juni
2008
Jaargang
9
Informatieblad voor en over de Katholieke Scholenstichting Utrecht
nr.
2
VAN HET BESTUUR
DRUK MET VERSPILLEN? U kent ze vast ook, die mensen, vaak ondernemers, managers en politici (bestuurders en schoolleiders?) maar toch in elk geval mensen die zelfverzekerd en met onmiskenbare trots en passant meedelen dat ze ‘normaal’ zo’n zeventig, tachtig uur in de week werken. Tijdens het netwerken op een van die belangrijke recepties wordt er, nippend aan een glaasje droge witte wijn, tegen elkaar opgeboden. Wat quasi achteloos, een beetje badinerend, wordt er aan toegevoegd: ‘Ach ja, dat hoort erbij hè, in dit vak’. Ik trek die idioot lange werkweken in twijfel en denk dat het meestal niet waar is; het lijkt een vreemd soort opschepperij. Alsof het je siert, zeventig of tachtig uur te werken. Oké, soms is het wel waar, dan maken mensen inderdaad zulke werkweken. Maar dan ben ik geneigd het begrip ‘idioot’ aan te vullen met ‘dom’. Wie écht zo lang
COLOFON juni 2008 jaargang 9 nummer 2
KSU-B R E E D
KSU-breed is een uitgave van de KSU en verschijnt vier keer per jaar in een oplage van 800 exemplaren.
2
Redactie De redactie berust bij de staffunctionarissen pr & communicatie. De redactie beslist in overleg met het College van Bestuur over het al of niet plaatsen van aangeleverde kopij en behoudt zich het recht voor redactionele wijzigingen in teksten aan te brengen. Redactieadres Redactie KSU-breed Postbus 9001 3506 GA Utrecht e-mailadressen:
[email protected] [email protected]
werkt, werkt te lang, neemt dingen niet meer goed in zich op, luistert slecht, maakt sneller ruzie en staat voortdurend met minstens één been in de kuil van de slechte en onwijze beslissingen. En… last but not least, verspilt zonder enige twijfel tijd, want geen enkele redelijk georganiseerde baan kost zeventig of tachtig uur in de week! VERSPILLEN zult u zeggen? Ik? Ik werk me de p… Onlangs had ik het met enkele schoolleiders over deze gevoelde (werk)druk. Ik stelde hun de vraag of ze er wel zeker van zijn dat ze zich met de juiste dingen bezighouden… Niet alleen: ‘Doe ik het werk goed?’ maar vooral ook ‘Doe ik het goede werk?’ Speciaal ter wille van deze collega’s heb ik eens ’n lijstje gemaakt van dingen waar ondernemers en managers,
politici en (vakbonds)bestuurders, hoge ambtenaren en al die anderen, wellicht tijd aan verspillen. Ik geef u een korte weergave van mijn nog veel te summiere lijstje. Zo maar rijpe en groene verspillingen door elkaar. Veiligheidshalve heb ik gekozen voor de manager/ondernemer, maar ongetwijfeld is bovenstaande ook herkenbaar in de wereld van het onderwijs, in het drukke werkleven van de schoolleider en de leerkracht. Ik begin: te veel vergaderen, te lang vergaderen, vergaderingen bijwonen waar je eigenlijk helemaal niet bij hoeft te zijn. Bijna al die vergaderingen en besprekingen zijn door vrijwel alle aanwezigen dikwijls slecht voorbereid (ja, ja… ook door al die hotemetoten!), zodat er veel onnodig moet worden herhaald. Veel mensen hebben urenlang gereisd om al die, voor hen onnutte, vergaderingen bij te wonen.
De Katholieke Scholenstichting Utrecht KSU-huis Kaap Hoorndreef 46a 3563 AV Utrecht
Postadres Postbus 9001 3506 GA Utrecht
Secretariaat tel. 030 – 264 20 80 fax 030 – 264 20 81 e-mailadres:
[email protected]
College van Bestuur Website www.ksu-utrecht.nl
Jan van der Klis, voorzitter College van Bestuur
Ben van Lieshout, lid College van Bestuur
Clusterdirecteuren
Pauline van Hoogenhuizen, cluster 1
Frans van Wegen, cluster 2
Jon van Zoelen, cluster 3
Opmaak en druk, Drukkerij Anraad, Nieuwegein
Manager bedrijfsvoering
Liselot Westhoff
Die zijn nog een beetje gespannen van het autorijden en beginnen de vergadering met gesprekken over de files, het voetbal, het weer of de televisie van gisteravond. Wég tijd. Aan het eind van de bijeenkomst vervalt iedereen in herhalingen en vaak wordt er dan geen of maar een halve beslissing genomen en stellen de aanwezigen dan maar vast dat het een ‘nuttige uitwisseling van gedachten’ is geweest. Gelukkig vraagt dan niemand: welke gedachten? Die zeventig-tachtig-uur-per-weekmanager gaat terug naar zijn kamer (lees ook ‘school’), waar vijf veel te lange verslagen en notulen van andere vergaderingen en voorbereidingen op volgende overleggen ter lezing liggen te wachten. Ja, dat doet-ie: lezen. Er ligt ook een hele stapel computeruitdraaien en rapporten met cijfers die hij echt niet hoeft te weten, maar het maakt indruk op mensen als je zulke cijfers óók blijkt te kennen. Vervolgens
is er een lunch met een ondergeschikte en twee zakenrelaties-van-buiten. Niks buitensporigs, geen wijn en zo, maar elkaar wat beter leren kennen. Dat is belangrijk in zaken. Dan is het al kwart voor twee ’s middags. Tientallen mails doornemen (en gelijk maar even beantwoorden), een paar brieven dicteren, nog een paar besprekingen: met de personeelschef en met de chef van het leasewagenpark. Dan, tegen zessen, nog stukken tekenen en paraferen en naar dat stinkvervelende etentje met drie collega’s/concurrenten die over een gezamenlijke strategie inzake prijsbeleid willen praten. Onderweg in de auto nog even een paar belangrijke telefoontjes plegen. Het diner duurt extra lang omdat ze alle vier de GSM-telefoon aan moeten laten en daarmee bellen en gebeld worden. Ten slotte om tien uur ’s avonds thuis. Doodmoe. Is dat redelijk na zo’n dag? Ach ja, maar vraag niet of het zinnig
was. Of alleen maar lang. Wat kunnen sommige mensen toch rare dagen hebben! Dat noemen ze WERKdagen. Natuurlijk heb ik hier een gechargeerd beeld neergezet. Maar toch, hier en daar ook waarheidsgetrouw. Hier en daar misschien ook wel herkenbaar? Werkdagen, dag in, dag uit… jaar in, jaar uit… met daar tussendoor: vakantie! Vakanties om uit te rusten, bij te tanken, je te bezinnen, je te ontspannen en weer op te laden. En heel misschien tussendoor eens na te denken over: ‘hoe kan ik ’t volgend jaar anders, nóg beter doen?’ De zomervakantie staat voor de deur. Geniet van de vrijheid; geniet van het leven; iedere dag opnieuw, en zeker ook op WERKdagen! Jan van der Klis, voorzitter CvB
O R G A N I S AT I E
EEN JAAR MANAGER BEDRIJFSVOERING Nieuwe functie bij de KSU Een jaar geleden heb ik mij in KSUbreed voorgesteld als de nieuwe manager bedrijfsvoering van de KSU. Niet alleen was ík nieuw, ook de functie op zich was nieuw binnen de KSU. Inmiddels ben ik ruim een jaar aan het werk bij de KSU en heeft de KSU een jaar ervaring opgedaan met de nieuwe functie (en met mij natuurlijk…). Wat houdt dat nu eigenlijk in, het werk van zo’n manager bedrijfsvoering? En is het ook ongeveer zoals ik dat een jaar geleden heb verwoord? Of bleek het in de praktijk anders uit te pakken? Wat was de verwachting? Vorig jaar beschreef ik mijn verwachte werkzaamheden als volgt. Ik zou mij inhoudelijk bezig gaan houden met de planning en control van de KSU en met diverse andere onderwerpen op het terrein van de bedrijfsvoering. Daarnaast zou ik mij bezig gaan houden met een groot deel van de mensen in het KSU-huis, vanuit mijn rol
als leidinggevende van de staf en het secretariaat. Hoe is de praktijk? Mijn eigen omschrijving aan het begin was algemeen, en de praktijk zou al gauw aansluiten bij mijn verwachting. Wat de invulling van die grote lijnen in zou gaan houden, was voor mij een jaar geleden op veel onderdelen ook nog een spannende vraag. Inmiddels heb ik de hele jaarcyclus een keer meegemaakt en kan ik meer uit ervaring schrijven. In grote lijnen verdeel ik mijn werk nog steeds over de eerder genoemde drie delen: 1. de planning en control van de KSU als geheel (cyclus van begroten, tussentijdse stand van zaken en jaarafsluiting); 2. de centrale contracten en/of afspraken die de KSU met derden heeft (bijvoorbeeld verzekeringen, telefonie en Dyade); 3. het werken met de staf en het secretariaat: meer coördinerend en het proces bewakend, dan inhoudelijk sturend.
