JÜRGEN VOORTMAN (1743-1812) J
ürgen Hülsmann, die in 1774 zijn naam veranderde in Jürgen Voortman, was het vierde kind van Johann Heinrich Hülsmann en Helena Vortmann. Één kind, het zoontje Gerdt, was reeds overleden. Het gezin telde op 1 februari 1743 dus nog twee kinderen, te weten: •
Adelheit, 4 jaar
•
Johann Hindrich, 1 jaar
De moeder van het Jürgen, Helena Vortmann, had op 15-jarige leeftijd als
oudste dochter de taak van haar overleden moeder, Marcke Maria Meijer von der Musslage, reeds moeten overnemen. Toen Helena Vortmann tien jaar later trouwde met Johann Heinrich Hülsmann, bleef zij bij haar vader (Gerdt Vortmann) op de keuterhoeve wonen. Het is dan ook aannemelijk dat ook haar kinderen geboren werden op de keuterhoeve ‘Arndt zum Vorde sive Kleine Vortmann’. De keuterhoeve (Markkotte) kenmerkte zich door akkerbouw. Bovendien hielden ze er enkele kippen en was men zelfvoorzienend door een klein stukje grond voor tuinbouw fruit en / of groente). Op donderdag 7 februari 1743 werd Jürgen gedoopt in de Evangelisch Lutherse St.Georgskerk in Badbergen. Hoewel er over het algemeen drie getuigen bij een doop genoteerd werden, stonden er bij Jürgen geen getuigen vermeld. Heeft de pastor deze vergeten op te schrijven of zou hij wellicht bij een huisbezoek op de keuterhoeve gedoopt zijn? Na Jürgen werden nog vier kinderen geboren. In 1744 was het een doodgeboren dochtertje dat op 31 juli in Badbergen begraven werd. Op 2 juli 1745 werd Johann gedoopt, het zesde kind van Johann Heinrich Hülsmann en Helena Vortmann.
Doopvont van de Lutherse kerk in Badbergen.
Toen op 7 mei 1747 de vader van Helena Vortmann, Gerdt Vortmann, in Badbergen begraven werd, was Jürgen nog maar vier jaar oud. Hij zal zijn grootvader dan ook niet bewust meegemaakt hebben. Twee
190
BIOGRAFISCHE BESCHRIJVING
maanden later, op 9 juli 1747, werd Johann Hermann gedoopt. Het achtste en tevens laatste kind van Johann Heinrich Hülsmann en Helena Vortmann, was Margaretha Maria Adelheit Hülsmann. Zij werd op 18 november 1750 gedoopt. Op 1 september 1751 overleed de vader van Jürgen aan de hete koorts. Dit is een koorts die snel en hoog oploopt. Twee dagen later werd hij begraven in Badbergen.
begraven. Blijkbaar hadden de zes wezen van Johann Heinrich Hülsmann en Helena Vortmann de parochie Badbergen niet verlaten. Het feit dat Albert Lüdeling pas in 1770 trouwde, toen Johann Hermann Hülsmann (de jongste van de achtergebleven kinderen) 23 jaar was, doet zelfs vermoeden dat zij op de keuterhoeve bleven wonen.
Gerdt, 14 jaar
Vervolgens ging ieder zijn eigen weg. Adelheit Hülsmann trouwde in 1760 in Quakenbrück en noemde zich ook wel Adelheit Vortmann. Johann Hindrich Hülsmann trouwde in 1766 in Badbergen met Adelheit Vortmann (geboren op halferf ‘Claus zum Vorde sive Vortmann’). Johann Hülsmann trouwde in 1770 in Badbergen met Margaretha Adelheit Gräner.
Johann Hindrich, 12 jaar
De reis naar Holland (1774)
Jürgen, 11 jaar
In het voorjaar van 1774 emigreerde Jürgen naar Holland en vestigde zich in Monnickendam. De jongste broer, Johann Hermann, bleef ongehuwd achter in Badbergen. Twee jaar later zou hij ook emigreren naar Holland.
Twee en een half jaar later overleed ook de moeder van Jürgen. Zij overleed op 14 april 1754 aan een beroerte. Op 17 april werd zij in Badbergen begraven. De achtergebleven kinderen waren: Adelheit, 15 jaar
Johann, 8 jaar Johann Hermann, 6 jaar Margaretha Maria Adelheit 3 jaar De nieuwe bewoner van de keuterhoeve werd Albert Lüdeling (27 jaar, ongehuwd) die zich sindsdien Albert Vortmann noemde. Uit zijn huwelijk (pas 16 jaar later) met Catharina Margaretha Buddeke werden zes kinderen geboren, allen dochters. De erf-opvolgster (Catharina Maria) huwde met Johann Gerdt Vortmann, die op halferf ‘Claus zum Vorde sive Vortmann’ geboren was. Zodoende wist de familie de keuterhoeve in de familie te houden. Van 1756 tot 1763 woedde de Zevenjarige Oorlog. Op 3 januari 1757 overleed Margaretha Maria Adelheid op 6-jarige leeftijd. Zij werd op 5 januari 1757 in Badbergen
Op donderdag 2 juni 1774 overlegde Jurgen zijn attestatie bij de Lutherse gemeente van Monnickendam. In Waterland leerde Jürgen Hülsmann, die waarschijnlijk direct na zijn aankomst in Monnickendam zijn naam veranderde in Jürgen Voortman, Janna Buisman kennen. Zij woonde in Broek in Waterland waar was geboren in Zwolle in een huisje aan de Vismarkt achter de Sassenpoort. Afkomst van Janna Buisman De vader van Janna Buisman, Lubbert Buis, was dagloner van beroep. Een dagloner werkte voor één dag loon en was dus nooit zeker van werk. Waarschijnlijk verdiende hij nauwelijks genoeg geld om
JURGEN VOORTMAN (1743-1812)
zijn gezin te onderhouden. Het gezin woonde in een klein huisje aan de Vismarkt achter de Sassenpoort in Zwolle. Op 22 november 1752 werd Janna Buisman Gereformeerd gedoopt in de Grote of St.-Michaelskerk te Zwolle. Zij was het vijfde kind van Lubbert Buis en Margrietje Frederiks. Ze had drie oudere zusters, waarvan de oudste reeds overleden was, en één oudere broer. Het gezin bestond op 1 november 1752 uit de volgende drie kinderen: •
Willempien, 6 jaar
•
Anna Catharina, 4 jaar
•
Evert, 2 jaar
Janna Buisman had één jongere zus, Derkje Buis, die op 23 oktober 1755 gedoopt werd. Mogelijk reisde Janna samen met Gerrigje Hendriks naar Broek in Waterland. Gerrigje Hendriks kwam ook uit Zwolle en gaf op 25 april 1772 haar attestatie af aan de Hervormde gemeente in Broek in Waterland.
191
192
BIOGRAFISCHE BESCHRIJVING
Tijdvak 1775-1779 Op
oudejaarsdag, zaterdag 31 december 1774, deed Jürgen Voortman een verzoek bij de burgemeester om (met burgerrecht) in Monnickendam te mogen wonen. Dit werd (voorlopig) afgewezen. Dit weerhield hem er toch niet van om op zaterdag 28 januari 1775 in ondertrouw te gaan met de negen jaar jongere Janna Buisman. Na drie openlijke huwelijksaankondigingen (zondag 29 januari, 5 en 12 februari 1775) werd het huwelijk op zondag 12 februari 1775 voltrokken in de Gereformeerde St.Nicolaaskerk in Monnickendam. Drie maanden later overleed de vader van Janna
Gereformeerde kerk in Broek in Waterland, getekend door Cornelis Schoon.
Zuideinderpoort in Monnickendam. Direct achter de poort is de stal te zien die Jurgen in 1776 kocht. Een tekening van Cornelis Schoon.
JURGEN VOORTMAN (1743-1812)
Buisman, Lubbert Buis. Op donderdag 18 mei 1775 werd hij ‘van de armen’ begraven op het Broerenkerkhof in Zwolle. Ruim een half jaar na het verzoek, kreeg Jürgen Voortman op zaterdag 22 juli 1775 toestemming om in Monnickendam te wonen, mits hij zijn burgerrecht betaalde, een bedrag van zes gulden.8
193
woensdag 15 november 1775 raasde een storm over Nederland die op verschillende plaatsen langs de Zuiderzeekust enorme schade aanrichtte. Waterland kwam voor de zoveelste maal in de geschiedenis onder water te staan, terwijl enorme vloedgolven de eilanden Marken, Schokland, Urk en Wieringen overspoelden. Het water liep over de gehele zeedijk, door de stad
In de nacht van dinsdag 14 november op
Het Zuideinde in Monnickendam, met links de Zuideinderpoort. Een kopergravure van Frederik de Wit uit 1698. Omkadert: het huis verponding 303.
194
BIOGRAFISCHE BESCHRIJVING
Monnickendam en dus op zes op zeven na, door alle huizen heen. Door de sterke stroming – vooral in de nauwe straten – was de grond op sommige plaatsen meer dan 70 cm weggespoeld. Er was zelfs een huis van zijn fundamenten gerukt. Ook het nieuwe jaar kenmerkte zich door storm. Zo werd er op zondag 7 januari 1776 niet gepredikt in de Lutherse kerk, omdat ‘wegens het zwaare stormweer geen mensch ter kerk gekoomen’ was. Bij de jaarlijkse verhuur van de noorder- en zuidercingel – voornamelijk voor de winning van hooi en riet – op woensdag 24 januari 1776, nam Jürgen Voortman en buiten-rietgewas in huur voor f 16,- dat vóór eind mei 1776 betaald moest worden.8 Jacob Scholten en Dirk van den Bergh stonden borg voor Jürgen. Zelf stond Jürgen samen met Cornelis Vlieger borg voor Claas Teunisz (van Edam) die de Jaagweg van Edam tot Zedde in huur nam voor f 32,-. Bovendien stond Jürgen samen met Claas Teunisz borg voor Jacob Scholten die de Jaagweg van Zedde tot de Rietvinksbrug huurde voor f 10,-. Na twee zondagen weer gepredikt te hebben, viel er wederom een uit. Deze keer was het echter door de felle koude, op zondag 28 januari 1776.14 Bij een openbare veiling in de Doelen in Monnickendam op woensdag 6 maart 1776, kocht Jürgen een stal voor f 34,-. Deze stal lag op het Zuideinde op stadsgrond, achter het jodenkerkhof. De transportakte zou pas een maand later opgemaakt worden. In maart 1776 werd ook het eerste kind van Jürgen Voortman en Janna Buisman geboren. Het dochtertje werd Helena genoemd, naar de moeder van Jürgen. Op zondag 17 maart 1776 werd ze in de Evangelisch Lutherse kerk van
Prins Willem V (1748-1806) Stadhouder Prins Willem V wordt geboren in 1748. Als hij drie jaar is, overlijdt zijn vader, stadhouder Willem IV (1711-1751). Zijn moeder, de Engelse Anna van Hannover, treedt tijdelijk op als regentes. Maar als ook zij in 1759 overlijdt, komt Willem onder voogdij te staan van de hertog van BrunswijkWolfenbuttel. Brunswijk staat bekend als de 'dikke hertog'; hij is niet alleen ontzettend dik, maar ook een machtswellusteling. Als Willem in 1766 meerderjarig wordt en het stadhouderschap overneemt, blijft Bruns-wijk als adviseur van de stadhouder aan en heeft een grote vinger in de pap. Het lijkt erop dat Willem nauwelijks eigen beslissingen durft te nemen en bestuurlijke kwaliteiten mist, waardoor Brunswijk grote invloed houdt. Willem's politieke opvattingen zijn uitermate conservatief en ook zijn pro-Engelse houding – zijn moeder was immers Engelse – roept veel weerstand op onder zijn tegenstanders, de patriotten. Hij regeert in een politiek roerige tijd. Zeker als in 1780 een aanzienlijk deel van de Republiek zich aan de kant van Amerikaanse kolonisten schaart die in opstand tegen het Engelse moederland komen. Willem keurt hun gedrag af en waarschuwt voor een confrontatie met Engeland. Maar niet alleen steunen patriotten de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring, ook verdienen Amsterdamse kooplieden veel geld door verkoop van wapens.
