Jaarverslag WinAr 2010
TEN GELEIDE
Begin december 2008 werd met WinAr de nieuwste telg in het rijtje intergemeentelijke archeologische diensten (IAD) in Vlaanderen opgericht. WinAr staat voor Wingense Archeologische Dienst en is een samenwerking tussen de gemeenten Rotselaar, Holsbeek en Tielt-Winge. Dit initiatief werd mee ondersteund door Regionaal Landschap Noord-Hageland. Tijdens de eerste vergadering werden de functies gekozen en verdeeld onder de leden. Hierbij werd Hilde Van Laer voorzitter, Jos Miseur secretaris en Jos Michiels penningmeester. Na het inrichten van de vereiste examens heeft WinAr Veerle Lauwers aangeworven als archeologe van dienst.
De eigenlijke invulling van de functie van de intergemeentelijke archeologische dienst werd neergeschreven in de tussen WinAr en Ruimte en Erfgoed afgesloten Resultaatsverbintenis. Dit document omvat onder andere een oplijsting van afspraken die door de IAD dienen ingevuld te worden. Het hoeft dan ook geen betoog dat deze resultaatsverbintenis als leiddraad zal gebruikt worden binnen dit jaarverslag. De informatie die u hier wordt meegegeven is een samenvatting van hoe WinAr deze afsprakenclusters percipieerde en binnen 2010, het eerste volledige werkingsjaar, heeft ingewerkt. De voorzichten die WinAr zich heeft gesteld voor de invulling van het huidige jaar, 2011, vind u in de Afsprakennota aangegaan tussen de Wingense Archeologische Dienst en het Agentschap Ruimte en Erfgoed.
INHOUDSTAFEL
Afsprakencluster 1: Inventarisatie Afsprakencluster 2. Advisering Afsprakencluster 3. Beleid en beheer Afsprakencluster 4: Veldwerk en deponering/archivering Afsprakencluster 5: Ontsluiting en publieksgerichtheid Afsprakencluster 6: Organisatie Afsprakencluster 7: Deontologie en gedragscode Appendix Digitale bijlagen
Afsprakencluster 1: Inventarisatie 1. DE IAD WERKT AAN EEN OVERZICHT VAN HET GEKENDE ARCHEOLOGISCHE ERFGOED IN DE REGIO ZOWEL MET BETREKKING TOT SITES ALS OBJECTEN EN VONDSTEN.
2. DE IAD ACTUALISEERT DE INVENTARIS VAN HET ARCHEOLOGISCH ERFGOED IN HET GEBIED Het noordelijk Hageland en dan vooral het gebied van en rond Holsbeek en Rotselaar kent een zeer lange traditie van archeologisch onderzoek. Grotendeels verantwoordelijk hiervoor is Gust Boschmans (1902-2005), die decennia lang andere mensen inspireerde met zijn onvoorwaardelijke liefde en respect voor het milieu, lokale geschiedenis en archeologie. Zo was hij onder andere medestichter van de vorsersgroep HO(mo et )NA(tura), die vandaag nog bestaat. Zijn verdienste echter, ligt naast zijn onverdroten werkijver en ‘archeologische nieuwsgierigheid’, vooral in zijn nauwkeurige en consequente beschrijving en illustratie van zijn vondsten (hij was graficus van opleiding), hun locatie en de omstandigheden waarin hij ze vond. Dit, gecombineerd met zijn onberispelijke kennis van het archeologische materiaal dat hij verzamelde (met in het bijzonder steentijd artefacten) maakt dat zijn werk een onschatbare bron aan informatie voor de streek is geworden. Bovendien zorgde zijn gedegen registratie van de gevonden voorwerpen en hun locatie ervoor dat er door verschillende wetenschappers beroep gedaan werd op de door hem verzamelde collectie bij de studie van het prehistorische Hageland. Samen met de verzamelingen van Y. Scheys, W. Claes en W. Gijselings en het materiaal komende uit de opgravingen gedaan door het Laboratorium voor Prehistorisch Onderzoek van de KULeuven vormde het o.a. de ruggengraat voor het doctoraatsonderzoek van P.M. Vermeersch, waarin de vroegste geschiedenis van de regio werd onderzocht en het ‘Winge Mesolithicum’ voor de eerste keer werd gedefinieerd. De publicatie in twee monografieën van deze dissertatie (Vermeersch, 1972, Twee Mesolithische sites te Holsbeek en Vermeersch, 1976, Steentijdmateriaal uit het noordelijk Hageland) geldt nog steeds als het basiswerk voor die periode in het gebied.
Het Boschmans archief (nu deels ondergebracht in de Stedelijke Musea van Aarschot en Leuven, het Vlaams Instituut Onroerend Erfgoed te Zellik en bij de Archeologische Werkgroep te Holsbeek) omvat niet alleen duizenden vondsten en honderden notaboekjes maar ook een ruime nalatenschap aan bijdragen van zijn hand in tijdschriften die hij zelf (mee) uitgaf, zoals daar zijn Meer Schoonheid, Homo et Natura en Mens en Natuur met als extra katernen Mens en Grondspoor (archeologie) en Vier (heemkunde van de 4 deelgemeenten van Holsbeek). Hierin berichtte hij niet alleen van nieuwe vondsten die door hem of andere leden van de verenigen werden gedaan, maar maakte hij het publiek ook attent op oude, spraakmakende vondsten (vb. het bronsdepot van Nieuwrode) die vaak nieuwe ontdekkingen genereerden (bv. de vondst van nog een (vleugel)bijl tussen iemands inboedel). Ook publiceerde Gust de door hem geleide opgravingen van het kasteel van Attenhoven in twee rijkelijk geïllustreerde volumes, Scherven vertellen 1 (1993) en 2 (1998). Een overzicht van de geschiedenis van de streek maakte hij samen met Bart Robberechts en Rudi Jansen voor de infobrochure bij de tentoonstelling Scherven vertellen (24 april – 7 mei 1999) te Holsbeek in de SintMauruskerk.
Bovendien is er in de streek rond Rotselaar en Holsbeek intensief geprospecteerd door de Haachtse Geschied-en Oudheidkundige Kring (HAGOK) op zoek naar Romeinse sporen, terwijl de omgeving van Tielt-Winge onderworpen werd aan vele survey tochten van de vereniging TESTA vzw (Tessenderlo). Ook waren de thesissen van Marc Verbeeck (1982) en Jan Claesen (2007) aan veldkartering van de streek gewijd.
Met uitzondering van de data van HAGOK en TESTA vzw zijn van bovenstaande initiatieven en eerder vermelde publicaties de gegevens integraal in de Centraal Archeologische Inventaris (CAI) opgenomen. Met de Haachtse vereniging zijn er vergevorderde gesprekken betreffende de overdracht van vondsten uit Holsbeek en Rotselaar en de desbetreffende veldboeken aan WinAr. TESTA vzw werd voor als nog niet aangesproken. Wel vormen TESTA leden Robert De Cock, Jan Claessen en Geert Andries een belangrijke poot van de vrijwilligerswerking van WinAr en stellen zij hun kennis graag ter beschikking van de IAD. Van een systematische gegevensoverdracht is vooralsnog geen sprake maar er zijn gesprekken lopende met het VIOE hierover. De gegevens die in 2010 aangeleverd worden (zie digitale appendix) aan de CAI zijn dan ook niet bekomen door eigen veldprospecties of directe ingave van prospectiegegevens van bovenstaande personen, maar zijn verwijzingen gevonden in (semi-) wetenschappelijke literatuur naar waarnemingen van andere amateurs actief (zij het in mindere mate) in het gebied. Samen met de gegevens overgedragen in de laatste 3 maanden van 2009, tellen de nieuwe ingaven van 2010 op tot 53!