Een werkweek in mei Een korte blik op een willekeurige werkweek in de maand mei geeft misschien een aardige indruk van de alledaagse praktijk van de manager bedrijfsvoering. De week begon met een stafoverleg. Dat is een maandelijks overleg waarin alle stafleden met elkaar ervaringen delen en gezamenlijke zaken organiseren. Aansluitend was er overleg met Dyade vanwege de moeizame overgang naar het nieuwe personeelsadministratiesysteem bij Dyade. Door de week heen had ik diverse voortgangsgesprekken met nieuwe medewerkers. Aangezien in het KSU-huis het afgelopen jaar veel wisselingen hebben plaats gevonden, zijn er ook relatief veel mensen aan hun inwerkperiode bezig met de bijbehorende gesprekken. Een ander element, dat deze week af en toe de kop op stak, betrof de accountantscontrole van het financiële jaarverslag 2007. De accountants zijn bezig met die controle en stellen gedurende dat proces meer of minder lastige vragen, die
3
dan het liefst onmiddellijk beantwoord moeten worden. Na maanden onduidelijkheid en problemen gaat deze week eindelijk de website van de KSU over op een nieuwe techniek (die van de scholen volgen snel daarna). Ook dat vraagt de nodige aandacht, want wie doet nu wat en wanneer? Er zijn veel men-
sen bij betrokken, dus enige coördinatie is wel gewenst. Maar het lukt en de nieuwe site ziet er al een stuk beter uit dan de oude, al moet veel van het verbeteren aan het uiterlijk nog gebeuren. Een ander boeiend proces dat deze week aandacht vraagt, is de discussie rondom het beheer van de forumgebouwen. Dat zijn de gebouwen, waarvan naast een school van de KSU ook andere partijen gebruik maken en waarbij die partijen gezamenlijk invulling geven aan het begrip ‘Brede School’. Het gezamenlijk gebruik van ruimtes en installaties maakt een vorm van gezamenlijk beheer noodzakelijk. Dat kost echter geld, geld dat de scholen niet hebben en dat de gemeente naar de zin van de schoolbesturen in te beperkte mate beschikbaar stelt. Gezamenlijk wordt enerzijds gezocht naar mogelijkheden om de kosten te verlagen en anderzijds naar bronnen
voor de dekking van de wel noodzakelijke kosten. Tot slot is het ook de tijd van de formatiebesprekingen voor het nieuwe schooljaar. In de GMR-vergadering deze week is het Bestuursformatieplan aan de orde geweest, waarbij ik de cijfers heb toegelicht. En de clusterdirecteuren zijn samen met de schoolleiders druk bezig de formatieplaatjes op de scholen rond te krijgen en hebben daarbij af en toe informatie of advies van mij nodig. Concluderend Dit alles overziend, trek ik de conclusie dat mijn stukje van een jaar geleden aardig in de goede richting zat. Het is druk en heel divers, al speelt veel van het werk zich achter de schermen af. Ik moet veel schakelen van het ene naar het andere onderdeel, maar dat past mij wel en ik doe mijn werk dan ook met plezier!
ONDERWIJS
KSU-B R E E D
ICT EN ONDERWIJS
4
ICT (Informatie en Communicatie Technologie) is volop aanwezig in de maatschappij en dus ook niet meer weg te denken uit het onderwijs. Het gebruik van ICT in het onderwijs wordt in belangrijke mate bepaald door de onderwijsopvatting, de visie op onderwijs en leren. Onderwijs is kennisoverdracht, waarbij de leerkracht en de verschillende methodes bepalen wanneer er iets geleerd wordt. Centraal staat het overdragen van kennis waarbij leerlingen de stof individueel verwerken. Onderwijs is ook een vorm van adaptief leren. Een rijke leeromgeving maakt het de leerlingen mogelijk zelf keuzes te maken. De interesse van de leerling is in deze leidraad voor het inrichten van het onderwijs. Bij interactief onderwijs daarentegen bepaalt de leerkracht grotendeels het aanbod waarbij leerlingen worden gestimuleerd tot een actieve leerhouding. De kinderen werken zelfstandig én samen aan opdrachten. In al deze vormen van onderwijs is plaats voor ICT als middel om de gestelde leerdoelen te bereiken. Het is een gereedschap dat door zowel leer-
krachten als leerlingen gebruikt kan worden. De ontwikkelingen op het gebied van ICT gaan razendsnel. In 1991 ging het World Wide Web ‘online’ en één jaar later maakten al meer dan 1 miljoen pc’s contact met internet. Anno 2008 wordt internet door 80% van de Nederlanders gebruikt. Het onderwijs kan en mag niet achterblijven en zal op deze ontwikkelingen moeten inspelen (voorbeelden van deze vernieuwingen zijn te vinden op o.a. youtube; zie ‘education today and tomorrow’). ICT kan ingezet worden als: onderwijzend middel (games, simulaties), presentatiemiddel (powerpoint, weblog, website, smartboard, beamer), communicatiemiddel (mail, chat, videoconferencing, podcast), informatiebron (internet, digitale leeromgeving) of toetsingsmiddel (digitaal portfolio). Op de basisschool worden computers steeds vaker gebruikt in de klas. Het lukt steeds beter om ICT in te passen in het klassenmanagement; het aantal computers in een klas of de aanwezigheid van een computerlokaal is sterk van invloed op wat er in de sfeer
van klassenmanagement geregeld moet worden. Om de grote verschillen in de onderwijsteams op te heffen, is bijscholing nodig, op het gebied van de basiscompetenties en op het gebied van didactisch en pedagogisch verantwoord gebruik van ICT in de onderwijspraktijk. Denk maar aan het gebruik van internet. Het biedt kinderen veel mogelijkheden voor plezier, leren en ontwikkeling. De risico’s van internet variëren van ongeschikte inhoud (bijvoorbeeld geweld) tot ongewenste contacten. Leerkrachten en ouders zullen de kinderen moeten voorbereiden op veilig gedrag in een digitale wereld. Computervaardigheden zijn essentiële competenties voor de kennissamenleving; ICT-vaardigheden zijn een absolute voorwaarde om in de huidige (kennis)maatschappij te functioneren. Leerkrachten moeten in deze professionele werkomgeving aansluiten op de toenemende behoefte aan verslaggeving en communicatie. Rapporten, verslagen van oudergesprekken en notulen van teamvergaderingen worden digitaal vastgelegd en verstuurd. De structuren van het
