Wijken voor nieuwe coalities: een proeftuin voor acht wijken De voorgestelde aanpak betreft een proef die met acht wijken wordt gestart. Een verantwoording waarom specifiek met deze acht wijken wordt gestart is op zijn plaats. Op basis van de GSB stadsges prekken en op basis van informatie vanuit de accountmanagers van VROM is een groslijst van wijken naar voren gekomen die in aanmerking kunnen komen om deel te nemen aan de pilot. Vanuit de uitvoeringspraktijk van de wijken kwam naar voren dat juist hier specifieke problemen en kansen liggen die zich bij uitstek lenen voor een aanpak met deze nieuwe coalities. Problemen en kansen die liggen op het snijvlak van wonen, werken, welzijn, veiligheid, sport en onderwijs. Alle wijken kenmerken zich door een forse fysieke herstructurering van de woningvoorraad. In een volgende stap heeft een nadere afweging plaatsgevonden waarbij een aantal criteria een rol hebben gespeeld. Op de eerste plaats is gekeken naar een bestuurlijke en geografische verdeling van de wijken. Bestuurlijk omdat een deel van de wijken in de vier grote steden en een ander deel in de (zevenentwintig) middelgrote gemeenten valt. Schaalgrootte, omvang en aard van de problematiek, aanwezigheid van capaciteit en deskundigheid zijn hiervoor de bepalende variabelen. In geografisch opzicht is gezocht naar een zekere spreiding over het land, maar binnen de begrenzingen van de G4 en G27. Den Helder vormt hierop een uitzondering. Vervolgens is gekeken of de wijken qua thematiek voldoende onderscheidend zijn. Per wijk is een verschillend thema leidend, uiteraard tegen de achtergrond dat alle wijken de typische kenmerken vertonen van aandachtswijken waarbij in meer of mindere mate het totale spectrum van de benoemde thema’s aan de orde komt. Tenslotte is een belangrijk gegeven bij de keuze van de wijken of er in voldoende mate een bestuurlijk commitment aanwezig is om effectief, voortvarend en daadkrachtig deel te nemen aan de proefprojecten. De aanpak is praktisch en pragmatisch. De proefprojecten moeten per direct kunnen starten en zijn gericht op het snel kunnen behalen van resultaten. De methodiek en de snelheid van het keuzeproces om tot de proefprojecten te komen is niet uitputtend en dekkend voor heel Nederland. Om die reden bestaat de mogelijkheid om -op basis van nader te formuleren criteria voor andere dan de benoemde wijken in te stromen in het proefproject. De wijken die nu naar voren zijn gekomen staan echter symbool voor andere wijken in Nederland. De ervaringen die in de wijken wordt opgedaan zullen worden gedeeld met andere wijken. Een adequaat kennisoverdrachtprogramma maakt dan ook deel uit van de pilot. Van de acht wijken is een korte impressie weergegeven. Hierin is beknopt een beeld geschetst van de aard van de problematiek, de nieuwe coalities en een verwacht resultaat van de pilot. Verdere uitwerking is onderdeel en volgende stap van het proces.
1.
Amsterdam, Westelijke Tuinsteden: Zonder jeugd geen toekomst
Nu de uitvoering van de zeer omvangrijke fysieke Stedelijke Vernieuwing in de Westelijke Tuinsteden op gang komt is in de tussenevaluatie gebleken dat de sociale pijler veelbelovende initiatieven kent maar toch nog achterblijft; de sociale problematiek groeit, het draagvlak voor de operatie is kritisch en de gemeente heeft financiële problemen. Een groot probleem vormt de dreigende uitsluiting van jeugd (overwegend Turks en Marokkaans) vanwege het niet hebben of krijgen van onderwijs en werk. De jongerenproblematiek omvat overlast, criminaliteit, schooluitval, radicalisering, jeugdwerkloosheid. Daarnaast zijn het deels
1
ontbreken van brede scholen en de zwarte schoolproblematiek extra complicerende factoren. Het percentage schoolverlaters zonder startkwalificatie ligt boven de 20% en soms zelfs boven de 30%. De aansluiting onderwijs en werk is ronduit slecht. De jeugdwerkloosheid is gestegen en het verschil met de rest van Amsterdam is gegroeid. Inburgeringproblematiek en problematische gezinsverhoudingen zijn daarnaast sterk verslechterende factoren. In de zogenoemde “Parkstad deal“ wordt de stedelijke vernieuwing in de Westelijke Tuinsteden vooral een verantwoordelijkheid van de woningcorporaties. De gemeente trekt zich om financiële redenen deels terug en gaat zich vooral richten op ontwikkelen, uitvoeren en financieren van het sociale programma. In het proefproject zullen de volgende nieuwe coalities vorm moeten krijgen: • Jeugdproblematiek: samenwerking scholen, welzijn, politie, justitie, corporaties. • Onderwijs in relatie tot arbeidsmarkt: voortgezet onderwijs, bedrijfsleven, welzijn. Als resultaat van de pilot wordt verwacht de uitsluiting van deelname aan het maatschappelijk proces en de oplopende jeugdwerkloosheid te voorkomen, dan wel terug te dringen door aansluiting en samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven sterk te verbeteren.
