Vereniging van Zuid-Hollandse Gemeenten
Journaal voor de Gemeenten Jaargang 2011, nummer 12 December 2011 redactie afgesloten 20 december
De VZHG wenst wenst u Prettige Feestdagen en een gelukkig 2012
Colofon Het VZHG Journaal is een maandelijkse (digitale) uitgave van de Vereniging van Zuid-Hollandse Gemeenten. Secretariaat: Postbus 45 / 2800 AA Gouda Tel. 0182-545513 / E-Mail:
[email protected]
http://twitter.com/vzhg
www.vzhg.nl
Inhoudsopgave U kunt rechtstreeks naar de paragraaf die u interesseert door a) de cursor in de inhoudsopgave te leiden naar die paragraaf b) de Crtl-toets in te drukken (waarna er een handje verschijnt) c) te klikken met de linker muisknop. 1
Bestuurszaken VZHG..............................................................................................................4 Volg de VZHG op Twitter .......................................................................................................4 Bas Eenhoorn, burgemeester van Alphen aan den Rijn (erelid VZHG) geeft boek uit.............4 2 De VZHG als provinciale afdeling van de VNG ......................................................................5 2.1 Tussentijdse vacatures VNG bestuur en commissies .............................................................5 2.2 Regionale bijeenkomsten VNG i.v.m. Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, nieuwe Wet Natuur en nieuwe Omgevingswet ....................................................................................................5 3 Bestuurlijke organisatie..........................................................................................................6 3.1 Ontwikkelingen Midden Holland .............................................................................................6 3.2 Ontwikkelingen in de Bollenstreek..........................................................................................6 3.3 Floriade 2022.........................................................................................................................7 4 Overige bestuurlijke aangelegenheden .................................................................................7 4.1 Uitstel herverdeling gemeentefonds .......................................................................................7 4.2 VNG bestuur bijeen op 8 december .......................................................................................7 4.3 VNG commissie Bestuur en Veiligheid bijeen op 8 december.................................................9 4.4 Terugblik bijeenkomst 30 november Metropoolregio.............................................................10 4.5 Manifest voor de Zuidvleugel vanuit bedrijfsleven.................................................................11 4.6 VGS Handreiking werving en selectie gemeentesecretaris ...................................................11 4.7 Rapport Planbureau voor de Leefomgeving (PLB) “De concurrentiepositie van Nederlandse Regio’s ..........................................................................................................................................11 4.8 Jaarcongres KING “Cockpit of bijkantoor” op 12 januari a.s. in Den Bosch ...........................12 5 Provinciaal bestuur...............................................................................................................13 5.1 Provinciale Staten bijeen op 14 december............................................................................13 5.2 Vacature gedeputeerde Spies..............................................................................................13 5.3 Nieuwjaarsreceptie provinciebestuur 11 januari a.s. .............................................................13 6 Financien en personeelszaken.............................................................................................14 6.1 Bijeenkomst beter werken in het openbaar bestuur 18 januari ..............................................14 7 JEUGD ...................................................................................................................................14 7.1 CBS Regionaal beeld van de jeugd 2011 .............................................................................14 7.2 VNG subcommissie decentralisatie Jeugdzorg bijeen op 30 november ................................14 7.3 VNG reactie op wetgevingsoverleg Jeugdzorg .....................................................................15 8 Onderwijs, cultuur en Sport..................................................................................................15 8.1 Wijziging Leerplichtwet per 1 januari 2012............................................................................15 9 gezondheid en welzijn ..........................................................................................................16 9.1 VNG-commissie Gezondheid en Welzijn bijeen op 8 december............................................16 9.2 Regionaal Informatiesysteem Samenleving..........................................................................16 10 Werk en inkomen ..................................................................................................................16 10.1 Wijziging Wet Werk en Bijstand (WWB) ............................................................................16 10.2 Divosa gaat gemeenten op regioniveau ondersteunen bij invoering Wwnv........................17 11 Ruimte en Wonen..................................................................................................................18 11.1 VNG commissie Ruimte en Wonen bijeen op 8 december ................................................18 11.2 PPC bijeen op 22 december ............................................................................................18 12 groen .....................................................................................................................................19 12.1 Deelakkoord Natuur..........................................................................................................19 13 Delta-aangelegenheden ........................................................................................................20 13.1 Deltawet ...........................................................................................................................20 13.2 Delta natuurprojekten .......................................................................................................20 13.3 Zuidwestelijke Delta..........................................................................................................20 13.4 Adviesgroep Zuidwestelijke Delta bijeen op 13 december .................................................21 1.1 1.2
2
14 Verkeer en Vervoer ...............................................................................................................21 14.1 Platform Verkeersveiligheid Zuid-Holland bijeen op 8 december .......................................21 15 Europa en Internationaal ......................................................................................................21 15.1 VNG-commissie Europa en Internationaal bijeen op 8 december ......................................21 16 Bijlage Verslag Congres VZHG en Provincie Zuid-Holland vrijdag 25 november .............22
3
1 BESTUURSZAKEN VZHG 1.1
Volg de VZHG op Twitter
Volg de VZHG op Twitter; meldt u aan als Follower. http://twitter.com/vzhg a. Recente Tweets hadden o. a. Betrekking op de volgende onderwerpen: - Manifest bedrijfsleven inzake Zuidvleugel - Meldpunt door VNG ingericht voor problemen rond implementatie Wwb - Brief naar Eerste Kamer inzake huishoudtoets Wwb - Herverdeling gemeentefonds uitgesteld - Verdeling invoeringskosten decentralisatie jeugdzorg bekend - Vergadering bestuur VNG over voordrachten Adviescommissie voor vacatures in VNG bestuur en commissies - CBS Rapport Regionaal beeld van de jeugd 2011 - VNG aparte twitter accounts voor decentralisatie jeugdzorg en AWBZ begeleiding - Verslag congres VZHG en PZH 25 november beschikbaar - In januari komt er een website van en over de Metropoolregio - Planning provinciale bijeenkomsten Structuurvisie infrastructuur en ruimte, nieuwe Wet Natuur en Omgevingswet - Rapport PBL inzake concurrentiepositie Nederlandse regio’s b. VNG en Twitter De VNG heeft nieuwe Twitter account s voor de decentralisatiethema's Jeugdzorg en AWBZbegeleiding . Bent u actief op Twitter? Volg dan ook: Transitie Jeugdzorg en Transitie Begeleiding
1.2 Bas Eenhoorn, burgemeester van Alphen aan den Rijn (erelid VZHG) geeft boek uit Op 9 december jl. presenteerde Bas Eenhoorn, waarnemend burgemeester van Alphen aan den Rijn, zijn persoonlijke terugblik in het boek “Drie minuten” op het schietincident in Alphen aan den Rijn op 9 april van dit jaar. In een interview met RTV West legt hij uit waarom hij het boek geschreven heeft. De reden daartoe was drieledig: allereerst om zijn eigen lessen mee te geven aan collega- burgemeesters, en communicatieadviseurs. Daarnaast wilde hij zijn eigen verhaal doen en wilde hij het kunnen delen met geïnteresseerden. Als belangrijk aandachtspunt geeft Eenhoorn in zijn boek mee dat een crisisteam de crisiscommunicatie centraal moet stellen. Naar zijn idee kan het oefenen op crisiscommunicatie een impuls krijgen, omdat het verreweg het belangrijkste instrument voor een burgemeester bij crises is. Het beheersen van de crisis staat of valt bij goede communicatielijnen met de buitenwereld. Ten tweede brengt hij de strubbelingen onder de aandacht over de namen van slachtoffers, die door ziekenhuizen en OM niet zo snel konden worden vrijgegeven als hij wenselijk achtte. Stuk voor stuk begrijpelijke procedures, die in hun samenhang tot
4
te veel vertraging en onduidelijkheid bij nabestaanden leidden www.burgemeesters.nl
Bron: NGB/ Wouter de Jong en
2 DE VZHG ALS PROVINCIALE AFDELING VAN DE VNG 2.1 Tussentijdse vacatures VNG bestuur en commissies Met VNG Ledenbrief 11/077 zijn de gemeenten geïnformeerd over de benoeming van waarnemers in het VNG bestuur en VNG commissies n.a.v. aldaar ontstane tussentijdse vacatures. De Adviescommissie heeft op 25 november jl. haar enkelvoudige voordracht voor 14 vacatures vastgesteld. Vervolgens zijn de kandidaten door het VNG bestuur in haar vergadering van 8 december tot waarnemer benoemd. In de ALV op 6 juni 2012 kunnen de leden zich uitspreken over deze kandidaten en eventuele tegenkandidaten stellen. De benoemingstermijn als waarnemer gaat in op 1 januari 2012. De voordracht van de adviescommissie wat betreft Zuid-Hollandse bestuurders was als volgt: Vacature VNG commissie Bestuur en Veiligheid VNG commissie Gezondheid en Welzijn VNG commissie Onderwijs, Cultuur en Sport
Door vertrek van Mw. Stein, griffier Den Haag Dhr. Bodbijl, wethouder Lansingerland Dhr. De Jong, raadslid Middelharnis
Voordracht Dhr. Bruinsma, burgemeester Vlaardingen Mw. De Jongh, wethouder Hellevoetsluis Dhr. De Jong, wethouder Dirksland
2.2 Regionale bijeenkomsten VNG i.v.m. Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, nieuwe Wet Natuur en nieuwe Omgevingswet De VNG is in overleg met haar provinciale afdelingen bezig met het inplannen van regionale bijeenkomsten in de periode januari t/m maart 2012 i.v.m. de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, nieuwe Wet Natuur en nieuwe Omgevingswet. Deze bijeenkomsten zijn specifiek bedoeld voor wethouders RO/Milieu. Tijdens deze bijeenkomsten in het land zullen 3 VNG beleidsmedewerkers informatie over deze onderwerpen verstrekken en verzamelen. De bijeenkomst in Zuid-Holland zal plaatsvinden in de gemeente Maassluis en vindt in principe plaats van 12.30 – 16.30 uur. Via een VZHG bericht naar alle gemeentesecretarissen van Zuid-Holland op 13 december jl. is gevraagd deze bijeenkomst onder de aandacht te brengen van wethouders RO/Milieu. V.w.b. Zuid-Holland kan gekozen worden uit de volgende data: - donderdag 9 februari 2012 - donderdag 15 maart 2012 Tussenstand reacties: de voorkeur lijkt uit te gaan naar een bijeenkomst op 9 februari. Reacties sturen naar :
[email protected] Nadere informatie over de thema’s Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte zie: http://www.vng.nl/smartsite.dws?id=111650 Nieuwe wet natuur zie: http://www.vng.nl/Documenten/actueel/brieven/kabinet/2011/20111130_bijlage_VNGreactie_wet_natuur.doc Nieuwe Omgevingswet zie: factsheet Aanpak en eerste gedachten Omgevingswet
5
3 BESTUURLIJKE ORGANISATIE 3.1 Ontwikkelingen Midden Holland Gouda heeft begin december de provincie Zuid-Holland verzocht te stoppen met de procedure die moet leiden tot fusie van die gemeente met Waddinxveen. Het gemeentebestuur wijst in zijn brief op het gebrek aan draagvlak voor fusie bij Waddinxveen. Gouda streeft al langere tijd naar bestuurlijke schaalvergroting om de bestuurskracht te versterken in de regio Midden-Holland. GS van Zuid-Holland zijn eerder dit jaar begonnen met een herindelingsprocedure Gouda-Waddinxveen. Waddinxveen wil geen fusie omdat het denkt in de huidige omvang burgers beter te kunnen bedienen. Fuseren zou bovendien ten koste van zijn voorzieningenniveau gaan. Daarnaast krijgt een fusiegemeente naar het oordeel van Waddinxveen minder geld van het Rijk. Fuseren biedt geen meerwaarde, samenwerken daarentegen wel. In de brief van Gouda wordt verwezen naar de recente reactie van de Raad voor het openbaar bestuur (Rob) op de kabinetsvisie Bestuur en bestuurlijke inrichting. De Rob noemt daarin bestuurlijke schaalvergroting noodzakelijk, mede doordat gemeenten steeds meer taken krijgen toebedeeld. Gouda wil zich vanaf nu onbelast kunnen richten op een brede gemeentelijke samenwerking. De lopende herindelingsprocedure met Waddinxveen vormt daarbij een belemmering. De gemeente Gouda mag voorlopig geen nieuwe burgemeester kiezen. CdK Jan Franssen wil eerst dat de stad een herindeling afwacht. De provincie neemt in het voorjaar een besluit. Als het aan de heer Franssen ligt, krijgt Gouda een tijdelijke burgemeester. De Goudse politiek is teleurgesteld. De partijen vinden dat Gouda snel een nieuwe burgemeester nodig heeft, om de grootstedelijke problemen waar de gemeente mee kampt, aan te pakken.
