2004 jaarverslag VIB-activiteiten van 2003
Hoogtepunten van 2003
De omvangrijke financiële steun die VIB van de Vlaamse regering ontvangt, is de financiële ruggengraat voor de 800 onderzoekers en technici van VIB.
Bijna 25 000 mensen bezochten de nieuwe VIB-website sinds de lancering op 22 september.
VIB draait op volle toeren. Hoogstaand en competitief onderzoek levert elke dag een publicatie in een internationaal vaktijdschrift en wekelijks een bijdrage in toptijdschriften zoals Science en Nature. VIB trekt 4 gerenomeerde Belgische onderzoekers terug aan uit het buitenland om in Vlaanderen een eigen groep uit te bouwen. Alle groeps- en projectleiders worden actief betrokken in VIB’s institutioneel beleid.
Het nieuwe schoolproject van VIB bouwt bruggen tussen scholieren en wetenschappers. 850 jongeren werken onder begeleiding van biotechnologen projecten uit in laboratoria van universiteiten, hoge scholen en bedrijven.
Via 30 nieuwe octrooiaanvragen worden de vindingen van VIB beschikbaar voor de maatschappij. De 47 nieuwe O&O- en licentieovereenkomsten transfereren kennis en technologie naar de bedrijfswereld.
Samen met 30 CEO’s van biotechbedrijven lanceert VIB een biotechnetwerk: ‘FlandersBio’. Het wil de motor worden voor de duurzame interne groei van de biotechindustrie in Vlaanderen.
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
Inleiding
6:00 PM
Page 1
Woord vooraf van de voorzitter van de raad van bestuur Woord vooraf van de algemene directie Een Vlaams onderzoeksinstituut met internationale uitstraling Een autonoom instituut Centrum voor biotechnologische expertise Onderzoeksresultaten 2003 Internationale adviesraad Een netwerk van contacten Huisvesting VIB-onderzoeksgroepen Nieuwe onderzoeksgroepen
2 3 4 5 5 6 6 6 6 7
on der zo ek
Gezondheid
Immuunsysteem met twee gezichten Bijwerkingen kankermedicijn leiden tot nieuwe inzichten in celdood Crohn-therapie in bacteriejasje Levensnoodzakelijke bloedvaten soms bron van ziekte Hartafwijkingen in DiGeorge-syndroom onder de aandacht Groeifactor bloedvaten geneesmiddel tegen fatale zenuwziekte Koerier voor gentherapie gezocht Syndroom verder ontrafeld Moleculaire speurtocht verklaart behandeling Kamelen tegen ziekte van Alzheimer? Als kankertherapie de verkeerde kant opgaat... Falende energiefabriekjes veroorzaken oogspierverlamming Knock-out muis brengt inzicht in erfelijke darmziekte Het gezicht van het genoom Twee voor de prijs van één
Plantenonderzoek
De plant als systeem: wiskunde brengt plantenbiologie in hogere versnelling Medicijnfabriek
16 - 17 17
Service faciliteiten
Alles op de chip De jacht op eiwitten SNP’s maken het verschil
18 - 19 19 19
Technologietransfer
De octrooiportfolio Overeenkomsten met bedrijven Start-ups De VIB-bio-incubator FlandersBio vzw Gezamenlijke internationale missies van Vlaamse biotechbedrijven
20 - 21 21 21 21 21 21
Maatschappij
In het Vlaamse land... VIB gaat internationaal...
22 - 23 25
Personeel
Het VIB-concept: samenwerking met de universiteiten Groepsleiders in VIB Internationale onderzoeksgemeenschap Training en opleiding
Financieel overzicht
Organisatie
8-9 9 9 10 10 11 11 12 12 12 13 13 14 14 15
26 27 27 27
28 - 35
36
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:00 PM
Page 2
Woord vooraf van de voorzitter van de raad van bestuur
VIB realiseerde in 2003 duidelijk zijn doelstelling om wetenschappelijke waarde te creëren en deze wetenschappelijke kennis om te vormen tot potentiële economische waarde. Het management van VIB implementeert actief de aanbevelingen van zijn internationale Institutionele Adviesraad om het instituut wetenschappelijk te versterken en voor te bereiden op de toekomst. Zo worden nieuwe technologieën die de capaciteit van individuele onderzoeksgroepen overstijgen, actief gediffundeerd doorheen het hele instituut. In lijn met de doelstellingen van de regering, die de creatie van nieuwe arbeidsplaatsen als topprioriteit gesteld heeft, initieerde en cataliseerde VIB in 2003 een nieuw initiatief om de oprichting en groei van jonge biotechbedrijven in Vlaanderen nog aantrekkelijker te maken. Dit gebeurde via een krachtenbundeling van de bestaande Vlaamse biotechindustrie. Deze bedrijven zijn goed geplaatst om vanuit hun eigen ervaringen knelpunten te identificeren, die de oprichting van nieuwe biotechbedrijven en/of de groeisnelheid van bestaande bedrijven nog beperken of vertragen. Daarom bracht VIB een aantal industriële biotechpioniers bij elkaar, wat resulteerde in de oprichting van ‘FlandersBio’, een officieel netwerk van biotechbedrijven die actief zijn in Vlaanderen. De hoofddoelstelling van FlandersBio is de stimulering van een samenwerking tussen de leden om innovatie en ondernemersschap te stimuleren, een ondersteunende omgeving en een platform te verwezenlijken voor de implementatie en groei van jonge bedrijven, en om de internationale reputatie en erkenning van de excellentie van de in Vlaanderen gevestigde biotechindustrie, te verbeteren. De ambitie is om dit netwerk om te vormen tot een hechte cluster van biotechbedrijven in Vlaanderen. Dit zou immers heel nuttig kunnen blijken als hefboom voor een aantal initiatieven van de regering, gericht op de stimulering van innovatie en job-creatie. We zijn goed op weg! Hugo Van Heuverswyn Voorzitter raad van bestuur
02
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:01 PM
Page 3
jaarverslag 2004
woord vooraf
Woord vooraf van de algemene directie
VIB kon het jaar 2003 afsluiten met een indrukwekkend palmares aan resultaten. 2003 was zonder meer een topjaar, waaruit mag blijken dat het instituut op kruissnelheid is gekomen. Het strategisch basisonderzoek van de zowat 800 wetenschappers en technici van de VIB-onderzoeksdepartementen, leidde tot wetenschappelijke en technologische doorbraken in diverse hoofddisciplines van VIB, zoals kanker, immunologie en inflammatie, cardiovasculaire systemen, neurobiologie en –genetica, plantbiologie en plantsysteembiologie. Het leidde ook tot de ontwikkeling van nieuwe technologieën en het verwerven van basiskennis inzake moleculaire biologie, celbiologie, ontwikkelingsbiologie en structurele biologie. De doorbraken hebben geleid tot 175 artikels in hogerangtijdschriften waarvan 53 artikels gepubliceerd werden in toptijdschriften zoals Nature, Nature Medicine, Nature Immunology, Nature Genetics, Immunity, Molecular Cell, Journal of Experimental Medicine, Nature Biotechnology, Neuron, Plant Cell, enz... Deze resultaten leggen het kennisfundament voor het formuleren van nieuwe hypothesen en het beter begrijpen van de processen die de grondslag vormen van groei en ontwikkeling, welzijn of ziekte, leven of dood. In 2003 breidde VIB de onderzoekscapaciteit uit met 3 jonge onderzoeksgroepen die actief zijn in ontluikende domeinen in de levenswetenschappen. Ze werden internationaal geselecteerd. Op basis van dit uitbreidingsprogramma, besliste een aantal gerenommeerde Vlaamse wetenschappers om na jaren activiteit in het buitenland naar Vlaanderen terug te keren en hier een eigen onderzoeksgroep uit te bouwen. Tevens werden in 2003 de Gentse en Brusselse VIB-onderzoeksgroepen gehuisvest in nieuwe, modern uitgeruste onderzoeksgebouwen, aangepast aan de noden van hedendaags en toekomstgericht onderzoek in de levenswetenschappen. Het proactief capteren van deze kennis en de vertaling ervan naar maatschappelijk en industrieel of economisch relevante toepassingen, is eveneens een hoofddoelstelling van VIB.
Het actief technologietransferbeleid dat VIB voert, heeft in 2003 geleid tot 30 nieuwe octrooiaanvragen en heeft de totale octrooiportfolio van VIB (in totaal 150 octrooifamilies) verder begeleid door de diverse stadia van aanvraag tot octrooitoekenning. De kennis, technologie en octrooiportfolio van VIB hebben in 2003 geleid tot het afsluiten van 47 nieuwe overeenkomsten met bedrijven, die dit kennispotentieel willen vertalen naar toepassingen. Bijna de helft van deze overeenkomsten werd afgesloten met in Vlaanderen gevestigde bedrijven; Innogenetics, Tigenix, Abbott, Novartis, Solvay, Ablynx, Pfizer zijn slechts een greep uit de partners van VIB. DevGen, CropDesign en Ablynx, de 3 jonge biohightech bedrijven die in de voorbije jaren door VIB werden opgestart, stellen ondertussen samen 200 werknemers tewerk. Tevens bracht VIB in 2003 de Vlaamse biohightechindustrie samen in een industrieel netwerk, dat de basis legt voor de Vlaamse biotechnologiecluster, FlandersBio. De wetenschappers van VIB spannen zich ook in om de mogelijkheden en beperkingen van levenswetenschappen en hun toepassingen kenbaar te maken bij een breder publiek. Projecten zoals het boek ‘Genen op je bord’, de tentoonstelling ‘Eet es genetisch’ en het schoolproject ‘scientists@work’, trokken evenals vele andere activiteiten van het communicatieteam bijzonder veel belangstelling. Een grote uitdaging voor VIB is om deze kruissnelheid en excellentie in de komende jaren op dit hoge peil te houden en intussen de basis te leggen voor de langetermijntoekomst van het levenswetenschappelijk onderzoek in Vlaanderen. Een institutionele integratie en meerwaarde creëren, is daarom een blijvende uitdaging voor het hele VIB-team.
Jo Bury & Rudy Dekeyser Algemene directie VIB
03
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:01 PM
Page 4
Een Vlaams onderzoeksinstituut met internationale uitstraling VIB, het Vlaams Interuniversitair Instituut voor Biotechnologie, is een ondernemend wetenschappelijk onderzoeksinstituut en telt zo’n 60 onderzoeksgroepen die actief zijn in verschillende domeinen van de levenswetenschappen. Met behulp van gentechnologie bestuderen VIB-wetenschappers de werking van het menselijk lichaam, planten en micro-organismen. Zo wil VIB basiskennis verwerven die ingezet kan worden voor een betere levenskwaliteit, met bijzondere aandacht voor de menselijke gezondheidszorg en plantensysteembiologie. De VIB-wetenschappers werken in 9 onderzoeksdepartementen aan vier Vlaamse universiteiten (de UA in Antwerpen, de VUB in Brussel, de UGent in Gent en de K.U.Leuven in Leuven). Door een hecht partnerschap met deze universiteiten bundelt VIB de krachten van 800 wetenschappers en technici in 1 instituut. In het kader van dit partnerschap investeren beide partners (VIB en de betrokken universiteiten) op een evenwaardige basis en op lange termijn in deze zorgvuldig geselecteerde onderzoeksgroepen, en delen ze de opbrengst van de investering. De krachtenbundeling in 1 instituut levert bovendien een onmiddellijke meerwaarde op voor de verschillende partners en hun academische, industriële en maatschappelijke omgeving.
VIB ontplooit drie complementaire kernactiviteiten. 1.
Strategisch basisonderzoek. Hoofdopdracht van VIB is nieuwe kennis verwerven; de levensnoodzakelijke aanzet voor het proces van innovatie, met inbegrip van de industriële en maatschappelijke valorisatie ervan. VIB-onderzoek leidde in 2003 tot doorbraken in de verschillende takken van de levenswetenschappen waarin VIB actief is. De VIB-wetenschap scheerde hoge toppen die ondermeer resulteerden in 53 publicaties in internationale toptijdschriften. VIB breidde in 2003 zijn onderzoeksgroepen uit door er 3 nieuwe aan te trekken, die actief zijn in ontluikende velden van de levenswetenschappen. Het gaat om Belgen die na een lange en succesvolle carrière in het buitenland naar Vlaanderen terugkeren. Werken in de frontlinie van de wetenschap vereist een goede infrastructuur. In 2003 voltooide VIB in samenwerking met de UGent het gloednieuwe UGent-VIB-Onderzoeksgebouw, waarin de twee grootste Gentse VIB-onderzoeksdepartementen intussen hun intrek namen.
2.
Technologietransfer. VIB voert een actief technologietransferbeleid. De vernieuwende kennis van VIB is een continue bron van nieuwe technologieën en vindingen. Deze kunnen de basis vormen voor nieuwe maatschappelijke en industriële toepassingen, zoals onder meer diagnostica en geneesmiddelen. Om de wetenschappelijke ontdekkingen en inzichten te kunnen vertalen naar toepassingen, worden ze via octrooien beschermd. De VIB-octrooiportfolio wordt actief uitgelicentieerd aan bedrijven in binnen- en buitenland die de uitvindingen willen omzetten in nuttige producten of toepassingen. VIB bouwt nieuwe vindingen ook uit tot technologieplatformen, als basis voor de opstart van een nieuw biohightechbedrijf. In 2003 diende VIB voor 30 nieuwe uitvindingen een octrooiaanvraag in. Tevens sloot VIB dat jaar 47 samenwerkingsovereenkomsten met de bedrijfswereld af. VIB lag ook aan de basis van een nieuw netwerk dat de Vlaamse biotechindustrie verenigt.
3.
VIB ontwikkelt wetenschappelijk onderbouwde documentatie en informatie over gentechnologie en haar maatschappelijke toepassingen, gericht aan specifieke doelgroepen zoals politici, pers, jongeren en een breed publiek van niet-specialisten. De tentoonstelling ‘Eet es genetisch’ over biotechnologie in landbouw en voeding werd in 2003 definitief afgesloten met een totaal bezoekersaantal van meer dan 30 000. Het nieuwe schoolproject ‘scientists@work’ werd meteen een succes en trok bijna 1 000 scholieren aan om kennis te maken met biotechnologisch laboratoriumonderzoek. Wetenschappelijke informatie voor een breed publiek.