2.
Rotterdam, Op Zuid: breed pact en uitvoeringsgerichte regelgeving
Ondanks de inspanningen op sociaal, economisch en fysiek terrein blijft Rotterdam Zuid zorgelijk achter bij de rest van Rotterdam. Het nieuwe college en de corporaties zetten nu in op een ambitieus programma dat in 10 jaar tijd de achterstand van Rotterdam Zuid ten opzichte van Noord moet wegwerken: “Het Pact van Zuid”. De problemen zijn groot en divers. De inwoners blijven ontevreden over hun woonomgeving. Oud Zuid kent minder dan Rotterdam als geheel, een sterke middenklasse en kampt als geheel met een sterk imagoprobleem. In Oud Zuid loopt de fysieke wijkvernieuwing achter. De versnipperde particuliere huurwoningenvoorraad (aankoop) en de aanwezigheid van het fenomeen ‘huisjesmelker’ vormen een ernstige bedreiging voor de stedelijke vernieuwing. Daarnaast zijn de sociaal economische achterstand en andersoortige problemen onder de bewoners groot. Veel jeugdcriminaliteit, veel opvoedingsproblemen en veel schooluitval. In de Zuidelijke Tuinsteden is de bevolkingssamenstelling in korte tijd radicaal veranderd. Er wordt weliswaar al tien jaar gewerkt aan de fysieke herstructurering maar van een integrale aanpak is pas recent sprake. In het proefproject zullen de volgende nieuwe coalities vorm moeten krijgen: • Scholing en werk: Opvoeding en brede VMBO, partnerships met schoolbesturen en ondernemers • Particuliere woningvoorraad: corporaties en private partijen, gemeente Als resultaat van de pilot wordt ingezet op een nieuwe aanpak van de verouderde particuliere huurwoningvoorraad: enerzijds door een snellere aankoop van woningen mogelijk te maken en anderzijds door het ontwikkelen en toepassen van uitvoeringsgerichte regelgeving om het probleem ‘huisjesmelker’ effectief te kunnen aanpakken. Daarnaast beoogt het Pact op Zuid een nieuw sociaal, cultureel en economisch elan te creëren door investeringen in mensen, middelen en mogelijkheden. De trekkers van het Pact zien het rijk als onmisbare partner om de problematiek op te pakken; samen concentreren en focussen op problemen, kansen en convenanten rond gebieden en resultaten afsluiten.
2
3.
