Jury Excellente Scholen Schoolrapport 2014
Kandinsky College, Sint Jorisschool VO | vmbo Nijmegen
628507_O20_OM_[VOex]_1-1.indd 23
09-01-15 15:03
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
Schoolrapportage 1. Achtergrondgegevens van de school Gegevens van de school: 02ST Aanvrager Locatie (vestigingsnummer) Adres Aangemelde schoolsoort
Kandinsky College dhr. Galesloot Sint Jorisschool (5) Heyendaalseweg 45 Nijmegen Vmbo-t
Leerlingenaantal
166 (door de school zelf opgegeven, april 2014)
Bestuur:
Stichting Scholengroep Rijk van Nijmegen
De aanmelding van het Kandinsky College Sint Joris geldt voor vmbo-theoretische leerweg. De Sint Jorisschool is een school voor leerwegondersteunend onderwijs vmbo, die opleidt voor het diploma vmbo-t. De school is gehuisvest net buiten het centrum van de stad in Nijmegen-Oost. De school wordt bezocht door ongeveer 160 leerlingen die afkomstig zijn uit een grote regio. Het onderwijsaanbod van Sint Joris is zo bijzonder dat het voedingsgebied een straal heeft van 30 km. Het is een witte school met groepen van maximaal 18 leerlingen. Het team bestaat overwegend uit mannen en telt relatief weinig parttimers. De kleinschaligheid is een van de succesfactoren.
2. Motivatie van de school De onderbouwing die het Kandinsky College Sint Joris bij de aanmelding als kandidaat Excellente School 2014 gaf, luidt als volgt. ‘De Sint Jorisschool is een nevenvestiging zorg die leerlingen opleidt voor het vmbo-t-diploma. De school behaalt uitstekende leerresultaten met een doelgroep die in meerdere opzichten kwetsbaar is. Een recent dossieronderzoek heeft uitgewezen dat onze leerlingen vanwege hun problematieken deze resultaten niet in het regulier onderwijs zullen behalen. De mogelijkheden die kleinschaligheid en aanvullende expertise bieden, worden ten volle benut. De school is in staat om naast de focus op leerresultaten meer dan voldoende aandacht te bieden aan een breed scala van activiteiten in het kader van een brede vorming. De school hecht grote waarde aan een continue aandacht voor professionalisering toegespitst op de ontwikkeling van de school en de specifieke competenties ten gevolge van het werken met een specifieke doelgroep.’
3. De resultaten, breed opgevat (Criterium 1) Hierbij onderscheidt de jury drie gebieden: 1. resultaten op de kernvakken: Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen; 2. resultaten op de andere vakken en leergebieden; 3. resultaten op aanvullende gebieden zoals burgerschap, sociaal-emotionele vorming, culturele vorming, redzaamheid, internationale oriëntatie.
1
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
3.1 Resultaten op de kernvakken (Indicator I) Hieronder geven we een overzicht van de resultaten van het Kandinsky College Sint Joris over de periode 2011-2013 die de Inspectie van het Onderwijs aan de jury heeft verstrekt. Hierbij is gebruik gemaakt van de ruwe scores. Resultaatgegevens afkomstig van de Inspectie Vmbo-(g)t Rendement onderbouw* 3 Rendement bovenbouw* 4 Gemiddelde centraal examen* 4,7 Gemiddeld verschil CE en SE** 0,28 * Gemiddelde van de score op een vijfpuntsschaal 2011-2013. ** Gemiddelde over de periode 2011-2013.
Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld
cijfer cijfer cijfer cijfer
CE CE CE CE
Vmbo-(g)t 6,4 6,4 6,4 6,6
2011 2012 2013 2014
Vmbo-(g)t 88%
Succesvolle plaatsing leerjaar 1 vervolgopleiding, 2012
Op grond van de resultaten die het Kandinsky College Sint Joris in 2011, 2012 en 2013 heeft behaald, stond de school niet in een voorselectie die de Inspectie van het Onderwijs aan de jury heeft verstrekt. De onderstaande gemiddelde cijfers bij het centraal examen over de periode 2011-2013 heeft de school zelf aangeleverd bij haar aanmelding. Na het schoolbezoek is het overzicht aangevuld met de gegevens over 2014. Eindexamenresultaten vmbo (g)t (CE) 2011 2012 Nederlands 5,6 6,2 Engels 6,3 6,3 Wiskunde 6,7 6,6
2013 6,5 6,5 6,7
2014 6,3 7,1 6,7
De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De opbrengsten blijven al enkele jaren achtereen op een mooi niveau. Het gemiddelde cijfer voor alle vakken van alle leerlingen is gelijk aan het landelijk gemiddelde. Net als het cijfer voor Nederlands. Voor Engels en wiskunde scoort Sint Joris respectievelijk 0,4 en 0,2 hoger dan het landelijk gemiddelde. Alles overziend zijn de opbrengsten van de school met deze populatie leerlingen zonder meer goed te noemen. Reflectie Score Dronkers 2013
8,5
3.2 Resultaten op andere leergebieden uit het standaardcurriculum (Indicator II) Ook het gemiddelde over de overige vakken bij het centraal examen (2011-2013) heeft de school zelf aangeleverd bij haar aanmelding. Na het schoolbezoek is het overzicht aangevuld met de gegevens over 2014.
