GEMEENTE MONTFERLAND Notulen van de bijzondere raadsvergadering van de gemeente Montferland, gehouden op donderdag 29 november 2007 in het gemeentehuis te ‘s-Heerenberg. Voorzitter:
Burgemeester C.C. Leppink-Schuitema;
Griffier:
M. van der Leur;
Aanwezig:
R.O.F.M. Berns, Y.P. Boersma, T.J.C. Bolder, B.A.C. Büttner, H.J. van Droffelaar, J.H.M. van Halteren, E. Jongkind, H.H.T.M. Kok-Friesen, G. Kooij, A.H. Koster, T.J.H.M. Loeff-Hageman, T.J.H. Melissen, C.C.M. van Pelt, C.M.W. Reesing-Som, B.G. Rosendaal, A.B.M. Rückert, M.G.E. Som, J.B.A.M. Stein, F.G.J.M. Tiemessen, I.T.J.M. Wolsing, W.L. Zandbergen;
Afwezig met kennisgeving:
F.H.A. Baakman, J.J.H.J.M. Berendsen, G.J.W. van Lent;
Wethouders:
T.M.M. Kok, W.A.R. Visser, J.T.W. van Vuuren, F.S.A. Wissink; In de zaal aanwezig.
Notulist:
Mevrouw M. van Vugt (Notuleerservice Nederland).
1. Opening en mededelingen De voorzitter spreekt het ambtsgebed uit en opent de vergadering om 16.50 uur. 2. Vaststelling agenda De agenda wordt vastgesteld. 3. Welkomstwoord De voorzitter heet de heer Cornielje, commissaris van de koningin van de provincie Gelderland, mevrouw Hermeling, adjunct-hoofd kabinet en mevrouw Buijtels, provincie Gelderland, van harte welkom. De heer Cornielje spreekt zijn dank uit voor het feit dat hij bij de vergadering aanwezig mag zijn. Hij geeft aan dat deze vergadering onderdeel is van een indrukwekkend werkbezoek, met onder andere een bezoek aan Gouden Handen, Meulenvelden en een interactieve bijeenkomst over wijk- en kerngericht werken in de gemeente Montferland. Bespreekpunten 4. Herindeling De heer Som voert het woord namens de VVD. In de bespreeknotitie die de raadsleden hebben ontvangen is de vraag aan de orde wat de rol van de provincie kan zijn bij herindelingen. De heer Som gaat terug naar het begin van de herindeling. Bij het maken van de plannen voor de herindeling heeft de provincie de regie gevoerd. Zowel de positieve als de negatieve neveneffecten van een herindeling hebben zich ook in de gemeente Montferland voorgedaan. Een van de negatieve neveneffect trad op doordat Wehl op het laatste moment alsnog bij Doetinchem werd ingedeeld. Na de herindeling zijn er keuzes gemaakt. Dit is enerzijds begrijpelijk omdat eerst bekend moest zijn hoe een en ander zou verlopen.
1
De VVD-fractie is echter van mening dat er ook keuzes waren die al wel voor de herindeling gemaakt hadden kunnen worden, zodat de nieuwe raad daar zonder al te veel discussie besluiten over had kunnen nemen. De fractie concludeert dat de zaken in de afgelopen jaren goed zijn opgepakt en de fractie denkt dat de gemeente op de goede weg is. Er is weliswaar nog veel te doen en er liggen nog veel uitdagingen, maar de raad kan zich nu gaan voorbereiden op de raadsperiode vanaf 2010, met als doel dat dan de herindelingsperikelen volledig opgelost zijn. Mevrouw Loeff voert namens het CDA het woord. Op 1 januari 2005 zijn de gemeenten Bergh en Didam samengegaan in de gemeente Montferland. Een fusie van twee gemeenten met nagenoeg gelijke grootte en sociaal-culturele achtergrond. Hebben we hier dan te maken met een ‘perfect match’? Enerzijds misschien wel, gelet op het feit dat Montferland een zeer mooie, landelijke grensgemeente is en daarnaast fungeert als trait d’union tussen de stadsregio en de regio Achterhoek. Anderzijds moet worden erkend dat het aanvankelijk niet ging om een huwelijk uit liefde, maar een verstandshuwelijk; om zo niet ingelijfd te worden bij de grote buurgemeenten. Daarbij komt dat het juist vanwege de geografische ligging is dat de nodige hobbels moesten