JURGEN VOORTMAN (1743-1812)
Monnickendam gedoopt. Dooppeet was Grietje Wijngaerts Groot. De vier jaar jongere broer van Jürgen, Johann Hermann Hülsmann, trok ook naar Waterland. Op dinsdag 26 maart 1776 gaf hij zijn attestatie af aan de Evangelisch Lutherse gemeente van Edam. Op zaterdag 13 april 1776 werd de transportakte opgemaakt van het stalletje dat Jürgen op 6 maart bij de openbare veiling gekocht had. De vorige eigenaar, Leendert Blaauw, liet na zijn overlijden de stal na aan zijn drie kinderen, waarvan twee nog minderjarig waren. Zodoende kocht Jürgen een derde deel van Grietje Blaauw – gehuwd met Wigger Cornelis Bakker – voor f 11,35. De overige twee derde deel van de stal kocht Jürgen van de regenten van het weeshuis, Johannis van Waus en Jan Minnen Boon, voor f 22,65. De regenten van het weeshuis traden op als toeziende voogden over twee minderjarige kinderen van Leendert Blaauw. Bovendien moest ieder jaar (beginnende met 1776) f 1,- aan belasting betaald worden. Jacob Scholten en Dirk Boerlager stonden borg voor Jürgen. Op een pentekening van Cornelis Schoon zien we de stal pal achter de Zuideinderpoort staan. De stal zal waarschijnlijk gebruikt zijn voor het bergen van gereedschap en / of het opslaan van gesneden riet. Nog geen twee weken na het opmaken van de transportakte overleed het dochtertje Helena, op een leeftijd van ongeveer vijf weken. Op woensdag 24 april 1776 werd de belastingaantekening gemaakt voor het pro deo begraven op het kerkhof. Op zaterdag 18 mei 1776 betaalde Jürgen Voortman de huur8 van het buitenrietgewas over het jaar 1776. Ook het jaar daarop, op zaterdag 18 januari 1777 nam hij hetzelfde stuk in huur. De prijs was echter wel gestegen tot f 27,75 en moest
195
vóór eind mei 1777 betaald worden. Jacob Scholten en Dirk van den Bergh stonden wederom borg voor Jürgen. Het tweede kind van Jürgen Voortman en Janna Buisman, een dochtertje dat in maart 1777 geboren werd, werd vernoemd naar de moeder van Janna Buisman, Margrietje Frederiks, en kreeg de naam Grietje. Op woensdag 19 maart 1777 werd ze in de Evangelisch Lutherse kerk van Monnickendam gedoopt. Grietje Wijgaerts Groot was ook bij dit kind dooppeet.16 Volgens de condities van het huren van de rietlanden, betaalde Jürgen op donderdag 29 mei 1777 de huur8 van het buitenrietgewas over het jaar 1777. Een maand later veranderde Janna Buisman van geloofsovertuiging. Samen met Frederik Nazeman en Geertruy Bloem deed ze op vrijdag 27 juni 1777 geloofsbelijdenis in de Evangelisch Lutherse kerk in Monnickendam.4 Voor de derde maal achtereen huurde8 Jürgen het buitenrietgewas, op zaterdag 31 januari 1778. De huur was nu tot f 30,gestegen. Condities waren dat de huur vóór eind mei 1778 betaald moest worden en dat het riet voor eind maart 1778 gesneden moest zijn. Jacob Scholten en Dirk van den Bergh stonden wederom borg voor Jürgen. Naast het buitenrietgewas nam Jürgen ook de Jaagweg van Zedde tot de Rietvinksbrug (ruim 1,6 km lang) in huur voor f 16,-. Het riet mocht hier niet eerder dan zeven weken voor mei (begin maart) gesneden worden. Bovendien moesten de groenstroken gehooid worden. In verband met het verkeer (waaronder de trekschuit van Monnickendam naar Edam) mocht er geen vee grazen. De huur moest vóór eind juli 1778 betaald worden. De Jaagweg betaalde Jürgen op donderdag 11 juni 1778
196
BIOGRAFISCHE BESCHRIJVING
terwijl hij het buitenrietgewas pas op dinsdag 23 juni 1778 betaalde. Na de jaarlijkse meischouw (inspectie van onroerend goed) die dat jaar op woensdag 13 mei 1778 gehouden werd, kocht18 Jürgen een huis met erf op het Zuideinde (verpondingsnummer 303 ) op woensdag 15 juli 1778 van Dirk de Graaff. Dirk de Graaf moest na de jaarlijkse mei-schouw zijn schutting en gevel repareren en indien hij hier niet toe in staat was moest hij zijn huis verkopen, wat geschiedde voor f 16,-. Voorwaarde van de koop was wel dat Jürgen het huis moest herstellen tot tevredenheid van de regenten van Monnickendam. Het huis lag buitendijks en werd begrensd door Lyser Philips (ten zuiden) en Louwrens Bernard (ten noorden). Op maandag 11 januari 1779 gaf de elf jaar jongere neef van Jürgen, Eberhardt Johann Vortmann, zijn attestatie af aan de Lutherse kerk in Amsterdam. Zijn vader (Rolff Vortmann, de drie jaar ouder broer van Helena Vortmann, de moeder van Jürgen), die koetsier was bij de adellijke familie von Dincklage op het landgoed Schulenburg in Badbergen, was twee jaar eerder overleden. Eberhardt Johann Vortmann vestigde zich op de Keizersgracht en zou in 1784 in het huwelijk treden met de drie jaar oudere Catharina Adelheit Hölscher, die op de Herengracht woonde en geboren was in Quakenbrück. In 1805 overleed Eberhardt Johann kinderloos op 51-jarige leeftijd. Hoewel dit niet meer te achterhalen is door het ontbreken van de betreffende boeken, zal Jürgen eind januari of begin februari 1779 zijn verponding betaald hebben. Aannemende dat dit gelijk was met de daarop volgende jaren, moet deze er als volgt uit hebben gezien: Verponding
f 1,13,--
100ste penning
1,13,--
straat- en brandspuitgeld
1,-4,12
diepgeld
-,-4,12
som der verponding (f 4,84) f 4,14,14 Met de jaarlijkse meischouw, in 1779 gehouden op woensdag 12 mei, klaagde Pieter Kok (stadsvuilnisophaler ) over het brengen van riet op het erf van Jürgen Voortman.20 Pieter Kok verzocht het riet weg te mogen laten halen en een verbod voor het brengen van nieuw riet, daar hier ongemak uit zou kunnen ontstaan. Het verzoek werd goedgekeurd door de regenten en middels een stadsbode lieten ze Jürgen weten het riet op te ruimen. Daarnaast klaagde molenaar Maarten van Beek over twee bomen op het erf van Jürgen. Maarten van Beek was molenaar op de korenmolen aan het Zuideinde. Volgens hem hielden de bomen de wind tegen, waardoor hij veel schade kwam te lijden. Hij verzocht de bomen te laten rooien en weg te laten halen. Dit verzoek werd doorgespeeld naar de burgemeesters van Monnickendam. Het besluit heb ik (nog) niet kunnen vinden. Louwrens Bernard (buurman ten noorden van Jürgen) verkocht18 op 29 juli 1779 zijn huis en erf aan Harmen Jansz. Het huis werd ten noorden begrenst door Pieter Boon. Nu Janna Buisman ook lid was van de Lutherse gemeente van Monnickendam, kon zij ook als dooppeet optreden bij de doop van kinderen uit Lutherse gezinnen. Op zaterdag 9 oktober 1779 was ze getuige bij de doop16 van Trijntje Brüning, dochter van Hendrik (Johann Henrich) Brüning en Marrijtje Diekers. Hendrik Brüning kwam uit Gehrde (Artland) en had donderdag 16 juni 1774 (twee weken na Jürgen) zijn attestatie4 aan de Lutherse predikant in Monnickendam afgegeven.
JURGEN VOORTMAN (1743-1812)
Eind november werd het derde kind van Jürgen en Janna geboren. Het zoontje werd Hendrik genoemd (wellicht afgeleid van Heinrich, de tweede voornaam van de vader van Jürgen: Johann Heinrich Hülsmann) en werd op zondag 28 november 1779 in de Lutherse kerk van Monnickendam gedoopt16. Dooppeet was Antje Hillebrandts (29 jaar en dus twee jaar ouder dan Janna Buisman), vrouw van diaken Harmen Esselman (evenals Jürgen 36 jaar oud). De vader van Antje Hillebrandts, Jan Hillebrandts, kwam ook uit Badbergen (1759).4
197
198
BIOGRAFISCHE BESCHRIJVING
Tijdvak 1780-1789 De jaarlijks terugkerende verponding, straat- en brandspuitgeld werd in 1780 op dinsdag 1 februari door Jürgen betaald. Deze som zag er hetzelfde uit als in 1779 gemeld is. Ook in 1781 (maandag 29 januari) en in 1782 (vrijdag 1 februari) betaalde Jürgen dit verpondings-bedrag.21 Half mei 1782 werd het vierde kind van Jürgen en Janna geboren. Het dochtertje kreeg de naam Leentje, naar de moeder van Jürgen; Helena. Op zondag 19 mei 1782 werd ze in de Evangelisch Lutherse kerk van Monnickendam gedoopt.16 Dooppeet was (voor de derde maal) Grietje Wijnants Groot. Dit was tevens de laatste keer dat Grietje Wijnants Groot getuige was bij de doop van een kind van Jürgen Voortman en Janna Buisman. Wellicht was dit vanwege haar uitzonderlijk gedrag. Om dezelfde reden moest zij op 13 april 1782 haar kind binnen acht dagen verlaten in opdracht van de regenten van Monnickendam.8 Toen zij echter op 22 november 1783 toestemming kreeg om samen met Geertruy Franken als maîtresse te mogen fungeren kwam zij nergens meer als dooppeet voor. Na het vier jaar in het bezit te hebben gehad, verkocht Jürgen Voortman op maandag 17 juni 1782 zijn huis en erf (verpondingsnummer 303)21 op het Zuideinde voor fl. 213,- aan Jürgen Buddeke. Jürgen Buddeke kwam ook uit Badbergen en hoewel hij al op 2 juli 1778 zijn attestatie4 had afgegeven aan de Lutherse gemeente in Monnickendam, kreeg hij pas op 13 april 1782 zijn poorterschap8. Van het jaar 1783 is (nog) niets gevonden over Jürgen Voortman of zijn vrouw Janna Buisman.
De Vierde Engelse Oorlog 1780-1784 Meer dan een eeuw na de Vrede van Westminster (1674) was de internationale situatie danig veranderd. Engeland was verwikkeld in de Amerikaanse Vrijheidsoorlog (1775-1783) en Frankrijk schaarde zich in 1778 aan de zijde van de Amerikanen. Nederlandse kooplieden trokken zich weinig aan van de buitenlandse politiek van hun bondgenoot en bleven handel drijven met zowel Frankrijk als de Amerikaanse opstandelingen, daarin gesteund door het beginsel “vrij schip, vrij goed” dat in 1713 bij de Vrede van Utrecht door Engeland was aanvaard. De Britten accepteerden echter niet dat de Hollanders contrabande verscheepten, hetgeen vanaf 1778 resulteerde in de inbeslagname van diverse Hollandse schepen. Kort nadat in Britse ogen de Republiek het Engels-Hollandse bondgenootschap had verbroken door in december 1780 toe te treden tot het door Catharina II van Rusland opgerichte Verbond van de Gewapende Neutraliteit ontving stadhouder Willem V de Engelse oorlogsverklaring. De Vierde Engelse Oorlog (1780-1784) was een feit. Er volgde twee belangrijke zeeslagen, op 30 mei 1781 bij Kaap St.Marie en op 5 augustus 1781 bij Doggersbank. De eerste werd overwonnen door de Hollanders met Franse steun, de tweede zeeslag bleef onbeslist. De Britse vloot herstelde zich spoedig van de geleden schade en wist de Nederlandse oorlogsschepen voor de duur van de oorlog grotendeels in de eigen havens op te sluiten. Dit betekende dat ook de koopvaardijvloot nauwelijks kon uitvaren, met alle kwalijke gevolgen voor de economie van de Republiek. De Vierde Engelse Oorlog schreed verder zonder zeegevechten van formaat. Op 24 mei 1784 sloten de strijdende partijen te Parijs een vredesverdrag dat nadelig was voor de Republiek, de verliezende partij. Zij verloor hierbij een klein gedeelte van haar koloniën en moest toestaan dat Engelse koopvaarders passeerden door de Molukse Archipel. Vier jaar later werd het voormalige bondgenootschap met Engeland in ere hersteld.
JURGEN VOORTMAN (1743-1812)
Patriotten De economische situatie in ons land verslechtert aanzienlijk. De zondebok voor alle misère wordt Willem. Dit én zijn gehate vriendjespolitiek zet veel kwaad bloed bij de democratische patriotten die de macht van de stadhouder aan banden willen leggen. Deze groep wil onder meer een grotere inspraak van de lagere klassen. Daarnaast staat ook een deel van de aristocratie vooral Hollandse regenten - niet altijd aan Willem’s zijde: zij voelen zich in hun eigen macht voelen aangetast. Een jaar na zijn aanstelling als stadhouder trouwt Willem in 1777 met Wilhelmina van Pruisen. Zij is een pittige tante met eigen politieke opvattingen. Tien jaar later zal zij een belangrijke rol spelen als Willem’s macht wankelt. In 1787 wordt Wilhelmina door partriotten tegengehouden bij Goejanverwellesluis. Tijdens dit incident roept het echtpaar de hulp van Wilhemina's broer, Frederik Wilhelm II, de koning van Pruisen. Door middel van dit ingrijpen van Pruisische troepen weet Willem de patriotten te verjagen. Op 13 september 1787 trekken Pruisische troepen de Waal over bij Nijmegen. In eerste instantie was de aanval gericht op Utrecht waar de meeste Patriotische afdelingen waren gevestigd. In twee colonnes werd doorgestoten naar het westen waarvan de eerste colonne via Dordrecht en Rotterdam naar Delft trok. De tweede colonne trok via de Vecht naar Amsterdam. Na hardnekkige gevechten in Amstelveen op 4 oktober 1787 werd Amsterdam bereikt waar de laatste patriotten en gewapende burgers zich hadden verzameld. De Leidsepoort werd door de Pruisen bezet en dat was voldoende om een nieuwe, ditmaal Oranjegezinde regering af te dwingen. Op 13 oktober viel Amsterdam. Het directe gevolg van de restauratie van 1787 was dat Amsterdam definitief zijn invloed op het bestuur van de Republiek verloor.
199
Wel kunnen we een gezinsoverzicht geven, die in dat jaar bestond uit drie kinderen: Grietje (6 jaar), Hendrik (3 jaar) en Leentje (1 jaar). In 1784 stierf Hendrik, het zoontje van Jürgen Voortman en Janna Buisman, op vierjarige leeftijd. Op dinsdag 16 maart werd de belasting aantekening gemaakt van het pro deo begraven op het kerkhof in Monnickendam.19 Het gezin telde hierna nog maar twee dochters: Grietje en Leentje. Na zes jaar nam Jürgen Voortman op zaterdag 29 januari 1785 het buitenrietgewas weer in huur24 voor fl. 19,-. Voorwaarden waren dat voor eind mei 1785 betaald moest worden en dat het riet voor eind maart 1785 gesneden werd. Hendrik Kruunberge en Jürgen Buddeke stonden borg voor Jurgen Voortman. Hendrik Kruunberge (eigenlijk Herman Henrich Krümberge) kwam uit Menslage.4 Twee maanden voor hij zijn attestatie had afgegeven aan de Lutherse gemeente in Monnickendam, was hij gehuwd met Jannetje Appel. Hendrik Kruunberge had geen vast beroep. Variërend van maaier, modderman en mestboer pakte hij alles aan wat hij maar krijgen kon.
patriotten ontvluchten Utrecht.
