Jury Excellente Scholen

Jury Excellente Scholen Schoolrapport 2013

OBS De Moolhoek BO Kapelle (Zeeland)

622022_O20_BOniet_Omslag.pdf 1

06-01-14 10:28

Woord Vooraf Voor u ligt het rapport over uw school zoals dat is opgesteld door de Jury Excellente Scholen. Uw school heeft zich aangemeld voor het predicaat ‘Excellente School 2013’. De jury heeft de presentaties van en bezoeken aan alle aangemelde scholen bijzonder op prijs gesteld. De jury heeft gegevens over uw school vanuit verschillende bronnen bijeengebracht. Vooral belangrijk waren daarbij uw presentatie voor de jury, het bezoek aan uw school door een delegatie van de jury, de Inspectiegegevens, de Venstergegevens, tevredenheidonderzoeken en de referenties. Bij elkaar geven deze en aanvullende gegevens naar het oordeel van de jury een adequaat beeld van uw school. Dit rapport over uw school is het resultaat van een zorgvuldig en afgewogen proces waarin de jury de verschillende soorten informatie van uw school in een kader plaatst en een waardering uitspreekt. Het schoolrapport brengt de erkenning en de waardering door de jury voor de ontwikkelingen op uw school tot uitdrukking en kan andere scholen inspireren. Voor meer informatie over het proces en de gehanteerde criteria verwijs ik u graag naar het eindverslag 2013 van de jury: ‘Maatgevende Scholen II. Excellente scholen in primair, (voortgezet) speciaal en voortgezet onderwijs’. Dit is te vinden op http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/predicaat-excellentescholen/excellente-scholen.

Namens de Jury Excellente Scholen, Prof. dr. Fons van Wieringen

- Schoolrapportage Basisonderwijs – Excellente Scholen 2013

Schoolrapportage 1. Achtergrondgegevens van de school Gegevens van de school 10AC Aanvrager Adres

OBS De Moolhoek Niek Flipse, directeur Lange Meet 1 Kapelle (Zeeland)

Leerlingenaantal Percentage gewogen leerlingen (2012)

267 9%

Bestuur:

Facetscholen

De school heeft 267 leerlingen en 11 groepen. De onderbouw heeft een homogene groep 1 en twee heterogene groepen 1/2. De school maakt deel uit van een relatief klein bestuur (Facet) met drie scholen.

2. Motivatie van de school De onderbouwing die de school bij de aanmelding als kandidaat Excellente School 2013 gaf, luidt: ‘OBS De Moolhoek is een groeiende basisschool in een gebied waar sprake is van enige krimp. De uitstraling en het karakter van de school trekken ouders en leerlingen aan. Op didactisch en pedagogisch gebied staat de school erg goed bekend. Ook uit omliggende dorpen komen kinderen naar onze school. De Inspectie van het Onderwijs heeft in het najaar van 2012 een uitstekende beoordeling van de school op diverse gebieden uitgesproken in haar inspectierapport. Daarnaast heeft de school een sportief en gezond imago. Er wordt extra aandacht besteed aan (buitenschoolse) sport en gezond gedrag. Daardoor onder andere is De Moolhoek in het bezit van het predicaat Gezonde School. De ouderbetrokkenheid is erg groot. Er moeten verkiezingen worden gehouden voor een vacante plaats in ouderraad of medezeggenschapsraad! De tevredenheid van ouders, kinderen en leerkrachten van de school is groot. Ook dat draagt bij aan een veilig en inspirerend klimaat. De communicatie naar ouders is optimaal. Dat wordt onder andere gepresenteerd middels de website www.moolhoek.nl.’

