Inspiratie voor kindvriendelijke wijken
Bewegen, verplaatsen en spelen Mei 2008
1A
Parkeertaken bij gemeenten
2
Parkeertaken bij gemeenten
Bewegen, verplaatsen en spelen
Inspiratie voor kindvriendelijke wijken Mei 2008
1A
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Colofon
Uitgave Kennisplatform Verkeer en Vervoer Postbus 1031 3000 BA Rotterdam Boompjes 200, 3011 XD Rotterdam KpVV Het Kennisplatform Verkeer en Vervoer (KpVV) ondersteunt als onafhankelijk instituut de decentrale overheden bij het ontwikkelen en realiseren van hun verkeers- en vervoerbeleid. Daarbij staat de huidige en toekomstige klantvraag centraal. T F E I
010 282 5000 010 282 5023
[email protected] www.kpvv.nl
Productie Tekst Eindredactie Vormgeving Druk
: KpVV, SOAB Adviseurs voor Woning en Leefomgeving : KpVV : KpVV : TDS printmaildata, Schiedam
Contactpersoon Wilma Slinger T 010 282 5039 E
[email protected] Nabestellen Secretariaat KpVV T 010 282 5000 E
[email protected] Rotterdam, mei 2008
© KpVV, 2008 Gebruik van informatie uit dit rapport is toegestaan met bronvermelding
2
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Inhoudsopgave
Voorwoord
5
1 1.1 1.2 1.3 1.4
Voor een leefbare stad is een kind nodig Kinderen centraal? Wat goed is voor kinderen is goed voor iedereen Kinderen in Duurzaam Veilig Netwerken voor een kindvriendelijk beleid
09 9 9 10 10
2 2.1 2.2 2.3 2.4
Kinderen in beweging; achtergronden, uitwerking en aanpak Kinderen en ruimte Beperkingen van kinderen in de openbare ruimte Kinderen en mobiliteit Voordelen kindvriendelijke inrichting
013 13 15 15 18
3 3.1 3.2 3.3
Kindvriendelijk inrichten: wat en hoe? Denken op niveau Visies en concepten Hoofdlijnen kindvriendelijk inrichten
21 21 25 31
4
Werken aan een kindvriendelijke inrichting
37
Praktijkvoorbeelden A Macro B Meso C Micro
43 45 57 75
Bijlagen Literatuurlijst Met dank aan Fotoverantwoording
97 99 102 103
3
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
4
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Voorwoord
De kwetsbare verkeersdeelnemer is een thema dat het KpVV na aan het hart ligt. Dat was ook de reden dat we in 2006 de brochure ‘Veiligheid voor iedereen: aandacht voor kwetsbare verkeersdeelnemers levert iets op!’ maakten. Dat is ook de reden dat we actief bijeenkomsten en excursies organiseren binnen het netwerk ‘Inrichting Kindvriendelijke Straten’. Een netwerk van mensen dat interesse heeft in dit onderwerp en regelmatig op stap gaat en kennis uitwisselt. Het is ook niet voor niets dat de kwetsbare verkeersdeelnemer en daarbinnen het kind als een speerpunt is aangewezen in de nieuwe landelijke beleidsstrategie Verkeersveiligheid. Deze uitgave biedt, naast een kapstok voor het werken aan een kindvriendelijke woonomgeving, vooral ook veel uiteenlopende praktijkvoorbeelden voor een kindvriendelijker leefomgeving. De uitgave beoogt zowel ambtenaren als lokale bestuurders te laten zien dat een stad of dorp in meerdere opzichten baat heeft bij een meer kindvriendelijke inrichting. Kindvriendelijk staat tenslotte ook voor mensvriendelijk. De vele voorbeelden maken duidelijk dat er niet één aanpak of één invalshoek is die werkt, maar dat er verschillende wegen leiden naar een kindvriendelijke inrichting met inbreng vanuit uiteenlopende beleidsvelden en vanuit uiteenlopende doelstellingen. Er wordt dan ook breder ingestoken dan enkel vanuit verkeer, vervoer en kinderen. Een kindvriendelijke benadering leent zich, zo leert de praktijk, uitstekend voor een meer integrale werkwijze met inbreng vanuit meerdere disciplines. Bij de diverse voorbeelden is daarbij het uitgangspunt dat het uiteindelijk altijd handelt om kinderen en ruimte. Deze uitgave is tot stand gekomen in samenwerking met andere organisaties in de klankbordgroep en daarbuiten. De ‘quotes’ die u her en der aantreft in de tekst zijn afkomstig uit de brede werksessie die gehouden is met o.a. ambtenaren en wethouders van een aantal gemeenten. Als u zich verder wilt verdiepen in dit onderwerp dan kan ik u nog, naast de andere publicaties in de literatuurlijst, de hiernaast genoemde uitgaven van harte aanbevelen.
Wim van Tilburg Directeur KpVV
5
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
6
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Beleid Achtergronden, uitwerking en aanpak
7
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
8
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
22
1. Voor een leefbare stad is een kind nodig1
1.1 Kinderen centraal? Speciale voorzieningen voor kinderen schieten de laatste decennia als paddenstoelen uit de grond. Naast de aloude speelgoedwinkel bestaan er tegenwoordig gespecialiseerde kinderschoenenwinkels, kinderkledingketens, kindvriendelijke restaurants, geheel verzorgde kindvriendelijke vakanties en ga zo maar door. Veel meer dan vroeger staan kinderen centraal en zijn kinderen een belangrijk uitgangspunt als het gaat om ons dagelijks doen en laten. Tegelijkertijd lijkt het alsof onze steden en dorpen steeds minder geschikt zijn voor kinderen. Bij het (her)inrichten van de woonomgeving staan kinderen allesbehalve centraal. Speelplekken verdwijnen voor nieuwe functies en (weer meer) auto’s komen op die functies af. Schoolpleinen worden omheind om vandalisme buiten te houden. Scholen en andere (kinder)organisaties fuseren, waardoor afstanden groter worden en meer kinderen op de achterbank van de auto naar school gaan. Een ongewenste ontwikkeling vanuit het perspectief van mobiliteit, verkeers- en sociale veiligheid, ruimtegebruik en de ontwikkeling tot zelfstandigheid.
De jeugd, en daarmee ook een kindvriendelijke inrichting van onze wijken, heeft de toekomst.
1.2 Wat goed is voor kinderen is goed voor iedereen Kinderen hebben straten en pleinen nodig: om naar school te gaan, om te fietsen, te spelen, maar ook om de buitenwereld te leren kennen en sociale vaardigheden te ontwikkelen. Een veilige en vriendelijke woonomgeving kan kinderen bescherming, bewegingsvrijheid en belevingswaarde bieden. De openbare ruimte heeft op haar beurt kinderen minstens even hard nodig. Een openbare ruimte zonder kinderen leeft niet: kinderen maken van een publieke ruimte een sociale ruimte! Voor voldoende bewegingsvrijheid voor kinderen op straat is ruimte nodig. Die kan gemaakt worden door de openbare ruimte beter in te richten. Een belangrijke sleutel tot het krijgen van ruimte is onder andere het slim oplossen van parkeren. Niet alleen kinderen profiteren van deze kwaliteitsverbetering. Is de stad kindvriendelijk dan is die ook vriendelijk voor andere niet-gemotoriseerde weggebruikers (voetgangers, fietsers, ouderen, buurtbewoners die een praatje maken, ...). Dat neemt niet weg dat voor sommigen (onder andere slechtzienden en rolstoelers) extra aandacht nodig is.
1
Variant op het Afrikaanse gezegde ‘It takes a village to raise a child’.
9
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Pas de laatste tijd staat een kindvriendelijker inrichting zowel beleidsmatig als vanuit het ontwerp, meer in de belangstelling, maar er is nog een wereld te winnen. Naast de professionele kennis is daarbij ook de bestuurlijke ambitie van belang.
De meest krachtige bestuurder is hij of zij met inspiratie!
1.3 Kinderen in Duurzaam Veilig Een belangrijke aanleiding voor het verschijnen van de uitgave ‘Inspiratie voor ‘Kindvriendelijke Wijken’ is de uitwerking in de praktijk van het concept Duurzaam Veilig; de aanpak van verkeersonveiligheid door structurering van het autoverkeer. In het concept wordt weliswaar gewerkt aan de totstandkoming van 30km-gebieden, wat aanzienlijk minder gevaarlijk is dan 50 km/uur, maar over het algemeen is er weinig oog voor andere functies van de straat dan verkeer. Ook wordt weinig aandacht besteed aan de positie en het gedrag van kinderen en andere kwetsbaren. Spijtig is dat bij de realisatie van 30km-gebieden her en der woonerven zijn verdwenen, die ten opzichte van een 30km-gebied een veel grotere verblijfswaarde bieden, en die op zich passen binnen het totaalconcept Duurzaam Veilig. Een onnodige en ongewenste ontwikkeling dus.
10
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
1.4 Netwerken voor kindvriendelijk beleid Deze uitgave is tot stand gekomen vanuit het netwerk Inrichting Kindvriendelijke Straten (IKS). Dit netwerk is ontstaan in de aanloop naar de internationale conferentie Childstreet2005, in augustus 2005 georganiseerd door het International Institute for the Urban Environment (IIUE), 3VO (het huidige Veilig Verkeer Nederland) en de gemeente Delft, in samenwerking met het Child Friendly Cities netwerk. Het IKS-netwerk wordt gefaciliteerd door het KpVV en bestaat uit verkeersveiligheidsprofessionals die zich sterk maken voor een openbare ruimte waar kinderen veilig kunnen spelen en zich kunnen verplaatsen. Met name dat laatste is een aspect dat vaak onderbelicht is: speelplekken genoeg maar hoe kom je er veilig? Het netwerk onderneemt excursies, wisselt kennis uit en treft elkaar op de IKS-website (gehost en onderhouden door het CROW).
Wat is kindvriendelijk beleid?
Het Europees Netwerk Child Friendly Cities hanteert op basis van artikel 31 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind de volgende vijf uitgangspunten voor een werkelijk kindvriendelijk beleid: 1. Kindvriendelijkheid is een kwaliteit die zich niet laat reduceren tot het uitbouwen van specifieke voorzieningen; het is geen kenmerk van voorzieningen, het is geen kenmerk dat zich toont in het aantal voorzieningen, het is een kenmerk van de hele stad in al zijn aspecten (holistische aanpak). 2. Alle levensdomeinen van de stad moeten dan ook kindvriendelijk zijn: onderwijs, mobiliteit, ruimtelijke planning, hulpverlening, gezondheid, milieu, ontspanning, sport enzovoort (integrale aanpak). 3. Naast deze integrale aanpak vergt het ook een intergenerationele aanpak: kindvriendelijkheid houdt niet in dat er een aparte kinderstad wordt gemaakt, wel dat kinderen van de hele stad deel uitmaken. Kinderen mogen maatschappelijk niet geïsoleerd worden. 4. Bij dit alles is de participatie van kinderen van wezenlijk belang. Kinderen zijn burgers, weliswaar kleine en jonge burgers, maar burgers die op hun eigen wijze kunnen en moeten bijdragen aan de kwaliteit van het samenleven. Hun actorschap moet gezien en gewaardeerd worden. 5. Kindvriendelijkheid is dan ook dynamisch van aard, het is voortdurend in evolutie, het is steeds weer een opdracht met nieuwe kenmerken. Kindvriendelijkheid is veeleer een ambitie; het is geen label dat eenmalig wordt uitgereikt (bron: www.childfriendlycities.nl).
Het netwerk Child Friendly Cities is een beweging die zich richt op kinderen en jongeren in steden, vanuit het idee dat deze kinderen extra kwetsbaar zijn vanwege bijvoorbeeld gebrek aan speel- en groene ruimte, onveilige verkeerssituaties of vervuiling. In 2003 hebben de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en Jantje Beton het initiatief genomen om het Netwerk Kindvriendelijke Steden op te zetten, aansluitend op het internationale netwerk dat door Unicef/VNHabitat is gestart in 2000. Daarnaast zijn de organisaties Veilig Verkeer Nederland, de Beroepsvereniging van Nederlandse Stedenbouwkundigen en Planologen (BNSP) en Unicef bij dit initiatief betrokken. Het netwerk Child Friendly Cities wil het Internationale Verdrag inzake de Rechten van het kind helpen implementeren in gemeenten.
11
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
i
Meer informatie over de netwerken: www.crow.nl/iks www.childfriendlycities.nl
12
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
2. Kinderen in beweging
2.1 Kinderen en ruimte Kinderen waarderen hun vertrouwde omgeving in de eerste plaats omwille van de sociale omgang met anderen. Straat en eigen buurt zijn voor kinderen bij uitstek plekken om een eigen identiteit te ontwikkelen: buiten de directe controle van ouders en in contact met de grotere wereld van oudere kinderen
Waar speelt de jeugd?
Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau blijkt dat 67% van de kinderen (5-12 jaar) vrijwel dagelijks buiten speelt en 27% een paar keer per week. In onderstaand staatje is te zien waar kinderen spelen. Hieruit blijkt het belang van de eigen straat en van pleinen en grasvelden in de directe woonomgeving.
Tuin
58%
Straat voor eigen huis
46%
Plein of grasveld in de buurt
46%
Speelplek met speeltoestellen
30%
Speeltuin
18%
Divers
2%
Bron: SOS voor spelen op straat, IIUE, 2007.
De directe leefomgeving heeft voor kinderen van verschillende leeftijdsgroepen een andere betekenis. Heel jonge kinderen spelen graag in een veilige omgeving en in het zicht van volwassenen. Een grasveldje of een zandbak in de buurt kan een eerste kennismaking zijn met spelen in de openbare ruimte. Ook de overgangszone tussen privé en openbaar is voor peuters en kleuters interessant: een voortuin, een brede stoep of een autovrije straat met kleine spelaanleidingen zoals bomen en struiken. Kinderen in de basisschoolleeftijd richten zich steeds meer op de buitenwereld en gaan meer met leeftijdsgenoten en in groepsverband spelen: verstoppertje, fietsen, voetballen. Deze kinderen zijn gebaat bij straten met brede stoepen en pleintjes, autovrije- en luwe straten, veilige fietsroutes, grasveldjes en rommellandjes, Weer oudere kinderen beschouwen de openbare ruimte als een sociale ontmoetingsplaats. Het is een plek van vrijheid, waarbij het juist fijn is buiten het zicht en bereik van bijvoorbeeld ouders te zijn. Met het verstrijken van de leeftijd verschuiven dus de actieradius en behoeften van kinderen. Dat is van belang bij een kindvriendelijke inrichting. De diverse leeftijdsgroepen geven een andere betekenis aan hun omgeving en doen van daaruit een
13
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
ander beroep op de openbare ruimte. Dit heeft bijvoorbeeld gevolgen voor de inrichting van de openbare ruimte als speelruimte: iedere doelgroep heeft eigen behoeften en wensen. Helaas is een meer op leeftijd en activiteitenpalet afgestemd speelbeleid schaars. Nog te vaak menen gemeenten aan speelbeleid te doen als er wipkippen op een terreintje worden geplaatst.
Speelplekken maken is meer dan het enkel toepassen van normen. Het moet er ook leuk zijn. In wijken en buurten is voor buitenspelen bovendien steeds minder ruimte: kinderen zijn voor het buitenspelen teruggedrongen naar postzegelplekjes, brandgangen en restruimtes. Bestaande speelplekken verdwijnen ten gunste van parkeerruimte en bebouwing. De resterende speelplaatsen zijn steeds moeilijker bereikbaar, doordat ze verder weg liggen. De kans is dan groter dat ze door het toenemende verkeer te gevaarlijk zijn om alleen naar toe te mogen of kunnen. Kinderen kunnen daardoor steeds minder zelfstandig buiten spelen, blijven vaker binnen en bewegen minder met alle gevolgen van dien.
Kinderrechten in Nederland
In de ngo-rapportage van het Kinderrechtencollectief Nederland worden in het licht van het Verdrag voor de Rechten van het Kind 10 kritiekpunten geformuleerd over problemen rondom kinderen in Nederland. Eén van de kritiekpunten richt zich op Vrije Tijd en Ruimte: in Nederland is steeds minder ruimte voor kinderen om te spelen. De vrije tijd van kinderen wordt geïnstitutionaliseerd (bijvoorbeeld door naschoolse opvang). Onderzoeken tonen aan dat in de grote steden zo’n 25 tot 30 procent van de kinderen tussen de vier en twaalf jaar (bijna) nooit buiten speelt (Bron: Kinderen eerst!, Nederlands Comité Unicef, najaar 2007).
14
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
2.2 Beperkingen van kinderen in de openbare ruimte Door hun kleine gestalte kijken kinderen anders dan volwassenen. Ze kunnen niet over auto’s, hagen of straatmeubilair heenkijken. Kleine kinderen verwarren vooral zien en gezien worden, ze kunnen geluiden moeilijk lokaliseren en zijn soms traag en ondoeltreffend in hun reacties. Kinderen hebben het vooral moeilijk met: - Te snel rijdende auto’s, omdat ze snelheden moeilijk kunnen inschatten. - Te weinig uitzicht bij het oversteken door geparkeerde auto’s, glasbakken, muurtjes, struiken etc. vanwege hun ooghoogte. - Parkeren op de stoep, waardoor ze moeten uitwijken naar de straat. - Manoeuvrerende auto’s (achteruitrijden, geen voorrang geven, etc.) door het verrassingselement en de valse verwachting te worden gezien.
