����� ��������������
Kanskaart voor Lunetten de wijkproblematiek in kaart gebracht
Atlas voor gemeenten Postbus 9627 3506 GP UTRECHT T 030 2656438 F 030 2656439
E
[email protected] I www.atlasvoorgemeenten.nl © Atlas voor gemeenten, Utrecht, 2008 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Inhoud
1 Toelichting op de Kanskaart voor Lunetten 1.1 Wat is een Kanskaart? 1.2 Het analysemodel 1.3 Index Leefbaarheid & Veiligheid 1.4 De problemen in Lunetten 1.5 De achtergronden van de problemen 1.6 Ontwikkelingen
4 4 5 7 9 10 13
2 Wijkwijzers en Kanskaarten voor Lunetten
14
Kanskaart voor Lunetten
1
Toelichting op de Kanskaart voor Lunetten Hoe staat Lunetten er voor op het gebied van leefbaarheid? Welk type leefbaarheidsproblemen doen zich er voor, en in welke mate? Wat zijn de achtergronden van die problemen? En, hoe ontwikkelt de wijk zich? Deze vragen worden in de Kanskaart voor Lunetten beantwoord.
1.1
Wat is een Kanskaart?
In Nederland zijn we gewend om problemen kansen te noemen, en probleemwijken prachtwijken. Deze Kanskaart gaat dan ook in eerste instantie over problemen. Maar tevens over de kansen om die leefbaarheidsproblemen met lokaal beleid op te lossen. In de Kanskaart wordt de relatieve leefbaarheids- en veiligheidspositie van en in de wijk in kaart gebracht. Bovendien wordt inzicht geboden in de achtergronden van die leefbaarheids- en veiligheidsproblemen. Daarmee wordt niet alleen duidelijk welk type problemen zich in de wijk voordoen op het gebied van overlast en onveiligheid, en waar die problemen zich voordoen, maar ook welke oorzaken daaraan ten grondslag liggen. De Kanskaart biedt achtereenvolgens de volgende informatie:
DEEL I
DE PROBLEMEN
1. Wijkwijzer deel 1; een grafisch overzicht van de aard van de problemen in de wijk. 2. Kanskaarten (waar in de wijk?); a.
een kaart met per 6-positie-postcodegebied de score op het gebied van leefbaarheid en veiligheid.
b. diverse kaarten met per 6-positie-postcodegebied de precieze locatie van de verschillende typen problemen in de wijk.
4
Kanskaart voor Lunetten
DEEL II
DE ACHTERGRONDEN
3. Wijkwijzer deel 2; een grafisch overzicht van de achtergronden van de problemen in de wijk. 4. Kanskaarten (waar in de wijk?); diverse kaarten met per 6-positiepostcodegebied de precieze locatie van de verschillende achtergronden van de problemen in de wijk. DEEL III
DE ONTWIKKELINGEN
5. Wijkwijzer deel 3; een grafisch overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen in de wijk. Met de combinatie van problemen, achtergronden en ontwikkelingen, en van Wijkwijzers en Kanskaarten, ontstaat een compleet beeld van de relatieve omvang van de problemen in de wijk, de precieze locatie van die problemen binnen de wijk én de achtergronden van die problemen. De Kanskaart is zo een belangrijk hulpmiddel bij de vraag hoe en waar de leefbaarheidsproblemen in de wijk het beste kunnen worden aangepakt. De genoemde grafische onderdelen van de Kanskaart staan achter in deze publicatie. Hieronder volgt een tekstuele toelichting en de interpretatie van de resultaten.
