05_11 k ‘De leraar is de spil’ k Betere leesprestaties Heldringschool k RKVO geeft slimme kinderen de ruimte >
- - - - - - - Rotterdams Onderwijs Magazine
Mommersprijs voor Emmaus
k Heuven Goedhart wordt opbrengstgericht
Kunstvakken goed voor prestaties
Leerlingen schrijven wijkkrant
mei _ nr. 03 _ jaargang 34
van de redactie
Toespitsing Het Rotterdams Onderwijs Magazine staat vanaf komend schooljaar in het teken van Beter Presteren. De doelen en actielijnen van dit programma komen niet uit de lucht vallen. Ze zijn door scholen en gemeente tijdens de inspraakronde van het afgelopen najaar in gezamenlijkheid bepaald en vaak een toespitsing van prioriteiten uit eerder beleid.
agenda
18 mei ROTTERDAM
CED-dictee
Beter Presteren kent de drie actielijnen Meer leertijd, Professionele school en Ouderbetrokkenheid. Deze zijn vertaald in zes projecten en twee arrangementen (ISO en Topklassen). Zie ook de brochure ‘Programma Beter Presteren’, te downloaden van www. rotterdamsonderwijsbeleid.nl. De programma’s Beter Presteren en Aanval op Uitval (op moment van dit schrijven nog niet gereed) vormen samen het Rotterdams Onderwijsbeleid 2011-2014).
congres Pesten via internet of telefoon... heel gewoon? 18 mei (start) EPE
leergang Inspireer je mensen, ontwikkel je school www.arbo-vo.nl 19 mei (start) UTRECHT
colofon Rotterdams Onderwijs Magazine voorlichtings- en opinieblad voor onderwijs, educatie, vorming, opleiding en training in Rotterdam. Gratis voor personeel van voorscholen, primair en voortgezet onderwijs in Rotterdam. 34e jaargang -- nr.3 -- mei 2011 ISSN 1386-2863 -- Verschijnt vijf keer per jaar -- Oplage 7000 Losse nummers € 3,- Abonnement € 30,- (opzeggingen vóór 1 november) Uitgave Stichting de Meeuw Redactie Irene van Kesteren, Marian Mulder, Lydia den Ouden, Goverdien Philips, Willem Bijl (hoofd- en eindredactie) Redactie-adres Postbus 61055 -- 3002 HB Rotterdam -- telefoon 010 4863022 -fax 010 4866455 -- e-mail
[email protected] Grafische vormgeving Trichis Vormgeving BNO -- Rotterdam Foto cover Jan van der Meijde Druk Veenman Drukkers -- Rotterdam © Stichting de Meeuw
Vak
Basisschool Het Podium Overschie: ‘Kunstvakken bevorderen leerprestaties’ 12 Mijn vak > Malis Vriendts: ‘In de praktijk leer je lesgeven’ 15 Emmausschool krijgt Mommersprijs 2011 18 Nieuw Zuid-leerlingen schrijven wijkkrant vol
∏
Leerling
20 Wilhelminaschool heeft al vijf jaar peuters als leerling 22 De Katrol: huiswerkhulp aan huis betrekt ouders bij school
training Personeelsgesprekken voor managers www.schoolzakelijk.nl 27 mei KIT AMSTERDAM
symposium Taalonderwijs in komende 100 jaar www.ltprojecten.nl 30 mei HOGESCHOOL ROTTERDAM
symposium Voorkomen voortijdig schoolverlaten www.hogeschoolrotterdam.nl 2 september (start) ROTTERDAM www.stichtingdemeeuw.nl
Mail naar
[email protected].
Beleid
7 18 mei UTRECHT
training Brede school coördinator
wilt u ADVERTEREN IN HET ROM?
c
www.cedgroep.nl
www.medilex.nl/pesten In dit nummer maken we kennis met Annemieke van der Kooij, de kersverse programmamanager van Beter Presteren. Zij blikt vooruit: ‘We gaan geen nieuwe koers varen, maar ons juist toeleggen op zaken die goed gaan en dát verder uitbouwen. We doen liever een beperkt aantal zaken goed dan heel veel dingen matig.’ En legt uit: ‘De komende jaren kiezen we voor een focus op rekenen en taal en daarmee voor het verhogen van de leerresultaten. Daar moet het over gaan. De wijze waarop laten we scholen zelf bepalen. De leraar is tenslotte de spil waarom het draait.’ Lees het hele interview op pagina 4 en 5.
inhoud
Laatste horde genomen In het ROM van maart schreven we over de Van Rijckevorselschool in Hoek van Holland dat de school nog een laatste horde moest nemen op weg naar de inspectieboeoordeling ‘voldoende’. Korte tijd later kon de school opgelucht ademhalen: alle uitslagen van de Cito-Eindtoets lagen boven het landelijk gemiddelde. Daarop volgde een felicitatie van de inspectie. De school staat nu weer ‘in het groen’. de redactie
f
School
28 Van ieder voor zich naar krachtdadig team > Sbo-school Van Heuven Goedhart wordt opbrengstgericht
+ plus
2_Agenda 16_Fotoreportage 25_Pico Bello 32_Veldwerk
4_ De leraar is de spil Interview met Annemieke van der Kooij, programmamanager Beter Presteren W 10_ W ij meten vijf keer per jaar de vorderingen Inspanningen Heldringschool leiden tot opmerkelijk betere leesprestaties O 24_ Extra uitdaging voor iedereen die wil RKVO geeft slimme kinderen de ruimte 26_ Het is redelijk uniek wat we hier doen Vso De Piloot groeide in drie jaar van 20 naar 200 leerlingen R
Scholen met ISK In het ROM van oktober 2010 plaatsten wij een artikel over de Internationale Schakelklas op het Carré College. In een kader vermeldden we de andere drie vo-scholen met een ISK-afdeling. Daarbij baseerden wij ons op de ‘VO-gids 2010-2011’. Nieuw Zuid maakte ons erop attent dat zij niet waren genoemd in dit kader, maar wel over een ISK-afdeling beschikken. Achteraf blijkt in de informatie in de VO-gids, en dus ook in het ROM, een fout te zijn geslopen. Onze excuses daarvoor. De juiste lijst van ISK-afdelingen op vo-scholen: Nieuw Zuid, Zuiderpark College, Wolfert van Borselen en Carré College. de redactie 05 | 11 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
|3
Beleid
ER ZIJN BELEIDSMAKERS EN ER IS DE WERKVLOER. WIE ZIJN DE MENSEN DIE DEZE TWEE VERBINDEN? HET ROM ZOEKT ZE OP. DEZE KEER SPREKEN WE MET Annemieke van der Kooij, sinds kort programmamanager van Beter Presteren.
Betrokken
tekst Ronald Buitelaar
Annemieke van der Kooij is hoofd van het programmabureau van Beter Presteren, dat de beleidsvoornemens van het gelijknamige programma en de Rotterdamse onderwijspraktijk met elkaar in overeenstemming moet gaan brengen. Een opdracht, die zij met enthousiasme aanvaard heeft. Ze vindt het een uitdaging om samen met het onderwijsveld te werken aan resultaatverbetering: ‘We gaan geen nieuwe koers varen, wel focussen.’
ccccccccccccccccc ‘De leraar is de spil’ ccccccccccccccccc k Annemieke van der Kooij: ‘In Rotterdam kiezen we de komende jaren voor een focus op rekenen en taal.’ foto Jan van der Meijde
Projectleiders
Het programmabureau van Beter P resteren bestaat naast programmamanager A nnemieke van der Kooij uit een aantal projectleiders, die óf vanuit de gemeente óf vanuit de school besturen zijn voorgedragen. In een latere ROM meer over hun werkterrein.
Het bracht haar naar menig vergaderzaal en buurthuis en leerde haar hoeveel er mogelijk is als er op open wijze en op basis van vertrouwen met elkaar gesproken wordt: ‘Ik ben niet iemand die in een mantelpakje komt opdraven om als gespreksleider te fungeren. Ik bemoei me graag met het héle proces en ben daardoor net zo betrokken bij het onderwerp als andere deelnemers. Wat overigens niet wil zeggen dat ik naïef ben. Als het tot afspraken komt, is het wel de bedoeling dat iedereen doet wat er afgesproken is.’
Geruststellen Van der Kooij is van mening dat vertrouwen ook bij de uitvoering van Beter Presteren
een grote rol speelt: ‘Ik weet dat er hier en daar in lerarenkamers wat huiverig tegen de plannen wordt aangekeken omdat men bang is dat de vaarrichting weer verlegd gaat worden. Ik kan mensen die dat denken geruststellen. We gaan geen nieuwe koers varen, maar ons juist focussen op zaken die goed gaan en dát verder uitbouwen. We doen liever een beperkt aantal zaken goed, dan heel veel dingen matig.’
Kerstboom versieren Wat dat laatste betreft, verwijst van der Kooij graag naar een uitspraak van onderwijsminister Van Bijsterveldt: ‘Zij zei ooit dat we moeten stoppen om van het onderwijs een kerstboom te maken waarin naar willekeur versiering kan worden gehangen. Haar woorden geven precies weer wat ons voor ogen staat. We moeten ervan af dat het onderwijs alle maatschappelijke vraagstukken moet oplossen. In Rotterdam kiezen we de komende jaren voor een focus op rekenen en taal en daarmee voor het verhogen van de leerresultaten. Daar moet het over gaan. De wijze waarop laten we scholen zelf bepalen. De leraar is tenslotte de spil waarom het draait.’
‘Focussen op zaken die goed gaan en dát verder uitbouwen’ Geen tijd verliezen
B
ouwkundig ingenieur Annemieke van der Kooij woont in Rotterdam, heeft twee schoolgaande kinderen en is niet afkomstig uit de onderwijswereld. Geen probleem, denkt ze zelf. Haar is gevraagd verbindingen tussen de werkvloer en beleidsmakers te leggen en betrokken partijen in beweging te krijgen: ‘Ik ga me dus vooral met het proces bemoeien.’
Gezamenlijk aan de slag Juist op dat vlak heeft van der Kooij de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan: ‘Ik heb me lang bezig gehouden met de aanpak van naoorlogse wijken als Pendrecht en Hoogvliet en moest daarbij veel overleggen met partijen die sterk van elkaar verschillen. Woningbouwcorporaties, stedelijke en deelgemeentelijke overheden, bewonersorganisaties. Iedereen had zo zijn eigen wensen en moest bereid gevonden worden om gezamenlijk aan de slag te gaan.’