Hartkloppingen…
Volgens een onderzoek met behulp van elektroden, die de frequentie van hun hartslag registreren, doen de meest kritische verkeerssituaties peuters niets. Hun hart gaat wel harder kloppen op het moment dat ze een ijsje mogen kopen… (Bron: Het spelende kind in en bij de woning, TH Delft, 1972). Tussen het vijfde en tiende jaar is sprake van een duidelijke toename van het besef van gevaar. Daarbij lijkt het erop dat ervaring in het verkeer inzicht in gevaar doet groeien. Verkeerservaren kinderen blijken gevaar spontaan waar te nemen in de leeftijd van 7-8 jaar. Zonder verkeerservaring bereiken kinderen dit niveau pas als zij 9-10 jaar oud zijn (bron: Kindlint Westerpark, SOAB, 2004).
2.3 Kinderen en mobiliteit Tussen de snelheidslimiet in de straat en de leeftijd waarop kinderen zelfstandig buiten kunnen spelen ligt een duidelijk verband. Gemiddeld ligt die leeftijd op 5,4 jaar. Vooral woonerven zijn erg geschikt voor zelfstandig buiten spelen. 30km-gebieden echter maken onvoldoende hun verblijfsfunctie waar. Dit blijkt uit een evaluatie van de Nationale Straatspeeldag 2005 door VVN (Bron: Jaaroverzicht 2005, VVN).
15
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
De leeftijd waarop kinderen zelfstandig buiten mogen spelen ligt in woonerven meer dan een jaar beneden die leeftijd in 30km-gebieden. De huidige (sobere) inrichting van 30km-gebieden biedt onvoldoende veiligheid en kwaliteit om de verblijfsfunctie waar te maken. Kinderen zijn een belangrijke gebruiker van die verblijfsruimte. Genoeg werk aan de winkel dus.
Kinderen spelen steeds minder buiten
Vergeleken met 2005 spelen kinderen minder buiten, zo blijkt uit een onderzoek van de Buitenspeelbond. Waar kinderen twee jaar geleden gemiddeld per dag drie uur en een kwartier buiten speelden, is dit in 2007 ruim een half uur minder. Ouders onderstrepen het essentiële belang van buiten spelen en zouden willen dat hun kind dit meer doet, maar de hectiek van de huidige maatschappij laat dit niet toe. Ouders maken zich vooral zorgen over de veiligheid van kinderen als deze buiten spelen. Met name ouders van jonge kinderen vinden dat hun kind risico’s niet goed kan inschatten en maken zich zorgen over het verkeer, vreemden en het feit dat hun kind zich kan bezeren bij het buiten spelen (bron: www.gezondheid.nl)
In 1972 ging 50% van de kinderen alleen naar en van de kleuterschool en tot ver in de jaren zeventig liepen de meeste kinderen van 6 jaar en ouder zelfstandig naar school, vriendjes of verenigingen. Als de afstand te groot was gingen ze zelfstandig op de fiets. Halen en brengen was een uitzondering. Logisch, want de school lag in de buurt, de kinderen woonden in de straat en de meeste kinderactiviteiten waren in de buurt aanwezig. Door de groeiende welvaart, de daarmee gepaard gaande toenemende automobiliteit en de grotere afstand tot scholen door een bewustere schoolkeuze gingen ouders er in toenemende mate toe over om hun kinderen naar school en andere activiteiten te begeleiden. Steeds meer werd de noodzaak tot het halen en brengen van jonge kinderen gevoeld. Halen en brengen, veelal met de auto, werd daarmee een feit. De toenemende onveiligheid (al dan niet subjectief) door het toenemende verkeer leidt tot een vicieuze cirkel: kinderen worden met de auto gebracht vanwege de toenemende onveiligheid, maar een toenemend aantal auto’s vergroot de onveiligheid in de buurt opnieuw, waardoor weer meer ouders overgaan tot het halen en brengen van de kinderen met de auto….
16
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
De gemiddelde leeftijd waarop kinderen zich zelfstandig in het verkeer mogen bewegen is de laatste 20 jaar opgelopen van 6 jaar naar 7-8 jaar tot zelfs 10-12 jaar in de grote steden. Maatschappelijk en verkeerskundig een slechte ontwikkeling, want kinderen brengen meer tijd binnen en op de achterbank door. En met te weinig verkeerservaring komen naar verhouding veel 12-15 jarigen terug in de ongevalstatistieken, als ze opeens zelf naar de middelbare school gaan fietsen (bron: Duurzame Mobiliteit en Ruimte voor K.i.d.s., SOAB, 2005).
Bron: Kindlint Westerpark, SOAB, 2004
Welke verkeerstaken kunnen kinderen al dan niet zelfstandig uitvoeren? Leeftijdsindicatie
Oversteken
Fietsen
4-8 jaar
Enkel met een duidelijke opdracht in
Alleen in zeer veilige gebieden om te
woonstraten
oefenen en te spelen
(Kinderen van 5-6 jaar zijn redelijk goed op de hoogte van de functie van een stoep, zebra en verkeerslichten). 9-12 jaar
13 jaar en ouder
Tot 10-11 jaar langere reactietijd en
Vergt nog veel concentratie als taak op
mogelijk spontaan gedrag
zich, complexe situaties zijn gevaarlijk
Geen probleem
Complexe situaties zijn een probleem
Fietsroute-netwerk Houten
Het fietsroutenetwerk in Houten laat zien dat er een duidelijk verband bestaat tussen de inrichting van een langzaam verkeersnet en de mate waarin kinderen zich zelfstandig in het verkeer kunnen en mogen bewegen. Houten kent een stervormig net van fietsroutes waarop fietsers voorrang hebben op de auto. Automobilisten kunnen in tegenstelling tot fietsers en voetgangers de wijk niet doorsteken, maar maken gebruik van een rondweg. Onderzoek op basisscholen in Houten toont aan dat het aantal verplaatsingen met de auto naar school vele malen lager ligt dan gemiddeld (tussen de 5 en 10%). Kinderen blijken in Houten al op jonge leeftijd (vanaf + 6 jaar) zelfstandig, dat wil zeggen zonder begeleiding of onder begeleiding van oudere broers/zussen, lopend of fietsend naar school te gaan (bron: Schoolomgevingsplan Rijsbrug en Wernaar. Plaatjes- en praatjesboek, SOAB, 1998).
Zie praktijkvoorbeeld Macro 5.
17
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
2.4. Voordelen kindvriendelijke inrichting Een kindvriendelijke inrichting brengt kinderen én de maatschappij de volgende voordelen: Een gunstige invloed op de motorische ontwikkeling Kinderen die veel buiten spelen zijn motorisch beter ontwikkeld dan kinderen die vooral binnen spelen. Daardoor zijn kinderen weerbaarder in het verkeer en hun sociale omgeving. Een gunstige invloed op de fysieke conditie Meer en meer kinderen krijgen te kampen met overgewicht, met alle gevolgen van dien (psychosociale problemen, gezondheidsproblemen). De belangrijkste oorzaak is een gebrek aan beweging. Door bijvoorbeeld alleen al elke dag naar school te fietsen of lopen kan overgewicht voorkomen worden.
Nederlandse Norm Gezond Bewegen
Slechts weinig kinderen voldoen aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen: iedere dag minimaal 60 minuten matig intensief lichamelijk actief. In een onderzoek van TNO in tien wijken in 2004/2005 bleek dat 4% van de jongens en 3% van de meisjes aan deze beweegnorm voldoet (bron: Kinderen in prioriteitswijken: lichamelijke (in)activiteit en overgewicht, TNO, 2005).
Sociale contacten Het sociale aspect van mobiliteit, vooral het ontmoeten van andere kinderen, is belangrijk voor kinderen. Zelfstandig buiten spelen is naast de motorische ontwikkeling van groot belang voor de sociaal-emotionele en verstandelijke ontwikkeling van kinderen: vriendjes leren kennen, ruzies kunnen oplossen, samen spelen, opkomen voor jezelf, etc. Ontwikkeling van een sociale identiteit Doordat kinderen zich zelfstandig in een steeds ruimere omgeving kunnen en mogen bewegen maken ze zich vertrouwd met hun leefomgeving en ontwikkelen ze een sociale identiteit. Door rond te lopen, te fietsen of te skeeleren in de buurt bouwen kinderen kennis van hun omgeving op, in ruimtelijk opzicht maar ook in sociaal en moreel opzicht. Ze ontdekken niet alleen de wereld van andere kinderen, maar ook de (interessante!) wereld van volwassenen. Een gunstige invloed op het sociale klimaat Omdat ouders een oogje in het zeil houden op jongere kinderen versterken de sociale contacten in de buurt; een belangrijke voorwaarde voor een goede sociale veiligheid in de buurt. Spelen op straat kan ook bijdragen aan een beter contact tussen verschillende generaties, zowel tussen kinderen onderling als tussen kinderen en ouderen.
18
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Een gunstige invloed op de verkeersveiligheid van de omgeving Door bij de inrichting van de omgeving uit te gaan van de beperkingen van de zwakste verkeersdeelnemers, vaak kinderen, maar bijvoorbeeld ook ouderen die slecht ter been zijn en mensen met een handicap, verbetert de verkeersveiligheid op straat voor ìedereen.
Kindvriendelijk beleid betekent aandacht voor de leefbaarheid van de openbare ruimte.
Minder verkeersdrukte door auto’s Als kinderen massaal te voet, met de fiets of met het openbaar vervoer naar school gaan zou de verkeersdrukte tijdens de ochtendspits een heel stuk minder zijn. Ouders die hun kinderen met de auto naar school brengen omdat ‘het zo druk en onveilig is’ in het verkeer, kunnen die vicieuze cirkel doorbreken. Een gunstig effect op het milieu Meer gebruik van de fiets of lopend naar school, vereniging en clubs betekent minder gebruik van de auto met als neveneffect minder milieuvervuiling door het autoverkeer. Een gunstig effect op de economie In grote getalen verlaten met name jonge gezinnen het drukke stedelijke gebied en vestigen zich in de VINEX-locaties. Veel ouders kiezen er voor hun kinderen niet in de grote stad op te voeden en verhuizen naar woongebieden, voorsteden en omliggende dorpen met een meer kindvriendelijke inrichting en uitstraling en een kindgerichter voorzieningenaanbod. Dit komt de levensvatbaarheid van (kinder)voorzieningen in de stad niet ten goede. Ook neemt de economische kracht in steden af als draagkrachtige gezinnen vertrekken naar locaties buiten de stad. Een verdunning en verschraling van allerlei voorzieningen holt de vitaliteit van steden uit. Gemeenten kunnen hierop inspelen door een kindvriendelijker beleid te voeren.
19
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Een aantrekkelijke en kindvriendelijke woonomgeving verkoopt zichzelf.
Koekoeksplein Utrecht
De autovrije herinrichting van het Utrechtse Koekoeksplein begin jaren ‘90 heeft geleid tot een plein met veel ruimte voor verblijven en spelen. Met de verbetering van de gebruikswaarde van het plein voor bewoners is de uitstroom van draagkrachtige bewoners met kinderen uit de wijk een halt toegeroepen. De aangrenzende koopwoningen op het plein zijn in waarde gestegen. Op het plein heeft zich na de herinrichting bovendien een kinderdagverblijf gevestigd vanwege de kwaliteit van de (speel)ruimte. Economisch gezien heeft de herinrichting tot kindvriendelijk plein dan zeker ook zijn vruchten afgeworpen voor de buurt.
Zie praktijkvoorbeeld Micro 5.
Meer informatie over kinderen in beweging
20
-
Spelen op straat. De kindvriendelijke straat: uitnodigend en verkeersveilig, IIUE, 2007
-
SOS voor spelen op straat, VVN, 2007 (publieksuitgave van ‘Spelen op straat’)
-
Kiss 3.0: hoe kindvriendelijke is deze straat? VVN, 2007
-
Spelen met ruimte, handboek gemeentelijk speelruimtebeleid, Child Friendly Cities, 2006
-
Ruimte voor de jeugd, Platform Ruimte voor de jeugd, 2005
-
Notitie Ruimte voor kinderen, Werkgroep IKS, 2005
-
Kindvriendelijke publieke ruimte, Mobiel21, 2005
-
Handboek Ontwerpen voor kinderen, CROW, 2000
-
Kinderen Onderweg, Stichting Kinderen Voorrang, 1997
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
3. Kindvriendelijk inrichten: wat en hoe
3.1 Denken op niveau Werken aan een kindvriendelijke inrichting gebeurt op drie niveaus. Macroniveau Op macroniveau gaat het bij het streven naar kindvriendelijkheid om ruimtelijke plannen en kaderstellend beleid op provinciaal, regionaal en lokaal niveau. Aan de daadwerkelijke uitvoering van een kindvriendelijke inrichting kunnen diverse beleidsuitgangspunten en thema’s ten grondslag liggen (zie onderstaand kader). Denk bijvoorbeeld aan de uitwerking van ruimtelijk beleid als locatiebeleid voor kindervoorzieningen, de uitwerking van ruimtelijke plannen vanuit het gezondheidsbeleid en onderwijs- en ruimtelijk beleid gericht op de realisatie van brede scholen. In de aanpak van bestaande wijken liggen er kansen vanuit de in 2007 aangewezen ‘Prachtwijken’. In de brede aanpak van deze wijken kan aandacht voor kindvriendelijkheid
Bron: SOAB Adviseurs voor Woning en Leefomgeving, Breda
Macro-niveau Ruimtelijke plannen, beleid op provinciaal niveau
Meso-niveau Inrichting en categorisering op wijk- en buurtniveau
Micro-niveau Ontwerp en maatregelen op locatieniveau
Beleidsthema’s en invalshoeken voor een kindvriendelijke inrichting
-
Buitenspeelruimte en groen
-
Gezondheid (beweging, luchtkwaliteit)
-
Integrale wijkaanpak (herstructurering, (verkeers)leefbaarheid)
-
Bereikbaarheid en (verkeers)veiligheid
-
Scholing en opvoeding
-
Dagindeling (combi-functies)
-
Sociale cohesie
-
Communicatie met en participatie van kinderen
21
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Laat de Prachtwijken ook prachtige wijken voor kinderen worden. een belangrijke rol spelen in de verbetering van de (verkeers)leefbaarheid van de wijken, het versterken van de ontmoetingsfunctie in de openbare ruimt en het bieden van meer ruimte aan kinderen, die veelal aangewezen zijn op de schaarse openbare ruimte in de stad. Mesoniveau Op mesoniveau (wijk en buurt) gaat de aandacht bij het streven naar kindvriendelijkheid uit naar de ruimtelijk-functionele en verkeerskundige vertaling van de betrokken beleidsterreinen naar wijk- en buurtniveau. Bijvoorbeeld het vertalen van het lokale speelbeleid naar het realiseren van voldoende, kwalitatief goede en op verschillende doelgroepen toegesneden speelplekken in de wijken en buurten.
22
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Werken met speelruimtenormen
Vanuit Jantje Beton en de NUSO wordt gepleit voor het hanteren van een 3%-speelruimtenorm voor de openbare ruimte. De initiatiefwet Buitenspeelruimte heeft deze norm als basis genomen. Deze wet is (nog) niet aangenomen door de Tweede Kamer. Wel heeft het Ministerie van VROM in april 2006 een beleidsbrief aan gemeenten gestuurd met de vraag een speelruimtenorm te hanteren én een lokaal speelruimtebeleid te ontwikkelen, waarin de kwaliteit van speelruimte vastgelegd wordt (meer informatie: Handboek ‘Spelen met Ruimte’, een uitgave van de VNG, Jantje Beton, VROM en de NUSO in het kader van het netwerk Child Friendly Cities).
Bij de herstructurering van de wijk Zoetendaal in Zevenbergen is op een slimme manier de 3%-norm voor openbare speelruimte opgetrokken, door in het inrichtingsplan het schoolplein - als openbare speeloptie en kans voor spelen in de buurt - te koppelen aan een autovrij gebied.
Zie praktijkvoorbeeld Meso 6.
In het Speelbeleid gaat het meer om het creëren van speelruimte dan om het aanleggen van speeltuintjes. Een belangrijk element op mesoniveau is het verbinden van de diverse kinderbestemmingen in de wijk en buurt in een samenhangend netwerk van kindveilige routes mèt belevingswaarde: loop- en fietsroutes naar school, speelplekken, het tienerhuis, de skatebaan, het winkelcentrum, verenigingen, sportvelden enz. Microniveau Op microniveau tenslotte wordt op locatieniveau gekeken naar het daadwerkelijke ontwerp en kindvriendelijke inrichtingsmaatregelen in straten en op plekken.
Sta af en toe eens stil bij hoe je vroeger zelf als kind speelde.
23
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Van A naar A
Kinderen maken net als volwassenen op diverse manieren gebruik van de openbare ruimte: ze bewegen zich van A naar B, ze vertoeven in de openbare ruimte, ze spelen, ze sporten. In theorie kun je voor het invullen van het ‘wat en hoe’ van een kindvriendelijke inrichting uitgaan van twee elementen: doelgerichte verplaatsingen en doelgericht verblijf van kinderen in de openbare ruimte. Dit vraagt aandacht voor verkeersveilige en sociale veilige routes, voor overzichtelijke en veilige oversteekplaatsen, maar ook voor voldoende speelplekken en sportveldjes in de buurt. Voor kinderen is echter, anders als bij volwassenen, de grens tussen het zich verplaatsen in de openbare ruimte en het spelen in diezelfde openbare ruimte flinterdun. Kinderen spelen feitelijk altijd. Zij ervaren kleuren, vormen en geluiden anders als volwassenen. Beestjes zijn voor kleine kinderen veel belangrijker dan auto’s en fietsen. Een stippellijn langs een fietsstrook is in de beleving van een jonge tiener gemaakt om te slalommen. Een fietsenrek om op te klimmen. Kinderen bereiden zich door hun spel onbewust voor op het volwassen leven. Spelenderwijs verinnerlijken zij zich de normen en waarden van de samenleving en leren op een creatieve manier om te gaan met de dingen om zich heen. Kort gezegd: van spelen worden kinderen mens! Voor het realiseren van een kindvriendelijke inrichting is het daarom belangrijk ook aandacht te besteden aan minder grijpbare inrichtingselementen zoals de aantrekkelijkheid en de belevingswaarde van de openbare ruimte. Door wat vaker op de hurken te gaan zitten, letterlijk en figuurlijk, kunnen we de wereld voor kinderen zo inrichten dat zij daadwerkelijk aan hun trekken komen (bron: Kinderen onderweg, Kinderen Voorrang, 1997).
