemaakt om de kindvriendelijkheid van hun wijk te vergroten. Voor vier wijken (Erasmusbuurt/Rottekwartier, Spangen, Oosterflank en Feijenoord) ligt er een integraal plan dat fysieke en sociale elementen met elkaar verbindt. De plannen van de overige wijken liggen vast in een Wijkactieplan Sociaal of een ander document. De plannen verschillen per wijk; het gaat immers om maatwerk. De deelgemeenten voeren de projecten uit met ondersteuning van een hulpen bijstandsteam vanuit de diensten. Alle plannen zijn samengevat in hoofdstuk 3, Kijk op de wijk. De evaluatie eind 2009 bevat ondermeer onderzoek naar de waardering van de wijkbewoners over de genomen maatregelen. Hierdoor kunnen we aan het einde van de collegeperiode vaststellen welke inspanningen de wijken hebben gepleegd en wat die hebben opgeleverd.
KiWi Monitor maatschappelijke effecten
In de KiWi Monitor zijn indicatoren opgenomen die belangrijk zijn om fijn te kunnen opgroeien in de stad. Daarbij gaat het niet om hoeveel geld het gezin heeft of om de etniciteit. De KiWi Monitor gaat niet over achterstandsfactoren of risicogedrag, maar om een aantrekkelijke leefomgeving voor gezinnen. Op elk van de zes beleidsterreinen (verkeersveiligheid, jeugdvoorzieningen, omgevingsfactoren, wonen, sociale binding en imago) zijn indicatoren vastgesteld die het maatschappelijk effect kunnen meten. Bij de uitwerking van de indicatoren is gebruik gemaakt van de literatuurstudie van de Jonge Honden. Deze studie is verkrijgbaar via de dienst JOS. Waar mogelijk meten we in de monitor zowel de objectieve situatie (op basis van registraties) als de subjectieve (meningen uit enquêtes). Bij dit laatste is er naar gestreefd zowel de mening van de jongeren (uit de Jeugdmonitor Rotterdam) als die van de volwassenen (uit de Sociale Index) op te nemen. Er is, net als bij de Sociale Index, gewerkt met vijf categorieën: zeer zwak, probleem, kwetsbaar/matig, voldoende en sterk.
6
h
1
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Het bepalen van de hoogte van de scores is waar mogelijk gebaseerd op landelijke vergelijkingen of op die van de G4-gemeenten. Waar dit niet mogelijk was, heeft de begeleidingsgroep de normering vastgesteld op basis van expert rating. Hierbij is zoveel mogelijk aangesloten bij de wijze van normeren van de Sociale Index. In de bijlage is een korte uitleg van de begrippen opgenomen. Tenzij anders vermeld, zijn de gebruikte registraties afkomstig van het COS. Een uitgebreide Technische Handleiding van de KiWi Monitor is verkrijgbaar bij de dienst JOS (projectteam Kindvriendelijke Wijken). Een tegenvaller bij het werken aan de monitor was dat de Jeugdmonitor Rotterdam door verschillende oorzaken niet goed bruikbaar is. De belangrijkste oorzaak daarvan is dat in de Jeugdmonitor Rotterdam geen informatie is opgenomen over de vraag naar vrijetijdsvoorzieningen van jongeren. Daarnaast is een aantal pilotwijken (Cool, Erasmusbuurt, Liskwartier, Feijenoord) zo klein dat het moeilijk is om hier representatieve informatie uit te halen. Daarom is in het najaar 2008 nog een aanvullende KiWi enquête gehouden in de elf pilotwijken onder jongeren tussen de 12 en 16 jaar. Zo kregen we informatie over hun mening over de buurt en de voorzieningen1. Ook hier waren er uit de kleine buurten te weinig respondenten om harde conclusies te kunnen trekken. De opvattingen van de jongeren zijn daarom in veel gevallen alleen indicatief. Bij de interpretatie van de resultaten van de KiWi enquête is een neutraal antwoord gescoord als een 6. Het komend half jaar worden aanvullende interviews gehouden met jongeren. Deze worden waar mogelijk nog verwerkt in de aanscherping van de KiWi Monitor in september.
Uitleg van de indicatoren
Hieronder volgt de uitleg van de indicatoren die zijn gebruikt in de KiWi Monitor om de maatschappelijke effecten te meten. Een samenvatting hiervan is opgenomen in de bijlagen.
1. Veiligheid in het verkeer en bij het spelen In het stedenbouwkundig plan moet verkeersveiligheid in woongebieden prioriteit krijgen, met behoud van de levendigheid. Levendigheid, in de zin van veel voeten fietsverkeer, kan volgens onderzoek zorgen voor vertrouwdere relaties tussen volwassenen en kinderen en daarmee zorgen voor verbetering van het pedagogische klimaat in de wijk (Karsten e.a. 2006, Pool e.a. 2006). De verkeersveiligheid wordt gemeten aan de hand van het aantal ongevallen met slachtoffers per 1000 inwoners in de afgelopen vijf jaar (registratie Verkeer en Vervoer). Gemiddeld waren dat er in Rotterdam 6,5 per 1000 inwoners. Dit cijfer is genormeerd als een 6. Dit beeld is enigszins vertekend door de uitschieter van het Zuiderpark/ Zuidplein met bijna 64 ongevallen met slachtoffers in de afgelopen vijf jaar vanwege de drukke doorgaande weg, waar veel mensen van buiten de wijk passeren. Ondanks deze vertekening voor doorgaande routes en drukke winkelstraten laat een lage score voor verkeersveiligheid zien dat de jeugd in deze wijken relatief meer kans loopt bij een verkeersongeval betrokken te raken. Buiten kunnen spelen in wat wel genoemd wordt een ‘vertrouwde ontdekkings- en bewegingsruimte’ is voor de jeugd belangrijk. Kinderen leren alleen buiten om te gaan met ‘vertrouwde vreemden’ en op eigen initiatief nieuwe contacten te leggen. Voor ouders is het daarbij belangrijk dat tussen de voorzieningen spannende, maar ook veilige spannende routes gepland worden, zodat de kinderen zich op jonge leeftijd zelfstandig van A naar B kunnen bewegen. Jantje Beton, het expertisecentrum Kinderen en Buitenruimte, noemt dat ‘kinderlinten’ (Reijndorp en Van der Zwaard, 2007). Het Programma Kindvriendelijke Wijken spreekt over ‘kindlinten’. Dit item wordt gemeten op basis van de KiWi enquête, waarin ook gevraagd is naar de veiligheid bij het buiten spelen voor jongere kinderen. In de monitor is het item van openbare verlichting niet meegenomen, omdat daar geen informatie over beschikbaar is. Vanaf 2009 neemt de Veiligheidsmonitor dit item wel op.
1. Wanneer dit rapport spreekt over de mening van jongeren zijn dat altijd jongeren van 12 tot 16 jaar. Dit is namelijk de doelgroep van de Jeugdmonitor Rotterdam en van de KiWi enquête die voor dit onderzoek onder jongeren in de elf pilotwijken is gehouden.
7
h
1
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
2. Jeugdvoorzieningen Bij een kindvriendelijke wijk horen voldoende en aantrekkelijke sportvoorzieningen, speelplaatsen, speeltuinen en sociaal-culturele voorzieningen als buurt- en clubhuizen, kinderdagverblijven en hangplekken voor jongens en meiden. Meermalen benadrukt de onderzoeksliteratuur het belang van voldoende (sport)activiteiten voor kinderen en jongeren buiten (Reijndorp en Van der Zwaard, 2007). Om aantrekkelijk te zijn, moeten voorzieningen als speeltuintjes, sportveldjes en jongerencentra zich niet presenteren als vandalismebestendige achterstandsbestrijding, maar ambities ondersteunen en uitstralen. Voor de objectieve situatie kunnen we alleen terugvallen op de registraties van de dienst Sport en Recreatie. Deze dienst biedt gegevens over het aantal voetbalvelden (afgezet tegen wat voor de deelgemeente nodig is), de hoeveelheid speelplaatsen (per km2) en het aantal speeltuinen (per drie km2) en de ligging ervan. Dit laatste hebben de onderzoekers beoordeeld, omdat er geen registratie beschikbaar is (zie ook de kaart met de speeltuinen). Bij de normering van de voetbalvelden geldt de deelgemeentelijke norm van de dienst Sport en Recreatie. Bij de speelplaatsen is het gemiddelde van Rotterdam als voldoende beschouwd (een 6) en de bereikbaarheid van speeltuinen hebben de onderzoekers beoordeeld. Onlangs stelde het college de nieuwe buitenspeelnorm vast. Deze nieuwe norm wordt niet gebruikt voor de monitor, omdat op basis hiervan niet kan worden aangegeven in hoeverre de situatie in 2009 ten opzichte van 2007 is verbeterd. Over de sport- en spelvoorzieningen is bovendien de mening van de volwassenen bekend (overgenomen van de Sociale Index) en die van de jongeren (uit de KiWi enquête). Over andere belangrijke sociaal-culturele voorzieningen zijn helaas geen registraties beschikbaar. Daardoor ontbreekt informatie over het gebruik van de voorschoolse opvang en de naschoolse activiteiten van de Brede Scholen. Voor de monitor is alleen gebruik gemaakt van de mening van de volwassenen over de jongerencentra (overgenomen uit de Sociale Index) en die van de jongeren over de activiteiten in de buurt en de uitgaansmogelijkheden (uit de KiWi enquête).
3. Omgevingsfactoren Gezinnen willen in een omgeving wonen die schoon, heel en groen is (Pool e.a. 2006). De enige registratie die Rotterdam bijhoudt, is die van het onderhoud van groen. In de Monitor is opgenomen het percentage bespeelbaar groen in relatie tot de buurtoppervlakte (registratie dienst Gemeentewerken). Onder bespeelbaar groen wordt verstaan: bomenlanen, bosplantsoenen met een kruidenlaag of een natuurlijke ondergrond, grasvegetatie, paden door de begroeiing, greppels in het gras, halfverharding en vlonders. De mening van de volwassenen over schoon, heel, recreatief groen en wel/ geen overlast is overgenomen van de Sociale Index, de tevredenheid van de jongeren over het bespeelbare groen komt uit de KiWi enquête.
8
h
1
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
4. Wonen Gezinnen wonen bij voorkeur in een eengezinswoning of een woning met zicht op de straat. De directe omgeving moet voldoende ruimte bieden om te spelen en om te parkeren: brede stoepen en goed verlichte straten hebben de voorkeur. Toch zijn er voorbeelden uit het buitenland (Vancouver, Parijs, Berlijn) die laten zien dat het mogelijk is om kindvriendelijke appartementen te bouwen. De werkgroep Stedenbouwkundige Visie ontwikkelt, samen met de woningbouwcorporaties en ontwikkelaars, een norm voor een kindvriendelijk appartement. De monitor neemt vooralsnog alleen de grondgebonden woningen op. Dit zijn eengezinswoningen en overige grondgebonden woningen zoals de bel-etage van appartementen. Rotterdam scoort in dit opzicht veel hoger dan Amsterdam en iets hoger dan Den Haag, maar lager dan Utrecht en de rest van het land (VROM). Dit is gewaardeerd met de gemiddelde score voor Rotterdam van 5,8. Om na te gaan of de woningen groot genoeg zijn, is in de monitor ook het item ‘overbewoning’ opgenomen. Van overbewoning is sprake als niet elk kind een eigen kamer kan hebben. Dit item is gebaseerd op een registratie en overgenomen uit de Sociale Index. Tenslotte neemt deze indicator het saldo mee van de vestiging en vertrek van de gezinnen naar of uit de wijk. We nemen hierbij aan dat ontevredenheid met de woning de belangrijkste reden is voor verhuizing. Ook dit wordt gemeten op basis van een registratie. In de monitor is het item van de breedte van de stoepen niet meegenomen, omdat daar geen informatie over beschikbaar is.
5. Sociale binding Sociale binding aan de wijk en saamhorigheid ontstaat enerzijds als gevolg van meedoen aan activiteiten in de wijk, maar heeft anderzijds ook betrekking op de mate waarin er gelijkgerichte opvattingen bestaan over de (ongeschreven) regels in de buurt en de identificatie met de buurt. Het hoeft hierbij niet te gaan om sterke onderlinge banden, het gaat om wat de onderzoeksliteratuur de ‘publieke familiariteit’ (onderling vertrouwen, RIGO, 2007) noemt. Gezinnen hebben hier meer behoefte aan dan de gemiddelde bewoner van een wijk. Het vergroot de door ouders gewenste betrokkenheid van andere volwassenen ten opzichte van kinderen (reageren op ongewenst gedrag en belonen van gewenst gedrag) en de betrokkenheid van kinderen op andere volwassenen. De beoordeling van de eigen sociale omgeving door de buurtbewoners werkt door in de kwalificering van de pedagogische kwaliteiten van de andere ouders in de buurt en de conclusie of men in deze buurt de kinderen wil laten opgroeien (Reijnsdorp en Van der Zwaard 2007, Pool e.a. 2006). De subjectieve binding van volwassenen met de buurt is overgenomen van de Sociale Index en die van jongeren uit de KiWi enquête. Voor de objectieve situatie is gekeken naar de totale som van verhuizingen van gezinnen. Dit zegt iets over de stabiliteit van de wijk.
9
h
1
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
6. Imago Karsten, Reijndorp en Van der Zwaard (Karsten e.a., 2006) benadrukken dat het stigma van oude wijken als probleemwijken vaak wordt genoemd als een belangrijke (bijkomende) reden om de stad te verlaten. Succesvolle gezinnen uit de oude wijken (de sociale stijgers) willen niet geassocieerd worden met de achterstandsgroep waaraan men zich recent heeft ontworsteld. Deze ‘zwarte vlucht’ wordt volgens de auteurs sterk beïnvloed door beeldvorming en ondersteund door adviezen van makelaars die het vertrek uit de achterstandswijk adviseren. Het predicaat achterstandswijk stoot volgens de auteurs ook de middenklasse gezinnen af. Voor deze gezinnen maakt de diversiteit van de stedelijke bevolking onderdeel uit van hun ideaal van stedelijk wonen en daarmee van hun binding aan de stad. Het grootste probleem van gezinnen met een voorkeur voor het stedelijke milieu is de onzekerheid over de ontwikkelingen van de buurt. Men wil graag in de stad blijven in een wijk met ‘rustige levendigheid’, maar men vreest verloedering. Helaas zijn er weinig betrouwbare gegevens over het imago. Voor de monitor is gebruik gemaakt van de Brand Power Index van wijken, opgesteld in het kader van de Grote Woontest. Deze index geeft aan hoe sterk de positieve beleving van een wijk is in relatie met andere wijken. In de Grote Woontest is aan mensen van buiten de wijk gevraagd of men de wijk kent en wat voor beeld men heeft van de wijk. Bij Hoogvliet-Noord en Liskwartier is het indexcijfer genomen van de deelgemeente en bij Oosterflank dat van Ommoord. De mening van jongeren is gebaseerd op het antwoord van jongeren in de Jeugdmonitor Rotterdam op de vraag of ze vinden dat ze in een leuke en veilige buurt wonen. Het volgende hoofdstuk gaat in op de belangrijkste resultaten uit de nulmeting.
10
h
2
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
2
Resultaten nulmeting KiWi Monitor maatschappelijke effecten Verschillen in uitgangssituatie
De nulmeting geeft aan dat er grote verschillen bestaan in de uitgangssituatie van de pilotwijken. Het belangrijkste verschil is het aandeel grondgebonden woningen. Wijken met relatief veel grondgebonden woningen (Oosterflank, Beverwaard, Hordijkerveld/ Reijeroord en Hoogvliet-Noord) scoren voldoende tot ruim voldoende in de KiWi Monitor. Maar ook wijken met minder grondgebonden woningen, zoals Liskwartier en Spangen, scoren voldoende in de KiWi Monitor. Deze wijken scoren goed bij de verkeersveiligheid, de sociale binding en imago bij jongeren. Zowel Feijenoord als Carnisse hebben weinig grondgebonden woningen (score 3,9), maar scoren heel verschillend wat betreft sociale binding en imago. Het gevolg is dat Feijenoord 0,7 punt hoger uitkomt dan Carnisse. De jeugdvoorzieningen scoren over de gehele linie laag. De reden is meestal niet dat er te weinig voorzieningen zijn, maar dat (vooral de volwassenen) niet tevreden zijn over de voorzieningen. Opvallend is de lage score voor jeugdvoorzieningen in Beverwaard. Op basis van de nulmeting kunnen we concluderen dat de volgende wijken een stevige basis hebben om een goede kindvriendelijke wijk te worden: • Liskwartier • Hoogvliet-Noord • Oosterflank • Hordijkerveld/Reijeroord
11
h
2
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
• Spangen • Beverwaard Opvallend is de hoge score voor Hoogvliet-Noord. We kunnen constateren dat de herstructurering die hier de afgelopen vijftien jaar plaatsvond bijzonder succesvol is geweest. Succesfactoren hierbij zijn: de sterke regie van de deelgemeente en de goede samenwerking tussen de partners uit de fysieke sector en die uit de sociale sector. De wijk is van een wijk met grote leegstand veranderd in een kindvriendelijke wijk waar gezinnen naar toe trekken. In Spangen lijkt hetzelfde proces aan de gang. Verder zijn er wijken die een omslagpunt kunnen maken naar een positief klimaat wat betreft kindvriendelijkheid. Het betreft de wijken: • Feijenoord • Erasmusbuurt/Rottekwartier De wijken waar extra inspanningen nodig zijn om de wijk kindvriendelijk te maken zijn: • Carnisse • Tarwewijk • Cool
De beleidsplannen
Legenda categorie-indeling KiWi Monitor 3,99 of lager Zeer zwak 4-5
Probleem
5-6
Kwetsbaar / matig
6-7
Voldoende
7 of hoger
Goed tot zeer goed
De genomen beleidsmaatregelen zijn eveneens heel verschillend. De maatregelen bevatten ondermeer een kindercampus (Tarwewijk), beter ingerichte wijkpleinen, beter ingerichte speelplaatsen, beter aanbod van activiteiten voor kinderen en jongeren, het optimaal benutten van de 30 kilometerzones, hondenvrije buitenruimte, een veilige omgeving (kindvriendelijke routes, veilig verkeer) en/of een kindvriendelijk parkeerbeleid (beter gebruik parkeergarages). Verder zijn kortlopende projecten uitgevoerd en/of opgestart (quick wins), waarbij de deelgemeenten, bewoners en organisaties intensief betrokken zijn. Het Centrum en de deelgemeenten Noord en Delfshaven werken actief aan kinder- en jongerenparticipatie. De maatregelen en de activiteiten van de deelgemeenten zijn erg divers en sluiten niet in alle opzichten aan op de knelpunten die in de nulmeting zijn gesignaleerd. Een aantal wijken heeft positieve ervaringen met een bepaalde aanpak. Deze veelbelovende voorbeelden zijn apart in de rapportage opgenomen ter inspiratie. Het meest innovatieve veelbelovende voorbeeld is te vinden in IJsselmonde. Daar heeft men de noodzaak van capaciteitvergroting voor de wateropvang gebruikt voor het ontwikkelen van relaties tussen water en spelen. Dit heeft geleid tot het plan voor de Waterboerderij in Beverwaard. De plannen zijn samengevat in hoofdstuk 3 van deze nulmeting, met een korte beschrijving van de kenmerken van de wijk en de nulmeting van de maatschappelijke effecten men voor ogen heeft.
Cool
Erasmusbuurt Rottekwartier
Liskwartier
Spangen
Oosterflank
Beverwaard
Hordijkerveld Rijerooord
Feijenoord
Carnisse
Tarwewijk
Hoogvliet-Noord
Gemeente Rotterdam
Samenvattend overzicht nulmeting 11 pilotwijken
Veiligheid
3,8
6,0
7,4
6,8
7,3
7,4
6,2
7,3
6,9
5,5
4,4
6,3
Jeugdvoorzieningen
4,7
5,4
5,7
5,9
5,1
4,7
5,1
5,2
4,9
5,4
5,1
5,2
Omgevingsfactoren
5,8
4,9
6,2
5,5
6,3
6,6
6,6
5,4
5,2
4,5
7,0
5,8
Wonen
4,8
4,5
5,6
4,9
6,5
6,7
6,1
3,9
3,9
4,8
7,6
5,4
Binding
5,9
6,2
6,6
6,9
6,4
5,7
5,8
6,4
3,7
4,3
6,6
5,9
Imago
7,1
6,8
7,1
6,4
6,1
5,0
6,7
6,8
5,8
4,3
6,8
6,3
KiWi-score 11 pilots
5,3
5,6
6,4
6,1
6,3
6,0
6,1
5,8
5,1
4,8
6,3
5,8
Buurtnaam
12
h
2
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Hieronder volgen de belangrijkste resultaten van de monitor maatschappelijke effecten per beleidsveld. Een samenvattend overzicht van de scores van de nulmeting is te vinden in bijlage 1 bij de agendapost. Een uitgebreid overzicht van de nulmeting is te vinden in bijlage 2 van de agendapost. 1. Verkeersveiligheid In Cool, Tarwewijk en Hoogvliet-Noord is de verkeersveiligheid onvoldoende en zijn de jongeren ontevreden over de veiligheid bij het spelen. Opvallend is dat de jongeren ook ontevreden zijn over de veiligheid bij het spelen in Beverwaard, Feijenoord en Carnisse, terwijl daar de afgelopen jaren toch weinig verkeersongelukken zijn geweest. 2. Jeugdvoorzieningen Alle wijken scoren matig of laag bij de jeugdvoorzieningen, zowel bij de sport- en spelvoorzieningen als bij de sociaal-culturele voorzieningen. Dit geldt zowel voor de jongeren als voor de volwassenen, maar er zijn wel verschillen. Over de hele lijn zijn jongeren meer tevreden over de aanwezige voorzieningen in de wijken dan de volwassenen. Met uitzondering van de sportvoorzieningen. De kwaliteit van de speelplaatsen laat te wensen over. In veel wijken zijn er volgens de norm wel voldoende speelplaatsen, maar is de bevolking daar toch (erg) ontevreden over. Het verschil is groot. Kwantitatief scoren de wijken gemiddeld goed, de tevredenheid scoort gemiddeld 4,8. De door de dienst Sport en Recreatie gehanteerde beoordeling van de beschikbaarheid van de voetbalvelden onderschrijven de deelgemeenten niet. Het komend half jaar wordt dit nader bekeken en worden ook de kleinere sportveldjes bij de monitor betrokken.