04
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:02 PM
Page 5
jaarverslag 2004
inleiding
Raad van bestuur, regeringscommissarissen en algemene directie (van links boven): Roger Bouillon, Rudy Dekeyser, Staf Van Reet, André De Leenheer, Albert Van Loo, Jo Bury, Michèle Oleo, Gerard Van Acker, Freddy Adams, Jan Cornelis (ontbreken op de foto: Hugo Van Heuverswyn, Freddy Adams, Marc De Clercq, Bernard Convent, Bart De Moor, André Oosterlinck)
Een autonoom instituut
Centrum voor biotechnologische expertise
VIB is een autonome onderzoeksinstelling. Het is een vzw die onder leiding staat van een algemene vergadering en een raad van bestuur. De algemene vergadering is het hoogste orgaan van de vzw en bestaat uit 33 leden, waarbij 6 affiliaties te onderscheiden zijn: de Vlaamse universiteiten, de Vlaamse wetenschappelijke instellingen, de Vlaamse industrie, de representatieve Vlaamse werknemersorganisaties, de Vlaamse industriële hogescholen en de Vlaamse regering. De raad van bestuur neemt beslissingen omtrent het beheer en de strategie van het instituut en vertegenwoordigt de instelling in en buiten rechte. De raad van bestuur telt 13 bestuurders: zes afgevaardigden van de Vlaamse universiteiten, vier vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en drie gemachtigden van de Vlaamse overheid. De raad van bestuur wordt bijgestaan door 2 regeringscommisarissen, die nauwlettend toezien op de investering van overheidsmiddelen in activiteiten van VIB. De wetenschappelijke directeurs, aan het hoofd van de VIBonderzoeksdepartementen, staan in voor de wetenschappelijke leiding van VIB. Samen met de algemene directie, waargenomen door Jo Bury en Rudy Dekeyser, en de financieel directeur vormen zij het directiecomité van het instituut. Zij staan samen in voor het creëren van institutionele meerwaarde en het uitbouwen van de langetermijnstrategie van het instituut.
VIB vormt met zijn 800 wetenschappers en technici een vooraanstaand kenniscentrum op het terrein van de levenswetenschappen in Europa. Het instituut kon deze positie innemen mede door de omvangrijke structurele basisfinanciering die VIB jaarlijks ontvangt van de Vlaamse overheid. De Vlaamse overheidsdotatie in 2003 bedroeg 28,6M€. De investering werd contractueel vastgelegd in 5-jaarlijkse beheersovereenkomsten tussen de Vlaamse overheid en VIB. De huidige beheersovereenkomst bestrijkt de periode 2002-2006. De omvangrijke investering van de Vlaamse overheid is niet belangeloos. Zoals gestipuleerd in de beheersovereenkomst heeft de Vlaamse overheid er zeer nauwkeurige verwachtingen bij in termen van wetenschappelijke productiviteit en industriële en maatschappelijke valorisatie. Met deze dotatie financiert VIB ongeveer 40% van het onderzoek van de 60 onderzoeksgroepen die in VIB actief zijn. De overige 60% wordt verworven via competitieve financiering (competitieve beurzen, industriële samenwerking, enz.).
Directiecomité: Van links: Wim Goemaere, Rudy Dekeyser, Johan Thevelein, Jo Bury, Désiré Collen, Dirk Inzé, Christine Van Broekhoven, Lode Wyns, Joël Vandekerckhove, Guido David, Frans Van Roy, Danny Huylebroeck
05
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:03 PM
Page 6
Het VIB-onderzoek wordt regelmatig onderworpen aan de kritische analyse van gespecialiseerde en internationale wetenschappelijke adviesraden. Op deze manier kan en wil VIB garant staan voor excellentie en onderzoek van wereldklasse.
Onderzoeksresultaten 2003
Door jarenlange investeringen in een geschikte onderzoeksomgeving en -cultuur, is de kwaliteit en de performantie van het VIB-onderzoek in de voorbije jaren significant toegenomen. In 2003 scheerde de wetenschap in VIB hoge toppen. Er werden majeure wetenschappelijke doorbraken gerealiseerd. VIB-wetenschappers publiceerden in 2003 308 artikels in internationale (peer-reviewed) vakbladen, waarvan 176 in hogerangtijdschriften (IF>5). Dit aantal is opmerkelijk hoog en ligt 20% hoger dan in 2002. 53 artikels verschenen in toptijdschriften (IF>10), zoals Nature, Nature Medicine, Nature Genetics, Molecular Cell, EMBO Journal, Plant Cell, etc. Ook dit is het hoogste aantal sinds het ontstaan van VIB in 1995. Deze excellente resultaten plaatsen VIB tussen de topinstituten in Europa. VIB boekte ook op het gebied van de andere doelstellingen belangrijke resultaten. 39 jonge VIB-wetenschappers schreven in 2003 de resultaten van hun eerste onderzoeksjaren neer en behaalden met glans hun doctoraat. In 2003 diende VIB voor 30 uitvindingen een octrooiaanvraag in, waardoor ze in de VIBtechnologietransferpijplijn beland zijn. Dit resultaat werd ook in 2002 behaald, wat erop duidt dat VIB in staat is de beoogde instroom van nieuwe creatieve ideeën met potentieel industriële toepassing aan te houden. Samenwerkingsverbanden met de industrie leverden in de resultatenrekening van 2003 een inkomst op van 3 miljoen €. Er werden in 2003 47 samenwerkingsovereenkomsten gesloten met de bedrijfswereld. Verwacht wordt dat de overeenkomstige inkomsten in de komende jaren dan ook zullen toenemen.
IF > 10
IF > 5
Een netwerk van contacten
Biotechnologisch onderzoek overschrijdt de (virtuele) muren van VIB. De VIB-vorsers werken nauw samen met Vlaamse en buitenlandse topwetenschappers in een competitieve internationale omgeving. Ze slaagden er de voorbije jaren in hun wereldreputatie te versterken. Vakoverschrijdende samenwerking en contacten met academici uit tal van domeinen en met de verschillende maatschappelijke actoren, vormen tevens een gefundeerde basis voor het aanleveren van publieksinformatie die gebaseerd is op wetenschappelijke feiten. In enkele jaren tijd is VIB erin geslaagd een interessant netwerk van contacten uit te bouwen dat breder dan louter academisch is. Vanuit zijn activiteiten verbonden aan het onderzoek, de technologietransfer en publieksvoorlichting schaart zich rond VIB een brede waaier van mensen en organisaties met een verschillende toegevoegde waarde voor de biotechsector: vertegenwoordigers van de biotechindustrie, onderwijsinstellingen, Vlaamse en buitenlandse durfkapitaal investeerders, octrooigemachtigden, personen betrokken bij de tot standkoming van de regelgeving,... Ze vormen samen een hecht netwerk dat aan de basis ligt van de uitbouw van een performante Vlaamse bio-hightechcluster.
176
160
50
53
140
Om toponderzoek te kunnen verrichten, dient aan een aantal basisvereisten voldaan te zijn. Essentiële elementen hierin zijn een langetermijnfinanciering van voldoende omvang en flexibiliteit, toegang tot geavanceerde technologie en aangepaste infrastructuur. Maar hoge kwaliteit wordt ook gestimuleerd door een goede samenstelling van onderzoeksteams, interactie, een discussiecultuur en –omgeving. Hiervoor is een geschikte huisvesting cruciaal. De onderzoekers dienen te beschikken over functionele laboratoriumruimte van voldoende omvang, en aangepast aan
40
120 100
30 80 60
Om VIB bij te staan in haar institutioneel beleid, werd een institutionele adviesraad samengesteld die VIB aanbevelingen verstrekt inzake de langetermijnstrategie van het onderzoeksinstituut. Deze internationale adviesraad is als volgt samengesteld: - Fotis C. Kafatos, director-general, EMBL, Heidelberg, Duitsland; - Daniel Louvard, research director, Institut Curie, Paris, Frankrijk; - Leena Peltonen, chair, Biomedicum, National Public Health Institute, Helsinki, Finland; - Dick Flavell, CSO, Ceres, Los Angeles, California, VS; - Gregory Petsko, Professor, Brandeis University, Massachusetts, VS; - Børge Diderichsen, vice president, Novo Nordisk, Bagsvaerd, Denemarken; - Hans Wigzell, president, Karolinska Institute, Stockholm, Zweden.
Huisvesting VIB-onderzoeksgroepen
60
180
Internationale adviesraad
68
20 19
40 10 20 0
0 1995
2003
1995
2003
06
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:04 PM
Page 7
jaarverslag 2004
inleiding
Ook voor de Leuvense en Antwerpse VIB-onderzoeksgroepen is er uitzicht op een duurzame oplossing van het huisvestingsprobleem. In 2003 werden de bouwwerkzaamheden van de Antwerpse onderzoeksgebouwen reeds aangevat.
Nieuwe onderzoeksgroepen
VIB seminarie 2004, Blankenberge
Om nieuwe initiatieven te ontwikkelen in ontluikende kennisdomeinen en technologieën in de levenswetenschappen werd in 2003 de beslissing genomen om 3 nieuwe onafhankelijke onderzoeksgroepen onder de koepel van VIB op te starten. Kandidaten werden wereldwijd gerecruteerd via een open oproep en werden geëvalueerd door de institutionele adviesraad, bijgestaan door een internationaal panel van experten.
de hedendaagse noden en regelgeving inzake levenswetenschappen. Begin 2003 nam de Brusselse VIB-onderzoeksgroep haar intrek in het nieuwe Instituut voor Moleculaire Biologie en Biotechnologie op de VUB-campus Oefenplein te Etterbeek. Dit gebouw biedt de vorsers een modern uitgeruste faciliteit van 7 000 m2 en een integratie op de VUB-hoofdcampus. Ook voor de Gentse VIB-onderzoekers was 2003 een doorbraak. Midden 2003 namen de 310 onderzoekers en technici van de twee grootste Gentse VIB-departementen (het Departement voor Moleculair Biomedisch Onderzoek onder leiding van Frans Van Roy en het Departement Planten Systeembiologie onder leiding van Dirk Inzé) hun intrek in het gloednieuwe UGent-VIBOnderzoeksgebouw op de Universitaire Campus Ardoyen van het Technologiepark Zwijnaarde. Het is uitgerust met moderne onderzoekslaboratoria, technische supportruimtes, specifieke laboratoria voor celcultuur en ‘genomics’, een animalarium voor (transgene) dieren (muizen, kikkers en konijnen), plantengroeikamers en serres. Dit UGent-VIB-Onderzoeksgebouw bestrijkt een totale oppervlakte van 23 000 m2.
UGent-VIB-Onderzoeksgebouw Gent
Frederic Rousseau en Joost Schymkowitz
De evaluatie resulteerde in de selectie van volgende groepen: • SWITCH laboratorium onder leiding van Joost Schymkowitz en Frederic Rousseau. Ze verrichten onderzoek naar het proces van de opvouwing (driedimensionele structuur) van eiwitten. Deze groep startte reeds in september 2003 en vond haar intrek in het nieuwe VUB-Onderzoeksgebouw in Etterbeek. • Laboratorium voor Moleculaire Kankerbiologie onder leiding van Jean-Cristophe Marine. Deze groep start begin 2004 in het nieuwe UGent-VIB-Onderzoeksgebouw in Zwijnaarde. • Een onderzoeksgroep onder leiding van Patrick Callaerts die de hersenontwikkeling bestudeert in de fruitvlieg en waarvan de start midden 2004 is voorzien.
07
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:04 PM
Page 8
ONDERZOEK
Gezondheid levensmoleculen onderzocht… … voor een snelle diagnose en een betere behandeling De biomedische wetenschappen kennen de laatste jaren een snelle evolutie, vooral dankzij de sequentiebepaling van het erfelijk materiaal van de mens en van talrijke andere organismen. Daarmee krijgen onderzoekers een beter inzicht in de moleculaire werking van de cel en in de complexe interacties tussen cellen. Uit dit jaarverslag blijkt dat ook VIB-onderzoekers mee in de frontlinie staan van deze nieuwe ontwikkelingen. Ze zijn op zoek naar de moleculaire mechanismen die aandoeningen veroorzaken als hart- en vaatziekte, kanker, dementie, infectieziekten, auto-immuunziekte en zovele andere. Met hun onderzoek effenen ze het pad voor een snellere diagnose en een betere behandeling.
Hier vindt u een aantal hoogtepunten uit het VIB-onderzoek van 2003. Een meer gedetailleerde weergave staat beschreven in het wetenschappelijk rapport 2004.
08
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:05 PM
Page 9
jaarverslag 2004
gezondheid
Immuunsysteem met twee gezichten
Als er weefsels worden beschadigd door verwonding, ziekteverwekkers of een chemische stof, reageert ons lichaam met een ontstekingsreactie. Ondanks de verschillende oorzaken van een ontsteking bestaat het proces meestal uit dezelfde verschijnselen: roodheid, pijn, zwelling en verhoging van de temperatuur. Dit zijn de zichtbare en voelbare tekens van de extra bloedtoevoer en de invasie van grote hoeveelheden cellen van het immuunsysteem. Die cellen helpen mee de beschadiging te herstellen enin het geval van een infectie gaan ze de vreemde indringers te lijf. Sophie Janssens en Rudi Beyaert van het VIB-departement voor Moleculair Biomedisch Onderzoek (UGent) bestuderen de moleculaire mechanismen die betrokken zijn bij het op gang komen van ontstekingsreacties. Het voorbije jaar onderzochten zij de rol van bepaalde eiwitten –TLRs of Toll-like receptors- die zich op het celmembraan bevinden en die ziekmakende microorganismen herkennen. Eenmaal geactiveerd brengen deze receptoren een waterval van biochemische reacties op gang, die uiteindelijk resulteert in een ontstekingsreactie. Het team identificeerde verscheidene eiwitten die samen met de TLRs een sleutelrol vervullen in dit watervalsysteem. Daarmee boren de Gentse onderzoekers nieuwe wegen aan om het immuunsysteem te ondersteunen in zijn continu gevecht tegen infectie en weefselbeschadiging. Bovendien is het toepassingsgebied van het Gentse onderzoek breder: de nieuwe inzichten zijn ook nuttig voor aandoeningen waarbij het immuunsysteem de pedalen kwijtraakt en het in een ongezonde ‘overdrive’ terecht komt of ontstekingsreacties opzet tegen het eigen lichaam. Dan ontstaan ziekten als allergie, astma, de ziekte van Crohn, psoriasis of reumatoïde artritits. Ook hierin speelt de biochemische cascade die door de Gentse onderzoekers wordt blootgelegd, een rol. Burns et al., The Journal of Experimental Medicine, 197, 263-268 (2003). Janssens et al., Molecular Cell, 11, 293-302 (2003). Janssens et al., Clinical Microbiology Reviews, 16, 637-646 (2003).