3. De resultaten, breed opgevat (Criterium 1) Hierbij onderscheidt de jury drie gebieden: 1. resultaten op de kernvakken: taal en rekenen-wiskunde; 2. resultaten op de andere leergebieden: oriëntatie op jezelf en de wereld, kunstzinnige oriëntatie, bewegingsonderwijs en sport, en Engels; 3. resultaten op aanvullende gebieden, zoals burgerschap, sociaal-emotionele vorming, redzaamheid, wetenschap en techniek, ondernemen, filosofie, internationale oriëntatie. 3.1 Resultaten op de kernvakken (Indicator I) Hieronder presenteren we de eindresultaten van de school in de periode 2010-

1


2013. De gegevens zijn afkomstig van de Inspectie van het Onderwijs. Het gaat om gegevens die door de inspectie zijn gecorrigeerd naar het aantal nietdeelnemers. Eindresultaten Jaar 2010 2011 2012 2013

cito: cito: cito: cito:

Score 532,0 533,2 538,7 536,5

Aantal deelnemers 29 40 17 36

Aantal niet-deelnemers 0 0 2 0

Op grond van de resultaten die de school in 2010, 2011 en 2012 heeft behaald, stond de school niet in een voorselectie die de Inspectie van het Onderwijs aan de jury heeft verstrekt. De resultaten voor de kernvakken zijn niet evenwichtig en liggen in twee van de drie schooljaren beduidend onder de bovengrens (Inspectie: 537,9) en de norm die de jury hanteert. In 2010 en 2011 beoordeelde de Inspectie de eindopbrengsten nog als onvoldoende. De eindtoetsresultaten bewegen van 2011tot 2013 tussen de 533,2 en de 538,7 met een top in 2012 van 541,2. Deze score heeft de Inspectie gecorrigeerd naar 538,7. De school heeft geen verklaring kunnen geven waarom de scores in het algemeen wat achterblijven bij wat op grond van de samenstelling van de schoolpopulatie en het gemiddeld hoge opleidingsniveau van de ouders mag worden verwacht. Wel moet worden vermeld dat de schoolontwikkeling vanaf 2008 een impuls nodig had en er een inhaalslag nodig was en onder meer de zorgstructuur en het opbrengstgericht werken werden versterkt door het aanstellen van het huidige duo intern begeleiders. Bovendien is De Moolhoek sinds 2010 meer aandacht gaan geven aan de structurele analyse van de toetsresultaten en heeft ze maatregelen getroffen om die te verbeteren. De school maakte tot en met schooljaar 2012-2013 gebruik van de cito-entreetoets, maar is overgestapt op de toetsen van cito lovs. In het algemeen kunnen de analyses, in ieder geval op schoolniveau, nog aan diepgang winnen door de ambities van het opbrengstgericht werken verder uit te bouwen. De tussenresultaten in 2012 en 2013 liggen met uitzondering van het technisch lezen in groep 3 (2013) boven het landelijk gemiddelde. 3.2 Resultaten op andere leergebieden uit het standaardcurriculum (Indicator II) De school behaalt volgens eigen zeggen aantoonbaar goede resultaten bij Bewegingsonderwijs en sport. De systematiek die de school bij deze vakken gebruikt is gebaseerd op sCOOLsport (www.scoolsport.nl) met daarbij behorend leerlingvolgsysteem). Resultaten zijn minder overgewicht en veel sport. De resultaten op de overige vakken liggen op een acceptabel niveau en vertonen meer evenwicht. Het bewegingsonderwijs en natuur/milieu en gezondheid zijn vakgebieden en thema’s waarop de school uitblinkt. Leerlijnen en resultaatmeting zijn bijzonder goed uitgewerkt. Deze thema’s zorgen voor een duidelijk toegevoegde waarde in het lesaanbod.

2


3.3 Resultaten op aanvullende leergebieden (Indicator III) De resultaten op de overige leergebieden/themagebieden zijn goed en gebaseerd op zorgvuldige metingen. Het betreft met name de thema’s beweging en gezonde leefstijl. Voor deze leergebieden zijn duidelijke leerlijnen voorhanden. De positieve effecten zijn niet alleen in de school herkenbaar maar zijn ook van invloed op de thuissituatie en de sportieve vrijetijdsbesteding. De schoolleiding geeft aan dat de effecten van het bewegingsonderwijs op de kernvakken vooral te maken hebben met groei van het zelfvertrouwen en het zelfbeeld van leerlingen, wat zich weer kan vertalen in hogere leeropbrengsten. De Moolhoek volgt de sociale competenties van de leerlingen via het programma ZIEN.

