5e jaargang, nummer 3
juni 2009
In dit nummer: 2
Redactioneel - FEEST VAN DE GEEST! Wim Schouten
3
DE GEEST VAN PINKSTEREN Huib Godding
5
DE INSPIRATIE VAN ... Renske van Nie, vz StuK
6
STUDENT EN ZINGEVING IN LEIDEN Nico van der Perk
8
HOOGLANDSE VIERINGEN Cor van Bree
9
DE INSPIRATIE VAN ... Monique van der Gaag
10
HET LIED VAN ... Wim de Ru
11
WERKGROEP PASTORAAT
12
TWEE ANTEPENDIAE Lidy van der Spek
13
DE INSPIRATIE VAN ... Erna van Ooijen
14
"MET HET OOG OP MORGEN" EEN TERUGBLIK OP DE LSE-AVOND VAN 12 MEI DE HOOFDPUNTEN VAN 12 MEI EN DE BESPREKING DAARVAN IN DE LSE-RAADSVERGADERING VAN 13 MEI Jan Slotboom, secretaris LSE-raad
17
DIACONIE: OP ZOEK NAAR EEN LACHSPIEGEL Wil Heesakkers, vz. Stuurgroep Diaconie
18
AKTIEF EN INFORMATIEF - Kunst in het Atrium - Laat de armen niet de dupe worden van de kredietcrisis!
20
DIACONAAL VERHAAL DE TWEE VREEMDELINGEN
21
GEPROMOVEERD EN DAN ... Willeke de Haan
22
VERSLAG REIS TURKIJE, 22 APRIL - 5 MEI 2009 Henk Schouten
24
HOOGSTPERSOONLIJK
25
AANVULLING op het interview in het vorig HN nummer met scheidend coördinator van het secretariaat KINDERPAGINA
- Voedselbank - Summerschool - Dringende oproep
Feest van de Geest!
Redactioneel
Wim Schouten
D
eze Hooglandse Nieuwe verschijnt rond Pinksteren, het Feest van de Geest. Het thema ligt daardoor voor de hand: wat inspireert ons, waar krijgen we de geest van? Die vraag heeft de redactie aan enkele leden van onze Ekklesiagemeenschap voorgelegd. Het beeld dat daaruit resulteerde is zo divers dat het laat zien dat het feest van de Geest een feest zonder dresscode is. En dat is nu juist wat mij zo inspireert: die fantastische verscheidenheid aan opvattingen, idealen, manieren van in het leven staan en van geïnspireerd worden. Zoveel mensen zoveel zinnen. Laat ons als Ekklesia zuinig zijn op de veelkleurigheid die in de uiterlijk veelal grijsgetinte hoofden in ons midden huist! Neem Renske van Nie die met het lege gemoed van Meister Eckhart de lange levensreis naar Ithaka aflegt. Of Moniek van der Gaag met haar geschiedenis, haar kinderen, haar mooie vak! Of Lidy van der Spek met haar kunst, of Erna van Ooyen met haar kleinkind, haar bejaarden, de natuur, haar herinnering aan het lied van een ambtelijk weggemaaide merel. Het laatste lied van… is niet van die merel, maar van onze eigen zanglijster, Wim de Ru. De hemel mag horen hoe hij het lied van Mozes daarin prijst om de spanning tussen vrijheid, verleiding en het belang van het maken van de juiste keuzes. Wat die keuzes zijn, moeten we
uiteindelijk allemaal zelf vaststellen. Je gaat niet naar de Ekklesia om daar een standaardrecept voor te halen, maar om inspiratie op te doen om de geest op jouw manier vaardig over je te laten worden. Dat is ook iets wat blijkens de enquête die in het kader van RAP 2010 is gehouden leeft onder studenten. Nico van der Perk vertelt ons dat veel studenten op zoek naar zingeving geen behoefte hebben aan vaste verbonden en verbanden, en al helemaal niet aan al te stellige overtuigingen. Onze veelkleurige open gemeenschap kan voor deze ongebonden zinzoekers een waardevolle ankerplek zijn op hun levensreis. Die reis bracht de onlangs gepromoveerde Willeke de Haan naar Vancouver, waar ze verder onderzoek doet dat onze levensreis wellicht een stukje kan verlengen. Volgens onze Huib Godding is liturgie zonder diaconie blasfemie. Maar goed dus dat we voor dat laatste Wil Heesakkers hebben, die aan de hand van Keesje het diaconiehuismannetje laat zien hoe belangrijk het is met een beetje geestigheid jezelf en je regeltjes te relativeren. Dat is niet alleen voor diakenen van belang, maar voor ons allemaal. De redactie wenst u veel geestigheid toe en hoopt dat dit nummer voor een ieder een lichtpuntje zal bevatten. ◄
De geest van Pinksteren
Huib Godding
D
e plannen van de redactie van de Hooglandse Nieuwe voor een bijdrage met Pinksteren, het feest van de Geest, kwamen niet uit zoals men gedacht had. Misschien niet zo vreemd. De Geest waait immers waar zij/hij wil! Toen kreeg iemand uit hun midden de geest om te zien of iets omtrent Pinksteren en de Heilige Geest ook met googlen viel te bereiken. En jawel, een overdaad aan beschouwingen verscheen op het scherm. Temidden van die veelheid sprong een opinieartikel van Remi Verwimp *) in de Vlaamse krant De Standaard van 1 juni 2001 er met sprongen uit. Maar, zo werd gedacht, we moeten voor de Hooglandse Nieuwe toch iets hebben vanuit onze eigen LSE. Vandaar de vraag aan ondergetekende: “kun jij daar iets mee?” Wie de nu volgende citaten uit de beschouwing van deze auteur leest zal begrijpen dat ik daar niet veel moeite mee heb, hoewel de schrijver prikkelt tot gesprek. Hier volgt een groot citaat. “De beweging van Jezus van Nazareth is begonnen als een revolutionaire vernieuwingsbeweging binnen de joodse 'kerk' van die tijd. Zij keerde zich tegen de bezetting van het joodse volk door het Romeinse imperium en had nauwe banden met de gewapende verzetsbeweging van de Zeloten. Maar zij pakte ook het onrecht aan dat van de georganiseerde tempel-
religie uitging. Zij brak met heel het reinheidssysteem, waardoor de godsdienst door de tempelklasse werd misbruikt om het gewone volk van Galilea uit te buiten. Deze 'christelijke' joden stapten niet uit hun 'kerk', maar plaatsten zich opnieuw in de profetische traditie van de joodse Schrift. Godsdienst moest bevrijdend zijn, in de eerste plaats voor de armen en verdrukten. Zij kozen ervoor om terug naar de fundamenten te gaan van de Thora: twaalf broers, twaalf stammen, twaalf apostelen, maar één project 'Israël'. Dat betekent: gerechtigheidsgodsdienst! Grootse liturgieën, meeslepende gezangen, mystieke extase, leven na de dood, vervulling van onze diepste verlangens, grote verscheidenheid, … al wat ge wilt; maar één ding gaat voor alles, en zonder dat éne is dat alles van geen betekenis- daarin is de godsdienst van de bijbel hardnekkig en eenkennig: laat gerechtigheid stromen als rivieren. Pinksteren is: met die keuze weer naar buiten durven komen! (Staats)-gevaarlijk! Weer gaan staan in de stroom van die vermoorde jood. Door de dood, door het dode punt, door de angst, door de mislukking door, én opnieuw beginnen. Vuur verspreidde zich over allen. Iedereen hoorde die Geest in zijn/haar eigen taal, de taal van de
Thora, de taal van de gerechtigheid. Deze Geest was niet het monopolie van joden, is niet het monopolie van pausen en kardinalen, niet van katholieken. Iedereen zonder onderscheid moet kunnen meedoen aan dit project van bevrijding: protestanten en vrijzinnigen, gabbers en skaters, armen en rijken, slaven en heren, Chinezen en Ghanezen, boeddhisten en agnosten, wereldwinkeliers en misdienaars, huisvrouwen en bidders. Misschien zelfs de (synodale) katholieken. Zij zoeken gemeenschap te vormen, niet op basis van gelijkgezindheid of affiniteit, niet op basis van orthodoxie, maar op basis van orthopraxie: het project van een samenleving waarin het goed is om leven voor ieder mens en voor heel de aarde! Na de moord op Jezus gingen zijn volgelingen, mannen en vrouwen, in alle bestaande joodse gemeenten discussiëren over die 'weg' naar bevrijding die hij gewezen had. Ze gingen naar de joodse gemeenten in alle steden van het Romeinse Rijk. Er was niet één kerk, er waren kerken. En er was niet één evangelie. Er waren er vier. Nee, veel meer! Nodig om de verscheidene trekken te ontwaren van die unieke mensenbroeder Jezus. En er was niet één centrum. Iedere gemeente wendde zich een beetje
naar de beelden van de andere, om bij te stellen wat in eigen blik beperkt bleef. Anders krijg je al gauw dat pelgrimage weer een kruistocht wordt, een simpel huis toch weer een fort, geloofsbelijdenis opnieuw tot dogma, zending tot toch weer een systeem. Leve de verscheidenheid. En er waren conflicten. Zeer diepgaande. En ze hielden een concilie, al in 49. Geen Vaticaans Concilie. Maar in Jeruzalem! Ook de heidenen, ook de niet gedoopten moesten kunnen meedoen aan de beweging. Spijswetten en besnijdenis, doopsel of dogma's, mochten niet langer obstakel zijn. In 95 werden de 'christenen' officieel uit de joodse 'kerk' gezet. De Joden kozen voor behoud van hun eigen godsdienstige identiteit binnen het Romeinse Rijk. De christenen kozen ervoor om de confrontatie aan te gaan met de machthebbers en met elke vorm van onderdrukking. Wat is de beste keuze? Misschien de twee. Misschien waren we beter
