Vereniging van Zuid-Hollandse Gemeenten
Journaal voor de gemeenten Ontwikkelingen die voor alle Zuid-Hollandse gemeenten van belang kunnen zijn
jaargang 2009, nummer 3 redactie afgesloten op 27 maart 2009
Heeft u zich al aangemeld voor de jaarvergadering en het congres van de VZHG op vrijdag 17 april a.s. te Ridderkerk? Het congresthema: “Intergemeentelijke samenwerking” Het aanmeldingsformulier is een bijlage van dit Journaal.
Colofon Het Journaal voor de gemeenten wordt aan het eind van de maand digitaal aangeboden aan: • de erelieden van de VZHG: Bas Eenhoorn en Ties Elzenga • de burgemeesters; • de gemeentesecretarissen (met verzoek tot doorgeleiding naar de leden van het college); • de griffiers (met het verzoek tot doorgeleiding naar de raadsleden); • de Zuid-Hollandse leden van VNG-commissies; • de leden van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland; • de secretarissen van de samenwerkingsorganen /regio’s in Zuid-Holland; • de contactambtenaren bestuurskrachtonderzoek / bestuurlijke zaken • overige belangstellenden. Uitgave VZHG /Postbus 45 / 2800 AA Gouda Tel. 0182-545513 / Fax 0182-545510 / e-mail
[email protected] /website : www.vzhg.nl
Inhoudsopgave U kunt rechtstreeks naar de paragraaf die u interesseert door a) de cursor in de inhoudsopgave te leiden naar die paragraaf b) de Crtl-toets in te drukken (waarna er een handje verschijnt) c) te klikken met de linker muisknop. 1.
Bestuurszaken VZHG .................................................................................................................. 4 Algemene vergadering en congres VZHG op 17 april 2009 in Ridderkerk .................................... 4 Datum VZHG jaarvergadering 2010: vrijdag 28 mei ...................................................................... 4 VZHG-bestuursvergadering van 12 maart 2008............................................................................. 5 Namens het bestuur verzonden gelukwensen ............................................................................... 5 2 Bestuurskracht ............................................................................................................................ 5 2.1 Project Bevordering Bestuurskrachtonderzoek in Zuid-Holland ..................................................... 5 2.2 VNG werkt visie op bestuurskracht uit. ........................................................................................... 7 2.3 Randstadprovincies gaan hun bestuurskracht onderzoeken ......................................................... 8 3 Bestuurlijke organisatie ............................................................................................................. 9 3.1 VZHG over rol provincie ten aanzien van functioneren gemeenten. .............................................. 9 3.2 Statenvoordracht over Kwaliteit lokaal bestuur Zuid-Holland ......................................................... 9 3.3 Provinciale Staten: Gemeenten moeten vooral zelf hun kwaliteit meten ..................................... 10 3.4 Herindeling Rotterdam en Rozenburg .......................................................................................... 11 3.5 Bestuurlijke toekomst gemeenten in de Krimpenerwaard ............................................................ 12 3.6 Bestuurlijke toekomst Alblasserwaard-Vijfheerenlanden ............................................................. 13 3.7 Samenwerking Voorne-Putten ...................................................................................................... 13 3.8 De samenwerking in Holland-Rijnland ‘boeien en binden’ ........................................................... 14 4 De VZHG als provinciale afdeling van de VNG ...................................................................... 14 4.1 Bestuur VNG bijeen op 12 maart .................................................................................................. 14 5 Provinciaal bestuur ................................................................................................................... 15 5.1 Statencommissie Bestuur en Middelen. ....................................................................................... 15 5.1 Vergadering Provinciale Staten .................................................................................................... 15 5.2 Advies over de financiële verhouding Rijk - provincies ................................................................ 15 6 Overige bestuurlijke aangelegenheden .................................................................................. 16 6.1 Lentesessie “De kaderstellende rol van de raad” op 2 april in Dordrecht .................................... 16 6.2 Wethoudersbijeenkomst op 14 mei in Zoetermeer ....................................................................... 16 6.3 Raadsledenbijeenkomst “Omgaan met de media” op 18 mei in Oud-Beijerland ......................... 16 7 Gemeentefinanciën ................................................................................................................... 17 7.1 VNG-commissie Gemeentefinanciën ........................................................................................... 17 8 Onderwijs, zorg en welzijn ....................................................................................................... 17 8.1 Statencommissie Samenleving..................................................................................................... 17 9 Werk en Inkomen....................................................................................................................... 18 9.1 VNG-commissie Werk en Inkomen .............................................................................................. 18 9.2 Gesprek met voorzitter VNG-commissie Werk en Inkomen ......................................................... 18 9.3 Regionale bijeenkomst fundamentele herbezinning Wsw ............................................................ 19 10 Ruimte en Wonen ...................................................................................................................... 19 10.1 Ernstige zorg bij gemeenten over rol provincie in Wro. ............................................................ 19 10.2 Drechtsteden vraagt GS om planning Provinciale structuurvisie aan te passen. ..................... 20 10.3 Planning Statencommissie wat betreft Provinciale structuurvisie (PSV) .................................. 20 10.4 Provinciale monitor van gemeentelijke bestemmingsplannen .................................................. 21 10.5 Gemeenten en de nieuwe Wet ruimtelijke ordening ................................................................. 21 10.6 Statencommissie Ruimte en Wonen ......................................................................................... 22 10.7 Ontwerp-AMvB Ruimte: 3e versie uitgebracht........................................................................... 23 10.8 Provinciale Planologische Commissie (PPC)............................................................................ 24 10.9 Nieuwe werkwijze PPC ............................................................................................................. 24 10.10 Staten akkoord met Voorloper Groene Hart.............................................................................. 24 10.11 Huivesting statushouders en asielzoekers onder de pardonregeling ....................................... 25 11 Groen .......................................................................................................................................... 25 11.1 Statencommissie Groen, Water en Milieu ................................................................................. 25 1.1 1.2 1.3 1.4
2
11.2 Openluchtrecreatie: rol provincie .............................................................................................. 26 12 Milieu .......................................................................................................................................... 26 12.1 VNG-commissie Milieu en Mobiliteit.......................................................................................... 26 12.2 Bestuur VNG schetst eindbeeld uitvoering VROM-taken ......................................................... 27 12.3 Invoeringswet Wabo bij Raad van State ................................................................................... 27 13 Verkeer en vervoer .................................................................................................................... 28 13.1 Statencommissie Mobiliteit, Kennis en Economie .................................................................... 28 14 Economische zaken .................................................................................................................. 28 14.1 Regionale samenwerking bedrijventerreinen. ........................................................................... 28 BIJLAGE: AANMELDINGSFORMULIER VZHG- Jaarvergadering en Congres .............................. 30
3
1.
BESTUURSZAKEN VZHG
1.1 Algemene vergadering en congres VZHG op 17 april 2009 in Ridderkerk Op 11 maart jl. heeft gastgemeente Ridderkerk de uitnodiging verzonden voor de Jaarvergadering en het congres van de VZHG op vrijdag 17 april a.s. Om 09.30 uur spreekt burgemeester Jon Hermans in het gemeentehuis haar welkomstwoord uit. Op 16 maart jl. zijn de agenda en de voorstellen voor de Algemene Vergadering van 17 april a.s. te Ridderkerk door de VZHG verzonden naar alle Zuid-Hollandse gemeenten. De jaarstukken betreffen: • Besluitenlijst algemene vergadering van 18 april 2008 • Jaarverslag en jaarrekening 2008 • Begroting 2009 • Contributieregeling 2010 • Voorstel tot statutenwijziging • Voorstel inzake bestuurssamenstelling De jaarstukken kunnen ook worden geraadpleegd via www.vzhg.nl (Rubriek Actualiteit / bijeenkomsten). De jaarrekening is na voorlopige vaststelling door het bestuur op 12 maart jl. ter controle voorgelegd aan de accountant. In aansluiting op de jaarvergadering houdt de Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland, de heer J. Franssen, zijn jaarlijkse toespraak tot de verzamelde gemeentebestuurders. Het congres over “Intergemeentelijke samenwerking” is door de gemeente Ridderkerk ontwikkeld. Op ongebruikelijke wijze zullen verschillende vormen van intergemeentelijke samenwerking onder de loep worden genomen. Daarbij zullen o.a. de volgende vragen aan de orde komen : Waarom wordt op dit gebied samengewerkt? Waarom op deze wijze? Wat levert het op? Wat zou er gebeuren als er we er morgen mee ophouden? Wat gaat in de praktijk goed of fout en hoe komt dat? Het congres start met een presentatie -onder begeleiding van Meike van de Linde- van gefilmde interviews met: • vertegenwoordigers van bestuur en directie van enkele samenwerkingsverbanden; • deelnemers aan een samenwerkingsverband; • een gebruiker/ dienstverlener van een samenwerkingsverband. Na de pauze vindt discussie plaats onder leiding van prof. dr. Arthur Ringeling, hoogleraar Bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
1.2 Datum VZHG jaarvergadering 2010: vrijdag 28 mei In verband met de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2010 zal de VZHG- jaarvergadering volgend jaar niet –zoals gebruikelijk- medio april worden gehouden, maar in de maand mei. In april is mogelijk nog niet in alle gemeenten het nieuwe college van B&W aangetreden. Het bestuur stelt het op prijs om zoveel mogelijk nieuwe gemeentebestuurders elkaar te laten ontmoeten tijdens de jaarvergadering en het congres. Gastgemeente in 2010 is de gemeente Oegstgeest, die als plaats van samenkomst heeft gekozen voor Corpus Experience, reis door de mens. Rekening houdend met vakanties en feestdagen en met de beschikbaarheid van Corpus is gekozen voor vrijdag 28 mei 2010. Verzoeke deze datum alvast te noteren.
4
1.3 VZHG-bestuursvergadering van 12 maart 2008. Het bestuur van de VZHG heeft op 12 maart jl. de jaarstukken vastgesteld die -ter vaststelling tijdens de jaarvergadering van 17 april a.s. te Ridderkerk- worden aangeboden aan de leden. Het bestuur sprak met Hans Spigt, in zijn hoedanigheid van voorzitter van de VNG-commissie Werk en Inkomen (zie paragraaf 9.2). Met oud-wethouder. oud-gedeputeerde en oud-vice-voorzitter Govert Veldhuijzen werd van gedachten gewisseld over de tussenrapportage van zijn bestuurlijke verkenning naar de rol van de provincie op het terrein van de openluchtrecreatie. Het bestuur nam de stand van zaken door in het project “Bevordering bestuurskrachtonderzoek in Zuid-Holland”. De tekst van een brief aan gedeputeerde Van Engelshoven-Huls over de rol van de provincie ten aanzien van de uitkomsten van bestuurskrachtonderzoek werd gefiatteerd. Kennis werd genomen van de bijeenkomst van de regioportefeuillehouders ruimtelijke ordening over de provinciale invulling van de Wet ruimtelijke ordening. De uitgesproken zorg hierover werd onderstreept evenals het belang van een tijdig overleg tussen GS en “de gemeenten”. VNG-directieraadslid Sandra Korthuis vroeg in de bestuursvergadering aandacht voor de kredietcrisis en de manier waarop gemeenten en VNG kunnen bijdragen aan het oplossen daarvan. Er is inmiddels een indrukwekkende lijst van mogelijke acties aangedragen. Daarom is het tijd om ook naar de andere kant te kijken; wat doet het rijk? Wat betekent dit voor lopende en in voorbereiding zijnde overeenkomsten met het rijk, zoals over klimaat, bodem of sport en bewegen? Naar aanleiding van opmerkingen over stimulering van de woningbouwproductie, wees Sandra Korthuis er op dat de crisis er niet toe moet leiden dat er gebouwd gaat worden voor leegstand en verloedering. De bouwwereld heeft gezien de omzetstijging van 2008 nog wel wat vet. Bestuurslid Harmen Akkerman hechtte aan samenwerking met de woningbouwcorporaties ook in het kader van koopkrachtbevordering. De VNG vindt dat ook het rijk nu moet bewegen, bijvoorbeeld door de overdrachtsbelasting tijdelijk af te schaffen. Aldrik Weststrate zag de sleutel in de vraag waar gemeenten op langere termijn via het Gemeentefonds financieel aan toe zijn. Naar aanleiding van een vraag van Frank Speel over investeren in duurzaamheid, zei Sandra Korthuis geen initiatieven te verwachten die niet reeds in het Klimaatakkoord staan. Uit bepaalde signalen (bijvoorbeeld rond de EPC-normen) valt af te leiden VROM eerder de neiging heeft bepaalde duurzaamheidseisen (bedrijfsterreinen) te laten vallen.