200
BIOGRAFISCHE BESCHRIJVING
Vrijdag 3 juni 1785 werd de huur van het rietland betaald24. Twee dagen later – zondag 5 juni – was Janna Buisman getuige bij de doop van Adriaan Buddeke, zoon van Jürgen Buddeke en Marrijtje de Boer.16 Op woensdag 8 februari 1786 kocht18 Jürgen Voortman een huis en erf op het Zuideinde (binnendijks, verpondingsnummer 335)21 van stadsbode Jan Mars voor fl. 40,-. Het huis werd ten noorden belend door Marcus van Reeden en ten zuiden door Harmen Esselman, gehuwd met Antje Hillebrandts. Een maand later werd er een tweeling geboren. De zoontjes kregen respectievelijk de naam Herman (mogelijk vernoemd naar de broer van Jürgen Voortman: Johann Hermann Hülsmann) en Heinrich (vermoedelijk naar de vader van Jürgen Voortman: Johann Heinrich Hülsmann). Op zondag 5 maart 1786 werd de tweeling gedoopt16 in de Lutherse kerk van Monnickendam. Dooppeet waren Geertruy Bloem en Doortje Gastman. Deze dagen is het bijzonder koud. Op 6 maart vriest het vijftien graden en door stuif sneeuw en harde wind komt de sneeuw op sommige plekken tot kniehoogte. In 1786 was Jürgen Voortman voor het eerst aanwezig bij de jaarlijkse turfverdeling door de Lutherse kerk. Na de gewone kerkdienst op zondag 27 oktober 1786 verzochten Lammertje Barner, Crisje Bos, Immetje Keyzer, Ytje Sijbrands Keyzer, Aaltje de Lange, Jan Martens, Andries Hendriksz. Smit, Jan Smit, Geesje Vollers en Jürgen Voortman de Lutherse kerk om turf. Hoeveel een ieder kreeg werd niet vermeld. De maand oktober begon onstuimig, maar eindigde winters bij een noord-oosten wind. Op 25 oktober ligt er al ijs op het water. Ook in november blijft
het nog koud en zakt het kwik tot tien graden onder nul. Op 30 januari 1787 betaalde Jurgen Voortman zijn verponding21 voor het huis dat hij in 1786 gekocht had. Vergeleken met het vorig huis dat hij in zijn bezit had, was de verponding van dit huis bijna de helft. Verponding
fl -.18,—
100ste penning
-.18,—
straat- en brandspuitgeld
-.13.-8
diepgeld
-.-2.-4
som der verponding
fl. 2.11.12
Bij de turfverdeling die in 1787 op zondag 4 november gehouden werd, waren de volgende verzoekenden aanwezig: Lammertje Barner, Crisje Bos, Trijntje Croon, Grietje Wijnants Groot, Ytje Sijbrands Keijzer, Hendrik Kruunberge, Immetje Keijzer, Aaltje de Lange, Jan Martens, Andries Hendriksz. Smit, Jan Smit, Geesje Vollers en Jürgen Voortman.28 De verponding21 voor het jaar 1788 betaalde Jürgen Voortman op donderdag 24 januari 1788 (vergelijk 30 januari 1787). Op zondag 27 april 1788 werd Janna Buisman dooppeet16 van Tijs Klaas Weyhenke, die in Broek in Waterland geboren was en in de Lutherse kerk in Monnickendam gedoopt werd. Tijs Klaas Weyhenke was een zoon van Johan Christiaan Weyhenke en Geertje Winkelaar. Bij de turf-verdeling28 door de Lutherse kerk op zondag 2 november 1788 waren de volgende personen aanwezig: Lammertje Barner, Crisje Bos, Trijntje Croon, Grietje Wijnants Groot, Immetje Keijzer, Ytje Sijbrandts Keijzer, Hendrik Kruunberge, Aaltje de Lange, Jan Martens,
JURGEN VOORTMAN (1743-1812)
Andries Hendriksz. Smit, Jan Smit, Geesje Vollers en Jürgen Voortman. Blijkbaar had men te maken met een strenge winter want op zondag 11 januari 1789 werd er extra turf uitgedeeld. Lammertje Barner, Crisje Bos, Trijntje Croon, Immetje Keijzer, Ytje Sijbrandts Keijzer, Hendrik Kruunberge, Aaltje de Lange en Jan Martens kregen ieder drie tonnen turf extra. Jürgen Voortman ‘net zijn vrouw’ kreeg vijf tonnen turf extra. Wellicht had dit te maken met het feit dat Janna Buisman al ongeveer acht maanden in verwachting was van haar zevende kind. De winter van 1788-1789 werd zeer streng. Aanvankelijk begon deze in november rustig en droog maar op 24 november stak er een onaangename noord-oosten wind op. Het kwik blijft gedurende een maand zo rond het nulpunt hangen maar geleidelijk werd het matig tot strenge vorst. Op sommige plaatsen vriest het 's nachts twintig graden. De Zuiderzee vriest dicht. De strenge koude hield aan tot 12 januari. De tweede helft van januari is opvallend zacht met temperaturen van zo'n twaalf graden. Bijna twee weken na de extra turfverdeling, op een winderige zaterdag 24 januari 1789, betaalde Jürgen Voortman zijn verponding (zie 30 januari 1787). Nog geen maand later beviel Janna Buisman van een zoontje. Het kind kreeg de naam Jan Jürgen en werd op zondag 22 februari 1789 gedoopt16 in de Lutherse kerk van Monnickendam. Dooppeet was Geertruy Bloem.
201
202
BIOGRAFISCHE BESCHRIJVING
Tijdvak 1790-1799 Dinsdag
26 januari 1790 betaalde Jürgen Voortman zijn jaarlijkse verponding (zie 30-01-1787). In 1790 werd ook een nieuwe ledenlijst van de Lutherse gemeente samengesteld. Op deze lijst komen we Jürgen Voortman en Janna Buisman respectievelijk tegen op nummer 15 en 16. Zondag 30 oktober 1790 werd er weer turf verdeeld door de Lutherse kerk. Voor het eerst werd nu ook de aantallen vermeld die verstrekt werden; Lammertje Barner, 10 tonnen turf Crisje Bos, 10 tonnen turf Trijntje Croon, 10 tonnen turf Ytje Sijbrands Keyzer, 8 tonnen turf Hendrik Kruunberge, 10 tonnen turf Aaltje de Lange, 12 tonnen turf Jan Martens, 10 tonnen turf Andries Hendriksz. Smit, 20 tonnen turf Geesje Vollers, 9 tonnen turf Jurgen Voortman, 16 tonnen turf Dit jaar werd er geen onderstand (gedeeltelijke steun voor armen) verleend. De verponding van 1791 betaalde Jürgen Voortman op zaterdag 29 januari (zie 3001-1787). Blijkbaar had Jürgen Voortman al enige tijd geen onderhoud aan zijn huis gehouden, want met de meischouw op 11 mei 1791 werd hij gelast de gevel van zijn huis binnen zes weken te verbeteren. Zondag 6 november 1791 werd onder de verzoekenden weer turf verdeeld door de Lutherse kerk; Trijntje Barends, 10 tonnen turf
Lammertje Barner, 10 tonnen turf Crisje Bos, 10 tonnen turf Trijntje Croon, 8 tonnen turf Ytje Sijbrands Keyzer, 8 tonnen turf Hendrik Kruunberge, 10 tonnen turf Aaltje de Lange, 12 tonnen turf Jan Martens, 10 tonnen turf Andries Hendriksz. Smit, 18 tonnen turf Jurgen Voortman, 14 tonnen turf De verponding van 1792 betaalde Jürgen Voortman op dinsdag 24 januari (zie 3001-1787). In juli van hetzelfde jaar werd het achtste (en tevens het laatste) kind van Jürgen Voortman (49 jaar) en Janna Buisman (39 jaar) geboren. Het dochtertje werd Catrijntje genoemd en werd op zondag 22 juli in de Evangelisch Lutherse kerk in Monnickendam gedoopt. Doopgetuige was Catharina Elisabeth Platzman, vrouw van Marcus van Reeden, buurvrouw van Jürgen Voortman en Janna Buisman (zie 08-02-1786). Lang leefde het kind niet want twee maanden later stierf het reeds. Op vrijdag 28 september 1792 werd het pro-deo begraven op het kerkhof in Monnickendam. Maandag 5 november werd er weer turf verdeeld onder de verzoekenden, waaronder niet Jürgen Voortman maar Janna Buisman. Wellicht was Jurgen Voortman verhinderd daar de verdeling op maandag in plaats van zondag gehouden werd. Lammertje Barner, 8 tonnen turf Janna Buisman, 12 tonnen turf Hendrik Kruunberge, 8 tonnen turf
JURGEN VOORTMAN (1743-1812)
203
Jan Martens, 8 tonnen turf Lodewijk XVI
Klaas Schild, 8 tonnen turf
Hij werd in het kasteel van Versailles geboren als derde zoon van kroonprins Lodewijk, die al in 1765 overleed, en Maria-Josepha van Saksen. Op 16 mei 1770 trouwde hij met MarieAntoinette, dochter van keizer Frans I en Maria Theresia van Oostenrijk. Zijn grootvader, koning Lodewijk XV, overleed op 10 mei 1774, waarna hij koning werd. Op 11 juni 1775 werd hij gezalfd en gekroond. Onder zijn voorgangers Lodewijk XIV en XV was de staatsschuld snel opgelopen en de bevolking sterk gegroeid. Niet alleen moest de economie er weer bovenop geholpen worden, ook de vrijheid en rechtsgelijkheid van de gewone burgers moesten worden bevorderd.
Andries Hendriksz. Smit, 12 tonnen turf
Geen van de ministers van financiën bereikten veel, vooral als gevolg van tegenwerking door de adel, ook door de koningin zelf, die in tegenstelling tot haar echtgenoot gehaat werd door het volk. Na de onlusten in de zomer van 1789 volgden grote politieke veranderingen, die Lodewijk en zeker zijn vrouw veel te ver gingen. Veel edelen hadden hierna Frankrijk verlaten en in de winter van 1790-91 vatte Lodewijk hetzelfde plan op. Hij wilde vanuit het buitenland met een betrouwbaar leger naar Parijs marcheren, waarin hij gesteund werd door de Oostenrijkse keizer. Een belangrijke factor was overigens het overlijden in april 1791 van de graaf de Mirabeau, die de koning in het zadel wilde houden, maar dan als hoofd van een constitutionele monarchie. In juni van dat jaar vluchtten Lodewijk en zijn familie incognito, maar bij de plaats Varennes-en-Argonne werden ze op de 21e ontmaskerd, waarmee hij alle sympathie van het volk verspeelde. Op 10 augustus 1792 werd het gebouw waar hij toen woonde, de Tuilerieën, bestormd en geplunderd, waarna hij en zijn familie in het oude kasteel Le Temple huisarrest kregen. In december van dat jaar moest hij zich voor de Nationale Conventie verantwoorden voor zijn daden. Op 21 januari 1793 werd op de Place de la Révolution de doodstraf voltrokken met de guillotine. Marie-Antoinette onderging op 17 oktober hetzelfde lot.
Trijntje Barends, 10 tonnen turf en onderstand Crisje Bos, 10 tonnen turf en onderstand Ytje Sijbrands Keyzer, 8 tonnen turf en onderstand Aaltje de Lange, 10 tonnen turf en onderstand Hoewel de betreffende bronnen ontbreken, kan met enige zekerheid gezegd worden dat Jürgen Voortman over de jaren 1793-1799 aan het begin van de betreffende jaren zijn verponding betaalde (zie 30-01-1787). In 1800 betaalde Jurgen Voortman namelijk nog steeds dit zelfde bedrag voor hetzelfde huis (verpondingsnummer 335).
Lodewijk XVI koning van Frankrijk.
204
BIOGRAFISCHE BESCHRIJVING
De turfverdeling op zondag 3 november 1793 zag er als volgt uit: Hendrik Kruunberge, 8 tonnen turf Klaas Schild, 12 tonnen turf Andries Hendriksz. Smit, 12 tonnen turf Jurgen Voortman, 12 tonnen turf Trijntje Barends, 10 tonnen turf en onderstand Lammertje Barner, 8 tonnen turf en onderstand Crisje Bos, 10 tonnen turf en onderstand Ytje Sijbrands Keyzer, 8 tonnen turf en onderstand Aaltje de Lange, 10 tonnen turf en onderstand Zaterdag 18 januari 1794 was Jürgen Voortman aanwezig bij de openbare verhuring van de noorder- en zuidercingel.
Bataafse Republiek De Bataafse Republiek (1795–1806), of het Bataafs Gemenebest (naam van 1805 tot 1806), was een republiek die het grootste gedeelte van het huidige Nederland omvatte. De republiek was gevormd naar voorbeeld van en met militaire steun van de Franse Republiek. De Bataafse Republiek werd na de Bataafse Revolutie uitgeroepen op 19 januari 1795, één dag nadat stadhouder Willem V naar Engeland vluchtte. Op 1 februari 1793 verklaart Frankrijk de oorlog aan Engeland en de Republiek. Bij de eerste slag wordt Breda veroverd. In december 1794 steken de Franse troepen de Waal over en begin 1795 naderen ze Amsterdam. In tegenstelling tot in Frankrijk werden de revolutionaire veranderingen relatief vreedzaam doorgevoerd.
De intocht van de Fransen op 19 januari 1795 in Amsterdam (Jacob Cats). Plaats van handeling is het huidige Frederiksplein met de barakken van de Pruisische troepen op de achtergrond (ook de Utrechtsepoort is te zien)
JURGEN VOORTMAN (1743-1812)
Inkwartiering Op 22 januari 1795 kreeg Monnickendam voor het eerst te maken met inkwartiering van soldaten. Een majoor van de Mecklenburgse troepen bleef twee nachten in Monnickendam om de manschappen rust te geven. De 24e vertrokken ze weer. Op 26 januari moest de stad 46 soldaten van het 2 batalhon van het regiment Plettenberg bij burgers ingekwartierd. Drie dagen later kwam een kwartiermaker van het Franse Commandant Balljon, die 900 man Franse troepen uit het 8e bataljon uit Parijs ingekwartierd wilde hebben. Elke burger moest tot nader order drie of vier man in zijn huis opnemen. Hoewel deze troepen de volgende dag weer vertrok, kwam dezelfde middag nog het bericht dat er opnieuw soldaten ingekwartierd moest worden. Op 13 februari werd aangekondigd dat het inkwartieren van het Hollandse regiment van Plettenberg opgeheven zou worden. Door steeds te wisselen van manschappen kon niemand een juist oog houden op het getal van aanwezige soldaten. In september 1795 betaalde ons land zelfs voor 36.000 man terwijl er slechts 7.000 hier tegelijk aanwezig waren.
Voor fl. 3.-.- nam Jürgen Voortman de vesting vanaf de lijnbaan van de heren Peereboom & zn tot aan het hek van de St.Nicolaaskerk in huur. Bovendien nam hij het buitenrietgewas in huur voor fl. 21..-. Voorwaarde was dat de huur voor eind mei 1794 betaald moest zijn. Barend Woutersen en Jürgen Buddeke stonden borg voor Jürgen Voortman, die op donderdag 19 maart 1794 de huur van het buitenrietgewas betaalde. Hoewel er op zondag 2 november 1794 weer turf verdeeld werd, namen Jürgen Voortman en Janna Buisman hier geen deel aan. Daardoor kregen zij ook op 5 februari 1795, toen er extra turf verdeeld
205
werd in verband met de aanhoudende winter, ook geen turf. Op zaterdag 10 januari 1795 betaalde Jürgen Voortman pas de huur van de vesting (zie 18-01-1794). Waarschijnlijk liet hij direct weten het buitenrietgewas voor hetzelfde bedrag en dezelfde voorwaarden ook het komende jaar te willen huren, want bij de openbare verhuring van de noorderen zuidercingel op zaterdag 17 januari 1795 was dit bij prolongatie reeds verhuurd aan Jürgen Voortman. Bovendien huurde Jürgen Voortman hetzelfde stukje vesting als in 1794, nu echter voor fl. 1.-.-. Borg stonden Idel Jansz. en Hendrik Kruunberge. Terwijl Amsterdam op 18 januari 1795 een nieuw stadsbestuur kreeg, ging Monnickendam op 21 januari over. De prinsgezinde bestuurders werden vervangen voor patriottische bestuurders. In totaal werden 190 gegoede en patriottische burgers bijeen geroepen in de Doelen van Monnickendam. Jürgen Voortman zat hier niet tussen. Wel komen we de namen tegen van Harmen Esselman, Dirk Hulskemper, Jan Mars, Age Volkerse en Willem Vrijning. Het feit dat Jürgen Voortman niet op deze lijst voorkomt kan betekenen dat hij niet als gegoed wordt beschouwd of prinsgezind was. Er werden twee vrijheidsbomen geplant in Monnickendam; een voor het raadhuis op het Noordeinde en een voor het huis van de oudste ‘represant’ Dirk Claus in de Kerkstraat. Drie maanden later was Janna Buisman getuige bij de doop van een kind van Hendrik Kruunberge en Jannetje Appel. Het zoontje Jan werd op woensdag 18 maart 1795 Evangelisch Luthers gedoopt. De turfverdeling op zondag 1 november 1795 zag er als volgt uit:
206
BIOGRAFISCHE BESCHRIJVING
Jurgen Buddeke, 10 tonnen turf
Grietje, 18 jaar
Hendrik Kruunberge, 8 tonnen turf
Leentje, 13 jaar
Andries Hendriksz. Smit, 20 tonnen turf
Herman (Harmen), 9 jaar
Jurgen Voortman, 12 tonnen turf
Heinrich (Hendrik), 9 jaar
Trijntje Barends, 10 tonnen turf en onderstand
Jan Jürgen (Jan), 6 jaar
Lammertje Barner, 8 tonnen turf en onderstand
Op zondag 6 november 1796 werd er weer turf verdeel onder de volgende verzoekenden:
Crisje Bos, 10 tonnen turf en onderstand Ytje Sijbrands Keyzer, 10 tonnen turf en onderstand
Marrijtje de Boer, 8 tonnen turf
Jan Martens, 8 tonnen turf en onderstand
Hendrik Kruunberge, 8 tonnen turf
Op Grietje Voortman na, die hoogst waarschijnlijk haar moeder helpen moest met de huishouding, genoten alle kinderen van Jürgen Voortman en Janna Buisman onderwijs middels de Lutherse kerk die daar een leraar voor aanstelde. Uit de verschillende bronnen is niet gebleken dat Grietje Voortman heeft leren lezen of schrijven.