Speeltuinen in Rotterdam speeltuin
100 meter
200 meter Taka Tukaland
Honderd- en tienmorgen
Ommoord BSV Terbregge Hillegersberg
Melanchton
Schiewijk
Het lage Land Het Noorden
Levenslust
Kinderparadijs Meidoorn Crooswijk De Speeldernis Ali Baba Hoek van Holland
De Zandtuin Botu Botu
Weena Kralingen
Confetti Binnenste Buiten
Kralingseveer Katendrecht
Heijplaat
Verkeersveiligheid
WSV Tarwewijk
Charlois Wielewaal
Jeugdvoorzieningen
Bouwspeeltuin Zonneweijde
Zalmplaat
Afrikaanderplein
Millinx De Klimroos Hillesluis
Varkenoord BSV Stormpolder
NHVO
De Waal Pernis
Hoogvliet De Wobbel
Pietje Bell
Oudedijk
De Hoevetuin
De Driehoek
Speelboerderij Odilia
Vreewijk de Vaan Het Brabants Dorp
IJsselmonde
Kreekhuizen Smeetsland
Pendrecht 1
Reyeroord
Bodelo
Pendrecht 7
Recreatiever. Pascal Jeugdveld
Maeterlinck
13
h
2
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
3. Omgevingsfactoren De scores met betrekking tot schoon en heel zijn redelijk goed, met uitzondering van Carnisse en Tarwewijk. De hoeveelheid bespeelbaar groen (in vergelijking met het totale buurtoppervlak) varieert volgens objectieve maatstaven sterk; de mening van volwassenen is over de gehele linie negatief. De jongeren zijn overwegend positief over het groen, met uitzondering van de jongeren in Cool en de Erasmusbuurt. Opvallend is dat in Beverwaard de jongeren aanzienlijk meer tevreden zijn over het aanwezige groen dan de volwassenen. 4. Wonen Het merendeel van de pilotwijken scoort laag op het aandeel grondgebonden woningen, met uitzondering van Oosterflank, Beverwaard, Hordijkerveld/Reijeroord en HoogvlietNoord. Beverwaard heeft het hoogste percentage grondgebonden woningen. In Spangen, Oosterflank en Hoogvliet-Noord zijn er meer gezinnen die zich vestigen dan weggaan. Opvallend is dat Spangen weinig grondgebonden woningen kent en relatief veel overbewoning, maar wel in staat is gezinnen te houden of aan te trekken. 5. Sociale binding De jongeren waarderen hun wijk over de gehele linie positief. Zij hebben ook in de regel weinig vergelijkingsmateriaal. De volwassenen zijn in de regel minder positief. De score voor de sociale binding die mensen ervaren is laag (onder de 5) in de Erasmusbuurt/ Rottekwartier, Beverwaard, Carnisse en Tarwewijk. Het aantal verhuizingen van gezinnen is hoog in Carnisse, Cool en Tarwewijk. 6. Imago Bij de Brand Power Index van wijken is aan mensen van buiten de wijk gevraagd of men de wijk kent en wat voor beeld men van de wijk heeft. De scores lopen uiteen van 7,4 voor Cool (goed winkelaanbod, leuk om uit te gaan) tot een 2,6 voor Beverwaard en zelfs een 1 voor Tarwewijk. De Erasmusbuurt/Rottekwartier, het Liskwartier en Hordijkerveld/Reijeroord scoren ruim voldoende. Dit geeft een interessant doorkijkje, maar het onderzoek vraagt niet specifiek naar kindvriendelijkheid. Bovendien laten de resultaten voor andere wijken zien dat bij de waardering een aantal factoren spelen die het beleid moeilijk kan beïnvloeden. Zo scoort Kralingen-West bijna even goed als Kralingen-Oost.
Conclusie nulmeting
De resultaten van de nulmeting zijn, op het item van de voetbalvelden na, herkenbaar voor de portefeuillehouders van de deelgemeenten. De norm voor de voetbalvelden voor de deelgemeenten vinden de meeste portefeuillehouders onbruikbaar, een portefeuillehouder spreekt zelfs van ‘hilarisch’. De nulmeting van de KiWi Monitor maatschappelijke effecten vindt men een bruikbaar instrument om te zien aan welke knelpunten het beleid meer aandacht moet schenken. De nulmeting biedt ook een kader voor een toekomstige ontwikkeling op langere termijn. Binnen deze collegeperiode worden geen meetbare resultaten verwacht ten aanzien het vergroten van het aantal kindvriendelijke woningen of het imago van de wijken. Voor het meten van de ontwikkeling op het terrein van wonen zijn wel jaarlijkse gegevens beschikbaar. Dit is niet het geval bij het imago uit de grote Woontest. De verwachting is dat dit imago opnieuw wordt gemeten in 2012. Voor de KiWi Monitor betekent dit een vervolgmeting begin 2010 om na te gaan of het Programma Kindvriendelijke Wijken resultaten heeft geboekt en extra aandacht heeft besteed aan de thema’s: verkeersveiligheid, voorzieningen, schoon/heel/groen en sociale binding. In september 2009 verschijnt een tussenmeting over 2008.
14
h
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
3
Kijk op de wijk
15
h
Aantal bewoners: 4.366 Aantal kinderen 0 t/m 12 jr: 318 Aantal kinderen 13 t/m 17 jr: 129 Aandeel gezinnen: 8,9% Aandeel grondgebonden woningen: 7,8% Aandeel koopwoningen: 14,1% Woningaanbod: voornamelijk goedkope woningen
A
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Kenmerken van de wijk
Cool
Puik imago, maar minder veilig en magere jeugdvoorzieningen Tijdens de Tweede Wereldoorlog is een groot deel van de wijk Cool getroffen bij het bombardement. Na de oorlog is een deel van de wijk gesloopt voor de aanleg van de Westblaak. De Witte de Withstraat en de Oude Binnenweg zijn twee belangrijke straten in de wijk die bewaard zijn
gebleven. De wijk Cool maakt onderdeel uit van het Centrum; het is dan ook een echte grotestadswijk met relatief weinig gezinnen met kinderen. Er zijn wel veel kinderen die in Cool naar school gaan en na schooltijd in de wijk activiteiten ondernemen. In het gedeelte ten noorden van de Blaak wonen vooral ouderen, mensen die er dertig of veertig jaar geleden zijn komen wonen. Cool Zuid is etnisch heel divers en kenmerkt zich door voornamelijk goedkope woningen. De Centrumraad participeert in het project Kindvriendelijke Wijken. Kindvriendelijk Cool richt zich vooral op het deelgebied Cool Zuid. De potentie van dit gebied ligt vooral in de woningvoorraad, de buitenruimte en de ontwikkelingen rondom Brede Basisschool `t Landje. Deze locatie wordt verbouwd tot een zogenaamde multifunctionele accommodatie; ook
andere voorzieningen dan alleen onderwijs zullen zich hier gaan vestigen. Door sloop en nieuwbouw vestigen zich in de komende jaren nieuwe bewoners in Cool. Dit kan tot spanningen leiden tussen huidige bewoners en nieuwkomers. Brede Basisschool ‘t Landje, Dorpshuis Cool en ook andere locaties in Cool Zuid bieden kansen om ontmoeting tussen deze groepen te arrangeren en stimuleren. Kinderen spelen daarbij een belangrijke rol. Zij vormen vaak de aanleiding voor ontmoeting tussen ouders.
16
h
3
B
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Samenvatting nulmeting 2007
Cool
Veiligheid
In de hele wijk Cool is er sprake van minder veilige situaties voor kinderen bij het spelen. Er zijn voor kinderen weinig aantrekkelijke woningen en er is een tekort aan jeugdvoorzieningen. Dat laatste is enigszins verklaarbaar; Cool is dichtbevolkt en in het noordelijk deel wonen vooral ouderen. Opvallend is de tevredenheid over de beschikbare jeugdvoorzieningen, die ook laag is. De jongeren zelf zijn redelijk positief over de wijk. Over het bespeelbaar groen zijn ze echter ontevreden. Cool heeft een goed imago bij buitenstaanders, vanwege het winkelaanbod en de uitgaansmogelijkheden. Het is een goede prestatie dat Cool, ondanks z’n Centrumligging, een schone wijk is en dat er maar weinig kapot is.
7,5 7,0 6,5
Im
ag
o
6,0 0 5,5
o
dv
ug
Je
en
ing
en
i orz
5,0 4,5 4,0 3,5
Cool Gemiddelde 11 pilotwijken
3,0
din
Om
g
ge
vin
gs
fac
tor
en
Wonen
Bin
Verkeersveiligheid
De score voor veiligheid is verreweg het laagst van alle pilotwijken (score 3,8). Er gebeuren vooral veel verkeersongevallen. Ook de jongeren vinden het voor kinderen niet veilig genoeg om op straat te spelen.
Jeugdvoorzieningen
Dat er geen groene voetbalvelden zijn in een dichtbevolkte wijk als Cool is begrijpelijk. Ook is begrijpelijk dat de bevolking hier ontevreden over is. De bevolking is echter ook ontevreden over de binnensportvoorzieningen en de speelvoorzieningen: zowel speelplaatsen als speeltuinen. Des te opvallender is het dat de jongeren wel redelijk tevreden zijn met de sportvoorzieningen en de sociaal-culturele voorzieningen (bijvoorbeeld uitgaan en mogelijkheden om creatieve dingen te doen).
17
h
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Omgevingsfactoren
Over de gehele breedte scoort Cool matig wat betreft de omgevingsfactoren schoon, heel, groen en geen overlast. Wat eruit springt, is het gebrek aan adequate groenvoorzieningen en de ontevredenheid hierover van zowel de volwassenen als de jongeren. Waar Cool trots op kan zijn, is dat het, ondanks z’n Centrumligging, een schone wijk is en dat er ook maar weinig kapot is.
Wonen
De woonkwaliteit van Cool blijkt niet aantrekkelijk voor gezinnen. Cool heeft erg weinig grondgebonden woningen. Het is daarom niet verwonderlijk dat er veel meer gezinnen uit Cool vertrekken dan er zich vestigen. We kunnen spreken van een leegloop van gezinnen. Omdat er weinig (grote) gezinnen wonen is er ook weinig sprake van overbewoning, de wijk scoort op dit punt ‘zeer goed’.
Sociale binding
Cool krijgt net geen voldoende beoordeling als het gaat om ‘binding aan de buurt’. De positieve beleving van zowel de volwassenen als de jongeren met hun buurt wordt teniet gedaan door de extreem hoge verhuismobiliteit.
Imago
Het ijzersterke imago is het best scorende van alle zes collegedoelen in Cool. De jongeren van Cool geven hun wijk een ruime voldoende. Buitenstaanders hebben ook een positieve indruk van de wijk. Zij waarderen vooral het winkelaanbod, de centrale ligging en de nabijheid van uitgaansgelegenheden. De wijk heeft een ‘artistiek’ imago.
Reactie portefeuillehouder op de nulmeting
Conclusie naar aanleiding van de nulmeting
Cool
“Het is belangrijk dat ook aan de jongeren zelf gevraagd is of zij het voor zichzelf en voor jongere kinderen veilig vinden om buiten te spelen. Helaas is dit niet het geval. Er zijn verkeersmaatregelen genomen om veilig spelen te verbeteren. Het is duidelijk dat er in Cool minder mogelijkheden zijn om te sporten. Toch blijkt uit de Jeugdmonitor dat de jeugd van Cool meer dan gemiddeld sport. Het zou interessant zijn om te weten waar zij dat doen. Verder hebben twee van de drie scholen in Cool-Zuid een bovenwijkse (stedelijke) functie. Maatregelen gericht op basisschoolleerlingen in het gebied komen slechts voor een deel ten goede aan de kinderen uit Cool-Zuid. In het Binnenstadsplan is aandacht voor de verbindingen tussen het groen en de parken, waardoor Het Park gemakkelijker toegankelijk wordt voor Coolbewoners. Het goede imago kan een stimulans zijn voor het aantrekken van gezinnen voor de nog te bouwen kindvriendelijke appartementen in Cool-Zuid. De toekomstige herontwikkeling van het Baankwartier biedt hiertoe een goede kans.”
Op korte termijn is verbetering gewenst van de verkeersveiligheid en de veiligheid bij het spelen. Daarnaast is uitbreiding en verbetering van het bespeelbaar groen nodig en verbetering van de binnensportvoorzieningen en de speelplaatsen.
18
h
C
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Hoe wordt Cool kindvriendelijker?
Cool
De Centrumraad legt binnen het domein van welzijn steeds meer de nadruk op bewonersparticipatie en burgerinitiatief. In het kindvriendelijke Cool zal kinderparticipatie extra aandacht krijgen en uitgewerkt worden in concepten, toegesneden op kinderen. Hoe geef je kinderen een stem in de wijk? Welke positie durf je kinderen te geven?
Verkeersveiligheid
De verkeersveiligheid verbetert door de beperking van het verkeer in de omgeving van de basisscholen ‘t Landje en de Rotterdamse Schoolvereniging.
Jeugdvoorzieningen
In het convenant tussen College van B en W en de Centrumraad (2007) is afgesproken dat de Centrumraad voldoende speelruimte zal creëren of in stand houden voor elke leeftijdscategorie. In 2008 is er een speelruimteonderzoek gehouden met betrekking tot het huidige gebruik ten opzichte van de geraamde behoefte aan buitenspeelplaatsen. Aanpassingen worden in 2009 uitgevoerd. Belangrijke andere doelen zijn het verhogen van de sportdeelname van kinderen. Om dit te bereiken krijgen kinderen op acht scholen in het Centrum elke schooldag minstens één uur bewegen (Lekker fit). Dit moet leiden tot 5% toename van sportparticipatie van Coolse kinderen in de basisschoolleeftijd. In samenwerking met de dienst Sport en Recreatie krijgen jongeren op het Voortgezet Onderwijs een sportstimuleringsprogramma van twee uur per week aangeboden. In 2009 is er minimaal één schoolsportvereniging opgezet. Workshops op scholen stimuleren deelname aan kunstzinnige en culturele activiteiten. Het streven is per jaar twintig jongeren met talent te ontdekken en hun aanvullende cursussen aan te bieden. Deelname aan kunstzinnige en culturele activiteiten in de wijk zal hierdoor in 2009 met 10% gestegen zijn ten opzichte van 2007.
Verbeteren buitenruimte en groen
Het schoolplein van Basisschool ‘t Landje krijgt een wijkfunctie. Omdat Cool weinig groen heeft, is het project Coolzaad ontwikkeld. Doel hiervan is bewustwording van het belang van natuur en milieu bij kinderen te bevorderen (zie paragraaf D).
Kinder- en jongerenparticipatie
Het Dorpshuis, de plek voor ontmoeting en activiteiten in Cool-Zuid, wordt geheel gericht op de vraag van bewoners, die het Dorpshuis zelf beheren. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat ook de jeugd hierin participeert. Kinder- en Jongerenparticipatie wordt bevorderd door de jeugd zelf problemen aan te laten pakken, zoals het bepalen van de plek voor het uitlaten van honden.
19
h
D
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Veelbelovend voorbeeld:
Cool
Coolzaad
Coolzaad is een project om kinderen kennis te laten maken met alles wat groeit en bloeit en hen zelf bloemen te laten kweken en groente en fruit te laten verbouwen. Een aantal keren per jaar krijgen kinderen uit Cool zaden, stekjes om zelf te zaaien en te planten in hun Mobiel Kinder Tuintje. Als kind kun je er gedurende het hele jaar van alles in gaan kweken (je kunt er ook een klein kasje van maken), koken met de oogst, ontdekken welk groen er in de wijk aanwezig is, enzovoort.
Een speciaal ontworpen tuintje voor kinderen in de stad. Het Mobiele Kinder Tuintje is een idee van BuurtLAB en uitgewerkt door het Centrum voor Dienstverlening (CVD). Het tuintje: -
is gemaakt van sloophout,
- heeft wieltjes (zodat je het kan verplaatsen op je balkon van bijvoorbeeld uit of in de zon), - heeft een zondoorlatende kap, zodat je het kunt gebruiken als kasje en er allerlei dingen in kunt kweken - krijgt een eigen website met daarop filmpjes over hoe je moet kweken, groen moet onderhouden, wat je met diverse planten kunt, tips & trucs.
20
h
A
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Kenmerken van de wijk
Erasmusbuurt en Rottekwartier
Goed imago kan lage woonkwaliteit niet compenseren Aantal bewoners: 6.438 Aantal kinderen 0 t/m 12 jr: 2.649 Aantal kinderen 13 t/m 17 jr: 1.127 Aandeel gezinnen: 21,5% Aandeel grondgebonden woningen: 16,4% Aandeel koopwoningen: 15,5% Woningaanbod Cool Zuid: vooral drie- en vierkamerwoningen
Over de wijk het Oude Noorden zijn aardig wat statistieken beschikbaar, over de buurten Erasmusbuurt en het Rottekwartier, gelegen in het Oude Noorden, is veel minder informatie voorhanden. Daarom heeft deze nulmeting deels betrekking op de Erasmusbuurt/ Rottekwartier, en deels op het Oude Noorden. Als dat laatste het geval is, wordt dit apart vermeld.
Het Oude Noorden is een Vogelaarwijk met veel schooluitval en overlast van jongeren. (Het Oude Noorden zal zich de komende jaren ontwikkelen tot een Jeugd Kansen Zone. In 2008 is een wijkprofiel opgesteld met daarin de belangrijkste risico- en beschermende factoren en een voorstel voor verbetering van het activiteitenaanbod. De aanpak is beschreven in een preventieplan. Met hulp van extra jongerenwerkers bestrijdt de deelgemeente de jongerenoverlast. De kracht van het Oude Noorden is de pleinen met de brede straten er omheen en de ruime variëteit aan winkels en eetgelegenheden. In de Erasmusbuurt staat ook de Turkse Gultepe moskee. Com·wonen is de corporatie met de meeste huurwoningen. De centrale plek voor de kinderen in de Erasmusbuurt/ Rottekwartier is Basisschool De Klimop
met bijbehorend schoolplein. Hoewel er in de Erasmusbuurt/ Rottekwartier zelf geen andere pleinen liggen, bieden de pleinen in de direct aangrenzende buurten wel mogelijkheden om meer speelruimte te creëren. Verder zijn er in de Erasmusbuurt/
Rottekwartier vier ruime binnenterreinen waar kinderen kunnen spelen. De kleinschaligheid heeft het voordeel dat veel kinderen elkaar kennen. Bovendien wordt de locatie Erasmusstraat 4 – 8 voor twee jaar ter beschikking gesteld voor jeugd van 14 – 18 jaar.
21
h
3
B
Erasmusbuurt en Rottekwartier
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Samenvatting nulmeting 2007
Erasmusbuurt en Rottekwartier
Veiligheid
De woonkwaliteit voor gezinnen met kinderen is laag in de Erasmusbuurt/ Rottekwartier. Zowel de woningen zelf als de woonomgeving hebben onvoldoende kwaliteit voor gezinnen met kinderen. Toch verlaten weinig gezinnen deze buurten. De binding aan de Erasmusbuurt/Rottekwartier is sterk. Ook zijn de jongeren positief betrokken bij hun wijk. De volwassenen hebben weinig binding met de wijk. Het wijkimago is positief.
7,0 6,5
Im
ag
o
6,0
o
dv
ug
Je
n
ge
nin
ie orz
5,5 5,0 4,5
Erasmusbuurt / Rottekwartier Gemiddelde 11 pilotwijken
4,0
din
Om
g
ge
vin
gs
fac
tor
en
Wonen
Bin
Verkeersveiligheid
De wijk scoort bij verkeersveilig voldoende. Het aantal ongevallen met slachtoffers ligt ongeveer op het Rotterdamse gemiddelde. De jeugd beoordeelt de veiligheid bij het spelen minder goed en krijgt daarmee de kwalificatie ‘kwetsbaar’.
Jeugdvoorzieningen
Volgens de beschikbare registraties is er in het Oude Noorden nauwelijks een tekort aan jeugdvoorzieningen. Toch zijn de volwassenen hierover over de gehele linie ontevreden. De jongeren van de Erasmusbuurt/Rottekwartier zijn alleen ontevreden over de mogelijkheden om te sporten.
Omgevingsfactoren
De Erasmusbuurt en het Rottekwartier kennen geen kindvriendelijke woonomgeving. Het schort vooral aan bespeelbare groenvoorzieningen; de wijk scoort daarop zeer laag. Zowel de volwassenen als de jeugd zijn hier dan ook erg ontevreden over.
22
h
3
Ook is er in het Oude Noorden sprake van behoorlijk wat overlast. Het Oude Noorden is ‘kwetsbaar’ als het om een schone en hele omgeving gaat.
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Erasmusbuurt en Rottekwartier
Wonen
De woningen in de Erasmusbuurt/Rottekwartier zijn klein en slechts een klein percentage is grondgebonden. Dat maakt ze minder geschikt voor gezinnen. Waarschijnlijk is dat ook de reden dat er meer gezinnen met kinderen vertrekken dan zich vestigen. Het totaal aantal verhuizingen is echter opvallend laag.