schoolnetwerk vragen inzicht in basale mappenstructuren om documenten overzichtelijk op te slaan. De leerkracht is als coach de bewaker van het onderwijsproces en zorgt voor de middelen die de leerling in staat stellen kennis en vaardigheden te vergaren. Een digitaal portfolio voor elke leerling, gekoppeld aan het burgerservicenummer of onderwijsnummer, zal al spoedig standaard zijn. Om draagvlak te creëren in het team is het van belang een gezamenlijke ICT-visie te ontwikkelen. We staan op het punt om een nieuwe weg in te slaan. De afgelopen jaren is binnen de KSU sterk geïnvesteerd in technische oplossingen; te denken valt hierbij aan het aanleggen van een stabiel netwerk en de aanschaf van nieuwe pc’s. Nu kunnen we ons gaan richten op het inzetten van het middel ICT. Waar leggen we de accenten in het onderwijsleerproces en welke rol spelen de kinderen en de leerkrachten en
hoe richten we de leeromgeving in? ICT-coördinatoren spelen hierbij een belangrijke rol. Zij kunnen de leerkrachten enthousiasmeren en opleiden zodat ze als coach hun weg vinden op de digitale snelweg. Een goede structuur en een digitale leerlijn helpen hierbij. Door het optimaal inzetten van ICT zal het onderwijs ver-
nieuwend zijn, inspirerend en creatief en beter aansluiten bij de behoeften van de leerlingen, zodat ze goed voorbereid hun weg in de samenleving zullen vinden. Corrie Eshuis mei 2008
EVEN VOORSTELLEN
DIANNE, NIEUWE STAFFUNCTIONARIS PR & COMMUNICATIE Staffunctionaris pr & communicatie, zo mag ik, Dianne te Velde, mijzelf sinds een paar maanden noemen. Journalistiek/pr en onderwijs, twee vakgebieden die mij al jarenlang boeien. Nu krijg ik de kans om die vakgebieden te combineren. Die kans heb ik met beide handen aangegrepen. Maar hoe komt een boerendochter uit een klein Gronings dorp terecht bij het KSU-huis in Utrecht? Het is een lang verhaal, dus ik geef hieronder een kleine samenvatting. Als 17-jarige ging ik journalistiek studeren in Zwolle. Een lang gekoesterde droom. Mijn moeder, juf in hart en nieren, had liever dat ik de pabo ging doen. Maar ja, ik was een echte puber, dus ik deed niet wat mijn moeder graag wilde. Na mijn afstuderen kreeg mijn moeder toch nog haar zin: ik ging de verkorte pabo volgen. Na een wereldreis van een jaar was het tijd om een echte baan te vinden. Het maakte mij niet uit wat.
Het werd een baan voor de klas in Leerdam. Wel in het Jenaplanonderwijs, want dat was een manier van onderwijs die mij zeer aansprak en nog steeds aanspreekt. Na een paar avondstudies en een paar lange reizen ben ik drie jaar geleden bij de KSU aangenomen. Op de Johannesschool vond ik mijn plek. De schoolpopulatie en coördinerende functie waren totaal nieuw voor mij en daarom zeer uitdagend. En dat zegt wel iets over mij: ik ben onrustig, leergierig en zoek steeds weer nieuwe uitdagingen. Vandaar dat ik niet lang na hoefde te denken over het aanbod om met Hans de Brouwer op het KSU-bureau te werken. Ik ga vooral aan de slag met beleidszaken rondom pr en communicatie en Hans richt zich op dit moment op het uitvoerende. Toch doen we veel dingen samen en dat betekent gelukkig dat ik geregeld ‘het veld’ in mag. Vandaar dat ik al velen van jul-
lie ben tegengekomen op de verschillende scholen. Zo niet, dan komt daar vast en zeker in de nabije toekomst verandering in.
5
PERSONEEL
In Memoriam onze collega
Tonny van der Linden
KSU-B R E E D
Op weg naar Wijk bij Duurstede. Bij Tonny op bezoek. We hebben veel, soms indringende, gesprekken gevoerd over zaken die haar en ons raken. Ondertussen hadden we ook plezier, moesten we lachen. Ze hield altijd de moed erin. Die ongelofelijk wilskrachtige en energieke houding vond ik zo opvallend en kenmerkend. Niet bij de pakken neerzitten. Niet zeuren, geen geklaag. Tonny werd geconfronteerd met uitslagen, ontwikkelingen die soms hoopgevend waren (leken) en op andere momenten daar weer strijdig mee waren. Mentaal vergde dat heel veel van haar en toch bleef ze zo vol doorzettingsvermogen. Tegen de stroom in een strijd voeren die vreselijk moeilijk is. Uiteindelijk een ongelijke strijd. Ik heb heel veel bewondering voor de manier waarop Tonny is omgegaan met haar ziek-zijn en voor haar positieve, optimistische houding tegenover kinderen en collega’s.
6
Maar ook de realiteitszin was bij Tonny volop aanwezig, ze was zich zeker bewust van mogelijke consequenties, ook al leek het in bepaalde periodes beter te gaan. Tonny was wat mij betreft een lichtend voorbeeld van hoe je in een werksituatie, maar ook privé, ondanks alle tegenslag, kunt blijven geloven in een zeker perspectief. Ze verstond de kunst om vanuit de beperkingen zo krachtig en energiek mogelijk aan te kijken tegen de wereld rondom je heen. Ze kon ook scherp zijn en je de spiegel voorhouden indien dat nodig was. Tonny is overleden op vrijdag 11 april jl. Het is onwerkelijk en onwezenlijk. Niet goed te bevatten, ook al weet je dat het in december 2007 door de artsen geschetste perspectief weinig ruimte liet voor een hoopvol vergezicht. Je beseft dat je je collega nooit meer spreekt. Je realiseert je dat een periode van zestien jaar samenwerking abrupt is afgebroken.
Op je werkkamer laat je, in een moment alleen, van stilte en verdriet, het bericht op je inwerken. De dood als uiterste consequentie van het leven. Onherroepelijk, onomkeerbaar, realiseer je je. Leven en dood, zo dicht bij elkaar. Er bestaat een kinderboek met de titel ‘Vlinder voor Marianne’ . Marianne is heel ziek. Op een dag geeft haar broertje van vier haar een rups in een glazen potje, met een blaadje sla erbij en gaatjes in het dekseltje. Voor op het nachtkastje. Op een dag overlijdt het zusje en haar broer vergeet de rups. Als de begrafenis voorbij is gaat hij naar Mariannes kamertje, om op een andere manier nog bij haar te zijn. En dan ziet hij hoe een schitterende veelkleurige vlinder zich ontpopt. Hij opent het potje. De vlinder stijgt op en zweeft de kamer in, om door het open raam te verdwijnen. Leven en dood, onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ons leven is begrensd tussen twee tijden, geboorte en dood. Bij ernstige ziekte voel je juist pijnlijk scherp hoe jouw tijd in hoog tempo aan het opraken is. Hoe lang heb je nog voor jouw tijd op is? Het is een harde en wrede grens aan het leven. Maar het is juist het besef van de grenzen geboorte en dood, dat ons leven inhoud en kleur geeft, richting en zin. Kijk ook naar de vlinder.