Andries Hendriksz. Smit, 20 tonnen turf
Van het jaar 1796 is verder weinig bekend over het gezin van Jürgen Voortman en Janna Buisman, die in dat jaar uit vijf kinderen bestond:
vrouw van der Velde, 8 tonnen turf Jurgen Voortman, 12 tonnen turf Trijntje Barends, 8 tonnen turf en onderstand Lammertje Barner, 10 tonnen turf en onderstand Crisje Bos, 8 tonnen turf en onderstand Ytje Sijbrands Keyzer, 8 tonnen turf en onderstand Jan Martens, 10 tonnen turf en onderstand
Vrijheidsboom in Amsterdam.
JURGEN VOORTMAN (1743-1812)
Assignaten Vanaf 1789 werden in Frankrijk assignaten als papiergeld gebruikt. Assignaten zijn een soort hypotheekbiljetten. Eigenlijk geeft ieder biljet recht op een deel van de kerkelijke en adellijke goederen die tijdens de Franse Revolutie waren onteigend. De assignaten werden in Frankrijk in steeds grotere hoeveelheden en steeds lagere denominaties gedrukt om de oorlog te financieren. Gevolg was een hollende inflatie. In 5 jaar daalde de waarde tot 1/30 van de uitgiftekoers. Toen de Franse legers in 1795 ook de Nederlanden bezetten, betaalden de soldaten hun aankopen met Franse assignaten. De Bataafse regering was niet in een positie dit te verbieden. Wel verbood men de Nederlanders de ontvangen assignaten opnieuw uit te geven. Doordat de wisselbepalingen nogal ingewikkeld waren, bleven er veel assignaten onder het volk hangen, dat er verder niets mee kon doen. In 1796 werden ze tegen 1/30 van de nominale waarde teruggenomen en in 1797 werden ze waardeloos verklaard.
207
voor de schepenen van Monnickendam voltrokken. Met de mei-schouw van 3 mei 1797 werd opgemerkt dat de wal aan de Niesenoordburgwal van Harmen Boddeke en Jurgen Voortman (buren) door de stad verbeterd diende te worden. Blijkbaar liep het erf van Jürgen Voortman, daar zijn huis aan het Zuideinde stond, geheel door tot aan de Niesenoordburgwal. Bij een openbare verkoping van meubilaire goederen bij Jacob Paulisz Mey op donderdag 3 augustus 1797, kocht Jürgen Voortman een rok voor fl. 6.-.-. Omdat de stad Monnickendam zwaar te leiden heeft onder de inkwartiering van Plettenburgse, Mecklenburgse en Franse troepen, stuurt het stadsbestuur op 15 september 1797 een brief naar de Commissarissen van Oorlog in Den Helder. De stad bestaat uit 400 huizen en 150 gealimenteerde burgers en soms gebeurt het dat er meer dan 1000 manschappen in Monnickendam moet overnachten. De stadskas bezweek snel door de grote voorschotten waarvan het stadsbestuur nog niets van had teruggekregen.1 De jaarlijkse turfverdeling door de Lutherse kerk, vond in 1797 op zondag 5 november plaats onder de volgende verzoekenden: Jan Christiaan Cappel, 10 tonnen turf Maartje Cornelis Kroes, 8 tonnen turf
Op 20-jarige leeftijd ging de oudste dochter van Jürgen Voortman en Janna Buisman, Grietje Voortman, op zondag 23 april 1797 in ondertrouw met de negen jaar oudere Willem Sijmonsz. Mey. Willem Sijmonsz. Mey werkte op de lijnbaan (mits daar werk was) en kwam uit een Gereformeerde familie. Drie weken later, op zondag 7 mei 1797 werd het huwelijk
Christiaan Meijer, 8 tonnen turf Andries Hendriksz. Smit, 18 tonnen turf Pieter van der Velde, 8 tonnen turf
1
L. Appel, Prinsgezinden en patriotten, patriotten ’t meest, in Oud-Monnickendam jaarboek 1999, pag. 106.
208
BIOGRAFISCHE BESCHRIJVING
Jurgen Voortman, 12 tonnen turf Grietje Wulk, 12 tonnen turf Trijntje Barends, 8 tonnen turf en onderstand Lammertje Barner, 10 tonnen turf en onderstand Crisje Bos, 8 tonnen turf en onderstand Ytje Sijbrands Keyzer, 8 tonnen turf en onderstand Bij het omspitten van de tuin van Christoffel Willem Vrijning, op het Zuideinde (verpondingsnummer 332) op vrijdag 11 mei 1798, vond Jurgen Voortman drie schapenvellen die onder een perenboom begraven lagen. Mede in verband met diverse veediefstallen van de afgelopen maanden kwam er een onderzoek en werd de laatste bewoner van dat huis gehoord door de schepenen van Monnickendam op zaterdag 12 mei 1798. Christoffel Willem Vrijning verklaarde dat hij zijn huis sinds mei 1794 verhuurd had aan Hendrik Kruunberge. Deze verklaarde op zijn beurt inderdaad het huis tot mei 1798 in huur te hebben gehad, maar de tuin sinds mei 1797 verhuurd had aan Hendrik Vreling. Bovendien verklaarde Hendrik Kruunberge niets af te weten van schapenvellen in zijn tuin, maar na diverse verhoren bekende hij uiteindelijk het plegen van vijf schapendiefstallen, te weten: September 1797; een schaap van Jan Kloek, gemerkt met zwart, uit het land voor zijn hofstede in de Purmer. Oktober 1797; een schaap, gemerkt met rood, uit het land even voorbij de draaibrug en een schaap van Klaas Fraaij, gemerkt met rood, in de Purmer. Deze drie schapen werden geslacht en de overgebleven vachten werden begraven in de tuin onder de perenboom, voorts:
van 26 op 27 januari 1798; twee schapen van Cornelis Middelbeek, gemerkt met stompe oren en teer op de staart, uit het land aan de Purmerdijk bij de Purmerbrug. Ook deze twee schapen werden geslacht en de overgebleven huiden werden achter een pakhuis in het water gegooid. Bovendien had Hendrik Kruunberge van Cos Hoogland twee maatjes, en van Harmen Esselman een kopere aker, een teems en een maatje gestolen. Bij het starten van het onderzoek naar de drie schapenvellen op zaterdag 12 mei 1798, betaalde Hendrik Kruunberge 55 stuivers aan Harmen Esselman ter vergoeding van de kopere aker die hij (volgens zeggen) verkocht had voor een gulden aan een onbekende jood. Woensdag 23 mei 1798 verklaarde Christoffel Willem Vrijning dat de drie schapenvellen gevonden waren in zijn tuin en dinsdag 29 mei 1798 verklaarde Jurgen Voortman deze schapenvellen gevonden te hebben bij het omspitten van de tuin van Christoffel Willem Vrijning. De schapenvellen waren toen al grotendeels vergaan, hetgeen verklaard waarom Jurgen Voortman meende dat het ging om drie rood-gemerkte en een zwart-gemerkte schapenvel. Alleen uit armoede had Hendrik Kruunberge de vijf schapen gestolen om zijn gezin - met vier kinderen - eten te kunnen geven. Op zaterdag 16 juni 1798 trokken de schout en schepenen de conclusie en werd de eis bekend gemaakt. Daarbij werd bekend gemaakt dat Hendrik Kruunberge schuldig werd bevonden aan het herhaaldelijk plegen van veedieverij en hij omgebracht diende te worden op het schavot voor het stadhuis van Monnickendam en aldaar door de scherprechter met het koord gestraft zou
JURGEN VOORTMAN (1743-1812)
moeten worden tot de dood er op zou volgen. Na enige tijd ten toon gehangen te hebben, zou het lijk afgenomen moeten worden en zou het worden begraven.
Jan Andries, 18 tonnen turf
Na het horen van deze eis, deed Hendrik Kruunberge nog een laatste verzoek, alvorens het vonnis uitgesproken zou worden:
Pieter van der Velde, 8 tonnen turf
De gevangene bid op zijne knieen de Justitie om vergiffenis, verzoekt soveel mogelijk verzagting van straf, seggende door swaare armoede en honger tot deese misdaad overgehaald te zijn, ten blijke dienende dat hij al het vlees van de gestoolen schapen heeft opgegeeten en niets van verkogt. Dinsdag 19 juni 1798 werd het vonnis geveld. Alvorens lichamelijk gestraft te worden, moest Hendrik Kruunberge ten toon staan op het schavot voor het stadhuis van Monnickendam, met een koord om de hals aan de galg gebonden en een bord voor zijn borst waarop het delict genoteerd stond. Daarna werd hij door de scherprechter met de roede gegeseld en vervolgens gebrandmerkt. Hierna werd hij voor het leven verbannen uit het gewest Holland. Jannetje Appel, de vrouw van Hendrik Kruunberge, bleef in Monnickendam wonen. Op 22 oktober 1827 overleed zij aldaar op zeventigjarige leeftijd.
209
Jan Christiaan Cappel, 8 tonnen turf Jochem Hoppe, 12 tonnen turf Grietje Voortman, 5 tonnen turf Jurgen Voortman, 10 tonnen turf Jannetje Appel, 6 tonnen turf en onderstand Trijntje Barends, 6 tonnen turf en onderstand Lammertje Barner,8 tonnen turf en onderstand Crisje Bos, 8 tonnen turf en onderstand Antje Sijbrands Keyzer, 6 tonnen turf en onderstand Ytje Sijbrands Keyzer, 6 tonnen turf en onderstand Maartje Cornelis Kroes, 6 tonnen turf en onderstand Blijkbaar was de winter van 1798-1799 een strenge winter want op zondag 3 februari 1799 besloot men over te gaan tot een extra turfverdeling. Daar men een beperkte voorraad had, werd er eerst aan de armen uitgedeeld: Jannetje Appel, 150 turven Trijntje Barends, 150 turven Crisje Bos, 300 turven
Bij een opgave over de uitgaven van de schutterij van Monnickendam, wegens het wassen van lakens, het herstellen van matrassen en het schoonmaken van de kazerne, komen we Janna Buisman twee maal tegen. Deze lijst over de maand juni van 1798, vermeldt dat Janna Buisman naast fl. 3,20 (waarschijnlijk voor het schoonmaken van de kazerne) ook nog fl. 1,20 kreeg voor anderhalve dag schoonmaken van de waag.33
Jochem Hoppe, 300 turven
Op zondag 4 november 1798 werd er weer turf verdeeld:34
Lammertje Barner, 150 turven
Ytje Sijbrands Keyzer, 150 turven Maartje Cornelis Kroes, 150 turven Christiaan Meijer, 150 turven Totaal, 1350 turven (13 1/2 ton) Daar er 20 tonnen turf te verdelen was, kon zes en een half ton verdeeld worden onder de overige gegadigden: Jan Christiaan Cappel, 100 turven
210
BIOGRAFISCHE BESCHRIJVING
Trijntje Croon, 150 turven Pieter van der Velde, 150 turven Jurgen Voortman, 100 turven Op zondag 28 april 1799 was Janna Buisman getuige bij de doop van Antje Meijer, dochter van Christiaan Meijer en Zeytje Cassie Kempers.35 Christiaan (Hendrik Christoffel) Meijer en Sijtje Karsten Kemper hadden al een hele geschiedenis achter de rug. Op 16 januari 1795 beviel Sijtje (weduwe van Adriaan Dirks Roos) van een zoon die verwekt was door de toen nog minderjarige Christi. De vader van Christi, Christoffel Meijer, werd veroordeeld tot het betalen van fl. 150,kraamgeld en twee gulden per week tot het kind 18 jaar is. Christi en Sijtje trouwden op 21 juni 1795 en kregen nog drie kinderen, waarvan Janna Buisman dus bij één dooppeet was.2 Ruim een week later, maandag 6 mei 1799, kocht Jürgen Voortman bij een openbare verkoping van meubilaire goederen uit de Bank van Lening een bruine rok voor fl. 9,25 (geregistreerd d.d. 20-08-1800).36 Toen op zondag 26 mei 1799 een dochtertje van Jannetje Appel geboren werd, werd aanvankelijk geweigerd het te dopen, daar de man van Jannetje Appel (Hendrik Kruunberge) sinds juni 1798 gebannen was uit het gewest Holland. Nadat de pastoor echter een briefje gedateerd 2 juni 1799 - ontvangen had waaruit bleek dat Hendrik Kruunberge het kind erkende, werd het dochtertje, Mareetje genaamd, op donderdag 6 juni 1799 in de pastorie van de Lutherse kerk in Monnickendam gedoopt. Janna Buisman was als dooppeet getuige van deze doop.35 2
Groot, Ds. C.A.E., Vroedvrouwen in Monnickendam (1625-1970), in het jaarverslag van vereniging Oud-Monnickendam 2006.
Inval van Engelsen en Russen Voor de kusten tussen Huisduinen en Groote Keeten verscheen eind augustus 1799 een enorme invasievloot van Engelsen en Russen. De juist door Admiraal van Kinsbergen aangelegde hoge duintoppen bedoeld als Telegraaf of Seinpost waren direct van nut. Via de seinposten werd doorgegeven dat een sterke invasievloot in aankomst was en trokken de beschikbare Bataafse en Franse legers op naar de polders rond Callantsoog en Groote Keeten. De strijd was heftig. Met kanonnen bombardeerden de Engelsen de kustverdediging. Met sloepen kwamen de invallers aan het land en moesten direct vechten. Hoewel de Bataven en Fransen moedig vechten waren ze geen partij voor de enorme overmacht die vanuit zee de stranden en landen nabij Groote Keeten bevochten. De Engelsen en Russen veroverden het gebied en maakten hier een bruggehoofd. In de daarop volgende maanden vochten de Engelsen en Russen naar het zuiden richting Haarlem en Amsterdam. De bevolking moest echter niets hebben van de plunderende soldaten. Het vee werd opgegeten en het hout werd gebruikt voor verwarming en timmerwerk. Hevige gevechten vonden plaats bij Bergen en Castricum waar het Engels/Russische leger tot een terugtocht werd gedwongen. Het invasieleger trok zich terug en kreeg gelegenheid om nabij Den Helder in te schepen. Er waren circa 10.000 soldaten van het invasieleger gedood. Ook aan Bataafse/ Franse zijde waren de verliezen groot. De lokale bevolking bleef berooid en verarmd achter. In Monnickendam heeft men nauwelijks iets van deze bloedige veldtocht meegekregen. Alleen de inkwartiering van honderden Franse soldaten en een serie ‘rekwisities’ (opdracht om hulp te verlenen) zoals de vraag om wagens, bespannen met paarden en levering van zakken haver, brood en brandewijn kwam de stadskas duur te staan, maar men had geen voorstelling van wat er werkelijk gebeurde.