1.4 Namens het bestuur verzonden gelukwensen Brief d.d.
Aan
09-03-2009 Dhr. B.J. Eerdmans 09-03-2009 Dhr. C. van den Heuvel
Gelukwens / welkom i.v.m. benoeming tot Wethouder Capelle aan den IJssel Wethouder Capelle aan den IJssel
per 02-03-2009 02-03-2009
2 BESTUURSKRACHT 2.1 Project Bevordering Bestuurskrachtonderzoek in Zuid-Holland 2.1.1
Logboek Bestuurskrachtonderzoek Zuid-Holland gereed
De eerste fase van het project Bevordering bestuurskrachtonderzoek in Zuid-Holland is afgerond met het uitbrengen van het Logboek Bestuurskrachtonderzoek Zuid-Holland. Het gaat om een samenvatting per gemeente van gehouden, lopend en voorgenomen bestuurskrachtonderzoek. Ook van de 16 gemeenten die –althans niet onder die naam- nog geen bestuurskrachtonderzoek hebben gehouden of gepland is een paragraaf opgenomen. Het gaat inmiddels om een versie, waarvan de tekst is voorgelegd aan de contactambtenaren van de verschillende gemeenten. De daarop ontvangen op- en aanmerkingen
5
zijn verwerkt. Het is de bedoeling het logboek dit jaar actueel te houden. Nieuwe rapporten, andere stellingnames van gemeenten blijven welkom en worden prompt verwerkt. Voor de inrichting van het logboek is –voor wat betreft reeds gehouden BKO- zo veel mogelijk een vaste indeling aangehouden. Behalve wat feitelijke gegevens (datum, naam rapport, naam adviesbureau) gaat het om vragen als: • Waarom besloot de gemeente tot bestuurskrachtonderzoek? • Hoe luidde de onderzoeksvraag? • Welke definitie van bestuurskracht is gehanteerd? • Hoe wordt bestuurskracht inzichtelijk gemaakt? • Hoe is het rapport opgebouwd? • Van welke onderzoeksmethoden is gebruik gemaakt? • Welke aandacht wordt gegeven aan het fenomeen bestuurskrachtonderzoek? • Op basis waarvan (normstelling) wordt een oordeel gegeven? • Wat is de relatie van dit onderzoek met andere instrumenten gericht op kwaliteit, evaluatie en verantwoording? • Wat waren de belangrijkste conclusies en aanbevelingen? • Wat is er mee gedaan? Het logboek wordt begin april op de website van de VZHG geplaatst: www.vzhg.nl.
2.1.2
Al veel ervaring in Zuid-Holland
De meeste Zuid-Hollandse gemeenten (59 van de 76) hebben ervaring met bestuurskrachtonderzoek, hetzij in het verleden (49), hetzij op dit moment (10). Een aantal heeft al een tweede ronde achter de rug of heeft dat gepland. Er zijn 6 gemeenten die wel het principebesluit hebben genomen en die ook een jaartal noemen en die dus bezig zijn om ervaring op te doen. Dan zijn er 4 gemeenten bezig met een verkenning van nut en noodzaak, terwijl 8 gemeenten op dit moment geen voornemens hebben om aan bestuurskrachtonderzoek te gaan doen. Bij alle gehouden en lopend onderzoek is een onderzoeksbureau betrokken, zij het dat de rol daarvan kan verschillen. BMC heeft veruit de meeste “klanten” in Zuid-Holland; meer dan 50 %. Bureaus die ook in meerdere gemeenten actief zijn (geweest): Van Naem & Partners, B&A Consulting, Berenschot en PricewaterhouseCooper. In meerderheid wordt bestuurskrachtonderzoek in Zuid-Holland met een groep van gemeenten gedaan en/of met regionale component: Goeree-Overflakkee, Hoeksche Waard, Drechtsteden, Voorne-Putten, Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, K5 Krimpenerwaard, Zuidplas e.o., Krimpen aan den IJssel e.o.. Het laatstgenoemde onderzoek (ook in Capelle aan den IJssel, Albrandswaard en Ridderkerk) is het eerste in Zuid-Holland waar met een visitatiecommissie wordt gewerkt. Enkele voorlopige bevindingen op basis van de inventarisatie: • De aandacht voor het begrip bestuurskracht en het bestuurskrachtdenken loopt sterk uiteen • Over normen en criteria voor bestuurskracht doet zich doorgaans geen diepgaande discussie voor; met het provinciaal normenkader hebben gemeenten geen moeite zolang ze gezien worden als aandachtspunten voor het onderzoek, waar op gelet moet worden (in plaats van als meetlat) • In de rapporten wordt weinig relatie gelegd met andere kwaliteitsinstrumenten, zoals rekenkameronderzoek, quick scan lokaal bestuur, benchmarks, beleidsevaluatieonderzoek ex art. 213a GW, e.d. • Een offensieve invulling van bestuurskracht (zoals door de VNG gepropageerd) is lastig als het voortbestaan van de gemeente ter discussie is of wordt gesteld. • Bestuurskrachtonderzoek is zeker nog geen integraal onderdeel van het gemeentelijk beleidsproces.
6
2.1.3
Volgende fase van het project
Na de inventarisatie van gehouden, lopend en gepland bestuurskrachtonderzoek volgen b) in contact treden met de “witte vlekken” c) de discussie om bestuurskrachtonderzoek op een hoger peil brengen door “van onderop” de ervaringen, wensen en verwachtingen te aggregeren en zo mogelijk om te zetten in basiskwalificaties, waaraan bestuurskrachtonderzoek zou moeten voldoen. Fase b: Contact met “Witte vlekken”. Bij de gemeenten waar nog geen bestuurskrachtonderzoek is gehouden, gaat projectleider Gert Jan Jansen op bezoek: Lansingerland, Zoetermeer, Wassenaar, Schiedam, Den Haag, LeidschendamVoorburg, Pijnacker-Nootdorp,.Westland, Rotterdam, Katwijk, Kaag en Braassem en Teylingen. Aanspreekpunt is in beginsel de gemeentesecretaris. Met de Gemeentesecretariskring Haaglanden heeft op 18 maart jl. reeds een gesprek plaats gevonden, waar is afgesproken dit per gemeente te verdiepen. Richtinggevende vragen: wat is de basisopstelling ten opzichte van bestuurskrachtonderzoek, zoals gepropageerd door de VNG. Als die positief is, hoe wordt die dan geconcretiseerd. Als die negatief of afwachtend is, wat zijn dan de overwegingen/ belemmeringen. Zijn die specifiek of gelden die eigenlijk ook voor andere gemeenten? Fase c. Ophalen ervaringen, wensen, verwachtingen vanuit de praktijk. De meeste Zuid-Hollandse gemeenten hebben dus ervaring met BKO, sommige zelfs meerdere keren. Daar moet gebruik van worden gemaakt. In beginsel wordt die discussie groepsgewijs op gang gebracht, per regio of via een cluster van gemeente dat samenwerkt of wil werken. Met gemeentesecretariskringen zijn (Zuid-Holland-Zuid 15 april, Rotterdam-Rijnmond 16 april, Midden-Holland 22 april) of worden (Holland-Rijnland) afspraken gemaakt voor een themadiscussie. Het gaat erom dat de discussie die gemeenten hebben gevoerd of willen gaan voeren een breder karakter krijgen, ervaringen en best practices worden uitgewisseld of vragen worden geformuleerd hoe beter aan bepaalde behoeften kan worden voldaan. In aanvulling op de groepsgesprekken zijn aanvullende (telefonische) interviews nodig, terwijl ook gebruik gemaakt zal worden van literatuur en artikelen zoals dat van gemeentesecretaris Pol van Spijkenisse.
2.1.4
Platform project bijeen op 27 maart
Het Platform van het Project bevordering bestuurskrachtonderzoek in Zuid-Holland kwam op vrijdag 27 maart voor de tweede keer bijeen. In het platform zitten naast de drie samenwerkende partners (VZHG, provincie Zuid-Holland en Vereniging voor Bestuurskunde) vertegenwoordigers van het Ministerie van BZK, de VNG en het IPO. Opgevoerd ter bespreking was het Logboek bestuurskrachtonderzoek in ZuidHolland, voorzien van een aantal voorlopige bevindingen. Daarnaast kwamen enkele landelijke en provinciale ontwikkelingen aan de orde, die van betekenis zijn voor het project, zoals de nieuwe visie van de VNG op bestuurskracht, het programma van uitgangspunten voor het provinciale bestuurskrachtonderzoek in de Randstadprovincies en de voorbereidingen van KING. Het platform keek ook vooruit naar de volgende fase van het project. Van VZHG-zijde was tenslotte de brief voorgelegd die het bestuur schreef aan GS aangaande de rol van de provincie ten opzichte van het gemeentelijk functioneren.
2.2 VNG werkt visie op bestuurskracht uit. Ralph Pans, voorzitter van de directieraad van de VNG, is op 2 maart jl. op een bijeenkomst van de afdeling Gelderland van de VNG nader ingegaan op het thema bestuurskracht en bestuurskrachtonderzoek. Hij gaf daarmee een uitwerking aan de resolutie, aangenomen tijdens de Buitengewone Algemene Ledenvergadering van september 2008 onder het motto “Ambities vragen bestuurskracht”.
7
Vanuit de optiek van “eerste overheid” moedigt de VNG gemeenten aan om bestuurskracht zelf te onderzoeken. Bestuurskrachtonderzoek is een leer- en ontwikkelinstrument, waarmee een impuls wordt gegeven aan de kwaliteitsontwikkeling van het lokaal bestuur met als effecten: zelfcorrigerend vermogen, spiegeling en reflectie, transparantie. Ook benchmarks zijn instrumenten gericht op het lerend vermogen van gemeenten, maar die richten zich meer op het operationeel niveau, waar bestuurskrachtonderzoek overwegend het strategisch niveau van gemeenten onderzoekt. Het is van belang in elk onderzoek een aantal elementen op basisniveau op te nemen. Het begrip bestuurskracht bevat verschillende elementen, die in samenhang bezien moeten worden. Het gaat daarbij om prestaties, om bestuurderskracht, om ambitieniveau in relatie tot de kwaliteit van de ambtelijke organisatie, om de maatschappelijke uitdaging, om de regierol van de gemeente naar mede overheden en maatschappelijk partners, om de interactie met de samenleving en om de kwaliteit van ambtelijke organisatie. De gemeente kan vervolgens zelf bepalen aan welke elementen buiten het basisniveau meer aandacht moet worden besteed. Visitatie door andere gemeenten is een tweede belangrijk onderdeel van bestuurskrachtonderzoek. De VNG bepleit verder dat elke gemeente zich door een breed samengestelde commissie op de uitkomst van het onderzoek laat bevragen. Hierbij kan worden gedacht aan partners in het maatschappelijk middenveld, provincie en rijk, bedrijfsleven, politie e.d. De gemeente is de enige die bestuurskrachtonderzoek kan initiëren. Na afloop van het onderzoek, wanneer een gemeente is gekomen met ideeën over oplossingen om bestuurskracht te versterken, kunnen (in het kader van transparantie) andere partijen, zoals de provincie, de uitkomsten inzien en de gemeente bevragen naar de oplossingen voor gebreken in de bestuurskracht. Wat verwacht de VNG van KING? • Er is behoefte aan basisnormen waaraan elk bestuurskrachtonderzoek moet voldoen. Op basis daarvan kan KING tot certificering overgaan. Ook kan KING de gemeente helpen om specifieke vragen in kaart te brengen. Naast de basis van bestuurskracht wil KING gemeenten helpen om hun vraag en behoefte verder in kaart te brengen. • Verder wordt ondersteuning gevraagd voor gemeenten in de vorm van het stimuleren en faciliteren van intercollegiale toetsing. Zo wordt een standaard ontwikkeld voor deze onderlinge audits en kan KING een shortlist beheren van personen, die gevraagd kunnen worden in visitatiecommissies.
2.3
Randstadprovincies gaan hun bestuurskracht onderzoeken
De vier Randstadprovincies laten in 2009 hun bestuurskracht meten. Op basis van leerervaringen met eerdere metingen in Zuid-Holland en Limburg wordt voorgesteld het onderzoek te laten doen door een onafhankelijke visitatiecommissie, ondersteund door een extern bureau. De vier colleges van Gedeputeerde Staten hebben voor het onderzoek een Nota van Uitgangspunten vastgesteld, die afgelopen maand besproken is in de Statencommissie Bestuur en Middelen. In het onderzoek zullen ook gemeenten als samenwerkingspartners van de provincie bevraagd worden. Het onderzoek zal in het najaar plaatsvinden. De conclusies en aanbevelingen van de visitatiecommissie worden begin 2010 verwacht. Projectleider is Jan Nathan Rozendaal van de provincie Zuid-Holland. Bestuurskrachtonderzoek wordt gezien als een meerdimensionaal instrument. Het is in eerste instantie een leer- en ontwikkelingsinstrument voor het betreffende overheidslichaam. Daarnaast is het een instrument om over de bestuurskracht verantwoording af te leggen aan medeoverheden, maatschappelijke partijen en burgers. Het bestuurskrachtonderzoek leidt tot een oordeel over de kwaliteit (effectiviteit, efficiëntie en democratische legitimatie) van de prestaties en rolvervulling, zowel voor de wettelijke taken, als voor de autonome taken als voor de taken die in samenwerking worden gedaan. Er wordt wel een selectie gemaakt van de opgaven die onderzocht worden, de hoofdopgaven.