Sociale binding
De binding met de buurt is voldoende, waarbij onderscheid gemaakt moet worden tussen de binding van de volwassenen en die van de jeugd. De jongeren ervaren veel binding met hun buurt, terwijl de volwassenen weinig buurtbinding voelen. Ondanks dat is het totale aantal verhuizingen van gezinnen met kinderen laag, zelfs lager dan gemiddeld. Dat maakt de buurt heel stabiel.
Imago
Het imago van het Oude Noorden is redelijk goed. Het Oude Noorden is in de ogen van buitenstaanders oud, gezellig, multicultureel en heeft een goed winkelaanbod. Ook de jongeren vinden hun buurt een leuke en veilige buurt.
Reactie portefeuillehouder op de nulmeting
Conclusie naar aanleiding van de nulmeting
“De buurt wordt gekenmerkt door veel vooroorlogse gestapelde huurwoningen, die klein zijn en minder geschikt voor gezinnen. Toch wonen er veel gezinnen en er is dan ook vaak sprake van (sterke) overbewoning. De huizen zijn niet duur; een van de redenen voor weinig verhuizingen. Het sluipverkeer van de Noordmolenstraat door de Erasmusbuurt is een groot probleem voor de bewoners en zeker voor de kinderen. De voetbalvelden liggen op een te grote afstand voor de kinderen van de Erasmusbuurt en het Rottekwartier, waardoor kinderen uit de buurt deze nauwelijks gebruiken. Op korte termijn maken de voetbalvelden aan de Kanaalweg plaats voor een nieuwe bestemming.”
Op korte termijn is verbetering van de tevredenheid over de jeugdvoorzieningen nodig, in het bijzonder over de sport- en spelvoorzieningen. Dit is onder meer mogelijk door uitbreiding van de functie van de schoolpleinen en verplaatsing van de voetbalvelden aan de Kanaalweg. Daarnaast is uitbreiding van bespeelbaar groen nodig. Dit wordt gerealiseerd in en om de omgeving van het Klooster. Het blijft in de toekomst van belang het pedagogisch klimaat en de pedagogische visie te borgen.
23
h
C
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Hoe worden de Erasmusbuurt en het Rottekwartier kindvriendelijker?
Erasmusbuurt en Rottekwartier
De Erasmusbuurt/Rottekwartier heeft kindvriendelijkheid op de politieke agenda gezet. Al voordat het Collegeprogramma tot stand kwam, was deze wijk begonnen met plannen voor verbetering van de kindvriendelijkheid van de buurt. Basisschool De Klimop, woningcorporatie Com·wonen, Stichting De Meeuw en de deelgemeente hadden al een werkgroep gevormd (Kindercampus Erasmus) met als doel het creëren van een veilige, kindgerichte, stimulerende omgeving waarin alle kinderen uit de buurt hun talenten optimaal kunnen ontwikkelen. De partners hebben zich gecommitteerd aan de onderstaande streefdoelen:
Verkeersveiliger en autoluw maken van het gebied
Hierbij gaat het vooral om veilige bereikbaarheid van de school en de speelruimtes voor kinderen. Een deel van de Tollensstraat wordt verkeersluw. Dit is tevens de start van de aanleg van een ‘groei- en bloeipad’ door de wijk; dit kindlint verbindt de speelterreinen in de wijk met elkaar.
Verbeteren jeugdvoorzieningen en dubbelgebruik schoolplein en binnenterreinen
Het schoolplein van Basisschool De Klimop en de vier binnenterreinen worden heringericht voor alle kinderen tot 12 jaar. De kinderen krijgen hierbij de mogelijkheid hun verschillende talenten te ontdekken en te ontwikkelen. Inrichting, speeltoestellen en functies van locaties zijn hierop aangepast. In 2008/2009 worden zowel het speelplein en de binnenterreinen in het Rottekwartier (2x), Tollenstraat, Rembrandtstraat en Jacob Catsstraat heringericht. Basisschool De Klimop wordt een brede school die basisschoolleerlingen kan opvangen van 7.30 tot 19.00 uur. Er komt plek voor alle kinderen van 4 tot 12 jaar in de kinderopvang, in de buiten- en tussenschoolse opvang. De welzijns- en zorginstellingen werken klantgericht samen vanuit dezelfde pedagogische visie en weten van elkaar waar ze mee bezig zijn. In 2009 komt er een evenement op het Noordplein.
24
h
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Kindvriendelijke buitenruime
Er worden nieuwe, kindvriendelijke groenvoorzieningen aangelegd. De locatie Erasmusstraat 4-8 wordt voor jeugdigen vanaf 14 tot 18 jaar tijdelijk heringericht. Ook stoepen en straten worden aangepakt, zodat kinderen er kunnen spelen en elkaar ontmoeten.
Een eenduidige pedagogische visie
Bij alle voorzieningen wordt gewerkt vanuit dezelfde pedagogische visie met betrekking tot het omgaan met kinderen, het stimuleren van (talenten van) kinderen en het hanteren van regels. Dit houdt in dat dezelfde gedragsregels gelden op school, in Kinderparadijs Meidoorn, in de buurt- en clubhuizen en bij de sportactiviteiten. Ouders, kinderen en omwonenden worden nauw betrokken bij alle plannen. Vanuit de pedagogische visie wordt een concreet activiteitenaanbod voor kinderen en hun opvoeders uitgewerkt (zie paragraaf D). Gezamenlijke training- en scholingstrajecten voor professionals implementeren deze visie in de buurt. Hierbij worden de bewoners goed geïnformeerd over de voortgang van de activiteiten. Doel is dat alle buurtbewoners hun wijk herkennen als kindvriendelijk en enthousiast over zijn over hun wijk. Er komt een communicatieplan dat ook aandacht besteedt aan 1) de werving van kinderen voor de kinderopvang en 2) de verhuur en verkoop van woningen van Com·wonen.
Erasmusbuurt en Rottekwartier
25
h
D
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Veelbelovend voorbeeld: Meervoudige Talenten
Erasmusbuurt en Rottekwartier
Bij de ontwikkeling van een kindvriendelijke Erasmusbuurt/Rottekwartier staat de procesaanpak op basis van ‘meervoudige intelligenties’ centraal. Mensen blijken gebruik te maken van acht verschillende intelligenties, waarmee talenten worden ontplooid. De mate waarin ze onderling in sterkte, mogelijkheden en samenwerking variëren, verschilt van mens tot mens. Elke intelligentie kan aan sterkte winnen en is - tot op zekere hoogte - ontwikkelbaar. Gardner onderscheidt talenten als: verbaal-linguïstisch; logisch-mathematisch; visueelruimtelijk; muzikaal-ritmisch; lichamelijk-kinestetisch; naturalistisch; interpersoonlijk en intropersoonlijk. Binnen de kindvriendelijke Erasmusbuurt/Rottekwartier vormen de uitgangspunten van Meervoudige Intelligenties de basis voor alle acties. Zowel in de programmering van activiteiten als in de fysieke planontwikkeling draagt het project zorg voor een juiste balans tussen de verschillende intelligenties. Dit heeft vier (elkaar versterkende) redenen: 1. De meeste mensen zijn in staat om twee of drie intelligenties adequaat in te zetten. Daar liggen hun kwaliteiten en/of voorkeuren. Wanneer docenten in hun lessen een plek geven aan alle acht intelligenties kunnen leerlingen die intelligenties ontwikkelen. Dat maakt dat zwakke intelligenties zich kunnen versterken. Of dat sterke intelligenties kunnen worden ingezet om zwakke te ontwikkelen. 2. Meestal zijn meer intelligenties nodig om een probleem tot oplossing te brengen. Aandacht voor meervoudige intelligenties kan ervoor zorgen dat kinderen complexere problemen met een groter arsenaal aan middelen kunnen aanpakken. 3. Deze aanpak doet beter recht aan verschillen tussen kinderen. Door invoering van Meervoudige Intelligenties kan de eigenheid van kinderen worden versterkt. 4. Wanneer begeleiders van kinderen de eigen sterke en zwakke intelligenties kennen, kunnen zij de kansen en de mogelijkheden vergroten om die van leerlingen te versterken.
Procesresultaten
De uitgangspunten van Meervoudige Intelligenties bieden de samenwerkende partners ruimte om vanuit de eigen verantwoordelijkheid invulling te geven aan de kindvriendelijkheid in de Erasmusbuurt/Rottekwartier. De samenwerking komt tot stand via een open (plan-)proces waardoor partners op verschillende manieren betrokken kunnen zijn bij het proces en het proces kan meebewegen met een veranderende vraag uit de wijk. De samenwerking heeft een dynamisch karakter. Zo heeft in 2008 een initiatief van een moeder en enkele meiden geleid tot de planvorming van een ‘meidenkamer’ in de wijk. Dit initiatief wordt in het eerste kwartaal van 2009 gerealiseerd.
26
h
A
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
27
Kenmerken van de wijk
Liskwartier Prettige buurt voor gezinnen, woningen minder geschikt Aantal bewoners: 7.138 Aantal kinderen 0 t/m 12 jr: 1.055 Aantal kinderen 13 t/m 17 jr: 354 Aandeel gezinnen: 20,6% Aandeel grondgebonden woningen: 27,9% Aandeel koopwoningen: 31,8% Woningaanbod: veelzijdig
Het Liskwartier is een levendige en diverse wijk. De lanen en singels met het aanwezige groen en de waterkwaliteit onderscheiden zich van de andere wijken in deelgemeente Noord. Eenvoudiger woningen en buitenruimte karakteriseren de zijstraten tussen deze hoofdwegen. De straten profiteren wel van de kwaliteit in ruimte, groen en architectuur die deze lanen en singels met zich meebrengen. Echter, de geparkeerde auto’s en smallere straten zijn beeldpalend voor deze binnengebieden. De winkels en bedrijvigheid langs de hoofdwegen – Roderijselaan en Bergweg - dragen bij aan het levendige karakter van het Liskwartier. De bewonerssamenstelling van de wijk is zeer gemêleerd en kan worden getypeerd als een dwarsdoorsnede van de bewoners van Rotterdam. Veel bewoners zijn actief bij hun straat of buurt betrokken, en de bewonersorganisatie werkt samen met
diverse straat- of bewonerswerkgroepen. In de wijk staan twee basisscholen: de Juliana van Stolberg en de Imelda School. Daarnaast is er tijdelijk nog een dependance gevestigd van de Margriet School uit Blijdorp. Zowel de Juliana van Stolberg als de Imelda School timmeren hard aan de weg en zijn op dit moment wijkarrangement scholen. Zij zijn dan ook belangrijke pijlers voor het project Kindvriendelijke wijk Liskwartier.
h
3
B
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Samenvatting nulmeting 2007
Liskwartier
Veiligheid
Het Liskwartier is de meest kindvriendelijke wijk van de elf pilotwijken. Sterke punten van Liskwartier vormen de hoge mate van veiligheid, de schone en hele omgeving zonder overlast, het grote aantal speelplaatsen en speeltuinen. De tevredenheid over de sport- en spelvoorzieningen en de overige jeugdvoorzieningen is nog onvoldoende. Het imago scoort goed, zowel bij buitenstaanders en bij de jongeren.
7,5 7,0
Im
6,5
ag
o
6,0
en
ing
o
vo
gd
u Je
en rzi
5,5 5,0 4,5
Liskwartier Gemiddelde 11 pilotwijken
4,0
din
Om
g
ge
vin
gs
fac
tor
en
Wonen
Bin
Verkeersveiligheid
Het is al gezegd: de veiligheid scoort hoog in Liskwartier. Er gebeuren relatief weinig ongelukken met slachtoffers, terwijl de jongeren ook de veiligheid bij het spelen heel positief ervaren.
Jeugdvoorzieningen
Wat jeugdvoorzieningen betreft scoort deze wijk weliswaar nog net niet voldoende, maar wel bovengemiddeld. Kwantitatief zijn er voldoende voorzieningen, maar zowel de jeugd als de volwassenen zijn er niet tevreden over. Uitzondering vormt de mening van de jongeren over de sociale en culturele voorzieningen, die kunnen er volgens hen wel mee door. De volwassenen waarderen deze voorzieningen ook negatief.
Omgevingsfactoren
Een positieve factor van Liskwartier is de schone en hele woonomgeving. Ook ervaart men hier nauwelijks overlast, met een score ´goed tot zeer goed´. Een minpunt vormt het gebrek aan bespeelbaar groen; de wijk scoort hier heel zwak. Dit
28
h
3
komt ook tot uiting in de grote mate van ontevredenheid hierover van de volwassenen. Opvallend is dan ook dat de jongeren het groen nog als voldoende beoordelen.
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Liskwartier
Wonen
Voor gezinsvriendelijk wonen scoort Liskwartier over de gehele linie ‘kwetsbaar’. Er zijn onvoldoende grondgebonden woningen, er is behoorlijk wat overbewoning en het migratiesaldo voor gezinnen met kinderen is negatief: er vertrekken meer gezinnen dan er zich vestigen.
Sociale binding
De binding met de buurt scoort een voldoende. Zowel de jongeren als de volwassenen hebben voldoende betrokkenheid bij en binding met hun wijk. Ook de totale verhuismobiliteit is laag: de wijk is heel stabiel.
Imago
De jongeren van het Liskwartier vinden hun wijk leuk en veilig. Het imago van de wijk in de ogen van buitenstaanders is niet bekend. Aangenomen wordt dat dit niet zal afwijken van het imago van de deelgemeente Noord. Buitenstaanders hebben van Noord een positief beeld: het is een drukke, gezellige, multiculturele deelgemeente met veel variatie en oude volksbuurten.
Reactie portefeuillehouder op de nulmeting
Conclusie naar aanleiding van de nulmeting
“Liskwartier is nog maar pas bezig. We hopen wel aan het einde van het jaar zichtbare resultaten geboekt te hebben. Ook hier geldt net als in de Erasmusbuurt dat het werken aan een eenduidige pedagogische visie thuis, op straat en op school van groot belang is voor het welslagen van een kindvriendelijke wijk.”
Op korte termijn dienen de sport- en spelvoorzieningen te verbeteren als ook de kwaliteit van de jeugdvoorzieningen.
29
h
C
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Hoe wordt het Liskwartier kindvriendelijker?
Liskwartier
Het jaar 2008 stond in het teken van het opstarten van de samenwerking. Partijen hebben zich verbonden met het project Kindvriendelijke wijk en alle signalen wijzen erop dat het onderwerp kindvriendelijkheid zal worden ingebed als agendapunt in het overleg Jeugd Kansen Zone tussen de scholen en andere partners in de wijk. In navolging van Kindvriendelijke wijk Erasmusbuurt is in 2008 uitvoerig gewerkt aan het opstellen van een pedagogische visie voor het Liskwartier. Ook is de aanpak van twee pleinen voorbereid. Tot slot is in 2008 een aantal quickwins gerealiseerd, zoals het in samenwerking met Vestia plaatsen van een speelelement aan de Willebrordusstraat en vervangen van het speeltoestel aan de Dr. Hekmanstraat. Partners in de KiWi-werkgroep zijn de twee scholen, het welzijnswerk, opbouwwerk, de woningcorporatie, politie en enkele uitvoerende partijen zoals sport- en buurtwerk en buurtspeeltuinwerk. In 2009 wordt het volgende gerealiseerd:
Veilige schoolroutes
Dit jaar worden de behoeften van ouders en kinderen aan veiliger schoolroutes en speelpleinen in beeld gebracht. Op basis daarvan wordt al dan niet besloten hiervan een project te maken en met kinderen, ouders en bewoners aan de slag te gaan.
Verbeteren van de jeugdvoorzieningen
Op dit moment worden het Koningsveldeplein en het Welkomplein aangepakt, waarbij in het voortraject met kinderen is gesproken hoe deze pleinen kindvriendelijker in te richten. De pleinen zijn naar verwachting voor de zomer 2009 klaar. Vanuit het budget 2009 zijn middelen beschikbaar gesteld om een schoolplein aan te pakken voor dubbel gebruik. Hierbij kan eveneens een programma-aanbod worden ontwikkeld. Er wordt nog een keuze gemaakt voor een schoolplein en bijbehorende programmering. De begeleiding van kinderen bij pleinen, speelplaatsen en voorzieningen sluit niet altijd aan op de behoefte van de kinderen. Daarnaast verschilt in deze programmering de mate van begeleiding per organisatie, plein of voorziening en is niet altijd duidelijk wat van deze begeleiding vanuit pedagogisch opzicht wordt verwacht. In de loop van 2009 moet duidelijk worden hoe de begeleiding van kinderen in de buitenruimte en activiteiten beter op elkaar kunnen worden afgestemd. Betere afstemming tussen professionals van de programma’s en mogelijke training en opleiding van de mensen in het veld moeten hieraan bijdragen.
Pedagogische visie uitdragen naar professionals in de wijk
De pedagogische visie moet bij de professionals tot leven komen; pas dan kunnen ze ernaar handelen en uitdragen richting kinderen en ouders/verzorgers. Om deze visie uit te dragen organiseert de werkgroep in het voorjaar van 2009 een wijkdag voor de professionals. Doel hiervan is het onderling kennismaken met elkaar en het overbrengen van de pedagogische visie. Hiervoor zullen acteurs zich tijdens die wijkmiddag mengen met de professionals en situaties ensceneren. Zo komt men in aanraking met de inhoud van de pedagogische visie en ontstaan aangrijpingspunten voor een gesprek met elkaar. (Zie voor een uitwerking hiervan de pedagogische visie van de Erasmusbuurt). Nadat de professionals bekend zijn gemaakt met de inhoud van de visie en hiervan elementen in hun werkwijze hebben overgenomen, worden bewoners en ouders betrokken. Zo kan met kinderen, ouders en bewoners worden nagedacht over gemeenschappelijke afspraken hoe met elkaar om te gaan in de buitenruimte, of meningen worden uitgewisseld over het spreken van de Nederlandse taal in de klas en op het schoolplein.
D
Veelbelovend voorbeeld:
Vanuit de wijk Liskwartier is nog geen voorbeeldproject beschikbaar. Er is daarom nog geen inkijk te geven in een veelbelovend voorbeeld.
30
h
A
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Kenmerken van de wijk
Spangen Hechte buurt met te weinig woonkwaliteit voor gezinnen Aantal bewoners: 9.173 Aantal kinderen 0 t/m 12 jr: 1.954 Aantal kinderen 13 t/m 17 jr: 855 Aandeel gezinnen: 36,4% Aandeel grondgebonden woningen: 21,9% Aandeel koopwoningen: 15,2% Woningaanbod: vooral drie- en vierkamerwoningen.
De woonwijk Spangen werd in het begin van de twintigste eeuw gebouwd en kent een duidelijke stedenbouwkundige structuur. Was Spangen van oorsprong een nette arbeiderswijk, in de jaren tachtig en negentig is de wijk verloederd. Spangen is nu over het dieptepunt heen. Drugsoverlast en huisjesmelkers zijn aangepakt. Bovendien worden in de wijk nieuwbouwwoningen voor de middenklasse
gebouwd. Het beleid van de deelgemeente is erop gericht Spangen aantrekkelijk te maken voor gezinnen en het karakter te geven van een woonwijk waar men rustig en stedelijk kan wonen. Bij het opzetten van nieuwe activiteiten hanteert de deelgemeente pedagogische uitgangspunten. Dit wil zeggen dat alle activiteiten een beroep doen op nog aan te leren vaardigheden van kinderen. Ze zijn
vernieuwend, maar sluiten wel aan op bestaande programma’s. Zo kan er een doorlopende pedagogische lijn ontstaan tussen thuis, school, straat en vereniging. Dit stimuleert tevens actief democratisch burgerschap.
31
h
3
B
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Samenvatting nulmeting 2007
Spangen
Veiligheid
Spangen scoort bij de nulmeting voldoende en bovengemiddeld als kindvriendelijke wijk. Een sterk punt van Spangen is dat het een hechte buurt is. Zowel de volwassen als de jonge Spangenaren hebben veel binding met hun buurt. Het aantal verhuizingen van gezinnen met kinderen is niet erg groot, ondanks het feit dat het woningbestand weinig kindvriendelijk is. Ook scoort Spangen relatief het hoogst van alle pilotwijken op jeugdvoorzieningen. Spangen heeft het grootste aantal speelplaatsen per vierkante kilometer van alle pilotwijken. Ook zijn er ruim voldoende voetbalvelden en speeltuinen. Toch is de tevredenheid over de jeugdvoorzieningen bij de bevolking, net als in alle andere wijken, niet groot. Een zwak punt van Spangen is het gebrek aan groenvoorzieningen.
7,0 6,5
Im
ag
o
6,0
o
dv
ug
Je
en
ing
en
i orz
5,5 5,0 4,5
Spangen Gemiddelde 11 pilotwijken
4,0
din
Om
g
ge
vin
gs
fac
tor
en
Wonen
Bin
Verkeersveiligheid
Spangen scoort ruim voldoende, zowel op de verkeersveiligheid als op de veiligheid bij het spelen.
Jeugdvoorzieningen
Er zijn veel speelplekken in de wijk. Net aan de andere kant van het spoor liggen verschillende aantrekkelijke voorzieningen voor kinderen, zoals een kinderboerderij, een speeltuin, sportvelden en een zwembad. Hoewel er voldoende voetbalvelden, speelplaatsen en speeltuinen zijn, is de waardering van sport- en jeugdvoorzieningen over het algemeen laag. Alleen over de sociale en culturele voorzieningen zijn de jongeren in de wijk redelijk tevreden.
32
h
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Omgevingsfactoren
De buitenruimte van Spangen scoort laag. Er zijn plannen om de buitenruimte weer beter te laten aansluiten bij de stedenbouwkundige opzet van de wijk. Het wekt geen verbazing dat de wijk vooral wat groen betreft laag gewaardeerd wordt; er is immers weinig groen aanwezig. Daarnaast is er sprake van enige vervuiling en overlast.