Bijwerkingen kankermedicijn leiden tot nieuwe inzichten in celdood
Doodgaan hoort bij het leven, ook voor een cel. Iedere seconde sterven er in ons lichaam duizenden cellen. De meeste worden gelukkig vervangen door nieuwe. De manier waarop cellen afsterven, ligt meestal bij voorbaat vast. Die vaste procedure heet apoptose of ‘geprogrammeerde celdood’. De cel brengt een programma op gang waardoor ze bepaalde eiwitten – caspasen – aanmaakt, die de cel van binnenuit slopen. Dit cellulaire zelfmoordmechanisme is betrokken bij een groot aantal uiteenlopende ziekten, gaande van neurodegeneratieve aandoeningen, over hart- en vaatziekten, tot infecties en kanker. Onderzoekers Anje Cauwels en Peter Brouckaert van het VIBdepartement voor Moleculair Biomedisch Onderzoek (UGent)
Bacteriële componenten, zoals LPS, zorgen voor de activatie van TLRs. Dit zet het ontstekingsmechanisme in gang.
zijn vooral geïnteresseerd in de rol die tumor necrosis factor (TNF) speelt als activator van deze apoptose, maar tevens in zijn potentieel als kankermedicijn. TNF laat namelijk tumoren verschrompelen, maar het is zo toxisch dat het leidt tot ernstige bijwerkingen. Zo leidt het soms zelfs tot een dodelijke shock als het rechtstreeks in de bloedbaan wordt ingespoten. Cauwels en Brouckaert vermoedden dat de bijwerkingen van TNF het gevolg waren van de stimulering van het apoptoseproces. Om dat te onderzoeken, injecteerden ze bij proefdieren naast TNF ook een stof die de caspasen afremt in hun werking. Het idee was dat door de afremming van de caspasen het proces van apoptose een halt wordt toegeroepen en dat meteen de bijwerkingen van TNF onder controle zouden zijn. Groot was hun verbazing toen deze behandelde muizen nog veel sneller stierven dan hun soortgenoten die alleen een dodelijke hoeveelheid TNF kregen. Kon het dan zijn dat de caspasen, die normaal de sleutelrol vervullen in de cellulaire zelfmoord, in dit geval een levensreddende functie hadden? Verder onderzoek door de Gentse wetenschappers toonde aan dat de caspasen wellicht het proces van necrose, een tweede mechanisme waardoor cellen afsterven, blokkeren. De caspasen zorgen ervoor dat eiwitten, die de cel aanzetten tot necrose, worden vernietigd. Waarom de apoptose dan niet doorgaat, weten de onderzoekers zelf nog niet. Door dit onderzoek worden onverwacht enkele stukjes aan de puzzel van de celdood toegevoegd. Puzzelstukjes die mogelijk een gevolg hebben voor de behandeling van kanker, of andere aandoeningen waarin versnelde celdood een rol speelt. Cauwels, A. et al., Nature Immunology, 4, 387-393 (2003).
Crohn-therapie in bacteriejasje
In haar natuurlijke vorm is de bacterie Lactococcus lactis een huis-, tuin- en keukenbacterie. Zuivelproducenten zetten de bacterie massaal in om melk tot kaas en boter te fermenteren.
09
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:06 PM
Page 10
ONDERZOEK
1
2
Levensnoodzakelijke bloedvaten soms bron van ziekte
3
Doorsnedes van een gezonde (1), zieke (2) en een met IL-10 behandelde (3) darm. 1 en 3 hebben een gave structuur (donker gedeelte), in 2 is de structuur wat gehavend.
Zelf hebben we miljoenen exemplaren van dit micro-organisme in onze darmen. Lothar Steidler en Erik Remaut van het VIBdepartement voor Moleculair Biomedisch Onderzoek (UGent) kwamen op het idee om de lactokok te voorzien van het menselijk gen voor interleukine-10 (IL-10). IL-10 is een eiwit dat ontstekingsreacties afremt door de activiteit van de afweercellen stil te leggen. Als deze afweercellen te actief zijn en zich richten tegen de goedaardige micro-organismen in onze darmen, ontstaat een chronische ontsteking van het darmslijmvlies. Dit kan leiden tot onder meer de ziekte van Crohn. Er is al eerder geprobeerd om bij Crohn-patiënten een grote hoeveelheid IL-10 via een infuus toe te dienen, maar dat heeft weinig effect. Slechts een deel van het eiwit komt terecht in de darmen, het uiteindelijke doelgebied. Van de genetisch gewijzigde bacterie verwacht men wel dat zij via mond en maag de weg naar de darmen vindt en daar het therapeutische IL-10 produceert. De weg van dit geneeskundige concept tot de toepassing in het dagelijkse leven, is echter lang. Vooraleer de Gentse wetenschappers hun therapie kunnen gebruiken om Crohnpatiënten te behandelen, moeten ze zeker zijn dat de genetisch gewijzigde bacteriën niet in de vrije natuur terecht komen. Ze zouden immers hun IL-10-gen kunnen overdragen op andere micro-organismen. Om aan die eis te voldoen, splitsten de Gentse biotechnologen het THYA-gen uit het genoom van de melkzuurbacterie. De bacterie heeft dit gen nodig voor de aanmaak van thymidine, één van de vier bouwstenen van DNA. Alleen als de bacterie beschikt over een rijke externe bron van thymidine, kan ze overleven. In de dunne darm van zoogdieren komt deze stof in hoge concentraties voor, maar in de vrije natuur nauwelijks. Hierdoor ziet de bacterie wel de kans om te groeien in de dunne darm, maar eenmaal uitgescheiden via de ontlasting, sterft ze vlug af. Steidler testte zijn gewijzigde bacteriën uit bij varkens en dat verliep alvast succesvol. De bacterie produceerde naar hartelust IL-10 in de darmen van het varken, maar eens buiten, overleefde ze niet langer. De bacterie wordt nu getest bij mensen. In dit stadium kijken de onderzoekers naar mogelijke ongewenste bijwerkingen in de patiënten en naar de overlevingsmogelijkheden van de bacterie buiten de darm. De mogelijke efficiëntie als medicijn staat nog op het tweede plan. Hopelijk leiden deze experimenten over vijf tot tien jaar naar een veilige en gemakkelijk toepasbare therapie voor de ziekte van Crohn en andere vormen van darmlijden. Steidler et al., Nature Biotechnology, 21, 785-789 (2003).
10
Bloedvaten kronkelen zich door ons lichaam als een wijdvertakt buizensysteem. Het bloed dat er doorstroomt brengt zuurstof en voedingsstoffen naar al onze weefsels en voert afvalproducten weer af naar de longen, de lever en de nieren. De aangroei van nieuwe bloedvaten, door de wetenschappers angiogenese genoemd, speelt een verrassend belangrijke rol in veel ernstige aandoeningen. Angiogenese laat bijvoorbeeld toe dat tumorcellen voedselstoffen krijgen en zich kunnen uitbreiden. Zo is ook de overdreven aangroei van fijne bloedvaten in het netvlies van het oog de reden waarom diabetespatiënten blind worden. Aan de andere kant zijn er talrijke situaties waar een te trage of niet efficiënte angiogenese problemen kan geven. Zo kan hartweefsel na een hartinfarct afsterven omdat er niet snel genoeg nieuwe bloedvaten worden aangemaakt om het afgesloten weefsel van vers bloed te voorzien. Peter Carmeliet en zijn team van het VIB-departement Transgene Technologie en Gentherapie (K.U.Leuven) bestuderen met behulp van transgene diermodellen de cellulaire en moleculaire mechanismen die een rol spelen bij de aangroei van nieuwe bloedvaten. Zij hebben al een heel stuk van de complexe puzzel van de angiogenese in elkaar geknutseld. Uit die puzzel blijkt hoe langer hoe meer het belang van angiogenese bij tal van ziektebeelden, soms zelfs heel onverwachte als zwangerschapshypertensie, kaalhoofdigheid en zwaarlijvigheid. Het onderzoek van Carmeliet en zijn medewerkers is de uitgangsbasis voor de ontwikkeling en optimalisatie van medicijnen die de abnormale aangroei van bloedvaten - te veel of te weinig – kunnen tegengaan en die dus een impact hebben op talrijke aandoeningen. Luttun, A. en Carmeliet, P. The Journal of Clinical Investigation, 111, 600-602 (2003). Carmeliet, P., Nature Medicine, 9, 653-660 (2003). Autiero, M. et al., Nature Medicine, 9, 936-943 (2003).
Hartafwijkingen in DiGeorge-syndroom onder de aandacht
Eén op 4000 kinderen wordt geboren met DiGeorge syndroom. Ze missen allemaal ongeveer drie miljoen basenparen op één van hun twee kopieën van chromosoom 22. Door deze deletie hebben ze voor een aantal genen slechts één actieve kopie over, wat vermoedelijk de reden is voor de meeste symptomen. Zo worden kinderen met DiGeorge-syndroom zonder thymus geboren, waardoor ze gevoelig zijn voor infecties. Bovendien hebben ze hartproblemen, maar die kunnen heel variabel zijn. Vooral voor de grote variabiliteit van die hartklachten hadden artsen tot nu toe geen verklaring. Recent onderzoek van Peter Carmeliet en zijn medewerkers van het VIB-departement Transgene Technologie en Gentherapie (K.U.Leuven) licht alvast een tipje van de sluier. Volgens hen speelt de vasculaire endotheliale groeifactor (VEGF) een belangrijke rol bij de ernst van de hartproblemen van DiGeorge-
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:07 PM
Page 11
jaarverslag 2004
patiënten. De onderzoekers ontdekten hoe muizen met een gewijzigd VEGF-gen geboortedefecten vertonen die lijken op DiGeorge-syndroom bij de mens. Bovendien toonden zij aan dat VEGF een invloed heeft op de expressie van genen die in de deletieregio op chromosoom 22 liggen. Carmeliet en zijn medewerkers maakten hun hypothese hard door zebravisjes te bestuderen waarvan het corresponderende deel in het DNA was verwijderd. Ook bij deze visjes werd de ernst van de hartdefecten duidelijk beïnvloed door wijzigingen in het VEGFgen. In samenwerking met het Leuvense Centrum voor Menselijke Erfelijkheid onderzochten zij ook het VEGF-gen bij een aantal DiGeorge-patiënten. Ze zagen een statistisch verband tussen bepaalde variaties in de DNA-sequentie die het VEGF-gen voorafgaat, en de ernst van de hartafwijkingen bij de patiënten. Dat maakt de VEGF-hypothese meer dan alleen maar een veelbelovende denkpiste. Stalmans, I. et al., Nature Medicine, 9, 173-182 (2003).
Groeifactor bloedvaten geneesmiddel tegen fatale zenuwziekte
Een eiwit dat in ons lichaam de groei van bloedvaten regelt, speelt wellicht een rol in het ontstaan van amyotrofe laterale sclerose (ALS), een dodelijke zenuw- en spierziekte. Dat blijkt uit onderzoek van de teams van Peter Carmeliet van het VIB-departement Transgene Technologie en Gentherapie (K.U.Leuven) en van Christine Van Broeckhoven van het VIB-departement Moleculaire Genetica (UA). De ongeneeslijke spierziekte ALS, waaraan ook de Britse astrofysicus Stephen Hawkins lijdt, treft 5 mensen op 100 000. Ongeveer de helft van hen sterft binnen de drie jaar. De ziekte kenmerkt zich door een aftakeling van de zenuwbanen die naar de spieren lopen. De patiënt verliest de controle over zijn spieren en raakt progressief verlamd. De manier waarop ALS ontstaat, blijft vaag en de ziekte is tot nu toe niet te behandelen. Eerder al bewezen de Leuvense onderzoekers dat transgene muizen, die weinig vasculaire endotheliale groeifactor (VEGF) aanmaken, lijden aan een syndroom dat sterk verwant is met ALS. Daarom onderzochten de onderzoekers het VEGF-gen bij 750 ALSpatiënten uit België, Zweden en Groot-Brittannië en vergeleken het met het VEGF-gen van 1100 normale personen. Uit die analyse bleek dat personen die te weinig VEGF aanmaken – omwille van bepaalde variaties in het VEGF-gen – meer risico lopen om ALS te ontwikkelen. De Leuvense onderzoekers openden meteen perspectieven voor het gebruik van VEGF in de behandeling van ALS: ze dienden aan verlamde muizen VEGF toe en zagen hoe de diertjes herstel-den. Toch is een behandeling bij de mens nog niet voor meteen. Zelfs als alle verdere experimenten positief uitvallen, zal het nog minstens vijf tot tien jaar duren vooraleer ook de klinische studies bij de mens zijn afgerond en een mogelijk geneesmiddel beschikbaar is.
gezondheid
Koerier voor gentherapie gezocht
Tientallen onderzoekers breken hun hoofd over de vraag hoe je met gentherapie een genezend gen precies in de juiste doelwitcel kunt brengen. Tot nu toe worden daar vooral virale vectoren – omgebouwde virusdeeltjes – voor gebruikt. Maar die hebben nogal wat bijwerkingen, vandaar dat de vraag naar andere systemen groot blijft. Ook VIB-onderzoekers als Thierry VandenDriessche en Marinee Chuah van het VIB-departement Transgene Technologie en Gentherapie (K.U.Leuven), en Thierry Voet en Peter Marynen van het VIB-departement Menselijke Erfelijkheid (K.U.Leuven) zijn betrokken in deze zoektocht naar de meest geschikte genkoerier. Met hun nanodeeltjes hebben VandenDriessche en Chuah samen met een Japans onderzoeksteam misschien wel het ei van Columbus ontdekt. Als koerier gebruikten ze een deeltje dat volledig bestaat uit één eiwit van het hepatitis B-virus. Het eiwit is in feite het ‘anker’ waarmee het hepatitis B-virus zich hecht aan de levercellen. Dit eiwit heeft de bijzondere eigenschap dat het samenklontert en holle buisjes vormt met een diameter van ongeveer 80 nanometer. Deze buisjes dragen aan de buitenzijde nog wel de herkenningssite voor levercellen. VandenDriessche en Chuah vulden het nanostaafje met DNA van het factor-IX-gen. Dit gen is defect bij een groep patiënten met hemofilie, een genetische aandoening waarbij het bloed van de patiënten onvoldoende stolt. Als de onderzoekers de gevulde nanodeeltjes in contact brachten met levercellen, werd het factor-IX-gen feilloos afgeleverd in de cellen. Die begonnen vervolgens naar hartelust factor-IX te produceren.
