Kinderen aan het digibord? Simone van Rijn, Stephanie Kars, Maarten Hartemink en Susanne de Veth
Klas 3A, Pabo Groenewoud Nijmegen, Januari 2010
Het digibord (ofwel: digitaal schoolbord) is een vernieuwing in het onderwijs. Basisscholen in Nederland schaffen massaal zo‟n bord aan, het liefst voor elke klas eentje. Ze zijn in verschillende soorten en maten verkrijgbaar en het product is nog volop in ontwikkeling. Wat maakt een digibord nou zo waardevol? Of zoals Nelly Lemmens (ICT-docente op Pabo Groenewoud) al opmerkte tijdens haar interview: “Is het digibord de factor die ervoor zorgt dat een les beter wordt of is het de leerkracht die dit doet?” Welke mogelijkheden heeft het bord allemaal? Bij Samenwerkend leren werken de kinderen in groepjes, waarbij ze met en Aanleiding voor ons onderzoek van elkaar leren. In de praktijk zagen wij dat het digibord eenzijdig wordt ingezet. Voorwaarden zijn: De leerkracht gebruikt het vooral als presentatiemiddel, maar we Positieve wederzijdse vroegen ons af of er nog meer mogelijk was met het digibord. afhankelijkheid Wij zagen kansen in het gebruik van het digibord door kinderen. Individuele Het digibord leek ons een goed middel om samenwerkend leren verantwoordelijkheid bij kinderen te bevorderen. Desondanks waren onze hypotheses Stimulerende, onderlinge in het begin verdeeld. De helft van onze groep was overtuigd interactie van de meerwaarde van het digibord ten opzichte van een Aandacht voor individuele gewone computer, de andere helft was nog sceptisch. De samenwerkingsvaardigheden laatstgenoemden vroegen zich af of de nadelen niet groter waren Aandacht voor dan de voordelen. Reden genoeg om op onderzoek uit te gaan. groepsprocessen
Observaties
(Johnson & Johnson, 1994)
We zijn begonnen met observeren in onze stageklassen. We hebben gekeken naar hoe er op dit moment met het digibord wordt gewerkt. Onze eerdere ervaringen werden ook hier weer bevestigd: De leerkracht gebruikt het digibord voor zover dit in zijn/haar macht ligt, maar dit gaat niet veel verder dan het afspelen van een filmpje of het projecteren van een pagina uit het methodeboek. Wij zien de kinderen niet of nauwelijks aan het digibord werken. Hun aandeel blijft meestal beperkt tot het opschrijven van een woordje of het verslepen van een object.
Interviews op de stagescholen Vervolgens zijn we in gesprek gegaan met onze mentoren en ICT‟ers op de stagescholen. We hebben ervaren dat leerkrachten in principe enthousiast zijn over de opkomst van het digibord. Zoals Pim van Dinteren (mentor van Simone) zegt: “Ik vind dat het bord veel visuele mogelijkheden heeft en ik denk dat de kinderen van deze tijd ook heel erg visueel zijn ingesteld. Kinderen willen graag dingen zien en ervaren en dat kun je in no-time doen met dit bord. Ik denk dat we de tijd van het lang luisteren naar een leerkracht allang voorbij zijn. Als kinderen al een kwartier, twintig minuten kunnen luisteren naar de leerkracht is dat al lang. Ze willen wel wat doen, maar ze willen ook geëntertaind worden. Je moet het niet als iets grappigs zien, maar je kunt het wel voor heel veel leermiddelen inzetten. Bijvoorbeeld voor de kinderen die Nederlands als tweede taal hebben. Je kunt moeilijke begrippen meteen verduidelijken met beeld en daardoor blijft het uiteindelijk veel beter hangen.” Over het kinderen laten werken aan het digibord zegt Pim van Dinteren: “Ik zou de kinderen graag meer aan het digibord laten werken. Het enige nadeel is dat het bord niet omhoog en omlaag kan. Je zit met een bepaalde hoogte waar kinderen mee kunnen werken en anders moeten ze gevaarlijk op een stoel gaan staan. Ik ben dus ook van mening dat het bord nog veel te weinig gebruikt wordt door