Een aansprekende inrichting voor zowel verkeren als verblijven vergt een goede en tijdige samenwerking tussen verkeerskundigen en stedenbouwkundigen. Deze samenwerking en afstemming kan beslist beter dan nu vaak het geval is. 24
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
3.2 Visies en concepten Aan het (kindvriendelijk) inrichten van de openbare ruimte liggen vele visies en concepten ten grondslag. Het is aan de lokale beslissers en uitvoerders welke visie als uitgangspunt wordt gekozen en richting geeft aan het denkproces over kindvriendelijk inrichten. Enkele voorbeelden zijn: Design for all, Duurzaam Veilig, Childstreet, Shared Space en Reclaiming streets. Design for all Een openbare ruimte die geschikt is voor kinderen is meestal goed voor iedereen of ‘a city friendly to children is a city friendly to all’. Deze zinsnede gaat vooral op als naar de openbare ruimte als verkeersruimte gekeken wordt: een verkeersruimte die ontworpen wordt op de beperkingen van kinderen zal ook vriendelijk zijn voor andere kwetsbare verkeersdeelnemers. Het onderliggend ontwerpprincipe Design For All gaat uit van de gedachte dat de omgeving zodanig ontworpen kan worden dat ten minste 95% van de bevolking probleemloos in de omgeving kan functioneren. Niet de gemiddelde mens is de maat der dingen maar de kwetsbaarste mens. Doelstelling is dat zoveel mogelijk mensen op een goede en veilige manier gebruik kunnen maken van de openbare ruimte en dat niemand onnodig wordt buitengesloten. Door rekening te houden met de noden en behoeften van de groep kwetsbare verkeersdeelnemers, wordt breed ingezet op de geschiktheid van de openbare ruimte voor zowel kinderen, oudere verkeersdeelnemers, mensen met een beperking, jonge ouders met een kinderwagen etc. Dit scheelt uiteindelijk tijd en geld!
Een kindvriendelijke buurt is een mensvriendelijke buurt.
25
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Geschikt Wonen voor Iedereen.
Zelfstandig blijven wonen waar je je prettig voelt, ook als je wat ouder bent of een beperking hebt. Maar dan wel met de nodige voorzieningen in de buurt. Dat is in een notendop de doelstelling van het Bredase project Geschikt Wonen voor Iedereen. Daarbij is Design For All een belangrijk uitgangspunt: iedereen, oud of jong, met of zonder beperking moet onbekommerd kunnen wonen in Breda. Voor de woonomgeving is onder andere het streven dat elke wijk gemarkeerde, veilige en toegankelijk wandelroutes kent met voldoende speel- en ontmoetingsplekken voor jong en oud. De routes zijn gemarkeerd met gele voetstappen en zo voor iedereen duidelijk herkenbaar in het straatbeeld. Anno 2007 telt Breda 55 straten met gele voetgangersstappen (bron: GWI Beleid 2002-2006, gemeente Breda, 2007).
In de dagelijkse ontwerppraktijk zal overigens ook op z’n tijd naar oplossingen op maat en compromissen gezocht moeten worden als de wensen van verschillende doelgroepen te ver uiteenlopen om tot een gezamenlijk antwoord te komen. Design For All komt met name in het gedrang als het om de gewenste extra belevingswaarde van de openbare ruimte voor kinderen gaat . Zo is het voor mensen die slecht ter been zijn prettig om dicht bij huis te kunnen parkeren, terwijl het voor kinderen evenzo prettig is als de auto’s wat verder weg geparkeerd staan ten gunste van speelruimte in de directe buurt. En is het voor kinderen leuk en spannend als de voetgangersroute zich als een ‘oversteekfant’ over de weg buigt, voor ouderen en mensen met lichamelijke beperkingen is dit niet de ideale oversteekoplossing…..
Oversteekfant Bron: SOAB Adviseurs voor Woning en Leefomgeving, Breda
26
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Duurzaam Veilig “In een duurzaam veilig wegverkeerssysteem is de kans op ongevallen door de vormgeving van de infrastructuur bij voorbaat al drastisch beperkt. Voor zover er nog ongevallen gebeuren is het proces dat de ernst van de ongevallen bepaalt, zodanig geconditioneerd dat ernstig letsel nagenoeg uitgesloten is”. Zo luidt de omschrijving van Duurzaam Veilig, dat in 1997 in een convenant ‘Startprogramma Duurzaam Veilig’ tussen verschillende publieke partijen (Vereniging Nederlandse Gemeenten, Unie van Waterschappen, Inter Provinciaal Overleg en het ministerie van Verkeer en Waterstaat) is afgesloten. Het ontwerpprincipe Duurzaam Veilig richt zich op een verbetering van de verkeersveiligheid door in te zetten op: - Een omgeving die qua inrichting afgestemd is op de (beperkingen) van de menselijke vermogens (vorm en functie = gedrag); - voertuigen die voorzien zijn van middelen om taken van mensen te vereenvoudigen en die geconstrueerd zijn om de kwetsbare mens zo goed mogelijk te beschermen; - Verkeersdeelnemers die adequaat worden opgeleid en geïnformeerd. Straat voor straat wordt bij Duurzaam Veilig duidelijk gekozen of de prioriteit ligt bij verkeer (verplaatsing door middel van voertuigen) of bij verblijf (bron: www.swov.nl). Childstreet Childstreet is een concept dat de stedelijke openbare ruimte beschouwt vanuit de zelfstandige mobiliteit van kinderen. De basis voor dit concept is gelegd op de internationale conferentie Childstreet2005 in Delft, die werd georganiseerd door het IIUE, de gemeente Delft en Veilig Verkeer Nederland (toen 3VO), in nauwe samenwerking met de Nederlandse tak van het internationale netwerk Child Friendly Cities. Kinderen hebben (wereldwijd) het grootste deel van hun traditionele natuurlijke bewegingsvrijheid in de buitenruimte verloren, in belangrijke mate veroorzaakt door de toename van het gemotoriseerd verkeer. Zelfstandige mobiliteit van kinderen is van essentieel belang voor de gezonde ontwikkeling van kinderen, zowel lichamelijk als geestelijk. Een toekomstgerichte samenleving hecht hier belang aan. Dit stelt nadrukkelijk voorwaarden aan de inrichting van de stedelijke openbare ruimte en aan het verkeer in het bijzonder. Het Delft Manifesto, de slotverklaring van de conferentie, heeft handreikingen gegeven voor een integraal beleid voor een kindvriendelijke stedelijke buitenruimte (www.crow.nl/iks). Hierop gebaseerd levert Childstreet voor de Nederlandse situatie aanbevelingen voor het (her)ontwerp van de openbare en verkeersruimte, die aanvullend zijn op Duurzaam Veilig binnen de bebouwde kom. Om het Childstreet concept tastbaar te maken is KiSS, de Kinder Straat Scan, ontwikkeld. Straten worden aan de hand van indicatoren op zes aspecten beoordeeld: Bescherming, Bewegingsvrijheid, Beloopbaarheid, Befietsbaarheid, Bespeelbaarheid en Belevingswaarde. Elk aspect levert een rapportcijfer op (zie ook paragraaf 3.3).
27
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Het Childstreet concept is niet alleen aantrekkelijk voor kinderen maar is evenzeer in het belang van de zelfstandige mobiliteit van andere kwetsbare straatgebruikers. Dit wordt geïllustreerd door het motto van Child Friendly Cities: ‘A city friendly to children is a city friendly to all’. Naast de individuele voordelen voor kinderen op het gebied van lichamelijke en geestelijke gezondheid, heeft de maatschappij er baat bij op het vlak van de bereikbaarheid, leefbaarheid en milieu. Het concept past tevens naadloos in het beleid van de overheid om het gebruik van de fiets voor de kortere (< 7,5 km) verplaatsingen te stimuleren (Nota Mobiliteit, 2005) door het reduceren van breng- en haalkilometers per auto (bron: netwerk Child Friendly Cities). Shared Space Shared Space (oftewel gedeelde ruimte) is geen nieuwe uitvinding. Het delen van de straat door alle vervoerswijzen was tot 1900 de normale situatie en is op veel plaatsen de traditionele oplossing. Omstreeks 1970 pasten Joost Váhl en anderen deze traditionele Shared Space-gedachte toe bij de ontwikkeling van woonerven en andere straten.
Shared Space Drachten
Vanuit de Shared Space-gedachte heeft in 1998 een ingrijpende reconstructie plaatsgevonden van het kruispunt De Drift/Torenstraat-Noord/Zuidkade in het centrum van Drachten. Voor de reconstructie betrof het kruispunt een met verkeerslichten geregelde kruising. Bij de reconstructie is het kruisingsvlak als plein vormgegeven. Aanduidingen voor rijloper, fietser en voetganger ontbreken. Verkeersborden zijn volgens het Shared Space-principe overal weggelaten. Op het plein geldt de regel dat alle verkeer van rechts voorrang heeft.
Zie praktijkvoorbeeld Micro 10.
De laatste 10 jaar heeft een wat andere vorm van Shared Space van de verkeerskundige Hans Monderman de aandacht gekregen. Kenmerkend voor deze benadering
28
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
is het onderscheid wat gemaakt wordt tussen verkeersruimte en verblijfsruimte en daarmee samenhangend verkeersgedrag en verblijfsgedrag. Op de overgang tussen verkeersruimte en verblijfsruimte is sociaal verkeersgedrag wenselijk, waarbij sociale omgangsvormen belangrijker zijn dan verkeersregels. Met het concept Shared Space wordt een oplossing gezocht voor de ongewenste ontwikkeling dat steeds meer (verblijfs)gebieden door de groei van het gemotoriseerde verkeer tot verkeersruimte in zijn gericht. Ingezet wordt op een vrijwillige gedragsverandering van alle gebruikers van de openbare ruimte, ondersteund door een aangepaste vormgeving en uitrusting. Een goed zichtbare school met spelende kinderen en met een aangepaste weginrichting bijvoorbeeld heeft een veel sterker effect op het snelheidsgedrag van automobilisten dan een verkeersbord, dat overstekende kinderen aanduidt, zonder dat een kind te zien is. Bij de vormgeving van Shared Space wordt een belangrijke rol toegekend aan de uiteindelijke gebruikers van de ruimte, in die zin wordt gesproken van democratische kwaliteit van de inrichting. Reclaiming Streets Ook het concept Reclaiming Streets van David Engwright gaat uit van het principe dat bewoners zelf een belangrijke rol kunnen spelen in het terugdringen van het autoverkeer in de buurt en het terugvorderen van de straat als leefruimte. Reclaiming Streets is een aanpak die vooral gericht is op het mobiliseren en coachen van bewoners. Het geeft handvatten voor het terugdringen van het autoverkeer (waaronder het eigen gebruik van de auto) in minder dan 7 weken en ontwerpideeën voor het inrichten van de openbare ruimte op een zodanige manier dat gemotoriseerd verkeer ‘voelt’ dat het te gast is in een verblijfsgebied. Daarnaast wordt veel aandacht besteed aan de samenwerking met de eigen buurtbewoners, de gemeente, politie etc.
Soms lijkt het wel alsof mensen meer houden van hun auto dan van hun kinderen…
29
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
i
Meer informatie over Visies en concepten: - www.shared.space.org - Shared Space; veilig of onveilig, DVS, 2007 - Reclaiming Streets, David Engwicht, 1999 - www.design-for-all.nl - www.designforall.nl - www.urban.nl/childstreet2005 - www.swov.nl - www.childfriendlycities.nl
30
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
3.3 Hoofdlijnen kindvriendelijk inrichten Ruimtelijke structuur (macroniveau) Als een kapstok geeft de ruimtelijke structuur van een stad of dorp houvast voor de kindvriendelijke inrichting van wijken en buurten. Vanuit het gegeven dat kinderen slechts een beperkte complexiteit aankunnen, wordt liefst gestreefd naar grote verblijfsgebieden. Binnen het verblijfsgebied wordt gewerkt aan een fijnmazig netwerk voor fietsers en voetgangers en een zodanige inrichting van de straten dat de snelheid van het verkeer minder dan 30 km/uur bedraagt. 30 is een snelheid waarbij bijna geen ernstige ongelukken gebeuren, maar voor het over de volle breedte gebruiken van de straat voor spelen, lopen en ontmoeten moet de snelheid nog lager liggen (stapvoets rijden betekent 15 km/uur!). Kinder(speel)plekken- en voorzieningen, bijvoorbeeld scholen en jeugdcentra, liggen liefst zoveel mogelijk midden in verblijfsgebieden, ver van de verkeersaders. Buiten de verblijfsgebieden wordt op de 50km-wegen binnen de bebouwde kom gestreefd naar scheiding van verkeer door middel van losse voet- en fietspaden op routes die veel gebruikt worden door kinderen en goede oversteekplekken. Door op deze manier verschillende verblijfsgebieden te koppelen ontstaat een stedelijk netwerk van kindvriendelijke verblijfsgebieden aan elkaar geregen door veilige (kinder)routes.
Kindvriendelijk Heerhugowaard
Vanuit de startnotitie Heerhugowaard Kindvriendelijke Gemeente werkt de gemeente Heerhugowaard op alle fronten en in samenwerking met alle gemeentelijke afdelingen én betrokken instellingen en bewoners aan een kindvriendelijke inrichting van Heerhugowaard. De gemeente zet daarmee een anticyclisch beleid in om gezinnen met kinderen te behouden voor de stad en aantrekkelijk te blijven voor gezinnen en jongeren.
Zie praktijkvoorbeeld Macro 1.
31
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Uit de vele voorbeelden en initiatieven blijkt dat het vooral het macroniveau is dat de nodige aandacht behoeft. Lokale initiatieven zijn er, maar regionaal of landelijk zijn er nauwelijks voorbeelden te vinden. Idealiter wordt zowel gewerkt aan de brede integrale aanpak op gemeentelijk niveau als aan de concrete praktische uitwerking op wijk-, buurt- en straatniveau.
Routes en netwerken (mesoniveau) In de verblijfsgebieden wordt gewerkt aan een op mensen toegesneden omgeving met een diversiteit aan inrichtingsvormen: 30km-gebieden, woonerven, autovrije gebieden, fietsstraten en voetpaden. Binnen de verblijfsgebieden is voor het veilig verplaatsen en spelen van kinderen behoefte aan routes, die belangrijke voorzieningen in de buurt of wijk met elkaar verbinden: voor kinderen zijn dit bijvoorbeeld speelplekjes in de buurt, de school en de sportvereniging- en velden. Het streven daarbij is verkeers- en sociaal veilige, herkenbare en speelvriendelijke routes met zo min mogelijk conflictsituaties met andere weggebruikers.
Kindlint
Een oplossing die kinderen een veilige plek in het verkeer (terug) kan geven is het Kindlint. Dit is een speciaal aangepast of ontwikkelde route waarlangs kinderen zelfstandig, veilig en prettig naar allerlei speel,- school,- vrijetijds- en opvangvoorzieningen kunnen lopen of fietsen. Een Kindlint combineert zowel ruimtelijke inrichting, verkeersveiligheid en (verkeers)educatie als gedifferentieerdheid in speelvoorzieningen vanuit de beleving van kinderen.
Zie praktijkvoorbeelden Meso 2 en 8.
32
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Passewaaij Tiel
Een wijk die in de volksmond het predikaat ‘kindvriendelijke wijk’ heeft verdiend is de Tielse wijk Passewaaij. Hier zijn met name de ruime opzet, het weren van doorgaand verkeer door de wijk en het geringe aantal verkeersproblemen de oorzaak van. Ook kent de wijk in potentie een aansprekende en spannende speel- en ontmoetingsplek op de vindplaats van een tweetal Bataafse nederzettingen. Bij de ontwikkeling van de nieuwe woonbuurt is deze unieke vondst de start van een integrale en eensgezinde samenwerking voor het realiseren van een speelplek in de wijk.
Zie praktijkvoorbeeld Meso 4.
Straten en plekken (microniveau) Voor het kindvriendelijk inrichten op straat- en plek niveau is met name het creëren van ruimte en de aantrekkelijke inrichting daarvan van belang. Voor kinderen moet de openbare ruimte bruikbaar, bereikbaar en toegankelijk zijn. Buiten spelen moet vanaf de voordeur mogelijk zijn! Kinderen moeten langzaam hun actieradius kunnen uitbreiden over veilige stoepen en veilige oversteken naar vrienden en verder weg gelegen speelplekken. Enkele concrete ontwerpaanbevelingen zijn dat 30km-straten altijd voldoende trottoir hebben. Bij schaarste aan ruimte in 30km-straten heeft voldoende trottoir een hogere prioriteit dan parkeerruimte. En is er onvoldoende ruimte voor trottoirs beschikbaar dan verdient een woonerf de voorkeur. Omdat de toegestane snelheid daar lager ligt is het er veiliger, is er een hogere ontmoetingskwaliteit en is het er daardoor aantrekkelijker om te spelen.
