01_12 k Hoe versoepel je doorstroming naar hbo? k Crooswijkse scholen kijken in elkaars keuken k Stelonderwijs voor slimme kinderen >
- - - - - - - Rotterdams Onderwijs Magazine
Meet the Judge Junior in de klas
Jaarlijks 10% minder schooluitval
Rotterdams Rekeneffect op stoom
januari _ nr. 01 _ jaargang 35
van de redactie
Bedankt! Het is 1978 als ik bij Samen Wonen Samen Leven (SWSL) gestencilde bundels samenstel vol informatie en lestips over intercultureel onderwijs. Ze zijn bestemd voor leerkrachten op zeven lagere scholen in het Oude Noorden en Crooswijk. Niet lang daarna krijgt het de vorm van de gedrukte, regelmatig verschijnende ’Projektkrant’. Dat is het begin van wat later uitmondt in het Rotterdams Onderwijs Magazine (ROM), informatie- en inspiratiebron voor onderwijsprofessionals. Na honderden nummers is dit magazine voor mij het laatste. Vol vertrouwen geef ik de rol van hoofdredacteur door aan Rien van Genderen, gewaardeerd collega bij Stichting de Meeuw. Graag bedank ik iedereen met wie ik op prettige wijze de afgelopen 34 jaar samen aan het magazine werkte: redactieleden, collega's, journalisten, fotografen, tekenaars, vormgevers, administrateurs, drukkers en verspreiders. Tenslotte bedank ik alle onderwijswethouders en medewerkers van Jeugd, Onderwijs en Samenleving die vanaf het begin het blad financieel mogelijk hebben gemaakt. Ik groet alle trouwe lezers en wens het ROM nog een lang leven toe!
agenda 25 januari (start) DEN HAAG
post-hbo Rekenspecialist www.inholland.nl 25 januari EDE REEHORST
evenement Culturele Onderwijstentoonstelling www.cultuurcoordinator.nl 26 januari (start) ROTTERDAM HR
post-hbo Management, organisatie en marketing www.transfergroep.nl 31 januari ROTTERDAM
introductieworkshop Inspiratieboek Taal www.stichtingdemeeuw.nl 31 januari UTRECHT MARNIX ACADEMIE
training Financieel management (voor schoolleiders) www.pentanova.nl 1 februari ROTTERDAM
werkconferentie Hoe zet ik een vakantieschool op? Beste docent 2011 Op pagina 4 in het ROM van december staan twee verkeerde namen bij de foto. Naast beste docent vo Hanneke van Driel (links) staan de genomineerden Lucie van Meijeren en Sven Larssen. Onze excuses voor de foute interpretatie! de redactie
colofon Rotterdams Onderwijs Magazine voorlichtings- en opinieblad voor onderwijs, educatie, vorming, opleiding en training in Rotterdam. Gratis voor personeel van voorscholen, primair en voortgezet onderwijs in Rotterdam. 35e jaargang -- nr.1 -- januari 2012 ISSN 1386-2863 -- Verschijnt acht keer per jaar -- Oplage 7000 Losse nummers € 6,- Abonnement januari - juni 2012 (5 nummers) € 30,Komende nummer Verschijnt half februari Uitgave Stichting de Meeuw Redactie Irene van Kesteren, Lydia den Ouden, Willem Bijl (hoofd- en eindredactie) Redactie-adres Postbus 61055 -- 3002 HB Rotterdam -- telefoon 010 4863022 -fax 010 4866455 -- e-mail
[email protected] Grafische vormgeving Trichis Communicatie en Ontwerp BNO -- Rotterdam Foto cover Jan van der Meijde Druk Veenman Drukkers -- Rotterdam © Stichting de Meeuw 2|
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 01 | 12
www.onderwijsbeleid010.nl 16 februari ROTTERDAM
conferentie Rekenen in het vo en mbo www.cedgroep.nl 9 maart ROTTERDAM HR
cursus Logopedie en stoornissen in het autistisch spectrum www.transfergroep.nl 14 en 15 maart ROTTERDAM
training Kiezel & Druppel (lichaamsbewustwording) www.stichtingdemeeuw.nl
inhoud 02 agenda 06 Rotterdams Taaleffect op Accent Tussentijdse metingen tonen vooruitgang
04_‘Schooluitval jaarlijks met 10% terugdringen’ Thuiszittende jongeren terug naar school of werk R
08 estafette Een wijkschooldocent en een
vmbo-docent wisselen ervaringen uit: ‘Ik leer m’n klas dat fouten maken móet’
10 mijn vak Janneke Jongen: ‘Je kunt veel voor deze kinderen betekenen’
13 het succes van... het Albeda College Hoofdconciërge Theo Jongenotter
14_ Slaat u met uw hamer op tafel? Meet the Judge Junior op Fridtjof Nansenschool O
ontving landelijke prijs voor beste onderwijsondersteuner
15 column Pico Bello Bezit en roze, een fatale combinatie
16 de klas van... Sven Larssen, docent en schoolloopbaancoach op vmbo-havo, Eenheid Zorg Zuid (de Schakel) in Vreewijk
18 column Anne-Marie
26_ ‘Ze schrijven nu betere en langere teksten’ Stelonderwijs voor slimme kinderen R
Weinig tijd
20 brede discussie op Zadkine Hoe kunnen we doorstroming naar hbo versoepelen?
22 Crooswijkse scholen Een kijkje nemen in elkaars keuken:
‘Geweldig positieve ervaring’
24 topklassen tweespraak ‘Als school en ouders samen werken, zie je kinderen vooruit gaan’
32 veldwerk Joke van Herwaarden,
30_ Rotterdams RekenEffect komt op gang Eerst in kaart brengen, dan het niveau omhoog O
docent lichamelijke oefening Guido de Brès IJsselmonde
01 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
|3
Schooluitval
tekst Marijke Nijboer
Teveel jongeren stoppen met hun opleiding. Dat schaadt hun toekomstkansen en is ook slecht nieuws voor de arbeidsmarkt. Aanval op Uitval, een gezamenlijke aanpak van alle vo- en mbo-schoolbesturen en de gemeente, probeert op verschillende manieren het tij te keren.
> Programma Aanval op Uitval
ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZ ZThuiszittende Z Z Z Z Z Z Z Z Z Zjongeren ZZZZZZZZZZZZ ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZ Zterug Z Z Z Z Znaar Z Z Z Zschool Z Z Z Z Z Zof Z Z werk ZZZZZ N
ourdin (18) wil rapper worden. Aangezien hij al tijden niet meer naar school gaat, is het fantastisch dat hij toekomstplannen maakt. Maar wie vertelt hem dat met rappen nauwelijks wat valt te verdienen? De kans is groot dat Nourdin binnenkort bij het Jongerenloket wordt uitgenodigd, waar iemand hem deze ongemakkelijke waarheid vertelt. Want Nourdin valt precies binnen de doelgroep van Uitval op Aanval. Tot en met zestien jaar zijn jongeren leerplichtig. Daarna zijn ze nog verplicht om een startkwalificatie te halen (minimaal mbo 2 of havo-diploma; tot 18 jaar verplicht, tot 23 jaar onder ’drang’). Vooral bij 18- en 19-jarigen is de uitval groot. Terwijl het ook op die leeftijd belangrijk is dat ze hun opleiding afmaken. Deze jongeren zien studiefinanciering vaak als een leuke aanvulling op hun inkomen. Het voortijdig schoolverlaten (vsv) loopt terug,
O Leerlingen van de Wijkschool verrichten bij wijze van stage werk voor woningcorporatie Vestia. De ervaring die ze hiermee opdoen, moet hen verder helpen op het pad naar scholing of werk. foto’s Wijkschool
4|
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 01 | 12
maar heel langzaam. Op de vo-scholen en ROC’s (mbo’s) tezamen liep de uitval tussen schooljaar 2005/06 en 2009/10 terug van 7% naar 6%. Kijk je alleen naar de ROC's dan is de uitval nog steeds schrikbarend hoog. In 2005/06 was die 15,3%; in 2009/10 12,8%. Aanval op Uitval moet de terugloop versnellen.
Huisbezoek Allereerst wordt het verzuim op scholen steviger aangepakt. ‘Verzuim is een voorbode van uitval,’ zegt Leo Noordegraaf, directeur van Rotterdams Offensief. Deze organisatie, een samenwerking van de ROC’s en vo-schoolbesturen, neemt een deel van de uitvoering van Aanval op Uitval voor haar rekening. Scholen hebben een eigen leerplichtambtenaar, die op vaste tijden aanwezig is. Door de vele praktijklessen op verschillende locaties is verzuimregistratie in het beroepsonderwijs lastig, zegt Carla Kathmann, directeur van het Trajectbureau van Albeda. De digitale aanwezigheidsregistratie die Albeda in 2012 invoert, moet verbetering brengen. Verder experimenteren de Rijnmondse ROC’s met een regionale aanpak van leerplicht. Dat is nodig omdat veel studenten uit de hele regio van Rotterdam komen. Niet-schoolgaande jongeren zonder startkwalificatie worden thuis opgezocht. Het Jongerenloket probeert hen terug te leiden naar school, of anders aan werk te helpen. ‘We hebben in kaart gebracht wat de grootste oorzaken van uitval zijn en daar acties op gezet,’ vertelt Gerard Spierings, programmamanager van Aanval op Uitval. Vaak zijn privéomstandigheden, zoals conflicten thuis, armoede of een verslaving, een reden om weg te blijven. Daarom wordt met de ROC’s en GGD de zorg op de mbo-scholen verbeterd. Kathmann: ‘We hebben een samenhangend systeem van onderwijs en begeleiding opgezet, waarbij we samenwerken met ouders, de gemeente, hulpverlening, woningcorporaties en dergelijke. Waar nodig wordt specialistische zorg ingezet.’
Loopbaanoriëntatie Veel mbo-studenten vinden dat ze op de verkeerde opleiding zitten. Rotterdams Offensief ontwikkelt momenteel een loopbaanoriëntatie die al begint op de basisschool. Noordegraaf: ‘We willen kinderen duidelijk maken welke alternatieven er zijn en bevorderen dat ze hun keuzes baseren op informatie.’ Op het werken met je handen rust bijvoorbeeld nog teveel een taboe. ‘Veel kinderen hebben talenten in die
‘Schooluitval jaarlijks met 10% terugdringen’ richting, maar gaan toch een andere kant op. Terwijl voor vaklieden de kans op een goedbetaalde baan groot is.’ De loopbaanoriëntatie wordt in de loop van 2012 op poten gezet. Aanval op Uitval moet de voortijdige schooluitval jaarlijks met 10% terugdringen. ‘Dat is ambitieus,’ zegt Spierings, ‘temeer omdat zo’n reductie nog nooit is gehaald in de regio. Maar we zetten alles op alles om er zo dicht mogelijk bij te komen.’ Voor een klein deel van de jongeren is een startkwalificatie te hoog gegrepen. Op hen richt zich de Werkschool, die momenteel op landelijk niveau wordt ontwikkeld. Hier leren jongeren om een baan te vinden en te houden. Daarnaast komen er vakscholen, die praktijkgericht oplei-
den voor bijvoorbeeld de techniek of de zorg. Spierings: ‘De wethouder wil dat we naast alle maatregelen ook een appèl doen op de jongeren zelf. Ik ben dat met hem eens. Het is in hún belang dat ze een startkwalificatie halen. We willen hen aanspreken op hoe ze in het leven staan. Jij wilt hulp bij het vinden van een huis? Okee, maar laten we eerst eens kijken hoe het komt dat jij dakloos bent. Ze moeten het verband gaan zien tussen hun eigen gedrag en hun situatie.’ Nourdin kan binnenkort bezoek verwachten. Z
www.onderwijsbeleid010.nl
01 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
|5
Taalstimulering
tekst Marijke Nijboer
Scholen voor praktijkonderwijs nemen een aparte plek in. Het zijn sterk op de arbeidsmarkt gerichte opleidingen. Ook zij doen volop mee aan het Rotterdams (Taal)Effect*. Tussentijdse metingen tonen vooruitgang. ‘We zijn scherper geworden.’