1.2
Het analysemodel
Aan de Kanskaart ligt een analysemodel ten grondslag waarmee is onderzocht welke problemen op het gebied van overlast en onveiligheid in de wijk door mensen in die wijk het belangrijkst gevonden worden, en in welke mate. Dat model maakt het mogelijk om alleen die problemen in kaart te brengen die door de mens in de wijk ook echt als probleem worden gezien. Vervolgens is met het analysemodel onderzocht welke structurele kenmerken van de wijk ten grondslag liggen aan die problemen. Dat is gedaan door van zoveel mogelijk kenmerken van de bevolking en de fysieke
5
Kanskaart voor Lunetten
omgeving na te gaan of en in welke mate ze significant samenhangen met de problemen op het gebied van overlast en onveiligheid. 1
Die aanpak maakt het niet alleen mogelijk om de omvang van de problematiek in wijken te meten en te vergelijken, maar ook om per wijk een diagnose te stellen over de aard en achtergronden van die problemen. Die diagnose is een hulpmiddel om per wijk tot het juiste recept voor de oplossing te komen. Problemen met overlast en onveiligheid kunnen vanzelfsprekend worden opgelost met direct veiligheidsbeleid zoals extra toezicht. Dat zal vooral effectief zijn in wijken waarin de problemen vooral te maken hebben met uitgaansproblematiek (of ‘hangplekken’ zoals die verderop in de zogenoemde Wijkwijzer zullen worden genoemd). Hebben de problemen echter een andere – sociaal-economische of fysieke – achtergrond, dan liggen maatregelen op het gebied van wonen, leren of werken meer voor de hand. 2
Hieronder is het analysemodel dat aan de Kanskaart ten grondslag ligt schematisch weergegeven. Met pijlen zijn de beleidsopties aangegeven. Zijn er veiligheidsproblemen die niet te verklaren zijn uit de structurele kenmerken van de wijk? Dan ligt direct veiligheidsbeleid het meest voor de hand. Worden de problemen vooral veroorzaakt door de sociaaleconomische positie van de bevolking in de wijk? Dan wordt het meeste succes verwacht van beleid dat erop is gericht de arbeidsparticipatie in de wijk te bevorderen door te investeren in de beroepsbevolking (leren) en zodoende de mismatch tussen vraag een aanbod weg te nemen, of door werk te creëren (werken). Is de kwaliteit van de fysieke omgeving de belangrijkste verklaring voor de problemen? Dan liggen fysieke investeringen het meest voor de hand voor het oplossen van de leefbaarheidsproblemen.
1
Zie voor uitgebreide beschrijving van de achterliggende methode: G.A. Marlet, C.M.C.M. van Woerkens, 2006: Het model achter de Kanskaart, in: De kanskaart van Nederland (SEV Rotterdam), G.A. Marlet, C.M.C.M. van Woerkens: Weg uit de wijk, in: Economisch statistische berichten, 4502, 26-1-2007. en; G.A. Marlet, C.M.C.M. van Woerkens, 2007: Op weg naar Early Warning. Omvang, oorzaak en ontwikkeling van problemen in de wijk. 2 Zie ook: G. Marlet, T. Thissen, Werken moet terugkeren als norm; problemen in wijken hebben vooral een sociaal-economische achtergrond, in: NRC Handelsblad, 19 maart 2007.
6
Kanskaart voor Lunetten
Figuur: Het analysemodel voor leefbaarheid in de wijk mate van agglomeratie
WERKEN
mate van stedelijkheid
beschikbaarheid van banen
veiligheid & leefbaarheid
VEILIGHEID
werkloosheid
LEREN
bevolking samenstelling & samenhang
(fysieke) woonomgeving
WONEN x
1.3
Index Leefbaarheid & Veiligheid
Uit het hierboven besproken analysemodel volgt de Index Leefbaarheid & Veiligheid. Die index is een maat voor de omvang van de leefbaarheidsproblemen in een wijk. Het is een gewogen samengestelde index, gebaseerd op een objectieve kwantitatieve analyse naar de waardering van mensen voor de wijk. De indicatoren in de index zijn significant van invloed op de vraag of mensen graag in de wijk willen wonen. De index bestaat uit een gewogen combinatie van de volgende indicatoren: -
Vernieling van openbare werken
-
Rommel op straat
-
Bekladding
-
Overlast van dronken mensen
-
Overlast van drugsgebruik
7
Kanskaart voor Lunetten
-
Overlast van jongeren
-
Overlast van omwonenden
-
Inbraak in woning
-
Fietsendiefstal
-
Auto-inbraak