Wonen
De kwaliteit van de woningen in Spangen laat voor gezinnen met kinderen wel wat te wensen over. Het percentage grondgebonden woningen, een criterium voor gezinsvriendelijke woningen, is laag. Opvallend is het hoge percentage overbewoning; dit duidt op te kleine woningen. Toch is het migratiesaldo van gezinnen met kinderen onder de achttien jaar vergeleken met de andere pilotwijken laag. Dit zou erop kunnen wijzen dat Spangen aantrekkelijk is voor gezinnen.
Sociale binding
Opvallend is dat ondanks de minder florissante omgevingsfactoren en de inadequate woonkwaliteit de binding met de buurt hoog is. De jongeren ervaren de wijkbinding zelfs als ‘zeer goed’. Dit komt ook tot uitdrukking in de relatief beperkte verhuismobiliteit. Het grote aanbod goedkope woningen in de wijk speelt hierbij waarschijnlijk een rol. De geringe verhuismobiliteit houdt de wijk stabiel en versterkt de sociale binding.
Imago
Het totale imago scoort in Spangen een voldoende. De beoordeling is echter tweeërlei. Buitenstaanders hebben een negatief beeld van de wijk, terwijl het oordeel van de Spangense jongeren samengevat zou kunnen worden als ‘toffe buurt’.
Reactie portefeuillehouder op de nulmeting
Spangen
“De ontevredenheid over de speelplekken en andere voorzieningen is te verklaren. Soms zijn de voorzieningen moeilijk bereikbaar. Het is overigens niet zo dat het aanbod niet aansluit op de vraag. Het probleem is dat de vraag VEEL groter is dan het aanbod. De jeugd en de volwassen buurtbewoners willen veel meer activiteiten. Alles wat aangeboden wordt, zit vol. Met de intensivering van het gebruik van het sportveld Vreewijk hopen we het aantal activiteiten te kunnen vergroten. Het proces om een kindlint te organiseren tussen Spangen en Sportpark Vreelust duurt lang, omdat de deelgemeente hiervoor toestemming moet krijgen van de Nederlandse Spoorwegen. Voor de realisatie van de doorsteken staat wel al € 83.000 gereserveerd. Het is belangrijk dat de monitor bij de tussenmeting in september ook de Cruijfveldjes en Krajicek courts meeneemt, want nu wordt alleen de toegankelijkheid van voetbalvelden meegenomen. Dit is een te beperkt criterium, er zijn mooie trapveldjes naast het Spartastadion. Het is jammer dat de buitenruimte zo slecht scoort, ondanks een mooi Spartapark en een prachtig Piet Paaltjensplein. De randen van Spangen zijn overigens wel groen en er is een singel. Het is verheugend dat meer gezinnen zich vestigen in Spangen, dan dat er weggaan en dat de sociale binding groot is. Het is bekend dat kinderen de buitenruimte redelijk vinden om te spelen, alleen zijn er soms verschillende groepen die tegelijkertijd de buitenruimte ‘claimen’. In elk geval dient de huidige Kindvriendelijke Wijken-inzet minimaal gehandhaafd te blijven. Indien dit niet gebeurt, vervallen diverse veelbelovende en vernieuwende initiatieven of ze worden teruggebracht naar een minimaal niveau.”
33
h
Conclusie naar aanleiding van de nulmeting
3
Op korte termijn is verbetering van de tevredenheid over de (sport-)voorzieningen en speelplaatsen mogelijk door betere communicatie en benutting van de huidige voorzieningen. Hiervoor zijn extra middelen nodig om professionals in te huren die met, voor en door de bewoners dit programma kunnen waarmaken.
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Spangen
34
h
C
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Hoe wordt Spangen kindvriendelijker?
Spangen
In het Plan van Uitvoering voor Kindvriendelijk Spangen (begin 2008) zijn drie thema’s uitgewerkt die de wijk kindvriendelijker kunnen maken: Spelen op straat, Verbindingen en Samen sterk. Dit zijn plannen die in de periode 2008 t/m 2010 met een eenmalige bijdrage van KiWi kunnen worden gerealiseerd en waarvan verwacht wordt dat ze ‘blijven hangen’. Voor 2009 is een uitvoeringsplan opgesteld (Spangen: Slim, Sportief en Spangend), waarin deels andere plannen worden genoemd. Het laatstgenoemde uitvoeringsplan stelde de deelgemeente op in samenwerking met partners (zoals scholen en instellingen) en de wijkbewoners.
Veiligheid verbeteren door verbindingen via kindlinten
Het project Verbindingen is gericht op het vergroten van de leefruimte voor kinderen door looproutes in de wijk kindvriendelijk maken en verschillende voorzieningen die net buiten de wijk liggen beter bereikbaar te maken. Deze voorzieningen liggen aan de andere kant van het spoor. Dit spoor wordt sinds kort niet meer gebruikt. Dit biedt mogelijkheden om doorsteken aan te leggen. Door aanleg van fietsdoorsteken op verschillende routes wordt de verkeersveiligheid ook vergroot voor kinderen. Inmiddels is er ook een speelroute aangebracht door op diverse stoepen met betonverf het woord ‘kinderspelen’ aan te brengen. De quick wins voor 2008 en 2009 bestaan uit het verbeteren van schoolentrees en het verbinden van sport- en spelvoorzieningen en groene plekken door kindlinten. In 2010 worden de veilige verbindingen en looproutes gerealiseerd, in samenwerking met de kinderen zelf.
Verbeteren van jeugdvoorzieningen: spelen op straat, omvorming schoolpleinen en intensivering gebruik sportpark Vreelust
De 24 bestaande speelplekken in de wijk zijn voldoende, maar de kwaliteit moet verbeterd worden. Er zijn verschillende plannen uitgewerkt voor het opnieuw inrichten van bestaande pleinen, zoals het terrein Aagje Deken – Betje Wolffstraat (ADBW plein). Bijzondere aandacht gaat uit naar schoolpleinen, die ook na schooltijd benut kunnen worden. Disck, TOS en Sportstimulering organiseren activiteiten voor kinderen in de wijk. Dit aanbod is voldoende voor jeugd vanaf acht jaar. Kleinere kinderen spelen liever dichter bij huis. Geparkeerde auto’s nemen echter veel ruimte in beslag en maken de buitenruimte onaantrekkelijk. Onlangs is gestart met betaald parkeren in een deel van de wijk. Er liggen plannen om op verschillende plekken de trottoirs te verbreden ten koste van parkeerplaatsen om extra speelruimte voor de allerkleinsten te realiseren. In de zomer van 2008 organiseerde de deelgemeente in Spangen zestien hinkelspelen, geschilderd op de straten, waar veel kinderen enthousiast op hinkelen. Daarnaast is in 2008 onderzocht hoe het sportpark Vreelust en andere sportvoorzieningen worden gebruikt. Er zijn ook clinics gehouden. Verder zijn er afspraken gemaakt met organisaties over het kindvriendelijker maken van hun aanbod. Doel is om uiteindelijk alle kinderen van de basisscholen (1200) gebruik te laten maken van deze voorzieningen. Er is op initiatief van de buurt een speciale ontmoetingsplek gecreëerd voor meiden: de meidenvilla.
Verbeteren bespeelbaar groen via de wijkpleinprogrammeur op het Bellamyplein
In samenwerking met bureau Creatief Beheer en de basisscholen wordt de openbare ruimte geleidelijk ontwikkeld. Hierbij staat de menselijke maat centraal. In april 2008 is gestart met een ‘bloementuin’ op het Bellamyplein. Behalve bloemperken is er op het Bellamyplein ook een ’ruig bos’ ontwikkeld, een kruidentuin, een kas om planten
35
h
3
te kweken, een amfitheater met zandrug, kindertuintjes en een moeras. Hiermee hoopt men doelstellingen te realiseren op het gebied van milieu, integratie en participatie.
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Spangen
Verbeteren sociale binding door samenwerking (Samen Sterk en de Kinderraad)
In deze collegeperiode wordt de samenwerking tussen de verschillende organisaties en instellingen voor de jeugd beter en breder. Ook de ouders worden bij de samenwerking betrokken. Een eerste project dat gerealiseerd wordt binnen dit thema, is de samenwerking met scholen bij de vernieuwde inrichting en het beheer van het ADBW-plein. De Kinderraad wil de deelnemers leren zelf verantwoordelijkheid te nemen, KiWiplannen te beoordelen en in het openbaar besluiten toe te lichten. Er worden schooldebatten gepland op de zes basisscholen, waarbij zo’n 360 kinderen bereikt worden. De Kinderraad beheert tevens een budget waarmee in 2009 een plek buiten wordt gecreëerd. Deze plek zal onderdeel uitmaken van het kindlint.
Educatief: spelend leren (kinderboek, SiWi TV, de taalspeeltuin en schaken)
Diverse projecten in Spangen zijn erop gericht om op een speelse manier met taal om te gaan en je die eigen te maken. Zo wordt een kinderboek gemaakt met impressies uit het leven van kinderen en volwassenen in Spangen. Het basismateriaal komt uit interviews met kinderen en volwassenen. Het boek zal in juni 2009 uitkomen en begeleid worden door het project ’Dromen en wensen’ in de bibliotheek. Dit kinderboek kan een voorbeeld zijn van hoe taal, toekomstverwachtingen en de ontwikkeling van het kind hand in hand kunnen gaan. Dit boek wordt aangeboden aan alle kinderen op de basisschool in de leeftijd van zes tot twaalf jaar. Een tweede project onder deze noemer is SiWi TV. Dit project geeft kinderen de mogelijkheid om zelf iets nieuws te maken en te vertonen. Het zelf maken van tvprogramma’s zorgt ervoor dat de kinderen de invloed, rol en functie van de media beter leren begrijpen. De kinder- en ouderredacties maken in 2008 en 2009 in totaal dertig programma’s over Kindvriendelijke Wijken-projecten. SiWi TV speelt ook een belangrijke rol in de communicatie over Kindvriendelijk Spangen. Het derde project is de Taalspeeltuin. Dit is een speeltuin met speeltoestellen waar taal centraal staat. De verwachting is dat in 2009 de eerste paal kan worden geslagen. Tenslotte is er het project Spangen schaakt (zie paragraaf D).
Plannen voor de middenlange termijn
1. Afstemmen van het pedagogisch klimaat tussen scholen en andere instellingen in de wijk. Dit vinden zowel de professionals als de bewoners uit de wijk belangrijk. 2. Bouwen van een wijkparkeergarage. 3. Realiseren van een kindlint tussen Spangen en sportpark Vreelust. Dit is voor de deelgemeente belangrijk. Het kan echter alleen worden gerealiseerd als er in het spoorwegtalud een aantal doorsteken komen.
36
h
D
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Veelbelovend voorbeeld:
Spangen
Spangen schaakt
Schaken is een sport die vaak ook aantrekkelijk is voor meisjes. De sport doet een beroep op het analytisch vermogen en kan overal en altijd worden gespeeld. Vanwege de oefening, de discipline en het plezier kan schaken een grote bijdrage leveren aan de schoolprestaties. ‘Spangen schaakt’ is van start gegaan op 1 september 2008. De belangrijkste activiteiten zijn: - - - - -
schaakles geven aan kinderen van basisscholen een schaak- en damclub in het buurthuis schaakles geven aan ouders schaaktoernooien organiseren samenwerken met de wijkpartners en andere KiWi-projecten, zodat schaken vanuit diverse locaties en op het wijkplein kan plaatsvinden.
Het project verloopt boven verwachting. Er zijn buurtbewoners die vrijwillig schaaken damles geven. In januari 2009 kregen 140 kinderen en vijftien moeders (op eigen initiatief) schaak- of damles. Gedurende het schooljaar 2008/2009 zullen 250 kinderen en 25 moeders schaak- of damles krijgen. Eind 2010 moeten alle basisschoolleerlingen de gelegenheid hebben gehad om schaak- en damles te krijgen. ‘Spangen schaakt’ wordt uitgebreid naar het wijkplein. In samenwerking met Creatief Beheer komt op het plein een schaakspel tot leven met grote schaakstukken.
37
h
A
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Kenmerken van de wijk
Oosterflank
Veilig en groen, maar te weinig jeugdvoorzieningen De wijk Oosterflank in deelgemeente Prins Alexander werd 25 jaar geleden gebouwd als meest oostelijke flank van de gemeente Rotterdam. De wijk is aan de zuidkant met veel groen en sportvoorzieningen omgeven.
Aantal bewoners: 10.704 Aantal kinderen 0 t/m 12 jr: 1.254 Aantal kinderen 13 t/m 17 jr: 549 Aandeel gezinnen: 20,8%
In de wijk zijn drie basisscholen; alle brede scholen van variant 2 (met minimaal zes uur extra aanbod aan de kinderen per week). Verder bevinden zich in Oosterflank drie middelbare scholen, meerdere speelplekjes en voetbalveldjes, een jongerencentrum, een speelloket, een buurtsupermarkt, het Semiramispark, diverse zorg- en sportvoorzieningen en wijkcentrum De Oriënt. De grootste corporaties zijn Woonstad Rotterdam en PWS. De corporaties hebben geen aanleiding om hun bezit ingrijpend te wijzigen. Zij willen maatregelen treffen waarmee de woningen nog 25 jaar mee kunnen, zodat zittende huurders graag blijven wonen en nieuwe huurders bewust kiezen voor Oosterflank.
Aandeel grondgebonden woningen: 35,9% Aandeel koopwoningen: 26,6% Woningaanbod: redelijke mengeling huur- en koopwoningen, in zowel de sociale sector als in het duurdere segment.
Onderzoek naar aanleiding van de grote Woontest omschrijft de identiteit van de wijk als volgt: “Oosterflank is een typische voorstad van Rotterdam. Oosterflankers zijn op hun eigen woonomgeving gericht (vooral op hun eigen buurt, straat en woonhof). Ze verzetten zich tegen té opdringerige nadelen van de grote stad (zoals verkeer van Alexandrium en verloedering van
de wijk). Ze willen eigen voorzieningen en ontmoetingsplekken binnen de wijk. Ze koesteren het vele groen als een goed bewaard geheim van de wijk. Hoe dieper je de wijk in gaat, des te groter is het verschil tussen
de levendige snelheid van de rand van de wijk en de intimiteit van de woonhofjes.”
38
h
3
B
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Samenvatting nulmeting 2007
Oosterflank
Veiligheid
De wijk Oosterflank is redelijk kindvriendelijk. Oosterflank heeft een aantal sterke punten voor gezinnen: de wijk is bijzonder veilig en er zijn in de nabijheid voldoende groenvoorzieningen. Een zwak punt van de wijk is, zoals bij andere wijken, de kwaliteit van de jeugdvoorzieningen. Vooral de kwaliteit van de speelplaatsen en de overige jeugdvoorzieningen is laag. Dit blijkt uit de ontevredenheid van de bevolking over deze voorzieningen.
7,5 7,0
Im
6,5
ag
o
6,0
en
ing
o
vo
gd
u Je
en rzi
5,5 5,0 4,5
Oosterflank Gemiddelde 11 pilotwijken
4,0
din
Om
g
ge
vin
gs
fac
tor
en
Wonen
Bin
Verkeersveiligheid
Op het gebied van veiligheid doet Oosterflank het aanzienlijk beter dan het gemiddelde van de elf pilotwijken (score 7,3). Zowel voor verkeersveiligheid als voor veiligheid bij het spelen scoort de wijk goed tot zeer goed.
Jeugdvoorzieningen
Wat jeugdvoorzieningen betreft, scoort Oosterflank in de nulmeting, net als de meeste pilotwijken, onvoldoende. Deze score heeft echter betrekking op de hele deelgemeente Prins Alexander en geldt niet voor Oosterflank. De update van september zal hier rekening mee houden. Over de sportvelden is de bevolking niet zo tevreden. Ook vindt ze dat er weinig speeltuinen zijn. Speelplaatsen zijn er volgens de gehanteerde norm (per vierkante kilometer) voldoende, maar ook hierover is de bevolking niet zo tevreden (oordeel ‘kwetsbaar’). Net zo min als over de overige jeugdvoorzieningen. De jongeren zijn wel redelijk tevreden over de sociale en culturele voorzieningen (ondermeer ‘uitgaan’).
39
h
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Omgevingsfactoren
Wat het totaal aan omgevingsfactoren betreft (schoon, heel, groen en geen overlast) krijgt deze redelijk groene en ruim opgezette wijk een positieve beoordeling. Opvallend is het verschil van mening over de groenvoorzieningen tussen de volwassenen en de jongeren. De volwassenen zijn ontevreden over het recreatief groen terwijl de jongeren over het speelgroen juist goed te spreken zijn (score 7,1). Qua overlast en een schone en hele omgeving scoort Oosterflank ook voldoende.
Wonen
In Oosterflank kan men kindvriendelijk wonen. De wijk scoort wat dat betreft veel beter dan het gemiddelde van de elf pilotwijken. Vooral het geringe percentage overbewoning is een in het oog springend detail. Dat betekent dat de woningen in Oosterflank voldoende woonruimte bieden. Naast flats zijn er ook nog behoorlijk wat ééngezinswoningen (30%) waardoor de wijk als geheel een voldoende beoordeling krijgt voor passende huisvesting voor gezinnen met kinderen.
Sociale binding
Zowel de jongeren als de volwassenen ervaren voldoende binding met de wijk, al is die binding in de beleving van de volwassenen iets minder positief. Binding is verder gemeten met het totaal aantal jaarlijkse verhuizingen van gezinnen met kinderen onder de 18 jaar. Ook hier scoort Oosterflank voldoende en daarmee beter dan gemiddeld.
Imago
Over het geheel genomen is het imago van Oosterflank niet slecht, maar wel iets lager dan gemiddeld. Opvallend is het verschil in oordeel tussen de bewoners van Oosterflank zelf, in dit geval de jongeren, en het beeld dat mensen van buiten over deze wijk hebben. De jongeren vinden Oosterflank een redelijk ‘leuke’ en ‘veilige’ buurt (score 6,5). Het wijkimago bij de buitenwacht is niet erg positief, resulterend in een onvoldoende score.
Reactie portefeuillehouder op de nulmeting
Oosterflank
“Ik herken de resultaten van de nulmeting met uitzondering van die met betrekking tot de jeugdvoorzieningen. Naar mijn mening is het voorzieningen- en activiteitenaanbod in de wijk vrij compleet. Er zijn meer dan twee voetbalvelden in Oosterflank en de voetbalvelden van voetbalvereniging Alexandria liggen op het grondgebied van Oosterflank. De woonwijk Oosterflank heeft voor de kleinere kinderen tal van beschutte en veilige speelvoorzieningen; wellicht is er nog wat te weinig voor oudere kinderen. Het negatieve oordeel over het recreatieve groen is bekend. Het dagelijks bestuur is vastbesloten de komende jaren de buitenruimte in het algemeen en het recreatief groen in het bijzonder te verbeteren. De constatering dat de bewoners meer tevreden zijn over de wijk dan buitenstaanders is me bekend. Stadse mensen wonen met plezier in Oosterflank met hun gezinnen. Zij vinden er de gewenste rust van de hectiek van de metropool Rotterdam. Oosterflankers houden ervan om van twee walletjes te eten: én genieten van de voordelen van de grote stad, én zich tegelijkertijd terugtrekken in de ongestoordheid en de beschutting van de wijk. Ik ben blij dat ook de jongeren zich thuisvoelen in de wijk. Knelpunt is de verbetering van de oversteekmogelijkheden van de Evenaar. Er is een snelheidsremmend inrichtingsplan gemaakt. Dat kan echter niet worden gerealiseerd, omdat de RET geen verkeersdrempel wil.”
40
h
Conclusie naar aanleiding van de nulmeting
3
Op korte termijn is kwalitatieve verbetering van de speelplaatsen gewenst. Zodanig dat de tevredenheid van de bevolking hierover stijgt. Daarnaast is het nodig het groen en de buitenruimte aantrekkelijker te maken. Dit heeft de deelgemeente inmiddels opgepakt.
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Oosterflank
41
h
C
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Hoe wordt Oosterflank kindvriendelijker?
Oosterflank
Het centrale aandachtspunt is de bereikbaarheid en de toegankelijkheid van het aanbod, zowel sociaal als fysiek. Zijn voorzieningen bij kinderen en ouders bekend? Hoe is de bereikbaarheid? En sluiten activiteiten en voorzieningen op elkaar aan? Vanaf nu wordt er bij elke herinrichting aandacht besteed aan het kindvriendelijk inrichten van de buitenruimte. Sociaal gezien is het nodig dat het aanbod beter aansluit op de vraag van de verschillende kinderen en hun ouders. Om de wijk nog kindvriendelijker te maken, zijn onderstaande thema’s gekozen. Een pedagogische visie op de wijk staat gepland voor 2010 of later. De thema’s en projecten die spelen in deze collegeperiode zijn:
Verkeersveiligheid
In Oosterflank is de verkeersveiligheid prima. Er wordt echter verwacht dat de parkeerdruk op de wijk zal toenemen door de verdichting met kantoren, winkels en voorzieningen rondom de wijk. Ook metrogebruikers parkeren veel in de wijk. Oosterflank is vrij dicht bebouwd, met een lage parkeernorm naar huidige maatstaven. Het autobezit neemt toe en er is geen ruimte om veel extra parkeerplaatsen te maken. De speelruimte voor kleine kinderen dicht bij huis neemt af door de toename van de parkeerdruk. De parkeergarages in de buurt moeten beter benut worden. Er wordt nagegaan of het mogelijk is om het dicht bouwen van carports niet meer toe te staan. Wellicht zal in de toekomst meer betaald parkeren ingevoerd moeten worden. Daarnaast wordt ook de oversteekbaarheid van de Evenaar verbeterd. De Evenaar is een doorgaande (bus)route en verkeersbarrière binnen de wijk. Als kinderen naar school of activiteiten gaan, moeten zij deze straat oversteken. Nagegaan wordt welke verbeteringen mogelijk zijn, zodat kinderen veilig kunnen oversteken.