JURGEN VOORTMAN (1743-1812)
Op zondag 3 november 1799 werd de turf als volgt verdeeld:34 Trijntje Barends, 5 tonnen turf
onderstand Maartje Cornelis Kroes, 5 tonnen turf en onderstand
Lourens Barner, Johannes Broos, 10 tonnen turf Jochem Hoppe, 10 tonnen turf Christiaan Meijer, 5 tonnen turf Andries Hendriksz. Smit, 18 tonnen turf Grietje Voortman, Jurgen Voortman, 8 tonnen turf Jannetje Appel, 5 tonnen turf en onderstand Lammertje Barner, 8 tonnen turf en onderstand Crisje Bos, 8 tonnen turf en onderstand Ytje Sijbrands Keyzer, 6 tonnen turf en
Aftocht van de Engelsen en Russen, tussen 22 oktober tot 20 november 1799 in Den Helder.
211
212
BIOGRAFISCHE BESCHRIJVING
Tijdvak 1800-1809 Zoals in 1793 vermeld werd, betaalde Jürgen Voortman dezelfde verponding op 28 januari 1800 (zie 30-01-1787).
Bovendien kregen Jannetje Appel en Maartje Cornelis Kroes ook turf en onderstand. De verponding van 1801 betaalt Jürgen Voortman op dinsdag 27 januari (zie 3001-1787).
Goede Vrijdag 11 april 1800 deed Leentje Voortman, 17-jarige dochter van Jürgen Voortman en Janna Buisman, geloofsbelijdenis in de consistorie-kamer van de Lutherse kerk in Monnickendam, samen met:
Hoewel het turf in 1801 ook op een zondag, 20 september, verdeeld werd, was het toch Janna Buisman die hier bij aanwezig was:
Herman Eilers;
Janna Buisman, 10 tonnen turf
Jan Esselman, oudste zoon van Harmen Esselman en Antje Hillebrandts;
Jan Christiaan Cappel, 6 tonnen turf
Jan Hammes;
Christiaan Meijer, 6 tonnen turf
Barend Kulke, van Nieuwendam;
Andries Hendriksz. Smit, 18 tonnen turf
Antje Mars;
Lammertje Barner, 8 tonnen turf en onderstand
Anna Middelkamp;
Crisje Bos, 8 tonnen turf en onderstand
Sjirk Robert
Ytje Sijbrands Keijzer, 6 tonnen turf en onderstand
Een maand later, op 14 mei 1800, kreeg Jürgen Voortman met de jaarlijkse meischouw de waarschuwing dat hij voor de eerst volgende schouw zijn huis in ordelijke staat moest repareren. Op zondag 26 oktober 1800 werd de turf als volgt verdeeld; Klaas Beuneker, 6 tonnen turf Jan Christiaan Cappel, 6 tonnen turf Jochem Hoppe, 16 tonnen turf Christiaan Meijer, 6 tonnen turf Andries Hendriksz. Smit, 18 tonnen turf Jurgen Voortman, 10 tonnen turf
Klaas Beuneker, 6 tonnen turf
Jochem Hoppe, 16 tonnen turf
De verponding van 1802 betaalde Jürgen Voortman op woensdag 3 februari (zie 3001-1787). Op donderdag 27 mei 1802 kreeg Jürgen Voortman fl. 0,70 van de diakenen van de Lutherse kerk. Ook later zou hij nog geld ontvangen waarvan de reden (nog) onbekend is. Een week later werden drie personen uitbetaald voor het schoonmaken van de Lutherse kerk. Op donderdag 3 juni kregen Janna Buisman, Crisje Bos en de kosterin Grietje Kraakhals ieder fl. 3,15.
Lammertje Barner, 8 tonnen turf en onderstand
Ook dit jaar was Janna Buisman aanwezig bij de turfverdeling op zondag 24 oktober:
Klaas Boot, 6 tonnen turf en onderstand
Janna Buisman, 10 tonnen turf
Crisje Bos,8 tonnen turf en onderstand
Jan Christiaan Cappel, 6 tonnen turf
JURGEN VOORTMAN (1743-1812)
213
Maria Elisabet Grundt, 6 tonnen turf Lodewijk Napoleon Christiaan Meijer, 8 tonnen turf
Zunderdorp, waar hij een boerderij en diverse stukken land had liggen.
Napoleon besloot in 1806 een eind te maken aan
Op zondag 9 oktober 1803 werd het turf als volgt verdeeld door de Lutherse kerk:
plaatste daarom zijn jongere broer Lodewijk
Lourens Barner, 8 tonnen turf
Andries Hendriksz. Smit, 18 tonnen de Bataafse Republiek, omdat hij eenturf sterk gezag wenste in de strategisch gelegen Nederlanden. Lammertje Barner, 8 tonnen turf en onderstand Hij Napoleon op de troon: doorturf eenenfamilielid tot vorst Klaas Beuneker, 8 tonnen onderstand te
benoemen
kon
Napoleon
toch
Crisje Bos, 8 tonnen turf en onderstand uitoefenen.
invloed
Marretje Hillebrandts, 6 tonnen turf
Christiaan Feldman, 8 tonnen turftegen en onderstand Lodewijk maakte echter bezwaar de plannen van zijn broer. Omdat hij al jaren kwakkelde met
Jochem Hoppe, 16– tonnen en onderstand zijn gezondheid reuma turf dwong hem regelmatig kuuroorden op Keijzer, te zoeken – wasturf hij en niet van plan Ytje Sijbrands 6 tonnen naar het kille Nederland af te reizen.. Ook beviel onderstand
het hem niet dat zijn broer hem als een ondergeschikte zonder inspraak Nog voor behandelde, Jurgen die Voortman zijnde keizerlijke orders moest uitvoeren. Napoleon was verponding over 1803 betalen moest, echter onverbiddelijk, en uiteindelijk schikte verkocht hij zijn huis aan het Zuideinde Lodewijk zich in zijn lot.
(verpondingsnummer 335) op donderdag 6 Ook het1803 Nederlandse verzet Moen liep stuk. orders januari aan Hendrik en Op Machiel van de keizer reisde een Bataafse Mabron. Waarschijnlijk bevond het huis regeringsdelegatie naar Parijs af om over de zich in zeer slechte staat, want het werd machtswisseling te onderhandelen. Napoleon verkocht voor fl. 6,-. weigerde echter de afvaardiging te ontvangen, en tot
hun
grote
vernedering
moesten
Maria Elisabet Grundt, 6 tonnen turf
de
Ruim drie weken later,uit opnaam zondag delegatieleden Lodewijk van 30 het januari 1803, kreeg Jurgen Voortman Hollandse volk verzoeken vorst te worden.van Een de diakenen van de Lutherse fl. 1,-. façade van legitimiteit kon niet kerk verhullen dat de Hollanders een vorst kregen opgedrongen. Op 5
Drie maanden later trouwde LeentjeIn juni 1806 vond de officiële ceremonie plaats. Voortman met Gerrit Wulk op zondag 1 het bijzijn van de Bataafse delegatie werd mei 1803 voor de schepenen van Lodewijk Napoleon in Parijs tot vorst van het Koninkrijk HollandGerrit benoemd. wasook nu: Monnickendam. WulkLouis kwam "Zijne Majesteit Lodewijk Napoleon door uit een Luthers gezin en was koopman inde genade Gods en de constitutie des rijks Koning van Holland, connétable van Frankrijk".
Christiaan Meijer, 8 tonnen turf Jurgen Voortman, 6 tonnen turf Crisje Bos, 8 tonnen turf en onderstand Ytje Sijbrands Keijzer, 6 tonnen turf en onderstand In 1804 was Janna Buisman voor het eerst dooppeet van een kleinkind van haar. Op zondag 29 april werd Sophia Wulk, dochter van Gerrit Wulk en Leentje Voortman, gedoopt in de Lutherse kerk te Monnickendam. Opmerkelijk is dat Leentje Voortman hier in het doopboek gemeld staat als Helena Voortman, hetgeen zou bevestigen dat de naam Leentje is afgeleid van Helena en dat zij daarbij vernoemd zal zijn naar de moeder van Jurgen Voortman, Helena Vortmann (1716-1754). Sophia Wulk was op 24 april geboren in Broek in Waterland, waar Gerrit Wulk ook enige onroerende goederen had staan.
214
BIOGRAFISCHE BESCHRIJVING
In 1804 werd het turf op zondag 21 oktober als volgt verdeeld: Maria Elisabet Grundt, 8 tonnen turf Marretje Hillebrandts, 6 tonnen turf Christiaan Meijer, 8 tonnen turf Jurgen Voortman, 6 tonnen turf Lammertje Barner, 10 tonnen turf en onderstand Crisje Bos, 8 tonnen turf en onderstand Ytje Sijbrands Keijzer, 6 tonnen turf en onderstand Op zaterdag 26 januari 1805 kreeg Jürgen Voortman wederom fl. 1,- van de diakenen van de Lutherse kerk. In 1805 was Herman Voortman, de oudste zoon van Jürgen Voortman en Janna Buisman, schutter bij de schutterij van de stad Monnickendam. Hij was toen 19 jaar oud.
Patentbelasting In 1805 hervormde de Agent (minister) van financiën Isaäc Jan Alexander Gogel het belastingstelsel. Alexander Gogel was de belangrijkste minister uit de Bataafs-Franse tijd. Voor zijn ministerschap was hij koopman in Amsterdam. Naast de grondbelasting en personele belasting (op de huurwaarde van huizen en landerijen, alsmede op dienstboden, meubilair, paarden, rijtuigen en jachten) werd ook de patentbelasting ingevoerd. Door de Patentwet werd, tegen betaling, uitoefening van bijna alle beroepen vrij. De gilden werden afgeschaft. Alleen boeren, arbeiders en ambtenaren waren vrijgesteld maar tuinlieden, hoveniers en bloemisten vielen er wel onder. Het nieuwe belastingstelsel kwam in Monnickendam maar moeizaam op gang. Op 6 december 1806 werd vastgesteld dat er nog 165 verzoeken om patenten ontbraken omdat de verzoekers nog niet verschenen waren. Ieder die dit verzuimt moest na woensdag 10 december 1806 2 stuivers voor de armen verzekering moeten betalen.
Op 15 april 1805 werd er een dochtertje van Gerrit Wulk en Leentje Voortman geboren in Broek in Waterland. Het kind werd vernoemd naar Janna Buisman en dus reden te meer voor haar om bij de doop, die twee dagen later gehouden zou worden, getuige te zijn. De doop van Janna Wulk, op woensdag 17 april 1805, werd in het huis van de ouders in Broek in Waterland gehouden. Twee maanden later was Janna Buisman getuige bij de doop van Jan Dirksz. Schreuder, zoon van Dirk Christoffel Schreuder en Antje Jans Bergfelt, die op zondag 16 juni 1805 in de Evangelisch Lutherse kerk in Monnickendam gedoopt werd. In 1805 werd het turf op zondag 13 oktober als volgt verdeeld: Janna Buisman, 8 tonnen turf Christiaan Meijer, 6 tonnen turf Isaäc Jan Alexander Gogel (1765-1821)
JURGEN VOORTMAN (1743-1812)
215
de arme kinderen, 16 tonnen turf
Jurgen Voortman, 8 tonnen turf
onbekende arme, 10 tonnen turf
Ytje Sijbrands Keijzer, 6 tonnen turf en onderstand
Lammertje Barner, 10 tonnen turf en onderstand Crisje Bos, 8 tonnen turf en onderstand Maria Elisabet Grundt, 8 tonnen turf en onderstand Ytje Sijbrands Keijzer, 6 tonnen turf en onderstand Bovendien werd Marretje Hillebrandts tot kosterin benoemd, als opvolgster van Grietje Kraakhals. Palmzondag 13 april 1806, deed Herman Voortman 's avonds voor een volle gemeente belijdenis in de Lutherse kerk van Monnickendam, samen met: Adriaan Buddeke, zoon van Jurgen Buddeke en Marrijtje Boer. Janna Buisman was nog getuige bij zijn doop (zie 05-06-1785); Frederica Draak; Willem Esselman, zoon van Harmen Esselman en Antje Hillebrandts; Jurriaan Hammes, zou in 1808 trouwen met een dochter van Harmen Esselman en Antje Hillebrandts;
Bovendien kreeg Doortje Kaser en de vrouw van Christiaan Feldman 16 tonnen turf mee voor de arme kinderen. Bij een openbare verkoping op zaterdag 15 november 1806, bij Wolmet Bakker, kocht Jürgen Voortman een spiegel voor fl. 0,80. Bijna een jaar na zijn tweeling broer deed ook Heinrich Voortman belijdenis voor de Lutherse kerk, op zondag 25 januari 1807, samen met: Maria Wilhelmina Esselman, dochter van Harmen Esselman en Antje Hillebrandts; Johan Friederik Meijer, van Kirchdorf in Hessen; Neeltje Gerrits Middelbeek, van Zedde (een buurtschap bij Monnickendam); Tijs Klaas Weyhenke, zoon van Johan Christiaan Weyhenke en Geertje Winkelaar. Janna Buisman was nog getuige bij zijn doop (zie 27-04-1788).
Gesina Reershemius;
Bij een openbare verkoping van meubilaire goederen op 16 februari 1807 ten huize van de overleden Klaas Fraaij en Lijsbeth Vermey, kocht Jürgen Voortman diverse artikelen:
Rosina Margaretha Reershemius.
koffiekan
De turfverdeling op zondag 12 oktober 1806 zag er als volgt uit:
kopere pan
1,45
cammisool
1,50
linnen
1,25
delfs
0,70
Jan Hendrik Kok;
Lammertje Barner, 10 tonnen turf Naatje Barner, 6 tonnen turf Crisje Bos, 8 tonnen turf Maria Elisabet Grundt, 6 tonnen turf Barend Middelkamp, 4 tonnen turf Willem Schreuder, 6 tonnen turf Grietje Voortman, 6 tonnen turf
fl. 1,-
fl. 5,90 Bovendien kocht Herman Voortman daar een cammisool voor fl. 2,-. Op donderdag 17 mei 1807 kreeg Janna Buisman, evenals de kosterin Marrijtje
216
BIOGRAFISCHE BESCHRIJVING
Hillebrandts, uitbetaald voor het schoonmaken van de Lutherse kerk over zes dagen (a 14 stuivers) fl. 4,20. Op 21 juni 1807 betaalde Jürgen Voortman fl. 1,- om een jaar lang te mogen werken in Ilpendam (Actens verlof 1807/1808). Ilpendam ligt circa 6 kilometer ten westen van Monnickendam. Er waren twee wegen die daar naar toe liepen. Het Oudelandsdijkje naar Ilpendam
kon je bereiken door vanaf het Noordeinde in Monnickendam over de Kloosterdijk telopen. De andere - kortere route liep door Overleek. De Zaksteegpoort bij de Grote (Gereformeerde) Kerk gaf vanaf Overleek toegang tot Monnickendam. Men liep dan door een tunnel onder de stadswal door. Op weg naar Ilpendam had je zicht op kasteel Ilpenstein die in 1872 werd
Ilpendam, gezicht op de Jaagweg met kerk en molen en trekschuit met paard. Kopergravure uit 1732 door A. Zeeman.
