Vereniging van Zuid-Hollandse Gemeenten
Journaal voor de gemeenten Ontwikkelingen die voor alle Zuid-Hollandse gemeenten van belang kunnen zijn
jaargang 2009, nummer 5 redactie afgesloten op 29 mei 2009
Colofon Het Journaal voor de gemeenten wordt aan het eind van de maand digitaal aangeboden aan: • de ereleden van de VZHG: Bas Eenhoorn en Ties Elzenga • de burgemeesters; • de gemeentesecretarissen (met verzoek tot doorgeleiding naar de leden van het college); • de griffiers (met het verzoek tot doorgeleiding naar de raadsleden); • de Zuid-Hollandse leden van VNG-commissies; • de leden van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland; • de secretarissen van de samenwerkingsorganen /regio’s in Zuid-Holland; • de contactambtenaren bestuurskrachtonderzoek / bestuurlijke zaken • overige belangstellenden. Uitgave VZHG /Postbus 45 / 2800 AA Gouda Tel. 0182-545513 / Fax 0182-545510 / e-mail
[email protected] /website : www.vzhg.nl
Inhoudsopgave U kunt rechtstreeks naar de paragraaf die u interesseert door a) de cursor in de inhoudsopgave te leiden naar die paragraaf b) de Crtl-toets in te drukken (waarna er een handje verschijnt) c) te klikken met de linker muisknop. 1.
Bestuurszaken VZHG .................................................................................................................. 4 Namens het bestuur verzonden gelukwensen ............................................................................... 4 2 Bestuurskracht ............................................................................................................................ 4 2.1 Project Bevordering Bestuurskrachtonderzoek in Zuid-Holland ..................................................... 4 2.2 B&W Leidschendam-Voorburg over bestuurskrachtonderzoek ..................................................... 5 2.3 Voorstel inrichting en financiering van KING .................................................................................. 5 2.4 De pijler bestuurskracht van KING ................................................................................................. 6 2.5 Bestuurskrachtonderzoek Randstadprovincies kan van start ........................................................ 7 2.6 Uitvoeringsplan herziening Interbestuurlijk Toezicht ...................................................................... 7 3 Bestuurlijke organisatie ............................................................................................................. 8 3.1 De Krimpenerwaard op weg naar één gemeente? ......................................................................... 8 3.2 Samenwerking of fusie in de Noordelijke Bollenstreek .................................................................. 9 3.3 Samenwerking of fusie op Goeree-Overflakkee ............................................................................. 9 4 De VZHG als provinciale afdeling van de VNG ...................................................................... 10 4.1 Algemene Ledenvergadering VNG op 10 juni 2009 ..................................................................... 10 4.2 CdK Overijssel: waar gemeenten het eens worden, kan provincie zich terug trekken. ............... 10 4.3 Akkoord in Gelderland over uitvoeringsstructuur omgevingstaken. ............................................. 11 4.4 Beste portefeuillehouder P&O van Nederland?............................................................................ 11 5 Provinciaal bestuur ................................................................................................................... 11 5.1 Vergadering Provinciale Staten .................................................................................................... 11 6 Internationale zaken .................................................................................................................. 12 6.1 VNG wil netwerk van gemeentelijke Europa-coördinatoren. ........................................................ 12 7 Overige bestuurlijke aangelegenheden .................................................................................. 12 7.1 Bijeenkomst “wethouder: een bestuurlijke duizendpoot?” ............................................................ 12 7.2 “Omgaan met de media” voor raadsleden. ................................................................................... 13 7.3 Magazine met realistisch beeld raadswerk................................................................................... 13 7.4 VNG-commissie Bestuur en Veiligheid......................................................................................... 13 7.5 Statencommissie Bestuur en Middelen. ....................................................................................... 14 8 Onderwijs, zorg en welzijn ....................................................................................................... 14 8.1 Statencommissie Samenleving..................................................................................................... 14 9 Ruimte en Wonen ...................................................................................................................... 14 9.1 Provinciale structuurvisie (PSV) ................................................................................................... 14 9.2 Gemeentelijke visie op lokaal belang versus provinciaal belang in de maak ............................... 17 9.3 Govert Veldhuijzen gedeputeerde ruimtelijke ordening ................................................................ 17 9.4 Statencommissie Ruimte en Wonen ............................................................................................ 17 9.5 Provincie Limburg: geen provinciale verordening om ruimte van gemeenten in te perken. ........ 18 9.6 VROM-overleg over voortgang invoering Wet ruimtelijke ordening ............................................. 18 9.7 Provinciale Planologische Commissie (PPC) ............................................................................... 18 10 Groen .......................................................................................................................................... 19 10.1 Statencommissie Groen, Water en Milieu ................................................................................. 19 11 Milieu .......................................................................................................................................... 20 11.1 VNG-commissie Milieu en Mobiliteit.......................................................................................... 20 12 Mobiliteit..................................................................................................................................... 21 12.1 Platform Verkeersveiligheid Zuid-Holland ................................................................................. 21 12.2 Statencommissie Mobiliteit, Kennis en economie ..................................................................... 21 13 Water .......................................................................................................................................... 21 13.1 Zuid-Hollandse Waterschapsdag over Deltacommissie ........................................................... 21 13.2 Onderzoek naar kosten waterbeheer in Zuid-Holland .............................................................. 21 13.3 RBO-Rijn-west (kaderrichtlijn water) ......................................................................................... 22 13.4 Frank Speel ook voor gebied Schieland en de Krimpenerwaard in RBO. ................................ 23 1.1
2
13.5 13.6 13.7
Provincies en waterschappen meer betrokken bij organisatie uitvoering ‘Veerman’. ............... 23 Tweede werkconferentie stuurgroep Zuidwestelijke Delta........................................................ 23 Adviesgroep Zuidwestelijke Delta bijeen................................................................................... 24
3
1.
BESTUURSZAKEN VZHG
1.1 Namens het bestuur verzonden gelukwensen Brief d.d.
Aan
26-05-2009 26-05-2009 26-05-2009 29-05-2009
Dhr. H.P.L. Cremers Dhr. J.M. Vervat Dhr. P.A.W. Lamers Dhr. G. Veldhuijzen
Gelukwens / welkom i.v.m. benoeming tot Burgemeester van Waddinxveen Wethouder van Rotterdam Wethouder van Rotterdam Gedeputeerde van Zuid-Holland
per 01-06-2009 25-05-2009 25-05-2009 27-05-2009
2 BESTUURSKRACHT 2.1 Project Bevordering Bestuurskrachtonderzoek in Zuid-Holland Het project Bevordering Bestuurskrachtonderzoek bevindt zich momenteel in de verkenningsfase, waarin projectleider Gert Jan Jansen gesprekken voert met de kringen van gemeentesecretarissen en met individuele gemeenten, waar geen bestuurskrachtonderzoek is gepland. Daarbij gaat het om het achterhalen van de mogelijke belemmeringen en de vraag wat daaraan (hetzij op provinciale schaal hetzij op nationale schaal) kan worden gedaan. In de maand mei zijn gesprekken gevoerd met: 13-05-2009 Pijnacker-Nootdorp: gemeentesecretaris Jan Paul Woudstra 14-05-2009 Gemeentesecretarissenkring Holland-Rijnland te Voorhout 18-05-2009 Barendrecht: gemeentesecretaris Marcel van Bijnen 18-05-2009 Katwijk: Erwin Stolk (gemeentesecretaris) en Jan den Hollander 19-05-2009 Den Haag: bestuursadviseur portefeuillehouder ICT en organisatie David van Keulen 20-05-2009 Delft: Hans Camps (gemeentesecretaris) en Bert den Uijl 28-05-2009 Midden-Delfland: gemeentesecretaris Peter Veenman 28-05-2009 Westland: gemeentesecretaris Maarten van Beek en beleidsadviseurs Mustapha el Boumeshouli en Martijn Hinsen. Gepland zijn op dit moment: 15-06-2009 Schiedam: Michiel van de Groendendaal, secretaris a.i. 29-06-2009 Gemeentesecretarissen Alphen a/d Rijn, Nieuwkoop en Rijnwoude Op verzoek van Partners & Pröpper vindt op 3 juli een gesprek plaats met de heren Pröpper en Schermers van dat bureau, nadat eerder ook Van Naem & Partners (de heren Van der Zwan en Dekker) in een gesprek hadden aangegeven hoe hun denken over bestuurskrachtmeting zich ontwikkelt. In de loop van juni komt de projectleider met een analyse van de factoren die in de zgn. witte vlekken een belemmering vormen voor het idee , zoals in VNG-verband in een resolutie vastgelegd, om als gemeente de verantwoordelijkheid te nemen om zelf periodiek tot bestuurskrachtonderzoek over te gaan. Ook speelt de vraag hoe het Zuid-Hollandse project kan samenlopen met de activiteiten van KING (zie hierna), waarover de VNG-ledenvergadering op 10 juni beslist. Op de website van de VZHG (www.vzhg.nl) is een speciale pagina aangemaakt over het project. U vindt daarop niet alleen het Logboek van gehouden, lopend en voorgenomen bestuurskrachtonderzoek in Zuid-Holland, maar ook enkele voorbeelden van rapporten die in het kader van een bestuurskrachtonderzoek zijn uitgebracht en een eerdere rapportage aan het Platform van het project.
4
2.2 B&W Leidschendam-Voorburg over bestuurskrachtonderzoek B&W van de gemeente Leidschendam-Voorburg hebben bij brief van 28 april jl. aangegeven momenteel geen meerwaarde te zien in een bestuurskrachtonderzoek. a) De gemeente is in 2002 ontstaan door een fusie en heeft daarom een gunstige omvang uit een oogpunt van efficiency, effectiviteit en bestuurbaarheid; b) De gemeente onderzoekt haar functioneren en positie reeds op diverse andere manieren (quickscan 2009 naar doelmatigheid beleidsproces, besturing en samenwerking, benchmark Berenschot naar omvang organisatie, benchmark WMO, benchmark Publiekszaken, ‘Waar staat je gemeente.nl’. c) Het instrumentarium van het bestuurskrachtonderzoek is nog volop in ontwikkeling, o.a.via KING en het project Bevordering bestuurskrachtonderzoek Zuid-Holland: leren van ervaringen, protocollen, standaarden. De vraag of bestuurskrachtonderzoek voor Leidschendam-Voorburg meerwaarde heeft zal t.z.t. worden bezien, wanneer die ervaringen op een rij staan en de standaarden en protocollen zijn ontwikkeld.