> Rotterdams (Taal)Effect op accent praktijKonderwijs
UUUUUUUUUUUUUUU Tussentijdse metingen U UUUUUUU UUUUUUU U UUUU UUUUUUUUUU tonen vooruitgang UUUUUUUUUUUUUUU D
ebora van Os, projectleider Taaleffect bij Accent Praktijkonderwijs, schrok wel even toen ze hoorde dat Accent zou gaan meedoen aan Rotterdams (Taal)Effect (RTE). ‘Ik was huiverig om onze leerlingen bloot te stellen aan de toets Diataal. Ik dacht dat ze moeite zouden hebben met het verwerken van de tekst.’ Maar na de eerste afname in december 2010 was ze aangenaam verrast: de resultaten vielen mee. Sommige leerlingen scoorden zelfs dichtbij het eindniveau van de basisschool; een goed resultaat als je bedenkt dat leerlingen het praktijkonderwijs (pro) binnenkomen met drie jaar onderwijsachterstand. De docenten/mentoren Ankie Kraaijeveld (Accent Hoogvliet) en Helga Mossel (Accent Delfshaven) zeggen dat zij en hun teams scherper zijn geworden op het punt van taalonderwijs. Kraaijeveld: ‘Wij hebben onze methodes voor begrijpend lezen nog eens kritisch bekeken en waar nodig aangevuld.’ Mossel: ‘Onze bezoeken met klassen aan de
6|
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 01 | 12
bibliotheek zijn minder vrijblijvend geworden. We leren kinderen om boeken van het juiste niveau te kiezen en halen daar ook meer uit. We stimuleren leerlingen om woorden die ze niet kennen, op te zoeken en laten ze boekverslagen maken. Over één hoofdstuk, anders raken ze het overzicht kwijt. Het is een soort wedstrijdje geworden: wie heeft de meeste boekverslagen?’
Talige spelletjes Beiden zijn enthousiast over Nieuwsbegrip, dat beschikbaar is op pro-niveau. Mossel: ‘Wij hadden eerst een nogal oubollige leesmethode. Door Nieuwsbegrip gaan leerlingen met meer plezier met taal aan de slag. We doen ook talige spelletjes, zoals kwartetten. Ik heb een speciale les gegeven over het belang van taal. Overal waar je komt, heb je taal nodig.’ De uitslag van de tweede Diataaltoets toonde Accent-breed vooruitgang. Dat motiveerde de teams. Kraaijeveld: ‘ik ben in gesprek met de collega’s van de tweede
klas, om deze taallijn voort te zetten.’ Van Os: ‘De mentoren zeggen allemaal: ik laat dit niet meer los.’ Met leerlingen voor wie dit haalbaar is, wordt toegewerkt naar referentieniveau 1F. Van Os: ‘Voor mij is het belangrijkste dat iedereen vorderingen maakt, ook degenen die het niveau 1F bij lange na niet halen. Wij richten ons op zelfredzaamheid. Dus we kijken wat leerlingen moeten beheersen om zich te redden als werknemer, consument en burger.’
Zelfgemaakt lesmateriaal Volgens haar richten ontwikkelaars en uitgevers van methoden zich nauwelijks op het praktijkonderwijs, omdat de doelgroep te klein zou zijn. Als gevolg daarvan zijn veel docenten zelf materiaal zoals woordenlijsten aan het ontwikkelen. ‘We praten bij Accent met onze vakdocenten over wat er in de brancheopleidingen in onze bovenbouw allemaal aan bod komt op het gebied van taal en rekenen, en werken daar naar toe.’
T Debora van Os Accent Praktijkonderwijs O Aan de hand van een kaartspel verbeteren leerlingen hun taalbeheersing. foto Jan van der Meijde
010 4155828
[email protected] www.cvoaccent.nl
Ook de praktijkscholen van BOOR en LMC zijn bezig met RTE. Een paar weken geleden kwamen pro-medewerkers van de drie besturen bij elkaar. Van Os: ‘We hebben besproken hoe iedereen z’n aanbod aanpast aan de uitslagen. Dat was inspirerend. Misschien is de volgende stap wel dat we ook met mensen van andere besturen zelfgemaakt materiaal gaan delen.’ U * Het project Rotterdams (Taal) Effect is door schoolbesturen BOOR, CVO en LMC in het leven geroepen om het taalonderwijs op hun vo-scholen te verbeteren.
Adv-4D-ROM_12-11:Opmaak 1 07-12-11 17:25 Pagina 1
Masterclass Opbrengstgericht werken in 4D Voor ib’ers en directieleden Start in februari met de Masterclass Opbrengstgericht werken in 4D! Leer in twee studiedagen invulling te geven aan vier dimensies van opbrengstgericht werken: data, duiden, doelen, doen.
Informatie en inschrijven: www.cedgroep.nl/4d Opbrengstgerichte uitgaven De Masterclass is gebaseerd op onze serie uitgaven over opbrengstgericht werken: • Alles is Data, werken met data in de klas • Focus op Feiten, datagestuurd en opbrengstgericht werken met het Onderwijscontinuüm CED-Groep® • Resultaten tellen, opbrengstgericht en datagestuurd werken in de basisschool D
v
Bestellen? www.cedgroep.nl/webwinkel
I
978-90-5819-294-3
In Rotterdam, 1 februari en 8 maart 2012
Alles is Data
Werken met data in de klas
Marléone Goudswaard Vera Vergunst-Duijnhouwer
Resultaten tellen
Opbrengstgericht en datagestuurd werken in de basisschool
Menno van Hasselt
www.cedgroep.nl 01 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
|7
Estafette
In deze aflevering van estafette wisselen een WIJKSCHOOLDOCENT EN EEN VMBO-DOCENT hun ervaringen uit. voor de volgende aflevering geven zij het stokje – met brandende vraag – door aan Renate van Putten, leerkracht op
tekst Marijke Nijboer
Daltonbasisschool Het Tangram.
Onderwijzen is een uitdagend vak. Waar loop jij tegenaan bij jouw werk en welke vraag zou je willen stellen aan een onderwijscollega? In deze aflevering van de doorgeefrubriek stelt Daphne de Fockert (Wijkschool Feijenoord) haar vraag aan Vincent van der Pas, kerndocent op de vmbo-school G.K. van Hogendorp: ‘Hoe maak je het onderwijs leuk en niet-bedreigend, zodat faalangstige jongeren die geen hand opsteken als ze het niet snappen, weer durven te leren?’
‘I
h Vincent van der Pas: ‘Kinderen denken: ik heb al gefaald, want ik zit niet op de havo.’ foto’s Jan van der Meijde
edereen in mijn huidige brugklas is binnengekomen met een faalervaring,’ zegt Vincent van der Pas. Tijdens de introductieweek deed hij een spelletje met de klas, waarbij iemand een bewering deed en degenen die het daarmee eens waren, gingen staan. ‘Ik was aan de beurt en zei: ik vind school leuk. Niemand ging staan.’ Dat is tekenend voor hoe vmbo-leerlingen binnenkomen, zegt Vincent. ‘Kinderen denken: ik heb al gefaald, want ik zit niet op de havo.’ Daphne de Fockert: ‘Bij ons op de Wijkschool zijn de deelnemers een stuk ouder en zit dat er nóg steviger in geramd, want zij hebben vaak het vmbo niet gehaald. Ze denken dat ze niets kunnen en het kost veel moeite om dat idee weg te nemen.’ Vincent: ‘Ik ga altijd twee jaar mee met een klas. En als kerndocent geef ik veel vakken. Zo kun je een heel intensief contact opbouwen. Je kunt de eerste twee jaren bij ons bijna zien als groep 9 en 10. Ik start het eerste jaar altijd met de boodschap dat fouten maken móet. Anders leer je niets. Voor sommige kinderen is dat een eyeopener. Je moet dat niet alleen zeggen; ze moeten het ook ervaren. Dus moet je ze niet afrekenen op fouten.’
gggggggggggggg leer g g g g g‘Ik gg g m’n g gklas g g dat gg gggggggggggggg móet’ g g g fouten g g g gmaken gggg ggg 8|
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 01 | 12
Wantrouwen tegen school Daphne: ‘Ik zie bij onze deelnemers zoveel wantrouwen tegen het onderwijs. Soms zijn ze al een poos aanwezig op de Wijkschool, voordat ze bij mij naar de lessen durven komen. Langzaam bouw je aan een vertrouwensband.’ Vincent: ‘Ik benadruk bij toetsscores meer de grootste stijger, dan het hoogste cijfer. Ik publiceer de grootste stijger ook op twitter en de website van de klas. Je ziet de lol in onderwijs langzaam groeien. M’n huidige brugklas is nu zo ver. Je ziet dat kinderen het lef krijgen om dingen uit te proberen.’ Daphne: ‘Het helpt soms om tweetallen te laten samenwerken waarvan eentje het al wat beter snapt.’ Vincent: ‘Precies. Dat doe ik bij wiskunde. De tweetallen mogen bij één ander om hulp vragen. Zo leren ze meteen dat je niet gaat lachen als iemand iets niet weet, maar hem gaat helpen.’ De G.K. Van Hogendorp werkt met de methode Leefstijl. Vincent: ‘Dat is een heel belangrijk middel om aan een groep te bouwen en de sociale vaardigheden te versterken. De kinderen zijn inmiddels helemaal gewend aan het samenwerken in wisselende groepjes. Soms vindt iemand z’n groepje niet leuk, maar dan gaat hij toch gewoon aan de slag. Ik let er op dat er niet wordt uitgelachen en afgerekend. En ik stimuleer dat kinderen zelf verantwoordelijkheid gaan dragen. Daar groeien ze van.’
Voorlezen Daphne: ‘Het maakt ook uit in wat voor wijk je school staat.’ Vicent: ‘Zeker. Wij staan in een wijk met veel sociaal-economische problematiek. Sommige ouders hebben de basisschool niet eens afgemaakt. Dat betekent dat je ook veel aandacht moet geven aan taal. Ik begin elke dag met voorlezen. Dat is trouwens ook goed voor het groepsgevoel.’ Daphne: ‘Heb jij het gevoel dat ze in het basisonderwijs iets gemist hebben?’ Vincent: ‘Sommigen hebben er echt bijgehangen. Die zaten in een boek van groep 6 te werken terwijl de rest van groep 8 met iets anders bezig was.’ Hij komt zelf uit het basisonderwijs. ‘Ik zie op het punt van pedagogische vaardigheden wel een verschil tussen mensen van de pabo en van de lerarenopleiding. Maar het niveau van de pabo mag wel wat worden opgeschroefd, en de lerarenopleiding zou meer aan pedagogiek moeten doen. Je merkt bij nieuwe collega’s van beide opleidingen dat ze nog veel moeten leren.’ g
h Daphne de Fockert: ‘Het helpt soms om tweetallen te laten samenwerken waarvan eentje het al wat beter snapt.’