Den Haag, Zuid – West: afbrokkelende sociale verbanden
Eind 2004 is het actieplan “Sociale aanpak Den Haag Zuidwest” vastgesteld, met twintig acties op het gebied van welzijn, zorg, onderwijs, cultuur, veiligheid en economie. Daarnaast zijn nog projecten opgenomen op het gebied van veiligheid (rondom scholen), participatie en integratie. De plannen - waarvan er enkele zijn gerealiseerd – bieden een eerste aanzet voor een brede aanpak. Dit betekent dat er in Den Haag Zuidwest wordt ingezet op zowel een fysieke als een sociale aanpak. Het actieplan is vastgesteld omdat er forse opgaven liggen in Den Haag Zuidwest: afbrokkelende sociale verbanden en het ontbreken van sociale oplossingen. De groep oorspronkelijke bewoners wordt steeds kleiner: wie het beter krijgt gaat weg, de ouderen blijven. Er is een instroom van kansarme groepen. De nieuwe bewoners zijn veelal allochtoon en hebben nog relatief weinig sociale verbanden ontwikkeld (inmiddels is 40% allochtoon en 25% ouder dan 65 jaar). Veel voorkomende problemen zijn onveiligheid, criminaliteit, werkloosheid en leefbaarheid. Meer samenwerking en synergie is noodzakelijk met bewoners, onderwijs en het uitvoerend welzijnswerk. Regie is noodzakelijk en een aanpak die dwars door de verschillende kolommen van de overheden heen werkt. In het proefproject zullen de volgende nieuwe coalities vorm moeten krijgen: • Sociale kwaliteit: bewoners, onderwijs en uitvoerende welzijnsorganisaties • Sociale stabiliteit: brede buurtschool, voortgezet onderwijs, welzijn en sport, corporaties Het beoogde resultaat is dat de sociale kwaliteit van de wijk wordt versterkt ook tijdens de transformatie. Dat betekent zowel een insteek op oude als nieuwe bewoners en een sterke aansluiting bij initiatieven van bewoners. Veiligheid en leefbaarheid worden vergroot gedurende en natuurlijk ook na de transformatie.
4.
Utrecht, Overvecht: sociale en economische impulsen
De fysieke wijkvernieuwing in Overvecht is lang uitgebleven. De sectoren hebben hun plannen klaar en het besef leeft dat de problemen alleen in samenhang kunnen worden opgelost. De gemeente en betrokken investeerders willen proberen hiervoor de krachten te mobiliseren. Op alle indicatoren scoort Overvecht relatief slecht en in neergaande lijn. Lage sociale samenhang, concentratie huishoudens met maatschappelijke en /of persoonlijke problemen, overlast van jongeren, op plekken hoge criminaliteit, en een lage waardering van de woon- en woonomgeving, lage inkomens, scherpe daling van het opleidingsniveau, hoogste percentage (langdurig) werkzoekenden en mensen met een uitkering. Daarnaast is in de afgelopen tien jaar de bevolkingssamenstelling van Overvecht zeer snel veranderd: 40% is nu jonger dan dertig jaar, 75% van de jeugd is niet westers allochtoon en 75% van de ouderen is autochtoon. Het besef van een sociale en fysiek urgentie is onder de bewoners aanwezig. De wijk kent veel voorzieningen: sport, scholen, welzijnsvoorzieningen en zorgvoorzieningen. In het proefproject zullen de volgende nieuwe coalities vorm moeten krijgen: • Jeugd en arbeidsmarkt: beroepsonderwijs, bedrijfsleven (MKB) en zorginstellingen • Beheer en gebruik gebouwde voorzieningen: corporaties, scholen, zorg, winkels en bedrijven • Versterking samenwerking lokale organisaties wonen, onderwijs, welzijn en zorg.
3
Het beoogde resultaat is kansen te creëren en te benutten door jongeren centraal te zetten in de ontwikkeling van de wijk. Er is de nodige ruimte voor beweging op het onderwijsvlak, veel lagere scholen zijn economisch afgeschreven zijn toe aan fysieke vernieuwing. Voor de aansluiting tussen beroepsonderwijs en de arbeidsmarkt vormt het grote aantal bedrijven en de aanwezigheid van het grote winkel-centrum een bijzondere en nog onbenutte waarde voor de wijk.
5.