Straten kunnen ook plekken zijn.
Verschillen tussen (woon)erven en 30km-straten
Het is een misvatting dat er geen verschil (meer) zou bestaan tussen (woon)erven en 30km-straten. Voor straten die zijn aangeduid met het speciale verkeersbord ‘erf’ gelden bijzondere verkeersregels. Het belangrijkste onderscheid is de maximale snelheid. De snelheidslimiet voor (woon)erven is omschreven als ‘stapvoets’: de snelheid van een paard dat stapt, wat in jurisprudentie gelijkgesteld is aan maximaal 15 km/uur. Ten tweede is uitdrukkelijk bepaald dat de straat over de volle breedte gebruikt mag worden om te lopen en te spelen, zij het dat het rijverkeer wel doorgang verleend moet worden. Tenslotte geldt dat parkeren uitsluitend is toegestaan in parkeervakken die zijn aangeduid met een P op een tegel in de bestrating of op een bord naast het parkeervak. Overigens moet, voordat het verkeersbord ‘erf’ geplaatst mag worden, de inrichting van de straat en zijn omgeving wel aan bepaalde eisen voldoen (zie daarvoor de Uitvoeringsvoorschriften BABW), zodat het vanzelfsprekend is om langzaam en voorzichtig te rijden en om over de hele breedte van de straat te lopen en te spelen.
33
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Voor het toetsen en verbeteren van de kindvriendelijkheid van straten kan gebruik gemaakt worden van de KinderStraatScan (KiSS) van Childstreet, waarin getoetst wordt op een zestal aspecten van kindvriendelijkheid. Ook de Kindertoets van Mobiel 21 geeft in 10 zinnen inspiratie voor een kindvriendelijke inrichting
KiSS 3.0: een meetinstrument om de kindvriendelijkheid van straten vast te stellen
Het instrument KiSS 3.0 toetst een zestal aspecten van de kindvriendelijkheid van de straat (de 6 B’s): Bescherming, Bewegingsvrijheid, Belevingswaarde, Beloopbaarheid, Befietsbaarheid en Bespeelbaarheid. Elk aspect of dimensie van het begrip kindvriendelijkheid is meetbaar gemaakt door de vaststelling van een aantal indicatoren. Voor elk aspect zijn maximaal 100 punten beschikbaar. Dit resulteert per straat in een zestal rapportcijfers. KiSS Versie 3.0: Hoe kindvriendelijk is deze straat?’ is uitgegeven als werkschrift bij VVN en te vinden op www.veiligverkeernederland.nl.
De kindertoets van Mobiel 21:
1. Lopen op en langs een lijn, de kantjes ervan aflopen. 2. Niveauverschillen om te springen en te klauteren. 3. Een overzichtelijk gebied. 4. Ergens kunnen rondlopen. 5. Ergens een vlak stuk voor wielen en tekeningen, 6. Duidelijke grenzen voor afspraken tussen ouders en kinderen: boordstenen en ruimtelijke geledingen. 7. Water. 8. Verrassende elementen. 9. Ergens kunnen liggen. 10. Ergens kunnen zitten.
Voor kinderen hoeft niet alles gepland. Lege ruimte is ook ruimte!
34
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
De kunst bij het ontwerpproces voor kinderen is integraal samen te werken met diverse disciplines. Dus niet alleen met verkeerskundig ontwerpers maar ook met stedenbouwkundigen, jeugdwerkers, ouders en niet te vergeten kinderen zelf. Dit leidt vaak tot verrassende inzichten en nieuwe ideeën. De basis hiervoor kan al op macroniveau gelegd worden.
Voor een goede kindvriendelijk inrichting van de ruimte moeten we veel meer kijken met de ogen van een kind.
Sprankelplekken Jantje beton
In diverse buurten is buiten spelen niet altijd vanzelfsprekend. De Jantje Beton Sprankelplekken zijn kunstwerken, die geplaatst worden op plaatsen waar het speelaanbod klein is en de vraag groot, om zo een positieve impuls te geven aan het spelen en ontmoeten in de wijk. Kinderen, maar ook jongeren en volwassenen, kunnen zelf bedenken hoe ze het kunstwerk gaan gebruiken. Bovendien kunnen de ‘sprankels’ versierd worden met tekeningen van buurtkinderen. Iedere Sprankelplek is op deze manier uniek voor de buurt waarin hij staat. Inmiddels zijn over heel Nederland 25 Sprankelplekken gerealiseerd.
Zie praktijkvoorbeeld Micro 6.
35
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Tijdelijke landschappen
Groen Links wil braakliggende terreinen in Utrecht tijdelijk veranderen in plekken voor tuinders, kunstenaars en kinderen. Buurtbewoners worden daarbij verantwoordelijk voor de aanleg en het onderhoud van de plek. Momenteel gebeurt dit al in Rotterdam en Gent (in Gent onder de noemer ‘tijdelijke landschappen’). Bewoners hebben locaties geadopteerd en ingericht als tijdelijke parken, speelplekken voor kinderen of werkplekken voor kunstenaars. De tijdelijke invulling geeft levendigheid en kleur aan de stad. Voorheen troosteloze plekken krijgen op deze manier een positieve uitstraling (bron: www. levende-stad.nl).
Van blijvende waarde: het woonerf
Erven hebben primair een verblijfsfunctie en zijn vooral ontworpen voor voetgangers, spelende kinderen, ontmoeting van buurtbewoners etc. In woonerven is het overige verkeer te gast en moet zich aanpassen aan de voetgangers en spelende kinderen. Stapvoets rijden is daarom verplicht (15 km/uur). Met de opkomst van 30km-gebieden is het woonerf enigszins in de verdrukking geraakt. Dit terwijl het erf vanuit het oogpunt van kind- en mensvriendelijkheid verschillende voordelen ten opzichte van de 30km-straat biedt. Veilig Verkeer Nederland pleit dan ook voor het toepassen, waar nodig en gewenst, van woonerven met een maximum snelheid van 15 km/uur binnen grotere 30km-gebieden.
Zie praktijkvoorbeeld micro 1.
36
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
4. Werken aan een kindvriendelijke inrichting
In de praktijk van alledag krijgen gemeentes op diverse manieren en in diverse stadia te maken met het uitwerken en oppakken van een kindvriendelijke inrichting. Voor bestuurders gaat het vooral om de ontwikkeling van kindvriendelijk beleid en de implementatie daarvan. Voor de betrokken ambtenaren zal het, naast het ontwikkelen van beleid, vooral ook gaan om de daadwerkelijke beleidsuitvoering en de praktische inbedding van eisen en wensen vanuit kindvriendelijkheid bij herstructurering, nieuwbouwlocaties, inbreidingen etc. Het werken aan een kindvriendelijke inrichting kan op verschillende manieren opgepakt worden, zo leert de praktijk: - Een proactieve aanpak: structureel-integraal of structureel-sectoraal. - Een reactieve aanpak: incidenteel op plekniveau (“piepsysteem”).
37
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
In het meest ideale scenario is sprake van een integrale samenwerking en afstemming tussen een aantal beleidsterreinen en wordt er zowel gewerkt aan een goede ruimtelijke structuur en afstemming tussen de diverse beleidsplannen (het macroniveau), als aan samenhangende netwerken (het mesoniveau), en een goede inrichting op straatniveau (het microniveau). In het hierna volgende stappenplan worden de belangrijkste stappen op een rijtje gezet om deze integrale en structurele aanpak vorm te geven binnen de gemeente. Echter: om uiteenlopende redenen zal het in de dagelijkse gemeentelijke praktijk niet altijd even goed mogelijk zijn dit ideaalscenario op te pakken en vorm te geven. Aansluitend worden daarom een tweetal afgeleide en ingedikte stappenplannen weergegeven voor een structurele, maar sectorale aanpak en een incidentele aanpak. Een structurele sectorale aanpak behelst het enkel ruimtelijk oppakken van de kindvriendelijke inrichting zonder linken te leggen met bijvoorbeeld onderwijs, welzijn, gezondheid e.d. Daarnaast komt het ook voor dat de gemeente geconfronteerd wordt met een roep, van bijvoorbeeld bewoners of een projectontwikkelaar, om een kindvriendelijke inrichting in bestaande lopende herstructurerings- of herinrichtingsprojecten. In dat geval wordt liever gekozen voor een snelle incidentele aanpak dan een brede integrale aanpak. De incidentele aanpak(ken) kan vervolgens wel een opstap zijn naar de ontwikkeling van kindvriendelijk beleid!
38
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
De omslag naar kindvriendelijk beleid vraagt zowel ambtelijk als bestuurlijk draagvlak en inzet.
Stappenplan 1: Structurele, integrale aanpak. Oriëntatie en inventarisatie - Stel een integrale projectgroep samen met leden vanuit verschillende afdelingen (groen, ruimtelijke ordening, mobiliteit, onderwijs, jeugd, sport, communicatie/educatie), liefst onder leiding van een coördinerend wethouder. - Benoem één persoon tot motor en boegbeeld/trekker/gezicht. - Stem verschillende budgetten en geldstromen af en reserveer voldoende personele capaciteit. - Inventariseer wat al gedaan is in het verleden: liggen er visies, spelen zich op andere beleidsterreinen relevante ontwikkelingen en projecten af, welke wetten, regels en normen zijn er? - Zoek naar subsidies buiten de gemeente voor extra plannen/planvorming. Visievorming - Stel een gezamenlijke visie op voor integraal en intersectoraal beleid ‘Kindvriendelijke Wijken’ en stel dit vast als beleid. Besteed aandacht aan inhoud, doelgroepen, werkwijze en participatie, uitvoering en beheer. - Werk aan meer beleidsniveaus: van macro tot en met micro, lever voor alle niveaus steeds pragmatische voorbeelden. - Schuw publiciteit - ook in de beginfase - niet: organiseer een startconferentie met inbreng van binnen en buiten de gemeente voor het verkrijgen van draagvlak en het uitdragen van de visie/aanpak.
39
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Plan van Aanpak - Stel een Plan van Aanpak op voor het inrichten van Kindvriendelijk Wijken - Begin met kleine, korte termijnprojecten, maar werk tegelijkertijd ook aan lange termijn projecten. - Zoek aansluiting bij andere geplande werkzaamheden in de openbare ruimte of aan het wegennet: ‘werk met werk maken’. - Stel elk jaar een (voortschrijdend) werkplan voor Kindvriendelijke Wijken op, waarin opgenomen wordt waar een ieder aan werkt. Uitvoering - Overleg regelmatig over de stand van zaken, maar ook over problemen. - Werk samen met burgers, betrokkenen en belanghebbenden. - Bedenk steeds, dat tijdig meedenken niets extra's hoeft te kosten: beter tijdig meegedacht, dan te laat en achteraf nog iets proberen op te lossen. - Betrek de politiek regelmatig om ze achter je plannen te krijgen en te houden, nodig bijvoorbeeld regelmatig raadscommissieleden uit. - Zoek ook kennis/informatie op hoger dan lokaal niveau: sluit je aan bij regionale of landelijke netwerken rondom kindvriendelijk inrichten. - Houd de werkgroep enthousiast door één keer per jaar op werkbezoek te gaan bij een andere gemeente of organisatie, waar iets te zien of te leren valt. - Draag je plannen uit: het gaat niet alleen om ruimtelijke netwerken, maar ook om samenwerkingsnetwerken. Evaluatie - Voer onderzoek uit naar feiten en cijfers. - Evalueer en monitor projecten steeds en stel je beleid (en visie) zo nodig bij.
40
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Stappenplan 2: Structurele, sectorale aanpak. Oriëntatie en inventarisatie - Stel een projectgroep samen met leden vanuit de betrokken afdeling ruimtelijke ordening/verkeer/groen. - Benoem één persoon tot motor en boegbeeld/trekker/gezicht. - Stem verschillende budgetten en geldstromen af en reserveer voldoende personele capaciteit. - Inventariseer wat al gedaan is in het verleden: liggen er visies, welke wetten, regels en normen zijn er? - Zoek naar subsidies buiten de gemeente voor extra plannen/planvorming. Visievorming - Stel een visie op voor het inrichten van Kindvriendelijke wijken en stel dit vast als beleid. Besteed aandacht aan inhoud, doelgroepen, werkwijze en participatie, uitvoering en beheer. Plan van Aanpak - Stel een Plan van Aanpak op voor het inrichten van Kindvriendelijk Wijken. - Begin met kleine, korte termijnprojecten, maar werk tegelijkertijd ook aan lange termijn projecten. - Zoek aansluiting bij andere geplande werkzaamheden in de openbare ruimte of aan het wegennet: ‘werk met werk maken’. Uitvoering - Overleg regelmatig over de stand van zaken, maar ook over problemen. - Werk samen met burgers, betrokkenen en belanghebbenden. - Betrek regelmatig de politiek om ze achter de plannen te krijgen en te houden, nodig bijvoorbeeld regelmatig raadscommissieleden uit bij project/werkgroepen of werkbezoeken. - Houd de projectgroep enthousiast door één keer per jaar op werkbezoek te gaan bij een andere gemeente of organisatie, waar iets te zien of te leren valt. Evaluatie - Voer onderzoek uit naar feiten en cijfers. - Evalueer en monitor projecten steeds en stel je beleid (en visie) zo nodig bij.
Gebruik wijkbudgettten als smeerolie. Bewoners blijken vaak veel zuiniger en creatiever om te gaan met een budget dan de gemeente….
41
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Stappenplan 3: Incidentele aanpak. Oriëntatie en inventarisatie - Stel een werkgroep samen of stel een verantwoordelijk aan vanuit de betrokken afdeling ruimtelijke ordening/verkeer/groen. - Kijk of er binnen de gemeente vergelijkbare inrichtingvragen zijn (geweest); maak gebruik van de opgedane ervaring. - Formuleer het probleem en de gewenste oplossingsrichting en link dit zo mogelijk aan bestaand beleid. - Stel de hoogte van het beschikbare budget vast en kijk of er aangesloten kan worden op andere werkzaamheden in de openbare ruimte/wegennet: ‘werk met werk maken’. Programma van eisen - Stel een duidelijk programma van eisen voor de kindvriendelijke herinrichting op - Betrek bewoners en andere betrokkenen bij het inrichtingsplan. Uitvoering en evaluatie - Evalueer en monitor het inrichtingsplan na de uitvoering
Succesfactoren op weg naar kindvriendelijke wijken
-
Integraal overleg op de gemeentelijke werkvloer.
-
Goede samenwerking en afstemming met andere gemeentelijke afdelingen/diensten.
-
Contact zoeken en blijven houden met de doelgroep: kinderen.
-
Samenwerking met kindgerichte partners: bibliotheek, muziekschool, opvang, school etc.
-
Een duidelijke inspirator en motor (liefst de gemeente).
-
Aanstellen van een ‘verbindingsofficier’: legt verbindingen tussen verschillende afdelingen, organi-
saties, werelden (methode gemeente Delft). -
Bestuurlijke ondersteuning.
-
Organiseren van thema-avonden rondom kindvriendelijkheid voor bestuurders, commissieleden etc.
-
Tijdig oog hebben en inspringen op plannen en ontwikkelingen vanuit projectontwikkelaars.
-
Strategische aanpak: werken aan een totaalvisie, kiezen van gemeenschappelijk thema en benoe-
men van goede argumenten voor de diverse betrokkenen. -
Streven naar continuïteit: zaken verankeren in het beleid en niet persoonsafhankelijk maken.
-
Geen ellenlange nota’s schrijven, maar op tijd uitvoeren.
-
Opstellen van een gemeentelijk inrichtingshandboek, waarin goede inrichtingsoplossingen worden
vastgelegd en waaruit iedereen kan putten. -
Budgetten, ‘potjes’ bundelen, werk met werk maken.
-
Gebruik normen als opmaat voor een inhoudelijke discussie; normen zijn niet zaligmakend en
zeker geen excuus. -
Lange adem hebben, vasthoudend zijn.
-
Gezamenlijk benoemen en vieren van successen, hoe klein ook!
Bron: Brede (bestuurlijk/ambtelijke) Werksessie Kindvriendelijke wijken, 10 januari 2008.
42
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Praktijkvoorbeelden
43
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
44
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Macro
45
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
46
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Van lokaal jeugdbeleid naar integraal jeugdbeleid Wijktypologie 0 vooroorlogs 0 jaren ‘50/’60 0 jaren ‘70 0 jaren ‘80 0 jaren ‘90 0 nieuwbouw x gemeentebreed
Macro 1 Heerhugowaard
Thema x Buitenspeelruimte en groen x Gezondheid 0 Integrale wijkaanpak x Bereikbaarheid en veiligheid x Scholing en opvoeding x Dagindeling x Sociale cohesie x Communicatie/participatie kinderen
Aanleiding Heerhugowaard ziet in de toekomst een probleem ontstaan door een combinatie van vergrijzing, stagnatie van (bouw en) bevolkingsgroei. Voor de wethouder Jeugd was dit in oktober 2006 aanleiding om met een ambtelijke delegatie het congres Child in the City in Stuttgart te bezoeken. Terwijl Stuttgart probeert gezinnen terug te lokken naar de stad, staat Heerhugowaard voor de taak gezinnen met kinderen te behouden. Heerhugowaard wil anticyclisch beleid inzetten om nog aantrekkelijker te worden als vestigingsplaats voor samenlevingsverbanden met kinderen of een kinderwens. Dit kan door middel van het ontwikkelen en uitvoeren van integraal beleid gericht op kindvriendelijkheid. Kindvriendelijkheid wordt daarbij niet alleen beperkt tot het kindvriendelijk inrichten van wijken, maar wordt veel breder benaderd. Voor een kindvriendelijke inrichting van de gemeente is binnen elk beleidsterrein aandacht voor jeugd en gezin vereist. Doel Heerhugowaard (nog) aantrekkelijker maken voor gezinnen met kinderen, jonge mensen die zich ergens willen vestigen en jongeren die na hun studie terugkeren. Doelgroep Gezinnen met kinderen, jongeren. Resultaat Vanuit de startnotitie Heerhugowaard Kindvriendelijke Gemeente (2007) wordt gewerkt aan een uitvoeringsprogramma met diverse deelprojecten rondom een 6-tal thema’s: Scholing, Jeugd en vermaak, Huisvesting en (buiten)speelruimte, Gezondheid en veiligheid, Combinatie werk-gezin en Jong versus oud. Belangrijkste succesfactoren Integrale aanpak, samenwerking en afstemming tussen diverse beleidsterreinen, brede startbijeenkomst in oktober 2007 met betrokken instellingen, inwoners en externe deskundigen, aandacht voor continue dialoog tussen alle betrokkenen: beleidsmakers, kinderen en jongeren, ouders, projectontwikkelaars, scholen, bedrijven, kinder- en jongerenwerkers en corporaties.