3.2 Ontwikkelingen in de Bollenstreek De gemeenteraad van Noordwijk heeft begin december ingestemd met het laten onderzoeken van de bestuurlijke toekomst en een eventuele fusie van verschillende gemeenten in de Bollenstreek. Noordwijk wil meer duidelijkheid over wat de voor- en nadelen van een eventuele fusie met de gemeenten Hillegom, Noordwijkerhout, Lisse en Teylingen zou kunnen zijn. De raad is akkoord gegaan onder voorwaarde dat 4 van de 5 Bollenstreekgemeenten mee zouden gaan doen met het onderzoek. Ook wordt gekeken wat een intensievere samenwerking met de gemeente Katwijk zou kunnen opleveren. Het college van de gemeente Teylingen heeft al laten weten aan een dergelijk onderzoek te willen meewerken en is bereid dit met een positief advies aan haar eigen gemeenteraad te willen voorleggen. Het College van B&W van Katwijk heeft haar koers m.b.t. regionale samenwerking herbevestigd. Dit houdt in dat Katwijk open staat voor alle vormen van samenwerking. Per samenwerking wordt bekeken of deze bijdraagt aan het verbeteren van de kwaliteit, verlagen van de kosten en versterken van de belangenbehartiging van de gemeente. Katwijk wil nadrukkelijk bezien of taken met samenwerkingspartners beter en efficiënter kunnen worden uitgevoerd. Regionale opgaven worden daarnaast bezien vanuit de opstelling een loyale partner in de regio te willen zijn.
6
3.3 Floriade 2022 Op 1 december jl. heeft de regio Boskoop zich als kandidaat aangemeld bij de Nederlandse Tuinbouwraad (NTR) voor de World Expo Floriade in 2022. Bij de regio Boskoop gaat het om het gebied in de driehoek Zoetermeer-Gouda-Alphen a/d Rijn. Daarin liggen twee Greenports: Lansingerland (Westland en Oostland) en Boskoop (de gemeenten Boskoop, Rijnwoude en Waddinxveen). Initiatiefnemers zijn de provincie Zuid-Holland, de gemeenten Alphen a/d Rijn, Bodegraven-Reeuwijk, Boskoop, Lansingerland, Rijnwoude, Waddinxveen en Zoetermeer en de bedrijven Arcadis, Ballast Nedam, Careyn, Imtech en KWS. Bij de NTR hebben zich 7 kandidaat regio’s gemeld. Het gaat om Regio Rivierenland, gemeente Almere, Coöperatie Flevoland (Lelystad), Noord-Holland Noord, Regio Boskoop, gemeente Groningen en gemeente Amsterdam. Opvallend is dat binnen de provincie Flevoland twee partijen zich kandidaat hebben gesteld, namelijk Almere en Coöperatie Flevoland. De NTR maakt op 1 februari 2012 bekend welke kandidaten een bidbook mogen maken. Op de laatste dag (7 oktober) van de Floriade Venlo 2012 wordt de uiteindelijke winnaar bekend gemaakt.
4 OVERIGE BESTUURLIJKE AANGELEGENHEDEN 4.1 Uitstel herverdeling gemeentefonds De heer Donner heeft vlak voor het beëindigen van zijn ministerschap gezegd niet te willen wachten met de herverdeling van het gemeentefonds tot de decentralisaties goed in de steigers staan. Hij toonde zich bereid om de operatie één jaar uit te stellen. Aan de nieuwe minister van BZK Liesbeth Spies de vraag of zij daartoe eveneens bereid is. Donner gaf aan dat een dergelijk uitstel niet zou gelden voor het onderdeel maatschappelijke zorg. De effecten van de decentralisaties AWBZ en Jeugd zouden daarmee in 2013 in de verdeling meegenomen worden. De VNG had op Donners voorstellen gereageerd door te laten weten dat zij hiervoor reeds heeft gepleit. De VNG pleitte nadrukkelijk voor uitstel van de integrale herverdeling tot in de volgende raadsperiode. De resultaten van de tweede fase worden in april 2012 verwacht. Zie ook: Kamerbrief herverdeling gemeentefonds (pdf, 6 december 2011)
4.2 VNG bestuur bijeen op 8 december Het VNG bestuur vergaderde op 8 december over o.a. de volgende onderwerpen: - dossier Verpakkingen - Leges ID-kaart Gemeenten konden vanwege een uitspraak van de Hoge Raad in de periode van 9 tot 22 september geen leges heffen over ID-kaarten. De VNG heeft met het ministerie van BZK onderhandeld over compensatie voor gederfde inkomsten. BZK heeft inmiddels het volgende toegezegd. Gemeenten krijgen compensatie voor ID-kaarten die zijn aangevraagd in de periode van 9 tot 22 september 2011, de periode dat door de uitspraak van de Hoge Raad geen leges geheven mochten worden. Gemeenten die op grond van bezwaarschriften leges hebben terugbetaald aan burgers, worden eveneens gecompenseerd. Dit voor zover de bezwaarschriften volgens de Algemene wet bestuursrecht tijdig zijn ingediend. - Gemeentefonds De heer Pans, directieraadvoorzitter van de VNG, meldde dat minister Donner van BZK
7
-
-
-
-
-
-
gehoor had gegeven aan het pleidooi van gemeenten en besloten had om de herverdeling van het gemeentefonds met één jaar uit te stellen. Door het uitstel kunnen de effecten van de decentralisaties AWBZ en Jeugd in de verdeling worden meegenomen. Dit uitstel geldt overigens niet voor het onderdeel maatschappelijke zorg. Daarnaast attendeert de voorzitter van de directieraad het VNG-bestuur op de meevaller van € 117 miljoen voor het gemeentefonds. VNG-reactie op het advies van de commissie-Westerlaken De heer Westerlaken had in de vorige bestuursvergadering een toelichting gegeven op het advies van zijn commissie Toekomst en Transitie Sociale Werkvoorziening (TTSW). Daarna heeft de VNG het advies met de leden besproken in een aantal bestuurlijke en regionale bijeenkomsten. De VNG-commissie Werk en Inkomen heeft het advies besproken in haar vergadering van november. De VNG heeft op basis van de reacties van gemeenten een reactie op het advies van de commissie TTSW geformuleerd. Het bestuur laat nog een aantal wijzigingen doorvoeren in de reactie van de VNG. Daarna zal de VNG-reactie op het rapport van de commissie gepubliceerd worden. Uitbreiding mandaat CAO SW Het bestuur stemde in met uitbreiding van het mandaat van de Kamer Gesubsidieerde Arbeid (KGA) voor de onderhandelingen cao sociale werkvoorziening (sw) onder de Wet werken naar vermogen (Wwnv). In januari stemde het bestuur in met de arbeidsvoorwaardennota voor de cao sw, waarmee het bestuur KGA het mandaat gaf voor de onderhandelingen over de cao sw. De toekomst van de cao sw onder de Wwnv was echter geen onderdeel van de arbeidsvoorwaardennota en dus geen onderdeel van het mandaat. Om met de bonden hierover te kunnen onderhandelen had de KGA het bestuur gevraagd om uitbreiding van het mandaat. Evaluatie KING 2012 Het bestuur stemde in met de voorgelegde aanpak voor een evaluatie van KING in 2012. Begroting 2012 Het bestuur stemde in met de voorgestelde VNG Begroting 2012 Invulling vacatures VNG bestuur en commissies Het bestuur heeft veertien waarnemers benoemd in het bestuur en de commissie van de VNG. De benoemingstermijn van de waarnemers gaat in op 1 januari 2012. Tijdens de Algemene Ledenvergadering (ALV) van 6 juni 2012 spreken de leden zich uit over deze kandidaten en eventuele tegenkandidaten. Vermindering regeldruk De VNG heeft samen met het ministerie van EL&I en het ministerie van BZK de bestuursafspraken over vermindering van de regeldruk (hoofdstuk 4) uitgewerkt in een uitvoeringsagenda. De uitvoeringsagenda loopt van 2012 tot halverwege 2015. Gemeenten krijgen voor de uitvoering € 1,4 miljoen subsidie van het Rijk. De inhoud van de agenda is afgestemd met de G4 en het Stedennetwerk. Het bestuur stemde in met de uitvoeringsagenda en de weg waarlangs deze wordt uitgewerkt in een projectvoorstel voor 2012 en volgende jaren. Samenwerking bij Internationale activiteiten Het ministerie van EL&I heeft decentrale overheden gevraagd om de krachten te bundelen bij bezoeken aan het buitenland. Het bestuur stemt in met het voorstel van de VNG om vorm en inhoud te geven aan meer samenwerking bij internationale activiteiten. Opdrachtgeverschap 14+ netnummers Gemeenten financieren het 14+-netnummer vanuit het Gemeentefonds. KING is de beheerder van het 14+-netnummer en het ministerie van BZK is de opdrachtgever. Per 1 januari 2012 legt BZK de rol van opdrachtgever neer en eindigt het contract tussen het ministerie en KING.
8
-
-
-
Het bestuur besloot dat de VNG het opdrachtgeverschap van het 14+netnummer en het bijbehorende nummerhouderschap per 1 januari 2012 overneemt. Sport en Bewegen in de buurt Het bestuur stemde in met het voorstel om voor de periode 2012 - 2016 afspraken te maken met de minister van VWS, NOC*NSF en VNO-NCW en MKB Nederland over sport en bewegen in de buurt. Doel van deze afspraken is: gemeenten ondersteunen bij het realiseren van een vraaggericht sport- en beweegaanbod in de buurten. Collectieve zorgverzekering gemeenten De VNG bereidt de aanbesteding voor van een collectieve zorgverzekering voor gemeenteambtenaren. Het VNG-bestuur stemde hiermee in. De basis voor dit besluit is de uitslag van de ledenraadpleging in het najaar. De nieuwe collectiviteit moet 1 januari 2013 ingaan. De VNG doet de aanbesteding samen met het IPO en de Unie van Waterschappen. Het is de bedoeling dat de uitslag van de aanbesteding uiterlijk juli 2012 bekend is. De planning van de afzonderlijke stappen in de aanbesteding is nu onderwerp van overleg. Coffeeshopbeleid Het standpunt van het bestuur over het nieuwe coffeeshopbeleid was als volgt: • De communicatiekosten voor het nieuwe coffeeshopbeleid zijn voor rekening van het Rijk • Gemeenten moeten vanaf de ingangsdatum (1 januari 2012) minimaal zes maanden de tijd krijgen voor uitrol van het pasjessysteem
4.3 VNG commissie Bestuur en Veiligheid bijeen op 8 december Deze commissie vergaderde op 8 december met o.a. de volgende agendapunten: - toezicht en handhaving - ontwikkelingen politie - financieel stelsel Basisregistraties - fundamentele aanpak ICT-beveiliging - Binnenlands bestuur: nota minister Donner en decentralisatie en regionalisering - veiligheidshuizen - veiligheidsmonitor - 14+ netnummer - stand van zaken herverdeling gemeentefonds en COT-rapport Het overleg begon met de ontvangst van Laetitia Griffith, voorzitter van De Veiligheidsbranche, voor particuliere beveiligers. Veel commissieleden gaven aan positieve ervaringen te hebben met de inzet van particuliere beveiligers. Visienota Binnenlands Bestuur Wat de commissie betrof vormt de autonomie van gemeenten het startpunt van de reactie op de Visienota Binnenlands Bestuur. Het Rijk moet eindelijk eens doen wat ze al jaren zegt: gemeenten de ruimte geven om hun verantwoordelijkheid te nemen. Dit in plaats van de ruimte van gemeenten steeds kleiner te maken door onder andere onmogelijke of tegenstrijdige regelgeving en meer in plaats van minder toezicht. De visienota schetst daarbij volgens de commissie geen lonkend perspectief. Aanpak ICT-beveiliging De commissie herkende de concept probleemanalyse van de fundamentele aanpak van ICTbeveiliging. Er werd aandacht gevraagd voor de afhankelijkheid van leveranciers en het belang van een toetsbaar keurmerk. De commissie concludeerde dat iedere gemeente beseft hoe belangrijk een goede en veilige informatievoorziening is en daarmee aan de slag gaat. Veiligheidshuizen De belangrijkste vraag die voorlag was hoe de rijksbijdrage aan de veiligheidshuizen in de toekomst
9
moet worden verdeeld. De commissie besloot de minister te zullen vragen dit via een decentralisatieuitkering via de 25 centrumgemeenten van de Veiligheidsregio te doen. Politiewet Het debat in de Tweede Kamer over de Nationale Politie richtte zich vooral op de lokale verankering van de politie. Er zijn enkele amendementen en moties aangenomen. Met deze wijzigingen is sprake van versterking van de positie van het lokale gezag en de lokale prioriteiten, zoals ook door de VNG werd voorgestaan. De commissie was van mening dat daarmee gesproken kon worden van een succesvolle lobby op dit punt.