De Brandende Vraag
Vincents brandende vraag: hoe krijg je een leerling die onderwijs passief ondergaat, zover dat hij een betrokken en actieve leerling wordt? In de volgende aflevering praat Vincent van der Pas daarover met Renate van Putten, leerkracht op daltonbasisschool Het Tangram.
01 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
|9
Mijn vak
tekst Anne-Marie Plasschaert
Wanneer er een tekort aan stageplaatsen is in het speciaal onderwijs in Zeeland, mag pabo-studente Janneke Jongen daarvoor in de plaats naar de Imelda basisschool in Rotterdam Noord. Twaalf jaar later stelt ze vast: ‘Er zijn hier echte veranderingen zichtbaar, daar hebben we met het hele team aan gewerkt.’
h Janneke Jongen: ‘Wij vormen hier een heel hecht team. Dat merk je in alles en daardoor kun je veel bereiken met elkaar.’ foto’s Jan van der Meijde
10 |
CCCCCCCCCCCCCC CJanneke C C C C Jongen: CCCCCCCCC C C kunt C C Cveel C C Cvoor CCC CCC ‘Je deze CCCCCCCCCCCCCC Ckinderen C C C C Cbetekenen’ CCCCCCCC
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 01 | 12
Over de stap van Zeeland naar Rotterdam en de Imeldaschool vertelt Janneke Jongen:
‘Ik was in Amsterdam een keer op een zogenaamde zwarte school geweest, dat had diepe indruk gemaakt. En voor mijn stage ging ik zelf naar zo’n school en voelde mij hier meteen thuis.’ Toen ik in Rotterdam kwam wonen, vond ik het geweldig dat mensen je zo maar aanspraken. Stond ik in de rij bij de kassa om een blik verf te betalen, zegt een mevrouw in plat Rotterdams: ‘Je gaat toch niet in dat shirt verven, hè? Meid, dat is een prachtig shirt!’ Ze had nooit gedacht uit Middelburg weg te zullen gaan. ‘Daar zijn mijn ouders, mijn vrienden. Nu denk ik dat ik nooit meer terugga. Middelburg is een leuke stad met gezellige winkels, cafeetjes en lekker eten. Maar als je weg bent, ontdek je: het is heel erg onskent-ons. Nu heb ik het goede van twee werelden: Middelburg en hier.’
‘D D
e Imelda basisschool, net achter het Eudokiaplein, heeft een metamorfose ondergaan. Achter de oude facade nodigt een moderne entree met balie en (straks) boekenhoek, ouders en kinderen uit er gebruik van te maken. Strakke maar vrolijke gangen leiden langs de goed geoutilleerde lokalen. ‘We maken steeds meer gebruik van digi-borden’, vertelt Janneke Jongen (32) terwijl ze tevreden rondblikt. ‘Het biedt zoveel mogelijkheden. Bij het voorbereiden van mijn lessen moet ik echt uitkijken niet eindeloos door te gaan met leuke plaatjes en filmpjes te zoeken bij het lesmateriaal.’
Meer betrokken ouders De Imeldaschool wordt bevolkt door kinderen uit diverse culturen, maar het merendeel is Marokkaans en Turks. ‘De schoolpopulatie is in de loop der jaren hetzelfde gebleven, maar de ouders zijn wel anders geworden’, zegt Jongen. ‘Ze zijn veel meer betrokken bij de school en het onderwijs dan zo’n tien jaar geleden. En dat geldt niet alleen voor de moeders, er komen
ook steeds vaker vaders. Onlangs hadden we rapportbesprekingen, vroeger moest je de ouders daar zo ongeveer heen slepen. Nu komt iedereen en niet alleen om te luisteren, maar ook met goede vragen. Je voert echt gesprekken op een gelijkwaardig niveau. Dat geeft enorm veel energie. En daar heb je als team met elkaar aan gewerkt.’
Grapjes Niet alleen is er een kei van een ouderconsulent, het hele team betrekt waar mogelijk ouders bij activiteiten. Ze gaan mee naar de dierentuin, het schoolzwemmen, schoolreisjes... Het moet stap voor stap, legt Jongen uit, en het is niet altijd gemakkelijk. ‘Er zijn ouders die hun taak perfect uitvoeren, maar soms moet je een handje helpen, anders gaat het mis.’ Op school worden de ouders bij het onderwijs en de opvoeding betrokken door bijvoorbeeld thema-koffieochtenden. En er is een ouderraad met een vertegenwoordiger van iedere klas. Door al die contacten zien ouders leerkrachten niet meer zo op een voetstuk staan, geeft Jongen aan. ‘Ze zien dat wij toegankelijk zijn en dat je ook grapjes kunt maken. De afstand tussen thuis en school is kleiner en daar doe je het voor, want dat is belangrijk voor de kinderen.’ Toen Jongen voor het eerst bij de Imeldaschool kwam, ontdekte zij dat je veel voor deze kinderen kunt betekenen naast het onderwijs. Wat begon met stage, kreeg een vervolg in het jaar LIO. Daarna kon ze aan het werk in groep vier en vervolgens heeft ze alle groepen in de bovenbouw wel gehad. Nu heeft ze weer een groep vijf. ‘Ik ben hier blijven hangen en dat zal nog wel een tijdje zo blijven’, zegt ze lachend omdat ze het naar haar zin heeft. ‘Sinds een aantal jaar zit ik in de stuurgroep van de school. Samen met de directie en de coördinatoren van onder- en bovenbouw denken we na over de richting en ontwikkelingen voor onze school. We hebben elk onze rol in de groep, zijn kritisch op elkaar, voeren soms heftige discussies, maar het is altijd goed. Die combinatie van lesgeven en stuurgroep bevalt mij prima.’ >>
‘Combinatie lesgeven en stuurgroep bevalt mij prima’ 01 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 11
>>
T Janneke Jongen Imelda basisschool
Vernieuwingsslag Waar deze jaren vooral op wordt ingezet, is het verbeteren van de opbrengst van het onderwijs. ‘Die móet omhoog en die gaat ook omhoog. We zijn een hele tijd bezig geweest met lezen, daarna met woordenschat en begrijpend lezen, en dat wordt nu geborgd. Nu zijn wij aan het werk met het verbeteren van het rekenonderwijs. Als team krijgen we cursussen en zware studiemiddagen waarin wij zelf ook aan de slag moeten.’ Op allerlei gebieden wordt een vernieuwingsslag gemaakt, de zorgstructuur, de groepsplannen. ‘Daar werken we natuurlijk al langer mee, maar er zijn weer nieuwe inzichten. Dus dat maken we nu up to date’, stelt Jongen.
010 4652632
Manager worden? Zelf oriënteert ze zich ook op de toekomst. ‘Ik weet echt nog niet welke kant ik op ga, want ik vind veel dingen interessant. Ik denk mee met de interne begeleider en de remedial teacher, dat lijkt mij wel wat. Aan de andere kant trekt het management. Tegelijkertijd zie ik daar ook weer nadelen; er zitten te veel managers in het onderwijs die geen affiniteit met het onderwijs hebben. Mijn vader – ik kom uit een echte onderwijsfamilie – vindt dat ik het juist daarom moet doen. Er moeten weer meer onderwijsmanagers komen met gevoel voor onderwijs en kinderen.’ C Adv-Teach-ROM_12-11-DEF:Opmaak 1 07-12-11 16:35 Pagina 1
49 technieken om leerlingen te laten excelleren Nu ook in Nederland: dé onderwijsbestseller uit de VS! Teach Like a Champion, voor excellente leraren
'Ben je een bureauplakker? Een topleerkracht circuleert!' Doug Lemov, auteur Teach Like a Champion
49 technieken om leerlingen te laten excelleren
Mis 'm niet! Bestel via teachnederland.nl
Op www.teachnederland.nl vertellen leraren hoe zij de Teach-technieken gebruiken.
Twitter: @Teachnederland 12 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 01 | 12
www.teachnederland.nl
S succes van : Albeda College
Theo Jongenotter (63), hoofdconciërge van de Albeda-vestiging aan de Spinozaweg in Lombardijen, ontving 17 november de Gouden Steunpilaar 2011. De prijs voor de beste onderwijsondersteuner werd uitgereikt tijdens de jaarlijkse dag voor onderwijsondersteunend personeel in Utrecht. Theo Jongenotter over zijn loopbaan en zijn uitverkiezing. ‘Ik ben van huis uit schilder en werd ruim dertig jaar geleden conciërge bij het Mercatuscollege. Toen nog gevestigd aan de Oranjeboomstaat. Later verhuisden we naar de nieuwbouw aan de Spinozaweg en weer later zijn we onderdeel geworden van het Albeda College. Ik heb mijn werk altijd erg leuk gevonden. Vooral vanwege de afwisseling. Geen dag of uur is hier hetzelfde.’ ‘Vroeger was je als conciërge het visitekaartje van de school. Tegenwoordig is dat de receptioniste. Als conciërge houd ik me vooral bezig met de 1001 zaken die te maken hebben met de facilitaire kanten van het
tekst Ronald Buitelaar foto JOS
onderwijs. Zorgen dat alles heel is en functioneert en bestellen van verbruiksmaterialen. Om maar eens wat bezigheden te noemen.’ ‘Het gekste wat ik ooit heb meegemaakt is dat leerlingen bij een onderwijsstaking alle deuren met kettingen hadden afgesloten. Moest ik met de directeur bij een tankstation een draadschaar gaan kopen om al die kettingen te kunnen verwijderen.’ ‘Dat ik meedeed aan deze verkiezing heb ik te danken aan mijn collega’s die een journaaluitzending hebben samengesteld waarin ze mij met de nodige gekkigheid aanprezen als ‘markant figuur’ van deze vestiging. Leuk om te horen, maar ik vind het niet zo bijzonder wat ik doe. Ik sta gewoon altijd klaar en probeer het iedereen naar de zin te maken. Gelukkig voel ik me nog goed en gezond zodat ik nog zeker tot mijn 65ste hoop door te kunnen gaan.’’ M
01 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 13
Taalstimulering
tekst Ineke Westbroek
‘Weten jullie hoeveel rechters er in dit gebied werken?’ ‘Genoeg!’ klinkt het stellig. ‘Sommigen denken daar anders over’, nuanceert rechter Vincent Winkel (Rechtbank Rotterdam). Hij vertelt zijn toehoorders uit de bovenbouw van de Fridtjof Nansenschool het juiste aantal: 160, waarvan 20 zich bezighouden met jeugdstrafzaken. De rechter geeft een gastles als onderdeel van het project Meet the Judge Junior, een ontmoeting tussen basisschoolleerlingen en rechters.
