Kadernota 2014 Gemeente Montferland
-2-
Gemeente MONTFERLAND
KADERNOTA 2014 T.B.V. DE (MEERJAREN)BEGROTING 2014 - 2017
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
-4-
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
INHOUDSOPGAVE
1. INLEIDING ........................................................................................................ 7 2. ONTWIKKELING BEGROTINGSSALDI 2014 - 2017 .................................................11 2.1 Algemeen ............................................................................................11 2.2 Begrotingssaldi 2014 - 2017 .........................................................................12 2.3 Toelichting op de begrotingssaldi 2014 - 2017 ................................................13 2.4 Conclusie ............................................................................................19 3. OVERIGE ONDERWERPEN ..................................................................................23 4. ALGEMENE RESERVE .........................................................................................33 5. BELEIDS- EN REKENTECHNISCHE UITGANGSPUNTEN BEGROTING..........................35 6. BESLUIT TOT VASTSTELLING VAN DE KADERNOTA ...............................................40
-5-
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
-6-
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
1. INLEIDING Voor u ligt de kadernota 2014, het eerste document uit de begrotingscyclus van 2014. Deze Kadernota is de laatste in deze raadsperiode. U staat, samen met het college, voor een uitdaging om de financiële huishouding op orde te houden, met name kijkend richting het meerjarenperspectief. Een eerste stap is in 2010 gezet middels de kerntakendiscussie. Op deze manier is het uitgangspunt, genoemd in het coalitieprogramma, “een gezonde financiële huishouding” bewerkstelligd. Maar de ontwikkeling van de economie is nog steeds niet gunstig. Mede door de sterke daling van het consumentenvertrouwen, de verslechterde (pensioen-) vermogenspositie en de dalende huizenprijzen (23% sinds 2008) verwacht het Centraal Planbureau (CPB) dat het begrotingstekort in 2013 3,3% bedraagt en 3,4% in 2014. De verwachting is wel dat de economie in 2014 weer groeit met 1%. Deze voorzichtige groei komt bijna volledig voort uit de aantrekkende wereldhandel. Door het Kabinet zijn de nieuwe bezuinigingen gepresenteerd (het Regeerakkoord). Het Regeerakkoord vraagt van iedereen een bijdrage, ook van gemeenten. Voor de gemeenten ziet het kabinet een belangrijke rol bij het overnemen van rijkstaken. Tot op heden houden de verslechterde economische en financiële vooruitzichten aan. Voor dit jaar leidt dit niet tot extra bezuinigingen of lastenverzwaringen. Voor het jaar 2014 kondigde het kabinet - bovenop het regeerakkoord - een pakket maatregelen af ter waarde van € 4,3 miljard netto. Inmiddels is een akkoord gesloten tussen sociale partners en het kabinet. Ze noemen het akkoord het zgn. Sociaal akkoord. Het pakket maatregelen kost € 600 miljoen, dat overigens geen weerslag heeft op het gemeentefonds omdat ze vallen in het domein van sociale zekerheid. In hoofdstuk 2 komen we hier nader op terug. In de raadsvergadering van 30 mei jl. is de jaarrekening over het jaar 2012 aan u ter vaststelling voorgelegd. Evenals deze kadernota een document uit de planning en controlcyclus; de Jaarstukken 2012 zijn het sluitstuk over het verslagjaar 2012 en de Kadernota 2014 blikt vooruit en is het eerste document voor het nieuwe cyclusjaar 2014. Het moment van presentatie van beide documenten volgt elkaar op; echter de cycli zijn verschillend. In figuur 1 is de begrotingcyclus voor 2014 weergegeven. Figuur 1: P & C – cyclus 2013 Jaren Begrotingsjaar 2013 Maanden
Raad
m j
Kadernota 2014
j
a
s
o
n
Begrotingsjaar 2014 d
j
f
m a
m j
Programmabegroting 2014 - 2017
j
a
s
Berap 2014 (stand 1/7)
Begrotingsjaar 2015 o
n
d
j
f
m
a
m j
Jaarverslag/rekening 2014
Doel Kadernota 2014 De Kadernota 2014 heeft als doel u te informeren over de ontwikkelingen waarbij de financiële positie centraal staat en waarbij de nadruk ligt op het toekomstperspectief voor de jaren 2014 2017. Op basis van deze informatie worden de financiële mogelijkheden in beeld gebracht en worden oplossingsrichtingen aan uw raad voorgelegd. Naast deze ontwikkelingen worden ook de rekentechnische en beleidsuitgangspunten voor de aanstaande begroting vastgesteld. Besluitvorming zal uiteindelijk bij het vaststellen van de programmabegroting 2014 zijn beslag krijgen. De Kadernota is als volgt opgebouwd: In hoofdstuk 2 is het financiële meerjarenperspectief opgenomen. De geschetste ontwikkelingen worden toegelicht; In hoofdstuk 3 gaan we in op onderwerpen die specifieke aandacht verdienen, zoals paraplunota, decentralisaties sociaal domein, herontwerp programmabegroting etc.; Hoofdstuk 4 gaat in op de positie van de Algemene Reserve; In hoofdstuk 5 zijn de beleids- en rekentechnische uitgangspunten voor de begroting 2014 opgenomen;
-7-
j
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
In hoofdstuk 6 het besluit tot vaststelling. Financiële ontwikkelingen De basis voor het bepalen voor de financiële toekomstige ontwikkelingen vormt de op 8 november 2012 vastgestelde begroting 2013 – 2016: een begroting, waarbij Montferland inzet op werkgelegenheid (vanwege de economische crisis) en waarbij de (rijks)bezuinigingen centraal staan (o.a. uit het zgn. Lenteakkoord).
Na de vaststelling van de begroting 2013 zijn er diverse ontwikkelingen die grote effecten op de taken en / of financiële positie van de gemeente (gaan) hebben. Probleem is echter dat informatie over de Rijksmaatregelen en de transities in het sociale domein fragmentarisch en vaak nog op macroniveau tot ons komt. De effecten kunnen derhalve nu nog niet goed of volledig ingeschat worden. In december jl. is de decembercirculaire verschenen. Deze bevatte richtinggevend nieuws over de effecten van het regeerakkoord. Denk aan accressen, afschaffing BTW Compensatie Fonds, korting op onderwijshuisvesting, vermindering raadsleden enzovoort. Maar over de decentralisatie van taken naar gemeenten is amper iets gemeld. Er ontbreekt nog teveel informatie om op microniveau de gevolgen van het regeerakkoord 2012 voor onze gemeente te kunnen afleiden. Verder is begin februari jl. een financieel onderhandelaarsakkoord tussen Rijk – VNG e.a. afgesloten. De gemeente Montferland heeft niet ingestemd met het ‘onderhandelaarsakkoord’. Ondanks de nodige bezwaren en tegenstemmers is de meerderheid van gemeenten toch akkoord gegaan. Tot slot is er begin april jl. een akkoord gesloten tussen sociale partners en het kabinet, het zgn. Sociaal akkoord. Op basis van de macro-informatie in de decembercirculaire in samenhang met het financieel onderhandelaarsakkoord Rijk – VNG e.a. is een inschatting gemaakt van de korting op het Gemeentefonds. Hopelijk geeft de mei- en /of septembercirculaire meer duidelijkheid, zodat er meer inzicht komt hoe ons financiële beeld er voor de komende jaren uit zal zien. In deze Kadernota doen we de nodige aannames, welke zijn afgeleid van macrocijfers en ervaringscijfers. In hoofdstuk 2 en 3 komen we hier nader op terug. De kans is zeer groot dat de aannames (met name in negatieve zin) in de loop van 2013 zullen moeten worden bijgesteld.
-8-
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
Resumerend is het beeld als volgt. Ter vergelijking laten we de saldi uit de programmabegroting 2013 ook zien. Tabel 1: begrotingssaldi 2014 - 2017 2014
2015
(bedrag x € 1.000) 2016 2017
Saldo cf. programmabegroting 2013
398
-258
157
157
Verwachte begrotingssaldi 2014 – 2017
450
-491
-722
-989
"-"
= een negatief resultaat
De conclusie is dat de financiële situatie voor onze gemeente vanaf 2015 verslechtert ten opzichte van de begroting 2013 - 2016. Echter, de (financiële) toekomst van gemeenten verkeert in grote onzekerheid. Bovenstaande cijfers zijn voornamelijk gebaseerd op macrocijfers. Verder kunnen een aantal ontwikkelingen financieel nog niet vertaald worden. De verwachting is dat deze onzekere ontwikkelingen een verder neerwaarts effect zullen hebben op de saldi. Bij de begroting 2010 is vroegtijdig geanticipeerd, middels een kerntakendiscussie, op de destijds gepresenteerde tekorten oplopend tot € 3 miljoen. Achteraf is dit een zeer verstandig besluit geweest. Hierdoor hebben we de afgelopen drie jaar relatief gemakkelijk een sluitende begroting kunnen presenteren. De uitdaging voor de nieuwe gemeenteraad zal de komende jaren voornamelijk liggen in het op orde krijgen van de financiële huishouding, vooruitkijkend naar de externe ontwikkelingen die op de gemeente gaan afkomen. Om hieraan, in de periode 2014 - 2017, invulling te kunnen geven dienen er duurzame besluiten te worden genomen die leiden tot structurele verlagingen aan de lastenkant dan wel structurele verhogingen aan de batenkant. Bij de vaststelling van de begroting 2014 willen we hierover met u van gedachten wisselen. Bestuurlijk behandel- en besluitvormingstraject Kadernota 2014 Tot slot vermelden wij het verdere bestuurlijke behandel- en besluitvormingstraject van de Kadernota 2014: Dinsdag 4 juni 2013 : Behandeling commissie Ruimte en Financiën; Donderdag 27 juni 2013 : Besluitvorming door de raad.
-9-
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
- 10 -
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
2. ONTWIKKELING BEGROTINGSSALDI 2014 - 2017 2.1 Algemeen Aantal woonruimten en inwoners Het aantal inwoners blijft al enige jaren schommelen rond de 35.000 inwoners, ondanks de groei van de woningvoorraad. 1-1-2005: 35.263 1-1-2006: 35.190 1-1-2007: 35.060 1-1-2008: 34.994 1-1-2009: 35.094 1-1-2010: 35.179 1-1-2011: 34.972 1-1-2012: 35.046 1-1-2013: 34.833 1-1-2014: 34.880 (prognose) De komende jaren zal het aantal woningen verder toenemen. In deze Kadernota worden inkomsten en uitgaven 2014 – 2017 geraamd op basis van de verwachte stand van de woningvoorraad per 1 januari 2014. Het is op dit moment onduidelijk in hoeverre de toename zijn weerslag heeft op het aantal inwoners, maar ook op de uitgaven en inkomsten. Vast staat dat een daling van ons inwonertal (bij een gelijkblijvende inwonertal in heel Nederland) een negatieve invloed heeft op de hoogte van de Algemene uitkering. De bevolkingssamenstelling laat een duidelijke afname van het aantal jongeren en een toename van het aantal ouderen zien. Dit heeft ook zijn weerslag op de gemiddelde woningbezetting: deze neemt nog steeds af. Onderstaande figuur bevestigt dit. Figuur 2: Gemiddelde woningbezetting 2005 - 2014
Kijkend naar figuur 2 signaleren we dus een verandering van de huidige bevolkingssamenstelling in de toekomst in de gemeente Montferland. Het is van belang nu reeds op te merken dat deze verandering ook gevolgen heeft voor de gemeentelijke financiële huishouding. Met name als gevolg van een verdergaande vergrijzing en ook extramuralisering (zo lang mogelijk “zorg thuis”) zullen de kosten voor de gemeente fors toenemen. Gevolgen doen zich bijvoorbeeld voor bij de verstrekking van hulp bij het huishouden, het gebruik van vervoer en de kosten voor gezondheidszorg. Om de stijgende kosten enigszins in de hand te houden is in 2011 het beleidsplan “beheersing kosten Wmo” vastgesteld. Ook wordt er een afname geconstateerd in draagvlak voor voorzieningen en er zullen nieuwe / andere voorzieningen nodig zijn. Naast toename van de kosten is de verwachting dat de inkomsten gaan dalen, met name grondopbrengsten en gemeentefonds. Inmiddels ligt er een conceptrapport inzake de demografische ontwikkelingen op beleidsvelden en de consequenties daarvan. Hierover zult u te zijner tijd nader worden geïnformeerd.