47
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
48
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Gezinnen gezocht, wijken in de aanbieding Wijktypologie 0 vooroorlogs 0 jaren ‘50/’60 0 jaren ‘70 0 jaren ‘80 0 jaren ‘90 0 nieuwbouw x gemeentebreed
Macro 2 Rotterdam
Thema x Buitenspeelruimte en groen x Gezondheid x Integrale wijkaanpak x Bereikbaarheid en veiligheid x Scholing en opvoeding x Dagindeling x Sociale cohesie x Communicatie/participatie kinderen
Aanleiding Rotterdam is een stad die verjongt en tegelijkertijd vertrekken te veel gezinnen, zodra zij zich dit financieel kunnen veroorloven, uit de stad. Dit betekent dat de voorzieningen voor gezinnen in de stad onder druk komen te staan. Vanuit de gedachte dat gezinnen een opbouwende functie voor de stedelijke samenleving hebben streeft Rotterdam er naar gezinnen voor de stad te behouden. Een tweede zorg in Rotterdam is dat niet alle kinderen in de stad automatisch opgroeien tot actieve en constructieve burgers. Rotterdam voert al jaren een actief jeugdbeleid, maar het verbeteren van het opvoedklimaat is nog steeds een punt van aandacht. Het college van B&W laat het niet zitten bij de uitstroom van kinderen en de zorgen over het opgroeien. In het collegeprogramma 2006-2010 staat dan ook dat Rotterdam kindvriendelijker moet worden. Doel Een kindvriendelijker Rotterdam. Als meetbaar resultaat is gesteld dat in 2010 zeven Rotterdamse wijken aantoonbaar kindvriendelijker zijn. Doelgroep Kinderen in het algemeen en meer specifiek kinderen in achterstandsituaties, gezinnen met kinderen. Resultaat Een breed gedragen voorstellenboek voor een kindvriendelijker Rotterdam, uiteengezet in wensenboeken voor 11 qua woonmilieu verschillende wijken. De wensenboeken en voorstellen voor een kindvriendelijker Rotterdam zijn opgesteld aan de hand van een quickscan van de wijk, wijkbijeenkomsten met bewoners (inclusief kinderen) en diverse wijkpartners en een megabrainstorm op stedelijk niveau. .
Belangrijkste succesfactoren Integrale aanpak, samenwerking en afstemming tussen diverse beleidsterreinen, instelling van een Jonge Hondenclub (jonge ambtenaren uit alle gemeentelijke diensten hebben in samenspraak met betrokkenen in 9 maanden tijd het plan voor een kindvriendelijker Rotterdam opgesteld), veel aandacht voor kinder- en jeugdparticipatie, wijkgerichte aanpak-op-maat.
49
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
50
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Macro 3 Gent (B)
Kindvriendelijk speelruimtebeleid Wijktypologie 0 vooroorlogs 0 jaren ‘50/’60 0 jaren ‘70 0 jaren ‘80 0 jaren ‘90 0 nieuwbouw x gemeentebreed
Thema x Buitenspeelruimte en groen 0 Gezondheid 0 Integrale wijkaanpak x Bereikbaarheid en veiligheid 0 Scholing en opvoeding 0 Dagindeling 0 Sociale cohesie x Communicatie/participatie kinderen
Aanleiding Spelen is belangrijk voor de evenwichtige ontwikkeling van kinderen. Al spelend doen kinderen ervaringen op en leren ze. Om te kunnen spelen hebben ze ruimte nodig: speelruimte! De stad Gent ziet het als één van haar opdrachten om in de woonomgeving voldoende speelruimte te bieden. De laatste jaren is dan ook flink geïnvesteerd in de aanleg of renovatie van speelterreinen in Gent. Speelruimtebeleid is echter meer dan de aanleg en het onderhoud van speelterreinen alleen. Het is een geïntegreerd beleid: wie over speelruimte spreekt heeft het ook over verkeersveiligheid, groenaanleg en ruimtelijke ordening. Binnen het Gentse speelruimtebeleid is aandacht voor diverse zaken, waaronder speelstraten, Speelweefsel, bespeelbare kunst, skatebeleid, speelbossen, avontuurlijke speelterreinen en inrichting van tijdelijke landschappen (braakliggend terrein als speelterrein). Doel Het aanleggen, onderhouden en waar nodig uitbouwen van een goed bespeelbare woonomgeving, waarin zowel jong als oud zich thuis voelt. Doelgroep Alle gebruikers van de openbare ruimte, met het accent op de zwakste schakel: (spelende) kinderen. Resultaat Gent telt anno 2007 116 speelterreinen die op diverse manieren worden verbonden door het Speelweefsel. Het concept Speelweefsel richt zich op het benoemen van formele en informele speelplekken, die voor kinderen en jongeren belangrijk zijn, en de routes die deze plekken verbinden. Het uit zich in diverse knooppunten (school, speelterrein, sportcentrum etc.) en routes (weggetjes, straten, voetpaden etc.). Het weefsel heeft naast (verkeers)veiligheid ook een sociaal aspect: alle bewoners in de wijk maken er gebruik van, zowel jong als oud. Door de diverse inspanningen staat Gent tegenwoordig steeds meer bekend als een kindvriendelijke stad en wordt Gent vaak genoemd als een voorbeeld van kindvriendelijk inrichten. Belangrijkste succesfactoren Een integrale Plangroep Speelruimtebeleid met inbreng vanuit verschillende diensten, werken aan continuïteit in de aanpak, aanpak verankeren in beleid, oog voor en contact blijven houden met de uiteindelijk doelgroep.
51
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
52
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Macro 4 Stuttgart (D)
Kinder Wilkommen Wijktypologie 0 vooroorlogs 0 jaren ‘50/’60 0 jaren ‘70 0 jaren ‘80 0 jaren ‘90 0 nieuwbouw x gemeentebreed
Thema x Buitenspeelruimte en groen x Gezondheid 0 Integrale wijkaanpak x Bereikbaarheid en veiligheid x Scholing en opvoeding x Dagindeling x Sociale cohesie 0 Communicatie/participatie kinderen
Aanleiding Stuttgart heeft al langere tijd te maken met een krimpende beroepsbevolking. In 2004 presenteerde de burgemeester van Stuttgart een actieplan om deze trend, de zogeheten stadsvlucht, tegen te gaan. Stuttgart moet een kindvriendelijke stad worden waar gezinnen zich door aangetrokken voelen. Doel Het realiseren van een kindvriendelijk Stuttgart, waarmee de negatieve spiraal waar Stuttgart in terecht is gekomen, doorbroken wordt en de stad weer ‘demografisch leefbaar’ wordt. Doelgroep Kinderen, gezinnen met kinderen, jongeren. Resultaat In 2007 is een Actieplan opgesteld door de burgemeester van Stuttgart met als doelstelling het behouden van de huidige gezinnen met kinderen en jongeren voor de stad en het aantrekken van nieuwe gezinnen met kinderen. Om dit actieplan te realiseren wordt ingezet op 5 thema’s: 1. Onderwijs: taalonderwijs, aansluiting onderwijs op arbeidsmarkt. 2. Gezinshuisvesting en speelruimte voor kinderen: betaalbare huisvesting, toegankelijke en veilige openbare ruimte. 3. Gezondheid en veiligheid: gezond eten, bescherming tegen criminaliteit. 4. Het combineren van carrière en kind: kinderopvang, werkvoorzieningen. 5. Jong en oud: buurtcentra gericht op bevorderen contact jong en oud, manifest contact jong en oud. Al in 2004 is voor het werken aan een kindvriendelijk Stuttgart een Kuratorium Kinderfreundliches Stuttgart in het leven geroepen. Hierin hebben allerlei invloedrijke personen vanuit de Stuttgartse politiek, gezondheidszorg, media, culturele wereld etc. zitting. Zij buigen zich van tijd tot tijd in verschillende werkgroepen over thema’s rondom kindvriendelijkheid en ondersteunen op deze manier het plaatselijke beleid. Tevens is de Forderverein Kindfreundlichtes Stuttgart opgericht, van waaruit financiële ondersteuning wordt gegeven aan het realiseren van een kindvriendelijk Stuttgart. De gemeente zelf investeerde vanaf 1997 tot 2007 reeds 470 miljoen euro in kindvriendelijke maatregelen, projecten en acties. De Stuttgartse aanpak won in 2006 de Konrad Adenauer Preis fur Komunalpolitik op basis van de goede samenwerking tussen de partijen in de samenleving en de gemeente. Belangrijkste succesfactoren Integrale en brede aanpak van de kindvriendelijke stad, samenwerking tussen diverse sectoren, maatschappelijk partners en gemeente.
53
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
54
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Stervormig fiets-voetnetwerk als drager van stedenbouwkundig plan Wijktypologie 0 vooroorlogs 0 jaren ‘50/’60 0 jaren ‘70 0 jaren ‘80 0 jaren ‘90 0 nieuwbouw x gemeentebreed
Macro 5 Houten
Thema 0 Buitenspeelruimte en groen 0 Gezondheid 0 Integrale wijkaanpak x Bereikbaarheid en veiligheid 0 Scholing en opvoeding 0 Dagindeling 0 Sociale cohesie 0 Communicatie/participatie kinderen
Aanleiding Met de aanwijzing als groeikern in 1979 moest het oorspronkelijke dorp Houten ongeveer vijf keer zo groot worden. Vooruitlopend op het mobiliteitsvraagstuk heeft de gemeente Houten gekozen voor de ontwikkeling van een verkeerssysteem, waarbinnen fietsers en voetgangers een prominente plaats hebben gekregen. Doel Het vergroten van de aantrekkelijkheid van Houten voor fietsers en voetgangers, waaronder kinderen en jongeren, en het terugdringen van de prominente rol van het autoverkeer in de openbare ruimte. Doelgroep Fietsers, waaronder fietsende kinderen. Resultaat Aansluitend op de buurtwegen kent Houten een uitgebreid stervormig netwerk van fiets- en voetroutes, dat de drager is van de stedenbouwkundige invulling van Houten. Langs deze drager liggen alle voorzieningen die veel publiek trekken: scholen, bibliotheek, sportaccommodaties. Eenmaal op het fiets-voetnetwerk hebben fietsers en voetgangers voorrang op automobilisten. Dit is op alle mogelijke manieren goed en tijdig aangegeven voor automobilisten die een fiets-voetroute kruisen. Auto’s worden via een rondweg om en in Houten geleid. Onderzoek vanaf begin jaren negentig geeft aan dat er jaarlijks ruim 30% minder ongevallen in Houten zijn dan in steden van vergelijkbare omvang. Volgens de gemeente is het geringe aantal fietsslachtoffers niet alleen te danken aan de ver doorgevoerde scheiding van auto- en fietsverkeer, maar ook aan het geringe autogebruik binnen de rondweg. Nog geen 20% van het woon-winkelverkeer in Houten verplaatst zich met de auto (tegen 28% in vergelijkbare gemeenten). Ook onderzoek op basisscholen in Houten toont aan dat het aantal verplaatsingen met de auto naar school vele malen lager ligt dan gemiddeld. Kinderen blijken in Houten al op jonge leeftijd zelfstandig, dat wil zeggen zonder begeleiding of onder begeleiding van oudere broers/zussen, lopend of fietsend naar school te gaan. Belangrijkste succesfactoren Aantrekkelijkheid van het fietsnetwerk, goede onderlinge samenhang en consequente doorvoering van de opzet van het netwerk, goede geleiding en waarschuwing van automobilisten
55
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
56
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Meso
57
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
58
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Goilberdingen: een (kind)vriendelijke woonwijk Wijktypologie 0 vooroorlogs 0 jaren ‘50/’60 0 jaren ‘70 0 jaren ‘80 x jaren ‘90 x nieuwbouw
Meso 1 Culemborg
Thema 0 Buitenspeelruimte en groen 0 Gezondheid 0 Integrale wijkaanpak x Bereikbaarheid en veiligheid 0 Scholing en opvoeding 0 Dagindeling 0 Sociale cohesie x Communicatie/participatie kinderen
Aanleiding In de wijk Goilberdingen is gewerkt aan een wijk met een fijnmazig netwerk voor fietsers en voetgangers, veel nadruk op de gebruiks- en verblijfskwaliteit van de openbare ruimte, gemengd ruimtegebruik, parkeren op eigen erf en meer spreiding dan bundeling van het verkeer. Gekozen is voor sobere stedenbouw en een eenvoudige planopzet. Dit heeft overigens ook deels te maken met de in aanvang bestaande tekorten in de exploitatieopzet van de wijk. De wijk is opgebouwd uit een raster van straten, lanen en singels. Het is feitelijk een verzameling van kleine clusters straten (carrés) die van elkaar gescheiden worden door singels en lanen. Doel Het creëren van een woonwijk, waar door een slimme inrichting en vormgeving een (verkeers)omgeving wordt gerealiseerd waar voetgangers, fietsers en gemotoriseerd verkeer in goed evenwicht naast elkaar gebruik maken van de openbare ruimte. Doelgroep Alle gebruikers van de openbare ruimte, met een accent op voetgangers, fietsers en zwakkere verkeersdeelnemers (kinderen, ouderen, mensen met beperkingen). Resultaat Onder andere voor de doelgroep kinderen (maar ook voor andere doelgroepen) is in Goilberdingen een (kind)vriendelijke woonomgeving gecreëerd, waar de auto als het ware te gast is. De vormgeving van de woonomgeving is zo gemaakt dat het normaal gevonden wordt dat men overal midden op straat kan lopen of fietsen. Er zijn zoveel mogelijk aanleidingen gezocht om het logisch te maken, dat men in de hele wijk rustig moet rijden. De wijk kent geen specifieke verkeerswegen. De aanwezige bredere lanen, singels en randwegen in de wijk zijn zo gemaakt dat ze een onderdeel vormen van de directe woonomgeving. Aan de drukkere straten liggen parallelle paden voor het fietsen en wandelen. Een markant onderdeel van de wijk is het gebruik van schapen voor het grasonderhoud. Om de schapen meer bewegingsruimte te geven zijn de straten, die de singels doorkruisen, voorzien van wildroosters. Zo kan het zijn dat een automobilist even moet wachten of omrijden omdat er een schaap op de ‘dam’ staat. Belangrijkste succesfactoren Tijdige en goede samenwerking tussen de disciplines Stedenbouw en Verkeer, creatieve omgang met ideeën, denkwijzen en zienswijzen, een maximale oppervlakte aan uitgeefbare grond door parkeren op eigen erf en een minimale breedte van straten (5 meter). Door het parkeren op eigen erf kan iedereen één of twee parkeerplaatsen maken. Hierdoor zijn de traditionele parkeerproblemen veel minder aanwezig dan in een standaard Vinexwijk. Rondom elke cluster van woonstraten zijn verzamelparkeerplaatsen gemaakt.
59
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Een ‘gewone’ wijk
Een wijk met Kindlint®
Zwembad
Zwembad Basisschool
Kinderboerderij
Basisschool
Gymzaal
Kinderboerderij
Gymzaal
Speelplek
Speelplek
Trapveld
Trapveld
Speelplek
Basisschool
Speelplek
Basisschool
60
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Kindlint in Buitenhof en Voordijkshoorn Wijktypologie 0 vooroorlogs x jaren ‘50/’60 x jaren ‘70 0 jaren ‘80 0 jaren ‘90 0 nieuwbouw
Meso 2 Delft
Thema 0 Buitenspeelruimte en groen 0 Gezondheid 0 Integrale wijkaanpak x Bereikbaarheid en veiligheid 0 Scholing en opvoeding 0 Dagindeling 0 Sociale cohesie x Communicatie/participatie kinderen 0 Overig.