2.3 Voorstel inrichting en financiering van KING Op 13 mei 2009 heeft de VNG het voorstel naar buiten gebracht over de inrichting en de financiering van KING, het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten. Het voorstel wordt behandeld op de Algemene Ledenvergadering van 10 juni a.s. in Almere. Voorgesteld wordt KING te bekostigen via: a) een structurele gemeentelijke bijdrage aan KING oplopend tot ruim € 0,45 per inwoner. Voorgesteld wordt deze te betalen uit de storting in het gemeentefonds, die volgt op de afbouw van de BZKsubsidie voor EGEM. b) (wat betreft benchmarking) een bijdrage van € 427 per gemeente voor benchmarking, onder gelijktijdige afbouw van de gemeentelijke bijdrage voor het benchmarkinstrumentarium aan de VNG. c) (wat betreft bestuurskracht) een kostendekkend tarief van € 15.000 per visitatie. Wanneer de Algemene Vergadering van de VNG akkoord gaat, is KING op 1 januari 2010 operationeel. KING wordt opgericht om gemeenten te steunen in hun ambitie als ‘eerste overheid’, de poort van publieke dienstverlening. Transparant, krachtig en dienstverlenend zijn de centrale begrippen voor deze collectieve aanpak van kwaliteitsverbetering. Er zijn drie pijlers: 1. Benchmarking: zelfbewust en transparant leren van en met andere gemeenten via op elkaar afgestemde benchmarks, die door KING zijn gecertificeerd. Aldus ook een bijdrage aan horizontale verantwoording en vermindering verticale monitorlast. 2. Bestuurskrachtonderzoek: een lerende organisatie en krachtig bestuur gaan hand in hand. KING gaat de validiteit en de uniformiteit ervan vergroten door een gecertificeerde basisstructuur te ontwikkelen met optionele plusmodules. Vanwege het aspect van leren en ontwikkelen nadruk op intercollegiale toetsing / visitatie. 3.Informatietechnologie.Hiervan het rendement vergroten via standaardisatie van elektronische dienstverlening en verbetering bedrijfsvoering. KING wil haar werk gaan doen in directe samenspraak met de gemeenten, beroepsverenigingen en vakverenigingen. Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bestaande netwerken. KING wordt een zelfstandige rechtspersoon met een eigen formatie van pakweg 50 fte en een begroting van € 8,25 miljoen. De organisatie is opgebouwd uit: • Directie en staf 9 fte • Informatietechnologie (specialisten) 16 fte • Bestuurskracht en benchmarking (specialisten) 10 fte • Gemeenteadviseurs (incl. leiding en ondersteuning) 15 fte
5
Elke gemeenteadviseur krijgt in beginsel een vast werkgebied van zo’n 40 gemeenten, waarmee hij contact onderhoudt op het niveau van B&W en management. Hij brengt enerzijds de landelijke ontwikkelingen in en sluit anderzijds aan bij de dagelijkse praktijk van gemeenten. Men zou ze kunnen vergelijken met de gemeentelijke ambassadeurs Water, zoals de VNG die eerder ontwikkelde.
2.4 De pijler bestuurskracht van KING In de brochure “KING Duurzame Kwaliteitsverbetering” is een aparte paragraaf gewijd aan de pijler ‘bestuurskracht’. De denklijn is overgenomen uit de VNG-beleidsvisie over bestuurskracht die op 9 april jl. is besproken in de VNG-commissie Bestuur en Veiligheid. Een samenvatting van die visie was opgenomen in het vorige VZHG-Journaal, paragraaf 2.2.
2.4.1
De filosofie
Bestuurskrachtonderzoek wordt gezien als een instrument voor de gemeente om periodiek na te gaan of taken en ambities waargemaakt kunnen worden, wat de sterke en zwakke punten zijn. KING wil bevorderen dat er een cyclisch leerproces ontstaat rond een instrument dat van en voor de gemeenten is en eenduidig. Na afloop van onderzoek volgt een visitatie door een commissie met vertegenwoordigers van andere gemeenten, eventueel ook van maatschappelijke instellingen en wetenschap. Onderzoek en visitatie zijn de start van een proces van reflectie hoe de gemeente kan verbeteren en versterken. Die worden gepresenteerd aan de gemeenteraad en vanaf dat moment is onderzoek c.a. openbaar.
2.4.2
De 7 vaste elementen van elk bestuurskrachtonderzoek
Wat zijn volgens KING de 7 elementen die bij elk bestuurskrachtonderzoek in beschouwing genomen moeten worden? 1. De maatschappelijke uitdaging waarvoor de gemeente staat; 2. De interactie van de gemeente met de samenleving; 3. Het ambitieniveau van de gemeente 4. Worden de afgesproken prestaties waargemaakt 5. De bestuurderskracht: hebben de bestuurders de juiste kwaliteiten om sturing te geven 6. De regierol van de gemeente naar medeoverheden en maatschappelijke partners 7. De kwaliteit van de ambtelijk organisatie.
2.4.3
Wat gaat KING er aan doen?
KING ziet voor zichzelf de volgende opdrachten: 1. het ontwikkelen van een basisstructuur, de bouwstenen die de basis vormen van een bestuurskrachtonderzoek. 2. het certificeren van adviesbureaus die voldoen aan de KING-standaard 3. het vorm geven aan een periodiek systeem voor bestuurskrachtonderzoek, dat de gemeente zelf initieert. 4. het inrichten van een “peer-review en visitatieproces” als vast onderdeel van dit periodieke systeem. 5. KING kan bestuurskrachtonderzoeken voor gemeenten organiseren.
2.4.4
Financien
In de begroting van KING is vanaf 2010 een post “opdrachtgeverschap voor visitaties” opgenomen. Die opdrachten worden tegen een kostendekkend tarief uitgevoerd. Uitgegaan wordt van 40 visitaties structureel per jaar à € 15.000. Voor het jaar 2010 wordt er vanuit gegaan dat de algemene inwonerbijdrage ten behoeve van KING kan worden aangewend voor het ontwikkelen van het bestuurskrachtinstrumentarium.
6
2.5 Bestuurskrachtonderzoek Randstadprovincies kan van start Met de keuze van een extern adviesbureau en de aanwijzing van de leden van de visitatiecommissie kan het gezamenlijke bestuurskrachtonderzoek van de vier Randstadprovincies van start. De nota van uitgangspunten was begin dit jaar door de vier colleges van GS vastgesteld. (Zie voor de opzet VZHGJournaal nr.3 van 27 maart 2009).Het onderzoek wordt begeleid door een externe visitatiecommissie bestaande uit drs. Loek Hermans, oud-Commisaris der Koningin (voorzitter), prof. mr. Hans Engels, hoogleraar staats- en bestuursrecht, prof. dr. Jouke de Vries, hoogleraar bestuurskunde en oudburgemeesters prof. dr. Luigi van Leeuwen, mr. Ed d’Hondt en mr. Harm Bruins Slot. De visitatiecommissie wordt in haar werk ondersteund door B&A Advies.
2.6 Uitvoeringsplan herziening Interbestuurlijk Toezicht Een van de onderdelen van het Programma Krachtig Bestuur van het Ministerie van BZK is de vereenvoudiging van het interbestuurlijk toezicht. Daarmee wordt uitvoering gegeven aan het kabinetstandpunt op het rapport van de commissie Oosting. De uitvoering van de aangekondigde maatregelen wordt gezien als een verantwoordelijkheid van rijk, VNG en IPO samen. Daarom hebben de minister van BZK en de voorzitters van VNG en IPO op 19 mei jl. het Uitvoeringsplan Herziening Interbestuurlijk Toezicht vastgesteld, de bestuurlijke routekaart voor een interbestuurlijke veranderopgave. Het uitvoeringsplan begint met de hoofdlijnen van de gemeenschappelijke visie op interbestuurlijk toezicht. Dan volgt een beschrijving van de projecten die in deze kabinetsperiode tot de uitvoering van het kabinetsstandpunt moeten leiden. Deze projecten worden gegroepeerd rond 6 thema’s: 1. Revitaliseren generiek toezicht 2. Verminderen specifiek toezicht 3. Versterken horizontale verantwoording en kwaliteitsborging 4. Opstellen (sectorspecifieke) beleidskaders 5. Nieuwe rollen en taken provincies en rijk 6. Kaders voor informatiearrangementen Het uitvoeringsplan eindigt met een beschrijving van de structuur en de werkwijze van de programmaorganisatie. Tot thema 1 behoort o.a. het herijken van het beleidskader schorsen en vernietigen en het opstellen van een model-beleidskader taakverwaarlozing door decentrale overheden.. Bij thema 3 wordt onderscheid gemaakt in een project voor de gemeenten en voor de provincies. Bij de gemeenten gaat het om het identificeren van de relevante taakcriteria, het bruikbaar maken van die taakcriteria en om het borgen van de kwaliteit en het gebruik van het model. Het landelijke model is eind 2010 klaar om aan te sluiten op www.waarstaatjegemeente.nl.
7
3 BESTUURLIJKE ORGANISATIE 3.1 De Krimpenerwaard op weg naar één gemeente? 3.1.1
Commissie Leemhuis brengt advies uit.