3. DE IAD
BRENGT BINNEN ZIJN WERKINGSGEBIED DE HUIDIGE EN DE TOEKOMSTIGE RUIMTELIJKE
ONTWIKKELING, EN DE ZONERS DIE REEDS ONTWIKKELD ZIJN EN/OF WAAR HET BODEMARCHIEF REEDS VERDWENEN IS, IN KAART.
TEVENS
IAD OOG OP DE DETECTIE VAN NIEUWE VINDPLAATSEN. VOERT DE
NIET-VERGUNNINGSPLICHTIGE PROSPECTIES UIT MET HET
De samenwerking met deze bovenvermelde ‘zoekers’ situeert zich niet alleen op het vlak van advies en kennisoverdracht over sommige welbepaalde percelen, maar wordt ook vertaald in het opzetten van een vrijwilligerswerking. Met medewerking van Geert Andries, Jan Claessen en Robert De Cock wordt een programma van prospectie dagen voor vrijwilligers ontwikkeld. Een eerste initiatief waar zich via de lokale pers en de website een dertigtal personen zich op hadden ingeschreven, was een archeologische verkenning rondom het Tolmerenveld in Tielt-Winge. Na een korte initiatie in de methodologie van prospectie en een kennismaking met de soorten te verwachten vondsten (lithisch materiaal, ceramiek, ijzerslak, etc.) zouden we dan lijnsgewijs het 3 ha grote veld afstappen. Vondsten zouden worden ingetekend en opgeraapt, terwijl concentraties zouden worden ingemeten met GPS en het materiaal verzameld. De IAD zou dan instaan voor het wassen van de vondsten en de verwerking van de ruimtelijke data. Dit zou dan worden teruggekoppeld naar de vrijwilligers op een latere samenkomst. Het slechte weer van de laatste maanden gooide echter roet in het eten en de ‘wandeling’ van 4 december werd door toedoen van de langdurige sneeuwval uitgesteld. Op zondag 6 februari (met initiatiemoment op vrijdag 4 februari 2011) wordt een tweede poging ondernomen. Doel van deze uitstappen is, naast het verder uitbouwen van de publieks- en vrijwilligerswerking, een methode te ontwikkelen om op relatief korte termijn grote gebieden te prospecteren. Zo tracht WinAr in de toekomst op een snelle manier en steekproefsgewijs het grondgebied te prospecteren. Realiter moet er echter wel melding gegeven worden van het feit dat eigenlijke, intense prospectie in en gebied als dat van de Wingense Archeologische Dienst weinig zin heeft, vermits de regio reeds vele jaren onderhevig is aan intense veldkartering door geïnteresseerden. Deze laatste registreren niet alleen alles zeer nauwkeurig (op plan, met coördinaten, maar tevens in veldboeken) maar bezoeken de velden ook in de verschillende seizoenen. Men zou dus kunnen stellen dat het weinig zin heeft voor de IAD om veel te investeren in de eigenlijke veldprospectie als er al zulk een massa aan data voorhanden is. Het lijkt ons dan ook beter de tijd te investeren in de uitbouw van de contacten met de ‘zoekers’ en zo inzagen in hun collecties en data te krijgen (cfr. supra). Isabelle Janssens van het VIOE is van deze strategie op de hoogte gebracht en stemt in met deze werkwijze. Begin 2010 werd er eveneens een aanvang gemaakt met een controle van de vindplaatsen reeds vermeld in de CAI op locatie, eventuele verdere bedreiging en vernieling van het bodemarchief op de desbetreffende (of naburige) percelen in het recente verleden Dit laatste teneinde de finale koppeling te maken met de nu deels opgemaakte lokale archeologische advieskaarten (LAA). Vermits er echter bij aanvang van dit project geen GIS kennis aanwezig was bij de IAD, is er in 2010 voornamelijk ingezet in het, door zelfstudie, onder de knie krijgen van de GIS software; vl. QuantumGIS en ArcView. Ook de aankoop van de Trimble Juno ST handheld veldcomputer en de daaraan gekoppelde TerraSync software werd het snel duidelijk dat er in 2010 beter kon ingezet worden op het beheersen van deze technische snufjes die dan in een later stadium (cfr. Afsprakennota tussen WinAr en Agentschap Ruimte & Erfgoed 2011) ten volle konden ingezet worden op het aanvullen en redigeren van de CAI en het voltooien van een volwaardige eerste versie van de LAA (met integratie van huidige en toekomstige ruimtelijke ontwikkeling, etc.) voor de 3 gemeentes.
4. MET BETREKKING TOT NIEUWE VONDSTEN IS DE IAD ER TOE GEHOUDEN DE VONDSTMELDINGSPLICHT ZOALS BEPAALD IN ART. 8 VAN HET DECREET HOUDENDE BESCHERMING VAN HET ARCHEOLOGISCH PATRIMONIUM NA TE LEVEN. Vermits WinAR geen eigen prospecties uitvoerde diende er geen vondsten gemeld te worden. Ook via de vrijwilligers werd er geen beroep gedaan op de mogelijkheid vondsten via WinAr te declareren. Wel heeft de IAD op haar website het thema ‘Vondstmelding’ opgenomen. Maar doordat dit een rechtstreekse link is naar de VIOE website hebben we geen weet of er al daadwerkelijk van deze mogelijkheid is gebruikgemaakt.
Afsprakencluster 2. Advisering 1. DE IAD GEEFT ADVIES BIJ BELANGRIJKE/GROTE RUIMTELIJKE PLANNINGSPROCESSEN In 2009 verliep de integratie van het archeologische onderzoek in het ruimtelijke ordeningsbeleid vaak retroactief, in de zin dat WinAr als raadgevend orgaan geconsulteerd werd door de diensten ruimtelijke ordening van de betrokken gemeentes. Het was dan onze taak de dossiers een voor een te evalueren en desgewenst bindende voorwaarden in de bouwvergunning te laten opnemen. Teneinde dit proces te stroomlijnen stelde WinAr een afsprakennota op tussen de IAD en de betrokken gemeentes (bijlage 1). Hierin werd niet alleen beschreven in welke dossiers WinAr adviesbevoegdheid had, maar ook wat WinAr kon adviseren en concreet hoe de dossiers bij WinAr zouden terecht komen. Bovendien werd ook het concept ‘dossieropvolging’ gedefinieerd. Dit document opgesteld door de intergemeentelijke archeoloog, werd ter commentaar naar de verschillende diensten Ruimtelijke Ordening van de respectievelijke gemeentes en een juriste gestuurd én werd op de raad van bestuur van 17 november goedgekeurd. De afsprakennota ligt op dit eigenste moment voor bij de verschillende schepencolleges ter goedkeuring. Zodoende is de verankering van WinAr in het adviesbeleid verzekerd en is er een effectieve politieke ruggensteun. De groeiende contacten met de verschillende partijen in het veld maakte ook dat langs die weg vele dossiers, vaak nog in een vroeg stadium van het planningsproces ter advies aan WinAr werden voorgelegd.