Aanleiding In 2004 is Delft gestart met het project ‘Kinderen veiliger door Delft’ om – meer nog dan voorheen – aandacht te besteden aan de verkeersveiligheid rond scholen, peuterspeelzalen en bso’s, kindveilige routes en de bereikbaarheid van sportparken. Dit streven past binnen het ambitieniveau van de gemeente om het fietsgebruik te stimuleren en levert een bijdrage aan de realisatie van het beleid om kinderen aan de Norm Gezond Bewegen te laten voldoen. In het kader van Kinderen Veiliger door Delft wordt gewerkt aan de realisatie van twee Kindlinten. Doel Het concept ‘Kindlint’ staat voor veilige verbindingen voor kinderen die zich te voet en per fiets willen bewegen tussen verschillende plekken. Er zijn weliswaar locaties in wijken en buurten waar kinderen zich vrij kunnen bewegen (denk aan speelplekken, zebra’s, pleinen, stoepen en 30km-gebieden), maar vaak kunnen kinderen zich niet veilig en prettig van de ene naar de andere plek verplaatsen. Via een Kindlint kunnen kinderen al op jonge leeftijd zelfstandig naar school, sportveld en speelplek. Kinderen kunnen zich zo veiliger, vaker, verder en op een gezondere en leukere manier bewegen in hun eigen buurt. Doelgroep Kinderen Resultaat Gekozen is voor het uitwerken van twee Kindlinten: een fiets-Kindlint in de wijk Buitenhof, waar onder andere ook een vaardigheids-fietsparcours in opgenomen zal worden, en een loop-Kindlint in de wijk Voordijkshoorn. De uitvoering van beide plannen is in 2007 van start gegaan. Belangrijkste succesfactoren Betrokkenheid van kinderen en hun ouders als ‘deskundigen’ bij de opzet van het Kindlint in hun buurt, ambities zijn politiek goed verankerd in het collegeprogramma, commitment van wethouders, afspraken zijn helder en duidelijk vastgelegd in convenanten en actieprogramma’s, behaalde successen worden gevierd en iedereen deelt hierin mee.
61
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
62
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Een kindvriendelijke nieuwbouwwijk: De Verwondering Wijktypologie 0 vooroorlogs 0 jaren ‘50/’60 0 jaren ‘70 0 jaren ‘80 0 jaren ‘90 x nieuwbouw
Meso 3 Almere
Thema x Buitenspeelruimte en groen 0 Gezondheid x Integrale wijkaanpak x Bereikbaarheid en veiligheid 0 Scholing en opvoeding 0 Dagindeling 0 Sociale cohesie 0 Communicatie/participatie kinderen
Aanleiding Almere beoogt met de woonwijk De Verwondering een woonwijk te realiseren waar kinderen veilig, maar ook avontuurlijk, kunnen spelen en zich door de wijk kunnen bewegen. Het motto van de wijk is: duizenden-een spannende speeldagen. Doel Het realiseren van een groene en kindvriendelijke woonwijk met een aantrekkelijke en op kinderen toegespitste openbare ruimte. Doelgroep Kinderen, gezinnen met kinderen. Resultaat In het inrichtingsplan voor woonwijk De Verwondering geven tien thema’s invulling aan een kindvriendelijke woonomgeving. Via het door de wijk slingerende Kinderpad kunnen kinderen naar school en andere voorzieningen lopen. Tien themagebieden geven invulling aan het spelen van kinderen. Een kleine greep: de Elementerij (spelen met lucht, water, vuur en aarde), de Natuurij (natuur ontdekken en beleven), de Zonnerij (spelen met warmte en energie) en de Spelerij. December 2007 is de eerste fase van De Verwondering, de Zonnerij, van start gegaan. Belangrijkste succesfactoren Aandacht voor veilig verplaatsen en spelen van kinderen, aansprekend inrichtingsplan en weergave op website, marketing (appelleren aan het spelen van weleer).
63
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
64
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Meso 4 Tiel
Kindvriendelijkheid in Passewaaij Wijktypologie 0 vooroorlogs 0 jaren ‘50/’60 0 jaren ‘70 0 jaren ‘80 x jaren ‘90 x nieuwbouw
Thema 0 Buitenspeelruimte en groen 0 Gezondheid 0 Integrale wijkaanpak x Bereikbaarheid en veiligheid 0 Scholing en opvoeding 0 Dagindeling 0 Sociale cohesie 0 Communicatie/participatie kinderen
Aanleiding Sinds het eind van de jaren ’80 van de vorige eeuw is in Tiel gebouwd aan de nieuwbouwwijk Passewaaij. De wijk Passewaaij is opgebouwd volgens het model Houten en bestaat uit acht buurten rondom een centrumgebied. Door het beperkt aantal verkeersproblemen en door de ruime opzet heeft de wijk in de volksmond het predikaat ‘kindvriendelijk’ gekregen. Doel Het realiseren van een leefbare woonwijk in de gemeente Tiel. Doelgroep Alle wijkbewoners, met daarbinnen veel aandacht voor de routing van fietsers, voetgangers en andere kwetsbare verkeersdeelnemers. Resultaat De 8 buurten van Paasewaaij worden gescheiden door fietsroutes, waarbij tussen de wijken voor het autoverkeer alleen via de randweg een verbinding is, terwijl fietsers en voetgangers gebruik kunnen maken van een radiaal netwerk van fietspaden. Verdere uitgangspunten van de wijk zijn: hele wijk 30 km/uur, buurtontsluiting met behulp van minirotondes, alle kruispunten beveiligd met plateaus, een smal profiel van de randwegen (geen fietsers), snelheidsremmers op de kruising van fietsers en auto’s en geen doorgaand verkeer door het wijkcentrum. Belangrijkste succesfactoren Verkeersveilige en leefbare wijk door de ruime opzet, fietsvriendelijke wijk door het systeem van fietspaden zonder kruisend autoverkeer in de wijk zelf. Bij de nieuwe uitbreidingsplannen (buurt zeven) wordt zeer kindvriendelijk te werk gegaan. De onverwachte vondst van twee nederzettingen van Bataven uit de vierde eeuw in het uitbreidingsgebied, heeft ongepland geleid tot een eensgezinde inrichtingswens van deze plek van zowel de gemeentelijke vakdisciplines als de projectontwikkelaars. Het ontwerp gaat richting een spannende verblijfsruimte en speelplek in de wijk met onder andere een tijdscapsule, waterelementen, heuvels, boomgaarden, dijkjes. Het voorbeeld laat zien dat er veel mogelijk is met voldoende draagvlak en neuzen die dezelfde kant opwijzen! Naar verwachting wordt met de bouw van de buurt in de tweede helft van 2008 gestart.
65
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
66
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Meso 5 Heerenveen
Avontuurlijk spelen Wijktypologie 0 vooroorlogs 0 jaren ‘50/’60 0 jaren ‘70 0 jaren ‘80 0 jaren ‘90 0 nieuwbouw x gemeentebreed
Thema x Buitenspeelruimte en groen 0 Gezondheid 0 Integrale wijkaanpak 0 Bereikbaarheid en veiligheid 0 Scholing en opvoeding 0 Dagindeling 0 Sociale cohesie x Communicatie/participatie kinderen
Aanleiding Het attractiebesluit met strengere normen voor speelvoorzieningen gecombineerd met een ontoereikend budget van de gemeente Heerenveen voor het vervangen van speeltoestellen leidde in 2001 in de gemeente Heerenveen tot een nieuw speelbeleid. Centraal daarin staat dat de gemeente de inwoners van Heerenveen meer bij hun leefomgeving wil betrekken. Bovendien moest er meer aandacht komen voor het prikkelen van de fantasie van kinderen: er moest meer gedacht worden in spelaanleidingen dan in kant-en-klare speeltoestellen. Doel Het realiseren van avontuurlijke en uitdagende speelplaatsen voor kinderen, ter vervanging van uniforme en weinig verrassende standaard ingerichte speelplekken. Doelgroep Spelende kinderen. Resultaat In 2002 startte het project’ Circus, fort of heksenkring’ waarbij de fantasie van kinderen leidraad was bij het ontwerpen van speelruimte. Kinderen werd gevraagd hoe en waar zij het liefst zouden willen spelen, ouders werd gevraagd naar hun speelervaringen van vroeger. Voor de inrichting van de speelplekken werd vervolgens een budget beschikbaar gesteld aan bewonersgroepen. De ervaring leert dat de bewonersgroepen vaak veel zuiniger omspringen met hun budget dan een gemeente. De aanpak heeft geleid tot een grote diversiteit aan speelplekken in Heerenveen. Door de mening van kinderen over spelen centraal te stellen bleek het mogelijk om met bescheiden middelen veel meer te realiseren dan met een traditionele aanpak het geval zou zijn geweest: bouwsels van boomstammen in plaats van wipkippen, houten wigwams of een zandskelterbaan. Voor kinderen hoeft een speelterrein niet persé met speeltoestellen te worden ingericht. Belangrijkste succesfactoren Betrokkenheid van kinderen en ouders bij de ontwikkeling of verbetering van speelplekken, breder denken dan standaard speeltoestellen (“speelterrein is meer dan een verzameling wipkippen”), denken in spelaanleidingen in plaats van speeltoestellen.
67
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
68
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Meeliften op de herstructurering in Zoetendaal Wijktypologie 0 vooroorlogs x jaren ‘50/’60 0 jaren ‘70 0 jaren ‘80 0 jaren ‘90 0 nieuwbouw
Meso 6 Zevenbergen
Thema x Buitenspeelruimte en groen 0 Gezondheid x Integrale wijkaanpak 0 Bereikbaarheid en veiligheid 0 Scholing en opvoeding 0 Dagindeling x Sociale cohesie 0 Communicatie/participatie kinderen
Aanleiding In het kader van de herstructurering van de wijk Zoetendaal in Zevenbergen is gekeken hoe het schoolplein in de buurt zodanig ingericht en bij de openbare ruimte betrokken kan worden, dat het plein een bredere speel- en ontmoetingsfunctie krijgt dan enkel schoolplein voor schoolgaande kinderen. Doel Het geven van een bredere speel- en ontmoetingsfunctie aan het schoolplein in het kader van de herstructurering van de wijk. Doelgroep Alle inwoners van de wijk, in het bijzonder schoolgaande en spelende kinderen in de wijk. Resultaat Onder de naam SERENA, naar een oude Zevenbergse legende, is een inrichtingsplan voor de wijk ontwikkeld waarin belangrijke visies over kindvriendelijkheid en kindveiligheid, openheid en gedifferentieerd wonen meegenomen zijn. Belangrijk onderdeel van het plan is het schoolplein voor de nieuwe school in de wijk. Door op een slimme manier schoolplein en autovrije openbare ruimte te combineren, ontstaat een voor ieder toegankelijk openbaar gebied met een brede ontmoetingsfunctie voor alle wijkbewoners. De uitvoering van het plan is voorzien voor de periode 2007-2010 Belangrijkste succesfactoren Slim omgaan met 3%-norm speelruimte, combineren van semi-openbare en openbare ruimte, autovrije inrichting.
69
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
70
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Stad van de zon: kindvriendelijke VINEX-wijk Wijktypologie 0 vooroorlogs 0 jaren ‘50/’60 0 jaren ‘70 0 jaren ‘80 0 jaren ‘90 x nieuwbouw
Meso 7 Heerhugowaard
Thema x Buitenspeelruimte en groen 0 Gezondheid x Integrale wijkaanpak x Bereikbaarheid en veiligheid 0 Scholing en opvoeding 0 Dagindeling 0 Sociale cohesie x Communicatie/participatie kinderen
Aanleiding In het kader van het streven van Heerhugowaard naar kindvriendelijkheid gemeentebreed en over alle sectoren (zie ook macro 1) wordt voor de nieuwe Vinexlocatie Stad van de Zon, aan de zuidkant van Heerhugowaard, gewerkt aan een kindvriendelijke inrichting van de wijk. De Vinexlocatie, met ruim 2.900 geplande woningen en tal van wijkvoorzieningen, wordt vervlochten in een recreatiegebied dat ruim 177 hectare groot is. Gestreefd wordt naar zowel een milieuvriendelijke en kindvriendelijke invulling van de nieuwe Vinexlocatie. Inspiratiebron bij de architectuur en verkaveling van de wijk is de zon. Er wordt optimaal gebruik gemaakt van zonne-energie en 80% van de woningen in de centrale wijk in de Stad van de Zon is noord-zuid georiënteerd. Doel Het realiseren van een milieuvriendelijke en kindvriendelijke Vinex-wijk, waarin behalve woningen ook voldoende voorzieningen, speelruimte en recreatiemogelijkheden aanwezig zijn. Doelgroep Alle leeftijdsgroepen, meer specifiek gezinnen met kinderen. Resultaat Het meest bijzondere aan de milieuvriendelijke wijk is dat het overgrote deel van de wijk op zonnecellen zal draaien en hiermee CO2 neutraal is. De combinatie met het recreatiegebied en de gevarieerde groene opzet van de inrichting van de wijk gekoppeld aan de planning van de voorzieningen binnen de wijk, zorgt ervoor dat de wijk bovendien zeer kindvriendelijk is. De Stad van de Zon is opgedeeld in vier plandelen, waarbij tussen de 2007 en 2010 de eerste twee plandelen verkocht zijn of gaan worden. In plandeel 1 ligt het merendeel van de woningen aan het water en is gebruik gemaakt van centrale parkeervoorzieningen in de vorm van parkeerdijken. In plandeel 2, het centrale deel van de wijk (het Carré), zijn veel woonstraten autovrij door gebruik te maken van parkeren in speciale binnengebiedjes, op achtererven of in parkeerkelders. De autovrije straten worden ingericht met extra veel groen, speciale bestrating en speelvoorzieningen. De gehele wijk is 30km-zone. In het Carré krijgt de wijk veel eigen wijkvoorzieningen, waaronder (basis)scholen, kinderdagverblijven, een supermarkt, gezondheidscentrum en een wijkcentrum. Belangrijkste succesfactoren Aandacht voor ruimtelijke kwaliteit van de wijk, aandacht voor kindvriendelijkheid en milieuvriendelijkheid van de wijk.
71
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
72
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Pleinrenovatie als centrale pijler in buurtaanpak Wijktypologie x vooroorlogs 0 jaren ‘50/’60 0 jaren ‘70 0 jaren ‘80 0 jaren ‘90 0 nieuwbouw
Meso 8 Amsterdam
Thema x Buitenspeelruimte en groen 0 Gezondheid x Integrale wijkaanpak x Bereikbaarheid en veiligheid 0 Scholing en opvoeding 0 Dagindeling 0 Sociale cohesie x Communicatie/participatie kinderen
Aanleiding In de afgelopen tientallen jaren zijn in Amsterdam op grote schaal stadsvernieuwingsprojecten uitgevoerd. In een deel van deze buurten start alweer de volgende fase: het opwaarderen van de buurt. Zo ook in de Spaarndammerbuurt. In de komende jaren verrijst aan de rand van de buurt een nieuwe wijk met ongeveer 2000 woningen. Het stadsdeelbestuur wil graag beide buurten versmelten. Dit gebeurt in het project Spaarndammerhout, waarbinnen de renovatie van het Zaandammerplein valt. De renovatie sluit bovendien mooi aan op de realisatie van een Kindlint in het stadsdeel Westerpark (zie meso 2 voor meer informatie over Kindlint). Doel Het herinrichten en opwaarderen van het donkere, verwaarloosde en moeilijk bereikbare Zaandammerplein en het renoveren van het nabijgelegen buurtcentrum, als centrale pijlers in een proces van opwaardering van de hele buurt en verbetering van de leefbaarheid, zowel fysiek als sociaal-economisch. Doelgroep Buurtbewoners, spelende kinderen, jongeren. Resultaat Met de opening van het plein in april 2005 is de sociale functie van het plein sterk uitgebreid. Het biedt de mogelijkheid tot spelen, sporten, buurtmanifestaties en- feesten, bijeenkomsten, lessen en verhuur van het speeltuingebouw. In het gerenoveerde buurtcentrum is het aanbod aan kinderactiviteiten sterk uitgebreid en daar wordt veelvuldig gebruik van gemaakt. De speeltuin heeft een nieuw gebouw, dat van de schaduwkant naar een zonnige plek op het plein is verhuisd. Ook de aankleding, inrichting en verlichting van het plein is optimaal verbeterd. Het plein is een goed resultaat van samenwerking tussen vele partijen en dat heeft uiteindelijk geleid tot de omtovering van het plein tot ‘huiskamer van de buurt’. Het is dan ook verkozen tot Voorbeeldproject van Kindvriendelijke Projecten in Nederland (netwerk Child Friendly Cities). Belangrijkste succesfactoren Draagvlak en betrokkenheid vanuit de buurt, participatie van kinderen, samenwerking tussen vele partijen en daarmee financiering vanuit diverse bronnen
73
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
74
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Micro
75
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
76
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Micro 1 Rijswijk
Het woonerf Wijktypologie 0 vooroorlogs 0 jaren ‘50/’60 0 jaren ‘70 0 jaren ‘80 0 jaren ‘90 0 nieuwbouw x gemeentebreed
Thema x Buitenspeelruimte en groen 0 Gezondheid 0 Integrale wijkaanpak x Bereikbaarheid en veiligheid 0 Scholing en opvoeding 0 Dagindeling x Sociale cohesie 0 Communicatie/participatie kinderen
Aanleiding De term woonerf wordt begin jaren zestig geïntroduceerd. De ontwikkeling wordt gezien als een reactie op het verdwijnen van de ontmoetingsfunctie van de jaren vijftig-straat met het oprukken van de auto. Vooral in de jaren zeventig/tachtig zijn vele woonerven gerealiseerd. Met de opkomst van 30km-gebieden is het woonerf enigszins in de verdrukking geraakt. Dit terwijl het erf vanuit het oogpunt van kind- en mensvriendelijkheid verschillende voordelen ten opzichte van de 30km-straat biedt. Veilig Verkeer Nederland pleit dan ook voor het toepassen, waar nodig en gewenst, van woonerven met een maximum snelheid van 15 km/uur binnen grotere 30 km/uur-verblijfsgebieden Doel Het ontwikkelen van 15 km/uur-gebieden waar de auto te gast is en waar gezocht wordt naar een zodanig ruimtegebruik dat er veel ruimte ontstaat voor groen, speelruimte, spelende kinderen, buurtbewoners die een praatje maken, voetgangers en fietsers. Doelgroep Buurtbewoners, spelende kinderen, voetgangers en fietsers. Resultaat Erven hebben primair een verblijfsfunctie en zijn vooral ontworpen voor voetgangers, spelende kinderen, ontmoeting van buurtbewoners etc. In woonerven is het overige verkeer te gast en moet zich aanpassen aan de voetgangers en spelende kinderen. Stapvoets rijden is daarom verplicht (15 km/uur). Met de introductie van de 30km-gebieden is in de afgelopen jaren verwarring ontstaan over het bestaansrecht en de gestelde eisen aan een woonerf. In vergelijking met 30km-gebieden biedt een erfoplossing echter wel degelijk een aantal voordelen. De automobilist zal nadrukkelijker spelende kinderen, voetgangers etc. verwachten en deze zijn bovendien ook beter zichtbaar dan in een 30km-straat. Daarnaast is op het erf door het meervoudig ruimtegebruik vaak vele malen meer ruimte beschikbaar dan in een gangbare straat in een 30km-gebied. Belangrijkste succesfactoren Mens- en kindvriendelijke inrichting, meervoudig ruimtegebruik, vergroting van de sociale functie van de straat, verkeersveiligheid.
