Jury Excellente Scholen

Jury Excellente Scholen Schoolrapport 2014

Pius X-College VO | vmbo Bladel

628507_O20_OM_[VOex]_1-1.indd 32

09-01-15 15:03

- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014

Schoolrapportage 1. Achtergrondgegevens van de school Gegevens van de school: 03KN Aanvrager Adres Aangemelde schoolsoort

Pius X-College dhr. W. Krijbolder Tuinstraat 1 Bladel Vmbo

Leerlingenaantal

2300 (door de school zelf opgegeven, april 2014)

Bestuur:

Onderwijsstichting De Kempen

De aanmelding van het Pius X-College geldt voor vmbo-basisberoepsgerichte leerweg, vmbo-kaderberoepsgerichte leerweg, vmbo-gemengde leerweg en vmbo-theoretische leerweg. In januari 2014 is aan het vmbo van het Pius XCollege het predicaat Excellente School 2013 uitgereikt. Hiervoor ontving de afdeling het predicaat Excellente School 2012. Het Pius X-College is een streekschool in het buitengebied van de Kempen. Het heeft een eigen bestuur, Onderwijsstichting De Kempen, en maakt deel uit van ORION (Onafhankelijk Regionaal Interscolair Onderwijs Netwerk). Zestien scholen in de omgeving van Eindhoven en ’s-Hertogenbosch bundelen hierin hun krachten en werken op een aantal gebieden nauw samen. Het Pius X-College is een brede scholengemeenschap van praktijkonderwijs en vmbo tot en met havo en vwo. De school heeft 2250 leerlingen waarvan twee derde deel het vmbo en praktijkonderwijs bezoekt. Het leerlingenaantal loopt iets terug. De school staat op een grote campus, gelegen in het groen aan de rand van Bladel en is gehuisvest in een groot, goed onderhouden complex van aan elkaar geschakelde units, waar sinds kort ook een door de gemeente bekostigd sportcomplex (X-Sport) deel van uitmaakt. De school is uitstekend geoutilleerd en aangekleed met prachtige kunstwerken die grotendeels het product zijn van de creativiteit van leerlingen.

2. Motivatie van de school De onderbouwing die Pius X-College bij de aanmelding als kandidaat Excellente School 2014 gaf, luidt als volgt. ‘Er hangen nu twee bordjes Excellente School in de ontvangsthal; daar zijn we erg trots op. Wij zien het streven naar excellentie als een continu proces dat in feite nooit tot een eindpunt komt. Wij trachten onze excellentie middels nieuwe ontwikkelingen nog scherper te profileren en zijn ook actief in het uitdragen van ons excellentiebeleid naar buiten toe.’

3. De resultaten, breed opgevat (Criterium 1) Hierbij onderscheidt de jury drie gebieden: 1. resultaten op de kernvakken: Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen; 2. resultaten op de andere vakken en leergebieden; 3. resultaten op aanvullende gebieden zoals burgerschap, sociaal-emotionele

1


vorming, culturele vorming, redzaamheid, internationale oriëntatie. 3.1 Resultaten op de kernvakken (Indicator I) Hieronder geven we een overzicht van de resultaten van het Pius X-College over de periode 2011-2013 die de Inspectie van het Onderwijs aan de jury heeft verstrekt. Hierbij is gebruik gemaakt van de ruwe scores. Resultaatgegevens afkomstig van de Inspectie Vmbo-b Vmbo-k Rendement onderbouw* 2,7 2,7 Rendement bovenbouw* 3,7 4 Gemiddelde centraal examen* 3 3,3 Gemiddeld verschil CE en SE** 0,06 0,28 * Gemiddelde van de score op een vijfpuntsschaal 2011-2013. ** Gemiddelde over de periode 2011-2013.

Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld

cijfer cijfer cijfer cijfer

CE CE CE CE

2011 2012 2013 2014

Succesvolle plaatsing leerjaar 1 vervolgopleiding, 2012

Vmbo-gt 2,7 3,3 4,3 0,03

Vmbo-b 6,5 6,6 6,8 6,7

Vmbo-k 6,4 6,3 6,4 6,5

Vmbo-gt 6,4 6,6 6,6 6,7

Vmbo-b 91%

Vmbo-k 98%

Vmbo-gt 96%

Op grond van de resultaten die het Pius X-College in 2011, 2012 en 2013 heeft behaald, stond de school niet in een voorselectie die de Inspectie van het Onderwijs aan de jury heeft verstrekt. Als recente ontwikkeling binnen deze indicator noemde de school in het aanmeldingsformulier het volgende. · ‘Extra ondersteuning in de bovenbouw vmbo op taal en rekenen, aan de hand van cito-uitslagen; · hogere score op rekentoets dan landelijk gemiddelde; · mogelijkheid voor vmbo om op 3F rekentoets af te nemen; · deelname COOL-onderzoek af te ronden.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Van de kernvakken presteert wiskunde bovengemiddeld en kan de school zich voor dit vakgebied (op de afdelingen vmbo-k en -gt) rekenen tot de 10% best presterende scholen in Nederland. De hoge scores op de rekentoetsen dragen hier ongetwijfeld aan bij. Het kernvak Nederlands behoud gemiddeld genomen haar niveau. De cijfers van het CE zijn de laatste jaren niet zo stabiel en behoren landelijk gezien tot een matige middenmoot. Het kernvak Engels scoort een fractie boven het landelijk gemiddelde, maar blijft bij alle afdelingen heel modaal presteren en behoort niet tot de 50% best presterende scholen voor dat vak in Nederland. Alles overziend heeft de school de resultaten voor de kernvakken weten vast te

2


houden en weten te continueren, maar zijn de verschillen per vakgebied groot. Reflectie Score Dronkers 2013

8,5 (b); 6 (k) en 8 (gt)

3.2 Resultaten op andere leergebieden uit het standaardcurriculum (Indicator II) De school noemt geen recente ontwikkeling binnen deze indicator in de aanmelding. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Van de overige examenvakken leveren de leerlingen voor biologie en natuur- en scheikunde op alle afdelingen heel goede prestaties en daarmee kan de school zich op dit punt meten met de beste scholen van Nederland. Aardrijkskunde, geschiedenis en staatsinrichting en Frans behalen ook heel goede cijfers en behoren tot de top-10 als het gaat om hun prestaties op de afdeling vmbo-gt. Voor de overige vakken is het beeld doorgaans middelmatig en een heel enkele keer ondermaats. Evenals vorig jaar zijn de resultaten van enkele vakken uit het standaardcurriculum dus zeer gunstig en is het beeld verder wisselend. Het niveau van vorig jaar is gecontinueerd. In het beroepsgerichte aanbod bieden de profielen Landbouw en Techniek gekwalificeerde leerlingen af met een hoog percentage geslaagden. Daarmee behoren deze afdelingen met hun prestaties tot de top van Nederland. Zij bieden de leerlingen ook extra’s, zoals certificaten voor een lascursus, een vorkhefdiploma en een veiligheidscertificaat aannemer. Er zijn volop kansen voor leerlingen om zich extra te bekwamen in hun vakgebied. 3.3 Resultaten op aanvullende leergebieden (Indicator III) Als recente ontwikkeling binnen deze indicator beschrijft de school in de aanmelding. · ‘Maatschappelijke stage blijft gehandhaafd, ondanks kabinetsbesluit om dit niet meer te verplichten. · Buitenlandse stage voor excellente leerlingen.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Bij de aanvullende leergebieden is voor burgerschap incidenteel aandacht in het onderwijsaanbod tijdens de vormingsdagen in de bovenbouw en bij de themadagen bij maatschappijleer. De maatschappelijk stage behoudt op school een prominente plaats en biedt talrijke aanknopingspunten op dit terrein. De meeste activiteiten gericht op de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen vinden plaats in het kader van de leerlingzorg, die op deze school sterk ontwikkeld is en goed is verankerd. Het Pius X-College biedt voor de culturele vorming veel ruimte: deelname aan de musical Tommy, waarvoor de voorbereidingen zijn gestart, open podium voor onder andere zang- en danstalenten en Pius X-tv waar leerlingen allerhande ervaringen opdoen met multimedia en waar hun creativiteit volop kansen krijgt.