Zaandam, Zaandam Zuidoost: Eerstelijns gezondheidszorg en integrale jeugdzorg
Zaandam Zuidoost bestaat uit zeer van elkaar verschillende buurten die ieder een eigen herkenbare identiteit hebben. De komende 15 jaar vindt in Zaandam Zuidoost een ingrijpend herstructureringsproces plaats, met name in de ‘deelwijk’ Poelenburg. De grootste zorg is dat forse inspanningen in de sociale pijler vastlopen op strijdige regelgeving. De aandacht en focus is gericht op verbetering van de sociale aspecten, maar de realisering hiervan is moeilijk vanwege de niet op elkaar aansluitende beleidsterreinen, organisaties en financieringsstructuren. Een voorbeeld hiervan is dat de eerstelijns gezondheidszorg in de wijk op voldoende niveau blijft. De gebiedsindeling van VWS is een andere dan die van VROM. Hierbij wordt bij de inrichting van de eerstelijnszorg door VWS een rijkere “rafelrand” (dat wil zeggen hogere inkomens) meegerekend in de gebiedsindeling. Tariefstelling en dienstverlening en diensten lopen daardoor niet meer in de pas met het inkomensniveau in de “echte “aandachtwijk. Met alle consequenties van dien. Maar ook in de aanpak van de jeugdzorgproblematiek is een meer integrale aanpak noodzakelijk om écht goede resultaten te halen. Afstemming tussen de verschillende zorginstanties (en achterliggende departementen) moet het langs elkaar heen of zelfs tegen elkaar in werken van de diverse betrokken organisaties voorkomen. Daarnaast vertoont de wijk alle karakteristieken van een aandachtswijk. Het percentage allochtonen is aanzienlijk hoger dan in de rest van Zaanstad en vergt veel aanpassingsvermogen van de bewoners met 40 verschillende nationaliteiten. De kwaliteit van de leefomgeving moet beter. Er is sprake van verloedering. Het percentage huishoudens met een uitkering is hoger dan gemiddeld. De positie van kinderen en jongeren in de wijk is zeer ongunstig. Er is achterstand in het onderwijs, de startkwalificaties zijn lager en de schooluitval is hoger. In het proefproject zullen de volgende nieuwe coalities vorm moeten krijgen: • Afstemming bestuurlijke gebiedsindelingen: eerstelijns gezondheidszorg, jeugdzorg en maatschappelijk werk en corporatie, VWS • Integratie: Sultan Amahd Moskee, welzijn en corporatie • Jeugdproblematiek: Zorg, onderwijs, welzijn, politie, corporaties en sportverenigingen. Het beoogde resultaat is een goede eerstelijns gezondheidszorg voor de wijk te behouden en daarbij voor de wijk passende tariefstelling en dienstverlening te realiseren. Daarnaast zal - in samenwerking met de betrokken partijen- de aanpak van de jeugdzorgproblematiek integraal aangepakt worden. Resulterend in twee pilotcentra voor jeugd en gezin.
4
6.
Den Helder, Stadshart: Versterken bestuurskracht
Najaar 2005 heeft de gemeenteraad ingestemd met de structuurvisie “Stadshart Den Helder 2020“. De structuurvisie omvat ingrijpende vernieuwingsplannen voor het Stadshart om de negatieve spiraal in Den Helder te doorbreken. Centraal staan: een forse herstructureringsopgave, een grotere aantrekkingskracht van het winkelgebied realiseren,het terugdringen van de overlast in de horeca, een opwaardering van voorzieningen, de openbare ruimte en infrastructuur en tenslotte de ontwikkeling en uitvoering van sociale programma’s. Op verzoek van de provincie Noord Holland is er een plan van aanpak opgesteld om te komen tot versterking van de bestuurskracht. Het plan van aanpak is nu in uitvoering. Support vanuit de betrokken ministeries verhoogt de succesfactor. In Den Helder komen heel veel problemen samen. Den Helder draagt de geschiedenis mee van problemen in het gemeentebestuur, wat zijn neerslag heeft naar de bevolking. Zorgwekkend zijn een krimpende bevolkingsomvang in de regio, eenzijdige werkgelegenheid, eenzijdig woningaanbod, laag opgeleide bevolking. Den Helder heeft een beperkt aantal onderwijsinstellingen en er zijn problemen met Antilliaanse jongeren. Behalve de marine heeft de werkgelegenheid in Den Helder weinig aantrekkingskracht op hoger opgeleiden. Mocht hier de werkgelegenheid afn emen, dan bestaat een risico dat hoogopgeleiden Den Helder zullen verlaten. Daarnaast is er specifieke problematiek in het Stadshart: het winkelbestand staat onder druk en een concentratie van horecavoorzieningen draagt bij aan onveiligheid en overlast. In het proefproject zullen de volgende nieuwe coalities vorm moeten krijgen: • Bestuurlijke vernieuwing en vergroten bestuurskracht: gemeente, provincie, ministeries van BVK, (mogelijk) Defensie en VROM • Revitalisering Stadshart: maatschappelijk middenveld, corporaties, onderwijs, welzijn, winkeliersvereniging Het resultaat van de pilot ligt in een versterking van de bestuurskracht door extra aandacht en support van provincie en betrokken departementen om daarmee de meervoudige problematiek effectiever aan te kunnen pakken. Daarnaast is een beoogd resultaat een sterke verbetering van de leefbaarheid en het oplossen van de problemen met de Antilianen.