Op dinsdagavond 12 mei jl. presenteerde mw. J.M. Leemhuis-Stout, voorzitter van de Adviescommissie Bestuurlijke Toekomst Krimpenerwaard, in cultureel centrum De Zwaan in Berkenwoude het advies van de commissie aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. Ter gelegenheid van een skeelerwedstrijd speelde buiten de harmonie “Que sera, sera, what ever will be, will be. The future's not ours to see ”. Of de vele belangstellenden er ook zo over dachten, werd die avond niet duidelijk, want de commissie had bepaald dat alleen de aanwezige vertegenwoordigers van de pers (twee) vragen mochten stellen. Centrale lijn in de bevindingen van de commissie was: jullie als K5-gemeenten worden het nooit ergens met elkaar over eens; er is sprake van een bestuurlijke houdgreep. Dat kan worden opgelost door samenvoeging en opheffing. Daarnaast vinden wij dat de hele Krimpenerwaard als één gebied moet worden benaderd. In concreto adviseert de commissie: a) de vorming van een gemeente Krimpenerwaard die bestaat uit de huidige K5-gemeenten en de gemeente Krimpen aan den IJssel. (NB De commissie meldt niet dat een klein stuk van de Krimpenerwaard tot de gemeente Gouda behoort). b) deze gemeente moet in zijn geheel deel uitmaken van de Rotterdamse veiligheidsregio (brandweer, politie, geneeskundige hulpverlening bij rampen) en de stadsregio Rotterdam. c) de fusie wordt bij voorkeur in één keer doorgevoerd. d) In elk geval moeten de K5-gemeenten op de kortst mogelijke termijn worden opgeheven, dus zo nodig het fusieproces in twee fases uitvoeren: eerst de samenvoeging van de K5-gemeenten, waar Krimpen aan den IJssel zich later bij aansluit. Gedeputeerde Martin van Engelshoven-Huls nam het advies in Berkenwoude in ontvangst en zegde toe dat Gedeputeerde Staten op korte termijn een standpunt zullen innemen.
3.1.2
Krimpen aan den IJssel wijst fusie van zes gemeenten af
Het gemeentebestuur van Krimpen aan den IJssel is tegen een fusie van de zes gemeenten in de Krimpenerwaard. De opgaven waarvoor enerzijds Krimpen aan den IJssel en anderzijds de K5 gemeenten staan, de bestuurscultuur waarbinnen zij functioneren en hun maatschappelijke oriëntatie, verschillen te veel om er een sterke bestuurlijke eenheid van te kunnen maken. Dat schrijft het gemeentebestuur in een brief d.d. 20 mei 2009 aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. Ook de aanbeveling om Krimpen aan den IJssel in een latere fase te laten fuseren met de K5 is voor het gemeentebestuur geen optie. Krimpen aan den IJssel snapt niet dat de commissie-Leemhuis andere oplossingen voor de afzonderlijke K5 gemeenten afdoet als “niet serieus te nemen”. Dit sluit niet aan bij de opvatting van de regering dat fusieprocessen van onderop vorm moeten krijgen door de betrokken gemeenten en dus door hun inwoners. Het gemeentebestuur pleit voor een afweging die rekening houdt met de sociaal-culturele en maatschappelijke oriëntatie van de inwoners van de betrokken gemeenten in de Krimpenerwaard.
3.1.3
Nederlek: advies commissie Leemhuis niet serieus te nemen
Het gemeentebestuur van Nederlek wijst het advies van de commissie-Leemhuis van de hand. In een brief d.d. 27 mei 2009 wordt aangegeven dat Nederlek een bestuurskrachtige gemeente met visie is, berekend op haar taken. Dit is vorig jaar in een bestuurskrachtmeting aangetoond. Het is in het belang van de inwoners om als gemeente zelfstandig te blijven en voor bovenlokale zaken samen te werken.
8
voor een zelfstandige gemeente en het voortzetten van samenwerking bij bovenlokale zaken. Het ontbreekt aan draagvlak voor herindeling. Gemeenteraad en B en W tonen zich ontstemd en teleurgesteld over het rapport van de commissie Leemhuis. Uit de vraagstelling van Gedeputeerde Staten was duidelijk dat herindeling het einddoel was. De commissie heeft die vraagstelling geaccepteerd. Het commissierapport is op belangrijke onderdelen onvolledig. Er wordt voorbij gegaan aan het feit dat –anders dan de provincie aanvoerde- de gemeente Ouderkerk nooit aan de provincie heeft gevraagd om de regie te nemen tot herindeling. De commissie vindt het geen enkel probleem dat het fusieproces niet van onder op vorm krijgt. Eind vorig jaar hebben vier van de vijf gemeenten zich tegen herindeling gekeerd. Het is onbegrijpelijk dat de mogelijkheden voor andere oplossingen dan herindeling door de commissie Leemhuis worden afgedaan als “niet serieus te nemen”. De commissie heeft geen feitenonderzoek gedaan naar de huidige samenwerking: ze sabelt die eenzijdig en negatief neer. Het rapport van de commissie Leemhuis zou op inhoudelijke gronden niet serieus genomen moeten worden, aldus de gemeente Nederlek.
3.2 Samenwerking of fusie in de Noordelijke Bollenstreek In opdracht van de gemeenten Hillegom en Lisse heeft adviesbureau Ernst & Young onderzoek gedaan naar een vergaande samenwerking of fusie van gemeenten in de Noordelijke Bollenstreek. Nadat op 13 januari de onderzoekers Balemans en Ter Beek een presentatie gaven voor de raden van Hillegom en Lisse onder de titel “Hillegom, Lisse en …..; voorlopige beoordeling potentie fusie”, presenteerde Eric Balemans op 24 maart 2009 de eindrapporten aan de gemeenteraden van Hillegom, Lisse en Noordwijkerhout. Hij schetste een fusie van Hillegom, Lisse, Noordwijkerhout en Teylingen is “als stip aan de horizon” als een realistisch en haalbaar perspectief. Dat zou in twee fasen moeten gebeuren: Eerst een stevige bestuurlijke en ambtelijke samenwerking opzetten in een Shared Service Centre volgens het SETA-model. Vervolgens overgaan tot definitieve fusie van een gemeente die meer dan 110.000 inwoners zou hebben. B&W van Lisse hebben aangegeven die conclusie te delen. Verregaande samenwerking of een fusie met de 5 genoemde gemeenten biedt de grootste voordelen: betere dienstverlening door een minder kwetsbare ambtelijke organisatie en een betere positie in de regio. Een fusie betekent dat het gemeentebestuur meer mogelijkheden en middelen heeft om zijn inwoners beter van dienst te zijn. De gemeenteraad van Lisse spreekt hierover in juni. Inmiddels heeft een eerste bestuurlijk overleg tussen de vijf gemeenten plaats gevonden.
3.3 Samenwerking of fusie op Goeree-Overflakkee De gemeenteraden van Dirksland, Goedereede, Middelharnis en Oostflakkee komen op 3 juni a.s. in extra vergaderingen bijeen over het rapport van de commissie Schutte, over de bestuurlijke toekomst van Goeree-Overflakkee.(Zie VZHG –Journaal nr. 4 paragraaf 3.7.). Aan de raad van Dirksland wordt voorgesteld een standpunt te bepalen over één van de beide modellen, die de commissie voorlegt. Aan de raad van Middelharnis wordt voorgesteld een keuze te maken. In Goedereede is het rapport “Samen voor ons eiland” als zodanig geagendeerd. Naar aanleiding van de besluiten van de vier gemeenteraden gaat de Commissie-Schutte een nader advies uitbrengen aan Gedeputeerde Staten. De vier gemeenten op het eiland hebben gezamenlijk een informatiebrochure ontwikkeld met een samenvatting bevat van het rapport van de commissie Schutte, waarin de voor- en nadelen van twee bestuurlijke varianten (een fusie of verregaande samenwerking) zijn onderzocht. Met de brochure – die op 8 mei jl. huis-aan-huis werd verspreid op Goeree-Overflakkee- trachten de gemeentebesturen de inwoners en bedrijven inzicht te geven in de keuze die zij nu moeten maken. De vier gemeenten hebben vervolgens ideeën en opmerkingen gevraagd en openbare raadsbijeenkomsten gehouden. Op de
9
bijeenkomst van de gemeente Oostflakkee bleek dat alle fracties op één na zich waarschijnlijk voor herindeling gaan uitspreken.
4 DE VZHG ALS PROVINCIALE AFDELING VAN DE VNG 4.1 Algemene Ledenvergadering VNG op 10 juni 2009 De agenda voor de algemene ledenvergadering van de VNG, die op woensdagmorgen 10 juni a.s plaats vindt in Almere, bevat de volgende punten: • Financieel en algemeen jaarverslag VNG 2008 • Inrichting en financiering Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING) • Vaststelling contributie 2010 • Benoemingen in VNG-bestuur en beleidscommissies: Een speciale adviescommissie heeft een enkelvoudige voordracht aangeboden ter vervulling van enkele tussentijdse vacatures in VNG-bestuur en –commissies. Twee vacatures hadden betrekking op een gemeentebestuurder uit Zuid-Holland ; in beide gevallen stelt de commissie voor om diens opvolger voor de resterende termijn van deze bestuursperiode aan te wijzen: VNG-commissie Bestuur en Veiligheid Gemeentefinanciën
vacature Dhr. Opstelten (burgemeester van Rotterdam) Mw. Klijnsma (wethouder van Den Haag)
voorstel Dhr. Aboutaleb (burgemeester van Rotterdam) Mw. Bolle (wethouder van Den Haag)
4.2 CdK Overijssel: waar gemeenten het eens worden, kan provincie zich terug trekken. Op maandag 11 mei jl. hield de VNG-Overijssel haar jaarlijkse bestuurdersdag. Het thema was “de kwaliteit van het Overijssels bestuur”. Provincie en provinciale afdeling van de VNG hebben een project opgezet dat begint met een pilot Interbestuurlijk toezicht. Commissaris van de Koningin G.J. Jansen noemde de Wet ruimtelijke ordening als voorbeeld waar toezicht anders georganiseerd kan worden. Als gemeenten met elkaar in de slag gaan en onderling meer afspraken maken, kan de provincie zich – behoudens enkele kernthema’s- terug trekken. Het provinciebestuur wil dat aan de voorkant van het proces regelen door meer verantwoordelijkheid bij de gemeenten te leggen. Naarmate zij het meer met elkaar eens worden, hebben ze minder last van “Zwolle”. Worden ze het niet eens, of houden ze zich niet aan de afspraken, dan hakt de provincie de knoop door. Bertine Steenbergen, directeur Krachtig Bestuur van het Ministerie van BZK, gaf aan dat ook het rijk moet leren om los te laten. Haar voorkeur is om niet vanuit wetten en voorschriften, maar vanuit de inhoud te veranderen. Zij wil graag weten welke informatie een gemeenteraad nodig heeft om goed te kunnen functioneren. Werken vanuit vertrouwen en kracht moet meer gemeen goed worden, ook in de relatie provincie-gemeenten, die in de ene provincie sterk afwijkt van die in de andere. Gemeenten riep zij op , vanuit een lerende open instelling te wreken aan kwaliteit via bestuurskrachtonderzoek. De vrees dat het een afrekeninstrument is, moet worden weggenomen. Onnavolgbaar was de bijdrage van Driek van Wissen, voormalig Dichter des Vaderlands. Hij benaderde de begrippen die hij had gehoord taalkundig: bestuurskracht (net zoiets als leerkracht of onderwijskracht?), klankbordgroep (een klankbord dient uitsluitend om een bepaald geluid te versterken ) of pro-actief toezicht ( dat is zoiets als de proefwerken nakijken, die morgen gemaakt worden).
