Jury Excellente Scholen Schoolrapport 2013
Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen VO | vwo Nijmegen
622022_O20_VOes_Omslagen.pdf 1
06-01-14 10:41
Woord Vooraf Voor u ligt het rapport over uw school zoals dat is opgesteld door de Jury Excellente Scholen. Uw school heeft zich aangemeld voor het predicaat ‘Excellente School 2013’. De jury heeft de presentaties van en bezoeken aan alle aangemelde scholen bijzonder op prijs gesteld. De jury heeft gegevens over uw school vanuit verschillende bronnen bijeengebracht. Vooral belangrijk waren daarbij uw presentatie voor de jury, het bezoek aan uw school door een delegatie van de jury, de Inspectiegegevens, de Venstergegevens, tevredenheidonderzoeken en de referenties. Bij elkaar geven deze en aanvullende gegevens naar het oordeel van de jury een adequaat beeld van uw school. Dit rapport over uw school is het resultaat van een zorgvuldig en afgewogen proces waarin de jury de verschillende soorten informatie van uw school in een kader plaatst en een waardering uitspreekt. Het schoolrapport brengt de erkenning en de waardering door de jury voor de ontwikkelingen op uw school tot uitdrukking en kan andere scholen inspireren. Voor meer informatie over het proces en de gehanteerde criteria verwijs ik u graag naar het eindverslag 2013 van de jury: ‘Maatgevende Scholen II. Excellente scholen in primair, (voortgezet) speciaal en voortgezet onderwijs’. Dit is te vinden op http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/predicaat-excellentescholen/excellente-scholen.
Namens de Jury Excellente Scholen, Prof. dr. Fons van Wieringen
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2013
Schoolrapportage 1. Achtergrondgegevens van de school Gegevens van de school: 20EO Aanvrager Adres
Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen M. Janssen (rector) IJsbeerstraat 12 Nijmegen
Aangemelde schoolsoort
Vwo
Leerlingenaantal
1312
Bestuur:
Stichting Voortgezet Onderwijs voor Nijmegen
2. Motivatie van de school De onderbouwing die de school bij de aanmelding als kandidaat Excellente School 2013 gaf, luidt als volgt. ‘De SSgN is een Jenaplanschool voor vo en kiest bewust voor meerwaarde van heterogene groepen in de onderbouw waar leerlingen van elkaar kunnen leren én waar gedifferentieerd les wordt gegeven zowel binnen als buiten klasverband. De leerlingenpopulatie van de SSgN komt voor een substantieel deel uit achterstandswijken (leerplusarrangementen). Toch lukt het de SSgN structureel om significant meer leerlingen met een diploma van school te laten gaan dat hoger is dan het advies van de basisschool. Voor het vwo is dat over de afgelopen drie jaren gemiddeld 44% (het woord vwo kwam niet in het advies voor)! Daarbij behoren de CE-resultaten van de vwo-afdeling van de SSgN bij de 25% best presterende scholen van Nederland en wat slaagpercentages betreft bij het beste derde deel van Nederland. De prestaties van onze vwo’ers in het vervolgonderwijs zijn goed. De SSgN gelooft in een geïntegreerde aanpak met betrekking tot de ontwikkeling van de leerling: hoofd, hand en hart (kennis, vaardigheden en sociaalemotioneel). Een ouder uit de ouderwerkgroep bovenbouw: “Jullie leveren niet alleen leerlingen af met een diploma, maar ook zelfbewuste jonge volwassenen”. De SSgN heeft op haar speerpunten kennis/wetenschap (Bèta Excellent-school, Cambridge, DELF), cultuur (CultuurProfielSchool), topsport (Topsport Talentschool) en Europees burgerschap (Europees Platform) nationale erkenning gekregen.’
3. De resultaten, breed opgevat (Criterium 1) Hierbij onderscheidt de jury drie gebieden: 1. resultaten op de kernvakken: Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen; 2. resultaten op de andere vakken en leergebieden; 3. resultaten op aanvullende gebieden zoals burgerschap, sociaal-emotionele vorming, culturele vorming, redzaamheid, internationale oriëntatie.
1
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2013
3.1 Resultaten op de kernvakken (Indicator I) Hieronder geven we een overzicht van de resultaten van de Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen over de periode 2010-2013 die de Inspectie van het Onderwijs aan de jury heeft verstrekt. De gegevens in de eerste tabellen bieden een indruk van de resultaten van de school in de breedte. Resultaatgegevens afkomstig van de Inspectie Rendement onderbouw* Rendement bovenbouw* Gemiddelde centraal examen* Gemiddeld verschil CE en SE** * Gemiddelde van de score op een vijfpuntsschaal 2010-2012. ** Gemiddelde over de periode 2010-2012.
Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld
cijfer cijfer cijfer cijfer
CE CE CE CE
Vwo 3 3 3,3 0,50
Vwo 6,3 6,3 6,5 6,7
2010 2011 2012 2013
Op grond van de resultaten die de Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen in 2010, 2011 en 2012 heeft behaald, stond de school niet in een voorselectie die de Inspectie van het Onderwijs aan de jury heeft verstrekt. De onderstaande gemiddelde cijfers bij het centraal examen over de periode 2010-2012 heeft de school zelf aangeleverd. Eindexamenresultaten vwo (CE) Nederlands Engels Wiskunde
2010 6,11 6,18 6,24
2011 6,45 6,12 6,03
2012 6,46 6,18 6,61
De resultaten, breed opgevat, van de vwo-afdeling van de Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen krijgen de kwalificatie goed. Het niveau van de eindexamencijfers van de kernvakken en met name van een aantal ‘overige’ vakken uit het reguliere curriculum ligt hieraan ten grondslag. Op de vwo-afdeling behaalden de leerlingen in 2012-2013 eindexamencijfers voor de kernvakken Nederlands en Engels boven en voor wiskunde A en C respectievelijk op en even boven het landelijk gemiddelde. Wiskunde B blijft daar nog bij achter. Over de periode 2010-2012 bezien lag het gemiddelde cijfer op het centraal examen voor alle vakken op 6,4. Vorig schooljaar (2012-2013) was het gemiddelde cijfer hoger dan het landelijk gemiddelde en kwam uit op een 6,7. Het slaagpercentage op het vwo was het afgelopen jaar zeer hoog: voor alle profielen (op één na) 100%. Het verschil tussen SE en CE lag in 2013 op 0,08. Het rendement van de doorstroming in de onder- en bovenbouw is niet uitzonderlijk hoog of laag.
2
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2013
Reflectie Score Dronkers 2012 Waardering Elsevier 2012 Score Dronkers 2012
8,5 +8,5
3.2 Resultaten op andere leergebieden uit het standaardcurriculum (Indicator II) Eindexamenresultaten vwo (CE) 2010 2011 2012 Gemiddelde overige examenvakken* 6,84 6,61 6,56 * De som van het gemiddelde op de overige examenvakken gedeeld door het aantal overige examenvakken.
De examenresultaten op de overige vakken en leergebieden laten een wisselend, maar doorgaans positief beeld zien. De cijfers voor Duits, Frans, economie, natuurkunde en M&O stijgen ruim boven het landelijk gemiddelde uit. De resultaten van de andere vakken bewegen zich rond het landelijk gemiddelde. 3.3 Resultaten op aanvullende leergebieden (Indicator III) In haar aanmelding noemt de school drie aanvullende gebieden waarop ze aantoonbaar zeer goede resultaten boekt: burgerschap, sociaal-emotionele vorming en internationale oriëntatie. Voor alle drie de leergebieden bestaat een leerlijn, en de leergebieden zijn herkenbaar in het professionaliseringsbeleid van de school. De resultaten van burgerschap worden systematisch bijgehouden via werkstukken/projecten, presentaties en praktische opdrachten met beoordelingen. De resultaten van sociaal-emotionele vorming worden bijgehouden via werkstukken/projecten (onder andere ‘jezelf zijn, anders zijn’ en sociale weerbaarheid. Voor internationale oriëntatie worden de resultaten systematisch bijgehouden via projectvormen/werkstukken, presentaties, blogs, symposium. Op het terrein van de aanvullende leergebieden biedt de SSgN een ruim aanbod op een breed terrein. Dit past bij de visie van de school. Zij wil haar leerlingen als mens (met hoofd, hart en hand) optimale ontwikkelingskansen bieden. Er worden daarvoor op het terrein van cultuur allerlei disciplines aangeboden: theater, dans, beeldende vorming, film en fotografie, muziek en literatuur. Er lopen afspraken met zeven faculteiten van de Radboud Universiteit in Nijmegen voor het volgen van colleges en daarnaast krijgen vwo’ers de mogelijkheid modules te volgen aan het Pre-University College (PUC). De school werkt samen met culturele instellingen zoals Edu-Art, de Lindenberg, Grote Broer en ArtEZ. Voor leerlingen met een meer exacte belangstelling zijn er ook voldoende mogelijkheden: het Science Lab voor vakoverstijgende projecten en het keuzevak NLT (natuur, leven en technologie). Voor de (ruim 100) sportieve leerlingen wordt een extra programma aangeboden met de mogelijkheid dit met het examenvak BSM (bewegen, sport en maatschappij) af te sluiten. Aantoonbaar goede resultaten worden ook geboekt op het gebied van burgerschap, sociaalemotionele vorming en sociale weerbaarheid (onder andere ‘jezelf zijn, anders zijn’) en internationale oriëntatie. Voor deze leergebieden bestaan in de school leerlijnen en de resultaten van werkstukken, projecten, blogs, en praktische opdrachten worden aantoonbaar systematisch bijgehouden met beoordelingen. Sinds kort kunnen die worden opgeslagen in Magister waardoor de leerling een
3
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2013
portfolio kan opbouwen. Ook in de leeromgeving zijn prachtige producten van leerlingen op een fraaie wijze tentoongesteld. Opmerkelijk is tot slot de Wall of Fame die bij binnenkomst van de school direct de aandacht trekt. (Oud-)leerlingen die een bijzondere prestatie leveren op het gebied van sport of kunst worden hier gepresenteerd.