Lambrechts, D., et al., Nature Genetics, 34, 383-394 (2003).
Groenkleuring door GFP (green fluorescent protein)-expressie gebeurt enkel
Carmeliet, P., Nature Reviews Genetics, 4, 710-720 (2003).
in de levertumoren. Het nanopartikel werkt dus heel gericht.
11
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:07 PM
Page 12
ONDERZOEK
Het experiment brengt een gentherapeutische behandeling van factor-IX-hemofilie een stapje dichterbij, want, naast de specifieke ‘targeting’, hebben de nanodeeltjes als voordeel dat ze geen andere virale genen de cel binnenbrengen. Daardoor worden heel wat veiligheidsrisico’s omzeild waarmee de huidige generatie virale vectoren kampt. Voet en Marynen gooiden het over een heel andere boeg: zij gebruikten een volledig menselijk chromosoom als genkoerier. Het gaat om een stabiel ringvormig minichromosoom dat ze terugvonden in de cellen van een patiënt. Ze zonderden dit chromosoom af en wisten het om te bouwen zodat er grote DNAfragmenten in kunnen ingelast worden. De onderzoekers toonden aan hoe het chromosoom bij muizen van de ene generatie op de andere wordt doorgegeven. Dat verbaasde hen wel, want ze hadden verwacht dat het chromosoom de meiose niet zou overleven. Meiose is de celdeling die ervoor zorgt dat geslachtscellen slechts één kopie van elk chromosoom overhouden. Naast de mogelijkheid om het minichromosoom uit te bouwen tot een geschikte koerier voor gentherapie, leert het chromosoom de onderzoekers ook veel over de moleculaire mechanismen die plaatsgrijpen tijdens de meiose. Twee vliegen in één klap! Ook andere onderzoekers als Stefan Janssens van het VIBdepartement Transgene Technologie en Gentherapie (K.U.Leuven) hebben hun onderzoek gericht op gentherapie. Janssens en zijn medewerkers zoeken onder meer naar de juiste proefdiermodellen om gentherapie te testen. Ze zijn daarbij voornamelijk geïnteresseerd in behandelingen voor hart- en vaataandoeningen. Yamada, T. et al., Nature Biotechnology, 21, 885-890 (2003). Voet et al., The Journal of Cell Biology, 162, 795-807 (2003). Janssens, S.P., Current Atherosclerosis Reports, 5, 186-190 (2003).
Syndroom verder ontrafeld
Het Simpson-Golabi-Behmel Syndroom (SGB) is een zeldzame genetische aandoening. De jongetjes die met deze ziekte geboren worden, zijn meestal ‘overgroeid’. Verder hebben ze hartafwijkingen en vaak treden er tijdens de embryonale ontwikkelingen tumoren op. Bart De Cat en Guido David van het VIB-departement Menselijke Genetica (K.U.Leuven) ontdekten enkele jaren geleden al dat dit syndroom wordt veroorzaakt door mutaties in het gen voor glypican 3 (GPC3). Nu onderzochten zij welke rol GPC3 in ons lichaam speelt en hoe een foutief GPC3-gen leidt tot het SGBsyndroom. Ze maakten daarbij gebruik van het zebravisje als modelorganisme. Veel moleculaire en cellulaire processen die optreden tijdens de embryonale ontwikkeling van de mens, doen zich immers ook voor bij gemakkelijker te bestuderen organismen. Het zebravisje is één van die modelorganismen. De Leuvense onderzoekers zagen hoe GPC tussenkomt in de regulering van een specifieke signaalketen. Deze signaalketen is onder meer betrokken bij de celdifferentiatie, de migratie van cellen en de celproliferatie. Volgens de onderzoekers zijn de effecten die optreden door een verstoring van deze signaalketen
12
tijdens de embryonale en foetale fase bij de mens compatibel met de symptomen van het SGB-syndroom. Toch dringt verder onderzoek naar deze signaalketen zich op. De Cat et al., The Journal of Cell Biology, 163, 625-635 (2003).
Moleculaire speurtocht verklaart behandeling
Hypereosinofiel syndroom (HES) is een zeldzame bloedaandoening waarbij een bepaalde groep witte bloedcellen – eosinofielen – zich plots sterk vermeerdert. Deze eosinofiele cellen zijn dan massaal aanwezig in bloed en beenmerg, maar ze infiltreren ook andere organen, zoals lever, hart, longen, milt, hersenen en ruggenmerg, en hypothekeren hun normale werking. Recent werden enkele patiënten met succes behandeld met het geneesmiddel Imatinib (Gleevec – Novartis). Het bleef echter onduidelijk waarom dit geneesmiddel aansloeg. Gary Gilliland van het Harvard Institute of Medicine (VS), en Jan Cools en Peter Marynen van het VIB-departement Menselijke Erfelijkheid (K.U.Leuven) wisten afgelopen jaar te achterhalen waarom Imatinib werkt bij de meerderheid van HES-patiënten. Meteen ontdekten zij ook hoe HES ontstaat. Het syndroom wordt veroorzaakt door een kleine deletie in chromosoom 4. Daardoor worden twee genen – FIP1L1 en PDGFR – aan elkaar geplakt. Het eiwit dat door die genfusie ontstaat, bestaat voor het eerste deel uit FIP1L1 en voor het tweede deel uit PDGFR, een gekende groeifactor voor witte bloedcellen. De fusie tussen beide eiwitten zorgt ervoor dat de groeifactor in ‘overdrive’ gaat en de eosinofiele cellen blijft stimuleren in hun groei. Imatinib slaagt er bij de meeste HES-patiënten in om precies deze overstimulering stil te leggen. Omdat Imatinib niet bij alle patiënten werkt, gingen Cools en zijn collega’s op zoek naar andere geneesmiddelen. Ze lieten daarbij hun oog vallen op PKC412, eveneens een inhibitor van PDGFR. De eerste experimenten zijn alvast positief en geven de onderzoekers hoop dat ze een tweede medicijn hebben om HES en andere aandoeningen waarbij een overexpressie van PDGFR aan de basis ligt, te behandelen. Cools et al., The New England Journal of Medicine, 348, 1201-1214 (2003). Cools et al., Cancer Cell, 3, 459-469 (2003).
Kamelen tegen ziekte van Alzheimer?
Tal van aandoeningen – waaronder de ziekte van Alzheimer, Parkinson en de gekke koeienziekte - worden veroorzaakt doordat eiwitten samenklitten en neerslaan. Ze vormen dan een soort plaques die de functie aantasten van het orgaan waarin ze zich vormen. Tot nu toe kan geen enkel geneesmiddel dit samenklitten van eiwitten tegengaan. Mogelijk werkt de aanpak van Serge Muyldermans en Lode Wyns van het VIB-departement Moleculaire en Cellulaire
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:08 PM
Page 13
jaarverslag 2004
Interacties (VUB) wel; ze willen antilichamen van kamelen inzetten om te voorkomen dat onstabiele eiwitten neerslaan. Antilichamen bij de mens – en de meeste zoogdieren - zijn opgebouwd uit een zware keten (een groot eiwit, waarvan duizenden varianten bestaan) en een lichte keten (een kleiner eiwit, met eveneens duizenden varianten). Kamelen, dromedarissen en lama’s hebben antilichamen die enkel zijn opgebouwd uit een zware keten. De antilichamen van deze dieren bieden tal van voordelen ten opzichte van conventionele antilichamen. Ze hebben een eenvoudigere structuur en zijn dus makkelijker te isoleren en te bestuderen. De productie op kleine en op grote schaal is efficiënter en goedkoper. En bovendien zijn de kameelantilichamen erg stabiel. In samenwerking met onderzoekers van de Universiteit van Cambridge, wisten de Brusselse vorsers een kamelenantilichaam op te vissen, dat gericht is tegen menselijk lysozyme. Gewijzigd lysozyme ligt aan de basis van onder meer erfelijke renale amyloïdose, een aandoening waarbij onstabiel lysozyme in de nieren neerslaat. In het laboratorium bleek het kameelantilichaam het onstabiele lysozyme te stabiliseren waardoor het niet langer samenklit. Mogelijk openen deze resultaten de weg naar een nieuwe en efficiënte aanpak van andere amyloïdoses als de ziekte van Alzheimer en de gekke koeienziekte. Dumoulin et al., Nature, 424, 783-788 (2003).
Als kankertherapie de verkeerde kant opgaat...
Uitzaaiing of metastase is een proces waarbij individuele kankercellen zich losmaken uit het oorspronkelijke tumorweefsel en zich verspreiden over het hele lichaam. Ze zetten zich vast in een ander weefsel en groeien uit tot een nieuwe kwaadaardige tumor. Patrick De Baetselier en Hilde Revets van het VIB-departement Moleculaire en Cellulaire Interacties (VUB) onderzoeken de uitzaaiing van kanker. Ze zijn daarbij vooral geïnteresseerd in de rol van proteasen. Dit zijn eiwitten die andere eiwitten knippen. De hypothese luidt dat tumorcellen zelf proteasen afgescheiden waardoor het nabijgelegen bindweefsel wordt vernietigd. Dat zou de weg vrijmaken voor kankercellen om te migreren. Het logische gevolg van deze hypothese is dat stoffen die de werking van de proteasen afremmen, meteen ook de verspreiding van kankercellen tegengaan. Recent onderzoek van het Brusselse team toont echter precies het omgekeerde: tegen alle verwachtingen in bevordert het eiwit SLPI, een protease-remmer, metastase. Daarom plaatsen de Brusselse onderzoekers voorbehoud bij het gebruik van proteaseremmers in kankertherapie. Toch heeft hun onderzoek een heel praktische toepassing voor kankerpatiënten: de aan- of afwezigheid van SLPI in kankercellen, kan als verklikker worden gebruikt. Zo kan men nagaan hoever een tumor al gevorderd is en of er uitzaaiing heeft plaatsgevonden en kan de arts beter een prognose stellen. Tevens kan SPLI een hulp zijn om kankertherapieën verder op punt te stellen.
gezondheid
Falende energiefabriekjes veroorzaken oogspierverlamming
Patiënten met een erfelijke vorm van oogspierverlamming accumuleren deleties in het DNA van hun mitochondriën. Mitochondriën zijn microscopisch kleine structuurtjes in de cel die fungeren als energiefabriekjes. Ze gebruiken zuurstof om gekraakte suikers en vetzuren te verbranden en produceren zo energie in een vorm die bruikbaar is voor de cel. Mitochondriën hebben hun eigen DNA. Dat codeert weliswaar slechts voor enkele van de eiwitten die in de mitochondrion aanwezig zijn. Voor de andere eiwitten speelt het mitochondrion leentjebuur bij het kern-DNA. Als de mitochondriën in ons lichaam falen, treedt spierverzwakking op. Dat is niet verwonderlijk, aangezien spieren voor hun energie afhankelijk zijn van deze cellulaire energiefabriekjes. Eén zo’n aandoening is PEO (progressieve externe oftalmoplegie of voortschrijdende oogspierverlamming). Het is een erfelijke ziekte waarbij grote deleties in het mitochondriale genoom worden teruggevonden. Gert Van Goethem en Christine van Broeckhoven van het VIBdepartement Moleculaire Genetica (UA) vroegen zich af hoe al die deleties zich konden opstapelen. Ze onderzochten het genetisch materiaal van patiënten uit een aantal families waarin de aandoening meermaals voorkwam. De onderzoekers kwamen uiteindelijk terecht bij het POLG-gen – het mitochondriaal gamma-polymerase. Dit gen bevindt zich in het kern-DNA en het codeert voor één van die eiwitten die door het mitochondrion worden ingehuurd. Het POLG-eiwit zorgt ervoor dat het mitochondriaal DNA wordt gedupliceerd. Gewijzigde POLG vervult zijn taak blijkbaar niet naar behoren en laat regelmatig steken vallen. Daardoor vertoont het mitochondriaal DNA van patiënten naar verloop van tijd tal van gaten, wat gevolgen heeft voor de energievoorziening onder meer van onder meer de oogspieren. Inmiddels hebben de onderzoekers ontdekt dat wijzigingen in POLG ook kunnen leiden tot andere aandoeningen. Sommige mutatiedragers hebben neuropathie en spraakstoornissen, anderen onwillekeurige spiersamentrekkingen en epilepsie (MERRF), of een complex syndroom als MNGIE. Volgens Van Goethem en Van Broeckhoven is het daarom aangewezen om het POLG-gen onder te loep te nemen bij alle aandoeningen waarbij deleties in het mitochondriaal genoom voorkomen. Tevens dringen zij aan op een nieuwe classificatie van de mitochondriale deletieaandoeningen die niet langer is gebaseerd op de symptomen van de patiënt, maar wel op genetische bevindingen. Van Goethem et al., Neuromuscular Disorders, 13, 133-142 (2003). Van Goethem et al., Neurology, 61, 1811-1813 (2003). Van Goethem et al., European Journal of Human Genetics, 11, 547-549 (2003). Van Goethem et al., Human Mutation, 22, 175-176 (2003). Van Goethem et al., NeuroMolecular Medicine, 3, 129-146 (2003).
Devoogdt et al., Proceedings of the National Academy of Sciences of the USA, 100, 5778-5782 (2003).