en moeten worden genomen; knelpunten zoals het uittreden uit gemeenschappelijke regelingen, de financiële gevolgen van werkvoorziening Presikhaaf, etc. Ook het op het laatste moment wegvallen van Wehl had grote gevolgen voor de financiële situatie. Conclusie is dan ook dat de gemeente nu nog steeds last heeft van de financiële gevolgen, met deelnemingen in verschillende gemeenschappelijke regelingen. Overigens kan de fractie wel zeggen dat de liefde tussen de gemeenten wel gegroeid is. Welke rol verwacht de fractie nu van de provincie? Onlangs las mevrouw Loeff een rapport, uitgegeven door de universiteit van Utrecht met als titel ‘Afstand en nabijheid’. Met de opmerkingen over de rol van de provincie – tussen ‘afstand en nabijheid’ – wordt een essentiële discussie aangesneden volgens de fractie. Hoe ver mag en moet de provincie gaan buiten de in de wet geregelde verantwoordelijkheden en bevoegdheden? Waar moet de provincie ingrijpen in het belang van een goed eindresultaat en waar moet de provincie die verantwoordelijkheid juist bij de gemeente leggen? Om de ruimte tussen ‘afstand en nabijheid’ optimaal te benutten, is een goede relatie tussen de provincie en de gemeenten van belang. De CDA-fractie juicht het werkbezoek van de heer Cornielje dan ook van harte toe. Een belangrijk leerpunt is volgens de CDA-fractie dat de fractie gedurende het herindelingsproces een grotere betrokkenheid van de provincie verwacht in het ‘nazorgtraject’ en dan vooral met betrekking tot de uittreedvergoedingen. Als het gaat om het vergroten van de efficiency en de kwaliteit – daar was het per slot van rekening allemaal om te doen – dan probeert Montferland een krachtige gemeente te zijn, die als motor functioneert in de regio en richting het Duitse achterland. Montferland probeert te zorgen voor de kruisbestuiving tussen de Achterhoek en de stadsregio. De provincie nodigt de gemeenten ook steeds meer uit tot regionaal denken en de fractie denkt dat dit een goede zaak is, die de slagvaardigheid en de bestuurskracht ten goede komt. Nu de burgers: hier ligt een en ander wellicht toch iets anders. Het nut en de noodzaak van de herindeling zijn mensen niet altijd duidelijk. De burgers denken immers niet in bestuurlijke termen als bestuurskracht en efficiency. Zij zagen een nieuwe gemeente ontstaan die direct in financieel zwaar weer verkeerde. Bovendien stond en staat de gemeente nog steeds voor grote keuzes, met als meest zichtbare keuze voor het publiek de keuze voor de plek van het nieuwe gemeentehuis. De gemeenteraad is geenszins aan de emoties van de burgers voorbij gegaan en heeft de burgers zo goed mogelijk bij de besluitvorming betrokken. Met name door wijk- en kerngericht werken, door midden in de samenleving te staan en oog en oor te hebben in de diverse kernen, probeert de gemeente de burgers naar beste kunnen te bedienen. Ten aanzien van die werkwijze heeft de herindeling niets veranderd. De heer Rückert voert namens GBD het woord. De heer Rückert kijkt terug naar het begin van het herindelingsproces in 2005 en stelt vast dat de politiek werd geconfronteerd met allerlei technische zaken, zoals het opnieuw opstellen van verordeningen bij het maken van keuzen. Tegelijkertijd kwam de gemeenteraad meteen al in financieel zwaar weer terecht. Al met al ziet de heer Rückert 2005 en 2006 eigenlijk als verloren jaren; er is wel veel gebeurd maar dat zijn vooral technische zaken die moesten worden geregeld, terwijl men nauwelijks toekwam aan nieuwe ontwikkelingen, ook al omdat er geen geld beschikbaar was voor nieuw beleid.