4. De omstandigheden waarbinnen de school werkt (Criterium 2) In de aanmelding heeft de school omstandigheden benoemd die van invloed zijn op de resultaten die ze met de leerlingen behaalt. 4.1 Leerlingkenmerken en procesinrichting (Indicator IV) De school noemt in de aanmelding de volgende omstandigheden binnen deze indicator. ‘De SSgN ontvangt leerplusarrangement hetgeen inhoudt dat meer dan 30% van onze leerlingen uit zogenoemde achterstandswijken komt. De populatie leerlingen met een allochtone achtergrond is hoger dan op andere scholen voor vo in Nijmegen. Het aantal zorgleerlingen is hoger dan gemiddeld op andere scholen voor vo in Nijmegen. De financiële draagkracht van de ouders is beneden gemiddeld.’ De school houdt hier volgens de aanmelding op de volgende wijze rekening mee. ‘Binnen het reguliere lesprogramma wordt er binnen de klas gedifferentieerd naar niveau en zijn er klasoverstijgend Op maat-uren waarin leerlingen aandacht krijgen die extra steun nodig hebben voor vakken, en leerlingen extra aandacht krijgen die goed zijn in bepaalde vakken. De SSgN heeft een behoorlijke formatie gezet op NT2 en RT (waaronder dyscalculie, dyslexie) en zorg en leerlingbegeleiding onder leiding van een zorgcoördinator. Er is een intercultureel adviseur aangetrokken voor leerlingen van, en ouders met een allochtone achtergrond.’ Een fors aantal leerlingen op de SSgN (35%) valt onder de categorie APCGleerlingen en is afkomstig uit achterstandswijken. De populatie leerlingen met allochtone achtergrond is hoger dan op omringende scholen voor vo. De school hanteert de gebruikelijke toelatingseisen ruimhartig. Om zicht te krijgen op de kenmerken van instromende leerlingen hanteert de school voor iedere leerling primair het advies van de basisschool en daarnaast de uitslag van het Cito als secundair gegeven. Om een zo compleet mogelijk beeld van elke leerling te krijgen, met name ook van mogelijke hiaten, neemt de school bij de start van de schoolloopbaan een aantal tests af voor taal, rekenen en spelling. Na het studiehulpuur in de brugklas volgen Op maat-cursussen voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, en masterclasses voor leerlingen die meer de diepte in willen of extra uitdaging behoeven. In de 3e klas krijgt dit een vervolg met drie keer per jaar Op maat-dagen. Uit evaluaties blijkt dat leerlingen heel tevreden over zijn over het Op maatprogramma (waardering: 7 of 8). De derdeklassers moeten zelf de afweging maken in welk vak zij welke mate van ondersteuning of uitdaging willen, en ze bespreken dat dan met hun mentor.
4
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2013
In het reguliere lesprogramma in de onderbouw wordt er binnen de klas in de aangeboden lessen gedifferentieerd naar niveau. Daarnaast heeft de SSgN een behoorlijke hoeveelheid formatie gezet op NT2, remedial teaching, zorg en begeleiding van een zorgcoördinator. Er is structureel een intercultureel adviseur aangetrokken voor leerlingen en ouders met een allochtone achtergrond. 4.2 Leerlingkenmerken en resultaten (Indicator V) Over de relatie leerresultaten (zie criterium 1) en leerlingkenmerken valt op te merken dat de school goede resultaten behaalt. Door haar beleid lukt het de school meer leerlingen te laten slagen voor een diploma met een hoger niveau dan het advies van de basisschool veronderstelde. De opstroom in het vwo is aanzienlijk; 45 tot 75% van de geslaagden voor vwo in de afgelopen drie jaar had een advies lager dan enkelvoudig vwo (18-34% havo en 27-45% havo-vwo). 4.3 Benutting van het inzicht in leerwinst bij onderscheiden categorieën leerlingen (Indicator VI) Een voorbeeld uit de aanmelding waaruit blijkt dat de school leerwinst probeert bij te houden en de cijfers over leerwinst vertaalt naar differentiaties aan de onderkant en aan de bovenkant (zwak- en goedpresteerders) is het volgende. ‘De vooraankondiging dat er een speciale slaag/zakregeling voor de kernvakken zou komen, heeft geleid tot onder andere extra aandacht voor Engels. Dat uitte zich in eerste instantie in een plusprogramma: Cambridge English voor het vwo. De (andere) manier van aanpak en de successen (20% van de vwo-leerlingen in de bovenbouw kiest het erbij, 100% slaagt voor het CAE-examen) heeft ertoe geleid dat de onderbouw ook werkt met plusuren English én met ondersteuningslessen voor leerlingen die Engels moeilijk vinden. De creativiteit die los kwam/komt bij Cambridge English is een voedingsbodem voor zowel de masterclasses als de ondersteuningsuren in de onderbouw.’ De school boekt leerwinst bij onderscheiden categorieën leerlingen. De leerwinst aan het eind van de schoolloopbaan is evident. Ook tussentijds, in de vier rapportages per jaar, wordt de leerwinst zichtbaar wanneer de leerling naar een hoger niveau springt, van A naar B naar C. In de schooldossiers van leerlingen is dit duidelijk waarneembaar. De school gebruikt de gegevens uit de testen in de brugjaren nog niet om de mogelijk behaalde leerwinst te bepalen. Hier liggen nog kansen. Dat geldt ook voor eventuele koppelingen die mogelijk zijn tussen de behaalde leervorderingen van bepaalde leerlingen en het potentieel van deze leerlingen vastgesteld bij intelligentieonderzoek (NIO). Gemiddelde van de cijfers bij het centraal examen van de 20% beste leerlingen (2013)
Vwo
Nederlands, Engels, wiskunde/rekenen 7,83
Alle vakken 7,61
5
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2013
5. De inrichting van het onderwijsproces (Criterium 3) 5.1 Schoolspecifieke aanpak en proceskwaliteit (Indicator VII) De school noemt in de aanmelding drie facetten als het meest kenmerkend voor de onderwijsaanpak die ze nastreeft: • opbrengstgericht werken; • differentiatie in het aanbod; • internationalisering. De school licht in de aanmelding de onderwijsaanpak als volgt toe. • ‘Opbrengstgericht werken: structureel werken aan doorgaande leerlijn (leerstof, toetsing en normering); elk jaar plenair op sectie- en individueel niveau bespreking SE- en CE-resultaten, discrepanties OB-BB; onderdeel van gesprekscyclus. • Differentiatie in het aanbod: heterogene onderbouw dus differentiatie binnen klasverband; aandacht voor studievaardigheden en leerstijlen, Op maat-uren, niveaugroepen, masterclasses, profielmiddagen, extra-curriculair aanbod. • Internationalisering: in projecten worden in klas 1, 2 Europa en de wereld binnengebracht. Klas 3 bevat een 2x2-weeks fysiek uitwisselingsprogramma in diverse Europese landen. Klas 4 heeft Cross Your Borders (derde wereld), klas 5, 6 stedenreizen; voor een aantal leerlingen zijn er stages bij het Europees
Parlement.’ De school heeft een zeer scherp inzicht in de factoren die (aantoonbaar) bijdragen aan de resultaten in brede zin en ze legt een duidelijke koppeling tussen deze factoren en de visie van de school op goed onderwijs. De SSgN heeft een beredeneerde aanpak van het onderwijsproces. Alle leerlingen worden op school uitgedaagd het beste uit zichzelf te halen. De school ziet het als haar opdracht de talenten van de leerlingen breed te ontwikkelen, hen een kritische houding en verantwoordelijkheidsbesef bij te brengen om hun eigen leerproces optimaal in te richten. Vanuit deze theorie richt de school zich op opbrengstgericht werken. De vaksecties hebben hierin een actieve rol. Zij bewaken niet alleen de doorgaande leerlijnen van onder- naar bovenbouw, het hele leerstofaanbod wordt hierop nauwgezet bekeken. Stelregel van de school is: het niveau aan het eind van een leerjaar is het startniveau aan het begin van het volgend leerjaar. Docenten zien hier systematisch op toe. Leerlingen die dat aankunnen, worden uitgedaagd de lat hoger te leggen. Was de aandacht vroeger primair gericht op de zorgleerlingen, nu wordt naar iedere leerling nadrukkelijk uitgedragen dat je polsstok verder kan reiken dan je misschien denkt. Gedifferentieerd werken binnen klasverband op drie niveaus in de heterogeen samengestelde brugklassen biedt daarvoor alle mogelijkheden. De Op maat-uren en plusklassen ondersteunen de leerlingen hierbij. Op deze beredeneerde aanpak van het onderwijsleerproces sluit de organisatie van de school prima aan. 5.2 Schoolspecifieke aanpak en organisatiekwaliteit (Indicator VIII) De school noemt in de aanmelding drie facetten als het meest kenmerkend voor de wijze waarop ze is georganiseerd. • personeelsbeleid;
6
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2013
• •
professionalisering van het personeel; het uitdragen van excellentie.