samen gebleven. Want onze kerk verloor ze alle twee: haar eigen identiteit en haar revolutionaire kracht.” Ondanks het soms kort door de bocht gaan van de schrijver valt aan de stevige gedachten in forse taal weinig te verduidelijken en toe te voegen. De Kerk – wij spreken liever van de Ekklesia, de gemeenschap der geroepenen – is niet gesticht op Pinksteren, zoals vaak wordt beweerd. De Ekklesia is niet gesticht, nooit, niet door Jezus, niet door Paulus of door wie dan ook. Zoals Hendrikse het zegt van God kunnen wij het geloven aangaande de Ekklesia: zij bestaat waar zij gebeurt, waar zij “gerechtigheid laat stromen als rivieren”. De viering van Pinksteren dient ter versterking van het vertrouwen dat de Eeuwige met Heilige Geest inspireert tot het doen van gerechtigheid. Zonder heilig vuur zijn we machteloos. En het kan slechts aangeblazen worden door de Geest van de Eeuwige. Dat vieren we in de liturgie van Pinksteren. We plaatsen ons als toen “opnieuw in de profetische traditie van de joodse Schrift. Godsdienst
moest bevrijdend zijn, in de eerste plaats voor de armen en de verdrukten”, schrijft Verwimp. De profeten hebben ons geleerd dat dienst aan de Eeuwige zonder dienst aan de naaste door hem wordt uitgespuwd. Liturgie zonder diaconie is blasfemie. Tot slot. Het gezegde “als Pasen en Pinksteren op één dag vallen…” staat voor iets onmogelijks. Toch vallen ze echt samen en sluiten ook nog Goede Vrijdag en Hemelvaart in. Die alle zijn als de verscheiden kanten van één diamant die laat zien hoe de Eeuwige, de Barmhartige, zich bekommert om mensen en ons oproept in zijn bekommernis te delen: te zijn Ekklesia. *) Remi Verwimp is priester van het bisdom Antwerpen. Bekend als zeer kritisch. Hij is o.m. actief in de ’Werkplaats voor theologie en Maatschappij’ waar men zoekt de ‘revolutionaire joods-christelijke traditie van de tijd van Christus te vertalen naar vandaag’. Wie zijn naam op internet ‘googlet’ vindt interessante én onthutsende informatie. ◄
De inspiratie van ... Renske van Nie, voorzitter StuK
H
et probleem als je een letterenstudie doet, denk ik, is dat je voor je inspiratie graag anderen citeert, omdat zij bepaalde dingen zoveel beter kunnen verwoorden dan jij. Zelf iets schrijven ontaardt al vaak in frustraties en weggegooid papier; de meetlat ligt hoog voor wie Plato, Meister Eckhart en een handvol Duitse schrijvers als beste vrienden op papier rekent. Bovendien is de vraag wat mij inspireert ook verre van gemakkelijk. Want om wat voor inspiratie gaat het eigenlijk? Inspiratie voor mijn studie? Het leren kennen van mijzelf? Mijn geloof (en wat houdt dat eigenlijk in)? Mijn doelen of wensen in het leven? En om het nog moei-
lijker te maken: kan je die vragen wel scheiden als het om inspiratie gaat? Ik geloof van wel. Zo heb ik, nu ruim een jaar geleden, na het lezen van een verschrikkelijk slecht boek (ik zal uit schaamte de titel en schrijfster hier niet vermelden) besloten om mijn relatie met mijn toenmalige vriend te beëindigen – één van de allerbeste keuzes die ik ooit gemaakt heb. Het boek was een inspiratie voor mij om eindelijk voor mijzelf te kiezen. Voor mijn geloof haal ik mijn inspiratie echter uit wat meer respectabele lectuur; de middeleeuwse Meister Eckhart behoort (mede dankzij mijn studie) tot mijn dagelijkse portie christelijke mystieke inbreng. Hij
heeft het over meerdere zaken, maar ik probeer mij te richten op zijn ‘lege gemoed’; het leegmaken van de ziel, van de gedachten, om op die manier God geboren te laten worden in de ziel. Dat leegmaken geeft rust en gek genoeg, uiteindelijk ook een helderder en duidelijker beeld van mijzelf en mijn doelen en wensen. Maar natuurlijk zou ik mijn studie teniet doen als ik hier niet ook iets zou citeren, want hoe hard ik ook probeer iets uit te drukken, ik red het helaas nooit bij het volgende (wereldberoemde, maar daarom niet minder mooie) gedicht van de Griekse dichter Kavalis:
Als je de tocht aanvaardt naar Ithaka, wens dat de weg dan lang mag zijn, vol wederwaardigheden, vol belevenissen. De Cyclopen en de Laistrygonen, de woedende Poseidon hoef je niet te vrezen, zulke ontmoetingen zul je nooit hebben op je weg wanneer je denken verheven blijft, verfijnt de emotie die je hart en lijf beroert. De Cyclopen en de Laistrygonen, de woeste Poseidon zul je niet tegenkomen wanneer je ze niet in je eigen geest meedraagt, wanneer je geest hun geen gestalte voor je geeft.
en opwindende geurstoffen van alle soorten, dat je talrijke steden in Egypte aan mag doen om veel, heel veel van de geleerden op te steken.
Wens dat de weg dan lang mag zijn, dat er veel zomermorgens mogen komen waarop je heel dankbaar, heel blij, onbekende havens zult binnenvaren; dat je mag pleisteren in Fenicische handelssteden om mooie dingen aan te schaffen van parelmoer, koraal, barnsteen en ebbenhout,
Ithaka schonk je de mooie reis. Bestond het niet, dan was je nooit vertrokken. Maar méér heeft het je niet te bieden.
Blijf wel altijd denken aan Ithaka. Daar aan te komen is je doel. Maar overhaast de reis in geen geval. ’t Is beter dat die vele jaren duurt en je pas als oude man bij het eiland afmeert, rijk door wat je onderweg verwierf, zonder verwachting dat Ithaka je rijkdom schenken zal.
En vind je het armzalig, Ithaka bedroog je niet. Zo wijs geworden, met zoveel ervaring heb je al wel door waar Ithaka’s voor staan.
Student en zingeving in Leiden
Nico van der Perk
B
egin dit jaar stond er een maand lang een vragenlijst voor Leidse studenten op internet. Deze is, in het kader van het project “Rap2010”, ontwikkeld door de LSE, in samenwerking met Bureau Mooizo en het Instituut voor Godsdienstwetenschappen van de Universiteit. De enquête bevatte vragen over de beleving van zingeving en religie en over de behoeften op dit gebied. Maar liefst ruim 700 studenten van Universiteit en HBO hebben de enquête ingevuld, dat is 3 % van alle Leidse studenten! Er wordt op dit moment hard gewerkt aan een statistische analyse van de gegevens. Rond de zomer zal het onderzoeksrapport verschijnen. Maar nu al bieden de eerste resultaten genoeg stof tot bezinning over het studentenwerk van de LSE. De respons: niet alleen christenen Zo was de brede respons verrassend: 28% van de respondenten omschreef zichzelf als christen, 18 % als atheïst, 7 % als 'algemeen religieus' en verder kwamen alle religies en spirituele stromingen voor. Ruim een kwart heeft geen levensbeschouwelijke identiteit. Bijzonder was dat 12 % meerdere levensbeschouwingen tegelijk aanvinkte. Rol levensbeschouwing in het leven van studenten Bijna de helft vindt de rol van levensbeschouwing 'belangrijk in mijn leven'. Echter, voor iets meer
dan de helft is het 'onbelangrijk voor mijn sociale contacten'. Levensbeschouwing is dus niet direct relevant voor het aangaan van sociale bindingen en vriendschappen, maar is desalniettemin belangrijk in het leven. Op de vraag 'wat je levensbeschouwing voor jou inhoudt' blijkt het accent meer te liggen op 'vragen' dan op 'antwoorden' . Zowel 'gevoel' en 'beleving' als 'kritisch' en ' nadenken' scoren hoog. En ook 'openheid voor verandering' en voor 'andere overtuigingen', 'zinvol leven', 'naastenliefde' en 'ondersteuning in het persoonlijk leven'. Laag scoren het 'volgen van leerstellingen' en 'overgave aan God'. Godsbeeld Het beeld dat men heeft van God blijkt verre van eenduidig te zijn. Hoog scoren: 'bron van leven', 'liefde', 'schepper', 'iets tussen mensen', 'natuur', 'deel van mezelf', 'mysterie'. Ruim een kwart antwoordde dat God niet bestaat. De ideale levensbeschouwelijke organisatie Ook is gevraagd naar 'hoe de ideale organisatie eruit ziet waar je met je persoonlijke ontwikkeling of levensbeschouwing bezig zou willen zijn'. Opnieuw scoren hoog: 'gevoel', 'beleving', 'nadenken', 'kritisch', 'vragen', 'openheid voor andere overtuigingen' en voor 'verandering'. En ook: 'maatschappelijk betrokken' en 'samen met
anderen'. Ca. 20 % zegt geen behoefte te hebben aan zo'n organisatie en een andere 20% is al actief betrokken in een levensbeschouwelijke organisatie. Een potentiële markt dus van 60%! Activiteiten – motieven - PR Boeiend is de vraag welke thema's men interessant vindt. Genoemd werden: 'filosofie', 'overeenkomsten tussen levensbeschouwingen', 'wetenschap en geloof', 'wetenschap en ethiek', 'persoonlijke ontwikkeling'. Maar ook islam, boeddhisme en christendom scoren als interessante onderwerpen. De vormen waaraan men voorkeur geeft zijn: 'lezing', 'gezellige ontmoeting met gesprek', 'samen eten', 'ontmoeting van mensen van verschillende religies' en 'culturele activiteiten met gesprek'. Uit de antwoorden op de vraag wat de positieve en negatieve motieven zijn om naar activiteiten te komen blijkt dat men zich liever niet van te voren wil vastleggen en dat men ruimte wil voor discussie. Ergens lid van moeten worden en een vermoeden van stellige opvattingen werken negatief. Uit antwoorden op de vraag naar de gewenste wijze van informatie over activiteiten, bleken vooral 'blackboard', 'website' en 'mond-tot-mondreclame' te scoren. 'Folders' en 'programmaboekjes' zijn minder van belang.