- 11 -
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
Budgetontwikkelingen Na het vaststellen van de Programmabegroting 2013 – 2016 zijn er de nodige financiële ontwikkelingen op ons af gekomen. Voor het actualiseren van het financieel meerjarenperspectief brengen wij in deze Kadernota de belangrijkste structurele financiële ontwikkelingen in beeld. Naast deze budgetbijstellingen gaan we in op een aantal kostencomponenten, die een dermate groot aandeel hebben in de totale begrotingsomzet, dat het interessant is om te beoordelen of we hier alvast een doorkijk naar volgende jaren kunnen maken. Het gaat hier om de kapitaallasten (investeringen), de nominale ontwikkelingen (de loonkosten en de prijsstijgingen) en het nieuw beleid. Incidentele voor- en nadelen zullen in 2013 ook leiden tot bijstellingen van diverse budgetten. Deze incidentele afwijkingen hebben echter geen invloed op de ontwikkeling van onze begrotingssaldi 2014 – 2017 en maken derhalve geen deel uit van deze Kadernota. De gevolgen van de economische crisis hebben nog steeds impact op een aantal budgetten. Daarnaast zijn er de bezuinigingen vanuit het Rijk die uit het Regeerakkoord voortvloeien en die op termijn impact zullen hebben voor de gemeente. Verderop in hoofdstuk 2 zullen we nader op het Regeerakkoord en de economische crisis ingaan.
2.2 Begrotingssaldi 2014 - 2017 Terugblik De basis voor het bepalen van de financiële toekomstige ontwikkelingen vormt de begroting 2013. In meerjarenperspectief (muv jaarschijf 2015) heeft die begroting een overschot, met dien verstande dat: voor de jaarschijf 2013 en 2014 de bezuinigingen middels een Kerntakendiscussie moeten worden gerealiseerd tot oplopend minimaal € 2,1 miljoen; vanaf de jaarschijf 2014 de aanvullende bezuiniging op personeel (incl. externen) nog moet worden gerealiseerd; de decentralisatiekortingen van de transities volledig worden opgevangen door lagere kosten. Hieronder de begrotingssaldi uit de begroting 2013. Tabel 2: saldi begroting 2013 – 2016 bij vaststelling 8 november 2012 2014 Saldo cf. programmabegroting 2013
"-"
398
= een nadeel c.q. negatief resultaat
- 12 -
(bedrag x € 1.000) 2015 2016 -258
157
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
Begrotingssaldi 2014 - 2017 Wij gaan nu in op de diverse ontwikkelingen voor de jaarschijven 2014 – 2017. De jaarschijf 2017 maakt geen deel uit van de (meerjaren)begroting 2013 – 2016. Het saldo is gelijk gehouden aan die van de jaarschijf 2016. Tabel 3: verwachte saldi begroting 2014 – 2017 2014 Saldi begroting 2013, jaarschijven 2014–2017
398
A. Budgetbijstellingen B. Kapitaallasten C. Nominale ontwikkelingen: loon- prijsstijgingen (netto) D. Voortgangsrapportage kerntakendiscussie, 5% korting en overige bezuinigingen E. “Aanvullende” bezuinigingen Regeerakkoord F. Gevolgen economische crisis G. Nieuw beleid 2014 – 2017 (incl. coalitieakkoord) Verwachte begrotingssaldi 2014 – 2017
"-"
-
33 50 50
2015 -
258
157
157
-
72 50 50
101 50 50
127 50 50
405 -
273 659 PM 450
(Bedragen x € 1.000) 2016 2017
-
-
-
446
446
446
420 331 PM
- 1.095 331 PM
- 1.488 231 PM
- 491
- 722
- 989
= een nadeel c.q. negatief resultaat
Zoals uit tabel 3 blijkt zal er naar de huidige inzichten vanaf het jaar 2015 een begrotingstekort ontstaan. Net als voorgaande jaren past uiteraard de opmerking dat de betrouwbaarheid van de begrotingssaldi afneemt naarmate de jaren meer in de toekomst liggen.
2.3 Toelichting op de begrotingssaldi 2014 - 2017 A. Budgetbijstellingen Diverse ontwikkelingen leiden tot een positieve / negatieve bijstelling van het (structurele) begrotingsresultaat. Hierna brengen wij de op dit moment reeds bekend zijnde bijstellingen in beeld. Tabel 4: A - Budgetbijstellingen Uitbreiding bestaand beleid / beïnvloedbaar Als gevolg van bestuursbesluiten Autonoom en niet / moeilijk beïnvloedbaar Eindtotaal
"-"
2014 15 3 45
2015 15 4 83
33
72
(bedrag x € 1.000) 2016 2017 15 15 4 5 112 137 101
127
= een nadeel c.q. negatief resultaat
De budgetbijstellingen zijn vooralsnog indicatief. Bij de begroting 2014 zullen de budgetbijstellingen nader worden gespecificeerd. Hierna volgt een korte toelichting op de belangrijkste budgetbijstellingen. Uitbreiding bestaand beleid / beïnvloedbaar (vanaf € 50.000) Geen noemenswaardige budgetbijstellingen. Als gevolg van bestuursbesluiten (vanaf € 50.000) Geen noemenswaardige budgetbijstellingen. Autonoom en niet / moeilijk beïnvloedbaar (vanaf € 50.000): De bestaande regeling voor vervroegd pensioen wordt in de komende jaren versneld afgebouwd. Daardoor komen er minder mensen voor in aanmerking en dit betekent dat de gemeentelijke bijdrage ook wordt afgebouwd. Naar verwachting is de regeling met ingang van 2016 afgelopen. Het voordeel loopt op van een bedrag van € 100.000 in 2014 tot € 135.000 vanaf 2016;
- 13 -
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
Enkele ontwikkelingen laten zich nog niet goed inschatten en zijn niet meegenomen in het overzicht. Wij noemen hier een mogelijke bijdrage in de exploitatie 2014 van Wedeo, alsmede een mogelijke financieel nadeel, voortvloeiend uit de lagere gronddekking van de grondexploitatie Sportcomplex Montferland. Zie hiervoor ook de toelichting in paragraaf 3.3 “Bouwgrondexploitaties woningbouw en bedrijventerreinen”. B. Kapitaallasten In de begroting 2014 zullen de kapitaallasten (rente- en afschrijvingen) opnieuw worden berekend. Van belang zijn hierbij de volgende aspecten: hoe ontwikkelen zich de boekwaarden van de activa en de grondexploitatie?; zijn er in de periode 2014 – 2017 vaste geldleningen die aflopen en/of moeten er nieuwe geldleningen worden aangetrokken?; hoe ontwikkelt zich de rente op de kapitaal- en geldmarkt?; hoe ontwikkelt zich onze reserve- en voorzieningenpositie? Mutaties op al deze terreinen leiden er toe dat het totaal aan kapitaallasten (ca € 9,6 mln.) in positieve of negatieve zin moet worden bijgesteld. Definitief inzicht in al deze aspecten komt aan bod bij het opstellen van de begroting. In de loop van 2013 moeten enkele grote projecten worden gefinancierd, zoals de bouw van de Brede scholen Noord en Zuid, aanleg Zuidelijke Randweg en de verbouw van het pand Bergvredestraat tot nieuw gemeentehuis. De financieringsbehoefte in 2013 ligt tussen de € 15 tot € 20 mln. Gelet op de lage rentestand zal in het 3e kwartaal van 2013 ter financiering van deze projecten een lange geldlening moeten worden aangetrokken. Overige projecten kunnen waarschijnlijk worden gefinancierd met opbrengsten uit de grondexploitatie en de verkopen van gemeentelijke gebouwen. Voor de begroting verwachten wij in de exploitatie een voordeel van circa € 50.000 op de kapitaallasten. Op dit moment is de rente op de geldmarkt dusdanig laag, dat we als uitgangspunt blijven hanteren dat tot aan de kasgeldlimiet 1% rente verschuldigd is. Daarentegen hanteren we een percentage van 3% voor rente op de kapitaalmarkt, gelijk aan vorig jaar. Het Centraal Plan Bureau voorziet dat de huidige lage rentestand zich voortzet in 2014. Indien de daadwerkelijke rente in 2014 afwijkt van de verwachte 3%, betekent dit ook een afwijking in de rentelasten. C. Nominale ontwikkelingen: loonkosten en prijsstijgingen 2014 Loonkosten Totaal is hier in de begroting circa € 15,4 mln. mee gemoeid. We hechten belang aan het kritisch blijven volgen van deze kosten. De ontwikkeling van de personeelskosten alsmede de benodigde formatieomvang wordt dan ook periodiek gemonitord. De loonkosten zullen in 2014 toenemen als gevolg van de reguliere periodieke verhogingen met circa € 75.000. De loonstijgingen als gevolg van de loonindexering (Cao-ontwikkeling, premieafdrachten e.d.) ramen we voorshands op 2% (bron: Centraal Economisch Plan (CEP) 2013), hetgeen een kostenverhoging van ca. € 300.000 betekent. Ook deze kosten hebben een structurele doorwerking voor 2014 en volgende jaren. De onderhandelingen voor een nieuwe cao gemeenten lopen momenteel nog. Totaal ramen we de meerkosten derhalve op € 375.000. Prijsstijgingen In het CEP 2013 wordt een prijsstijging verwacht van 1,75%. De totale meerkosten van de prijsstijgingen zullen ca. € 220.000 bedragen. Daarboven op zullen ook de prijsaanpassingen van de budgetsubsidies leiden tot meerkosten (circa € 70.000).
- 14 -
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
Uiteraard zullen we al deze aanpassingen op detailniveau verwerken in de begroting 2014. De dekking van deze meerkosten zal met name moeten worden gevonden in het accres (de volumegroei) van de Algemene uitkering, waarin een gedeeltelijke compensatie voor de toename van loonkosten en prijsstijgingen wordt geacht te zijn opgenomen. Voor Montferland gaan we voorshands uit van een bedrag van ca. € 450.000. Voor het overige zal compensatie moeten worden gevonden in een indexering van de eigen inkomsten. Op basis van ervaringen gaan we voorshands uit van een inkomstenverhoging van € 165.000. Per saldo ramen we voor de nominale ontwikkelingen een netto kostenpost van: Loonkosten - € 375.000 Prijsstijgingen (incl. budgetsubsidies) - € 290.000 Subtotaal - € 665.000 Compensatie Gemeentefonds € 450.000 Specifieke uitkeringen / eigen inkomsten € 165.000 Subtotaal € 615.000 _________ Netto kosten € 50.000 D. Voortgangsrapportage kerntakendiscussie, 5% korting en overige bezuinigingen Het doel van de kerntakendiscussie (KTD) was om vanaf 2011 te kunnen werken met een takenpakket dat past bij de schaal van de gemeente Montferland en op basis van een gezonde financiële huishouding die hierbij past. Het totale resultaat van de KTD is afgerond € 2,1 miljoen oplopend tot in 2014 (exclusief korting personeel). In de kadernota 2010 is ook besloten om als aanvullende dekkingsmaatregel vanaf 2013 een korting van 5% te hanteren op alle beïnvloedbare budgetten (inclusief de subsidies). Deze maatregel is genomen uit solidariteit naast de destijds nog te voeren KTD. De jaren 2011 en 2012 werden beschouwd als overgangsjaren. Vanaf 2011 ligt de nadruk op het daadwerkelijk realiseren van de bezuinigingen uit de KTD en de 5% korting. Op dit moment zijn de bezuinigingen voor circa 93% daadwerkelijk gerealiseerd. Hieronder volgt een overzicht van de voortgang van de KTD. Tabel 5: Uitkomsten voortgangsrapportage KTD en 5% korting 2011
2012
(bedrag x € 1.000) 2013 2014
360 0 0
1.093 0 75
1.420 0 124
1.775 0 160
360
1.168
1.544
1.935
67 0 0
81 0 0
759 0 18
753 0 24
67
81
777
777
Totaal 100% gerealiseerd cf besluit Nog lopend proces Niet of slechts gedeeltelijk gerealiseerd
427 0 0
1.175 0 75
2.179 0 142
2.527 0 184
Totaal
427
1.250
2.321
2.711
Kerntakendiscussie 100% gerealiseerd cf besluit Nog lopend proces Niet of slechts gedeeltelijk gerealiseerd Totaal Kerntakendiscussie 5%-kortingsmaatregel 100% gerealiseerd cf besluit Nog lopend proces Niet of slechts gedeeltelijk gerealiseerd Totaal 5%-kortingsmaatregel
Geconstateerd moet worden dat voor afgerond € 184.000 aan harde maatregelen nog gerealiseerd moet worden.