2
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
Eindexamenresultaten vmbo (g)t (CE) 2011 2012 2013 2014 Gemiddelde overige examenvakken* 6,0 6,2 6,5 6,2 * De som van het gemiddelde op de overige examenvakken gedeeld door het aantal overige examenvakken.
De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Het aantal overige vakken op deze school bedraagt zeven. Drie daarvan hadden een gering aantal deelnemers, waardoor het gemiddelde onevenredig laag uitvalt. 3.3 Resultaten op aanvullende leergebieden (Indicator III) In haar aanmelding geeft de school aan dat ze op de volgende aanvullende gebieden aantoonbaar zeer goede resultaten boekt: · burgerschap; · sociaal-emotionele vorming; · culturele vorming. De systematiek die de school daar volgens de aanmelding bij hanteert, is als volgt. ‘De school werkt met een geïntegreerd beleidsplan burgerschap en maatschappelijke stage.’ (bij burgerschap) ‘Magister, IHP (individueel handelingsplan), GHP (groepshandelingsplan), registratie beoordelingskenmerken, determinatie leerjaar 2 en volgende.’ (bij sociaal-emotionele vorming) ‘De school werkt met een cultuurbeleidsplan en een activiteitenplan per schooljaar.’ (bij culturele vorming) In haar aanmelding noemt de school de volgende vorderingen die bij deze aanvullende gebieden worden geboekt. ‘Project De Oversteek; Leefstijl; maatschappelijke stage; project Gelijk Spel in samenwerking met NEC.’ (bij burgerschap) ‘Resultaatgerichtheid IHP; trajectklas; lerende jaarlaagteams.’ (bij sociaalemotionele vorming) ‘Cultuurdag Verenigde Staten; cultuurdag Iedereen gelijk; theater, toneel, animatie.’ (bij culturele vorming) De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De school bereidt haar leerlingen weloverwogen en structureel voor op de maatschappij. Bij burgerschap staan drie domeinen centraal: democratie, participatie en identiteit. In ieder domein komen doelen met betrekking tot kennis, vaardigheden en houding aan bod. Het doel van burgerschap is dat leerlingen actief mee gaan doen in de samenleving en hun identiteit ontwikkelen. Een voorbeeld is de bewuste keuze van de school om voor haar witte publiek de ins en outs te belichten van de islam en de leerlingen kennis te laten maken met moslims, onder andere door een bezoek aan een moskee. Sint Joris heeft na afschaffing van de wettelijke stage haar eigen stagemodel vormgegeven. Deels naar aanleiding van de zorgvraag en deels vanwege het enthousiasme van de leerlingen. Bij de stages leren de leerlingen zich in te zetten voor anderen. Eerst in de school, klas 1 en 2, dan om de school, klas 3, en
3
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
vervolgens buiten de school. De leerlingen houden een portfolio bij van de stages. De eigen opzet van de stages maakt het de school mogelijk ook beroepsoriënterende stages te organiseren en zo in te bedden in de loopbaanoriëntatie. De school organiseert sponsorlopen en -zwemmen voor diverse goede doelen. In klas 1 hanteert ze de methode Leefstijl. Tijdens de schoolloopbaan nemen de leerlingen deel aan een aantal projecten binnen en buiten de school. Onderwerpen zijn bijvoorbeeld op actieve manier kennis maken met mensen die ‘anders’ zijn in de breedste zin van het woord: etnisch, lichamelijk, geestelijk, seksueel. Hierbij hoort onder andere een bezoek aan Werkenrode en gastlessen van afgevaardigden van het COC. Het portfolio dat digitaal wordt bijgehouden, omvat een doorlopende leerlijn van burgerschap, waarvan het eindcijfer meetelt voor het vak maatschappijleer in klas 4. De delegatie van de jury bekeek de matrix die de leerlingen ontvangen voor de opbouw van hun portfolio burgerschap en maatschappelijke stage. Deze matrix geeft een overzicht van activiteiten, toetsen, domeinen en doelen, de weging van de onderdelen en de tijd te besteden aan de onderdelen. De leerlingen spreken over zeer geslaagde onderdelen van het burgerschap, maar ook over lastige. Van de laatste onderdelen begreep de delegatie heel goed dat de leiding van deze witte school hiervoor bewust kiest. Hieruit blijkt dat de Sint Jorisschool haar activiteiten op een zorgvuldige manier opzet. Van de overige door de school aangegeven procedures, plannen (onder andere cultuurplan), activiteiten en projecten heeft de delegatie uitgebreide informatie ingezien. Hierin herkende ze dezelfde zorgvuldigheid.