JURGEN VOORTMAN (1743-1812)
afgebroken. In 1807 werd het turf op zaterdag 24 oktober als volgt verdeeld: Lammertje Barner, 8 tonnen turf Naatje Barner, 5 tonnen turf Crisje Bos, 7 tonnen turf Jochem Hoppe, 28 tonnen turf Doortje Kaser, 4 tonnen turf Ytje Sijbrands Keijzer, 6 tonnen turf Antje Lampe, 3 tonnen turf Willem Schreuder, 5 tonnen turf Grietje Voortman, 4 tonnen turf Jurgen Voortman, 4 tonnen turf arme kinderen, 16 tonnen turf onbekende arme, 10 tonnen turf Op 27 januari 1808 lieten Jürgen Voortman en Janna Buisman een procuratie opmaken door notaris Boterkoper in Monnickendam, waarin zij aan Gerrit de Ruyter (notaris te Broek in Waterland) opdracht geven hun belangen te behartigen bij de verdeling van de erfenis van Anna Catharina Vroombeurs, tante van Janna Buisman (Bron: SAWA ONA inv.nr. 3566 akte 1355). "Op den 27 January des Jaars Agtienhondert Agt, Compareerden voor mij Cornelis Boterkooper openbaar Notaris, bij den Hove van Holland geadmitteerd, te Monnickendam resideerende, in presentie van de nagenoemde getuijgen; D.E. Juriaan Voortman, als in huwelijk hebbende Janna Buijsman, zijnde de vrouw met die haare genoemde man geadsisteerd en door hem tot 't aangaan en passeeren deze geauthoriseerd zoo voor zig zelve en nog als in de rato caveerende of instaande voor haare broeders en behuwd broeder en suster met naamen Egbert Buysman, Evert Buysman en Theunis Heerding als in huwelijk
217
hebbende Willempje Buysman en laatstelijk ook nog voor desselvs neeff Jan Vierman alle woonende te Zwol. Zijnde zij comparante Janna Buysman met en benevens haar hier voorengemelde broeders en zuster benevens de voornoemde haare neeff Jan Vierman meede erfgenamen van wijle hunne overleedene meu juffrouw Catharina Vroombuer in leeven huysvrouw van meede wijle de heer Harmen Keldermulder beyden te Amsteldam overleeden, blijkens de testamentaire despositie daar van zijnde de dato 13 december des jaars 1793 voor en ten overstaan van de notaris Jonathan Baak en getuijgen te Amsteldam gepasseerd. Woonende de comparanten te Monnickendam en zijnde aan mij notaris bekend. Dewelke verklaarden zoo voor zig als namens hunne hier vooren genoemde broeders, suster en neef door deezen te constitueeren en op de kragtigste wijze naa rechten doenlijk magtig te maken den heer Gerrit de Ruyter, notaris te Broek in Waterlandt. Generalijk omme hun comparanten recht en intrest benevens die van hunne hier vooren gedachte broeders, zuster en neeff in den voorsz. boedel van hun comparanten hier voorengenoemde overleedene meu in allen opzigten waar te neemen te derigeeren en uit te voeren ten dien eynde van de door hun overleeden bij 't voorsz. testament gestelde ofte benoemen executeuren te eysschen en te vorderen behoorlijke reekening en verantwoording zoo wegens derzelver gehouden bewind directie en administratie geduurende hun lieder voorsz. qualiteit als executeuren in den gedachten boedel eenigzints gehad gehouden en gevoerd, de door voornoemde executeuren te doene reekening en verantwoording met alle de bescheijden daartoe dienende naa te zien en te examineeren, dezelve te approbeeren ofte debutteeren zoo zijn constituants goeden maal vermeenen zal te behooren, de zuyver overschietende gelden te innen, vorderen en te ontfangen voor alle ontfangsten quitanties te geeven, voornaaming in te staan, desnoods ook in rechten te ageeren, alle termijnen van rechten te observeeren, vonnissen te verzoeken de voordeeligen
218
BIOGRAFISCHE BESCHRIJVING
te executeeren van de nadeelige te appelleeren of reformeeren, allerhande arresten en apprehensien op perzoonen, penningen en goederen te doen,, die te vervolgen, beklaagen en weeder te ontslaan, alle gerequireerd werden de cautien te stellen en de borgen weeder bevrijding te beloven, desnoods domicilium citandi et excentandi te kiezen, voorts ook met een iegelijk te mogewn accordeeren, transigeeren en compromitteeren. De benodigt zijnde actens in hun constituantens naamen te passeeren en teekenen en verder dezen aangaande alles meerder te doen en te verrigten, wat zal werden gerequireerd of vereyscht en de constituanten zelve present zijnde zouden kunnen mogen en moeten doen schoon tot 't een of ander een ampelder off speeciaal der lastgeeving mogt werden gerequireerd, die zij constituanten houden voor en in dezen vervat. Alles met magt van substitutie en belofte dat zij constituanten voorgoed en van volkomen waarden zullen houden en doen houden al hetgeen door den geconstitueeerde uit kragte dezes zal werden gedaan en verrigt en dat wel onder verband van hunne perzoonen en goederen als naa rechten. Aldus gepasseerd te Monnickendam voorzegt, ter presentie van Jan Franke ne Huybert Rijke als getuijgen. Jan Franke Huybert Rijke dit merk bij X Juriaan Voortman dit merk bij X Janna Buysman C.Boterkooper" Omstreeks 1808 moet Jürgen Voortman weer een huis hebben gekocht. Dit betreft een huis aan het Zuideinde met nummer 108 (wijk I). Volgens Appel gaat het hier om hetzelfde huis dat Jürgen Voortman in 1803 verkocht (verpondingsnummer 335). De som der verponding was echter wel hoger dan het vorige huis van Jurgen Voortman. Voor verpondingsnummer 335 betaalde Jürgen Voortman fl. 2,67 terwijl
het huis in Wijk I nummer 108 jaarlijks fl. 3,70 zou kosten. Een transportakte heb ik (nog) niet kunnen vinden. In 1808 werd het turf op zondag 30 oktober als volgt verdeeld: Lammertje Barner ,9 tonnen turf Naatje Barner, 6 tonnen turf Crisje Bos, 7 tonnen turf Antje Immes, 6 tonnen turf Ytje Sijbrands Keijzer, 6 tonnen turf Engel Kroon, 7 tonnen turf Willem Schreuder, 4 tonnen turf Jan Selbits, 3 tonnen turf Grietje Voortman, 4 tonnen turf Mogelijk was de erfenis aanleiding voor Jürgen Voortman om niet naar de turfverdeling te gaan. Bij de meischouw van 1809, die dat jaar op woensdag 10 mei gehouden werd, diende Aldert Bolding een klacht in over de schutting achter zijn erf, van Jürgen Voortman. Evenals de poort naast zijn huis (die hij met Jürgen Voortman deelde) was de schutting in zeer slechte staat. Nog voor de eerst volgende schouw van hetzelfde jaar moest Jürgen Voortman zijn schutting herstellen. De poort moest hij in samenwerking met Aldert Bolding repareren. Op woensdag 31 mei was echter nog de schutting nog de poort tussen Jürgen Voortman en Aldert Bolding gerepareerd, waarop een uiterste datum werd vastgesteld. Dit mocht echter niet baten. Op woensdag 14 juni was het werk nog niet geklaard en werd de laatste waarschuwing gegeven. Indien de schutting en de poort niet binnen acht dagen hersteld zou zijn, zou een boete volgen. Om het geheel te kunnen verklaren
JURGEN VOORTMAN (1743-1812)
stapte Aldert Bolding naar de regenten. Op de vraag waarom hij de poort tussen hem en Jürgen Voortman niet hersteld had, antwoorde hij "dat Jurgen Voortman zulks niet verkoos te doen omdat de kosten te zwaar waren". Vervolgens had Aldert Bolding met Jurgen Voortman afgesproken dat hij twee palen zou bezorgen indien Jürgen Voortman dan de poort zou maken. Echter ook Janna Buisman stapte naar de regenten, aan wie zij vroeg of Aldert Bolding door de levering van twee palen aan de voorwaarden had voldaan. Het antwoord was bevestigend. Verder verklaarde ze dat diverse omstandigheden het werk hadden vertraagd. Jürgen Voortman werd gelast de schutting en de poort binnen acht dagen te repareren, wat geschiedde. Mogelijk van invloed op het leven van Jurgen Voortman en Janna Buisman, maar zeker stof tot gesprek zal het proces van hun schoonzoon Willem Sijmonsz. Mey zijn geweest. Op 5 augustus 1809 werd hij voor twee jaar gebannen uit het gewest Holland vanwege het stelen van divers touwwerk op zondag 23 juli 1809. In 1809 werd het turf op zondag 15 oktober als volgt verdeeld: Lammertje Barner, 8 tonnen turf Naatje Barner, 8 tonnen turf Crisje Bos, 8 tonnen turf Jochem Hoppe, 28 tonnen turf Neeltje Snieder, 7 tonnen turf Engel Kroon, 7 tonnen turf Grietje Voortman, 8 tonnen turf weeskinderen, 30 tonnen turf onbekende, 10 tonnen turf
219
Wederom waren Jürgen Voortman en Janna Buisman niet bij de turfverdeling aanwezig.
220
BIOGRAFISCHE BESCHRIJVING
Tijdvak 1810-1819 Schepenen van Monnickendam ontvingen op vrijdag 2 maart 1810 een rekest van de hoofdofficier Adolf Leonard Thierens, over een gerucht dat in Monnickendam de ronde deed. Het gerucht ging dat de schepen Pieter Kous Bos zich schuldig had gemaakt aan het stelen van zilver van de heer William Costerus. Na een klein onderzoek bleek al snel dat dit gerucht onwaar was en werd het gezien als een vals en eerrovend gerucht tegenover Pieter Kous Bos. Bovendien bleek dat dit gerucht voor het eerst in Monnickendam werd verteld door Janna Buisman. Tijdens het onderzoek door Adolf Leonard Thierens vertelde Janna Buisman dat zij het had horen vertellen door twee onbekende mannen op de Ye-schuit van Amsterdam naar Buiksloot en dat zij die mannen ook niet zou kunnen herkennen omdat het toen al donker was. Volgens de hoofdofficier was dit echter een frivool uitvlucht en moest Janna Buisman worden beschouwd als de inventrue en verspreidster van het honend en eerrovend gerucht en mitsdoen schuldig was aan artikel 165 van het crimineel wetboek en deswegens strafbaar was. Het verzoek was dan ook om Janna Buisman te dagvaarden zodat zij antwoord kon geven op de artikelen, opgesteld door de hoofdofficier. De schepenen keurden het rekest goed en stelden de dagvaarding vast op dinsdag 6 maart 1810. De vragen en antwoorden waren: 1. Haar ged(aag)ste naam, ouderdom, geboorte en woonplaats.
Zegt Janna Buisman genaamd, 59 jaren oud, geboren te Zwol en woonagtig alhier te zijn.
2. Of zij ged(aag)ste Zegt Ja.
niet is de Huisvrouw van Jurgen Voortman. 3. Of zij ged(aag)ste binnen deese stad niet heeft verhaald dat de Heer Pieter Kous Bos eenig zilverwerk zoude ontvreemd hebben van den Heer William Costerus.
Zegt Neen, ik heb het niet verhaald maar ik heb aan de vrouw van Dirk Hulskamp gevraegd dat zij dit ook gehoord hadden, maar heb gezegt dat ik het in de Yschuit had horen vertellen.
4. Zo ja wanneer en Zegt Op een aan welke lieden zij Zaterdag 14 dagen ged(aag)ste het die of 3 weken geleden. heeft verhaald. 5. Of zij ged(aag)ste Zegt Neen dat wist ik niet. ook toen heeft geweten dat het waarheid is het geen zij ged(aag)ste toen verhaald heeft. 6. Wanneer en Zegt Op een hoedanig zij donderdag in die ged(aag)ste zulks is zelve week toen het te weten gekomen en begon te vriesen, zegt welke verder dat zij een omstandigheden dier discours van twee ervan toen zijn onbekende verhaald geworden. manspersonen heeft aangehoord in de ‘s Yschuit waarvan de eene zeide hetzelve al drie malen voor zijn Toorsbank ‘t hebben gehoord. 7. Of zij ged(aag)ste Zegt Neen, ik had met die genen van daartoe geen accesie welke zij zegt zulks omdat ze niet aan vernomen te hebben mij vertelde. des wegens niet is in gesprek geraakt.
JURGEN VOORTMAN (1743-1812)
In Buiksloot meerden de schuiten met passagiers naar/uit Amsterdam (rechts aan de horizon) aan bij herberg De Vergulde Wagen (links op de hoek). Op korte loopafstand lagen de trekschuiten naar Monnickendam, Edam, Purmerend en Hoorn. Aquarel van Gerrit Lamberts uit 1816.
Trekschuit met paard, auquatint van C.C. Fuchs uit circa 1810.
221
222
BIOGRAFISCHE BESCHRIJVING
8. Zo neen of er niet meer lieden daarbij tegenwoordig waren en of het gesprek daarover toen algemeen is geworden.
Zegt Neen wij waren alleen met ons drie in de schuit bij elkander vooraan.
14. Zo neen welke Zegt Daarvan geen bewijs te kunnen bewijzen zij ged(aag)ste kan geven. produceren voor de waarheid van haar voorgeven.
9. Hoe laat zij ged(aag)ste van Amsterdam op Buiksloot is gevaren.
Zegt Ten vijf uuren van Amsterdam te zijn afgevaren.
15. Of zij ged(aag)ste Zegt Ja, maar ik niet zelve begrijpt kan zulks niet doen. dat zij verpligt is voldoende bewijzen van haar voorgeven aan den regter te moeten geven.
10. Met welke schipper Zegt Zulks niet te zij ged(aag)ste van weten. Buiksloot is gevaren na Monnickendam. 11. Of zig nog meer Zegt Dat weet ik Passagiers met haar niet, alleen weet ik ged(aag)ste in dat er een arme dezelve schuit vrouw met dasen in bevonden. de Jaagschuit was. 12. Of zij ged(aag)ste Zegt Neen. ook aan de schipper of iemand anders het gesprek in de schuit heeft verklaard het geen zij ged(aag)ste kort te voren in de Buitenschuit vernomen had. 13. Of zij ged(aag)ste Zegt Neen, dat is thans niet moet niet onwaar. bekennen dat het onwaar is dat zij ged(aag)ste dat voorn(oemde) gesprek in de Buiksloterschuit zou vernomen hebben.