2
Ten aanzien van de vraag ‘wat zou de rol van de provincie kunnen zijn’ ziet de heer Rückert met name een strakkere regierol in de voorfase. In die fase, waarin de stuurgroep zijn werk moest doen, ging het niet altijd even soepel. Daar zou wat hem betreft dan ook een taak voor de provincie liggen om – als men dat hoort – een strakkere regierol te vervullen en te kijken of daar op voorhand iets gerepareerd kan worden. De stuurgroep is er bijvoorbeeld niet uitgekomen om een keuze voor de locatie van het gemeentehuis te maken en daardoor moet de gemeenteraad dat nu doen. Ook als het gaat om de gemeenschappelijke regelingen, waar elke gemeente zijn eigen belangen nastreeft – terwijl die belangen best eens kunnen botsen – zou een duidelijkere regierol voor de provincie zijn weggelegd. De heer Van Halteren voert het woord namens LBM. Ook de heer Van Halteren kijkt terug naar het begin van het herindelingsproces en memoreert dat op het laatste moment door de landelijke politiek werd besloten om Wehl geen onderdeel te laten zijn van de nieuwe gemeente Montferland. Dat had grote consequenties, zowel financieel als geografisch. Met Wehl erbij had nu de problematiek niet bestaan dat de beide hoofdkernen in de uiterste delen van de gemeente liggen. Met name het feit dat deze beslissing tot gevolg had dat een bedrag van 2,5 miljoen niet werd verkregen, blijft de gemeente achtervolgen. De gemeente heeft dientengevolge drastische belastingmaatregelen moeten nemen en daardoor de burgers extra moeten belasten. De financiële positie was minimaal. Daarbij kwamen nog de extra kosten die moesten worden gemaakt voor de uittreding uit gemeenschappelijke diensten. Uiteindelijk heeft de gemeente daar toch nog een kleine compensatie voor het rijk voor gekregen, maar dit was niet voldoende. Afgelopen zomer heeft de gemeenteraad dan ook het besluit moeten nemen 800.000 euro structureel te bezuinigen, om toch weer geld beschikbaar te krijgen voor nieuw beleid in 2008 en de daaropvolgende jaren. De heer Van Halteren zou de provincie dan ook willen verzoeken nog eens goed te kijken of zij wellicht in de nabije toekomst een oplossing hiervoor kan bieden. Ook ten aanzien van de wens van de gemeente om het ontbrekende stukje rondweg alsnog te realiseren, waarvoor het budget van de provincie moet komen, verzoekt de heer Van Halteren de provincie dit nog eens goed te overwegen. De heer Jongkind heet de heer Cornielje namens de PvdA-fractie welkom op deze historische plaats, waar op nog geen steenworp afstand reeds vele eeuwen politiek werd en wordt bedreven. Bergh en Didam zijn als afzonderlijke gemeenten ooit voortgekomen uit de heerlijkheid Land van den Bergh. Eerst waren de gemeenten al samen, vervolgens werden zij opgedeeld en sinds 2005 zijn zij weer samengevoegd tot de gemeente Montferland. Op Wikipedia staat te lezen dat ‘in de ogen van velen dit een opmerkelijke fusie was, omdat de karakters van de voormalige gemeenten erg verschillend zijn, onder meer doordat Bergh volgens de algemene aanname grotendeels een deel van de Achterhoek is en Didam een deel van de Liemers’. Dat is nu eenmaal een geografisch, demografisch en bestuurlijk gegeven. Feitelijk zijn het slechts stippellijntjes op papier, tenminste zo zou het moeten zijn. Maar nee, plotseling is er sprake van uittreedvergoedingen en schadeclaims. De tegenvallende AHRI-procedure, waardoor de voormalige gemeente Wehl aan Doetinchem werd toebedeeld, en er slechts voor twee gemeenten een tegemoetkoming in de frictiekosten beschikbaar kwam, maakte het voor de gemeente Montferland moeilijker dan alleen de verschillende karakters van de voormalige gemeenten Didam en Bergh. De pers tracht de raad nog wel eens verdeeldheid aan te praten, zoals bij het vinden van een nieuwe huisvesting. De inwoners desgevraagd willen een goede en adequate dienstverlening. De enige geologische hobbel is ‘het Montferland zelf. Deze ‘bult’ is niet zomaar een stippellijntje op de kaart, maar maakt een volwaardig dienstverleningsloket aan beide zijden van de ‘bult’ noodzakelijk. De gemeente Montferland staat met één voet in de stadsregio en met de andere voet in de regio Achterhoek. Liggend aan een van de belangrijkste slagaders van economisch Nederland naar Duitsland en het achterland, bezet Montferland een sleutelpositie. In de voorliggende bespreeknotitie wordt gevraagd wat de rol van de provincie en Gedeputeerde Staten zou kunnen zijn bij geschillen en problemen. Naar de mening van de heer Jongkind hoeft de provincie de regie niet in handen te nemen. Er ligt zijns inziens een taak bij portefeuillehouders binnen de gemeente om tijdig aan de bel te trekken bij de provincie, zodat deze proactief en in een vroeg stadium kan meedenken om te voorkomen dat er werkelijk grote geschillen ontstaan.