8
De visitatiecommissie zal niet alleen de bestuurskracht beoordelen, maar ook problemen en verbeterpunten benoemen. Kosten: Zuid-Holland wil € 105.000 uittrekken: € 43.750 voor de visitatiecommissie; € 61.250 voor het externe bureau. Zuid-Holland neemt daarmee 35 % van de totale kosten voor haar rekening. Opdrachtgever voor het onderzoek zijn de colleges van GS. Zij stellen ook de uitgangspunten vast en – op voorstel van de visitatiecommissie- het analysekader inclusief de normen en criteria voor de meting. Provinciale Staten stellen het opgavenprofiel vast trekken conclusies naar aanleiding van de eindrapportage die via GS aan hen wordt voorgelegd.
3 BESTUURLIJKE ORGANISATIE 3.1 VZHG over rol provincie ten aanzien van functioneren gemeenten. Naar aanleiding van vragen van gemeenten heeft het bestuur van de VZHG zich gebogen over de vraag aan de orde wat de rol van de provincie is in een situatie dat gemeenten actief en adequaat bezig zijn met hun kwaliteit via o.a. bestuurskrachtonderzoek. Omdat dit aspect niet aan de orde komt in het convenant dat met de provincie is gesloten, heeft de VZHG in een brief d.d. 18 maart aan GS uitgeschreven hoe zij de algemene verantwoordelijkheid van de provincie voor het functioneren van de gemeenten ziet. De VZHG stelt –mede onder verwijzing naar het Programma provincie nieuwe stijl van Zuid-Holland- vast dat de kwaliteit van het lokaal bestuur primair de verantwoordelijkheid is van het gemeentebestuur. Dat geldt evenzeer voor de aanpak en de inhoud van acties gericht op verbetering van die kwaliteit. Buiten wettelijke opdrachten die de provincie ten opzichte van de gemeente heeft (financieel toezicht, wet Arhi en toezichtrelaties op grond van specifieke wetgeving, afdwingen van aantoonbaar provinciaal belang) past het in de gedecentraliseerde eenheidsstaat om de algemene toezichtstaak met grote terughoudendheid in te vullen. Wel verwachten gemeenten van provinciale zijde belangstelling voor het gemeentelijk functioneren, dat extra op prijs gesteld wordt als het gericht is op het wegnemen van barrières, waarvoor gemeenten bij hun taakuitvoering kunnen komen te staan. Algemeen toezicht op het functioneren van gemeenten zou moeten bestaan uit “meta-toezicht”: de vraag of gemeenten op een serieuze wijze bezig zijn met denken over en doen aan bestuurlijke kwaliteit, zonder zich daarbij op voorhand uit te laten over het vereiste niveau van bestuurlijke kwaliteit of door verbeterprogramma’s of gemeenschappelijke standpunten van meerdere gemeenten te eisen. Directe bemoeienis van de provincie met het gemeentelijk functioneren ligt voor de hand, wanneer gemeenten het structureel laten afweten als er lacunes in bestuurskracht om een oplossing vragen. In echte probleemsituaties, ook wanneer die niet door de betreffende gemeente zelf herkend worden, heeft de VZHG begrip voor provinciaal ingrijpen. Initiatief ligt–zoals mevr. Jorritsma aangaf in ons debat van eind november- ook voor de hand in de situatie dat een gemeente aangeeft de bestuurskracht (op termijn) niet langer als zelfstandige gemeente te kunnen garanderen, maar geen partner weet te vinden voor schaalvergroting.
3.2 Statenvoordracht over Kwaliteit lokaal bestuur Zuid-Holland Op 25 maart jl. behandelden Provinciale Staten het voorstel van Gedeputeerde Staten om de Nota “Samenwerken aan de kwaliteit van het lokaal bestuur in Zuid-Holland” vast te stellen. Dit is de afsluiting van een discussie die GS exact een jaar geleden zijn begonnen met het uitbrengen van de discussienotitie “Grensoverschrijdend samenwerken en samengaan”. Vaststelling van de Nota “Samenwerken aan de kwaliteit van het lokaal bestuur in Zuid-Holland” houdt op hoofdlijn in
9
• •
• • • •
De uitvoering van het convenant met de VZHG om tot de statenverkiezingen van 2011 samen te werken aan bevordering van bestuurskrachtonderzoek bij alle gemeenten. Gedeputeerde Staten gaan het “Stappenplan verbetering kwaliteit lokaal bestuur” toepassen, waarin drie fasen worden onderscheiden: 1. de fase van het onderzoeken van de bestuurskracht van de gemeente en het regionaal samenwerkingsverband; 2. de fase waarin het college en raad zich uitspreken over de uitkomsten, adequate oplossingen formuleren en daarover in gesprek gaan met de omgeving, waaronder de provincie; 3. de fase waarin de gemeente zorg draagt voor uitvoering en borging van de gekozen oplossing om de bestuurskracht te versterken (borging); De bestuurskracht van gemeenten wordt getoetst aan de (door de provincie) herziene, geactualiseerde criteria; De aanbevelingen uit het evaluatierapport van gemeentelijke herindelingen worden toegepast; (zie VZHG-Journaal 2008 nr. 12, paragraaf 3.2.) Bij fusieplannen van gemeenten wordt - met het ministerie van BZK en de gemeenten- een herindelingsscan uitgevoerd Binnen de kaders van het Programma Provincie Nieuwe wordt een verkenning verricht naar de koppeling tussen bestuurskrachtonderzoek en interbestuurlijk toezicht, waaronder financieel toezicht.
In de toelichting op het voorstel staat het geactualiseerde “werkprogramma 2008-2011” op het terrein van het lokaal bestuur. Hierin komen achtereenvolgens aan de orde; het convenant met de VZHG over bestuurskrachtonderzoek, de ontwikkelingen bij de Zuidplasgemeenten e.o., in de Krimpenerwaard, in de Alblasseraard-Vijfheerenlanden, op Goeree-Overflakkee of Voorne-Putten en in de Noordelijke Bollenstreek. Hierin wordt o.a. aangekondigd dat GS nog een uitspraak zullen doen over de bestuurlijke ontwikkelingen in de gehele Alblasserwaard-Vijffheerenlanden. Aan de gemeente Noordwijk is gevraagd hoe zij aankijkt tegen de bestuurlijke toekomst van de eigen gemeente en de positie van de gemeenten in de Noordelijke Bollenstreek. Voorts wordt melding gemaakt van de uitkomst van de bestuurskrachtmetingen op Voorne-Putten en van de opdracht van de raden aan de colleges om een plan van aanpak op te stellen.
3.3 Provinciale Staten: Gemeenten moeten vooral zelf hun kwaliteit meten Op woensdag 25 maart jl. hebben Provinciale Staten ingestemd met de Nota “Samenwerken aan de kwaliteit van het lokaal bestuur in Zuid-Holland”. Aan de journalistieke impressie van Kor Kegel op www.pzh.nl kan worden ontleend dat de gemeenten in Zuid-Holland een meting van hun bestuurskracht niet hoeven te beschouwen als de opmaat naar gemeentelijke herindeling. Daar bestaat in een aantal gevallen wel angst voor, maar vanaf nu zal het provinciebestuur benadrukken dat het vooral omwille van de kwaliteit van het lokaal bestuur goed is, als gemeenten zichzelf periodiek de spiegel voorhouden. Daarom was er bij Provinciale Staten van Zuid-Holland vooral waardering voor de nota, opgesteld onder eerste verantwoordelijkheid van gedeputeerde Martin van Engelshoven-Huls.
3.3.1 •
•
De verschillende fracties:
D66-statenlid Geertjan Wenneker: Het is goed dat de provincie niet meteen haar spierballen laat zien, maar vooral de gemeenten wil faciliteren bij de wijze, waarop zij hun eigen bestuurskracht analyseren en meten; een duidelijke koerswijziging. SP-statenlid Wiel Senden: ,,Een bestuurskrachtmeting moet in de eerste plaats van de gemeente zelf afkomen. En als de bestuurskracht dan tegenvalt, moet de provincie er niet meteen adviescommissies op afsturen om gemeenten tot samenvoeging te bewegen. Het gevaar is dat de inwoners van die gemeenten het nakijken hebben. Ze worden onvoldoende bij herindeling betrokken.
10
• •
•
•
PvdA-statenlid Martien Branderhorst: Heel goed, dat de provincie het niet meer vanuit een ivoren toren dicteert, verheugd dat het in een betere samenwerking met de gemeenten zal gebeuren. CDA-statenlid Marischa Kip: De gemeenten zijn het visitekaartje van de overheid. Ze hebben hun eigen identiteit. Een meting van hun bestuurskracht mag niet de voorbode zijn van opschaling van die gemeenten. CU/SGP fractieleider Servaas Stoop: Het is goed als gemeenten zichzelf een spiegel voorhouden, zoals het ook goed is als de provincie zichzelf een spiegel voorhoudt. De provincie vervulde bij bestuurskrachtmetingen te veel de rol van strenge bovenmeester. VVD-statenlid Eduard Schuringa sprak het vertrouwen uit dat de provincie met de nota over kwaliteit van het lokaal bestuur haar toezicht houdende, controlerende en evaluerende rol behoudt, in goede samenwerking met de gemeenten. Hij acht het toezicht op kwaliteit van lokaal bestuur een provinciale taak.
3.3.2
De gedeputeerde
Gedeputeerde Martin van Engelshoven-Huls was niet zo bang voor het strenge imago van de provincie. Hij weet wel, dat er gemeentebestuurders zijn die de provincie verdenken van een dubbele agenda bij het oproepen tot bestuurskrachtonderzoek. Dat speelt echter vooral bij gemeentebestuurders die er nog geen ervaring mee hebben. De praktijk laat zien dat zo’n onderzoek lang niet altijd wordt gevolgd door gemeentelijke schaalvergroting. Als voorbeeld noemde hij de aanpak van de gemeenten op VoornePutten. De gedeputeerde erkende dat sprake was van een koerswijziging. De provincie zal minder dwingend overkomen en het aan de gemeenten zelf overlaten om hun bestuurskracht te meten. Vanwege het risico van vrijblijvendheid is aan de Vereniging van Zuid-Hollandse Gemeenten gevraagd om bij er bij hun leden op aan te dringen elke vier jaar hun bestuurskracht te meten.
3.4 Herindeling Rotterdam en Rozenburg 3.4.1
De gemeenteraden op 19 februari en 5 maart
De gemeenteraden van Rotterdam en Rozenburg hebben op respectievelijk 19 februari 2009 en 5 maart 2009 het herindelingadvies tot het samengaan van beide gemeenten vastgesteld. In het advies hebben beide gemeenten een aantal voorwaarden geformuleerd, waaronder de afspraak dat Rozenburg een zelfstandige deelgemeente binnen Rotterdam wordt. Eén van de condities is dat de gemeenteraadsverkiezingen voor de nieuwe gemeente –net als in de rest van Nederland – worden de gehouden op 3 maart 2010. Op grond van de Wet Algemene regels herindeling (Wet Arhi) hebben de raden hun advies naar Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gestuurd met het verzoek om het te voorzien van hun zienswijze en door te sturen naar de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken.
3.4.2
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland op 6 maart
GS hebben op 6 maart ingestemd met dit verzoek. Zij vinden de vrijwillige herindeling een goede keuze en hebben aan de staatssecretaris gevraagd om met een wetsvoorstel voor de herindeling te komen. De gemeenten en GS gaan er vanuit dat de herindeling op donderdag 18 maart 2010 kan ingaan. In de zienswijze van GS d.d. 6 maart 2009 is wel sprake van vrijwillige herindeling, maar niet van samenvoeging. Gesproken wordt van “vrijwillige toevoeging van Rozenburg aan Rotterdam”. Allereerst wordt aangegeven waarom reeds in het coalitieakkoord van GS aandacht werd gevraagd voor de bestuurskracht van Rozenburg. Het college behandelt in haar brief alle criteria die zijn opgenomen in het recent vernieuwde kader ter beoordeling van herindelingsvoorstellen van BZK: bestuurskracht, draagvlak, duurzaamheid, interne en externe samenhang en planologische situatie. Ook wordt ingegaan op de financiële situatie die na herindeling ontstaat. Onder het kopje ‘bestuurskracht’ wordt aangevoerd dat de burger straks hetzelfde dienstenpakket houdt van een meer continue kwaliteit, omdat het ambtelijk apparaat beter toegerust is en minder kwetsbaar. Op het terrein van de veiligheid is van belang dat nu
11
het hele haven- en industriegebied valt onder het gezag van de burgemeester van Rotterdam. Weliswaar zullen de woonlasten voor de Rozenburgse burger stijgen, maar die zouden ook omhoog zijn gegaan als Rozenburg zelfstandig was gebleven.
