Kinderrechtentop 20 november 2014
Ronde Tafel Discussie
Pleegzorg
Organisatoren: Defence for Children en Stichting Kinderpostzegels Nederland.
Moderator: Carrie van der Kroon (Defence for Children)
Inleiding
Op 20 november 2014 vierde het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind haar 25ste verjaardag. Ter ere daarvan staat Leiden de gehele week in het teken van kinderrechten. Op 20 november vond de Kinderrechtentop plaats. Honderd jongeren en tweehonderd professionals kwamen die dag samen om te praten over kinderrechten in Nederland. Zij gingen niet weg voor zij een commitment hebben uitgesproken; iets wat zij gaan doén om kinderrechten te bevorderen. Defence for Children en Stichting Kinderpostzegels Nederland organiseerden op deze dag een ronde tafel over pleegzorg. De focus lag op de weg naar zelfstandigheid en nazorg. Kinderen en jongeren die zelfstandig worden na een jeugdzorgtraject, ervaren vaak moeilijkheden. Zij ervaren een bureaucratisch oerwoud aan instanties (uitkomst JongWijsdag 21 april 2014) en een gemis aan een persoon en netwerk om op terug te vallen. Zij vallen in een gat wanneer zij op eigen benen moeten staan; een toekomstplan wordt (vaak) niet gemaakt. Het beeld is dat dit bij pleegzorgjongeren minder het geval is, omdat zij, in tegenstelling tot jongeren die in een instelling hebben gewoond, het pleeggezin hebben waarop zij terug kunnen vallen. JongWijs signaleert echter ook problemen bij het zelfstandig worden na een pleegzorgtraject. De stem van deze jongeren wordt niet vaak gehoord en het is om die reden tot op heden onduidelijk tegen welke precieze problemen zij aan lopen en hoe zij deze opgelost zouden willen zien. Defence for Children en Kinderpostzegels nodigden jongeren en professionals uit om te vertellen tegen welke problemen zij aanlopen, wat zij belangrijk vinden, na te denken over mogelijke acties én om een commitment aan te gaan. Doelstellingen van de ronde tafel • Deelnemers formuleren de obstakels die jongeren en volwassenen ervaren bij het zelfstandig worden van een jongere na een pleegzorgtraject; • Deelnemers formuleren hun wensen en het ideaal ten aanzien van de begeleiding tijdens de transitie naar zelfstandigheid én daarna (in de vorm van nazorg); • Deelnemers inventariseren de route en benodigdheden om tot dit ideaalbeeld naar zelfstandigheid en nazorg in de pleegzorg te komen; en • Deelnemers formuleren een actie voor zichzelf en/of hun organisatie om bij te dragen aan het ideaalbeeld van zelfstandig worden en nazorg na een pleegzorgtraject.
Verslag ronde tafel 1. Verwachtingen
Vraag: Met wat voor gevoel wil je hier vandaag weg gaan? Wanneer ben je tevreden? • Als er concrete afspraken over de route naar verbetering zijn gemaakt • Als wij later kinderen hebben, hebben meegeholpen aan de verbetering van de rechten van kinderen (jongeren) • Als wij als professionals weten wat goede nazorg is, dit hebben gevraagd aan jongeren en jongeren betrokken zijn (professionals) • Als wij (professionals) hebben gevraagd: wát is beter, hoe moet dat?