De indicatoren in de index komen uit de Politiemonitor en de registraties van processen-verbaal van de KLPD. De steekproef van de Politiemonitor (in Nederland gemiddeld 50.000 per jaar) is uiteraard te klein om met de oorspronkelijke data uit de Politiemonitor betrouwbare uitspraken op 6ppc-niveau te kunnen doen. De data uit de Politiemonitor zijn echter zodanig bewerkt dat een statistisch betrouwbare uitspraak over de leefbaarheids- en veiligheidssituatie in wijken wel mogelijk is. Dat is allereerst gedaan door niet de waarneming van het laatste jaar te nemen, maar het laatste punt (2007) op een gewogen trendlijn van alle waarnemingen uit de politiemonitor vanaf 1993 (zodat het totaal aantal respondenten voor Nederland 578.000 bedraagt). Met een Monte-Carlosimulatie is vervolgens de variantie per indicator in samenhang met de andere indicatoren uit de Politiemonitor bepaald. Op die manier is, rekening houdend met covarianties, de variantie van de relevante indicatoren bepaald. Hiermee is vervolgens bepaald wat de kans is dat de index een waarde heeft die 5% hoger of lager ligt dan de waarde die uit de analyse volgt. Als die kans groter is dan 10% wordt die uitkomst statistisch onbetrouwbaar verondersteld. De gebieden waarvoor geen betrouwbare uitspraak kon worden gedaan zijn samengevoegd met aangrenzende gebieden totdat voor een samengesteld gebied wel een betrouwbare uitspraak kon worden gedaan. Die uitkomst is vervolgens gedeaggregeerd naar het 4-ppc-niveau op basis van de structurele kenmerken van de wijken die daar sterk mee correleren. Met diezelfde structurele kenmerken is de Index Leefbaarheid & Veiligheid vervolgens weer gedeaggregeerd naar het gewenste 6-ppc-niveau. Als extra plausibiliteitscheck zijn de uitkomsten uit de Politiemonitor waar mogelijk vergeleken met de processen-verbaal van aangifte bij de politie (KLPD). Ondanks verschillen tussen beide bronnen, bleken de indicatoren uit beide bronnen vrijwel dezelfde uitkomsten op te leveren. 3
3
Zie voor een opsomming van die kenmerken: Tabel 4.1 uit G.A. Marlet, C.M.C.M. van Woerkens, 2007: Op weg naar Early Warning. Omvang, oorzaak en ontwikkeling van problemen in de wijk.
8
Kanskaart voor Lunetten
De weging tussen de indicatoren is gebaseerd op de waarde die mensen hechten aan de verschillende indicatoren. De index die in de Kanskaart is gepresenteerd laat de leefbaarheidssituatie per 6-ppc-gebied in 2007 zien. De Index Leefbaarheid & Veiligheid is uitgedrukt in een percentage dat aangeeft welk aandeel van de inwoners in de wijk vindt dat zich in de buurt problemen voordoen op het gebied van overlast, vernieling, vervuiling en diefstal. Als dat voor meer dan de helft van de inwoners het geval is, wordt de wijk als probleemwijk aangemerkt. Die grenswaarde is op objectieve wijze bepaald met een zogenoemde rank-size-distribution. 4
1.4
De problemen in Lunetten
In de Wijkwijzer, deel I, zijn allereerst de onderdelen uit de Index Leefbaarheid & Veiligheid afzonderlijk getoond. De problemen in de wijk zijn vergeleken met het landelijke gemiddelde. Hoe verder het balkje bij een bepaalde indicator rechts van de verticale as staat, des te meer de betreffende indicator een probleem is in de wijk. Als een balkje links van de as uitkomt, levert de indicator voor die wijk relatief weinig problemen op ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Uit de Wijkwijzer blijkt dat in Lunetten vooral verloederingsproblemen veel voorkomen. Bekladding is een van de overheersende problemen in de wijk, maar ook rommel op straat en vernieling van openbare weken komen relatief vaak voor. Ook woninginbraken zijn een groter probleem dan gemiddeld in Nederland. Typische uitgaansproblematiek zoals overlast van dronken mensen is een minder groot probleem in Lunetten. Evenals fietsendiefstal, auto-inbraken en overlast van omwonenden. De Kanskaarten in deel I bestaan allereerst uit een kaart waarin per 6positie-postcodegebied de waarde op de Index Leefbaarheid & Veiligheid in de wijk is aangegeven. Een rood vlak betekent dat het 6-positiepostcodegebied in de wijk te maken heeft met relatief grote leefbaarheidsen veiligheidsproblemen (een waarde op de Index die 50% of hoger is). Vervolgens is per indicator uit de Index in kaart gebracht waar het betreffende probleem zich precies voordoet. Een rode kleur betekent dat het probleem in dat 6-positie-postcodegebied relatief groot is, een groene 4
Zie: G.A. Marlet, C.M.C.M. van Woerkens, 2007: Op weg naar Early Warning. Omvang, oorzaak en ontwikkeling van problemen in de wijk.