•
Holsbeek: collector Winge fase 2 (via Aquafin)
Het tracé, met de bedoeling het onzuivere water van Holsbeek dorp naar en zuiveringsstation te Rotselaar te transporteren, doorsneed in een eerste fase van ontwerp een gebied waar men in het verleden veelvuldige had opgegraven (zie onderstaand inplantingsplan). De rijkdom en complexiteit van het bodemarchief in het plangebied is echter reeds lang gekend en werd ook zo onderkend in het betrokken MER. Zo werd materiaal afkomstig van sites die in de literatuur gekend staan als HolsbeekMarrant, Boomkwekerij of Crabbé’s veld gebruikt ter identificatie en definiëring van het technocomplex ‘Winge Mesolithicum’. Hoewel er zeer vaak intrusief materiaal in de assemblages werd aangetroffen, werd het grootste van het materiaal toegeschreven aan een oud Mesolithicum dat in een koelere fase van het Preboreaal, het Piottino, thuishoort (9700 – 9100 BP). Deze archaeologicae vond men steeds op kleine zandige verhevenheden in of aan de rand van de alluviale vallei van de Winge, een riviertje dat ontstaat te Tielt-Winge in het gehucht ‘Gemp’ waar de Wingebeek, de Molenbeek, de Sassenbeek en de Kraaiwinkelbeek samenvloeien en 35 km verder, te Werchter, in de Demer uitmondt. Kenmerkend hebben deze oeverwallen een onvoldoende tot slecht gedraineerde zandleem of lemige zandgrond met sterk gevlekte textuur B horizont.
Inplanting van het Winge fase 2 tracé vergeleken met de bodemkaart (bemerkt de centraal gelegen gele zandrug die de werken zouden doorsnijden) en reeds gekende/opgegraven sites uit de Centraal Archeologische Inventaris (oranje gearceerd).
In Holsbeek alleen werden er door P.M. Vermeersch 11 vroeg Mesolithische sites herkend1. Deze werden later tot 16 aangevuld in de CAI. Al deze vindplaatsen worden gekarakteriseerd door de grote hoeveelheden wommersom en glimmerzandsteen in contrast met de kleinere kwantiteit vuurstenen werktuigen. Als gemeenschappelijke kenmerken hebben al deze sites een groot aantal kleine kernen, zonhovenspitsen en kerfresten. Microlieten zijn nog niet erg talrijk (in tegenstelling tot het latere Neolithiserende Mesolithicum) en ook eindschrabbers zijn minder goed vertegenwoordigd dan op andere, latere sites in het Hageland. De aanwezigheid van Neolithisch materiaal liet zich duidelijke blijken in het voorkomen van de afslagen van geslepen bijlen en typische hoefschrabbers die in de Michelsbergcultuur thuishoren, zoals op de site Holsbeek Rotselaarsebaan. De aanwezigheid van Midden-Neolithische assemblages werd vastgesteld te Holsbeek-Marrant, dat op 4820+/-230 BP gedateerd werd2 Omwille echter van de zeer grote impact van de werken op een van deze oeverwallen en de exuberant hoge kost en tijdsinvestering die deze opgraving met zich mee zou brengen, werd in samenspraak met Aquafin en studiebureau Libost er voor geopteerd een alternatief tracé uit te denken dat bewaring in situ mogelijk maakt. Vermits echter het ook gaat om waardevol agrarisch en natuurgebied is dit geen evidente oefening en dient er opnieuw een MER opgesteld en een haalbaarheidsstudie uitgevoerd te worden. Ook hier wordt WinAr in betrokken.
•
Rotselaar: verbindingsriolering Zallaken – Terheidelaan (via Libost)
In de nasleep van de samenwerking met Libost over het Holsbeek Winge Fase 2 dossier stuurden ze ons een gelijkaardig project door ter pré-advies. Het betrof de verbinding die gemaakt werd tussen 1
P.M. Vermeersch, 1976, Steentijdmateriaal uit het noordelijk Hageland (Oudheidkundige repertoria. Reeks B: de verzamelingen 11) Brussel: 236-237. 2 P.M. Vermeersch, W. De Baere, P. Fouvry en C. Verbeek, 1995, De prehistorische site van Holsbeek-Rotselaarse baan (Prov. Vl. Brabant), in: M. Lodewijckx (ed.) Archaeological and historical aspects of West-European societies. Album amicorum André Van Doorslaer, Leuven: 473-480
Zallaken en de Terheidenlaan en de plaatsing van een bufferbekken ter hoogte van de Winge. Gezien de bebouwing en de aanwezigheid van het natuurgebied werd er echter geen brede werkstrook voorzien (enkel rijweg/fietspad en achterliggende meter) en werd er een gunstig advies uitgebracht. Ook het grondverzet gekoppeld aan het 1000m² grote bekken werd als te klein beschouwd om tot een voorwaardelijk gunstig advies over te gaan (in een gebied waar geen specifieke archeologische indicaties waren) en er werd dus geen archeologisch vooronderzoek geëist.
• •
Rotselaar: Ontwikkeling Ter heide complex fase 2 (via locale administratie) Rotselaar: Ontwikkeling Java site fase 3 (via Coffeemill nv)
Beide projecten zijn uitlopers van in 2010 uitgevoerde vooronderzoeken, waarbij WinAr de bouwheren aanspoorde het volledige plangebied in 1 keer te laten onderzoeken (ondanks de gefaseerde bouwaanvragen). Bij de Java site werd zo het volledige areaal tussen Vleugtweg en Aarschotsesteenweg met proefsleuven, zonder resultaat, onderzocht. De proefsleuven voor Ter heide zuid fase 1 en 2 zullen eind februari 2011 getrokken worden. De combinatie van deze beide ontwikkelingsfases in het archeologisch vooronderzoek is er echter gekomen na evaluatie van de LIDAR gegevens. Hieruit bleek duidelijk dat in het perceel belendend het plangebied van de 1ste fase (en bedreigd in een 2de fase) archeologische resten bewaard waren. Niet toevallig hadden pedologische boringen op de omliggende terreinen duidelijk gemaakt dat een dijk aanwezig moest geweest zijn. Of we daadwerkelijk met het op de Ferrariskaart vermelde ‘Hof van Waterdijk’ te maken hebben moet het proefsleuvenonderzoek uitwijzen. Deze evaluatiegegevens kunnen dan meegenomen worden in de ontwikkelingsplannen van het terrein binnen fase 2. De gemeente heeft echter alvast enkel jaren geleden de trage weg die in de buurt van het perceel loopt, ‘Hof van Waterdijkpad’ genoemd.
