KEUKENGEHEIMEN docentenhandleiding Het programma is geschikt voor onder-, midden- en bovenbouw en bestaat uit twee delen; een zoektocht in het museum voor de groteren / een rondleiding voor de kleintjes, gekoppeld aan een doe-deel in de educatieve ruimte. Desgewenst kunt u ook voor de oudere leerlingen de zoektocht, die u zelf begeleidt of in kleine groepjes zelfstandig kan worden uitgevoerd, vervangen door een rondleiding begeleid door een museummedewerker. Maximaal aantal deelnemers per programma is 30, de groep wordt dan gesplitst; 15 leerlingen starten met het doe-deel, de anderen gaan speuren of krijgen een rondleiding, halverwege wordt gewisseld. In dit programma staat de keuken centraal. Tijdens de zoektocht of rondleiding wordt ingegaan op de verschillende manieren waarop voedsel werd schoongemaakt, bewaard, bereid en opgediend in een tijd dat er nog geen elektrische apparaten en allerlei andere moderne keukengemakken waren uitgevonden. In het doe-deel kunnen alle onbekende keukenvoorwerpen worden bekeken en uitgeprobeerd; zelf voelen hoe zwaar een wafelijzer of een wasstamper is, draaien aan al die verschillende keukenmolens, ontdekken hoe je was ophangt zonder knijpers etc. Zo ervaren de kinderen hoe zwaar het werk in zo’n ouderwetse keuken was. Maar ook de slimme oplossingen om huishoudelijke klusjes op te knappen. Een bezoek aan het museum is het meest rendementvol als het vooraf in de klas goed wordt voorbereid. Hiervoor, en voor aanvullende lessen ter verwerking van het bezoek, vindt u in deze handleiding verschillende suggesties.
Doel • De leerlingen ontdekken de verschillen tussen de keukeninrichting toen en de keuken nu. • De leerlingen leren op welke manier rond 1900 voedsel gekookt, bewaard, opgediend en gegeten werd. • De leerlingen zien allerlei verschillende huishoudelijke voorwerpen van vroeger en leren hoe de voorwerpen werden gebruikt. • De leerlingen herkennen het verschil tussen siervoorwerpen en gebruiksvoorwerpen. • De leerlingen ontdekken de historische waarde van (heel gewone) gebruiksvoorwerpen.
Tips voor aanvullende lessen ter voorbereiding of verwerking in de klas Keukeninrichting Met hulp van reclamemateriaal kun je uitzoeken hoe op dit moment een moderne keuken wordt ingericht. Maak een lijstje met apparaten die ‘onmisbaar’ zijn. Wat heb je nodig om het eten te bewaren en te bereiden. Hoe doe je de was? Zelf verzinnen: ontwerp jouw eigen droomkeuken. Op ruitjespapier (net als ‘echt’) kun je de keukenkastjes etc. precies op maat in de keuken tekenen. Maar de droomkeuken kan natuurlijk ook als collage uit tijdschriftafbeeldingen en reclamefolders worden samengesteld. Stel je voor dat in die ideale droomkeuken de stroom een dag lang uitvalt: hoe maak je dan het eten klaar?
KEUKENGEHEIMEN docentenhandleiding
Antiek Sommige mensen hebben thuis keukenvoorwerpen van vroeger neergezet of opgehangen. Niet om te gebruiken, want daarvoor zijn ze inmiddels te oud en zijn er handigere dingen uitgevonden. Maar als siervoorwerp, bijvoorbeeld een mooi bewerkte koperen blaasbalg. Welk voorwerp uit de moderne keuken zal volgens jou over 100 jaar bij mensen thuis als antiek siervoorwerp worden neergezet? Maak er een mooie tekening van en schrijf erbij waarom je denkt dat dit voorwerp lang zal worden bewaard. Seizoensgroenten en fruit Tegenwoordig is het heel gewoon dat er het hele jaar door verse aardbeien te koop zijn. Maar vroeger was dat heel anders. Ga op onderzoek uit wat nou eigenlijk in Nederland groeit op welk moment; welke groenten en fruit zijn er wanneer geschikt om te eten? En waarom gebeurt dat eigenlijk niet meer? Welke groenten en fruit waren heel geschikt om lang te bewaren? En op welke manier gebeurde dat? In bijvoorbeeld de natuurvoedingswinkels vind je vaak wel weer de seizoensgroenten. Ook via de milieubeweging wordt veel aandacht besteed aan het eten van seizoensgroenten. Waarom is dat?