De LSE Tot slot werd gevraagd maar bekendheid met en interesse in de LSE. Ruim de helft heeft weleens van de LSE gehoord, waarvan 10 % ook weleens heeft deelgenomen aan een activiteit. Opvallend is dat daaronder mensen zijn van alle levensbeschouwingen, uitgezonderd moslims. Het beeld dat men van de LSE heeft is niet negatief. Connotaties als 'onzinnig' en 'saai' scoren neutraal tot laag. Alleen 'zweverig' scoort een beetje. Ruim de helft antwoordt 'misschien', 'waarschijnlijk' of 'zeker' interesse te hebben in activiteiten van de LSE. Meer dan 10 % van de respondenten gaf aan informatie te willen ontvangen over de LSE; die informatie is hen vervolgens toegezonden. Wat betekent dit? Veel studenten zijn geboeid door zingeving en religie en er is dus zeker een markt voor organisaties op dit gebied. Voor een deel (20%) wordt daarin al voorzien door kerken en religieuze studentenverenigingen, maar voor een deel ook niet. Studenten die zich liever niet willen binden of verplichten, die afgeschrikt worden door al te veel stelligheid in opvattingen en die openheid zoeken voor diverse overtuigingen, zullen zich vermoedelijk niet zo snel bij een kerk of religieuze vereniging aansluiten. Het is juist de LSE die voor deze diverse groep van ongebonden zinzoekers van betekenis wil zijn, zonder erop uit te zijn hen te binden aan de kerk. Het is een uitdaging voor kerken om te zoeken naar nieuwe, meer tijdelijke, “zwakke” of flexibele vormen van binding, naast het lidmaatschap “voor het leven”. De LSE is daarvoor een oefenplaats; een vooruitgeschoven post van de kerken onder de seculiere, postmoderne zinzoekers in het academische milieu. Het onderzoek biedt aanknopingspunten om die rol nog beter te gaan vervullen. ◄
Hooglandse Vieringen
Cor van Bree
Overzicht diensten (In verband met organisatorische verwikkelingen zijn wijzigingen voorbehouden.) Hedendaagse religie 07 juni Elise Woertman 14 juni Heleen Zorgdrager 21 juni Elise Woertman 28 juni Henk Schouten Zomerdiensten 05 juli 12 juli 19 juli 26 juli 02 augustus 09 augustus 16 augustus 23 augustus 30 augustus 6 september
N
Inspiratie voor diaconaal handelen De byzantijnse ritus (liturg: Henk Schouten) De Focolarebeweging (Roze Zondag) Het Calvinisme
Huib Godding Henk Schouten Christiane Berkvens-Stevelinck Japke van Malde ? Christiane Berkvens-Stevelinck Christiane Berkvens-Stevelinck Elise Woertman Ko Kooman Prof.Dr. A.G. Castermans
a Pinksteren (31 mei) begint het seizoen naar zijn einde toe te gaan. We hebben echter in juni eerst nog vier diensten, gewijd aan het thema ‘Hedendaagse religie’ (waarin we ‘religie’ ruim opvatten). De eerste dienst zal gewijd zijn aan wat mensen en jongeren inspireert tot maatschappelijke betrokkenheid en diaconaal handelen. Mensen gaan steeds vaker voor kortere of langere tijd vrijwillig aan de slag in het buitenland of in hun eigen stad, uit bewogenheid voor andere mensen. Deze dienst zal ook een MangGodienst zijn. Op de tweede zondag ontvangen we een oud-pastor in ons midden:
Kinderdienst (liturg: Elise Woertman)
Opening Academisch Jaar
Heleen Zorgdrager, met als onderwerp: de byzantijnse ritus. Door haar contacten met de Oekraïne is ze de aangewezen persoon om daarover een overweging te houden. Wie weleens in een Oost-Europees land is geweest en een oosters-orthodoxe kerk is binnengelopen, heeft wat hij/zij daar zag, waarschijnlijk met enige bevreemding maar ook geboeid gade geslagen. Wie oostersorthodoxe gelovigen over de Heilige Liturgie heeft horen praten, weet welke grote betekenis deze in hun leven heeft. Waar komt de kracht van deze liturgie vandaan? Op de derde zondag (Roze Zondag) komt een nieuwe beweging in de Rooms-katholieke Kerk aan de orde,
de focolarebeweging, ontstaan in de Tweede Wereldoorlog, met als motto ‘Vader, mogen allen een zijn’ (Joh. 17: 21). Deze beweging moet ons als oecumenische gemeenschap wel aanspreken. Mensen uit de hele wereld proberen vanuit de geciteerde tekst te zoeken naar zichtbare eenheid en naar dialoog tussen de kerken en ook tussen religies. De vierde zondag keren we terug naar een heel specifieke vorm van geloofsbeleving, die van het Calvinisme. Dat houdt natuurlijk verband met het feit dat het dit jaar 500 jaar geleden is dat Calvijn geboren werd, de man die van alle reformatoren het meest de Nederlandse cultuur heeft beïnvloed. Wat was zijn inspi-
ratie en hoe verhoudt zich daartoe wat wij nu als Calvinisme kennen? Honderd jaar later brak in Nederland de strijd tussen de Leidse hoogleraren Arminius en Gomarus uit over de leer van de “dubbele predestinatie” (behoud en verwerping). Het is opmerkelijk dat juist vluchtelingen (zowel Gomarus als Calvijn waren dat) zo sterk daarin geloofden. Gaf die leer hun zekerheid in een
onveilige wereld? In juli en augustus volgen de zomerdiensten waarin de pastores hun eigen thema mogen kiezen. 6 september zal de Academisch Jaar worden geopend door een aan de Leidse Universiteit verbonden academicus, namelijk Prof. Dr. A.G. Castermans, hoogleraar in civiel recht te Leiden. ◄
De inspiratie van ... Monique van der Gaag
M
onique van der Gaag is 43 jaar geleden in Leiden geboren. Ze werkt liever vanuit de coulissen, dan dat ze in de spotlights staat. Maar vandaag maakt ze een uitzondering, omdat het leuk is om te weten wie vanaf september 2008 de Kinderpagina maakt. Monique voelt zich sinds jaar en dag met de Ekklesia verbonden. Eerst als student, later als participant. Het onderscheid is gebaseerd op leeftijd. Boven de 30 ben je automatisch student af. Toch startte Monique op haar 35ste en met haar achtergrond als historica een opleiding tot onderwijzeres: de deeltijd PABO. Dat voelde als thuiskomen. Na de PABO volgden twee post-HBO studies tot gedragsspecialist en tot remedial teacher. ‘Juf Monique’ is dol op kinderen. Ze werkt graag met hen en voor hen. In haar dagelijks werk als remedial teacher biedt ze geduldig de helpende hand aan leerlingen, die moeite hebben met leren. Ook voor
heel slimme kinderen, kan coaching nuttig zijn, bijvoorbeeld om te leren een taak succesvol af te ronden. Vaak is een heel klein duwtje in de rug al voldoende en gaat het kind vol nieuw zelfvertrouwen verder. Ook tijdens de kindernevendienst legt Monique altijd accenten op leerplezier en bouwt ze verder aan het zelfvertrouwen. Na het Bijbelverhaal mogen de kinderen knutselen en dat weten ze! Een jaar of vijf geleden sloot Monique zich aan bij de Werkgroep Diensten. Ze ontmoette een heel warme, levendige groep, die een hecht team vormt. Haar doel: meer mensen leren kennen én iets nuttigs doen, wordt ruimschoots gehaald. Monique laat zich graag inspireren door wat God op haar pad brengt: mensen, dieren en dingen. In de Paulusabdij ontdekte ze hoe inspirerend stilte kan zijn. Alleen vogelgezang en het ruisen van de wind. In de rust ontstaat ruimte om nieuwe plannen te maken. Zo is de liefde
voor geschiedenis altijd gebleven, ook al was er geen werk voor een pas afgestudeerde historica. Wanneer zich een kans voordoet om geschiedenis te schrijven, treedt Monique zonder aarzeling voor het voetlicht. Geschiedenis gaat immers over mensen! Haar onderzoek naar de bouwgeschiedenis van het eigentijdse hofje de Pelgrimspoort (zie www.pelgrimspoort.nl) is daar een goed voorbeeld van. Mochten er nog kinderen zijn, die wel belangstelling hebben voor blije bijles, dan kan dat. Monique liet met een glimlach weten nog wat ruimte in haar werkweek te hebben voor remedial teaching aan huis bij de leerling thuis! Want kinderen inspireren haar het meest … ◄
Het lied van ... Wim de Ru
Lied van Mozes De hemel mag horen. Maar luchtruim en wolken, zon, maan en sterren hebben geen oren. Zomin als de aarde met bomen en dalen en bergen en stromen jij, mens, hebt de oren, het hart. Nu geef Hem gehoor, wees niet langer in dromen, in vluchtige dromen verward Hij leerde je woorden. Hij heeft ze gegeven, van zuiden tot noorden een land om te leven Van westen tot oosten van zee tot zonsopgang je rots en je vader, Hij spoorde je op in de nacht. Hij heeft je gevlogen, Hij leerde je vliegen, Hij strekte je vleugels met kracht. Je wou hem verlaten voor levende doden. Hem tarten, je redder, met krengen van goden. Maar dat zal je weten, in duizelingwekkende diepte getuimeld, vervloekten, zo ver van de zon. Zijn woorden vergeten is dorsten en sterven. Zijn woorden alleen zijn de bron. Je kinderen zullen hun kind’ren verslinden, de moeder de dochter, de dochters hun zonen. Een sleep van gedierte zal over je komen, een lente van zwavel, een eeuw van ontzetting en rouw. Maar keer je je hart naar mij om, uit de dood, ik zal mij bekeren tot jou. Nu kies dan het leven. Het daalt uit de hemel als dauw op de aarde, als licht uit het donker, het komt als een stormwind met stoten en vlagen, jij kunt het volbrengen in vlagen van donker en licht. Gezegend je nachten, gezegend je dagen, je hart, je verstand, je gezicht.