4|
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 05 | 11
Van der Kooij kan zich voorstellen dat er de afgelopen tijd op menig school overuren zijn gemaakt om de plannen voor Beter Presteren op tijd de deur uit te krijgen. Zelf had ze het ook liever anders had gezien, maar ze acht het onvermijdelijk: ‘Ik weet dat dit niet de meest ideale tijd is en dat schoolteams er misschien meer dan gemiddeld mee belast zijn geweest. Toch wil ik er graag op wijzen dat we niet anders konden. Als we meer tijd hadden genomen hadden we een heel schooljaar verloren en dat is een luxe die we ons gewoon niet kunnen permitteren. Om onze ambities voor hogere leerresultaten waar te maken, moeten we nu aan de slag. Het is een avontuur waarbij partijen elkaar nodig hebben en waarmee we mooie resultaten voor Rotterdamse kinderen gaan behalen.’
05 | 11 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
|5
Vak tekst Ronald Buitelaar
‘Kinderen die zich op meerdere terreinen kunnen ontplooien en daardoor beter in hun vel zitten, komen tot betere leerprestaties.’ Dat is het idee achter de samenwerking die basisschool Het Podium in Overschie heeft gezocht met de Russian School of Arts, waarbij talent herkend en ontwikkeld wordt. Bovendien komt er extra taal- en rekentijd vrij.
...zal oogsten! De afgelopen weken bezochten we veel Rotterdamse besturen en directies. Wellicht spraken we ook met u over onze nieuwe programma's. Bent u enthousiast en wilt u nog beter gaan presteren met een gerichte aanpak die aansluit bij het Rotterdams Onderwijsbeleid? Laat het ons weten! Mail naar
[email protected] en we nemen contact met u op.
Uw onderwijs tot volle bloei!
> basisschool Het Podium Overschie
Kunstvakken bevorderen leerprestaties
Een greep uit de programma's: voor de kinderopvang en voor- en vroegschoolse educatie: • Taalvaardigheid pedagogisch medewerkers, voor taalvaardige kinderen • Groep nul in Rotterdam voor het basisonderwijs: • Gebundelde krachten, hoe lestijduitbreiding leidt tot betere resultaten • Kwaliteit in je school... Inspectieproof! voor het voortgezet onderwijs: • Betere resultaten: een omslag in taal en rekenen
Kijk op www.cedgroep.nl/wiezaait voor aanvullende informatie en de quickscans. Rotterdams Onderwijs Magazine --- 05 | 11
6|
D
e kunstklassen van basisschool Het Podium draaien nog geen jaar, maar nu al valt het relatief hoge niveau van de prestaties en de opmerkelijk geconcentreerde werkwijze van de leerlingen op. Zo hangt bij de entree van de school grafisch werk dat het aanzien meer dan waard is, klinkt in een lokaal een helder gezongen canon, wordt verderop een overtuigende mimeact neergezet en bekijkt de
dansgroep op betrokken wijze elkaars verrichtingen. ‘Dat was in de periode tussen de zomer- en herfstvakantie wel anders’, weet Peter van Strien, directeur van de Russian School of Arts (RSA), ‘toen moesten de leerkrachten er nog stevig tegenaan om duidelijk te maken dat kunstonderwijs net zoveel concentratie en inzet vereist als het andere leren op school.’ >>
05 | 11 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
|7
T Berry Hakkeling basisschool Het Podium 010 4375849
[email protected] www.russianschool.nl >>
Ambachtelijk werken Inmiddels zijn de leerlingen gewend aan de serieuze en doortastende wijze waarop het kunstonderwijs door de leraren van de RSA wordt gegeven en hebben zij ervaren tot welke resultaten dit kan leiden. Van Strien: ‘De RSA werkt vanuit de gedachte dat er eerst op ambachtelijke wijze gewerkt moet worden aan vaardigheden. Daarna komen zaken als zelfexpressie en vrije ontwikkeling aan de orde. Voor leuk kun je naar de Efteling. Wij zijn meer van de serieuze aanpak.’ Directeur Berry Hakkeling van het Podium: ‘De leerlingen zien dat ze niet worden beziggehouden, maar dat ze hun talenten kunnen ontwikkelen en daarin uit mogen blinken.’
Volgens Hakkeling is het van groot belang om de tijd te nemen voor dit ontwikkelingsproces: ‘De culturen van ouders , school en RSA moeten met elkaar versmelten. De school moet loslaten, RSA moet aanpassen en ouders moeten vertrouwen krijgen. Waarbij het belangrijk is het doel voor ogen te houden, maar de hobbels serieus te nemen.’ Van Strien: ‘Je moet vertrouwen in elkaar hebben en houden.’
Gelijke monniken, gelijke kappen Het ‘ergens in uit mogen blinken’ was de aanleiding voor een gesprek dat van Strien en Hakkeling enige jaren terug hadden over de wijze waarop er in het Nederlandse onderwijs wordt aangekeken tegen talentontwikkeling. Van Strien: ‘In Nederland mag je wel uitblinken in voetbal of in andere sporten, maar geldt in het onderwijs vooral het gelijke monniken, gelijke kappen beginsel.’ Hakkeling: ‘Wij zijn in het Nederlandse onderwijs een meester in het wegwerken van achterstanden, maar hebben te weinig oog voor uitblinkers. Toch is talent is een extra cadeautje dat je moet willen uitpakken.’
Begin Omdat dankzij het volledig dagarrangement (VDA) ook de financiële kant van de samenwerking geregeld en gewaarborgd was, kon er met ingang van dit schooljaar begonnen worden met een uitbreiding
‘Leerlingen zijn relaxter en rustiger’ vh In een lokaal klinkt een helder gezongen canon, leerlingen zetten een overtuigende mimeact neer en de dansgroep bekijkt op betrokken wijze elkaars verrichtingen. foto’s Jan van der Meijde
Leerrendement Om het gelijkmatigheidprincipe te doorbreken, besloten beide onderwijsinstellingen de handen ineen te slaan en samen te gaan werken aan talentontwikkeling. De gedachte erachter was dat een gedegen opleiding in kunstzinnige vakken een wervende werking zou hebben op leerlingen, die van huis uit onbekend zijn met een dergelijk aanbod. Daarnaast was er de verwachting dat kennismaking met het kunstdomein de sociaal-emotionele ontwikkeling en daarmee het leerrendement van de leerlingen ten goede zou komen. Hakkeling: ‘We zijn daarbij niet over een nacht ijs gegaan, maar hebben een jaar de tijd genomen om het concept inhoudelijk in te richten en overleg te voeren over aard en opzet met team en ouders.’
8|
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 05 | 11
van de schoolweek met vier uur kunstonderwijs. Van Strien benadrukt dat het op deze wijze gerealiseerde aanbod nog maar een begin is: ‘Voor toptalenten is er de mogelijkheid om zich na schooltijd verder te ontwikkelen. We leveren daarbij maatwerk en breiden het lesaanbod verder uit met bijvoorbeeld bezoeken aan musea en gezamenlijke optredens met het Rotterdams Jeugdsymfonieorkest.’ Een aanbod waar op Het Podium waarschijnlijk gretig gebruik van gemaakt gaat worden. Van Strien: ‘Er loopt hier uitzonderlijk veel talent rond.’
Optimistisch Hakkeling is enthousiast over het ‘heilzame’ effect van de lessen op zijn leerlingen: ‘Hoewel we nog niet zo lang bezig zijn, merken we nu al dat de kinderen relaxter en rustiger zijn geworden. Ook melden zowel leerkrachten als ouders een opmerkelijke afname van ‘kleine’ incidentjes.’ Omdat er bovendien extra taal- en rekentijd blijkt vrij te komen, denkt Hakkeling dat de samenwerking tussen Het Podium en RSA goed aansluit bij de visie achter meer leertijd: ‘Kinderen die zich op meerdere terreinen kunnen ontplooien en daardoor beter in hun vel zitten, komen tot betere leerprestaties. Dat staat voor mij vast.’
05 | 11 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
|9
Vak T Mariëtte Vink Sbo Heldring tekst Ronald Buitelaar
H
et is dinsdagmorgen tien uur. Juf Hanneke van Dongen klimt op een groepstafel en kijkt de klas in waar alle leerlingen inmiddels op hun stoel staan: ‘Zeg en doe mij maar na. Al-co-hol, a-crobaat, spe-cu-laas.’ De klas dreunt het rijtje meerlettergrepige woorden met een c na en stampt op de maat mee.’ Rij na rij volgt en de klas blijft geconcentreerd meedoen. Na de loop- en stampoefeningen deelt de juf slaginstrumentjes uit. Stokjes, drumsticks, dun en dik. Elke leerling krijgt er een om bij de volgende oefening op de maat mee te kunnen tikken.
De Dr. Mommersprijs 2011 voor lees- en taalonderwijs won de Heldringschool voor Speciaal Basisonderwijs in Hillesluis nét niet, maar een eervolle vermelding van de jury was er wel. Genoeg uitdaging om er de komende tijd nog een schepje bovenop te doen, want weten ze ook op de Heldringschool: Stilstand is achteruitgang, zeker waar het lezen betreft.
bij de verwachtingen.’ Genoeg reden voor de school om aan te kloppen bij het CPS, een onderwijsbegeleidingsinstituut dat LISBO (lezen in het speciaal basisonderwijs) introduceerde, een traject dat een revolutie in de school op gang bracht. Vink: ‘De kern van LISBO is dat er niet wordt afgewacht welk niveau een kind gaat halen, maar dat er ambitieuze, haalbare doelen worden gesteld, waaraan op een consequente en gevarieerde wijze gewerkt wordt. Een voorbeeld van zo’n ambitieus doel is dat leerlingen na 1 jaar leesonderwijs Avi M3 beheersniveau hebben.’