> Burgerschapsvorming
hhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhh hMeet h h h h hthe h h h Judge h h h h h hJunior hhhhhhh hop h h hFridtjof h h h h h Nansenschool hhhhhhhhhhhhh hhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhh H ‘H
ij zit lekker losjes’, zegt Finn verrast, terwijl hij de toga van rechter Winkel om zijn schouders laat glijden. ‘Er zitten ook nadelen aan’, tempert Winkel het enthousiasme van de bovenbouwleerling, ‘je kunt makkelijk koffie omgooien met die wijde mouwen, of over de zoom struikelen.’ Winkel legt uit waar de toga voor staat: neutraliteit van de rechterlijke macht. Hij wijst op het shirt van één van de meisjes met ‘I love Salou’: ‘Dat zegt iets over je. Een toga zegt helemaal niets.’ De rechter vertelt dat 2011 een bijzonder jaar is, vanwege het 200-jarige bestaan van de rechterlijke macht, ingevoerd door Napoleon in 1811. Vandaar het bezoek van Winkel en 64 andere
‘Slaat u met uw hamer op tafel?’ ‘Nee, want dan vliegt-ie door de zaal!’ 14 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 01 | 12
Rotterdamse en Dordtse collega’s aan basisscholen in de regio Rijnmond. Meet the Judge Junior is de juniorvariant van Meet the Judge, een programma met demonstratiezittingen en dialoog, georganiseerd door de rechtbanken van Rotterdam en Dordrecht, ter ere van 200 jaar rechterlijke macht in Nederland. Speciaal voor Meet the Judge Junior schreven Henk van den Heuvel (senior rechter en teamvoorzitter strafrecht bij de Rotterdamse rechtbank) en Wilma Degeling (kinderboekenschrijfster, oud-rechter en oudadvocate) de jeugdthriller ’Hard bewijs!’ over kinderen die wegens straatroof met justitie in aanraking komen. Met de gastlessen en het boek willen de Rotterdamse en de Dordtse Rechtbank de rechtspraak meer onder de aandacht van basisschoolleerlingen brengen.
Hamer De bovenbouwleerlingen van de Fridtjof Nansenschool luisteren geboeid naar de passage die rechter Winkel voorleest uit het boek, over Boris, die van zijn telefoon wordt beroofd en zijn vriendje Timon, die zijn eigen broer als één van de daders weet te ontmaskeren. De broer en zijn makkers moeten voorkomen. Een jongen leeft mee: ‘Dan krijgen ze een strafblad en kunnen later niet overal werken.’ ‘Juist!’, prijst Winkel, ‘en weten jullie wat een leerstraf is?’ Een jongen weet het antwoord: 'Voor straf een les volgen.’ De kinderen hebben ook vragen aan de rechter. ‘Hoe zit het met huiszoekingsbevel?’ wil een meisje weten.
Pico Bello Bezit en roze, een fatale combinatie
W Een van de hoogtepunten van de les: de rechter helpt een leerling in de toga. foto Jan van der Meijde
Kennismaken met rechtspraak
Het doel van Meet the Judge Junior is om leerlingen van de groepen 6, 7 en 8 kennis te laten maken met de rechtspraak. Rotterdamse en Dordtse rechters bezoeken in dat kader basisscholen in de regio. Zij lezen een stuk voor uit het speciaal voor dit doel geschreven kinderboek ’Hard Bewijs!’. Vervolgens gaan zij met leerlingen in gesprek over de rechtspraak en het beroep van rechter. Meer informatie over het project is te vinden op www.meetthejudge.nl.
Winkel: ‘Jij kijkt te veel naar Amerikaanse series. In Nederland is dat niet nodig want de onderzoeksrechter gaat mee naar huiszoekingen en die heeft daarvoor toestemming gegeven.’ ‘Slaat u met uw hamer op tafel?’ vraagt een jongen. ‘Nee, voor je het weet vliegt-ie door de zaal!’ ‘Interessant’, noemen Eline, Matthies, Richelle en Resat de les van de rechter. Matthies: ‘Wel een eng beroep, als er een gevaarlijke boef voor je staat. Ik dacht altijd dat een rechter met een hamer sloeg en riep: ‘jij bent schuldig’, maar dat is te simpel.’ h
‘Trea, is dat jouw fiets?’ roept Elanaz als zij samen met haar moeder arriveert bij de peuterspeelzaal. ‘Ja’, roep ik terug terwijl ik m’n slot vastmaak, ‘dit is mijn fiets!’ ‘Trea, ik heb ook een fiets!’ brult ze er glunderend achteraan. ‘Ik weet het,’ roep ik weer terug, ‘een roze!’ Dat roze gevaar bezorgt ons weleens hoofdbrekens, want soms moet-ie mee naar binnen, naar boven, vier trappen op. (Kan iemand mij vertellen waarom je een peuterspeelzaal inricht op een vierde verdieping? Maar dit terzijde.) Eenmaal boven moeten de andere peuters de fiets bewonderen. Wat ze dan ook doen, maar ze willen natuurlijk meer. En dat is niet de bedoeling. Zodra er een peuter in de buurt van de roze prinsessenbel dreigt te komen, zwaait Elanaz vermanend met haar vinger. En als dat niet helpt, geeft ze een hijs. Dus zetten wij leidsters de roze fiets tegenwoordig direct niet alleen buiten bereik maar ook buiten zicht. Bezit is een groot issue in het leven van peuters. Helemaal als het roze is. Zo heeft Loïs vandaag een roze mobiele telefoon bij zich. ‘Is goed’, knikt ze ernstig in het apparaat, terwijl we ons in de kring verzamelen voor het voorlezen. Kwijlend van afgunst kijken de jongens toe (want een mobiele telefoon). Toch blijven ze op gepaste afstand (want roze). De meisjes hebben daar minder last van en wachten hun kans af. Maar ook nu neemt Elanaz haar rol als ordehandhaafster in. Zodra iemand een vinger uitsteekt naar de roze mobiele telefoon, gooit ze zich in de strijd als een leeuwin die haar jong beschermt. ‘Afblijven,’ wijst ze terecht, ‘van Loïs.’ En zo zet ze haar eigen jaloezie in om het bezit van de ander te beschermen. Loïs handelt intussen onverstoorbaar haar mobiele zaakjes af. Dan klapt ze het ding dicht en kijkt ze vol verwachting naar de juf. Voorlezen is nog altijd het allerleukste.
Schrijfster en journaliste Trea van Vliet is vrijwilliger bij peuterspeelzaal Pico Bello. De namen van de kinderen zijn niet hun echte namen.
01 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 15
De klas van
De klas van Sven Larssen Docent en schoolloopbaancoach – LMC Eenheid Zorg Zuid (de Schakel) vmbo-havo – Vreewijk
‘Speels en betrokken’
16 |
tekst Ronald Buitelaar foto Jan van der Meijde
‘Ik werk inmiddels zo’n twaalf jaar in het onderwijs,
Soms sta ik naast mijn leerlingen, op andere momen-
waarvan acht bij deze opvangvoorziening. Hier worden
ten boven ze, maar altijd ben ik betrokken bij hun wel
leerlingen opgevangen die om diverse redenen tijdelijk
en wee.’ ‘Het is een betrokkenheid die heel ver gaat. Zo
uit het reguliere onderwijs zijn geplaatst. Aan mij en
weet ik dat hun uitstelvermogen niet erg groot is.
mijn collega’s Nancy de Pan (tweede docent) en Charity
Daarom ben ik altijd bereikbaar voor vragen of een
Renfurm (ambulant hulpverlener) om het plezier in
opbeurend woord. Vaak is dat al genoeg om frustratie
schoolgaan weer terug te brengen. Ik probeer dat te
weg te nemen en ze weer op weg te helpen. Dat is
bereiken door veel humor te gebruiken en speels om te
waar we hier mee bezig zijn. Zorgen dat deze jongeren
gaan met de informatie die de leerlingen mij aanreiken.’
weer verder kunnen met hun schoolloopbaan en hun
‘Ik ben van de humor en het opbouwen van een band.
leven.’
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 01 | 12
Radeska (15)
‘Sven is de beste leraar die ik ooit gehad heb. Hij is lief, helpt me en doet veel leuke dingen met ons.’
Achmed (14)
‘Ik zit hier nog maar kort, maar ik vind Sven erg aardig. Je kunt grappen met ‘m maken.’
Amal (17)
‘Ik vind Sven een leuke en grappige meester. Ik kan goed met ’m praten. Hij is begripvol en helpt graag.’
Jacky (15)
‘Sven is heel spontaan en altijd aardig voor iedereen. Ja, dat is eigenlijk het meest opvallende: hij is gewoon aardig!’
01 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 17
mini’s
Anne-Marie
Weinig tijd De eerste maanden zitten erop en dus staan onze derdejaars studenten, zoals ze zichzelf noemen, aan de vooravond van hun stage. Ik heb mij de afgelopen periode daarmee bemoeid vanwege het solliciteren. Wekenlang zijn ze onder mijn begeleiding bezig geweest met het maken van een profielschets en functieomschrijving – ‘denk echt aan alles: bijbaantjes, vrijwilligerswerk, prestaties… jullie zijn en kunnen veel meer dan je denkt.’ Vervolgens op zoek naar een passende stage-vacature. Als een volleerd actrice imiteerde ik de moderne mediawerkgever die reageert op een traditionele sollicitatiebrief met dito CV. Om vervolgens in te zoomen op de motivatiebrief volgens het AIDA-model en een CV gericht op de functie. ‘Aandacht trekken met een spetterend begin; interesse wekken door to the point informatie te geven – een werkgever heeft weinig tijd.’ Bij Desire en aansluitend de A van actie, klinkt natuurlijk gegniffel. Ze hangen aan mijn lippen en maken zelfs aantekeningen wanneer ik de taken van een zaterdag-baliemedewerkster bij de plaatselijke supermarkt vertaal naar competenties. Dan gaan ze een maand lang zelf aan de slag. Een enkeling komt tussendoor vragen of ik wil meedenken, een aantal brieven en CV’s wordt aan mij voorgelegd voor feedback en sommige brieven zijn al voor de inleverdatum beoordeeld. Ik ben dus hoopvol gestemd wanneer de rest van de sollicitatiemapjes wordt ingeleverd. Benieuwd sla ik de eerste mapjes open. Ja, de gegevens staan er wel in, maar waar is het spetterende begin? Ik zie niets dat mijn Desire kan opwekken en de enige actie die ik voel opkomen is er één die ik niet mag uitvoeren. Wanneer ik brieven tegenkom die beginnen met: ‘Ik ben negentien jaar en volg de opleiding…’ wordt het mij zwaar te moede, wat hebben ze in al die tijd gedaan? Ondertussen luister ik naar een verongelijkte student die vertelt dat op zijn brief is gereageerd met ‘niet volwassen’, ‘spreektaal’. Dan vraag ik: ‘Hoe lang ben je bezig geweest met je brief en CV?’ ‘Wel een half uur!’, zegt hij in volle ernst, ‘want ik moest nog zoveel afronden.’ Tja, niet alleen werkgevers hebben weinig tijd.
Journaliste Anne-Marie Plasschaert schrijft al heel wat jaren voor het ROM en is docent Nederlands en redactionele vaardigheden in het mbo.