4.4 Terugblik bijeenkomst 30 november Metropoolregio Ruim 250 raadsleden en bestuurders uit de 24 gemeenten van de regio’s Rotterdam en Den Haag spraken op 30 november in het Isala Theater van Capelle aan den IJssel over de ontwikkeling van de metropoolregio Rotterdam Den Haag. Doel van de avond was om het gesprek te faciliteren tussen de initiatiefnemers van de metropoolregio en vertegenwoordigers van de 24 gemeenten uit de Rotterdamse en Haagse regio. In het plenaire deel hadden de deelnemers de gelegenheid om hun vragen over de inhoud en het proces van de metropoolregio te stellen aan de burgemeesters Aboutaleb en van Aartsen. Naast beide burgemeesters was tijdens het plenaire deel ook gedeputeerde Rik Janssen aanwezig als afgevaardigde van het college van GS van de provincie ZuidHolland. Burgemeester Koen, initiatiefnemer van de bijeenkomst (en voorzitter van de VZHG) , zei in zijn openingswoord dat het ontwerpen van en bouwen aan de Metropoolregio een behoorlijke krachtsinspanning vergt en een forse investering in bestuurskracht en bestuursmoed vraagt van de 24 gemeenten. Kernvragen die hij adresseerde: Wat is nodig om als regio bij de economische wereldtop te behoren? Hoe kunnen wij in dit deel van de Randstad onze gezamenlijke kwaliteiten en mogelijkheden maximaal benutten? Hij constateerde dat de trein rijdt, maar nog niet helemaal duidelijk is wie er al aan boord zijn en wie nog op het perron staan. Hij constateerde ook dat er nog de nodige vragen en zorgen leven. Niettemin was hij van mening dat als we een succesvolle regio willen zijn, het nodig is om als individuele gemeente over de gemeentegrenzen heen te kijken en samen te werken op inhoud. Het delen van informatie – ook over het proces van metropoolvorming – en het ontwikkelen van een gezamenlijke inhoudelijke visie en ambitie horen daar bij. Door met elkaar de gezamenlijke koers te bepalen worden we partners die, overtuigd en vanzelfsprekend, verantwoording willen dragen voor nationale en internationale belangen en voor belangrijke regionale vraagstukken. Dat we daar toe in staat zijn blijkt volgens de heer Koen uit alle succesvolle activiteiten en projecten die in stadsregionaal verband de afgelopen 15 jaar ontwikkeld en gerealiseerd zijn. Het komt nu aan op gezamenlijk bouwen aan inhoud en aan vertrouwen. Hij brak een lans voor: • in gezamenlijkheid stappen zetten naar een perspectiefvolle Metropoolregio voor iedereen. • over onze eigen zorgen en vragen heen te kijken naar onze gedeelde belangen • duidelijkheid over het spoorboekje van de opbouw van de Metropoolregio voor het komende jaar • concretere afspraken over inhoud en deelname: welke thema’s brengen de 24 gemeenten in bij de vorming van de Metropoolregio en wie bouwt er mee aan de genoemde pijlers. Als afsluiting van het plenaire deel presenteerden de bestuurlijke duo’s van de verschillende pijlers zich zelf en de inhoudelijk inzet waarmee zij per pijler aan de slag willen. In deelsessies per pijler gingen de raadsleden en overige deelnemers het gesprek met elkaar aan over deze inhoudelijke inzet. Na een plenaire terugkoppeling van de pijlergesprekken eindigde de avond met een netwerkborrel. Nadere informatie en verslag: Verslag metropoolregio Capelle 30-11-2011 def
10
4.5 Manifest voor de Zuidvleugel vanuit bedrijfsleven In het blad “WEST” van VNO NCW West van december 2011 staat een interview met Rein Willems, oud-president directeur van Shell Nederland. Willems doet hierin uitspraken over de Zuidvleugel die volgens hem maar geen economische topregio wil worden omdat het gebied volgens hem zo slecht georganiseerd is. “Wat wij nodig hebben is 1 economische agenda en geen losse initiatieven” zo stelt hij in het interview. Een plaats naast London, Parijs en Hamburg, op dat niveau moet de Randstad staan, vindt Willems. Nu behoort de Zuidvleugel nog tot de subtop van economische regio’s in Europa, maar we zakken af naar de middenmoot als we niets ondernemen. In de zuidvleugel zijn veel clusters van economische topsectoren aanwezig, dit maakt de regio het kloppend hart van de Nederlandse economie. Om te zorgen dat de Zuidvleugel in de subtop blijft en door kan groeien tot een topregio heeft het bedrijfsleven op 28 november jl. een Manifest gepresenteerd op initiatief van VNO-NCW West. In het manifest van het bedrijfsleven zijn zorgen over de daadkracht in de Zuidvleugel geuit. Om een aantrekkelijke economische regio te blijven moeten er een aantal zaken worden aangepakt. Daarom vraagt het bedrijfsleven het volgende aan de bestuurders in Zuid-Holland: -. 1 economische agenda -. 1 vervoersautoriteit voor de uitvoering -. 1 acquisitieorganisatie Bekijk het hele manifest op: www.vno-ncwwest.nl/manifestzuidvleugel
4.6 VGS Handreiking werving en selectie gemeentesecretaris De Vereniging van Gemeentesecretarissen (VGS) heeft onlangs een handreiking gemaakt voor de werving en selectie van een gemeentesecretaris. Hoe bepaal je wat voor gemeentesecretaris/algemeen directeur je nodig hebt? En hoe kom je vervolgens aan die persoon? De tweeslachtigheid van de functie maakt het volgens de VGS lastig omdat gezocht wordt naar een strategisch adviseur voor het college en een charismatisch leider van de organisatie. Deze handreiking van de VGS, als beroepsvereniging van gemeentesecretarissen, hoopt daarin te kunnen helpen. De handreiking is tot stand gekomen na interviews met gemeenten en na afstemming met o.a. het Genootschap van Burgemeesters, de Wethoudersvereniging en extern adviseurs. Het eerste exemplaar van de handreiking is door Loes Bakker, vice-voorzitter VGS en voorzitter commissie Persoonlijke Ontwikkeling, uitgereikt aan de voorzitter van het Genootschap van Burgemeesters en wordt verspreid aan burgemeesters en HR-managers van de gemeenten in Nederland. Zie hier de handreiking: De handreiking werving en selectie gemeentesecretaris 2011 Bron: www.wethoudersvereniging.nl
4.7 Rapport Planbureau voor de Leefomgeving (PLB) “De concurrentiepositie van Nederlandse Regio’s a. Rapport Concurrentiepositie Het Planbureau voor de Leefomgeving is het nationale instituut voor strategische beleidsanalyses op het gebied van milieu, natuur en ruimte. Het PBL draagt bij aan de kwaliteit van de politiek-bestuurlijke afweging door het verrichten van verkenningen, analyses en evaluaties waarbij een integrale benadering voorop staat. Het PBL is voor alles beleidsgericht. Het verricht gevraagd en ongevraagd onderzoek, onafhankelijk en altijd wetenschappelijk gefundeerd. Op 14 december werd het Rapport “De concurrentiepositie van Nederlandse Regio’s” gepresenteerd Het kabinet wil in 2040 tot de top 10 van concurrerende landen van de wereld behoren. Daartoe stimuleert het de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven, en daarmee de groei van de Nederlandse economie. De recente economische crisis in Nederland en Europa maakt deze ambitie nog actueler.
11
Om deze ambitie te realiseren, is het van groot belang oog te hebben voor de regionale inbedding van het bedrijfsleven in Europa. Nederland exporteert voornamelijk naar de Europese markt, de regio functioneert als woon- en werkmilieu van kenniswerkers, en verbindingen met universiteiten en kennisinstellingen versterken het innovatieve vermogen van het lokale bedrijfsleven. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) constateert in deze studie dat een sterke concurrentiepositie mede vraagt om regionaal beleid. Het zijn immers niet landen die met elkaar concurreren maar bedrijven in specifieke regio’s. Iedere regio kan haar concurrentiepositie versterken door in te zetten op die kenmerken die van belang zijn voor de markten waarop deze bedrijven actief zijn. De analyses van het PBL laten zien dat de uitdaging om de concurrentiepositie te versterken vraagt om slimme gebiedsgerichte beleidsopties. Europese, nationale, regionale en stedelijke overheden hechten veel waarde aan benchmarks: studies die regio’s en steden met elkaar vergelijken op basis van prestatiematen, locatiefactoren en vestigingscondities. Van concurrenten kan worden geleerd, maar alleen als wordt gekeken naar concurrerende regio's die actief zijn op vergelijkbare markten. Dat zijn niet voor alle sectoren dezelfde regio’s. Het PBL brengt dit voor het eerst in beeld. Daartoe kijkt het naar de regio- en sectorspecifieke concurrenten van een groot aantal Europese regio’s en naar de locatiefactoren die er voor die specifieke regio-sector combinaties toe doen. Daarbij komen onder andere de landbouw in ZuidHolland, de zakelijke en financiële dienstverlening in Noord-Holland en de hoogtechnologische industrie in Noord-Brabant aan de orde. Deze publicatie is een vierde in een reeks die bij het PBL zijn verschenen. Eind februari 2012 volgt een koepelnotitie over dit onderwerp en een symposium. Nadere informatie: naar de publicatie b. Symposium Natuurverkenning PBL met staatssecretaris Bleker op 26 januari a.s. Het PBL organiseert op 26 januari a.s. het Symposium Natuurverkenning in Den Haag. Het programma duurt van 13.00 uur tot 17.00 uur. De bijeenkomst staat in het teken van de Natuurverkenning en de rol en plaats van de natuur in Nederland, nu en in de toekomst. Wat willen we met natuur? Wat staat er de komende jaren te wachten? En hoe kijken andere sectoren in Nederland naar de leefomgeving? Gezien de actuele discussie over natuur in Nederland kijkt PBL uit naar een interessant symposium. Het programma kent o.a. bijdrages van Bas Heijne (publicist), Henk Bleker (staatssecretaris Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) en van medewerkers van het Planbureau zelf. Bovendien geven diverse topbestuurders vanuit verschillende sectoren hun visie op ontwikkelingen in het natuurbeleid vanuit hun eigen sector. Nadere informatie: www.pbl.nl
4.8 Jaarcongres KING “Cockpit of bijkantoor” op 12 januari a.s. in Den Bosch Het Kwaliteits Instituut Nederlandse Gemeenten (KING) organiseert op 12 januari a.s. haar jaarcongres. Zitten gemeenten in de cockpit van de samenleving met de stuurknuppel stevig in handen? Of worden gemeenten bijkantoor van het Rijk en voeren ze slechts uit? Marc Chavannes wierp deze vraag afgelopen zomer in NRC op in zijn column ‘Kabinet-Rutte behandelt gemeenten als bijkantoren’. Want meer verantwoordelijkheden en taken – Jeugdzorg, Wajong, Awbz – en minder geld voor zo’n beetje alles stelt gemeenten voor stevige keuzes. Ondertussen blijven de verwachtingen hoog: burgers en bedrijven verwachten van gemeenten uitstekende (e)dienstverlening en kloppen als eerste bij gemeenten aan als middelen en voorzieningen van rijkswege wegvallen. De
12
grote vraag is: hoe? Hoe organiseer je als gemeente die nieuwe taken? Welke scenario’s zijn voorhanden? Moeten gemeenten alles zelf doen, of heeft een gezamenlijke aanpak (met burgers of andere gemeenten) meerwaarde? Hoe organiseer je de dienstverlening die burgers waarderen binnen beperktere budgetten? Waar zitten mogelijkheden om te besparen? Zijn we er klaar voor? Kunnen wij het beter nu we de wijze van werken in één hand kunnen nemen, in samenhang met wat we al doen en de budgetten ongeschot kunnen inzetten? Beter en eerder? Meer integraal? Deze en andere vragen staan centraal op dit jaarcongres. Dagvoorzitter is Frénk van der Linden. Het KING Jaarcongres is bedoeld voor: bestuurders (College van B&W) en management, Gemeentesecretarissen, Bestuurders en directeuren Publiekszaken, Burgerzaken, Werk, Inkomen, Zorg, I&A, I&A adviseurs en een ieder die betrokken is bij duurzame kwaliteitsverbetering van het lokale bestuur en gemeentelijke dienstverlening. Nadere informatie: http://www.kingcongres.nl/king-jaarcongres.html
5 PROVINCIAAL BESTUUR 5.1 Provinciale Staten bijeen op 14 december Op de agenda van deze vergadering o.a. de volgende onderwerpen: - Onderhandelingsakkoord decentralisatie Natuur - Europese openbare aanbesteding van de concessie openbaar vervoer over de weg ZuidHolland Noord - Nieuwe westelijke oeververbinding - Startnotitie Groenagenda en investeringsprogramma groene ruimte 2012-2015 - Startnotitie inpassingsplan Rijnlandroute - Diverse incidentele subsidies
5.2 Vacature gedeputeerde Spies Op 16 december jl. is Liesbeth Spies (CDA) benoemd tot minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatie als opvolgster van Piet Hein Donner. Zij was gedeputeerde voor voor Ruimtelijke Ontwikkeling en Economische Zaken bij de provincie Zuid-Holland. De CDA Statenfractie Zuid-Holland heeft Govert Veldhuijzen voorgedragen als haar opvolger. Veldhuijzen (1955, Dordrecht) is momenteel CDA Statenlid in de provincie Zuid-Holland. Van mei 2009 tot en met maart 2011 was hij CDA gedeputeerde Ruimtelijke Ontwikkeling en Wonen. In de periode juli 2007 tot mei 2008 verving hij tijdelijk de CDA gedeputeerde Verkeer en Vervoer en Economische Zaken, Asje van Dijk. Van 1994 tot 2006 was hij wethouder in Dordrecht. Gelet op de grote ruimtelijk opgaven waarvoor de provincie Zuid-Holland zich in de komende periode gesteld ziet en de kennis en ervaring waarover Govert Veldhuijzen beschikt is de CDA Statenfractie van mening dat met deze voordracht een goede aansluiting is gevonden tussen persoon en portefeuille.