Adjunct-directeur Mariëtte Vink legt uit dat het voor-koor-door lezen waar we zojuist getuige van zijn geweest een oefening is die de Heldringschool inzet om het voortgezet leesonderwijs verder op peil te brengen én te houden: ‘Voor de echte leeskilometers hebben we bijvoorbeeld het stillezen, maar leesvormen als deze zorgen ervoor dat de hele klas actief meedoet met de leesles. Een voorwaarde om het lezen óók in de bovenbouw op niveau te houden.’
door de eigen leerkracht en niet door een klassenassistent of een remedial teacher. De leerkracht is de expert en weet het beste wat een leerling nodig heeft.’
Speciale leesbehandeling Van de resterende twintig procent van de leerlingen, die ondanks extra ondersteuning de gestelde doelen niet haalt, volgt het grootste gedeelte Connect, een interventieprogramma voor zwakke lezers. Vink: ‘Tegenwoordig hoeven we nog maar enkele leerlingen aan te melden voor een speciale leesbehandeling bij het WSNS samenwerkingsverband. Het overgrote gedeelte krijgen we zelf aan het lezen.’
LISBO Vink vertelt dat de school zo’n vijf jaar geleden tot de conclusie kwam dat het leesonderwijs op de schop moest: ‘We gebruikten een methode waarmee we slecht uit de voeten konden, de leerlingen waren ongemotiveerd waardoor gedragsproblemen ontstonden en de resultaten bleven achter
10 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 05 | 11
Een aanpak die aan blijkt te slaan. Vink: ‘Tegenwoordig haalt zo’n tachtig procent van de leerlingen de gestelde doelen.’ Volgens Vink zit het geheim van het succes niet alleen in het stellen van hoge doelen, maar ook in de wijze waarop het leesproces gevolgd en begeleid wordt: ‘Bij het aanvankelijk lezen meten wij vijf keer per jaar de vorderingen zodat bij uitval direct het aantal instructiemomenten uitgebreid kan worden. Bij het voortgezet lezen zijn dat drie meetmomenten. Verder wordt het zogenoemde pre- en reteachen (= extra instructie – red.) verzorgd
‘Wij meten vijf keer per jaar de vorderingen’
Modellen
Inspanningen Heldringschool leiden tot opmerkelijk betere leesprestaties
010 4851898
[email protected] www.heldringschool.nl
Pre- en reteachen
Dubbel gehandicapt
h Op de stoelen geklommen, dreunt de klas een rijtje meerlettergrepige woorden en stampt op de maat mee. foto Jan van der Meijde
Genoegzaam achteroverleunen is er op de Heldringschool niet bij. Toen de ambitieuze aanpak van het technisch lezen twee jaar geleden tot een aanbodtekort voor gevorderde lezers leidde, zocht de school naar uitbreidingsmogelijkheden en kwam deze in aanraking met BLISBO (begrijpend lezen in het speciaal basisonderwijs). Hoewel tevreden met het extra aanbod plaatst Vink wel enkele kanttekeningen: ’Het probleem met begrijpend lezen is dat het in tegenstelling tot technisch lezen wel een beroep doet op de intelligentie en uitgaat van een ruime woordenschat. Wat dat betreft zijn onze leerlingen dubbel in het nadeel. Zij zitten niet voor niets op een sbo-school en komen
voor het overgrote gedeelte uit lage sociaal- economische milieus.’
Leerstrategieën Om de leerlingen toch vaardig te maken in begrijpend lezen hanteert de school een tweesporenbeleid. Vink: ‘Enerzijds vijzelen we de woordenschat op door bijvoorbeeld veel uit informatieve boeken te (laten) lezen. Anderzijds hanteren wij zes leerstrategieën om een begrijpend leestekst te leren doorgronden. Strategieën die het hele jaar via modelling (hardop denkend leerprocessen op gang brengen – red.) door de leerkracht worden aangebracht. Waardoor ook op dit vlak sprake is van hogere leeropbrengsten, stijgende leesmotivatie en enthousiaste leerkrachten.’
Uitstroomcijfers Dat alle inspanningen (nog) niet tot de Mommersprijs hebben geleid nemen de teamleden van de Heldringschool voorlopig maar even voor lief. Veel belangrijker vinden zij het dat hoge verwachtingen van leerlingen en weloverwogen leeraanbod tot uitstroomcijfers leiden die voorheen voor onmogelijk werden gehouden. Vink: ‘Vroeger ging het overgrote deel van onze schoolverlaters naar het praktijkonderwijs en een enkeling naar het vmbo. Tegenwoordig is de verhouding 50/50. Dat vinden we wel iets om trots op te zijn.’
05 | 11 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 11
Mijn vak
Malis Vriendts: ‘In de praktijk leer je lesgeven’ N
og behoorlijk jong, spat de wilskracht en gedrevenheid toch van haar af. Malis Vriendts (20) zoekt de uitdaging in haar onderwijscarrière. Als beginnend docent maatschappijleer geeft ze elke woensdag les aan een groep van zo’n twintig jongemannen in de leeftijd van zestien tot ruim twintig jaar, van de opleiding Sport en Beweging van Zadkine. ‘Ik heb in de opleiding onderwijsassistent stage gelopen bij kleine kinderen. Die zijn wel leuk, maar geef mij maar een oudere leeftijdsgroep’, geeft ze aan en kijkt op een manier die duidelijk maakt dat ze een natuurlijk overwicht heeft.
Maatschappijleer is eigenlijk overal het zwarte schaap, zeker in het mbo, aldus Vriendts. Dat maakt haar uitdaging nog groter. ‘Als het al gegeven wordt, dan zie je vaak dat de docent niet goed weet wat die ermee zal doen; discussiëren is het meestal. Hier bij Sport en Beweging zie ik dat maatschappijleer zoveel mogelijk wordt toegespitst op de opleiding waar ze mee bezig zijn. Gaat het over de CAO dan wordt er uitgezocht of er ook een CAO is voor deze beroepsbeoefenaren. Dat vind ik erg goed, want dan gaat het meer leven.’
Eigen mensen
Lesgeven is echt wat ik wil, stelt Vriendts nadrukkelijk. ‘En als je het écht wil, dan is het ook helemaal niet moeilijk of zwaar.’
tekst Anne-Marie Plasschaert
Na de opleiding onderwijsassistent bij het Zadkine, is Malis Vriendts gestart met de lerarenopleiding in een duaal traject. Twee dagen per week is zij als lerend leerkracht aan het werk. De andere drie dagen volgt ze zelf les bij Hogeschool Rotterdam. Ondanks kinderziektes biedt deze wijze van studeren vooral voordelen.
12 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 05 | 11
h Als beginnend docent maatschappijleer geeft Malis Vriendts elke woensdag les aan een groep van zo’n twintig jongemannen. foto’s Jan van der Meijde
In het voortgezet onderwijs ging Malis Vriendts op snuffelstage. Zij koos voor de school van haar broertje. ‘Dat is speciaal onderwijs’, vertelt Vriendts. ‘Ik wist meteen toen ik er was: dit wil ik later ook gaan doen. Ik was verkocht. Daarom ben ik na het vmbo de opleiding onderwijsassistent gaan volgen. Uiteindelijk wil ik me ook op dat speciaal onderwijs richten. Hierna wil ik nog graag de master Special needs education doen. Maar dat is wel heel moeilijk.’ In dezelfde lijn ligt haar keuze voor het vak maatschappijleer. ‘Terwijl dit niet echt een eerste keuze was. Maar bij biologie of geschiedenis leer je heel gericht, maatschappijleer is lekker breed. En ik wilde graag zo breed mogelijk. Naarmate de oplei ding vordert, vind ik het ook steeds leuker worden.’
‘Ik wilde echt én leren én werken’, verklaart Vriendts haar keuze voor de duale lerarenopleiding waar zij mee bezig is. ‘Als onderwijsassistent had ik natuurlijk al voor de klas gestaan en een half jaar geld verdiend. Toen een oud-begeleider van Zadkine mij vroeg om aan dit traject bij Zadkine te gaan deelnemen, was ik dan ook meteen heel enthousiast.’ Zadkine is dit jaar gaan samenwerken met Hogeschool Rotterdam (HRO) in het project ’Vissen in eigen vijver’ zoals de opleiding bij Zadkine officieel wordt genoemd. Alle deelnemers die dit traject volgen, hebben dan ook eerst zelf een opleiding bij Zadkine doorlopen. Vriendts legt uit dat Zakdine graag deze mensen in de eigen school opleidt in de hoop met de nieuwe en in de praktijk opgeleide docenten mede de grote uitstroom van de babyboom te kunnen opvangen. ‘Voor mij is dit echt een geweldige kans. Ik had al vaker bij Zadkine gesolliciteerd maar werd elke keer afgewezen – te jong. Via deze opleiding kan ik hier wel aan de slag. En aan het einde van mijn opleiding heb ik niet eens de verplichting om hier te gaan werken. Omgekeerd heb ik ook geen baangarantie, maar bij een sollicitatie krijg ik wel voorrang.’
Kinderziektes ‘Je wordt wel in het diepe gegooid door na een paar weken meteen voor de klas te staan’, zegt Vriendts enthousiast, ‘maar ik heb een heel goede coach op Zadkine. Mijn coach zegt dat ik het goed doe; >>
05 | 11 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 13
Vak
mini’s “Nog niet veel scholen hebben een beleid om de vaardigheden van leerkrachten structureel te monitoren. Op de Emmausschool gebeurt dat wel. De vaardigheden waarover leerkrachten moeten beschikken, zijn duidelijk geformuleerd. Regelmatig worden ‘audits’ gehouden om te kijken hoe het met die leerkrachtvaardigheden staat en of de leerkrachten hun ontwikkeldoelen hebben gerealiseerd.” Lovende jury-woorden voor de winnaar van de dr. Mommersprijs 2011.