Tonny zal altijd in onze gedachten blijven. Hans van Breukelen (schoolleider St. Maartenschool, locatie Neckardreef)
EVEN VOORSTELLEN
ELSKA VOS, DIRECTIESECRETARESSE Het is bijna vier maanden geleden dat ik mijn eerste werkdag als directiesecretaresse op het KSU-kantoor beleefde en Brenda begint al aardig aan me te wennen! Samen met haar ondersteun ik het College van Bestuur en de stafmedewerkers. Ikzelf begin ook te wennen, aan de collega’s van het KSU-huis, de clusterdirecteuren, de schoolleiders en de (namen van de) scholen, de GMR en de Raad van Toezicht, en niet te vergeten aan al die afkortingen, zowel binnen de KSU als in het Utrechtse onderwijs-overlegcircuit. En hoewel ik uit het onderwijs kom, is dat toch weer een hele klus. Ik ben mijn werkzame leven begonnen als docente Frans op een VOschool (verschrikkelijk!) en ik was erg blij dat ik als correctrice kon gaan werken bij Van Dale Lexicografie in Utrecht. Van Dale bracht toen net de reeks grote vertaalwoordenboeken uit en er was veel werk. Via de bureauredactie van het woordenboek Nederlands-Frans kwam ik terecht bij de Grote (Dikke) Van Dale. Aan dit boek heb ik met heel veel plezier bijna 14 jaar en twee drukken (de twaalfde en de dertiende) gewerkt als bureauredactrice. Daarna werd het tijd voor een ‘carrièremove’ en besloot ik te trachten een
oude wens van mij in vervulling te laten gaan: werken in de horeca. Tot mijn eigen verbazing werd ik aangenomen als receptioniste in het Dorinthotel in Badhoevedorp, een viersterren airporthotel. Ik heb daar veel geleerd, hard gewerkt en roerige tijden meegemaakt. Alles kwam langs onze balie en in alle talen: zakenlui, toeristen (een oma uit Rusland met haar kleinkind, geen van beiden sprak een woord Engels), de vaste crews uit de hele wereld, die ik langzamerhand leerde kennen en waar ik naar uitzag (vooral naar die mooie, donkere captain van Eva Air uit Singapore in zijn smetteloze uniform), gestrande passagiers (meestal na uren wachten op Schiphol, in het ongewisse over hun vlucht; soms kwam al hun woede en frustratie over ons heen), Amerikanen die niet meer terugkonden na de aanslagen van 11 september en Marco van Basten (jaha!) voor een of ander overleg met het bestuur van Ajax. Na drie jaar werden het werk en de onregelmatige diensten me te zwaar en keerde ik terug naar mijn eerste werkgever, het onderwijs. Ik werkte twee jaar als secretaresse op Laar & Berg, een VO-school in Laren (heel erg leuk) en maakte van daaruit de overstap naar het bestuursbureau van
de Cedergroep in Amstelveen, waar ik bijna drie jaar in dienst was toen ik de advertentie van de KSU zag. Thuis in Vinkeveen ben ik op de eerste plaats (en vol trots) moeder van mijn puberzonen Thijs en Daan, die deels bij mij en deels bij hun vader, drie huizen verderop, wonen. Thijs zit op het Amadeuslyceum in De Meern (het Nieuwe Leren!) en Daan op het Alkwin in Uithoorn. De tijd die overschiet besteed ik aan wandelen met vriendinnen, het oplossen van sudoku’s en cryptogrammen, lezen, borduren, tuinieren en voor de broodnodige rust doe ik bij tijd en wijle iets aan yoga of meditatie.
PERSONEEL
AFSCHEID JUFFROUW BROKX Ja, u leest het goed: met ingang van 1 oktober a.s. neemt Helma Brokx afscheid van de Joannes XXIII en van de KSU. Een afscheid waar je niet zo maar aan voorbij kunt gaan, ook al wordt het in besloten kring ‘gevierd’. Veertig jaar, ja véértig jaar, heeft juffrouw Brokx haar ziel en zaligheid gegeven aan de kinderen. Hoeveel kinderen zullen van haar les hebben gehad? Helma is een bewogen en inspirerende leerkracht die, met uitzondering van de kleutergroepen, in alle groepen les gegeven heeft.
Het overgrote deel van haar actieve loopbaan heeft zij zich ingezet voor de kinderen van de Joannes XXIII. Zo groeide ze uit tot één van de steunpilaren van de school en vergroeide als het ware met de school. Ze zou de aangewezen persoon zijn om een boek over de Joannes XXIII te schrijven (misschien een idee voor na je pensionering?). Wij willen Helma van harte danken voor alles wat ze al die jaren voor de school en voor de kinderen gedaan heeft. Het is nu tijd om van een
ander leven te gaan genieten. We wensen haar hierbij veel geluk en veel plezier. Team Joannes XXIII
7
HUISVESTING
NIEUWBOUW SBO ST. MAARTEN IN
KSU-B R E E D
Cindy Hamers, schoolleider van de SBO-school Leidsche Rijn, en Rob van der Westen, staffunctionaris huisvesting, spreken elkaar over de nieuwbouwplannen van de school. Het nieuwe gebouw wordt ontwikkeld door SVP Architecten uit Amersfoort en zal eind 2010 in gebruik worden genomen. Twee enthousiaste KSUmedewerkers vertellen.
8
Onderwijskundige eisen Cindy: ‘Onze school heeft een goede start gemaakt door het volledige team te laten meedenken bij het opstellen van een programma van eisen (pve). Dat pve bevat onderwijskundige eisen en neemt het kind als uitgangspunt. Met andere woorden: wat hebben kinderen nodig? En dat is voor elke school die nieuwbouw krijgt belangrijk, zeker voor onze school die voor een groot deel wordt bevolkt door kinderen met gedrags- en leerproblemen.’ Rob: ‘Bovendien bouw je voor zo’n 40 jaar en dan is het zaak goed na te denken hoe je het wilt hebben. Het is natuurlijk ook een werkplek voor de medewerkers van de school. En daarvoor moet je ook je eisen stellen.’ Cindy en Rob leggen uit dat het niet gaat om een traditioneel klassengebouw. Het gebouw biedt de mogelijkheid om zowel met individuele leerlingen als met kleinere en grotere groepen te werken. Daardoor kun je de verantwoordelijkheid voor de kin-
Cindy Hamers en Rob van der Westen: ‘Het nieuwe gebouw straalt geborgenheid uit!’ deren gemakkelijker verspreiden over de leerkrachten. Uitwisseling om te kunnen werken in niveaugroepen is zo gemakkelijk en rustig te realiseren. Deze zonering komt in het ontwerp goed tot uiting. Cindy: ‘De zonering was een onderdeel van het pve. Letterlijk kunt je vanuit een individuele werkplek achter in de klas naar een kleiner groepje in het midden van de klas en kunnen grotere groepen kinderen op het leerplein terecht. Die zonering zie je ook buiten op het speelterrein goed terug. Dat gaat van rustige speelplekjes naar speeltoestellen naar een sportveld. SVP heeft dat in het ontwerp goed terug laten komen. Het gebouw straalt door die zonering geborgenheid uit! Overigens
ben ik blij met de keuze voor SVP. Na een zorgvuldige procedure kwamen zij er als beste architect uit. Wat mij zo aansprak was dat hun ontwerp liefde voor het kind uitstraalt. Je ziet een soort dorpje in de school: klein, overzichtelijk, duidelijk opgebouwd en transparant. Ik verwacht ook in de toe te passen kleuren een heel natuurlijk geheel. Net als kinderen, die zijn van zichzelf ook heel kleurrijk. Een ander heel positief punt in het ontwerp, is dat onderwijsondersteuners niet meer in een eigen kamertje zitten, maar hun flexibele werkplek in een centrale orthotheek hebben. Daarin onderscheidt de nieuwbouw zich ook ten opzichte van andere, reguliere scholen.’ Rob: ‘De orthotheek krijgt een mooie plaats op een soort steiger. De werkplekken hebben zicht op een natuurlijke omgeving met een slootje. De structuur van de steiger loopt van buiten door naar binnen en is heel licht.’ Cindy: ‘De omgeving speelt met de school of omgekeerd.’ Cindy is enthousiast over het ‘dorpje’ in de school: ‘Van buitenaf zie je het dorpsstraatje, zoals ik dat maar noem, steeds door de school lopen. Op alle glaspunten in de gevels is dat goed te zien. Dat vind ik heel bijzonder.’ De school krijgt ook een mooi speellokaal, grenzend aan een dans- en dramalokaal en een techniekruimte. In het speellokaal zit een soort podi-