3
Belangrijk is dat de provincie en Gedeputeerde Staten informatie verlenen over de positie of problemen van de gemeente Montferland en deze kwalitatief en inhoudelijk goed behartigen in Den Haag, zowel bij de ministeries als bij de kamers. In de aanloop van de gemeentelijke herindeling heeft met name de provincie nog wel eens een steekje laten vallen. Als voormalig lid van de stuurgroep kan de heer Jongkind memoreren aan het feit dat bij de provincie is aangegeven dat de gemeentegrenzen niet duidelijk op de aan de Tweede en Eerste Kamer aangeleverde kaarten stonden en dat er zelfs fouten in de kaarten zaten. Dat de A12 en de gehele grenspost zomaar naar de gemeente Zevenaar gingen, was jammer, maar met name bij de gemeentegrenzen van Wehl en Zevenaar waren niet volgens afspraak. De provincie heeft hier, zelfs na aandringen, zowel bestuurlijk als ambtelijk niets mee gedaan. “Dat was later wel even te regelen”, werd er gezegd. Met de gemeente Zevenaar was dat inderdaad geen probleem. Echter, de gemeente Doetinchem, wilde echt geen afstand doen van het voormalig stukje Wehl ten zuiden van de A18, terwijl dit toch zo logisch zou zijn. De heer Jongkind kijkt terug in de geschiedenis en stelt vast dar er in het verleden al vaker gedeelten van de gemeente moesten worden afgestaan. Maar, zo vervolgt hij, wie teveel achterom kijkt valt uiteindelijk op zijn neus. De blik op vooruit: de samenvoeging van de voormalige gemeenten Bergh en Didam tot Montferland heeft de gemeente sterker en weerbaarder gemaakt. Deze maand besloot de raad over een begroting met een goed meerjarenperspectief. Goed voor de Montferlanders, goed voor het openbaar bestuur en de organisatie. En last but not least, een compliment voor de eerste echte Montferlandse burgemeester, die in haar doen en laten de gemeente Montferland als eenheid weet te presenteren en te representeren. De voorzitter geeft het woord aan de heer Cornielje. De heer Cornielje sluit zich van harte aan bij de complimenten van de heer Jongkind aan het adres van de burgemeester. Er zijn veel vragen en opmerkingen die gaan over de aanloop naar de vorming van de gemeente Montferland. De heer Conrnielje geeft aan dat hij op datzelfde moment lid was van de Tweede Kamer en derhalve de volle verantwoordelijkheid voor het wetsvoorstel droeg. Ook hij is toen in het gebied geweest, heeft hij de hoorzittingen meegemaakt en heeft hij zijn collega destijds met raad en daad bijgestaan om tot een oordeelsvorming te komen. Uiteindelijk was het een regionaal aangepakte herindeling. Het begon om een aantal stedelijke gebieden te versterken (Doetinchem, Zutphen, Zevenaar). Vaak ziet men dan in zo’n proces, waar de vormgeving van onderop moet plaatsvinden, dat het oorspronkelijke doel uit het oog wordt verloren; als het ware met de rug naar de stad – en dan rekent de heer Cornielje Doesburg ook tot de steden. Dat is een afweging die men op provinciaal niveau heeft moeten maken; het voorstel van onderop honoreren of rekening houden met het versterken van de stedelijke functie. Diezelfde afweging heeft ook plaatsgevonden op landelijk niveau en dat resulteerde erin dat in een laat stadium van het proces besloten is om Wehl niet bij Didam en ‘s Heerenberg te voegen maar te herindelen. Dat heeft grote consequenties gehad. De heer Cornielje heeft daar eerder vandaag ook met burgemeester en wethouders over gesproken. De frictiekostenregeling is een regeling die nationaal gehanteerd wordt en die rekening houdt met het aantal kernen en niet zozeer met het aantal inwoners. De heer Cornielje vindt het wel belangrijk om dat punt nog een keer aan te kaarten op nationaal niveau, niet zozeer omdat in Gelderland nog grootschalige herindelingen zullen plaatsvinden, maar er zijn andere provincies waar dat nog nauwelijks is gebeurd. De provincie kan iets betekenen in de