4. De omstandigheden waarbinnen de school werkt (Criterium 2) In haar aanmelding stelt het Kandinsky College Sint Joris dat er omstandigheden zijn die van invloed zijn op de resultaten die de school met de leerlingen behaalt. 4.1 Leerlingkenmerken en procesinrichting (Indicator IV) De omstandigheden die de school in de aanmelding noemt, zijn als volgt. ‘De Sint Jorisschool werkt met leerlingen die een extra ondersteuningsbehoefte hebben vanwege meervoudige problemen op de volgende gebieden: gedrag (internaliserend en externaliserend), thuissituatie, lichamelijke problemen, problemen in leerhouding en leervaardigheid en problemen in niveau en leren. 50% van de leerlingen valt onder de categorie lwoo, de andere 50% onder lgf. De kleinschaligheid stelt de medewerkers in staat tegemoet te komen aan de behoefte tot extra ondersteuning. De kern wordt hierbij gevormd door een succesvol samengaan van de expertise van het docententeam met de expertise van de orthopedagogen in de jaarlaagteams. Het systematisch bespreken van leerlingen en klassen vormt hierbij de basis, waarbij de jaarlaagteams zich steeds meer gedragen als lerende teams.’ Het betreft 100% van de leerlingen. Volgens de aanmelding houdt de school daar op de volgende wijze rekening mee. · ‘Het werken met individuele en groepshandelingsplannen; · een aangepaste groepsgrootte; · een versterkt en goed gefaciliteerd mentoraat; · ondersteuning door orthopedagogen, remedial teachers en
4
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
· · · · · · · ·
schoolmaatschappelijk werkers; regelmatig terugkerende leerling- en groepsbesprekingen; een grote alertheid op het onderhoud van een veilig leerklimaat; een gestructureerd onderwijsaanbod; samenwerking met externen (met name ambulant begeleiders); een relatie met ouders gericht op een constructieve samenwerking; een pedagogisch en didactisch competent docententeam; een actief taal- en rekenbeleid; een gevarieerd repertoire aan pedagogische interventies binnen en buiten de klas (gedragsschrift; time-out; pauzelokaal; trajectklas; dug-out).’
De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De school ziet onderwijs en individuele zorg als een onlosmakelijk geheel. De focus is gericht op onderwijs: het behalen van het diploma. De school geeft individuele aandacht in de context van de groep en vraagt zich af: welke vaardigheden moeten we de leerling aanbrengen zodat hij in de groep kan leren? Daartoe richtte de school onder andere jaarlaagteams in. Deze teams zijn verantwoordelijk voor het onderwijs en een hoogwaardig niveau van zorg en begeleiding. Elk jaarlaagteam bestaat uit: · de mentoren van de jaarlaag; · ongeveer vier docenten die in de jaarlaag lesgeven; · een orthopedagoog/lid van het zorgteam; · een afdelingsleider. Deze teams hebben een beperkt aantal leerlingen onder hun hoede. De jaarlaagteams hebben een hoge frequentie van overleg. In de teams staan naast leerlingbesprekingen, activiteiten van de jaarlaag en dergelijke, ook professionalisering, intervisie en teamontwikkeling op de agenda. De mentor is de spil in de begeleiding, de eerst aangewezen contactpersoon voor de leerlingen, ouders en vakdocenten van zijn klas. Elke klas heeft een eigen mentor. De mentor krijgt regelmatig gegevens binnen over prestaties, werkinstelling, gedrag of bijzondere problemen en bespreekt deze informatie met de ouders, bijvoorbeeld op de rapportavonden. Deze inrichting maakt een adequate aansturing van leerlingen met zeer uiteenlopende problematieken mogelijk. 4.2 Leerlingkenmerken en resultaten (Indicator V) De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De opbrengsten van de school zijn in orde. De school levert goede prestaties met leerlingen die door hun problematiek met leerachterstanden binnenkomen. De zorgvuldig gestructureerde aanpak in deze kleinschalige setting maakt het mogelijk dat deze leerlingen, die op een regulier vmbo-t kansarm zijn, op Sint Joris wel in staat zijn een diploma halen. De helft van de leerlingen valt onder de categorie lwoo de andere helft onder lgf en/of een ondersteuningsbudget van het samenwerkingsverband. De leerlingen kunnen cognitief soms meer aan dan vmbo-t, maar gezien hun vaak complexe problemen is het een behoorlijke prestatie dat de school deze leerlingen naar een vmbo-t-diploma weet toe te leiden. Per schooljaar vallen een à twee leerlingen uit. Zij komen in een reboundgroep
5
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