•
Fluxys VTN 2 Opwijk-Voeren (via Agentschap Ruimte & Erfgoed)
Op aansturen van het Agentschap Ruimte & Erfgoed centraal werden de intergemeentelijke archeologen van Zolad+, Portiva en WinAr betrokken in het planningsproces rond de archeologische opvolging van de VTN2 lijn. Zo werden er prioriteitenzones gedefinieerd die intense aandacht verdienden (begeleid afhalen van de teelaarde en direct opgraven van de sporen) en zones die eventueel enkel beboord (al dan niet met megaboor) of ‘geprospecteerd’ dienden te worden. Daar in boven werd ook gestipuleerd waar welk diepteniveau diende opgevolgd te worden (de zg. A, B of C sleuven). Bovendien werden de IAD’s betrokken in het opstellen van de bijzondere voorschriften bij de vergunning voor een archeologische opgraving in de vorm van een archeologische begeleiding van de aanleg van de aardgasvervoerleiding. In het concrete geval van WinAr bedroeg de verantwoordelijkheid ‘deeltraject 3: Rotselaar – Holsbeek, Kortrijksebaan (6,5 km)’
•
Rotselaar: bouw van rust-en verzorgingstehuis (via R&S Construct)
Reeds enkele jaren geleden bij het indienen van de eerste bouwvergunning voor het complex werd er van uit het toenmalige Agentschap van Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed (Sophie De Leeuw) geëist dat de achterliggende boomgaard uit de bouwzone werd gelicht en ingericht als park. Dit niet alleen om een fiets- en wandelontsluiting te creëren met de Rigessel wijk, maar ook (en vooral) om de begraven resten van het ooit imposante kasteel van de heren van Wezemaal te vrijwaren van blootlegging. Om tegen te gaan dat de resten toch (ondoordacht) bedreigd zouden worden, verzocht WinAr het Agentschap van Ruimte en Erfgoed een studieopdracht uit te schrijven om tot een zo goed mogelijk onderbouwd beschermingsdossier te komen. Deze aanvraag werd goedgekeurd en een aanbestedingsdossier werd opgesteld, waarbij WinAr de status quaestionis van het dossier schreef (tekst in bijlage). Het Nederlands studiebureau RAAP zal in de loop van 2011 deze opdracht uitvoeren en de kasteelsite evalueren en waarderen. Zo zal RAAP een archiefstudie aanvatten dat samen met een geofysisch, booren kijkvensteronderzoek het beschermingswaardig karakter van het site aftoetst. In de recentelijk afgeleverde bouwvergunning wordt er echter al rekening gehouden met de mogelijke uitkomst van de studieopdracht. Zo wordt er gevraagd de parkinrichting af te stemmen op de resultaten van het waarderingsonderzoek en behoort het terug openleggen van het grachtensysteem tot een mogelijkheid.
•
Archeologische werkzaamheden (deels) uitgevoerd in 2010 alvorens de bouwvergunning voor het specifieke dossier werd aangevraagd
- Archeologisch vooronderzoek door middel van pedologische en karterende boringen en analyse van de LIDAR beelden door Triharch op de terreinen rond toren Ter Heide te Rotselaar. Eind februari zullen uiteindelijk de proefsleuven getrokken worden. - Proefsleuvenonderzoek op de terreinen van de vroegere Java site tussen de Aarschotsesteenweg en de Vleugtweg te Wezemaal door Aaron.
•
Archeologische werkzaamheden die uitgevoerd zullen worden in 2011 alvorens de bouwvergunning voor het specifieke dossier werd aangevraagd
- Pedologisch, karterend en proefsleuvenonderzoek van het binnengebied ‘Solveld’ (sociale verkaveling en RUP sportaccomodatie) waar WinAr zéér vroeg in de planningsfase van de ontwikkeling betrokken werd en er besloten werd direct in te zetten op het archeologisch onderzoek. - Studieopdracht ‘Kasteel van de heren van Wezemaal’ door RAAP
Er werden in 2010 geen RUP’s weerhouden waarbij archeologisch vooronderzoek tot één van de voorschriften behoorde. De dossiers waar advies werd in gevraagd waren: -RUP Jeugd- en sportaccommodatie Houwaert Tielt-Winge -3 te Consolideren locaties voor grootschalige kleinhandel te Tielt-Winge, Kampenhout-Sas en Ternat -RUP Sport- en Jeugdaccomodatie Meensel-Kiezegem centrum te Tielt-Winge -RUP Processieweg te Rotselaar
2. DE IAD GEEFT ADVIES BIJ STEDENBOUWKUNDIGE VERGUNNINGSAANVRAGEN, OP VERZOEK VAN RUIMTE & ERFGOED IN GEVAL VAN ARTIKEL 5 VAN HET ARCHEOLOGIEDECREET, OF OP EIGEN INITIATIEF IN GEVALLEN WAARBIJ RUIMTE & ERFGOED GEEN ADVIESBEVOEGDHEID HEEFT. 3. ARTIKEL 127 VAN HET DECREET HOUDENDE DE ORGANISATIE VAN DE RUIMTELIJKE ORDENING IN RELATIE TOT ARTIKEL 5 VAN HET DECREET HOUDENDE BESCHERMING VAN HET ARCHEOLOGISCH PATRIMONIUM, BLIJFT DE ABSOLUTE BEVOEGDHEID VAN RUIMTE & ERFGOED. ENKEL DE DOOR DE ERFGOEDCONSULENTEN VAN RUIMTE & ERFGOED WEERHOUDEN DOSSIERS WORDEN VOOR PRÉ-ADVIES OPGESTUURD NAAR WINAR WinAr heeft alle inspraak in dossiers waarover de Leuvense afdeling van het Agentschap Ruimte en Erfgoed zeggenschap heeft. Zo werden alle dossiers ter advies door Els Patrouille of Marlies Fret aan WinAr voorgelegd. WinAr op zijn beurt stelt dan de bijzondere voorwaarden voor de archeologische prospectie met ingreep in de bodem en/of opgraving (vb. in bijlage) op. Er is dan ook op zeer geregelde tijdstippen contact tussen de twee diensten. Het register van deze pre-adviezen is opgenomen in de appendix. Tevens bijgevoegd (als aanvulling van het pre-adviezen register) is het register van vergunde archeologische werkzaamheden binnen het gebied van WinAr. Prospecties zijn hier niet in opgenomen vermits ze niet vergunningsplichtig zijn.
•
Archeologische werkzaamheden (deels) uitgevoerd in 2010
- Bij het schoeien van de gracht van de pastorij van Wezemaal dienden er 4 coupes geplaatst te worden door Studiebureau Archeologie. Dit werd echter onmogelijk gemaakt door opstijgend grondwater en stabiliteitsproblemen voor de gebouwen in de omgeving. - Opgraving van de percelen van de winterdijk aan de Demer door het Vlaams Instituut voor Onroerend Erfgoed - Werfopvolging van wegenis- en rioleringswerken in de Heirbaan, Eekhoornlaan en Nachtegalenstraat door WinAr. Gezien de werken plaatsvonden in de nabijheid van een Brons- en IJzertijd grafveld op de Heikantberg, het enkel om een zeer beperkte werfopvolging ging (de verstoring van de eerder aangelegde wegkoffer was mogelijks te ingrijpend) én de gemeente Rotselaar bouwheer was, werd besloten de werken in house uit te voeren - Begeleid afhalen van de teelaarde van de percelen tussen de Rotselaarse baan en de Wingeweg in het kader van rioleringswerken door Aquafin. Deze opvolgingswerken, uitgevoerd door Triharch, resulteerden uiteindelijk in een opgraving die in maart 2011 zal uitgevoerd worden door de KULeuven. - Een archeologische opgraving in de vorm van een archeologische begeleiding van het Fluxys VTN2 trace Opwijk-Voeren door Aaron. - Archeologische terreinverkenning bij de aanleg van de aardgasvervoerleiding Wilsele-Loenhout door Studiebureau Archeologie als voorbereidende stap in de uiteindelijke archeologische begeleiding van het Fluxys trace. • Archeologische werkzaamheden die uitgevoerd zullen worden in 2011 - Proefsleuvenonderzoek op de toekomstige verkaveling Karthuizerstraat te Holsbeek - Begeleid afhalen van de teelaarde en proefsleuvenonderzoek op vooraf vastgestelde percelen aan de Rillaarseweg, Sint Annastraat en Walenbosstraat (Tielt-Winge) in het kader van de Aquafin werkzaamheden fase 1 - Proefsleuvenonderzoek van de percelen aan de Leuvense baan (Tielt-Winge) die zullen ontwikkeld worden tot busstelplaats - Opgraven van de lagen onder de vloer van de ridderzaal waar in een latere fase een chauffagekelder zal uitgegraven worden. Deze werken worden in januari en februari uitgevoerd door Archaeological Solutions
4. IN GEVAL VAN DOSSIERS WAAROP RUIMTE & ERFGOED GEEN WETTELIJK ADVIESVEREISTE HEEFT EN WAAR WINAR UIT EIGEN INITIATIEF OF OP VRAAG VAN DERDEN ADVIES GEEFT, STAAT DE IAD IN VOOR DE VOLLEDIGE BEGELEIDING EN DRAAGT WINAR DE VOLLEDIGE VERANTWOORDELIJKHEID.