Sociale daling Jarenlang eindigden kinderen hoger op de maatschappelijke ladder dan hun ouders. Het breed toegankelijke onderwijs heeft daar een belangrijke rol in gespeeld. En met de successen die zijn geboekt, is er een belofte tot sociale stijging ontstaan. Inmiddels tekenen de eerste signalen van sociale daling zich af. In hoeverre is de belofte van sociale stijging nog toekomstbestendig? RMO-advies Nieuwe ronde, nieuwe kansen Vergeten bombardement Het OorlogsVerzetsMuseum Rotterdam heeft het nieuwe educatieve project ’Het Vergeten Bombardement op Delfshaven op 31 maart 1943’ uitgebracht. Het materiaal, mede tot stand gekomen dankzij Stichting de Meeuw, is geschikt voor groep 7 en 8 en onderbouw vo. www.ovmrotterdam.nl
>>
ik voel de sfeer goed aan en de studenten kunnen over elk onderwerp met mij praten. Wat ik wel moeilijk vind, is mij te houden aan de tijd, want als je in gesprek bent met elkaar is het lesuur zo voorbij.’ Waar zij nu vooral tegenaan loopt, is dat ze meer lessen wil geven terwijl er tegelijk met de invoering dit jaar van het competentiegericht leren ook veel zelfstandig werken is ingevoerd. ‘Ik moet nu veel observeren en dat heb ik ook in mijn vorige opleiding gedaan; is dus niet zo spannend. Ik zie dat zelfstandig werken zonder begeleiding van een docent ook niet als een vooruitgang – zeker niet in het mbo. Ik kom van het mbo en als je dan zelf aan de slag moest, was het toch al snel: doei! En voor ons is het nu moeilijker om ons aantal klassikale lessen te geven.’
‘Geef mij maar een oudere leeftijdsgroep’ Deze en andere kritische kanttekeningen uit Vriendts ook op haar werk. ‘Mijn coach en de leidster van dit project doen echt vreselijk hun best voor ons. Ze luisteren naar wat wij zeggen en willen daarmee aan de slag, maar daarachter verzandt veel in bureaucratische lagen’, legt ze uit. Daar moet de komende tijd nog wel wat aan veranderen, vindt Vriendts strijdbaar. Toch blijft ze superenthousiast over de gekozen studiemogelijkheid: ‘Dit duale traject is gewoon heel gaaf omdat je gelijk al les mag geven. Op de HRO leer ik over het vakgebied maatschappijleer en ik vind: te weinig over didactiek. Het is heerlijk om aan het werk te zijn. Ik ga liever naar mijn werk dan naar school, want op mijn werk leer ik het meest.’
14 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 05 | 11
v De Emmausschool mocht het beeld, gemaakt door van Susan van der Linden, in ontvangst nemen en een bedrag van € 10.000. Bovendien liet de minister van onderwijs, Marja van Bijsterveldt, weten nog dit jaar de winnende school te willen bezoeken.
Wijkpedagogiek Het Bronnenboek Wijkpedagogiek beschrijft hoe een pedagogische wijkaanpak voor kinderen van 10 tot 15 jaar er in de praktijk uit kan zien. Het biedt een theoretische onderbouwing, een uiteenzetting van de organisatorische aspecten en veel voorbeelden. De digitale versie van het bronnenboek is te downloaden van: www.stichtingdemeeuw.nl
Emmausschool krijgt Mommersprijs 2011
Onderwijsgedichten ’Soms moet het werkelijk stil zijn...’ is de titel van een onlangs verschenen boek met onderwijsgedichten uit de periode 1591-2010, samengesteld door Theo Magito en Henk Sissing, met een voorwoord door Gerdi Verbeet. Vanuit het perspectief van leerlingen, ouders en leraren passeren veel aspecten uit het rijke schoolleven de revue. ‘Ter leering ende vermaeck’ en vooral ter inspiratie. Uitgeverij Douane Taal- en rekenplannen mbo Mbo-instellingen hebben vorig jaar implementatieplannen taal en rekenen gemaakt voor een periode van vier jaar. Uit die plannen is een bloemlezing samengesteld die een inkijkje biedt in de manier waarop het mbo met taal en rekenen aan de slag is gegaan. Het boekje, verschenen onder de titel ’Inspiratie voor taal en rekenen’, is te downloaden vanaf: www.steunpunttaalenrekenenmbo.nl Taaltakenwijzers Hoe kun je werken aan taalvaardigheid in alle vakken? Tips en adviezen daarvoor staan in de publicatie ’Taaltakenwijzers’ (werken met de referentieniveaus in alle vakken). Deze publicatie komt voort uit het project ’Elkaars taal spreken’. Hierin werken vmbo-scholen, Albeda College, Zadkine en CED-Groep samen om de aansluiting tussen vmbo en mbo te verbeteren. Taaltakenwijzers is te downloaden vanaf: www.cedgroep.nl
V
oor deze onderwijsprijs waren drie scholen genomineerd: de Emmausschool uit Rotterdam, de Roombeekschool uit Enschede en basisschool De Wyngert uit Drachtstercompagnie. De scholen hadden hun nominatie te danken aan excellent onderwijs op het gebied van technisch en begrijpend lezen, gecombineerd met uitstekende leerlingresultaten.
Schoolsucces Tijdens een presentatie voor de jury benadrukte het team van de Emmausschool dat een uitstekende beheersing van het technisch en begrijpend lezen de sleutel is voor
schoolsucces: ‘Op verschillende manieren werken wij er keihard aan om de leesontwikkeling van de leerlingen zo goed mogelijk te begeleiden en zo veel mogelijk te stimuleren. Wij geloven in de mogelijkheden van onze leerlingen, we stellen hoge doelen en doen ons uiterste best om die te bereiken. Dat leidt niet alleen tot goede toetsscores, het maakt ook dat de leerlingen lezen leuk vinden.’
‘APK voor leerkrachten’
Dr. Mommersprijs
De Dr. Mommersprijs is ingesteld op initiatief van het CPS en Uitgeverij Zwijsen in Tilburg en is bedoeld om scholen aan te zetten tot excellentie in het leesonderwijs. Over twee jaar zal de volgende dr. Mommersprijs worden uitgereikt. Het thema van de editie van 2011 was: technisch lezen en begrijpend lezen. In de loop van dit jaar wordt het nieuwe thema bekend gemaakt. Vanaf voorjaar 2012 kunnen scholen zich aanmelden voor de derde editie van de prijs. 05 | 11 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 15
Vak T Els Bakker A.Willeboerschool 010 4527634
foto Jan van der Meijde
De A.Willeboerschool, een school voor zeer moeilijk lerende kinderen in Kralingen, hield in februari een voorleesochtend waarbij naast de ouders ook wethouder Hugo de Jonge aanwezig was. Els Bakker, coördinator ouderbetrokkenheid: ‘Bij het samenkomen op de gang vertelde ik de kinderen over de bijzondere gast in ons midden. Daarna las ik een stukje voor en vervolgens gingen alle groepen naar hun klas, waar de wethouder en de ouders gingen voorlezen. Na deze activiteit hadden leerkrachten en ouders in de teamkamer een gesprek over ouderbetrokkenheid.’
16 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 05 | 11
05 | 11 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 17
Vak
Nieuw Zuidleerlingen schrijven wijkkrant vol
tekst Ineke Westbroek
‘Mensen die ik niet ken, durf ik nu te vragen hoe laat het is.’ Sinds Lavinia met haar klasgenoten straatinterviews maakt voor de wijkkrant van de Oleanderbuurt, stapt zij gemakkelijker op anderen af. Ook haar mederedacteuren zijn in de eerste maanden dat ze aan de krant werken al gegroeid in zelfverzekerdheid en taalvaardigheid. Veelbelovende resultaten voor de zeven leerlingen van de mediaklas van Scholengemeenschap Nieuw Zuid (Locatie Putsebocht), die sinds dit jaar de wijkkrantredactie vormen.
‘M
ijn hobby? Chatten met vrouwen!’ Jolig staat stadswacht Mustafa de wijkkrantreporters te woord. Maar op de foto wil hij niet: ‘Mag niet van de baas.’ Gelukkig poseren de kinderleidsters van buurthuis Kamelia met verve. ‘Hobby’s? Geen tijd voor, ha ha!’ ‘Wat zijn uw wensen voor de wijk?’ Na enig nadenken vertrouwt de moeder met kinderwagen Lionel toe dat zij meer straatactiviteiten wil voor mensen van verschillende culturen. Onvermoeibaar trekt de mediaklas door de Oleanderbuurt – noordelijk deel Bloemhof in Rotterdam Zuid – om materiaal te verzamelen voor het artikel over de hobby’s van voorbijgangers en hun wensen voor de wijk. De leukste kant van het krantenwerk? ‘Interviewen’, zeggen Lavinia, Soraya en Lionel stellig.
18 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 05 | 11
Soraya: ‘Op die manier kom je meer over de buurt te weten. Bijvoorbeeld dat er weinig te doen was voor kinderen en dat er nu allerlei sportactiviteiten worden georganiseerd.’ Romano wil later misschien wel de journalistiek in. Nieuws jagen, foto’s maken of een roddelrubriek maken, hij vindt het allemaal even spannend. ‘Maar’, beseft hij, ‘het is ook best vermoeiend om te schrijven en vragen te verzinnen.’
Betere schoolresultaten De wijkkrantredactie is een onderdeel van de mediaklas die Nieuw Zuid dit schooljaar startte voor het tweede leerjaar van de vmbo-afdeling. De mediaklas richt zich op leerlingen die graag leren en goed met computers kunnen omgaan. Door hen naast hun gewone schoolvakken extra medialessen te laten volgen, streeft Nieuw Zuid betere
schoolresultaten na. Om dezelfde reden is er in het tweede leerjaar ook een masterclass voor leerlingen die hard aan hun prestatieniveau willen werken en een klas waar leerlingen sport- en cultuuractiviteiten leren organiseren. De wijkkrant is een product van Nieuw Zuid en Oleander Bloeit, een beweging die initiatieven en ideeën in de wijk bundelt. Met geld van deelgemeente Feijenoord en woningcorporatie Vestia organiseren buurtbewoners activiteiten gericht op sociale samenhang.
Vestia Stichting de Meeuw, Hoedje van Papier en Ucee Station, een internetnetwerk waar jongeren radioshows, filmpjes, clips, interviews
en columns over hun woonbuurt presenteren, gaven de eerste aanzet voor de wijkkrant. De wijkkrant verschijnt maandelijks en heeft elke keer een op de wijk gericht thema, zoals veiligheid, woonomgeving en jeugdvoorzieningen. Vestia bekostigt de uitgave. ‘Op die manier’, zegt communicatiemedewerker Judith Blenke, ‘levert Vestia een bijdrage aan de ontwikkeling van jongeren in de Oleanderbuurt. Wij willen het verantwoordelijkheidsgevoel voor de woonomgeving
de school een logisch onderdeel wordt van de wijk, met sportieve en leerzame activiteiten voor ouders en leerlingen.’ Aankweken van zelfvertrouwen en taalvaardigheid vormt voor Levij en zijn collega Daniëlla Voet een voorname beweegreden voor het opzetten van de krantenredactie: ‘Het is belangrijk voor later dat ze zich leren presenteren. Door het enthousiasme waarmee ze de krant maken, oogsten ze later wat ze aan vaardigheden geleerd hebben.