LEIDSCHE RIJN umtrap met daar tegenover een podium. Cindy: ‘Dit biedt veel mogelijkheden voor uitvoeringen die in de naastliggende lokalen kunnen worden voorbereid en aan de ouders of ander publiek op het podium worden gepresenteerd. Bovendien kunnen we de ouders ook in die ruimte ontvangen. En dat is iets waar de school veel energie in wil stoppen. De school heeft natuurlijk ook een maatschappelijke context. De ouders komen overal vandaan en de kinderen komen uit alle lagen van de bevolking. We zouden graag tijd en geld stoppen in het bevorderen van onderlinge integratie door de verschillende ouders en de autochtone Vleutenaren met elkaar in gesprek te laten komen en het aanbieden van een kopje koffie kan daarbij stimulerend werken. Integratie is niet alleen een probleem van de maatschappij, de school wil die handschoen óók oppakken. We hopen daarbij wel op een subsidiebijdrage van de gemeente.’ 100% fris Rob: ‘Al direct bij de gesprekken met de architect bleken er financiële problemen te zijn. De normvergoeding voor nieuwbouw is verreweg onvoldoende om een school te realiseren die aan alle eisen voldoet. Zo moet het gebouw stedenbouwkundig in de wijk passen, moet het voldoen aan wet- en regelgeving (brandweer,
arbo), moeten de kinderen verantwoord en veilig kunnen spelen en worden er door de gemeente eisen gesteld aan het architectonisch ontwerp. Bovendien, en dat is niet het minst belangrijke, moet het een “frisse” school worden. Dat is een school met een gezond binnenklimaat, zowel qua temperatuur als qua warmte- en koudebeheersing en CO2-gehalte. En dat vraagt meer investeringen, waar de school het geld niet voor heeft. We proberen de gemeente er nu van te overtuigen dat het niet zo kan zijn dat je een nieuwe school bouwt die niet als “fris” kan worden gekwalificeerd! We zullen alles aanwenden om de meest frisse school te bouwen en hopen ons te kunnen laten ondersteunen door Senternovem, deskundige op het gebied van binnenmilieu. De school wil gaan voor ambitie A, dat wil zeggen: 100% fris. Ook voor al deze financiële zorgen hopen we op een bijdrage van de gemeente.’ Cindy: ‘Ik zal een zucht van verlichting slaken als die hobbels genomen zijn. Het is een té grote kans in dit gebied, waar ook ons collega-bestuur uit Vleuten-De Meern nieuwbouw voor basisschool “De Twaalfruiter” gaat realiseren.’ Rob: ‘Ook bijzonder is de samenwerking met de afdeling Sport van de gemeente. Sport bouwt een gymzaal in de school. Die kan ook door wijkbewoners worden gebruikt. De gymzaal
heeft een eigen opgang, zodat we elkaar niet tot last hoeven te zijn. De samenwerking met Sport verloopt erg goed. Wel is er zorg voor het contactgeluid voor de op de verdieping komende gymzaal en de daaronder liggende ruimtes van de school. Reden waarom een akoestisch adviseur nadrukkelijk naar de constructie zal kijken.’ Cindy: ‘De entree van de school met een grote luifel ervoor is bijzonder. Je krijgt het idee van een Amerikaans hotel.’ Lachend: ‘De rode stoep als loper ontbreekt nog!’ Cindy is ook blij met de praktische uitwerking van een aantal lokalen. ‘Voor techniek en koken zijn leerruimtes gecreëerd en er is een tuin bij de school waar de kinderen lekker kunnen spitten.’ Voor het speelplein van de nieuwe school heeft Cindy allerlei ideeën: ‘Ik ben heel enthousiast over het speelplein als zoneparc. Ik kan de site www.zoneparc.nl van harte aanbevelen.’ Ook Rob spreekt het idee van een zoneparc aan, maar het kost weer extra geld: ‘In feite is er geld voor 30x30-tegels en een duikelrek. De rest moet de school zelf betalen. Het bestuur van de KSU wil gelukkig extra investeren in duurzame voorzieningen die in de exploitatiesfeer besparingen opleveren. Alle beetjes helpen. En we hebben in het kader van het Masterplan in Utrecht nog wat KSU-scholen te bouwen!’
HUISVESTING
KSU-SCHOLEN GEVRIJWAARD VAN GRAFFITI Sinds het begin van dit kalenderjaar zijn alle schoolgebouwen van de KSU gegarandeerd graffitivrij! Door een bundeling van krachten van schoolbesturen en de gemeente Utrecht - waartoe de KSU het initiatief heeft genomen! - is er voor graffitispuiters weinig eer meer te behalen aande KSU-gebouwen. Met de firma Graffiti-ex uit Utrecht zijn gunstige contractuele afspraken gemaakt. Elke ‘tag’ wordt gegarandeerd binnen 24 uur na melding op een professionele manier van het gebouw verwijderd. Daarmee spelen onze kinderen in een schonere omgeving met minder last van neveneffecten zoals vandalisme, zwerfvuil en andere vormen van overlast. We zijn trots op dit behaalde resultaat!
9
O R G A N I S AT I E
START PROCES STRATEGISCH BELEIDSKADER Met de bijeenkomst van schoolleiders, staf en CMT op 27 maart is het startsein gegeven voor het maken van het strategische beleidskader van de KSU voor de periode 2008-2012. De bijeenkomst had tot doel iedereen te informeren over het proces én schoolleiders en staf te vragen om in de komende periode thema’s aan te dragen die belangrijk zijn voor het toekomstige beleidskader. Na een toelichting over het doel en het proces van het strategische beleidskader door Hans Kars kwam een drietal onderwerpen aan de orde. Aan de schoolleiders en staf werd gevraagd om kernachtig te formule-
ren wat hun eigen school en de staf nu typeert. Iedereen slaagde daar uitstekend in. Uiteraard kwam een grote diversiteit aan typeringen naar voren. Het gewenste profiel van de KSU, en de scholen en staf daarbinnen, is een belangrijke basis voor het toekomstige beleidskader. ‘Wanneer is het strategische beleidskader voor jullie geslaagd?’, was de tweede vraag die aan de orde kwam. Het is belangrijk dat schoolleiders en staf zich kunnen verbinden met het toekomstige beleidskader. Dat betekent dat zij zaken die zij belangrijk vinden ook moeten kunnen terugvinden in dat kader.
Aan het eind van de bijeenkomst werd aan de schoolleiders en de staf gevraagd om aan te geven op welke manier zij op school en in de staf thema’s willen verzamelen die als input kunnen gaan dienen voor de beleidssessie op 4 en 5 juni. Afgesproken is om daarbij beeldend te werk te gaan, zodat op 4 en 5 juni van het materiaal een kleine tentoonstelling gemaakt kan worden. De eerste stap is gezet… Op naar 4 en 5 juni! Hans Kars
KSU-B R E E D
PERSONEEL - EVEN VOORSTELLEN
10
PAULINE VAN HOOGENHUIZEN, CLUSTERDIRECTEUR VAN CLUSTER 1 Sinds 1 februari werk ik met veel plezier bij de KSU als clusterdirecteur. De afgelopen vier maanden heb ik met veel collega’s kennis gemaakt, maar natuurlijk lang niet met iedereen. Daarom maak ik graag gebruik van dit traditionele voorstelrondje. Mijn naam is Pauline van Hoogenhuizen, ik ben 53 jaar. Ik ben getrouwd en heb een dochter en een zoon, 24 en 20 jaar oud.