5.3 Nieuwjaarsreceptie provinciebestuur 11 januari a.s. De Nieuwjaarsreceptie van het provinciebestuur van Zuid-Holland vindt plaats op woensdag 11 januari a.s. in de Marnix van St. Aldegonde Hal van het provinciehuis te Den Haag. Om 16.00 uur houdt CdK Jan Franssen zijn nieuwjaarstoespraak. Het programma begint vanaf 15.30 en eindigt om 18.00 uur.
13
6 FINANCIEN EN PERSONEELSZAKEN 6.1 Bijeenkomst beter werken in het openbaar bestuur 18 januari Op woensdag 18 januari a.s. van 12.00 – 18.00 uur organiseert het ministerie van BZK samen met VNG, IPO en de Unie van Waterschappen in het World Forum te Den Haag de Bestuurdersconferentie Beter werken in het openbaar bestuur: oplossingen voor een kleine, krachtige overheid. Door het agenderen van arbeidsmarktvraagstukken in relatie tot bestuurlijke kernthema’s wil deze conferentie bijdragen aan werkbare oplossingen voor de toekomst. De opening zal mogelijk verzorgd worden door de minister van BZK, waarna een wetenschappelijke beschouwing op het programma staat door Ton Korver, lector HRM Haagse Hogeschool. Praktijkvoorbeelden worden gegeven door Bas Eenhoorn, burgemeester van Alphen aan den Rijn. Dagvoorzitter is Marga Miltenburg. Zie ook: Leaflet Programma 'Beter Werken in het Openbaar bestuur' en http://www.beterwerkeninhetopenbaarbestuur.nl
7 JEUGD 7.1 CBS Regionaal beeld van de jeugd 2011 Staatssecretaris Marlies Veldhuijzen van Zanten (VWS) heeft op 8 december jl. het rapport in ontvangst genomen samen met staatssecretaris Fred Teeven (VenJ) en de bestuurders van het IPO en de VNG. Het rapport met provinciale en gemeentelijke informatie over jeugd kan een belangrijk hulpmiddel zijn voor gemeenten om hun groeiende verantwoordelijkheid voor het jeugdbeleid in te vullen. Regionaal beeld van de jeugd 2011 geeft de situatie weer van jongeren per provincie, waarbij ook zoveel mogelijk de gemeenten aan bod komen. De onderwerpen zijn verdeeld over de thema's jongeren en gezin, gezondheid en welzijn, onderwijs, arbeidsmarkt en veiligheid en justitie. Het is een gezamenlijke publicatie van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het Centraal Bureau voor de Statistiek. Nadere informatie: http://jeugdmonitor.cbs.nl/nlNL/menu/publicaties/2011/2011-regionaal-beeld-g98-pub.htm
7.2 VNG subcommissie decentralisatie Jeugdzorg bijeen op 30 november Deze subcommissie vergaderde op 30 november jl. in Zwolle. Belangrijk advies van de subcommissie was dat de decentralisatie van de jeugdzorg op 1 moment zou moeten plaatsvinden. De transitie van de jeugdzorg begint concrete vormen aan te nemen. Tijdens de vergadering was er volop discussie over de voors en tegens van stappen die in de nabije toekomst moeten worden genomen. Gemeenten zijn inhoudelijk betrokken bij de stelselherziening rondom jeugd en willen het liefst zo snel mogelijk beginnen. Gemeenten realiseren zich ook dat een goede stelselherziening pas werkelijk gestalte kan krijgen, als de jeugdzorg op één moment overgaat in plaats van in stapjes. Alleen dan is er werkelijk ruimte voor zorginhoudelijke vernieuwing en duidelijkheid voor de burger. Hoewel in de bestuursafspraken een gefaseerde invoering is vastgelegd, is de commissie dus voorstander van overheveling ineens. Dat
14
betekent een wijziging van de bestuursafspraken met het Rijk. De commissie vond ook dat er geen behoefte is aan wijzigingen in de huidige Wet op de jeugdzorg, namelijk het vastleggen van verantwoordelijkheden van gemeenten in de huidige jeugdketen. Argumenten daarvoor zijn onder andere: - Het wetsvoorstel bevat weinig elementen die het vernieuwingsproces ondersteunen. - De ambtelijke en bestuurlijke energie kan beter kan worden besteed aan nieuwe wetgeving. Tenslotte gaf de commissie steun aan de lijn die VNG en Rijk hebben ingezet over bovenlokale samenwerking bij de verschillende decentralisaties. Binnenkort krijgen gemeenten daarover een brief van de VNG met adviezen over de te zetten stappen. Gemeenten kunnen hierbij gebruik maken van het ondersteuningsaanbod Slim Samenwerken van de VNG. NB: er is inmiddels duidelijkheid over de invoeringskosten van decentralisatie jeugdzorg. In de december-circulaire van het Gemeentefonds staat dat in 2012 € 10,5 miljoen onder gemeenten wordt uitgekeerd via een decentralisatie-uitkering. De bedragen per gemeente staan in de bijlage van de circulaire.Zie ook: Decembercirculaire Gemeentefonds (Ministerie van Financiën, 7 december 2011)
7.3 VNG reactie op wetgevingsoverleg Jeugdzorg Op 19 december vond een wetgevingsoverleg plaats met de staatssecretarissen van VWS en Veiligheid & Justitie over de decentralisatie van de jeugdzorg. Ten behoeve van dit overleg heeft de VNG middels een brief een aantal punten onder de aandacht gebracht. De VNG is positief gestemd is over de beleidsbrief stelselwijziging jeugd ‘Geen kind buiten spel’, die de staatssecretarissen onlangs aan de Tweede Kamer stuurden. Nadere informatie: Reactie VNG voor wetgevingsoverleg Jeugdzorg
8 ONDERWIJS, CULTUUR EN SPORT 8.1 Wijziging Leerplichtwet per 1 januari 2012 Per 1 januari 2012 treedt een wijziging van onder meer de Leerplichtwet 1969 (Lpw) in werking. Doel van de wetswijziging is de verbetering van het bestrijden van verzuim en voortijdig schoolverlaten. Er komt een knip in het toezicht. Het toezicht op naleving van de Leerplichtwet door scholen – een goede administratie van het verzuim – wordt belegd bij de Inspectie van het Onderwijs . Deze kan een bestuurlijke boete opleggen. Het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet door ouders en leerlingen blijft bij de gemeenten liggen. Voor gemeenten leidt de wetswijziging niet tot minder middelen in het Gemeentefonds. De Inspectie van het Onderwijs hanteert een risicogericht toezichtskader. Leerplichtambtenaren kunnen signalen doorgeven aan de Inspectie. Vanuit het toezicht op ouders en leerlingen mogen zij de verzuimadministratie van scholen blijven inzien. De Inspectie biedt de mogelijkheid een samenwerkingsovereenkomst te sluiten. Gemeenten verzorgen in dat geval de dossiers zodat de Inspectie snel over kan gaan tot handhaving. Een aantal grote steden heeft deze overeenkomst al ondertekend. De VNG heeft, in de voorbereiding op de wetgeving, benadrukt dat gemeenten die niet overgaan tot het tekenen van deze overeenkomst, ook verzekerd moeten zijn van het handhavend optreden door de Inspectie. Het komend jaar zal de praktijk daarom worden gemonitord. Gemeenten worden verantwoordelijk voor het brede jeugddomein en de Wet werken naar vermogen. Uitval van leerlingen zorgt voor problemen op deze terreinen. Als het gewijzigde toezichtkader goed functioneert, kan de bestrijding van verzuim en het voorkomen van
15
voortijdig schoolverlaten beter worden aangepakt. Zie ook: http://www.vng.nl/smartsite.dws?ch=DEF&id=112002
9 GEZONDHEID EN WELZIJN 9.1 VNG-commissie Gezondheid en Welzijn bijeen op 8 december Deze commissie vergaderde op 8 december met o.a. de volgende agendapunten: - presentatie over verdeelmodel HH - moties WMO - terugblik extra commissievergadering van 2 november over herverdeling gemeentefonds - bijzonderheden uit de subcommissie Decentralisatie jeugdzorg - Olympisch plan en vitale samenleving - wetsvoorstel verplichte Ggz - AWBZ –begeleiding in het onderwijs - voorgenomen wijzigingen wettelijke positionering Jeugd Gezondheids Zorg - Visiedocument Van zorg naar participatie - stand van zaken WMO en decentralisatiebegeleiding
9.2 Regionaal Informatiesysteem Samenleving In het Regionaal Informatiesysteem Samenleving (RIS) vindt u tabellen, grafieken en kaarten met gegevens over vele aspecten van de Zuid-Hollandse samenleving, uitgesplitst naar regio's en gemeenten. Van jeugd tot senioren, van onderwijs tot arbeidsmarkt en van cultuur tot leefbaarheid; alles binnen enkele muisklikken bereikbaar. Nieuwe cijfers in het RIS: •
Aantal tienermoeders in 2011 licht gestegen >>
•
Ruim 50.000 achterstandsleerlingen in Zuid-Holland >>
•
Forse toename aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen >>
•
Aantal geweldsdelicten sterk gedaald >>
Bron: Nieuwsbrief Tympaan Instituut
10 WERK EN INKOMEN 10.1 Wijziging Wet Werk en Bijstand (WWB) In een ledenbrief van de VNG van 1 december jl. informeert de VNG haar leden over de acties die gemeenten voor 1 januari 2012 moeten nemen om op tijd te kunnen beginnen met de implementatie van de gewijzigde Wet Werk en Bijstand. De wijziging van de WWB en samenvoeging van die wet met de WIJ is in oktober reeds aangenomen in de Tweede Kamer. Enig voorbehoud is nog dat goedkeuring van de Eerste Kamer nog moet plaatsvinden. De brief gaat in op de volgende onderwerpen: •
Wat betekent de nieuwe Wwb voor de gemeentelijke organisatie, het ambtelijk apparaat, de werkprocessen?