10
4.3 Akkoord in Gelderland over uitvoeringsstructuur omgevingstaken. De provincie Gelderland en VNG-Gelderland (56 gemeenten) hebben een akkoord bereikt over de aanpak van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) op het terrein van milieu en ruimtelijke ordening. Deze afspraak voor de invulling van de uitvoeringsstructuur is verwoord in de “Gelderse Maat in VTH”. De Gelderse Maat kenmerkt zich door een gelaagde uitvoeringsstructuur die flexibel is en waarbij de keuze voor de uitvoeringslaag afhankelijk is van de kritische massa. De taken die uitgevoerd kunnen worden op lokaal niveau zullen door de gemeente worden uitgevoerd, die de kwaliteit daarvoor zullen borgen. De meer complexe taken worden op regionaal niveau uitgevoerd waarbij gedacht wordt aan de wgr- regio’s. Ook op deze schaal zal voor de benodigde kwaliteit worden gezorgd. Voor de nog complexere en specifieke taken vindt opschaling naar provinciaal niveau plaats. Voor de IPPC en BRZO blijft de provincie bevoegd gezag. In een brief d.d. 26 mei 2009 aan minister Cramer spreken de provincie en de Gelderse gemeenten hun bezorgdheid uit over de voortgang nu IPO en VNG geen overeenstemming hebben kunnen bereiken over een gezamenlijk eindbeeld voor een uitvoeringsorganisatie die voldoet aan de randvoorwaarden van het Rijk.
4.4 Beste portefeuillehouder P&O van Nederland? Mirjam Salet, burgemeester van de gemeente Spijkenisse en oud-bestuurslid van de VZHG, is één van de drie genomineerden voor de prijs van ‘Beste portefeuillehouder P&O van het jaar’. De andere twee zijn de burgemeester van Heerhugowaard, resp. van Lingewaard. De winnaar wordt tijdens het VNGjaarcongres op 9 juni a.s. bekendgemaakt. De genomineerden zijn allen betrokken bestuurders die een visie hebben op personeelsbeleid en hun medewerkers weten te inspireren en te motiveren. Zij werken deze visie uit in goede en originele initiatieven waarmee zij een brug slaan tussen goede dienstverlening voor burgers en aantrekkelijk werkgeverschap. De verkiezing ‘Beste portefeuillehouder P&O van het jaar’ is een initiatief van het College voor Arbeidszaken van de VNG.
5 PROVINCIAAL BESTUUR 5.1 Vergadering Provinciale Staten Provinciale Staten zijn bijeen geweest op 27 mei 2009. Op de agenda o.a.: • Voorstel tot benoeming van Govert Veldhuijzen tot gedeputeerde (vacature Manita Koop) • Rijnland Route: richtlijnen voor de milieu-effectrapportage; • Noordse Buurt in Nieuwkoop: provinciale structuurvisie; • 380 kV hoogspanningsleiding tussen Wateringen en Bleiswijk; • Regionale Ontwikkelingsorganisatie Zuidplas: begrotingen 2009 en 2010 en meerjarenbegroting 2011-2013; • Innovatieve bestuurskrachtmeting Krimpen aan den IJssel: subsidie.
11
6 INTERNATIONALE ZAKEN 6.1 VNG wil netwerk van gemeentelijke Europa-coördinatoren. De VNG wil een netwerk gaan opzetten van gemeentelijke bestuurders en ambtenaren die Europa in de portefeuille hebben. Het doel is het uitwisselen van kennis en ervaringen, het versterken van de band met de VNG op het gebied van Europese aangelegenheden en het meedenken en –doen in het Europa-veld. Bij brief van 19 mei 2009 vraagt de afdeling EUI (EUropa en Internationaal) van de VNG om de contactgegevens door te geven van medewerkers en bestuurders die zich binnen de gemeente “met Europa bezig houden”. Zij worden dan rechtstreeks op de hoogte gehouden van relevante Europese ontwikkelingen en worden betrokken bij het VNG-beleid over Europa. De gegevens kunnen worden gestuurd naar Joram Verspaget van de VNG-afdeling EUI, te bereiken via (e-mail)
[email protected] of (telefoon) 070- 3738540.
7 OVERIGE BESTUURLIJKE AANGELEGENHEDEN 7.1 Bijeenkomst “wethouder: een bestuurlijke duizendpoot?” Op donderdag 14 mei organiseerden het Actieprogramma Lokaal Bestuur, de VZHG en de Wethoudersvereniging in Zoetermeer een bijeenkomst voor wethouders onder de titel “Wethouder, een bestuurlijke duizendpoot? “ De wethoudersvereniging wil uitdragen dat wethouder zijn een vak is. Bestuurslid Edo Haan, wethouder van Zoetermeer, gaf aan waar de vereniging voor staat. Samen met een ander bestuurslid, wethouder Siebe Keulen van Gouda, leidde hij een discussie waarin ervaringen werden uitgewisseld over: a) Relatie B & W met de raad Hoe ziet een raadsprogramma er uit, wat zijn knelpunten in de uitvoering, wat is de positie en rol van de griffier, rol van oppositiepartijen en rol van fractievoorzitters, rollen t.a.v. kadernota en jaarrekening, hoe zijn de relaties onderling b) Relatie met coalitiepartijen Voorop zou moeten staan dat partijen elkaar niet verrassen, overleg met de eigen fractie is van groot belang, raadsleden moeten niet te zeer bij één zaak betrokken zijn die hem of haar raakt c) Relatie met de ambtelijke organisatie Wat is de rol van de wethouder bij het agenderen van onderwerpen bij de raad. Gaan stukken uit de ambtelijke organisatie rechtstreeks naar het college, ook zonder dat de verantwoordelijk wethouder er kennis van heeft genomen? Hoe vaak wordt overleg gevoerd met de ambtenaren? Hoe wordt zeker gesteld dat stukken vanuit de ambtelijke organisatie voldoende inhoud en kwaliteit hebben? Hoe bepalend is de bestuursstijl van een wethouder? Informeren wethouders elkaar ook onderling naast het afparaferen? Hoe ga je om met bespreeklijsten en conformlijsten? Zijn er voldoende zgn. vrijesessies om richting te geven aan het collegebeleid en moeten die met de portefeuillehouder worden voorbesproken? In hoeverre overleggen MT-leden en collegeleden geregeld met elkaar? Vervolgens vond een Rondetafelgesprek plaats met vertegenwoordigers van de media (zowel van een streekblad als van AD Haagse Courant). Ervaringen werden uitgewisseld met o.a. bereikbaarheid van wethouders, hoe wethouders nieuws in de media krijgen en hoe –andersom- de pers nieuws moet verkrijgen. Wanneer is het effectiever of gemakkelijker om de wethouder rechtstreeks te benaderen, wanneer kan het beter via de voorlichter van de gemeente lopen?
12
7.2 “Omgaan met de media” voor raadsleden. Op maandagavond 18 mei jl. organiseerden de VZHG en het Actieprogramma Lokaal Bestuur voor de tweede keer een bijeenkomst voor raadsleden rond het thema “Omgaan met de media”. Dertig raadsleden uit de hele provincie waren naar het gemeentehuis van Oud-Beijerland gekomen voor een workshop met communicatie-adviseur Liesbeth Rooijmans en een rondetafelgesprek met enkele vertegenwoordigers van de schrijvende pers en de regionale radio. Liesbeth Rooijmans legde de nadruk op het profileren als fractie en het daaraan koppelen van zgn. Adossiers , waarop je altijd zichtbaar wilt zijn: maximaal 2 per raadslid en 6 per fractie. Aan die thema’s wordt consequent aandacht besteed, niet alleen in de raadsvergadering, maar ook in nieuwsbrieven , de website of ludieke acties. Hou vast aan de droom die je ertoe bracht om raadslid te worden. Voor veel raadsleden waren de mogelijkheden van Hyves of Twitter een “eye-opener”, want dat wordt toch vooral nog aan jongeren gekoppeld. De oproep werd gedaan om politieke keuzes te vatten in oneliners en kernboodschappen. Liesbeth voorspelde dat –naar analogie van de Obama campagne- er in 2010 veel meer met persoonlijke boodschappen per e-mail gewerkt zal worden. Tenslotte gaf zij een aantal tips voor het direct benaderen (de deadlines van de verschillende redacties) en omgaan met de media. In het rondetafelgesprek met vertegenwoordigers van de media kwam naar voren dat journalisten van nature lui zijn. Aan een doorwrocht betoog heeft de lezer weinig behoefte. De boodschap moet simpel zijn. Illustrerend was de opmerking van Dick Aanen van het Kontakt (een groep huis-aan-huis-bladen) dat zij erop getraind zijn om nooit meer woorden als “beleid, ontwikkeling en nota” op te nemen in een verslag van een raadsvergadering. Het moet gaan om iets waar de lezers mee te maken hebben en zich iets bij voor kunnen stellen.