terecht en keren vaak niet terug naar de Sint Jorisschool. Ook is er een trajectklas waarin leerlingen tijdelijk geplaatst zijn. 4.3 Benutting van het inzicht in leerwinst bij onderscheiden categorieën leerlingen (Indicator VI) In de aanmelding geeft de school het volgende voorbeeld waaruit blijkt dat ze leerwinst probeert bij te houden. · ‘Verslaglegging maatschappelijke stage; · toetstraject referentiekader MVT; · toetstraject referentiekader taal en rekenen; · onderwijsresultaten per vak per periode: Magister; · individueel handelingsplan.’ De school beschrijft in de aanmelding de wijze waarop ze de cijfers over de leerwinst gebruikt als volgt. ‘Per periode wordt er een cijferanalyse gemaakt en worden er actiepunten afgesproken voor de volgende periode. De voortgang en de prestaties van de leerlingen worden door de mentor bijgehouden. Hij verwerkt deze in de GHP’s en IHP’s en presenteert ze in de leerlingbespreking voor de lesgevers. Ambulant begeleiders, lesgevers en het zorgteam bespreken de gegevens van de leerling en spreken de actiepunten voor de volgende periode af. De mentor koppelt terug naar de leerling en de ouders. De school kent een doorlopende lijn in cito-leerlingvolgsysteemtoetsen. De gegevens van deze toetsen worden zorgvuldig geanalyseerd waarna vervolgstappen ingezet worden richting mentor, lesgevers, ouders en leerling.’ In de aanmelding geeft de school het volgende voorbeeld waaruit blijkt dat ze de cijfers over leerwinst vertaalt naar differentiaties aan de onderkant en aan de bovenkant (zwak- en goedpresteerders). ‘Om in een klas bestaand uit 100% zorgleerlingen optimale leerwinst te kunnen halen, is een schooleigen aanpak ontwikkeld. In lessen is een duidelijke structurering van lesstof aanwezig. Bij verwerken streven we naar een convergente differentiatie: iedereen een minimumdoel. Na klassikale instructie verwerken de leerlingen de leerstof individueel. De leerkracht krijgt tijd om zwakkere leerlingen verlengde instructie te geven, leerlingen individueel te helpen. Begaafde leerlingen kunnen verdieping- of verrijkingsstof krijgen. Deze aanpak is effectief bij de populatie van zorgleerlingen, omdat de leerlingen door hoge verwachtingen uitgedaagd blijven en omdat bij convergente differentiatie meer instructietijd voor de leerling mogelijk is waardoor hogere leerwinst mogelijk is.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De school hanteert genormeerde toetsen van Cito. De gegevens uit deze toetsen en methodetoetsen worden gebruikt om het IHP en GHP aan te passen. In de rapportages (dwarsdoorsnedes, niveaurapportages en trendanalyses) is de toegevoegde waarde van de school af te lezen. De grafieken taalverzorging, Nederlandse leesvaardigheid, woordenschat en rekenen/wiskunde (van een cohort van 46 leerlingen) brengen de leerwinst duidelijk in beeld. De delegatie bezocht enkele lessituaties. De docenten zijn in staat om in de
6
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
relatief kleine groepen zeer gedifferentieerd te werken. Na een korte instructie volgt voor enkele leerlingen een verlengde instructie. Leerlingen die geen nadere uitleg behoeven, gaan aan de slag met opdrachten uit hun studiewijzer. Als alle leerlingen aan hun opdrachten werken, helpt de docent individuele leerlingen bij hun verdiepingsopdrachten en de leerlingen die extra uitleg nodig hebben. De deskundigheid van de docent, niet alleen wat betreft de vakkennis maar ook in omgang met zijn leerlingen, en de goede toerusting van de school maken een hoge graad van differentiatie mogelijk. De outillage betreft niet alleen de lokalen met voldoende pc’s, maar ook leermiddelen. De leerlingen beschikken over boeken en over veel auditief materiaal. Er is tevens veel leerstof gedigitaliseerd. Bij meerdere methodes, wiskunde, natuurkunde, biologie, Duits, Engels en Nederlands, zijn er ook digitale oefenmodules en krijgen de leerlingen direct feedback na een gemaakte opdracht of oefening. Gemiddelde van de cijfers bij het centraal examen van de 20% beste leerlingen (2013) Nederlands 7,14 Engels 7,29 Wiskunde 7,54 Alle vakken 7,34
5. De inrichting van het onderwijsproces (Criterium 3) 5.1 Schoolspecifieke aanpak en proceskwaliteit (Indicator VII) In het aanmeldingsformulier noemt het Kandinsky College Sint Joris de volgende drie facetten als het meest kenmerkend voor de onderwijsaanpak die de school nastreeft: · structurering van de leerstof; · leerkrachtvaardigheden; · begeleiding van leerlingen. In de aanmelding licht de school dit als volgt toe. ‘Structurering van leerstof is bij ons een voorwaarde; onze leerling zijn in hoge mate afhankelijk van een kwalitatief goede en meer tijd vragende instructie. Dit betekent dat structurering nodig is om de vereiste vorderingen te kunnen maken. Leerkrachtvaardigheden gericht op optimale begeleiding van leerling en groep hebben bij ons permanent de aandacht: in jaarlaagteams, intervisie, samenwerking met ortho’s. Een goed gefaciliteerd mentoraat met optimale ondersteuning door ortho’s en afdelingsleiders zorgen voor een hoog niveau van leerlingbegeleiding.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De commissie van begeleiding (CvB) van de Sint Jorisschool heeft een lange traditie (lom-mavo) in het begeleiden van leerlingenproblematieken die worden onderscheiden, in een onderzoek naar de populatie door Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt Nijmegen, R. Kennis en T. Eimers (2012): gedragsproblemen, thuisproblemen, problemen in de leerhouding en met leervaardigheden, en problemen in niveau en leren (leerachterstanden en taalproblemen). In de ontwikkelingsperspectieven van de leerlingen is te zien dat zij, ondanks
7
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