4. De omstandigheden waarbinnen de school werkt (Criterium 2) In haar aanmeldingsformulier heeft de school geen omstandigheden genoemd die van invloed zijn op de resultaten die ze met de leerlingen behaalt. 4.1 Leerlingkenmerken en procesinrichting (Indicator IV) De schoolleiding heeft de kenmerken van de leerlingenpopulatie goed in beeld gebracht. De inrichting van het onderwijsproces door het groepsplan is daarop gebaseerd. Zo werkt de school dit schooljaar voor het tweede keer in de bovenbouw op enkele leergebieden met splitsing van groepen op niveau vanaf groep 6, vooral om de opbrengsten in de bovenbouw te verbeteren. Daarnaast zijn er twee middagen per week plusgroepen voor leerlingen die meer uitdaging behoeven. De didactische differentiaties zijn gebaseerd op zorgvuldige analyse van de groepsresultaten en clusters van groepen over de verschillende leerjaren. De behoeften van leerlingen worden regelmatig vastgesteld op basis van resultaten van toetsen en observaties. 4.2 Leerlingkenmerken en resultaten (Indicator V) De jury hanteert bij de beoordeling van (semi)eindtoetsresultaten in het basisonderwijs meerdere referentiematen, te weten voor alle scholen die uitkomen boven het landelijk gemiddelde, voor scholen in de vier grote steden die uitkomen boven het G4-gemiddelde en scholen daarbuiten die uitkomen boven het gemiddelde van niet G4-gemeenten, en ten slotte de bovenkant van de bandbreedte die de jury hanteert op basis van het aandeel leerlingen met laagopgeleide ouders. Voor 2013 betreft het dan de volgende referentiematen: • gemiddelde eindtoetsscore (cito) landelijk 535,0; • voor scholen binnen de G4 is de gemiddelde score 533,3, voor scholen buiten de G4 535,2; • voor scholen met 9% laagopgeleide ouders hanteert de jury een grens van 539,3. Vergeleken met deze drie referentiematen voor 2013 constateert de jury voor deze school het volgende. a. Gezien de landelijke referentie (landelijk gemiddelde 535,0) lagen de resultaten in 2012 en in 2013 boven het gemiddelde. b. De school haalt als school buiten de G4 in 2012 en 2013 een resultaat dat boven het gemiddelde ligt voor scholen buiten de G4. c. De school heeft in 2013 een aandeel laagopgeleide ouders van 9%; de jury hanteert daarbij een grens van 539,3. Deze referentiemaat wordt nog niet door de school niet bereikt.

3


Een toelichting en de tabel met de bandbreedte die de jury hanteert, zijn te vinden in het eindverslag van de jury, Maatgevende scholen II, in de bijlage Drie referentiematen basisonderwijs, tabel Jurynormen cito-eindtoets naar percentage leerlingen met laagopgeleide ouders. Verhouding van de eindresultaten tot de excellentiegrens Jaar Eindresultaten ruim boven de verwachting* 2010 Nee 2011 Nee 2012 Nee 2013 Nee * NB Hierbij hanteert de jury een andere norm dan de norm die de scholen kennen van de Inspectie. De norm van de jury ligt boven de bovengrens die de Inspectie trekt voor scholen met een vergelijkbaar percentage gewichtenleerlingen.