• Als ik ideeën heb voor mijn werk als Kamerlid (input voor betere wet- en regelgeving) • Als er geen jongeren meer “verdwijnen” maar gezien worden. 2. Probleeminventarisatie Vraag: wat zie jij als de grootste uitdaging/obstakel/probleem als het gaat om zelfstandig worden en de nazorg bij pleegzorg, op dit moment? De zorgen komen voort uit een gezamenlijk gesprek en werden door deelnemers onderling onderschreven. Jongeren benoemden zelfstandig enkele specifieke zorgen: • Op je achttiende moet je meteen uit huis. Er is geen terugvaloptie. • De financiële ondersteuning van pleegouders stopt bij achttien jaar • Hoe moet ik een woning vinden? Jongeren die op hun achttiende zelfstandig worden, moeten zich inschrijven bij een woningbouwvereniging. Zij krijgen geen voorrang en maken soms pas na drie (!) jaar kans op een woning, terwijl zij niet altijd een vangnet hebben en niet meer bij hun pleegouders kunnen wonen. Tegelijkertijd zijn zij ook niet altijd geschikt om begeleid te wonen, omdat zij zelfstandiger en zelfredzamer zijn dan de doelgroep in zulke voorzieningen. (jongeren) • Hoe moet ik financieel mijn zaken regelen? • De angst wordt soms vergeten door volwassenen: jongeren moeten steeds weer wennen aan nieuwe mensen • Waar kan ik naar toe met vragen? • We ervaren gevoelens van alleenheid • “De begeleiding en voortzetting van de zorg mist”. Verlenging van pleegzorg tot 23 jaar is mogelijk, maar deze mogelijkheid is vaak niet bekend en wordt ook niet vaak toegepast. Er bestond ook onduidelijkheid over; sommige deelnemers dachten aanvankelijk dat dit tot 21 jaar was. (jongeren, volwassenen) • Vrijheden: hoe moet dat straks? Als ik moet koken, op tijd naar bed moet gaan? Hoe gaat dat straks als ik op mezelf ben? Hoe moet ik daar mee om gaan? • Pleegouders vergeten kleine dingen: wat zijn de afspraken over snoep, telefoon? In het gezin is er een bepaalde regelmaat die de jongeren gewend zijn. Wie helpt hen daarbij na hun 18de en kunnen ze dat wel aan? (jongeren) • Er zijn veel personen en instanties. De jongere zelf wordt vergeten. Er vindt geen terugkoppeling plaats. Er is veel onduidelijkheid over de weg naar zelfstandigheid. Betrokkenheid en participatie mist hierbij. • Navigeren van instanties: steeds weer moet een jongere het verhaal vertellen. (En harde knip: van jeugdhulp naar volwassenen hulp: nieuw dossier moet aangelegd worden en alles moet opnieuw). • Ook is er te weinig samenwerking en communicatie onderling, tussen bijvoorbeeld Pleegzorg, Jeugdzorg en andere instanties. Een jongere gaf aan dat er in haar gezin ieder lid een andere begeleider heeft, die onderling geen contact hebben en geen weet hebben van elkaar wat er gaande is.
• Een speciale zorg is: wat gebeurt er na 1 januari 2015? Op dit moment is het al moeilijk om uit te vinden waar je moet zijn voor de juiste informatie en hulp. Maar niemand weet nog precies waar en hoe dat volgend jaar geregeld is! (jongeren, volwassenen) • Procedures / regels komen te vaak van bovenaf en er is te weinig inbreng van jongeren zelf (pleegzorgprofessional) • Er is geen of geen gepaste hulp en begeleiding voor de ouders en de jongeren. • Er is geen voortdurende zorg, richting zelfstandigheid. Regelgeving ontbreekt. • In veel gevallen is er sprake van een harde leeftijdsknip. Achttien is de deadline, het stopt abrupt. Pleegouder zou je niet voor even moeten zijn, maar voor zo lang als het nodig is. • Soms zijn biologische ouders te veel betrokken, terwijl de jongere al jarenlang niet meer bij hen woont en het contact beperkt is. Eigen wensen van de jongere worden te weinig betrokken. • Als pleegkinderen 18 jaar worden is het vaak nodig om gegevens te hebben van biologische ouders en moeten zij toestemming geven om iets te