13
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:08 PM
Page 14
ONDERZOEK
Knock-out muis brengt inzicht in erfelijke darmziekte
Het gezicht van het genoom
In het neurobiologisch onderzoek krijgen de hersenen de meeste aandacht. Toch kan ook de studie van het perifeer zenuwstelsel belangrijke inzichten opleveren. Eén voorbeeld hiervan is het ontstaan van het darmzenuwstelsel tijdens de embryonale fase en de verdere differentiatie ervan. Dit zenuwstelsel bestaat uit zoveel verschillende celtypes, dat men het soms ‘de tweede hersenen’ noemt. Bij sommige pasgeboren kinderen is de ontwikkeling van dit darmzenuwstelsel grondig fout gelopen. Zij missen bepaalde zenuwbanen die ervoor zorgen dat de darmspieren zich samentrekken, waardoor de darm de beweging niet kan maken om de ontlasting richting endeldarm te stuwen. De ontlasting hoopt zich op, de darm zet uit, en dikwijls zijn chirurgische ingrepen nodig om dit probleem op te lossen. De aandoening staat bekend als ‘ziekte van Hirschprung’, naar de arts die ze voor de eerste keer omschreef. Ze gaat vaak gepaard met bijkomende problemen als microcefalie, epilepsie, mentale retardatie of hartproblemen, en wordt dan ook Mowat-Wilsonsyndroom genoemd. Het is een aangeboren afwijking waarvan we weten dat ze al in de vierde of vijfde week van de zwangerschap ontstaat. De voorbije jaren zijn bij de mens al verschillende genen gevonden die de aandoening veroorzaken als één van de twee genkopies gewijzigd zijn. Eén van die genen, SIP1 –Smad interagerend proteïne 1 – werd eerder afgezonderd door Danny Huylebroeck en zijn medewerkers van het VIB-departement Ontwikkelingsbiologie (K.U.Leuven). SIP1, inmiddels ook wel ZFHX1B genoemd, is betrokken bij de regulatie van de cellulaire reactie op groeifactoren tijdens de embryonale ontwikkeling. De meeste kinderen met een mutatie in SIP1 hebben naast de darmproblemen ook mentale achterstand, hartproblemen en een kenmerkende dysmorfologie van het gezicht. Om een beter inzicht te krijgen in de precieze rol van SIP1 in de hele embryo-ontwikkkeling, maar ook in het ontstaan van dit syndroom, ontwikkelde Huylebroeck en zijn medewerkers een muis waarin het SIP1-gen overal kon worden uitgeschakeld. Net als de Hirschprung patiënten, waren de muisembryo’s niet in staat om een groep van cellen te ontwikkelen - neurale lijst genoemd - aan de rugkant van het embryo. Deze cellen migreren later in de ontwikkeling naar de darm en groeien uit tot de verschillende celtypes van de bezenuwing van het darmstelsel. Bovendien vertonen de embryo’s bijkomende defecten in de hersenen die de neuropathie in de complexe vormen van de ziekte van Hirschsprung helpen verklaren. Hieruit leiden de onderzoekers af dat hun muismodel uiterst geschikt om de aandoening verder in detail te bestuderen en dat ze aan de hand van hun model de complexe rol van SIP1 verder kunnen ontrafelen. Immers, het muismodel werd zo ontworpen dat het SIP1-gen nu kan uitgeschakeld worden op een celtypespecifieke manier. Eén van de aandachtspunten van de onderzoeksgroep in de komende maanden is dan ook dit toe te passen in de neurale-lijst-cellen, maar ook in de aanleg van de hersenen.
Tijdens de afgelopen jaren stond de sequentieanalyse van het menselijk genoom sterk in de belangstelling. Nu we het genoom kennen – zeg maar de inventarislijst van alle mogelijke eiwitten die ons lichaam kan aanmaken - begint echter pas het echte werk. Hoewel het genoom in (bijna) al onze cellen aanwezig is, hangt de functie van elke individuele cel uiteindelijk af van welke genen ze afschrijft en vertaalt tot eiwitten. De gehele set van alle eiwitten die op een gegeven moment en onder bepaalde condities in een cel worden geproduceerd, noemen wetenschappers het proteoom. Het proteoom is dus als het ware het ‘gezicht van het genoom’. De studie van het proteoom – in de wandelgangen omschreven als proteomics - tracht dus zoveel mogelijk eiwitten tegelijkertijd te detecteren, te identificeren en te kwantificeren. Daarvoor worden scheidingstechnieken als 2D-gelelektroforese gebruikt. Maar die hebben als nadeel dat ze moeilijk te automatiseren zijn. Net terwijl doorgedreven automatisering en ‘hoge doorvoer’technieken vandaag de motor zijn van het moderne biomedisch onderzoek. Kris Gevaert en Joël Vandekerckhove van het VIB-departement Medisch Proteïne Onderzoek (UGent) ontwikkelden recent een elegante techniek waarbij ze de ‘manuele’ 2D-elektroforese vervingen door een geautomatiseerde chromatografiestap. Het afgelopen jaar wisten ze hun methode nog aan te passen waardoor de interpretatie van de resultaten sterk wordt vereenvoudigd. Meteen komt hun techniek in aanmerking voor zowat alle proteomics-toepassingen. Met deze nieuwe technologie zal het proteoomonderzoek in een versnelling komen. Wetenschappers verwachten dat deze ontwikkelingen van grote betekenis zijn voor de manier waarop we in de toekomst ziekten zullen onderzoeken en beschrijven. We zullen in staat zijn om het eiwitpatroon van een ‘zieke’ cel te vergelijken met dat van een ‘gezonde’ cel. Aan de hand van dat patroon - zeg maar het ‘gezicht van de cel’ - kunnen we te weten komen welke moleculaire mechanismen leiden tot ziekte. Daarom hebben artsen en onderzoekers hoge verwachtingen in de analyse van het proteoom.
Van de Putte et al., American Journal of Human Genetics, 72, 465-470 (2003).
14
Gevaert et al., Nature Biotechnology, 21, 566-569 (2003).
Twee voor de prijs van één
Cellen zijn omgeven door een membraan. Het is een dubbelwandig vliesje opgebouwd uit vetten en eiwitten. Ze beschermen de fragiele inhoud van de cel tegen de buitenwereld. Maar deze afscherming heeft ook een keerzijde: ze belet dat tal van voedingsstoffen de cel binnen geraken. Om dat probleem op te lossen, heeft de cel op haar membraan eiwitten die instaan voor de migratie van moleculen doorheen het membraan. Deze eiwitten worden ‘transporters’ genoemd. Johan Thevelein en zijn team van het VIB-departement Moleculaire Microbiologie (K.U.Leuven) bestuderen deze
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:08 PM
Page 15
jaarverslag 2004
eiwitten bij gisten. Wat ze leren over de functie van transporters bij gisten, kunnen ze ook toepassen op hogere organismen zoals de mens. Vele van de eiwitten die bij de gist voorkomen, hebben immers een gelijkaardige functie in mensencellen. Ze toonden recent aan dat een transporter van aminozuren – GAP1, van ‘general amino acid permease’ – niet alleen een functie heeft als transporter, maar ook werkt als een ‘verklikker’. Naast de begeleiding van aminozuren door het membraan, zorgen deze eiwitten ook voor de aanschakeling van de ‘proteïne kinase A’-signaalketen in de gistcel. Deze signaalketen activeert belangrijke regulatiemechanismen van het metabolisme. Ook bij dierlijke cellen, met inbegrip van zoogdiercellen, speelt deze signaalweg een cruciale rol in de controle van stofwisseling, groei en ontwikkeling van de cel. Tot nu beperkte de kennis over de activatie van signaalwegen bij eukaryote cellen zich tot receptoren voor bijvoorbeeld hormonen, feromonen en groeifactoren. Er waren wel indirecte aanwijzingen dat de transporters zelf een regulerende functie hadden, maar er was in geen enkel geval duidelijke evidentie voor. Die evidentie is er nu dankzij de Leuvense onderzoekers wel. De consequenties van deze nieuwe inzichten zijn zeer groot: vermits alle eukaryote cellen beschikken over een hele reeks transporters voor voedingsstoffen, is de kans groot dat we nu meer te weten komen over tal van ongekende ‘sensor’-eiwitten. Het is niet uitgesloten dat wijzigingen in de sensorfunctie van dergelijke transporters een rol spelen in de gevoeligheid voor bepaalde ziektes. Bovendien zouden deze eiwitten goede doelwitten kunnen zijn voor nieuwe geneesmiddelen, want de sensor/transporters bevinden zich gedeeltelijk aan de buitenzijde van het membraan. Dat hebben ze gemeen met de klassieke receptoren, en daarop werkt ongeveer de helft van alle bestaande geneesmiddelen in. Donaton, et al., Molecular Microbiology, 50, 911-929 (2003). Giots, et al., Molecular Microbiology, 47, 1163-1181 (2003).
15
gezondheid
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:09 PM
Page 16
ONDERZOEK
Plantenonderzoek De plant begrijpen… … tot in zijn diepste vezels Zonder planten zou het geen leven zijn op onze planeet. Planten vormen de fundamenten van de meeste ecosystemen: ze zorgen voor ons voedsel, voor de zuurstof in de lucht en voor brandstof. Bovendien zijn planten belangrijk als grondstof voor diverse takken van de industrie. Soms zijn daar heel onverwachte toepassingen bij: zo werden talloze medicijnen voor het eerst afgezonderd uit planten en planten vormen nog altijd een belangrijke bron voor de productie van geneesmiddelen, kleur-, smaak- en geurstoffen. Daarom is botanisch onderzoek zo belangrijk. Planten zijn niet alleen het fundament van de natuur, ze vormen ook een belangrijke schakel in onze economie.
Sinds het DNA van de zandraket (Arabidopsis) en de rijstplant volledig zijn ontrafeld, zit het plantenonderzoek in een hogere versnelling. Zeker nu ook de gehele DNA-sequenties van de populier en de Lotus in aantocht zijn. Plantenonderzoekers van VIB staan mee in de frontlinie om de golven aan informatie te integreren tot een systematisch en overzichtelijk geheel. Die integratie vertaalt zich hoe langer hoe meer tot systeembiologie.
Hier vindt u een aantal hoogtepunten uit het VIB-onderzoek van 2003. Een meer gedetailleerde weergave staat beschreven in het wetenschappelijk rapport 2004.
16
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:09 PM
Page 17
jaarverslag 2004
De plant als systeem: wiskunde brengt plantenbiologie in hogere versnelling
Genomics en functionele genomics veranderen op een fundamentele manier de wijze waarop onderzoekers als Dirk Inzé en zijn medewerkers van het VIB-departement Planten Systeembiologie (UGent) naar de plant kijken. Ze verlaten steeds meer het reductionistische ‘één gen-één eiwit-één functie’-denken van het pre-genomicstijdperk. Voor hen breekt de tijd aan om een globaal zicht te krijgen op het geheel van cellulaire en moleculaire processen binnen de plant. Ze beschouwen de plant meer en meer als een systeem dat ze aan de hand van een wiskundig model kunnen beschrijven. In dat model zit de vloed aan gegevens verwerkt, afkomstig uit de plantengenomics, plantenproteomics, kinetica van enzymen, cellulaire en subcellulaire lokalisatie van eiwitten enzovoort. Naarmate het model stapje voor stapje wordt verfijnd, zal het steeds meer de realiteit van het dagelijkse plantenleven benaderen. Uiteindelijk moet het model zelfs in staat zijn om het gedrag van de plant te voorspellen als bijvoorbeeld de externe omstandigheden veranderen. Op het eerste zicht lijkt het sciencefiction, maar er zijn tal van andere wetenschappelijke disciplines waar het modelleren van complexe natuurlijke fenomenen schering en inslag is. Weermodellen bijvoorbeeld zijn ook wiskundige formules die een complexe natuurlijke werkelijkheid beschrijven en die dagelijks met duizenden gegevens worden gevoed om het weer van morgen te voorspellen… niet altijd 100% exact, maar meestal toch vrij nauwkeurig. Volgens de Gentse onderzoekers is het daarom niet ondenkbaar dat ook de moleculaire mechanismen in een plantencel kunnen gevat worden in een wiskundig model. Om dat te kunnen moeten drie disciplines zich verder ontwikkelen en met elkaar worden geïntegreerd: functionele genomics, bio-informatica en computationele biologie en biologie op zichzelf. De functionele genomics moet via hoge doorstroommethoden massale hoeveelheden gegevens van biologische systemen aanbrengen. Die moeten door de bio-informatica en de computationele biologie worden verwerkt, geanalyseerd en geïntegreerd in modelnetwerken. En als sluitstuk zijn er de biologen om de
plantenonderzoek
relevante vragen te formuleren. Alleen als alle drie aanwezig zijn, is het mogelijk een holistische visie op de plantencel en de plant in zijn geheel te ontwikkelen. Inzé en zijn medewerkers zijn in de eerste plaats geïnteresseerd in celdeling en groei van plantencellen. Ze brengen daarbij een klassieke, reductionistische werkwijze – een gen per gen identificatie en functiebepaling – samen met de ontwikkeling van nieuwe technologieën die een springplank vormen voor de toekomstige systeembiologie. Daarmee bevinden ze zich in de frontlinie van het plantenonderzoek. Als erfgenamen van Jeff Schell en Marc Van Montagu vinden de Gentse onderzoekers van zichzelf dat ze verplicht zijn om zich in die frontlinie te begeven. Beemster et al., Trends in Plant Science, 8, 154-158 (2003). Hilson et al., Current Opinion in Plant Biology, 6, 426-429 (2003). Hashimoto and Inzé, Current Opinion in Plant Biology, 6, 517-519 (2003). De Veylder et al., Current Opinion in Plant Biology, 6, 536-543 (2003).