Verbetering van de jeugdvoorzieningen
De afstemming tussen de sport-, welzijns- en opvangvoorzieningen wordt verbeterd. Nu verdrijven groepjes kinderen elkaar vaak, of missen kinderen toezicht waardoor zij zich onveilig kunnen voelen. Om betere afstemming te bevorderen, zal de deelgemeente in de jaarlijkse opdrachten aan de welzijnsinstellingen vragen: a. de coördinatie te verbeteren en de aanbieders te vragen ervoor te zorgen dat de activiteiten voor de jeugd en de jongeren goed op elkaar aansluiten en b. diverse activiteiten te organiseren waarbij de buurten met elkaar in contact komen. Dit moet leiden tot meer buurtbinding en een groter gevoel van veiligheid. Dienst Sport en Recreatie zal zorgen voor meer begeleide (sport)activiteiten. Omdat veel activiteiten onvoldoende bekend zijn, wordt er een inventarisatie en een communicatieplan gemaakt om de activiteiten beter bekend te maken bij de (toekomstige) bewoners.
Verbetering gebruik buitenruimte door kinderen
Onderstaande maatregelen zijn er vooral op gericht om de buitenruimtes en speelplekken beter voor de wijk te benutten. - Schoolpleinen De schoolpleinen van de scholen Cornelis Haak en De Pionier worden bruikbaar gemaakt voor de wijk.
42
h
3
- Semiramispark Het park wordt toegankelijker gemaakt en als ontmoetingsplek ingericht voor jong en oud. Voor de kinderen komen hier natuurlijke spelaanleidingen zoals spannende paden, wilgentenen hutten en steppingstones (zie paragraaf D).
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Oosterflank
- Speelplekadoptie Kinderen, jongeren en ouders krijgen budget om een speelplek in te richten en te onderhouden. - Ontlasten van Izmirerf en andere plekken In en rondom de wijk zoeken de oudere jongeren een plek om te hangen. Soms op plekken die voor andere kinderen bestemd zijn om te spelen. Overlastgevende jongeren worden met de Beke-methodiek aangepakt. Het sportveld aan Izmirerf is populair en wordt te intensief gebruikt, groepen verjagen elkaar. Naast het huidige veld worden nog twee panna-veldjes gerealiseerd. De deelgemeente gaat aan het Scandinaviëpad nog een kunstgrasveld aanleggen. De wijk verzakt snel; in de toekomst moet er regelmatig opgehoogd en herbestraat worden. Bij komende herinrichtingen wordt bestrating kindvriendelijker ingericht.
Plannen voor de middellange termijn:
- - - -
Werkzame samenwerkingsketen welzijnsinstellingen; Verbeteren sociale contacten tussen de buurten; Verbeteren gebruik parkeergarage; Pedagogische visie ontwikkelen op de buitenruimte (met de scholen, buitenschoolse opvang, peuterspeelzalen en andere voorzieningen).
43
h
D
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Veelbelovend voorbeeld:
Oosterflank
Opknapbeurt Semiramispark
Aanleiding
In 2006 is de wijkvisie gemaakt voor Oosterflank. Daarin is een fikse opknapbeurt voor het Semiramispark opgenomen. Met bewoners en betrokken diensten is een plan opgesteld. Hierbij is rekening gehouden met de behoefte aan grote speelruimten voor oudere kinderen.
Belangrijke verschillen met vroeger
• • • •
Meer op kinderen gericht; Veel openheid voor sociaal toezicht; Een sport- en speelveld voor oudere kinderen nabij de ingang vanuit de wijk; Een Speeldernis-achtige inrichting met knuppelpad met natuurlijke elementen als wilgentakken, kliederveldjes en natuurlijke evenwichtsbalken. • Ook geschikt voor gebruik door de scholen, het buurtwerk en de naschoolse opvang. Gemeentewerken voert het plan uit onder regie van de deelgemeente. Met middelen uit de jaaropdracht Gemeentewerken, deelgemeentelijk budget Groen, bijdrage Groenjaar 2008, budget kindvriendelijke wijk Oosterflank. De opknapbeurt is gestart in oktober 2008 en wordt afgerond in het tweede kwartaal van 2009.
Vlonderpad in aanleg: de ondergrond wordt in orde gemaakt
Hoe het moet gaan worden
44
h
A
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Kenmerken van de wijk
Beverwaard Echte gezinswijk met imagoprobleem Aantal bewoners: 12.356
Aandeel grondgebonden woningen: 67,6%
Aantal kinderen 0 t/m 12 jr: 2.330 Aantal kinderen 13 t/m 17 jr: 976
Aandeel koopwoningen: 36,0% Woningaanbod: veelzijdig
Aandeel gezinnen: 38,4%
Beverwaard is eind zeventiger/begin jaren tachtig ontstaan. Het is een groene, ruim opgezette wijk met verschillende woningtypen: appartementen, portiekwoningen en vrij veel eengezinswoningen. Het is een kinderrijke wijk, die minder is vergrijsd dan vergelijkbare, omringende buurten in deelgemeente IJsselmonde. Het voorzieningenniveau in de wijk is hoog en er is een bloeiend verenigingsleven. Beverwaard ligt aan de zuidoost kant van deelgemeente IJsselmonde, tegen de gemeentegrens van Rotterdam met Ridderkerk.
De deelgemeente IJsselmonde heeft moeite om al het hemelwater op te vangen. In het deelgemeentelijk waterplan van IJsselmonde is opgenomen dat in 2010 5% van de bruto gebiedsoppervlakte bestaat uit water (in plaats van 3,9% nu). Deze opgave van een capaciteitsvergroting van minimaal 25% is groot te noemen. Voor nieuw te ontwikkelen gebieden ligt de streefwaarde op minimaal 7,5%. Gezien de wateropgave legt de deelgemeente het accent op de verbinding tussen water en spelen.
45
h
3
B
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Samenvatting nulmeting 2007
Beverwaard
Veiligheid
Sterke punten van Beverwaard zijn het hoge percentage grondgebonden woningen en de ruime woonomgeving met veel speelgroen. Bovendien scoort de wijk op het gebied van verkeersveiligheid bijzonder hoog. Zwakke punten zijn het gebrek aan voetbalvelden, maar vooral de grote ontevredenheid van zowel de volwassenen als de jongeren over sport- en jeugdvoorzieningen. Hoewel gezinnen Beverwaard niet bijzonder veel verlaten, is de binding met de wijk zwak. Ondanks haar fysieke kwaliteiten heeft de wijk een slecht imago bij Rotterdammers die niet in Beverwaard wonen.
8,0 7,5
Im
ag
o
6,5
ie orz
o
dv
ug
Je
n
ge
nin
7,0
6,0 6 5,5 5,0 4,5
Beverwaard Gemiddelde 11 pilotwijken
4,0
din
Om
g
ge
vin
gs
fac
tor
en
Wonen
Bin
Verkeersveiligheid
Weliswaar scoort de veiligheid voor kinderen in Beverwaard zeer goed, maar we moeten onderscheid maken tussen de verkeersveiligheid en de veiligheid bij het spelen. Op het gebied van verkeersveiligheid is Beverwaard één van de veiligste wijken van Rotterdam. Maar de veiligheid bij het spelen beoordelen de jongeren als nog net niet voldoende.
Jeugdvoorzieningen
Er zijn ruim voldoende speelplaatsen voor kinderen (oordeel ‘zeer goed’) en ook het aantal speeltuinen is voldoende, maar volgens de deelgemeentelijke norm heeft Beverwaard onvoldoende voetbalvelden. Toch is de bevolking is heel ontevreden over zowel de sportvoorzieningen als de speelplaatsen en de overige jeugdvoorzieningen. Opvallend ontevreden zijn de jongeren over de sociaal culturele voorzieningen in hun wijk. Beverwaard is de enige wijk, die op dit punt een dikke onvoldoende scoort. Beverwaard hoort wat betreft omgevingsfactoren tot de top drie van de elf pilotwijken.
46
h
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Omgevingsfactoren
Omdat Beverwaard een ruime en groen opgezette wijk is, verbaast het niet dat de wijk ruim voldoende scoort op de omgevingsfactoren schoon, heel, groen en geen overlast. Er is veel ‘speelgroen’ en de jongeren zijn tevreden over de groenvoorzieningen. Opvallend is de afwijkende opvatting van de volwassenen over het recreatief groen. Zoals in alle andere pilotwijken beoordelen de volwassenen het recreatieve groen in de wijk onvoldoende. Beverwaard scoort op dit punt nog wel bovengemiddeld.
Wonen
Beverwaard is gezinsvriendelijk; er is een groot aanbod eengezinswoningen. Als uitsluitend wordt beoordeeld op fysieke kwaliteiten, i.c. het percentage grondgebonden woningen, dan scoort Beverwaard zeer hoog. Het relatief hoge percentage overbewoning en het negatieve migratiesaldo van gezinnen met kinderen doet afbreuk aan de woonkwaliteit. Er vertrekken meer gezinnen met kinderen uit Beverwaard dan er zich vestigen.
Sociale binding
De sociale binding van de bevolking met de wijk is laag. De volwassenen ervaren heel weinig wijkbinding (score 4,7) terwijl de jongeren die nog wel als voldoende beleven (score 6,1). Echter, de ervaren binding van de jongeren met hun wijk is wel de laagste van alle pilotwijken. Ondanks dat verlaten niet heel erg veel gezinnen de wijk.
Imago
Beverwaard kampt met een groot imagoprobleem. Mensen van buiten de wijk hebben geen positief beeld van Beverwaard. Daarmee in contrast staat de mening van de jongeren van Beverwaard zelf; zij vinden hun Beverwaard een leuke en veilige wijk om in te wonen.
Reactie
Beverwaard
De portefeuillehouder onderschrijft de conclusies van de nulmeting.
portefeuillehouder op de nulmeting
Conclusie naar aanleiding van de nulmeting
Op korte termijn is kwalitatieve verbetering gewenst van het recreatief groen, van de sportvoorzieningen, van de speelplaatsen en van de overige jeugdvoorzieningen.
47
h
C
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Hoe wordt Beverwaard kindvriendelijker?
Beverwaard
De plannen om Beverwaard kindvriendelijker te maken, zijn neergelegd in het Visiedocument Jongerenwerk 2008. De plannen omvatten de Waterboerderij en het kindlint. Deze plannen zijn voortgekomen uit de concepten die de Jonge Honden hebben opgesteld. In de Jonge Honden publicatie werden nog twee andere concepten voor Beverwaard genoemd: Hyves five (een website om elkaar te leren kennen en te weten wat er speelt) en Ieder zijn grond; (het verbeteren van de buitenruimte in overleg met de gebruikers/kinderen). Het extra budget is besteed aan uitwerking van het plan van de Waterboerderij. Dit project vergt een omvangrijke investering en biedt veel kansen (zie paragraaf D).
48
h
D
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Veelbelovend voorbeeld:
Beverwaard
Waterboerderij Beverwaard
Tijdens de slotbijeenkomst van de voorbereidingsfase in juni 2007 riep de deelnemende jeugd De Waterboerderij uit tot het leukste idee. In het kansenboek van de Jonge Honden is dit idee als volgt beschreven: Maak in Beverwaard een Waterboerderij, variërend van loopplankjes over een sloot tot een onderwaterkamer mini-oceanium. Een plek waar kinderen veilig en eventueel onder begeleiding met water kunnen spelen en spelenderwijs in contact komen met de natuur. In 2008 is van het idee een uitvoerbaar plan gemaakt dat een groot aantal partijen breed dragen. De projectleider van het Waterplan Rotterdam ziet dat er een interessante koppeling te maken is tussen het beleid uit dit Waterplan en het project Kindvriendelijke wijken, bijvoorbeeld ‘waterpleinen’. Speeltuinvereniging De Stormpolder is al jaren in het gelijknamige park actief en is enthousiast over het idee van een waterboerderij. Zij hebben al diverse activiteiten met water uitgevoerd, zoals waterfietsen en kanoën. De speeltuinvereniging denkt mee over het plan en ziet mogelijkheden voor beheer en toezicht. Dit project geeft een grote impuls aan het realiseren van bespeelbaar groen in Beverwaard.
49
h
A
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Kenmerken van de wijk
Hordijkerveld Reijeroord Kindvriendelijk? Éch wel, maar ... De buurten Hordijkerveld en Reijeroord liggen naast elkaar aan de zuidkant van de wijk Groot-IJsselmonde. Hordijkerveld is begin jaren zestig aansluitend aan de Hordijk gebouwd. Dit is een dijk met oude lintbebouwing. De wijk is volgens een stedenbouwkundig plan ruim opgezet met flatblokken in het groen aan de randen en in Aantal bewoners: 9.969 Aantal kinderen 0 t/m 12 jr: 3.691 Aantal kinderen 13 t/m 17 jr: 1.633 Aandeel gezinnen: 25,3% Aandeel grondgebonden woningen: 36,2% Aandeel koopwoningen: 25,1% Woningaanbod: gevarieerd
het midden tweelaagse eengezinswoningen. Deze grondgebonden eengezinswoningen zijn klein en relatief goedkoop. Reijeroord, dat ten oosten van Hordijkerveld ligt, is gevarieerder van opzet. Deze buurt is gebouwd door particuliere ontwikkelaars. Bewoners van Groot-IJsselmonde karakteriseren hun
woonomgeving als rustig. Iedereen kent elkaar, het is kindvriendelijk, dorps en er is veel groen. De volwassenen vinden jongerenoverlast het grootste probleem. In de buurten zelf zijn niet veel voorzieningen, maar deze zijn wel te vinden in de directe omgeving van Groot-IJsselmonde. De openbaar vervoerverbindingen met het centrum van Rotterdam
zijn goed, en de ligging ten opzichte van de snelwegen is bijzonder gunstig.
50
h
3
B
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Samenvatting nulmeting 2007
Hordijkerveld Rijeroord
Veiligheid
De buurten Hordijkerveld en Reijeroord zijn over het geheel genomen voldoende kindvriendelijk. Sterke punten zijn de redelijk kindvriendelijke omgeving (schoon, heel en groen) en een positief imago. Ook positief is het aantal grondgebonden woningen; dat is redelijk hoog. Het oordeel van de bewoners over de kwaliteit van het recreatieve groen is niet voldoende, maar wel hoger dan in alle andere pilotwijken. De bevolking is ook niet tevreden over de sportvoorzieningen (met uitzondering van de sportzalen), de speelplaatsen en de jeugdvoorzieningen. De sociale binding met de buurt is niet hoog. Wat zorgen baart, is het problematische migratiesaldo; er verhuizen meer gezinnen met kinderen uit de wijk dan er zich vestigen. Gezinnen met kinderen denken ergens anders een beter woonmilieu te vinden.
7,0 6,5
Im
ag
o
6,0
o
dv
ug
Je
en
ing
en
i orz
5,5 5,0 4,5
Hordijkerveld / Rijeroord Gemiddelde 11 pilotwijken
4,0
din
Om
g
ge
vin
gs
fac
tor
en
Wonen
Bin
Verkeersveiligheid
De veiligheid voor kinderen is in Hordijkerveld/Reijeroord met een score van 6,2 positief. Wat verkeersveiligheid betreft doet de wijk het redelijk goed. Over de vijf afgelopen jaren ligt het aantal ongevallen met slachtoffers rond het Rotterdamse gemiddelde. De veiligheid bij het spelen beoordelen de jongeren iets minder goed, Deze score valt nog net in de categorie ‘kwetsbaar’.
Jeugdvoorzieningen
Hordijkerveld/Reijeroord heeft, net als de overige pilotwijken, te weinig goede jeugdvoorzieningen. De wijk scoort daarin nog onder het gemiddelde. Dit wordt deels veroorzaakt door de lage score voor de voetbalvelden, die echter wel in de omgeving beschikbaar zijn. Dat is kennelijk niet voldoende. De negatieve score zien we immers
51
h
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
terug in het oordeel van de volwassenen over sportvelden Hordijkerveld en het oordeel van de jeugd over de sportvoorzieningen in het algemeen. Hordijkerveld/Reijeroord heeft wel Reijeroord voldoende speeltuinen, maar volgens de norm te weinig speelplaatsen. De tevredenheid van de volwassenen over de speelplaatsen is bijna voldoende (score 5,8). De wijk scoort op dit punt het beste van alle pilotwijken. De volwassenen zijn slecht te spreken over de overige jeugdvoorzieningen zoals de jongerencentra. De jongeren zijn matig tevreden over de sociale en culturele voorzieningen (uitgaansmogelijkheden, jongerenactiviteiten e.d.).
Omgevingsfactoren
Wat kindvriendelijke omgeving betreft scoort Hordijkerveld/Reijeroord een ruime voldoende. Een bijzonder sterk punt van deze groene wijk is het areaal aan speelgroen; de wijk scoort daarin een 7,9. De volwassenen zijn in alle pilotwijken veel minder tevreden over het recreatieve groen in hun buurt dan de jongeren. Over het groen in Hordijkerveld/Reijeroord zijn de volwassenen, vergeleken met de andere pilotwijken, niet zo erg ontevreden (score 5,0) en de jongeren heel tevreden. De jongeren geven het groen in hun wijk de score 8,5, dit is de hoogste score van alle elf wijken. Verder is de mate van overlast door jongeren beperkt. De volwassenen beoordelen die als ruim voldoende. Aan een schone en hele omgeving valt nog wat te verbeteren, de beoordeling ligt nog net in het gebied ‘kwetsbaar’.
Wonen
Gezinnen met kinderen kunnen in Hordijkerveld/Reijeroord redelijk goed wonen. De wijk heeft, dankzij een behoorlijk aantal eengezinswoningen, voldoende grondgebonden woningen. Er is weinig overbewoning; dit betekent dat huishoudens over het algemeen voldoende woonruimte hebben. Wat zorgen baart, is het problematische migratiesaldo; er verhuizen meer gezinnen uit de wijk dan er zich vestigen. De afname van het aandeel gezinnen met kinderen in de bevolking betekent dat gezinnen ergens anders betere woonkansen zien.
Sociale binding
De binding van de bewoners met de buurt is niet erg groot; de wijk scoort rond het gemiddelde van de elf pilotwijken. Die geringe binding komt tot uiting in de vrij hoge verhuismobiliteit van gezinnen. De wijk wordt wel gezien als een stap vooruit in de wooncarrière, zo blijkt uit het rapport ‘Komen en gaan’ 2.
Imago
Hordijkerveld/Reijeroord heeft een redelijk kindvriendelijk imago. De mening van de jongeren over de wijk is behoorlijk positief terwijl het oordeel van volwassen buitenstaanders over de wijk Groot- IJsselmonde voldoende scoort.
Reactie
De portefeuillehouder onderschrijft de conclusies van de nulmeting.
portefeuillehouder op de nulmeting
Conclusie naar aanleiding van de nulmeting
Op korte termijn is kwalitatieve verbetering gewenst van het recreatieve groen, de speelplaatsen, de sportvoorzieningen en jeugdvoorzieningen.
2. Komen en gaan, Selectieve migratie in Rotterdam in 2006. COS, Wim van der Zanden en Maaike Dujardin COS 2006
52
h
C
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Hoe worden Hordijkerveld en Reijeroord kindvriendelijker?
Hordijkerveld Reijeroord
WAPS IJsselmonde 2007 beschrijft maatregelen die tot doel hebben overlast door jongeren te bestrijden. Dit is volgens uitkomsten van de Veiligheidsindex de vorm van overlast die de meeste bewoners van Groot-IJsselmonde rapporteren. Verschillende maatregelen in dit kader richten zich op het ‘van de straat houden’ van de jongeren en komen ten goede aan hun vrijetijdsbesteding. Zo zijn er plannen voor de aanleg van een kunstgras voetbalveld op het Prinsenplein (Groot-IJsselmonde), het opzetten van een Rebound Center en een Sportjip voor jongeren in Hordijkerveld en verdere omgeving (Groot-IJsselmonde) en het vergroten van de accommodatie van het succesvolle jeugdhonk Streetlife. Het visiedocument Jongerenwerk 2008 noemt drie projecten in het kader van de kindvriendelijke wijken: kindlint, waterboerderij en kinderbioscoop. Deze zijn gedeeltelijk terug te vinden in de concepten van de Jonge Honden. Hierin wordt ook een kinderbioscoop genoemd, een reizende bioscoop met kinderfilms en speelmogelijkheden met of bij water (Water op stelten). Twee andere concepten uit de Jonge Honden publicatie zijn Hyves five; een website om elkaar te leren kennen en te weten wat er speelt (Groot-IJsselmonde en Beverwaard), Ieder zijn grond; het verbeteren van de buitenruimte in overleg met de gebruikers/de kinderen (Beverwaard), en Buddy op straat; een professional in sport, kunst en muziek die enthousiast is en motiveert (Groot-IJsselmonde).