77
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
78
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Micro 2 Rotterdam
Natuurspeeltuin De Speeldernis Wijktypologie x vooroorlogs x jaren ‘50/’60 0 jaren ‘70 0 jaren ‘80 0 jaren ‘90 0 nieuwbouw
Thema x Buitenspeelruimte en groen 0 Gezondheid 0 Integrale wijkaanpak 0 Bereikbaarheid en veiligheid x Scholing en opvoeding 0 Dagindeling 0 Sociale cohesie 0 Communicatie/participatie kinderen
Aanleiding Kinderen spelen minder buiten, groene speelplekken worden schaarser, het overgewicht onder kinderen neemt toe en de vertrouwdheid met de natuur verdwijnt steeds meer. Speelbossen bieden nieuwe kansen voor kinderen, de natuur en de leefbaarheid van stedelijke gebieden. In een speelbos spelen kinderen in en met de natuur. De natuur is extra aantrekkelijk gemaakt om te spelen en sluit aan op het landschap in de omgeving. Doel Het bieden van een avontuurlijke speelplek aan kinderen. Kinderen op een spelende manier kennis laten maken met de natuur. Doelgroep (Spelende) kinderen. Resultaat Nederland telt anno 2008 ruim 40 speelbossen en beleefpaden (brochure Speelbossen via www.stichtingrecreatie.nl, zie werkterreinen/natuur). De ervaringen leren dat speelbossen goed worden bezocht. Niet alleen door kinderen uit de buurt maar ook door schoolgroepen, de scouting en vakantiegangers. Natuurspeeltuin De Speeldernis in Rotterdam is in 2001 omgetoverd van avonturen-bouwspeelpaats in een natuurspeeltuin in de wildernis, wat tot de naam Speeldernis heeft geleid. Het terrein kent een voorterrein voor kinderen tot 7 jaar en een achterterrein voor kinderen van 7 jaar en ouder. De Speeldernis is op dit moment al een begrip en het voorbeeld in natuurrijke, speelse wildernissen. In de afgelopen jaren bezochten jaarlijks meer dan 10.000 kinderen en hun ouders de Speeldernis. Belangrijkste succesfactoren Appelleren aan de avontuurlijke spelbehoefte van kinderen, koppelen van spelen en leren over de natuur, aantrekkelijke vormgeving van speelbossen, wensen van kinderen staan centraal en worden meegenomen in de ontwikkeling van speelbossen.
79
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
80
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Van autokruispunt naar pleintje in 30km-straten Wijktypologie 0 vooroorlogs 0 jaren ‘50/’60 0 jaren ‘70 0 jaren ‘80 0 jaren ‘90 0 nieuwbouw 0 gemeentebreed
Micro 3 Tiel
Thema 0 Buitenspeelruimte en groen 0 Gezondheid 0 Integrale wijkaanpak x Bereikbaarheid en veiligheid 0 Scholing en opvoeding 0 Dagindeling 0 Sociale cohesie 0 Communicatie/participatie kinderen 0 Overig.
Aanleiding Bij de vormgeving van kruisingen vormt de geleiding van het autoverkeer vaak het hoofduitgangspunt. In de gemeente Tiel is met de introductie van het carré gewerkt aan de inrichting van het kruispunt vanuit de doelgroep voetgangers en fietsers. Doel Het verbeteren van de toegankelijkheid van kruispunten voor voetgangers en fietsers en het verminderen van de dominantie van het autoverkeer in zowel inrichting(selementen) als gebruik van kruispunten. Doelgroep Alle verkeer, met nadruk op voetgangers, fietsers, kinderen, ouderen. Resultaat Het Tielse carré is, in tegenstelling tot standaard ontworpen kruispunten, ontworpen als plein waarbij de looplijnen voor voetgangers extra benadrukt zijn. Nadrukkelijk is geprobeerd alle verwijzingen naar het autogebruik te mijden. Het ontwerp is gebaseerd op de looplijnen, die letterlijk in het ontwerp gemaakt worden. Hierdoor wordt de logica van de omgeving weer hersteld. Doordat de rijlijnen verdwijnen is de auto als het ware te gast en wordt het karakter van het verblijfsgebied beter ondersteund. Vanuit deze denkwijze ligt het vervangen van de traditionele taluudstrepen door een ander symbool voor de hand. In verblijfsgebieden is er veel voor te zeggen om de ‘taal van de rijsnelheid en auto’ te vervangen door de ‘taal van de mens en vorm’. Het vervangen wordt op dit moment nog niet overwogen, omdat de taluudstrepen een herkenbare en duidelijke aanduiding van de drempels (‘hobbels en bobbels’) zijn. In het algemeen is het carré een goede maatregel die gebruikt kan worden in de zone 30. Het kan eenvoudig worden toegepast bij herinrichtingen en onderhoudsplannen. Ook als de wegvakken zelf niet ingrijpend aangepast kunnen worden, krijgt het verblijfsgebied door deze vorm een ander gezicht en een andere sfeer. Zo kan zonder een al te grote aanpassing het verblijfskarakter tot stand gebracht worden. Met het carré kan door middel van de hoogte van het plateau, de kleur, kleinschalig gespeeld worden. Belangrijkste succesfactoren Aandacht voor fietsers en voetgangers, tegengaan van autodominantie, verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.
81
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Voor
Na
82
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Herinrichting van een 50 km/uur traverse Wijktypologie 0 vooroorlogs x jaren ‘50/’60 x jaren ‘70 0 jaren ‘80 0 jaren ‘90 0 nieuwbouw
Micro 4 Werkendam
Thema 0 Buitenspeelruimte en groen 0 Gezondheid 0 Integrale wijkaanpak x Bereikbaarheid en veiligheid 0 Scholing en opvoeding 0 Dagindeling 0 Sociale cohesie x Communicatie/participatie kinderen
Aanleiding De gemeente Werkendam heeft in het kader van de pilot ‘Traversen heringericht’ van het POV Noord Brabant gewerkt aan een herinrichtingsplan van de 50 km/uur traverse in Werkendam (Sportlaan, Raadhuislaan, Van Randwijklaan en Sigmondstraat). Aanleiding is het niet voldoen van de traverse aan de geldende richtlijnen van Duurzaam Veilig. Dit soort doorgaande 50 km/uur-straten, die veelal vanwege politieke keuzes niet omgevormd (kunnen) worden tot 30 km/uur-straten, zijn geen geschikt (speel)terrein voor kinderen. Er zijn echter veel van dit soort straten en ook veel kinderen die aan deze straten wonen. Veiligheid is in deze straten dan ook de grootste zorg. Doel Het ontwerpen van een herinrichtingsplan voor de 50 km/uur traverse, met een optimale afstemming tussen het verkeerskundig ontwerp en de ruimtelijke inpasbaarheid hiervan en veel aandacht voor de thema’s verkeer versus verblijven, doorstroming, bereikbaarheid en leefbaarheid voor alle doelgroepen. Doelgroep Alle buurtbewoners en verkeersdeelnemers, waaronder spelende en verplaatsende kinderen. Resultaat De pilotstudie Traverse Werkendam heeft geleid tot een uitgebreid herinrichtingsplan met veel aandacht voor kwetsbare verkeersdeelnemers uitmondend in voorstellen voor ideale oplossingen èn compromissen om tegemoet te komen aan de behoeften en beperkingen van kwetsbare verkeersdeelnemers. Er is zowel aandacht besteed aan herinrichtingsmaatregelen (oversteekvoorzieningen, vrijliggende fietspaden, fietsstroken, herinrichting kruispunten, verbetering van zichtbaarheid etc.) als aan maatregelen op het vlak van verkeerseducatie, verkeersacties, communicatie met ouders, kinderen en ouderen, handhaving, afspraken routing vrachtverkeer en bussen. In het algemeen zijn goede maatregelen in 50 km/uur-straten: trottoirs aan beide zijden, breed genoeg (2 meter) en liefst gescheiden van de rijbaan door bijvoorbeeld een heg, vrijliggende fietspaden, goede oversteekplekken voor voetgangers en fietsers op een 30km-plateau en prioriteit voor trottoirs en gescheiden fietspaden (bij ruimtegebrek komt parkeerruimte op de tweede plek). Belangrijkste succesfactoren Multidisciplinaire samenwerking met betrokken lokale partijen, betrokkenheid/inbreng van buurtbewoners, zowel aandacht voor verkeerskundige aspecten als ruimtelijke inpasbaarheid.
83
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
84
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Koekoeksplein: van verkeersinfarct naar spelen en ontmoeten Wijktypologie x vooroorlogs 0 jaren ‘50/’60 0 jaren ‘70 0 jaren ‘80 0 jaren ‘90 0 nieuwbouw
Micro 5 Utrecht
Thema x Buitenspeelruimte en groen 0 Gezondheid x Integrale wijkaanpak x Bereikbaarheid en veiligheid 0 Scholing en opvoeding 0 Dagindeling 0 Sociale cohesie x Communicatie/participatie kinderen
Aanleiding Begin jaren negentig kampt het Utrechtse Koekoeksplein in de Vogelenbuurt met diverse problemen: parkeeroverlast, overlast van zoekverkeer, weinig ruimte voor spelende kinderen en andere buurtbewoners, wegtrekken van draagkrachtige gezinnen naar elders en het wegkwijnen van de binnenstadsschool. In het kader van het bredere project ‘Votulast, van autowijk naar de auto wijkt’ is samen met bewoners en middenstand gewerkt aan een plan voor het verbeteren van de leefbaarheid van het plein. Doel Het realiseren van een autovrij, dan wel auto-arm of autoluw plein gericht op een verbetering van de leefbaarheid (verkeersveiligheid, milieuaspecten, kwaliteit van het woonmilieu) en bereikbaarheid (parkeeroverlast van niet-wijkgebonden parkeerders, verkeersinfarct, klachten van nood- en reddiensten) van het plein. Doelgroep Buurtbewoners, kinderen, middenstand. Resultaat De samenwerking heeft geleid tot een ontwerp voor het plein met meer ruimte voor verblijven, groen en spelen, minder parkeerruimte (maar wel parkeerplekken voor eigen bewoners) en een selectieve bereikbaarheid van de woningen, school, winkels en bedrijven. De sociale cohesie in de buurt is vergroot: bewoners zitten meer buiten op straat (‘klapstoelenconcert’), er wordt veel meer buiten gespeeld en de uitstroom van draagkrachtige bewoners is een halt toegeroepen. De waarde van de aangrenzende koopwoningen is na de herinrichting flink gestegen. Op het plein heeft zich bovendien een kinderdagverblijf gevestigd vanwege de aanwezige speelruimte. Economisch gezien heeft de herinrichting van het plein dan zeker ook z’n vruchten afgeworpen. Belangrijkste succesfactoren Samenwerking met buurtbewoners en middenstand (bewoners voelden zelf een probleem), met kleine stapjes werken aan een uiteindelijk prima eindresultaat, aanstelling van een duidelijke kartrekker.
85
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
86
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Sprankelplekken: kunstige speel- en ontmoetingsplaatsen Wijktypologie 0 vooroorlogs 0 jaren ‘50/’60 0 jaren ‘70 0 jaren ‘80 0 jaren ‘90 0 nieuwbouw x gemeentebreed
Micro 6 25 over heel Nederland
Thema x Buitenspeelruimte en groen 0 Gezondheid 0 Integrale wijkaanpak 0 Bereikbaarheid en veiligheid 0 Scholing en opvoeding 0 Dagindeling x Sociale cohesie x Communicatie/participatie kinderen
Aanleiding Juist in aandachtswijken zijn er vaak maar weinig plekken voor kinderen in de openbare ruimte. Jantje Beton Sprankelplekken zijn speel- en ontmoetingsplaatsen waar buurtkinderen met elkaar kunnen spelen en waar jongeren of volwassenen elkaar kunnen ontmoeten. In het kader van het 25-jarig regeringsjubileum van haar beschermvrouwe H.M. Koningin Beatrix plaatste Jantje Beton 25 Sprankelplekken door heel Nederland. Kunstenaar en speeldeskundige Jos Spanbroek, van de Spelerij in Dieren, tekende voor het ontwerp. Doel De Jantje Beton Sprankelplekken zijn geplaatst in aandachtswijken om zo een positieve impuls te geven aan het spelen en ontmoeten van andere buurtkinderen en –bewoners. Kunstenaar Jos Spanbroek wil met de vormgeving van de sprankels vooral de fantasie van kinderen prikkelen. Je kunt er tikkertje spelen, voetje van de vloer of de kroon gebruiken als indianentent, wat je maar wilt. Ook kun je er gewoon lekker zitten kletsen met elkaar. Doelgroep Bewoners van de buurt met de nadruk op de jeugd (6-16 jaar). Alle Sprankelplekken staan in aandachtswijken. Resultaat Zowel in het ontwerp als in de projectopzet is gekozen voor nauwe samenwerking met de gemeente, basisscholen en buurthuizen in de betreffende wijken. Belangrijk onderdeel was het scheppen van voorwaarden om de Sprankelplek ‘van de buurt’ te laten zijn. Zo werd er in iedere buurt, meestal op de scho(o)l(en), een tekenwedstrijd georganiseerd. De mooiste tekeningen zijn permanent op het kunstwerk geplaatst. Ook werden jongeren betrokken om samen met de kunstenaar de sprankels op de grond te versieren met graffiti. Door iedere gemeente werd bij de opening een feestje georganiseerd waarin de kinderen uit de buurt centraal stonden. Deze aanpak heeft ertoe geleidt dat de sprankelplek in iedere buurt waar hij staat een eigen ‘verhaal’ heeft gekregen. Bij plaatsing zijn de sprankelplekken formeel overgedragen aan de betreffende gemeente. (zie www.jantjebeton.nl/watdoenwe/projecten/sprankelplek). Belangrijkste succesfactoren Plaatsing in aandachtsbuurten, betrokkenheid van kinderen, gebruik als speel- en ontmoetingsplek.
87
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
88
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Een middeleeuwse waterloop als basis voor een waterspeelplaats Wijktypologie 0 vooroorlogs 0 jaren ‘50/’60 0 jaren ‘70 0 jaren ‘80 0 jaren ‘90 0 nieuwbouw x meerdere omliggende wijken
Micro 7 Leeuwarden
Thema x Buitenspeelruimte en groen 0 Gezondheid 0 Integrale wijkaanpak 0 Bereikbaarheid en veiligheid 0 Scholing en opvoeding 0 Dagindeling x Sociale cohesie 0 Communicatie/participatie kinderen
Aanleiding Het project Blauwe Diamant in Leeuwarden bewijst dat elke vernieuwing of restauratie in de ruimtelijke omgeving mogelijkheden biedt om ruimte voor kinderen en jongeren te maken. De aanleg van een nieuwe persleiding en de daarvoor noodzakelijke werkzaamheden zijn aangegrepen om de Potmarge, één van de oudste middeleeuwse waterlopen in Friesland, in ere te herstellen en onder andere een waterspeelplaats voor kinderen aan te leggen. Doel Het ontwikkelen van een waterspeelplaats voor kinderen binnen het totaalproject de Blauwe Diamant, dat gericht is op het verbeteren van de waterkwaliteit, de ecologische potentie, de recreatieve waarde en ruimtelijke kwaliteit van de waterloop De Potmarge. Het realiseren van een ontmoetingsplek voor bewoners van de omliggende wijken van de Potmarge, waartussen in de oude situatie weinig tot geen contact bestond. Doelgroep Spelende kinderen, buurtbewoners van verschillende omliggende wijken Resultaat De waterspeelplaats, die september 2004 speelklaar was, biedt een prima speelplek voor kinderen vanaf 7 jaar met de eenvoudige en meest begeerde speelattributen: water en zand. Voor elke leeftijd is er iets te doen en kinderen kunnen hun fantasie de vrije loop laten. De waterspeelplaats draagt dan ook een belangrijk steentje bij aan de verbetering van de kwaliteit van het leven en spelen in de omliggende wijken. Voor de start van het project bood de omgeving weinig speelruimte voor de jeugd. Ook de stedelijke vernieuwing in de omliggende wijken kon daar weinig aan toevoegen. De waterspeelplaats en de herinrichting van de Potmarge biedt kinderen nu volop buitenruimte, ontspanning en speelmogelijkheden. De waterspeelplaats draagt bovendien bij aan meer ontmoeting tussen buurtbewoners uit omliggende wijken. Het is dan ook verkozen tot Voorbeeldproject van Kindvriendelijke Projecten in Nederland (netwerk Child Friendly Cities). Belangrijkste succesfactoren Werk met werk maken, inspelen op basis-speelbehoefte van kinderen (spelen met water en zand), opstellen en uitwerken van de plannen in samenspraak met een denktank van vertegenwoordigers van de omliggende wijken, organisaties en diverse belangengroepen, consultatie van de denktank door de beheerder van het gebied ook na voltooiing van de waterspeeltuin.