3.4.3
De ministerraad op 13 maart.
Reeds op vrijdag 13 maart 2009 stemde de ministerraad in met het voorstel tot fusie van de gemeente Rozenburg met de gemeente Rotterdam. De fusiedatum wordt zo vastgesteld dat de herindelingsverkiezingen in Rotterdam en Rozenburg gelijktijdig plaatsvinden met de landelijke gemeenteraadsverkiezingen. Het wetsvoorstel is voor advies aan de Raad van State gezonden. Wetsvoorstel en advies worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.
3.5 Bestuurlijke toekomst gemeenten in de Krimpenerwaard 3.5.1
Bergambacht
De gemeenteraad en B&W van Bergambacht hebben bij brief van 2 maart 2009 aangegeven teleurgesteld te zijn over de aanpak van GS van Zuid-Holland als het gaat om de bestuurlijke toekomst van de gemeenten in de Krimpenerwaard. GS zijn naar hun indruk wel erg selectief te werk gegaan bij het zich baseren op de Nota “Samenwerken aan de kwaliteit van het lokaal bestuur in Zuid-Holland”. De beschreven uitgangspositie doet geen recht aan de inspanningen en de uitkomsten in het kader van de bestuurskrachtmetingen van 2005 en 2008. Door de besluiten van de diverse gemeenteraden naar aanleiding van hun recente metingen (die alleszins redelijke resultaten lieten zien) loopt een rode draad: voortzetting van de samenwerking in K5-verband. GS zien kennelijk een heel andere rode draad: herindeling en geeft die boodschap mee aan een adviescommissie. Waarom is aan de commissie niet meegegeven dat haar advies ook op draagvlak moet kunnen rekenen? Men heeft in het raadhuis van Bergambacht gelachen om de opsomming van opgaven die zouden nopen tot herindeling. Enerzijds zijn er in K5-samenwerking al diverse gezamenlijke visies tot stand gekomen; anderzijds worden ze eerder als ontkrachting gezien, zoals de opgave om de provinciale weg de N210 te vernieuwen. De bestuursorganen van Bergambacht zijn het eens met de leidraad van de provincie zelf die in deze situatie als eerste stap aangeeft om de gemeente Ouderkerk de helpende hand aan te bieden. Mocht dat niet (meer) kunnen, is een vervolgstap aan de orde. Overigens zal de gemeente Bergambacht loyaal meewerken aan het verschaffen van informatie aan de adviescommissie- Leemhuis.
3.5.2
Ouderkerk
De gemeenteraad van Ouderkerk reageert bij brief van 2/3 maart 2009 op de brief van GS inzake de bestuurlijke toekomst van de Krimpenerwaard. De gemeenteraad bestrijdt de conclusie van GS dat de gemeente Ouderkerk de provincie gevraagd zou hebben het initiatief te nemen tot het herindelingsproces. Deze is niet gebaseerd op besluitvorming van de raad en wordt ontleend aan een tekst die daarvoor geen ruimte biedt. De raad heeft bij motie aangegeven te streven naar één Krimpenerwaardgemeente en zoekt daarvoor steun. Er is echter aan de provincie nooit gevraagd de regierol op zich te nemen. De provincie Zuid-Holland creëert haar eigen waarheid en feiten, aldus de raad. Terstond na ontvangst van de brief hebben burgemeester en raadsgriffier gewezen op de onjuiste weergave van de feiten. De gedeputeerde zou hebben aangegeven de feiten te zullen “rechtbreien”, maar daar is niets van gebleken. De brief van GS bevat nogal wat feitelijke onjuistheden en aannames, waarvoor de gemeenteraad verder verwijst naar de brief van de gemeente Nederlek (zie vorig Journaal). De raad van Ouderkerk vindt het ontbreken van zorgvuldigheid in de procedure die GS zijn gestart zorgwekkend.
12
3.5.3
Statencommissie Bestuur en Middelen
In de vergadering van de Statencommissie Bestuur en Middelen van 18 februari 2009 zijn in de rondvraag “mondeling schriftelijke vragen gesteld” door de heren Heemskerk (CDA) en Vermeulen (VVD). In zijn reactie wees gedeputeerde Van Engelshoven-Huls erop dat GS aan de betrokken 5 gemeenten hebben gevraagd een quick scan van hun bestuurskracht te maken en tegelijk de samenwerking op K5-niveau te evalueren. GS wilden van de raden weten hoe zij in dat licht hun bestuurlijke toekomst zien. Wat blijkt nu: er is geen overeenstemming over de vorm van de onderlinge samenwerking. Daarnaast heeft de gemeenteraad van Ouderkerk een motie aangenomen waarin gevraagd wordt fusie te verdedigen bij de andere vier gemeenten. Beide feiten waren voor GS aanleiding om te concluderen dat de vijf gemeenten het best kunnen worden samengevoegd. Een adviescommissie zou dat moeten bevestigen, maar ook varianten mogen bezien. Naar aanleiding van de vraag waarom de gemeenten het proces ervaren als een overval gaf de gedeputeerde aan dat de betrokken gemeenten een geschiedenis kennen wat betreft het houden van bestuurskrachtmetingen. GS wilden dat de metingen van 2008 en de evaluatie van de samenwerking zouden samen vallen. De raden en de colleges wisten dus volgens de gedeputeerde dat ze verplicht waren om eind 2008 een keuze te maken. Omdat GS verwachtten dat de uitkomsten verschillend zouden zijn, planden zij op dat moment de volgende stap, de adviescommissie. Die is gebonden aan de datum van 1 mei met het oog op een mogelijk Arhi-procedure.
3.6 Bestuurlijke toekomst Alblasserwaard-Vijfheerenlanden GS van Zuid-Holland hebben op 17 maart 2009 een brief gestuurd aan de 8 gemeenten in de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden over hun bestuurlijke toekomst. De brief begint met een recapitulatie van de contacten uit 2008 en beschrijft vervolgens de ontwikkelingen die zich hebben voorgedaan: a. wat betreft de regionale samenwerking b. wat betreft de operationele samenwerking in drie clusters: De Waard (Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland), Hardinxveld-Giessendam en Gorinchem en de GLZ-samenwerking (Giessenlanden, Leerdam en Zederik). Gedeputeerde Staten concluderen dat de colleges van B&W de urgentie van het versterken van het lokaal bestuur in het gebied herkend en erkend hebben. Er is een belangrijke stap gezet in het proces van versterken van de bestuurskracht. De bestuurskracht van de A5H-gemeenten is op dit moment geen punt van zorg “welke vraagt om actieve interventie van onze zijde”. Hierin kan echter verandering komen, als de bovenlokale taken zwaarder worden, de ingezette verbeteringen niet uit de verf komen of de economische recessie zorgt voor financiële problemen. Daarom willen GS in gesprek blijven over de versterking van de bestuurskracht. GS waarderen het besluit van Giessenlanden, Zederik en Leerdam om hun bestuurskracht in 2010 opnieuw te onderzoeken en gaan er vanuit dat Gorinchem en Hardinxveld-Giessendam dat ook zullen doen. Het besluit dat de Waard-gemeenten hebben aangekondigd, ziet het college in juni graag tegemoet.
3.7 Samenwerking Voorne-Putten Op 18 februari jl. vond in Hellevoetsluis een raadsconferentie plaats over Samenwerking op VoornePutten. Aanleiding was het regionale bestuurskrachtonderzoek dat de vijf gemeenten (Spijkenisse, Bernisse, Westvoorne, Brielle en Hellevoetsluis) adviseerde om ter versterking van de bestuurskracht verdere toenadering te zoeken. Onder leiding van De Beuk wilden de gemeenteraden helderheid krijgen over hun betrokkenheid. Hoe kunnen er op korte termijn stappen gezet worden voor niet-vrijblijvende samenwerking? Na een presentatie over de gang van zaken bij Drechtsteden, werd ingegaan op de aanpak van de twee samenwerkingsthema’s waar al mee gestart is: het Centrum voor Jeugd en Gezin en het thema economie. In aansluiting daarop werd vanuit de raadsleden aandacht gevraagd voor drie
13
terreinen: de ontsluiting van Voorne-Putten, het koesteren van de eigenheid en de oplopende schaal van voorzieningen. De conferentie gaf aan hoe de raden daarin betrokken willen worden. Er bleek een duidelijke behoefte te bestaan aan het ontwikkelen van een toekomstvisie voor Voorne-Putten. Een positieve werking had de erkenning dat de dreiging van herindeling geen spook op de achtergrond is. Openlijk werd ingegaan op mogelijke risico’s die kunnen samenhangen met verschil in gemeentegrootte, met samenwerkingshouding of met politieke prioriteiten. De stuurgroep, onder voorzitterschap van Pauline Bouvy, burgemeester van Bernisse, zal zich naast de inhoud van de samenwerking meer gaan bezig houden met verwachtingsmanagement, met de communicatie speciaal gericht op raadsleden en op het betrekken van raadsleden bij het proces. In de maand mei komen de gemeenteraadsleden van de vijf gemeenten weer bijeen om de voortgang te bespreken. Nadere info bij projectsecretaris Raymond van der Sluijs:
[email protected]
3.8 De samenwerking in Holland-Rijnland ‘boeien en binden’ De regio Holland-Rijnland heeft naar aanleiding van de evaluatie van de samenwerking in dat gebied een werkgroep ingesteld die na gaat op welke manier de betrokkenheid en samenwerking tussen de gemeenteraden, colleges en regio versterkt kan worden. De werkgroep bestaat uit 4 raadsleden, 4 collegeleden en 4 ambtenaren en heet “Boeien en binden”. Voorzitter is Arie Meerburg, oud burgemeester van Alkemade. Het is de bedoeling om voor de zomer te rapporteren en in september een conferentie te houden voor alle gemeenteraadsleden. De werkgroep gaat zowel in op de regiocultuur als op de bestuurlijke structuur van de samenwerking. In het kader van de cultuur worden projecten ontwikkeld, waarvoor elk werkgroeplid zich wil inzetten. In het kader van de structuur stellen de regiocoördinatoren bij de gemeenten een handboek 'best-practices' samen, waarin komt te staan hoe gemeenten het interne proces zodanig kunnen inrichten, dat er op het juiste moment sturing wordt gegeven aan Holland Rijnland. De griffiers gaan op een rijtje zetten welke structuren in een gemeenschappelijke regeling mogelijk zijn voor vertegenwoordiging in het algemeen en dagelijks Bestuur, en wat de voor- en nadelen zijn van de verschillende systemen. Ontleend aan: Holland-Rijnland Berichten van 24 maart 2009. Nadere info bij Tineke Zantingh, griffier van Leiderdorp:
[email protected]
4 DE VZHG ALS PROVINCIALE AFDELING VAN DE VNG 4.1 Bestuur VNG bijeen op 12 maart Het bestuur van de VNG is op 12 maart jl. bijeen geweest. Hoofdthema was de economische crisis. Het bestuur vindt dat als antwoord op de crisis tijdelijk soepel moet worden omgegaan met gemeentelijke begrotingstekorten en het EMU-saldo. Het bestuur wijst verplicht schatkistbankieren door gemeenten af. Verplicht schatkistbankieren leidt tot oneerlijke concurrentie, ook voor de BNG. Het bestuur gaat dit schriftelijk aan de orde stellen bij de Staatssecretaris van Financiën. Verder sprak het VNG-bestuur over: • Groenboek territoriale cohesie De VNG verwelkomt het Groenboek territoriale cohesie, dat de regionale context van beleidsontwikkeling op de Europese agenda plaatst. Dit doet recht aan de regionale diversiteit binnen de EU. • Bijeenkomst kleine gemeenten De afgesproken bijeenkomst voor alle kleine gemeenten vindt plaats op maandagavond 20 april a.s. van 17.00 tot 20.00 uur in Asperen (gemeente Lingewaal).
14
•
•
•
•
•
•
Terugblik op overleg van gemeentelijke koepelorganisaties van 9 maart jl. De deelnemers (vertegenwoordigers van VNG, G4, G27, PMG en P10) hebben afgesproken contactpersonen aan te wijzen en elkaar op de hoogte houden van de strategische onderwerpen. Overleggen Werk en Inkomen De sociale partners en ministerie van BZK waarderen de extra overleggen. Afgesproken is om twee keer per jaar aansluitend op het voor- en najaarsoverleg bij elkaar te komen. Evaluatie bestuurlijke organisatie VNG In 2006 is een nieuwe bestuurlijke organisatie van de VNG gestart. Deze wordt in het najaar van 2009 geëvalueerd. Omgevingsdiensten Samenwerking bottom-up krijgt nu al gestalte, van bovenaf opgelegde structuren verstoren dit proces. Het VNG-bestuur is dus geen voorstander van een van bovenaf opgelegd model (zie VNGnieuwsbericht van 12 maart). Convenant bodem Het VNG-bestuur stemt in met de tekst van het convenant bodem (tussen VNG, IPO en ministerie van VROM) dat moet leiden tot meer samenhang met het ruimtelijk-economisch beleid, snelle sanering van verontreinigingen en een duurzaam gebruik van de ondergrond. Het convenant moet meer duidelijkheid brengen in de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende overheden. Convenant e-Facturatie Het bestuur gaat akkoord met deelname van de VNG aan het convenant E-facturatie. Dit project van het ministerie van EZ moet er voor zorgen dat de overheid 'launching customer' van e-facturatie wordt. Digitaal factureren kan leiden tot grote kostenbesparingen.