53
h
D
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Veelbelovend voorbeeld:
Hordijkerveld Reijeroord
Cultuurwerkplaats IJsselmonde
De Cultuurwerkplaats IJsselmonde is onderdeel van de centrum planontwikkeling in IJsselmonde. De Cultuurwerkplaats wordt huurder in dit nieuwbouwplan van ca. 21.000 m2 winkels, woningen en kantoren. Centraal staat een ontmoetingsruimte annex grand café. Dit grenst aan het plein. Daaromheen worden theatrale functies, studio’s en activiteitenruimtes gegroepeerd. Naast de werkplaats is de lokale vestiging van de bibliotheek gepland. Cultuurwerkplaats en de bibliotheek gaan intensief samenwerken, vooral waar het de activiteiten voor jongeren betreft. De combinatie van activiteiten op één plek maakt het mogelijk om een geïntegreerd aanbod voor de kinderen en jongeren in de wijk aan te bieden vanuit één visie. Zo ontstaat maximale aansluiting op en afstemming van het aanbod. De Cultuurwerkplaats kan vanuit een actieve rol in dit aanbod bemiddelen. Ook kan het zelf projecten initiëren met de aanbieders en deze vervolgens actief en in gezamenlijkheid onder de aandacht brengen in de deelgemeente. Dit is een belangrijke meerwaarde ten opzichte van de reguliere wijze van aanbieden door elk van de aanbieders afzonderlijk. Verwacht mag worden dat hiermee bereik en effectiviteit zullen toenemen. De programmering van de Cultuurwerkplaats rust op twee pijlers. Een culturele programmering in de theaterzaal, de voorstellingsstudio en het grand café, zowel gericht op een dwarsdoorsnede van de volwassenen in de wijk als speciaal voor de kinderen en jongeren. De jeugdprogrammering zal waarschijnlijk de volgende elementen bevatten: een dependance van het jeugdtheater Hofplein, cursussen en ‘culturele naschoolse opvang’ van de SKVR, activiteiten van het Rotterdams Centrum voor Theater en een drumschool. Onderzocht worden 1) de mogelijkheden van een speciale kinderprogrammering, in samenspraak met de bibliotheek en Theater Zuidplein, 2) de mogelijkheden voor een kinderbioscoop en 3) de mogelijkheden voor een permanente BuitenSchoolseOpvang in samenspraak met de aanwezige opvangorganisaties. Hierbij wordt gedacht aan een model met ‘wisselplekken’, waarbij de Cultuurwerkplaats vanuit de bestaande BSO’s kinderen voor kortdurende periodes opvangt en een cultureel activiteitenprogramma aanbiedt. De bouw is medio 2008 gestart. De verwachte oplevering is begin 2010. Vanuit het programma Kindvriendelijke Wijken is een substantiële financiële bijdrage gegeven. De verwachting is dat dit project een grote impuls kan geven aan de verbetering van de jeugdvoorzieningen in Hordijkerveld en Reijeroord en een grote rol gaat spelen voor alle kinderen in de deelgemeente IJsselmonde.
54
h
A
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Kenmerken van de wijk
Feijenoord Matig wonen in een veilige omgeving Aantal bewoners: 7.568 Aantal kinderen 0 t/m 12 jr: 1.599 Aantal kinderen 13 t/m 17 jr: 603 Aandeel gezinnen: 34,7% Aandeel grondgebonden woningen: 10,3% Aandeel koopwoningen: 3,0% Woningaanbod: 2/3 kleine portiekwoningen zonder lift
De wijk Feijenoord in de gelijknamige deelgemeente Feijenoord is één van de oudste wijken van RotterdamZuid en is opgezet als wijk voor havenarbeiders. Ongeveer de helft van de woningen is vooroorlogs, de andere helft van de woningen stamt uit de stadsvernieuwingsperiode tussen 1969-1993. Bijzonder is de aanwezigheid van een aantal grote bedrijven in de wijk, waarvan de hoofdvestiging van Unilever de bekendste is. De ligging van de wijk dicht bij het stadscentrum en de Kop van Zuid is gunstig. De verbindingen van het openbaar vervoer zijn minder goed: er is slechts één busverbinding tussen de wijk en de Rechter Maasoever. De wijk heeft wel een treinstation. Er wonen in Feijenoord relatief veel mensen die een bijstandsuitkering hebben. In de wijkvisie Kop van Feijenoord (20062010), gemaakt samen met woningcorporatie de Nieuwe Unie, staat het (door)ontwikkelen
van de wijk tot een vitale en aantrekkelijke wijk centraal. Bovendien wordt gestimuleerd dat bewoners zich meer verbonden gaan voelen met de wijk en dat de wijk aantrekkelijker wordt voor kinderen. Het programma Pact op Zuid biedt hiertoe nieuwe kansen. De wijk heeft vier basisscholen: Agnesschool, Groen van Prinstererschool,
Heemskerkschool en De Dukdalf. Er zijn zeven peuterspeelzalen, twee kinderdagverblijven en er is buitenschoolse opvang. Er is een speeltuin (Middenstip), een buurthuis (De Dam) en TOS. Verder zijn er in de wijk: een bewonersorganisatie, het opbouwwerk, vrouwenstudio De Peperklip en er zijn enkele moskeeën. De wijk heeft een gezondheidscentrum.
55
h
3
B
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Samenvatting nulmeting 2007
Feijenoord
Veiligheid
De wijk Feijenoord scoort goed wat betreft veiligheid voor kinderen op straat. Vooral het ontbreken van verkeersongevallen valt op. De bewoners zijn ontevreden over de kwaliteit van de beschikbare sportvoorzieningen, de speelplaatsen en overige jeugdvoorzieningen (kinderopvang, scholen en/of jongerencentra). Er is weinig recreatief groen en de bewoners zijn hier begrijpelijkerwijs ontevreden over. Er zijn weinig grondgebonden woningen, er is sprake van relatief veel overbewoning en er vertrekken jaarlijks aanzienlijk meer gezinnen dan zich in de wijk vestigen. De jongeren vinden Feijenoord wel een leuke buurt om te wonen.
7,5 7,0
Im
ag
o
6 6,0
ie orz
o
dv
ug
Je
n
ge
nin
6,5
5,5 5,0 4,5 4,0
Feijenoord Gemiddelde 11 pilotwijken
3,5
din
Om
g
ge
vin
gs
fac
tor
en
Wonen
Bin
Verkeersveiligheid
Over het geheel genomen scoort Feijenoord goed op het gebied van veiligheid. Er is vooral een hoge mate van verkeersveiligheid (score 9,0): het aantal ongevallen met slachtoffers is bijzonder laag, omdat er maar weinig gevaarlijke kruispunten en doorgaande wegen in de wijk zijn. De Oranjeboomstraat is voetgangersvriendelijk gemaakt; de snelheid van het verkeer wordt afgeremd en dat heeft effect. De jeugd is niet erg te spreken over de veiligheid bij het spelen; zij beoordelen dit met een magere voldoende (5,6).
Jeugdvoorzieningen
Feijenoord heeft, net als de meeste pilotwijken, te weinig adequate jeugdvoorzieningen. Volgens de norm zijn er binnen de deelgemeente voldoende voetbalvelden. De deelgemeente ontkent dit (zie reactie portefeuillehouder). Bij de update van deze monitor in september zal nog kritisch naar deze norm worden gekeken. Er zijn
56
h
3
voldoende speelplaatsen, maar de bevolking is hier toch ontevreden over. Ook de ontevredenheid over de overige jeugdvoorzieningen (jongerencentra) is groot.
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Feijenoord
Omgevingsfactoren
Het totaal van de omgevingsfactoren scoort onvoldoende. Er is weinig speelgroen en de volwassen wijkbewoners zijn ontevreden over het recreatief groen. De jongeren zijn wel tevreden over het groen in de buurt. Er is sprake van overlast. De schone en hele omgeving laat te wensen over.
Wonen
Het percentage grondgebonden woningen is in Feijenoord bijzonder laag en de woningen zijn te klein. Er is veel overbewoning. Het is daarom niet verwonderlijk dat Feijenoord een sterk negatief migratiesaldo voor gezinnen met kinderen kent. Het totale aantal verhuizingen in de buurt (de verhuismobiliteit) blijft desondanks beperkt (zie paragraaf D).
Sociale binding
De binding aan Feijenoord is voldoende, al moet daarbij onderscheid worden gemaakt tussen de beleving van de volwassenen en die van de jongeren. De volwassenen ervaren maar weinig wijkbinding, de jongeren zijn wel betrokken bij hun wijk.
Imago
Over het geheel is het imago van Feijenoord redelijk goed te noemen. Dat is vooral te danken aan de waardering van de jongeren over hun buurt; zijn vinden Feijenoord ‘leuk’ en ‘veilig’. In de Grote Woontest komt Feijenoord er minder goed af, buitenstaanders beoordelen het imago van de wijk niet erg positief.
Reactie portefeuillehouder op de nulmeting
Conclusie naar aanleiding van de nulmeting
“De mening van de jeugd over het veilig spelen wordt gedeeld. We werken aan kindlinten en er zouden verkeersdrempels moeten komen in de Oranjeboomstraat en in de Rosestraat. De constatering dat de wijk over voldoende voetbalvelden beschikt, is hilarisch. De voetbalvelden liggen allemaal ver weg (buiten de deelgemeente) en zijn moeilijk bereikbaar. Wij zouden de speelplekken graag creatiever willen inrichten. De door Gemeentewerken geplaatste klimrekken worden niet gebruikt. Er zijn zo veel leuke interactieve sporttoestellen voor op speelplaatsen, maar die kunnen we helaas niet via Gemeentewerken bestellen. Dat de jongeren het leuk vinden in de wijk merken wij ook en daar zijn we heel blij mee. Het jongerenwerk wordt uitgebreid. We belonen participatie (zie ook paragraaf D). Jammer is dat veel wijkbewoners vinden dat de wijk achteruit gaat. Zij verwijten ons dat er steeds meer arme mensen komen wonen. Op de Persoonsdam proberen we vergroening te realiseren en voor de middengroepen te bouwen. We kunnen wel meer poepscooters van de ROTEB gebruiken, zolang dit maar niet ten koste gaat van de reguliere uren. We hebben ook extra uren van de ROTEB nodig. Jammer dat het programma Kindvriendelijke Wijken niet structureel is.”
Op korte termijn is verbetering nodig van de sportvoorzieningen en speelplaatsen, van het recreatief groen en van de overige jeugdvoorzieningen.
57
h
C
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Hoe wordt Feijenoord kindvriendelijker?
Feijenoord
Verkeersveiligheid
In 2009 wordt een kindvriendelijke route gemaakt van de scholen rondom de Persoonsdam naar de jeugdvoorzieningen in de wijk.
Verbeteren van het aanbod jeugdvoorzieningen
Er moeten voldoende voorzieningen en activiteiten in de wijk zijn voor de jeugd. De multifunctionele accommodatie die in het kader van het Pact Op Zuid gepland is aan de Persoonsdam, het geografische hart van de wijk, zal hieraan bijdragen. Dit wordt een plek waar voorzieningen voor onderwijs, sport, opvang en spelen geconcentreerd worden, inclusief een waterspeeldernis. Stichting Hoedje van Papier organiseert vijf workshops in het weekend waarbij kinderen een wijkkrant, wijkradio of wijk-tv maken (zie paragraaf D). Ook worden in het kader van het Pact Op Zuid kunst- en cultuurworkshops aangeboden aan de jongeren in de wijk. Deze zullen leiden tot optredens op diverse podia in de wijk. Een belangrijk aandachtspunt bij het aanbod is de sportdeelname van kinderen en jongeren uit de wijk. Deze blijft achter bij andere wijken in de deelgemeente en bij het Rotterdams gemiddelde. Met behulp van het programma Pact Op Zuid wordt een flinke impuls gegeven aan het bewegen van de jeugd; door de aanleg van kunstgrasveldjes, het opknappen van gymzalen en het omvormen van een schoolplein tot sportplein. Onderdeel hiervan is vrijwillige invoering van Lekker Fit op basisscholen (2008/2009) en het oprichten van de schoolsportvereniging Feijenoord (schooljaar 2007/2008). In de wijkvisie Kop van Feijenoord 2006-2010 zijn plannen opgenomen voor de aanleg van de volgende kindvriendelijke speelplekken: Dukdalf, een voetbalveldje in Feijenoord, en het Nassauhavenpark.
Verbeteren openbare ruimte: meer groen
Er is voldoende ruimte, maar de kwaliteit laat te wensen over. De speelmogelijkheden moeten verbeteren en de wijk moet groener worden. Verder zal de buitenruimte schoon, heel en veilig moeten worden.
Vergroten van de participatie
Het is belangrijk dat de jeugd zelf actief betrokken is bij de wijk. Daartoe dient de participatie te verbeteren. Ook de ouderbetrokkenheid moet worden versterkt. In dit kader is het project Doe wat……voor de wijk! gestart: Kinderen klussen tegen beloning voor de wijk. Dit vergroot de binding tussen kinderen en ouderen. Ook meer stageplaatsen voor jongeren in de eigen wijk vergroot de participatie en sociale binding (volgend uit Agenda voor de Jeugd 20063), bijvoorbeeld bij Thuis op Straat en de Richard Krajicek Foundation (2007 e.v.).
3. Jongere kinderen zijn soms bang voor oudere kinderen (hangjongeren). Een plan is om deze oudere kinderen in te zetten bij activiteiten met de jongere kinderen. Dit vergroot de wederzijdse bekendheid. Ook kunnen door het inzetten van stageplaatsen meer activiteiten voor kinderen worden georganiseerd.
58
h
D
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Veelbelovend voorbeeld:
Feijenoord
Pilot Hoedje van Papier
Er wordt teveel over de kinderen gepraat in plaats van met de kinderen. Bovendien worden er beslissingen voor hen genomen in plaats van met hen. Het programma Hoedje van Papier geeft kinderen van 8 tot 12 jaar in achterstandswijken de kans om actief deel te nemen aan hun wijk en aan beslissingen die betrekking hebben op hun directe omgeving. Voor hen zijn de drempels naar de SKVR en Kinderraden vaak te hoog. Hoedje van Papier organiseert samen met diverse partners in de wijk Feijenoord de volgende workshops: Journalistieke en Digitale Fotografie, Kunst en Grafisch Ontwerpen en Televisie. De workshops leiden tot het maken van een kinderkrant, publicaties in de lokale pers, op de website en/of de productie van een televisieprogramma. Terwijl de kinderen praktische technieken leren, onderzoeken ze ook hun eigen leefwereld. De methodes zijn gebaseerd op waarden als gelijkwaardigheid tussen docent en leerling, multiculturaliteit en de rechten van het kind. Een groot deel van de lessen bestaat uit onderzoek buiten het leslokaal en culturele en educatieve mini-excursies om de algemene ontwikkeling van de kinderen te bevorderen en hen kennis te laten maken met de vele activiteiten die de wijk/stad te bieden heeft. Zo leren ze een kritische houding te ontwikkelen, een mening te vormen, zich te uiten en zelf naar oplossingen te zoeken voor problemen die ze in hun directe omgeving tegenkomen. Het stimuleren van creativiteit en versterken van zelfvertrouwen spelen een belangrijke rol. Hoedje van Papier is ontwikkeld voor kinderen in Peru, maar ontwikkelt op dit moment een aanbod van creatieve workshops voor achterstandswijken in Nederland. Er is een succesvolle pilot geweest in de Afrikaanderwijk met als resultaat een kinderkrant. Feijenoord is de volgende pilot. Ook is er veel aandacht voor het ondersteunen van culturele en welzijnsorganisaties in de wijk om optimaler gebruik te maken van de talenten van de kinderen. Wanneer deze pilot slaagt, wordt deze aanpak aangeboden aan andere achterstandswijken in Nederland.
59
h
A
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Kenmerken van de wijk
Carnisse
Veilig, maar niet erg kindvriendelijk Sterk punt van de woonwijk Carnisse is de strategische ligging: dicht bij het winkelcentrum en theater Zuidplein, goed openbaar vervoer en de nabijheid van het Zuiderpark. De strategische ligging wordt echter niet optimaal benut, omdat de verbindingen niet adequaat zijn. Belangrijke reden voor vertrek uit Carnisse, is waarschijnlijk de matige conditie van de woningen. Aantal bewoners: 10.071 Aantal kinderen 0 t/m 12 jr: 1.324 Aantal kinderen 13 t/m 17 jr: 384 Aandeel gezinnen: 18,9% Aandeel grondgebonden woningen: 14,9% Aandeel koopwoningen: 43,3% Woningaanbod: vooral goedkope huurwoningen
De woningen zijn klein en de meeste portiekflats hebben geen lift. Als men het zich financieel kan veroorloven of als de woning te klein wordt voor het huishouden, lijkt men dit aan te grijpen om te verhuizen. Er is veel leegstand in de wijk. Het programma Hart van Zuid moet voor Carnisse resulteren in het wegnemen van barrières en betere verbindingen,
onder meer naar de VOscholen aan de oostzijde van het Zuidplein. De aanleg van een ‘rode loper’ tussen metro en Ahoy’ door de buurt moet een winkel- en uitgaansroute worden. Verkeersplan Stadsweg Zuid/Pleinweg gaat leiden tot een betere verbinding met de stad en neemt barrières weg tussen Carnisse en andere wijken. De uitvoering van dit plan verbetert ook de
woon- en leefomgeving. Betere entrees naar de wijk moeten bijdragen aan bekendheid en identiteit. Om het woningbestand en de woonomgeving te verbeteren wordt in Carnisse, in het kader van de Krachtwijken en het Pact op Zuid, actief samengewerkt met COM•wonen en andere partners.
60
h
3
B
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Samenvatting nulmeting 2007
Carnisse
Veiligheid
Carnisse scoort redelijk goed met verkeersveiligheid. Er gebeuren in de wijk weinig verkeersongelukken. De jongeren zijn nog niet tevreden over de veiligheid op straat bij het spelen. De ontevredenheid over de sportvoorzieningen, speelplaatsen en overige jeugdvoorzieningen (kinderopvang, scholen en/of jongerencentra) is groot. De omgeving is niet schoon, onvoldoende groen en niet heel. Bovendien is er behoorlijk wat overlast. Carnisse heeft weinig grondgebonden woningen en er is sprake van overbewoning en een hoog vertreksaldo van gezinnen. De binding van de volwassenen aan de buurt is laag, maar de jongeren zijn wel positief over hun wijk.
8,0 7,5 7,0
Im
6,5
ag
o
6,0 6 0
o
dv
ug
Je
en
ing
en
i orz
5,5 5,0 4,5 4,0 3,5
Carnisse Gemiddelde 11 pilotwijken
3,0
din
Om
g
ge
vin
gs
fac
tor
en
Wonen
Bin
Verkeersveiligheid
Carnisse is een zeer verkeersveilige wijk: er gebeuren relatief weinig ongevallen met slachtoffers (score 8,7). De veiligheid bij het spelen ervaart de jeugd overigens als onvoldoende. Gemiddeld komt Carnisse toch nog uit op een ruim voldoende voor veiligheid.
Jeugdvoorzieningen
Op het geheel van jeugdvoorzieningen scoort Carnisse onvoldoende. Dit ondanks het feit dat er volgens de norm voldoende speelplaatsen en voetbalvelden (in de deelgemeente) zijn. De ontevredenheid over sport- en spelvoorzieningen is echter groot. Over de sociale en culturele jeugdvoorzieningen zijn de volwassenen helemaal niet te spreken, terwijl de jongeren deze voldoende vinden.
61
h
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Omgevingsfactoren
Als het om omgevingsfactoren gaat, is Carnisse niet gezinsvriendelijk te noemen. In schril contrast tot het ontoereikende areaal aan speelgroen staat de tevredenheid van de jongeren over het groen. Wellicht is in het onderzoek niet een representatieve groep jongeren bereikt. Het vervolgonderzoek gaat hier verder op in. De omgeving is niet schoon en niet heel. Bovendien er is behoorlijk wat overlast.
Wonen
Door het grote areaal aan kleine portiekwoningen scoort Carnisse gezinsonvriendelijk op woninggebied. Ook is er sprake van overbewoning. Een en ander leidt tot het hoogste negatieve migratiesaldo van gezinnen met kinderen van alle elf pilotwijken (score 2,4). Er is sprake van een ware leegloop van gezinnen.
Sociale binding
De binding met de buurt is minimaal, met als verrassende uitzondering de trouwe buurtjongeren: zij beleven een positieve binding met hun buurt. De volwassenen oordelen veel negatiever over hun buurt en dat komt tot uitdrukking in de recordhoge verhuismobiliteit (score 1,5).
Imago
Wat imago betreft doet Carnisse het eigenlijk nog niet zo slecht, zeker vergeleken met de naastgelegen Tarwewijk. Weliswaar delen buitenstaanders een onvoldoende uit voor imago, maar de jongeren vinden hun buurt best ‘leuk’ en ‘veilig’. Gemiddeld komt het imago daarmee bijna op een voldoende uit.
Reactie portefeuillehouder op de nulmeting
Conclusie naar aanleiding van de nulmeting
Carnisse
“Woningcorporaties, deelgemeente en gemeente moeten innovatief met de beperkte sturingsmiddelen omgaan. Daarbij moeten we kansen gebruiken als deze zich voordoen. Erg belangrijk is de hoge verhuismobiliteit terug brengen en met ‘zittende’ bewoners aan het sociale klimaat werken.”
Op korte termijn is verbetering gewenst van de sportvoorzieningen, de speelplaatsen en de overige jeugdvoorzieningen.
62
h
C
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Hoe wordt Carnisse kindvriendelijker?
Carnisse
Sleutelprogramma’s Dit zijn vijfjarenprogramma’s (2008-2013) op sleutelgebieden die elk jaar worden uitgewerkt in IWAPS. Het bevorderen van kindvriendelijkheid en de positie van de jeugd in Carnisse zijn hiervan belangrijke onderdelen. Dit gebeurt op de volgende manier:
Verkeersveiligheid
Uit een verkeerscirculatieplan, waaraan momenteel wordt gewerkt, zal blijken welke straten verkeersluw worden gemaakt om buiten spelen mogelijk te maken in Carnisse Noord. Een meer milieuvriendelijke en kindvriendelijke oplossing voor het tracé Pleinweg kan het gebrek aan speelruimte en leefruimte oplossen. Dit komt ook zeer ten goede aan de verkeersveiligheid. Sluipverkeerroutes door de wijk kunnen hiermee worden voorkomen.