16. Of zij ged(aag)ste al Zegt Ja. mede niet moet toestemmen dat terwijl het beweesen is dat dit gerugt is, zonder eenige grond hetselve allesints is honende en lasterlijk is voor den Heer Pieter Kous Bos. 17. Dat zij ged(aag)ste Zegt Ja. ook niet moet toestemmen dat het verspreiden van dat honend en lasterlijk gerugt strafbaar is. Daar Janna Buisman de minste bewijzen had, werd zij als schuldige beschouwd. Dezelfde dag nog trok men de conclusie en werd de eis bekend gemaakt. De eis, opgelegd door Adolf Leonard Thierens, was bannissement voor twee jaar uit Monnickendam, Katwoude, Broek in Waterland en het eiland Marken en bovendien betaling van de kosten van het proces. Ook het vonnis klonk dezelfde dag nog; gevangenisstraf van veertien dagen waarvan de laatste acht op water en brood en mitsgaders betaling van de kosten van
JURGEN VOORTMAN (1743-1812)
het proces en het gevang. Aldus op 6 maart gearresteerd, 12 maart op water en brood en 20 maart weer vrij. Een maand later gingen de tweelingbroers Herman en Heinrich Voortman in ondertrouw op zondag 15 april 1810 met respectievelijk Trijntje Visser en Grietje Lakeman. Op zondag 29 april werden de huwelijken voltrokken voor de schepenen van Monnickendam. Daar Trijntje Visser Katholiek was, werd het huwelijk van Herman Voortman niet in de kerk voltrokken. Heinrich Voortman trouwde een Lutherse vrouw die weduwe was van Harmen Esselman (niet te verwarren met de kerkenraadslid Harmen Esselman die met Antje Hillebrandts getrouwd was). Grietje Lakeman woonde in Zuiderwoude. Een week later, op zaterdag 5 mei 1810, verzocht Janna Buisman om de rekening van het proces en het gevang; hoofdofficier voor racatien fl. 14,secretaris volgens declaratie 21,45 bodens wegens dito
1,20
223
cipier volgens rekening
13,50 fl. 50,15
Janna Buisman verklaarde vervolgens dit niet te kunnen betalen. De schepen trokken dit na en beweerden vervolgens het tegendeel. Het turf van 1810 werd op woensdag 31 oktober als volgt verdeeld: Lammertje Barner, 8 tonnen turf Naatje Barner, 5 tonnen turf Willem Bartels, 6 tonnen turf Crisje Bos, 8 tonnen turf Marretje Hillebrandts, 3 tonnen turf Neeltje Snieder, 4 tonnen turf Grietje Voortman, 3 tonnen turf Jurgen Voortman, 4 tonnen turf Grietje Wulk, 26 tonnen turf weeskinderen, 38 tonnen turf De zondag daarop, 4 november, was Janna Buisman getuige bij de doop van Maretje Schreuder, een dochter van Dirk Christoffel Schreuder en Antje Jans Bergfelt. Drie weken later, op zondag 25 november 1810, kreeg Jürgen Voortman fl. 0,10 van de diakenen van de Lutherse kerk.
Het stadhuis van Monnickendam, detail van een pentekening van Cornelis Pronk uit 1726.
Omdat Jürgen Voortman en Janna Buisman om bepaalde redenen niet bij het huwelijk van Jan Jürgen Voortman - dat in Sloten voltrokken zou worden - aanwezig konden zijn, lieten zij bij notaris Age Volkerse in Monnickendam een consent opmaken. In deze akte, gedateerd woensdag 23 oktober 1811, verklaarden zij volkomen genoegen te nemen met het huwelijk van hun zoon met Neeltje van Rijk, mits het huwelijk met alle plechtigheden wettig voltrokken zou
224
BIOGRAFISCHE BESCHRIJVING
worden. De akte vermeld particulier als zijnde het beroep van Jürgen Voortman. De getuigen van deze akte waren Dirk Hogeboom, metzelaar, en Gerrit Kwakman, eveneens particulier. Bovendien verklaarden Jürgen Voortman en Janna Buisman niet te kunnen schrijven. Ruim twee weken later, op zondag 3 november 1811, huwde Jan Jürgen Voortman met Neeltje van Rijk in Sloten. Herman Voortman en Gerrit Wulk, echtgenoot van Leentje Voortman, waren onder andere getuigen bij het huwelijk. Op dezelfde dag werd in de Lutherse kerk te Monnickendam het eerste kind van Heinrich Voortman en Grietje Lakeman gedoopt. Het zoontje, dat op 1 november 1811 geboren was in Overleek, kreeg de naam Harmen. Heinrich Voortman en Janna Buisman waren dooppeet. De turfverdeling, een week later op zondag 10 november 1811, zag er als volgt uit: Lammertje Barner, 6 tonnen turf Naatje Barner, 4 tonnen turf Crisje Bos, 6 tonnen turf Neeltje Snieder, 3 tonnen turf Grietje Voortman, 2 tonnen turf Jurgen Voortman, 4 tonnen turf Grietje Wulk,16 tonnen turf De eerste zondag van 1812, 5 januari, kreeg Jürgen Voortman fl. 0,85 van de diakenen van de Lutherse kerk. Zondag 11 oktober 1812 werd er weer turf verdeeld door de Lutherse kerk: Lammertje Barner, 6 tonnen turf Naatje Barner, 4 tonnen turf Crisje Bos, 6 tonnen turf Neeltje Karmelk, 3 tonnen turf
Neeltje Snieder, 3 tonnen turf Jurgen Voortman, 4 tonnen turf Grietje Wulk, 16 tonnen turf Grietje Voortman verscheen ook bij de turfverdeling maar bedankte volgens het Lutherse kerkeraadsboek. Wellicht vergezelde ze haar 69 jaar oude vader, die nog geen twee maanden later overleed. Op dinsdag 8 december 1812, 's avonds half negen, overleed Jürgen Voortman in zijn huis op het Zuideinde nummer 108. Waarschijnlijk werd hij op vrijdag 11 december begraven, toen Evert Proper (gehuwd met Marretje Hillebrandts) en Hendrik Groot aangifte deden bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. De akte werd opgesteld in het Frans, waarvan de vertaling als volgt is: In het jaar Achttienhonderdtwaalf, de elfde December om twaalf uur 's middags, zijn voor mij, burgemeester officier van de burgerlijke stand van de stad Monnickendam arrondissement Hoorn, departement Zuiderzee, verschenen: Evert Proper, eenenzeventig jaar oud, arbeider van beroep, en Hendrik Groot, vijfentwintig jaar oud, leerling zeilenmaker, beiden woonachtig in deze stad, buren van de overledene. Dewelke mij hebben verklaard dat de achtste van deze maand om half negen 's avonds is overleden in deze stad aan het Zuideinde nummer 108, Jurgen Voortman, op de leeftijd van tweeenzeventig jaar, van beroep arbeider, gehuwd. De comparanten hebben met mij deze akte ondertekend, nadat deze aan hen voorgelezen was. Kort daarna werd Gerrit Wulk ziek en liet hij zijn testament opmaken door notaris Gerrit de Ruyter uit Broek in Waterland. Ook Leentje Voortman liet toen haar uiterste wil vastleggen op 29 december en benoemde tot mede-erfgenaam haar moeder Janna Buisman, weduwe van Juriaan Voortman, van beroep arbeidster, woonachtig te
JURGEN VOORTMAN (1743-1812)
Monnickendam, laat zoodanige portie van mijn nalatenschap als de wet ten haaren behoeven als indisponibel heeft verklaard, dog waarvan genoemde mijnen man de revennen zal blijven genieten. Gerrit Wulk overleed op 20 janauri 1813 in Zunderdorp. Dit testament van Leentje Voortman zou van kracht blijven tot 4 september 1816, toen zij haar testament wijzigde bij notaris Johannes Matthias Pfeil te Monnickendam. Naar aanleiding van het overlijden van de kosterin Marretje Hillebrandts, werd op maandag 29 maart 1813 een nieuwe kosterin gekozen uit de volgende sollicitanten: Janna Buisman Aaltje Esselman Doortje Kaser Susanna Kniebel Grietje Wulk Na het stemmen door de ouderlingen en diakenen, waarbij Harmen Esselman zich buiten stem hield, kreeg Grietje Wulk een stem en Doortje Kaser vier stemmen zodat de laatste tot kosterin benoemd werd. Op zondag 16 mei 1813 werd in het huis op het Zuideinde nummer 96 het tweede zoontje van Herman Voortman en Trijntje Visser Luthers gedoopt en werd (hoe kan het anders) Juriaan genoemd naar de vader van Herman Voortman. Janna Buisman was getuige bij deze doop. Na het overlijden van Jürgen Voortman bleef Janna Buisman de Lutherse kerk bezoeken. Samen met Doortje Kaser, de kosterin, was Janna Buisman de enige die een gratis zitplaats in de Lutherse kerk had, echter wel op de achterste stoelenregel (G) stoel nummer 4. De overige stoelen van deze regel waren leeg. Hier kwam pas in augustus 1815 verandering in.
225
In 1813 werd het turf op zondag 24 oktober als volgt verdeeld: Naatje Barner 4 Crisje Bos 6 Janna Buisman 4 Neeltje Karmelk 4 Neeltje Snieder 4 Grietje Voortman 4 Grietje Wulk 16 Door het plotselinge overlijden van de kosterin Doortje Kaser, moest op zondag 5 juni 1814 een nieuwe kosterin voor de Lutherse kerk te Monnickendam gekozen worden, uit de volgende sollicitanten: Naatje Barner Mietjes Bartels Janna Buisman Aaltje Esselman Jan Hammes en huisvrouw Susanna Kniebel Marrijtje Mensing Grietje Wulk Uit de groep werd een drietal gekozen, bestaande uit Aaltje Esselman, Jan Hammes en huisvrouw en Grietje Wulk, dewelke met een dobbelsteen moesten gooien (op volgorde van ouderdom) om uiteindelijk te kunnen bepalen wie de nieuwe koster(in) zou worden. Uiteindelijk bleek Grietje Wulk de meeste ogen te hebben gegooid zodat zij tot kosterin benoemd werd. Op zondag 2 oktober 1814 was Janna Buisman getuige bij de doop van een zoontje van Heinrich Voortman en Grietje Lakeman. Het kind, genaamd Hendrik, was
226
BIOGRAFISCHE BESCHRIJVING
geboren in Ilpendam en werd in de Lutherse kerk te Monnickendam gedoopt. In 1814 werd het turf als volgt verdeeld op zondag 30 oktober; Naatje Barner 4 en onderstand Hendrikje Booy 3 Crisje Bos 5 en onderstand Janna Buisman 5 Neeltje Karmelk 4 Trijntje Schreuder 3 Neeltje Snieder 4 Grietje Voortman 5 Grietje Wulk 27 Aanvankelijk had Grietje Wulk 30 tonnen turf, Crisje Bos 6 tonnen turf en Grietje Voortman 4 tonnen turf toegewezen gekregen. In 1815 vond de Slag bij Waterloo plaats waarbij Napoleon verslagen werd. Sinds augustus 1815 moest Janna Buisman fl. 0,15 per kwartaal betalen voor een zitplaats (regel H nummer 3) in de
Lutherse kerk. Leentje Voortman, die inmiddels hertrouwd was met Dirk Lakeman (broer van Grietje Lakeman die met Heinrich Voortman gehuwd was), kreeg een plaats naast haar moeder op regel H nummer 2 en betaalde hier fl. 1,per kwartaal voor. In 1816 zou hier echter weer verandering in komen. Regel H werd opgeheven en Jaan Buisman kwam op regel G stoelnummer 3 voor fl. 1,- per kwartaal. Leentje Voortman kwam op stoelnummer 2 van regel G. Aan de andere zijde van Leentje Voortman (regel G nummer 1) kwam Grietje Kroon te zitten. Op zondag 10 augustus 1817 was Janna Buisman getuige bij de doop van een kind van Heinrich Voortman en Grietje Lakeman, Het dochtertje kreeg de naam Grietje en was geboren in Zunderdorp maar werd gedoopt in de Lutherse kerk van Monnickendam. Bij de turfverdelingen kreeg Janna Buisman in 1817 (zondag 26 oktober) 4 tonnen turf en in 1818 (zondag 1 november) 5 tonnen turf.
JURGEN VOORTMAN (1743-1812)
Zitplaatsen in de Lutherse kerk van Monnickendam. De herenbanken (aangegeven met grote letters) en in het midden de vrouwenstoelen (aangegeven met kleine letters).
227
228
BIOGRAFISCHE BESCHRIJVING
Tijdvak 1820-1825 Tot
in 1824 zou Janna Buisman turf blijven krijgen van de Lutherse kerk. In 1820 kreeg Janna Buisman, op dinsdag 24 oktober, 6 tonnen turf. Bovendien nam Janna Buisman van oktober 1820 tot januari 1821 een sokkel (voor fl. 1,10) bij haar zitplaats in de Lutherse kerk. Per 1 januari 1821 zegde Janna Buisman haar zitplaats in de Lutherse kerk op. Bij de turfverdeling bleef zij echter turf ontvangen. Zo kreeg ze op zondag 28 oktober 1821, 5 tonnen turf. Op zondag 27 januari 1822 was Janna Buisman getuige bij de doop van een kind van Heinrich Voortman en Grietje Lakeman. Het dochtertje, geboren in Zunderdorp, werd vernoemd naar Janna Buisman en werd zodoende onder de naam Janna Voortman gedoopt in de Lutherse kerk in Monnickendam. In dat zelfde jaar kreeg Janna Buisman, op woensdag 2 oktober, 7 tonnen turf toegewezen van de Lutherse kerk. Zondag 14 september 1823 was Janna Buisman dooppeet van Juriaan Voortman, een zoontje van Heinrich Voortman en Grietje Lakeman. Het kind, vernoemd naar de vader van Heinrich, werd (hoewel geboren in Zunderdorp) gedoopt in de Lutherse kerk in Monnickendam. Nog geen maand later kreeg Janna Buisman, op zondag 26 oktober, 8 tonnen turf. Bovendien verzocht ze om onderhoud (Janna Buisman werd immers al 71 jaar) wat ze toegewezen kreeg gedurende de wintermaanden. Toen Grietje Voortman op zondag 18 januari 1824 hertrouwde met Pieter Musch, was Janna Buisman daar ook bij aanwezig. Ze verklaarde niet te kunnen schrijven en
plaatste een kruisje onderaan de huwelijksakte van haar dochter. Heinrich Voortman en Herman Voortman waren onder andere getuigen bij het huwelijk. Op zondag 24 oktober 1824 kreeg Janna Buisman 8 tonnen turf van de Lutherse kerk. De voornacht van donderdag 3 februari 1825 bracht men door in een gestadige vrees van een zware vloed te zullen krijgen, daar het water tot ruim 1,50 meter rees. Een spoedig eb gaf echter voor enige tijd verlichting. Daarna werd men echter door een zware donderslag wederom verontrust. De bliksem had de St.Nicolaaskerk getroffen, waaruit spoedig de vlammen sloegen. Men vreesde niet alleen de gehele kerk te verliezen maar ook gedeelte van de stad een prooi van de vlammen zou worden. Deze ramp werd echter al snel afgeweerd door de inwoners van Monnickendam die met emmers water meer dan 55 meter tegen de torenspits opklommen en de brand meester werden. Doch de vreugde over deze afwending van het gevaar duurde niet lang, daar het slechts een voorbode was van rampen. Op 4 februari woedde in geheel Holland een hevige noord-wester storm. Het water werd, zoals gewoonlijk, de Zuiderzee ingestuwd en bereikte zelfs een hoogte van 2,62 meter boven Amsterdams peil. De golven sloegen over de dijk en kalfden die van achter weg. Om de hoek van Durgerdam, even buiten het westelijk einde van het dorp, werd tussen 8 en 9 uur 's morgens de eerste afslag ontdekt en doorgegeven aan Claas Jongh Visser, schout van Durgerdam, Ransdorp en Holysloot, dijkgraaf voor die drie dorpen en hoogheemraad van Waterland. De schout nam onmiddellijk maatregelen en trommelde zijn helpers op die met zeildoeken het inmiddels ontstane
JURGEN VOORTMAN (1743-1812)
gat in de dijk wisten te dichten. Niet alleen Durgerdam, maar ook in het veel geplaagde Schellingwoude dreigde de dijk door te breken. Hier brachten Cornelis van Harreveld (schoonzoon van Trijntje Williks, schoonzuster van Antje Greuninger) en Hendrik Wolkers voldoende zeilen aan. De wind nam echter in kracht toe, vloed werd op vloed gestapeld en weer stuurde de schout Claas Jongh Visser mannen weg om de muur ‘De Steenen Beer’ te inspecteren. Wat gevreesd werd was inmiddels gebeurd. De muur, gelegen buiten Durgerdam aan de hoek van de polder IJdoorn, had het begeven en met kracht stroomde het water Waterland binnen. Binnen de kortst mogelijke tijd stond het water ongeveer 93 duim hoog (2,39 m) in de polder, en steeg regelmatig. ‘s Avonds om 11 uur werd 100 duim (2,57 m) gemeten en de vrees bestond dat Ransdorp en Holysloot van de aardbodem waren weggevaagd. Dezelfde vloed dreigde de buitenkant van Monnickendam te doen instorten en zette de stad tot ruim 1 meter onder water. Hierdoor was de gehele stad in één ogenblik een watervlakte, waarvan alleen een gedeelte van de Kerkstraat en een klein gedeelte van het Noordeinde gespaard bleven, welke aan honderden mensen, die door hun schuitjes en pramen gered werden, een gebrekkige schuilplaats verstrekten. Naderhand zochten nog honderden mensen uit de omliggende plaatsen in Monnickendam hun toevlucht. In de vooravond van zondag 6 februari tegen 8 uur, werd de gelegenheid verschaft om de sluizen te openen. De afloop ging onafgebroken voort en een spoedige aftapping was ook het best in de om enige verzachting aan de voor veln zo noodlottige ramp toe te brengen.