Bouwaanvragen Afgeleverde vergunningen Verkavelingsaanvragen (incl. wijzigingen)
Holsbeek 137 41 9
Tielt-Winge 133 47 20
Rotselaar 307 275 44
In 2010 heeft WinAr uitsluitend gunstige adviezen gegeven. Hiervoor zijn verschillende redenen aan te halen. De drie gemeentes waarin WinAr actief is, houden zeer sterk aan het landelijk, groen karakter en trachten recentelijk lintbebouwing tegen te gaan door de binnengebieden meer te gaan ontwikkelen. Daardoor worden de verkavelingen groter en vallen deze al snel onder de bevoegdheid van Ruimte en Erfgoed. Daarenboven zijn de grondprijzen zeer hoog. De kavels zijn dus klein en het daarbij horende grondverzet evenzeer. Bovendien is de urbane druk laag en ontbreekt het echt groot industrieel kapitaal vooralsnog in het Hageland. Ook grote land- of tuinbouw uitbatingen zijn zeldzaam. In combinatie met het ontbreken van doorslaggevende archeologische argumenten (als daar zijn vb. gekende aanwezigheid van een grafveld, etc.) om op dergelijke kleine percelen een archeologisch vooronderzoek te eisen, werd er dus in 2010 enkel gunstig geadviseerd. De weinige dossiers die effectief in aanmerking kwamen voor een voorwaardelijk gunstig advies bleken kavels te zijn waar in het verleden al een dergelijk zware ingreep in de ondergrond had plaatsgevonden dat het bodemarchief volledig verstoord was. Vermits niet alle gemeentes in het bezit zijn van een digitaal register en vaak de aanvragen nog met de hand in het boek worden ingevuld, zijn deze niet bijgevoegd. 5. DE IAD HOUDT EEN REGISTER BIJ VAN ALLE UITGEBRACHTE ADVIEZEN EN VAN ALLE VERRICHTE TERREINWERKZAAMHEDEN. Het register van deze pre-adviezen is opgenomen in de digitale appendix. Tevens bijgevoegd (als aanvulling van het pre-adviezen register) is het register van vergunde archeologische werkzaamheden binnen het gebied van WinAr. Prospecties zijn hier niet in opgenomen vermits ze niet vergunningsplichtig zijn. Verder wordt ook het register meegegeven van dossiers waarin WinAr de verkavelingsaanvraag ondersteund met een archeologische nota. Hierin wordt, net zoals het Besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 betreffende de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een verkavelingsvergunning (BS 05/08/2009) het vraagt, een oplijsting gemaakt van het gebeurlijk reeds gekende archeologisch patrimonium of elementen vanuit de bodemgesteldheid die daarop kunnen wijzen (voorbeeld in bijlage). In samenspraak met het Agentschap Ruimte en Erfgoed wordt deze dienst echter niet meer aangeboden voor ieder dossier maar enkel deze waar een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht kan worden (door of WinAr of het Agentschap zelf).
Afsprakencluster 3. Beleid en beheer 1. DE IAD MAAKT EEN MEERJARENBELEIDSPLAN OP EN EEN BEHEERPLAN VOOR HET LOPENDE JAAR DAT PAST BINNEN HET BELEIDSPLAN. HET BEHEERPLAN WORDT GETOETST AAN HET MEERJARENBELEIDSPLAN IN HET JAARVERSLAG.
De opmaak van een meerjarenbeleidsplan werd meegenomen in de afsprakennota tussen het Agentschap Ruimte & Erfgoed en Winar voor 2011.
2. DE IAD NEEMT INITIATIEVEN TOT UITBREIDING VAN ZIJN WERKINGSGEBIED, VOOR ZOVER DE DRAAGKRACHT VAN DE DIENST EN DE LOGISCHE SAMENHANG VAN HET GEBIED DAT TOELATEN
Op aansturen van enkele vrijwilligers binnen de werking van WinAr (Ad Gommers en Robert De Cock) zijn de voorzitster en de archeologe eind december de intergemeentelijke archeologische dienst gaan voorstellen aan het schepencollege van Bekkevoort. Ondertussen heeft Bekkevoort al een officiële aanvraag bij de raad van bestuur van WinAr tot toetreding gedaan. Uitsluitsel hierover volgt op een later moment in 2011.
Afsprakencluster 4: Veldwerk en deponering/archivering 1. DE IAD EN ZIJN WERKNEMERS HOUDEN ZICH ALS UITVOERDERS STRIKT AAN DE VERGUNNINGSPLICHT VOOR HET UITVOEREN VAN EEN PROSPECTIE MET INGREEP IN DE BODEM OF EEN ARCHEOLOGISCHE OPGRAVING. DE IAD NEEMT HIER EEN VOORBEELDFUNCTIE OP WinAr voerde in 2010 slechts 1 werfcontrole uit waarvoor een vergunning voor een archeologische prospectie met ingreep in de bodem, nodig was. Het betreft de opvolging van de werken aan de Nachtegalenstraat, Heirbaan en Eekhoornlaan (cfr. supra). Het voorlopig rapport over de vooruitgang van de werken in 2010 werd afgeleverd bij het Agentschap Ruimte & Erfgoed. De werfcontrole zelf leverde vooralsnog geen resultaten op. Verder organiseerde WinAr de vergunningsaanvraag van metaaldetector-amateur Joël Debruyn die de terreinen van de voormalige Java site prospecteerde in aansluiting van het proefsleuvenonderzoek van Aaron. Net als de archeologische voorstudie leverde dit detectoronderzoek geen noemenswaardige resultaten op.
2. DE IAD ZORGT VOOR DE OPVOLGING VAN VERGUNDE OPGRAVINGEN IN DE REGIO DIE UITGAAN VAN ANDERE ARCHEOLOGEN OF INSTANTIES
Alle eerder opgelijste archeologische werkzaamheden in WinAr gebied werden door de intergemeentelijke archeologe opgevolgd. In het merendeel van de gevallen betrof het zelfs een volledige trajectbegeleiding, van het schrijven van de bijzonderdere voorschriften, het opstellen van de offerte, adviseren van de bouwheer inzake aanwerving van het archeologisch studiebureau, tot de eigenlijke opvolging van de werken op het terrein, het faciliteren in bepaalde noden van het archeologisch team en het becommentariëren van het conceptrapport. Hoofdzakelijk gaat de communicatie met externe experts (zij het voor het opstellen van de bijzondere voorwaarden, wetenschappelijke begeleiding op het veld of determinatie van bepaalde vondsten) ook via de intergemeentelijke archeologe. Niet-vergunningsplichtige of gemachtigde onderzoeksprojecten (het zg. noodonderzoek) werd, zoals dat voor een succesvol adviesbeleid betaamd, niet uitgevoerd.