9
Kanskaart voor Lunetten
kleur betekent dat het probleem zich daar niet veel voordoet. In alle gevallen is de relatieve positie ten opzichte van het landelijke gemiddelde weergegeven. Het valt op dat de problemen in Lunetten zich nogal versnipperd over de wijk voordoen (zie de kaart met de Index). Van de overheersende problemen in Lunetten blijken bekladding, woninginbraken en rommel op straat relatief grote problemen te zijn in de hele wijk. Terwijl vernielingen en overlast van jongeren vooral in delen van het zuiden en westen van de wijk veel voorkomen.
1.5
De achtergronden van de problemen
De achtergrondkenmerken in de Wijkwijzer (deel 2) geven aan welke structurele kenmerken van de wijk een verklaring bieden voor de leefbaarheids- en veiligheidsproblemen. Die structurele kenmerken zijn bewezen van invloed op problemen met overlast en onveiligheid in de wijk, en bestaan uit: 5
•
BEVOLKINGSSAMENSTELLING
Gebrek aan gezinnen met kinderen Aandeel jongeren tussen 10 en 19 jaar Gebrek aan ouderen (65+) Marokkanen in de omgeving (ruimtelijk gemiddelde) Antillianen in de omgeving (ruimtelijk gemiddelde) •
5
GEBREK AAN SOCIALE COHESIE
Zie voor de achterliggende kwantitatieve analyse: G.A. Marlet, C.M.C.M. van Woerkens, 2007: Op weg naar Early Warning, in het bijzonder hoofdstuk 5.
10
Kanskaart voor Lunetten
•
SOCIAAL-ECONOMISCHE POSITIE
Aandeel langdurig werklozen (> 3 jr.) Langdurig werklozen in een kansrijke omgeving (Kruitvatindicator) Werkloze jongeren in een kansrijke omgeving (Kruitvatindicator) Gebrek aan hogere inkomensgroepen Gebrek aan zelfstandigen
•
FYSIEKE WOONOMGEVING
Percentage hoogbouw Percentage sociale huurwoningen Gebrekkige kwaliteit bebouwde omgeving Gemiddelde bouwperiode 1975-1985 (bloemkoolwijken)
•
HANGPLEKKEN
Winkels (voor dagelijkse boodschappen) Winkels met veel jongeren van 10-19 jaar in de buurt Schoolgebouwen Cafés Nabijheid van de binnenstad
•
OMVANG VAN DE STAD
11
Kanskaart voor Lunetten
In de grafiek in het midden van het tweede deel van de Wijkwijzer is getoond welke hoofdcategorieën in de wijk ten grondslag liggen aan de problemen. Hoe verder een staafje in de grafieken boven de horizontale as uitkomt, hoe meer het betreffende kenmerk bijdraagt aan de problemen in de wijk. Zo is in de Wijkwijzers bijvoorbeeld te zien dat in veel centrumwijken de problemen met overlast en onveiligheid vooral te maken hebben met uitgaansproblematiek (hangplekken). In de grafieken eromheen zijn de afzonderlijke indicatoren uit die hoofdcategorieën getoond. Als uit de middelste figuur bijvoorbeeld blijkt dat de samenstelling van de bevolking de belangrijkste oorzaak van de problemen in de wijk is, kan in de bijbehorende grafiek worden opgezocht of het daarbij vooral gaat op de aanwezigheid van jongeren tussen 10 en 19 jaar, of de afwezigheid van ouderen of gezinnen met kinderen. In Lunetten is niet de sociaal-economische positie van de bevolking zoals in veel Nederlandse probleemwijken de belangrijkste achtergrond van de problemen. Dat geldt ook voor hangplekken en aan het uitgaansleven gerelateerde problemen. Ook het gebrek aan sociale cohesie is geen overheersende oorzaak van de problemen. Maar wat dan wel? De leefbaarheidsproblemen in Lunetten blijken vooral veroorzaakt te worden door een eenzijdige bevolkingssamenstelling en de kwaliteit van de fysieke omgeving. In Lunetten is sprake van relatief weinig ouderen, gezinnen met kinderen en zelfstandigen. Dat kan nadelig zijn voor de sociale controle in de wijk. Bovendien zijn er in de wijk relatief veel Marokkanen en Antillianen, bevolkingsgroepen die significant meer dan gemiddeld overlast en onveiligheid veroorzaken. Naast de bevolkingssamenstelling biedt ook de fysieke woonomgeving een verklaring voor de problemen. Er is in Lunetten relatief veel sociale huur, veel hoogbouw en vooral veel zogenoemde ‘bloemkoolbebouwing’; de woonerfstructuur die in de jaren zeventig veel gebouwd werd. Al die typen bebouwing blijken in de modellen samen te gaan met meer problemen op het gebied van overlast en onveiligheid omdat mensen er minder zuinig zijn op hun woonomgeving of omdat de onoverzichtelijke structuur van de wijk sociale controle bemoeilijkt. In de tweede serie Kanskaarten worden die achtergronden van de problemen in de wijk gelokaliseerd. Het gaat hier vooral om de 12