oplossende sfeer in de kwestie van de uittredingen, bijvoorbeeld met betrekking tot de werkvoorziening Presikhaaf. De heer Cornielje heeft hierover met het college van burgemeester en wethouders gesproken en geeft aan goed te zullen kijken hoe daar mee zal kunnen worden omgegaan. Er kan worden gekozen voor de juridische procedure, maar er kan ook nog eens worden gekeken of het mogelijk is een bemiddelingsgesprek aan te gaan om te kijken of men hier in redelijkheid uit kan komen. De heer Cornielje heeft dan ook op zich genomen om dit te verkennen in het College van Gedeputeerde Staten en hij zal dit terugkoppelen naar de wethouder. Ten aanzien van de opmerking van de heer Rückert dat 2005 en 2006 verloren jaren waren, is de heer Cornielje van mening dat dat niet zo is. Hij denkt dat er veel tot stand is gekomen in de gemeente, misschien niet zozeer aan nieuw beleid, maar er zijn wel majeure projecten in de gemeente uitgevoerd. Er is een gezonde basis gelegd onder de nieuwe gemeente.
4
De heer Cornielje heeft er begrip voor dat de gemeente nu nog niet wil beginnen aan de bestuurskrachtmeting. De provincie heeft dit aangeboden aan alle gemeenten en de heer Cornielje is verheugd dat alle gemeenten hebben aangegeven deze bestuurskrachtmeting te willen doen. De gemeente Montferland zal dan later in het traject aan de beurt komen. Het voordeel daarvan is dat de gemeente dan ook alweer een slag verder zal zijn. De heer Cornielje reageert op de opmerking van mevrouw Loeff dat de gemeente Montferland de schakel is tussen de Achterhoek en de stadsregio Arnhem-Nijmegen. De heer Cornielje had in eerste instantie scepsis hierover, maar is uiteindelijk door de burgermeester wel overtuigd en de provincie heeft de gemeente hierin dan ook het voordeel van de twijfel gegeven. Het is belangrijk dat er behalve in de stadsregio – als economisch hart van de provincie Gelderland, waar veel wegen naartoe gaan – alsook in het omliggende gebied veel gebeurt. Montferland kan juist in de Achterhoek, waar veel economische ontwikkeling is, een belangrijke rol vervullen. De heer Cornielje is benieuwd wat dit op gaat leveren. Het eerste behaalde resultaat is het landbouwontwikkelingsbeleid, dat ook is overgenomen door de stadsregio en goedgekeurd door Gedupeerde Staten. De heer Cornielje denkt wel dat dit veel bestuurskracht vergt, maar hij heeft er vertrouwen in dat dat binnen dit college gaat lukken. Ten aanzien van de rol van de provincie – nabij of verderaf – geeft de heer Cornielje aan dat dit een lastige discussie is. Betekent ‘regie voeren’ dat men partijen bij elkaar brengt of betekent het dat je ook beslissingen neemt? De heer Cornielje beperkt zich liever tot de taken die de provincie heeft. Dat wil zeggen dat de provincie niet op de stoel van de gemeente moet gaan zitten. De keuze voor een gemeentehuislocatie is echt een verantwoordelijkheid van de gemeente. De heer Cornielje verwijst naar het gesprek met de voorzitter van de wijkraad Zeddam, dat hij na de bijeenkomst over wijk- en kerngericht werken heeft gehad. De heer Cornielje heeft dit als een goed gesprek ervaren. Binnenkort is er gesprek gepland tussen een delegatie van de wijkraad en het college van burgemeester en wethouders. De heer Cornielje stelt vast dat alle verschillende wijkraden, met hun verschillende oorsprong, nu een manier gevonden hebben om de rol van intermediair te vervullen en hij heeft er dan ook vertrouwen in dat dat ook in Zeddam gaat lukken. Ten aanzien van de vraag of er extra geld beschikbaar kan komen voor de gemeente Montferland merkt de heer Cornielje op dat er in dit kader regiocontracten voor regionale problemen bestaan. De afgelopen jaren is de gemeente Montferland buitengewoon goed bedeeld geweest. Te denken valt hierbij aan de rondweg en bedrijfsverplaatsingen. Verder is er nog het structuurprogramma