HET FEEST VAN DE GEEST
1ste pinksterdag 2015 Elimkerk te ’t Harde Voorganger: ds. D. Dekker Organist: dhr. G.G. Kunst Aanvang: 9.30 uur
1
Orgelspel
Welkom en mededelingen
Zingen: pinksterliederen OTH 124 Dit is de dag, dit is de dag, die de Heer ons geeft, die de Heer ons geeft. Wees daarom blij, wees daarom blij en zing verheugd, en zing verheugd. Dit is de dag die de Heer ons geeft. Wees daarom blij en zing verheugd. Dit is de dag, dit is de dag, die de Heer ons geeft. Gezang 476: 3 en 4 Meester, Heer, Uw graf kon U niet houden: heerlijk zijt Gij opgestaan. Die U als Verrezene aanschouwden baden U verwonderd aan. Op de berg hebt Gij bevel gegeven, en van d’aarde zegenend verheven zond Gij op het Pinksterfeest als in storm en vuur Uw Geest. Mensenzoon tussen de kandelaren, Wortel Davids, Morgenster, blijf Uw kerk vergaderen, bewaren, roep haar van nabij en ver. Laat de luchters branden van Uw klaarheid, maak Uw kerk tot pijler van Uw waarheid, schuilplaats in de wildernis, huis waarin Uw vrede is. UAM 108: 1, 4 en 5 God giet Zijn heil op Pinkst’ren uit, de tijd is vol naar Zijn besluit. Hij laat de Zijnen niet alleen, 2
eendrachtig in Zijn naam bijeen. Niet langer blijven zij verweesd: de Trooster komt, de Heil’ge Geest. Wanneer de Geest is neergedaald, spreekt ieders tong een vreemde taal. Elk geeft Gods grote daden door, de Geest zegt hun de woorden voor. Zo wordt de volken uitgelegd, wat de profeet reeds had voorzegd: In ’t laatste van de dagen wordt Mijn Geest op allen uitgestort. Geen onderscheid is er dan meer: uw zoon, uw dochter profeteert, een jongen krijgt een visioen, een grijsaard droomt wat Ik zal doen. JdH 132: 1 en 3 Heer, ik hoor van rijke zegen, die Gij uitstort keer op keer. Laat ook van die milde regen dropp’len vallen op mij neer; ook op mij, ook op mij, dropp’len vallen ook op mij. Heil’ge Geest, wil niet voorbij gaan: Gij geeft blinden d’ogen weer. Wil, o wil nu bij mij stilstaan, werk in mij met kracht, o Heer! Ook in mij, ook in mij, werk ook door Uw kracht in mij.
Stil gebed
Votum en groet 3
Aanvangstekst: Psalm 96: 1a en 3 “Zing voor de HEERE een nieuw lied… Vertel onder de heidenvolken van Zijn eer, onder alle volken van Zijn wonderen”.
Zingen: psalm 96: 1 en 2 1.Zingt, zingt een nieuw gezang den HEERE; Zing, aarde, zing dien God ter ere; Looft 's HEEREN Naam met hart en mond; Vermeldt Zijn heil op 't wereldrond; Dat dag aan dag Zijn roem vermeere. 2. Nu moet uw tong de heidnen noden; Meldt allen volken Zijn geboden; Vertelt Zijn wondren en Zijn eer; Groot en prijswaardig is de HEER', En vreeslijk boven al de goden. Wet van de HEERE
Zingen: psalm 119: 3 3. Och, schonkt Gij mij de hulp van Uwen Geest! Mocht die mij op mijn paan ten leidsman strekken! 'k Hield dan Uw wet, dan leefd' ik onbevreesd; Dan zou geen schaamt' mijn aangezicht bedekken, Wanneer ik steeds opmerkend waar' geweest, Hoe Uw geboon mij tot Uw liefde wekken. Gebed om de opening van het Woord in de verlichting met de Heilige Geest
Schriftlezing: Handeling 2: 1-21 De uitstorting van de Heilige Geest 1 En toen de dag van het Pinksterfeest vervuld werd, waren zij allen eensgezind bijeen. 4