7.
Heerlen, Meezenbroek, Schaesbergerveld, Palemig: Grootstedelijke problematiek
Er zijn vorig jaar analyses en plannen gemaakt met een sociale insteek. Er is in samenspraak met betrokken bewoners gekozen voor zeven prioriteiten waar men zich de komende jaren op gaat richten. De gemeente wordt geconfronteerd met een omvangrijke problematiek. Daarnaast vraagt de krimpende bevolking andere oplossingen dan een simpele bouwopgave. In MSP doen zich een aantal hardnekkige problemen voor, zoals overlast van drugsgebruik, rondhangende jongeren, verloederde openbare ruimte en onveiligheidsgevoelens. Het voorzieningenniveau is niet optimaal afgestemd op het gebied van onderwijs, recreatie en cultuur. Een duidelijk centrum ontbreekt in de buurt. Daarnaast zijn er nauwelijks ontmoetingsplekken voor de inwoners. De drie subbuurten worden van oudsher gekenmerkt door een relatief eenzijdige sociaal-economische samenstelling van de bevolking en woningvoorraad. Meer dan de helft bevindt zich in de sociale huursector. De sociale infrastructuur glijdt af, het samenleven in de buurt is niet meer vanzelfsprekend. Bij veel departementen in Den Haag ontbreekt tot nog toe focus op Heerlen, maar dat kan nu veranderen, want het nieuwe college heeft ambities en Heerlen heeft inmiddels provinciale aandacht.
5
In het proefproject zullen de volgende nieuwe coalities vorm moeten krijgen: • Samenwerking bouwopgave: gemeenten, corporaties, het regiobestuur, provincie, VROM • Aandacht voor specifieke problemen en gekozen prioriteiten: corporaties, schoolbesturen, zorgcentra; zonodig met ondersteuning VROM, VWS en OCW • Inspelen op krimpende bevolking per beleidsterrein: afzonderlijke diensten en organisaties op lokaal niveau en betrokken departementen. Het resultaat van de pilot ligt in het tot stand brengen van een werkzame coalitie die effectieve oplossingen kan aandragen voor de bouwopgave en het in stand houden van voorzieningen in een context van een krimpscenario van de bevolkingsomvang.
8.
Hengelo, Berflo Es: Sport als katalysator
De wijk kan op alle fronten (sociaal, economisch, fysiek) impulsen gebruiken. Er is tot nu toe beperkt ingezet op fysieke herstructurering, de ambities zijn in eerste instantie gericht op de sociale component. FC Twente heeft in 2005 de rol van aanjager op zich genomen om samen met de gemeente en enkele maatschappelijke organisaties waaronder de corporaties het leefklimaat te verbeteren. Van de voorzitter van de Raad van Bestuur, via de voetballers tot het technisch personeel neemt men verantwoordelijkheid voor de “leefsituatie in brede zin” in de wijk door het leggen van connecties op een heel praktisch niveau. De wijk Berflo Es is een gevarieerde wijk met de karakteristieke problemen van een aandachtswijk. Bewoners willen verbetering op punten leefbaarheid (kwaliteit openbare voorzieningen o.a. voor jeugd) en veiligheid (overlast hangjongeren). Men wijst verder op afnemende sociale contacten en geringe participatie van allochtonen en jongeren. Er zijn grote verschillen per buurt, maar over het algemeen mensen met lagere inkomens. Er zijn relatief veel verhuisbewegingen, koopkrachtige wijkbewoners vertrekken. In het proefproject zullen de volgende nieuwe coalities vorm moeten krijgen: • Verankeren van dwarsverbanden tussen projecten en partners in de wijk: uitbouwen van relatie sport – corporaties & verdere koppeling spor t met onderwijs en welzijn in de wijk. • Verspreiding van deze aanpak naar andere steden als mooi voorbeeld van een vitale coalitie via sport in een wijk. Sport als katalysator leidt tot concrete resultaten zoals werkervaringsplaatsen, in samenwerking met GGD en NIGZ bevorderen van gezonde leefstijlcampagnes. Een tweede resultaat van de pilot ligt in het bouwen aan en verankeren van dwarsverbanden tussen de projecten, samen met andere partners (scholen, welzijn) in de wijk.
6