H
et valt niet mee om een favoriet lied uit te kiezen, want als je het gehele repertoire overziet, merk je, dat je veel favorieten hebt. Ik koos uiteindelijk voor het Lied van Mozes. Dit lied is gebaseerd op een tekst uit Deuteronomium, hoofdstuk 32 vers 1 – 43. Op dat moment in de bijbel is de uittocht uit Egypte praktisch voltooid. Mozes heeft het volk geleid en heeft de wet aan het volk meegegeven. De Eeuwige heeft het volk gezien en constateert dat het volk weerbarstig en hardnekkig is en lang niet altijd geneigd de wet na te leven, zoals de Eeuwige die bedoeld heeft. Hij geeft Mozes de opdracht een lied op te tekenen om het volk nogmaals duidelijk te maken, dat als het volk deze wet niet gehoorzaamt, dat dat betekent, dat de Eeuwige zijn aangezicht voor hen zal verbergen en het volk met rampspoed achtervolgd zal worden. Hij zegt er ook bij, dat Hij zich zal verzoenen als het volk opnieuw de weg van de wet zal volgen. Hij draagt Mozes op dit alles in een lied op te tekenen, opdat het volk andermaal horen kan, hoe de Eeuwige het wil. En zo ontstaat het lied van Mozes. In het bestaan van ons mensen is sprake van een voortdurend spanningsveld. De mens staat steeds voor de mogelijkheid wel of niet te kiezen voor zichzelf of voor de ander, voor materialisme, voor machtsposities, voor bezit enz. In het oude testament spreekt God. Hij zegt de mensen het goede aan, als zij zich houden aan zijn wetten,
maar laat de mens vrij in zijn keuze. Dat dit alles een enorme spanningsboog in het leven van ons mensen kan veroorzaken is bekend. En dit thema wordt in Het Lied van Mozes, dat wij regelmatig zingen, prachtig weergegeven: In het eerste couplet staat centraal, dat de mens moet kiezen en wordt de mens opgeroepen de Eeuwige te volgen . In het tweede couplet wordt op een prachtige manier verwoord, dat de Eeuwige het leven geeft. In het derde couplet de verleiding. De mens is geneigd zich van de wet af te keren en zich over te geven aan verleidingen, van welke aard dan ook. In couplet 4 wordt het gevolg beschreven van het vergeten van de woorden van de Eeuwige; op een keiharde manier. Het ergst denkbare kan gebeuren, als je niet kiest voor de weg van de wet van de Eeuwige. Maar ook de altijd aanwezige kracht van omkeer en verzoening wordt in dit couplet genoemd. In couplet 5 wordt dan opgeroepen voor een keus voor leven; Dat het mogelijk is, dat het haalbaar is wordt ons aangezegd. Daartoe worden wij opgeroepen, daartoe zijn wij gezegend. In dit lied worden de grenzen gezocht. De taal is extreem en niets ontziend, als het gaat om het benoemen van de negatieve gevolgen van het verlaten van de wet. De taal is prachtig beeldend, als het mooie leven in de lijn van de wet ons wordt voorgehouden (couplet 2) en als het goede resultaat van een positieve keuze ons wordt aangezegd (couplet 5). Ook in de melodie worden de grenzen gezocht. Het lied is bedoeld als beurtzang, maar de hele gemeente en het koor zingen één en dezelfde melodie. Qua omvang past de melodie maar net in wat haalbaar is voor de gemiddelde stemomvang; Sommigen zullen het maar net halen. Het is bovendien een melodie, waarin zowel uitingen van vreugde als van ontzetting passen (vergelijk het 2e en 4e couplet), hetgeen ik heel fascinerend van deze melodie vind. Het ritme en de maatvoering geven een brede beweging, die voor mij soms “worstelend” aandoet; Qua adem haal je het soms maar net. De grote spanningsboog van het leven zit dus ook helemaal in melodie en beweging. En dat is ook een reden, dat ik dit zo’n prachtig lied vind. ◄
Werkgroep Pastoraat
A
anwezigheid in de vakantiemaanden juli en augustus 2009 Iedere zondag is er iemand van de werkgroep pastoraat aanwezig: - voor de dienst bij het uitreiken van de zomerboekjes - na de dienst in de ruimte bij de preekstoel voor vragen, informatie en gesprek Buiten de diensten is altijd één van de leden van de werkgroep bereikbaar. Wij gaan niet allemaal tegelijk op vakantie: - Henka Brouwer tel. 071-5418595 - Wilma de Kluijver tel. 071-5223088 - Erna van Ooijen tel. 071-5410073 - Joke Snoeijer tel. 071-5124416 - Louk de Vries-Locher tel. 071-5177037 Verzenden van kaarten Ook in de zomermaanden zijn er mensen, die wegens ziekte of om een andere reden niet naar de zondagse vieringen kunnen komen. Meestal gaan zij ook niet op vakantie. Daarom ontvangt de werkgroep pastoraat juist ook in deze maanden graag hun namen en adressen om hen vanuit de werkgroep pastoraat of vanuit een LSE-dienst een kaart toe te sturen als teken van verbondenheid en medeleven. Namen kunnen worden doorgegeven op zondag voor of na de dienst en in de week bij een van de werkgroepleden (zie hiervoor onder ‘aanwezigheid in de vakantiemaanden). Cassettebandjes Er wordt naar gestreefd zoveel mogelijk ook in de zomermaanden de zondagse LSE-dienst op te
nemen voor mensen die de diensten niet kunnen bezoeken. De bandjes zijn verkrijgbaar na de dienst in de ruimte bij de preekstoel. Literatuurbak Deze zal iedere zondag in de ruimte bij de preekstoel staan. Hier kunnen tijdschriften ingelegd worden, die men na lezing anders bij het oudpapier zou deponeren, en/of men kan er tijdschriften uithalen om thuis te lezen. Gedurende het afgelopen jaar is er door diverse mensen weer met veel plezier gebruik gemaakt van deze mogelijkheid om tijdschriften mee te nemen of juist kwijt te raken. Informatietafel Tijdens de zomermaanden is er geen informatietafel. Alleen deze laatste Hooglandse Nieuwe is beschikbaar zolang de voorraad strekt. In september bij het begin van het nieuwe academische jaar is de informatietafel weer aanwezig. ◄
Twee antependiae
Lidy van der Spek
M
oeilijk hoor, om over je eigen werk te schrijven! Het gaat immers om ‘zien’ en vervolgens, om er jouw interpretatie aan te geven. Een gevoel dat naar ik hoop positief uitwerkt en voor iedereen anders uitpakt. Maar vooruit, laat ik een poging wagen. Het paarse antependium heeft een voorstelling die ik op velerlei manieren heb verwerkt, o.a. in het grote doek in het Stiltecentrum (nu nog Rapenburg 102). Toen ik jaren geleden een scriptie moest schrijven over de composities van Mozart in de tijd dat hij lid van de Vrijmetselarij was, heb ik me eerst maar eens
verdiept in ‘de loge’. De vrijmetselaar is ervan overtuigd dat in elk mens een ‘edele kubiek’ schuilt. Als je hem niet ziet, geen nood; blijf schaven aan je eigen ‘zijn’, dan zál hij tevoorschijn komen! Zo kwam het dat ik niet een mens, ook niet een boot, maar een ruwe kubiek liet dobberen op de levenszee, die kwetsbaar en onvolmaakt zich niettemin wil verheffen: Sta op, of in deze context: stijg op! Wanneer die ruwe kubiek zich dat tot doel stelt, wordt er op de wind (ruach) een vage trap zichtbaar vanwaar de Eeuwige wellicht zal afdalen om te bevrijden; het is maar een gok, maar beter gehavend omhoog, dan plompverloren gezonken.