16
•
Gemeenten hebben te maken met een lager re-integratiebudget. Het gemeentelijk bestuur moet scherpe keuzes maken, een visie formuleren. De verordeningen die zijn vastgesteld op grond van de Wwb, moeten worden gewijzigd (voorbeelden voor tekstvoorstellen zijn te vinden op onze site; zie de link hieronder).
•
Er moet een nieuwe verordening vastgesteld worden voor de maatschappelijke participatie van schoolgaande kinderen (zie voor de modelverordening de link hieronder).
•
Jongeren die hun mogelijkheden binnen het onderwijs onvoldoende benut hebben, krijgen geen uitkering. De gemeente moet gaan samenwerken met andere organisaties om ervoor te zorgen dat deze jongeren verder onderwijs blijven volgen.
•
Gemeenten moeten een visie ontwikkelen op de wettelijke plicht tot tegenprestatie voor ontvangers van uitkeringen Wwb, IOAZ en IOAW
De VNG heeft ook een meldpunt ingericht voor het aangeven van problemen waar men tegenaan loopt. Adres van dit meldpunt is:
[email protected] Nadere informatie: http://www.vng.nl/eCache/DEF/1/11/880.html De Eerste Kamer behandelt plenair de nieuwe Wet werk en bijstand op 19 en 20 december. De vier grote gemeenten, Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag hebben in een brief aan de Eerste Kamer hun alternatief voor de huishoudtoets verdedigd. De VNG ondersteunt dit pleidooi. Aanleiding is de reactie van het kabinet dat niets ziet in het alternatief. Per punt weerlegt de G4 de kritiek van de regering in de brief. Daarnaast wijzen de gemeenten nog eens op de zware wissel die het kabinet op de gemeenten legt om de nieuwe Wet werk en bijstand al per 1 januari 2012 in te voeren. De huishoudtoets is lastiger in te voeren dan het G4-alternatief. Nadere informatie: Brief G4 aan de Eerste Kamer (pdf, 19 december 2011)
10.2 Divosa gaat gemeenten op regioniveau ondersteunen bij invoering Wwnv Divosa, de vereniging van managers op het terrein van werk en inkomen, gaat gemeenten op arbeidsmarkt regio-niveau ondersteunen bij de invoering van de Wwnv. Aangezien gemeenten en regio’s zelf het beste weten wat zij nodig hebben, staat hun vraag daarbij centraal zo stelt Divosa. De subsidie van 2,8 miljoen die het ministerie beschikbaar heeft gesteld voor de invoering van de Wwnv, maakt opbouw van dit ondersteuningsprogramma mogelijk. Divosa onderkent dat vragen van gemeenten en regio’s verschillend van aard en detailniveau zullen zijn. Het projectbureau zal daarom gemeenten voorzien van informatie, consequenties en voorbeelden uit het land waaruit gemeenten zelf kunnen kiezen wat het beste bij hun situatie past. Daarnaast zal het projectbureau gemeenten voorzien van allerlei producten, zoals modelverordeningen. Divosa wil de ondersteuning laten aansluiten bij de bestaande activiteiten en overlegstructuren van de dertig arbeidsmarktregio’s. Het projectbureau werkt samen met het ministerie van SZW op de belangrijke thema’s zoals regionale samenwerking en loondispensatie. Daarnaast onderhoudt het projectbureau nauw contact met VNG, Cedris en UWV, zowel in het overkoepelende overleg als waar nodig bij inhoudelijke vragen vanuit de regio’s.
17
11 RUIMTE EN WONEN 11.1 VNG commissie Ruimte en Wonen bijeen op 8 december Deze commissie vergaderde op 8 december over o.a. de volgende onderwerpen: - herziening omgevingsrecht - wet Natuur - vervolg 10-punten plan Woningmarkt - agenda wonen en leefbaarheid - Intentieverklaring huisvesting arbeidsmigranten (Bed-voor-bed regeling) - convenant energiebesparing gebouwde omgeving - SWUNG stand van zaken - recreatiewoningen - verhoging griffiegelden - terugblik AO SVIR - verslag AO woonvisie - verslagen begrotingsbehandelingen BZK en I&M - megastallen- kabinetsvisie veehouderij - wetsvoorstel plattelandswoningen - Europese subsidiewijze directie Europa VNG - toekomst Stedelijke Vernieuwing (SV) De volgende vergadering van deze commissie is op 16 februari 2012. Herziening Omgevingsrecht In opdracht van het ministerie van I&M en de VNG wordt gewerkt aan een onderzoek over de herziening van het omgevingsrecht. De commissie was van mening dat daarbij de aandacht moet gaan naar aanpassingen in de bestuurlijke cultuur door het aanpassen van wet- en regelgeving en de kennis en kunde. Het wetsvoorstel verschijnt naar verwachting in maart 2012. De VNG gaat intussen door met het ophalen van informatie bij haar leden. Toekomst stedelijke vernieuwing De commissie heeft gesproken met een afvaardiging van het ministerie van BZK en IPO. Onderwerp was hoe de samenwerking tussen VNG, IPO en Rijksoverheid verder vorm kan krijgen bij het ontwikkelen van een gezamenlijke visie op de stedelijke vernieuwing vanaf 2014. ISV Vanaf 2014 krijgen steden en provincies geen ISV-geld meer van het Rijk. De herstructureringstaak en de beheertaak blijven wel bestaan. Met de huidige economische situatie is het onduidelijk hoe deze onrendabele investeringen in de toekomst gedaan kunnen worden. De commissieleden noemden herstructurering (groei en krimp), transformatie van bestemmingen (bijvoorbeeld van kantoren naar woonbestemming), particuliere woningverbetering en duurzaamheidsaspecten als kern van de opgave. Visie Januari 2012 komen KEI en Nicis met een basisdocument, in opdracht van VNG, IPO en BZK. Daarin komt de opgave vanaf 2014, met keuzemogelijkheden voor de visie. De visie zal in onderling overleg worden opgesteld. Het ministerie wil deze visie voor de zomer van 2012 aanbieden aan de Tweede Kamer. De VNG wil samen met IPO in 2012 per provincie bijeenkomsten organiseren waar wordt getoetst voor welke keuzes draagvlak is.
11.2 PPC bijeen op 22 december Op donderdag 22 december komt de PPC nog eenmaal in vergadering bijeen. Op de agenda o.a. de volgende punten:
18
-
Nota van Beantwoording en Wijziging actualisering PSV 2011. Startnotitie actualisering PSV 2012 Uitvoeringsagenda actualisering 2011 PSV Evaluatie samenstelling / vertegenwoordiging PPC
12 GROEN 12.1 Deelakkoord Natuur Gemeenten Op 30 november jl. stuurde de VNG een brief naar staatssecretaris Bleker inzake het concept wetsvoorstel Natuur. De VNG beperkte zich daarbij wel tot onderdelen die relevant zijn voor gemeenten. De VNG heeft gekeken naar de relatie met een aansluiting op andere wetgeving, bestuurlijke lasten en of de wet in de praktijk duidelijk en goed uitvoerbaar is voor gemeenten. In de brief gaat de VNG kort in op soortenbeleid en laat het onderwerp “jacht” buiten beschouwing. De VNG vroeg voor een 5-tal punten aandacht in het wetsvoorstel: 1. de rol van gemeenten is onderbelicht in het gehele wetsvoorstel 2. de aanhaakplicht bij de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en bijbehorende toezicht en handhaving zal voor gemeenten een flinke werklast opleveren. De bestuurlijke lasten voor gemeenten zijn echter niet in beeld gebracht. 3. de verklaring van geen bedenkingen van de provincie die nodig is onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is erg complex. 4. gemeenten hebben een betrouwbare databank met populatiegegevens nodig voor hun uitvoeringspraktijk 5. de herziening van de natuurwetgeving staat los van de herziening van het omgevingsrecht. Dit vindt de VNG een onlogisch en een gemiste kans en dringt aan op een geïntegreerde aanpak Provincie Zuid-Holland PS van Zuid-Holland hebben ingestemd met het Natuurakkoord. Zij stellen wel als voorwaarde dat de grond van het Rijk binnen de grenzen van groenprojecten rond steden, beschikbaar blijft voor de groenopgave in Zuid-Holland. 40 Statenleden stemden voor (VVD, CDA, D66, SP, PVV, ChristenUnie/SGP en 50PLUS), 13 Statenleden stemden tegen (PvdA, Groen Links en Partij voor de Dieren). Zuid-Holland kent in vergelijking met andere provincies veel groenprojecten rond stedelijk gebied. Dit zijn de zogenaamde RodS-projecten (Recreatie om de Stad). Deze groenprojecten zijn vaak gestart als compensatie voor nieuwe woonwijken aan de rand van de stad. IPO Het IPO heeft veel kritiek op het wetsvoorstel Natuur dat door de staatssecretaris vooradvies aan de provincies heeft voorgelegd. In een brief aan de staatssecretaris geeft het IPO aan dat het wetsvoorstel Natuur niet in overeenstemming is met het uitgangspunt van een doelmatige en duidelijke verdeling van bevoegdheden tussen rijk en provincies. Het onderhandelingsakkoord over de decentralisatie van het natuurbeleid moet daarbij volgens het IPO leidend zijn. Ook hier wijkt het wetsvoorstel af van het onderhandelingsakkoord. Het wetsvoorstel zal eveneens moeten worden aangepast voor de nadere afspraken die het kabinet en het IPO op 7 december over het onderhandelingsakkoord hebben gemaakt. Het wetsvoorstel leidt volgens het IPO tot onnodige bestuurlijke drukte. Het ontwerp wetsvoorstel maakt het volgens het IPO provincies moeilijker om de vergunningverlening voor Natura 2000 gebieden effectief uit te voeren
19
Staatssecretaris Bleker wil voor 23 december uitsluitsel van de provincies. De provincies Flevoland, Noord-Brabant en Groningen hebben reeds tegen het Natuurakkoord gestemd.
13 DELTA-AANGELEGENHEDEN 13.1 Deltawet De Deltawet is op 29 november jl. met algemene stemmen aangenomen in de Eerste Kamer. Een belangrijk moment voor het Deltaprogramma, omdat het Deltaprogramma, de deltacommissaris en het Deltafonds hiermee een wettelijke basis krijgen. De nieuwe Deltawet kan al per 1 januari 2012 van kracht worden. In de Deltawet is de verplichting opgenomen om een Deltaprogramma op te stellen en jaarlijks te herzien. Het Deltaprogramma bevat maatregelen en voorzieningen ten behoeve van de waterveiligheid en zoetwatervoorziening, inclusief de planning daarvan en een opgave van de middelen die ter beschikking zullen worden gesteld. Bij het opstellen van het Deltaprogramma wordt gezocht naar samenhang met beleidsdoelen op andere terreinen, namelijk natuur, milieu en ruimtelijke kwaliteit. Het Deltaprogramma wordt gefinancierd door het Deltafonds.