Groeien in zelfverzekerdheid en taalvaardigheid stimuleren en beginnen bij de jongeren, die vervolgens de ouderen meetrekken. Een derde van de buurtbewoners is jonger dan 15. Kinderen zijn dus een belangrijk aanknopingspunt. Zij hebben vaak iets in hun mars dat zichtbaar moet worden gemaakt en versterkt, zoals met de wijkkrant. ‘
Vooruitgang Met de wijkkrant wil Nieuw Zuid de buurt in de school halen, zoals Arthur Levij (docent Media) het uitdrukt: ‘Wij streven ernaar dat
v ‘Ik zou meer straatactiviteiten willen voor mensen van verschillende culturen.’
De krant met hun stuk in de brievenbus is de kroon op hun werk.’ Vakkracht en journalist Naomie Matil bespeurt nu al vooruitgang: ‘In het begin hadden ze moeite met correct formuleren en schreven ze fonetisch, nu gaat dat een stuk beter.’ Zelf merken de jeugdige redacteuren ook verbetering. Zoals Lavinia: ‘Ik ben van mezelf een sociaal persoon, geïnteresseerd in mensen. Daarom vind ik interviewen zo leuk. Door het interviewen stap ik makkelijker op vreemden af.’
www.nieuw-zuid.org www.stichtinghoedjevanpapier.nl www.stichtingdemeeuw.nl
foto’s Nieuw Zuid
05 | 11 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 19
Leerling T Sharda Hakkeling Basisschool Wilhelmina
∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏ Wilhelminaschool heeft al vijf ∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏ ∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏ jaar peuters als leerling ∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏ tekst Marijke Nijboer
‘Minister van Bijsterveld trekt een miljoen uit voor een experiment met peuters op de basisschool. Ook de gemeente heeft budget gereserveerd voor een ‘groep nul’, waarmee de voor- en vroegschoolse educatie wordt gekoppeld aan het primair onderwijs. De eerste pilots gaan komend schooljaar van start. Het ROM vond een basisschool die al vijf jaar peuters als leerlingen heeft, de Wilhelminaschool in Charlois. ‘De kinderen maken een enorme ontwikkeling door.’
T
Op de Wilhelminaschool denken ze het antwoord al te weten. ‘De overgang naar de basisschool is veel gemakkelijker voor deze kinderen en ze hebben ook daarna een voorsprong,’ zegt onderbouwcoördinator Samantha Meure. ‘Ze hebben een basiswoordenschat en zijn
20 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 05 | 11
Aantal dagdelen Onderwijswethouder Hugo de Jonge wil dat kinderen vijf dagdelen naar groep nul komen. Op de Wilhelminaschool komen de peuters vanaf hun tweede verjaardag twee dagdelen en zodra ze gewend zijn vier dagdelen. ‘Vijf dagdelen zou voor ons geen probleem zijn,’ zegt Meure. ‘Kinderen vinden het heel fijn in de school. En er is denk ik ook geen ouder die vijf dagdelen teveel vindt.’ De Wilhelminaschool heeft momenteel plaats voor 64 peuters en er is een wachtlijst. ‘We willen graag nog wat uitbreiden,’ vertelt directeur Sharda Hakkeling.
Dezelfde zorg
ijdens ons bezoek is ’Hatsjoe’ het thema in de onderbouw van de Wilhelminaschool. In één van de peutergroepen is een leerkracht bezig met pre-teaching. Zij leest negen taalzwakke peutertjes voor, waarna ze samen een gesprekje hebben waarin alle begrippen nog een keer terugkomen. De kinderen hoesten samen. De juf: ‘Het is niet leuk om ziek te ….?’ Later, in de grote kring, herkennen zij de woordjes die dan opnieuw worden geïntroduceerd. De groep benoemt lichaamsdelen en kinderen mogen pleisters plakken op een pop. Landelijk is groep nul het nieuwste wapen in de strijd tegen onderwijsachterstand. De kinderen komen met 2,5 jaar naar de basisschool, waar een hbo’er, geholpen door mboleidsters, hun ontwikkeling en taalverwerving stimuleert en hen schoolrijp maakt. De pilot van de minister moet uitwijzen of groep nul de latere onderwijsprestaties van kinderen echt verhoogt.
Voorsprong
goed aanspreekbaar. Ze kunnen plakken en knippen, in de kring zitten en naar elkaar luisteren.’ Wennen hoeft niet meer: ze kennen het gebouw en hun nieuwe juf en krijgen hun eigen luizenzak mee naar de kleutergroep. De school ziet een dubbel pluspunt in de pedagogisch medewerker met hbo-opleiding bij de peuters: niet alleen zijn deze didactisch meer geschoold; ze zijn vertrouwd met het startniveau van de kleuters en kunnen zorgen voor een betere aansluiting.
De school haalde de peuters in huis toen het team merkte dat, door een veranderende bevolkingssamenstelling het niveau van startende kleuters steeds lager werd. Het eigen bestuur, PCBO, bekostigt
k ‘Tijdens het spel praten we veel; ze hebben dan niet in de gaten dat ze in een les zitten.’ foto’s Petja Buitendijk
010 4292138 directie@ wilhelminaschoolcharlois.nl
de peutergroepen. ‘Vroeger kenden kinderen de kleuren, konden ze knippen en zelf naar de wc gaan,’ vertelt Meure. Momenteel, vertelt Hakkeling, komen er weer wat peuters van hoger opgeleide ouders binnen, allochtoon en autochtoon. ‘Je ziet in deze wijk dat de witte vlucht stabiliseert. Sommigen komen terug.’ De peuters krijgen dezelfde zorg als de rest van de onderbouw: zij delen dezelfde intern begeleider, over hen worden ook leerling- en groepsbesprekingen gehouden en indien nodig komt er iemand in de groep observeren. Meure: ‘Als we zorg hebben over een bepaalde peuter, zoekt de intern begeleider contact met het consultatiebureau. Indien nodig wordt vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin een multidisciplinair overleg geregeld. Je kunt in een heel vroeg stadium iets doen.’
Niet overvragen De peutergroepen werken met Puk en Ko, dat aansluit op Ik en Ko in groep 1/2. Het didactisch plan doseert creatieve en cognitieve stimuli en moet voorkomen dat de peuters worden overvraagd. Er wordt gewerkt aan de ontluikende gecijferdheid en er is continu aandacht voor taal, maar het programma wordt heel speels gehou-
‘We hebben zelfs een wachtlijst’ den. Hbo-leidster Annemarie Smit: ‘Tijdens het spel praten we veel; ze hebben dan niet in de gaten dat ze in een les zitten.’ Sommige kinderen zijn er echt aan toe, zegt ze. ‘Anderen lopen halverwege de ochtend te geeuwen. Meestal gaan ze dan even op een matrasje liggen, in een rustige hoek. We proberen ze bij een lesje te betrekken, maar als het niet gaat, hoeft het niet.’ Er is een bewegingsrooster voor binnen en buiten. Binnen zijn er speel- en gymlokalen waar de kleintjes op trappetjes klauteren, door poortjes en tunnels kruipen en ballen. Smit werkt hier nu vier jaar met peuters. ‘De kinderen maken een enorme ontwikkeling door,’ zegt ze, ‘zeker op sociaal-emotioneel gebied.’ ∏
Groep nul
In het kader van Beter Presteren starten in het nieuwe schooljaar dertig ‘groepen nul’. Het verschil met de al bestaande voorschool is dat er per groep minimaal één leidster is met hbo-niveau. Ook gaan de kinderen meer naar school, vijf dagdelen in plaats van vier op de voorschool. Verder valt een ’groep nul’ onder de basisschool.
05 | 11 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 21
Leerling T Sandra Pardoel De Katrol
> huiswerkbegeleiding De Katrol
tekst Marijke Nijboer
In groep 3 en 4 van de basisschool worden onderwijsachterstanden doorgaans beter zichtbaar. Daarom richt de huiswerkbegeleiding van De Katrol zich op deze kinderen. Als de student met één kind aan tafel zit te werken, komen andere kinderen uit het gezin daar vanzelf bij zitten. Is de begeleider eenmaal vertrouwd met het gezin, dan vragen de ouders vaak om opvoedadvies of andere steun.
D
e ’moederafdeling’ van De Katrol zit in het Belgische Oostende. Sandra Pardoel liep daar stage voor haar studie maatschappelijk werk & dienstverlening. Bij wijze van afstudeerproject maakte ze voorjaar 2007 met haar huidige collega Nicole Rapmund en andere studenten een projectplan voor een Rotterdamse afdeling. Ze benaderden bestuursleden en gingen aan de slag in een aantal wijken. ‘We hadden geen geld, maar de ervaring die we opdeden was geweldig,’ zegt Pardoel. ‘Alle betrokkenen waren blij met de huiswerkhulp.’ Pardoel en Rapmund vonden een aantal sponsoren en konden in 2008 in dienst treden.
De hulp is voor gezinnen waar geen Nederlands wordt gesproken, de ouders laaggeschoold, alleenstaand of werkloos zijn en een laag inkomen hebben. Coördinator Pardoel: ‘Het werkt twee kanten op. Ouders geven hun kinderen liefde en aandacht, maar kunnen bepaalde vaardigheden die hun kinderen verder zouden helpen, niet overdragen. Goed Nederlands spreken bijvoorbeeld, of kinderen leren om op tijd te komen.’