- 15 -
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
In deze Kadernota wordt voorgesteld de volgende posten bij het saldo van de begroting 2014 en verdere jaren te betrekken (als verlies te nemen): Muziekonderwijs Het subsidiebeleid van het muziekonderwijs wordt geharmoniseerd. Het Musiater wordt voor de jaren 2013 en 2014 gecompenseerd. Hierdoor wordt incidenteel de ingeboekte bezuiniging niet behaald. Vanaf 2015 wordt de opgelegde bezuiniging uit de kerntakendiscussie gerealiseerd. Kunstbevordering en –beoefening Door autonome ontwikkelingen, als toename van het aantal onderdelen muziekverenigingen, wordt de bezuiniging uit de kerntakendiscussie deels niet gerealiseerd. Vanaf 2013 dient een bedrag van € 9.000 structureel te worden bijgeraamd. Bovenstaande voorstellen leiden tot de volgende bijstellingen: Tabel 6: Budgetbijstellingen KTD 2014 41 9
Muziekonderwijs Kunstbevordering en –beoefening
Eindtotaal
"-"
(bedrag x € 1.000) 2016 2017
2015 -
5 0
9 -
-
9
9 -
9
-
9 -
9
= een nadeel c.q. negatief resultaat
Overige bezuinigingen In de begroting 2013 zijn diverse maatregelen doorgevoerd om de verwachte structurele tekorten terug te brengen naar een aanvaardbaar niveau. Bij één van deze maatregelen treedt een fikse meevaller op, namelijk bij de WMO-huishoudelijke verzorging: voor de uitvoering van de voorstellen uit het Beheersplan WMO is in de begroting 2013 nog een stelpost ingeboekt van € 311.000 (bovenop de in de KTD opgenomen besparingen). Thans blijken de besparing deze € 311.000 ruim te overstijgen en lopen ze zelfs op tot ruim € 750.000. Voorgesteld wordt de onderstaande posten te betrekken bij de begroting 2014 en verdere jaren. Tabel 7: Budgetbijstellingen overige bezuinigingen 2014 Verder uitwerking van het ingezette beleidsplan ‘beheersing kosten WMO’ Eindtotaal
"-"
2015
2016
(bedrag x € 1.000) 2017
455
455
455
455
455
455
455
455
= een nadeel c.q. negatief resultaat
E. “Aanvullende” bezuinigingen uit het Regeerakkoord Op basis van de macro-informatie over de uitwerking van het Regeerakkoord in de decembercirculaire 2012 is in samenhang met het financieel onderhandelaarsakkoord Rijk – VNG e.a. een inschatting gemaakt van de korting op het Gemeentefonds. Over de maatregelen, die al wel redelijk bij benadering kunnen worden berekend, is de conclusie dat de pijn nog niet gaat zitten in 2014. Vanaf 2015 loopt de korting echter sterk op nl.: Tabel 8: Budgetbijstellingen overige bezuinigingen Gemeentefonds
Maatregel Gevolgen Montferland "-" = een nadeel c.q. negatief resultaat
2014 273
(bedrag x € 1.000)
2015 420
2016 -1.095
2017 - 1.488
Daarnaast: recent is het Sociaal akkoord gesloten waardoor de eerder beoogde € 4,3 mld. (nadelige doorwerking naar het Gemeentefonds bedroeg voor Montferland € 273.000) voorlopig van de baan is. Hierover het volgende: Het Sociaal akkoord heeft vooral als doel vertrouwen te herstellen zodat de Nederlandse bevolking weer meer gaat besteden. Crisisteams van de sociale partners en het kabinet gaan aan de slag om op korte termijn werkgelegenheid te scheppen. In augustus wordt bekeken wat het effect is op de economie.
- 16 -
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
Ondertussen is de 3% norm nog steeds het uitgangspunt op de begroting 2014. Mocht deze alsdan nog steeds overschreden worden, dan zullen de bezuinigingsmaatregelen weer uit de ijskast gehaald worden en - wellicht in aangepaste vorm - in procedure gebracht worden. De reeks uit de tabel kan in verband hiermee in de septembercirculaire negatief worden bijgesteld. Verder is het belangrijk om te vermelden dat bij bovenstaande genoemde kortingen nog geen duidelijkheid wordt gegeven in andere ontwikkelingen die worden genoemd in het Regeerakkoord. Deze kunnen zelfs bij benadering niet financieel vertaald worden: Gevolgen transities (Jeugdzorg, WMO-begeleiding, Participatiewet); Herijking Gemeentefonds; Bezuiniging op apparaatskosten gemeenten door fusie naar 100.000+ gemeenten. Onduidelijk is of de bezuiniging op het Gemeentefonds neerslaat of alleen voor de samen te voegen gemeenten; Het BTW-Compensatiefonds (BCF) is niet langer een open-einde regeling, maar krijgt een plafond, dus met aanzienlijke risico’s; Bezuiniging op cluster onderwijs van macro € 256 mln. De wijze van verdeling is onduidelijk; Aanzienlijke kortingen op de WMO-HV. De open-einde regeling wordt een voorziening en het gemeentelijk budget loopt in 2016 met 40% terug. Mocht hier meer duidelijkheid over komen, dan heeft dit negatieve gevolgen voor de begrotingssaldi. Anticiperend op bovenstaande zijn we binnen onze organisatie gestart met het opstellen van een paraplunota om de effecten van o.a. het regeerakkoord qua taken en financiën van de gemeente in beeld te brengen en te gaan beheersen. In hoofdstuk 3 komen we hier nader op terug.
- 17 -
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
F. Economische crisis De economische crisis houdt aan. Dit levert de nodige risico’s en financiële consequenties op voor de volgende budgetten: Inkomensvoorzieningen (WWB etc.); Minimabeleid Leges omgevingsvergunningen; Algemene uitkering Algemeen Het huidige uitgangspunt in de begroting 2013 is dat de gevolgen van de crisis nog maar voor 50% van invloed zijn op de ramingen in 2014, 25% in 2015 en niet meer in 2016. Dit uitgangspunt lijkt niet meer realistisch. Als uitgangspunt wordt thans uitgegaan van een langer voortduren van de crisis en de naijleffecten. De financiële nadelen treden op gedurende de gehele ramingsperiode uit deze Kadernota, dus tot en met 2017. Voor de leges omgevingsvergunning ligt dit genuanceerder. De ontwikkelingen van bedrijventerrein EBT zal naar verwachting een positieve uitwerking hebben op de legesontvangsten. Inkomensvoorzieningen (WWB etc.) T.o.v. de ramingen in de begroting worden de ramingen aanzienlijk bijgesteld (ca. € 700.000). Dit geldt voor zowel uitgaven als rijksbudget. Nog belangrijker is echter het feit dat de gewijzigde crisisuitgangspunt geen noemenswaardige budgettaire gevolgen heeft. Onveranderd gaan we ervan uit dat de uitvoering van de WWB een tekort heeft van 5%. Een groter tekort wordt aangezuiverd vanuit de MAU. Door het voortduren van de crisis is het noodzakelijk gebleken de tijdelijke formatie-uitbreiding voor 2013 en 2014 te continueren en uit te breiden. De meerkosten hiervoor in 2014 bedragen € 178.000. In hoofdstuk 3 zal nog nader worden ingegaan op de werkgelegenheid binnen onze gemeente. Minimabeleid In 2012 is duidelijk geworden dat door de toename van het cliëntenbestand het beroep op de minimaregelingen toeneemt. Daarom zijn de ramingen in de Kadernota bijgesteld met ca. € 180.000. Leges omgevingsvergunningen De crisis heeft landelijk zijn effecten op het bouwvolume en bijvoorbeeld de realisatie van verbouwingen. De opbrengsten van de leges bouwvergunningen zijn tot 2012 op normaal niveau gebleven (ruim € 1.200.000). In 2013, tot op heden, lopen de werkelijke inkomsten van de leges bouwvergunningen achter ten opzichte van de raming. Naar verwachting zal de totale opbrengst voor 2013 tegenvallen. In afwijking van het algemene uitgangspunt wordt er van uitgegaan dat de opbrengst leges omgevingsvergunningen voor 2014 met € 300.000, voor de jaren 2015 en 2016 met € 150.000 en voor 2017 met € 50.000 lager zal uitvallen. Algemene uitkering De verdeelmaatstaf “Aantal bijstandsontvangers” is fors toegenomen en bijgesteld ten opzichte van de begroting 2013. Hierdoor is de Algemene uitkering hoger, namelijk ruim € 200.000. Grondexploitatie Het economische klimaat is nog steeds niet optimaal. Zoals bekend stellen geldgevers voor het verstrekken van hypothecaire geldleningen steeds hogere eisen. Een aantal bouwgrondexploitaties staat behoorlijk onder druk. De uitgifte van gronden stagneert met als gevolg een toename van de boekwaarden, dus hogere rentelasten. De looptijd van een drietal complexen is met enkele jaren verlengd, te weten: P.370: Kerkwijk, P.810: Euregionaal Bedrijventerrein en P.830: Matjeskolk. In 2012 is voor wat betreft de woningbouwkavels in totaal van 0,8 ha verkocht, o.a. DidamKerkwijk (1.358 m2), Loil-Kloosterstraat (4.000 m2 / afgenomen door één grondeigenaar), KilderZinderberg (810 m2) en Zeddam-Van Ditshuizen (1.375 m2).