18 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 12 | 11
taal
BETER schrijven Veel leerlingen in het basisonderwijs blinken niet uit in het schrijven van teksten. De CED-Groep en de Universiteit van Amsterdam willen daar iets aan doen. Zij gaan een nieuw programma ontwikkelen en een pilot uitvoeren waarbij zestig leerkrachten gedurende twee jaar getraind en gecoacht worden. Een samenvatting van het onderzoeksprogramma is te vinden op nwo.nl. REFERENTIENIVEAUS Lees in het nieuwe CPS-boek ‘Met de referentieniveaus naar schoolsucces’ wat het referentiekader gaat betekenen voor bijvoorbeeld taalcoördinatoren. Het nieuwe kader heet ingrijpende gevolgen voor het primair, voortgezet en beroepsonderwijs: nieuwe tussentoetsen, eindtoetsen en examens en aanpassing van de uitslagregels. (cps.nl/uitgeverij) Taal in de wijk Het stimuleren van taalontwikkeling bij kinderen is de kern van www.rotterdam.nl/taalindewijk. Deze nieuwe website wil stimuleren dat kinderen ook thuis en in de vrije tijd hun taalvaardigheid op een hoger peil brengen. Taal in de wijk verzorgt onder meer trainingen taalstimulering voor alle opvoeders die met kinderen en jongvolwassenen in de wijk omgaan. Het gaat om (groot)ouders, maar ook om professionals die kinderen in hun vrije tijd begeleiden. Denk aan kinder- en jongerenwerkers, medewerkers van TOS, vakkrachten van de brede school en peuterleidsters. BEGRIJPEND LEZEN Kinderen leren teksten echt te begrijpen door ze actief over die teksten na te laten denken. Maar hoe doe je dat, als leerkracht? De ‘Werkmap Begrijpend lezen’ van CPS helpt een handje. Met meer dan zestig direct toepasbare werkvormen voor alle groepen in het basisonderwijs. (cps.nl/uitgeverij) BUITENSCHOOLSE TAAL Hoe leren kinderen taal en hoe kun je daar als begeleider buitenschoolse activiteiten effectief en speels aan bijdragen? Ga voor antwoorden op 31 januari naar de introductieworkshop van het Inspiratieboek Taal (stichtingdemeeuw.nl). Het boek maakt duidelijk hoe kinderen taal leren en hoe je een rijke taalomgeving creëert. TAALGERICHT VAKONDERWIJS De vakken in het voortgezet onderwijs worden steeds taliger en leerlingen hebben daar steeds meer moeite mee. Hoe kun je ervoor zorgen dat leerlingen door taalproblemen niet afhaken in de les? Taalgericht vakonderwijs is een manier van lesgeven om schoolse oftewel academische taalvaardigheden van leerlingen verder te ontwikkelen. Cedgroep.nl biedt een training aan van drie workshops. (taalgerichtvakonderwijs.nl) Taalconferentie vo Een dagconferentie over alle nieuwe ontwikkelingen rond taalonderwijs in het voortgezet onderwijs. Taalcoördinatoren, docenten en managers kunnen er van alles opsteken over effectief omgaan met toetsresultaten en doelgericht toewerken naar referentieniveaus. Er zijn workshops over Taal bij toetsvragen in alle vakken, Nieuwsbegrip, Teach-technieken van Doug Lemov en er is een speciale workshop voor taalcoördinatoren. (cedgroep.nl)
Meer aandacht voor uw Studenten Minder werkdruk voor uw Docenten
Brainpark II Lichtenauerlaan 102-120 3062 ME Rotterdam 010-2600435
[email protected] www.adhocdocent.nl
adhocdocent
Brengt talenten voor de klas
Drempel mbo-hbo
> BREDE DISCUSSIE OP ZADKINE
qqqqqqqqqqqqqqqqqqqq Hoe kunnen qq qqq q q q qwe q q doorstroming qqqqqqqqq q q q qnaar q q qhbo q q qversoepelen? qqqqqqqqqq qqqqqqqqqqqqqqqqqqqq tekst Ineke Westbroek
Hoe verbeteren we de doorstroming van mbo naar hbo en verminderen we de uitval? Hoe kunnen beide opleidingen hun inhoud en schoolcultuur beter op elkaar afstemmen? Hoe versterken we de kwaliteit van de opleidingen? Vragen die bovenkomen in de Kennisarena ’Ervaring met vervolgonderwijs – de Doorlopende Leerlijn’, die de Kenniswerkplaats Rotterdams Talent 16 november in Zadkine-restaurant Maasstede in de vorm van een diner organiseerde. Onderwijsmensen, wetenschappers, studenten en ouders discussieerden over mogelijkheden om doorstroming naar vervolgonderwijs te versoepelen. Onderzoekers gaan op zoek naar antwoorden op de vragen, die moeten uitmonden in aanbevelingen voor gemeentelijk beleid.
‘Leer mbo’ers structureren en zelfstandig denken’ 20 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 01 | 12
H
aar mbo SPH* 3 haalde zij binnen de gestelde tijd. Met hoge cijfers, zonder ooit een boek in te kijken. Toch vindt Noëlle Boons zichzelf geen wonderstudent: ‘Het was voor mij veel te makkelijk.’ Serieus genomen voelde de hbo-student SPH zich zelden tijdens haar vooropleiding op het mbo. Drie jaar lang waande zij zich in een kleuterklas. ‘Je kreeg niet eens echte cijfers’, blikt zij terug, ‘puberende leerlingen en docenten versterkten elkaar. De één na de ander werd eruit gestuurd en als je een vraag had, verwezen ze naar de teamleider.’
Uitdaging Niet uitdagend, dat mbo, vindt ook hbo-student SPH Valery Martens: ‘Je doet het omdat het moet.’ Omdat Valery uitdaging nodig had, koos zij na voltooiing van haar SPH 3 voor het hbo. Uitdaging hebben beide studenten gekregen. ‘In het hbo ga je echt nadenken’, bemerkt Valery, ‘de overgang is best groot, maar we krijgen leuke lessen van professionele beroepskrachten. Je moet zelfstandig werken. Door zelf te moeten nadenken, kom ik veel over mezelf te weten.’ Noëlle deelt die ervaring: ‘Op het hbo leer je vragen stellen en nadenken over dingen waarbij je nooit hebt stilgestaan.’ In het mbo miste Noëlle theorie en de samenhang tussen de vakonderdelen, die zij op het hbo wel ontdekt: ‘Door zelfstudieopdrachten te doen zie je aan de stof waarmee je bezig bent dat een vak één geheel vormt.’
Cultuurschok Niet alle voormalige mbo’ers ervaren de overgang naar een vervolgopleiding op dezelfde
manier als Noëlle en Valery, wijst de praktijk uit. Gemiddeld 25% van de ingestroomde hbo’ers verlaat de opleiding al vóór de kerstvakantie. De grote cultuurschok die de overgang veroorzaakt, speelt mee. Mbo’ers zijn niet gewend aan de manier waarop aan de vervolgopleiding wordt lesgegeven. Het mbo bereidt hen hierop onvoldoende voor, signaleert Peter van Voorst, docent SPH aan Hogeschool Rotterdam. Hij adviseert mbo-docenten hun studenten zelfstandig te leren denken en hun studieopdrachten te structureren: ‘Hbo-studenten moeten zelf de regie over hun opdrachten kunnen voeren.’
Te laag ingeschat Goede mbo-leerlingen hebben het te gemakkelijk, luidt de algemene conclusie van de dinergangers. Van Voorst heeft de indruk dat mbo-instellingen leerlingen onder hun niveau laten instromen om hogere slagingspercentages te bereiken. Veel mbo’ers met een mavodiploma zouden op de havo beter op hun plaats zijn, maar kregen een mbo-advies. Een automatisme waar we vanaf moeten, vindt Mirjam Berkhout (programma Beter Presteren): ‘Leerlingen worden vaak te laag ingeschat.’
Dat te veel mbo’ers niet op hun plek zitten, komt volgens Berkhout ook doordat zij in het vmbo al heel jong voor een opleidingsrichting moeten kiezen.
W Onderwijsmensen, wetenschappers, studenten en ouders discussieerden in het restaurant van Zadkine over mogelijkheden om doorstroming naar vervolgonderwijs te versoepelen foto Petja Buitendijk
Samenwerken Hbo-docenten moeten meer rekening houden met studenten uit het mbo, door hen te ondersteunen in studievaardigheden en gedifferentieerd les te geven, zoals in het mbo. Dit concludeert Sabine Severiens (directeur RISBO) in haar onderzoek ’Stedelijk talent van mbo naar hbo’, dat de doorstroom van mbo naar hbo in de Randstad in kaart moet brengen. Daarnaast moeten ROC’s en hogescholen samenwerken om de aansluiting tussen de instellingen te verbeteren, zoals bijvoorbeeld de Haagse Hogeschool en het Haagse ROC Mondriaan in de opleidingen Maatschappelijke Dienstverlening.
Pubers Een voorbeeld dat volgens Severiens navolging verdient, is het Amsterdamse Kaderlyceum, een 7-jarige ‘mhbo’-opleiding in de richtingen Welzijn en Economie. Op deze opleiding wordt gedifferentieerd lesgegeven
met hbo-materiaal, wat de overstap naar hbo aanzienlijk versoepelt. Inspanningen die naleving verdienen, daarover is men het aan de tafeltjes roerend eens. Maar hou rekening met puberende leerlingen, waarschuwt onder andere Noëlle, die afhaakte op de havo: ‘Leve de lol, dacht ik en luisterde naar niemand.’ Soms past de opleiding niet bij de levensfase waarin studenten verkeren’, waarschuwt ook Van Voorst, ‘daarom moeten opleidingen ruimte bieden voor een tweede kans.’ q * Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Meer informatie op: www.kenniswerkplaatsrotterdamstalent.nl
01 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 21
Uitwisseling
tekst Ronald Buitelaar
Personeelsleden van vier basisscholen in Crooswijk bezochten op woensdag 26 oktober elkaars school. Het doel: elkaar en elkaars scholen beter leren kennen. De bezoeken zorgden voor veel enthousiasme en leverden naast verrassende inzichten aanzetten op voor vervolgcontacten. Het ROM liep mee.
> C ROOSWIJKSE Scholen nemen kijkje in elkaars keuken
UUUUUUUUUUUU U‘G Ueweldig UUUUUUUUUU Upositieve UUUUUU UUUUU ervaring’ UUUUUUUUUUUU H
et is ’s morgens rond de klok van acht als het in en rond de Oscar Romeroschool in Crooswijk al behoorlijk druk aan het worden is. Mensen vertrekken en arriveren. Directeur Carol Smits legt intussen bij elke stoel aan de lange ontvangsttafel twee ansichtkaarten neer waar de bezoekers straks reacties op kunnen schrijven. Op de kaarten afbeeldingen van een schoolklas en een schoolteam. In sepiatinten en zo’n honderd jaar geleden gefotografeerd. De kinderen in het gelid en met strakke blik. De meesters en de juffen wat losser gegroepeerd. Vijf heren die zelfverzekerd de camera inkijken en twee dames die er wat schuchter bijstaan. Foto’s uit een tijd waarin lagere scholen uitwisselbaar leken.