De school licht in de aanmelding de organisatie als volgt toe. • ‘(Pro)actief personeelsbeleid: door werving en selectie, goede opzet gesprekscyclus, scholingsbeleid, generatiemanagement, beleidsrijke invoering functiemix. • Schoolklimaat: onze visie is dat als iemand zich prettig voelt, hij ook beter presteert en meer uit zichzelf kan halen. Vandaar dat wij bewust insteken op een zo prettig mogelijk klimaat voor leerlingen (dubbel mentoraat in de onderbouw), ouders (contactouders en ouderwerkgroepen) en docenten (werkvoorzieningen voor personeel en aandacht). Al jaren scoort de SSgN boven de benchmark in tevredenheidsonderzoeken. • Uitdragen excellentie: fysieke uitingen van CultuurProfielSchool- en Topsport Talenschool; aangesloten bij programma’s van het RU-PUC of Science, masterclasses.’ Op de beredeneerde aanpak van het onderwijsleerproces sluit de organisatie van de school prima aan. De school voert een integraal personeelsbeleid met aandacht voor levensfasebeleid, waarmee ze echt maatwerk wil leveren. Docenten worden gestimuleerd te participeren in netwerken, ze nemen deel aan het programma van het Pre-University College (PUC) of van Science van de Radboud Universiteit Nijmegen. Ook voor hen zijn er masterexcursies zoals naar CERN in Genève. Verder biedt de SSgN docenten cursussen aan om zich te kunnen ontwikkelen tot LC- of LD-docent. Op deze wijze stimuleert de school haar docenten de professionaliteit op een hoog niveau te houden. De SSgN werkt als Academische opleidingsschool voor aankomende docenten en begeleidt lio’s en stagiairs. De transfer, ook van onderzoek, naar de eigen docenten beoogt een meerwaarde te creëren in didactische en onderwijsinhoudelijke activiteiten. Het goede schoolklimaat wordt door alle geledingen geroemd. Dat blijkt ook uit de enquêtes die de school overhandigde. De scores liggen hoger dan het landelijk gemiddelde. De professionele schoolcultuur, de goede sfeer, de onderlinge verhoudingen, gecombineerd met een optimistische levenshouding, dragen positief bij aan de kwaliteit van de organisatie.
6. Verband tussen de inrichting van het onderwijsproces en de resultaten die de school boekt (Criterium 4) 6.1 Veranderingen vanwege resultaten (Indicator IX) In het aanmeldingsformulier is de school gevraagd toe te lichten op welke wijze haar aanpak (zowel het primaire proces als de organisatie daaromheen) bijdraagt aan de leerlingresultaten. ‘Door te werken met heterogene (vwo-havo-vmbo-t-)klassen in de eerste twee jaren en deels heterogeen in het derde leerjaar (vwo-havo) stromen significant meer leerlingen door naar een hoger niveau en halen significant meer leerlingen een diploma dat hoger is dan het advies van de basisschool. Daarbij worden de CE-resultaten en de slaagpercentages niet nadelig beïnvloed; deze behoren tot de betere van Nederland.’
7
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2013
In de aanmelding noemt de school de volgende wijze waarop de organisatie bijdraagt aan de resultaten. ‘De SSgN werkt in teams; drie onderbouwteams die gelijkelijk over de eerste, tweede en derde klassen zijn verdeeld, een vmbo-team en twee teams in de bovenbouw havo en vwo die gebaseerd zijn op profielen. Doordat docenten voor minimaal 70% van hun aanstelling in een team werken, ontstaan er vaste groepen docenten voor klassen, waardoor de kennis van/over leerlingen snel groeit. Een onderdeel van elke teamvergadering is de leerlingbespreking. Docenten die een leerling nu niet in zeg klas 2 hebben, kunnen deze leerling wel volgend jaar in klas 3 hebben en hebben zo de belangrijke informatie al op kunnen pikken.’ De school realiseert zeer goede verbetering van de onderwijsresultaten door het onderwijsproces en de schoolorganisatie te versterken (het lerend vermogen).