Kinderen aan het digibord? Simone van Rijn, Stephanie Kars, Maarten Hartemink en Susanne de Veth – Klas 3A
kinderen. Nu is het digibord vooral van de leerkracht.” Pim van Dinteren maar ook andere leerkrachten, vinden zelf dat ze het bord nog niet optimaal gebruiken. Daarvoor hebben ze de kunde niet, of ontbreekt hen de tijd. Mari Janssen-Steenberg (leerkracht op basisschool De Kleurencirkel te Druten) wijt het vooral aan het gebrek aan materiaal dat hen aangeboden wordt: “We hebben een paar cursusavonden gehad, maar dat stelde op zich niet zo heel veel voor. De cursussen zijn verzorgd door de leverancier van de digiborden (Reijnders Oisterwijk). Dat was vooral knoppenkunde en later ook over zelf lessen maken. Dat is allemaal mooi en prachtig, maar in de praktijk werkt dat niet, want daar gaat zo enorm veel tijd in zitten. Dan moet je wel heel erg hobbyist zijn, denk ik, als je er zoveel tijd in wilt steken. Bij uitgeverijen wordt er ook steeds meer gewerkt aan materiaal, zodat je als leerkracht niet meer opnieuw het wiel hoeft uit te vinden. Maar de hoeveelheid materiaal dat er is, valt me nu nog erg tegen. Nu gaat het erover dat de borden meer interactief moeten zijn voor de kinderen, maar dan moeten we de stemkastjes lenen bij een andere school en daarbij zijn er nog zeer weinig lessen daarop afgestemd. Dan zou je zelf moeten gaan ontwerpen, maar daar heb je geen tijd voor.”
Interviews op de Pabo Naast de leerkrachten op stage hebben we ook een paar deskundigen aan een vragenvuur onderworpen. Op de Pabo waren dit Nelly Lemmens (ICT-docente) en Harry Stokhof (ICT-vakcoach). Zij zijn beiden zeer deskundig op het gebied van de ontwikkelingen rondom het digibord. Harry Stokhof: “Er zijn heel veel multimediale mogelijkheden. Deze kan een leerkracht inzetten bij een instructie, hij kan interactieve werkvormen verzinnen en uitvoeren zoals bijvoorbeeld woordvelden clusteren. Ik denk dat een instructie ook interactiever gemaakt kan worden door gebruik te maken van stemkastjes en tekentablets. Het werken achter een digibord is veel democratischer dan het werken achter een pc, waar slechts een leerling de computer kan bedienen. Het digibord kan het samenwerkend leren uitdagender en leuker maken voor de kinderen.” Nelly Lemmens vindt dat ze op dit moment het digibord optimaal gebruikt. Wel ziet ze een paar verbeterpunten: “Ik zou graag meer vanuit een gemeenschappelijke visie en stappenplan vanuit de HAN werken. Nu hebben we op de Pabo bijvoorbeeld Smart-borden, terwijl studenten veel Activborden of andere touchscreen borden in stagescholen tegenkomen. Naast de Pabo hebben we ook contact gehad met Arjen Middendorp, medewerker van het bedrijf AVEX, dat digitale schoolborden levert aan bedrijven en scholen. Op onze vraag wat de voordelen van het digibord zijn ten opzichte van een gewone computer antwoordt hij: “Het is mogelijk om met een interactief whiteboard een totale interactieve ruimte te creëren in elk klaslokaal of vergaderruimte. Dit in combinatie met een computer en projector natuurlijk. De ruimte wordt zo getransformeerd tot een dynamische leer-, train- of werkomgeving. Als het interactieve whiteboard eenmaal is aangesloten, kun je iedere computerapplicatie bedienen en activeren vanaf het scherm van het whiteboard. Je kunt schrijven met digitale inkt en dus al je notities bewaren voor later.”
