Alvis Speed 25 Labro Special (1937)
Jong van geest
Tekst en fotografie: Dennis van Loenhout
Het automerk Alvis bestaat al sinds 1967 niet meer. De Alvis Speed 25 Labro Special op deze pagina’s rolde 30 jaar voor het merk ter ziele ging van de band. Hoewel de auto al 75 jaar oud is, is hij jong van geest, mede dankzij de inspanningen van een Nederlandse specialist.
6 www.klassiek-techniek.nl • Oktober 2012
Restauratie
Jos Moorman: trots op deze Alvis!
Vakwerk van Maurice Labro…
Oktober 2012 • www.klassiek-techniek.nl 7
Restauratie
I
n 2012 geldt het zeker, maar al in 1937 was de Alvis Speed 25 iets heel bijzonders. De grote zescilindermotor had een voor die tijd uitzonderlijk vermogen van 110 pk en dat bracht de topsnelheid op een destijds bijna magische 160 kilometer per uur. De carrosserie voor de Speed 25 werd niet door Alvis gemaakt. Die klus werd uitbesteed aan verschillende prestigieuze coachbuilders als Cross & Ellis en Vanden Plas. Maurice Labro uit Velp is misschien een minder bekende carrosseriebouwer, maar daarom is hij niet minder getalenteerd. In opdracht van rallyrijder Bert Dolk, die historische rally’s wilde gaan rijden met de Alvis, voorzag hij de oude Engelse sportwagen van een schitterende koets, met voor de kenners een duidelijk zichtbaar vleugje Bentley en een al even duidelijk snufje Alfa Romeo. Dolk had een doel met de auto: hij wilde niet alleen gaan deelnemen aan historische rally’s. Hij wilde ze winnen. Dus zocht hij nog meer specialistische hulp. Die vond hij. Moorman is gespecialiseerd in de restauratie, reparatie en preparatie van klassieke Engelse en Italiaanse auto’s. Dat Moorman niet de eerste de beste is, spreekt uit zijn cv. In zijn branche verwierf hij bekendheid door de preparatie van enkele Fiat OttoVu´s. Die Italiaanse sportwagen uit de jaren ´50 werd ontworpen door Dante Giacosa, die legendarisch werd door het ontwerpen van de Fiat 500. De naam OttoVu verwijst naar de V8 onder de motorkap. Fiat koos voor die naam omdat het dacht dat Ford patent had op de term V8, en geef toe; het klinkt een stuk stijlvoller en past perfect bij de stijlvolle koets. Moorman restaureerde bovendien een unieke Ferrari 250 Tour de France en hij bouwde een compleet nieuw motorblok voor een al even zeldzame Bandini 1000 Saponetta. Moorman is een meester in het gebruiken van de modernste technieken, om zo klassieke auto’s een lang en vooral mooi leven te geven. Dat was ook voor deze Alvis het doel en hoewel het de nodige tijd en moeite kostte, is Moorman bijzonder trots op het resultaat. Hij kan uren vertellen over zijn avonturen met de Alvis in de werkplaats. Verreweg het meeste werk kroop in het motorblok van de Alvis. Om de verbrandingskamers zo compact mogelijk te maken, werden speciale zuigers ontwikkeld en geproduceerd door een Duits bedrijf. Om nog wat extra winst te boeken werd de nokkenas gewijzigd en de compressieverhouding verhoogd. De plaatsing van drie HD8-carburateurs voegde nog wat toe aan de al geboekte vermogenswinst. De oude cilinderkop werd vervangen door een splinternieuw aluminium exemplaar, terwijl ook de krukas en drijfstang nieuw ontworpen werden. Een via de laptop programmeerbaar 1-2-3-ontsteking zorgde voor de beste loop onder
Eigenaar Martin Aaldering hoopt op nog vele rally’s met zijn Alvis.
alle omstandigheden. Het smeersysteem werd aangepast en de Alvis werd gevuld met volsynthetische olie, die beter koelt en smeert, en er verdween maar liefst 22 liter koelvloeistof in het binnenste van de oude Brit. Geen moeite werd gespaard om het blok van de Alvis voor te bereiden op z’n nieuwe, zware bestaan. Ook het onderstel vroeg heel, heel veel werk. Jos: “Deze auto was vroeger waarschijnlijk een vierdeurs saloon. Het chassis is ooit ingekort en we hebben de nodige modificaties gedaan om de auto aan te passen aan de sportieve doelstelling. Dat vraagt nogal wat!” Om te beginnen werd de stuuruitslag vergroot, om ook in haarspeldbochten de nodige wendbaarheid te verkrijgen. De ophanging bleef origineel, maar aan de voorzijde werden betere bussen gemonteerd en schokbrekers die afkomstig zijn van een Jaguar XK. “De originele achteras is vrij zwak”, vertelt Jos, “de lageTripmaster en kompas onderstrepen het: dit is een serieuze rallybolide. De snelheid in kilometers is naast de meter geplakt. Just to be sure. Zicht in de open cockpit.