3


4. De omstandigheden waarbinnen de school werkt (Criterium 2) 4.1 Leerlingkenmerken en procesinrichting (Indicator IV) Bij haar aanmelding noemt het Pius X-College als recente ontwikkeling binnen deze indicator het volgende. · ‘We zetten nadrukkelijk in op de pro-expertise binnen het vmbo. · Maatwerkarrangementen, verbeteringen in leerlingvolgsysteem SOM. Ook in communicatie naar ouders toe.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De leerlingen die onderwijs op het vmbo volgen, komen uit doorsnee Nederlandse gezinnen in De Kempen, waar het ambitieniveau doorgaans niet hoog is. Dat bleek ook uit het gesprek met ouders en leerlingen. ‘Leg de lat maar niet zo hoog. Later kan altijd bekeken worden of er meer in zit.’ De leerlingenpopulatie kent geen achterstandsleerlingen maar het aantal leerlingen met een lwoo-indicatie is erg groot (ruim 21%), twee keer zo hoog als het landelijk gemiddelde. Het betreft veel leerlingen met voldoende cognitie maar wel gedragsproblemen, pdd-nos en vooral ook autisme. Dat laatste is een bekend gegeven in de regio Eindhoven, blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. Het onderwijs aan deze groep is waar nodig maatwerk en de school heeft hier veel aandacht voor en expertise in huis. Indien gewenst, wordt de deskundige hulp ingeroepen van de professionals uit het praktijkonderwijs, dat immers ook deel uit maakt van deze brede scholengemeenschap. Er is een ondersteuningsteam passend onderwijs op school aanwezig dat anticipeert op de gevolgen van de Participatiewet die sinds 1 januari 2014 van kracht is. Voor leerlingen die daarbij gebaat zijn, heeft de school kleine schakelklassen ingericht. Het Pius X-College levert al met al zo veel maatwerk dat zij geen gebruik hoeft te maken van reboundvoorzieningen. De school is er trots op dat voortijdig schooluitval en schoolverzuim tot een minimum zijn gereduceerd de afgelopen jaren. Dat is een resultaat waar hard voor gewerkt is en waar het team trots op kan zijn. 4.2 Leerlingkenmerken en resultaten (Indicator V) In het aanmeldingsformulier meldt de school geen recente ontwikkeling binnen deze indicator. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De leerlingkenmerken in acht nemend, concludeert de delegatie van de jury dat de resultaten beter kunnen. Zij baseert zich op de volgende gegevens. Uit de opbrengstenkaart 2014 van de Inspectie van het Onderwijs (over het schooljaar 2012-2013) blijkt dat op de afdeling vmbo-b ruim de helft van de leerlingen een hoger advies heeft dan vmbo-b (18% bk en 48% k+). Het grootste deel van de leerlingen volgt hier dus een leerroute die kennelijk onder hun niveau ligt. Slechts één leerling op deze afdeling heeft volgens de gegevens van de school in 2014 op een hoger niveau examen gedaan dan het oorspronkelijk schooladvies. Er zijn dus binnen de afdeling vmbo-b veel leerlingen die afstromen en er is nauwelijks sprake van opstroom.