7.3 Magazine met realistisch beeld raadswerk Het Actieprogramma Lokaal Bestuur heeft op 13 mei jl. het eenmalige magazine ‘RAAD” uitgebracht. Het is bedoeld om personen die interesse hebben in het raadslidmaatschap te informeren over het raadswerk en daarvan een realistisch beeld te geven. Het magazine bevat naast een informatief gedeelte (stukje staatsrecht, de gereedschapskist, de campagne, de politieke partijen) een aantal reportages, interviews en portretten. Hierin komen veel raadsleden aan het woord en mensen die met gemeenteraden “werken. Zo blikt minister-president Jan Peter Balkenende terug op zestien jaar raadslidmaatschap in Amstelveen. Exemplaren van het magazine RAAD kunnen besteld worden via www.raad2010.nl.
7.4 VNG-commissie Bestuur en Veiligheid De commissie komt op maandagmorgen 8 juni 2009 bijeen in de Schouwburg in Almere. Op de agenda: • Relatie Veiligheidsberaad – VNG: presentatie door het Veiligheidsberaad; voortzetting discussie over samenwerkingsafspraken, bespreking aanbevelingen over rechtspersoonlijkheid VB en bureau VB • Generiek toezichtsinstrumentarium: Gedachtebepaling voorafgaand aan formele consultatie inzake wetsvoorstel strekkend tot revitalisering generiek instrumentarium • Lokale prioriteiten veiligheid 2009 – 2012: presentatie en bespreking uitkomsten onderzoek SGBO naar gemeentelijke prioriteiten veiligheid 2009 - 2012 • Nationaal Urgentie Programma (NUP): bespreking VNG-standpunt inzake de haalbaarheid van de realisatie met het oog op het bestuurlijk overleg op 18 juni. • Basisadministratie Adressen en Gebouwen ( BAG): Standpuntbepaling deel implementatie Basisadministratie Adressen en Gebouwen • Kosten voor gemeenten van militaire bijstand: presentatie door Ministerie van Defensie. Bespreking voorstel Defensie om doormiddel van een uitname uit het Gemeentefonds de kosten van militaire bijstand en steunverlening af te kopen. • Hersteloperatie aangetast archief burgerlijke stand : Bespreking standpunt verdeling verantwoordelijkheden en kosten met het oog op Bestuurlijk Overleg juni
13
•
•
Nazorg ex-gedetineerden: In vervolg op besluitvorming vorige vergadering ( ‘geen ondertekening samenwerkingsmodel met Rijk zonder overeenstemming over financiële compensatie’) bespreking reactie Rijk Mededelingen/stand van zaken/korte bespreekonderwerpen: Uitkomsten wiettop Maastricht, Politie advies commissie De Graaf, AO politie, Bestuurlijke boete, Dienstverlening, KING
7.5 Statencommissie Bestuur en Middelen. De Statencommissie is bijeen geweest op 20 mei jl. Op de agenda: • Regionale Ontwikkelingsorganisatie Zuidplas: begroting 2009 en 2010 en meerjarenbegroting 20112013. • Innovatief bestuurskrachtonderzoek Krimpen aan den IJssel e.a.:subsidietoekenning • Economische situatie Zuid-Holland: uitvoering motie. • Bestuurlijke toekomst Rijnwoude, Boskoop e.o. • Niet openstelling burgemeestersvacatures: jaarlijkse rapportage CdK
8 ONDERWIJS, ZORG EN WELZIJN 8.1 Statencommissie Samenleving De commissie komt bijeen op 3 juni 2009. Op de agenda o.a. : • Prestatieafspraken met Zorgbelang Zuid-Holland 2010-2012; • Historische Landgoederen (beleidskader 2009-2012) • Cultuur in de Provinciale Structuurvisie • Archeologie: depotbeleid; • Ambulancezorg (stand van zaken) • Cultuurhistorie Zuid-Holland: ontwikkeling regioprofielen • Ondertiteling tv-uitzendingen van regionale omroepen • Onderzoeken over effectiviteit in de jeugdzorg.
9 RUIMTE EN WONEN 9.1 Provinciale structuurvisie (PSV) 9.1.1
Ontwerpstructuurvisie en voorontwerp-verordening uitgebracht door GS.
Op dinsdag 28 april hebben GS van Zuid-Holland de ontwerpstructuurvisie «Visie op Zuid-Holland» uitgebracht, samen met het voorontwerp van de provinciale verordening Ruimte. In de visie wordt het provinciaal beleid vastgelegd, dat onder de nieuwe wet alleen bindend is voor de provincioe zelf. In de verordening worden de daaruit voortvloeinde voorschriften neergelegd die een directe werking voor gemeenten en waterschappen hebben. De stukken komen aan de orde in zes zgn. regionale tafels, waarvoor de betreffende bestuurders van gemeenten en waterschappen waren uitgenodigd. Goeree-Overflakkee en Hoeksche Waard: Midden-Holland: Drechtsteden en Alblasserwaard –Vijfheerenlanden: Stadsregio Rotterdam:
donderdagmiddag 14 mei vrijdagmiddag 15 mei woensdagmiddag 27 mei donderdagmiddag 28 mei
14
Haaglanden: Holland Rijnland en Rijnstreek:
9.1.2
vrijdagmiddag 29 mei vrijdag 5 juni 13.00 - 16.00 uur
Gesprek met GS over rolverdeling in ruimtelijke ordening.
Op maandag 11 mei jl. heeft een gesprek plaats gevonden over de rolverdeling gemeenten-provincie in de ruimtelijke ordening tussen een delegatie van de VZHG (gemeenten) en het provinciebestuur van Zuid-Holland. De delegatie van de GS bestond uit CdK Jan Franssen en waarnemend portefeuillehouder Lenie Dwarshuis. Van gemeentelijke zijde waren 8 van de negen regio’s vertegenwoordigd, inclusief Frank Koen, portefeuillehouder RO van de VZHG. Aanleiding voor het gesprek was de ernstige zorg die de gemeenten eerder in een brief hadden uitgesproken over de invulling die de provincie Zuid-Holland wil geven aan haar rol. Frank Koen verwoordde die zorg in de openingsvraag “Wat ziet de provincie –in het licht van de nieuwe Wro- als het lokaal belang”? De CdK wilde daar niet direct op ingaan. GS redeneren vanuit de inhoudelijke regieopdracht die zij ervaren in de wet. Wat hen betreft staat de invulling en vormgeving van het provinciaal belang centraal. Die discussie is de provincie vroegtijdig aangegaan en in dat kader zijn de recente GS-besluiten over de ontwerpstructuurvisie en de voorontwerp-verordening een tussenproduct. Voor de provincie als middenbestuur is dat een extra lastig proces, waarin ruimte is voor inspraak en bijstelling. Het is een voorzet waarover opnieuw aan de bestuurlijke tafels gesproken gaat worden. Dat er een spanningsveld bestaat tussen het provinciaal en het lokaal belang is ook GS duidelijk. Het is –naast de oproep om actief commentaar te leveren aanleiding geweest voor het besluit om de PSV en de verordening extern nog eens kritisch te laten doorlichten. In de discussie kwamen de volgende elementen aan bod: • Het is zaak om het meer eens te worden over de rolverdeling en wisselwerking dan thans het geval lijkt. Dat moet aan de voorkant van het proces geregeld worden. Gemeenten noch provincie willen bij voortduring bij de rechter tegenover elkaar staan, als het gaat om de uitoefening van deze reguliere publieke taken. • Het is niet zo moeilijk om praktijkvoorbeelden te noemen van zowel ontwikkelingen /ambities, waarin voorstelbaar is dat de provincie doorzet, ook al is daar lokaal/regionaal weinig draagvlak voor, als van provinciale bemoeienis (met name rond het thema wonen) die gezien het detailniveau onvoorstelbaar is. Is het mogelijk om voor de begrenzing naar beneden algemene lijnen aan te geven? Kan de provincie afstappen van tijdslurpende beoordeling per geval, wanneer aan bepaalde voorwaarden van afstemming vooraf is voldaan? • Als de gemeenten met elkaar –en in samenspraak met de provincie- tot een regionaal structuurplan komen, mag dan verwacht worden dat de daarin gemaakte afspraken (behoudens nieuwe ontwikkelingen) niet door beleidsregels of voorschriften in de verordening op losse schroeven gezet worden. De CdK stelde dat de gemeenten in de eerste ronde van de bestuurlijke tafels nauwelijks animo toonden om op het vereiste abstractieniveau in te gaan op de nota provinciaal belang. De hoofdboodschap was: als u alle regionale structuurvisies bij elkaar optelt, heeft u aardig het provinciaal belang te pakken. Zo werkt dus niet, had hij al in zijn Nieuwjaarstoespraak duidelijk gemaakt. De gemeenten moeten zich bewust zijn van het aangescherpte profiel dat de provincie als regisseur van de ruimte heeft gekozen. Daarop aangesproken door zowel het rijk als door de eigen Staten, wordt gewerkt aan een definitief wijzigen van het imago dat hier alles wordt toegelaten. Opnieuw werd het belang benadrukt van rechtstreeks contact met de statenleden over de gemeentelijke insteek. Uit die richting komt de belangrijkste prikkel zich bezig te houden met aspecten die primair op (inter) gemeentelijke schaal liggen.