Het Paasantependium daar kan ik kort over zijn. Een beetje geïnspireerd door de Russische schilder Malevich (18781935) maakte ik “vier muren (drie in de linker benedenhoek) en een dak van riet, meer is het niet, meer is het niet”. Tegen het huisje aan bloeit een Pinksterbloem rijkelijk beschenen door Licht van boven. Je kan je afvragen of dit piepkleine huisje op zand of op een rots gebouwd is; ik weet het niet, maar het staat er in ieder geval fier bij; een huisje om in te feesten; mazzel tov! ◄
Pinksteren dankt u Geestelijk
De inspiratie van ... Erna van Ooijen
W
at inspireert mij? Bezielt mij? Vuurt mij aan? Ofwel: Wat houdt de motor van mijn leven draaiende? Bij die laatste moet ik nu heel sterk denken aan Fréderique, mijn eerste kleinkind, geboren op 15 maart jl. Wat een lief hoopje mens is dat! En nog zo onbeholpen, hulpeloos, nu nog totaal afhankelijk van iedereen en ook een klein beetje van mij, want ik mag af en toe op haar passen. En dan wil ik dat kleine wezentje weer zien uitgroeien tot een parmantige kleuter, en dan .... Mijn huidige werk is ook een belangrijk stuk van mijn leven: Twee ochtenden in de week bezoek ik een licht dementerende mevrouw thuis. De ene keer rijd ik haar naar de dokter of fysiotherapeut, een andere keer gaan we naar Katwijk en genieten bij een cappuccino van de zee en de lucht, het strand en de
spelende kinderen. Als je je omdraait is ze vergeten wat je zojuist zei. En toch kan ik met haar nog een heel gesprek voeren over de preek van zondag of naar aanleiding van een stukje in de krant. Maar dan wil ze weer aan het werk, want o, ze is nog zo actief ..... Als ik niet oppas gaat ze de wc nog schoonmaken met haar 95 jaar! Een derde ochtend geef ik gymlessen aan 65plussers. We zijn flink actief bezig, maar lachen ook heel wat af. Voor de mensen is dit een sociale ontmoeting en het inspireert mij om er mee door te gaan, ook al kost het heel wat voorbereiding. De natuur noem ik als derde. Vreemd eigenlijk, want de natuur is voor mij een eerste punt van inspiratie, samen met al het wonderlijke, ongrijpbare rondom mij dat samenhangt met mijn geloof. Als ik met problemen rondloop of
het even niet zo zie zitten, ga ik een eind lopen en altijd zo snel mogelijk bij de huizen vandaan. De natuur geeft mij rust en evenwicht. Het gele, roze, witte, paarse, groene voorjaar, samen met de vogelgeluiden, maakt me ook helemaal euforisch! Helemaal verontwaardigd was ik laatst ook tegen de gemeentesnoeiers. Vóór mijn huis werd het anderhalve meter hoge groen bijna met de grond gelijk gemaakt. Ik vroeg één van hen waar de vogels nu moesten blijven? Nu mis ik ‘mijn’ merel die vorig jaar elke middag en ochtend aanwezig was en me aankeek en leek te groeten. Tot slot lees ik graag boeken die mij antwoorden geven op vragen van het leven. ◄
"Met het oog op morgen" Een terugblik op de LSE-avond van 12 mei Jan Slotboom, secretaris LSE-raad
D
e avond van 12 mei was om bij te praten, meningen uit te wisselen, ideeën aan te dragen, maar ook om 'elkaar gewoon te zien en te spreken', zoals Marina Berghuijs, voorzitter van de LSE-raad in haar welkomstwoord tegen de ongeveer 80 aanwezige LSE'ers zei.
De bijeenkomst was in de Lokhorstkerk, waar in 1969 iets nieuws begon. De rk studentenparochie en de reformatorische studentengemeente begonnen daar hun gezamenlijke diensten, om en om in de Lokhorstkerk en in de kerk op de Hooglandse Kerkgracht (was dat in de Lutherse kerk of in de later afgebroken Apostolische kerk?). Reden voor een feestelijke afsluiting van de avond met 'Herman van Veen', drank en hapjes. Vanaf de zomer van 1970 werden de diensten in de Hooglandse kerk gehouden. In 2010 willen we daar uitvoerig bij stilstaan. Marina noemde het beleidsplan 2008-2012 dat als motto droeg: "Om leven dat doorgaat, om dagen van morgen". Na twee goed bezochte
bijeenkomsten in het Kamerlingh Onnesgebouw is dat plan in het voorjaar van 2008 vastgesteld. Op diverse fronten is de LSE-gemeenschap daarmee aan de slag gegaan. Zoals toen al voorzien zijn er in de buitenwereld wat veranderingen ingezet, zoals de financiering van het studentenpastoraat door de PKN en het bisdom. Twee werkgroepen zijn daar al mee bezig, evenals Nico van der Perk met zijn project Rap 2010.
eind van dit jaar met prepensioen zal gaan. De Stuurgroep Hooglandse vieringen en het pastoresteam zijn intensief bezig het werk te laten doorgaan. Zowel de vieringen als het werk onder de studenten en de participanten moet worden gewaarborgd. Ook van belang voor ons werk, zo besloot Marina, is ons trefcentrum Rap 100. Nu Rap 102 wordt afgestoten, moet Rap 100 een grote onderhoudsbeurt ondergaan. Ook de mogelijkheden voor een nieuwe inrichting zullen worden onderzocht. In twee sessies werden deze onderwerpen kort maar krachtig uitgediept. Voorop stonden de reacties van de aanwezigen op de globaal geschetste plannen. De terugkoppeling van de hoofdpunten werd gepresenteerd door de studenten Sandra Scheer, Renske van Nie, Hanno Wisse en Michel den Uijl (zie ook hierna). Daarna naar de Vermeerzaal voor de feestelijke afsluiting, voorafgegaan door een muzikaal optreden van Lex van Wijngaarden, alias Herman van Veen.
Maar, zo zei Marina, er waren ook andere veranderingen, niet gepland, niet verwacht en pijnlijk. De uitval van onze participantenpastor, Ranfar Kouwijzer, met zoveel enthousiasme aan zijn taak begonnen twee jaar geleden, maar nu al enige tijd, zeer tot zijn spijt, uit de running. Maar ook de aankondiging van onze studentenpastor Henk Schouten dat hij aan het
De hoofdpunten van 12 mei en de bespreking daarvan in de LSE-raadsvergadering van 13 mei
Algemeen De LSE-raadsleden keken allen terug op een inspirerende avond in een open en constructieve sfeer. De Lokhorstkerk vonden we niet optimaal geschikt voor zo'n avond met gesprekken in vier groepen vooral vanwege de slechte verstaanbaarheid. We kijken voor de toekomst uit naar alternatieven. 1 De landelijke ontwikkelingen in het studentenpastoraat. In de generale synode van de PKN eind april lag een voorstel het huidige budget voor het studentenpastoraat te houden op een miljoen euro, maar daarvan een kwart gebruiken voor de financiering van projecten onder de studenten. Dat zou betekenen dat het aantal formatieplaatsen voor studentenpastores zou worden verminderd met een kwart. Karin van den Broeke uit de classis Goes diende een amendement in om dat terug te brengen tot tien procent. Met steun van onder meer de afgevaardigden van de classis Leiden werd dat amendement aangenomen. Tevoren had het Landelijk Beraad Studentenpastores de synodeleden voorzien van een uitstekend verzorgd en zeer informatief bulletin, zodat deze wisten waarover zij stemden. Henk Schouten zal een
vergadering bijwonen waarin de landelijke verdeling van het aantal fte's aan de orde komt. Wij hopen dat aan Leiden 0,75 fte zal worden toebedeeld. Daarom besluit de LSEraad nu al mensen voor een beroepingscommissie te zoeken om meteen aan de slag te kunnen gaan. Als een geringere formatieplaats wordt toegekend, willen we dat aanvullen door zelf fondsen te werven. Het bisdom Rotterdam heeft al eerder besloten om zoveel als nu al mogelijk is te gaan werken op basis van projectfinanciering. Elise Woert-
man heeft hiertoe al een opleiding gevolgd en de nieuwe aanpak heeft al tweemaal tot projectfinanciering geleid. 2 Plan voor liturgisch team en gemeenteopbouw Het pastoresteam heeft al veel voorbereidend werk verricht door na te denken over de gevolgen van het beperkte aantal studentenpastores en de langdurige ziekte van de participantenpastor Ranfar Kouwijzer. Oplossingen zijn mogelijk door met een liturgische team en met gastsprekers te werken. Voor het participantenwerk kunnen LSE'ers worden benaderd, die vanuit hun eigen deskundigheid bepaalde taken kunnen vervullen. Dat alles met behoud van de tradities binnen de LSE. De LSE-raad wil dat de Stuurgroep Hooglandse vieringen haar sturende
rol in dat proces voortzet. De raad heeft daarom de stuurgroep gevraagd een voorstel te doen waarover de LSE-raad op 24 juni een besluit kan nemen. In dat voorstel moet ook de verhouding tussen de stuurgroep en het op te richten liturgisch team duidelijk zijn. Ook de relatie tot de onder de stuurgroep ressorterende werkgroepen, zoals de Werkgroep lied & muziek, moet aan de orde komen, evenals de verhouding tot de LSE-raad. Uitgangspunt is dat de stuurgroep de processen aanstuurt, terwijl het liturgisch team de inhoud verzorgt. Nagegaan moet worden hoe de betrokkenheid van de LSE-gemeenschap kan worden vergroot, bijv. door dienstvoorbereidingen. Om in het najaar al te kunnen beginnen met een programma voor participanten (kringen etc.) heeft de LSEraad aan de raadsleden Ben Blonk en Pieter Kousemaker gevraagd op korte termijn een gesprek daarover te hebben met de voorzitters van de huidige participantengroepen. 3 Project Rap 2010 en uitvoering beleidsplan