‘Eerst relatie, dan prestatie’ De Katrol werkt volgens de presentiemethode: helpen door aanwezig te zijn. Wanneer een vertrouwensband is opgebouwd, stellen ouders soms ook andere problemen aan de orde. Een beroepskracht van De Katrol gaat dan met hen aan de slag. Deze methode staat haaks op het veel directere achter-de-voordeurbeleid van de gemeente Rotterdam. ‘Daarbij zullen best mensen
gebaat zijn,’ zegt Pardoel. ‘Maar wij zeggen: eerst een relatie, dan de prestatie. De situatie is vaak al zo kwetsbaar. Als je dan ook nog eens contact gaat afdwingen, kan dat averechts werken.’ Per jaar krijgen zo’n 120 kinderen en hun gezinnen ondersteuning. Tot en met 2010 hebben 519 kinderen/gezinnen hulp gekregen. Zo’n 30 procent van de gezinnen krijgt tevens hulpverlening, en wordt daarbij eventueel doorverwezen naar andere instanties. De problemen betreffen zaken als huisvesting, financiën, sociaal of psychisch functioneren, gezondheid en praktische problemen zoals huishoudelijke zorg of computervaardigheden.
Vooruitgang Het precieze effect van de leerondersteuning wordt nog nader onderzocht. Uit een in 2009/10 uitgevoerd kwaliteitsonderzoek
[email protected] www.dekatrol.nl
huiswerk kunnen maken en leren ouders hoe ze kinderen kunnen helpen. Kinderen maken daardoor een sprong. Ineens halen ze wél een boek uit de bibliotheek en lezen ze thuis met plezier. Ouders zeggen dat ze ook leren van de ondersteuning.’ Pardoel en Rapmund verwachten dat de vraag naar ondersteuning zal groeien. Pardoel: ‘Door de invoering van passend onderwijs gaan steeds meer kinderen naar een reguliere school. Dat maakt onze doelgroep alleen maar groter.’ Ze zou graag vestigingen starten in het centrum en het Oude Noorden,
‘Ineens halen ze wél een boek uit de bibliotheek’ De Katrol
Verzorgt twee keer per week gratis thuis leerondersteuning voor kinderen uit groep 3 en 4 met een achterstand. Hun ouders krijgen eventueel ondersteuning bij de opvoeding en praktische zaken. De leerondersteuning wordt verzorgd door hogerejaars hbo-studenten van sociale en pedagogische opleidingen. De hulp duurt drie tot zes maanden. De Katrol is actief in Charlois en Feijenoord. Het geld komt van de gemeente, deelgemeenten en sponsors. De Katrol won in 2009 een prijs van de Onderwijsraad voor ‘het meest originele en effectieve project’.
k Per jaar krijgen zo’n 120 kinderen en hun gezinnen ondersteuning. foto De Katrol
22 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 05 | 11
bleek dat bij ongeveer de helft van de kinderen de inzet en het zelfvertrouwen toenemen. De intern begeleiders van de betrokken scholen zien bij de meerderheid betere leerprestaties en meer leermotivatie. Ouders tonen meer betrokkenheid bij schoolopdrachten en de leercultuur thuis is verbeterd. Intern begeleider Marjan van Eijck van De Blijvliet: ‘Veel van onze kinderen komen uit culturen waar school en thuis gescheiden werelden zijn. Met hulp van De Katrol wordt een plekje gecreëerd waar kinderen
maar daar moet nog financiering voor worden gevonden. De activiteiten in Delfshaven moesten onlangs worden gestaakt omdat de subsidie van de deelgemeente stopte. De Katrol krijgt subsidie van de gemeente Rotterdam en de deelgemeenten Charlois en Feijenoord en ontvangt daarnaast steun van de Stichting Kinderpostzegels Nederland, Sint Laurensinstituut, Skanfonds, DBL, Snickers-de Bruin, Delta Lloyd Group Foundation, VSB fonds en Daniel van der Vorm. ∏
∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏ Huiswerkhulp aan ∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏ ∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏ huis betrekt ∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏ ouders bij school ∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏ 05 | 11 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 23
Leerling
Pico Bello
tekst Marijke Nijboer
Bij passend onderwijs ligt de nadruk vaak op kinderen die moeilijk meekomen. Het katholieke schoolbestuur RVKO wilde ook de extra begaafde leerlingen iets extra’s bieden. De werkgroep Talent ontwikkelde een aanbod waar alle leerlingen van kunnen meeprofiteren.
x Leerlingen van De Wingerd spelen een bordspel dat speciaal ontwikkeld is om het logisch redeneren aan te scherpen en strategieën te leren doorzien. foto Jan van der Meijde
‘W
ij dachten dat hoogbegaafde kinderen het best naar hun zin hadden,’ vertelt Anke Boelema, intern begeleider op De Wingerd in Nieuwerkerk aan den IJssel. ‘Maar toen we met ze gingen praten, ontdekten we dat dat tegenviel. Ze zeggen in de kring niets, omdat de andere kinderen hen toch niet begrijpen. Soms geven ze expres foute antwoorden om niet buiten de groep te vallen.’ Rien van den Heuvel, directeur van de Dr. Schaepmanschool: ‘Hoogbegaafden zijn heel sensitief. Je moet ze daarom liefst al vroeg signaleren.’ De werkgroep Talent helpt scholen bij het kiezen van een geschikt signaleringssysteem. De werkgroep startte twee jaar geleden met een representatieve groep van zeven pilotscholen, waaronder een zwarte binnenstadsschool en een Jenaplanschool. Van den Heuvel: ‘Elke school heeft een eigen aanpak nodig. Soms speelt mee dat je in bepaalde culturen beter niet kunt laten merken dat je slim bent. Ook die scholen moeten deze kinderen op de kaart gaan zetten. Dat betekent bijvoorbeeld dat je ze niet alleen de klassen rond laat gaan met de voetbalbeker, maar ook met hun mooie project.’
Op de eigen school houden De werkgroep Talent voelde niet voor de ’Leonardo-aanpak’, waarbij de hoogbegaafden naar een aparte school gaan. Van den Heuvel: ‘In de maatschappij zitten ze ook niet in allemaal aparte vakjes. Bovendien: als je de verrijking op je eigen school geeft, kunnen de scholen zich verder bekwamen en profiteren ook de andere kinderen mee.’ De activiteiten richten zich sowieso op een bredere groep. Leerlingen worden niet getest op hoogbegaafdheid. Alle kinderen die hieraan behoefte hebben, krijgen een extra aanbod.
24 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 05 | 11
RKVO geeft slimme kinderen de ruimte
Kennis delen
directeuren langs scholen met verschillende verrijkingsprogramma’s. Verder wordt er jaarlijks een studiedag gehouden met externe deskundigen. Het eerste jaar besteedde de werkgroep Talent aan het ‘wakker schudden’ van de collega-scholen. Het tweede jaar werd gewijd aan het signaleren en praktisch aan de slag gaan. Dit jaar is besteed aan verdieping. Van den Heuvel: ‘Volgend jaar gaan we alle good practices met elkaar delen.’ ‘De kinderen gaan nu met meer plezier naar de basisschool. Dat is beter dan dat ze versneld naar het voortgezet onderwijs gaan en tussen oudere kinderen terechtkomen.’ Boelema: ‘Al deze kinderen staan nu op de kaart. We zeggen niet langer: zij komen er toch wel. We zorgen dat ze verder komen.’ ∏
Dit jaar hield RVKO een ‘Talent on Tour’. In een bus trokken leerkrachten, ib’ers en
www.rvko.nl > passendonderwijs > talent
Sommige scholen kiezen voor verrijking en verdieping in de eigen klas. Andere hebben een plusklas die wekelijks bij elkaar komt. De meerwaarde daarvan is dat de kinderen elkaar leren kennen, wat hun isolement enigszins opheft. Op de Jenaplanscholen, die werken met individuele werkplannen, worden aan hoogbegaafde kinderen hogere eisen gesteld. Zij doen bijvoorbeeld onderzoek en geven een presentatie aan de klas. Elk werkgroeplid heeft ongeveer vier scholen onder z’n hoede. Die worden regelmatig gebeld om te vragen hoe ver de school is met activiteiten voor extra begaafden. De scholen kunnen desgewenst ondersteuning krijgen.
Pleisters en andere liefkozingen ‘Ik ben pleisterig!’ deelt Amal (2 jaar) me verhit mee als ze binnenkomt. Ze steekt een wijsvinger uit waar een beduimelde pleister om zit. Zien hoe peuters zich de taal eigen maken – ik vind het geweldig. Ergens heeft ze al de notie dat als je -ig achter een woord zet, het iets zegt over iets over of iemand. Pleisterig, maakt ze er dus maar van. En dat is eigenlijk behoorlijk doeltreffend omschreven voor een tweejarige. En dan Yasemin (3 jaar). ‘Help je mee opruimen?’ vraag ik als iedereen al zingend de zaal opruimt, behalve zij. ‘Okee’, zegt ze cool, en ze zet zich alsnog aan de taak. Okee? Okee? Ik moet lachen omdat ze zo streetwise klinkt, terwijl ze soms nog scenes maakt als haar troostdoekje buiten bereik is. Amal ruimt trouwens niet mee op, deelt ze mee, want ‘ze heeft geen rotzooi gemaakt’. En zo geven ze je en passant ook nog even een inkijkje over hoe het er bij hun thuis aan toe gaat. Net als Harrish (ook 3). Als we naast elkaar zitten te kleien en ik naar hem kijk, beantwoordt hij dat met getuite lipjes, klaar om te zoenen. Ik buig mijn wang naar hem toe en krijg een zoen. Als ik hem daarna opnieuw aankijk, vraagt hij ernstig, met opgetrokken wenkbrauwen: ‘Lekker?’ Ik moet lachen en vertel dat het lekker was, ja. En zie voor me hoe hij thuis met grote ogen en oren naar papa en mama kijkt om hun liefkozingen bij ons te kopiëren. Nog even terug naar Amal met haar pleister. Ik weet natuurlijk wat me te doen staat in zo’n geval: ik bewonder de pleisterigheid uitvoerig. Op de vraag waarom ze een pleister heeft, krijg ik een ingewikkeld verhaal waaruit ik opmaak dat ze een splinter had. Dan pakt ze mijn wangen vast. ‘Jij bent mijn lieve schatje van me’, deelt ze mee. Weten we dat ook weer.