- 18 -
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
Onze bouwgrondexploitaties bestaan uit: in exploitatie genomen gronden (IEGG) en niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) o.a. ’s-Heerenberg-Uitbreiding Euregionaal Bedrijventerrein (P.840) in relatie tot Doetinchem-A18 Bedrijvenpark. Bij P.370: Kerkwijk; P.450: Mr. Vermeulenstraat; P.810: Euregionaal Bedrijventerrein en P.830: Matjeskolk constateren wij een vertraging / stagnering in de uitgifte van kavels. Dit heeft vooral als oorzaak de economische (krediet)crisis. Een vertraging leidt tot een toename van rentelasten en plankosten (doorberekening interne uren). In hoofdstuk 3 zal nader worden ingegaan op de belangrijkste complexen binnen onze gemeente. G. Nieuw beleid 2014 – 2017 Als uitgangspunt wordt het nieuw beleid uit het coalitieprogramma 2010 – 2014 genomen. Al het afwijkend nieuw beleid (dus wat niet staat vermeld in het coalitieprogramma) wordt als “extra” beschouwd. Hieronder volgt de uitsplitsing van het nieuw beleid en de daarbij behorende bedragen: Tabel 9: Nieuw beleid 2014 - 2017 2014 Nieuw beleid (verwoord in het coalitieprogramma) Bijdrage uit de reserve Grondexploitatie “Extra” nieuw beleid incl. r/a uitbreidingsinvesteringen Totaal nieuw beleid
(bedrag x € 1.000) 2016 2017
2015
-715
0
0
715
0
0
0 0
-1.250
-555
-505
-270
-1.250
-555
-505
-270
In de totaalopzet zijn deze bedragen niet meegenomen. Het coalitieprogramma 2010 - 2014 is leidend voor het nieuw beleid. Voorgesteld wordt het “extra” nieuw beleid in principe niet mee te nemen bij de begroting 2014, tenzij uitruil met het coalitieakkoord (voor 2014) plaatsvindt. Het nieuw beleid uit het coalitieprogramma 2010 - 2014 wordt gedekt uit de reserve coalitieakkoord. De reserve coalitieakkoord wordt gevoed door de reserve grondexploitatie. De reserve grondexploitatie bedraagt ultimo 2012 echter € 0,639 miljoen, terwijl deze volgens de Nota Reserves en Voorzieningen 2010 een minimumomvang van € 0,75 miljoen zou moeten hebben. De reserve grondexploitatie laat een grillig verloop zien. De verwachting is dat vanaf 2015 de reserve vanuit de uit de grondexploitatie te realiseren voordelen weer boven het gewenste niveau wordt gebracht.
2.4 Conclusie Bij het geschetste financiële beeld zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: in het financiële meerjarenbeeld zitten een aantal posten met een p.m.-raming; er is geen bedrag voor nieuw beleid /uitbreidingsinvesteringen opgenomen; er wordt van uit gegaan dat de restant bezuinigingstaakstellingen uit de kerntakendiscussie en de 5%-kortingsmaatregel volledig wordt gerealiseerd; de decentralisatiekortingen van de transities door Montferland worden volledig opgevangen door lagere uitvoeringskosten; de “aanvullende” bezuinigingen van het Regeerakkoord zijn op basis van macro-informatie doorgerekend. Nog niet alle ontwikkelingen zijn financieel vertaald. Mocht hier meer duidelijkheid over komen, dan heeft dit negatieve gevolgen voor de begrotingssaldi; de aangevraagde Meerjarige Aanvullende Uitkering (MAU) voor het tekort op de inkomensvoorzieningen (m.n. WWB) voor de jaren 2013 – 2015 wordt toegekend. Omdat op dit moment onbekend is in hoeverre de uitgangspunten realistisch zijn, vormen ze tevens een risicofactor.
- 19 -
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
Gelet op de verwachte saldi en de gehanteerde uitgangspunten zijn de vooruitzichten slechter dan verwacht in de begroting 2013-2016. Bij het opstellen van de ramingen voor de begroting 2014 is het wel noodzaak om de ramingen wederom zeer behoudend op te stellen. Dekking van verwachte tekorten: structureel Resumerend is het beeld als volgt: Tabel 10: begrotingssaldi 2014 - 2017 2014 Verwachte begrotingssaldi 2014 – 2017 "-"
450
(bedrag x € 1.000) 2016 2017
2015 -
491
-
722
-
989
= een negatief resultaat
Het College van Gedeputeerde Staten (G.S.) van Gelderland is als toezichthoudend orgaan van oordeel dat, ondanks de sombere financiële vooruitzichten die elke gemeente treft, de begroting 2014 (structureel) sluitend is en / of het meerjarenbeeld structureel sluitend dient te zijn. G.S. impliceert dat de omstandigheden het verdedigbaar maken voor de tussenliggende jaartekorten incidentele middelen kunnen worden ingezet om de gevolgen van de crisis en het Regeerakkoord op te kunnen vangen. Concreet houdt dit in dat de jaarschijf 2017 weer structureel sluitend dient te zijn. De extra bezuinigingen uit het Regeerakkoord (samen met de aanhoudende economische crisis) hebben forse consequenties voor de huishouding van gemeenten. Om de begroting weer structureel sluitend te krijgen zullen maatregelen noodzakelijk zijn. Uitgangspunt is een structureel sluitende begroting voor het jaar 2014. Meerjarig, vanaf 2015, dienen er maatregelen te worden getroffen. Alle opties hierin zijn open, zoals herijking van taken, bezuinigingsoperatie, belastingverhoging, etc. Ambtelijk worden hiervoor inmiddels voorbereidingen getroffen. Bij de vaststelling van de begroting 2014 willen we hierover met u van gedachten wisselen.
- 20 -
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
- 21 -
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
- 22 -
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
3. OVERIGE ONDERWERPEN 3.1 Paraplunota Externe ontwikkelingen leggen de komende jaren een grote druk op de taken en financiën van de gemeente. De informatie hierover is vaak nog fragmentarisch en / of op macroniveau, waardoor de effecten niet volledig ingeschat kunnen worden. Er is dus onvoldoende overzicht van en inzicht in (mogelijke) effecten. Toch is het essentieel dat tijdig de juiste maatregelen worden getroffen. Om dit mogelijk te maken, wordt er een paraplunota opgesteld waarin de ontwikkelingen aangegeven zijn en met elkaar in verband worden gebracht om zoveel mogelijk overzicht en inzicht te verschaffen over de Rijksmaatregelen die een raakvlak hebben met de financiën, taken, dienstverlening en bedrijfsvoering van de gemeente. Vooral omdat er sprake kan zijn van elkaar versterkende ontwikkelingen met cumulerende effecten. Er zijn diverse ontwikkelingen gaande die grote effecten op de taken en / of financiële positie van de gemeente (gaan) hebben. Ook hebben we te maken met min of meer autonome effecten als gevolg van de economische situatie waarin we verkeren en de demografische ontwikkelingen als ontgroening, vergrijzing en krimp in Montferland. Om vroegtijdig in te kunnen spelen op de ontwikkelingen die op de gemeente afkomen, is gestart met het opstellen van een paraplunota, want: 1. Het is zeer waarschijnlijk dat er in de aanstaande junicirculaire (en / of uiterlijk in de septembercirculaire) meer duidelijkheid komt over de transities, de verdere bezuinigingen, de akkoorden en de herijking van het Gemeentefonds; 2. Voor het voortraject van de transities is het belangrijk dat het duidelijk is wat er op ons afkomt en hoe dit uitgevoerd moet worden (ook in de regionale verbanden); 3. Tijdig anticiperen op de genoemde ontwikkelingen inclusief de doorwerking van rijksmaatregelen uit het Lenteakkoord en de Miljoenennota 2012 is essentieel; 4. Tot slot, de punten 1 tot en met 3 gestapeld betekent herijking van taken. Binnen de huidige behandeltijd van de (meerjaren)begroting kan dat niet opgevangen worden. Gelet op ervaringen met de kerntakendiscussie is de benodigde tijd minstens een jaar. In de begroting 2015 en meerjarenramingen 2016 tot en met 2018 moeten dan de (voorgenomen) maatregelen uitgewerkt zijn. Dit betekent dat de voorbereidingen voor het herijken van de taken grotendeels gereed moeten zijn, zodra de nieuw gekozen gemeenteraad (19 maart 2014) aan het werk gaat. In de paraplunota worden minimaal de volgende ontwikkelingen aangesneden en met elkaar in verband gebracht: I. Rijksmaatregelen: a. Gemeentefonds: trap op trap af, btw compensatiefonds, daling aantal raadsleden, onderwijshuisvesting, bezuiniging op apparaatskosten gemeenten door fusie naar 100.000+ gemeenten. b. Doorlopende budgettaire effecten van eerdere rijksmaatregelen (zoals het lenteakkoord en rijksbegroting / miljoenennota 2012). c. Overige c.q. aanvullende maatregelen: aanvullende bezuinigingsmaatregelen, schatkistbankieren, wet HOF en herijking Gemeentefonds. II. Decentralisaties sociaal domein: 1. Van AWBZ naar WMO (korting oplopend tot € 1.140 miljard op de WMO-HV) 2. Jeugdzorg 3. Participatiewet 4. Passend onderwijs III. Effecten ontgroening en vergrijzing (inclusief krimp) IV. Herijken takenpakket gemeente Begin juli 2013 zullen wij de paraplunota vaststellen en u hiervan op de hoogte houden.
- 23 -
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
3.2 Werkgelegenheid Werkloosheid De economische crisis blijft aanhouden. Uit de arbeidsmarktbarometer van het UWV uit oktober 2012 blijkt dat de werkloosheid in de gemeente Montferland, met 7,8% een van de hoogste van de regio is. Ter vergelijking: in dezelfde periode lag deze in Gelderland op 6,3% en landelijk op 6,5%. Opvallend is dat de gemeente in oktober 2011 nog ruim onder het Nederlands gemiddelde lag. Als gevolg van de malaise op de woningmarkt is de werkgelegenheid in de bouw in 2011 en 2012 sterk en structureel afgenomen. In onze gemeente werd dit onder andere zichtbaar door het faillissement van een aantal grote bouwondernemingen. Als gevolg daarvan is een deel van de werkgelegenheid structureel verloren gegaan. Bovendien zijn de vooruitzichten voor de werkgelegenheid in de bouwsector zeer slecht en is op korte termijn geen verbetering te verwachten. Daarnaast zorgt de relatief oude bevolking van de gemeente Montferland er voor, dat inwoners bij werkloosheid moeilijker aan een baan komen. Voor oude werknemers uit de bouwsector geldt dit in het bijzonder, omdat zij moeilijk om te scholen zijn naar andere sectoren. Als gevolg hiervan wordt in de gemeente Montferland een groter beroep op bijstand gedaan. Arbeidsmarktprognose Uit de laatste prognoses blijkt dat de economie in 2013 niet zal opleven. De verwachte groei zal dan op zijn vroegst ook pas in 2015 gaan plaatsvinden. De kansen op de arbeidsmarkt zijn volgens het UWV beperkt. Een groot deel van niet werkende werkzoekenden (43%) is ouder dan 50 jaar en meer dan de helft heeft geen startkwalificatie. Daarnaast is bijna de helft al een jaar of langer werkloos. Bij een aantrekkende economie zullen in de eerste plaats mensen met een korte afstand tot de arbeidsmarkt profiteren. Voor mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt (bijvoorbeeld door opleidingsniveau of leeftijd) zal het moeilijk zijn werk te vinden. Gelet op het lage opleidingsniveau en de hoge gemiddelde leeftijd in de gemeente Montferland zal dit voor inwoners van de gemeente dus extra sterk gelden. Montferlands bestand uitkeringsgerechtigden Onder invloed van de arbeidsmarktontwikkelingen kende het bestand uitkeringsgerechtigden een sterke groei. Tussen januari 2009 en december 2012 steeg het bestand uitkeringsgerechtigden met 166 uitkeringen. De stijging doet zich vooral voor bij het aantal WWB-uitkeringen. Daarnaast is er een lichte toename van het aantal mensen met een uitkering op grond van de IOAZ. De stijging was het grootst in de jongere leeftijdsgroepen. Dat is een direct gevolg van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, waardoor ook de kansrijkere groepen aanspraak moesten maken op een bijstandsuitkering. Ondanks een toename van het aandeel relatief jonge mensen in het bestand blijft de groep van 55-65 jaar oververtegenwoordigd. Ongeveer één derde deel van het bestand valt in deze leeftijdsgroep, terwijl hun aandeel in de bevolking van Montferland minder dan 15% bedraagt. Conclusie Op basis van de economische vooruitzichten, de uitbreiding van de doelgroep en een afname van de totaal beschikbare re-integratiemiddelen verwachten wij dat de kosten van bijstand de komende jaren stijgen. Het aantal mensen met een WW-uitkering steeg tussen januari 2012 en januari 2013 met 278 personen, dat is een toename van 48%. Daar de economische vooruitzichten slecht blijven wordt in de komende jaren een sterke toename van het aantal mensen met een bijstandsuitkering verwacht.