gemiddelde of bovengemiddelde intellectuele capaciteiten, om allerlei andere redenen extra ondersteuning behoeven. In de ondersteuningsbehoeftematrix wordt een aantal domeinen op vier niveaus van aanpassing uitgewerkt: organisatie van het onderwijs; leren; sociaal-emotioneel functioneren; praktische redzaamheid; communicatiesamenwerking met externe partners. Het groepsplan (groeidocument) vormt het uitgangspunt in de leerlingenbesprekingen. Onderwerpen zijn bijvoorbeeld het rooster, gedragsverwachtingen en vervolgens een matrix met aanwijzingen voor de docent: leerlingkenmerken, probleem, doel, aanpak/evaluatie. Doelstellingen worden met leerlingen besproken. Het volgsysteem Magister is voor school, leerlingen en ouders toegankelijk, inclusief zorgdossier en determinatiegegevens. De school bepaalt samen met de leerling wat aan begeleiding en ondersteuning nodig is om voldoende van het onderwijs te kunnen profiteren. Waar Sint Joris voorheen gericht was op het structureren van de omgeving van leerlingen met beperkingen, ervaart de school nu dat zij met een gedifferentieerd onderwijsaanbod meer het accent op onderwijs kan leggen. Dat is wat de school wil bieden: onderwijs. 5.2 Schoolspecifieke aanpak en organisatiekwaliteit (Indicator VIII) In het aanmeldingsformulier noemt de school de volgende drie facetten als het meest kenmerkend voor de wijze waarop ze is georganiseerd: · professionalisering van het personeel; · schoolklimaat; · ouderbetrokkenheid. In de aanmelding licht de school dit als volgt toe. ‘Professionalisering: constante aandacht voor pedagogische en didactische competenties; taalcoaches; teamscholing gerelateerd aan schoolontwikkeling; elke docent een bekwaamheidsdossier; gesprekscyclus; promotiebeleid naar LC. Schoolklimaat: slagvaardig handelen; trajectklas; pauzelokaal; kleinschaligheid. Ouderbetrokkenheid: versterkt mentoraat; ouderwerkgroep; aandacht voor communicatie.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Het team heeft de afgelopen jaren in studiebijeenkomsten gewerkt aan gericht taalbeleid, zodat een schoolbrede, gemeenschappelijke aanpak leidt tot het beschreven niveau in het referentiekader taal. Oftewel: elke docent is een taaldocent, elke les is een taalles. De gegevens van het huidige leerlingvolgsysteeem laten referentieniveaus zien op enkele gebieden. Het team heeft door middel van teamcoaching, sectiebeleid, doorlopende leerlijnen en taalvaardigheid bij zowel leerlingen als docenten taalvaardigheid in het algemeen breed opgezet in de school. In de planperiode van 2012-2016 wordt dit doorontwikkeld. Leesvaardigheid en taalverzorging blijven speerpunten. Het team zet in op leren aan de hand van vier pijlers: sectie; jaarlaagtoets; vaardigheidslijnen; vakleerkrachten. Aan het eind van het schooljaar worden analyses gemaakt van taalvaardigheden, lezen, luisteren, spreken, met behulp van het Europees Referentiekader (ERK). Met een project in samenwerking met Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) werken docenten aan de verbetering van de feedbackfunctie bij toetsen en
8
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
beoordelingen. De school ziet een verband tussen haar inzet en de opbrengsten bij de leerlingen.
6. Verband tussen de inrichting van het onderwijsproces en de resultaten die de school boekt (Criterium 4) 6.1 Veranderingen vanwege resultaten (Indicator IX) In het aanmeldingsformulier is aan het Kandinsky College Sint Joris gevraagd of ze een uitgewerkt systeem kent voor periodieke analyse van opbrengsten op verschillende niveaus: leerling, (jaar)groep, vakgebied, docent. De school geeft aan daarover te beschikken. In de aanmelding omschrijft de school dit systeem als volgt. ‘Leerling: leervorderingen in Magister; periodes van zes tot acht weken; rapporten leerling- en groepsbesprekingen; toetskalender naar aanleiding van referentiekader MVT; idem voor taal en rekenen; IHP’s; enquêtes. Jaarlaag: groepsbesprekingen; determinatietraject. Sectie: analyse per periode; monitoren van afgesproken acties. Docent: HRM-gesprekscyclus; medewerkertevredenheidonderzoek.’ Tijdens haar presentatie voor een delegatie van de jury heeft de school onder meer aandacht besteed aan de relatie tussen haar aanpak en de resultaten die ze boekt. Kern van het succes ligt in de kleinschaligheid (maximaal achttien leerlingen per groep), de bekwaamheid van de docenten en de organisatie in jaarlaagteams. Binnen die teams staat de onderwijsbehoefte centraal. De school merkt op dat ze de afgelopen jaren steeds meer school is geworden. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De school heeft een accentverschuiving van zorg centraal naar onderwijs centraal bewerkstelligd. De onderwijsorganisatie, de onderwijsstijl, de onderwijsinhoud en de begeleiding van leerlingen zijn onder de loep genomen. Het team, meer mannen dan vrouwen en weinig parttimers, werkt effectief samen. De docenten reflecteren op hun pedagogische, didactische en communicatieve vaardigheden. Docenten geven elkaar feedback over de mate waarin ze gewenste competenties zien. De school ontwikkelt vaardigheden bij leerlingen die hen helpen bij het verwerken van de leerstof. Als bij de kernvakken de referentiescore 2F in gevaar dreigt te komen, volgt aanpak van dit probleem. De leerlingen zijn eigenaar van hun leerproces en geven zelf de behoefte aan structuur aan. In een gesprek met de leerlingen valt op hoe goed zij hun sterke en zwakke kanten kunnen benoemen en ook hoe zij gebruikmaken van het ondersteuningsaanbod van de school. 