Vitaal Platteland, ook hierin deelt de gemeente Montferland ruim mee. De provincie heeft er verstandig aan gedaan het aandeel in de provinciale elektriciteitsmaatschappij Nuon niet te verkopen. Het hieruit verkregen dividend kan goed besteed worden aan interessante projecten. Ondanks het feit dat het Rijk deze gelden ook wel zou willen hebben, hoopt de heer Cornielje dit geld voor Gelderse inwoners te kunnen blijven besteden Ten aanzien van de grensproblemen tussen de gemeenten, die de heer Jongkind meldde, merkt de heer Cornielje op dat grenscorrecties gedaan kunnen worden als er een goede reden voor is. De heer Cornielje zal hier met de portefeuillehouder nog eens naar kijken. Met betrekking tot de opmerking van de heer Jongkind dat Montferland een grensgemeente is, geeft de heer Cornielje aan dat hij het belangrijk vindt dat het feit dat de grens er eigenlijk niet meer is als een kans benut wordt. Hier dient het oprichten van een gezamenlijk industrieterrein als voorbeeld. Gemeente, provincie en Rijk moet samen optrekken om deze grensregio economisch goed te ontwikkelen . Ten aanzien van de vraag of de provincie een rol kan vervullen in de ‘nazorg’ van de herindeling, nodigt de heer Cornielje de raad graag uit om op werkbezoek te komen bij de provincie Gelderland. Er zal dan met de statenleden hierover gesproken kunnen worden. Burgemeester Leppink neemt de uitnodiging namens de raad graag aan.
5
In de tweede ronde wordt overgegaan op agendapunt 5. 5. Bestuurskracht en dualisme gemeente Monferland De heer Som merkt op dat de VVD-fractie concludeert dat het dualisme in de twee gebieden wellicht op enigszins andere wijze is ingevuld. Dit heeft wellicht te maken met de cultuur en hoe college en raad met elkaar omgingen. Vanaf 2005 is er een nieuwe gemeenteraad, met nieuwe mensen, waar nieuwe zaken aan bod komen en waar men in het duale systeem toch nog steeds zoekende is naar de beste manier om zaken op te pakken en het dualisme zo goed mogelijk te laten functioneren. Het besturen zelf moet ondertussen echter ook doorgaan. Deze raadsperiode moeten de noodzakelijke zaken worden gedaan die uit een herindeling naar voren komen en het streven moet zijn dat die zaken ook binnen deze periode worden afgerond. Vanaf 2010 moet er dan aan nieuw beleid gewerkt kunnen worden. Dan is het volgens de VVD-fractie nu ook het moment om vernieuwingen door te voeren, zodat er nog een fase van uitproberen is en in 2010 niet ineens alles nieuw is voor de mensen die er dan zitten. De benadering van de VVD zou dan ook zijn: laat de raad zich nu de tijd gunnen om iets neer te zetten. De heer Kooij geeft aan dat om te beoordelen hoe de gemeente ervoor staat voor wat betreft dualiteit, dit moet worden gerelateerd aan de doelstelling die met dualiteit wordt beoogd. In de optiek van de CDA-fractie is de primaire doelstelling: door heldere taakafbakening en transparantie de burgers terugbrengen bij het bestuur. De invoering had formele en culturele aspecten. De formele aspecten zijn vervuld, maar de culturele aspecten zijn wat moeilijker in te voeren en te beoordelen. Een maatstaf zou kunnen zijn ‘houdt elke functionaris zich aan zijn eigen nieuw vastgestelde taken’. Hier komt de heer Kooij toch weer even terug op de herindeling. De gemeente heeft twee processen gekend. In 2002 gingen de afzonderlijke gemeenten aan de gang met dualiteit. Dat is in Bergh en Didam verschillend gegaan. In Didam is er relatief weinig veranderd. De commissies gingen op dezelfde voet voort als ze gewend waren. Bergh was meer voortvarend; daar werd de vergaderstructuur veranderd, waarmee men richting dualiteit ging. Toen daarna de fusie plaatsvond, is echter besloten dat een en ander in Bergh enigszins rommeling verliep en men toch aan de vergaderstructuur van Didam wilde vasthouden. Wel is de afspraak gemaakt