Veilig en schoon
Rond vervuilde locaties wordt een containerwacht ingesteld. Er is onderzoek gedaan waar de meeste overlast en criminaliteit in de wijk voorkomt. Op deze plekken wordt Stadstoezicht extra ingezet.
Jeugdvoorzieningen en buitenruimte
Door de buitenruimte en de verbindingen met ondermeer de scholen te verbeteren, realiseren we een rustig stedelijk woonmilieu. Naast de herinrichting van het schoolplein van Basisschool De Kameleon worden ook op andere plekken in de wijk extra speelgelegenheden gecreëerd. Er komt een betere ontsluiting van de wijk naar het Zuiderpark. In het noordelijk deel van de wijk creëren we ruimte. Zonder sloop van woningen of het verkeersluw maken van straten lukt dit niet.
Deelname school en werk
Carnisse heeft een programma opgesteld om de jeugd een betere toekomst te bieden. Het doel ervan is meer jongeren naar school en meer jongeren de school te laten afmaken. Naast opleiding is er aandacht voor opvoeding. Professionals en ook vrijwilligers zullen jongeren gaan begeleiden. Voorwaarde voor succes is de samenwerking van scholen, moskeeën en gemeentelijke diensten en het mobiliseren van ouders en kinderen. Acties: Inzet van Thuis op Straat op en rond pleinen, inzet van twee extra jongerenwerkers in de wijk. De samenwerking met relevante partners op dit punt wordt verder uitgebreid. Het instrument groepsaanpak overlastgevende jongeren wordt waar nodig in de wijk ingezet. Daarnaast loopt het programma om de taalbeheersing en het computergebruik te verbeteren. Zowel professionals als vrijwilligers begeleiden dit programma. Het verwachte neveneffect hiervan is dat bewoners elkaar beter leren kennen. Hierdoor stijgt naar verwachting de score voor ‘sociale binding’ op de Sociale Index.
Aantrekkelijke woningvoorraad
De kwaliteit van de woningen wordt verbeterd en er komt meer woningdifferentiatie. Hierdoor blijven bewoners langer in Carnisse en verbetert de sociale binding. Om dit te bereiken wordt de fysieke kwaliteit van de woningvoorraad geïnventariseerd en een plan opgesteld voor kwaliteitsverbetering, beter beheer en meer differentiatie. Extra aandacht wordt besteed aan de particuliere woningvoorraad (maatwerk per subbuurt).
D
Veelbelovend voorbeeld:
Vanuit de wijk Carnisse is nog geen voorbeeldproject beschikbaar. Er is daarom nog geen inkijk te geven in een veelbelovend voorbeeld.
63
h
A
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Kenmerken van de wijk
Tarwewijk Wijk in ontwikkeling met potenties Tarwewijk is ruim en gunstig gelegen, vlakbij het Zuidplein en het Zuiderpark. De wijk ligt niet ver van het stadscentrum, dat ook met openbaar vervoer goed bereikbaar is. Sterke punten vormen de vele pleinen en buurthuizen. Ook de in potentie goede voorzieningen zijn een sterk punt. Door het grote aanbod van kleine en goedkope portiekwoningen is de wijk een typische starterswijk en een wijk voor minder bedeelden. Tarwewijk heeft een zware periode achter de rug met onder meer de drugsoverlast van de Millinxbuurt en een
verpauperd woningbezit. Door grootscheepse investeringen is de wijk vanaf 2000 langzaam overeind gekrabbeld, zowel fysiek als sociaal. Recentelijk gaat de buurt door geldgebrek weer achteruit. Ook de fysieke woonomgeving is verloederd, er is sprake van ‘versleten’ pleinen en veel leegstand van winkels. De investeringen gaan echter wel door; er komen driehonderd nieuwbouwwoningen en meer variatie in woningtypen. In Tarwewijk wonen veel probleemjongeren, veel voortijdig schoolverlaters en er is
veel jeugdwerkloosheid. Het inkomensniveau behoort tot het laagste van Rotterdam, veel mensen hebben een bijstandsuitkering en 30% van de beroepsbevolking is werkzoekend. Ook wat betreft taalbeheersing scoort de wijk slecht. Er zijn sociale maatregelen genomen, zoals het versterken van de bewonersparticipatie, de versterking van de Brede School en de inrichting van een Onderwijs Kansen Zone. De deelgemeente geeft kindvriendelijkheid in Tarwewijk prioriteit, omdat er voor kinderen nu veel te weinig te doen is in de wijk.
Aantal bewoners: 10.901 Aantal kinderen 0 t/m 12 jr: 1.918 Aantal kinderen 13 t/m 17 jr: 604 Aandeel gezinnen: 25,1% Aandeel grondgebonden woningen: 28,5% Aandeel koopwoningen: 24,6% Woningaanbod: driekwart huurwoningen, vooral kleine en goedkope portiekwoningen
64
h
3
B
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Samenvatting nulmeting 2007
Tarwewijk
Veiligheid
Tarwewijk zit al jaren in de mangel tussen een weerbarstige realiteit en slechte beoordelingen. Deze KiWi-monitor vormt daar helaas geen uitzondering op. Sterk punt is de jeugdvoorzieningen. Die voorzieningen worden gezien als ‘kwetsbaar’, maar scoren met 5,4 wel beter dan gemiddeld in de pilotwijken (5,2). Ook de verkeersveiligheid en de veiligheid bij het spelen vinden de bewoners ’kwetsbaar’. De scores voor de omgevingsfactoren (schoon, heel, groen en geen overlast) zijn onvoldoende. Toch zijn de jongeren wel tevreden over hun buurt en de voorzieningen, met uitzondering van de sportvoorzieningen.
7,0 6,5
Im
ag
o
5,5
ie orz
o
dv
ug
Je
n
ge
nin
6,0 6
5,0 4,5 4,0 3,5
Tarwewijk Gemiddelde 11 pilotwijken
3,0
din
Om
g
ge
vin
gs
fac
tor
en
Wonen
Bin
Verkeersveiligheid
Tarwewijk scoort wat betreft de veiligheid voor de jeugd ‘kwetsbaar’. Dit geldt zowel voor de veiligheid bij het spelen als voor de verkeersveiligheid.
Jeugdvoorzieningen
Ook de jeugdvoorzieningen beoordeelt de bevolking als ‘kwetsbaar’. Er zijn ruim voldoende voetbalvelden (deelgemeentelijk gezien), speelplaatsen en speeltuinen, maar de ontevredenheid over zowel sport- en spelvoorzieningen als over sociale en culturele voorzieningen is groot bij de volwassenen. De jongeren geven de sociale en culturele jeugdvoorzieningen wel een voldoende.
Omgevingsfactoren
Tarwewijk mag dan in aanleg een ruime en voor een stadswijk betrekkelijk groene omgeving hebben, op dit moment is hier geen sprake van. Er is weinig recreatief groen;
65
h
3
de volwassenen zijn hierover heel ontevreden. De jongeren niet. Wellicht bereikte het onderzoek geen representatieve groep jongeren. Het vervolgonderzoek gaat hier verder op in. Tot slot is er in Tarwewijk sprake van overlast, vervuiling en kapot straatmeubilair.
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Tarwewijk
Wonen
Door het grote aandeel kleine portiekwoningen scoort de wijk uiteraard onvoldoende als het gaat om het aandeel grondgebonden woningen. De woningen zijn ook te klein voor gezinnen, er is sprake van overbewoning en er vertrekken veel meer gezinnen dan zich vestigen in de wijk.
Sociale binding
De sociale binding met de buurt is in Tarwewijk gering. De verhuismobiliteit is hoog terwijl de volwassenen weinig binding aan hun buurt ervaren. Uitzondering vormen de jongeren die wel een positieve binding aan hun buurt hebben.
Imago
Het imago is geïndiceerd door het oordeel van buitenstaanders over Tarwewijk en het oordeel van de jongeren over hun buurt. De jongeren beoordelen Tarwewijk als een ‘leuke’ en ‘veilige’ buurt terwijl buitenstaanders het slechte imago van Tarwewijk bevestigen met de laagst mogelijke score, een 1. Het gemiddeld oordeel over het imago komt daarmee uit op ‘problematisch’.
Reactie portefeuillehouder op de nulmeting
Conclusie naar aanleiding van de nulmeting
“Om Tarwewijk echt kindvriendelijk te maken, zijn grote ingrepen nodig. Dat lukt niet op korte termijn. Wij vinden dat de verbetering van de overlast, het verminderen van het vuil op straat en het schoolverzuim prioriteit moeten hebben. Ik herken het beeld dat de jongeren het hier wel naar hun zin hebben: er valt redelijk veel te beleven. Ook de verkeersonveiligheid willen we aanpakken door eenrichtingverkeerswegen. Er wordt veel te hard gereden op de Bas Jungeriusstraat en de Dordtselaan. Om de verkeersonveiligheid aan te pakken is medewerking en meer geld van de stedelijke overheid nodig.”
Op korte termijn is verbetering gewenst van de verkeersveiligheid, de sportvoorzieningen, de kwaliteit van het bespeelbaar groen, de overlast en het vuil.
66
h
C
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Hoe wordt Tarwewijk kindvriendelijker?
Tarwewijk
Voor Tarwewijk zijn sociale sleutelprogramma’s geformuleerd in de iWAP 2008-2010. Het omvormen van Tarwewijk tot kindvriendelijke wijk maakt hier onderdeel van uit. Onderstaande uitvoeringsplannen noemt de aan KiWi gerelateerde projecten.
Verkeersveiligheid
Verkeersveiligheid verhogen door: verkeersdrempels, verkeerscirculatieplan, aandacht voor parkeren en ouderbetrokkenheid organiseren.
Verbeteren van de jeugdvoorzieningen en de openbare ruimte
De activiteiten van scholen en buurtcentra worden op elkaar afgestemd, onder meer door een ‘Activiteitenagenda’ op te stellen van de wijk. Dit leidt onder meer tot zes verschillende naschoolse activiteiten per week op vijf scholen en de speeltuin. De verbetering richt zich verder op het stimuleren van sport- en spelactiviteiten op Campus Tarwewijk. De campus is een aaneengesloten stelsel van openbare ruimtes, waaraan publieke functies, vooral scholen, zijn gekoppeld. Er is een inrichtingsplan op hoofdlijnen gemaakt. Daarnaast worden Mijnsherenlaan Oost en het Moerkerkeplein zodanig ingericht dat ze zeven dagen per week toegankelijk zijn. Hier worden vier dagen per week activiteiten georganiseerd. Op het Verschoorplein wordt een kunstgrasveldje aangelegd. Bovendien worden er activiteiten op het plein georganiseerd. Op het Moerkerkeplein komt in 2009 een geheel nieuwe speeltuin. Het schoolplein van de Elout van Soeterwoudeschool en de directe omgeving worden kindvriendelijk ingericht. Tenslotte werken kunstenaars en bewoners samen aan de herinrichting van de openbare ruimte. Dit heeft mede tot doel de betrokkenheid van de bewoners bij de openbare ruimte te vergroten. Kunst werkt als bindmiddel. Gezamenlijk bouwen de kunstenaars en bewoners een maquette. Ze stellen samen ook een activiteitenplan op.
Sociale binding en maatschappelijke participatie
Om meer betrokkenheid en verantwoordelijkheid van de bewoners bij de wijk te krijgen, worden diverse acties ondernomen: een Jeugdraad, een Kinderpersbureau en de uitbreiding van WSV, Kinderschouw in de wijk. Een straatcoach en twee extra ambulante jongerenwerkers ondernemen veel activiteiten om jongeren met een multiproblematiek toe te leiden naar school of werk. Er worden dertig stageplekken voor praktijkonderwijs en speciaal onderwijs ingericht. Hierbij worden afspraken gemaakt met wijkondernemers over banen voor werklozen. Opzoomeren speelt een belangrijke rol bij het vergroten van de betrokkenheid van de bewoners bij de wijk door het organiseren van een voorjaarschoonmaak, een Europese dag van de buren en Opzoomerkids. De wijk stimuleert het maken van straatafspraken. Er worden zeven straatkeuringen georganiseerd en een participatiekaart gemaakt. In de wijk worden potentiële inburgeraars aan huis benaderd voor deelnam aan een inburgeringcursus, die ook in de wijk wordt gegeven.
D
Veelbelovend voorbeeld:
Vanuit Tarwewijk is nog geen voorbeeldproject beschikbaar. Er is daarom nog geen inkijk te geven in een veelbelovend voorbeeld.
67
h
A
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Kenmerken van de wijk
Hoogvliet-Noord Gezinsvriendelijk wonen, maar met gevaarlijke wegen en weinig voorzieningen Aantal bewoners: 13.129 Aantal kinderen 0 t/m 12 jr: 2.158 Aantal kinderen 13 t/m 17 jr: 959 Aandeel gezinnen: 30,7% Aandeel grondgebonden woningen: 58,4% Aandeel koopwoningen: 37,3% Woningaanbod veelzijdig
Hoogvliet-Noord beslaat de noordelijke helft van deelgemeente Hoogvliet. Deze deelgemeente ligt in de verre zuidwesthoek van Rotterdam. De wijk geldt als een proeftuin van herstructurering. Als reactie op de verpaupering en leegloop van de wijk is eind negentiger jaren gestart met een grootscheepse vernieuwing van het gebied. Een derde van de bestaande woningvoorraad is gesloopt en wordt
vervangen door kwalitatief hoogwaardige woningen, aantrekkelijk voor gezinnen en huishoudens met een bovenmodaal inkomen. Zo krijgt de wijk een gevarieerder aanblik en daalt het hoge percentage huishoudens met een laag inkomen. Hoogvliet is één van de eerste herstructureringsgebieden waar men zich niet alleen richt op fysieke, sociale en economische verbetering, maar ook is gaan werken met begrippen als
wijkidentiteit en branding. Deze aanpak geniet veel bekendheid in vakkringen. Het imago van Hoogvliet is de laatste jaren sterk verbeterd. Hoogvliet-Noord heeft een groene uitstraling, die de wijk ondanks de nieuwbouw heeft weten vast te houden. De bewoners hebben van oudsher een sterke wijkbinding. De meeste oude bewoners keren na de renovatie graag terug naar hun wijk.
68
h
3
B
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Samenvatting nulmeting 2007
Hoogvliet-Noord
Veiligheid
Hoogvliet-Noord scoort bovengemiddeld op vier van de zes factoren met betrekking tot kindvriendelijkheid. In Hoogvliet-Noord kunnen gezinnen een goede woning vinden. Hun kinderen kunnen opgroeien in een groene omgeving. Ook qua binding en imago doet Hoogvliet het goed. Echter, Hoogvliet-Noord scoort slecht op verkeersveiligheid, voornamelijk veroorzaakt door hoge ongevallencijfers in het verkeer. De sport- en jeugdvoorzieningen en het recreatieve groen zijn nog niet op orde. Maar HoogvlietNoord heeft een stevige basis om een goede kindvriendelijke wijk te worden.
8,0 7,5
Im
ag
o
6,5
ie orz
o
dv
ug
Je
n
ge
nin
7,0
6,0 6 5,5 5,0 4,5
Hoogvliet-Nrd / Gemiddelde 11 pilotwijken
4,0
din
Om
g
ge
vin
gs
fac
tor
en
Wonen
Bin
Verkeersveiligheid
De verkeersveiligheid is zorgelijk als het gaat om het aantal ongevallen met slachtoffers. Bovendien heeft de jeugd zorgen over de veiligheid bij het spelen.
Jeugdvoorzieningen
Er zijn ruim voldoende voetbalvelden in de wijk. De volwassenen zijn matig tevreden over de sportvoorzieningen, de jongeren zijn er ontevreden over. Er zijn voldoende speeltuinen, maar het aantal speelplaatsen voldoet nog niet aan de norm. De tevredenheid over de kwaliteit van de speelplaatsen is laag, de tevredenheid over de sociaal-culturele voorzieningen is zowel bij de volwassenen als de jongeren nog lager.
Omgevingsfactoren
Hoogvliet-Noord heeft van alle elf pilotwijken de hoogste score op omgevingsfactoren. Op schoon, heel, groen en geen overlast scoort Hoogvliet-Noord goed tot zeer goed.
69
h
B
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Samenvatting nulmeting 2007
Hoogvliet-Noord
Sterk punt vormt het groene karakter van de wijk. Er is veel speelgroen; de beoordeling van de jongeren hierover is zeer positief. De volwassenen zijn niet zo positief over het recreatief groen in hun wijk, maar deze ontevredenheid is relatief laag vergeleken met de andere pilotwijken.
Wonen
Ook op de factor Wonen scoort Hoogvliet-Noord het hoogst van alle elf pilotwijken. Wellicht het sterkste punt van deze wijk is het grote aantal grondgebonden woningen. Bijna 60% van het woningaanbod bestaat uit grondgebonden woningen; dat is voor grootstedelijke begrippen zeer hoog. De woningen zijn ook voldoende ruim: er is nauwelijks sprake van overbewoning. Het migratiesaldo is positief; er vestigen zich meer gezinnen dan er vertrekken.
Sociale binding
De sociale binding aan de wijk scoort ruim voldoende. Zowel de jongeren als de volwassen ervaren een positieve binding aan de wijk. De verhuismobiliteit is laag.
Imago
Het imago van Hoogvliet-Noord is positief met een score van 6,8. Net als in andere wijken oordelen de jongeren over hun wijk positiever dan buitenstaanders: buitenstaanders vinden het imago van Hoogvliet-Noord voldoende, terwijl de jongeren de wijk als ‘zeer goed’ beoordelen.
Reactie portefeuillehouder op de nulmeting
Conclusie naar aanleiding van de nulmeting
“Het sluipverkeer naar Spijkenisse veroorzaakt, bij een zeer drukke Aveling, heel vaak een onveilige verkeerssituatie. De ontevredenheid over de jeugdvoorzieningen is herkenbaar. De wijze van inrichten van de speelplaatsen is saai en ouderwets. We gaan nu speeltoestellen installeren die interactief zijn en sportiever. Het welzijnswerk was te veel aanbodgericht in plaats van vraaggericht. Dat men ontevreden is over het groen komt ook omdat mensen uit een allochtone cultuur groen anders gebruiken. Zij willen geen park met Hooglanders, maar picknicktafels en een speelveldje. Woningcorporaties zouden hieraan een bijdrage kunnen leveren door het groen tussen de flats anders in te richten. De herstructurering is een succes vanwege de grotere appartementen met liften en meer grondgebonden woningen. Er is bij de herstructurering te weinig geïnvesteerd in de openbare ruimte. Dankzij het programma Kindvriendelijke Wijken kunnen we hier nu iets aan doen. Hopelijk komt er voldoende geld voor het kindlint.”
Op korte termijn is verbetering nodig van de verkeersveiligheid, de speelplaatsen, het recreatieve groen en de overige jeugdvoorzieningen (kinderopvang en jongerencentra).
70
h
C
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Hoe wordt Hoogvliet-Noord kindvriendelijker?
Hoogvliet-Noord
In het Wijkactieprogramma Sociaal Hoogvliet-Noord 2007 is versterking van het jeugdbeleid de eerste van de vijf prioriteiten. Aanleiding hiervoor zijn zorgelijke cijfers over het onderwijsniveau, de behoefte aan meer voorzieningen voor kinderen en jongeren en de overlast door jongeren. Het beleid met betrekking tot kindvriendelijkheid bestaat enerzijds uit het bestrijden van problemen en anderzijds het stimuleren van kansen op het gebied van onderwijs en kunst en cultuur. Dit sluit aan bij de wensen van de jongeren zelf, die in Jeugddebatten in 2006, aangaven dat zij behoefte hebben aan meer voorzieningen en activiteiten. In het Kindvriendelijke Wijken-beleid staat de aanpak van jongerenproblematiek centraal.
Veilig verkeer
De verkeersveiligheid is een groot probleem. Met Kindvriendelijke Wijken-geld wordt de veiligheidsituatie verbeterd door de verbetering van zebra’s en een kindlint in Ouweland, tussen de scholen en de speelplaatsen.
Verbeteren jeugdvoorzieningen
De voorzieningen voor kunst en cultuur in de wijk zullen worden verbeterd, met speciale aandacht voor deelname van jongeren. Concrete projecten zijn cursussen van het Jeugdtheater Hofplein; de Brede School Oudeland en de lessen kunstzinnige vorming op de scholencampus. Daarnaast is het speelplaatsenbeleidsplan vernieuwd en worden de speelplaatsen beter ingericht met toestellen van bijvoorbeeld de Krajecek Foundation. Er worden sportieve activiteiten georganiseerd op pleinen en straten met begeleiding van de dienst Sport en Recreatie. Daarnaast werken er op straat uitvoerende jongerenwerkers (UFO’s), die jongeren bij elkaar brengen en activiteiten organiseren.
Verbeteren buitenruimte
Een aantal schoolpleinen ontwikkelen we tot wijkpleinen. En er wordt gewerkt aan de realisatie van een gemeenschapstuin.
Jeugd Kansen Zone
Een belangrijke prioriteit is het verbeteren van onderwijs met als doel: bestrijding van de onderwijsachterstand; bestrijden/voorkomen van overgewicht; en bevorderen van de ouderparticipatie. De wijkteams die nauw samenwerken met de schooldirecteuren spelen hierin een belangrijke rol. Brede School activiteiten zijn niet meer de verantwoordelijkheid van de basisschool zelf, maar die van de wijkteams die schools en buitenschools leren aan elkaar koppelen. Dit werkt goed (zie paragraaf D).