De leraren nemen streefdoelen op in het groepsplan. De Moolhoek voert voldoende zelfevaluaties uit. De school benut de leerwinstgegevens van de Citotoetsen om de progressie op leerlingen groepsniveau te kunnen vaststellen. De streefdoelen gaan doorgaans uit van voldoende progressie van de individuele leerling en clusters van leerlingen. De jury heeft wel de indruk gekregen dat de evaluaties meer betrekking hebben op de groepsresultaten dan op de streefdoelen voor hogere leeropbrengsten in de bovenbouw, richting eind groep 8. Uitstroomgegevens zijn beschikbaar; voor 2013 zijn deze goed. Bijna 89% van de leerlingen stroomt uit naar vmbo g/t en hoger; 42% van deze leerlingen gaat naar het havo/vwo. De schoolleiding geeft aan dat deze trend al enkele jaren herkenbaar is. 4.3 Benutting van het inzicht in leerwinst bij onderscheiden categorieën leerlingen (Indicator VI) De school benut de leerwinstgegevens met name om de doelen op groepsniveau te bepalen en het didactisch proces bij te stellen, maar nog niet volop om de resultaten op schoolniveau op een hoger plan te tillen. De school werkt op groepsniveau met de weinig transparante aanduiding A- tot en met E-leerlingen. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van niveauwaarden. Hierdoor is er inzicht in de resultaten op individueel en op groepsniveau. Het ambitieniveau zou wat hoger moeten liggen. De school lijkt in de bovenbouwgroepen meer uit de potenties van de leerlingen te kunnen halen dan ze thans doet.

5. De inrichting van het onderwijsproces (Criterium 3) 5.1 Schoolspecifieke aanpak en proceskwaliteit (Indicator VII) De school noemt in haar aanmeldingsformulier drie facetten als het meest kenmerkend voor de onderwijsaanpak die de school nastreeft: • opbrengstgericht werken; • differentiatie in het aanbod; • begeleiding van leerlingen. De school licht dit in haar aanmeldingsformulier als volgt toe: ‘Het best is te verwijzen naar het laatste inspectierapport. Daarin wordt onze aanpak van begeleiden van leerlingen, volgen van resultaten en controle op

4


activiteiten van leerlingen en leerkrachten uitstekend weergegeven. We zijn in staat om voor alle leerlijnen de meest recente leerlijn en ontwikkeling aan te geven door middel van ons leerlingvolgsysteem. Onder andere daardoor kunnen we uitstekend differentiëren en leerlingen de leerstof/ aanpak bieden die ze behoeven.’ (uit de aanmelding) Het onderwijsproces is gebaseerd op didactische differentiatie, gedifferentieerde instructies, handelingsgericht en opbrengstgericht werken met aandacht voor coöperatieve werkvormen. Het groepsplan brengt de organisatiestructuur en streefdoelen voor de groep in beeld. De jury heeft in diverse groepen goede voorbeelden daarvan gezien. De jury heeft waardering voor de ontwikkelingsgerichte aanpak in de onderbouw. De school hecht veel waarde aan een gedegen analyse van het instroomprofiel van de kleuters. De consequente aanpak van het planbord is eveneens een sterk punt van de school. Regelmatig is De Moolhoek wat dit aangaat een informatiebron en klankbord voor andere scholen. Ook in de middenbouw heeft de jury elementen van de ontwikkelingsgerichte aanpak waargenomen. In de bovenbouw overheerst de programmagerichte aanpak. In de bovenbouw wordt voor enkele kernvakken groepsoverstijgend op niveau gewerkt om betere resultaten te boeken. Dit gebeurt nu voor het tweede jaar. Leerlingen en teamleden zijn hier enthousiast over. Er zijn nog geen gegevens beschikbaar of deze aanpak inderdaad meer rendement oplevert op de diverse leerniveaus. Over de instructies voor de A-leerlingen bestaat enige onduidelijkheid. Dit vraagt – voor zover de jury heeft kunnen nagaan – om meer gericht beleid van de groepsleraar. Nu is het meestal de A-leerling die zijn behoefte aan extra instructie kenbaar maakt aan de leraar. De instructie van de betere leerlingen hoort een vast onderdeel te zijn van het groepsplan. 5.2 Schoolspecifieke aanpak en organisatiekwaliteit (Indicator VIII) De school noemt in haar aanmeldingsformulier drie facetten als het meest kenmerkend voor de wijze waarop de school is georganiseerd: • personeelsbeleid; • professionalisering van het personeel; • ouderbetrokkenheid. De school licht dit in haar aanmeldingsformulier als volgt toe: ‘Het personeelsbeleid is erop gericht de teamleden zo betrokken, zo deskundig en zo gezond mogelijk te krijgen en houden. Gezamenlijke opleidingen dragen daartoe bij. Specialisatieopleidingen worden bewust aangeboden aan individuele teamleden. Gerichte activiteiten dragen bij aan een uitstekend teamgevoel. Ouders zijn zeer betrokken bij de school. Onder andere in diverse werkgroepen, via diverse losse taken (fruitouders, schilderouders, techniekouders, zwemouders en dergelijke) en in de officiële gremia als ouderraad en medezeggenschapsraad.’ (uit de aanmelding) De school heeft een open houding naar de ouders. De ouderbetrokkenheid is hoog. Voor de ouderraad/activiteitencommissie worden verkiezingen gehouden