Het project Rap 2010 van Nico van der Perk loopt al vanaf september vorig jaar. Over de uitslag van het onderzoek onder studenten schrijft hij elders in dit nummer. In de LSEraad is uitvoerig met hem gesproken over financiering van het werk onder de studenten. De raad ging akkoord met fondswerving ingeval de formatie voor de opvolger van Henk Schouten te gering is. Nico gaat ook zoeken naar fondsen om de inzet van anderen dan pastores mogelijk te maken. Het werken met de steun van fondsen of andere vormen van financiering vraagt nadrukkelijk de aandacht en sturing van de raad. Daarom overweegt de LSEraad ter waarborging van de identiteit van de LSE een stuurgroep of werkgroep financiële werkstromen in te stellen. Daarmee kan ook de financiële deskundigheid in brede zin worden gewaarborgd. 4 Groot onderhoud en herinrichting Rapenburg 100 Nu de LSE de huur van Rapenburg 102 heeft opgezegd, zal het werk van de LSE zich concentreren op Rap 100. Dat pand heeft dringend een grote onderhoudsbeurt nodig (dak, gevels, schilderwerk). Het zal worden aangepast om te voldoen aan de zwaardere brandveiligheidseisen. Daarnaast heeft de LSE-raad besloten het trefcentrum te optimaliseren voor het gebruik door studenten en participanten. Daartoe is een bouwteam ingesteld, bestaande uit Arie Hoeflaak (portefeuillehouder Rap 100), Johan de Groot (penningmeester), Henk Schouten en Judith van Nie (StuK). Jaap Franso (architect in ruste) zal het bouwteam bijstaan. Dit team zal eerst een programma van eisen opstellen en daarna offertes laten uitbrengen voor de uitvoering van het werk (architecten, aannemers). Het team zal zich daarbij ook oriënteren op de wensen die er bij de gebruikers leven. Geopperd werd een ideeënbus in te stellen. De toegankelijkheid en veiligheid van het pand zijn belangrijk. Misschien zou er boven of beneden een grote ruimte kunnen worden gerealiseerd, als dat tenminste wordt toegestaan (het pand is een gemeentelijk monument). Voor de financiering zal allereerst op de eigen begroting gezocht moeten worden. Acties kunnen worden georganiseerd ('adopteer een
dakpan') of er kan een lening worden afgesloten (het pand is nu vrij van hypotheek). Kortom De LSE-avond van 12 mei is voor de LSE-raad zeer inspirerend geweest. Er zijn vruchtbare ideeën opgeborreld 'met het oog op morgen'. De raad wil ervoor zorgen dat we ook in de nabije toekomst onze activiteiten en vieringen, waar we zoveel waarde aan hechten, kunnen blijven uitvoeren. ◄
Diaconie: op zoek naar een lachspiegel
Wil Heesakkers, voorzitter Stuugroep Diaconie
V
alt er iets geestigs te zeggen vanuit het veld van de diaconie? Weinig in ieder geval over begunstigden. Maar dan houden we nog over degenen die zich actief inzetten voor de diaconie. En dat zijn gewoon mensen van vlees en bloed, die zo nu en dan ook een spiegel krijgen voorgehouden. Waarom men lachen kan, en met des te minder kiespijn naarmate de humor meer specifiek is toegesneden op ’diakenen’. In de schilderkunst leveren de regentenportretten van Frans Hals mooie voorbeelden op van zo uit het moderne vergadercircuit weggelopen serieus blikkende heren en dames. In de literatuur vond ik in mijn stukgelezen Camera Obscura van Hildebrand het diakoniehuismannetje Keesje terug. Onnozel Keesje van bijna 70 wordt bij de directeur van het armenhuis verraden door een gebochelde, wraakzuchtige andere behoeftige. Tengevolge daarvan worden hem vlak voor het slapengaan zijn eerlijk verkregen spaarduiten afgenomen, die bedoeld waren voor ‘één eigen doodhemd’
en een ordentelijke begrafenis. De regel luidt namelijk dat elke bedeelde zijn leven lang verzorging en zakgeld krijgt, maar dan ook geen eigen geld mag hebben. De goede Oom Stastok bewerkt bij de Regenten dat geconvoceerd wordt tot een extra vergadering, waarin wordt besloten dat Keesje weer zijn eigen begrafenisgeld in een zeemleren zakje ‘vlak op zijn hart’ mag dragen. Van welk voorrecht Keesje nog 2 jaar mag genieten. Hildebrand schetst het vergaderen over deze kwestie in grappige deftige kreupele zinnen met moeilijke woorden. Maar de hele plechtige vergadering zou tot niets geleid hebben, als niet de gepaaide penningmeester de moeizaam door de president-regent toegespeelde hint begrepen had en bereid was zijn eis te laten varen en voor Keesje een uitzondering te maken. Geestigheid en humor, bruikbaar om steile verticale verhoudingen om te buigen. Keesje ook op het internet in: http://cf.hum.uva.nl/dsp/ljc/beets/ca meraa.html ◄
Aktief en Informatief
KUNST IN HET ATRIUM Vanaf 6 mei is in het Atrium van De Bakkerij de foto-expositie Favela Exposed te zien. Het is een mobiele expositie die Malou Osendarp organiseerde na een vrijwilligersreis die zij in 2006 maakte. Zij is grafisch ontwerpster, afgestudeerd aan Design Academy Eindhoven en KABK Den Haag, met een passie voor fotografie. De reis ging naar de favela's (sloppenwijken) van Rio de Janeiro met als doel jongeren daar les te geven in fotografie. In Brazilië bleken de jongeren enorm enthousiast en getalenteerd te zijn en daarom besloot ze meer met de foto’s te doen. Ze nam de foto’s mee terug naar Nederland om ze hier te exposeren en te verkopen. De opbrengst gaat weer naar de opleiding in Rio de Janeiro. Voor meer info: www.favelaexposed.org.
LAAT DE ARMEN NIET DE DUPE WORDEN VAN DE KREDIETCRISIS! De kredietcrisis heeft tot nog toe geen gevolgen voor de projectpartners van Oikocredit. Oikocredit is een organisatie met kerkelijke wortels die al meer dan dertig jaar leningen verstrekt aan projectpartners in ontwikkelingslanden. Oikocredit kent haar klanten goed en verstrekt leningen onder eerlijke voorwaarden. Lokale medewerkers van Oikocredit in de ontwikkelings-
landen controleren van tevoren of een projectpartner in staat is de lening terug te betalen. In de afgelopen vijf jaar is minder dan 2 procent van de verstrekte leningen als oninbaar afgeschreven.
haar kapitaalinstroom, dat mensen voorzichtiger zijn geworden om hun geld te investeren. Het mag toch niet zo zijn dat arme mensen in ontwikkelingslanden de dupe van het rijke westen worden en het gelag moeten betalen van de kredietcrisis die ze niet veroorzaakt hebben. Op dit moment schiet het aanbod aan kapi-taal duidelijk tekort om aan de vraag naar nieuwe leningen te voldoen. Miljoenen arme mensen wachten op een lening. Oikocredit wil ook deze mensen hoop bieden voor de toekomst.
Succesvol investeren in armoedebestrijding Oikocredit is erin geslaagd het aantal projecten waaraan een lening werd uitbetaald in 2008 te laten groeien met 32% tot € 365 miljoen. De microfinancieringsinstellingen, die Oikocredit financiert, bereikten in 2008 15 miljoen arme ondernemers en hun families. Het aandelenkapitaal van Oikocredit is in 2008 met 15% gegroeid tot € 358 miljoen. Dit kapitaal vormt, samen met eigen reserves, voorzieningen en leningen van leden en kredietinstellingen, een beschikbaar kapitaal op lange termijn van € 437 miljoen. In tegenstelling tot de dramatische koersval op de aandelenmarkten heeft het aandeel Oikocredit zijn waarde behouden, want het is geen beursgenoteerd aandeel. Door de positieve resultaten wil Oikocredit over 2008 een dividend van 2% uitkeren.
Een aandeel in een betere wereld Oikocredit doet juist nu een dringend beroep op u om te bekijken of u nog (spaar)geld heeft dat u aan het werk wilt zetten om de kloof tussen arm en rijk te verkleinen. U kunt het tijdelijk beleggen in het Oikocredit Nederland Fonds. Dit is een sociaalethisch beleggingsfonds met een netto dividend van doorgaans 1,55% en een belastingvoordeel dat kan oplopen tot 2,5%. De waarde van de belegging is sinds de oprichting gelijk gebleven. De armen zijn als debiteur zeer betrouwbaar gebleken. En zo is Oikocredit mijn beste belegging geweest in de afgelopen 10 jaar! Vraag een informatiepakket aan bij Oikocredit Nederland: 030-2341069 of kijk op onze website: www.oikocredit.org. Of neem contact op met Coen Zuidema, Vrijwilliger Oikocredit Nederland, E-mail:
[email protected] Telefoon: 0172-444940
Vraag groter dan aanbod Helaas merkt Oikocredit wel aan
Elise in Benin gebruikte microkre-
DRINGENDE OPROEP:
diet om een naaiwinkel te openen. Met haar inkomen kan ze eten, kleding en medicijnen betalen en haar vijf kinderen naar school sturen.
VOEDSELBANK De Voedselbank Leiden e.o. is voor de zomerperiode op zoek naar vrijwilligers die op donderdag willen helpen met het sorteren en inpakken van groente, fruit en andere etenswaren. Wie incidenteel wil meehelpen in de zomer, is ook van harte welkom. Belangstellenden kunnen zich melden via
[email protected] of via 06-18348481.
SUMMERSCHOOL Kun jij ook zo naar vrede verlangen? In jezelf, je omgeving, wereldwijd .... Is het mogelijk in vrede te leven met al die verschillende culturen? En wil je daar met andere jongeren over nadenken, er iets aan bijdragen? Dat kan in de Summerschool. Hoe? Door Socratische gesprekken (gesprekstraining), meditatie, ontmoetingen, schilderen, de zee en …rots & water. Een week met andere vredes-zoekers, denkers, praters en doeners. Opdat ook jij je stappen kunt zetten op de weg van de vrede. Wanneer: 27 juni t/m 4 juli 2009. Kosten 300 euro. (Financiële omstandigheden mogen geen belemmering zijn om deel te nemen.) Informatie en opgave: Annemiek Bakker, Coördinator/ begeleider, bakkerannemiek @schoolvoorvrede.nl, Tel: 0616385083, www.schoolvoorvrede.nl. Locatie: St. Liobaklooster, Herenweg 85, 1935 AH Egmond-Binnen, 0725061388, www.liobaklooster.nl.