3. DE BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN
GEKOPPELD AAN DE VERGUNNINGEN VOOR HET UITVOEREN VAN
ARCHEOLOGISCHE OPGRAVINGEN OF PROSPECTIES WORDEN BEPAALD DOOR
RUIMTE & ERFGOED. HERVOOR
KAN BEROEP GEDAAN WORDEN OP OF ADVIES GEVRAAGD WORDEN AAN DE IAD.
In 2010 heeft WinAr alle bijzondere voorschriften voor archeologische werkzaamheden die dienen uitgevoerd te worden in Holsbeek, Tielt-Winge of Rotselaar geschreven en ter advies en goedkeuring voorgelegd aan de consulent archeologie van Ruimte & Erfgoed Vlaams-Brabant.
4. DE KEUZE VAN DE UITVOERDER VAN OPGRAVINGEN OF PROSPECTIE MET INGREEP IN DE BODEM BERUST BIJ DE OPDRACHTGEVER. Indien gewenst staat de intergemeentelijke dienst de opdrachtgever bij in het kiezen van een uitvoerder voor de archeologische werkzaamheden op zijn terreinen.
5. DE IAD DIE HET BEHEER HEEFT OVER DE BODEMVONDSTEN, BEWAART DE MOBIELE ARCHEOLOGICA EN DE STALEN VOOR NATUURWETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK IN ZULKE OMSTANDIGHEDEN DAT ZE GEVRIJWAARD WORDEN VAN VERDER VERVAL.
Behalve de vondsten afkomstig uit het proefsleuvenonderzoek van de percelen aan BroekstraatHellicht (Winterdijk – 2009) en de prospectievondsten van de archeologe zelf (die zich in de kelders van het gemeentehuis van Rotselaar bevinden), bezit WinAr nog geen archaeologica. Dit is te danken aan het feit dat de rapporteringen van de onderzoeken (en de bijbehorende vondsten) die wel in archeologisch materiaal hebben geresulteerd, nog niet opgeleverd zijn. De eigenlijke uitbouw van een depot wordt een vraagstuk dat in 2011 zelf zal worden uitgewerkt, al dienen er zich verschillende kandidaten aan binnen de drie gemeentes.
6. DE IAD
GAAT OOK OVER TOT EEN ACTIEVE LOKALISERING EN ACTIEVE VERWERVING VAN EXTERNE
ASSEMBLAGES EN ARCHIEVEN
Communicatie en samenwerking met de geïnteresseerden in de regio, professioneel als amateur, wordt hoog in het vaandel gedragen bij WinAr. Zoals eerder vermeld is het winnen van het vertrouwen echter een proces van lange adem, maar WinAr is blij beroep te kunnen doen op verschillende geïnteresseerden die hun kennis en collecties graag ter beschikking stellen van de wetenschap (cfr. supra). Gezien echter de grote interesse in archeologie en de lange traditie die het amateur-oudheidkundig onderzoek in de streek kent, zal het nog vele jaren duren dit veld in kaart te brengen.
Afsprakencluster 5: Ontsluiting en publieksgerichtheid 1. DE IAD STAAT ERVOOR IN DAT DE VERWORVEN KENNIS GEREGISTREERD WORT EN TOEGANKELIJK GESTELD VOOR DERDEN
De website www.winar.be die met een persmoment op 4 juni in de Gempemolen aan het grote publiek werd voorgesteld, toont niet enkel de gegevens die de folder (cfr. infra) bevat maar geeft de bezoeker eveneens een gedetailleerd beeld van het archeologisch verleden van zijn streek. Hiervoor werd er gebruik gemaakt van teksten aangeleverd door Bart Robberechts en Bart Vanmontfort die rijkelijk geïllustreerd werden met tekeningen van lokale vondsten van de hand van onder andere G. Boschmans, P.M Vermeersch, M. Thirion, J. Halflants etc. naast prenten die uit wetenschappelijke literatuur werden verzameld. Ook het belang van en de manier waarop een vondstmelding te doen wordt toegelicht, net als de totstandkoming van WinAr, de samenstelling van de raad van bestuur en
andere practicalia. Bovendien biedt de website de bezoeker ook de kans zich in te schrijven als vrijwilliger bij WinAr. Zo worden geïnteresseerden niet enkel betrokken bij prospecties en materiaalverwerking, maar kunnen ze ook, indien ze dit wensen, meewerken aan de opbouw van een WinAr bibliotheek. Dit archief heeft als bedoeling alle literatuur die er over de streek verschenen is, (digitaal) te verzamelen en ter inzage aan te bieden aan het publiek. De oplijsting van de literatuur is vrij te consulteren op de website.
Bovendien is de website ook de plaats waar de rapporten van het archeologisch onderzoek te consulteren zijn, net als de jaarverslagen van de Wingense Archeologische Dienst. En stimuleert deze digitale component van de dienst ook de laagdrempeligheid en biedt het geïnteresseerden ook de kans rechtstreeks contact op te nemen met de archeologe.
2. DE IAD BLIJFT OP DE HOOGTE VAN DE MEEST RECENTE ONTWIKKELINGEN OP HET VLAK VAN DE ARCHEOLOGIE (DEELNAME AAN STUDIEDAGEN, ONDERZOEK NAAR SUBSIDIEMOGELIJKHEDEN,...) EN ZET DIE INZICHTEN OM IN DE PRAKTIJK
Opleidingen Met de aankoop van het gesofisticeerd GPS toestel werd er ook voor geopteerd aan een opleiding deel te nemen, teneinde het volledige gamma van mogelijkheden van het toestel onder de knie te hebben. -9 en 10 juni: “Opleiding GPS Juno Trimble” Couderé, Brugge Deelnamen aan studiedagen en congressen -16 februari: “Grondig vernieuwend” FARO, Gallo-Romeins Museum Tongeren -19 februari: “Omgaan met de toekomst van ons erfgoed” FARO, Provinciehuis, Leuven
-25 februari: “Geologie van het noordelijk Hageland” Regionaal Landschap Noord Hageland, Villa Coremans Aarschot -4 maart: “Wat vertellen kaarten ons?” Regionaal Landschap Noord Hageland, Villa Coremans, Aarschot -10 maart: “Provinciale themadag Open Monumentendag” CC Den Blank, Overijse -11 maart: “Historisch landgebruik I” Regionaal Landschap Noord Hageland, Villa Coremans, Aarschot -18 maart: “Historisch landgebruik II” Regionaal Landschap Noord Hageland, Villa Coremans, Aarschot -20 maart: “Studio Open Monumentendag” Provinciehuis, Leuven -24 april: “Contactdag Forum Vlaamse Archeologie” De Biekorf, Brugge -10 mei: “ABC van de Demervallei” Regionaal Landschap Noord Hageland, Villa Coremans, Aarschot -11 mei: “Omgaan met de toekomst van ons erfgoed” FARO, Provinciehuis, Leuven -2 december: “Spatial analysis applied to archaeological sites from protohistory to the Roman period” Het Pand, Gent -3 december: “Spatial analysis applied to archaeological sites from protohistory to the Roman period” Het Pand, Gent Deelname aan werkgroepen -19 februari: “Archeologisch informatiebeheer” Phoenixgebouw Brussel, VIOE -2 april: “Archeologisch informatiebeheer” Phoenixgebouw Brussel, VIOE -27 april: “Opname van archeologische collecties in depots” PIVO, Asse, Provincie Vlaams-Brabant, Dienst Cultuur -24 juni: “Branding het Hageland – Leader + werking” Provincie Vlaams-Brabant, Villa Coremans, Aarschot -14 oktober: “Administratieve instrumenten” Phoenixgebouw Brussel, Agentschap Ruimte & Erfgoed -15 december: “Administratieve instrumenten” Phoenixgebouw Brussel, Agentschap Ruimte & Erfgoed Daar in boven neemt WinAr ook deel aan de maandelijkse themavergaderingen die Ruimte & Erfgoed voor zijn erfgoedconsulenten organiseert. Zo werd er elke laatste donderdag van de laatste maand een onderwerp verder uitgediept. De werking van intercommunaal archeologie bedrijf SOLVA werd belicht, net als het ACE (Archaeology in Contemporary Europe) VIOE project, het concept ‘ankerplaats’, databeheer via sharepoint, MER advisering , Monumentenwacht etc. Extern jurylid examencommissies - 17 juni: Mechelen stadsarcheologische dienst, selectie van assistent veldtechnici - 29 juni: Mechelen stadsarcheologische dienst, selectie van junior archeologen