- 24 -
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
3.3 Bouwgrondexploitaties woningbouw en bedrijventerreinen Hieronder volgt een korte uiteenzetting van de belangrijkste complexen en de ontwikkelingen daarin. Zeddam-Vinkhof (P.040) Met Klein Obbink heeft - na de uitspraak Raad van State - overleg plaatsgevonden met als doel de bedrijfsontwikkeling van Klein Obbink ter plaatse mogelijk te maken en tegelijkertijd de hindercontour te verkleinen, zodat de resterende (13) woningen gebouwd kunnen worden. Eind 2010 hebben wij overeenstemming bereikt over een compensatievergoeding aan de firma Klein Obbink. Het bestemmingsplan ‘Zeddam, Oude Doetinchemseweg’ is op 3 januari 2013 onherroepelijk geworden. De verkoop van de woningen verloopt zeer traag (er is nauwelijks belangstelling). De ontwikkelaar overweegt om ter plaatse betaalbare woningen te realiseren. In de voorziening ‘verlies Vinkhof’ is t/m 2012 € 185.000 gestort. Zeddam-Van Ditshuizen (P.160) Met de ontwikkelaar van de voormalige hoofdlocatie Van Ditshuizen (Dr. Ubachshof) te Zeddam is een overeenkomst gesloten voor het ontwikkelen van deze locatie. Het oorspronkelijke plan met vrijstaande woningen is als gevolg van een ingediende zienswijze aangepast. Nadien bestond nauwelijks belangstelling voor deze woningen. Het nieuwe (aangepaste) bouwplan omvat in totaal 23 woningen, waarvan 6 kavels t.b.v. vrijstaande woningen, 4 patiowoningen en 13 aaneengesloten woningen. Tot april 2013 zijn alle 23 kavels getransporteerd, waarvan 6 kavels (1.071 m2) in maart 2013. In de voorziening ‘verlies Van Ditshuizen’ is t/m 2012 € 900.000 gestort. Kilder-Zinderberg (P.210) Aanvankelijk is deze locatie ontwikkeld in het kader van de Ruimte voor Ruimte-regeling. Ten gevolge van de kredietcrisis was er geen belangstelling voor deze grote kavels t.b.v. vrijstaande woningen. De Stadsregio en de provincie zijn akkoord gegaan met een aanpassing van het aanvankelijke bouwplan. Door deze omzetting kunnen 14 woningen worden gerealiseerd (8 twee-onder-een kapwoningen en 6 vrijstaande woningen). Tot april 2013 zijn 3 kavels (1.040 m2) getransporteerd en zijn 3 kavels (1.150 m2) verkocht, waarvan het notarieel transport nog moet plaats vinden. In de voorziening ‘verlies Zinderberg’ is t/m 2012 € 160.000 gestort. Didam-Kerkwijk (P.370) De verkoop van 112 kavels in de 1e fase is in mei 2009 gestart. De verkoop van deze fase zal i.v.m. de kredietcrisis zich uitstrekken over de jaren 2009 t/m 2013 en verloopt daardoor niet volgens de (aanvankelijke) planning. Tot april 2013 zijn 107 kavels getransporteerd, waarvan 14 kavels (2.215 m2) van Laris in maart/april 2013. De uitgifte van de gronden in de 2e en de 3e fase wordt over meerdere jaren (fasen) uitgesmeerd (looptijd opgerekt t/m 2022; was aanvankelijk: 2015 en nadien opgerekt tot 2019). Een langere looptijd betekent een toename van rentelasten en plankosten (doorberekening interne uren). Omdat deze lasten negatief doorwerken in het resultaat is bij de Programmabegroting 2013 besloten de toevoeging van € 500.000 aan de reserve zuidelijke randweg achterwege te laten. Didam-Loilseveld (P.380) De ontwikkeling van deze locatie geschiedt in het kader van de Ruimte voor Ruimteregeling. Er worden 25 woningen gerealiseerd, waarbij voor 15 woningen een afdracht van € 91.000 per woning aan de provincie is betaald. De gemeente voert de gezamenlijke bouwgrondexploitatie. De 10 gemeentelijke kavels zijn vóór 1-02-2011 getransporteerd met 6% overdrachtsbelasting, De ontwikkelaar heeft 4 van de 15 kavels verkocht, zodat nog 11 kavels (7.481 m2) resteren. Wij verwachten een voordelig resultaat van circa € 300.000.
- 25 -
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
Loerbeek-mr. Vermeulenstraat (P.450) Deze locatie ligt achter de woningen Didamseweg 15a t/m 15e te Loerbeek. Het plan omvat 21 woningen, waarvan 11 betaalbaar. Tot april 2013 zijn 4 kavels getransporteerd met 6% overdrachtsbelasting. In mei 2013 wordt gestart met de bouw van 8 betaalbare woningen (5 woningen door MVO en 3 woningen door Bruggink). Wij verwachten een voordelig resultaat van circa € 30.000. ’s-Heerenberg-Masterplan (Centrum) Deelgebied 4: Met een ontwikkelaar is een samenwerkingsovereenkomst gesloten voor het ontwikkelen van de Klinkerstraat tot aan de Jumbo. De hoek Molenpoortstraat / Klinkerstraat is bekend als locaties 4a+4b en de ontwikkelaar heeft m.b.t. dit gebied het aanvankelijke bouwplan (duurdere appartementen en stadswoningen) aangepast en is - in 2012 - gestart met de bouw van 20 (koop) appartementen, 2 penthouses en op de begane grond 4 commerciële ruimten. Op locatie 3 zijn de 30 appartementen en de 2 commerciële ruimtes gereed. Op locatie 1 heeft de gemeente een 2^1 kap woning aangekocht en gesloopt. De overige percelen heeft de gemeente (nog) niet in eigendom kunnen verwerven. Hierop is destijds het gemeentelijke voorkeursrecht gevestigd. De eigenaar heeft het pand verhuurd aan Lidl en de vrijstaande woning gesloopt. Om reden dat met de eigenaar en de Lidl geen overeenstemming is bereikt kan het plan nog niet worden uitgevoerd. Wij zijn met de Lidl in overleg over beëindiging van hun activiteiten. Wij hebben met de eigenaar van het onroerend goed een gesprek gevoerd en zijn in afwachting van zijn reactie. In brieven aan de eigenaar en de huurder (Lidl) is aangekondigd dat, indien verplaatsing van de supermarkt niet wordt gerealiseerd op vrijwillige basis, het traject van onteigening wordt bewandeld. Een extern bureau heeft voor deze locatie een stedenbouwkundige visie uitgewerkt, waarbij voorlopig wordt uitgegaan van transformatie van de supermarkt met de gronden tot circa 45 woningen / appartementen. Locatie 2 betreft de parkeerplaats bij Jumbo, die in 2005 door de gemeente is aangekocht. De provincie heeft onze subsidieaanvraag ISV-3 tot maximaal € 580.000 gehonoreerd. Deelgebied 7: Een extern bureau heeft in 2009 de stedenbouwkundige studie voor de zuidzijde van het park bij Gouden Handen te 's-Heerenberg (Parkrand) afgerond. De aanpassing van dit ontwerp (het vervallen van luxe gestapelde woningen) betekent dat de geprognosticeerde gronddekking neerwaarts is bijgesteld met ruim € 300.000, wat bij dit deelgebied heeft geleid tot een verslechtering van het resultaat. In 2010 hebben 4 marktpartijen een bod uitgebracht. De gunning heeft plaatsgevonden en het door de ontwikkelaar ingediende plan betreft het realiseren van grondgebonden woningen t.b.v. starters / senioren, een gering aantal gestapelde betaalbare woningen en 2 vrijstaande woningen. Het BRM is omstreeks mei 2013 gereed, zodat met de 1 e fase (24 woningen) wordt gestart. Sportcomplex Montferland (P.600) De initiatiefnemer (Olco) heeft een bouwaanvraag ingediend voor het realiseren van een nieuw sportcomplex met 95 wooneenheden, bestaande uit: 41 appartementen voor starters (bovenop het nieuwe sportcomplex), 48 appartementen en 6 penthouses in 3 bouwblokken (urbanvilla’s). N.a.v. de bezwarenprocedure is overeenstemming bereikt om van de bouwblokken één laag af te halen, wat betekent dat 36 i.p.v. 48 appartementen + 6 penthouses gerealiseerd kunnen worden. De bouw van sportcomplex met geïntegreerd 41 appartementen is medio 2010 opgeleverd. Mede ten gevolge van de economische crisis en de marktontwikkelingen is de planontwikkeling ten aanzien van de nog te realiseren 3 Urbanvilla’s (36 appartementen en 6 penthouses) door de ontwikkelaar herzien. Wij hebben besloten dat m.b.t. de door ontwikkelaar aangedragen alternatieven betreffende het woningbouwplan op het terrein van het vm. sportcomplex, geen overeenstemming kan worden bereikt, zodat - krachtens de vigerende rechtsbetrekking tussen de gemeente en de ontwikkelaar - een afnameverplichting voor de ontwikkelaar geldt. In de vaststellingsovereenkomst is uitdrukkelijk overeengekomen dat "De grond wordt afgenomen uiterlijk anderhalf jaar na oplevering van het nieuwe sportcomplex" ofwel op 23-12-2011. In een reactie stelt de ontwikkelaar de afnameverplichting ter discussie en geeft aan dat de gemeente zijn contractuele verplichting niet nakomt m.b.t. de wijziging van het bouwplan en wijst de ontwikkelaar op de wijziging van de financiële markt / de woningmarkt en geeft wederom aan niet tot afname van de grond over te kunnen gaan.
- 26 -
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
Wij zijn met onze juristen in overleg over mogelijke vervolgacties. Eind 2012 heeft de ontwikkelaar een plan ingediend voor het realiseren van betaalbare woningen. De gronddekking is aanzienlijk lager en deze aangelegenheid zit in een afrondende fase. Een separaat raadsvoorstel zal dit jaar nog richting uw raad komen. Bedrijventerreinen: ’s-Heerenberg-EBT (P.810) en Loerbeek-Matjeskolk (P.830) De looptijd van de bedrijventerreinen Euregionaal Bedrijventerrein (EBT) en Matjeskolk worden in verband met het nog beschikbaar hebben van respectievelijk 10 en 12 kavels, waarvan 2 zijn verkocht maar nog niet getransporteerd, voorlopig verlengd tot respectievelijk 2015 en 2017. Voor de exploitatieresultaten heeft dit vooralsnog nauwelijks gevolgen. De uitgifteprijs is in 2013 ongewijzigd gebleven en bedraagt € 129 per m2 excl. BTW (was: € 123 per m2 in 2012). ’s-Heerenberg-Uitbreiding Regionaal Bedrijventerrein (P.840) In het kader van de voorgenomen intergemeentelijke samenwerking m.b.t. het Regionaal Bedrijventerrein (A18 Bedrijvenpark) en de uitbreiding van het Euregionaal bedrijventerrein (EBT Montferland) is in de Samenwerkingsovereenkomst bedrijventerrein West-Achterhoek (verder: SOK) afgesproken, dat de resultaten onderling worden verevend. Als harde voorwaarde is in de SOK opgenomen dat beide grondexploitaties minimaal op nul moeten sluiten en de voordelige exploitatieresultaten in het op te richten HRT-fonds worden gestort t.b.v. HRT-projecten (Herstructurering, Revitaliserings-, en Transformatie projecten). De gemeente Montferland heeft 25% trekkingsrecht uit dit fonds. De gemeente Doetinchem is grondgebied gemeente voor het A18 Bedrijvenpark. In de Stuurgroep vergadering van 27-02-2013 is besloten de gemeente Doetinchem te verzoeken de parameter rente neerwaarts bij te stellen tot 3,6%. Een voorlopige herrekening laat een gering tekort zien van € 250.000. In 2012 is een risicoanalyse opgesteld d.m.v. een uniforme risicoanalysekaart en het risico voor het zuidelijke deel van het A18 Bedrijvenpark is berekend op € 3,5 mln. Het aandeel van de gemeente Montferland hierin bedraagt € 870.000. Op het moment dat de grondexploitatie Uitbreiding EBT is vastgesteld (eind 2013) wordt het (mogelijk) tekort verevend. Bij de overige in exploitatie genomen gronden (IEGG) verwachten wij een geringe bijstelling van de geprognosticeerde exploitatieresultaten ten gevolge van toenemende rentelasten en plankosten (doorberekening interne uren). Bij het aanbesteden van het bouwrijp en het woonrijp maken moet blijken of deze hogere lasten opgevangen kunnen worden door aanbestedingsvoordelen.