Een paar weken geleden hebben we een kaart getekend voor Victor Tata die in de vreemdelingen bewaring verblijft. Tijdens het “actie en informatie” moment heb ik iets verteld over Victor Tata die al meer dan 8 jaar legaal in Nederland woont en werkt en in detentie zit op verdenking van het ooit gebruik gemaakt te hebben van een vals geboortebewijs. (Dit is overigens nooit bewezen). Na aanhouding is hij door acht medewerkers van de vreemdelingendienst zwaar mishandeld, uren buiten bewust zijn geweest en heeft hij daaraan blijvende epilepsie overgehouden. Tijdens zijn detentie is hem goede medische zorg onthouden. Amnesty International is een rechtzaak voor hem begonnen. Hij zit, bijna 1,5 jaar later, nog steeds vast. Tijdens telefonisch contact met hem vertelde hij erg blij te zijn met de kaart en het gevoel dat er mensen weet hebben van zijn situatie. Dit is waarschijnlijk zijn enige post geweest gedurende deze hele periode. Ook ontvangt hij nooit bezoek. Vervolgens gaf hij aan graag een keer bezoek van één van ons te ontvangen als iemand hier gelegenheid voor heeft. Daarom aan iedereen een oproep. Als er mensen zijn die zich betrokken voelen en in de gelegenheid zijn om een keer een bezoekje aan hem te brengen dan zal dat zeer gewaardeerd worden. Ook een kaartje doet hem erg goed. Het idee dat mensen op de hoogte zijn van zijn situatie en meeleven met hem maakt de strijd absoluut minder eenzaam. Momenteel verblijft hij in: Bezoek adres: Detentiecentrum Alphen a/d Rijn, Eikenlaan 36, Alphen a/d Rijn, Tel: 088-0711500 (hier kan u naar toe bellen voor informatie over bezoektijden). Postadres: Detentiecentrum Alphen a/d Rijn, T.a.v. Victor Tata, Postbus 2261, 2400 CG Alphen a/d Rijn. Hartelijk dank, Rosanne ten Wolde Tel: 071-5135449
◄
Diaconaal verhaal De twee vreemdelingen
T
wee vreemdelingen kwamen ’s avonds bij een dorp aan. Ze stapten op het dorpshoofd af en vroegen: ‘Kunnen wij hier vannacht slapen?’ ‘Natuurlijk kan dat’, zei het dorpshoofd. ‘We hebben in ons dorp een slaaphuis, speciaal voor vreemdelingen. Daar kunt u slapen en er staat eten voor u klaar. Maar u moet wel weten dat er in ons dorp een oude gewoonte bestaat. Vreemdelingen mogen in dat huis slapen, maar niet snurken. Wie snurkt, wordt gedood.’ De vreemdelingen stapten het slaaphuis binnen, aten lekker en legden zich ter ruste. Ze sliepen goed. Er ging een uur voorbij, twee uur, en toen begon een van de twee te snurken: ‘Grr, Grr Grr.’ De andere vreemdeling hoorde het gesnurk en dacht: ’Straks horen de mensen het gesnurk en dan doden ze hem!’ Hij wou zijn makker redden, dacht even na en begon toen te zingen: ‘Grr, Grr, Grr, We wandelden over de weg. Toen kwamen we aan bij dit dorp. Ze waren hier goed voor ons. Grr, Grr, Grr!’ Hij kon heel goed zingen. De dorpelingen hoorden het gesnurk niet. Ze luisterden naar het lied. Toen begonnen ze te dansen. Een paar zongen het liedje van de vreemdeling mee en dansten op de melodie. Mannen, vrouwen, zelfs het dorpshoofd zong en danste. De hele nacht lang snurkte de ene vreemdeling en zong de andere. Ook het hele dorp zong en danste. De volgende ochtend zeiden de twee vreemdelingen het hoofd gedag en bedankte hem voor alles. Ook het dorpshoofd zei gedag en gaf de twee een zakje met geld. ‘Ik schenk jullie beiden dit geld. We hadden een leuke avond met jullie. We hebben heerlijk gezongen en gedanst. Heel hartelijk bedankt.’
De vreemdelingen verlieten het dorp. Eenmaal onderweg, begonnen ze te kibbelen. ‘Hoe zullen we het geld verdelen?’ zei een van de twee. ‘Ik vind dat ik recht heb op het grootste deel … Want waarom zong jij? Omdat ik snurkte! Daarom heb ik recht op het leeuwendeel.’ Maar de andere man zei: ‘Ja, dat is wel zo, maar de dorpelingen hadden je kunnen doden vanwege je gesnurk. Mijn lied redde jou het leven. Je mag me wel bedanken daarvoor en mij het meeste geld geven!’ Ze kwamen er niet uit. Hoe zou jij het geld verdelen? De MANG-Go groepen en enkele basisscholen in Ghana gunnen elkaar een kans. Dat is eerlijk! ◄ Geld delen? Banknr. 3313366 ten name van: St. Diaconaal Fonds Hulpverlening LSE Leiden o.v.v. ‘Gift MANG-Goproject’. Meer informatie: www.manggoproject.nl Bron: www.africawithin.com Vertaling: Het Verhalenrijk, www.hetverhalenrijk.nl
Gepromoveerd en dan ...
Willeke de Haan
O
p 16 april ben ik gepromoveerd aan de universiteit van Leiden. Tijdens mijn aio periode heb ik onderzoek gedaan naar hart- en vaatziekten. Tot op heden is de meest succesvolle strategie om het risico op hart- en vaatziekten te verminderen het verlagen van het zogenaamde LDL cholesterol (het slechte cholesterol). Een andere mogelijkheid zou het verhogen van het HDL cholesterol (het goede cholesterol) kunnen zijn. De maximale verhoging die met de huidige medicijnen bereikt wordt is echter slechts 30%. Ik heb gekeken naar de mechanismen waarmee bestaande middelen HDL verhogen, en naar potentiële nieuwe mogelijkheden om HDL efficiënter te verhogen. Na mijn promotie wilde ik graag verder met het onderzoek. Een gebruikelijke vervolgstap is dan om een paar jaar als ‘postdoc’ bij een ‘toplab’ in het buitenland aan de slag gegaan. Via de contacten van mijn promotor ben ik in Vancouver terecht gekomen, en van NWO heb ik een Rubicon beurs gekregen om mijn verblijf te bekostigen. De keuze is op Vancouver gevallen omdat ik hier de mogelijkheid heb om in een van de beste labs in mijn interessegebied te werken. Daarnaast heeft uiteraard ook de mooie natuur in en rond Vancouver en de aangename sfeer in de stad meegespeeld in mijn keuze. Ongeveer een jaar geleden ben ik een keer op bezoek geweest bij dit lab toen ik voor een congres in
Canada was, en dat beviel eigenlijk meteen goed. In Vancouver zal ik onderzoek doen naar de moleculaire mechanismen die de ontwikkeling van diabetes (suikerziekte) beïnvloeden. Niet een onlogische stap, want patiënten met type 2 diabetes ontwikkelen vaak hart- en vaatzieken en andersom. Ik zal o.a. kijken hoe mechanismen die de hoeveelheid vet in biologische cellen beïnvloeden, invloed hebben op de ontwikkeling van diabetes. Natuurlijk best spannend, zo’n ander land, andere stad. Ik woonde toch al weer bijna 10 jaar in Leiden en had een mooie vrienden- en kennissenkring opgebouwd, en hier in Vancouver kende ik nog helemaal niemand. Nog wel lastig dus als ik dan een mailtje van een vriendin krijg, dat ze gezellig met een andere vriendin is gaan eten en ik daar uiteraard niet bij kon zijn. Of als ik een mailtje van de jopa’s krijg over wanneer we weer bij elkaar kunnen komen. En tussen al de kerken hier heb ik ook nog geen nieuwe ekklesia gevonden. Verder is het hier ook nog wel even wennen. De hele dag Engels moeten praten is in het begin toch nog best lastig. Al die moeilijke woorden over mijn onderzoek ken ik zo langzamerhand wel. Maar de woorden voor alledaagse dingen waar je in de supermarkt naar op zoek bent, zijn toch weer wat weggezakt. Op het lab zijn bepaalde technieken en regels zijn toch weer wat anders dan in Nederland. Ook een beetje jammer is dat terwijl we in Nederland altijd gezellig samen koffie en lunch-
pauze namen de meeste mensen hier snel tussen het werk door een broodje eten. Maar ondanks het wennen bevalt het me hier goed. Ik kan hier gelukkig gewoon lekker op de fiets naar mijn werk, al moet ik dan wel verplicht zo’n rare helm op en zit er wat hoogteverschil in mijn route. Wat me ook erg opvalt in deze stad is de vriendelijkheid van de mensen. Veel mensen bedanken de buschauffeur bij het uitstappen, en als je te lang naar je kaart van Vancouver kijkt komt er vaak spontaan iemand naar je toe om je de weg te wijzen. Daar kunnen we in Nederland nog wat van leren. Verder, vooral een geweldige uitdaging hier. En ook in mijn vrije tijd is er genoeg te doen. Je kunt hier heerlijk fietsen, wandelen en het strand is op loopafstand. ◄
Verslag reis Turkije, 22 april – 5 mei 2009
Henk Schouten
M