Medicijnfabriek
Alain Goossens en Drik Inzé van het VIB-departement Planten Systeembiologie (UGent) ontwikkelden een experimentele benadering om plantengenen te identificeren die voor de aanmaak van secundaire metabolieten zorgen. De techniek laat toe om expressieprofielen op te stellen zonder enige voorafgaande kennis van de sequentie van de genen. Dat is ongetwijfeld een belangrijk voordeel ten opzichte van microroostertechnieken, waarvoor de sequentie wel moet gekend zijn. De onderzoekers pasten hun techniek toe op de jasmonaatsignaalketen in de tabaksplant. Jasmonaat is een stof die beschadigde of gestresste plantencellen produceren om de naburige plantencellen aan te zetten zich klaar te maken voor de verdediging. Jasmonaat activeert een hele biochemische waterval van reacties waarbij honderden eiwitten betrokken zijn. De plantencel produceert dan onder meer fungiciden en antibacteriële agentia als bescherming tegen schimmels en bacteriën. Goossens en Inzé brachten een resem nieuwe genen in kaart waarvan voordien niet geweten was dat ze werden aangeschakeld door de jasmonaatsignaalketen. Bovendien is het voor de plantenbiologen belangrijk om een volledig beeld te krijgen van het hele moleculaire mechanisme van dergelijke signaalketens. Op termijn willen ze onderzoeken of ze door dergelijke signaalketens aan te passen, de plant ook kunnen inzetten om medicijnen voor de mens te produceren. Niet zo’n gek idee overigens, want planten zijn in staat om duizenden verschillende kleine biomoleculen te fabriceren – door plantenbiologen secundaire metabolieten genoemd. Een groot aantal van deze stofjes vertonen een interessante biologische activiteit met mogelijke toepassingen als geneesmiddel, insecticide of kleur-, smaak- en geurstof. Kortom… de plant als fabriek van geneesmiddelen.
Onderzoekers volgen de expressiepatronen in de wortels van Arabidopsis,
Goossens et al., Proceedings of the National Academy of Sciences of the
een belangrijke modelplant.
USA, 100, 8595-8600 (2003).
17
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:10 PM
Page 18
ONDERZOEK
Service faciliteiten technologie centraliseren… … om onderzoek te stimuleren In zijn diverse laboratoria beschikt VIB over een brede waaier van geavanceerde technologieën en expertises. Vanzelfsprekend staan deze technologieën ter beschikking van alle VIB-wetenschappers en vindt er een voortdurende uitwisseling plaats tussen de verschillende departementen. Voorbeelden zijn de SPF-faciliteiten voor transgene proefdieren, technologieën om de vorm van eiwitten te bepalen, geavanceerde microscopische technieken enzovoort. Voor een aantal ontluikende hoge doorstroomtechnologieën werden drie servicefaciliteiten opgericht: de MicroroosterFaciliteit (K.U.Leuven), de Proteomics-Faciliteit (UGent) en de Genetische Analyse-Faciliteit (UA). Die zijn toegankelijk voor VIB-onderzoekers en bovendien staan ze ten dienste van alle academische en industriële onderzoekers in Vlaanderen.
Hier vindt u een aantal hoogtepunten uit het VIB-onderzoek van 2003. Een meer gedetailleerde weergave staat beschreven in het wetenschappelijk rapport 2004.
18
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:10 PM
Page 19
jaarverslag 2004
Alles op de chip
De microroosterfaciliteit van VIB heeft, naast de verdere ontwikkeling van de eigen technologische knowhow, haar technologieplatform uitgebreid door overeenkomsten af te sluiten met Affymetrix, Agilent Technologies en Amersham Biosciences. Daarmee beschikt de faciliteit nu over de drie belangrijkste commercieel beschikbare microroostertechnologieën. De faciliteit beschikt over ‘huisgemaakte’ microroosters met 21 000 cDNA-sequenties van de mens, 22 000 cDNA-sequenties van de muis, 26 000 geëxpresseerde genfragmenten van Arabidopsis (de zandraket) en microroosters met het volledige genoom van de gist. Tevens heeft de faciliteit vanaf nu toegang tot de commerciële microroosters: GeneChip® (Affymetrix), Agilent SurePrint (Agilent Technologies) en CodeLink™ (Amersham Biosciences). In tegenstelling tot de roosters ‘van het huis’, zijn de commerciële roosters gebaseerd op oligonucleotiden. Met behulp van deze roosters kunnen de VIB-onderzoekers expressie-experimenten uitvoeren op volgende organismen: mens, muis, rat, C. elegans, Drosophila, Arabidopsis, gist, Pseudomonas aeruginosa en E. coli. De faciliteit is gehuisvest in gebouwen van de K.U.Leuven, staat onder leiding van Paul Van Hummelen en telt inmiddels zeven medewerkers. Met meer dan duizend microroosterexperimenten, die zeven miljoen datapunten opleverden, is de servicegroep uitgegroeid tot een steunpilaar van menig VIB-onderzoeker. Dit resulteerde in een aantal wetenschappelijke publicaties met hoge impact (zie onderaan). Verder werken de onderzoekers van de microroosterfaciliteit verder aan de optimalisatie van hun eigen technologie. Ze zoeken steeds naar nieuwe wegen om hun experimenten nog nauwkeuriger en met grotere efficiëntie te kunnen uitvoeren. Pappaert et al., Journal of Chromatography A, 1014, 1-9 (2003). Dabrowski et al., Journal of Neurochemistry, 85, 1279-1288 (2003). Autiero et al., Nature Medicine, 9, 1-8 (2003). Vlieghe et al., Journal of Cell Science, 116, 4249-4259 (2003). Crowe et al., Nucleic Acids Research, 31, 156-158 (2003). www.vib.be/microarray
De jacht op eiwitten
Nu het erfelijk materiaal van mens en talrijke andere organismen in kaart is gebracht, blijkt dat veel organismen genetisch maar weinig van elkaar verschillen. Mens, muis, zebravis en zandraket hebben niet alleen bijna evenveel genen - rond de dertigduizend -, bovendien lijken heel veel van die genen op elkaar. Toch verschilt een mens van een muis en een zebravis van een zandraket. Die verschillen kunnen dus niet alleen verklaard worden door verschillen in DNA. Ze moeten liggen in de regulering van al die genen, in de wijzigingen die een cel aanbrengt aan de eiwitten na hun productie en in de verhoudingen tussen de duizenden verschillende eiwitten in de cel. Daarom is de nieuwste stap in de moleculaire race om de werking van de cel te begrijpen,
service faciliteiten
het ophelderen van het proteoom - het totale eiwitpakket in cellen. Kennis van welke eiwitten wel en niet gemaakt worden in een bepaalde cel en begrip van waar die eiwitten precies voor zijn, kan onderzoekers een flink pak vooruit helpen. Vanwege zijn gevoeligheid, snelheid en graad van automatisering vormt massaspectrometrie (MS) een onvervangbare techniek om eiwitten te analyseren en te identificeren. In combinatie met een aantal voorafgaande scheidingstechnieken, is MS gevoelig genoeg om enkele honderden kopieën van eiwitten of eiwitfragmenten te identificeren in de complexe biosoep die de cel is. Voor het bio-onderzoek is deze technologie zo belangrijk, dat VIB besloot er een servicefaciliteit rond op te zetten. De faciliteit beschikt over een state-of-the-art uitrusting om eiwitten en eiwitfragmenten te identificeren. Deze proteomics service werd in 2001 opgestart en werd in de eerste jaren uitgebouwd op basis van de MALDI-TOF-MS-analyse. Vanaf 2004 zal de service van de Proteomics Faciliteit uitgebreid worden door ze als een service-eenheid te integreren in het VIB-onderzoeksdepartement Medisch Proteïne Onderzoek onder leiding van Joël Vandekerckhove, zodat de technologieën en expertises daar aanwezig eveneens ter beschikking komen. www.vib.be/proteomics
SNP’s maken het verschil
Na het in kaart brengen van het menselijk genoom, hebben genetici zich op de genetische variabiliteit geworpen: ze willen een volledige atlas opstellen van de verschillen in het genoom. Immers, die verschillen in het genoom zorgen ervoor dat we allen uniek zijn, maar tevens bepalen die verschillen onze genetische gevoeligheid voor tal van aandoeningen waaronder hart- en vaatziekten, diabetes, kanker, dementie… en zelfs de efficiëntie van geneesmiddelen. Het grootste deel van die genetische verschillen bestaan overigens uit enkelvoudige basenveranderingen. In het jargon worden die ook afgekort met het letterwoord SNP’s (snips) – van single nucleotide polymorphisms. Om het belang van DNA sequentie- en genetische analyse te onderstrepen, werd aan de Universiteit Antwerpen in het departement Moleculaire Genetica een centrale servicefaciliteit opgebouwd rond genetische analyse, en DNA-sequentiebepaling. De faciliteit, onder leiding van Jurgen Del-Favero, heeft zich gespecialiseerd in SNPen mutatiedetectie en analyse, tandem-repeat genotypering, DNA-sequentieanalyse en ondersteuning op het vlak van bioinformatica. De faciliteit beschikt over een geïntegreerd en state-of-the-art genetisch screening technologieplatform gebaseerd op de meest moderne genotypering- en sequentietechnieken. De technologie van de faciliteit is ruim toepasbaar in diverse domeinen: veeteelt en landbouw, forensische wetenschap, menselijke genetica, basisonderzoek, farmacogenetica… www.vib.be/geneticservice
19
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:11 PM
Page 20
Technologietransfer De uitvindingen van VIB-onderzoekers kunnen op langere termijn de basis vormen voor nieuwe maatschappelijke en industriële toepassingen, zoals diagnostica en geneesmiddelen. VIB zal, als onderzoeksinstelling, deze producten niet zelf commercialiseren. Om de behaalde resultaten toch tot bij de burger te brengen, sluit VIB overeenkomsten af met bedrijven die de uitvindingen verder willen ontwikkelen en commercialiseren.
Technologietransfer legt dus de brug van het academisch onderzoek naar de bedrijfswereld. Het proces is in grote lijnen opgebouwd uit drie opeenvolgende stappen: 1. uitvindingen opsporen die niet alleen wetenschappelijke doorbraken zijn maar ook de basis kunnen vormen van nieuwe industriële toepassingen; 2. eigendomsrechten bekomen op deze uitvindingen onder meer door octrooiaanvragen in te dienen; 3. de uitvindingen omzetten naar marktrijpe producten door overeenkomsten af te sluiten met bestaande bedrijven of start-ups op te richten. De kennis en de expertise van onze onderzoekers en in het bijzonder hun uitvindingen, zijn de grondstof voor de technologietransferactiviteiten. Uitvindingen kunnen variëren van een nieuwe medische toepassing met een welbepaald eiwit, over een methode om de groei van gewassen te bevorderen, tot een technologie om eiwitprofielen te vergelijken van gezonde en zieke weefsels. In 2003 genereerden de VIB-wetenschappers 54 uitvindingen. Dit brengt het totaal aantal gerapporteerde uitvindingen sinds de start van VIB op 369. Ongeveer 45% van deze uitvindingen wordt vertaald in een octrooiaanvraag.
20
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:12 PM
Page 21
jaarverslag 2004
De octrooiportfolio
In 2003 werden 30 octrooiaanvragen ingediend, het grootste aantal sinds de opstart van VIB. De octrooiportfolio van VIB steeg 12% ten opzichte van 2002 en omvatte eind 2003 143 actieve octrooifamilies. Iets meer dan de helft van de octrooiaanvragen bevindt zich in de nationale fase, bijna een vierde in de PCT-fase en ongeveer een kwart in het prioriteitsjaar. Voor 19 octrooifamilies werden ondertussen één of meerdere octrooien verleend aan VIB. Dit brengt het totaal aantal verleende octrooien op 39. VIB verstrekte al licenties aan bedrijven voor 48% van de octrooiaanvragen in de nationale fase, voor 26% van de aanvragen in de PCT-fase en voor 17% van de aanvragen in het prioriteitsjaar.
technologietransfer
gezamenlijk ongeveer 170 mensen tewerk. De derde VIB-startup, Ablynx nv (opgericht in 2002), groeide in 2003 van 12 tot 30 werknemers.
De VIB bio-incubator
VIB stelt een bio-incubator van 3 750 m2 ter beschikking van startende en jonge bedrijven in het domein van de levenswetenschappen. Ook O&O-intensieve afdelingen van grotere bedrijven zijn welkom. In 2003 maakten 6 biotechbedrijven hiervan gebruik: Methexis Genomics nv, Algonomics nv, Devgen nv, Biotechnology Investment Partners nv (BIP nv), BioMaric nv en Ablynx nv.
Overeenkomsten met bedrijven FlandersBio vzw In 2003 sloot VIB 47 O&O- en licentieovereenkomsten af. Op jaarbasis is dit het hoogste aantal sinds de oprichting van VIB en brengt dit het totaal aantal overeenkomsten op 183. 44% van deze overeenkomsten werden afgesloten met in Vlaanderen gevestigde bedrijven, 28% met Europese en 28% met Amerikaanse bedrijven. Zo ondertekende VIB in 2003 onder meer overeenkomsten met Innogenetics, Thromb-X, Galapagos, Tigenix, 4AZA, Johnson & Johnson, Pfizer, Novartis en Abbott. In deze nieuwe contracten met bedrijven werd ongeveer 3,3 miljoen euro vastgelegd aan O&O investering in VIB-departementen. Dit is 10% meer dan vorig jaar.
VIB nam in 2003 het initiatief om samen met een groot aantal CEO’s van Vlaamse biotechbedrijven in 2003 FlandersBio vzw op te richten. Deze organisatie verenigde eind 2003 al nagenoeg alle pur sang biotechbedrijven en investeerders in de regio. FlandersBio wenst zich te ontplooien tot een heuse biotechcluster. Synergieën ontwikkelen tussen de regionale actoren en profileren van de Vlaamse biotech in Europa en de wereld, zijn twee belangrijke objectieven van de cluster. Het einddoel is de verdere uitbouw van Vlaanderen als een hoogcompetitieve regio in het domein van de levenswetenschappen.
Start-ups
Een van VIB’s doelstellingen is nieuwe biotechbedrijven oprichten. VIB bouwt in nauw overleg met de onderzoekers aan technologieplatformen die de basis kunnen vormen voor een nieuw bedrijf. Na een conceptfase stelt VIB een ondernemingsplan op. Daarna begint de zoektocht naar ervaren managers om het bedrijf te leiden, en naar binnen- of buitenlandse investeerders die in de start-up willen investeren. In 2003 werd een ondernemingsplan opgesteld rond een nieuwe technologie- en productportfolio die de basis kan vormen voor de ontwikkeling van innovatieve biomerkers. Biomerkers vinden toepassing in diverse sectoren zoals de diagnostiek, de ontwikkeling van geneesmiddelen en de voedingssector. VIB begon eind 2003 industriële partners en investeerders te zoeken. De eerste overeenkomst met een topfarmabedrijf is ondertekend en er zijn er drie andere in onderhandeling. Begin 2004 zal VIB de mogelijkheid evalueren om een leefbare start-up rond het platform op te zetten.