regelen. Bijvoorbeeld bij het aanvragen van een studiebeurs is het nodig om inkomensgegevens van ouders te hebben en moeten zij soms ook bijdragen in de financiering. Dit is lastig en vaak niet haalbaar. • Werk/opleiding: de jongeren die hier zitten vandaag hebben een dagbesteding. Sommige pleegjongeren hebben dat echter niet. Hun stem is niet gehoord vandaag. Voor sommige pleegjongeren mist de aansluiting, de structuur en is het voor hen moeilijk aanpassen aan de zelfstandigheid. Ook weten zij niet altijd hoe zij hun financiën moeten organiseren. Ook werd opgemerkt dat jongeren in de pleegzorg een verhoogd risico hebben om daarna dakloos te raken en hebben zij vaker problemen bij onderwijs en werk. Dingen zijn soms lastig uit te leggen aan een werkgever en in een CV. Hulp bij solliciteren ontbreekt. • Er is een groep jongeren die op hun achttiende zegt: “Ik doe het zelf!” (mede door frustratie met de hulpverlening) en dus geen gebruik wil maken van de mogelijkheid om pleegzorg te verlengen. Vervolgens blijkt dat ze het toch niet helemaal alleen kunnen. Op het moment dat zij eerder de weg hebben afgesneden kunnen zij niet meer terug. Het lijkt of er dan nergens meer een deur open is voor hen. • Het is lastig uitleggen aan een kind als het nooit zelfstandig kan worden. Sommige jongeren hebben een zodanige beperking, dat zij niet zomaar zelfstandig zullen kunnen gaan wonen. De conclusies die deelnemers trekken, is: er is te weinig voorbereiding op zelfstandigheid. Jongeren moeten beter worden voorbereid. Daarnaast is nazorg maatwerk. Het verschilt per jongere wat nodig is aan nazorg. Er zijn zowel uitdagingen voordat een jongere zelfstandig wordt als nadat zij dat zijn geworden. Er is geen voortdurende zorg. Oplossingsrichtingen die genoemd zijn: • Laat de harde leeftijdsknip los, werk richting voortdurende zorg en nazorg op maat; • Kunnen we gaan onderzoeken of het wenselijk en mogelijk is om met nieuwe wettelijke mogelijkheden te komen waarbij pleegouders zich committeren aan pleegkinderen voor zo lang als dit nodig en gewenst is. Mogelijk zelfs richting een vorm adoptie? Hierbij moet wel worden gekeken naar het individu, want sommige jongeren hebben hier geen behoefte aan. (Kartica van der Zon, Universiteit Leiden).
3. Ideaal; Visie voor 20 november 2016 Vraag: Hoe ziet de weg naar de zelfstandigheid en de nazorg na een pleegzorgtraject er uit in 2016/2018? • Wat is er allemaal? Hoe ziet het er uit, ideaal gezien? • Wie is er bij? • Wie doet wat? • Hoe werken we samen? In groepjes is hier over nagedacht. Op flaps is dit vastgelegd. Groep 1 • De begeleiding is beter; het is duidelijk wat gaat er gebeuren na je achttiende. Begeleiding vanaf je 17de • Luisteren naar het pleegkind zelf, betrekken bij beslissingen: doe er wat mee! • Commitment van pleegouders voortzetten zolang mogelijk is, in overleg met jongeren • Beeldvorming rondom pleegouderschap is verbeterd • Pleegouders hebben een realistisch beeld van pleegouderschap (niet geromantiseerd) • Professionals zijn in staat om te luisteren naar pleegkinderen en betrekken hen op tijd naar de weg naar zelfstandigheid. Zij nemen a. de tijd en b. informeren hen volledig • Jongeren weten waar ze benodigde hulp kunnen krijgen. Er is duidelijkheid over financiële zaken, huisvesting en sociaal netwerk • Er is een site met alle informatie en een chat