3.4 Decentralisaties sociaal domein Het uitgangspunt van de bezuinigingen van het Rijk is: minder Rijk, meer gemeente en de burger centraal. De gemeenten zijn druk bezig de verschillende Transities (jeugdzorg, AWBZ, Participatiewet) beleidsmatig en organisatorisch adequaat voor te bereiden. Samenwerking met de 8 Achterhoekse gemeenten in de voorbereiding op deze taken is in gang gezet. Samenwerking biedt mogelijkheden voor bundeling van kennis en kwaliteit bij de beleidsmatige voorbereiding. De verschillende decentralisaties zijn opgedeeld in verschillende fases, die worden afgesloten met een beslisdocument. Deze beslisdocumenten worden nog voorgelegd aan de gemeentebesturen. Op lokaal niveau zullen er uiteraard de nodige keuzes te maken zijn; immers de gemeenten blijven individueel eindverantwoordelijkheid voor de keuzes die gemaakt worden en de uitvoering ervan. Voor de interne sturing op deze transities is een projectorganisatie opgericht. De voortgang zowel binnen de eigen organisatie als ook de regionale voortgang zullen door de stuurgroep worden bewaakt. Het vorig jaar vastgestelde uitgangspunt blijft nog steeds overeind en wordt regionaal uitgedragen. De decentralisatiekortingen die voortvloeien uit de transities worden door Montferland volledig opgevangen door lagere uitvoeringskosten. De transities worden in regioverband (Achterhoek) voorbereid. Indien wordt gekozen voor dit uitgangspunt, zal dit ook worden meegegeven aan de werkzaamheden die in dit licht in de regio lopen. Hieronder volgt een korte stand van zaken van de transities per onderdeel:
- 27 -
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
Jeugdzorg Vanaf 1 januari 2015 worden de gemeenten verantwoordelijk voor de gehele jeugdzorg. Leidraad bij de transitie jeugdzorg vormt de door de gemeenteraad in november 2012 vastgestelde notitie uitgangspunten Transities Sociaal Domein Gemeente Montferland. Gezien de complexiteit en de omvang van de transitie jeugdzorg is besloten om deze opgave in Achterhoeks verband aan te gaan. Voor een aantal specifieke taken (denk b.v. aan jeugdreclassering) zal hiervoor ook een wettelijke verplichting komen. Daarnaast gaat de landelijke overheid er van uit dat de lokale wetgever het best in staat is om de juiste zorg te leveren omdat deze de bewoners het beste kent. Dit zijn uitgangspunten die Montferland onderschrijft: Lokaal organiseren wat lokaal kan en hierin een eigen autonomie in behouden. De transitie jeugdzorg gaat gepaard met een bezuiniging van 15% van het huidige budget op macroniveau. Over het uiteindelijke budget per gemeente wordt, zo is de verwachting, in de meicirculaire 2013 duidelijkheid gegeven. AWBZ-taken In het regeerakkoord van het kabinet Rutte I is afgesproken om de AWBZ-functie begeleiding naar de gemeenten over te hevelen. Door de val van het kabinet Rutte I heeft de landelijke planning van de overheveling van deze taak vertraging opgelopen. In het regeerakkoord dat voor het kabinet Rutte II is geformeerd, is een nieuwe landelijke planning opgenomen. Deze planning is als volgt: 1 januari 2014: aanspraken voor nieuwe klanten vervallen. Op dit moment is het onduidelijk of hier een rol voor de gemeente is weggelegd. 1 januari 2015: bestaande klanten komen naar de gemeenten Daarnaast is in het regeerakkoord van het kabinet Rutte II het voornemen gepresenteerd om ook Persoonlijke Verzorging van het Rijk over te dragen aan gemeenten. Naar verwachting komt dit per 1 januari 2015 naar de gemeente. De ambitie van de gemeente is om de overheveling van de AWBZ-taken naar de gemeente probleemloos te laten verlopen. Hieruit vloeit voort dat de gemeente op bovengenoemde data klaar is: om nieuwe aanvragen voor bovengenoemde voorzieningen adequaat af te handelen; om de huidige gebruikers van deze voorzieningen adequaat te helpen; Leidraad hierbij vormt de door de gemeenteraad in november 2012 vastgestelde notitie uitgangspunten Transities Sociaal Domein Gemeente Montferland. Rondom de financiën van zowel de functie Begeleiding als de functie Persoonlijke Verzorging is nog weinig bekend. Het kabinet Rutte II heeft wel aangekondigd dat er voor beide een korting van 25% plaats vindt op het totale landelijke budget. Participatiewet Het kabinet wil dat alle mensen, jong en oud, in Nederland geboren of van ver komend, mensen met of zonder beperking, als volwaardige burgers mee kunnen doen aan de samenleving. Bij voorkeur doen zij dit via een reguliere baan. Mensen die nu nog aan de kant staan, moeten meer kansen krijgen om mee te doen en in het eigen levensonderhoud te voorzien. Nu is de regelgeving versnipperd en nodigt deze niet altijd uit tot (arbeids)participatie. Daarnaast wil het kabinet op een aantal punten de onbalans herstellen. Werkgevers hebben nu te weinig verantwoordelijkheid en de eigen kracht van mensen moet weer voorop staan. Niet uitgaan van wat mensen niet kunnen, maar van wat mensen wel kunnen. Maximaal ruimte bieden aan mensen zelf en aan professionals. Het zijn de gemeenten die naar mening van het kabinet, de ondersteuning van mensen het beste kunnen vormgeven en uitvoeren. Het kabinet is van mening dat teveel mensen, die kunnen werken in een reguliere werkomgeving, een uitkering ontvangen of werken in een beschutte werkomgeving. Regelingen zitten elkaar in de weg of hebben onbedoelde effecten. Het stelsel is te weinig activerend en wordt onbetaalbaar. De Participatiewet moet hierin verandering brengen. De Participatiewet gebruikt daarbij verschillende elementen van het eerdere wetsvoorstel Wet Werken Naar Vermogen (WWNV).
- 28 -
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
De beoogde invoerdatum van de participatiewet is 1 januari 2015. De nieuwe wet zal de huidige Wet werk en bijstand (Wwb) vervangen. Parallel aan de invoering wordt de Wsw afgeschaft en wordt de toegang tot de Wajong beperkt. Daarnaast is er sprake van oplopende werkloosheid en van aanscherpingen in de WW. Het verwachte effect van deze maatregelen is een toename van het beroep op de bijstand in de komende jaren. Op de uitkeringslasten die daar uit volgen loopt de gemeente een financieel risico. In de nieuwe Participatiewet blijft dit risico gehandhaafd, maar door toename van de doelgroep is feitelijk sprake van uitbreiding van het risico. Net als in de huidige Wwb hebben gemeenten straks ook een budget beschikbaar om in te zetten op het bevorderen van arbeidsdeelname en het beperken van de uitkeringslasten. Dat budget wordt uitgebreid met de middelen die nu nog voor Wsw en Wajong beschikbaar zijn. Er ontstaat dan een ‘gebundeld re-integratiebudget’. Tegelijkertijd wordt er door het Rijk bezuinigd op het budget en houden gemeenten zonder bijsturing hun verplichtingen ten opzichte van de bestaande Wsw-uitvoering en Wsw-doelgroep. Gemeente Montferland participeert op dit moment met de gemeente Doetinchem en de gemeente Oude IJsselstreek in de GR Wedeo. De gemeenten Doetinchem en Oude IJsselstreek zijn voornemens Wedeo te laten fuseren met de afdeling sociale zaken van de gemeente Doetinchem en ISWI, de gemeenschappelijke regeling waarbinnen de gemeente Oude IJsselstreek onder andere de Wwb uitvoert. Beide gemeenten zijn voornemens in deze nieuwe entiteit gezamenlijk de Participatiewet uit te voeren. Het Beleidsplan Participatiewet Gemeente Montferland gaat ervan uit om lokaal / zelfstandig de Participatiewet uit te gaan voeren, met de mogelijkheid om diensten af te nemen bij de nieuwe entiteit.
3.5 Bezuiniging personeel (incl. externen) Naast de KTD en de 5% korting is er ook nog de bezuiniging op het personeel (incl. externen). In totaal bedraagt de taakstelling afgerond € 1,7 miljoen die in 2014 gerealiseerd moet zijn op het personeelsbudget. Voor de volledigheid wordt hieronder de totale taakstelling op het personeelsbudget weergegeven: Tabel 11: Invulling bezuiniging op personeel Taakstelling
(bedrag x € 1.000) 2014
1.
Begroting 2009
240
2.
Begroting 2010
300
3.
Huisvesting
300
4.
Kadernota 2011
850
Totaal taakstelling
1.690 Gerealiseerd
1.
Begroting 2009
-
240
2.
Begroting 2010
-
301
3.
Huisvesting
-
375
4.
Kadernota 2011
-
749
Totaal gerealiseerd
-1.665
Nog te realiseren
25
Zoals in bovenstaand tabel weergegeven bestaat de bezuinigingstaakstelling uit verschillende tranches. Er is inmiddels invulling gegeven aan de taakstelling. 1. Onderuitputting personeel: gerealiseerd door structurele korting op de flexpot; 2. Taakstelling 2010: gerealiseerd door o.a. maatwerkoplossingen bij een aantal personeelsleden; 3. Efficiency huisvesting: gerealiseerd door o.a. lagere jaarlast en efficiency nieuw gemeentehuis; 4. Kerntakendiscussie / coalitieakkoord: grotendeels gerealiseerd door o.a. reductie management en additionele bijdragen diverse afdelingen. Dit jaar zal het restant van de taakstelling, vanaf 2014 in totaal een bedrag van afgerond € 25.000 (1,5% van het geheel), worden ingevuld.
- 29 -
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
3.6 Woonlasten 2014 – 2017 In het coalitieprogramma 2010-2014 wordt uitgegaan van een woonlastenstijging van jaarlijks 3%. De afgelopen jaren is het saldo van de “egalisatiereserve afvalstoffenheffing” fors toegenomen. Het saldo per 31-12-2012 bedroeg ca. € 887.000. Om deze reden is in de begroting 2012 besloten de komende jaren, ingaande 2012, gelden aan de reserve te onttrekken teneinde de woonlasten te beperken. Uit de recente woonlastenmonitor van het Coelo blijkt dat we evenals in 2012 onder de landelijk gemiddelde woonlasten zitten (Montferland € 679, landelijk gemiddelde € 697, dus € 18 onder het landelijk gemiddelde) en staan we met de gemeentelijke woonlasten op plek 152 (van de goedkoopste gemeenten), vorig jaar was dit plek 142 (€ 19 onder het landelijk gemiddelde). Minister Plasterk is een fervent voorstander voor een beperking van de OZB-stijging. Omdat de OZB-opbrengsten van gemeenten in 2013 sterker zijn gestegen dan de beoogde 2,7% zal de minister zich hard maken voor een verdere beperking van de stijging in 2014, namelijk maximaal 1,8%. Overigens is dit voornemen niet afdwingbaar. Vooralsnog gaan we er van uit dat genoemde stijging past binnen de woonlastenstijging van 3% uit ons coalitieakkoord.