Kinderen zijn enthousiast Natuurlijk zijn we de kinderen niet vergeten. Voorafgaand en na afloop van het actieonderzoek hebben we de kinderen een paar vragen gesteld over hun ervaringen en meningen over het digibord. Voor kinderen is het vooral de aantrekkelijkheid van het nieuwe en onbekende materiaal dat hen zo aanspreekt. Kinderen werken graag op een computer en vinden het nóg leuker om met zo‟n interactief bord aan de slag te gaan. Alleen al het feit dat het digibord zo groot is nodigt voor kinderen uit om op ontdekking uit te gaan: wat kan dat ding allemaal? Door hun computerervaring hebben ze de bediening van het digibord vlug onder de knie. Bij de meeste digiborden hebben de kinderen elk een eigen pen, ze kunnen tegelijkertijd op verschillende plekken van het digibord aan het werk gaan. Bovendien hebben ze alles zelf in de hand, ze kunnen overal op klikken en nieuwe opties ontdekken. De kinderen noemen de grootte van het digibord als een groot voordeel ten opzichte van de computer. Zoals kind Pagina 2
Kinderen aan het digibord? Simone van Rijn, Stephanie Kars, Maarten Hartemink en Susanne de Veth – Klas 3A
D. zegt: “Het digibord is groter en dan kun je het samen beter zien. Je hebt allebei een pen en je moet samenwerken als iemand iets wil aanklikken.” In ons onderzoek hebben we kinderen een educatief spel laten spelen op het digibord. Het was voor ons heel interessant om te zien hoe de kinderen dit aanpakten. De resultaten van het actieonderzoek staan hieronder beschreven.
Het actieonderzoek Om te ontdekken hoe de kinderen in de praktijk omgaan met het digibord, hebben wij in onze stageklassen een actieonderzoek uitgevoerd. We hebben materiaal gezocht op internet dat interactief is en zoveel mogelijk de mogelijkheden van het digibord benut. In elke klas hadden wij tweetallen uitgekozen die we gezamenlijk met dit materiaal lieten werken. Hierbij hebben wij vooral gekeken of we kenmerken van samenwerkend leren naar voren zagen komen. Positieve wederzijdse afhankelijkheid zagen we verscheidene keren voorbij komen tijdens de opdrachten. Omdat de leerlingen een spel speelden waarbij ze een gezamenlijk doel voor ogen hadden (winnen!), was het van belang dat ze gebruik maakten van elkaars kennis. Alleen op die manier konden ze de opdracht tot een goed einde brengen. Dit uitte zich tijdens het spel bijvoorbeeld zo: - S. “Als jij nou vast klikt, dan lees ik de opdracht.” - A. “Ja wacht even, ik moet eerst even hierop drukken.” (lezen de opdracht) - S. “Zou het A zijn?” - A. “Nee, deze weet ik, dat is C!” Individuele verantwoordelijkheid was ook duidelijk waarneembaar. De kinderen hadden over het algemeen een goede taakverdeling. Om de beurt hadden/pakten ze de pen en volbrachten hun onderdeel van de taak. De ander keek mee om te kijken of het goed gebeurde. Het kind dat meekijkt, heeft hierdoor ook geleerd van het onderdeel, omdat hij/zij mee heeft gedacht over het antwoord. Uiteindelijk zijn beide kinderen in staat om na de taak te vertellen waar deze precies over ging. Omdat de kinderen de spellen gezamenlijk moesten volbrengen, ontstond er vanzelf ook stimulerende onderlinge interactie. De kinderen overlegden over de stappen die er genomen moesten worden en stimuleerden elkaar hierin. Een voorbeeld hiervan is: - M.: “Zal ik die doen?” - L.: “Ja.” - L.: “Je kunt het beste zo gaan.” (wijst aan) - L.: “Zullen we het vragen?” - M.: “Ja dat is goed.” - M.: “Naar die.” (wijst aan) (Druk overleg over de volgorde van de plaatjes) - L.: “C. denk ik dan, zullen we het doen?” Met deze voorbeelden wordt ook duidelijk dat de kinderen tijdens de spelen ruim voldoende bezig zijn geweest met het ontwikkelen van hun samenwerkingsvaardigheden. Er wordt immers een beroep gedaan op hun vaardigheden om te luisteren naar de ander, op hun beurt te wachten en om compromissen te sluiten. Door de interactiviteit van het digibord weten de kinderen meteen of ze de opdracht goed hebben uitgevoerd. De leerkracht hoeft er over het algemeen niet aan te pas te komen, zodat hij/zij tijd heeft om andere kinderen te helpen.