5


vanwege de vele aanmeldingen. Ouders spreken over laagdrempeligheid en een optimale communicatie. Er is aandacht voor alle leerlingen, ongeacht de verschillende mogelijkheden. Specifieke problemen zoals ongezonde voeding en overgewicht krijgen alle aandacht van de school. Enkele jaren geleden heeft de schoolleiding pijnlijke keuzen moeten maken met betrekking tot enkele disfunctionerende leraren. Teamleden onderschrijven de huidige visie van de school en spreken van een jong en flexibel ‘superteam’. Er is voldoende ruimte voor professionalisering van teamleden. Gelet op de reacties van leerlingen, leraren en ouders is er sprake van een goed schoolklimaat.

6. Verband tussen de inrichting van het onderwijsproces en de resultaten die de school boekt (Criterium 4) 6.1 Veranderingen vanwege resultaten (Indicator IX) In het aanmeldingsformulier is de school gevraagd toe te lichten op welke wijze haar aanpak (zowel het primaire proces als de organisatie daaromheen) bijdraagt aan de leerlingresultaten: ‘De school hanteert het principe van handelingsgericht werken. Daardoor wordt ingegaan op de individuele onderwijsbehoeften van de kinderen. Door middel van werkwijzen als coöperatieve leerstrategieën worden de leerlingen zo betrokken mogelijk gehouden bij de leerstof. Daardoor wordt de leer- en lestijd optimaal gebruikt. Er worden per groep duidelijke doelen gesteld en er wordt gewerkt met groepsplannen.’ Als effecten van haar organisatie noemt de school in haar aanmeldingsformulier het volgende. ‘De school heeft het systeem van leerstofjaargroepen. Er wordt echter ook in hoge mate gedifferentieerd en groepsoverstijgend gewerkt. Er is sprake van tutorleren en plusgroepen. Bovenop de formatie heeft de school drie dagen leerkrachtondersteuning/groepsassistentie en is de taak van interne begeleiding structureel versterkt (drie dagen). Waar mogelijk en gewenst kunnen kinderen versneld de leerstof en de school doorlopen.’ Uit de presentatie blijkt dat school de ontwikkeling van de leerlingen goed bijhoudt en een heldere structuur aanhoudt. 6.2 Vasthouden van resultaten (Indicator X) De school kent een uitgewerkt systeem voor kwaliteitszorg (gericht op de analyse van de opbrengsten op verschillende niveaus). De school beschrijft dit in haar aanmelding als volgt: ‘De school heeft eigen streefdoelen vastgesteld per vak. Met de leerkrachten worden deze doelen jaarlijks tweemaal vertaald in concrete en toetsbare groepsplannen. Twee keer per jaar worden alle citoresultaten op groeps- en leerjaarniveau in kaart gebracht. Er wordt een trendanalyse per jaar gemaakt, die ook wordt vergeleken met andere (eerdere) schooljaren. Uit het geheel worden conclusies getrokken en eventueel worden plannen bijgesteld. De resultaten van de schoolbrede analyses worden in gesprekken aan