4


Voor de afdeling vmbo-k is dit beeld iets genuanceerder maar in principe vergelijkbaar. Ook hier zitten veel leerlingen, ongeveer een derde, met een hoger advies dan vmbo-k: 6% k/(g)t en 26% (g)t+. Curieus is echter dat 41% van de leerlingen in het vmbo-k in 2014 op een hoger niveau slaagt dan hun oorspronkelijk schooladvies aangaf. Veel opstroom, maar aan de andere kant ook veel afstroom door een niet-passend advies voor de afdeling. Binnen de afdeling vmbo-gt is het beeld vergelijkbaar. Deze leerroute volgen veel leerlingen met een havo+-advies, bijna een kwart, of met een gemengd havo/(g)t-advies, 4%. Van de leerlingen die op deze leerroute een diploma halen in 2014, is 7% opgestroomd en behaalt een vmbo-gt-diploma ondanks een lager schooladvies. Ook hier geldt: weinig opstroom, veel afstroom. Tijdens het bezoek van de delegatie van de jury is hier diepgaand over gesproken. De school gaf er uiteindelijk twee verklaringen voor. Veel leerlingen kunnen cognitief het advies wel aan, maar zijn beperkt in hun sociaal-emotionele competenties. Naar het oordeel van de delegatie van de jury is er inderdaad een grote groep leerlingen met stoornissen in het autistisch spectrum, maar de apcg-factor is nihil. De vraag kan worden opgeworpen: is het maatwerk in de eerste twee leerjaren voldoende ingericht om de leerling zo mogelijk wel op een niveau te krijgen dat past bij zijn mogelijkheden? Met andere woorden: is het determinatieproces in de onderbouw wel voldoende uitgebalanceerd? Een tweede oorzaak zoekt het Pius X-College in de achterblijvende kwaliteit van de advisering in de basisschool. Deze toeleverende scholen vinden het moeilijk om binnen het vmbo onderscheid te maken in leerroutes. De school werkt aan een oplossing voor dit probleem. Zij heeft een prachtige waaier ontwikkeld als handleiding voor het basisonderwijs waarin voor elke leerroute binnen het vmbo, en ook voor praktijkonderwijs en havo en vwo, handreikingen worden gegeven welke leerlingkenmerken passen bij welk onderwijstype. Het lijkt een zeer bruikbaar instrument, dat zijn vruchten nog moet gaan afwerpen. In dit perspectief zijn de resultaten die de school behaalt wellicht enigszins geflatteerd en liggen er nog kansen voor de school om het rendement van het onderwijs te optimaliseren. 4.3 Benutting van het inzicht in leerwinst bij onderscheiden categorieën leerlingen (Indicator VI) In de aanmelding beschrijft de school de volgende recente ontwikkeling. · ‘Intern begeleiders voor docenten voeren coachinggesprekken met betrekking tot het ontwikkelingsperspectief van leerlingen. · We maken geen gebruik van externe reboundvoorzieningen, maar leveren intern maatwerk.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De school maakt inderdaad geen gebruik van reboundvoorzieningen en heeft het voortijdig schoolverzuim en -verlaten sterk gereduceerd de laatste jaren. Dat is winst in termen van rendement. De uitstroomgegevens van de schakelklas laten zien dat intern maatwerk ook leerwinst kan opleveren voor de individuele leerling.

5


Van benutting van leerwinst kan per afdeling van het vmbo sprake zijn als leerlingen in hogere mate opstromen dan nu het geval is. Paragraaf 4.2 heeft zichtbaar gemaakt dat dit op het Pius X-College nog verbetering behoeft. Gemiddelde van de cijfers bij het centraal examen van de 20% beste leerlingen (2013, gegevens Duo) Vmbo-b Vmbo-k Vmbo-gt Nederlands 6,83 7,0 6,88 Engels 7,33 7,26 7,76 Wiskunde 8,27 7,61 7,77 Gemiddelde avo-vakken 7,53 7,59 7,48

5. De inrichting van het onderwijsproces (Criterium 3) 5.1 Schoolspecifieke aanpak en proceskwaliteit (Indicator VII) In haar aanmeldingsformulier geeft het Pius X-College geen recente ontwikkeling binnen deze indicator. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Het systeem van leerlingzorg, waarover ook vorig jaar is gerapporteerd, heeft de school goed op orde. Er zijn maatwerktrajecten, zorgklassen en er is bovenal sprake van een positieve, persoonlijke aanpak. Het beleid is hier gecontinueerd. Naast deze persoonlijke aandacht zijn betekenisvol leren en praktijkgericht werken zowel binnen als buiten de school een belangrijk speerpunt. Kwalitatief hoogwaardige stages voor de leerlingen in leerjaar 3 en 4 verzorgd in de omgeving van de school maken een substantieel deel van uit van het praktijkgerichte leren, en dragen in belangrijke mate bij aan een verhoging van de competenties van leerlingen. De richting Techniek Breed, bijvoorbeeld, werkt op basis van een convenant samen met twintig bedrijven in de regio om onder andere lesstof te ontwikkelen, excursies te organiseren en de deskundigheid van docenten te bevorderen. In de bovenbouw van de richting Groen gaan leerlingen wekelijks de groene ruimte verzorgen van Boerderij Natuurlijk in Netersel. In het kader van oriëntatie op stages/beroepskeuzetrajecten loopt het project Kies Kempische Bedrijven. Zo’n 350 leerlingen uit leerjaar 1 en 2 worden naar technische bedrijven gebracht voor excursies. Op het Pius X-College is sprake van een continue ontwikkeling op dit terrein. 5.2 Schoolspecifieke aanpak en organisatiekwaliteit (Indicator VIII) In de aanmelding noemt de school als recente ontwikkeling het volgende. ‘We zijn begonnen met docentenstages voor vmbo-docenten. Hierbij bezoeken docenten bedrijven met een leeropdracht, waardoor ze het inzicht verhogen in de context waarin de leerling straks gaat functioneren. Dit komt het primaire proces ten goede.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Het Pius X-College is een professionele organisatie, met als bestuursmodel het Raad van Toezichtmodel. Kenmerkend voor het Pius X-College is de matrixorganisatie, met in totaal tien kernteams, integrale verantwoordelijkheid