Groep 2 • De doelen die zijn besproken, zijn voor een deel gehaald • Een kind moet meteen op de juiste plaats zijn: de matching tussen kind en gezin is beter, waardoor kinderen en jongeren minder verplaatsen en ze beter kunnen terugvallen op een netwerk. • Zorg moet kunnen doorlopen tot 23 jaar, voor iedereen, als dat nodig is • De kleine dingen moeten niet vergeten worden • Niet al het geld of informatie kan altijd bij de biologische ouders vandaan komen • Er is duidelijkheid over waar mijn dossier heen gaat als ik achttien ben, en waar dit geweest is • Er is één centraal aanspreekpunt na je achttiende • Per familie is er één organisatie en de kinderen staan niet verspreid onder één organisatie • Er is een overdracht in plaats van dat jongeren van jeugdhulpverlening alles opnieuw moeten vertellen bij volwassenhulpverlening
Groep 3 • Er is een terugvalbasis voor ieder kind • Er is ‘echte’ zorg voor een kind • Jongeren krijgen liefde, worden geknuffeld, kunnen zich hechten • Er is meer contact met (pleeg)jongeren. Er wordt gekeken naar het kind en hoe het echt gaat • De kinderbijslag gaat naar pleegouders • Pleegouders worden meer geïnformeerd over wat er gebeurt na je achttiende • Per situatie wordt gekeken of er wel of geen inspraak is van de ouders • Er wordt gekeken naar de eigen kinderen in pleeggezinnen. Zij kunnen ook een belangrijke rol vervullen als het gaat om ondersteuning van jongeren bij hun zelfstandigheid. Groep 4 Wat is er: • Op je 16,5de maak je kennis met een persoonlijke coach die op je 17de de begeleiding start, zodat je op je 19de vertrouwen hebt in zelfstandig wonen en de toekomst. Domeinen die worden behandeld: 1. Financiën 2. Huishouden 3. Woning 4. Sociaal netwerk 5. Opleidingsmogelijkheden 6. Organiseren van de zorg Wie is er bij en wie doet wat: • Vrienden: bieden een luisterend oor, ontspanning, betrokkenheid • Familie/pleegfamilie/kennissen: om op terug te vallen, gezelligheid, advies, steun en betrokkenheid • Vaste begeleider: advies, regelzaken, praktische hulp, vertrouwenspersoon, betrokkenheid • Collega’s: gezelligheid, werken • Medestudenten / docenten: gezelligheid, studieadvies Hoe werken wij samen: • Korte lijntjes • Eén gezamenlijk doel per periode over wat het kind/de jongere wil • Gezamenlijke evaluatie
• Advies van het kind • Toegang tot leidinggevende wanneer gesprekken niet werken en er niets veranderd wordt in de praktijk Gezamenlijke visie Plenair is nog iets langer doorgepraat n.a.v. de verschillende flaps. Er is consensus over de volgende kernelementen van het ideaalbeeld: • Alle kinderen zijn op de juiste plaats, in 2016; • Zij hebben een terugvalbasis en zorg wordt zo lang als nodig voortgezet; • Er is één organisatie per gezin; • Er is een persoonlijk coachingstraject, vanaf 16,5 of 17 jaar. Vanaf 17 jaar start het traject en op 19de is de jongere idealiter zelfstandig; • In het traject wordt gewerkt aan één doel per periode: opleiding, zorg, sociaal netwerk, wonen, huishouden, financiën, overdracht dossier; • Daarbij wordt er met zijn allen om tafel gegaan, om te kijken wat mogelijk is (a la eigen kracht of andere methodiek); • Er is één aanspreekpunt; • Er is een website waar alle informatie staat. Er is gekeken naar de Kwikstart App en of die aangepast ook voor deze groep jongeren nodig zou zijn; • De kalenderleeftijd wordt losgelaten en er wordt individueel gekeken wat nodig is. Jongeren krijgen een rugzak mee met zorg, verzekering, etc.; • Belang van het kind staat centraal; • Er wordt gekeken naar het verleden van de ouders; dat kan al het e.e.a. verklaren; • Het netwerk wordt in kaart gebracht van het kind en de ouders en er wordt verder gekeken dan de biologische familie; en • Jongeren mogen zeggen wat ze willen. Vraag: Wat zijn de resultaten daarvan? (Jongeren zijn/doen/kunnen …. / (Pleeg-) ouders zijn/doen/ kunnen… / Professionals zijn/doen/kunnen…) Resultaten Jongeren: •
Zijn beter voorbereid
•
Zijn emotioneel stabiel
•
Horen er bij, gelijk aan eigen kinderen
•
Soms krijgen zij extra ondersteuning, situatie gebonden
•
Wonen langer thuis, bij de pleegouders
•
Geloven in hun eigen toekomst
•