Oktober 2012 • www.klassiek-techniek.nl 9
10 www.klassiek-techniek.nl • Oktober 2012
Restauratie
Een extra koelwatertank geeft het koelsysteem de nodige extra inhoud. Door de drie HD8-cabrurateurs wordt het zicht op de zes-in-lijn nog mooier. Dynamo en waterpomp.
ring van het kroonwiel zit daarbij aan de voorzijde vast, waardoor er sneller een breuk ontstaat. Met deze auto kwamen we daar tijdens de eerste rally achter. Dus hebben we daarna een opsluiting ín de achteras gemaakt, waardoor het breukgevaar aanzienlijk is verminderd. Bovendien hebben we de draaiende delen van de achteras in brons gelagerd.” De Alvis kreeg daarnaast een set nieuwe steekassen. Het remsysteem werd hydraulisch en dus krachtiger gemaakt. De vier hydraulische remmen werden aan de voorzijde voorzien van twee oplopende remschoenen om agressiever te kunnen remmen. Aan de achterzijde bevindt zich een aflopende remschoen naast een oplopende. Jos schat dat er in totaal zo’n 1200 uur in de preparatie van deze Alvis is gekropen. “Niet alleen ik, maar ook mijn medewerker Cas heeft keihard gewerkt aan deze auto. Maar”, zegt hij, “dat heeft wel wat opgeleverd. Natuurlijk ben ik er trots op. Het is een heerlijke machine en voor mijn bedrijf is het een echt stokpaardje!” Een stokpaardje, oké. Maar werd het Oktober 2012 • www.klassiek-techniek.nl 11
Restauratie
Alvis Speed 25 Labro Special (1937) ook een rallywinnaar? Nee. Althans, niet meteen. In 2006 reed de auto zijn eerste rally en direct ging de achteras stuk. Dat betekende dus een flinke dosis extra werk, maar die betaalde zich uit. In 2007 haalde Dolk twee klinkende overwinningen aan het stuur van de Alvis, waaronder de prestigieuze Alpenrally. Sterker nog, in drie jaar won hij zeven van de negen rally’s waaraan hij met de Alvis deelnam. En hoewel de coureur en zijn navigator samen de winst binnenhalen, is de auto wel degelijk een belangrijke factor. De Alvis overtrof de verwachtingen. Zijn zware leven betekende dat de Alvis regelmatig terugkeerde bij Jos Moorman voor het nodige onderhoud, maar ondertussen werd de auto een beroemdheid in de historische rallywereld, die zich niet alleen snel maar ook betrouwbaar toonde. Moorman kent de auto door en door en kan dus ook uitstekend omschrijven wat je als bestuurder van deze Alvis meemaakt. “De adrenaline vliegt door je lijf!” grijnst hij. “Deze auto rijdt bijna als een kart. Hij stuurt licht en gaat makkelijk dwars de bocht door. De
versnellingsbak is nog origineel, die is gereviseerd en voorzien van de koppeling van een Jaguar XK. Die is beter geschikt voor het koppel, dat bedraagt maar liefst 320 Newtonmeter, dat is van tractorniveau! De bak is gesynchroniseerd, dus dubbel clutchen is niet nodig. Dat maakt de auto makkelijk berijdbaar en dus nog leuker. Hij rijdt echt waanzinnig en is niet te vergelijken met andere auto’s uit die periode. Op vakantie reed ik eens met een nieuwe Ferrari California Spyder. Om daarmee dezelfde beleving te krijgen moet je véél sneller rijden. Een VW Golf GTi bijvoorbeeld, is geen partij voor de Alvis. Rijden is genieten in deze auto!” De Alvis is sinds 2010 in bezit van Martin Aaldering, die zich volledig aansluit bij de woorden van Moorman. “Toen ik deze auto kreeg aangeboden kende ik z’n reputatie al. De beslissing was dus niet moeilijk. Het is inderdaad een prima auto, die super rijdt en door Jos perfect onderhouden wordt. Ik heb er al verschillende rally’s mee gere-
Koplampen van klassieke schoonheid.
De tankdop is een kunstwerkje.
Op snelheid voelt de Alvis zich thuis!
Motor Vloeistofgekoelde zescilinder lijnmotor Cilinderinh. 3571 cm3 Boring x slag 83 x 110 mm Compr.verh. 9:1 Brandst.voorz. 3x HD8-carburateur Vermogen 180 pk bij 3800 tpm Transmissie Handgeschakelde 4-bak Aandrijving Achterwielen Wieloph. v. Onafhankelijke dwarse bladveren Wieloph. a. Starre as, semi-elliptische bladveren Remmen v. Hydraulische trommels Remmen a. Hydraulische trommels L x b x h n.b. Gewicht 1250 kg Banden 5.50 x 19 Topsnelheid 170 km/uur met korte overbrenging achteras 0-100 km/h 7.9 sec
den, waaronder de Tulpenrally en de Flying Scotsman en ik hoop dat er nog vele zullen volgen!” De wens van Aaldering komt ongetwijfeld uit. Wie deze auto ziet, hoort of voelt, weet meteen dat deze Alvis nog heel lang mee kan. Het is dan wel een oude auto, maar hij is nog zeer jong van geest. Met dank aan Moto Classic! |
Oktober 2012 • www.klassiek-techniek.nl 13