Overeenkomsten en verschillen Hoe anders is dat anno 2011. Tegenwoordig verschillen basisscholen sterk van elkaar. Misschien niet op het eerste gezicht. Wel als zij kennismaken met elkaars werkwijzen en als leerkrachten met elkaar in gesprek gaan. Dan komt er meer zicht op zaken die je van elkaar kunt leren.
Contact Het is een constatering die directeuren van basisscholen in Crooswijk er dit jaar toe bracht een uitwisselingsvorm te introduceren die het personeel van hun scholen in staat stelde om met elkaar in contact te komen. Smits: ‘Als directeuren hebben we regelmatig overleg, maar het leek ons goed dat ook de collega’s elkaar en de scholen beter leren kennen. We werken in dezelfde wijk, hebben ongeveer dezelfde populatie en kunnen dus veel van elkaar leren.’
Carrouselmodel Voor de praktische uitwerking werd OCTO aangezocht, een onderwijsadviesbureau waar Eric Teunisse werkzaam is. Smits: ‘Teunisse is een
22 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 12 | 11
W Terwijl de bezoekers verder lopen, worden de vragen en antwoorden specifieker en specialistischer. foto Jan van der Meijde
T Carol Smits Basisschool Oscar Romero 010 4127318
[email protected]
voormalige collega-directeur die een dergelijk evenement al eens eerder succesvol in Kralingen organiseerde. De gebruikte organisatievorm is een carrouselmodel met groepjes van elk zo’n vijf deelnemers van verschillende scholen. Elk groepje bezoekt drie scholen en wordt op elke school rondgeleid door de deelnemer(s) van de betreffende school. Na elke rondleiding vullen de deelnemers feedbackkaarten in, waarbij complimenten en tips aan de eigen en bezochte school kunnen worden gegeven. De afsluiting van de dag bestaat uit een gezamenlijke lunch en het overhandigen van de feedbackkaarten aan de schooldirecteuren.’
Speerpunt Intern begeleiders Wendy Guiaux van de Oscar Romero en Albertine Verdouw en Nanda Kramer van de Talmaschool zijn vandaag aan elkaar gekoppeld. De intern begeleider van de Waalse School ontbreekt wegens ziekte. Aan Guiaux de eer om haar school als eerste te presenteren. Geheel in lijn met het speerpunt van de school – leesbevordering - begint de rondleiding bij de goed gevulde schoolbieb. Hoe de uitleen wordt geregeld en wie van de school daarbij behulpzaam is, willen Verdouw en Kramer weten. Guiaux geeft uitleg en verstrekt tips. Een wandeling door de school volgt. Er wordt in methodes gebladerd. Gevraagd naar voor- en nadelen van extra hoog meubilair en hoe de school omgaat met teruglopende leerlingenaantallen. Terwijl de drie verder lopen, worden de vragen en antwoorden specifieker en specialistischer. Over opbrengstgericht werken bijvoorbeeld. Hoe organiseert de Oscar Romero dat en welke gevolgen heeft dat voor het team?
Goed nagedacht Als de drie aan het einde van het bezoek de feedbackkaarten invullen worden er complimenten uitgedeeld voor de wijze waarop de Oscar Romero werkt aan de ontwikkeling van het leesonderwijs en het feit dat er een projectgroep hoogbegaafdheid is. Een thema, waarmee ook de intern begeleiders van de Talmaschool graag aan de slag willen en waarover zeker nader contact zal volgen met Guiaux. Als tip geven Kramer en Verdouw mee dat het schoolteam zich misschien moet afvragen of het niet teveel hooi op de vork neemt. Kramer: ‘Er is hier heel goed over alles nagedacht, maar ik vraag me wel af of jullie niet teveel tegelijk aanpakken.’
Herhalen Als we directeur Smits een aantal dagen later bellen, blijkt hij veel vergelijkbare feedback te hebben gehad: ‘Het was geweldig positief om van collega´s te horen hoe zij jouw school ervaren en om bij hen te zien hoe zij zaken aanpakken. We gaan dit dan ook zeker herhalen. Niet op jaarlijkse basis, maar wel over een aantal jaren. Het prettige is dat de bezoeken niet alleen op de dag zelf een succes waren, maar nog dagelijks onderwerp van gesprek zijn en geleid hebben tot leuke nieuwe contacten met collega’s van andere scholen.’ U
12 | 11 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 23
t
topklassen : tweespraak tekst Marijke Nijboer foto Jan van der Meijde
Het Topklassenarrangement, onderdeel van Beter Presteren, moet scholen helpen bij het hoger leggen van de lat. Mooi doel, maar hoe pak je dat aan? Hélène de Jong, intern begeleider, bovenbouwcoördinator en lid van het managementteam op de Prinses Margrietschool, en Florence Weytingh, docent geschiedenis en conrector op het Montessori Lyceum Rotterdam, wisselen in de nummers van dit schooljaar hun ervaringen uit. In deze aflevering praten zij over contacten met ouders.
hhhhhhhhhhhhhhhhhhhhh lshschool h‘A hh h h h h h hen h houders hhhhhhhhh h samenwerken, h h h h h h h h h h h hzie h h hje hhhhh hhhhhhhhhhhhhhhhhhhhh kinderen vooruit gaan’ hhhhhhhhhhhhhhhhhhhhh Als we elkaar spreken, heeft minister Van Bijsterveldt net haar oproep gedaan aan ouders om meer betrokken te raken bij hun kinderen en bij de school. Florence (rechts op de foto) De minister heeft wel lef. En ik kan me enerzijds ook wel vinden in die oproep. Er wordt veel te veel verantwoordelijkheid bij de scholen gelegd. Aan de andere kant ging die oproep ook wel een beetje met de botte bijl; mensen voelen zich aangevallen. Hélène Ouders die vinden dat ze het allemaal goed hebben geregeld met werk en gezin, zullen zich dit waarschijnlijk minder aantrekken.
24 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 01 | 12
Florence Voor ons was de timing een beetje ongelukkig. Wij hebben een heel actieve ouderraad. Die heeft hard gewerkt aan het opstellen van ‘vanzelfsprekendheden’, zeg maar gedragsregels, voor ouders. Deze waren net in concept klaar en boem, daar kwam de minister. Toch snap ik haar wel hoor, je hebt als school de ouders nodig. Hélène Wij zitten hier in het belang van het kind. Ouders weten beter dan de school hoe hun kind in elkaar steekt. Als de lijnen tussen ouders en school kort zijn, bereik je samen veel. Ik merk dat ouders het fijn vinden als je ze opbelt, ook bij minder goed nieuws.
mini’s
Florence Als school en ouders goed samenwerken, zie je kinderen negen van de tien keer vooruit gaan. In hun leerhouding, maar ook in hun resultaten. Dan voelen ze zich veilig en gekend. Hélène Wij bespreken aan het begin van groep 8 met ouders de uitslag van de Cito Entreetoets. We hebben daar nu voor het eerst ook de leerlingen bij laten zitten. De volgende dag zie je ze op een andere manier op school komen. Ze weten: iedereen is betrokken bij mij, om te zorgen dat het goed komt. Florence Als het niet goed gaat met een kind, proberen we de ouders zo snel mogelijk naar de school te krijgen. Daar spelen de mentoren een heel belangrijke rol in. Gelukkig maken wij zelden mee dat ouders het contact blijven afhouden. Bij ons is het wel vaak zo dat beide ouders drukke banen hebben en weinig tijd. Maar ze komen wel naar ouderavonden. Wij hebben zo’n vijf contactmomenten met ouders per schooljaar. Opvallend is dat bij ons met name de ouders van vwo-leerlingen daar veel gebruik van maken. Hélène Wij hebben soms wel te maken met moeilijk bereikbare ouders. Zo hadden wij zorgen om een leerling die regelmatig te laat kwam en er moe uitzag. We kregen moeilijk contact met de ouders. Na veel aandringen kwamen zij toch naar school. We hebben gezegd dat we ons zorgen maakten en gevraagd of we iets konden betekenen. Dat heeft geleid tot een paar concrete afspraken. Zoiets simpels als het doorbellen van huiswerk kan al een verschil maken. We hebben ook de weg naar hulpverlening gewezen. Inmiddels is het contact met deze ouders veel beter geworden. Florence Wat vinden jullie van oudercontracten? Ik kan me voorstellen dat je in het team bespreekt wat je van ouders verwacht. Maar wij hebben nooit serieus overwogen om contracten in te voeren. Ik geloof niet zo in dwingen; in gesprek gaan met ouders is veel effectiever. Wij maken wel individuele afspraken op maat, zodat alle partijen weten wat er moet gebeuren om de leerling een kans van slagen te geven. Hélène Ik voel ook niet zoveel voor een contract. Wij maken wel afspraken als dat nodig is. Er meldde zich bijvoorbeeld een moeder wiens kind al op veel verschillende basisscholen had gezeten. Toen heb ik gezegd: ik ga ervan uit dat ze hier nu blijft, dat is beter voor haar. Maar wat schiet je ermee op om iemand daarvoor te laten tekenen? Als ze toch weggaat, doe je daar weinig aan. Florence Ik geloof meer in een goede intake. Ouders moeten beseffen om wat voor school het gaat en daar heel bewust voor kiezen. h
SCHOOL GAAT IN ZAKEN Melanchthon heeft in Bleiswijk een Business School voor vmbo, mbo en vhbo geopend. Leerlingen voeren er opdrachten uit voor buurtbewoners, kinderdagverblijven, verzorgingshuizen en andere organisaties. Zo krijgen zij al doende het ondernemen onder de knie. Daarnaast leren ze hun talenten ontdekken. Blinken ze uit in sport en recreatie, dan leren ze sporttoernooien te organiseren, trainingsprogramma’s op te stellen of kinderactiviteiten te organiseren op een camping. energielabel A++ Het tochtige gebouw uit 1958 van basisschool De Wilgenstam in Schiebroek is in acht weken verduurzaamd naar energielabel A++. De school kreeg onder andere een isolerende schil, een systeem met natuurlijke en mechanische ventilatie, zonnepanelen, windenergie en een schoolpleintuin met wadi's. Techniek Laat uw leerlingen groepsgewijs ontdekken hoe leuk en uitdagend wetenschap en techniek is. Schrijf op techniektoernooi.nl in voor het regionale Techniek Toernooi ZuidHolland 2012 voor basisscholen. Meedoen is kosteloos. Natuur Leerlingen kijken mee in vogelnesten dankzij webcams. Het was vorig jaar een rage op veel basisscholen. Vanaf 1 maart geeft beleefdelente.nl weer een broedseizoen lang gelegenheid om kuikens uit eieren te kijken. De site is geschikt voor het digibord en per vogel zijn er achtergrondmaterialen, lestips en teksten op alle niveaus. Vrienden! Hoe leer je kinderen van 4-7 jaar met angstige, boze of verdrietige gevoelens om te gaan? Het programma ‘Fijn: vrienden!’ van vriendenprogramma.nl biedt allerlei speelse oefeningen die de emotionele veerkracht versterken. De kinderen leren onder andere sociale contacten aan te gaan, negatieve gedachten te vervangen door positieve en zichzelf te belonen voor dapper gedrag. Lassers aan de bak Werkschoolrotterdam.nl bereikte in december een mijlpaal. Tien kansarme jongeren kregen uit handen van Marco Florijn, wethouder sociale zaken, het certificaat lasser/metaalbewerker uitgereikt: ‘Het is geweldig dat jongeren die op school afhaakten, dankzij deze opleiding een vak leren en meteen als lasser aan de slag kunnen.’ AUTISME U vermoedt autisme bij een leerling, maar u wilt het zeker weten. Vraag dan een kosteloos consult aan bij www.steunpuntautisme.info. Dit Regionaal Steunpunt Autisme biedt ook cursussen.