71
h
D
3
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Veelbelovend voorbeeld:
Hoogvliet-Noord
Jeugd Kansen Zone met UFO’s
In Hoogvliet heeft de samenwerking ten behoeve van de Jeugd Kansen Zone de vorm gekregen van vijf Wijkwerkteams waarin basisscholen en hun partners samenwerken. Deze Wijkwerkteams maken afspraken over planning en uitvoering van de verschillende vrijetijdsactiviteiten in de wijk. Alle activiteiten voor kinderen van de welzijnsinstellingen, de Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE), de nieuwe Brede School en de dagarrangementen vallen onder het Wijkwerkteam; dit team coördineert en stemt af. Ook stedelijke instellingen, zoals dienst Sport en Recreatie, BSW en SKVR doen mee. De Wijkwerkteams zijn tevens verantwoordelijk voor het bijhouden en vastleggen van de resultaten van activiteiten. Voor de samenwerking bij de uitvoering zijn twee uitvoeringsfunctionarissen aangesteld. Zij worden ondersteund door twee uitvoeringsfunctionarissen in opleiding (UFO’s). De UFO’s organiseren en begeleiden wijkactiviteiten. Er worden sportactiviteiten georganiseerd in de lunchpauze van de school, naschoolse activiteiten in gymzalen en activiteiten tijdens de schoolvakanties. De UFO’s zijn Hoogvlietse jongeren, die 24 uur per week voor de deelgemeente werken en daarnaast een mbo-opleiding sociaalcultureel werk doen. Dat is een zware combinatie die niet iedereen kan volhouden. Degenen die erin slagen het werk als UFO én het behalen van een mbo-diploma goed te combineren, kunnen een voorbeeld zijn voor anderen.
72
h
4
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
4
Kindvriendelijk Rotterdam in 2010 en daarna Ontwikkelen en verbinden
De collegeperiode 2006-2010 is een periode van ontwikkelen en verbinden. Om Rotterdam (nog) socialer en kindvriendelijker te maken, worden de wensen van gezinnen - een ruime woning en een groene en veilige woonomgeving met voldoende voorzieningen - vertaald in programma’s van eisen die onderdeel kunnen uitmaken van de reguliere planvormingsprocessen en de herinrichting van de buitenruimte. Er liggen geen kant en klare concepten klaar om de stad zo in te richten dat het veilig en ‘gaaf’ is om hier op te groeien. Gezamenlijk werken diensten, deelgemeenten, corporaties, marktpartijen en wetenschappers aan dit creatieve proces dat de stad kan veranderen. Het leidt er ondermeer toe dat Rotterdam in 2010 als enige stad in Nederland een kindvriendelijke stedenbouwkundige visie heeft. Hiermee kunnen de stedenbouwkundigen en planners, corporaties en marktpartijen ervoor zorgen dat de stad een socialer en kindvriendelijker aanzien krijgt. Een belangrijke doelstelling van het programma is om kindvriendelijkheid te verankeren in bestaand beleid. Het programma mag niet blijven steken in incidentele activiteiten. Daarom werken we vanaf 2009 aan een implementatietraject van kindvriendelijkheid in de stedelijke programma’s voor woningbouw, buitenruimte, het actieplan verkeer en vervoer en de richtlijnen Rotterdamse Stijl. De programmering en de sociale component worden opgenomen in de integrale Wijk Actieplannen (iWAPS). Dit valt onder verantwoordelijkheid van de deelgemeenten. In dit traject staat het gebiedsgericht werken centraal.
73
h
Verwachtingen ten aanzien van de elf pilots
4
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
De meeste van de elf voortrekkers zijn volop in actie met de uitvoering van de plannen om hun wijk kindvriendelijker te maken. Positieve verbeteringen in deze collegeperiode verwachten we vooral van: 1. De aanleg van kindlinten. Dit zijn veilige en gemarkeerde routes die het mogelijk maken dat kinderen op een veilige en zelfstandige manier naar school en andere voorzieningen in de wijk kunnen lopen en fietsen. 2. De omvorming van schoolpleinen tot aantrekkelijke buurtpleinen die open zijn buiten schooltijden en waarop een aantrekkelijke programmering plaatsvindt. 3. Het herinrichten van wijkpleinen tot speelplaatsen en de aanleg van kleine sportveldjes. 4. Een kwalitatieve verbetering van het bespeelbare groen. 5. Het verbeteren van het aanbod van voorzieningen voor jongeren door Actieprogramma Jongerenwerk. 6. Het vergroten van de sociale binding door actieve deelname van de jeugd, de ouders en overige buurtbewoners, het ontwikkelen van eenduidige pedagogische visies en door spelend leren. Eind 2009 wordt nagegaan of deze elf pilotwijken kindvriendelijker zijn op deze terreinen en welke maatregelen effect hebben gehad. Het collegedoel over de verbetering van het wijkimago meten we in deze collegeperiode niet. Het meten van het imago van Rotterdam en de wijken is onderdeel van de Grote Woontest die waarschijnlijk weer in 2012 wordt uitgevoerd.
Vanaf 2010 en later
Vanaf 2010 zal voor elke wijk gelden dat er een ‘basale vorm van kindvriendelijkheid’ gecreëerd moet worden. Deze basis gaat onderdeel uitmaken van de reguliere besluitvormingsprocessen en de herinrichting van de buitenruimte. Deze basis gaat uit van de fysieke omgeving met oog voor de sociale componenten van een wijk. De basis bestaat uit de volgende elementen: • Er zijn voldoende woningen, waarbij er drempelruimtes zijn tussen de voordeur van de woning en de straat (een voortuin, een brede stoep, een binnenplaats). • De basisschool en het schoolplein moeten goed en veilig bereikbaar zijn. • Er moet voldoende bespeelbaar groen aanwezig zijn. De norm voor deze basis wordt het komend jaar verder uitgewerkt.
KiWi Monitor vanaf 2010 onderdeel van de Sociale Index
De KiWi Monitor is een tijdelijk instrument dat in eerste instantie de resultaten meet in de elf pilotwijken. De KiWi Monitor is echter zodanig ontwikkeld dat deze een bijdrage kan leveren aan de Sociale Index en vanaf 2010 erin kan opgaan. De KiWi Monitor verrijkt de Sociale Index dan met informatie over: • de leefomgeving voor de jeugd (bespeelbaar groen, aanbod voorzieningen, verkeersveiligheid); • de eisen van ouders van kinderen ten aanzien van passende huisvesting; • de opvattingen van jongeren van 12 tot 16 jaar uit de Jeugdmonitor Rotterdam.
74
4
Kindvriendelijke wijken Monitor
h
Nulmeting februari 2009
Aan het eind van de collegeperiode kan de KiWi Monitor informatie leveren over kindvriendelijkheid in alle 63 woonwijken. Naast de indicatoren die nu zijn opgenomen in de KiWi Monitor worden dan ook indicatoren over de kinder- en jeugdparticipatie en gezondheid van de jeugd (uit de Jeugdmonitor Rotterdam) aan de Sociale Index toegevoegd. Ten behoeve van de toekomstige aansluiting bij de Sociale Index heeft de projectgroep de beschikbare informatie reeds verzameld over alle woonwijken, ook de voor de Sociale Index relevante indicatoren ‘gezondheid’ en ‘participatie van de jeugd’. Deze informatie is op te vragen bij het programmabureau Kindvriendelijke Wijken. De Sociale Index kan hiermee vanaf 2010 een Sociale Index Plus worden, conform onderstaand schema.
Sociale Index
Aanvullende registraties
Kiwi Index
Sociale Index PLUS
Jeugdmonitor Rotterdam/CtC
75
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Toelichting begrippen van de Kindvriendelijke Wijken Monitor Verkeersveiligheid
• Ongevallen met slachtoffers Per 1000 inwoners, op basis van de ongevallenregistratie 2003-2007. Bij de ongevallen zijn jaren samengevoegd, omdat het aantal ongevallen per buurt (gelukkig) gering is. De veiligheid is voldoende als er maximaal 6,5 ongevallen per 5 jaar plaatsvinden per 1000 inwoners. De vervolgmeting gebruikt de ongevallenregistratie 2005-2009. • Veilig spelen De mening van de jongeren (12-16 jaar) over veilig op straat spelen (KiWi enquête).
Jeugdvoorzieningen
• Voetbalvelden Op basis van de deelgemeentelijke norm, die stedelijk zijn opgesteld.(registratie S&R). • Tevredenheid sportvoorzieningen (volwassenen en jongeren) Tevredenheid van volwassenen met sportvelden en sportzalen (Sociale Index). Tevredenheid van jongeren (12-16 jaar) over sportvoorzieningen (KiWi enquête). • Beschikbaarheid en tevredenheid speelplaatsen en speeltuinen Beschikbaarheid speelplaatsen en speeltuinen. Beschikbaarheid speelplaatsen op basis van het aantal per vierkante kilometer. Het aantal speelplaatsen is voldoende als er 11) speelplaatsen beschikbaar zijn per vierkante kilometer en er binnen een straal van 3 vierkante kilometer een speeltuin bezocht kan worden. • Tevredenheid sociaal culturele jeugdvoorzieningen (volwassenen en jongeren) Tevredenheid van volwassen bewoners over de jongerencentra (Sociale Index). Tevredenheid van jongeren (12-16 jaar) over de activiteiten in de buurt en om uit te gaan (KiWi enquête).
Omgevingsfactoren
• Overlast De mening van de volwassenen over overlast (Sociale Index). • Schoon en heel De mening van de volwassenen over of de wijk schoon en heel is (Sociale Index). • Groen (volwassenen en jongeren) Percentage bespeelbaar groen in relatie tot de buurtoppervlakte (registratie GW). Onder bespeelbaar groen verstaan we: bomenlanen, bosplantsoenen met een kruidenlaag of een natuurlijke ondergrond, grasvegetatie (incl. niet maaien en gazon), paden door de begroeiing, greppels in het gras, halfverharding en vlonders. Tevredenheid van de volwassenen met recreatieve groenvoorzieningen (Sociale Index) en van jongeren (12-16 jaar, KiWi enquête).
76
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Wonen
• Grondgebonden woningen Het percentage ééngezinswoningen en overige grondgebonden woningen (benedenwoningen, souterrains en de bel-etage van appartementen, registratie). • Vestiging en vertrek van gezinnen Het saldo van de vestiging en vertrek van de gezinnen naar/uit de wijk (registratie). Hierbij wordt aangenomen dat ontevredenheid over de woning de belangrijkste reden is voor verhuizing. • Overbewoning Geen eigen kamer per kind (registratie).
Sociale binding
• Ervaren binding (volwassenen en jongeren) Het percentage volwassen bewoners dat vindt dat mensen in hun buurt goed met elkaar omgaan (familiariteit), zich thuis voelt in hun buurt en zich betrokken voelt bij hun buurt. Percentage jongeren dat tevreden is met de woonbuurt (12-16 jaar, KiWi enquête). • Totaal verhuizingen gezinnen De totale som van verhuizingen van en naar de buurt van gezinnen als aandeel van het totaal aantal gezinnen met kinderen onder de 18 jaar dat in de buurt woont. Dit zegt iets over de stabiliteit van de buurt.
Imago
• Mening jongeren over hun wijk Het percentage jongeren (12-16) dat vindt dat ze in een leuke en veilige buurt wonen (Jeugdmonitor Rotterdam). • Imago volgens volwassenen buiten de wijk Ontleend aan de ‘Brand Power Index’ van wijken die is opgesteld in het kader van de Grote Woontest. Deze index geeft aan hoe sterk de positieve beleving van de wijk is in relatie met elkaar. In de Grote Woontest is aan mensen van buiten de wijk gevraagd of 1) men de wijk kent en 2)wat voor beeld men van de wijk heeft. Dit geeft een interessant doorkijkje, maar laat ook zien dat het beleid dit niet op korte termijn kan beïnvloeden. (Zo scoort Kralingen West bijna even goed als Kralingen Oost.) Over drie wijken (Hoogvliet Noord, Liskwartier en Oosterflank) ontbrak informatie. Bij Hoogvliet Noord en het Liskwartier is het indexcijfer van de deelgemeente gebruikt, bij Oosterflank is het indexcijfer genomen van Ommoord.
77
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Gebruikte literatuur
Aalst, M. v. , Roorda, W., Scholierenrapportage Communities that care 2007 Rotterdam (DSP, Amsterdam, 2008) Boonstra, N. & Stolk, A. , De kracht van sport in de wijk (Sociaal Platform Rotterdam, 2007) Buren, L. v. et al. , Jeugdmonitor Rotterdam 2008 (GGD Rotterdam Rijnmond, 2008) Jong, E. de, Opgroeien in een stad heeft ook voordelen (Tijdschrift voor onderwijs en opvoeding. Jaargang 66, nummer 6, december 2007). Karsten, L. , Reijndorp, A. en Zwaard, J. van der. Smaak voor de stad, een studie naar de stedelijke woonvoorkeur van gezinnen (Ministerie VROM, Den Haag, 2006) Karsten, L. , Reijndorp, A. en Zwaard, J. van der. Stadsmensen, levenswijze en woonambities van stedelijke middengroepen (Het Spinhuis, Apeldoorn, 2006) KEI, Kenniscentrum Stedelijke vernieuwing, Rotterdam, Hoogvliet, lessen uit de strategische wijkaanpak (www.KEI.nl) Leidelmeier, K. , Iersel, J. v., Herder, N. den. Sociale Index Rotterdam, instrumentontwikkeling en proefmeting, inclusief bijlagenrapport (RIGO Research, Amsterdam, 2007) Oudijk, C en Slob E. , Rotterdam Sociaal Gemeten 2008 - 1e meting door de sociale index (Gemeente Rotterdam, Programmastaf Sociaal) Pool, M. e.a. , Ouders aan het woord. Hoe gezinsvriendelijk is Rotterdam? (Nederlandse Gezinsraad, Den Haag 2006. In opdracht van de gemeente Rotterdam.) Reijndorp, A. & Zwaard, J. van der, Kan en wil ik mijn kind hier laten opgroeien. Manieren om de pedagogische kwaliteit van een wijk te monitoren (SVH & Regio Haaglanden, 2007, ook te raadplegen via de website van Joke van der Zwaard) Reijndorp, A. & Zwaard, J. van der, Wonen in en werken aan de wijk Feijenoord (Rotterdam, DNU 2005) Spierings, F. & Meeuwisse, M. , Pact Op Zuid, Reisgids 2008 (Uitgeverij IJzer, 2008) Steketee, M., Mak, J. en Tierolf, B. (red.), Kinderen in tel, databoek 2007 (VerweyJonker instituut, Utrecht, 2007) Werkgroep Jonge Honden, Gezinnen Gezocht, Wijken in de Aanbieding (Gemeente Rotterdam, Jeugd, Onderwijs en Samenleving, 2007)
78
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Cool
Erasmusbuurt
Liskwartier
Spangen
Oosterflank
Beverwaard
Hordijkerveld Rijeroord
Feijenoord
Carnisse
Tarwewijk
Hoogvl.-Noord
Gemeente Rotterdam
Uitgebreid overzicht resultaten nulmeting 11 pilotwijken Verkeersveiligheid (totaal)
3,8
6,0
7,4
6,8
7,3
7,4
6,2
7,3
6,9
5,5
4,4
6,3
Aantal ongevallen m.slachtoffers/1000 inw.
2,0
6,2
7,6
6,8
7,4
9,4
6,4
9,0
8,7
5,7
3,2
6,6
Veilig spelen (KiWi)*
5,5
5,8
7,1
6,9
7,3
5,5
5,9
5,6
5,2
5,2
5,5
6,0
Jeugdvoorzieningen (tot.)
4,7
5,4
5,7
5,9
5,1
4,7
5,1
5,2
4,9
5,4
5,1
5,2
Voldoende voetbalvelden
1
7
7
7
2
3
3
6
7
7
7
5,2
Tevredenh. Sportzalen (Sociale Index)
4,1
5,9
4,8
4,8
6,1
3,8
6,6
5,2
4,0
3,3
6,0
5,0
Tevredenh. sportvelden (Sociale Index)
3,8
4,2
4,1
4,9
5,7
4,2
4,9
4,2
4,1
3,1
5,3
4,4
Tevredenheid jongeren sportvoorzieningen (KiWi)*
6,1
4,3
5,1
3,7
4,1
4,6
4,4
4,5
4,1
4,2
3,7
4,4
Voldoende speelplaatsen (aantal speelplaatsen/km2)
6,1
8,6
8,0
9,3
7,4
7,5
4,8
8,0
7,4
7,4
5,4
7,3
Tevredenh. speelplaatsen (Sociale Index)
4,8
4,7
4,5
5,3
5,5
4,4
5,8
4,6
4,1
5,0
4,3
4,8
4
4
8
8
4
6
6
4
4
8
6
5,6
Tevredenh. Jeugdvoorz. (Sociale Index)
4,4
4,1
4,0
4,1
4,2
3,4
4,0
4,2
3,3
3,7
3,7
3,9
Tevredenh. Soc.cult.voorz. (KiWi)*
6,5
6,0
6,2
6,2
6,4
5,2
5,9
5,7
6,3
6,4
5,5
6,0
Omgevingsfactoren (tot.)
5,8
4,9
6,2
5,5
6,3
6,6
6,6
5,4
5,2
4,5
7,0
5,8
Geen overlast (Sociale Index)
5,9
4,9
7,1
5,9
6,8
6,5
6,7
5,6
5,0
4,4
6,8
6,0
Schoon en Heel (Sociale Index)
7,1
5,9
7,1
5,8
6,2
6,3
5,9
5,7
5,3
4,6
7,2
6,1
Kwantitatief voldoende speelgroen (% buurtopp.)
3,1
3,2
3,8
4,4
6,3
8,8
7,9
4,4
3,1
3,9
8,9
5,3
Tevredenheid met recr. groen (Sociale Index)
4,5
3,3
3,2
3,6
4,1
4,4
5,0
4,0
4,4
3,1
4,6
4,0
Tevredenheid met groen jongeren (KiWi)*
5,4
4,9
6,3
6,3
7,1
7,7
8,5
6,7
8,2
6,9
7,7
6,9
Wonen (totaal)
4,8
4,5
5,6
4,9
6,5
6,7
6,1
3,9
3,9
4,8
7,6
5,4
Passende huisvesting: % Grondgeb. woningen
3,3
4,1
5,3
4,7
6,1
9,3
6,1
3,5
4,0
5,3
8,3
5,5
Migratiesaldo (vestiging - vertrek) gez.mk.< 18 jr
3,1
4,3
5,6
6,2
6,2
5,2
4,8
4,1
2,4
4,1
7,1
4,8
% Overbewoning (Sociale Index)
8,0
4,9
5,8
3,8
7,3
5,7
7,3
3,9
5,3
4,9
7,4
5,8
Sociale binding (totaal)
5,9
6,2
6,6
6,9
6,4
5,7
5,8
6,4
3,7
4,3
6,6
5,9
Subj.binding met de buurt (Sociale Index)
6,7
4,9
6,4
6,8
6,2
4,7
5,9
5,3
3,5
4,4
6,4
5,6
Sociale binding jongeren (KiWi)*
7,1
7,0
6,4
7,6
6,7
6,1
6,2
6,6
6,3
6,9
6,5
6,7
Verhuizingen gez.mk.<18 jr (vestiging+vertrek)
3,9
6,9
7,0
6,4
6,5
6,4
5,5
7,2
1,5
1,7
7,1
5,4
Imago (totaal)
7,1
6,8
7,1
6,4
6,1
5,0
6,7
6,8
5,8
4,3
6,8
6,3
Imago: buurt leuk&veilig (Jeugd Monitor Rotterdam)
6,9
6,7
7,2
7,8
6,5
7,4
6,9
7,7
6,8
7,6
7,5
7,2
Indicator/target
Voldoende speeltuinen (incl. particuliere) (S&R)
Imago (Grote Woontest 2008)
7,4
6,9
6,9
5,1
5,6
2,6
6,4
5,8
4,9
1,0
6,1
5,3
KiWi-Score
5,3
5,6
6,4
6,1
6,3
6,0
6,1
5,8
5,1
4,8
6,3
5,8
* Door het relatief lage aantal respondenten zijn deze cijfers allleen indiciatief, zij worden waar mogelijk op basis van aanvullende informatie verbeterd.
Legenda categorie-indeling KiWi Monitor 3,99 of lager
Zeer zwak
4-5
Probleem
5-6
Kwetsbaar / matig
6-7
Voldoende
7 of hoger
Goed tot zeer goed
79
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Pilot Kindvriendelijke Wijken
Overzichtskaart KiWi-wijken
Verkeersveiligheid
Jeugdvoorzieningen
80
Kindvriendelijke wijken Monitor Nulmeting februari 2009
Colofon Ontwikkeling en tekst Corrine Oudijk en Piet Ouweneel (Gemeente Rotterdam) m.m.v. Els de Jong en de betrokken deelgemeenten
Opdrachtgever Rita Wapperom programmamanager Kindvriendelijke Wijken
Begeleidingsgroep Petra Van der Looij (GGD) Klaas Huls (SenR) Corrie Wolfs (JOS) Pieter Koppelaar (COS)
Uitvoering Veldwerk Mediad, Marieke Meij
Tekstredactie Helene de Bruin
Vormgeving NXIX, Fred Sophie
Fotografie en impressies Hanna Anthonysz Buurtlab Van Dantzig Communicatiepartners Deelgemeente Hoogvliet Deelgemeente Prins Alexander DHV advies- en ingenieursbureau Carel van Hees Koninklijke Nederlandse Schaakbond Mirjam Oulad-Said Tom Pilzecker Joop Reijngoud Rotterdam Marketing Cor Vos Ben Wind
Dit is een uitgave van het Programmabureau Kindvriendelijke Wijken Gemeente Rotterdam, dienst Jeugd, Onderwijs en Samenleving (JOS) Postbus 70014 3000 KS Rotterdam Telefoon (010) 891 4789 E-mail
[email protected] www.rotterdam.nl/kindvriendelijk Februari 2009
81