3.7 Herontwerpen programmabegroting Een speerpunt van de gemeente in 2011 was het vereenvoudigen van de Planning & Control-cyclus en de Planning & Control-stukken. Naast het verbeteren c.q. het gebruiksvriendelijker maken van de hulpmiddelen zit het vereenvoudigen ook in het verminderen van de op te leveren informatie en dus bij te houden gegevens. Bij de begroting 2012 en 2013 zijn hierin belangrijke stappen gezet. Bij de begroting 2012 is het aantal programma’s verminderd van 12 naar 8. Bij de begroting 2013 is het boekwerk leesbaarder geworden en heeft een professionelere uitstraling gekregen. Naast bovengenoemde verbeterpunten zijn we voornemens nog meer verbeteringen door te voeren. Zie hiervoor onderstaande stappenplan (Stap 1 is bij de begroting 2012 en stap 4 bij de begroting 2014 gezet).
- 30 -
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
Tabel 12: Stappenplan herontwerp programmabegroting
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Omschrijving stappen / activiteiten Verminderen van het aantal programma’s en programmaonderdelen herontwerpen programma’s die aansluiten bij de beleving van het bestuur laten vervallen van niet relevant gebleken indicatoren (uit 2009 en 2010) Het verminderen van het aantal pagina’s van de stukken: geen financiële analyses per programma ontdubbelen van informatie (concentreren van de informatie)
Begroting 2012
Herijken/verminderen van de indicatoren en toetsen op relevantie: welke indicatoren kent het programma in hoeverre zijn deze gekoppeld aan de doelstellingen en beleid (zie ook 2e bullit van stap 1) toetsen van de indicatoren aan: bruikbaarheid, herkenbaarheid en beïnvloedbaar door/voor de raad welke informatie is nodig om indicatoren daadwerkelijk meetbaar te maken
2014
indikken van de overige informatie kwantitatieve normstelling (maximaal 4 pagina’s per programma en paragraaf): o programma’s o paragrafen Boekwerken een professionelere uitstraling geven: ontwikkelen van een lay-out die aansprekend en uitnodigend is en een rustiger beeld heeft invoeren uniforme stijl en teksten aanwijzen redactiecommissie en externe eindredacteur
- 31 -
2013/2014
2013/2014 2014 2013
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
- 32 -
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
4. ALGEMENE RESERVE De Algemene Reserve is een belangrijk onderdeel van het weerstandsvermogen. In de jaarrekening 2012 hebben wij hier voor het laatst aandacht aan geschonken. We streven naar een ratio van de weerstandscapaciteit van minimaal 1,0. Bij gelijkblijvende risico’s en gelijkblijvende weerstandscapaciteit, zoals vermeld in de jaarrekening 2012, houdt dit in dat de hoogte van de Algemene Reserve minimaal € 5,65 mln. dient te bedragen. Tabel 13: Ontwikkeling Algemene Reserve
Stand per 1-1 (o.g.v. jaarrekening 2012)
2014
12.752
10.672
10.131
6.025
6.146
106
65
54
121
123
6.146
6.269
Toevoegingen 1. Rente 2. Voorfinanciering: Planontwikkeling Lengel/'s BerghOost Onttrekkingen 3. Resultaat (na bestemming) jaarrekening 2012 4. Begrotingstekort 2013 5. Gemeentelijk aandeel tbv Gouden Handen 6. Extra kosten openbare ruimte Brede School-Noord Didam 7. Teruggaaf BTW inz. Wedeo Work First 2006-2010 8. Bijdrage tbv het Masterplan 9. Het realiseren van de Basisregistratie Grootschalige Topografie 10. Asbestsanering gemeentehuis Didam 11. Bijdrage Kerkwijk aan reserve Zuidelijke Randweg 12. Vorming geblokkeerde reserve ter compensatie wegvallende dividendinkomsten NUON Verwacht saldo per 31-12
(Bedragen x € 1.000) 2015 2016 2017
2013
740
-
-
689 292 - 290
-
265 500 25
-
125
10.672
-
81
-
25
-
500
10.131
-4.900 6.025
Bij mutatie 1 ‘rente’ houden we rekening met 2% van de stand van de Algemene Reserve op 1/1. Op grond van de voorschriften is de volledige verkoopopbrengst aandelen NUON in de jaarschijf 2009 verantwoord, terwijl de werkelijke kasstromen gefaseerd plaatsvinden. Bijna alle overige mutaties vloeien voort uit eerdere besluitvorming. Het negatieve resultaat van de jaarrekening na bestemming, mutatie 3, is onttrokken aan de Algemene Reserve bij het vaststellen van de jaarrekening 2012. Mutatie 10, asbestsanering gemeentehuis Didam, is in een separaat raadsvoorstel in mei aan u voorgelegd. Conclusie: De Algemene Reserve is per ultimo 2017 boven het aangegeven bedrag van € 5,65 mln.
- 33 -
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
- 34 -
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
5. BELEIDS- EN REKENTECHNISCHE UITGANGSPUNTEN BEGROTING 2014 a.
Algemeen Bij de samenstelling van de begroting 2014 wordt rekening gehouden met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV 2004). De basis voor de begroting is het bestaande beleid conform de vastgestelde begroting 2013 plus de begrotingswijzigingen in 2013 tot en met de raadsvergadering van 26 september 2013.
b.
Tijdpad bestuurlijke behandeling Bij het bestuurlijk behandel- en besluitvormingstraject is het volgende schema van toepassing: Aktie Verzending Ambtelijke presentatie Indienen technische vragen Indienen algemene beschouwingen Vaststellen begroting Toezenden begroting GS
c.
Datum 3 oktober 10 oktober 14 oktober 4 november 7 november 8 november
2013 2013 2013 2013 2013 2013
Gemeentelijke belastingen In het verleden vastgestelde uitgangspunten met betrekking tot de gemeentelijke belastingen worden bij het bestaande beleid meegenomen: 100% kostendekkendheid diverse diensten (afvalstoffenheffing; rioolheffing); Het hanteren van het "woonlastenprincipe", d.w.z. dat de totale woonlasten, bestaande uit de OZB, afvalstoffenheffing en rioolrecht, maximaal mogen stijgen met een vastgesteld percentage van 3% voor 2014 en volgende jaren (voor woningen). Voor niet-woningen, waar de afvalstoffenheffing niet van toepassing is, geldt het principe van verhogen met maximaal 3% alleen voor de OZB en rioolrecht. In uitzonderlijke gevallen kan hiervan worden afgeweken. Verder is gesteld dat de gemiddelde woonlasten niet boven het landelijk gemiddelde mogen komen. Uit de recente woonlastenmonitor van het Coelo blijkt dat we nog steeds onder de landelijk gemiddelde woonlasten zitten (Montferland € 679, landelijk gemiddelde € 697). Qua plaats zijn we wel iets gedaald met de gemeentelijke woonlasten en wel naar plek 152, vorig jaar was dit nog plek 142. Sinds 2008 is voor individuele gemeenten de stijging van de OZB-tarieven niet langer aan maxima gebonden. De gewenste stijging wordt getoetst aan het hiervoor genoemde stijgingspercentage van de woonlasten. Landelijk is er voor de OZB wel een toetsingskader; Toeristenbelasting; met de kerntakendiscussie is besloten dat deze gefaseerd kan worden verhoogd tot kostendekkingniveau. De markt van de verblijfsaccommodaties (vooral campings en bungalowparken) staat onder druk. Het aantal overnachtingen neemt over het algemeen af, de prijzen staan onder druk, de kosten nemen toe. Bij de begroting 2013 is besloten voor het jaar 2013 derhalve geen verhoging naar € 1,10 per overnachting door te voeren, maar te beperken tot € 1,00. In 2014 zal de laatste tranche van de tariefsverhoging worden doorgevoerd, in casu een verhoging naar € 1,10. Begraafrechten; voor de begraafrechten is in de lopende begroting al een verhoging van de opbrengsten ingeboekt van structureel € 51.000. Met de kerntakendiscussie is besloten kostendekkend te gaan werken voor wat betreft de begraafplaatsen. Bij de begroting 2013 is een tariefstijging met 6% doorgevoerd. Bij een jaarlijkse stijging van de begraafrechten met 6% zijn we met ingang van 2016 kostendekkend. Voor de tarieven, welke niet van rijkswege worden vastgesteld, geldt dat ze met het prijsindexcijfer “Prijs overheidsconsumptie, netto materieel” (IMOC) uit de junicirculaire 2013 verhoogd worden, tenzij wetgeving of bestaand beleid anders luidt. De prognose voor 2014 bedraagt 1,75% (bron: CEP 2013). Afwijking op deze regel dient door de desbetreffende afdeling zelf gemotiveerd aangeleverd te worden.
- 35 -
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
d.
Prijsstijgingen levering goederen en diensten Exploitatiebudgetten De diverse ramingen voor de levering van goederen en diensten worden aangepast aan het gestegen prijspeil. Hierbij wordt uitgegaan van het indexcijfer “Prijs overheidsconsumptie, netto materieel” (IMOC) uit de junicirculaire 2013. Op basis van het Centraal Economisch Plan 2013 bedraagt de prognose voor 2014 1,75% Het is echter mogelijk dat, op grond van andere ontwikkelingen of overwegingen, tot een aanpassing van dit percentage moet worden besloten. Dit wordt dan gemotiveerd meegenomen in de ramingen. Voor de jaren 2015-2017 wordt uitgegaan van een prijsmutatie van 0% ten opzichte van 2014. De reden hiervoor is dat we meerjarig in constante prijzen ramen. Investeringskredieten (Restant)kredieten / projecten groter dan € 1.000.000 alsmede de kredieten voor de grondexploitatie worden jaarlijks geïndexeerd; Als basis voor de indexering geldt het indexcijfer “Prijs bruto overheidsinvesteringen”(IBOI). Dit cijfer wordt jaarlijks gepubliceerd in de junicirculaire. Op basis van het Centraal Economisch Plan 2013 bedraagt de prognose voor 2014 1,25%; In een aantal gevallen is er een betere, branchespecifieke, index beschikbaar c.q. zijn er nadere afspraken gemaakt voor een bepaalde investering. Dit geldt bijv. bij de grondexploitatie of de nieuwbouw van de twee brede scholen. Daarbij wordt gewerkt met specifieke indexen van het Bureau Documentatie Bouwwezen (BDB).
e.
Personele kosten Formatie In de staat van personele sterkte zal uitgegaan worden van de toegestane formatie overeenkomstig het functieboek; Daar waar inmiddels aanvullende besluitvorming heeft plaatsgevonden, zal hiermee rekening gehouden worden. Loonkosten Het in dienst zijnde personeel zal geraamd worden op basis van de salarisgegevens van april 2013, eventueel verhoogd met te verwachten periodieke verhogingen; Voor vacatures zal een raming worden opgenomen gebaseerd op het maximum van het betreffende functieniveau. De huidige CAO had een looptijd tot 31 december 2012. De onderhandelingen voor een nieuwe cao gemeenten zijn opgestart. Aan de hand van het indexcijfer “Prijs overheidsconsumptie, beloning werknemers” ramen we de loonkostenstijging 2014 op 2% (bron: CEP 2013). Dit indexcijfer zal in de junicirculaire 2013 worden gepubliceerd. Inhuur derden De raming wegens inhuur derden voor vervanging wegens ziekte en het oplossen van tijdelijke personele tekorten bedraagt 2% van de loonsom. Opleidingskosten De raming wegens de kosten van opleiding bedraagt 1,66% van de loonsom.
f.