01 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 25
Taalstimulering
tekst Ronald Buitelaar
Talentvolle leerlingen die onderpresteren bij stellen blijken gebaat bij aansprekend lesmateriaal en een gestructureerde werkwijze. Dat blijkt uit de eerste resultaten van het pilotproject Schrijfvlot dat op zes basisscholen in Rotterdam is uitgevoerd. Het ROM sprak met betrokkenen. > stelonderwijs voor slimme kinderen
hhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhh hhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhh hhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhh hhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhh
‘Ze schrijven nu betere en langere teksten’
‘E E
r wordt in ons land te weinig aandacht besteed aan het stelonderwijs en als er wel aandacht voor is, ontbreekt het in de meeste gevallen aan een structurele aanpak’. Ilse Meezen, medewerker Ontwikkeling & Onderzoek van de CED-Groep en betrokken bij de ontwikkeling van Schrijfvlot klinkt stellig: ‘Het afstemmen van het schrijfonderwijs op verschillen tussen leerlingen moet nog goed van de grond komen. Dat blijkt uit een inspectierapport van december 2010. In de ogen van slimme leerlingen bestaat het huidige stelonderwijs vaak uit niet meer dan een aantal als los zand aan elkaar hangende oefeningen. Het wordt daarom door hen niet als interessant ervaren. Zij hebben behoefte aan inzicht in het grotere geheel en opdrachten die cognitief uitdagen.’
26 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 01 | 12
Potentie De weinig structurele aanpak van het stelonderwijs blijkt vooral leerlingen die meer in hun mars hebben te beperken in hun ontwikkelingsmogelijkheden. Meezen: ‘Het Rotterdamse basisonderwijs telt relatief veel cognitief talentvolle leerlingen die toch onderpresteren bij stellen.’ Volgens haar is het juist voor deze groep van groot belang dat er gestructureerd gewerkt wordt aan het verbeteren van stellen: ‘Deze leerlingen hebben potentie om door te stromen naar hogere vormen van voortgezet onderwijs, maar dreigen daar in veel gevallen voortijdig te stranden omdat zij onvoldoende vaardig zijn om schriftelijk gedachten en gevoelens op adequate wijze te verwoorden.’
T Ilse Meezen 010 4071599
[email protected] www.oranjeschool.com
O Leerlingen van de Oranjeschool schrijven een kladversie van hun opdracht en vervolgens bespreken zij de resultaten met elkaar. foto’s Ilse Meezen
Gerichte aandacht
Samenwerkend leren
Vanuit de gedachte dat deze groep leerlingen gebaat is bij meer gerichte aandacht voor het stelonderwijs werd door de projectgroep Taal en Talent van de CED-Groep de pilot Schrijfvlot ontwikkeld. Meezen: ‘Met dit materiaal zijn scholen beter in staat om getalenteerde leerlingen op gestructureerde wijze te leren hoe zij betere teksten kunnen maken.’
Volgens Van Os en Sankersing zit in de realistische aanpak een deel van het succes van Schrijfvlot: ‘Het onderwerp waarover ze schrijven, gaat echt leven voor de kinderen.’ Een ander pluspunt is het samen aan een tekst werken. Sankersing: ‘Ik vond het erg positief om te zien hoe de drie samenwerkend aan het leren waren. Ze maakten de opdrachten apart, bespraken de resultaten en vulden elkaar waar nodig aan.’
Ontwikkelingsvoorsprong Schrijfvlot is een aanpak die samen met scholen ontwikkeld werd en vorig schooljaar op negen locaties in de stad is uitgeprobeerd. Chittra Sankersing, leerkracht van de Oranjeschool in de Afrikaanderwijk en intern begeleider Wilmine van Os begeleidden een groep van drie slimme kinderen uit groep 6. De school had al ervaring met het signaleren van kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong en zag in dit project een goede mogelijkheid om die ervaring te koppelen aan leerstofaanbod: ‘We hebben aan de hand van criteria waarmee de leerbehoefte bepaald kan worden een groep van drie meisjes uitgezocht. Een meisje van Nederlands-Surinaamse afkomst, een met een Somalische achtergrond en een Bulgaars meisje dat een flinke taalachterstand heeft, maar in positieve zin opviel bij rekenen.’
Levensechte situaties Met behulp van het ontwikkelde materiaal werd zes weken gewerkt aan onderwerpen als brieven schrijven, recepten opstellen, etc. Van Os en Sankersing zijn enthousiast over de wijze waarop de leerlingen worden voorbereid op het maken van een tekst: ‘Er wordt gebruikgemaakt van levensechte situaties en in de schrijftaak zijn specifieke leerdoelen verwerkt om schrijfvaardigheden en het uitdrukken van denkprocessen te verbeteren. Zo hebben de leerlingen bij het schrijven van een recept informatie gekregen over chemische processen en zelf mayonaise gemaakt en die in elke klas laten proeven.’
Winstpunt Wat het inhoudelijke aspect betreft, constateren Van Os en Sankersing duidelijke vorderingen: ‘In het begin gebruikten de leerlingen zeer korte zinnen. Nu zijn het langere en beter opgebouwde teksten geworden.’ Hoewel de pilot inmiddels is beëindigd zien beiden nog genoeg toepassingsmogelijkheden: ‘We kunnen de opgedane ervaringen goed gebruiken bij andere (taal)bezigheden en hebben bruikbare handvatten gekregen voor het stelonderwijs. Niet alleen voor talentvolle leerlingen, maar ook voor minder talentvolle. Een groot winstpunt.’ h
De cijfers
De werkwijze van Schrijfvlot werd door 48 leerlingen op negen locaties van zes basisscholen in Rotterdam uitgeprobeerd. Van 43 leerlingen is zowel een voormeting als een nameting ingeleverd. De leerlingen hebben tussen beide meetmomenten met wekelijks toegezonden oefenstof gewerkt aan hun stelvaardigheden. Uit de analyse van de resultaten blijkt dat 38 van de 43 (= 88%) beter zijn gaan presteren op het gebied van stellen. Ook bleken de meeste leerlingen plezier te (her)vinden in stellen en het samenwerken in de schrijfgroep leuk te vinden. Leerkrachten gaven aan dat zij kennis hebben gemaakt met nieuwe mogelijkheden om het stelonderwijs voor de doelgroep vorm te geven.
01 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 27
mini’s
rekenen
Aanval op uitval door Ad Oskam
reken- en wiskundewedstrijd Stichting Wiskunde Kangoeroe houdt op 15 maart een reken- en wiskundewedstrijd voor basisscholen, groep 5-8 en voortgezet onderwijs. Leerlingen kunnen zich tot 29 februari opgeven op w4kangeroe.nl. Daar kunnen zij ook alvast oefenen met kleinere en grotere reken- en wiskundeproblemen. De wedstrijd bestaat uit 24 keuzevragen. De moeilijkheid loopt op van eenvoudig tot zeer moeilijk. Conferentie rekenen in vO en mbo Hoe kun je ervoor zorgen dat je leerlingen slagen voor de centrale rekentoets? Hoe formuleer je succesrijk rekenbeleid? Hoe betrek je alle vakdocenten erbij? Deze en meer vragen komen aan de orde op de conferentie ‘Rekenen in het vo en mbo’ op 16 februari. Directies, docenten, rekencoördinatoren, rekenspecialisten zijn er welkom. Zie cedgroep.nl. SLIM BUDGETBEHEER Vier speciaal opgeleide studenten van Hogeschool Inholland verzorgen budgettrainingen voor medestudenten. Het is gebleken dat studenten weinig kennis hebben over bijvoorbeeld studieleningen. Op de training leren ze hoeveel geld ze hebben te besteden en hoe ze onnodige schulden kunnen voorkomen. REKENEN EN WISKUNDE Speziaal (toonspeziaal.nl), blad voor zorgspecialisten in het onderwijs, heeft haar nieuwste uitgave geheel gewijd aan de staat van het rekenonderwijs in primair en voortgezet onderwijs. Wetenschappelijk onderzoek, praktijkvoorbeelden, rekenproblemen, toetsen en verbetertrajecten passeren onder andere de revue. NIEUWE REKENMETHODE KIEZEN Het kiezen van een nieuwe rekenmethode is een hele klus. Waar moet je op letten? Hoe weet je of een nieuwe methode de resultaten verhoogt? Welke methode past bij de school? De tien tips van de ‘Kwaliteitskaart nieuwe rekenmethode’ geven een goede handreiking bij het proces. De kaart is te downloaden van rekenpilots.nl/kwaliteitskaarten. KLIK, KLAK, KLAAR... REKEN MAAR Dit speel- en leerpakket voor beginnende gecijferdheid en aanvankelijk rekenen bestaat uit onder andere klikkubussen, zelfstandig werkkaarten, voelkaarten en materialen en spelvormen voor de tactiele waarneming. Zie schoolsupport.nl. EEN GOEDE REKENLES ‘Tien tips voor een goede rekenles’ is een nuttige pdf op rekenpilots.nl/kwaliteitskaarten. Tips die kunnen helpen bij de lesvoorbereiding, bij het geven en evalueren van de rekenles. Grijp de rekenkansen Naar aanleiding van de invoering van de referentieniveaus rekenen in het voortgezet onderwijs verschijnt deze maand bij het CPS het boek ‘Grijp de rekenkansen’. Het helpt docenten het rekenonderwijs vorm te geven volgens de nieuwe norm.
28 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 12 | 11
D aan e nieuw boD e voo broch r he ures t ba en onD voorg sis e erw ijs z zet i j vra ag z n uit. e nu a an!
Training, begeleiding en nascholing voor professionals en vrijwilligers die met kinderen en jongeren werken Ontwikkeling Vakantiescholen
Samenwerken aan Wijkpedagogiek
In vakantie- en zomerscholen werken leerlingen aan het verbeteren van hun prestaties op het gebied van taal en rekenen. De Meeuw biedt begeleiding bij de ontwikkeling van een vakantieschool, zowel op school- als wijkniveau. Daarbij staat het binden van leerkrachten, het ontwikkelen van het curriculum in samenwerking met leerkrachten en taal- en rekenexperts, de verbinding tussen binnenen buitenschools leren en de betrokkenheid van ouders voorop.
Ons Bronnenboek Wijkpedagogiek biedt professionals een stappenplan, praktijkvoorbeelden en adviezen om te werken aan een positief opvoed- en opgroeiklimaat in de wijk met activiteiten waarbij jongeren gestimuleerd worden om initiatief en verantwoordelijkheid te nemen. De Meeuw biedt een begeleidingstraject Visieontwikkeling en uitvoering aan en workshops rondom jongeren- en ouderparticipatie. Het Bronnenboek Wijkpedagogiek 10-15 jaar is te bestellen voor € 20 exclusief verzendkosten.