89
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
90
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Micro 8 Den Bosch
Inrichting van tijdelijke speelstraten Wijktypologie 0 vooroorlogs 0 jaren ‘50/’60 0 jaren ‘70 0 jaren ‘80 0 jaren ‘90 0 nieuwbouw x gemeentebreed
Thema x Buitenspeelruimte en groen 0 Gezondheid 0 Integrale wijkaanpak 0 Bereikbaarheid en veiligheid 0 Scholing en opvoeding 0 Dagindeling x Sociale cohesie 0 Communicatie/participatie kinderen
Aanleiding De straat heeft van oudsher een sociale functie. Met de opkomst van het gemotoriseerd verkeer komt deze functie op veel plekken steeds meer in de verdrukking. De Stichting Speelstraten heeft zich ten doel gesteld de straat te herontdekken en herwaarderen. De stichting wil door middel van het project Speelstraten bewoners weer bewust maken van de maatschappelijke functie van de woonstraat. Proefstad is de stad Den Bosch. Doel Het aanwijzen van straten als tijdelijke speelstraten, waar veilige zones voor spelende kinderen gemaakt worden en de van oudsher sociale functie van woonstraten nieuw leven in wordt ingeblazen. Doelgroep Alle buurtbewoners, met een accent op spelende kinderen. Resultaat Jaarlijks worden in Den Bosch zo’n 50 à 60 straten Speelstraat. De gemeente verstrekt hiertoe gratis vergunningen aan deelnemende straten. De bewoners kunnen op alle zon- en feestdagen een veilige speelstraat maken van hun straat of een deel daarvan. Straten bepalen zelf hoe vaak zij gebruik maken van de vergunning (zie www.speelstraten.nl en www.speelstratendenbosch.nl). Belangrijkste succesfactoren Initiatief ligt bij bewoners zelf, kosten zijn laag, aanwezige ruimte wordt flexibel ingezet.
91
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
92
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Micro 9 Tiel
Herinrichting drukke verkeersader Wijktypologie 0 vooroorlogs x jaren ‘50/’60 0 jaren ‘70 0 jaren ‘80 0 jaren ‘90 0 nieuwbouw
Thema 0 Buitenspeelruimte en groen 0 Gezondheid 0 Integrale wijkaanpak x Bereikbaarheid en veiligheid 0 Scholing en opvoeding 0 Dagindeling 0 Sociale cohesie 0 Communicatie/participatie kinderen
Aanleiding De gemeente Tiel heeft in het kader van het Tiels Stedelijk Ontwikkelingsbeleid TSOB een verkeersader heringericht. De Grotebrugse Grintweg ligt midden in een woonwijk en verwerkt ca. 13.000 voertuigen per etmaal. Naast verkeersonveiligheid is er last van geluid, trilling en emissie van de voertuigen waaronder vrachtverkeer. Bij het aanpakken van de route is gezocht naar een mix van maatregelen gericht op het verbeteren van de verkeersveiligheid, leefbaarheid en het milieu. Doel Het vergroten van de verkeersveiligheid en leefbaarheid door het herinrichten van een 50 km/uur traverse, waarbij er een optimale afstemming is tussen het verkeerskundige ontwerp en de ruimtelijke inpasbaarheid. Doelgroep Bewoners van de Grotebrugse Grintweg, wijkbewoners, kinderen die er wonen en over de weg naar school gaan en de gebruikers van de traverse, waaronder veel fietsers. Resultaat De herinrichting transformeert een verkeersroute naar een weg die veiliger is geworden, die meer sfeer heeft en waar op de belangrijkste oversteekpunten langzamer wordt gereden. Uitgangspunt voor het ontwerp is het idee dat als het ontwerp meer rust uitstraalt, de gebruikers ook rustiger zijn. Op de kruisingsvlakken is bijvoorbeeld gebruik gemaakt van de ruimtelijke werking. Door niet de boogstraal bepalend te laten zijn, maar juist de randen, wordt de rijgoot voor auto’s niet geaccentueerd. Wel is er voor gezorgd dat er een afgeschermde loopzone is en langs de wegvakken zijn fysiek de voetpaden vormgegeven. Door de transparante uitstraling en de gekozen cirkelvorm in de bestrating, hebben de kruispunten een pleinachtige allure. Er is zelfs sprake van een bescheiden ‘shared space’. De wegvakken zelf zijn uitgerust met een standaardprofiel. Aan weerszijden van de rijbaan zijn fietssuggestiestroken. Op regelmatige afstand zijn ‘rustpunten’ gecreëerd door de fietsstroken te onderbreken met een vierkante ‘plek’. De belangrijkste reden voor het aanbrengen van de ‘plekken’ is het doorbreken van het lengteprofiel. Dit is nodig om de automobilist te bewegen zich niet op het einde van de route te focussen, maar op het wegbeeld vlak voor hem of haar. In het profiel zijn ook bomen opgenomen, zodat de leefbaarheid niet alleen door de gekleurde straatstenen en asfalt wordt bepaald. Ook is er speciale aandacht uitgegaan naar de verlichting en gebruikte type lichtmasten. Belangrijkste succesfactoren Integrale aanpak, samenwerking en afstemming tussen diverse beleidsterreinen, brede startbijeenkomst, betrokkenheid van de hulpdiensten, inwoners en externe deskundigen, aandacht voor kinderparticipatie via de drie basisscholen in de wijk.
93
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
94
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Micro 10 Drachten
Van kruispunt naar Shared Space Wijktypologie x vooroorlogs 0 jaren ‘50/’60 0 jaren ‘70 0 jaren ‘80 0 jaren ‘90 0 nieuwbouw
Thema 0 Buitenspeelruimte en groen 0 Gezondheid 0 Integrale wijkaanpak x Bereikbaarheid en veiligheid 0 Scholing en opvoeding 0 Dagindeling 0 Sociale cohesie 0 Communicatie/participatie kinderen 0 Overig.
Aanleiding Vanuit de Shared Space-gedachte heeft in 1998 een ingrijpende reconstructie plaatsgevonden van het kruispunt De Drift/Torenstraat-Noord/Zuidkade in het centrum van Drachten. Doel Het vergroten van de verkeersveiligheid en de aantrekkelijkheid van het kruispunt door bij de inrichting uit te gaan van het Shared Space-principe, dat een open en aantrekkelijke vormgeving van de verkeersomgeving het gewenste (sociale) verkeersgedrag van verkeersdeelnemers tot gevolg heeft. Doelgroep Alle gemotoriseerde verkeer, fietsers en voetgangers (waaronder kinderen). Resultaat Voor de reconstructie betrof het kruispunt een met verkeerslichten geregelde kruising. Bij de reconstructie is het kruisingsvlak als plein vormgegeven. Aanduidingen voor rijloper, fietser en voetganger ontbreken. Deze zijn overigens wel aangegeven op de toeleidende wegvakken en op verzoek van buurtbewoners zijn er op de hoofdroute De Drif/Torenstraat oversteekvoorzieningen en geleidelijnen voor blinden gerealiseerd. Verkeersborden zijn volgens het Shared Space-principe overal weggelaten. Op het plein geldt de regel dat alle verkeer van rechts voorrang heeft. Het aantal ongevallen is na de reconstructie substantieel afgenomen. Wel vinden er met enige regelmaat nog lichte ongevallen plaats, waar relatief vaak fietsers bij betrokken zijn. Uit evaluaties van andere Shared Space-reconstruties blijkt algemeen dat de vormgeving van de nieuwe situatie door de meeste betrokkenen wordt gewaardeerd. De omgeving is voor de meeste mensen veel aantrekkelijker geworden. Belangrijkste succesfactoren Verbeterde ruimtelijke kwaliteit.
95
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
96
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Bijlagen
97
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
98
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Literatuurlijst
-
-
-
99
Child Friendly Cities, Kindvriendelijke projecten in de openbare ruimte, Amsterdam, 2006 Child Friendly Cities, Spelen met Ruimte: Handboek gemeentelijk Speelruimtebeleid, Amsterdam, 2006 Child Friendly Cities Stuttgart, Congresinformatie, 2006 Childstreet 2005, Een KiSS voor Childstreet, een verkenning van de kindvriendelijke straat, IIUE, Delft, 2006 Conference Proceedings, Child in the city, Second European Conference, London 20, 21 & 22 octobre 2004 CROW, Voetgangers blijven kwetsbare verkeersdeelnemers, Crowetcetera, oktober 2006 CROW, Handboek Ontwerpen voor kinderen, Aanbevelingen voor een kindvriendelijke inrichting van de verblijfs- en verkeersruimte, Ede, 2000 Dienst Plantsoenen en Stedelijke Jeugddienst Stad Gent, Speelterreinen in Gent, Gent, 2003 B. Dulski, Kinderen in de woonomgeving, serie Duurzaam & Gezond Bouwen, NIBE-publishing, Bussum, 2007 D. Engwright, Street Reclaiming. Creating Livable Streets and Vibrant Communities, Australia, 1999 Fietsberaad, Beleidswijzer Fietsverkeer. Kennis voor fietsbeleid gebundeld, Publicatie nummer 9, Ede, 2005 Gemeente Amsterdam, Kindlint Westerpark, Verschillende rapporten in het kader van het Europese dagindelingsproject ISF, 2004-2007 Gemeente Delft, Kindlinten in Buitenhof en Voordijkshoorn, SOAB, Breda, 20052006 Gemeente Den Haag, Dienst Stadsbeheer, Nota Samen spelen. Speelbeleid gemeente Den Haag, Den Haag, 2001 Gemeente Heerhugowaard, Startnotitie Kindvriendelijk Heerhugowaard, Heerhugowaard, 2006 Gemeente Rotterdam, Gezinnen gezocht, wijken in de aanbieding. Procesbeschrijving en voorstellen voor een kindvriendelijker Rotterdam, Gemeente Rotterdam, De Jonge Hondenclub, Rotterdam, 2007 C.F.H. Heimessen, Het spelende kind in en bij de woning, CVA/TH Delft, Delft, 1972 IIUE, Spelen op Straat. De kindvriendelijke straat: uitnodigend en verkeersveilig. Rapportage verkeersveiligheidsproject “Verkeersveilige straten voor kinderen”, Eindrapportage voor Haaglanden, Delft, 2007 D. Jansen, Kinderen Onderweg. Over kinderen op straat op weg naar later, Stichting Kinderen Voorrang!, Amsterdam, 1997 Karsten, L. e.a., Oases in het beton. Aandachtspunten voor een jeugdvriendelijke openbare ruimte, Reeks Jeugd Informatie onderzoek, Assen, 2002 Kennisplatform Verkeer en Vervoer, Veiligheid voor iedereen: Aandacht voor kwetsbare verkeersdeelnemers levert iets op!, Rotterdam, 2006
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
-
-
-
-
100
Kind & Samenleving - Ruimtecel, Kind & Ruimte. Kindgerichte planning van publieke ruimte, Brugge, 2007 Kinderen Eerst!, Nederland op het matje, Plan Nederland, Den Haag, 2007 R. Methorst, Shared Space: veilig of onveilig? Bijdrage aan het Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk 2007, DVS, Rotterdam, 2007 Mobiel 21, Kindvriendelijke publieke ruimte. Naar een duurzame ruimtelijke planning op kindermaat, Leuven, 2005 Nationale Speelraad 1968-2003, Uitdaging en veiligheid. Dilemma’s bij het spelen, Utrecht, 2003 Platform Ruimte voor de Jeugd, Netwerkdocument Ruimte voor de Jeugd 2005, Meppel, 2005 PJ Partners, Gemeentelijk speelruimtebeleid: een praktische handleiding, Schiedam, 2006 Plangroep Speelruimtebeleid Stad Gent, Speelruimte Actieplan 2007-2008, Gent, 2007 ROV Utrecht, Schoolomgevingsplan Rijsbrug en Wernaar. Gemeente Houten, SOAB, Breda, 1998 W. Schuster, Stuttgart City for children. Actionplan by dr. W. Schuster, Mayor of Stuttgart, Stuttgart, 2007 C.L.C.M. Spapé, Duurzame mobiliteit en ruimte voor K.i.d.s. (kinderen in de stad), Bijdrage aan het Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk 2005, SOAB, 2005 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum, Vrij spel voor het speelbos, Den Haag, 2007 (brochure) TNO Kwaliteit van leven, Kinderen in prioriteitswijken: lichamelijke (in)activiteit en overgewicht, Leiden, 2005 TU Delft, afdeling Stedenbouw, Over(al)tijd: de achtergronden, Delft, 2007 Vakblad Nova Terra, artikel K.I.D.S., oktober 2004 Vakblad Stedelijk Interieur Themanummer ‘Urban play’, september 2006 Vakblad Tuin&Landschap, Langs Kindlint veiliger op weg, januari 2007 Vakblad Stedelijk Interieur, Gebruikersspecial ‘Kinderen’, december 2005 Vakblad Verkeerskunde, Nieuw: de duurzaam leefbare traverse, oktober 2007 Vereniging voor Vlaamse jeugddiensten en –consulenten vzw (VVJ) in samenwerking met Onderzoekscentrum Kind en Samenleving vzw, Bespeelbaar verklaard, 2003 Vlaams netwerk kindervriendelijke steden, Publieke ruimte. Kinderen toegelaten. Een gevarieerde bundel praktijkvoorbeelden over publieke ruimte voor kinderen en jongeren in Vlaanderen, Mariakerke, 2002 VVN, Nationale Straatspeeldag. Van actie tot plezier, jaaroverzicht Veilig Verkeer Nederland, Huizen, 2005 Veilig Verkeer Nederland, Hoe kindvriendelijk is deze straat? KiSS 3.0 Kinder Straat Scan, Huizen, 2007 Veilig Verkeer Nederland, SOS voor spelen op straat. Een veilige straat voor kinderen, Huizen, 2007 Veilig Verkeer Nederland, Veiligheid voorop. Jong en oud veilig in het verkeer, Huizen, winter 2006
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
-
-
101
Veilig Verkeer Nederland, Samen actief in uw buurt. Handleiding. Routes en knelpunten (brochure) VNG/projectgroep Masterplan Fiets, ministerie van Verkeer en Waterstaat, Ruimte voor de fiets. Voorbeelden uit steden in Nederland, Denemarken, Duitsland en Zwisterland, Delft,1994 Werkgroep IKS, Notitie Ruimte voor kinderen, AVV, Rotterdam, 2005
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Met dank aan
'GEMEENTE
Klankbordgroep Dhr. S.Schepel Dhr. J. Knol
CROW
Dhr. ing. L.M.M. Lurvink
Gemeente Tiel
Dhr. drs. R. Methorst
Rijkswaterstaat, Dienst Verkeer en Scheepvaart (DVS)
Mevr. J. Zomervrucht
Veilig Verkeer Nederland
Voorzitter: mevr. drs. W.M. Slinger
KpVV
Co-readers en aanleveren extra voorbeelden: Mevr. F. Hajer
Jantje Beton
Mevr. M. Hebbenaar
VNG
Brede Werksessie Kindvriendelijke Wijken d.d. 10 januari 2008 Dhr. S.Schepel Dhr. J. Knol CROW Dhr. P. van Grieken Gemeente Amsterdam/Oud-Zuid (wethouder) Dhr. drs. Ing. N. Bosch Gemeente Amsterdam DRO Dhr. D. de Jager Gemeente Amsterdam/Westerpark (wethouder) Dhr. J.P. Torenstra Gemeente Delft (oud-wethouder) Mevr. I. Reitsma Gemeente Heerenveen Mevr. C. Bosma Gemeente Heerhugowaard Dhr. ing. H.J. Jansen Gemeente Heerhugowaard Dhr. ing. L.M.M. Lurvink Gemeente Tiel Mevr. drs. W.M. Slinger KpVV Dhr. drs. R. Methorst Rijkswaterstaat, Dienst Verkeer en Scheepvaart (DVS) Mevr. M. Labre Stad Gent Mevr. ir. G.J.N. Folgerts SOAB Adviseurs voor Woning en Leefomgeving Mevr. ir. C.L.C.M. Spapé SOAB Adviseurs voor Woning en Leefomgeving
Diepte-interview gemeente Tiel d.d. 22 december 2007 Dhr. ing. L.M.M. Lurvink Gemeente Tiel Dhr. drs. C.R.Vermeulen (wethouder) Gemeente Tiel
102
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
Fotoverantwoording
Met dank aan onderstaande mensen en organisaties voor het aanleveren van het fotomateriaal: Jantje Beton Gemeente Den Bosch/Stichting Speelstraten Gemeente Heerenveen, Irene Reitsma Gemeente Houten Gemeente Tiel, Léon Lurvink Gemeente Rotterdam Het Hoge Noorden. Bureau voor Fotografie. Monica Brocken Natuurspeeltuin De Speeldernis Rotterdam Ontwikkelingscombinatie De Verwondering (samenwerking Koopmans Projecten en Ymere Ontwikkeling) Rob Methorst (Rijkswaterstaat, Dienst Verkeer en Scheepvaart, DVS) SOAB Adviseurs voor Woning en Leefomgeving Steven Schepel
103
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
104
Inspiratieboek Kindvriendelijke Wijken
3
Parkeertaken bij gemeenten
4
Parkeertaken bij gemeenten