Bijdragen aan samenwerkingsverbanden en subsidies
De raming van de bijdrage aan gemeenschappelijke regelingen en gesubsidieerde instellingen wordt gebaseerd op de door de instituten/instellingen over te leggen begroting 2014. De colleges van de gezamenlijke Achterhoekse gemeenten hanteren als uitgangspunt dat de inwonerbijdrage in normale situaties niet meer mag stijgen dan het laagste percentage van de prijsmutatie Bruto Binnenlands Product en het nominale accres van de Algemene uitkering zoals weergegeven in de septembercirculaire gemeentefonds van twee jaar voor het begrotingsjaar. Het indexpercentage wordt gecorrigeerd voor de werkelijke ontwikkelingen. Ieder jaar laten de gemeenten naar aanleiding van de septembercirculaire aan de gemeenschappelijke regelingen weten met welk percentage de inwonerbijdrage maximaal mag stijgen. Voor 2014 komt het indexpercentage uit op 1,75%.
- 36 -
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
De (budget)subsidies worden aangepast op basis van de uitgangspunten zoals vastgelegd in de subsidieverordening. In de Nota “Harmonisering budgetsubsidies” is de wijze van indexering bepaald, namelijk aan de hand van het samengesteld gewogen gemiddelde van de volgende indexcijfers: “Prijs overheidsconsumptie, netto materieel” (IMOC); weging 1/3 deel;. “Prijs overheidsconsumptie, beloning werknemers”; weging 2/3 deel. Op voorhand gaan we er van uit dat de budgetsubsidies 2014 worden aangepast met 1,91% (bron: Centraal Economisch Plan 2013). Dit indexcijfer zal naar aanleiding van junicirculaire 2013 definitief worden bepaald. g.
Wetswijzigingen Daar waar sprake is van wetswijzigingen, ander beleid van hogere overheden, worden de lasten en baten van deze wijzigingen zo goed als mogelijk ingeschat. Uiteraard zijn er dan geen historische gegevens beschikbaar.
h.
Autonome ontwikkelingen Deze ontwikkelingen kenmerken zich vooral in het wijzigen van aantallen waar we als gemeente, uitgaande van het bestaande beleid, geen invloed op hebben. Ook kunnen zich dergelijke ontwikkelingen voordoen door in het verleden aangegane contracten of vanuit de samenwerkingsverbanden. Voorbeelden hiervan zijn: aantal inwoners, aantal woningen, regio Achterhoek, aantal bijstandsontvangers, contracten, aantal bouwvergunningen, aantal huwelijken, enz. Uiteraard zijn de aantallen per 1 januari 2014 niet hard; een reële inschatting is echter noodzakelijk. Op basis van inschatting wordt uitgegaan van de volgende gegevens: aantal inwoners 1-1-2013 34.833 1-1-2014 e.v. 34.880 aantal woonruimten 1-1-2013 15.209 1-1-2014 e.v. 15.435 De aantallen voor 2014 en volgende jaren zijn constant gehouden. Ook bij de berekening van de Algemene uitkering uit het Gemeentefonds is hier van uitgegaan. Uitgangspunt is namelijk dat een eventuele toename van inwoner- en woonruimteaantallen weliswaar leidt tot meeruitgaven, maar deze worden vervolgens gecompenseerd door een hogere Algemene uitkering. Voor een eventuele afname geldt hetzelfde.
i.
Kapitaallasten (rente en afschrijving) Staat van activa In de staat van activa (model C) worden alle investeringen opgenomen waartoe besloten is t/m de raadsvergadering van 25 april 2013. Voor de vervangingsinvesteringen 2014 – 2017 worden in de staat C ramingen opgenomen o.b.v. bedrijfseconomische levensduur. Bij daadwerkelijke vervanging wordt echter ook de technische noodzaak beoordeeld; Bij de vervangingsinvesteringen geldt hierbij dat de volledige kapitaallasten optreden in het jaar na de investering (dus de lasten van een vervangingsinvestering 2014 treden pas op in 2015); Voor de berekening van de kapitaallasten wordt ervan uitgegaan dat al deze investeringen volledig voltooid zijn (en betaald) per 1 januari 2014. Dit houdt in dat in de begroting 2014 bij de diverse producten de volledige kapitaallasten worden opgenomen. Nieuwe investeringen De nieuwe investeringen 2014 – 2017 maken deel uit van het besluitvormingsproces. Bij honorering zal er in de begroting een stelpost voor kapitaallasten worden opgenomen; Ook hierbij geldt dat de kapitaallasten optreden in het jaar na de investering (dus de lasten van een nieuwe investering in 2014 treden pas op in 2015);
- 37 -
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
j.
Rentepercentages Financieringslasten We gaan uit van de volgende percentages bij de berekening van de rentelasten: Soort Rente Rente over het financieringstekort tot aan de kasgeldlimiet
Perc. 1
Rente op te nemen vaste geldlening
3
Rentelast over het eigen en vreemd vermogen (reserves en voorzieningen) Rendement over uitgezette financieringsmiddelen
3 4 1
Toelichting Tekort zal worden gefinancierd met korte financieringsmiddelen (m.n. rekeningcourant; daggeld; kasgeld) Op basis van prognose CEP 2013 afgerond naar boven.
Betreffende de financiering van de grondexploitatie; Overige uit te zetten middelen
Een geraamd financieringstekort zal worden opgevangen door het opnemen van een raming voor kort geld (tot de kasgeldlimiet) en voor de rest door het opnemen van een raming voor de rentelast van een vaste geldlening. Bestaande activa Aan een aantal activa worden de rentelasten op basis van een vast rentepercentage toegerekend. Voor de overige activa wordt uitgegaan van een toerekening van de rentelast op basis van een gemiddeld percentage van 4%. Dit komt (afgerond) overeen met het gemiddelde percentage van de opgenomen vaste geldleningen (exclusief de geldleningen t.b.v. de woningbouw). Nieuwe investeringen Voor de calculatie van de rentelast van nieuwe investeringen wordt uitgegaan van het rentepercentage van nieuw aan te trekken vaste geldleningen, zijnde 3%. Bestemming rentebaten reserves en voorzieningen Voor de toevoeging van rente aan een aantal met name genoemde reserves wordt voorgesteld uit te gaan van het inflatiepercentage “prijs nationale bestedingen”, afgerond op 0,5% naar boven, zijnde 2% (bron: CEP 2013). Uitzondering hierop zijn: - de reserve Masterplan ‘s Heerenberg, waaraan 4,75% wordt toegevoegd; - de reserve Kelrehuus, welke dient ter dekking van de kapitaallasten, en waaraan 5,50% wordt toegevoegd; - de reserve Sportcomplex Montferland, waaraan 4,50% wordt toegevoegd; - de reserve NUON, waaraan 3% wordt toegevoegd; Aan de voorzieningen mag op grond van de BBV geen rente worden toegevoegd; De resterende rentebaten worden als baat in de begroting opgenomen. k.
Algemene uitkering De raming van de Algemene uitkering uit het Gemeentefonds wordt gebaseerd op de junicirculaire 2013 van het Ministerie van BZK. Bij de raming voor de hoeveelheden wordt o.a. uitgegaan van de hiervoor genoemde aantallen woningen en inwoners. Bij de berekeningen van de meerjarige ontwikkelingen van de Algemene uitkering 2014 – 2017 gaan wij uit van constante prijzen, dus het verwachte loon- en prijsniveau 2014.
l.
Raming stelposten Onvoorziene uitgaven De hoogte van de raming voor onvoorzien is niet wettelijk voorgeschreven. De raming wordt gebaseerd op € 1,-- per inwoner, af te ronden naar € 35.000. Onderuitputting Uit voorgaande jaren is gebleken dat er altijd een onderuitputting is op de kapitaallasten, doordat planningen van projecten / investeringen niet gehaald worden. Een bedrag van € 400.000 wordt als stelpost onderuitputting geraamd.
- 38 -
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
m. Algemene reserve en reserve grondexploitatie De Algemene reserve is een bestanddeel van de weerstandscapaciteit. Het weerstandsvermogen kan in de vorm van een ratio worden weergegeven: Ratio =
beschikbare weerstandscapaciteit benodigde weerstandscapaciteit
Streven bij het weerstandsvermogen is een ratio van minimaal 1,0 en maximaal 2,0. In de begroting wordt de hoogte van de ratio berekend; Incidentele voordelen worden toegevoegd aan de Algemene reserve; De minimale hoogte van de reserve Grondexploitatie bedraagt € 750.000. Per 31 december 2012 is deze stand niet bereikt (€ 639.036). n.
Kostenverdeelstaat In de kostenverdeelstaat wordt onderscheid gemaakt tussen interne producten en (hulp)kostenplaatsen. De kostenverdeelstaat is een hulpmiddel om de interne organisatiekosten, met name salarisen bureaukosten, middels verdeelsleutels aan de externe producten toe te rekenen. Verdeelsleutels interne producten en (hulp)kostenplaatsen De verdeelsleutels voldoen aan de criteria dat ze praktisch / hanteerbaar moeten zijn en ze moeten er toe leiden dat de kosten daar thuishoren waar ze betrekking op hebben. De belangrijkste basis voor de kostenverdeling is het aantal uren, die de organisatie aan de producten besteedt. Berekening aantal productieve uren Aantal bruto productieve uren in 2014 per fte Organisatie 1.872
Basisuren bruto: 52 weken x 36 uren Af: aantal feestdagen: 7 dagen x 7,2 uren Af: buitengewoon verlof (aanname) 3,5 dagen x 7,2 uren Af: verlof: 25 dagen (gemiddelde) x 7,2 uren Af: ziekteverzuim: (3,5%) Aantal bruto productieve uren
-
50 25 180 67 1.550
Bij een volledige fte kan worden uitgegaan van 1.550 bruto productieve uren (aanwezigheidsuren). Dit aantal is in 1e instantie vooral bedoeld voor de kostenverdeling. Bij de kostenverdeling zal verder nog rekening worden gehouden met indirect productieve uren zoals studie, werkoverleg, etc. De hierna resterende direct productieve uren vormen de basis voor de per (hulp)kostenplaats te berekenen uurtarieven. De raming van de urenverdeling en de urenrealisatie is een belangrijk instrument voor het management van de afdeling. Daarvoor is een realistische raming en registratie van de uren noodzakelijk. Een speciaal aandachtpunt vormt de urenraming voor de grondexploitatie, de riolering, de afvalstoffeninzameling en -verwijdering en de investeringen. Deze uren drukken niet op de reguliere jaarexploitatie van de gemeente, maar worden betaald uit de kredieten, tariefsverhogingen of reserves. Alle uren die aan deze taken besteed worden, dienen volledig geraamd te worden op basis van de werkplanning/afdelingsplan voor het jaar 2014.
- 39 -
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
- 40 -
Kadernota 2014 Gemeente Montferland
6. BESLUIT TOT VASTSTELLING VAN DE KADERNOTA Raadsbesluit Onderwerp: Kadernota 2014 t.b.v. de (meerjaren)begroting 2014-2017 De raad van de gemeente Montferland;
BESLUIT: In te stemmen met de Kadernota 2014.
’s-Heerenberg, 27 juni 2013
De raad van de gemeente Montferland, De griffier, De voorzitter, D. Berends
C.C. Leppink-Schuitema
- 41 -