Meer informatie: Jenny de Joode
Meer informatie: Agnes Pols
Lespakket Goed voorbereid naar het VO
Ouderbetrokkenheid in het onderwijs
Wilt u werken aan een goede overgang van basis naar voortgezet onderwijs? Ons lespakket Klaar VOor de start bereidt achtste groepers voor op hun nieuwe school. Het bevat meer dan 45 opdrachten, zoals: Hoe werk ik met het lesrooster en mijn agenda? Hoe vind ik mijn weg? en Hoe houd ik mij staande? Klaar VOor de start is te gebruiken binnen het reguliere onderwijs, als invulling van onderwijstijdverlenging of de vakantieschool. Leerkrachten kunnen een training of workshop volgen om met het lespakket aan de slag te gaan. Ook kunnen wij de lessen geven of helpen bij een ouderbijeenkomst.
Ouders zijn belangrijk in de groei van jongeren naar (jong) volwassenheid en kunnen een grote rol spelen in het voorkomen van spijbelen, bij de loopbaankeuze, verzuim, gedrag en resultaten van het kind. Goed contact tussen ouders en school en pedagogische afstemming is daarom cruciaal. Wij gaan uit van een Educatief partnerschap en wederzijdse betrokkenheid tussen ouders en onderwijsprofessionals. Stichting de Meeuw begeleidt scholen bij het ontwikkelen van een duidelijke visie en de samenwerking binnen de school. Meer informatie: Francis Wesseling
Meer informatie: Marian Veldhuis
Meer weten? Kijk op www.stichtingdemeeuw.nl of bel 010 - 486 30 22. Advertentie ROM 190/270 (4).indd 1
09-12-11 16:08
Succesvol rekenen
> Rotterdams (Reken)Effect gestart
WWWWWWWWWWWWWWWWW Eerst brengen, W W W Win W kaart WWWW WWWWWWWW W WWW W Wniveau WWWWW WWWWWW dan het omhoog WWWWWWWWWWWWWWWWW tekst Marijke Nijboer
Onder de titel Rotterdams (Reken)Effect spannen drie Rotterdamse schoolbesturen en de gemeente zich in om de rekenvaardigheid van leerlingen te verbeteren. Scholen van verschillende besturen geven elkaar inzicht in hun scores en delen succesvolle strategieën met elkaar. Bij de aftrap in november bleek dat de scholen nog veel praktische vragen hadden.
30 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 12 | 11
T Gerrit Elings voorzitter projectgroep Rekeneffect Scholengemeenschap Calvijn 010 4933377
[email protected]
O VMBO-LWOO Calvijn Meerpaal is een van de scholen die aan RRE meedoet. foto Jan van der Meijde
W
at houden de rekenniveaus zoals 1F, 1S en 2F nu precies in? Hoe creëer je een doorlopende leerlijn van de basisschool naar het voortgezet onderwijs? En wat wordt er precies verwacht van het praktijkonderwijs? De ruim tachtig rekencoördinatoren, teamleiders en directeuren uit het vo die op 10 november de aftrap van Rotterdams (Reken)Effect (RRE) bezochten, zaten vol vragen. Doel van RRE is om het rekenniveau van leerlingen te verhogen. Stok achter de deur is de invoering, vanaf 2014, van rekenen als eindexamenvak. Het afgelopen jaar deed de projectgroep Rekeneffect, bestaande uit vertegenwoordigers van de schoolbesturen BOOR, CVO, LMC en de gemeentelijke onderwijsafdeling JOS voorbereidend onderzoek. Dit jaar moet de rekenaanpak zichtbaar worden. Het is de bedoeling dat alle scholen eind februari hun rekenbeleidsplan klaar hebben, en dit vervolgens uitvoeren.
Rapportage Rotterdams (Reken)Effect is anders van opzet dan Rotterdams (Taal)Effect. Op het gebied van taal maken vrijwel alle scholen gebruik van dezelfde toets, Diataal, om de vorderingen te meten. Op rekengebied blijken de scholen veel verschillende methodes te hanteren. Ieder blijft z’n eigen toetsen gebruiken. Christa Thoolen, rector van Thorbecke Voortgezet Onderwijs en lid van de projectgroep Rekeneffect: ‘Er is geen rekentoets in Nederland met het kaliber van Diataal. We zullen als scholen van verschillende besturen echter wel transparant naar elkaar zijn over de rapportage.’ Alle scholen zullen de toetsen wel tegelijkertijd afnemen: twee keer in de brugklas en eenmaal aan het eind van het tweede leerjaar. Elk schoolbestuur maakt een eigen rapportage, waaruit één overzicht wordt gemaakt. Een rekencoördinator zei dat hij uitziet naar de toetsen: ‘In 2014 is het moment suprême. Tussendoor wil je weten of je goed op weg bent.’
‘Professioneel gecijferd’ Ria Brandt, rekendeskundige bij CPS, benadrukt dat rekendocenten ‘professioneel gecijferd’ moeten zijn. Dat houdt in dat zij moeten kunnen schakelen tussen alle verschillende rekenniveaus. ‘De scores van leerlingen worden sterk beïnvloed door het sterk of zwak zijn van de school én de docent,’ aldus Brandt. De docent moet volgens haar zorgen voor een didactische aanpak en goed klassenmanagement; de school voor een haalbaar en gedegen curriculum en uitdagende doelen.
‘Transparant naar elkaar over rapportage’ Het is belangrijk, zegt Brandt, dat rekencoördinatoren de juiste taken uitoefenen. ‘Zij gaan heel enthousiast aan de slag en bemoeien zich met van alles. Daardoor zitten ze vaak niet op hun plek.’ De rekencoördinator moet volgens haar niet door de teamleider maar door de schoolleider worden aangestuurd. ‘Hij of zij helpt de schoolleider om diens rekendoelen waar te maken. Als de schoolleider bijvoorbeeld wil dat elke docent rekendocent is, zoekt de rekencoördinator voor hem uit hoe je zover komt. De schoolleider maakt beleidskeuzes en de rekencoördinator voedt de schoolleider, zodat die het beleid kan uitzetten.’ De rekencoördinator kan natuurlijk ook best leerlingen begeleiden, zegt Brandt, maar het coördinatorschap is zijn hoofdtaak. Gerrit Elings, directeur onderwijs bij Calvijn en voorzitter van de projectgroep Rekeneffect, onderstreept dat het rekenbeleid de volle steun van de directie moet hebben. ‘Als je je directie niet mee hebt, kan je het schudden.’
Toetsresultaten gebruiken Brandt pleit verder voor een goed gebruik van toetsresultaten. ‘Als je daarvan een goed overzicht hebt, kun je per leerling kiezen voor welk niveau je gaat. Waarbij je uitsplitst naar getallen, verhoudingen, meten en verbanden. Je zet gerichte interventies in en kijkt ook naar het taalaspect: snapt de leerling me wel? Stel doelen en meet achteraf of je die hebt gehaald.’ Elings geeft aan dat voor RRE minder geld beschikbaar is dan aanvankelijk werd gehoopt. ‘De besturen zijn bereid om te investeren maar voor zaken op schoolniveau zullen de scholen zelf een potje moeten vinden.’ Zijn collega Thoolen vult aan: ‘In de lumpsum zit geld dat je voor deze doelen kunt besteden. De school moet zelf haar prioriteiten stellen.’ Volgens Brandt kan RRE profiteren van de ervaring die al is opgedaan met Rotterdams (Taal)Effect. ‘Jullie hebben als scholen de uitkomsten van Diataal al in huis, dus je kunt volop oefenen met het stellen van doelen aan de hand van je eigen scores.’ W
12 | 11 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 31
v veldwerk :
Ronald Pieck
Directeur basisschool Passe-Partout
Wat was je zelf voor leerling? Ik was gewoon een goede leerling. Onopvallend en in het bezit van een belabberd handschrift. Waarom ben je in het onderwijs gaan werken? Ik heb vanaf mijn tiende geroepen dat ik onderwijzer wilde worden, maar kan eigenlijk niet goed uitleggen waarom ik dat wilde. Misschien omdat ik het leuk vond om iets voor andere kinderen te betekenen. Je mooiste moment? Dat zijn er vele, maar wat me spontaan te binnen schiet is een dyslectische leerling die samen met een andere leerling een perfect en werkend model van een vulkaan in elkaar zette.
tekst Ronald Buitelaar foto Jan van der Meijde Ronald begint als basisschoolleerkracht in Schiedam en wordt aansluitend directeur. Later stapt hij over naar een Jenaplanschool in Berkel en Rodenrijs. Weer later doet hij ervaring op met het Wanita*-concept bij een basisschool in Rotterdam-Zuid. Ronald omschrijft zijn onderwijsloopbaan als een voortdurende zoektocht naar antwoorden op de vraag wat kwalitatief goed onderwijs voor kinderen moet inhouden. Vanaf 2008 is Ronald betrokken bij de verdere (uit)bouw van basisschool Passe-Partout in Nesselande. Een traject waarbij hij leiding geeft aan de fysieke en inhoudelijke ontwikkeling van een school in een nieuwbouwwijk. Ronald is gehuwd en heeft een dochter.
Je absolute dieptepunt? De machtsstrijd die ik als schooldirecteur in Schiedam heb moeten voeren met het ambtelijk apparaat. Een onderwijsvisie hebben en er geen kant mee op kunnen. Frustrerend. Zijn er zaken in het onderwijs die je zou willen veranderen? Ik zou bestuurders willen vragen niet in detail voor te schrijven hoe scholen hun onderwijs moeten inrichten. Bepaal de kaders en laat de uitvoering aan het onderwijs over. Meer of minder aandacht voor rekenen en taal? Politiek en bestuur moeten er minder aandacht aan besteden, omdat scholen verschillen. Faciliteer ze, maar laat ze hun eigen accenten leggen. Waar zou je in bijgeschoold willen worden? Ik vind dat ik me als onderwijsmanager en onderwijskundig leider voortdurend op alle fronten moet blijven ontwikkelen. Wat is je mening over de taakbelasting in het onderwijs? Ik denk dat we als onderwijswereld veel meer werk zouden kunnen verzetten als we de schoolvakanties iets minder als verworven recht gaan beschouwen. Zijn er zaken die je aan beleidsmakers en politici kwijt zou willen? Beperk je alsjeblieft tot het wat en laat de professionals het hoe bepalen. Zij zijn in staat het maatwerk te leveren waar leerlingen en ouders om vragen. Voel je beroepstrots? Ja, zeker. Als ik blije, huppelende kinderen zie en van een van hen een high-five krijg weet ik weer waar ik het voor doe. De school is er immers voor de kinderen. Wat is je persoonlijke onderwijswens? Dat ik mag blijven werken in een organisatie waar de focus ligt op kinderen. Nog tips voor (aankomende) leerkrachten? Maak van je school een professionele leeromgeving en zet in op goede leerkrachten. Die zijn bepalend voor het succes van school en onderwijs! * B elangrijke kenmerken van het Wanita-concept: authentiek onderwijs, kunsteducatie, evenwichtige ontwikkeling van kinderen.
T Tip jezelf of een ander voor Veldwerk! Mail naar
[email protected]