Antwoorden zoektocht keukengeheimen groep 5 en 6
KEUKENGEHEIMEN SIMON VAN GIJN – museum aan huis In de spoelkeuken wordt van alles schoongemaakt; groenten, pannen en vieze handen bijvoorbeeld. Hier was het enige punt in huis waar water kon worden getapt, totdat er in 1882 waterleiding werd aangelegd in Dordrecht. De ramen worden schoongemaakt met hulp van de ramenspuit. Je zet hem in een emmer water, trekt met het houten handvat het water in de holle buis en als je het handvat krachtig naar beneden duwt, spuit het water uit de spuitkant omhoog. De voorwerpen die je in deze keuken ziet zijn ouderwets, maar ze zijn natuurlijk wel mooi om naar te kijken. Sommige oudere bezoekers herinneren zich nog hoe thuis deze spullen werden gebruikt. Je leert ervan hoe er vroeger werd geleefd, hoe het huis was ingericht en hoe je zonder elektriciteit of waterleiding toch allerlei klusjes voor elkaar kreeg. Er zit zo’n lange steel aan de beddenpan omdat de pan helemaal naar het voeteneind in het bed geschoven moet worden. Er hangen 5 beddenpannen in de keuken. In de kelder bewaar je wijn, een vaatje bier. In de provisiekamer zie je hier eieren, kaas, boontjes (ingemaakt), lege inmaakpotten en worst. In de dienkeuken wordt er niet gesjouwd met grote ketels en pannen. Daar is meer rust om toetjes te maken en de mooie porseleinen serviesdelen zorgvuldig schoon te maken. Je loopt dan niemand in de weg met een blad vol dure kopjes bijvoorbeeld. Ook kunnen de kleinere
KEUKENGEHEIMEN docentenhandleiding delen van het zilveren bestek niet zoek raken tussen alle prei en aardappelschillen. Het porselein en kristal beschadigd dus niet zo snel en kan zorgvuldig worden opgeborgen. De borden tegen de muur zijn van Chinees porselein. De borden op tafel horen bij het eetservies. De Chinees porseleinen borden worden nooit gebruikt bij een feestdiner. De borden staan ook niet uit ruimtegebrek tegen de muur opgesteld, maar om er goed naar te kunnen kijken. De tafel is telkens anders gedekt: staan er kleine bordjes dan is het een ontbijtje. Tegen de kerstdagen is de tafel altijd feestelijk versierd voor een kerstdiner. Soms zie je ook (soepborden bijvoorbeeld) dat er voor het ‘gewone’ diner is gedekt. Let dus op de grootte van de borden, staan er kopjes en schoteltjes op tafel, soepborden of groenteschalen. Er gaan 10 lakens gelijkertijd in de lakenpers. De lakens werden eerst gemangeld op de mangeltafel, zo werden ze mooi glad gemaakt. Dan opgevouwen en in de pers gelegd. Het geperste linnengoed werd in de linnenkast opgeborgen. Linnengoed was heel kostbaar, dus de sleutel van die kast hing met een satijnen bandje om de hals van de dame in het huis of het hoofd van de huishouding. De strijkijzers konden worden verwarmd door ze op het fornuis te zetten of om ze te vullen met hete kooltjes (uit het fornuis). Het vreemde voorwerp is een rokdroger. De rokken en jurken van sjieke dames waren heel uitgewerkt met veel laagjes stof. Het was dan ook vaak veel kouder in huis, zonder centrale verwarming. Dus die rokken kun je niet zomaar aan een waslijntje hangen, dan zijn ze helemaal verkreukeld. Op deze rokdroger blijven ze mooi in model. De bovenste pijl: Hiermee kun je een klep van het fornuis halen zodat de pan in het fornuis, direct boven het vuur hangt. Tweede pijl: hiermee pook je het vuur op. Derde pijl: achter deze klep vind je de oven. Vierde pijl: Met deze tang pak je hete kooltjes of houtjes vast. Zo verbrand je je handen niet.
Antwoorden zoektocht keukengeheimen groep 7 en 8
KEUKENGEHEIMEN SIMON VAN GIJN – museum aan huis Toen Simon van Gijn in dit huis kwam wonen was er nog geen waterleiding, die werd pas in 1882 aangelegd. Heel vroeger werd er water gedronken uit de grachten. Later werd het regenwater opgevangen in een put. Het water werd met een pomp in de spoelkeuken opgepompt. Verschillen tussen de pannen op het fornuis in de keuken en de pannen bij jullie thuis:
KEUKENGEHEIMEN docentenhandleiding De pannen in deze keuken zijn van koper, ook de handvaten zijn van koper. De moderne pannen zijn van heel andere materialen met bijvoorbeeld ‘anti aanbaklaagjes’. Vaak ook met aparte handvaten van warmte-isolerend materiaal. De pannen hier zijn ook heel groot. Bij jullie thuis staan misschien wel veel meer verschillende pannen: een wok, een frituurpan met een stekker eraan. Water wordt gekookt in een waterkoker. De voorwerpen die je in deze keuken ziet zijn ouderwets, maar ze zijn natuurlijk wel mooi om naar te kijken. Sommige oudere bezoekers herinneren zich nog hoe thuis deze spullen werden gebruikt. Je leert ervan hoe er vroeger werd geleefd, hoe het huis was ingericht en hoe je zonder elektriciteit of waterleiding