Journaliste/schrijfster Trea van Vliet werkt als vrijwilligster in peuterspeelzaal Pico Bello in het Nieuwe Westen. De namen van de peuters zijn niet hun echte namen.
mini’s Begintoets Rotterdam wil op verschillende basisscholen na de zomervakantie bij leerlingen van groep 3 een begintoets afnemen. De gemeente heeft onderwijsminister Marja van Bijsterveldt gevraagd of een dergelijke pilot na de zomer in Rotterdam mag starten. Hardere aanpak spijbelen Rotterdam gaat spijbelende leerlingen intensiever opsporen. Ook wil de gemeente scholen aanpakken die spijbelaars hun gang laten gaan en een slechte verzuimadministratie bijhouden. Volgens wethouder De Jonge maken in Rotterdam per jaar gemiddeld 2500 leerlingen hun school niet af. Spijbelen is een belangrijke waarschuwing voor latere uitval. Taalstoornis tijdig opsporen Tijdige signalering en behandeling van een taalstoornis na systematische screening op het consultatiebureau zorgt voor een betere taalvaardigheid en een daling van 30% van het aantal leerlingen in het speciaal onderwijs. Dat blijkt uit onderzoek door Heleen van Agt: ‘Dit kan de overheid jaarlijks 2 miljoen euro besparen’. Erasmus Universiteit Thorbecke De Nederlandse Volleybalbond heeft in samenwerking met Thorbecke en Rotterdam Topsport gekozen voor een traject waarbij geselecteerde talenten overdag zowel hun schoolopleiding als hun volleybaltrainingen op het hoogst haalbare niveau kunnen combineren. Blijf doorvragen Doorvragen tot je de leerling begrijpt. Daarna kan je door begripsvragen (open) sturen naar je eigen doel. Doorvragen kan door de antwoorden te herhalen. Door een antwoord te herhalen, honoreer je het antwoord ook. De hele klas heeft dan de vraag gehoord. Blijf bij het denkproces van de leerling en niet bij dat van jezelf. Het gaat tenslotte om het begrip en de inbeelding van de leerling. Arnoud van de Mannen Vaarles Nederland Maritiem Land en Kennisinfrastructuur Mainport Rotterdam organiseren ’Vletten op de Maas’. Twaalf vmboscholen in regio Rotterdam krijgen een bouwpakket om zelf een stalen lelievlet te bouwen. De bedoeling is jongeren kennis te laten maken met de maritieme wereld. Bureaucratische rompslomp Na ruim dertig jaar nam directeur Leo Rijpstra afscheid van zijn basisschool Noordereiland. Als directeur van de kleinste openbare basisschool van Rotterdam had hij het meeste papierwerk te doen. ‘Die bureaucratische rompslomp is alleen maar erger geworden.’ Echo
05 | 11 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 25
School T Marjon Stolwerk De Piloot, afdeling vso tekst Ronald Buitelaar
Juist op het moment dat vso De Piloot, een school voor leerlingen met een stoornis in het autistisch spectrum, zich sterk maakt om een zelfstandige school voor voortgezet speciaal onderwijs te worden, wordt het (speciaal) onderwijs geconfronteerd met een bezuinigingsoperatie, waarvan de gevolgen verstrekkend kunnen zijn voor (potentiële) leerlingen. Het ROM sprak met het management van De Piloot over het unieke karakter van de school.
H
et is nogal wrang dat ons bezoek aan vso De Piloot samenvalt met de aankondiging van onderwijsminister Marja van Bijsterveldt om te bezuinigen op Passend Onderwijs. Een maatregel die verstrekkende gevolgen kan hebben voor leerlingen die gebaat zijn bij een plaats op De Piloot. Marjon Stolwerk, algemeen directeur en Jenny Coufreur, onderwijsmanager van vso De Piloot, vrezen wat dat betreft het ergste: ‘Onze leerlingen zullen langer in het reguliere onderwijs worden gehouden, omdat zij geen storend gedrag vertonen zoals bijvoorbeeld zmok’ers (zeer moeilijk opvoedbare kinderen – red.). Dat is triest om te constateren. Zij houden het langer vol, maar lopen grotere schade op.’
er van buiten weinig of niets aan ze te zien is, waardoor mensen geneigd zijn hun problematiek niet al te serieus te nemen. Maar juist omdat hun angststoornissen tot schoolweigering kunnen leiden is het belangrijk dat zij in een veilige omgeving leren omgaan met hun beperkingen zodat zij in de maatschappij kunnen participeren.’
Vertienvoudigd
Wereldschool
Vso De Piloot in Ommoord is een cluster-4 school voor voortgezet speciaal onderwijs voor leerlingen van 12 tot en met 19 jaar met een Autisme Spectrum Stoornis (ASS). De school is in 2008 opgericht vanwege de grote behoefte aan voortgezet onderwijs voor deze groep leerlingen en ging van start met ruim twintig leerlingen. Drie jaar later is dat aantal vertienvoudigd tot ruim boven tweehonderd.
Om dat doel te bereiken zorgt de school voor onderwijs dat voorbereidt op het landelijk eindexamen op vmbo- en havo-niveau én een klimaat waarin veiligheid en positieve ondersteuning centraal staan. Om elke leerling optimale ontwikkelingskansen te bieden is er sprake van individueel onderwijs. Leerlingen zijn verdeeld over groepen van zo’n acht leerlingen, maar volgen een eigen programma.
‘In drie jaar van 20 naar 200 leerlingen’
010 2869186
[email protected]
Uniek is dat leerlingen van de bovenbouw vmbo-tl en havo gebruik maken van het concept van de Wereldschool. Stolwerk: ‘Leerlingen kunnen via mail hun werk en vragen voorleggen aan, speciaal voor dit doel, geselecteerde docenten van de Wereldschool. Met als voordeel dat het leren een zakelijk proces wordt dat losgekoppeld kan worden van emoties. De school is er trots op dat zij met deze vorm van werken als een van de eerste cluster-4 scholen alle uitstroom- en keuzepakketten mogelijk maakt. Stolwerk: ‘Het is redelijk uniek wat we hier doen.’ f
> Vso De Piloot in Ommoord
‘Het is redelijk uniek wat we hier doen’ Fysiek bedreigd Ouderbetrokkenheid
Vanuit de gedachte dat het voor de leerlingen van groot belang is dat er op school en thuis op gelijke wijze aan hun ontwikkeling wordt gewerkt vindt er bij De Piloot veel en regelmatig overleg plaats met ouders. Stolwerk: ‘Wij willen samen met ouders nadenken over de wijze waarop er gewerkt en omge gaan wordt met de kinderen. In veel gevallen een hele puzzel, waarbij het belangrijk is om goed van elkaar te weten waar ieder mee bezig is.’ Coufreur geeft een voorbeeld: ‘We hadden hier een havo-leerling die telkens ontspoorde. Het bleek dat ze na schooltijd niet even pauze mocht nemen, maar door haar moeder direct aan haar huiswerk werd gezet. Met de beste bedoelingen, maar niet bijzonder effectief.’ Stolwerk: ‘We begrijpen dat ouders beschermend zijn. Ze heb ben vaak een jarenlange strijd met instanties achter de rug en dreigen wel eens de moed te verliezen. Wij proberen hen weer vooral ouder te laten zijn en de hulpverlening aan ons over te laten. Dat is voor alle betrokkenen het beste.’ 26 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 05 | 11
Om een goed beeld te krijgen van de leerlingenpopulatie van De Piloot geven Stolwerk en Coufreur enkele voorbeelden van aanwezige problematieken: ‘We hebben een leerling die het lokaal niet uitdurft, omdat de wereld buiten de klas haar teveel angst inboezemt. Een andere leerling doet anderhalf uur in plaats van een kwartier over de reis van huis naar school omdat hij op de korte weg teveel gevaren verwacht tegen te komen. Weer een andere leerling is zó bang voor lijnen dat zij zich er fysiek bedreigd door voelt. En dat is nog maar een willekeurige greep.’
Angststoornis Coufreur weet dat de buitenwereld soms sceptisch reageert op dit soort verhalen, maar beklemtoont dat bij alle leerlingen van De Piloot een angststoornis is vastgesteld door een onafhankelijk kinderpsychiater: ‘Het probleem voor deze kinderen en hun ouders is dat
k In een groep van ongeveer acht volgt elke leerling een eigen programma. Afscheidingswanden accentueren dat. foto Jan van der Meijde
05 | 11 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 27
School T Yvonne Visch Sbo Van Heuven Goedhart
tekst Marijke Nijboer
Sbo-school Van Heuven Goedhart in Rotterdam-IJsselmonde is druk bezig met de invoering van opbrengstgericht werken. Er zijn didactische groepswerkplannen en er wordt gedifferentieerd instructie gegeven. Dat is een flinke stap vooruit, vergeleken met schooljaar 2007/08. Toen kreeg de school een rode kaart van de inspectie.
010 4827377
[email protected]
D
ie kaart kwam niet als een verrassing. Op het moment dat de school het stempel ’zwak’ kreeg, had intern begeleider Marja Schellenberg al een plan van aanpak klaar liggen. ‘Mijn voorganger was langdurig ziek en het bestuur wilde dat de zorgstructuur in kaart werd gebracht,’ schetst ze de situatie. ‘Er waren eilandjes van kennis op de school en er werd weinig gedeeld.’ Yvonne Visch, sinds 2,5 jaar locatiedirecteur: ‘Het onderwijs was volgend en niet uitdagend.’ Op initiatief van het bestuur BOOR meldde de school zich aan voor een ISO-traject. De boodschap aan het team was: alle hens aan dek. De reactie was: we dóen al zo ons best. Die verzuchting begrepen de intern begeleider en directeur wel. Visch: ‘Twaalf jaar geleden was het sbo nog LOM. We zijn landelijk eigenlijk nog steeds met die grote omslag bezig. Voor deze school komt daar nog bij dat de populatie van de wijk radicaal is veranderd.’ De Van Heuven Goedhart telt inmiddels veel kinderen met problemen op meerdere gebieden.