Zo’n vijf tot zes jaren geleden vond de school de resultaten met name op de havo-afdeling erg tegenvallen. Dat moment markeerde een omslag en de school is aan de slag gegaan om te bezien hoe het onderwijs op een hoger plan gebracht kon worden. Uit zelfreflectie bleek dat te veel aandacht uitging naar de zorgleerlingen en er onvoldoende uitdaging was voor de meer getalenteerde leerlingen. Bovendien bleek de aansluiting met het examenprogramma onvoldoende, wat ook zichtbaar werd in de uiteenlopende resultaten van het SE en CE. Het toetsbeleid is de afgelopen jaren drastisch bijgesteld en wordt nu gemonitord op alle niveaus door een managementtool. Voor de examenkandidaten is een examentraining ingevoerd. Er zijn A-, B- en C-teams voor de brugjaren en een V, M- en N-team voor respectievelijk de bovenbouw vmbo-t, havo en vwo. De teams hebben zo veel mogelijk vaste lokalen en docenten om kleinschaligheid in deze grote school te waarborgen. Dit leidt tot een grotere doorstroom naar een hoger niveau en een verbetering in de verhouding SE-CE, mooie examenresultaten en slaagpercentages. Deze interventies zijn zeer succesvol gebleken en hebben een grote impuls gegeven aan de verhoging van de prestaties op de school. 6.2 Vasthouden van resultaten (Indicator X) De school kent een uitgewerkt systeem voor kwaliteitszorg (gericht op de analyse van de opbrengsten op verschillende niveaus). De school beschrijft dit als volgt in de aanmelding. ‘Elk najaar wordt een studiedag besteed aan opbrengsten: doorstroomcijfers, uitvalpercentages, cijfermatige overgang onderbouw-bovenbouw en de examenresultaten. Een plenair deel voor de grote lijnen en bijzonderheden, secties gaan aan de slag met vragen vanuit de secties zelf en vanuit de directie (sectieafhankelijk). De uitkomsten hiervan worden aan de directie gerapporteerd en vormen de bijsturing met betrekking tot het beleid voor de (sectie)opbrengsten. Per sectie is een LD-functionaris de regievoerder. Elk directielid heeft een aantal secties onder zijn hoede. Structureel worden tevredenheidonderzoeken afgenomen onder leerlingen, ouders en personeelsleden. Met enige regelmaat wordt een positioneringsonderzoek gehouden onder alle stakeholders.’ De SSgN heeft een overzichtelijk en gedegen kwaliteitsbeleid. De school wil de
8
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2013
zeer goede resultaten behouden en borgt de kwaliteit door evaluatie op zowel school- als bovenschools niveau. Het houden van enquêtes en het evalueren van de opbrengsten tijdens de jaarlijkse studiedag zijn daar voorbeelden van. Enquêtes en evaluaties worden geanalyseerd en vergeleken met benchmarkgegevens. Deze en andere kengetallen worden gepubliceerd in Vensters voor Verantwoording, waarin de school als een van de eerste participeerde. Het vierjaarlijks positioneringsonderzoek binnen het Nijmeegse, waarin de Alliantie VO een prominente plek inneemt, geeft de school benchmarkgegevens in handen, die haar in staat stellen haar kwaliteiten op diverse terreinen te optimaliseren. De resultaten van het positioneringsonderzoek laten zien dat de school in het vergelijkingsonderzoek een vooraanstaande positie in neemt. 6.3 Kwalificatie, professionaliteit, schoolkennis (Indicator XI) De meest recente tevredenheidonderzoeken zijn afgenomen in 2012 en 2013. Gemiddelde score op de tevredenheidonderzoeken Medewerkertevredenheid Oudertevredenheid Leerlingtevredenheid
Gemiddelde score school 7,1 7,5 7
Landelijke score 6,4 7,2 6,7
De school noemt de volgende observaties uit de tevredenheidonderzoeken. ‘Vaak positief genoemd: activiteiten, veiligheid, creativiteit, pedagogisch klimaat en sfeer. • Leerlingen: mentortevredenheid, uitdaging, leerlingbegeleiding/zorg bij de beste 12% van Nederland. • Ouders: school maakt leren aantrekkelijk, prettige school, begeleiding/zorg (alle bij de beste 15% van Nederland). • Medewerkers: [scores op] alle vragen bij het beste kwart van Nederland; werkvoorziening, loopbaan, beoordeling en belonen bij de beste 8% van Nederland (OOP bij beste 12%)’ (uit de aanmelding) Tijdens de presentatie noemt de school dat het opbrengstgericht werken goed is ingebed. Ze geeft veel voorbeelden van opbrengsten, waarvan vooral de opstroom in het vwo opvallend is. De school werkt in teams, waarbinnen op kwaliteit wordt gestuurd, wat overigens ook voor de secties geldt. De havisten worden wat meer bij de hand genomen dan de vwo’ers. In paragraaf 6.1 is bij het personeelsbeleid al een en ander gezegd over de professionalisering. Opmerkelijk is hoe de school tot kennisdeling komt met collega-scholen, ook als die andere instelling bijvoorbeeld een extra kwaliteitsimpuls nodig heeft. De aansturing van de kwaliteit was voorheen sterk gericht op teamniveau. De laatste jaren is de plek van zowel de directie als de sectie nadrukkelijker gemarkeerd in de kwaliteitsontwikkeling. De directie heeft in de organisatiematrix van de school mede de aansturing van de secties voor zijn rekening genomen. De school spreekt ook ambities uit. Zo wil zij het hoge niveau van opbrengsten vasthouden en uitbouwen, en eens in de vijf jaar een landelijke prijs in de wacht slepen, bijvoorbeeld voor het beste profielwerkstuk. Vorig jaar heeft een leerling een prestigieuze prijs van het KNAW gewonnen.