5 PROVINCIAAL BESTUUR 5.1 Statencommissie Bestuur en Middelen. De commissie is bijeen geweest op 18 maart jl. Op de agenda: • Bestuurskrachtmeting Zuid-Holland: plan van aanpak met uitgangspunten • Zonebeheer industrielawaai: toekenning van een meerjarige incidentele subsidie aan de Milieudienst Zuid-Holland-Zuid • Voortgangsrapportage Europese subsidies 2008 • Voorgenomen herindeling Rotterdam/Rozenburg • Beleidsnota Kwaliteit lokaal bestuur (statenvoordracht en actualisatie werkprogramma 2008-2011)
5.1 Vergadering Provinciale Staten Provinciale Staten van Zuid-Holland zijn bijeen geweest op 25 maart 2009. Op de agenda: • Streekplan Zuid-Holland-West, 9e partiele herziening in verband met “Trappenberg-Kloosterschuur”. • Gebruik zonne-energie (initiatiefvoorstel GL) • Duurzame Ontwikkeling, kader voor afweging (KADO) • Samenwerken aan de kwaliteit van het lokaal bestuur;
5.2 Advies over de financiële verhouding Rijk - provincies Op verzoek van staatssecretaris Bijleveld-Schouten en minister Bos heeft de Raad voor de financiële verhoudingen advies uitgebracht over de omvang en de verdeling van het provinciefonds, in relatie tot het provinciale takenpakket. In het rapport, dat op 19 maart jl. door voorzitter Van Haersma Buma werd aangeboden, staat dat de provincies met 597 miljoen euro minder toe kunnen en somt een aantal
15
maatregelen op om tot korting over te gaan. De Raad constateert verder dat de financiële verhoudingen tussen Rijk en provincies vervuild en verrommeld zijn geraakt door allerlei co-financieringsconstructies en convenanten. De raad beveelt aan om weer te komen tot een heldere taaktoedeling met bijbehorende financiële verantwoordelijkheid. De Raad heeft niet alleen naar de gewenste omvang van het provinciefonds gekeken, maar ook naar de verdeling van dit bedrag over de diverse provincies. Die verdeling houdt onvoldoende rekening houdt met de kosten voor de verschillende beleidsterreinen in de twaalf provincies en de eigen inkomsten die provincies kunnen genereren. Bij de herverdeling is daar nu rekening mee gehouden. Bij een gecombineerde herverdeling en de algemene korting gaat alleen de provincie Flevoland erop vooruit. Alle andere provincies leveren in, van wie Noord-Brabant het meest, Zuid-Holland relatief weinig.
6 OVERIGE BESTUURLIJKE AANGELEGENHEDEN 6.1 Lentesessie “De kaderstellende rol van de raad” op 2 april in Dordrecht Het actieprogramma Lokaal Bestuur van de VNG organiseert op donderdagavond 2 april a.s. in Dordrecht een zgn. lentesessie over de kaderstellende rol van de raad. Het doel van de avond is om met raadsleden van gedachten te wisselen. Deskundigen en “lokale spelers” slaan een brug tussen theorie en praktijk. Voor de pauze komen aan het woord: • Arnold Weggeman, raadslid van Capelle aan den IJssel voor de SGP; • Frank Duijnhouwer, raadslid van Gorinchem voor de PvdA • Ad Saes, griffier gemeente Liesveld • Ronald Bandell, burgemeester van Dordrecht Na de pauze discussie onder leiding van dagvoorzitter Michiel Verbeek, consulent van het Actieprogramma Lokaal Bestuur voor Groningen en Drenthe, oud raadslid en wethouder van Haren (Gr.) De bijeenkomst vindt plaats in het stadhuis van Dordrecht. Aanmelding via www.cs-vng.nl
6.2 Wethoudersbijeenkomst op 14 mei in Zoetermeer “Wethouder zijn is een vak” is het thema van een bijeenkomst die de Wethoudersvereniging, het Actieprogramma Lokaal Bestuur en de VZHG op donderdagmiddag 14 mei a.s. in Zoetermeer organiseren. De bijeenkomst is bedoeld voor wethouders van gemeenten in Zuid-Holland en heeft als doel om ervaringen uit te wisselen en ideeën op te doen voor een professionele uitvoering van de functie. Aandacht wordt besteed aan de dagelijkse kontakten van de wethouder met de raad, met de ( coalitie) fracties, met uw collega wethouders, met de inwoners en niet te vergeten de media! Dit gebeurt via enkele workshops, verzorgd door collegae. Aansluitend wordt plenair een “ronde tafelgesprek” over de relatie met de media gehouden, waaraan ook drie journalisten meedoen. Gastheer is wethouder Edo Haan van Zoetermeer. De bijeenkomst wordt gehouden in het stadhuis van Zoetermeer en begint om 13.30 uur. Aanmelding:
[email protected] onder vermelding van “bijeenkomst Zoetermeer”. Nadere Informatie: Anka Visser, consulent ALB voor Zuid Holland ( tel. nr. 06 – 22692440 )
6.3 Raadsledenbijeenkomst “Omgaan met de media” op 18 mei in Oud-Beijerland Op maandagavond 18 mei a.s. organiseert het Actieprogramma Lokaal Bestuur in samenwerking met de Vereniging van Zuid-Hollandse Gemeenten opnieuw een raadsledenbijeenkomst “Omgaan met de
16
media”. De vorige sessie werd gehouden in Alphen aan den Rijn, deze keer is de gemeente OudBeijerland gastheer. U bent welkom vanaf 19.00 uur het gemeentehuis van Oud-Beijerland. Het programma begint om 19.25 uur en eindigt uiterlijk om 22.30 uur. Het programma bestaat uit twee parallelle onderdelen, die u allebei kunt volgen. • Een rondetafelgesprek met redacteuren van de regionale pers, radio en tv. Met gelegenheid tot het stellen van vragen. Wat is nieuws en hoe werkt de praktijk? • Een workshop over omgaan met de media onder leiding van Liesbeth Rooijmans van Rood Wit Communicatie. Praktische tips en wetenswaardigheden. Hoe kom je in het nieuws en waar let je op? De bijeenkomsten zijn in de eerste plaats bedoeld voor raads- en commissieleden en voor griffiers. Het maximum aantal deelnemers is 40. Vragen over het programma: Anka Visser,
[email protected] tel. 06 22692440 Aanmelding bij de VZHG, email:
[email protected]; Riet Vrolijk 0182-545513
7 GEMEENTEFINANCIËN 7.1
VNG-commissie Gemeentefinanciën
De commissie is bijeen geweest op 12 maart 2009. Op de agenda: • Economische crisis: Actuele stand van zaken economische crisis (mondeling); EMU-saldo gemeenten, de fictieve EMU-plafonds en de kwartaalaanlevering IV-3 • Financiële verhouding: voorbereiding Bestuurlijk Overleg Financiële Verhouding van 1 april 2009; Aanpassing maatstaf herindeling gemeentefonds • Financiële stromen: Ontwikkelingen Wet Werk en Bijstand (WWB) • Belastingen: Macronorm OZB; Inventarisatie ervaringen nieuwe WOZ-taxatieronde, Nieuwe gemeentelijke Leidraad Invordering • Wet Fido: Reactie op adviesaanvraag Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) en schatkistbankieren
8 ONDERWIJS, ZORG EN WELZIJN 8.1 Statencommissie Samenleving De commissie komt bijeen op 1 april 2009. Op de agenda: • RTV Rijnmond en Omroep West: representativiteits- en bekostigingsverklaring • Zorgvragersbeleid: evaluatie van de effecten van het statenbesluit uit 2007 om alle subsidies ten behoeve van het zorgvragersbeleid samen te brengen in één provinciale organisatie, de Stichting Zorgbelang Zuid-Holland. • Europese subsidies 2008: voortgangsrapportage • Zuid-Hollands jaar van de Landgoederen 2008: evaluatie van dit themajaar.
17
9 WERK EN INKOMEN 9.1 VNG-commissie Werk en Inkomen De commissie is bijeen geweest op 12 maart jl. Op de agenda: • Gevolgen kredietcrisis: Bespreking stand van zaken n.a.v. extra bestuurlijk overleg 19 februari en het overleg met de sociale partners op 26 februari jl. • Ontwikkelingen financiering WWB • Wetsvoorstel Wet Investeren in Jongeren (Wij) • Convenant wanbetalers Zorgverzekeringswet • Demografische ontwikkeling – krimp en groei • Kabinetsstandpunt Commissie De Vries (toekomst sociale werkvoorziening) Het kabinet heeft op 13 februari jl. zijn standpunt naar buiten gebracht. De vraag was aan de orde hoe het verdere traject er uit moet gaan zien. • Experimenten Wajong • Sturingsvisie SZW op de keten van Werk en Inkomen.
9.2 Gesprek met voorzitter VNG-commissie Werk en Inkomen In elke bestuursvergadering van de VZHG zijn een of twee Zuid-Hollandse leden van VNG-commissies te gast, die –meteen na afloop van de vergadering van de betreffende commissie- hun ervaringen en zorgen willen delen met het VZHG-bestuur. In de vergadering van 12 maart 2009 was dat de voorzitter van de VNG commissie Werk en Inkomen Hans Spigt, wethouder van Dordrecht.. Het hoofdthema was ook in die commissie het Nationaal akkoord Crisisbestrijding, waarover de VNG zowel met het kabinet als met de sociale partners in gesprek is. Dat laatste hangt samen met de gemeentelijke rol in het arbeidsmarktbeleid via o.a. WWB en Wsw. Wat betreft de VNG staat het Bestuursakkoord Rijk-gemeenten nog steeds. Aan het kabinet is nog eens duidelijk gemaakt dat de gemeenten niet het uitvoeringsloket van het rijk zijn, maar ook dat er geen maatregelen worden genomen die direct ingrijpen op het macrobeleid. Uiteraard is het wachten op de kaders die het kabinet zelf wil stellen. Bij extra inspanningen van gemeenten geldt: het moet wel kunnen! Het kan niet de bedoeling zijn de deur te openen voor een structureel gemeentelijk begrotingstekort. Gelet op het Bestuursakkoord blijft het gemeentelijk streven primair om WWB-ers in te laten stromen. Extra aandacht is nodig voor de ZZP-ers, die enerzijds niet zonder inkomen kunnen, maar anderzijds vaak vermogen in het bedrijf hebben zitten. Wat betreft de sociale werkvoorziening is duidelijk dat het kabinet inzet op pilots die moeten aantonen wat het realiteitsgehalte is van aannames van de commissie-De Vries. Een fundamentele herziening wordt nu niet in gang gezet. Hans Spigt roept de gemeenten en SW-bedrijven in Zuid-Holland op actief in te spelen op die mogelijkheden. Wat betreft de Wajong is een voorstel tot wetswijziging in procedure, waarin de toegang tot de Wsw (waar de CAO leidt tot een hoger salaris) wordt afgesloten. Juridisch ingewikkeld, omdat iedereen vrij is een sw-indicatie te vragen en die in beginsel ook –los van leeftijd of opleiding- kan krijgen. In het kader van het arbeidsmarktbeleid gat het erom de keten gesloten te krijgen. Per 1 januari a.s. moeten alle 100 werkpleinen operationeel zijn, waaronder 30 “LWI’s PLUS” met bovenregionale backoffice. Die zijn globaal gesproken gekoppeld aan de G33-gemeenten. De portefeuillehouders van die gemeenten hebben een bijzondere verantwoordelijkheid, namelijk mede voor de regio. Zij zijn zich daar nog niet allemaal voldoende van bewust.