Gezamenlijke internationale missies van Vlaamse biotechbedrijven
Als prelude op de internationale uitstraling van de Vlaamse biotechcluster coördineerde VIB reeds de gezamenlijke deelname van een aantal biotechbedrijven aan de Noord-Amerikaanse biotechbeurs BIO2003 in Washington waar samen met de Waalse sectorgenoten een Belgisch paviljoen werd opgezet. Tevens coördineerde VIB de deelname van een aantal bedrijven aan BIO-Japan.
Twee vroegere start-ups van VIB, Devgen nv (opgericht in 1997) en CropDesign nv (opgericht in 1998) stelden in 2003
21
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:12 PM
Page 22
Maatschappij bruggen bouwen door communicatie Biotechnologie staat niet stil. Nieuwe ontwikkelingen volgen elkaar op, sommige zijn hoopgevend, andere geven sommigen een gevoel van onrust en onzekerheid. Voor een groot deel van de bevolking is een aantal flarden uit de pers de enige informatiebron over biotechnologie. Communiceren is dus essentieel. In 2003 was dit niet anders. Heel wat informatie vond zijn weg naar het grote publiek. Denk maar aan de dood van Dolly, het gekloonde schaap, dat oude ‘zekerheden’ ontkrachtte en aan de basis lag van nieuwe (on)zekerheden. Van een aantal ziekten achterhaalden wetenschappers in 2003 mogelijke oorzaken, meestal het begin van een lange zoektocht naar een nieuw geneesmiddel. VIB communiceert op verschillende manieren over deze en andere aspecten van biotechnologie en wil met wetenschappelijk onderbouwde informatie een gefundeerd maatschappelijk debat ondersteunen.
22
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:13 PM
Page 23
jaarverslag 2004
Vraag en aanbod
VIB heeft een brede waaier van educatief materiaal over biotechnologie en haar toepassingen. De communicatiemiddelen zijn specifiek afgestemd op verschillende doelgroepen, zoals politici, pers, leerkrachten en jongeren. Op www.vib.be/info staat een volledig overzicht van VIB’s boeken, brochures, dossiers, voordrachten, lesmateriaal en schoolwedstrijden. In 2003 bereikte het communicatieprogramma van VIB ongeveer 100 000 mensen. De grootste groepen kwamen in contact met VIB via de website, een krantenartikel of TV-interview over het onderzoek, een bezoek aan de tentoonstelling ‘Eet es genetisch’ of door het bijwonen van een voordracht over erfelijkheid of biotech toepassingen. Scholen weten VIB te vinden om een electroforesekit te ontlenen en informatiemateriaal aan te vragen zoals de brochures of het nieuwe lespakket op CD-rom. De specifieke vragen die bij VIB terecht komen, krijgen een meer persoonlijke aanpak.
In het Vlaamse land...
In 2003 ontwikkelde VIB een aantal nieuwe communicatiemiddelen, zoals een boek, verschillende dossiers en een schoolproject. Uiteraard was er ook nog plaats voor de ondertussen vaste waarden, zoals de brochures, ‘Eet es genetisch’, farmers@work en de website. Al werd die laatste in een volledig nieuw jasje gestoken en de inhoud ervan grondig aangepakt.
Eet es genetisch
‘Eet es genetisch’, de interactieve tentoonstelling over biotechnologie in landbouw en voeding, stond in 2003 in Hortus Michel Thiery, een afdeling van het Gentse Schoolmuseum. Op algemene vraag van verschillende scholen werd ze verlengd tot eind 2003. In de tentoonstelling werden heel wat aspecten van de hedendaagse biotechnologie voorgesteld. En voor diegenen die een rondleiding wensten in deze vaak toch nieuwe wereld van biotechnologie,
maatschappij
waren er 22 ervaren en enthousiaste gidsen, waaronder heel wat wetenschappers uit de VIB-departementen. De tentoonstelling trok vooral scholen. Veel leerkrachten die de tentoonstelling de afgelopen jaren bezochten, kwamen een derde of vierde keer terug met een andere klas. In 2003 trok ‘Eet es genetisch’ meer dan 9 000 mensen, en dit zonder bijkomende publiciteit. Het totale bezoekersaantal van de interactieve tentoonstelling overschreed de 30 000 in de twee jaar dat ze opgesteld stond.
farmers@work
Het vakoverschrijdende schoolproject ‘farmers@work’ richtte zich tot jongeren van de 2de en de 3de graad humaniora en bood in de tweede editie (2002-2003) 315 leerlingen en leerkrachten de kans zich te verdiepen in landbouw en voeding. Naast gentechnologie, kwamen in dit project de biologische en gangbare landbouw aan bod. De leerlingen verzamelden een heel jaar lang informatie en werkten een project uit waarin ze de verschillende teelten benaderden. Ze ontdekten zelf het belang en de waarde van nieuwe en bestaande technologieën en benaderden dit kritisch. www.farmersatwork.be brengt een uitgebreid pakket aan informatie en gaf de deelnemers van de wedstrijd tegelijkertijd de kans een bezoek te brengen aan een boerderij, te chatten met boeren die genetisch gewijzigde gewassen telen en in contact te komen met een expert naar keuze. De jongeren goten een genuanceerde, evenwichtige kijk op landbouw en voeding in een mooie vorm zoals een website, een gezelschapsspel of een videofilm. Uit de inzendingen werden 10 laureaten geselecteerd die hun project op een slothappening in Gent in publiek voorstelden. De 3 winnaars ontvingen hun prijs uit handen van toenmalig minister van volksgezondheid, consumentenzaken en leefmilieu, Jef Tavernier.
scientists @ work. Een schoolproject van VIB
‘Eet es genetisch’
scientists@work
farmers@work werd beschouwd als een voorbeeldproject om leerdoelstellingen in praktijk te brengen en leverde fantastische projecten op. Toch blijft het een arbeidsintensief project dat veel vraagt van leerkrachten en leerlingen, waardoor de respons misschien eerder beperkt bleef. Het nieuwe VIB-schoolproject ‘scientists@work’ legt andere accenten. Levenswetenschappen en gentechnologie in het algemeen staan centraal. Zo komen verschillende topics aan bod die relevant zijn in de leerplannen, zoals medische wetenschap, landbouw en voeding, bioinformatica, milieu en industriële biotechnologie. Het project is daarenboven zo opgesteld dat het binnen de lesuren past.
23
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:14 PM
Page 24
scientists@work brengt 14- tot 18-jarigen bij de onderzoekers in hun labo. Onder begeleiding van een ‘echte’ wetenschapper werken de scholieren een project uit dat kadert in diens onderzoek. Om meer informatie over het onderwerp te bekomen, kunnen de leerlingen hun vragen via email stellen aan Europese wetenschappers. Dit is mogelijk dankzij de medewerking van EFB (The European Federation of Biotechnology). Elke groep maakt een eindwerk en 10 laureaten zullen dit kunnen voorstellen tijdens een slothappening in de Aula van de UGent. scientists@work is er in geslaagd meer mensen te bereiken; 77 groepen uit 54 scholen zijn goed voor 845 scholieren uit alle Vlaamse provincies. Een 40tal wetenschappers laten hen kennis maken met de boeiende wereld van de biotechnologie.
BioTrom, een rondje biotechnologie
De nieuwe VIB-website
De BioTrom is een CD-rom die zich richt tot iedereen die wat meer wil weten over gentechnologie. Naast de geactualiseerde informatie uit het ‘Lespakket Biotechnologie’ van 1999, biedt de CD-rom ook een visuele voorstelling. De CD-rom brengt een selectie van de meest courante of veelbelovende technieken van gentechnologisch onderzoek, met als omkadering de basismechanismen in de cel.
ze algemene info over het instituut, de organisatie en zijn bestuursorganen en anderzijds komen de 3 kernactiviteiten van VIB -onderzoek, tech transfer en educatie & informatieuitgebreid aan bod. Sinds de lancering op 22 september bezochten ongeveer 25 000 mensen de nieuwe VIB-website. De website is nu meer dan ooit de plaats waar de pers terecht kan voor het nieuwste dat VIB te bieden heeft, waar leerlingen en leerkrachten hun informatie halen over het schoolproject waaraan ze deelnemen, waar geïnteresseerde leken meer te weten komen over biotechnologie en de maatschappelijke consequenties ervan. Maar in de eerste plaats biedt de website een duidelijk overzicht over het baanbrekend onderzoek van de zowat 60 VIB-onderzoeksgroepen.
Genen op je bord
VIB werkte samen met de UGent aan het boek ‘Genen op je bord’ dat door de Nederlandse uitgever Natuurwetenschap en Techniek werd uitgebracht. In het boek wordt er een kader gecreëerd dat moet toelaten om de hedendaagse landbouw en zijn De BioTrom
In de BioTrom komen verschillende aspecten op een inleidende tot zeer gedetailleerde manier aan bod. Zo geeft de CD-rom een overzicht van de onderdelen van een cel, een filmpje van een celdeling en een animatie die weergeeft hoe DNA omgezet wordt in eiwitten. Maar ook basistechnieken zoals klonen, knippen en plakken, de aanmaak van monoklonale antilichamen en PCR komen aan bod. De virtuele labo’s geven een goed idee over hoe het voelt om in een biotechlabo te werken. De aangehaalde toepassingen en historiek plaatsen het geheel in een breder kader.
Nieuw: www.vib.be
De website van VIB werd totaal vernieuwd en bevat verschillende onderdelen naar analogie met VIB’s acitiviteiten. Enerzijds brengt
24
Genen op je bord
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:14 PM
Page 25
jaarverslag 2004
toekomst beter te begrijpen. In zeven hoofdstukken wordt de historiek en de moderne (duurzame) landbouw in beeld gebracht: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Landbouw gisteren en vandaag Op weg naar een duurzame landbouw Vee op stapel Micro-organismen in de voeding Voedselveiligheid op de korrel Landbouw en milieu Landbouw in de derde wereld
2003: het jaar van de publieksfora over gentechnologie
VIB verleende in 2003 zijn medewerking als deskundige aan diverse publieksfora over gentechnologie, zoals het publieksforum over genetische testen georganiseerd door de Koning Boudewijn Stichting, de gemeentelijke publieksfora in Gembloux en in Beernem georganiseerd in opdracht van de federale minister van volksgezondheid en leefmilieu en het publieksforum over genetisch gewijzigd voedsel georganiseerd door het Vlaams Instituut voor Wetenschappelijk en Technologisch Aspectenonderzoek (VIWTA).
maatschappij
Zo benaderde VIB onder meer tijdens de verkiezingsperiode de sleutelfiguren uit de federale politiek met informatie rond 7 thema’s en concrete aanbevelingen voor actie door de nieuw te vormen federale regering. Hierbij ging de aandacht vooral uit naar veldproeven met genetisch gewijzigde gewassen, het Europese de facto moratorium op markttoelatingen voor GGO’s, celtherapie en octrooien op biotechnologische uitvindingen.
Gemeentes willen informatie
In veel gemeentes worden vragen gesteld over biotechnologie. Sommige komen er zelfs rechtstreeks mee in aanraking, bijvoorbeeld wanneer een instelling een milieuvergunning aanvraagt voor een laboratorium of serre met genetisch gewijzigde organismen of voor een veldproef. Daarom biedt VIB de Vlaamse gemeentes informatie aan aan de hand van een voordracht over biotechnologie. In 2003 gingen 15 gemeenteraden op dat aanbod in. VIB wil vooral inzicht geven in de betrokken regelgeving.
VIB gaat internationaal... VIB-dossiers
Eind 2003 publiceerde VIB twee nieuwe dossiers: ‘De Vlaamse consument en genetisch gewijzigde voeding’, en ‘Genetisch gewijzigde gewassen: economische impact op EU- en wereldschaal’. Beide publicaties vloeien voort uit projecten van het maatschappelijk onderzoeksprogramma van VIB en vormen er de afsluiting van.
In 2003 zag het internetplatform van ECOD-BIO (Effective Communication and Dissemination of Bioscience Information in Europe) het licht. ECOD-BIO is een project dat gefinancierd wordt door de Europese Commissie. Samen met VIB bouwen 6 Europese partners aan een pan-Europees netwerk van biotechcommunicatoren. Het doel is om de aangewezen methodes te definiëren voor communicatie met verschillende doelgroepen; het brede publiek, scholen, media, beleidsmakers en professionelen (zoals wetenschappers, landbouwers en artsen). Op het internetplatform www.intranet.ecod-bio.org/index.php worden nieuwe communicatiestrategieën beschikbaar gemaakt en geëvalueerd.
De twee nieuwe VIB-dossiers
Wetgeving
VIB spant zich ook in de betrokken overheden en overheidsdiensten te informeren in de voorbereiding op het voortdurend wijzigend regelgevend kader inzake biotechnologie.
25
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:15 PM
Page 26
Personeel Innovatie en technologietransfer zijn gebaseerd op kennis en technologie, maar blijven in hoofdzaak een kwestie van mensen. Voor VIB zijn de medewerkers dan ook het belangrijkste actief van de organisatie.
Het VIB-concept: samenwerking met de universiteiten
Eind 2003 bestond het VIB personeelsbestand uit 865 personen (823 voltijdse equivalenten) waaronder 59 groepsleiders en 451 post- en predoctorale medewerkers, ondersteund door 318 leden van het technisch en ondersteunend personeel en de 37 stafleden van VIB-hoofdkantoor. Eigen aan het VIB-concept is het partnerschap met de Vlaamse universiteiten en de innesteling van de onderzoeksdepartementen op de universitaire campussen. Beide partijen (VIB en de betrokken universiteiten) investeren evenredig en gebundeld in de betrokken onderzoeksgroepen. Deze hechte band tussen de universiteiten en VIB blijft uitermate belangrijk voor een gunstige evolutie van het VIB-onderzoek. Het partnership van VIB met 4 Vlaamse universiteiten (Gent, Leuven, Antwerpen en Brussel) leidt voor de betrokken partijen tot een grotere kritische massa zowel wat betreft het aantal wetenschappers en technici, als wat betreft financiering en toegang tot doen op gemeenschappelijke faciliteiten en technologieën. Alle partijen plukken zo mee de vruchten van de gezamenlijke inspanningen. Het partnerschap vertaalt zich ook in de gezamenlijke personeelsbestanden in de VIB-onderzoeksdepartementen. Van het totaal personeelsbestand zijn er 346 VIB-werknemers (op VIB-betaalrol) en 519 universitaire medewerkers op de betaalrol van de universiteiten of gefinancierd via persoonsgebonden financiering (FWO- of IWT-beurs).