13.2 Delta natuurprojekten De meeste Deltanatuurprojecten kunnen worden afgerond. Dat is de conclusie die Han Weber, gedeputeerde Groen en Water van Zuid-Holland trekt uit de brief van staatssecretaris van Economie, Landbouw & Innovatie, Henk Bleker. Hierin geeft de staatssecretaris aan welke gebieden bijdragen aan het behalen van Europese doelen zoals Natura 2000 en de Kaderrichtlijn Water of als er internationale afspraken van kracht zijn. Volgens Bleker is de ontpoldering van de Zuiderdieppolders (Oost en West), de polder Zuidoord en de Leenheerenpolder niet noodzakelijk voor het realiseren van de internationale doelen. Wel noodzakelijk voor de realisatie van de Natura 2000 doelen zijn de projecten: •
Beningerwaard / buitengorzen van de Beningerwaard (gemeente Bernisse)
•
De Leenheerengorzenpolder / buitengorzen van de Leenheerenpolder (gemeente Korendijk)
•
De Crezeepolder bij Ridderkerk
•
Het deel van de Noordrand van Goeree dat nodig is voor de zoetwatervoorziening
De zoetwatervoorziening op Goeree wordt aangelegd voor de inname van landbouw- en drinkwater als de Haringvlietsluizen op een kier worden gezet. De provincie Zuid-Holland is blij dat hierdoor de meeste Deltanatuurprojecten kunnen worden afgerond. Gedeputeerde Han Weber van Zuid-Holland: "Het is voor onze provincie belangrijk dat in de drukbevolkte en bebouwde monding van Rijn en Maas natuur wordt aangelegd met recreatieve en ecologische meerwaarde. Bovendien leidt deze duidelijkheid tot een blauwdruk voor een herijking van de Ecologische Hoofdstructuur in de Zuid Hollandse Delta waarover de provincie de komende tijd een besluit gaat nemen." De provincie neemt dit besluit in het kader van de herijking van de Ecologische Hoofdstructuur.
13.3 Zuidwestelijke Delta VZHG portefeuillehouder Delta-aangelegenheden mw. Ger van de Velde, burgemeester van Goedereede, wil gemeenten graag attent maken op het verslag van een werkconferentie inzake de
20
Zuidwestelijke Delta van 28 september jl. In het verslag van deze conferentie wordt een goed beeld geschetst van de stand van zaken en de ontwikkelingen op het gebied van de Zuidwestelijke Delta. Zie ook: www.zwdelta.nl onder downloads http://www.zwdelta.nl/nl/downloads_presentaties-enverslagen.htm Ga naar VERSLAGEN
13.4 Adviesgroep Zuidwestelijke Delta bijeen op 13 december Op 13 december vergaderde de Adviesgroep Zuidwestelijke Delta in Bruinisse met op de agenda o.a. de volgende onderwerpen: - aanpak Deltaprogramma/ Zuidwestelijke Delta - uitvoeringsstrategie Volkerak-Zoommeer, inclusief zoetwater, Grevelingen - deltabeslissing RijnMaasDelta (RMD) - zoetwater - reflectie op de toekomst van de stuurgroep - diverse voortgangsberichten o.a. van programmadirecteur en terugkoppeling werkbezoeken staatssecretarissen (het werkbezoek van Bleker aan de ZW Delta is uitgesteld tot 13 februari 2012)
14 VERKEER EN VERVOER 14.1 Platform Verkeersveiligheid Zuid-Holland bijeen op 8 december Op 8 december kwam dit Platform bijeen op het provinciehuis te Den Haag. Op de agenda o.a. de volgende onderwerpen: - Ontwikkelingen bij de RPV’s en andere organisaties - Ontwikkelingen Verkeersveiligheid - bestuursovereenkomst ROV-ZH en consequenties voor toekomst - ‘andere ophanging’ van Platform en nieuw élan - update Strategisch Plan Verkeersveiligheid - overige landelijke ontwikkelingen (Vervoersautoriteit en verkeersveiligheid ?) - Concept lijst toekenning lokale subsidies vvh 2012 en voorbereiding PVVB
15 EUROPA EN INTERNATIONAAL 15.1 VNG-commissie Europa en Internationaal bijeen op 8 december Deze commissie vergaderde op 8 december met o.a. de volgende punten op de agenda: - terugkoppeling actualiteiten Europese organisaties - Europa 2020 - Toekomst cohesiebeleid - Diensten van Algemeen Economisch Belang - Europees aanbesteden
21
16 BIJLAGE VERSLAG CONGRES VZHG EN PROVINCIE ZUID-HOLLAND VRIJDAG 25 NOVEMBER
Verslag van het minicongres met als thema Ruimtelijke kwaliteit: een gezamenlijk belang! georganiseerd door de provincie Zuid-Holland en de Vereniging van Zuid-Hollandse Gemeenten gehouden op 25 november 2011 in het Provinciehuis te Den Haag
Aanwezig: Inleiders dhr J. Franssen dhr. J.F. Koen dhr. E. Luiten
Commissaris van de Koningin van Zuid-Holland voorzitter VZHG provinciaal adviseur ruimtelijke kwaliteit in Zuid-Holland
Inleiders workshops dhr. K. Karssen mw. L. Spies dhr. J. N. Rozendaal
burgemeester van Maassluis en portefeuillehouder Wonen in de stadsregio Rotterdam gedeputeerde Zuid-Holland medewerker provincie Zuid-Holland
Plenaire discussie dhr. J.F. Koen dhr. K. Karssen mw. L. Spies dhr. M. Houtzager
gespreksleider burgemeester Maassluis gedeputeerde Zuid-Holland wethouder gemeente Leidschendam-Voorburg
Verslag: dhr. J.F.M. van Gessel
Notuleerbureau De Rondvraag
Opening van het congres De Commissaris van de Koningin opent met een woord van welkom aan alle aanwezigen dit minicongres dat is georganiseerd door de provincie Zuid-Holland en de Vereniging van Zuid-Hollandse Gemeenten. Het thema voor dit minicongres is ruimtelijke kwaliteit: een gezamenlijk belang!
Inleiding door de heer Franssen, Commissaris van de Koningin
22
Ruimtelijke kwaliteit staat in deze dichtstbevolkte en meest bedrijvige provincie van Nederland als bijna vanzelfsprekend hoog op de agenda. Het gezamenlijke belang is evident nu als uitvloeisel van het regeerakkoord van het kabinet Rutte gemeenten en provincie samen voor de uitdaging staan om het zuidelijk deel van de Randstad internationaal concurrerend te houden. Voor Zuid-Holland luidt dan ook het adagium dat de provincie een economische topregio moet zijn én moet blijven. Die ambitie veronderstelt dat gemeenten en provincie zich samen inzetten voor zowel ontwikkelruimte van de provinciale sterke economische clusters als voor de verbetering van de leefkwaliteit. Provincies aan zet Dit kabinet laat de ruimtelijke ordening meer dan in het verleden over aan provincies en gemeenten. In het Bestuursakkoord tussen het rijk en de medeoverheden zijn de grote lijnen voor deze herverdeling van taken en verantwoordelijkheden geschetst. Die ontwikkeling is geconcretiseerd in de concept Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte die de minister van Infrastructuur en Milieu kort voor de zomer van 2011 heeft gepubliceerd. Het uitgangspunt van die Structuurvisie is het leggen van beslisruimte zo dicht mogelijk bij de burger. Deze minister wenst – met vertrouwen als basishouding – regionale ontwikkeling de ruimte te geven door bemoeienis van het rijk te minimaliseren. Daarnaast heeft het kabinet een aantal nationale sturingsconcepten geschrapt. Het rijk zal zich niet meer bemoeien met de bufferzones, nationale landschappen, snelwegpanorama's en het migratiesaldo 0. Door deze beweging werken provincies en gemeenten in veel opzichten niet langer onder de concepten van het rijk. Met name de provincies zullen moeten bedenken met welke kaders zij op ruimtelijke kwaliteit willen sturen. Zij zullen die rol en taakopvatting langs nieuwe lijnen vorm en inhoud moeten geven. In de Tweede Kamer en onder wetenschappers bestond over dit nieuwe rijksbeleid de nodige scepsis en werd dit beleid riskant geacht. De minister van Infrastructuur en Milieu heeft in een debat in de Tweede Kamer eind november 2011 toezeggingen omtrent haar beleid moeten doen. In de relatie tussen provincie en gemeente en in de interprovinciale discussie moet een gedeelde opvatting ontstaan over de aanpak en waarover sturing gewenst is. Daarover moet vroegtijdig met het kabinet worden gesproken en daarover moet de Tweede Kamer worden geïnformeerd. Provincies en gemeenten zullen hun sturingsprincipes en sturingsconcepten helder moeten expliciteren zodat daarover achteraf geen misverstanden kunnen bestaan. Het risico is immers aanwezig dat als een lagere overheid overgedragen bevoegdheden niet concretiseert en expliciteert, een onontwarbaar debat ontstaat. Dan kan niet dit maar een volgend kabinet proberen bevoegdheden weer terug te krijgen. Provincie en gemeenten staan voor de gemeenschappelijke opgave om die nieuwe verhoudingen en nieuwe bevoegdheden op een goede manier te benoemen hetgeen wat anders is dan dichtregelen. Een absolute voorwaarde daarbij is een intensief debat tussen gemeenten en provincie waarin ook sprake moet zijn van vertrouwen. Voorrang voor economische ontwikkeling In het eerder genoemde Bestuursakkoord is bepaald dat provincies de centrale rol van gebiedsregisseur vervullen. Sturing op ruimtelijke kwaliteit is een cruciaal onderdeel van gebiedsregie en daarin komen de drie kerntaken van de provincie te weten ruimte, economie, natuur met inbegrip van het water, samen. In die rol wensen GS de regio’s te betrekken bij de gebiedsprocessen die de provincie in gang zet. Voor Zuid-Holland zijn versterking van de regionale economie en verbetering van de leefkwaliteit de uitgangspunten bij de keuzes van GS op het gebied van ruimtelijke kwaliteit en daarbij staan de belangen van drie speerpunten centraal te weten: • de ontwikkeling van het havenindustrieelcomplex ook in zijn interprovinciale en internationale verband zoals de as Rotterdam/Antwerpen; • de Greenports in hun verscheidenheid en samenhang, en • het kenniscluster gevormd door de universiteiten van Leiden, Delft en Rotterdam.
23
Deze internationale topsectoren zorgen samen voor een brede economische structuur, met een uitstraling naar alle Zuid-Hollandse regio's. In het provinciale ruimtelijk beleid willen GS deze sectoren de ruimte geven voor ontwikkeling en innovatie. GS hebben op 24 november 2011 alle bestuurlijke regio’s in Zuid-Holland, in het perspectief van de brief van het kabinet over de bestuurlijke organisatie, schriftelijk uitgenodigd voor gesprekken waarin die drie clusters centraal staan en de regio’s hun agenda in die bespreking kunnen inbrengen. Tot eind december 2011 zullen leden van GS in duo’s die gesprekken met gemeenten aangaan. Begin 2012 zullen daaruit conclusies worden getrokken. Deze gesprekken zullen mede worden gevoerd in het perspectief van het kabinet om met de regio’s Den Haag en Rotterdam tot een gezamenlijke agenda te komen. Naast de drie genoemde topprioriteiten is ruimtelijke kwaliteit in toenemende mate een economische factor. De afwisseling van stedelijke en landelijke kenmerken maakt de Randstad in het algemeen en Zuid-Holland in het bijzonder, tot een uniek landschap in de wereld. Die diversiteit in een betrekkelijk klein gebied is niet alleen een toeristische attractie maar ook bepalend voor het vestigingskwaliteit van internationale ondernemingen. Bij hen komt de term ‘groen vestigingsklimaat’ steeds meer in zwang. Uit internationaal onderzoek blijkt dat ondernemingen bij de keuze voor een vestigingsplaats meer en meer de nadruk leggen op de kwaliteit van leven voor hun medewerkers. De zwaarstwegende criteria zijn een veilige omgeving met weinig criminaliteit, ruime mogelijkheden voor recreatie en ontspanning en de aanwezigheid van groen dichtbij. Wat die aspecten betreft, heeft Zuid-Holland veel te bieden. De directeur van het Planbureau voor de Leefomgeving verklaarde onlangs dat steden als Londen en Parijs concurreren met hun massa. De Randstad kan concurreren met kwaliteit en diversiteit. Gezamenlijke uitdaging Om internationaal te kunnen concurreren, moeten provincie en gemeenten hun kernkwaliteiten verder ontwikkelen. In een drukbevolkte provincie als Zuid-Holland, waar zoveel claims op ruimte liggen, kan die ontwikkeling niet anders dan integraal. Dat gebeurt bij de plannen voor de Floriade 2022 in de regio rond Boskoop. Daar is niet allereerst de realisatie van een tijdelijke tentoonstelling aan de orde, maar wordt gestreefd naar een investering in gebiedsontwikkeling met permanente betekenis waarbij wordt gestreefd naar versterking van groen, natuur, infrastructuur, economie en recreatie. Bij de totstandkoming van het bidbook hebben overheden en bedrijfsleven gezamenlijk aan de planvorming gewerkt waarmee de kans groter wordt dat die regio die Floriade daadwerkelijk krijgt toegewezen. Bij dit soort integrale projecten is visie en leiderschap nodig. In tijden van crisis staan de beste bestuurders en de beste ondernemers op. Bij de noodzakelijke kwaliteitsslag is de markt nodig. Overheidsbestuurders zullen het ondernemerschap de ruimte moeten geven. De gezamenlijke inzet van overheid en markt is in het belang van het vermogen om te investeren in ruimtelijke kwaliteit. Dat is het dagthema: 'Ruimtelijke kwaliteit, een gezamenlijk belang!'. Provincie en gemeenten zijn erbij gebaat om in deze ontwikkeling met vertrouwen elkaar aan te kijken en niet met de rug naar elkaar toe te staan.