Een groot deel van mijn jeugd heb ik in het buitenland doorgebracht en daar groeide mijn passie voor andere culturen en talen. Ik ging in Nederland Franse taal- en letterkunde studeren, met een uitstapje van ruim anderhalf jaar studie in Franstalig Canada. Door deze ervaringen heb ik verschillende onderwijsvormen gezien en ook letterlijk ondervonden. Om mijn verblijf in Montreal te kun-
nen bekostigen, ging ik op zoek naar een parttime baan. Ik kreeg de kans om Frans te geven aan een VOschool. Daar stond ik dan: onervaren en onbevoegd tegenover derdeklassers HAVO en VWO. En ik vond het geweldig. Je enthousiasme voor een vak kunnen overbrengen in een dynamische en interactieve omgeving. Zo kwam ik bij toeval terecht bij het onderwijs.
Na mijn studie heb ik een aantal jaren gewerkt op een HAVO/VWO-school als docent en sectiehoofd, en in het
volwassenenonderwijs.Toen volgde er een periode met even alle aandacht voor het thuisfront, met af en toe vertaal- en cursuswerk voor het bedrijfsleven. Tien jaar lang ben ik vervolgens werkzaam geweest in het voortgezet onderwijs als docent met verschillende managementtaken en in de gemeentelijke politiek als raadslid en wethouder. Voor de volgende stap in mijn loopbaan zocht ik naar de combinatie onderwijs en management. Deze vond ik in de functie van algemeen directeur van een stichting openbaar basisonderwijs. Als eindverantwoordelijke van een organisatie
met een klein stafbureau en scholen in meerdere gemeenten miste ik na verloop van tijd het werken in teamverband en het concreet bezig zijn met onderwijsinhoudelijke zaken. En zo kwamen de KSU en ik elkaar tegen. Binnen onze stichting ontdek ik een schat aan kennis en deskundigheid, en ervaar ik een grote betrokkenheid en collegialiteit. Graag bouw ik met jullie verder aan de ontwikkeling van het onderwijs en de scholen. Pauline
PERSONEEL
EEN OCHTENDJE PIM Ik heb wel zin in de Personeels Informatie Markt. De kans is groot dat ik bij de KSU ga werken, dus het lijkt me leuk om iedereen even te zien. Ik ken al wat mensen en het is altijd goed om even mijn gezicht te laten zien. Natuurlijk ben ik ook erg benieuwd naar het aanbod. Als ik om 10.00 uur binnenkom op de Personeels Informatie Markt, is het er al behoorlijk druk. Mensen lopen rond, overal staan kraampjes en voor ik mijn jas heb opgehangen heb ik al een informatiemap in mijn handen en word ik door de schoolleider van de Ariënsschool, waar ik stage loop, meegesleept naar de koffie. Een goed begin. Ik kijk rustig om me heen en herken een aantal scholen van naam. Ik zie ook een aantal bekende gezichten. Ik sta even bij Alice en Els (van mijn stage). We praten even wat bij en ik kijk hoe de school zich profileert. Nadat ik mijn koffie op heb, ga ik ook eens een rondje lopen. Ik heb er nog niet echt over nagedacht hoe ik dit ga aanpakken. Ik begin maar bij het eerste kraampje. Het is hier druk en ik word niet gelijk aangesproken. Ik laat het maar even en loop door. Bij het volgende kraampje word ik gelijk aangesproken met de vraag: ’wat zoek je?’, een beetje cynisch antwoord ik: ‘een baan!’. De vacatures zijn over-
zichtelijk opgehangen, zodat ik gelijk kan zien wat de school aan te bieden heeft. De ideale baan zit er helaas niet tussen. De ideale baan is voor mij een fulltime baan, voor een heel jaar, in een vaste groep. Dan eerst maar eens gewoon kennismaken. Ik wil wel eens weten wat voor scholen de KSU allemaal heeft. Zo loop ik van de ene naar de andere kraam. Er zijn scholen bij die heel enthousiast zijn met vertellen en er zijn scholen waarbij ik heel enthousiast ben met vragen. Het onderwerp van mijn eindonderzoek op de pabo, dat ik onder andere doe voor mijn afstuderen, gaat over woordenschatonderwijs, dat bij veel scholen in
opkomst is. Ik vind het leuk om te vertellen en heb met best veel scholen een leuk praatje. Bij ieder kraampje heb ik een handout meegenomen om later nog eens te lezen met wie ik nu allemaal gesproken heb. Uiteindelijk loop ik weer terug naar waar ik begon met veel te veel indrukken, niets concreets, een map vol met hand-outs en een gezellige ochtend waarin ik lekker heb gepraat over onderwijs en de onderwijsmarkt. Tim van der Voort (Tim wordt benoemd op de Ariënsschool. red.)
11
VAN DE SCHOLEN
BIJZONDERE THEMAWEKEN OP BASISSCHOOL DE PIJLSTAART Op basisschool De Pijlstaart werden onlangs twee themaweken gehouden. Zo was er ‘de week van de lentekriebels’. Op de laatste themadag was de wethouder van onderwijs, mevrouw Rinda den Besten op bezoek en zij sprak met de kinderen van groep 6 en 7 over de lessen relationele en seksuele vorming die in die week werden gegeven. De wethouder was onder de indruk van de inhoud van de lessen en de open sfeer waarin er gesproken werd over liefde, seks en hoe je daarmee om kunt gaan. Kinderen en team waren blij verrast met haar bezoek én met het project. De tweede themaweek stond in het teken van geschiedenis. De week werd geopend door de leerkrachten, die allemaal gekleed gingen in kledij van vroeger. Zo was de schoolleider verkleed als Zuster Maria, droegen de vrouwen een rok en de mannen
een pak. Toen de bel werd geluid, gingen de kinderen in rijen de school binnen. Als zuster Maria de klas in kwam, moesten de kinderen gaan staan. Er was een fototentoonstelling, een ‘museum’ met oude gebruiksvoorwerpen (o.a. kroontjespennen en een typemachine), een oude telefoon en oude landkaarten. De kinderen speelden in de pauze
oud-Hollandse spelen en verzamelden in de klas voorwerpen en foto's van vroeger. Een oma vertelde hoe het vroeger op school én thuis was en verder werden er veel verhalen voorgelezen uit de geschiedenis. De week werd afgesloten met een puzzeltocht en een rondgang langs alle klassenmusea. Voor de kinderen was ‘de geschiedenis’ even ‘het heden’.
KSU-B R E E D
VAN DE SCHOLEN
12
MONTESSORISCHOOL PRESTEERT OP LANDELIJKE TECHNIEK TOERNOOI! Op donderdag 5 juni vond in het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem het Techniek Toernooi plaats. Dit is een landelijke techniekwedstrijd voor alle groepen van de basisschool. De Montessorischool Buiten Wittevrouwen was één van de gelukkigen die hieraan mocht deelnemen met een onder-, een midden- en een bovenbouwteam! Voorafgaand aan deze deelname hebben onze leerlingen twee weken lang ontworpen, geprobeerd, gebouwd en getest, samen met betrokken ouders en enthousiaste leerkrachten. Op 30
mei vond er een interne presentatie plaats vanuit alle groepen 1 tot en met 8. Op de foto ’s ziet u een waterklok (een wekker, aangedreven door water, die na 2 minuten een belletje laat rinkelen) en een waterraket. Deze werkstukken zullen door onze interne jury (‘professoren Natuurkunde & Techniek’) worden beoordeeld op creativiteit en uitvoering.