Alle kinderen verplicht aan het digibord! Of toch niet? In hoeverre moet een leerkracht verplicht worden om het digibord te gebruiken? En in hoeverre moet een leerkracht verplicht worden om kinderen op het digibord te laten werken? Dit is het morele deel van ons onderzoek. Wij hebben deze vragen voorgelegd aan de eerdergenoemde geïnterviewden. Pagina 3
Kinderen aan het digibord? Simone van Rijn, Stephanie Kars, Maarten Hartemink en Susanne de Veth – Klas 3A
Harry Stokhof is er heel duidelijk over: “Het inzetten van het digibord zonder duidelijke algemene visie is een gevaar voor het de kwaliteit van het onderwijs. Een veel genoemde en voorkomende valkuil is het vervallen in onderwijs dat erg door de leerkracht gestuurd wordt. Een beeld dat helaas nog (te) veel zichtbaar is in de scholen: de leerkracht gebruikt het bord als veredeld krijtbord en de kinderen kijken passief toe.” Over het laten werken van kinderen aan het digibord is Harry Stokhof positief, mits er aan een aantal voorwaarden worden voldaan: „Ik vind het belangrijk om de verantwoording van het leerproces bij de kinderen neer te leggen. Ik zal het aanraden om vooral ook kinderen aan het bord te laten werken, maar ik vind niet dat je scholen kunt verplichten. Het gebruik van digiborden binnen de school zou afgestemd moeten worden op de visie van het team op leren en onderwijs. Als een school volgens de visie van traditioneel docentgestuurd onderwijs werkt, heeft het natuurlijk geen meerwaarde om zoiets te verplichten. “Verplichten” van het digibord lijkt me trouwens nooit goed. Digiborden krijgen meerwaarde in het onderwijs door docenten te enthousiasmeren, te inspireren, door hen samen te laten leren om met het digibord te werken, door experts aan te stellen per vakgebied… Integreer het bord in bestaande projecten in de school. Op deze manier wordt het digibord ervaren als een meerwaarde en niet als iets extra’s.” De mentoren zijn over het algemeen ook niet enthousiast over het woordje “verplichten”. Ze vinden dat leerkrachten al zoveel verplichtingen hebben. Daarbij wordt dit vanuit het management nog niet van de leerkrachten gevraagd om de kinderen aan het bord te laten werken. Pim van Dinteren: “Wat betreft of je moet verplichten dat de kinderen aan het bord moeten gaan werken: ik denk dat daar nog een hele ontwikkeling in moet komen. Hoe zet je het bord in om de kinderen daaraan te laten werken? Ik denk dat wij als school nog te weinig tijd hebben gehad om daar dingen over te bespreken. Er is tot nu toe nog geen insteek om de kinderen aan het bord te laten werken, dat is vooral nog eigen initiatief en zit nog geen lijn in.” Mari Janssen-Steenberg: “Ik denk dat je de leerkrachten die de kinderen niet op het digibord willen laten werken, moet overhalen en overtuigen dat ze dat wel moeten gaan doen. Ik denk dat het vaak een stukje onbekendheid is. Je moet ze ervan overtuigen dat het wél nut kan hebben.” Samengevat is het niet realistisch om leraren te verplichten de kinderen aan het digibord te laten werken. Het woordje “verplichten” heeft voor hen een nare bijsmaak. Veel effectiever is het overtuigen en enthousiasmeren van leerkrachten van de meerwaarde van deze werkvorm. Wij denken dat veel leerkrachten op dit moment nog bezig zijn om zelf het bord te ontdekken, voor hen is het nog te vroeg. Leerkrachten die al wat verder zijn op dit gebied, staan eerder open voor zulke dingen. Voorwaarde van slagen is wel de visie van de stageschool. Daaruit moet duidelijk worden wat de school wil bereiken met het digibord en wat de rol van de kinderen hierin is.