Inleiding door de heer Koen, voorzitter Vereniging Zuid-Hollandse Gemeenten De voorzitter heet eveneens aanwezigen en in het bijzonder de ereleden van de VZHG de heren Eenhoorn en Jansen, welkom. Het derde erelid van de vereniging, de heer Elzenga, is verhinderd. De opkomst bij dit mini-congres wordt gewaardeerd. Bij ruimtelijke kwaliteit zijn zowel provinciale als gemeentelijke bestuurders betrokken. Bestuurders moeten op het gebied van de ruimtelijke ordening en ruimtelijke kwaliteit samenwerken omdat: • de provincie onderdeel is van de deltametropool, een stedelijk gebied, dat circa 7 miljoen inwoners telt;
24
de provincie een agrarisch middengebied kent met een prachtig historisch landschap en een zeer oude cultuur en structuur; • de ruimtelijke kwaliteit in de provincie vanwege de economische ontwikkeling en mobiliteit onder druk staat; • de provincie een bijzondere kust en een zuidwestelijke delta heeft, die ook zijn eigen dynamiek en vraagstukken kent. Dit tezamen maken het besturen tot een buitengewoon ingewikkelde, maar interessante opgave. Vandaar dat in dit mini-congres aandacht wordt besteed aan de inhoud van de ruimtelijke kwaliteit in die dynamiek. In Zuid-Holland is mede door de VZHG, in de afgelopen jaren gesproken over de acht regio’s in ZuidHolland. Deze regio’s – de Leidse, Haagse, Rotterdamse, de Goudse regio, de Drechtsteden, de Alblasserwaard/Vijfherenlanden, Hoeksche Waard en Goeree-Overflakkee – verbinden de belangen van de individuele gemeenten en de positie en verantwoordelijkheid van de provincie. Deze regio’s moeten samen hun subbelangen in de regionale structuurvisies in beeld brengen. Zij zullen vanuit de verschillende perspectieven de samenhang moeten zien in een provinciale structuurvisie omdat zij onderdeel zijn van die totale deltametropool met al zijn inhoudelijke vraagstukken. •
Kwaliteit is een breuk; lezing door de heer Luiten De ruimtelijke ordening en in het bijzonder de ruimtelijke kwaliteit van de provincie Zuid-Holland vraagt aandacht omdat de planologie op drift is geraakt. In tegenstelling tot wat velen denken is dat niet sinds het uitbrengen van de regeringsverklaring in 2010 of bij het uitbrengen van de structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, maar heeft minister Dekker met de herziening van de Wet op de Ruimtelijke Ordening een begin gemaakt met de deregulering en stroomlijning. De vakwereld en academici reageerden onthutst op het feit dat het kabinet Balkenende 4 aanvankelijk geen nationale agenda voor de ruimtelijke ordening ontwikkelde. Dat werd na protesten provisorisch gecorrigeerd maar het signaal was duidelijk; het roer zou vroeg of laat omgaan. De nota Ruimte, de Snelwegpanorama’s, het actieprogramma Mooi Nederland waren nog mogelijk omdat geld beschikbaar was, maar een substantiële, visionaire rijksverantwoordelijkheid bleek daar niet uit. Dat is veranderd. De nieuwe structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is selectief, actiegericht, helder over haar planologische domein en bereik, haar vertrouwen in de samenleving en hanteert een internationaal perspectief. De radicale economisering van de ruimtelijke ordening en het slecht onderbouwd schrappen van het restrictieve natuur- en landschapbeschermingsbeleid kan zorgwekkend zijn maar het is duidelijk dat het rijk buitengewoon verifieerbaar refereert aan en anticipeert op trends die het werk van gemeentelijke en provinciale bestuurders zullen beïnvloeden. Een paar trends worden toegelicht. 1. De stabilisatie van de ruimtelijke ontwikkeling Na de economische dip zal het tij structureel gekeerd zijn en zal de samenleving niet - zoals velen denken - de open ruimte opnieuw en verhevigd koloniseren. De volkshuisvesting, de dienstensector, de industriële bedrijvigheid, de voedselproductie, de infrastructuur zijn na decennia van naoorlogse expansie onderhevig aan consolidatie. De Amerikaanse socioloog Richard Florida die sprak op de eerste Internationale Biënnale Leegstand Herbestemming in Maastricht, ziet in het vrijkomen van kazernes, boerderijen, kerken en fabrieken zijn stelling geïllustreerd dat ook in Nederland de traditionele sociaal-culturele, politieke en economische verbanden sleets zijn geworden en dat die geleidelijk door andere structuren en arrangementen die mondiaal, communautair of juist hyperlokaal van schaal zijn vervangen zullen worden. Oude gedrags- en verwachtingspatronen komen niet meer uit en niet meer terug. In de twintigste eeuw is een omvangrijke ruimtelijke voorraad gerealiseerd; doorzonwoningen, kantoren, bedrijfspanden, efficiënte varkens- en melkveehouderijen, al dan niet vrij liggende buslijnen en veel rijstroken. Die voorraad is toe aan revisie en de ruimtelijke ordening kan daaraan alleen zinvol bijdragen bij een overgang van kwantiteit naar kwaliteit. De 21ste eeuw zal
25
worden gekenmerkt door hergebruik, verbeterde benutting, verduurzaming, meervoudigheid en een nieuw evenwicht tussen intensivering en krimp.
functionele
2. De traditionele kijk op de scheiding tussen stad en platteland lijkt achterhaald In het advies De Onbebouwde Kom, verschenen in het voorjaar van 2011, is opgemerkt dat de interactie tussen stedelijk leven en landleven in beweging is gekomen. Hebben stadsbewoners vanaf de zestiger jaren door hun lidmaatschap van Landschapstichtingen en Natuurverenigingen eerst een mentale relatie met het ommeland opgebouwd, in de jaren daarna kwam er een fysiek contact in de vorm van recreatie in de open lucht, gevolgd door een onherroepelijke, blijvende verhouding tot het landschap omdat dat een potentiële woonplaats wordt. In de komende twintig jaar zal er naar verwachting als gevolg van het vrijkomen van pensioenen particulier spaargeld in omloop komen dat zal leiden tot allerlei soorten van adoptie van platteland door burgers. De provincie moet daar, nu de bufferzones en de nationale landschappen zijn komen te vervallen, ondogmatisch, optimistisch en consistent op vooruitlopen. Er bestaat nu een kans om te ontsnappen aan het naoorlogse keurslijf van de stad/landdichotomie; een dichotomie die departementaal, planologisch, juridisch, politiek, professioneel en academisch decennialang stad en platteland in een houdgreep hebben gehouden. Er was sprake van een confessioneel platteland en een sociaaldemocratische stad die elk in hun kleuren, dakpanrood en raaigras groen, in de eigen bestuurlijke, politieke en territoriale domein gemaximaliseerd werden. Zuid-Holland zal een zelfstandig, zelfbewust, regionaal en kwalitatief landschapsontwikkelingsbeleid moeten ontwikkelen waarin plaats moet zijn voor woningbouw, commerciële dienstverlening en grote en kleine attracties in het groen die tot op heden niet in beleidskaarten werden opgenomen omdat de agenda van de wederopbouw dat verbood! Dat beleid kan mede invulling krijgen via de gebiedsprofielen ruimtelijke kwaliteit. Die gebiedsprofielen zijn bedoeld als een geleidelijke vervanger van het planologische toelatingsregime. Zij dagen bestuurders uit landschappelijk, ruimtelijk en maatschappelijk rendement uit een initiatief te halen. Daarmee zouden de nadelige kwalitatieve effecten van bijvoorbeeld de eenvormige toepassing van het contourenbeleid aan de orde kunnen worden gesteld, mits deze profielen consistent zijn en afdoende zijn getest. Dan wordt het niet meer nodig een onderscheid te maken tussen de zogenaamde belangrijke of minder belangrijke, ofwel nationale of provinciale en lokale landschappen. Dan is het niet meer aannemelijk te maken dat een verandering in de Hoeksche Waard minder gewenst zou zijn, meer aandacht of geld nodig zou hebben dan eenzelfde verandering in Overflakkee, of waarom de provinciale N470 meer inpassing en beeldende kunst nodig zou hebben dan een willekeurige andere provinciale weg. Alle ruimtelijke projecten verdienen immers een vergelijkbaar hoog niveau van diepgang, zorg, betrokkenheid en ambitie. 3. De overheid als co-investeerder Steeds meer wordt de spanning voelbaar van de dubbele verantwoordelijkheid van de provincie, hoeder van de publieke zaak en veroorzaker van soms controversiële interventies. De rol van de overheid verschuift van onpartijdig intermediair voor planologische vraagstukken naar belanghebbende in bijvoorbeeld nieuwe infrastructuur of partner in grootschalige gebiedsontwikkeling. Het is precair om enerzijds vergunningen te weigeren voor initiatieven van derden en anderzijds naar eigen inzicht voorbereidingen te treffen voor ingrijpende aanpassingen in de ruimtelijke structuur. Er is slechts één weg om uit dit bestuurlijke en maatschappelijke rollenconflict te komen: de ruimtelijke kwaliteit. De provincie zal zichzelf en de andere publieke en private partijen werkzaam in Zuid-Holland, inclusief het rijk, aan dezelfde rigoureuze kwaliteitsambitie moeten onderwerpen, die is vastgelegd in de eerder genoemde gebiedsprofielen welke bijvoorkeur onafhankelijk getoetst moeten zijn. Alleen als de provinciale plannen van een uitmuntend niveau zijn en naadloos passen in de kwalitatieve spelregels van de gebiedsprofielen, blijft er voldoende geloofwaardigheid om van anderen eenzelfde hoogwaardige inspanning te verwachten. Deze kwalitatieve verplichting staat volgens sommigen op gespannen voet met de vierde trend.