A C T I E To e g e v o e g d e W a a r d e
OPROEP TOT DEELNAME AAN TWEEDE ATW De KSU heeft de overtuiging dat een goed werkklimaat een positieve invloed heeft op het welbevinden en de betrokkenheid van de medewerkers en daarmee op de kwaliteit van hun werk. Daarom zet de KSU onder de naam ATW (Actie Toegevoegde Waarde) bindingsacties in. ATW’s zijn personeelsgerichte acties, waarbij alertheid, bijzondere inzet, creativiteit en inspiratie en het nemen van initiatieven door medewerkers worden gewaardeerd, o.a. door hen in dit kader te fêteren, door een gezamenlijk ‘clubgevoel’ te stimuleren en door medewerkers te laten ervaren dat de KSU leuke extra’s biedt. maart-actie Op de eerste activiteit in het kader van ATW zijn binnen de gestelde termijn veertien correcte inzendingen binnengekomen. Alle inzenders hebben inmiddels een boekenbon ontvangen. De verborgen zin luidde: ‘De KSU heeft dit schooljaar merkbaar veel plezier in aandacht voor bijzondere medewerkers.’ april-actie De april-actie heeft veel aardige reacties opgeleverd. Een enkele medewerker toonde minder begrip. Dankzij de medewerking van de drukker ontvingen de medewerkers bij gelegenheid van de herfst-, kersten voorjaarsvakantie een ansicht-
kaart waarop hun een fijne vakantie werd toegewenst. Er is driftig gespaard voor de zegels, gezien de aanvraag voor extra zegels. Toen 1 april was genaderd kregen velen argwaan. Hester, leerkracht op de Paulus, kwam dankzij de medewerking van de schoolleider, die haar groep zo nodig wel even zou overnemen, op tijd ‘om de minister te spreken.’ De 1-aprilmuts stond haar geweldig! komende actie: ‘blik op kinderen’ De komende bindingsactie, zoals al aangekondigd in het Kaapjounaal, is gericht op KSU-medewerkers die hun creatieve aanleg uiten in de schilderkunst. De vraag is eigen schilderijen beschikbaar te stellen voor een expositie in het KSU-huis. De expositie heeft als thema: ‘Blik op kinderen’ en is gepland van 1 juli tot de kerstvakantie. De deelnemers ontvangen als dank en waardering schildermaterialen. De eerste aanmelding is al binnen. Wil je deelnemen, geef je dan op per e-mail. Het mailadres is:
[email protected].
mogelijk ook vocaal zal opluisteren. Waarom een band van buiten laten komen terwijl veel medewerkers dat zelf met veel plezier zouden kunnen doen? In de afgelopen jaren werd vaak gesuggereerd om interne mensen in de gelegenheid te stellen er een muzikaal feest van te maken. Die gelegenheid is er nu. Geef je op via
[email protected] en vermeld daarbij het instrument dat je bespeelt.
KSU-gelegenheidsband Onder de naam KSU-artistiek worden nieuwe activiteiten opgestart. Daarbij wordt als eerste gedacht aan een eigen KSU-gelegenheidsband die de komende nieuwjaarsbijeenkomst in Het Vechthuis instrumentaal en
13
PERSONEEL
CERTIFICAAT VOOR ESTHER WIJNANDS Op 17 april jl. ontving Esther Wijnands haar certificaat in verband met de succesvolle afronding van de opleiding voor de 'Kweekvijver'. Dit eerste deel van de Magistrumcursus voor schoolleider voltooide Esther in haar eerste jaar als schoolleider van de Montessorischool 'BuitenWittevrouwen'. Ze deed de opleiding dan ook in het kader van de intensivering van het Montessori-karakter van haar school. Tegelijkertijd was er in haar eerste schoolleidersjaar veel werk
te verzetten op de school. De Montessori is immers ook een school in groei, en bestaat sinds kort uit twee locaties. Een bijzondere prestatie om opleiding en werk zo te combineren! Bij de uitreiking waren namens de KSU Jan van der Klis, voorzitter van het College van Bestuur en Jon van Zoelen, clusterdirecteur aanwezig om Esther te feliciteren. Medecursiste Marian Boumans was ook van de partij. Jon van Zoelen, clusterdirecteur
PERSONEEL
ANNELIES VAN DER BURG - ROBERTZ VOL PLANNEN MET FPU
KSU-B R E E D
Na veertig jaar vol energie en enthousiasme in het onderwijs te hebben gewerkt, gaat Annelies van der Burg - Robertz aan het eind van dit schooljaar gebruik maken van de FPU-regeling. Ze gaat het niet rustig aan doen, maar begint aan een nieuwe actieve periode in haar leven. Op 1 augustus gaat ze voor twee maanden met de caravan naar Griekenland. ‘Ik moet weg zijn als de scholen weer beginnen. Ik moet echt afkicken.’
14
Haar vader was Hoofd der School in Langeraar. Haar eerste baan begon in 1968 in Aardam. Een driemansschool: een hoofd en twee leerkrachten. Ze heeft er één uitgepikt en is met hem getrouwd. In 1973 gaat ze werken op de Bonifaciusschool (de huidige Pijlstaart), nu een KSUschool, toen nog onder bestuur en onder leiding van de Zusters Augustinessen. Ze werd daar groepsleerkracht van de 1e klas. Maar liefst 75% van de 350 leerlingen was van Griekse afkomst. De zomervakanties bracht Annelies heel vaak met de caravan in Griekenland door en ze maakte vaak van de gelegenheid gebruik om even bij de families van leerlingen op bezoek te gaan. Zo toerde zij bij gelegenheid van haar 25-jarig onderwijsjubileum drie en een halve week door Griekenland.
‘Tijdens één van de vakanties leidde een zoontje van de familie die we bezochten ons rond door Athene. Hij had veel bekijks, omdat de tienjarige vloeiend Grieks én vloeiend Nederlands sprak.’ Het spreekt voor zich dat Annelies vloeiend Grieks heeft leren spreken, door studie aan de Volksuniversiteit en door de dagelijkse praktijk. Zij vervulde op school een spilfunctie bij de opvang van Griekse kinderen die in het kader van gezinshereniging op de Pijlstaart kwamen, aanvankelijk in een opvangklasje. Later vervulde ze ook een speciale rol in de communicatie met de Griekse leerkrachten (Griekse taal en cultuur). Dat was heel hard nodig, want iedere vijf jaar kwamen er nieuwe leerkrachten uit Griekenland. Zij hadden een andere pedagogische en didactische aanpak en spraken geen
Nederlands. Annelies werd vervolgens adjunct-directeur en tegelijk intern begeleider. In 1995 fuseerde de Pijlstaart, waarna Annelies de combinatiefunctie groepsleerkracht / ib’er kreeg. In 2001 werd Annelies benoemd tot intern begeleider op de St. Dominicusschool. Het blad ‘Libelle’ wijdde in de serie ‘Vrouwen en hun beroep’ een artikel aan Annelies. Een mooi verhaal over de wijze waarop zij inspiratie haalt uit haar beroep. Annelies heeft nog steeds contact met de Griekse Vereniging en houdt ook de contacten levendig met Griekse oud-leerkrachten en families van oud-leerlingen in Griekenland. Desondanks zal ze de school, de collega’s en de leerlingen de komende maanden heel erg missen.