6


voor de teamleiders en vier clusterleiders verantwoordelijk voor de samenhang in de vakken en de doorlopende leerlijnen. De school wordt krachtig geleid door een rector/bestuurder met drie portefeuillehouders: directeur onderwijs, directeur personeel en directeur bedrijfsvoering. De continuïteit is hiermee geborgd. De schoolleiding is sterk gericht op haar innovatieve omgeving om het onderwijs op school eigentijds en toekomstbestendig in te kunnen richten. Hier kan men wederom spreken van een continu ontwikkelingsproces.

6. Verband tussen de inrichting van het onderwijsproces en de resultaten die de school boekt (Criterium 4) 6.1 Veranderingen vanwege resultaten (Indicator IX) Het Pius X-College noemt in haar aanmeldingsformulier geen recente ontwikkeling binnen deze indicator. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Vorig jaar rapporteerde de delegatie van de jury dat de school op basis van een breed draagvlak op een veelheid van terreinen werkte aan kwaliteitsverbetering van het onderwijs. Dit beleid continueert de school. De resultaten per vak worden ook dit schooljaar per rapportperiode met het programma Cum Laude op sectieen clusterniveau gemonitord en geëvalueerd. De streefcijfers voor de vakken bij het centraal examen zijn in het schoolplan 2012-2015 opgenomen als richtlijn daarbij. De school had tijdens het bezoek nog niet paraat wat de stand van zaken nu is en of de vakken op koers liggen. Eventueel achterblijvende secties zouden, als dat inzichtelijk wordt gemaakt, uitgedaagd kunnen worden de gewenste doelen alsnog te bereiken. Voor dyslectische leerlingen die extra tijd nodig hebben voor hun proefwerken dan wel examens, is er dit jaar een extra lokaal beschikbaar. Dit is een duidelijke verbetering voor deze groep leerlingen. In de leerjaren 1 t/m 3 worden citotoetsen en de schoolvragenlijst afgenomen. Deze gegevens worden geanalyseerd en zijn de basis voor eventueel bijstelling van beleid. Interventies in het kader van de Taal- en Rekenbrug brengen het niveau van Nederlandse taal en rekenen en wiskunde omhoog. De school werkt continu aan veranderingen vanwege resultaten. Zij zou daarbij de streefcijfers bij de centrale examens nog wat prominenter als streefdoel kunnen benutten. 6.2 Vasthouden van resultaten (Indicator X) De school meldt geen ontwikkeling in de aanmelding op deze indicator. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De schoolleiding van het Pius X-College verzamelt veel gegevens over de kwaliteit van het onderwijs en rapporteert daar inzichtelijk over in het jaarverslag. Ook in Vensters voor Verantwoording zijn benchmarkgegevens te vinden. Zoals in het excellentierapport 2013 is aangegeven, heeft het Pius X-College in het Schoolplan 2012-2015 haar doelen per beleidsveld vastgelegd en smart geformuleerd. De lat wordt hoger gelegd dan in een vorige periode, zodat excellentie bereikt kan