26
4. Krimpende budgetten voor ruimtelijke investeringen in het publieke domein Beseft moet worden dat kwaliteit en geld niet rechtevenredig aan elkaar gerelateerd zijn. Bij elk beschikbaar budget kan kwaliteit worden gerealiseerd. De ervaring heeft geleerd dat plannen en projecten de neiging hebben om als gevolg van nodeloos complicerende factoren zoals de voortdurende beleidsproductie of een onzekere obsessie voor draagvlak, duurder en onduidelijker worden dan op basis van het programma van eisen nodig is. Als op de huidige wijze wordt voortgegaan zal de topografie van deze generatie door onze kleinkinderen worden getypeerd en gediskwalificeerd als een onderhandelingslandschap. De referenties voor ruimtelijke kwaliteit liggen in het topografische verleden en in het bijzonder in de wijze waarop het Nederlandse laagland is ontgonnen en in gebruik is genomen. Die ontginningsgeschiedenis leert dat een stevige, nuttige en ogenstrelende topografie het resultaat is van eenvoudige, eenduidige, volgehouden en herhaalbare inspanningen, welke een reusachtig effect zullen hebben. Ruimtelijke kwaliteit is niet alleen een goed kompas voor de te constateren breuken in de planologische, bestuurlijke en maatschappelijke geschiedenis maar blijkt zelf ook een breuk te zijn. Die breuk moeten bestuurders met elkaar bespreken. Ruimtelijke kwaliteit is gelijk aan het behaalde maatschappelijke effect gedeeld door de benodigde ruimtelijke middelen; k=e/m. Aan deze breuk moet worden gedacht bij waardering van het investeringsprogramma, het inrichtingplan dat wordt opgesteld of als de provincie of gemeente cofinancier of beoordelaar is. De opgave voor alle partijen in de provincie Zuid-Holland is zich in te zetten voor een verantwoorde besteding van de krimpende middelen hetgeen in het licht van de kwaliteitsbreuk een nuttige opgave is. Het dwingt volksvertegenwoordigers en bestuurders om zorgvuldig na te denken over het ruimtelijke effect. Tegen de achtergrond van de geschetste breuken in de ruimtelijke ordening en met de kwaliteitsbreuk in gedachten zullen bestuurders en volksvertegenwoordigers een juiste beslissing nemen.
Inleiding in de workshops door de gedeputeerde mevrouw Spies Gedeputeerde Staten trachten met de bestuurders van de Zuid-Hollandse gemeenten te komen tot een verdere invulling van de regionale agenda’s. De wijze waarop ruimtelijke kwaliteit in een ander tijdsgewricht dan die van drie of vier jaar geleden ingevuld kan worden, is een ontdekkingsreis. De breuk waaraan de heer Luiten aandacht heeft besteed, is een trendbreuk. Op welke wijze bestuurders in een tijdsgewricht waarin fundamenteel wordt afgestapt van meer naar beter, keuzes moeten maken, zal in drie workshops worden besproken. Centraal in elke workshop staat de kwaliteit van wonen, werken en leven. Als de leefkwaliteit op orde is, is het vestigingsklimaat voor ondernemers ook op orde. Decentrale overheden proberen vanwege de economische opgave het vestigingsklimaat in Zuid-Holland optimaal te houden en boeken daarmee vooruitgang in de verantwoordelijkheid die zij in steeds grotere mate hebben gekregen. Dat schept verplichtingen zoals het zorgvuldig omgaan met de ruimte in Zuid-Holland. In de workshop ruimtelijke kwaliteit en wonen komt de vraag naar woningen aan de orde. Het wonen vraagt een andere benadering dan die die tot nu toe gebruikelijk was. Niet meer het aanbod, maar wie in Zuid-Holland wonen, welke woonomgeving en welke kwaliteiten in het wonen daarbij horen, staat centraal. Als het stedelijk gebied centraal staat, wat betekent dat dan voor de andere regio’s voor de komende 10 tot 20 jaar? Worden die regio’s met een geringer aantal inwoners geconfronteerd? In de workshop ruimtelijke kwaliteit en economie ligt de vraag voor op welke wijze het vestigingklimaat op orde blijft en ondernemers ruimte houden om te kunnen ondernemen. Dat heeft een relatie met de leefkwaliteit in Zuid-Holland. Steden en dorpen zullen met andere vraagstukken worden geconfronteerd dan waarmee zij zich in de afgelopen periode hebben beziggehouden. Inmiddels zijn de resultaten van het koopstroomonderzoek voor de Randstad gepubliceerd. Daaruit blijkt ook dat zich een aantal trendbreuken voordoen met mogelijke gevolgen voor de stadscentra, de buurtwinkel in sommige wijken en voor de leefbaarheid van sommige kleine kernen. Die ontwikkeling
27
kan niet worden overwonnen door verder te gaan op de gebruikelijke weg. Ook over die ontwikkeling, het overgaan van meer naar beter en over de nodige veranderingen in het denken hierover, moet worden gesproken. In de workshop ruimtelijke kwaliteit in relatie tot het groen en water, zal worden gesproken over de wijze waarop de verbinding tussen stad en platteland, de groen- en wateropgaven vorm kan worden gegeven. Op welke wijze zal de basisinfrastructuur van het groen en water een bijdrage kunnen leveren aan de leefkwaliteit en aan het economische klimaat in de provincie? Die verbinding tussen groen en water is in het belang van het welbevinden in Zuid-Holland, zowel naar leefkwaliteit als naar vestigingsklimaat.
Plenaire discussie De heer Koen vraagt een reactie op de uitspraak dat als gevolg van de trendbreuk kwaliteit niet meer aan groei is gebonden. Is in de workshop wonen gesproken over het realiseren van kwaliteit en het loslaten van het paradigma van de groei daarbij? De heer Karssen bevestigt dat. Zuid-Holland kent naast gebieden waarin nog sprake is van groei ook gebieden waarin dat niet meer is. Het werd onwenselijk bevonden de discussie te beperken tot alleen de woningkwaliteit; die moet worden verbreed tot een discussie over de woonomgeving. In de workshop is gesproken over de kwaliteit van de inrichting, de leefmilieus, over de voorzieningen en over de verhouding tussen stad en platteland. De heer Koen merkt op dat in de langdurige discussie over de contouren door de VZHG en in de PPC is gepleit voor het verzachten van de contouren. Het wonen en het platteland zouden volgens de VZHG beter met elkaar kunnen worden verbonden. De heer Karssen heeft die contouren als hinderlijk en lastig ervaren. In de workshop hebben raadsleden de stelling onderschreven anders om te gaan met die contouren. Het al dan niet handhaven van de contouren regardeert de provincie. Benadrukt werd dat de solidariteit tussen stad en platteland behouden moet blijven. De heer Koen vraagt of is gesproken over het loslaten van de groei in relatie tot het handhaven en mogelijk versterken van de kwaliteit. De gedeputeerde, mevrouw Spies, deelt mee dat in de workshop is gesteld dat zonder een goede leefkwaliteit er op het terrein van de economie weinig vooruitgang kan worden geboekt. Als personeel van een onderneming niet in de omgeving van die onderneming kan of wil wonen of daar onplezierig zouden moeten leven, is er een probleem. De leefkwaliteit is de basis voor een goede economische ontwikkeling. Het herprogrammeren op lokaal, regionaal en provinciaal niveau van o.a. bedrijventerreinen en kantoren is aan de orde gekomen. Het koopstromenonderzoek laat zien dat ook op dat terrein met andere inzichten gewerkt moet worden. De visie van de heer Luiten kan inspirerend zijn. Tevens zal aan de uitkomsten van onderzoeken aandacht moeten worden besteed. Benadrukt werd dat raadsleden, inwoners en ondernemers deelgenoot van het idee moeten zijn dat meer van hetzelfde en doorgaan op de huidige manier, niet meer kan. De heer Karssen deelt mee dat is gesteld dat bestuurders op een bepaalde manier beleid hebben ontwikkeld maar dat dat moet veranderen. Naar de wensen van woonconsumenten moet worden geluisterd voordat beleid wordt geformuleerd. Datzelfde geldt - zij het in mindere mate - ook voor de economie.
28
De gedeputeerde erkent dat. Er zal een heldere taak- en verantwoordelijkheidsverdeling moeten komen, zodat de provincie en gemeenten elkaar versterken en niet hinderen. In de workshop werd gewezen op de regionale solidariteit. De heer Koen vraagt of het programma dat de provincie ontwikkelt, in de economische agenda van de Deltametropool en in het bijzonder van de Zuidvleugel past. Zijn er gemeenten die geen onderdeel uitmaken van de agenda van de provincie? De gedeputeerde benadrukt dat elke gemeente in de agenda van de provincie is opgenomen. De provincie streeft ernaar voor het gehele gebied de kwaliteit op orde te hebben en daarom zullen over de programmering in regionaal verband afspraken moeten worden gemaakt. Over het belang van de drie dragers in de economische ontwikkeling van de provincie zal met Provinciale Staten en met de regio’s worden gesproken en daaraan zullen GS in de komende vier jaar in het bijzonder aandacht besteden. Dat past in de afspraken in de Zuidvleugel over de economische agenda. Elke gemeente en de provincie stellen vast op welk terrein zij toegevoegde waarde hebben of kunnen brengen. De heer Karssen deelt mee dat deelnemers aan zijn workshop van mening zijn dat de provincie op het terrein van de ruimtelijke ordening op hoofdlijnen leidend kan zijn, maar dat op regionaal niveau moet worden samengewerkt. De heer Koen constateert dat het groen op alle niveaus het onderspit dreigt te delven. Op welke wijze is in de workshop over groen en water over de relatie tussen stad en platteland gesproken? De heer Houtzager benadrukt dat inhoud wordt gegeven aan die relatie. Bedrijven zullen naar ZuidHolland komen als het groen op orde is en dan kan de provincie in Europees en mondiaal perspectief een belangrijke economische speler blijven. Beseft moet worden dat de provincie ten opzichte van andere economisch belangrijke regio’s zoals Londen en Parijs robuuste groengebieden heeft. De OESO beweert echter dat de provincie daarin een achterstand heeft opgelopen. Voor die groengebieden zou de provincie een probleemhouder of groenprojectontwikkelaar moeten aanwijzen zoals er ook probleemhouders zijn voor de economie en voor wonen. De heer Koen deelt mee dat de staatssecretaris in opdracht van de Tweede Kamer weer met de provincies zal overleggen over meer rijksbemoeienissen met het groen dan het kabinet voor ogen had. Investeren in het groen is voor het vestigingsklimaat van bedrijven en in het bijzonder voor bedrijven binnen die drie pijlers, belangrijk. De provincie heeft met het Groene Hart, de kust en de deltagebieden veel landschappelijke kwaliteit. De heer Houtzager acht het noodzakelijk dat ondernemers die ervoor hebben gezorgd dat het groene gebied groen is gebleven, de agrariërs, daar in planologische zin kunnen blijven ondernemen. Zij moeten de ruimte krijgen om nevenactiviteiten te ontplooien. Het zijn de goedkoopste beheerders van het landschap. In Den Haag en Rotterdam zoeken hoogwaardige bedrijven vestigingsmogelijkheden voor het bedrijf en medewerkers. Die medewerkers willen recreëren. De groene gebieden moeten dat mogelijk maken. De heer Koen vraagt of het nieuwe Europese landbouwbeleid die ontwikkelingen, het groen rond de grote steden in een betere positie te brengen, mogelijk maken. De heer Houtzager meent dat het tij met dat nieuwe beleid is gekeerd. De heer Karssen benadrukt dat als een woongebied wordt ontwikkeld, daaromheen een goed groengebied moet worden ontwikkeld. Er zijn nog weinig verbindingen tussen stad en platteland. Bestuurders moeten om een kwaliteitsverbetering te kunnen realiseren die lijnen met elkaar
29
verbinden. Rotterdam kent een omslagfonds waarin geld wordt gestort voor elke gebouwde woning en voor elk industrieterrein waaruit groenvoorzieningen worden gefinancierd. Een dergelijk fonds zou ook elders kunnen worden gevormd. De heer Houtzager onderschrijft dat. Zij die een woning aan de rand van een groengebied kopen, zouden voor dat uitzicht moeten betalen. Nieuwe middelen moeten worden ingezet om het groen te kunnen behouden en er in te kunnen investeren. De heer Koen vraagt tot slot van wie kwaliteit is. De gedeputeerde benadrukt dat dat voor elke inwoner van Zuid-Holland bestemd is. Als zij zich op hun plek voelen, zijn zij tot veel in staat. GS hebben van hen een opdracht gekregen die inhoud moet krijgen. Door deze crisis is Zuid-Holland op een kruispunt gekomen waardoor het gangbare denken moet worden herzien en er op een aantal terreinen andere keuzes moeten worden gemaakt. Dat is ingewikkeld en zal op sommige terreinen financiële problemen kunnen geven, maar het is wel noodzakelijk. Doorgaan op dezelfde weg is niet meer mogelijk. Afsluiting De heer Koen dankt de aanwezigen voor hun komst en inbreng en sluit het debat.
30