6.2 Vasthouden van resultaten (Indicator X) In de aanmelding noemt de school het volgende voorbeeld van een aantoonbaar geslaagde interventie die ze naar aanleiding van de periodieke analyses heeft toegepast. ‘Monitoring van behaalde resultaten bij SE op sectieniveau na elke rapportvergadering, onder andere door sturing op de normering van SE-toetsen. De examensecretaris levert na elk SE een overzicht van de behaalde SE-cijfers,
9
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
afgezet tegen de CE-cijfers van het voorgaande schooljaar en signaleert mogelijke knelpunten. De secties ondernemen op basis van gesignaleerde knelpunten passende acties. Excelformat aanbieden aan secties en toepassen op SE-cijfers. Driemaal per jaar, na elk SE, een plenaire bijeenkomst met sectieleiders en examinatoren om voortgang en knelpunten in het SE te bespreken. Tijdens het derde overleg vindt tevens de CE- en WOLF-instructie plaats.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De school rapporteert vorderingen van de leerlingen aan het basisonderwijs tot een jaar na schoolverlating en stuurt een kaartje met kerst. De school wil deze terugrapportage in tijd uitbreiden. Het leerpotentieel van de leerling wordt met de ouders besproken. Wanneer de ontwikkelingen boven verwachting positief zijn, kiezen ouders er in de meeste gevallen toch voor om hun kind op de Sint Jorisschool het diploma te laten halen. De school volgt de leerprestaties nauwgezet aan de hand van trendanalyses en monitort begeleiding en ondersteuning. De school ontwikkelt zich meer en meer in de visie op passend onderwijs. Het standpunt van de school is dat de internaliserende en externaliserende problemen van de leerlingen hen levenslang parten zullen spelen en dat de leerlingen erbij gebaat zijn deze beperkingen te compenseren met vaardigheden (plannen, hulpvragen) en het ontwikkelen van talenten die er wel zijn. Met mentorlessen en korte lijnen geeft de school individueel en aan de groep veel sturing en feedback. De opbrengsten hiervan worden opgenomen in een logboek in Magister. 6.3 Kwalificatie, professionaliteit, schoolkennis (Indicator XI) In de aanmelding geeft de school het volgende voorbeeld van de wijze waarop kennisdeling en ontwikkeling binnen de school worden vormgegeven. ‘Teamscholing toetsen en beoordelen Doelen: · docenten krijgen concrete handvatten voor het verbeteren van de kwaliteit van hun toetsen; · mede vormgeven van een toetsbeleid dat recht doet aan de specifieke kenmerken van de leerlingenpopulatie enerzijds en de eisen van de opleiding anderzijds. Doelgroep: secties en docenten. Resultaat: · analyse van huidige toetskwaliteit; · kennisontwikkeling over aanpak en toetsanalysemodellen; · kennismaking met ict-mogelijkheden; · kwaliteitsafspraken over toetsen worden vastgelegd.’ Als belangrijkste thema’s binnen het professionaliseringsbeleid noemt de school in de aanmelding het volgende. · ‘Taalbeleid; · handelingsperspectieven in ondersteuning van leerlingen en groepen; · toetsen en beoordelen.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan.
10
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
De school heeft sterk ingezet op een organisatie met korte lijnen. De manier van werken is theoretisch onderbouwd. Er is op teamniveau geschoold om een omslag te bewerkstelligen. De verschillende functionarissen dragen zeer bij aan diagnostiek, onderwijsontwikkeling en rendementen, waardoor in de leerlinggroepen een convergerende benadering kan ontstaan (in plaats van individuele therapieën in ruimtes buiten de klas). Met scholing is ook gezorgd dat vakdocenten meer affiniteit ontwikkelen met pedagogische competenties. Het team heeft de smaak te pakken en wil de onderwijsinhoud nog sterker op poten zetten en daarmee recht doen aan verschillen bij leerlingen. De meest recente tevredenheidonderzoeken zijn afgenomen in 2014. Gemiddelde score op de tevredenheidonderzoeken Medewerkertevredenheid Oudertevredenheid Leerlingtevredenheid
Gemiddelde score school 7,4 7,9 7,8
Landelijke score 6,8 7,1 6,7
In haar aanmeldingsformulier geeft de school aan dat ze naar aanleiding van de tevredenheidonderzoeken de volgende stappen heeft gezet. ‘Deze gegevens zijn zeer recent. Schoolleiding maakt voorlopige analyse. Resultaten ouders worden besproken in de ouderwerkgroep. Naar aanleiding hiervan worden aanbevelingen gedaan naar schoolleiding. Resultaten medewerkers worden in teamvergadering besproken. Naar aanleiding hiervan worden aanbevelingen gedaan naar schoolleiding.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De directie had niet begrepen dat ze ouders had mogen uitnodigen. Dat werd zeer spijtig gevonden, omdat de ouders hadden kunnen bijdragen aan het beeld van de school. De ouders zijn tevreden.