PERSONEEL
ZILVEREN ONDERWIJSJUBILEUM TRUUS SPOELDER Er is in de afgelopen vijfentwintig jaar veel veranderd in het onderwijs, stelt Truus Spoelder vast. Zij staat op ons verzoek stil bij haar zilveren onderwijsjubileum en blikt terug op de verschillende schoolperioden in haar loopbaan. Zij studeerde op ‘de Agnes’ in Amersfoort. Eenmaal gediplomeerd was het voor geslaagden in die tijd niet gemakkelijk om aan een baan te komen. Op iedere vacature kwamen wel vierhonderd brieven binnen.
bijzondere start Truus is begonnen als vervangster in Cothen, in een parallelgroep drie, naast (nu KSU-collega) Margreet Staal. Na de vervangingsperiode daar ging ze aan de slag in Nijkerk, met zes andere vervangsters tegelijk, drie dagen vóór het sinterklaasfeest. Er was een enorm conflict op die school, waardoor het hele team thuis zat. Het leerlingenaantal daalde tot een dramatisch aantal van 27 leerlingen, verdeeld over klasjes van slechts 7 leerlingen. Nadat er een nieuwe directie was benoemd, ging het veel beter met de school. Truus werd in een reguliere functie benoemd en er volgde een leuke, leerzame tijd van opbouw. ‘Na jaren is het me nog niet duidelijk geworden wat er eigenlijk gebeurd is en wat de oorzaak van het conflict was’. Na Nijkerk werkte Truus acht jaar in Driebergen, stond in alle bouwen, met name in de groepen 7 en 8 en het minst in groep 5. Na Driebergen kwam Truus naar Utrecht. Tot op heden is zij schoolleider van de Mattheusschool. ervaringen In de kleine school in Nijkerk was de rol van de ouders bijzonder. Er was een sterke wederzijdse band tussen school en ouders. Er was een klein team dat intensief samenwerkte. Als starter kwam je binnen, werd naar een lokaal gebracht met de simpele boodschap: ‘Dit is je klas, ga je gang’. En dat was het, je moest het zelf uitzoeken. ‘In die tijd was er
nauwelijks of geen sprake van begeleiding of coaching. Als jonge leerkracht in een kleine school kreeg ik de meest vreemde combinatieklassen onder mijn hoede. Het was soms ook wel eens even heftig, bijvoorbeeld vanwege het verzet van de vertrokken leerkrachten. Maar al met al was het een leuke en leerzame tijd’. Er waren nauwelijks toetsen, en geen beoordelingssystemen. Alles zat ‘in ’t hoofd’, er stond weinig op papier. Leerkrachten maakten zelf lesmaterialen, vooral projecten. ‘In het kader van heemkunde gingen we met ’t spul de wijk in’. Er was nog geen sprake van bijzondere leerlingbegeleiding of remedial teaching en de intern begeleider bestond nog niet. ‘Zorg’ lag op het bordje van de leerkracht die daar niet op toegerust was.
Er is in de afgelopen vijfentwintig jaar veel veranderd. Dat komt het onderwijs en daarmee de leerlingen ten goede.
kwaliteit Hoe anders is het nu. We hebben speciale projecten ouderbetrokkenheid. Iedere school heeft veel aandacht voor zorgleerlingen. Scholen hebben een leerlingvolgsysteem. Er zijn rt’ers en intern begeleiders. Starters worden begeleid. Er is een taakbeleid. Er wordt planmatig gewerkt. Er zijn verantwoordingsdocumenten. Leerkrachten ontwikkelen zich mede op basis van klassenbezoeken, functionerings- en beoordelingsgesprekken.
15
K S U V O O R AT J E H
KSU-B R E E D
NIEUWE RONDE NIEUWE KANSEN; KSU VOOR ATJEH IN 2008
16
Na twee succesvolle workshopreizen in 2007 kende het project ‘KSU voor Atjeh’ begin 2008 een moeizame periode. Uit de evaluaties van de workshopreizen bleek namelijk dat de behoefte aan ondersteuning bij diverse didactische thema’s zó groot is, dat een meer structurele samenwerking beter zou passen bij die behoeften dan de intensieve maar korte workshopreizen. Om dat georganiseerd te krijgen is niet eenvoudig. Inmiddels staat ook de partner in Atjeh, Education International Oxfam volledig achter dit plan en is de voorbereiding gestart. Begin 2009 zullen twee à drie leerkrachten, aangevuld met studenten (van de pabo, maar ook universitaire studenten) als eersten voor tweeënhalve à drie maanden gaan. Zij zullen opgevolgd worden door een tweede groep – van dezelfde samenstelling leerkrachten en studenten en voor dezelfde duur. In deze periode – voorjaar 2009 – zal ook weer een workshopreis plaatsvinden, binnen hetzelfde thema en dus goed ingebed in het werk van de ‘langblijvers’. Werving, selectie en voorbereiding zullen kort na de zomervakantie starten. Het hoofdthema wordt deze zomer in Atjeh vastgesteld. Wat er intussen ook nog gebeurt: op Hogeschool Domstad zal vanaf het begin van het nieuwe cursusjaar een speciale projectgroep ‘KSU voor
Atjeh’ actief worden met als doel: voorlichting, werving, selectie en fondsenwerving binnen de Domstadorganisatie. Goed voor het project, goed voor de samenwerking tussen de KSU en Domstad. Ook zullen Domstadstudenten in het nieuwe cursusjaar – als onderdeel van hun stage – ingezet worden bij de uitvoering van het programma Omgekeerde Ontwikkelingssamenwerking, waarbij leerlingen van KSU-scholen via de mail, en met hulp van tolken, in contact komen met hun leeftijdgenoten op de scholen in Banda Atjeh. Op deze manier leren de kinderen op een heel directe manier van en met elkaar; over het dagelijkse leven, de cultuur, omgeving, etc. De eerste ervaringen hiermee op de Sint Jan de Doper en de Johannesschool zijn positief. Er hebben zich inmiddels vijf nieuwe scholen aangemeld voor komend cursusjaar en… er is nog ruimte voor meer scholen. Kortom: voor meer informatie en aanmelding, neem contact op met André de Hamer (
[email protected] ). En dan, na het goede nieuws… zijn er natuurlijk ook nog de 150 computers. U zult zich wellicht afvragen: hoe staat het daarmee? Het antwoord: het is een drama! Het blijkt bijzonder moeilijk om zonder corruptie deze computers Atjeh binnen
te krijgen. Na alle diplomatieke diensten en drie Indonesische ministeries, is het nu wachten op toestemming van het (naar zeggen van Education International, Oxfam en de Indonesische ambassade in Den Haag) vierde en laatste Indonesische ministerie, dat van Handel. Achteraf gezien hadden we deze schenking nooit zo aan moeten nemen. Maar dat is wijsheid achteraf. En een erg trieste constatering. Omdat alle betrokkenen schatten dat het nu niet lang meer kan duren, is besloten om inderdaad nog een maand geduld te hebben. Zodra de computers daadwerkelijk in Atjeh zijn, zullen technici van de KSU de machines over tweeëntwintig EIOxfam-scholen verdelen en installeren. We blijven optimistisch, maar een beetje cynisch word je hier toch ook wel van. Het is belangrijk om steeds te blijven bedenken waar het ook al weer om gaat: straks hebben honderden kinderen voor het eerst de kans om op jonge leeftijd te oefenen met ICT-vaardigheden en kunnen de Atjese leerkrachten gaan oefenen met de inzet van de computer bij hun onderwijs. Nog even geduld… Al met al zijn we de moeizame start van 2008 alweer bijna vergeten en kijken we vol verwachting uit naar de nieuwe acties in de nabije toekomst.
Leerlingen van de Johannesschool aan de slag met de mailuitwisseling; de leerlingen van de school Gampung Jawa waar ze mee mailen – jongens en meisjes gescheiden op de foto…