3. DE IAD
FUNGEERT ALS AANSPREEKPUNT VOOR DE REGIO EN ZORGT VOOR DE AFSTEMMING TUSSEN DE
VERSCHILLENDE PARTNERS IN DE REGIO
4. DE IAD NEEMT INITIATIEVEN TER VERBREDING VAN HET MAATSCHAPPELIJK DRAAGVLAK EN SENSIBILISEERT ZOWEL HET BREDE PUBLIEK ALS SPECIEFIEKE DOELGROEPEN ZOALS BOUWHEREN, PROMOTOREN EN ARCHITECTEN. Niet alleen geeft de dienst informatie aan bouwheren, aannemers, studiebureaus, intercommunales gemeentebesturen en andere overheidsinstanties, ook faciliteert zij voor archeologische studiebureaus en ontsluit zij het veld van de amateurarcheologen aan mogelijke belanghebbende (cfr. supra et infra). Bovendien voert zij vaak een actief ‘preventiebeleid’ uit en is er reeds een wisselwerking uitgebouwd met Libost aangaande uitwisseling van gegevens in een zeer vroeg
stadium van de ontwikkelingsdossiers, met de bedoeling archeologisch te interveniëren alvorens de bouwvergunning wordt aangevraagd . Begin 2011 werd in de opstart van het project ‘Solveld’ een dergelijke samenwerking ook afgesproken met SWal (Sociale Woningbouw arrondisement Leuven) en de VMSW. Het is de bedoeling in de loop van 2011 een verdere ‘tour d’horizon’ van het ontwikkelingsveld (cfr. afsprakennota). Om dit alles makkelijk te kunnen duiden en aan te geven waar bouw/verkavelingsaanvragers interventies van de intergemeentelijke archeoloog kunnen verwachten, of welke hulp ze van de IAD kunnen inroepen werd er de folder ‘Een intergemeentelijke archeologische dienst in jouw gemeente’ opgesteld (zie bijlage). Deze wordt via de lokale diensten ruimtelijke ordening aan de bouwheren van dossiers die voor verder archeologisch onderzoek in aanmerking komen verspreid en zal in 2011 aan de plan- en studiebureaus toegestuurd worden. Parallel met deze brochure, maar steunend op een breder draagvlak werd er ook een website gelanceerd (cfr.supra). Tevens werden de scholen aangeschreven (brief in bijlage ). In deze brief werd er gemeld dat Rotselaar, Holsbeek en Tielt-Winge samen een archeologische dienst hadden opgericht, WinAr, en dat de archeologe hieraan verbonden steeds bereid was uitleg te komen geven over archeologie in het algemeen en/of in de eigen streek. Tevens melden we hun de initiatieven van de Stadsarcheologische dienst Mechelen rond begeleidde klasbezoeken en van de provincie VlaamsBrabant rond de Archeokit. Tot nu toe werd er door de scholen nog geen verdere informatie bij WinAr ingewonnen. In samenwerking met de dienst Toerisme van de gemeente Rotselaar werd er op 13 september in de Molens Van Doren een ‘monumentenmaandag’ georganiseerd. Het jonge volkje kreeg dan niet alleen uitleg over de molen en zijn werking in vroeger tijd, maar werd ook op een ludieke manier en met hulp van de Archeokit wegwijs gemaakt in de vroegste geschiedenis van zijn dorp (tekst in bijlage). Een initiatief dat hopelijk kan herhaald worden in Tielt-Winge en Holsbeek. Tenslotte maakte WinAr ook gebruik van de geschreven media om haar boodschap te laten overkomen. Verscheidene mededelingen werden in de locale informatiebladen geplaatst en ook de regionale edities van het Laatste Nieuws en Nieuwsblad toonde interesse in de archeologische werkzaamheden in het gebied.
Datum 6/06/2010 7/06/2010 7/06/2010 8/06/2010 9/06/2010 20/08/2010 20/08/2010 sep/10
Titel Subsidies voor WinAr WinAr stelt website en huisstijl voor WinAr stelt nieuwe website en brochure voor WinAr stelt www.winar.be voor WinAr aan de slag Gratis opensleuvendag Archeologische vondsten Een bezoek aan de archologische opgravingen te Rotselaar
Media De Zondag Het Nieuwsblad www.archeonet.be www.moniqueswinnen.be Passe Partout Het Laatste Nieuws De Zondag Rotsvast Rotselaar
sep/10 sep/10 1/09/2010 6/09/2010 8/09/2010 17/11/2010
WinAr stelt website voor Intergemeentelijke archeologische dienst Bewoning uit de Ijzertijd WinAr speurt naar ondergrondse verhalen WinAr boekt successen Speuren naar scherven
Infokrant Rotselaar Infokrant Tielt-Winge De Streekkrant Het Nieuwsblad De Streekkrant De Streekkrant
Ook de opensleuvendag aan de opgraving aan de Hellichtstraat (een woonerf uit de late IJzertijd) lokte zeer veel geïnteresseerden (een 150tal).
5. DE IAD HEEFT AANDACHT VOOR VRIJWILLIGERSWERKING Cfr. supra
Afsprakencluster 6: Organisatie 1. DE IAD OPEREERT ALS EEN ZELFSTANDIGE SPELER T.A.V. DE PARTICIPERENDE GEMEENTEBESTUREN 2. EEN VERTEGENWOORDIGER VAN RUIMTE & ERFGOED WORDT ALS NIET-STEMGERECHTIGD LID UITGENODIGD OP ELKE VERGADERING VAN DE RAAD VAN BESTUUR. Winar is opgericht als projectvereniging – een onafhankelijke entiteit ten opzichte van de deelnemende gemeenten. Volgens het decreet van 6 juli2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, Afdeling 2, Artikel 16 wil dit zeggen dat: “De projectvereniging beschikt uitsluitend over een raad van bestuur. De deelnemers benoemen
rechtstreeks de leden van de raad van bestuur. Voor de gemeenten kunnen uitsluitend gemeenteraadsleden, burgemeesters of schepenen dit mandaat vervullen. Het voorzitterschap wordt steeds toevertrouwd aan een door een gemeente aangewezen bestuurder. De raad van bestuur, waarin alle deelnemende gemeenten vertegenwoordigd zijn en waarin iedere bestuurder beschikt over één stem, heeft uitsluitend de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen die hun expliciet door de deelnemers zijn opgedragen. De raad van bestuur is in elk geval bevoegd voor het personeelsbeleid. Aan de vergaderingen van de raad van bestuur wordt deelgenomen door een door iedere aangesloten gemeente aangeduide afgevaardigde, als lid met raadgevende stem. Deze afgevaardigden zijn steeds raadsleden in de betrokken gemeenten, verkozen op een lijst waarvan geen enkele verkozene deel uitmaakt van het college van burgemeester en schepenen of aangesteld is als voorzitter van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. De werkingsmodaliteiten van de raad van bestuur worden vastgesteld in een bij de statuten gevoegd huishoudelijk reglement dat gewijzigd kan worden bij eenvoudige beslissing van de raad van bestuur. De afgevaardigden bedoeld in het vorige lid van dit artikel, tellen niet mee voor de berekening van een eventueel aanwezigheidsquotum. De controletaak op de financiële toestand wordt toevertrouwd aan een accountant benoemd door de raad van bestuur. De raad van bestuur stelt de jaarrekeningen vast en legt ze, samen met een activiteitenverslag en het verslag van de accountant, voor aan de deelnemers die hun goedkeuring verlenen overeenkomstig de procedure bepaald in de statuten.”