18
9.3
Regionale bijeenkomst fundamentele herbezinning Wsw
Op donderdagmorgen 4 juni a.s. organiseert het Congres- en Studiecentrum van de VNG in Rotterdam een “regionale bijeenkomst Fundamentele herbezinning Wsw”. Nu de kabinetsreactie is verschenen op het rapport van de commissie-De Vries “Werken naar vermogen” vinden de nationale koepelorganisaties VNG, Cedris en Divosa het hoog tijd om het land in te gaan en met “gemeenten, SW-bedrijven en sociale diensten gezamenlijk van gedachten te wisselen en discussiëren. De bijeenkomst is uitsluitend bedoeld voor wethouders sociale zaken en/of sociale werkvoorziening, voor directeuren van SW-bedrijven en voor directeuren van sociale diensten of hoofden sociale zaken. Na een videoboodschap van staatssecretaris Klijnsma debatteren onder leiding van dagvoorzitter Jacobine Geel: • Hans Spigt, voorzitter van de VNG-commissie Werk en Inkomen • Joan Leemhuis- Stout, voorzitter van Cedris, de brancheorganisatie van SW-bedrijven • Tof Thissen, voorzitter van Divosa Ook is er een interactieve discussie tussen een wethouder, een SW-directeur en een directeur van een sociale dienst. De bijeen komst is bedoeld om input te leveren aan de voorbereiding en uitvoering van de pilots die staatssecretaris Klijnsma wil opzetten om te zien of een aantal veronderstellingen van de commissie-De Vries juist zijn. Aanmelding via
[email protected]
10 RUIMTE EN WONEN 10.1 Ernstige zorg bij gemeenten over rol provincie in Wro. Mede namens de regionale portefeuillehouders ruimtelijke ordening heeft de VZHG in een brief d.d. 6 maart 2009 gevraagd om overleg tussen GS en “de gemeenten”. Er bestaat ernstige zorg over de opstelling van de provincie Zuid-Holland bij de invulling van haar rol in het kader van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening. Ook in VNG-kring bestaat de indruk dat Zuid-Holland –meer dan andere provincieshet regiem van de oude wet RO wil herstellen door gedetailleerde regels op te stellen, waaraan de gemeenten zich hebben te houden. De taakopvatting, c.q. de sturingsfilosofie van de provincie roept o.a. de volgende beelden op: • -dat de provincie bij het principe “lokaal wat kan, provinciaal wat moet” vooral aandacht geeft aan het tweede deel en daaraan een zodanig gewicht geeft dat het eerste deel in het gedrang komt. • -dat het provinciaal belang teveel gelijk gesteld wordt met het regionaal belang en te weinig met het bovenregionaal belang. • -de provincie zeer gedetailleerd lijkt te willen sturen (wantrouwend naar gemeenten); veel wordt “aan de voorkant” geregeld • -dat Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en het ambtelijk apparaat lijken zo nu en dan uiteenlopende opvattingen te hebben over de ruimte die (samenwerkende) gemeenten moeten hebben in hun beleid • -dat over de inhoud van de provinciale verordening nog niets bekend is, terwijl gemeenten verplicht zijn binnen een jaar hun bestemmingsplan daaraan aan te passen. De gemeenten willen graag met GS in gesprek over het proces en de onderlinge posities. De door de provincies geplande regionale bestuurlijke tafels over het ontwerp van de provinciale structuurvisie zullen uiteraard benut worden voor constructief overleg; ze zijn echter niet toereikend om bovenbedoelde aspecten van de relatie goed door te spreken. Voorgesteld is om in de maand april een gezamenlijke bestuurlijke conferentie te organiseren, waaraan van gemeentezijde wordt deelgenomen door de regionale portefeuillehouders.
19
Naar aanleiding van de kaders die Provinciale Staten stellen in dit dossier (bijvoorbeeld de motie van 25 juni 2008) stellen de portefeuillehouders het op prijs om –voorafgaande aan de behandeling van visie en verordening door de Staten ook een gesprek te hebben met de leden van de Statencommissie Ruimte en Wonen. In een mondelinge reactie heeft de provincie een voorlopige datum voor overleg gereserveerd. GS stellen het echter op prijs om eerst in kleine kring (gedeputeerde en portefeuillehouder VZHG) over de aanleiding te spreken. Dit zal op woensdag 1 april a.s. gebeuren.
10.2 Drechtsteden vraagt GS om planning Provinciale structuurvisie aan te passen. Bij brief van 19 maart 2009 vraagt het Drechtstedenbestuur aan Gedeputeerde Staten om de planning van de procedure tot vaststelling van de Provinciale structuurvisie aan te passen. Drechtsteden willen – zoals eerder toegezegd- graag constructief meedenken over de structuurvisie, maar stellen vast dat er onvoldoende tijd en ruimte is voor adequate bestuurlijke afweging. De provincie heeft vele bijeenkomsten georganiseerd om ieders visie en input te ontvangen, maar nu het cruciale moment nadert, lijkt samenspraak en gezamenlijkheid ondergeschikt aan de planning: vaststelling door de Staten van structuurvisie en verordening ruimte voor het eind van het jaar. In concreto wijst het Drechtstedenbestuur op het feit dat de ambtelijke versie van structuurvisie en verordening op 3 april ter beschikking worden gesteld, waarna ze op 14 en 15 april tijdens drie regionale ambtelijke tafels worden besproken. Die termijn wordt onvoldoende geacht. Nadat GS structuurvisie en verordening vervolgens in ontwerp hebben vastgesteld, ontvangen de gemeenten de stukken in de meivakantie, waarna in de loop van mei de bestuurlijke tafels per regio worden gehouden. Daarvoor geldt hetzelfde. GS willen vervolgens de definitieve versie van het ontwerp op 2 juni vaststellen en ter inzage leggen.
10.3 Planning Statencommissie wat betreft Provinciale structuurvisie (PSV) In de zgn. Lange Termijn Agenda, die de Statencommissie Ruimte en Wonen op 8 april behandelt, wordt wat betreft de provinciale structuurvisie het volgende aangegeven: datum 08-04-2009 06-05-2009 of 11-05-2009 13-05-2009
13-05-2009 13-05-2009
juni
0nderwerp en doel de commissie geeft GS politieke feedback als het gaat om de verstedelijkingsopgaaf als voorbereiding op o.a. de PSV de statencommissie houdt een informatieve bijeenkomst voor technische vragen over de ontwerp PSV de commissie bespreekt de ontwerp PSV, voorzien van een notitie vergelijking oud en nieuw beleid en een demografische paragraaf. Het doel van de bespreking is om te bepalen of de PSV kan worden vrij gegeven voor ter inzagelegging. De fracties van PvdA, CDA en GL verzoeken om ook het rapport “Bevolkingsdaling” bij deze bespreking te betrekken en niet apart te agenderen Bespreking notitie met protocolafspraken over de taakverdeling tussen GS en PS wat betreft alle instrumenten uit de Wro Bespreking notitie over de financiële consequenties van het inzetten van de verschillende instrumenten uit de nWro, in elk geval ten aanzien van het al dan niet werken met een Provinciale verordening Ruimte in relatie tot toetsing van bestemmingsplannen Bespreking voorstel van de griffie over de communicatie in het kader van de PSV voor
20
02-09-2009 Sept./okt. 28-10-2009 18-11-2009 02-12-2009
september / oktober Communicatietraject PSV, besluitvorming over activiteiten in september /oktober Gesprekken en hoorzitting over PSV, communicatie PS-burgers. Oriënterende bespreking van de PSV Extra vergadering ter vaststelling advies aan Provinciale Staten inzake PSV Advies aan PS na bespreking moties en amendementen.
10.4 Provinciale monitor van gemeentelijke bestemmingsplannen In hun vergadering van 17 maart 2009 hebben GS een nieuw bericht aan Provinciale Staten vastgesteld, waarin zij aangeven hoe uitvoering is gegeven aan de statenmotie van juni 2008, waarin GS de opdracht kregen om de gemeentelijke bestemmingsplannen nauwgezet te (blijven) toetsen aan provinciale belangen, wanneer het vereiste van goedkeuring per 1-7-2008 zou komen te vervallen. De Staten wilden de doorwerking van het provinciaal beleid in het gemeentelijk beleid geborgd zien. GS bieden nu de eerste rapportage aan, die gaat over de inzet van Wro-instrumenten in 2008. In aanvulling op de motie is niet alleen gekeken naar bestemmingsplannen, maar ook naar gemeentelijke projectbesluiten. De hoofdpunten: • In totaal hebben de Zuid-Hollandse gemeenten tussen 1 juli 2008 en het eind van het jaar 139 plannen ter inzage gelegd: 75 voorontwerpplannen, 62 ontwerpplannen en 2 vastgestelde plannen. • Bij 94 % van de gemeentelijke plannen waren één of meer provinciale belangen in het geding, slechts 6 % zou een zuiver lokaal belang betreffen. • Van de voorontwerpplannen voldeed 64 % niet aan het interim-beleid van de provincie, met name wat betreft de aspecten water en milieu. • Van de ontwerpplannen voldeed 27 % daar niet aan, opnieuw wat betreft het aspect “water”, met “cultureel erfgoed” en “milieu” op de tweede en derde plaats. • Van de ontwerpplannen was 30 % niet toegezonden aan de provincie in het kader van vooroverleg, terwijl naar het oordeel van de provincie wel sprake was van een provinciaal belang; bij de helft van die ontwerpplannen zelfs van strijdigheid daarmee. • Het vooroverleg leidde bij 62 % van de plannen tot volledige aanpassing, zodat kon worden afgezien van het indienen van een zgn. zienswijze. In 38 % van de gevallen was de aanpassing niet voldoende of niet juist en werd een provinciale zienswijze ingediend. • De effecten van de zienswijzen zijn op dit moment nog niet meetbaar. Van reactieve aanwijzingen is nog geen sprake geweest. In de aanbiedingsbrief geven GS aan dat het plegen van - het bij wet voorgeschreven- vooroverleg zeer effectief is. Het vooroverleg is van groot belang voor de verankering van het provinciaal beleid in gemeentelijke plannen.
10.5 Gemeenten en de nieuwe Wet ruimtelijke ordening In het maartnummer van“RO Maandblad voor ruimtelijke ontwikkeling” blikt Mark Hendriks terug op de RO-praktijkbijeenkomsten die de VNG eerder dit jaar in het hele land organiseerde. Veel aandacht voor Marco Lurks (VNG) die wees op de “strategische herverkaveling” van verantwoordelijkheden en belangen die door de nieuwe wetgeving op gang komt. Naar zijn indruk nemen rijk en de provincies het voortouw met algemene maatregelen van bestuur (AMvB) en met verordeningen. De gemeenten zijn onvoldoende bij de herverdeling betrokken, terwijl voor hen in de nieuwe wet een hoofdrol is weggelegd. Gemeenten moeten zich duidelijk uitspreken over de rol die zij in de ruimtelijke ordening willen spelen. Anders zijn straks de piketpaaltjes geslagen en moeten gemeenten genoegen nemen met een ondergeschikte rol. Rijk en provincie hebben dan hun belangen en taken al ingevuld. Het is tijd voor een cultuuromslag. Provincies en rijk moeten niet langer denken dat gemeenten alleen maar huizen en bedrijventerreinen
21
willen bouwen. En gemeenten moeten actiever en op tijd het overleg zoeken met rijk en provincie, aldus Marco Lurks. De vraag die vanuit de gemeentelijke praktijk naar voren kwam: hebben wij wel de tijd om ons actief te bemoeien met het definiëren van ruimtelijke belangen en verantwoordelijkheden? Er komt door de nieuwe wetgeving zoveel op ons af! Iedere gemeente moet een structuurvisie maken, waarin de ruimtelijke koers wordt uitgestippeld Bestemmingsplannen moeten worden geactualiseerd en gedigitaliseerd. Daarbij moet rekening worden gehouden met kaderstelling vanuit de provinciale verordeningen en AMvB's. Veel gemeenteambtenaren bekijken de nieuwe Wro dan ook met argusogen bekijken. Dat de administratieve lasten minder worden en procedures korter, daar is nog weinig geloof in. Veel ambtenaren laten merken ongelukkig te zijn met het vervallen van de artikel 19-procedure. Daarmee konden ze in het verleden op een snelle manier een wijziging van het bestemmingsplan verkrijgen. De nieuwe wet bracht als het projectbesluit, maar dat wordt vooralsnog niet als werkbaar alternatief gezien. Overleg met de provincie is natuurlijk van belang, maar de ervaringen zijn niet altijd positief. Zelfs na regelmatig contact zijn provincies in staat rigide hun eigen koers te varen. Een voorbeeld uit Utrecht werd besproken, waar de ecologische hoofdstructuur als provinciaal belang op hoofdlijn is gedefinieerd, maar in de praktijk tot in detail wordt uitgewerkt.