Conclusie Inmiddels zijn ook de studenten uit onze groep die sceptisch begonnen, overtuigd van de voordelen van het digibord. We hebben allemaal gezien hoe digiborden op het moment op onze stagescholen gebruikt worden en we zijn allemaal van mening dat dit nog beter kan. Het bord bevat nog vele mogelijkheden die op het moment onbenut blijven. Vooral het interactieve aspect verdient naar onze mening nog meer aandacht. Met dit onderzoek willen we (aankomend) leerkrachten informeren over zo‟n interactieve werkvorm, namelijk: de kinderen in tweetallen aan het digibord laten werken. In ons actieonderzoek hebben we gezien dat er dan aan alle voorwaarden van samenwerkend leren wordt voldaan. Een nadeel hiervan is dat er nog maar weinig geschikt materiaal te vinden is om dit uit te voeren. Hier ligt een opdracht voor de uitgeverijen. Alleen als leerkrachten makkelijk aan materiaal kunnen komen dat goed aansluit op de lessen, zullen ze het gaan uitproberen. Ze hebben nu eenmaal geen tijd om zelf dingen te ontwerpen. Het stimuleren van het optimaal gebruik maken van het digibord is enerzijds een taak van de school zelf, die zijn leerkrachten bekwaam moet maken in het gebruik ervan. Anderzijds ligt er een taak voor de uitgeverijen om materiaal te leveren dat zoveel mogelijk gebruik maakt van de specifieke Pagina 4
Kinderen aan het digibord? Simone van Rijn, Stephanie Kars, Maarten Hartemink en Susanne de Veth – Klas 3A
mogelijkheden van het digibord. Dit, samen met een duidelijke visie op het gebruik van de digiborden, zal volgens ons de kwaliteit van het onderwijs kunnen verbeteren!
Geraadpleegde bronnen Literatuur: Bijlsma, Allard e.a. (2009) Handboek Digibord & Didactiek. Bodegraven: Instruct. ISBN 9789046005774 Ebbens, Sebo e.a. (1996) Effectief leren in de les. Basisvaardigheden voor docenten. Groningen: Wolters-Noordhoff. ISBN 9001307507 Ebbens, Sebo e.a. (1997) Samenwerkend leren, praktijkboek. Groningen: Wolters-Noordhoff. ISBN 9001307507 Förrer, Mariët e.a. (2000) Coöperatief leren in het basisonderwijs. Amersfoort: CPS Onderwijsontwikkeling en advies. ISBN 906504495 Lemmens, Nelly (2009) In de klas: Wat is de kracht van het digibord? Nr. 5, mei 2009 Internet: http://www.scribd.com/doc/2838900/Het-Digitaal-Schoolbord-David-Stranders http://www.digitaledidactiek.nl/wp/?p=1044 Geïnterviewden: Dinteren, Pim van, leerkracht groep 8b op basisschool De Kleurencirkel te Druten Janssen-Steenberg, Mari, leerkracht groep 8a op basisschool De Kleurencirkel te Druten Lemmens, Nelly, ICT-docente op Pabo Groenewoud te Nijmegen Middendorp, Arjen, medewerker AVEX Stokhof, Harry, ICT-vakcoach op Pabo Groenewoud te Nijmegen Pagina 5