dat in de commissies geen besluitvorming meer plaatsvindt, maar dat er wordt vastgesteld of een onderwerp rijp is voor besluitvorming, waarna de politieke discussie en besluitvorming in de raad plaatsvinden. Omdat het proces op den duur echter toch niet helemaal aan de verwachtingen voldeed, is de raad zich gaan oriënteren op een andere wijze van vergaderen en dat heeft ertoe geleid dat er een commissie Duaal is ingesteld, die heeft onderzocht of het anders en beter kon. De standpunt van het CDA zijn nog steeds ‘we doen van harte mee maar onder bepaalde voorwaarden’, ‘we willen niet veranderen om te veranderen’, ‘breng de burger dichter bij het bestuur’, maar ook: ‘worden de belangen van de burger daarmee gediend?’ Het CDA is er voorstander van om de veranderingen voor het einde van deze raadsperiode in te voeren, om de volgende raadsperiode daar niet mee te belasten. Ook is een andere wijze van verslaglegging afgesproken, met moderne communicatiemiddelen. Dit kan de burgers dichter bij het bestuur brengen doordat zij thuis vergaderingen kunnen volgen De fractie zal zich kritisch positief opstellen en een bijdrage leveren aan de voortzetting van het dualisme. Als de veranderingen die de raad heeft voorgenomen inderdaad worden doorgevoerd, dan kan op termijn vanzelf worden vastgesteld of dat de bestuurskracht bevordert. De heer Rückert merkt ten aanzien van de bestuurskracht op dat de gemeenteraad en het college zichzelf een compliment kunnen geven voor de manier waarop de Wmo is ingevoerd. Bovendien is de dienstverlening beter geworden. De burgers hebben hiervoor in een klanttevredenheidonderzoek een 6,5 gegeven. Ten aanzien van het dualisme merkt de heer Rückert op dat dit bedoeld is om de afstand tussen de gemeente en de burger te verkleinen. De publieke tribune is echter niet vaak gevuld. Wijkgericht werken is ook een manier om de afstand te verkleinen. De gemeenteraad is als eerste aan zet om in alle contacten met de burger zo goed mogelijk te communiceren en bekend te maken welke activiteiten de gemeente uitvoert. Duaal wil ook zeggen dat je als gemeenteraad kaders moet stellen en wat minder op details gaat sturen. Het stellen van kaders is niet gemakkelijk, omdat de raad doelstellingen wil hebben die SMART zijn. Vandaar dat de raad en het college hebben besloten in
6
2008 te gaan benchmarken, om te leren van andere gemeenten en te kijken waar nog verbeterpunten zouden kunnen liggen. Ook de GBD-fractie roept om een aantal vernieuwingsimpulsen vooral in deze raadsperiode door te voeren. De heer Van Halteren denkt dat de gemeente op goede weg is. Een klein succesje dat al geboekt is, is dat momenteel de vergadering digitaal opgenomen wordt. De heer Van Halteren heeft hier al positieve geluiden over gehoord. Met de werkgroep Duaal – waar de heer Van Halteren deel van uitmaakt – wordt geprobeerd de burgers nog meer te betrekken bij de besturing van de gemeente. Er wordt nu een aantal ideeën ontwikkeld ten aanzien van de vergaderstructuur. De beste aspecten van beide gemeenten zijn weliswaar al verenigd in de huidige structuur, maar er wordt toch nog steeds gekeken of het nog beter kan worden georganiseerd. De heer Van Halteren besluit met de opmerking “dualisme is ons van bovenaf opgelegd en we zullen er met z’n allen van onderaf iets van moeten maken,” De heer Jongkind merkt op dat binnen de gemeente Montferland het dorp Beek ligt. Er zijn drie dorpen met de naam Beek in Nederland en daarom is het ondanks de postcode toch nodig dat de gemeentenaam wordt toegevoegd. De heer Jongkind ontvangt na bijna drie jaar nog steeds post van organisaties – en ook van de provincie – met de plaatsnaamaanduiding Beek (gemeente Bergh). Verder merkt de heer Jongkind op dat de gemiddelde leeftijd binnen de gemeenteraad redelijk hoog ligt en daarmee is de bestuurlijke- en de