7


worden. Dit noemt de school haar sterke punt. 6.3 Kwalificatie, professionaliteit, schoolkennis (Indicator XI) In de aanmelding beschrijft de school als ontwikkeling het volgende. · ‘Uitbreiding van ons onderwijsaanbod op niveau 2, naast metaal nu ook zorg en de bouw. · Opzet van een wijkleerbedrijf in samenwerking met het mbo: Samen zorgen thuis in Bladel. · Meerjarig investeringsplan vakrichting Groen: ontwikkeling van een milieueducatiecentrum naast de school. · Maatwerkarrangementen in plaats van externe rebound.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. In de visie van het management is voor de kwaliteit van het onderwijs een goed personeelsbeleid noodzakelijk. Er wordt veel geïnvesteerd in scholing, op basis van een scholingsplan. Door de vele scholingsactiviteiten, zowel voor individuele docenten als op teamniveau, zowel extern als in huis, blijven docenten, teams en directieleden zich ontwikkelen. Docentenstages zijn daar dit jaar aan toegevoegd. De directieleden investeren daarnaast in systematische lesbezoeken om de kwaliteit van het pedagogisch en didactisch handelen te verhogen. Ook de rollen in de les als presentator, didacticus en dergelijke komen aan de orde. Dit aspect is volop in beweging om de deugdelijkheid van het didactisch proces te verbeteren, zodat de leerlingen in de enquêtes de kwaliteit van de lessen hoger waarderen. De visitaties via ORION door collega-scholen vinden nog steeds plaats. Er is sprake van zowel continuïteit als ontwikkeling. Het lerend karakter van de school is evident. De meest recente tevredenheidonderzoeken zijn afgenomen in 2013. Gemiddelde score op de tevredenheidonderzoeken Medewerkertevredenheid* Oudertevredenheid Leerlingtevredenheid

Gemiddelde score school 3,3 7,2 7,2

Landelijke score 3,3 7,2 6,8

*Score op een vijfpuntsschaal

In haar aanmeldingsformulier geeft de school aan dat ze naar aanleiding van de tevredenheidonderzoeken de volgende stappen heeft gezet. ‘Ouderklankbordgroep viermaal per jaar met enquêtes en bijeenkomsten. Grote inbreng door leerlingen bij Pius X-tv, opzet gala en laatste schooldag, zinvolle invulling uitvaluren. Detaillering cijfers: Leerlingen Ouders

Vmbo-b 7,7 (landelijk 6,8) 7,4 (landelijk 7,3)

Vmbo-k 6,7 (6,6) 7,1 (7,2)

Vmbo-gt 6,9 (6,7) 7,1 (7,1)

Ziekteverzuim medewerkers: 3,05% (landelijk 5,85%).’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan.

8


In de enquêtes geven alle partijen aan dat het Pius X-College een veilige school is met een prettige sfeer, waar mensen elkaar aanspreken, waar de regels duidelijk zijn en die daarmee bijdragen aan een prettig schoolklimaat. De communicatie tussen ouders en school verloopt goed. Ook de mentoren doen hun werk naar tevredenheid van de leerlingen en ouders. Tijdens het schooljaar zijn er talloze gelegenheden waarin de ouders met de school in al haar facetten kennis kunnen maken, zoals de school hierboven aangeeft. Het Pius X-College is een bruisende school waar veel valt te beleven en te ontdekken. Pius X-tv maakt daar onder andere registraties van en reportages over, waarvan alle betrokkenen rondom de school kennis kunnen nemen.