9
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2013
7. Het excellentiebeleid van de school (Criterium 5) Het uitgangspunt van de jury is dat een excellente school zeer goede resultaten behaalt en een weloverwogen onderwijsinrichting laat zien. Daarenboven kan een school op een specifiek excellentiegebied uitblinken. Dat kan betrekking hebben op diverse zaken en bijvoorbeeld gericht zijn op een inhoudelijk domein en/of op een specifieke groep leerlingen. 7.1 Het schooleigen excellentiebeleid (Indicator XII) De school kent een excellentiegebied waarop ze de focus legt. De school noemt in de aanmelding de volgende focus. ‘Kennis/wetenschap: gekeken naar de eindexamenresultaten van de afgelopen jaren in de bètavakken, is de SSgN met recht Bèta Excellent-school. Binnen de natuurprofielen is het bèta-aanbod groot: wiskunde D, NLT en informatica kunnen gekozen worden. NLT wordt in samenwerking met de Radboud Universiteit op de RU gegeven. In profielmiddagen worden science-activiteiten gedaan waarbij interesse en onderzoek worden aangewakkerd. Excursies worden georganiseerd, gastsprekers uitgenodigd (CERN, André Kuipers). Linguïstische excellentie wordt gestimuleerd door deelname aan Cambridge English (100% geslaagden) op CAE-level. Gastcolleges van UD’s [universitair docenten] worden georganiseerd. Frans is gestart met een lijn DELF. Een extra keuze-examenvak wordt gestimuleerd. Daarnaast is de SSgN een erkende CultuurProfielSchool en Topsport Talentschool.’ De aandacht voor het excellentiegebied is gericht op een of meerdere specifieke groepen leerlingen. In de aanmelding noemt de school de volgende doelgroepen van het excellentiegebied. ‘Leerlingen die het vwo aankunnen en die zich verdiepend, verbredend of allebei verder willen ontwikkelen.’ Het betreft ongeveer 20% van de leerlingen van de school. De school noemt in de presentatie dat het excelleert in haar ‘hoofd, hand, hart’aanpak. De school kent een zeer breed aanbod, niet ongewoon overigens bij brede scholengemeenschappen. Bij vwo noemt de school de goede resultaten. De SSgN is een zeer goed functionerende school die met haar afdeling vwo ook goed presteert en die een eigen filosofie heeft over het vormgeven van haar vwoexcellentieprofiel. De school focust haar profiel in het vwo op kennis en wetenschap. Door deze afdeling profileert de SSgN zich als een echte Bèta Excellent-school. De resultaten op de exacte vakken wijzen dit ook uit. Daarnaast wordt, zie citaat hierboven, linguïstische excellentie gestimuleerd. Ook profileert de school zich als erkende Topsport Talentschool. Een lo-plusklas en het eindexamenvak BSM zijn speerpunten in dit sportprofiel. Voor sporttalenten zijn aanpassingen in het rooster mogelijk en biedt de school indien nodig een gespreid examen aan om het deelnemen aan trainingen en wedstrijden
10
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2013
mogelijk te maken. 7.2 Erkenning door externe partijen (Indicator XIII) Externe partijen (bijvoorbeeld andere scholen, ouders, andere partners) erkennen het gebied respectievelijk de gebieden waarop de school uitblinkt. De school licht dit in de aanmelding als volgt toe. • ‘Deelname aan NLT-cluster op de Radboud Universiteit (RU); • predicaat Bèta Excellent-school verkregen; • deelname aan excellentieprogramma “Een machtig avontuur” aan de RU; • deelname aan Cambridge English CAE-examens; • goede resultaten van onze leerlingen op de universiteit (vervolgonderwijs); • topsport: erkende Topsport Talentschool; • cultuur: erkende CultuurProfielSchool.’ De herkenbaarheid van het excellentiegebied blijkt volgens de aanmelding van de school verder uit: • deelname aan een netwerk dat betrekking heeft op dit gebied; • verworven projectgelden op dit gebied. Vijf benaderde referenten (twee afkomstig van een ontvangende school en een collega-school buiten het bestuur, een collega-school binnen het bestuur, en een partner uit het samenwerkingsverband) onderschrijven het beeld van SSgN als excellente school. Een citaat: ‘Het betreft vooral de relatie tussen de onderwijskundige aanpak van de school en de daarmee behaalde resultaten. Daarnaast is dit vooral zichtbaar in de stimulering van sportieve en culturele talenten, maar de laatste jaren ook meer en meer van cognitief talent.’ De school participeert in het NLT-cluster op de Radboud Universiteit en heeft het predicaat Bèta Excellent-school verkregen. Voorts nemen zowel leerlingen als docenten deel aan een excellentieprogramma ‘Een machtig avontuur’ van het PreUniversity College van de Radboud Universiteit. In het gesprek van de jury met enkele ouders en met vertegenwoordigers van andere scholen blijkt dat de SSgN een duidelijke profilering heeft op het gebied van de brede ontwikkeling van de talenten van leerlingen en met name ook de manier waarop de school haar leerlingen kansen biedt om te excelleren op natuurwetenschappelijk, linguïstisch en sportief domein. 7.3 Versterking van het excellentiebeleid in de toekomst (Indicator XIV) De school heeft plannen om haar excellentiefocus in de toekomst verder te versterken. De school licht dit in de aanmelding als volgt toe. • ‘Deelname aan het excellentie-programma van de RU PUC of Science “Een machtig avontuur”, met zowel deelnemende leerlingen als docenten. • Samenwerking zoeken met PUC of Human Studies. • Eerder starten met Cambridge English (masterclasses Engels) waardoor een groter percentage leerlingen dit gaat volgen. • Eenmaal in de vier jaar een erkende prijs halen voor een profielwerkstuk (we liggen op schema). • Het duidelijker zichtbaar maken van wat we doen en presteren. Daarin (valse) bescheidenheid laten varen.’ Voor de genoemde toekomstplannen geldt volgens de aanmelding van de school