6


ouders kenbaar gemaakt. De gemiddelde resultaten zijn op de website te raadplegen.’ De school beschikt over een eigen kwaliteitsinstrument. Alle kwaliteitsaspecten komen aan bod bij een regelmatige evaluatie van het leerproces. Om alle afspraken te verifiëren, vinden klassenconsultaties plaats. De school beschikt nog niet over een transparant borgingsoverzicht of -instrument waarin de verbeteractiviteiten en de afspraken zijn opgenomen. Zo’n instrument is ook te gebruiken om de ouders te informeren. 6.3 Kwalificatie, professionaliteit, schoolkennis (Indicator XI) De meest recente tevredenheidonderzoeken zijn afgenomen in 2011, 2012 en 2013. Gemiddelde score op de tevredenheidonderzoeken Medewerkertevredenheid Oudertevredenheid Leerlingtevredenheid

Gemiddelde score school 8,9 7,9 -

Landelijke score -

Opvallende observaties uit de tevredenheidsonderzoeken zijn volgens de school: ‘Grote betrokkenheid van zowel teamleden als ouders bij de school. Gevoel van "een heel sterk team zijn", "grote inzet", "superteam" en dergelijke. Ouders gebruiken eveneens dergelijke kwalificaties. Zie hiervoor de resultaten uit de ouderenquête (te raadplegen op www.moolhoek.nl). In 2014 zal opnieuw een ouderenquête worden gehouden. Het team wordt jaarlijks gevraagd het schooljaar in al haar aspecten te beoordelen.’ De Moolhoek stelt voor alle relevante leergebieden eigen prestatienormen / streefdoelen op en ziet erop toe dat de doelstellingen worden gehaald en geëvalueerd. De jury heeft de indruk gekregen dat vooral in de bovenbouw de lat voor de prestatienormen hoger kan worden gelegd. De school toont met de huidige resultaten wel aan dat de planmatige werkwijze die ze heeft ingezet, vruchten begint af te werpen. De leraren gaven de school in de laatste tevredenheidpeiling een 8,9. Ouders beoordeelden de school in 2011 met een 7,9 – ruim boven het landelijk gemiddelde.

7. Het excellentiebeleid van de school (Criterium 5) Het uitgangspunt van de jury is dat een excellente school zeer goede resultaten behaalt en een weloverwogen onderwijsinrichting laat zien. Daarenboven kan een school op een specifiek excellentiegebied uitblinken. Dat kan betrekking hebben op diverse zaken en bijvoorbeeld gericht zijn op een inhoudelijk domein en/of op een specifieke groep leerlingen. 7.1 Het schooleigen excellentiebeleid (Indicator XII) De school kent een excellentiegebied waarop ze de focus legt. De school licht dit in haar aanmeldingsformulier als volgt toe: ‘De Moolhoek profileert zich als een Gezonde en Sportactieve School. Er is een vakleraar lichamelijke opvoeding – boven de formatie – en er zijn nauwe contacten met een diëtist en fysiotherapeut. In 2009 werd de school tweede in de