10.6 Statencommissie Ruimte en Wonen 10.6.1 Komende vergadering De Statencommissie Ruimte en Wonen komt bijeen op 8 april a.s. vanaf 19.30 uur. Aan de vergadering gaat vanaf 19.00 uur een presentatie vooraf over de Verstedelijkingsstrategie. Op de agenda van de commissie o.a.: • Monitor gemeentelijke bestemmingsplannen Zie paragraaf 10.4. • Ruimtelijke knelpunten Hoeksche Waard; In de notitie “Knelpuntenlijst Hoeksche Waard” gaan Gedeputeerde Staten in op de knelpunten die de Commissie Hoeksche Waard op 11 december 2008 had voorgelegd. Vooropgesteld wordt dat het niet de bedoeling is dat alle ontwikkelingen die in strijd zijn met het ruimtelijk interim-beleid ‘op slot gaan’ tot de provinciale structuurvisie is vastgesteld. Afwijkingen kunnen worden beoordeeld als zij passen in een regionaal gedragen en afgestemde integrale ruimtelijke visie. GS begrijpen dat de commissie voor de ruimtelijke knelpunten in de Hoeksche Waard een afwijkingsprocedure wil volgen. Het betreft een procesafspraak over knelpunten die niet kunnen wachten op de vaststelling van de PSV. GS geven in de notitie aan, waarom zij bereid zijn aan 5 ontwikkelingen/ knelpunten medewerking te verlenen, aan drie andere punten niet, terwijl zij ten aanzien van drie knelpunten nog geen standpunt innemen, mede gezien de ervaren urgentie. • Ruimtelijke knelpunten Goeree-Overflakkee (brief gedeputeerde mw. Koop) De gedeputeerde geeft aan dat de brief van het ISGO met de ruimtelijke knelpunten op 26 februari is ontvangen. De voortgang van een aantal aspecten van de Intergemeentelijke structuurvisie stokt, omdat de medewerking van de provincie Zuid-Holland niet vast staat. GS beraden zich er momenteel op. De gedeputeerde stelt de commissie voor om hier in de commissievergadering van 13 mei terug te komen. • Onderzoek “papieren glas”. Waar bevatten gemeentelijke bestemmingsplannen mogelijkheden tot vestiging van glastuinbouwbedrijven, waar de provincie ze niet wil hebben, conform het bundelingsen saneringsprincipe dat is vastgelegd in de streekplannen? Adviesbureau RBOI geeft aan dat er 150 hectare papieren glas is, vooral in de Hoeksche Waard, Westvoorne, Katwijk, Dordrecht en Vlist.
22
• •
Onder het punt “Van derden ontvangen informatie” staat de brief vermeld die de VZHG heeft gestuurd aan GS inzake de rolverdeling in de ruimtelijke ordening (zie punt 10.1). Deltanatuur en Kierbesluit Bernisse (startnotitie inpassingsplan / compenserende maatregelen)
10.6.2 Vorige vergadering De afgelopen maand kwam de commissie bijeen op 11 maart. Toen is o.a. gesproken over: • Ruimtelijke knelpunten Hoeksche Waard De Commissie Hoeksche Waard heeft in een brief 10 ruimtelijke knelpunten aangeduid en het verzoek gedaan om vooruitlopend op de Provinciale Structuurvisie (PSV) medewerking te verlenen aan het oplossen daarvan. GS stellen voor om alleen wat betreft één knelpunt (herstructurering Evidesterrein te ’s-Gravendeel) te anticiperen op de PSV, d.w.z. af te wijken van het vigerende streekplan. De andere punten kunnen aan de orde komen bij de totstandkoming van het ontwerp van de PSV. Wethouder Lafeber van Binnenmaas maakte gebruik van het spreekrecht. Hij riep – onder verwijzing naar de regionale structuurvisie- op om voor 1 juni over alle knelpunten een besluit te nemen. Bij een aantal projecten is het geduld op; het provinciaal belang moet worden afgewogen tegen de lokale belangen. De commissie was van oordeel dat GS – gegeven het feit dat de regionale structuurvisie al in de zomer van 2008 was aangeleverd- op alle genoemde knelpunten een afweging hadden moeten maken van provinciaal en lokaal belang en die aan de commissie had moeten voorleggen. Het voorstel van de gedeputeerde om te wachten tot het ontwerp van de Provinciale structuurvisie er is, werd niet gesteund. De commissie verzocht de gedeputeerde om binnen veertien dagen met een voorstel te komen, waarbij de 12 knelpunten afgewogen zijn. (NB De gevraagde notitie zit bij de stukken voor de commissievergadering van 8 april, zie 10.6.1.) • Transformatie van het glastuinbouwconcentratiegebied “Noordse Buurt (gemeente Nieuwkoop) naar natuurgebied en de bouw van 450 woningen. • Realisatie woningbouwlocatie Oosterpark gemeente Goedereede De streekplancommissie Zuid-Holland-Zuid heeft op 30 juni 2008 negatief geadviseerd over een afwijking van het streekplan. Op verzoek van enkele fracties werd het onderwerp opnieuw besproken. De gedeputeerde meldde dat het dossier uit oude toezeggingen bestaat, waar GS op in willen gaan, al ook wordt nog gewacht op de integrale structuurvisie van Goeree-Overflakkee en ook al wordt waarschijnlijk niet voldaan aan het provinciale uitgangspunt 30 % sociale woningbouw. De fracties van SP, GL, D66 en de Partij voor de Dieren zullen in de Statenvergadering tegen het voorstel stemmen om een verklaring van geen bezwaar te geven. • Handelwijze bij besluiten die strijd opleveren met een streekplan In mei komen nieuwe protocolafspraken tussen GS en PS aan de orde. Daarop vooruitlopend wil de commissie dat besluiten, die strijdigheid met een streekplan opleveren, worden behandeld als waren zij een streekplanwijziging. GS moeten daartoe een pro forma zienswijze indienen, zodat de wettelijke termijnen van toepassing zijn en een besluit door PS moet worden geaccordeerd.
10.7 Ontwerp-AMvB Ruimte: 3e versie uitgebracht Op 12 maart jl. heeft het Ministerie van VROM de 3e conceptversie van de AMvB Ruimte vrij gegeven voor commentaar. Op 16 april a.s. voert de VNG bestuurlijk overleg met de Minister van VROM over deze versie. Reacties van gemeentelijke zijde worden zeer op prijs gesteld. Naar aanleiding van de 2e versie heeft de VNG in januari 12 bespreekpunten aan minister Cramer voorgelegd, o.a. over de zgn. beleidsneutraliteit, over de rol van de samenwerkende gemeenten en Wgrplusregio’s en over eisen die gesteld worden aan de toelichting van bestemmingsplannen.
23
10.8 Provinciale Planologische Commissie (PPC) Soort PPC-commissie PPC Advisering over Ruimtelijke Plannen
Datum 26-03-2009
Agendapunten o AMvB Ruimte; toelichting door VROM op de inhoud, de procedure en stand van zaken, de aandachtspunten en mogelijke knelpunten voor de provincie Zuid-Holland, de afstemming met de Provinciale Structuurvisie en de Provinciale Verordening Ruimte. o Nieuwe werkwijze van de PPC; toelichting en inventarisatie van mogelijke onderwerpen die daar bij passen.
10.9 Nieuwe werkwijze PPC In het najaar hebben Gedeputeerde Staten een notitie gepubliceerd over de taak en werkwijze van de PPC in het licht van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening ( Zie VZHG Journaal 2008 nr. 10 en11). Onder de oude wet was de commissie gericht op “overleg en advies inzake ruimtelijke ordening” voor het hele grondgebied van de provincie, ongeacht de vraag welke instantie met die ruimtelijke ordening bezig was. Voor gemeentelijke plannen was een PPC-advies verplicht. Onder de nieuwe wet gaat het om “overleg en coördinatie betreffende provinciaal beleid”. Gemeenten zijn niet meer verplicht hun plannen voor advies voor te leggen. GS van Zuid-Holland veronderstelden dat er ook bij het rijk en de gemeenten behoefte zou zijn om de PPC te benutten voor de afstemming van de rijks-, provinciale en gemeentelijke structuurvisies. Voor zover bekend is de notitie nog niet vastgesteld. Hierin was ook sprake van uitbreiding van het aantal gemeentelijke leden van 1 naar 2. Volgens de website van de provincie is nog steeds de “Nota werkwijze PPC” van kracht die door GS op 11 oktober 2005 is vastgesteld. Aan de PPC is thans een notitie voorgelegd waarin de nieuwe werkwijze wordt uitgewerkt. De PPC heeft volgens deze notitie tot taak: het vormgeven van het overleg en de afstemming tussen rijk, provincie, gemeenten/regio's en Wgrplus-regio's en waterschappen, voor zover het gaat om beleid en beleidvoornemens met mogelijke ruimtelijke implicaties. De nadruk moet komen te liggen op coördinatie, afstemming, commitment en ontwikkeling. De notitie gaat er van uit dat rijk, provincie, regio’s, waterschappen en gemeenten vrijwillig hun beleid en beleidsvoornemens met ruimtelijke gevolgen komen toelichten en bespreken in de PPC. Men wil echter niet meer dan drie onderwerpen per vergadering. Er is een voorlopige opsomming gemaakt van de plannen die zou willen bespreken in 2009: 1. Van het Rijk: AMvB Ruimte,de Agenda Landschap, Mooi Nederland, het Nationaal Waterplan (RWS), Uitvoering Randstad 2040, de Verstedelijkingsafspraken en het Structuurschema Buisleidingen /Basisnet 2. Van de provincie: Ontwerp Provinciale Structuurvisie, Ontwerp Verordening Ruimte, Transformatievisie Merwedezone, Mooi Zuid-Holland; IRP Kust, Waterplan provincie Zuid-Holland, Migratiesaldo nul en kwaliteitsatlas en het vastgestelde PSV. 3. Voor de gemeenten en regio’s wordt gedacht aan: de structuurvisie van alle gemeenten, de structuurvisies van de regio’s en het ISV Greenport regio Boskoop.
10.10
Staten akkoord met Voorloper Groene Hart
Met de grootst mogelijke meerderheid hebben Provinciale Staten van Zuid-Holland zich op 25 februari jl. geschaard achter de zgn. Voorloper Groene Hart. Hierin wordt aangegeven onder welke voorwaarden er vernieuwingen mogen zijn in het Groene Hart van de Randstad Holland. Voor drie betrokken provincies geldt de Voorloper als de belangrijke bouwsteen voor de Provinciale Structuurvisie, die op grond van de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening in de plaats komt van de bestaande streekplannen.
24
Henk van Dieren van de CU/SGP diende drie moties in, die met algemene stemmen werden aangenomen. - In één motie wordt uitgesproken, dat zowel bestaand als nieuw beleid van de provincie getoetst moet worden aan de Voorloper. Die formele uitspraak werd nodig geacht, omdat er geen wettelijke basis is om beleid te toetsen op grond van de Voorloper. - In een andere motie staat, dat de ruimtewinst bij herstructurering van bedrijventerreinen tien procent moet zijn. - in de derde motie wordt het college van Gedeputeerde Staten opgedragen om voor goed instrumentarium te zorgen,zoals een kwaliteitsatlas, een convenant tussen alle betrokken overheden, het instellen van een Groene Hart-fonds en richtlijnen voor binnenstedelijk bouwen, dat laatste om te bewerkstelligen dat woningbouw binnen de rode contouren blijft. (ontleend aan de impressie van Kor Kegel op www.pzh.nl)
10.11 Huivesting statushouders en asielzoekers onder de pardonregeling De meeste gemeenten in Zuid-Holland hebben in 2008 hun taak om statushouders te huisvesten goed uitgevoerd, aldus een persbericht van de provincie Zuid-Holland van 12 maart 2009. Van de 52 gemeenten waar de provincie toezicht op houdt (de gemeenten die niet horen tot de stadsregio’s Haaglanden en Rotterdam) waren er 14 die op 31 december 2008 een achterstand hadden van twee of meer halfjaartaakstellingen. De achterstanden zijn in de tweede helft van 2008 licht gestegen, deels veroorzaakt door een verhoogde taakstelling door het rijk (120 extra). Gedeputeerde Staten zullen intensief toezicht blijven houden, omdat er in 2009 weer meer statushouders gehuisvest moeten worden. Gemeenten geven aan met verschillende belemmeringen te maken te hebben. Zo worden aangeboden woningen soms geweigerd door statushouders. Vier gemeenten, Binnenmaas, Giessenlanden, Liesveld en Korendijk, zijn uitgenodigd door gedeputeerde Manita Koop om te praten over knelpunten en oplossingen. De overige gemeenten die een achterstand hadden, hebben deze inmiddels ingelopen of hebben afspraken gemaakt om deze versneld in te lopen. Naast de reguliere taakstelling voor statushouders is er een specifieke regeling voor huisvesting van asielzoekers die onder het Generaal Pardon vallen. Voor deze groep is de achterstand in het afgelopen jaar weggewerkt. Waar de taakstelling voor de tweede helft van 2008 op 461 uitkwam zijn er 542 gehuisvest. Twee gemeenten (Cromstrijen en Korendijk) hebben volgens GS een te grote achterstand. Ook met deze gemeenten wil gedeputeerde Koop afspraken maken over het inhalen van de achterstand.