229
Ook aan vee ging wel het een en ander verloren. In Nieuwendam en Zunderdorp verdronken zeven paarden, 329 runderen en 745 schapen. Bijna vier maanden later overleed Janna Buisman op een leeftijd van 72 jaar in het Zuideinde nummer 108, op maandag 30 mei om twee uur 's nachts.
230
BIOGRAFISCHE BESCHRIJVING
Epiloog Nog dezelfde dag werd de overlijdensakte opgemaakt, op verklaring van Herman Voortman en Jan Jürgen Voortman. Zij wisten dat hun moeder in Zwolle geboren was, naar zij dachten op 3 december 1752. Vergeleken met haar doopdatum, is het mogelijk dat zij zich in de maand vergist hebben. Bovendien wisten zij alleen de naam van haar vader, Lubbert Buis. Waarschijnlijk is dit ook de oorzaak dat Janna Buisman onder de naam Janna Buis in de tienjaarlijkse tafels van overlijden
staat. De naam van haar moeder, Margrietje Frederiks Vroombeurs, was voor Herman en Jan Jürgen Voortman onbekend. Wellicht heeft Grietje Voortman ook niet geweten dat zij naar haar vernoemd werd (indien dit hier tenminste het geval was). Drie weken later, op maandag 20 juni 1825, verkochten de nabestaanden het huis waarin Janna Buisman (en in 1812 ook Jürgen Voortman) overleden was en lieten dit vastleggen bij notaris Age Volkerse. De nabestaanden waren; Grietje Voortman, vrouw van Pieter
Detail van de kadastrale kaart van Monnickendam uit 1827. De pijl wijst naar het huis waar Jurgen Voortman (1812) en Janna Buisman (1825) stierven.
JURGEN VOORTMAN (1743-1812)
Musch, boekbinder Leentje Voortman, Lakeman, huisman
vrouw
van
Herman Voortman, tuinman, wonende in Monnickendam
Dirk allen
Heinrich Voortman, huisman, wonende in Zunderdorp Jan Jürgen Amsterdam
Voortman,
mestboer
te
Het huis werd verkocht aan Simon Mey, zoon van Willem Sijmonsz. Mey en Grietje Voortman, die venter was in Broek in Waterland en in 1823 gehuwd was met Trijntje Diclofs Ossebaar (waarbij onder andere Herman Voortman, Heinrich Voortman en Dirk Lakeman getuigen waren). Het huis dat voor f 200,- werd verkocht, werd belend door Harmen Kool (ten zuiden) en Cornelis de Jong (ten noorden). Toen Leentje Voortman in 1830 hertrouwde met Klaas Peen, overlegden beiden ook de overlijdensakten van hun grootsouders, met uitzondering van de ouders van Janna Buisman. Opmerkelijk is dat Leentje Voortman dus geweten moest hebben waar haar vader vandaan kwam en bovendien contact wist te leggen met de pastoor van het kerkdorp Badbergen en zodoende de overlijdensakten kon overleggen van de ouders van Jurgen Voortman. Bovendien is het opmerkelijk dat bij het hertrouwen van Herman Voortman met Trijntje Berkhout in 1831 werd vermeld dat Herman Voortman geen overlijdensakten kon overleggen van zijn (beiden) grootouders terwijl de grootouders van Trijntje Berkhout helemaal niet ter sprake komen. De naam Jürgen kwam in de familie het laatst voor in 1859. In dat jaar stierven twee Voortmannen die Juriaan heette. De
231
zoon van Herman Voortman (geboren op 16 mei 1813 en nog dezelfde dag gedoopt waarbij Janna Buisman nog getuige was) overleed 19 juni 1859 in Monnickendam nadat hij in 1841 gehuwd was met Antje Mels. De allerlaatste Juriaan Voortman overleed op 10 augustus 1859 op een ouderdom van drie weken, een zoontje van Hendrik Voortman (zoon van Herman Voortman) en Trijntje Prins. Wel werd er op 23 april 1880 in Monnickendam een kind geboren van Trijntje Voortman (dochter van Juriaan Voortman en Antje Mels) en Adriaan Bos, die Juriaan Bos genoemd werd. De naam Janna veranderde (ook per persoon) in de loop der jaren veel tot Johanna, Anna, Annaatje, Naatje, Jannaatje en Jannetje zodat het moeilijk te achterhalen is wanneer er nog sprake was van de oorspronkelijke vernoeming naar Janna Buisman. Echter vernoemd werden zij, de stamouders van het Waterlandse geslacht Voortman.
232
BIOGRAFISCHE BESCHRIJVING
Woonadressen 1743-1754 Badbergen, Gross-Mimmelage, Markkotte ‘Arndt zum Vorde’ sive ‘kleine Vortmann’ 1754-1774 Badbergen, verders onbekend 1774-1778 Monnickendam, verders onbekend 1778-1782 Monnickendam, Zuideinde verponding nr. 303 1782-1786 Monnickendam, onbekend
verders
1786-1803 Monnickendam, Zuideinde verponding nr. 335 (wijk I nummer 108). 1803-1808 Monnickendam, onbekend
verders
1808-1825 Monnickendam, Zuideinde Wijk I nummer 108 (verponding 335).
JURGEN VOORTMAN (1743-1812)
Bronnen GAAM Amsterdam, K.A. Ev.L. lidmatenregister. GAAM Nieuwendam, Burgerlijke Stand. GAAM Sloten, Burgerlijke Stand. GAZW Zwolle, ondertrouw RBSO nr. 731. GAZW Zwolle, K.A. Ned.Herv. doopboek RBSO 705 A & B. GAZW Zwolle, K.A. begraafregister RBSO SAWA Broek in Waterland, Burgerlijke Stand, huwelijken. SAWA Broek in Waterland, K.A. inv.nr. 10, Ned.Herv. kerkeraad en lidmaten.
233
SAWA Monnickendam, Gerecht inv.nr. 31, ondertrouw en trouwboek (17701793). SAWA Monnickendam, Gerecht inv.nr. 32, ondertrouw en trouwboek (17931805). SAWA Monnickendam, Gerecht inv.nr. 33, ondertrouw en trouwboek (18061811). SAWA Monnickendam, G.A. (oud) inv.nr. 37, Memorialen van Burgemeesters (1766-1782). SAWA Monnickendam, G.A. (oud) inv.nr. 38, Memorialen van Burgemeesters (1782-). SAWA Monnickendam, G.A. (oud) inv.nr. 39, Memorialen van Burgemeesters.
SAWA Broek in Waterland, K.A., Ned.Herv. trouwboek.
SAWA Monnickendam, G.A. (oud) inv.nr. 120, Wetten en resolutien van di magistraat stad Monnickendam.
SAWA Broek in Waterland, N.A. inv.nr. 449, Gerrit de Ruyter (aug 1812-dec 1812).
SAWA Monnickendam, G.A. (oud) inv.nr. 121, Wetten en resolutien van di magistraat stad Monnickendam.
SAWA Edam, K.A. Ev.L. inv.nr. 28, lidmatenboek studiezaal.
SAWA Monnickendam, G.A. (oud) inv.nr. 186, Stukken betreffende de inkwartiering van Fransche en Bataafsche troepen (1795-1813).
SAWA Edam, K.A. Ev.L., doopboek. SAWA Ilpendam, G.A. (oud) inv.nr. 185a, Actens Verlof 1807/1808. SAWA Monnickendam, Burgerlijke Stand, huwelijken. SAWA Monnickendam, Burgerlijke Stand, overlijden. SAWA Monnickendam, Gaarder inv.nr. 46, ontvangst van de impost op het trouwen en begraven (1773-1787). SAWA Monnickendam, Gaarder inv.nr. 47, ontvangst van de impost op het trouwen en begraven (1788-1804).
SAWA Monnickendam, G.A. (oud) inv.nr. 213, Ordonnntieboeken van Burgemeesters (1760-1781). SAWA Monnickendam, G.A. (oud) inv.nr. 284, Ontvangstcedullen van de verponding van den 100sten penning over de huizen, benevens het straat- en brandspuiten en stoepgeld (1779-1788). SAWA Monnickendam, G.A. (oud) inv.nr. 285, Ontvangstcedullen van de verponding van den 100sten penning over de huizen, benevens het straat- en brandspuiten en stoepgeld (1788-1793).
234
BIOGRAFISCHE BESCHRIJVING
SAWA Monnickendam, G.A. (oud) inv.nr. 286, Ontvangstcedullen van de verponding van den 100sten penning over de huizen, benevens het straat- en brandspuiten en stoepgeld (1799-1803). SAWA Monnickendam, G.A. (nieuw) Verpondingsregister (1808-1810). SAWA Monnickendam, K.A. Geref. inv.nr. 9, trouwboek (1762-1794), studiezaal. SAWA Monnickendam, K.A. Ev.L. inv.nr. 2, Kerkeraadshandelingen (1768-1814). SAWA Monnickendam, K.A. Ev.L. inv.nr. 3, Kerkeraadshandelingen (1814-1862). SAWA Monnickendam, K.A. Ev.L. inv.nr. 11, doopboek (1792-1892). SAWA Monnickendam, K.A. Ev.L. inv.nr. 15, doopboek. SAWA Monnickendam, K.A. Ev.L. inv.nr. 16, lidmatenboek (1649-1857), studiezaal. SAWA Monnickendam, K.A. Ev.L. inv.nr. 23, kasboek van ouderlingen (17951822). SAWA Monnickendam, K.A. Ev.L. inv.nr. 29, kasboek van diacenen (1795-1822). SAWA Monnickendam, K.A. Ev.L. inv.nr. 39, register van ontvangen collectegelden (1762-1791), achterin kasboek van ouderlingen. SAWA Monnickendam, K.A. Ev.L. inv.nr. 40, register van ontvangen stoelen- en bankengeld (1813-1823). SAWA Monnickendam, N.A. inv.nr. 3576, Age Volkerse (-1811). SAWA Monnickendam, N.A. inv.nr. 3584, Age Volkerse (1824-1826). SAWA Monnickendam, N.A. inv.nr. 3601, Johannes Matthias Pfeil (1816-1819).
SAWA Monnickendam, O.R.A. inv.nr. 3564, Criminele Rolle (1789-1803). SAWA Monnickendam, O.R.A. inv.nr. 3565, Criminele Rolle (1803-1810). SAWA Monnickendam, O.R.A. inv.nr. 3569, Examinatien (1795-1801). SAWA Monnickendam, O.R.A. inv.nr. 3571, Examinatien (1810). SAWA Monnickendam, O.R.A. inv.nr. 3579, Transporten en hypotheken (1776-1787). SAWA Monnickendam, O.R.A. inv.nr. 3581, Transporten en hypotheken (1797-1805). SAWA Monnickendam, O.R.A. inv.nr. 3589, veilboek (1767-1783). SAWA Monnickendam, O.R.A. inv.nr. 3590, veilboek (1797-1801). SAWA Monnickendam, O.R.A. inv.nr. 3591, veilboek (1806). SAWA Monnickendam, O.R.A. inv.nr. 3592, veilboek (1807). SAWA Monnickendam, Schutters van Monnickendam. Vertaling door beeedigt translateur H.D.B.Kaiser, Amsterdam 17 juli 1830. Vertaling door dhr. Bakker, docent Frans aan MAVO 't Fregat in Zaandam, 1984. RANH Monnickendam, huwelijksbijlage 1830, akte nr. 22 bijlage nr. 15. SAWF Registre Civique, Noord-Holland, inschrijvingsnummer 9923. PA Badbergen, Ev.L. Tauf, Heirat und Sterbe (1671-1800).
JURGEN VOORTMAN (1743-1812)
Literatuur
Afkortingen
Appel, L.; Prinsgezinden en patriotten, patriotten ’t meest, in Vereniging Oud Monnickendam jaarboek 1999, pag. 41 e.v.
Ev.L. - Evangelisch Luthers
Appel, L.; Patriotten en prinsgezinden, prinsgezinden ’t meest, in Vereniging Oud Monnickendam jaarboek 2001, pag. 67 e.v.
GAZW - Gemeentearchief Zwolle
Aa, van der; Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden
K.A. - Kerkelijk Archief
Boning, H.; Kunstfuhrer - altkreis Bersenbruck, heft 19, 1976 Berge.
Ned.Herv. - Nederlands Hervormd
Borman, R.; van Flevomeer tot IJsselmeer, 1982.
PA - Particulier Archief
235
G.A. - Gemeentelijk Archief GAAM - Gemeentearchief Amsterdam Geref. - Gereformeerd inv.nr. - inventaris nummer N.A. - Notarieel Archief O.R.A. - Oud Rechterlijk Archief
Bruigom, A.P.; Waterland getekend door Cornelis Schoon, 1979.
RANH - Rijksarchief voor Noord-Holland in Haarlem
Duhne, H.; Geschichte des Kirchspiel Badbergen, deel II, 1870/1873 Gronloh (Badbergen).
SAWA - Streekarchief Waterland in Purmerend
Huurdeman, P.; Waterland door de eeuwen heen, 1980. Netheler, H.; verkregen gegevens uit de collectie Pohlsander, 1986/1988 Badbergen. Pohlsander, W.; Familienbogen und die Hofgeschichten, 1966 Neuenkirche. Marinemuseum
SAWF - Streekarchief Westfriesland in Hoorn
236
BIOGRAFISCHE BESCHRIJVING