7. Het excellentiebeleid van de school (Criterium 5) Uitgangspunt van de jury is dat een excellente school zeer goede resultaten behaalt en een weloverwogen onderwijsinrichting laat zien. Daarenboven kan een school op een specifiek excellentiegebied uitblinken. Dat kan betrekking hebben op diverse zaken en bijvoorbeeld gericht zijn op een inhoudelijk domein en/of op een specifieke groep leerlingen. 7.1 Het schooleigen excellentiebeleid (Indicator XII) In haar aanmeldingsformulier noemt het Pius X-College als recente ontwikkeling binnen deze indicator het volgende. · ‘Maatwerktrajecten, inzet en expertise van praktijkonderwijs in de schakelklassen. · Kempenplus-project: een samenwerking tussen onderwijs, bedrijfsleven en overheid: werkvoorziening, arbeidstoeleiding en opleiding van jongeren met afstand tot arbeidsmarkt.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Het excellentiebeleid van het Pius X-College vindt zijn oorsprong in de ambities de lat steeds hoger te leggen. Daartoe worden allerlei activiteiten ondernomen: van mentoren die door het bezoeken van oud-leerlingen onder het motto ‘tip-top’ willen achterhalen wat beter kan, maatwerktrajecten (zoals hierboven door de school benoemd), een kunstklas, een project Focus en Passie voor Techniek tot en met initiatieven in samenwerking met het bedrijfsleven om het beroepsonderwijs toekomstbestendig te maken en te blijven versterken. Zoals het juryrapport 2013 aangeeft, heeft de school met haar excellentiebeleid de intentie de kenmerken van een streekschool verder uit te bouwen via omgevingsgericht onderwijs. Dat laatste aspect geeft duidelijk profiel aan het excellentiebeleid dat nu wordt vormgegeven. Daarnaast heeft het Pius X-College zich tot doel gesteld het excellentiebeleid uit te dragen door kennis en ervaringen te delen met andere scholen. 7.2 Erkenning door externe partijen (Indicator XIII) In de aanmelding beschrijft de school de volgende recente ontwikkeling. · ‘Timmerwedstrijden regionaal 1e en 2e plaats. · Laswedstrijd 2e plaats.’ De jury heeft diverse referenten gevraagd in hoeverre ze de kwaliteit van het Pius X-College onderschrijven en het excellentiebeleid van de school herkennen.

9


Van vier referenten kreeg de jury een reactie. Uit deze referenties komt onder meer naar voren dat er een goede overdracht is vanuit het basisonderwijs, dat de school instroombevordering beoogt in technische opleidingen door deelname aan het project Focus en Passie voor Techniek. Verder noemen ze de hoge mate van betrokkenheid bij de leerlingen en de professionaliteit van de docenten. Alle referenten geven aan de school excellent te vinden. 7.3 Versterking van het excellentiebeleid in de toekomst (Indicator XIV) In de aanmelding noemt de school als recente ontwikkeling het volgende. · ‘Ontwikkeling van het ict-visiedocument, waarin we docenten en leerlingen mee willen nemen in ontwikkeling van een curriculum van de 21e eeuw met behulp van eigen devices. · Opzet wijkleerbedrijf Samen zorgen thuis in Bladel in samenwerking met Summa College.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Omgevingsgericht onderwijs als excellentieprofiel vraagt ook om activiteiten die de school in de eigen omgeving toekomstbestendig maken. Het Pius X-College wil daartoe haar onderwijs, met name in het vmbo, versterken door in te zetten op digitalisering. Termen als Flipping the Classroom en Leerling2020, een project voor gedifferentieerd en gepersonaliseerd leren met behulp van ict, geven aan waar de school naartoe wil. Tablets in de klas zijn daarin mogelijk volgend jaar een eerste stap voor brugklassers.

8.

Opmerkingen Inspectie Geen aanvullende opmerkingen.

9.

Conclusie van de jury Het Pius X-College is een streekschool met zo’n 2300 leerlingen. Het is een brede school die de opleidingen van praktijkonderwijs tot en met vwo aanbiedt. Ongeveer twee derde van de leerlingen bezoekt het vmbo en het praktijkonderwijs. Deze rapportage betreft het gehele vmbo, dus met de basisberoepsgerichte leerweg, de kaderberoepsgerichte leerweg, de gemengde leerweg en de theoretische leerweg. Het vmbo heeft eerder de predicaten Excellente School 2012 en Excellente School 2013 ontvangen. Het rendement van de onderbouw is op alle leerwegen net onder het landelijk gemiddelde. Het rendement van de bovenbouw ligt bij het vmbo-b en het vmbo-k ruim boven het gemiddelde en bij het vmbo-gt net bovengemiddeld. Het gemiddelde voor het centraal examen ligt bij het vmbo-b en het vmbo-k op of rond het gemiddelde en is bij het vmbo-gt ruim bovengemiddeld. Het kernvak wiskunde scoort ruim bovengemiddeld op het vmbo-k en het vmbo-gt. De kernvakken Nederlands en Engels scoren gemiddeld. Bij de overige vakken scoort het vmbo-gt veelal ruim bovengemiddeld; het vmbob en -k scoren gemiddeld, waarbij er zowel positieve als negatieve uitschieters zijn. De profielen Landbouw en Techniek van het vmbo-b scoren ruim bovengemiddeld. Bij de aanvullende leergebieden is er ruim aandacht voor culturele vorming.