15
Afgesproken is om de periode tot het eind van de discussie over de wisselwerking provincie-gemeenten de formele inspraakperiode rond het PSV (19 juli 2009) te gebruiken om te proberen nader tot elkaar te komen. Dat gebeurt langs drie lijnen: a) per regio gaan de gemeenten tijdens de zgn. bestuurlijke tafels (tussen 14 mei en 5 juni) aangeven waar en hoe de thans gepresenteerde ontwerpregels of voorschiften onnodig in de plaats treden of ingrijpen in lokale afwegingsprocessen. b) de gemeenten presenteren hun visie op de sturingsfilosofie, zo mogelijk geconcretiseerd in de vorm van amendementen op de ontwerp-verordening. Wat is het lokaal belang en het regionaal belang en hoe kan worden voorkomen dat dit structureel in strijd komt met het provinciaal belang? c) de externe doorlichting van PSV en verordening, waartoe GS opdracht gegeven hebben. Er wordt voor de zomervakantie een nieuw gesprek belegd tussen GS en de portefeuillehouders RO van de regio’s, waarin deze lijnen bij elkaar worden gebracht.
9.1.3
Ontwerp provinciale structuurvisie nog niet de inspraak in
Op woensdagavond 13 mei jl. hebben drie Statencommissies (voor Ruimte en Wonen, voor Mobiliteit, Kennis en Economie en voor Groen, Water en Milieu) in een gecombineerde vergadering gereageerd op het voorgelegde ontwerp van de Provinciale Structuurvisie en van de Verordening Ruimte. Zij hadden – naast waardering- zoveel vragen en aanmerkingen, dat zij GS adviseerden om de PSV c.a. niet vrij te geven voor inspraak. Na een schorsing nam (het bijna compleet aanwezige ) GS dit advies over. De reeds geplande 2e ronde bestuurlijke tafels gaat gewoon door, maar alleen om te consulteren. Eind september, begin oktober wordt het aangepaste, verbeterde PSV opnieuw besproken in de Statencommissies De planning ziet er nu als volgt uit: Mei/juni 2009: Bestuurlijke tafels en andere consultaties. Begin juli: bestuurlijk overleg GS met delegatie gemeenten / VZHG September Gedeputeerde Staten stellen ontwerpen vast. Oktober Gezamenlijke Statencommissies adviseren over vrij te geven voor inspraak. Nov./december Inspraak op ontwerp structuurvisie, ontwerp verordening en ontwerp Plan MER. Maart 2010 Bespreking ontwerpen en resultaten inspraak in gezamenlijke statencommissies. April 2010 Provinciale Staten stellen structuurvisie, verordening en PlanMER vast.
9.1.4 • •
• • • • • • •
De belangrijkste opmerkingen vanuit de statencommissies
Het verschil tussen staand en nieuw beleid komt niet uit de verf; Vertillen we ons niet aan de norm 80% binnenstedelijk bouwen? (Gedeputeerde Dwarshuis later: 80% blijft uitgangspunt, echter met monitoring. Bij niet slagen kan soepeler worden omgegaan met de contouren en is er nog de Zuidplaspolder) Veel vragen over de sturingsfilosofie (migratiesaldo nul, rode contouren, 80% binnenstedelijk Zuidvleugel, 50/50% overig); Wat is het achterliggend idee van de zgn. transformatiegebieden en waar krijgt men dan mee te maken. (de gedeputeerde: deze gebieden moeten worden uitgewerkt op basis van provinciaal beleid) Hoe werkt de landgoederenstatus door? Meer aandacht nodig voor de "menselijke laag".(de gedeputeerde: daarop gaat het Plan MER in: people, planet, profit.) Onduidelijkheid over functies (wat is provinciaal landschap als concept en wat betekenen de andere aanduidingen op de functiekaart, waarbij ook landschap gebruikt wordt) Het financiële gedeelte is onvoldoende uitgewerkt; Meer aandacht nodig voor de verziltingsproblematiek en de verschillende oplossingsrichtingen.
16
Over de provinciale verordening ruimte • Twijfel aan de juridische hardheid. Hoe staat men uiteindelijk bij de Raad van State als beroep wordt ingesteld tegen afwijzingen op basis van zulke vage criteria (zoveel als mogelijk, redelijke verhoudingen, potentieel geding etc..) • De provincie zou meer moeten overlaten aan de gemeenten. In het eerste halfjaar na de inwerkingtreding van de Wro bleek immers dat 94 % van de bestemmingsplannen op één of andere manier te maken had met een provinciaal belang. Dat is toch veel te veel. • Veel discussie over het ontheffing verlenen (door GS en op basis waarvan of door PS; wie gaat waarover?) • De ontheffingssystematiek rammelt aan alle kanten"; Waarnemend portefeuillehouder Lenie Dwarshuis gaf ten slotte aan de waarde van de regio’s bij ruimtelijke afspraken te koesteren. (Met dank aan Kees Miedema, stadsgewest Haaglanden)
9.2 Gemeentelijke visie op lokaal belang versus provinciaal belang in de maak Conform afspraak in het bestuurlijk overleg tussen GS en VZHG wordt momenteel ambtelijk gewerkt aan een gemeentelijke visie op het lokaal belang versus het provinciaal belang. Aan de regio’s in ZuidHolland is gevraagd daarvoor een bijdrage te leveren, bij voorbeeld gebruik makend van de voorbereiding van de bestuurlijke tafels. Van bijna alle regio’s; is zo’n bijdrage ontvangen en een allereerste versie is door de VZHG in omloop gebracht.
9.3 Govert Veldhuijzen gedeputeerde ruimtelijke ordening Govert Veldhuijzen is op 27 mei jl. opnieuw aangewezen als gedeputeerde in de provincie Zuid-Holland. Betrof het de vorige keer (in juli 2007) een tijdelijke vervanging omdat Asje van Dijk lange tijd uit de roulatie was, deze keer is het de bedoeling de hele bestuursperiode (tot maart 2011) aan te blijven. Hij volgt Manita Koop op die vorige maand aftrad en neemt haar portefeuille over: ruimtelijke ontwikkeling, wonen, onderwijs en arbeidsmarkt. De heer Veldhuijzen (CDA) was eerder wethouder van Dordrecht, vice-voorzitter van de VZHG en medewerker van de VNG en vanuit die hoedanigheid goed bekend met de mogelijkheden en beperkingen van het lokaal bestuur.
9.4 Statencommissie Ruimte en Wonen 9.4.1
Vergadering 13 mei 2009
De Statencommissie is bijeen geweest op 13 mei 2009. Op de agenda: • Visie op Zuid-Holland, de provinciale structuurvisie (ontwerp), inclusief een vergelijking tussen oud en nieuw beleid en een notitie over de financiële consequenties voor het inzetten van instrumenten uit de Wet ruimtelijke ordening;(zie 9.1.3. en 9.1.4.) • Provinciale Verordening Ruimte (voorontwerp). Hierin worden regels gesteld over de inhoud van bestemmingsplannen. De provincie wil dit instrument inzetten wanneer provinciale ruimtelijke belangen noodzakelijkerwijs in een gemeentelijk bestemmingsplan worden verwerkt. Voorafgaand aan de vergadering werd ingesproken door: De heer J.F. Koen als portefeuillehouder ruimtelijke ordening van de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden De heer Ph. van den Berg, als wethouder ruimtelijke ordening van Middelharnis; De heer G.J. van der Valk, als portefeuillehouder ruimtelijke ordening van Oostflakkee.
9.4.2
Vergadering 10 juni 2009
De commissie komt weer bijeen op 10 juni a.s. Dan wordt gesproken over:
17
•
•
•
Het interimbeleid Wet ruimtelijke ordening: het ontwerp-interimbeleid is op 25 juni 2008 door Provinciale Staten vrijgegeven voor ter inzage legging (van 30 juni 2008 tot en met 11 augustus 2008) en inspraak. Tegen het ontwerp zijn drie zienswijzen ingediend, waaronder één uit gemeentelijke kring: Leidschendam-Voorburg. Het interimbeleid is tot op heden nog niet door PS vast gesteld. GS vragen de commissie om advies uit te brengen, zodat Provinciale Staten het interim beleid op 24 juni 2009 kunnen vaststellen. De Monitor Bestemmingsplannen Met de rapportage over de inzet van de Wro-instrumenten na inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening hebben GS invulling gegeven aan de statenmotie van 26 juni 2008, waarin werd opgedragen om het gemeentelijk opereren na het vervallen van het goedkeuringsvereiste nauwgezet te volgen. De monitor is in januari aangeboden aan de Staten. Het stond op de agenda van de commissievergadering van april, maar de behandeling is op verzoek van de commissie doorgeschoven naar juni. Voorafgaand aan de bespreking zal een korte toelichting worden gegeven. Compensatiegebied glastuinbouw (brief gedeputeerde Van Dijk)
9.5 Provincie Limburg: geen provinciale verordening om ruimte van gemeenten in te perken. De provincie Limburg gaat geen provinciale verordening opstellen om de vrijheid die gemeenten volgens de nieuwe Wet ruimtelijke ordening hebben in te perken. Evenmin wil Limburg, aldus het maandblad Provincie van 28 mei 2009, gebruik maken van een Algemene Maatregel van Bestuur om gemeenten zich aan het ruimtelijk beleid van de provincie of het rijk te laten houden. In plaats daarvan wil de provincie bestuursakkoorden met de gemeenten sluiten die behelzen dat in de honderden bestemmingsplannen die in de komende jaren worden vernieuwd de ontwikkelingen die van provinciaal of landelijk belang zijn worden meegenomen. Gedeputeerde Ger Driessen verwacht dat Limburg beter dan andere provincies die wel een verordening opstellen bij de plannen van gemeenten kan aansluiten. “Het is niet van deze tijd dat overheden elkaar gaan bestoken met regelgeving om iets van elkaar gedaan te krijgen”stelt Driessen die “fundamentele bezwaren tegen de aanpak van andere provincies heeft. Daarmee wordt een centralistische impuls aan het ruimtelijk beleid gegeven en de regeldruk die in de ruimtelijke ordening toch al veel te hoog is, zal sterk toenemen. dat zijn provincie. Uit: Provincie van 28 mei 2009.