7. Het excellentiebeleid van de school (Criterium 5) Het uitgangspunt van de jury is dat een excellente school zeer goede resultaten behaalt en een weloverwogen onderwijsinrichting laat zien. Daarenboven kan een school op een specifiek excellentiegebied uitblinken. Dat kan betrekking hebben op diverse zaken en bijvoorbeeld gericht zijn op een inhoudelijk domein en/of op een specifieke groep leerlingen. 7.1 Het schooleigen excellentiebeleid (Indicator XII) Volgens de aanmelding kent de Sint Jorisschool een excellentiegebied waarop de focus wordt gelegd. De school licht dit in haar aanmeldingsformulier als volgt toe. ‘Alle leerlingen hebben een specifieke ondersteuningsbehoefte. Ons excellentiebeleid is gericht op het behalen van reguliere resultaten met leerlingen die te maken hebben met een meervoudige problematiek. Dit doen we vooral door intensieve ondersteuning van leerling en groep.’ De aandacht voor het excellentiegebied is gericht op alle leerlingen van de school. Tijdens haar presentatie voor een delegatie van de jury heeft de school aandacht besteed aan haar excellentiebeleid. De zorg van de leerling was en is het sleutelbegrip bij het Kandinsky College Sint Joris. In de ontwikkeling van de
11
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
school en de daarbij behorende visie past de stap om het begrip zorg te vervangen door ondersteuning. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De expertise van de school is opgebouwd in jarenlange begeleiding van leerlingen met meervoudige problematieken. Haar kracht ligt in het besef dat de problemen van dien aard zijn dat leerlingen er hun hele leven mee belast zullen blijven. De school maakt vervolgens de keuze een kanteling te maken naar het ontwikkelen van vaardigheden bij leerlingen en te zoeken naar mogelijkheden van compensatie. Een andere kijk op leerlingen heeft geleid tot opbrengstgericht gedrag bij leraren en een organisatie die kan inspelen op de leerbehoeften van de leerling als eigenaar van het leerproces. 7.2 Erkenning door externe partijen (Indicator XIII) In de aanmelding stelt de school dat het gebied respectievelijk de gebieden waarop ze uitblinkt, wordt/worden erkend door externe partijen (bijvoorbeeld andere scholen, ouders of andere partners). De school licht dit in haar aanmeldingsformulier als volgt toe. ‘In deze regio doen veel vo-scholen een beroep op ons als zij vastlopen met een leerling (in toenemende mate). Ouders: zie de resultaten van oudertevredenheidonderzoeken.’ De herkenbaarheid van het excellentiegebied blijkt volgens de aanmelding verder uit: · deelname aan een netwerk dat betrekking heeft op dit gebied; · verworven projectgelden op dit gebied. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De Sint Jorisschool vormt al jaren een vangnet voor leerlingen die door hun beperkingen moeilijk te plaatsen blijken in het vo. De school is bekend bij zorgen adviesteams in de regio, verwijzend basis- en speciaal onderwijs. Ouders, ten einde raad bij moeizame plaatsing van hun kind in het vo, delen hun positieve ervaring met de plaatsing in de Sint Jorisschool (mond-tot-mondreclame). De jury heeft diverse referenten gevraagd in hoeverre ze de kwaliteit van het Kandinsky College Sint Joris onderschrijven en het excellentiebeleid van de school herkennen. Van zes referenten kreeg de jury een reactie. Uit deze referenties komt onder meer naar voren dat diverse elementen van de PBS-aanpak (Positive Behavior Support) zorgen voor een positief leerklimaat, dat het onderwijsaanbod gedifferentieerd en evenwichtig is en dat de resultaten goed zijn. Alle referenten onderschrijven dat het Kandinsky College Sint Joris een excellente school is. 7.3 Versterking van het excellentiebeleid in de toekomst (Indicator XIV) Het Kandinsky College Sint Joris heeft plannen om haar excellentiefocus in de toekomst verder te versterken. De school beschrijft deze plannen in haar aanmeldingsformulier als volgt. ‘We zijn voornemens om de onderwijsresultaten verder te verbeteren door meer recht te doen aan verschillen, mede door de inzet van ict. Hiertoe voeren we op
12
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
dit moment gesprekken met de HAN en dit is in lijn met het innovatiebeleid van de scholengroep waar de Sint Jorisschool deel van uit maakt.’ Volgens de aanmelding sluiten de plannen op de volgende wijze aan op specifieke behoeften van (groepen) leerlingen. ‘Onze school zal in het kader van passend onderwijs voor steeds meer leerlingen een tijdelijk verblijf vormen (OPDC). Dat maakt de behoefte om per leerling individuele leertrajecten te volgen steeds groter.’ In de aanmelding wordt de aansluiting op de door de school gehanteerde didactische aanpak als volgt beschreven. ‘Onze didactische aanpak is gestructureerd, maar vraagt nu (zie boven) om een meer gedifferentieerde aanpak. We zien mogelijkheden om middels een pilot met ict te onderzoeken hoe we tegemoetkomen aan een steeds urgentere differentiatievraag.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De school wil de onderwijsinhoud sterker uitwerken om nog meer te kunnen differentiëren. Ze wil onderzoek doen naar de rekenvaardigheden van de leerlingen om hierin, net als bij taal, een verbeterslag te maken.