2 En plotseling kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en dat vervulde heel het huis waar zij zaten. 3 En aan hen werden tongen als van vuur gezien, die zich verdeelden, en het zat op ieder van hen. 4 En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen te spreken in andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken. 5 Nu woonden er Joden in Jeruzalem, godvrezende mannen uit alle volken die er onder de hemel zijn. 6 Toen dan dit geluid klonk, kwam de menigte samen en raakte in verwarring, want ieder hoorde hen in zijn eigen taal spreken. 7 En zij waren allen buiten zichzelf en verwonderden zich, en zij zeiden tegen elkaar: Zie, zijn het niet allen Galileeërs die daar spreken? 8 En hoe kunnen wij hen dan horen, eenieder in onze eigen taal, waarin wij geboren zijn? 9 Parthen, Meden en Elamieten en zij die inwoners zijn van Mesopotamië, Judea, Kappadocië, Pontus en Asia, 10 Frygië, Pamfylië, Egypte, en de streken van Libië, dat bij Cyrene ligt, alsook de nuhier verblijvende Romeinen, zowel Joden als proselieten, 11 Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze taal over de grote werken van God spreken. 12 En zij waren allen buiten zichzelf en raakten in verlegenheid, en de één zei tegen de ander: Wat wil dit toch zeggen? 13 Anderen zeiden spottend: Zij zijn vol zoete wijn. De toespraak van Petrus op de Pinksterdag 14 Maar Petrus, die daar met de elf andere apostelen stond, verhief zijn stem en sprak tot hen: Joodse mannen en u allen die in Jeruzalem woont, dit moet u bekend zijn en laat mijn woorden tot uw oren doordringen: 15 deze mensen zijn namelijk niet dronken, zoals u vermoedt, want het is pas het derde uur van de dag. 16 Maar dit is wat gesproken is door de profeet Joël: 17 En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw jongemannen zullen visioenen zien en uw ouderen zullen dromen dromen. 5
18 En ook op Mijn dienaren en op Mijn dienaressen zal Ik in die dagen van Mijn Geest uitstorten en zij zullen profeteren. 19 En Ik zal wonderen geven in de hemel boven en tekenen op de aarde beneden: bloed, vuur en rookwalm. 20 De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en ontzagwekkende dag van de Heere komt. 21 En het zal zo zijn dat ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zalig zal worden.
Collecten
Zingen: psalm 87: 1, 3 en 4 1. Zijn grondslag, zijn onwrikbre vastigheden Heeft God gelegd op bergen, Hem gewijd; De HEER', die Zich in Sions heil verblijdt, Bemint het meer dan alle Jacobs steden. 3. De Filistijn, de Tyrier, de Moren, Zijn binnen u, o Godsstad, voortgebracht; Van Sion zal het blijde nageslacht Haast zeggen: "Deez' en die is daar geboren". 4. God zal hen zelf bevestigen en schragen, En op Zijn rol, waar Hij de volken schrijft, Hen tellen, als in Isrel ingelijfd, En doen den naam van Sions kindren dragen. Tekst: Handelingen 2: 17 “En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw jongemannen zullen visioenen zien en uw ouderen zullen dromen dromen”.
Preek 6
Zingen: gezang 5: 3 en 9 3. Uw koninkrijk koom' toch, o HEER'! Ai, werp den troon des satans neer! Regeer ons door Uw Geest en Woord; Uw lof word' eens alom gehoord, En d' aarde met Uw vrees vervuld, Totdat G' Uw rijk volmaken zult. 9. Want Uw is 't Koninkrijk, o HEER', Uw is de kracht, Uw is al d' eer! U, die ons helpen wilt en kunt, Die in Uw Zoon verhoring gunt, Die door Uw Geest ons troost en leidt, U zij de lof in eeuwigheid. Dankgebed en voorbeden
Zingen: psalm 75: 1 1. U alleen, U loven wij; Ja wij loven U, o HEER', Want Uw Naam, zo rijk van eer, Is tot onze vreugd nabij. Dies vertelt men in ons land, Al de wond’ren Uwer hand. Zegen
Orgelspel
7