Kanskaart voor Lunetten
bevolkingssamenstelling en de sociaal-economische compositie van de bevolking (bronnen: CBS, CWI, Atlas voor gemeenten). Van de meeste fysieke kenmerken is deze gedetailleerde informatie niet beschikbaar, zodat niet alle factoren uit de Wijkwijzer in kaart zijn gebracht. Opvallend is dat de verschillen in bevolkingssamenstelling in Lunetten, net als de leefbaarheidsproblemen, erg verspreid zijn over de wijk. Op basis van de kaarten is visueel dan ook niet zo gemakkelijk een koppeling te maken tussen de kenmerken van de bevolking en de aard van de problemen. Wat daarbij overigens van belang is, is dat van verschillende bevolkingsgroepen (zoals Marokkanen en Antillianen) is gemeten dat die niet per se in de eigen woonomgeving problemen veroorzaken maar juist in aanpalende buurten.
1.6
Ontwikkelingen
Tot slot is in deel III van de Wijkwijzer een aantal relevante ontwikkelingen in kaart gebracht. Omdat die ontwikkelingen niet voor alle kenmerken van de wijk beschikbaar waren, kunnen die niet voor alle achtergronden van de problemen worden getoond. De ontwikkelingen beperken zich tot die op de Index Leefbaarheid & Veiligheid (de grafiek in het midden), en enkele belangrijke kenmerken van de bevolking: arbeidsparticipatie, etniciteit, leeftijdsopbouw en huishoudensamenstelling. De leefbaarheidsproblemen lijken in Lunetten tot 2002 te zijn toegenomen, maar daarna is er sprake geweest van een afname van de problemen. De ontwikkeling van de samenstelling van de bevolking baart wel zorgen voor de toekomst omdat het aantal ouderen en gezinnen met kinderen afneemt, terwijl het aantal jongeren tussen 10 en 19 jaar, het aantal eenoudergezinnen en het aantal Marokkanen in de wijk toenemen. Al die bevolkingskenmerken zijn belangrijke voorspellers voor toekomstige leefbaarheidsproblemen.
13
Kanskaart voor Lunetten
2
Wijkwijzers en Kanskaarten voor Lunetten In de rest van dit rapport zijn de Wijkwijzers en Kanskaarten opgenomen waarnaar in het voorgaande is verwezen. De technische toelichting op die Wijkwijzers en Kanskaarten is in het vorige hoofdstuk uitgebreid besproken. Er is bewust voor gekozen om de Wijkwijzers en Kanskaarten als zelfstandige pagina’s te presenteren, omdat de praktijk leert dat ze vaak los van de tekst in het rapport worden gebruikt als factsheets voor discussiebijeenkomsten op workshops.
14
Lunetten, Utrecht
rommel op straat
vernieling openbare werken
overlast door drugsgebruik
overlast dronken mensen
auto-inbraak
overlast jongeren
inbraak in woningen
fietsendiefstal
overlast van omwonenden
bekladding
Zie het rapport voor een toelichting.
Lunetten, Utrecht Index Overlast & Onveiligheid
score op de index (percentage) 50% tot 100% 45% tot 50% 40% tot 45% 35% tot 40% 0 tot 35%
Zie het rapport voor een toelichting.
Lunetten, Utrecht Rommel op straat
Mate waarin rommel op straat voorkomt weinig rommel
veel rommel
Zie het rapport voor een toelichting.
Lunetten, Utrecht Vernieling van openbare werken
Vernieling van openbare werken weing vern.
veel vern.
Zie het rapport voor een toelichting.
Lunetten, Utrecht Overlast door drugsgebruik
Mate van overlast door drugsgebruik weinig overlast
veel overlast
Zie het rapport voor een toelichting.
Lunetten, Utrecht Overlast van dronken mensen
Mate van overlast van dronken mensen weinig overlast
veel overlast
Zie het rapport voor een toelichting.