11 GROEN 11.1 Statencommissie Groen, Water en Milieu De Statencommissie Groen, water en milieu vergaderde op 11 maart jl. Op de agenda: • Kader Afweging Duurzame Ontwikkeling (KADO) De Staten hebben bij motie in november 2007 gevraagd om ‘duurzame ontwikkeling’ te definiëren en om duurzaamheidsindicatoren voor provinciaal beleid te ontwikkelen en op te nemen in de begroting. Het nu voorgelegde KADO bevat vier instrumenten die kunnen worden toegepast • Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) Deze gespreksnota gaat over de doorwerking op de provincie Zuid-Holland van de voorstellen rond de “Health Check GLB” die zijn geaccordeerd door de Europese Landbouwraad • Nut en noodzaak muskusrattenbestrijding (brief gedeputeerde Evertse)
25
• • •
Emissiereducties en de implementatie van de IPPC-richtlijn in Zuid-Holland, de Europese richtlijn voor de geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging Voorloper Groene Hart: eindrapport duurzaamheidsverkenning Natuurijs, waterijs en voortgang realisatie van de ecologische verbindingen (reacties GS op vragen gesteld in de rondvraag van de vorige vergadering).
11.2 Openluchtrecreatie: rol provincie Op 12 maart jl. gaf “bestuurlijk verkenner” Govert Veldhuijzen in de bestuursvergadering van de VZHG een toelichting op de tussenrapportage die hij heeft opgesteld (zie vorig Journaal punt 10.2) Aanleiding voor zijn verkenning is het coalitieakkoord van GS, waarin de behoefte is vastgelegd om het beheer van de groene ruimte een keer eenduidig en goed te regelen. Dat die provinciale bemoeienis per gebied zeer kan verschillen is duidelijk, maar er zijn meer complicerende factoren, die maken dat de provincie moeilijk eenzijdig kan zeggen: we doen het voortaan zo. De kern van zijn conclusie is de oproep om als provincie aan te geven wat men inhoudelijk wil. Logisch lijkt het om te koersen op een gebiedsgerichte regionale ontwikkeling van groen, op een grotere schaal dan nu de recreatieschappen opereren en breder dan alleen voor openluchtrecreatie. Als complement daarop zou de provincie zich –met behoud van de bestaande financiële steun- zoveel mogelijk moeten terug trekken uit het dagelijks beheer. Punt van aandacht in de verkenning was ook het veronderstelde ”free-riders” gedrag van sommige gemeenten. Dat ligt genuanceerder. Niet deelnemen aan een recreatieschap is geen basis voor de conclusie dat die gemeente geen geld uittrekt voor aankoop, inrichting en beheer van recreatie- en natuurterreinen. Dat gaat voor een beperkt aantal gemeenten op, die bij voorkeur via de inhoud bij het beleid betrokken moeten worden. Pauline Bouvy, portefeuillehouder Groen, gaf aan dat de lange lijst van adviespunten in de tussenrapportage concretisering verdient. Het meest duidelijk is het onderscheid in 5 gebieden binnen Zuid-Holland, waarop de provincie zijn groenbeleid zou kunnen concentreren. Voor het idee van opschaling op zich bestaat wel steun. Het is ook goed op dat niveau te praten over afstemming van het beheer. Van groot belang vindt zij dat er binnen elk gebied een herkenbare eindverantwoordelijke is, c.q. een bestuurlijke probleemeigenaar, die de verschillende partners tot afspraken weet te brengen. In dat verband wordt ook op de rol van de waterschappen en waterleidingsbedrijven gewezen. Ook kwam aan de orde dat er al zo veel beleid is geformuleerd, qua aankoop en inrichting van groengebieden (door de provincie, door regio’s, in Zuidvleugelverband) zonder dat duidelijk is hoe die uitspraken zich tot elkaar verhouden en of de financiële dekking daarvan meerjarig is geregeld. Onduidelijk is of het principe “aankoop ¾ voor rekening rijk en provincie, beheer ¾ voor rekening van gemeenten” daarbij uitwerking vindt. Govert Veldhuijzen gaf aan dat hij na gesprekken met alle recreatieschappen rond Pasen zijn eindadvies aan GS zal aanbieden.
12 MILIEU 12.1 VNG-commissie Milieu en Mobiliteit De commissie is bijeen geweest op 12 maart jl. Op de agenda: • Verpakkingen • Presentatie Nedvang (Nederland van Afval naar Grondstof) met discussie • Actieprogramma verkeersveiligheid Het Actieprogramma Verkeersveiligheid 2009-2010 is het eerste gezamenlijk, dynamisch Actieprogramma waarin het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2008 – 2020 si uitgewerkt. Dit actieprogramma wordt tweejaarlijks opgesteld en hierin zijn naast activiteiten uit het Strategisch Plan,
26
•
•
ook activiteiten worden opgenomen die op basis van het reeds bestaande verkeersveiligheidsbeleid worden uitgevoerd. Excellente gebieden In het Klimaatakkoord van november 2007 staat onder het thema ‘Gebouwde Omgeving’ dat de VNG tien woonwijken aandraagt waar geëxperimenteerd zal gaan worden ‘met innovatieve energiebesparende maatregelen en/of energiebronnen’. VROM heeft het bijgevoegde voorstel en informatietekst uitgewerkt. Aan de commissie is gevraagd of verwacht mag worden dat de opzet zal leiden tot een toename van innovatieve woningbouw. Diverse onderwerpen ter kennisname: Milieueffecten verkeer; Stand van zaken toekomst Convenant Nationaal Antennebeleid; Convenant Bodem/ Uitvoeringsprogramma; Convenant Binnenmilieu Basisscholen; Programma Atlas Leefomgeving; Verslag mobiliteitsaanpak 16 februari; Stand van zaken Anders Betalen voor Mobiliteit; Actieplan stedelijke mobiliteit; Voortgang Europese Lobbydossiers; Brief standpunt VNG CDA-initiatiefnota ‘Fietsen in Nederland’.
12.2 Bestuur VNG schetst eindbeeld uitvoering VROM-taken Op 12 maart jl. heeft het bestuur van de VNG de visie vastgesteld over de uitvoering van VROM-taken door gemeenten. In november vroeg het kabinet de VNG om –bij voorkeur in samenwerking met het IPOin april 2009 te komen met een visie op de kwaliteitsverbetering en professionalisering van de uitvoering van de VROM-taken. Aanvankelijk zat het kabinet op de lijn om in dat kader de oprichting van Omgevingsdiensten op de schaal van de veiligheidsregio’s verplicht te stellen. Een centrale vraag richt zich daarom op de afspraken die tussen gemeenten en provincie zouden moeten worden gemaakt over: • Vorm en schaalgrootte van de samenwerking • De taken van deze adviesorganisaties / expertise centra (het woord “omgevingsdienst” wordt vermeden; • De borging van kwaliteitscriteria. In de visie wordt een tijdpad geschetst. De resultaten van drie ledenbijeenkomsten (o.a. in Rotterdam op 13 februari) leiden tot een aantal uitgangspunten die vervolgens worden uitgewerkt als het gaat om de kwaliteitscriteria, de bevoegdheidsverdeling in de Wabo, een aantal randvoorwaarden voor de uitvoeringsstructuur, een kosten-batenanalyse en de procesorganisatie. De VNG kiest wat betreft de uitvoeringsstructuur voor een bottom-up proces en niet voor een blauwdruk. De klant en de dienstverlening staan centraal; de gemeenten zijn het aanspreekpunt. Ze zijn leidend in het proces voor het vormen van samenwerkingsverbanden, die kunnen voldoen aan de te stellen kwaliteitscriteria. Gemeenten en provincie moeten hierover tot overeenstemming komen. Gekoerst wordt op adviesorganisaties met een basistakenpakket. De VNG ziet geen noodzaak om uit te gaan van één model van samenwerking, maar zal enkele mogelijke voorbeelden beschrijven: het Wgr-model. Het centrumgemeentemodel en het inkoopmodel.
12.3 Invoeringswet Wabo bij Raad van State De Ministerie van VROM heeft op 5 maart jl. laten weten dat het voorstel voor de Invoeringswet Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) voor advies voorgelegd is aan de Raad van State. Na verwerking van het advies van de Raad van State kan het voorstel bij de Tweede Kamer worden ingediend. Zolang het wetsvoorstel bij de Raad van State is, is het niet openbaar. Wel is een versie van de Wabo zelf in voorbereiding waarin de wijzigingen zijn verwerkt die het gevolg zouden zijn van de Invoeringswet. Deze tekst zal binnenkort op het Kennisplein Omgevingsvergunning van VROM worden gepubliceerd.
27
13 VERKEER EN VERVOER 13.1 Statencommissie Mobiliteit, Kennis en Economie De commissie komt bijeen op 1 april 2009. Op de agenda: • Openbaar Vervoer corridor Bollenstreek-Schiphol subsidie van € 100.000 aan de regio Holland-Rijnland voor verkenning • NS-station Sassenheim: subsidie van € 3,8 mln. aan de gemeente Teylingen en aan Prorail voor de realisatie van stedenbaanstation Sassenheim. • RijnGouwelijn West: procedure besluitvorming in twee stappen, inclusief trajectnota, milieueffectrapportage en kosten – batenanalyse. • Rijnlandroute toetsingskader eerste fase Milieueffectrapportage • Aanbesteding en beheer van OV-concessies (memo gedeputeerde Van Dijk over rolverdeling en bevoegdheden van GS en PS) • Europese subsidies (voortgangsrapportage).
14 ECONOMISCHE ZAKEN 14.1 Regionale samenwerking bedrijventerreinen. Bij mail van 20 maart 2009 verzoekt de VNG om door te geven welke gemeenten in regionaal verband samenwerken op het gebied van bedrijventerreinen. Samenwerking moet in dit geval breed opgevat worden: van serieuze stappen om op dit gebied samen te gaan werken tot en met verbanden waar men afdwingbare afspraken heeft gemaakt. De VNG wil inzicht hebben in de verschillende vormen van samenwerking en goede voorbeelden van bijv. wijzen van verevening. Aanleiding is het kabinetsprogramma Mooi Nederland, waarin voor het bedrijventerreinenbeleid diverse stappen door het rijk worden ondernomen. Naast een concept convenant en het concept AMvB ruimte, is er onlangs een bestuurlijke werkgroep opgericht, die tot doel heeft handvatten te formuleren voor regionale bestuurlijke arrangementen en de financiële structuur van de herstructurering van bedrijventerreinen. Voor informatie is een startnotitie beschikbaar. Info toesturen aan:
[email protected] De vraag is doorgeleid naar de regio’s/ samenwerkingsverbanden in Zuid-Holland. Op 25 maart jl. was hierop gereageerd door • De regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, waar gewerkt wordt aan samenwerking op het gebied van herstructurering en acquisitie en waar ook de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij SchelluinenWest (ROM-S) actief is, een BV-CV waarin alle 8 gemeenten als aandeelhouders en een private partij (OPP) participeren. • Het REO Zuid-Holland-Zuid dat aangeeft dat alle vier subregio’s actief zijn op het gebied van bedrijventerreinen, ook samen in REO-verband. --Drechtsteden beschikt over een regionale bedrijventerreinenstrategie. Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan de Uitvoeringsstrategie Bedrijventerreinen en de Uitvoeringsstrategie natte terreinen. Ook zal in 2009 een start worden gemaakt met een Uitvoeringsprogramma bedrijventerreinen; -- De Commissie Hoeksche Waard heeft in september 2008 de kantoren- en
28
bedrijventerreinenstrategie Hoeksche Waard vastgesteld; --In de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden is in 2007 een Regionale bedrijventerreinen strategie vastgesteld en wordt momenteel gewerkt aan actualisering; -- Voor Goeree-Overflakkee is in de herfst 2008 in ISGO-verband opdracht gegeven om een regionale bedrijventerreinenstrategie op te laten stellen. Deze is inmiddels in concept gereed. De bestuurlijke vaststelling is vooralsnog voorzien in april 2009.
29
BIJLAGE: AANMELDINGSFORMULIER VZHGJAARVERGADERING EN CONGRES VZHG JAARVERGADERING EN CONGRES OP VRIJDAG 17 APRIL 2008 TE RIDDERKERK
Ja, ik neem deel aan de jaarvergadering en het congres van de VZHG op 17 april in het gemeentehuis van Ridderkerk, Koningsplein 1.
NAAM:--------------------------------------------------------------------------------GEMEENTE:------------------------------------------------------------------------FUNCTIE:---------------------------------------------------------------------------EMAIL: ------------------------------------@----------------------------------------------
O
Ik ben aanwezig bij de lunch.
O
Ik neem na de lunch deel aan Excursie 1 (Huys ten Donck)
O
Ik neem na de lunchdeel aan Excursie 2 (Johannes Post Museum)
O
Ik neem na de lunchdeel aan Excursie 3 (Zorgboerderij Buytenland)
O
Ik neem na de lunchdeel aan Excursie 4 (Vinexwijk Carnisselanden)
s.v.p kruisje zetten
Na aanmelding ontvangt u een bevestiging.
Dit aanmeldingsformulier voor 7 april 2008 sturen naar: Gemeente Ridderkerk T.a.v. Joyce Groeneweg Postbus 271 2980 AG Ridderkerk Of downloaden en mailen naar: Joyce Groeneweg:
[email protected]
30