10


Aandacht voor burgerschap is vooral terug te zien in de maatschappelijke stage en in enkele overige activiteiten. De sociaal-emotionele ontwikkeling is ondergebracht bij de leerlingenzorg die goed is georganiseerd. De school heeft veel leerlingen met een lwoo-indicatie (21%), bij wie met name sprake is van gedragsproblemen. Voor leerlingen die zorg nodig hebben, biedt de school uitstekend maatwerk. Het ambitieniveau in de regio is gemiddeld genomen niet erg hoog. Wat opvalt, zijn de opstroom- en afstroomgegevens: op alle leerwegen heeft een kwart tot ruim de helft van de leerlingen een hoger schooladvies dan de gevolgde leerweg. Daarnaast hebben het vmbo-k en het vmbo-gt veel leerlingen die op een hoger niveau onderwijs volgen dan het schooladvies. Er is hiermee reden het determinatieproces van de school, met name voor de leerlingen met een lwoo-indicatie, nader te analyseren. De school heeft actie ondernomen om de kwaliteit van advisering vanuit de basisschool te verbeteren. Er is een duidelijk verband tussen de inrichting van het onderwijsleerproces en de resultaten. De school kent een uitstekende leerlingenzorg met veel maatwerk. Het leren wordt betekenisvol en praktijkgericht ingevuld onder andere door de kwalitatief uitstekende stages, waarbij het Pius X-College breed de samenwerking met de omgeving en bedrijven zoekt. Via docentstages bij deze bedrijven ontwikkelen de docenten zich verder op het terrein van betekenisvol leren. De directie stuurt krachtig aan op onderwijsontwikkeling die gevoed wordt vanuit de omgeving. De school werkt vanuit een breed perspectief aan kwaliteitsverbetering van het onderwijs. Data worden geanalyseerd, waarna bijstelling plaatsvindt. Er is veel aandacht voor de professionele ontwikkeling van docenten, teams en directie. Het schoolklimaat is prettig en veilig. Het eigen excellentieprofiel van de school kenmerkt zich met name door de sterke gerichtheid op de omgeving bij de ontwikkeling van het onderwijs. De school bruist van activiteiten en initiatieven op velerlei terreinen, waarbij de verbinding met de omgeving wordt gelegd en de samenwerking wordt gezocht. De opgedane kennis en ervaring wil de school graag delen. Als sterke punten van de school noemt de jury het omgevingsgerichte onderwijsaanbod met daarnaast veel aandacht voor creativiteit en sportiviteit. Hiermee richt de school zich niet alleen op de cognitieve ontwikkeling van de leerling maar ook op diens toekomstig maatschappelijk functioneren. Andere sterke punten zijn met name de maatwerktrajecten, de krachtige leiding en het lerend vermogen van de school. Als aandachtspunt wil de jury het determinatieproces noemen: er zijn veel leerlingen die onderwijs volgen op een lager niveau dan het schooladvies. Het Pius X-College heeft al initiatieven richting de basisschool ontplooid, maar er is binnen de eigen determinatie aanleiding voor verdere ontwikkeling. De school als geheel heeft een coherent verhaal: de aanpak komt voort uit een visie en leidt tot resultaten.

11


Alles overziende is de jury van oordeel dat het Pius X-College op basis van de door de jury waargenomen kenmerken en gerapporteerde bevindingen het predicaat Excellente School (vmbo) 2014 toekomt. De school is op hoog niveau gebleven en er is sprake van verdere ontwikkeling op diverse relevante terreinen.

12

Jury Excellente Scholen

Recommend Documents