7


verkiezing Sportactiefste basisschool van Nederland. Binnen het project sCOOLsport worden activiteiten aangeboden op het gebied van sport, bewegen, voeding en weerbaarheid. Na schooltijd (woensdagmiddag) is er extra sport en bewegen voor de leerlingen. Aan buitenschoolse sportactiviteiten wordt trouw en door veel leerlingen/ploegen deelgenomen. De body mass index (BMI) van alle leerlingen wordt jaarlijks vastgesteld. Op basis daarvan zijn er eventuele vervolgacties.’ (uit de aanmelding) De aandacht voor het excellentiegebied is gericht op alle leerlingen. Uit de presentatie komt naar voren dat De Moolhoek zich profileert als een gezonde, sportieve school met prima onderwijs. Opmerkelijk is vooral dat de school ook met ouders spreekt over de lichamelijke ontwikkeling van hun kind. Uit het schoolbezoek blijkt dat het excellentiebeleid van de school zich vooral richt op het bewegingsonderwijs, gekoppeld aan gezond gedrag. De activiteiten zijn structureel en ingebed in het lesaanbod en de leefregels van de school. Op woensdag krijgen alle kinderen fruit aangeboden. De school heeft de toegevoegde waarde van het excellentiebeleid voldoende kunnen aantonen. Het reguliere bewegingsonderwijs omvat voor alle leerlingen twee lesuren per week. Een van de lessen wordt verzorgd door een gediplomeerde vakleraar die de school betaalt uit eigen middelen, de andere les wordt gegeven door de leraar van de eigen groep. Daarnaast werkt de school mee aan het Zeeuwse project sCOOLsport, waarbij na schooltijd sportactiviteiten plaatsvinden. Expliciete doelen zijn actief bewegen, bewustwording van gezonde voeding en terugdringen van overgewicht. Alle leerlingen van De Moolhoek worden regelmatig getest op fitheid, en de progressie van de school wordt vastgelegd. Het project wordt begeleid door een beweegteam. Aan het project zijn een fysiotherapeut en een diëtist verbonden. Ouders kunnen extra begeleiding bij deze mensen inkopen. In 2009 is De Moolhoek tweede geworden in de competitie van de sportiefste scholen van Nederland. Ze verwierf in 2011 het certificaat Gezonde School. Voor een basisschool in een kleine gemeente is dat een uitstekende prestatie! 7.2 Erkenning door externe partijen (Indicator XIII) Het gebied respectievelijk de gebieden waarop de school uitblinkt wordt erkend door externe partijen (bijvoorbeeld andere scholen, ouders of andere partners). De school licht dit in haar aanmeldingsformulier als volgt toe: ‘Er is een grote belangstelling van instanties op het gebied van sport/bewegen en gezondheid. De Moolhoek wordt als voorbeeldschool op dit gebied gebruikt. Diverse scholen en instanties laten zich voorlichten en begeleiden op het gebied van gezond gedrag. Stagiairs van diverse opleidingen willen speciaal daarvoor naar onze school komen. In de media is en wordt voortdurend aan onze school gerefereerd. De media geven regelmatig aandacht aan onze activiteiten en resultaten.’ (uit de aanmelding) De herkenbaarheid van het excellentiegebied blijkt volgens de school verder uit: • bezoek van externen specifiek gericht op dit gebied; • deelname aan een netwerk dat betrekking heeft op dit gebied; • verworven projectgelden op dit gebied;

8


•

vermelding in publicatie(s) over dit gebied.