Lunetten, Utrecht Auto-inbraak
Aantal auto-inbraken weinig inbraken
veel inbraken
Zie het rapport voor een toelichting.
Lunetten, Utrecht Overlast van jongeren
Mate van overlast van jongeren weinig overlast
veel overlast
Zie het rapport voor een toelichting.
Lunetten, Utrecht Woninginbraak
Aantal inbraken in woningen weinig inbraken
veel inbraken
Zie het rapport voor een toelichting.
Lunetten, Utrecht Fietsendiefstal
Aantal gestolen fietsen weinig
Zie het rapport voor een toelichting.
veel
Lunetten, Utrecht Overlast van omwonenden
Mate van overlast van omwonenden weinig overlast
veel overlast
Zie het rapport voor een toelichting.
Lunetten, Utrecht Bekladding
Mate waarin bekladding voorkomt weinig
Zie het rapport voor een toelichting.
veel
Lunetten, Utrecht
Gebrek aan hogere inkomensgroepen Bloemkoolbebouwing (bouwperiode 1975-1985)
Hoogbouw
Sociale huurwoningen
Gebrekkige kwaliteit bebouwing
Fysieke woonomgeving
Langdurig werklozen (in kansrijke omgeving)
Werkloze jongeren in kansrijke omgeving
Gebrek aan zelfstandigen
Sociaal-economische positie
Omvang van de stad
Gebrek aan sociale samenhang
Bevolkingssamenstelling
Hangplekken
Café's
Winkelcentra
Jongeren in de buurt van winkels
Jongeren tussen 10 en 19 jaar
Schoolgebouwen
Afstand tot binnenstad
Zie het rapport voor een toelichting.
Gebrek aan gezinnen met kinderen
Gebrek aan ouderen
Antillianen in Marokkanen de omgeving in de omgeving
Lunetten, Utrecht Langdurige werkloosheid
Aantal langdurig werklozen (> 3 jaar) als percentage van de beroepsbevolking weinig
Zie het rapport voor een toelichting.
veel
Lunetten, Utrecht Jeugdwerkloosheid
Aantal werkloze jongeren (15-24 jaar) als percentage van de jonge beroepsbevolking weinig
Zie het rapport voor een toelichting.
veel
Lunetten, Utrecht Gebrek aan hogere inkomensgroepen
Aantal mensen met een hoog inkomen als percentage van de bevolking veel
Zie het rapport voor een toelichting.
weinig
Lunetten, Utrecht Gebrek aan zelfstandigen
Aantal zelfstandigen als percentage van de bevolking veel
Zie het rapport voor een toelichting.
weinig
Lunetten, Utrecht Gebrek aan gezinnen met kinderen
Aantal kinderen (0-9 jaar) als percentage van de bevolking veel
Zie het rapport voor een toelichting.
weinig
Lunetten, Utrecht Jongeren
Aantal jongeren (10-19 jaar) als percentage van de bevolking weinig
Zie het rapport voor een toelichting.
veel
Lunetten, Utrecht Gebrek aan ouderen
Aantal ouderen (65+) als percentage van de bevolking veel
Zie het rapport voor een toelichting.
weinig
Lunetten, Utrecht Antillianen
Aantal Antillianen als percentage van de bevolking weinig
Zie het rapport voor een toelichting.
veel
Lunetten, Utrecht Marokkanen
Aantal Marokkanen als percentage van de bevolking weinig
Zie het rapport voor een toelichting.
veel
Lunetten, Utrecht Sociale huurwoningen
Aandeel sociale huurwoningen weinig
Zie het rapport voor een toelichting.
veel
Lunetten, Utrecht langdurige werkloosheid
12%
aandeel Antillianen
4%
jeugdwerkloosheid
aandeel Marokkanen
8% 2% 4%
0%
0%
1997
1999
2001
2003
2005
2007
1997
1999
2001
2003
2005
2007
Etniciteit
Arbeidsparticipatie
Index Overlast & Onveiligheid 48% 44% 40% 36% 32% 1998
2000
2002
2004
2006
Huishoudens
Demografie jongeren (10 tm 19 jaar)
12%
gezinnen met jonge kinderen
15%
ouderen (65 jaar en ouder)
8%
10%
4%
5%
0% 1997
2008
eenoudergezinnen
0% 1999
2001
2003
2005
2007
Zie het rapport voor een toelichting.
1997
1999
2001
2003
2005
2007