levenservaring groot. Het spreekwoord ‘een oude hond leert men geen nieuwe trucjes’ zou mogelijk de indruk kunnen geven dat men in deze raad geen voorstander is van vernieuwingen. De gemeenteraad van Montferland wil echter wel vernieuwen; dualer worden maar dan toch ook vooral op de stoel blijven zitten en niet gaan staan of onrustig rondlopen. Als lid van de werkgroep Duaal weet de heer Jongkind dat, om nog een spreekwoord te gebruiken, ‘elke oude bok wel eens een groen blaadje lust’. Met andere woorden: het moet aantrekkelijker worden, zowel voor de raadsleden als voor de inwoners, zowel voor ouderen en met name ook voor jongeren. Dat is een uitdaging, maar concrete successen worden al geboekt. De voorzitter wil vanuit het college toevoegen dat het inderdaad zo is dat het college heeft gevraagd om iets meer tijd te krijgen voor de bestuurskrachtmeting. Het college doet van harte mee, maar graag op termijn. Bovendien vindt het college het van belang om het klanttevredenheidonderzoek en het medewerkertevredenheidsonderzoek hier deel van uit te laten maken. De heer Cornielje reageert op de opmerkingen van de fractie. Bestuurskrachtmeting is niet iets wat de provincie doet over de gemeente maar samen met de gemeente. Daarbij kunnen vanzelfsprekend de onderzoeken die de gemeente aanreikt, worden meegenomen. De heer Cornielje heeft reeds veel werkbezoeken aan gemeenten in Gelderland gebracht. Overal staat het dualisme op de agenda. Iedereen is aan het zoeken om hieraan een goede invulling te geven. Het doel is natuurlijk om tot een goede taakafbakening te komen tussen de verschillende organen en ook om de burger beter te betrekken bij het totaal. Daarbij moet worden gekeken wat de nieuwe rol van de raad is geworden. Toen het nog een monistisch stelstel was, vormden de raad en het college een geheel. De wethouders bleven raadslid en stemden ook mee. Nu is dat niet meer zo. De heer Cornielje beaamt de opmerking dat er in de gemeente Monterland twee processen tegelijkertijd hebben gespeeld. Dit resulteerde erin dat men, al begonnen met het dualisme in 2002, eigenlijk in 2005, in een nieuwe samenstelling, weer opnieuw heeft moeten beginnen. Dat betekende niet alleen een structuurverandering maar ook een cultuurverandering. Er zijn verschillende instrumenten om de volksvertegenwoordigende rol van de raad te vervullen en dat is bijvoorbeeld wijk- en kerngericht werken. Dit is zeker een manier om de afstand tot de burger te verkleinen. De heer Cornielje stelt vast dat de fracties eenstemmig van mening zijn dat deze raadsperiode moet worden gebruikt om alles wat met de herindeling te maken heeft te verwerken, zodat in de nieuwe periode weer ruimte is om met beleid bezig te gaan. De heer Cornielje bevestigt dat de schaalvergroting die heeft plaatsgevonden meteen al zijn vruchten afwerpt op het gebied van de invoering van de Wmo.
7
Ten aanzien van het dualisme merkt de heer Cornielje op dat dit niet is opgelegd. Er kwam een roep vanuit de politiek omdat het monistische systeem onvoldoende bleek te werken. Mensen voelden zich onvoldoende gerepresenteerd in de raad, omdat de raadsleden zo met het bestuur bezig waren dat zij niet meer in contact stonden met de mensen. De heer Cornielje is van mening dat iedere raad op haar eigen wijze invulling mag geven aan haar taak, mits zij trouw blijft aan de kaderstellende en volksvertegenwoordigende rol die zij moet vervullen. Het college daarentegen moet beleid voorbereiden en beleid uitvoeren. Tot slot meldt de heer Cornielje dat hij binnen de organisatie van de provincie aandacht zal vragen voor het adresseren van de post voor het dorp Beek. 6. Sluiting De voorzitter bedankt de heer Cornielje, mevrouw Hermeling en mevrouw Buijtels voor hun bezoek aan de gemeente en sluit de vergadering om 18.20 uur, na het uitspreken van het ambtsgebed.
8