et tien studenten (acht meisjes en twee jongens) hebben we een rondreis gemaakt door een deel van Turkije. Het was een zeer gemêleerde groep. Onder de 5 moslimstudenten waren drie soenniet, één sji-iet en één aleviet. Onder de 5 christenstudenten waren drie protestants, één rooms-katholiek en één zevendedags adventist. Eén Turkse moslimstudente was Koerdisch en één kwam uit Azerbeidzjan. Eén van de christelijke studenten was van Surinaamse afkomst. Vanwege haar donkere huidskleur had ze in Turkije veel bekijks. Al deze verschillen van afkomst gaven genoeg mogelijkheden voor onderling gesprek. Niemand van de groep viel uit de boot. We zijn vijf dagen (6 nachten) in Istanbul geweest, twee dagen in Konya, één dag in Kappadocië, drie dagen in Izmir en één dag in Efeze en Kusadasi. We hadden een vol programma, temeer daar we ook zes maal ‘s avonds op bezoek zijn geweest bij Turkse families, waar we te eten kregen. Gaandeweg werd ons steeds duidelijker, dat we overal te gast waren bij families en instanties, die zich laten inspireren door het gedachtegoed van imam M.Fethullah Gülen. De stichting Islam en Dialoog laat zich ook hierdoor inspireren, maar had ons dit van tevoren niet gezegd. Nu hadden we daar ook niet naar gevraagd. Naast het bezoek aan allerlei historische monumenten zijn
we daarom ook op bezoek geweest bij scholen, een diaconale instelling, een uitgeverij van kranten (tevens een centrum voor journalisten en auteurs), een TV station en een ziekenhuis, allen opgezet in de geest van Gülen. Het is jammer, dat het bezoek aan een universiteit werd afgezegd. Ook het bezoek aan een Syrisch Orthodoxe Kerk bleek niet door te gaan. Wel zijn we in Istanbul in een Armeense Kerk geweest. In Istanbul hebben we uiteraard een aantal toppers gezien: de Haghia Sophia (nu museum), de Blauwe Moskee, het Sultan Ahmad plein met de beroemde zuilen en de ondergrondse cisternen, het Topkapi paleis, het Dolmabahce paleis en de overdekte bazaar. In Istanbul zijn we ook te gast geweest bij de daar gevestigde stichting Islam en Dialoog. We kregen een uitvoerige uitleg over het gedachtegoed van Gülen. Iedereen kreeg diens boek ‘Toward a global civilization of Love and Tolerance’. Deze beweging staat voor een Islam, waarin vrede en liefde centraal
staan, omdat islam ‘vrede’ (salam) betekent. Opvallend was, dat de leiders beklemtoonden, dat alle mensen gelijk zijn voor God. Daarom moeten moslims ook mensen van andere geloofstradities of zonder een religie respecteren en in vrede met hen leven. Voor Turkije betekent dit, dat ook Armeniërs en Koerden zichzelf mogen zijn en recht hebben op respect voor hun cultuur. Dit leverde onder de studenten een interne discussie op, omdat één van de moslimstudenten Koerdisch was en een van de Turkse
studenten familieleden had verloren in de strijd met de Koerden. Zij tweeën werden daarom door de gastheren naar voren geroepen en kregen samen een geschenk met twee fraaie koffiekopjes. Dit moesten zij samen delen als teken hoe je met elkaar dienst om te gaan. Vanuit deze stichting zijn ook alle andere stichtingen ontstaan die we bezocht hebben: de Kimse Yok mu
charity foundation, dagblad Zaman, het TV station Samanyolu en de scholen. In een college vooraf aan de reis was ons al duidelijk geworden, dat er in de wereld van de Islam een oude traditie bestaat van ‘vrome stichtingen’, waaronder de zorg voor moskeeën, onderwijs, ziekenzorg en armenzorg valt. De beweging rond Gülen doet dit op een moderne manier ook. Maar Gülen vond, dat er al genoeg moskeeën in het land zijn en dat er daarom meer aandacht besteed moet worden aan goed onderwijs, goede voorlichting en concrete hulpverlening aan ieder die het nodig heeft. Daarom had men ook hulp aangeboden aan Italië na de aardbeving. Deze onpartijdige benadering kennen we in Nederland van Kerk-in-actie.
In Konya hebben we de oude moskee van de Seldsjoeken (11e eeuw) en het mausoleum van Mevlana Rumi (13e eeuw) en het nieuwe moderne centrum rond de dansende derwisjen bezocht. Het gedachtegoed van Rumi wordt hoog gewaardeerd bij de aanhangers van Gülen. De studenten hadden tevoren al van mij informatie ontvangen over Mevlana Rumi en de Turkse volkszanger Yunus Emre (13e eeuw). Kenmerkend voor Yunus Emre is zijn dichtregel “laten we liefhebben en onszelf geliefd maken”. Dit past ook bij de beweging rond Gülen. In Konya bleken we vooral te gast te zijn bij mensen uit het bedrijfsleven. Op hun bedrijfsterrein kregen we ‘s middags een uitgebreide lunch aan-
geboden en ‘s avonds waren aan huis te gast. Hier viel vooral op de eerbied die er is voor de oude grootvader. In onderlinge gesprekken en in gesprekken met de Turkse reisleider was er alle gelegenheid meer te begrijpen van de Turkse cultuur en familietradities. Vanuit Konya gingen we met een bus naar het schitterende, sprookjesachtige gebied van Kappadocië. We overnachtten in het dal van Göreme. Bij Göreme ligt het gebied, dat tot een openlucht museum is verklaard. Daar bezochten we in grotten uitgehouwen kerken, kloosters en huizen. Hier verscholen christenen zich in de tijd van de Romeinen en later voor de oprukkende islamitische Seldsjoeken. In die buurt zijn we ook in één van de ondergrondse steden geweest: Kaymakli. De gids legde uit, dat veel gezichten van de muurschilderingen van heiligen weggekrast zijn, omdat volgens sommige moslims mensen niet mogen worden afgebeeld. Achteraf heel jammer. Vanuit Izmir zijn we op bezoek geweest in Manisa, een voormalige verblijfsplaats voor de sultan en in Efeze. In Manisa viel in de Sultanmoskee vooral de kleine ronddraaiende zuilen naast de mihraab (de plek van waaruit de imam het gebed leidt) op. Een idee van de beroemde 17e-eeuwse architect Sinan. Als na een van de vele aardbevingen deze zuilen nog konden draaien, dan was het gebouw niet ontzet. De prachtige opgravingen in Efeze, het huis waar Maria gewoond zou hebben in haar laatste jaren (een pelgrimsoord voor moslims en christenen) en de kerk die gebouwd zou zijn voor Johannes de apostel was een bezoek waard. Aan de voet van deze door een aardbeving vervallen Johannesbasiliek lag de Jezusmoskee, opgebouwd uit de zuilen en brokstukken van de Johannesbasiliek. In Izmir zijn we ‘s avonds te gast geweest bij eenvoudiger families en aanhangers van Gülen. Op hun voorstel hebben we na het diner ook het Onze Vader gebeden naast het islamitische dankgebed voor het eten. Bij Efeze hebben we geluncht en gedineerd bij een farm, waarvan de eigenaar volgens onze reisleider vroeger in Duitsland tot de grijze wolven behoorde, maar die onder indruk van het gedachtegoed van
Gülen bekeerd is en nu gastvrij is voor alle gezindten. Op een vraag van mij aan de manager en reisleider in Izmir of hij ook wel eens is teleurgesteld, antwoordde hij dat de aanslagen door islamitische terroristen hem diep hadden teleurgesteld, want hierdoor werd de Islam in een kwaad daglicht gesteld. De beweging rond Gülen wil laten zien, dat de Islam staat voor vrede en respect voor andere tradities. Maar hij gaf toe, dat groepen ter rechterzijde en ter linkerzijde dit te soft vonden. Onder de studenten leidde deze benadering ook tot de nodige discussies. Maar de enorme gastvrijheid werd zeer gewaardeerd. Het was alleen jammer, dat we niet konden kennismaken met mensen die anders dachten. Maar dat valt ook moeilijk te organiseren. Alles bij elkaar kijken we terug op een boeiende en zeer intensieve kennismaking met de cultuur, de geschiedenis en traditie van Turkije en het voormalige Griekse en christelijke Klein-Azië. ◄
Hoogstpersoonlijk
Op 20 augustus 2009 gaan trouwen
SIMON SCHMIDT en RANI DELPHINA LOGANATHAN In Vyasarpadi (bij de broeders van Don Bosco), Chennai, India
Aanvulling op het interview in het vorig nummer van HN met de scheidend coördinator van het secretariaat
De oude bezetting van het secretariaat van links naar rechts: Niels Keuken, Loes Hoeflaak, Dirk Bakker, Dick Ernste, Boukeline Arnold en Bep van Houten.
NIEUWE AANWAS:
El de Meyer
Nely de Wit
Sylvia van Hoven
In-spi-ra-tie Dit woord bestaat uit verschillende stukjes of lettergrepen en het betekent dat je een idee (van boven) ingeblazen krijgt. Grote mensen zeggen weleens, dat wie geen inspiratie heeft, niets voor elkaar krijgt. Je wilt met iets beginnen, maar je weet niet hoe. Vertrouw dan op God. Dat is niet zomaar een gedachte. Dat is denken aan het verhaal van de eerste leerlingen van Jezus die met Pinksteren de Heilige Geest ontvingen. De geest, dat is het gevoel, dat God bij je is. De H. Geest kun je niet zien. Maar een duif wel. Een duif is een brenger van nieuw leven, van hoop. Daarom zien we met Pinksteren de duif op plaatjes. Maak zelf een duif en breng vrede thuis. Knip voorzichtig langs de lijntjes. Deze kinderpagina is gemaakt door Monique van der Gaag met dank aan Kind op Maandag voor de duif. Zie
[email protected] voor tips e.d.