8. Opmerkingen Inspectie Geen aanvullende opmerkingen.
9. Conclusie van de jury Het Kandinsky College Sint Joris is een school voor leerwegondersteunend onderwijs vmbo, die opleidt voor het diploma vmbo-t. De school is gehuisvest net buiten het centrum van de stad in Nijmegen-Oost. De school wordt bezocht door ongeveer 160 leerlingen die afkomstig zijn uit een grote regio. De Sint Jorisschool heeft zich in 2014 voor het eerst kandidaat gesteld. De school weet een ingewikkelde leerlingenpopulatie uit te dagen om te presteren. In een veilige omgeving ervaren leerlingen dat zij met hun probleem geen uitzondering zijn. De leerling kan een beroep doen op ondersteuning en begeleiding, waardoor het leerproces zo min mogelijk obstakels ondervindt. De school behaalt goede resultaten op kernvakken. Voor de overige vakken is door de geringe aantallen leerlingen bij sommige vakken het resultaat van één leerling van grote invloed. De school hanteert genormeerde toetsen van Cito. De gegevens uit deze toetsen en uit methodetoetsen worden gebruikt om het IHP en GHP aan te passen. In de rapportages (dwarsdoorsnedes, niveaurapportages en trendanalyses) is de toegevoegde waarde van de school af te lezen. De grafieken taalverzorging, Nederlandse leesvaardigheid, woordenschat en rekenen/wiskunde (van een cohort van 46 leerlingen) brengen de leerwinst duidelijk in beeld. De school stelt samen met de leerling vast wat er aan begeleiding en
13
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
ondersteuning nodig is om voldoende van het onderwijs te kunnen profiteren. Waar de Sint Jorisschool voorheen gericht was op het structureren van de omgeving van leerlingen met beperkingen, ervaart de school nu dat zij met een gedifferentieerd onderwijsaanbod meer het accent op onderwijs kan leggen. Dat is wat de school wil bieden: onderwijs. De school heeft een accentverschuiving van zorg centraal naar onderwijs centraal bewerkstelligd. De onderwijsorganisatie, de onderwijsstijl, de onderwijsinhoud en de begeleiding van leerlingen zijn onder de loep genomen. Het team, meer mannen dan vrouwen en weinig parttimers, werkt effectief samen. De docenten reflecteren op hun pedagogische, didactische en communicatieve vaardigheden. Zij geven elkaar feedback over de mate waarin ze gewenste competenties zien. De school ontwikkelt vaardigheden bij leerlingen die hen helpen bij het verwerken van de leerstof. Als bij de kernvakken de referentiescore 2F in gevaar dreigt te komen, pakt de school dit probleem aan. De leerlingen zijn eigenaar van hun leerproces en geven zelf de behoefte aan. De expertise van de school is opgebouwd in jarenlange begeleiding van leerlingen met meervoudige problematieken. Haar kracht ligt in het besef dat de problemen van dien aard zijn dat leerlingen daar hun hele leven mee belast zullen blijven. De school maakt vervolgens de keuze een kanteling te maken naar het ontwikkelen van vaardigheden bij leerlingen en te zoeken naar mogelijkheden van compensatie. Een andere kijk op leerlingen heeft geleid tot opbrengstgericht gedrag bij leraren en een organisatie die kan inspelen op de leerbehoeften van de leerling als eigenaar van het leerproces. De school bereidt haar leerlingen weloverwogen en structureel voor op de maatschappij. Bij burgerschap staan drie domeinen centraal: democratie, participatie en identiteit. In ieder domein komen doelen met betrekking tot kennis, vaardigheden en houding aan bod. Het doel van burgerschap is dat leerlingen actief gaan meedoen in de samenleving, en hun identiteit ontwikkelen. Een voorbeeld is de bewuste keuze van de school om voor haar witte publiek de ins en outs te belichten van de islam en de leerlingen kennis te laten maken met moslims, onder andere door een bezoek aan een moskee. De school als geheel heeft een coherent verhaal; de aanpak komt voort uit een visie en leidt tot resultaten. De schoolleiding maakt, geïnspireerd door de visie op passend onderwijs, een beweging die haar brengt van ‘zorg’ naar onderwijs. De over een lange periode opgebouwde expertise wordt ingezet voor gedifferentieerd onderwijs, met de leerlinggroep als uitgangspunt. Met teamscholing en een open opstelling ten opzichte van ingrijpende veranderingen in de schoolcultuur is de organisatie getransformeerd naar een wendbare en slagvaardige groep medewerkers. Interessante punten uit referenties zijn de aandacht voor de inzet van PBS en de unanimiteit van hun oordeel over de school. Alles overziende is de jury van oordeel dat het Kandinsky College Sint Joris op
14
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
basis van de door de jury waargenomen kenmerken en gerapporteerde bevindingen het predicaat Excellente School (vmbo-t) 2014 toekomt.
15