Zijn gelukkig
•
Weten waar ze terecht kunnen met vragen
•
Hebben een sociaal netwerk
•
Wordt naar geluisterd
Pleegouders: •
Zijn gerustgesteld
•
Zijn er, ook nadat pleegkinderen 18 zijn, ook als het maar een beetje nodig is
•
Zijn betrokken
•
Kunnen advies geven
•
Kunnen zonder zorgen leven
Biologische ouders: •
Zijn betrokken
•
Kunnen advies geven
•
Kunnen zonder zorgen leven
Professionals: •
Kunnen hun werk beter uitvoeren
Allen: •
Zien het als vanzelfsprekendheid dat er iemand is
4. Hoe komen we tot dat ideaal? Vragen: Wat zijn de stappen die we moeten zetten? Wie hebben we daarvoor allemaal nodig? Wie doet wat? • De screeningsprocedure voor pleegouders moet worden aangepast: bij aanvang moet worden besproken dat de zorg tot langer dan achttien jaar kan lopen; • Een Eigen Kracht Conferentie of andere methodiek waarbij met iedereen om tafel wordt gegaan, moet standaard ingebouwd worden vóór een jongere achttien wordt, zodat op dat moment de belangrijke figuren uit het netwerk van de jongeren in kaart worden gebracht; • Standaard wordt in het traject ingebouwd dat de pleegzorgmedewerker gaat praten met pleegouders, ouders en jongere om de mogelijkheden te bespreken voor als de jongere achttien wordt. Medewerkers worden hierop gewezen; • Pleegouders worden voorbereid op (langdurig) commitment; • De informatie die jongeren kan helpen moet gedefinieerd en verzameld worden en een website gerealiseerd; • Het kind geeft aan wat hij/zij wil leren en waar dit kan;
• Er is geen leeftijdsknip meer; • Er wordt een checklist gemaakt voor het toewerken naar zelfstandigheid: 1 jaar voor zelfstandigheid / 6 maanden / 3 maanden / 1 maand. Er worden gesprekken gevoerd op basis van de checklist; en • Jongeren maken aan gemeenten duidelijk wat nodig is voor een goede overgang naar zelfstandigheid. Er is een systeem per gemeente. 5. Hoe nu verder? Commitment en acties Vraag: Wat ga ik na vandaag doen om dichterbij de visie te komen (actie)? Waar committeer ik mij of mijn organisatie aan? Waar mogen wij u op aanspreken op 20 november 2016? A. Initiatieven Methodiekhandleiding Pleegzorgbegeleiding Het NJI is in opdracht van Kinderpostzegels een kennisnetwerk aan het ontwikkelen waar alle relevante info over pleegzorg voor professionals (en pleegouders) te vinden is. PI-research ontwikkelt in opdracht van Kinderpostzegels in 2015-2016 een methodiek voor pleegzorgbegeleiding. Jongeren zullen hier ook aan meewerken. De jongeren aanwezig op de Top hebben aangegeven interesse te hebben om mee te denken. Instrument Kinderpostzegels Kinderpostzegels ontwikkelt samen met Universiteit Groningen een instrument waarmee jongeren in pleeggezinnen en gezinshuizen hun stem hoorbaar kunnen maken aan gemeenten. DCI wil input leveren op de inhoud op het gebied van kinderrechten. Universiteit Groningen (Hans Grietens) committeert zich graag aan de inhoud. Ook het NJI denkt graag mee, net als Marja Cozijn (OCK het Spalier). Website NVP en Kinderpostzegels willen zich inspannen om een website te realiseren. De aanwezige jongeren en JongWijs willen hierover meedenken en de inhoud meebepalen. DCI wil hierbij input leveren op het gebied van kinderrechten. Op deze website dient ook ruimte te zijn voor organisaties om informatie uit te wisselen. Coachingstraject Zie ook hieronder. De NVP wil dit bij gemeenten onder de aandacht brengen in bijeenkomsten die gaan over de kwaliteit van de pleegzorg. Het NJI wil kijken of een dergelijk traject haalbaar is en effectief zou zijn. Project JongWijs en Defence for Children willen een project starten op het gebied van nazorg na pleegzorg, om te zien of deze / enkele oplossingsrichtingen getoetst en gerealiseerd kunnen worden in nauwe samenwerking met zoveel mogelijk pleegjongeren.