Sein op groen Sinds november 2009 staat het sein weer op groen. Het ISO-traject is afgelopen maar het proces gaat door, verzekeren de directeur en ib’er. De leer-
h Omdat bij duolezen in tweetallen wordt gelezen, krijgen de kinderen vaker een leesbeurt. En meer oefening betekent betere leesprestaties. foto’s Jan van der Meijde
28 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 05 | 11
Sbo-school Van Heuven Goedhart wordt opbrengstgericht
krachten zijn met ISO-geld geschoold in opbrengstgericht werken. Schellenberg: ‘Voor elk kind maken we aan de hand van de toetsgegevens, het IQ, de belemmerende en stimulerende factoren een prognose voor de uitstroom. Tussendoor meten we met toetsen of die inderdaad haalbaar is. Aan het eind meten we het IQ opnieuw, wat leidt tot het uiteindelijke uitstroomniveau.’ In het didactisch groepswerkplan wordt vastgelegd welke onderwijsbehoefte de kinderen hebben. Op dit moment oefent het team in het stellen van doelen per kind, aan de hand van toetsanalyses. ‘De grootste truc is om het echt in de klas terug te zien,’ zegt Schellenberg. ‘Elke leerkracht heeft ongeveer zestien kinderen in de klas. Dat betekent: zestien verschillende onderwijsbehoeften. Leerkrachten hebben behoefte aan ondersteuning om daar een behapbaar geheel van te maken.’
men. Dat geeft aan hoezeer de schoolcultuur is veranderd. ‘Vroeger was er weinig reflectie op het eigen handelen. We doen ons best om deze sessies opbouwend en niet-bedreigend te laten zijn. De nadruk ligt op: waar gaat het minder, wat is nodig?’ Wanneer eenmaal in kaart is gebracht wat individuele kinderen al beheersen, kan ook hun instructie beter worden afgestemd. Ze worden geclusterd per vak en de leerkracht besteedt minimale uitlegtijd aan wat ze al kunnen. Directeur Visch en ib’er Schellen-
Planbord
berg komen regelmatig in de klas kijken of het groepswerkplan goed wordt uitgevoerd. ‘Dan zie je het gebeuren: eerst samen, dan versmallen, en daarna worden sommige kinderen bij de hand genomen.’ Elke leerkracht benoemt voorafgaand aan elke les het doel. Achteraf wordt daarop teruggekomen: hebben we dat inderdaad geleerd?
In het kantoor van de ib’er hangt een groot databord. Daarop prijken voor elk kind een portretje, grafieken met de leeropbrengst en een prognose. Regelmatig staat zij met een groepsleerkracht voor het bord om de voortgang te bespreken. Twee keer per jaar wordt met het hele team de opbrengst doorgeno-
Van ieder voor zich naar krachtdadig team
h Op het grote databord prijken voor elk kind een portretje, grafieken met de leeropbrengst en een prognose.
Breuk met vroeger De volgende stap gaat van gedifferentieerde instructie naar gedifferentieerde leerstof. ‘Een kind met de prognose praktijkonderwijs heeft andere behoeften dan een kind dat vmbo tl gaat doen,’ zegt Visch. ‘We werken vanuit de referentiekaders naar leerlijnen. De basisleerstof krijgen ze allemaal, en sommigen moeten daarnaast verdiepen. Dat zit allemaal in het didactisch groepswerkplan.’ De grootste breuk met vroeger is misschien wel dat er nu planmatig wordt gewerkt en dat men hoge verwachtingen heeft van de leerlingen. Schellenberg: ‘We kijken regelmatig met het team welke keuzes gemaakt moeten worden. We houden daarbij rekening met de eisen van de inspectie, het onderwijsbeleidsplan van de gemeente en de ambities van ons eigen bestuur. Die lijnen trekken we door: wat betekent het op schoolniveau en voor de kinderen in jouw klas?’ Het team werkt hard, maar viert ook de successen. Zijn er geweldige scores, dan komt er gebak op tafel... f
05 | 11 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 29
www.schoolsupport.nl
Schoolsupport op de digitale snelweg Printboek haalt kopieerboek in Printboeken online
Wings online krijgt vleugels Wings online
Training, begeleiding en nascholing voor professionals en vrijwilligers die met kinderen en jongeren werken
Werken aan de kwaliteit van de Tussen de middagopvang (TMO) Begeleid je kinderen tijdens de pauze? Wil je dat ze in een pedagogisch verantwoorde omgeving tot rust kunnen komen? Bij de Basis- en Vervolgcursus Brood en Spelen leer je regels en grenzen stellen, nieuwe spelvormen, omgaan met pesten en agressie en luisteren naar kinderen. Ook is er een coachingstraject voor coördinatoren TMO om de medewerkers te steunen met Brood en Spelen.
Taalontwikkeling ook buiten de les Kinderen ontwikkelen hun taalvaardigheid niet alleen in de les. Vrijwel elke activiteit leent zich voor het verrijken van de taal van kinderen. Tijdens de workshop Taalinspiratie leren professionals en vrijwilligers hoe je hier doelbewust aan kunt werken. Het bijbehorende Inspiratieboek Taal is gratis te downloaden op onze website. Duur workshop Taalinspiratie: 4 bijeenkomsten van 3 uur en coaching on the job.
Duur Basiscursus Brood en spelen: 5 bijeenkomsten van 2,5 uur. Elke Vervolgcursus duur 2,5 uur.
Kopieerboek wordt printboek! Meer dan 60 printboeken online. Online gebruiken en beheren! www.schoolsupport.nl/DIGITAAL >
Elke dag bij de tijd
Nieuws van de Week
10 Leesniveaus met 100 English readers online. Luisteren, lezen én tekstbegrip! Extra oefening op digibord en pc. www.schoolsupport.nl/wingsonline >
Elke week 3 - 5 teksten online en print! NvdW biedt tekstbegrip, woordenschat, verdieping, beeld,strategie en kennis. Actuele teksten motiveren elke dag weer! www.schoolsupport.nl/ nieuwsvandeweek >
helpt!
Verbind binnen- en buitenschools leren
Omgaan met agressie
De focus binnen de brede school komt steeds meer te liggen op taal en rekenen. Maar juist brede schoolactiviteiten blijven belangrijk voor de kennis, sociale competenties en leerprestaties van kinderen. In de workshop Binnen- en buitenschools leren verbinden krijgen deelnemers inzicht in de wijze waarop zij het brede schoolaanbod kunnen aanpassen aan de kerndoelen van het basisonderwijs en hoe ze hier praktisch mee aan de slag kunnen.
In veel organisaties is de confrontatie met agressie door ouders, jongeren of kinderen helaas geen zeldzaamheid. Beroepskrachten en vrijwilligers in onderwijs- en welzijnsinstellingen zijn hier vaak onvoldoende op voorbereid. Omgaan met agressie vraagt een bewuste reactie: hoe kun je met je eigen gedrag het gedrag van de ander beïnvloeden? In de training leren deelnemers om agressieincidenten te herkennen en te voorkomen.
Duur workshop Binnen- en buitenschools leren verbinden: een bijeenkomst van 3 uur.
Duur Omgaan met agressie: training van 2 dagdelen.
Meer weten? Kijk op www.stichtingdemeeuw.nl of bel 010 - 486 30 22.
v veldwerk : Marit Zandbergen Bouwcoördinator op basisschool de Sleutel
Wat was je zelf voor leerling? Ik was een gemiddelde leerling en had het erg naar mijn zin op school. Was wel een wijsneusje, maar ook zeer sociaal. Waarom ben je in het onderwijs gaan werken? Ik wil graag de wereld verbeteren en werk het liefst met mensen dus dan kom je al snel bij het onderwijs uit. Je mooiste moment? De ontvangst van een bedankkaartje van een oud-leerling. Zij heeft op onze school haar maatschappelijke stage gedaan en schreef dat zij dankzij ons ‘nu zeker weet’ dat zij leraar wil worden. Daar doe je het voor!
tekst Ronald Buitelaar foto Jan van der Meijde Marit werd geboren in Putten op de Veluwe en groeide op in Barneveld en Ermelo. Voor haar pabo-opleiding verhuisde zij naar Utrecht en maakte daar voor het eerst kennis met de multiculturele samenleving. Marit werd gegrepen door de uitdagingen die daarmee samenhangen en prijst zich nog altijd gelukkig dat de liefde haar naar een stad als Rotterdam bracht. Daar ook vond ze een baan bij De Sleutel, een basisschool in Bloemhof met een zeer gemêleerde leerlingenpopulatie. Marit begon als groepsleerkracht in de midden- en bovenbouw en houdt zich tegenwoordig vooral bezig met bouw- en directietaken en de organisatie van het volledig dagarrangement.
Je absolute dieptepunt? Dat we vorig jaar moesten besluiten om vanwege gedragsproblemen in groep 8 de afscheidsavond in aangepaste vorm te vieren. Zijn er zaken in het (Rotterdamse) onderwijs, die je zou willen veranderen? Ik erger me eraan dat zaken als het volledig dagarrangement geen volwaardige kans krijgen, omdat de plannen telkens aangepast (moeten) worden. Meer of minder aandacht voor rekenen en taal? Het is goed zoals het nu is. Ik geloof er niet in dat meer aandacht op school meer leerwinst oplevert. Volgens mij is die winst wel te vinden in de sociale omgeving. Daar wordt nog teveel in de eigen taal gecommuniceerd. Dát is het echte probleem. Waar zou je in bijgeschoold willen worden? Voor nu even in niets. Ik heb na de pabo managementcursussen gevolgd, pedagogiek gestudeerd en mijn diploma directeur primair onderwijs gehaald. Die kennis wil ik nu eerst naar de praktijk vertalen. Wat is je mening over de taakbelasting in het onderwijs? De wijze waarop we in het onderwijs van vakantie naar vakantie werken zorgt voor piekbelastingen en daardoor voor stress. Het lukt soms haast niet om een verantwoord programma te draaien. Zijn er zaken die je aan beleidsmakers en politici kwijt zou willen? Zorg dat er, met name in Rotterdam Zuid, een wijkpedagogische aanpak komt waarbij de partners door een communicatief sterke wijkregisseur op een lijn worden gebracht. Voel je beroepstrots? Heel erg. Het is mooi om aan de wieg te staan van de toekomst van deze stad. Dat vind ik belangrijk en fijn! Wat is je persoonlijke onderwijswens? Ik zou het prettig vinden als ’het onderwijs’ gaat bijdragen aan een positiever beeld van het Nederlandse onderwijs. Wij moeten zelf het verhaal willen vertellen. Nog tips voor (aankomende) leerkrachten? Ik adviseer ze goed na te denken over hun visie op onderwijs en zo mogelijk een school te zoeken die bij die visie past.
T Tip jezelf of een ander voor Veldwerk! Mail naar
[email protected]