9.6 VROM-overleg over voortgang invoering Wet ruimtelijke ordening Op 3 juni a.s. komt het zgn. ambassadeursoverleg bijeen dat het Ministerie van VROM heeft ingesteld voor de begeleiding van de invoering van de Wet ruimtelijke ordening. Hierin zitten vertegenwoordigers van elke provincie en van elke provinciale afdeling van de VNG. Aan de orde komen: • Stand van zaken wetgeving: Wro, Bro, Ministeriële Regeling en AMvB; • Uitstel digitale verplichtingen tot 1 januari 2009. • Ervaringen met de Wro bij gemeenten en provincies • Stand van zaken invoeringsbegeleiding Wro : Kennisplein, expertteam, publicaties en congressen/seminars • Helpdesk Wro: toelichting Toos Lander (Senternovem) • Stand van zaken evaluatie en monitoring Wro
9.7 Provinciale Planologische Commissie (PPC) 9.7.1
Vergaderingen
Soort PPC-commissie PPC-Advies
Datum 14-05-2009
Agendapunten • Kwaliteit landschap: Agenda Landschap , Innovatieprogramma Mooi Nederland, Snelweg-
18
•
•
9.7.2
panorama's , rijksbufferzones Toelichting door de heer R. Uwland (projectleider vanuit VROM/Mooi Nederland betrokken bij de Agenda Landschap) en over Mooi Zuid-Holland door de heer A.M. van de Lindeloof. IRP Kust (toelichting door de heren L.C. de Jonge en/of A.M. van de Lindeloof en bespreking wat betreft de uitvoeringsagenda) Provinciale structuurvisie Noordse Buurt
Planning onderwerpen die in 2009 in PPC aan de orde komen
11 juni 2009 • PPC regiobezoek Hoeksche Waard en Goeree Overflakkee Structuurvisie Hoeksche Waard en structuurvisie Goeree-Overflakkee. Aandachtspunten in de Hoeksche Waard o.a. de suikerfabriek, het snelwegpanorama, de glastuinbouw, de recreatiewoningen en de windmolens. Aandachtspunten op Goeree-Overflakkee: glastuinbouw en wateraspecten. 18 juni 2009 • ISV Greenport regio Boskoop • Transformatievisie Merwedezone 3 september 2009 • Nationaal Waterplan, toelichting, toegespitst op de aandachtpunten voor Zuid-Holland, waarbij aangegeven wordt hoe met de inspraakreacties wordt omgegaan. • Provinciaal Waterplan • Uitvoering Randstad 2040: Voortgang nieuwe allianties / nieuwe sleutelprojecten / Greenport. 1 oktober 2009 • Verstedelijkingsafspraken: gebiedsagenda's en Meerjaren Investeringsbudget Ruimte en Transport (MIRT), toelichting en bespreking afspraken in relatie tot Zuid-Holland • Migratiesaldo nul en kwaliteitsatlas Groene Hart, toelichting en bespreking aandachtspunten voor Zuid-Holland 15 oktober 2009 • PPC regiobezoek Landschapsparken, metropolitane parken, bufferzones, Hof van Delfland, aandacht voor glastuinbouw.
10 GROEN 10.1 Statencommissie Groen, Water en Milieu De commissie is bijeen geweest op 13 mei 2009. Toen stond op de agenda: • CO2-opslag • Provinciale Waterverordeningen • Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer Zuid-Holland tbv opvang winterganzen. • Uitvoering Voorloper Groene Hart (procedure om te komen tot behandelvoorstel van motie).
19
De commissie kwam opnieuw bijeen op 20 mei jl. Toen stond op de agenda: • Duurzame innovatie (actieprogramma) • Ecologische hoofdstructuur • Groenontwikkeling; herijking provinciaal meerjarenprogramma Landelijk Gebied 2007-2013 • Plattelands Ontwikkelings Programma POP II. • Een Delta van kansen, brochure Programmabureau Zuidwestelijke Delta • Toekomstige uitvoering milieutaken (TUM), stand van zaken • Milieubelevingsonderzoek 2008 • Nieuwe stelsel van Natuur- en Landschapsbeheer.
11 MILIEU 11.1 VNG-commissie Milieu en Mobiliteit De commissie is bijeen geweest op 7 mei 2009. Op de agenda: • Uitvoering VROM – taken • Voorbespreking Nationaal Mobiliteits Beraad (NMB) van 14 mei • Crisis- en herstelwet Het kabinet heeft aangekondigd een crisis- en herstelwet bij de Tweede Kamer in te dienen. Deze wet zal gericht zijn op het versnellen en vereenvoudigen van planprocedures voor infrastructurele en andere grote bouwprojecten. Aan de orde was de vraag wat de inzet van de VNG zal zijn. • Geluid: A. Richtlijn omgevingslawaai; B. SWUNG ad a. De Europese richtlijn Omgevingslawaai is in 2004 in Nederland ingevoerd in de Wet geluidhinder. De richtlijn richt zich op weg- en railverkeer en luchtvaart en bepaalde industriële activiteiten. Tot 2009 gold de richtlijn voor een beperkt aantal actoren en geluidsbronnen. Voor de eerste tranche zijn onder meer agglomeraties groter dan 250.000 inwoners aangewezen. De uitvoering van deze eerste tranche wordt komende tijd geëvalueerd. Tegelijkertijd moeten de actoren voor de tweede tranche worden aangewezen. Aan de orde was de vraag of de commissie kan instemmen met de aanwijzing van 32 gemeenten voor de tweede tranche. Ad. b. Op 7 mei heeft een overleg plaats gevonden over “Samen Werken in de Uitvoering van Nieuw Geluidbeleid (SWUNG)”.Hier werden de financiën van SWUNG II, maar ook de relatie met het wetsvoorstel SWUNG I (rijks- en spoorwegen) en de gevolgen daarvan voor gemeenten en woningbouw besproken. • Vergoedingen afval elektrische en elektronische apparatuur Sinds het Besluit Beheer Afval Elektrische en Elektronische Apparatuur (Besluit AEEA) is er sprake van producentenverantwoordelijkheid voor deze apparatuur. De producentenorganisaties willen voor de inzameling gebruik maken van de gemeentelijke infrastructuur. Gemeenten zullen niet vergoed worden voor de kosten die zij maken voor de inzameling en de opslag. De NVRD heeft daarom, met medeweten van de VNG, een rechtszaak aangespannen tegen de NVMP en ICT-milieu (de producentenorganisaties). • Convenant binnenmilieu scholen Naar aanleiding van de behandeling van het convenant in december in de commissies en het bestuur van de VNG is opnieuw met de ministeries van OCW en WWI overlegd gevoerd. De VNG heeft ingezet op toezeggingen m.b.t. de inzet van extra rijksmiddelen en brede ondertekening. De ministeries hebben toegezegd zich in te spannen om extra middelen beschikbaar te stellen voor verbeteren binnenmilieu schoolgebouwen en het nemen van energiemaatregelen. Verder blijft ondertekening beperkt tot de minister van OCW en WWI. De minister van VWS ziet geen meerwaarde in mede- ondertekening.
20
•
Diversen (hamerstukken/ ter kennisname): Mobiliteitsbeleid op lokaal niveau, wegwijzer voor gemeenten / Afschaffen precario, introductie gedoogbeleid /VNG position paper over bevolkingsdaling / Beschikking betreffende het derogatieverzoek Luchtkwaliteit / Terugkoppeling Bestuurlijke Overleg luchtkwaliteit van 23 april / Onveilige lichtmasten / verpakkingendossier
12 MOBILITEIT 12.1 Platform Verkeersveiligheid Zuid-Holland Het Platform Verkeersveiligheid voor het zgn. Regiegebied Provincie Zuid-Holland is op 7 mei 2009 bijeen geweest. Op de agenda: • PRIOS (presentatie door Erik Donkers, directeur bureau VIA. • Uitkomsten Belevingsonderzoek (presentatie ANWB en Hans Vergeer) • Ontwikkelingen bij de Regionale Platforms Verkeersveiligheid in Zuid-Holland • Ongevalscijfers 2008 (presentatie Hans Vergeer)
12.2 Statencommissie Mobiliteit, Kennis en economie De commissie komt bijeen op 3 juni 2009. Op de agenda: • MIRT-verkenningen voor Haaglanden, Rotterdam Vooruit en Holland Rijnland • Aansluitingen Hoofdwegennet en Onderliggend Wegennet ( Samenwerkingsovereenkomst Top 6 Programma) • Openbaar Vervoer visie Holland Rijnland. De commissie komt ook bijeen op en 10 juni 2009. Dan wordt gesproken over: • RijnGouwelijn-West: voorkeursalternatief • Integrale ontwikkeling Delft-Schiedam en inspraakavonden A4 Delft Schiedam • Zuidwestelijke Randweg Gouda N207: provinciaal inpassingsplan • Luchtvaartbeleid in relatie tot helihaven op Langenhorst • Pieken in de Delta: financiering • Kredietcrisis: quick scan
13 WATER 13.1 Zuid-Hollandse Waterschapsdag over Deltacommissie De Vereniging van Zuid-Hollandse Waterschappen organiseert op donderdagmorgen 11 juni a.s. haar jaarlijkse waterschapsdag in hotel Ara in Zwijndrecht. Na de traditionele toespraken door de voorzitter van de VZHW, de heer J.M. Geluk, en de Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland, de heer J. Franssen komt het hoofdthema van de bijeenkomst aan de orde: het rapport van de Deltacommissie en de gevolgen daarvan voor de waterschappen.
13.2 Onderzoek naar kosten waterbeheer in Zuid-Holland In opdracht van de provincie Zuid-Holland heeft het onderzoeksbureau Haute Equipe de afgelopen maanden onderzoek gedaan naar de financiële gevolgen van het vastgestelde provinciaal waterbeleid in Zuid-Holland. Concreet wordt antwoord gegeven op de vragen: 1. Hoeveel kost het waterbeheer in Zuid-Holland, nu en in 2015 ?
21
2. 3.
Wie betaalt wat ? Wat zijn de gevolgen voor de verschillende tarieven en wat zijn de financiële knelpunten.