B. Specifieke commitments per actor Jongeren & volwassenen – participatie en lobby De aanwezige jongeren committeren zich in zijn algemeenheid aan het meepraten en delen van hun mening op dit gebied. Zij blijven het onder de aandacht brengen. Ook professionals geven aan dat zij in gesprek blijven gaan met jongeren en het onderwerp blijvend onder de aandacht willen brengen, ook bij gemeenten. Stichting Alexander committeert zich ook expliciet aan het laten horen van de stem van jongeren over pleegzorg en het betrekken van hen bij het beleid. Defence for Children (DCI) - Jongerenteams Defence for Children is bezig met het samenstellen van jongerenteams en wil dat ook doen op het gebied van pleegzorg. Hierbij zal, op aanbeveling van JongWijs, worden gekeken naar mogelijke vergoedingen en tegenprestaties. De jongeren die vandaag aanwezig zijn, zullen de kans krijgen zich aan te melden voor het jongerenteam. In zijn algemeenheid zal de mening van jongeren worden gehoord om te horen wat zij nodig hebben. Dit wordt gecommuniceerd naar de regering en Kamerleden. DCI zal lobbyen voor het opstellen van goede regels omtrent nazorg. Daarnaast zal DCI gemeenteambtenaren informeren hoe ze de rechten van jongeren op kunnen nemen in beleid.
Wat!-Krant - Verspreiding informatie
De Wat! Krant zal over vandaag schrijven. Partij van de Arbeid (PvdA) De PvdA blijft in gesprek gaan en loopt graag mee met de praktijk. Loes Ypma wil leden van de Wat! - Krant (en andere jongeren) helpen om in gesprek te komen met personen die anders moeilijk bereikbaar zijn. Kinderpostzegels Geeft aan dat het mogelijk blijft om voorstellen in te dienen op het gebied van nazorg/weg naar zelfstandigheid. Ontwikkelt de tool voor in gemeenten. Wil ook bijdragen aan de totstandkoming van een website. Zie hierboven. Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen (NVP) Wil het idee van het coachingstraject noemen bij Gemeenten, in bijeenkomsten. Daarbij zal niet de kalenderleeftijd maar de levensfase getracht worden als uitgangspunten te nemen in lokale beleidsplannen. Het Nederlands Jeugdinstituut (NJI) Wil kijken naar de haalbaarheid en effectiviteit van een coachingstraject naar zelfstandigheid. Ontwikkelt de methodiekhandleiding en het netwerk, zie hierboven. Universiteit Groningen Ontwikkeling van tool voor gemeenten, samen met Kinderpostzegels. Blijvend onderzoek naar hoe het met pleegkinderen gaat, wat ze nodig hebben en wat ze veranderd willen zien. De uitkomsten van dit onderzoek aan politici communiceren en daarmee ook druk op gemeenten blijven uitoefenen.
Universiteit Leiden Schrijven van een wetenschappelijke publicatie omtrent het recht op nazorg in de pleegzorg, inclusief participatie. Plenaire terugkoppeling op het podium door Iris, Rebecca en Kelly • Grootste problemen / obstakels • Ideaalbeeld • Wat gaan wij daar aan doen (individuele en gezamenlijke commitments)