De raad van bestuur van WinAr is statutair als volgt samengesteld (de statuten, het huishoudelijk reglement en de concrete invulling van de raad van bestuur vindt U in bijlage): - de effectieve, stemgerechtigde leden: elke gemeente wordt vertegenwoordigd door een lid van het college van burgemeester en schepenen, gemeenteraad of zijn plaatsvervanger, daartoe aangeduid door de gemeenteraad aangevuld met de burgemeester. Elk stemgerechtigd lid kan zich laten bijstaan door en administratief lid zonder stemrecht. Uit deze leden werd Hilde Van Laer (Rotselaar) als voorzitter, als secretaris Jos Miseur (Holsbeek) en als penningmeester Jos Michiels (Tielt-Winge) gekozen.
- de raadgevende leden: elke gemeente wordt vertegenwoordigd door een aangeduide afvaardiging van de oppositie, of zijn plaatsvervanger. Daarenboven wordt het Agentschap Ruimte en Erfgoed vertegenwoordigd door een archeoloog met een raadgevende stem, net als de provincie VlaamsBrabant. - de intergemeentelijke archeoloog: wordt steeds op de vergadering uitgenodigd en vervult de taak van secretaris tijdens de vergaderingen. - verder kan de vergadering elke persoon wiens aanwezigheid zij nuttig acht, uitnodigen tot het bijwonen van de vergaderingen. Volgens de statuten dient de raad van bestuur een maal per kwartaal samen te komen. In 2010 is de raad 2 maal samen gekomen; op 24 februari en 17 november. (De verslagen vindt U in bijlage 4.).
3. DE IAD BEHEERT ZIJN EIGEN FINANCIËN Voor 2010 werd een subsidie goedgekeurd in het Vlaams Parlement (aan te rekenen op begrotingsartikel ND0,NF115,4322 van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2010). Voor WinAr bedraagt de subsidie op jaarbasis 50.000€. De gemeentes dragen ook nog een deel van de werking bij, namelijk een variabel bedrag per hectare dat 0,5 euro per hectare/jaar bedraagt en een vast bedrag, namelijk 4.666 euro/gemeente. Deze bedragen zijn indexeerbaar. De raad van bestuur bepaalt de omvang en de samenstelling van de contributie. In realiteit komt dit overeen met 6.283 € voor Holsbeek, 6.244 € voor Rotselaar en 6.523 € voor Tielt-Winge. Zoals gestipuleerd in artikel 23 van het Decreet van 6 juli 2006 houdende de intergemeentelijke samenwerking, Afdeling 2, Artikel 23, wordt de boekhouding “gevoerd overeenkomstig de wetgeving op de boekhouding van de ondernemingen en met naleving van de richtlijnen die de overheid uitvaardigt met betrekking tot de boekhoudkundige verrichtingen. De jaarrekeningen worden na hun goedkeuring overeenkomstig de procedure, bepaald in de statuten, door toedoen van de raad van bestuur neergelegd bij de Nationale Bank van België.”
In concreto betekent dit dat de voorbereiding van de documenten voor de Nationale Bank uitbesteed wordt aan het boekhoudkantoor AenCo uit Hasselt. De balans- en jaarrekening 2009 werd door het dagelijks bestuur op 18 februari en door de raad van bestuur goedgekeurd op 24 februari 2010. In de loop van juni 2010 werden deze bij de Nationale Bank worden neergelegd (bijlage). De balans –en jaarrekening 2010 werd door het dagelijks bestuur en door de raad van bestuur van WinAr op 17 maart februari goedgekeurd (bijlage en digitale appendix). In de loop van 2011 worden ook deze documenten bij de Nationale Bank van België neergelegd. Toch dient de aandacht er op gevestigd te worden dat de jaarlijkse inkomsten de uitgaven niet dekken. De loonkost (die niet volledig gedekt wordt door de subsidies van Ruimte en Erfgoed) in combinatie met de prijs die de gemeente Rotselaar aanrekent voor de logistieke ondersteuning en de huur van het kantoor en de verzekeringen maakt dat er slechts een kleine 3000 € overblijft waarvan niet allen de onkosten van de archeoloog (verplaatsingskosten etc.) van dienen betaald te worden, maar ook het ereloon van de boekhouder, sociaal secretariaat en andere werkingsgerelateerde facturen. Het effectieve, dagdagelijkse financiële beheer gebeurt in overleg tussen de archeologe en/of de voorzitter en/of de penningmeester en/of de secretaris. WinAr dient echter ook te voldoen aan de wet op de overheidsopdrachten waarbij de drempel om te mogen toewijzen zonder brede offerte aanvraag op 5.500 € ligt. In 2010 heeft de projectvereniging in kwestie echter geen gunningen moeten doen die dit bedrag overschreden en die als dusdanig dienden gepubliceerd te worden.
Bovendien waren de projectbudgetten van WinAr in 2009 nooit hoger dan 67.000€ en konden er als dusdanig onderhandelingsprocedures met bekendmaking gehanteerd worden als administratief apparaat. Leveranciers of studiebureaus werden zo snel mogelijk schriftelijk op de hoogte gebracht indien zij de opdracht toegewezen kregen. Kleine aankopen werden zo veel mogelijk binnen gegunde contracten van de gemeente Rotselaar gedaan (met als enige uitzonderingen de aankoop van de GPS, mini grips en gespecialiseerde literatuur).
Afsprakencluster 7: Deontologie en gedragscode 1. DE INTERGEMEENTELIJKE ARCHEOLOOG ONDERSCHRIJFT DE DEONTOLOGISCHE CODE VAN DE ARCHEOLOOG. De Wingense archeologische dienst onderschrijft de deontologische code.
2. DE IAD ERFGOED.
MELDT ELKE POGING TOT OMKOPING IN NATURA OF SPECIËN ONMIDDELIJK AAN
RUIMTE &
Vooralsnog is daartoe geen aanleiding geweest
3. IN
GEVAL VAN VASTSTELLINGEN VAN INBREUKEN OP ARTIKEL
127
VAN HET DECREET HOUDENDE DE
ORGANISATIE VAN DE RUIMTELIJKE ORDENING, OF DE BEPALING VAN HET DECREET HOUDENDE BESCHERMING VAN HET ARCHEOLOGISCH PATRIMONIUM, NEEMT DE IAD ONVERWIJLD CONTACT OP MET RUIMTE & ERFGOED.
Vooralsnog is daartoe geen aanleiding geweest