Doel is om op hoofdlijnen inzicht te krijgen in de kosten(ontwikkeling) van het waterbeheer. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling om te verklaren waarom de burger bij het ene waterschap meer betaalt dan in het andere waterschap, c.q. waarom de rioolrechten per gemeente verschillen. De resultaten van dit onderzoek worden verwerkt in een afzonderlijk hoofdstuk in het Provinciaal Waterplan Zuid-Holland 2010-2015, dat wordt besproken in Gedeputeerde Staten (september/oktober) en Provinciale Staten (september-november). Uiterlijk vanaf 9 september is het rapport openbaar en te downloaden vanaf de provinciale site. De uitkomsten van het onderzoek worden op woensdagmorgen 3 juni a.s. voorgelegd aan een ambtelijke begeleidingscommissie. Van het onderzoeksbureau Haute Equipe zijn Jan Houtenbos (regio directeur en projectleider) en Marlita van Belkom (consultant) aanwezig.
13.3 RBO-Rijn-west (kaderrichtlijn water) Het Regionaal bestuurlijk overleg voor het stroomgebied Rijn-West (waartoe geheel Zuid-Holland behoort behalve Goeree-Overflakkee) is bijeen geweest op 23 april jl. De vergadering werd voorgezeten door wethouder Binnendijk van Alkmaar. Namens de Zuid-Hollandse gemeenten was wethouder Steegh van Leiden aanwezig. Enkele punten: • Het team van gemeenteambassadeurs Water is weer compleet, zo meldde Willem van Douwen, landelijk coördinator van het team. Eric Kortlandt neemt het gebied Rijnland (Zuid-Hollandse deel) voor zijn rekening en Gelske van Beusekom (per 1 augustus a.s.) de gemeenten in het gebied van Delfland. Iedere gemeenteambassadeur heeft voor zijn eigen gebied een actieprogramma opgesteld. De thema’s in dat actieprogramma gaan verder dan alleen de Kaderrichtlijn Water. De gemeenteambassadeur richt zich tevens op de benchmark riolering en versterkt de bestuurlijke samenwerking binnen zijn gebied. • Er zal nader gesproken worden over de landelijke campagne “Nederland leeft met water”. Die is op zich succesvol, maar het blijft moeilijk om de koppeling met de regionale uitvoering tot stand te brengen. Het RBO ziet hier ook een taak voor de gemeenteambassadeurs. • Op 22 april jl. is er een landelijke bijeenkomst geweest over bestuurlijke structuur voor de samenwerking ten aanzien van de wateropgaven. Daarbij ging het niet alleen om het bestuurlijke overleg in RBO-verband, maar ook over het aanstaande bestuurlijke overleg inzake het Delta programma. Er is een aantal uitgangspunten geformuleerd. Het RBO stelde vast dat Rijn-West een heel groot gebied is met 180 gemeenten, veel waterschappen, drie provincies en veel thematieken. Dat maakt het organiseren van bestuurlijke samenwerking ingewikkelder dan in andere stroomgebieden. De huidige structuur moet in stand blijven, maar de vergaderfrequenties kan omlaag. Het Deltaprogramma beslaat een gebied dat afwijkt van de stroomgebiedindeling die voor de RBO’s is gehanteerd. Van gemeentelijke zijde is benadrukt dat er structuren van gemeenten zijn ontstaan met waterschappen en provincie, die vooral in stand moeten blijven. Ze kunnen gebruikt worden om thema’s op de juiste manier te agenderen. • Afstemming inspraak op waterplannen in gebied Rijn-West Bij het thema ‘ruimtelijke effecten” wees de heer Steegh op de verdere opstapeling van knellende kaders, waaraan een gemeente bij nieuwbouw moet voldoen. Recent zijn er in zijn gemeente 66 geïnventariseerd; het waterplan zorgt voor de 67ste. Gemeenten willen graag de stroperigheid bij nieuwbouwprojecten wegnemen, maar op deze manier lukt dat natuurlijk niet. Naar aanleiding van het aspect ‘begrenzing beschermingszones’ werd van provinciezijde de suggestie gedaan om in de aanloop naar het vaststellen van het Nationaal Waterplan daarin de beschermingszones op te nemen en deze zo te verankeren. De heer Steegh was het er echter niet
22
mee eens dat provincie en rijk op deze manier zaken onderling regelen, terwijl gemeenten en waterschappen daar last van hebben.
13.4 Frank Speel ook voor gebied Schieland en de Krimpenerwaard in RBO. Frank Speel, wethouder van Zoetermeer en portefeuillehouder Water van de VZHG, was sinds juni 2008 al lid van het RBO-Rijn-West. Vanaf heden is hij tevens de bestuurlijk contactpersoon voor de gemeenten in het beheersgebied van Schieland en de Krimpenerwaard. Hij neemt die rol over van Lucas Bolsius, wethouder van Rotterdam, die door een andere portefeuilleverdeling binnen B&W van Rotterdam zijn aandacht moest verleggen.
13.5 Provincies en waterschappen meer betrokken bij organisatie uitvoering ‘Veerman’. In het Nationaal Wateroverleg (NWO) van 13 mei jl. is met de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat overeengekomen om in een klein bestuurlijk gezelschap nader te spreken over de bestuurlijke organisatie van de uitvoering van het advies van de Deltacommissie (Commissie Veerman). IPO en Unie van Waterschappen (UvW) hadden op 1 april jl. een brief gestuurd aan de Ministeriële Stuurgroep Deltaprogramma. Zij willen meer regionale betrokkenheid van provincies en waterschappen bij de uitwerking van het advies. Per gebied zou een bestuurlijke duo van gedeputeerde en dijkgraaf moeten zorgen voor uitwerking van de regionale aanbevelingen. Deze duo’s kunnen dan het bestuurlijk aanspreekpunt voor ‘Den Haag' zijn, fungeren als opdrachtnemer voor het rijk en de programmanagers aansturen die in de regio verantwoordelijk zijn voor de uitvoering. Een interbestuurlijke stuurgroep van de voorzitters van de bestuurlijke overleggen van de gebieden en de staatssecretaris moet voorzien in afstemming en samenhang van programma's tussen de regio's en betrokkenheid van regio's bij de regie. Ook kwam de voortgang aan de orde van de uitwerking van het advies van de Deltacommissie, namelijk de op te stellen Deltawet en het Deltaprogramma. De schriftelijke reactie van de Deltaregisseur a.i. op de brief van IPO en UvW was aanleiding om hier bij stil te staan. Hierin werd voorkeur uitgesproken voor een ambtelijk programmanager als opdrachtnemer, boven een bestuurder of een bestuurlijk duo. Wat de rol van de bestuurders in de regio moest zijn, werd niet aangegeven. Gedeputeerde Jansen (Overijssel) wees namens het IPO en de UvW op het belang van regionale betrokkenheid bij de uitwerking van het advies van de Deltacommissie. Draagvlak en gebiedskennis zijn onontbeerlijk voor het adequaat oppakken van de regionale opgaven en om verbindingen te leggen met andere beleidsopgaven. De staatssecretaris waardeerde het enthousiasme bij de decentrale overheden om zaken in de regio op te pakken. Gezien het belang om bij het begin van het proces precies te weten wie welke rol heeft en aan welke tafel zit, zegde de staatssecretaris toe dit nader te willen bespreken om tot een toekomstbestendige structuur te komen. (Bron: IPO-Nieuwsoverzicht week 20)
13.6 Tweede werkconferentie stuurgroep Zuidwestelijke Delta Op 13 mei 2009 werd in Port Zélande de tweede werkconferentie van de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta gehouden voor zgn. stakeholders. Stuurgroepvoorzitter en gedeputeerde mw. Lenie Dwarshuis stelde vast dat het gebied politiek en bestuurlijk weer “op de kaart staat”. De urgentie om Krammer-Volkerak en Grevelingen aan te pakken is groot. Zij riep op tot samenwerking. Loes de Jong ( programmabureau Zuidwestelijke Delta) gaf aan hoe er aan een Uitvoeringsprogramma wordt gewerkt. Het beschrijft hoe de waterproblemen aan te pakken en op welke manier deze verbonden worden met kansen voor regionale gebiedsontwikkeling. In grote delen van de Zuidwestelijk Delta wordt de urgentie doorvoeld, in andere delen niet. Er is een spanningsveld tussen de korte en lange termijn. Aan de orde kwamen verder:
23
• Economische kansen van estuariene dynamiek • Toekomstperspectieven (in relatie tot de Tweede Nationale Deltacommissie) • Integratie van de oplossingen voor de zoetwatervoorziening • De sociale en culturele dimensie (identiteit) in de kracht van water In de speakerscorner vertelde Paul Vermeulen over de succesvolle samenwerking van overheden in West-Brabant, waarbij ‘Brabant aan zee’ een concrete optie is. (ontleend aan: http://zwdelta.nl/nl/)
13.7 Adviesgroep Zuidwestelijke Delta bijeen. Op 20 mei jl. kwam de Adviesgroep Zuidwestelijke Delta bijeen in Bruinisse. In de adviesgroep zitten de belangenorganisaties (recreatie, landbouw, milieu, natuur, e.d.) die het bevoegd gezag adviseren, een stuurgroep onder voorzitterschap van de Zuid-Hollandse gedeputeerde mw. Dwarshuis. De gemeenten worden door het rijk en de provincie gezien als belangenorganisatie, die ook zetels hebben in deze adviesgroep. Eerder gold dat ook voor de waterschappen, maar die in april gepromoveerd naar de stuurgroep. De zetel in de adviesgroep namens de Zuid-Hollandse gemeenten is vacant. Op verzoek van enkele gemeenten op Goeree-Overflakkee en van de gemeente Strijen werkt de VZHG aan een invulling. Op de agenda van de adviesgroep van 20 mei jl.: • Integratie Zoetwater Zuidwestelijke Delta; • Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta “Kiezen de delen” • Voorbereiding bezoek staatssecretaris aan Grevelingen op 29 juni a.s.
24