Op verzoek van de jury zijn er vijf referenten benaderd die specifiek te maken hebben met het netwerk van scholen dat betrokken is bij bewegen en gezond gedrag. Zij onderschrijven De Moolhoek hierin als excellente school. Een citaat: ‘De school maakt beleidsmatige keuzes op het gebied van sport, bewegen en gezondheid met als gevolg structurele inbedding in curriculum, en borging kwaliteit. Voorbeelden hiervan zijn het aanstellen van een vakleerkracht LO, participatie in diverse projecten (sCOOLsport, Lekker Fit!) en proactieve houding ten opzichte van partners, omgeving, ouders enzovoort.’ 7.3 Versterking van het excellentiebeleid in de toekomst (Indicator XIV) De school heeft plannen om de excellentiefocus van de school in de toekomst verder te versterken. De school licht dit in haar aanmeldingsformulier als volgt toe: ‘OBS De Moolhoek wil haar huidige kwaliteitsniveau in elk geval handhaven en waar noodzakelijk verder verbeteren. Binnen drie jaar zal de school opgaan in een brede school met diverse andere instanties en diensten (bibliotheek, kinderopvang, fysiotherapie en dergelijke). Qua gebouw zal De Moolhoek een school voor de toekomst worden. De school ziet in de bredeschoolontwikkeling een nieuwe en grote kans om zich verder te verbeteren. Doel is daarbij ook zaken als andere schooltijden en digitale school verder te ontwikkelen. De nieuwbouw zal zorgen voor een meer optimaal en meer veelzijdig gebruik van internet en dergelijke. De nieuwe school komt vlak naast een sportcomplex te liggen. Ook dat zal zorgen voor meer gezonde en sportieve activiteiten en dergelijke.’ (uit de aanmelding) Voor de genoemde toekomstplannen geldt volgens de school dat: • ze aansluiten op de specifieke behoeften van (subgroepen) leerlingen van de school; • ze aansluiten bij de door De Moolhoek gehanteerde didactische aanpak; • ze leiden tot een verbreding van de werking van het excellentieprogramma naar andere subgroepen leerlingen. De school heeft geen specifieke plannen voor de nabije toekomst. De schoolleiding onderstreept bij het huidige excellentiebeleid de grote inzet en de enthousiaste medewerking van het team. De activiteiten overstijgen het reguliere aanbod van een gemiddelde basisschool. Over enkele jaren zal De Moolhoek een brede school zijn, gehuisvest in een nieuw gebouw. Het is voor de huidige schoolleiding de vraag of alle activiteiten in de setting van een brede school op dezelfde wijze kunnen worden voortgezet. Hoe dan ook, het zal zeker niet liggen aan de inzet van het team en de schoolleiding om de meerwaarde van dit beleid blijvend onder de aandacht van ouders en leerlingen te brengen.

8.

Opmerkingen Inspectie Geen aanvullende opmerkingen

9


9.

Conclusie van de jury De Moolhoek behaalt redelijke resultaten die nog niet evenwichtig zijn voor de kernvakken. De resultaten met betrekking tot bewegingsonderwijs, natuur/milieu en gezondheid zijn goed, wat aansluit bij de visie van de school. De school weet om te gaan met omstandigheden. De schoolleiding heeft de leerlingenpopulatie goed in beeld gebracht. De inrichting van het leerproces kenmerkt zich door ontwikkelingsgericht werken in de onderbouw en sinds twee jaar differentiatie voor kernvakken met name in de bovenbouw (groepsoverstijgend). De begeleiding van de leerlingen krijgt mede door het leerlingvolgsysteem handen en voeten. Het verband tussen de inrichting van het onderwijsleerproces en de resultaten is duidelijk door de eigen prestatienormen/streefdoelen die de school opstelt voor alle relevante leergebieden en waaraan ze in gezamenlijkheid groepsplannen koppelt. Dit geldt ook voor de vakken passend bij een Gezonde en Sportieve School. De uitkomsten worden regelmatig gecontroleerd, bekend gemaakt en aangepast waar nodig. De jury heeft wel de indruk gekregen dat in de bovenbouw de lat hoger zou kunnen liggen. Het eigen excellentieprofiel van de school komt naar voren door een integrale aanpak rondom sport en gezondheid. De school heeft door haar gerichtheid op beweging en gezondheid een duidelijk profiel. Er zijn expliciete doelen gesteld, zowel cognitief als lichamelijk, bijvoorbeeld de BMI (body mass index) en actief bewegen. De school kan dit profiel nog verder versterken om daarmee ook de leeropbrengsten in brede zin en op de eindtoets op een hoger plan te brengen. Ouders zijn zeer betrokken bij de school. Interessante punten uit de referenties zijn waardering voor het profiel en de structurele inbedding van sport en bewegen in het curriculum. Alles overziende is de jury van oordeel dat de school op basis van de door de jury waargenomen kenmerken en gerapporteerde bevindingen het predicaat Excellente School (bo) 2013 nog niet toekomt; wel zijn de voorwaarden aanwezig om de school op termijn te doen ontwikkelen naar een excellente school.

10

Jury Excellente Scholen

Recommend Documents