11
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2013
dat: • de plannen aansluiten op de specifieke behoeften van (subgroepen) leerlingen van de school; • de plannen aansluiten bij de door de school gehanteerde didactische aanpak; • de plannen leiden tot een verbreding van de werking van het excellentieprogramma naar andere subgroepen leerlingen. Het versterken van de focus is in het toekomstig beleid gericht op het met nog meer overtuiging uitdragen van de eigen excellentie. Daarnaast op het uitbouwen van het linguïstisch aanbod op de school door eerder te starten met Cambridge Engels, de deelname aan DELF te stimuleren, in de verwachting dat Duits zich hierbij zal aansluiten. Een verbreding dus van het excellentiebeleid naar leerlingen met aanleg op het terrein van de moderne vreemde talen. De school wil nog meer samenwerking zoeken met de Radboud Universiteit en de plannen moeten meer aansluiten op specifieke behoefte van (subgroepen) leerlingen. De plannen moeten ook leiden tot een verbreding van de werking van het excellentieprogramma naar andere (subgroepen) leerlingen.
8.
Opmerkingen Inspectie Geen aanvullende opmerkingen.
9.
Conclusie van de jury De resultaten, breed opgevat, van de vwo-afdeling van de Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen krijgen de kwalificatie goed. De school behaalt voor de afdeling vwo goede resultaten op de examenvakken. Bij het vak Engels is nog wat ruimte voor verbetering. Op het terrein van de aanvullende leergebieden heeft de SSgN een ruim aanbod op een breed terrein. Voor de leergebieden bestaan leerlijnen en de resultaten worden aantoonbaar systematisch bijgehouden met beoordelingen. Door haar beleid lukt het de school meer leerlingen te laten slagen voor een diploma met een hoger niveau dan het advies van de basisschool veronderstelde. Een substantieel aantal leerlingen stroomt hoger uit dan het advies van de basisschool. Dit geeft extra profiel aan de goede opbrengsten. De inrichting van het leerproces kenmerkt zich door een accent op opbrengstgericht werken en differentiatie binnen klassenverband. Gedifferentieerd werken binnen klassenverband op drie niveaus in de heterogeen samengestelde brugklassen biedt daarvoor mogelijkheden. De school heeft een fraai traject ingezet met heterogene brugklassen, V-, M- en N-teams, Op-maatcursussen en plusklassen. Daarnaast zijn er veel buitenschoolse activiteiten die uitnodigen tot excelleren. De leerlingen worden uitgedaagd volgens het Jenaplanconcept om zich breed (met hoofd, hart en hand) te ontplooien en zich daarmee goed voor te bereiden op participatie in de maatschappij. Deze aanpak heeft ook de meer getalenteerde leerlingen geprikkeld optimaal te presteren. Om een zo compleet mogelijk beeld van elke leerling te krijgen, met name ook van mogelijke hiaten, neemt de school bij de start van de schoolloopbaan een aantal tests af voor taal, rekenen en spelling. De school gebruikt de gegevens uit
12
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2013
de testen in de brugjaren nog niet om de behaalde leerwinst te bepalen. Benutting hiervan kan de school een verdieping opleveren in haar aanpak. De school heeft een scherp inzicht in de factoren die (aantoonbaar) bijdragen aan de resultaten in brede zin en legt een duidelijke koppeling tussen deze factoren en de visie van de school op goed onderwijs. De SSgN heeft een beredeneerde aanpak van het onderwijs en de organisatie. Het eigen excellentieprofiel van de vwo-afdeling komt naar voren in het accent op kennis en wetenschap. De vwo-afdeling profileert zich als een Bèta Excellentschool. De resultaten op de exacte vakken wijzen dit ook uit. Daarnaast wordt linguïstische excellentie gestimuleerd. Er wordt eerder gestart met Cambridge English (masterclasses Engels) waardoor een groter percentage leerlingen dit gaat volgen De school laat een lerend vermogen zien en realiseert verbetering van de onderwijsresultaten door het onderwijsproces en de schoolorganisatie te versterken met als succesvolle indicatie de stabiliteit in het goede niveau van opbrengsten. Alles overziende is de jury van oordeel dat de Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen voor de afdeling vwo op basis van de door de jury waargenomen kenmerken en gerapporteerde bevindingen het predicaat Excellente School (vwo) 2013 toekomt.
13