toch allerlei klusjes voor elkaar kreeg. Nu is een fluitketel misschien nog heel gewoon, maar over 100 jaar wordt het water misschien alleen nog maar gekookt in de magnetron (of iets dat nu nog niet is uitgevonden). Een afwaskwast, droogrek, garde of wok is misschien wel iets dat over 100 jaar in een huis staat als ‘antiek’. Er zit zo’n lange steel aan de beddenpan, omdat de hete pan helemaal naar het voeteneind van het bed moest worden geschoven. De steel is van hout, omdat hout niet geleid. Koper wel, dus dan zou je je handen branden! Voedsel dat altijd koel bewaard moet worden: melk, kaas, boter, vlees(waren). In de dienkeuken wordt er niet gesjouwd met grote ketels en pannen. Daar is meer rust om toetjes te maken en de mooie porseleinen serviesdelen zorgvuldig schoon te maken. Je loopt dan niemand in de weg met een blad vol dure kopjes bijvoorbeeld. Ook kunnen de kleinere delen van het zilveren bestek niet zoek raken tussen alle prei en aardappelschillen. Het porselein en kristal beschadigd dus niet zo snel en kan zorgvuldig worden opgeborgen. De borden tegen de muur zijn van Chinees porselein. De borden op tafel horen bij het eetservies. De Chinees porseleinen boren worden nooit gebruikt bij een feestdiner. De borden staan ook niet uit ruimtegebrek tegen de muur opgesteld, maar om er beter naar te kunnen kijken. Tafelmanieren: Niet eten met je mond vol. Niet zomaar opstaan van tafel, eerst netjes je verontschuldigen. Met mes en vork eten. Sommige dingen mag je met je handen eten, maar lang niet alles. Heb je vieze vingers, veeg ze dan niet af aan het tafellaken of je jurk, maar aan je servet. Niet boeren, smakken of andere vieze geluiden maken. En niet aan je mes likken of je bord schoon likken! Bij een echt diner is het ook niet netjes om je eten door elkaar te prakken en te ‘metselen’. Er gaan 10 lakens gelijkertijd in de lakenpers. De lakens werden eerst gemangeld op de mangeltafel, zo werden ze mooi glad gemaakt. Dan opgevouwen en in de pers gelegd. Uit de pers gehaald waren het nette stapeltjes die in de linnenkast werden opgeborgen. Linnengoed was heel kostbaar, dus de sleutel van die kast hing met een satijnen bandje om de hals van de dame in het huis of het hoofd van de huishouding. De strijkijzers konden worden verwarmd door ze op het fornuis te zetten of om ze te vullen met hete kooltjes (uit het fornuis).
KEUKENGEHEIMEN docentenhandleiding Het vreemde voorwerp is een rokdroger. De rokken en jurken van sjieke dames waren heel uitgewerkt met veel laagjes stof. Het was dan ook vaak veel kouder in huis, zonder centrale verwarming. Dus die rokken kun je niet zomaar aan een waslijntje hangen, dan zijn ze helemaal verkreukeld. Op deze rokdroger blijven ze mooi in model. De bovenstel pijl: Hiermee kun je een klep van het fornuis halen zodat de pan in het fornuis, direct boven het vuur hangt. Tweede pijl: hiermee pook je het vuur op. Derde pijl: achter deze klep vind je de oven. Vierde pijl: Met deze tang pak je hete kooltjes of houtjes vast. Zo verbrand je je handen niet.
Openingstijden dinsdag t/m zondag 11.00-17.00 uur. Let op: bij rondleidingen onder leiding van een museumgids is het in overleg mogelijk vanaf 10.00 uur het museum te bezoeken. Afspreken en regelen van een bezoek U maakt uiterlijk 2 weken van tevoren een afspraak met de administratie van het museum voor een bezoek, telefoon: 078 6482145. Groepsgrootte: de maximale grootte per programma is 30 leerlingen: de maximale grootte per groep in het museum (rondleiding of workshop) is 15 leerlingen. Zorg voor een begeleider (bijvoorbeeld een ouder) bij ieder groepje. De begeleider blijft tijdens het bezoek bij zijn of haar groepje en helpt zonodig bij het beantwoorden van de vragen. Zorg ervoor dat u op tijd in het museum bent. Vertel op school vast een aantal regels waaraan de leerlingen zich tijdens het bezoek dienen te houden.
Huisregels in het museum
Tassen (en jassen) moeten worden achtergelaten in de garderobe, er zijn kluisjes aanwezig. Overal staan meubels en voorwerpen. Die zijn erg kwetsbaar, vandaar dat er niets mag worden aangeraakt. Omdat er natuurlijk ook andere bezoekers in het museum kunnen zijn, die rustig willen rondkijken, praat je zachtjes en loop je rustig rond. Schrijven mag alleen met potlood. Onderleggers zijn bij de balie te leen.
KEUKENGEHEIMEN docentenhandleiding
Programma op maat Wilt u weten welke mogelijkheden er zijn voor een aangepast programma speciaal voor uw groep, neem dan contact op met de afdeling educatie, telefoon 078 7705201 of stuur een e-mail naar
[email protected]. Adresgegevens Huis Van Gijn Nieuwe Haven 30 3311 AP Dordrecht telefoon 078 6398200 www.huisvangijn.nl