26
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:16 PM
Page 27
jaarverslag 2004
Uit het personeelsbestand blijkt dat 96 % van alle VIBmedewerkers (VIB- en universitaire betaalrol samen) rechtstreeks actief is in het onderzoek. 66 % van het personeel heeft een universitaire opleiding; 32 % van de werknemers is in doctoraatsopleiding is. Vrouwen zijn, met hun 53%, goed vertegenwoordigd in het VIB-personeelsbestand.
personeel
naar een omgekeerde beweging, meer bepaald ‘hersenaantrekking‘. De stimulerende onderzoeksomgeving, de behaalde resultaten over de voorbije jaren, de aanwezige middelen, de langetermijnvisie en -planning en de aandacht voor de mens in de organisatie spelen hierbij een cruciale rol.
Training en opleiding Groepsleiders in VIB
In VIB spelen de groepsleiders een prominente rol. Samen met de wetenschappelijk directeur van hun departement en VIB’s personeeldienst bepalen ze de langetermijnstrategie van hun onderzoeksdepartement en VIB. Ze vertalen dit naar een onderzoeksprogramma voor hun eigen onderzoeksgroep dat ze autonoom uitwerken en waar ze de volle verantwoordelijkheid voor dragen. Ze zijn dan ook, samen met hun onderzoeksteam, heel bepalend voor de kwaliteit van het VIB-onderzoek en bepalen in grote mate de loopbaanevolutie van hun medewerkers. De loopbaanraad en VIB’s personeelsdienst staan hen daarin bij. Ze baseren zich daarvoor op het personeelsbeleidsplan van VIB, dat afgestemd is op de noden van een internationale onderzoeksgemeenschap. VIB voert een actief beleid om de inbreng en de betrokkenheid van de groepsleiders ten aanzien van de institutionele langetermijnstrategie van VIB te versterken.
Internationale onderzoeksgemeenschap
De inspanningen van de voorbije jaren om VIB een internationale uitstraling te geven, werpen steeds duidelijker hun vruchten af. Steeds meer onderzoekers op postdoc-niveau voelen zich aangesproken om hun wetenschappelijke loopbaan bij VIB te beginnen of verder te zetten. 70% van de nieuw aangeworven postdocs in 2003 (20) zijn van buitenlandse afkomst (hoofdzakelijk EU). Aldus is de post-doctorale onderzoeksgemeenschap intussen uitgegroeid tot een internationale gemeenschap waarin ongeveer 1 op 3 buitenlander is. Dit illustreert de toenemende attractiviteit van VIB voor buitenlandse onderzoekers. Op groepsleider-niveau doen er zich 2 parallelle fenomenen voor. VIB behaalt enerzijds bij buitenlanders een goede respons op internationaal gepubliceerde vacatures. Anderzijds solliciteren er bij VIB steeds meer Belgische wetenschappers die in het buitenland een wetenschappelijke loopbaan hebben uitgebouwd, maar naar België willen terugkeren om hun carrière in VIB verder te zetten. Een sprekend voorbeeld hiervan is de selectie van de groepsleiders die in het kader van het projectmatig onderzoeksprogramma de kans krijgen om in Vlaanderen een eigen onderzoeksgroep uit te bouwen. De 4 geselecteerde groepsleiders zijn Belgen die na een verblijf in het buitenland wensten terug te keren naar Vlaanderen. Daar waar binnen Europa vaak gewag wordt gemaakt over ‘hersenvlucht’ naar de VS, slaagt VIB erin om dit om te buigen
VIB hecht veel belang aan een permanente opleiding van al zijn medewerkers. In een hoog technologische omgeving is het een absolute vereiste dat medewerkers op alle niveaus van de organisatie toegang krijgen tot diverse vormen van bijscholing en opleiding. De wetenschappelijke medewerkers doen dit via deelname aan congressen, workshops, mogelijkheden binnen de doctoraatsopleiding, … Voor de technici werd in samenwerking met de opleidingsorganisatie VION een intern opleidingsprogramma ontwikkeld, dat zich richt op hun specifieke noden. Dit programma is erop gericht de laboratoriumtechnologen zowel theoretische als praktische achtergrond te verschaffen van de technieken die momenteel binnen de departementen worden gehanteerd en om kennis te maken met nieuwe technieken en protocols. Het permanente opleidingsprogramma is inmiddels aan zijn vierde cyclus toe en de laboratoriumtechnologen vinden het zeer nuttig. Opleiding is een dynamisch proces en om deze interne opleiding zo goed mogelijk te laten aansluiten bij de concrete leefwereld van de technologen enerzijds én de evolutie binnen de gebruikte technieken anderzijds, wordt na verloop van iedere cyclus een evaluatie georganiseerd. De feedback van de deelnemers, de groepsleiders én de lesgevers worden hierbij in aanmerking genomen. Deze evaluatie dient om het programma van de volgende cyclus bij te sturen en te actualiseren. De doctoraatsopleiding verdient bij VIB zeker speciale aandacht. De begeleiding van jonge wetenschappers bij hun eerste stappen in het wetenschappelijk onderzoek is een belangrijke opdracht van VIB. De VIB-groepsleiders en -postdocs nemen de begeleiding van jonge medewerkers erg ter harte. Momenteel is ongeveer een derde van de VIB-medewerkers actief bezig met de voorbereiding van een doctoraat. In de loop van 2003 werden 39 doctoraten met succes verdedigd; een impressionant cijfer volgens internationale maatstaven. Deze doctoraatsopleiding resulteert direct uit het partnership met de universiteiten die mee instaan voor de begeleiding en beoordeling van deze jonge wetenschappers.
27
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:17 PM
Page 28
Financieel overzicht Resultatenrekening 2003 ('000 Euro)
2003
2002
2001
41.401 5.107 26.378 9.916
40.768 5.482 29.303 5.983
32.894 4.768 27.627 499
40.175 3.645 8.349 18.285 2.846 0 7.050
38.963 3.959 8.222 17.911 2.563 -372 6.680
32.330 3.905 7.411 17.954 2.367 0 693
1.226
1.805
564
697 667 30
880 857 23
998 964 34
260 202 0 58
263 183 6 74
46 3 0 43
1.663
2.422
1.517
0
3.764
1.506
64
1
1.485
1.599
6.185
1.537
0
0
0
XI. Saldo van het boekjaar
1.599
6.185
1.537
X I I . Te b e s t e m m e n s a l d o v a n h e t b o e k j a a r
1.599
6.185
1.537
Resultaatverwerking ('000 Euro)
2003
2002
2001
1.599 0
6.185 0
1.537 0
0
0
0
1.599
6.185
1.537
0 0 0
0 0 0
0 0 0
I. Bedrijfsopbrengsten
- Omzet uit contractonderzoek - Subsidie-inkomsten - Andere bedrijfsopbrengsten II. Bedrijfskosten
- Inkoop van grond-en hulpstoffen - Diverse diensten en goederen - Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen - Afschrijvingen en waardeverminderingen - Voorzieningen voor risico's en kosten - Andere bedrijfskosten III. Operationeel saldo I V. F i n a n c i e l e o p b r e n g s t e n
- Opbrengsten uit vlottende activa - Andere financiële opbrengsten V. F i n a n c i e l e k o s t e n
- Kosten van schulden - Waardeverminderingen andere vlottende activa - Andere financiële kosten VI. Saldo uit de gewone bedrijfsuitoefening VII. Uitzonderlijke opbrengsten VIII. Uitzonderlijke kosten IX. Saldo van het boekjaar voor belastingen X. Belastingen
A . Te b e s t e m m e n s a l d o
- Te bestemmen saldo van het boekjaar 2002 - Overgedragen saldo van het vorig boekjaar 2001 B. Onttrekking aan het eigen vermogen C . To e v o e g i n g a a n d e r e s e r v e s D. Over te dragen saldo
- Over te dragen boni - Over te dragen mali
28
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:17 PM
Page 29
jaarverslag 2004
Balans op 31.12.03 na resultaatverwerking ('000 Euro)
financieel overzicht
31.12.’03
31.12.’02
31.12.’01
21.022 415 19.463 15.596 3.701 159 7 0 1.144 1.111 33
15.836 373 14.343 5.318 4.111 131 11 4.772 1.120 1.111 9
10.482 399 8.963 4.549 3.590 83 14 727 1.120 1.111 9
VII. Vorderingen op ten hoogste 1 jaar - Handelsvorderingen - Overige vorderingen VIII. Geldbeleggingen - Aandelen - Overige beleggingen IX. Liquide middelen X. Overlopende rekeningen
42.330 8.941 3.101 5.840 29.054 0 29.054 2.077 2.258
37.051 8.489 2.341 6.148 25.830 0 25.830 726 2.006
30.538 9.220 2.526 6.694 19.083 6 19.077 614 1.621
To t a a l d e r a c t i v a
63.352
52.887
41.020
Eigen vermogen
29.626
24.700
18.423
IV. Reserves - Onbeschikbare reserves VI. Kapitaalsubsidies
18.445 11.181
16.846 7.854
10.661 7.762
Vo o r z i e n i n g e n e n u i t g e s t e l d e b e l a s t i n g e n
0
0
372
VII. Voorzieningen voor risico's en kosten - Overige risico's en kosten
0
0
372
33.726 8.766 4 7.745 1.017 9.790 259 4.175
28.187 1.014 7 0 1.007 15.370 4 8.280
22.225 11 11 0 0 10.866 4 5.399
760 2.756 1.231 609 15.170
721 2.662 1.536 2.167 11.803
779 2.820 1.578 286 11.348
63.352
52.887
41.020
a c t i v a
Va s t e a c t i v a
II. Immateriële vaste activa III. Materiële vaste activa - Terreinen en gebouwen - Installaties, machines en uitrusting - Meubilair en rollend materieel - Leasing en soortgelijke rechten - Activa in aanbouw en vooruitbetalingen IV. Financiële vaste activa - Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat - Andere financiële activa Vlottende activa
p a s s i v a
Schulden
VIII. Schulden op meer dan 1 jaar - Leasing en soortgelijke schulden - Kreditinstellingen - Overige schulden IX. Schulden op ten hoogste 1 jaar - Schulden op meer dan 1 jaar die binnen het jaar vervallen - Handelsschulden - Leveranciers - Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten • Belastingen • Bezoldigingen en sociale lasten - Ontvangen vooruitbetalingen op contractonderzoek - Overige schulden X. Overlopende rekeningen To t a a l d e r p a s s i v a
29
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:17 PM
Page 30
Toelichting bij de jaarrekening Resultatenrekening b ed r i j f s o p bre n g s t e n De bedrijfsopbrengsten voor 2003 beliepen in totaal K€ 41.401 wat een stijging vertegenwoordigt van 1,6% ten opzichte van het voorgaande boekjaar. Deze stijging is volledig toe te schrijven aan de toename van de andere bedrijfsopbrengsten die de lichte daling van zowel de omzet als de subsidie-inkomsten meer dan neutraliseert. Omzet
In 2003 werd een omzet gerealiseerd van K€ 5.107. Het belangrijkste deel van deze omzet resulteert uit contractonderzoek, met enerzijds industriële en andere partners uit binnen- en buitenland, in totaal voor K€ 2.675 (-2% ten opzichte van 2002), en anderzijds met de Europese Commissie, voor een totaal bedrag van K€ 2.162 (-11% t.o.v. 2002). De uitbating van de bioincubator resulteerde in 2003 in een omzet van K€ 270, wat ongeveer overeenstemt met de omzet tijdens het voorgaande boekjaar (+2%). De totale omzet, inclusief de vrijval van omzetinkomsten uit de overlopende rekeningen, komt daarmee op 93% van de omzet tijdens het voorgaande boekjaar. De daling van de inkomsten uit industriële samenwerkingen, die op haar beurt aan de basis ligt van de globale omzetdaling is een rechtstreeks gevolg van de algemene economische toestand. In 2003 werden er echter voor een totaal bedrag van 3,3 mio euro aan nieuwe contracten met industriële partijen afgesloten, wat een stijging met 10% betekent ten opzichte van het voorgaande jaar. Deze stijging, die zich nog niet onmiddellijk reflecteert in de huidige omzetcijfers, geeft aan dat er zich momenteel een kentering van de economische situatie voordoet. Subsidie-inkomsten
In de resultatenrekening worden er voor 2003 netto K€ 26.378 aan subsidie-inkomsten geboekt. Deze subsidies bestaan uit de bruto ontvangen bedragen van de verschillende subsidiërende instellingen, gecorrigeerd voor transfers van subsidie-inkomsten naar de balans, meer bepaald transfers naar: - de post kapitaalsubsidies voor investeringen gefinancierd met deze middelen en; - de post overlopende rekeningen waarbij nog niet bestede inkomsten worden overgedragen naar het volgende werkingsjaar. De bruto subsidie-inkomsten bedroegen K€ 31.640 bestaande uit: - de basistoelage van de Vlaamse overheid ten belope van K€ 28.595; - K€ 1.137 aan andere subsidies voornamelijk van internationale oorsprong; - K€ 1.907 als subsidie verwerkte inkomsten ingevolge vrijstelling van werkgeversbijdragen voor sociale zekerheid voor het jaar 2003 (in toepassing van de Wet van 29 april 1996 inzake vrijstelling van sociale zekerheidsbijdragen voor extra tewerkgesteld onderzoekspersoneel). De subsidie-inkomsten namen aldus toe met 4,6% of K€ 1.390. De verklaring hiervoor is enerzijds de aangroei van de basistoelage op basis van de in de beheersovereenkomst voorziene indexering
30
(+1,3%) en het realiseren van een groeipremie op basis van het behalen van de in de beheersovereenkomst opgelegde performantiedoelstellingen (+1,5%). Daarnaast wordt de stijging van de subsidie-inkomsten versterkt door het toenemende succes van de VIB-wetenschappers bij het meedingen naar internationale prijzen en subsidies, waarbij deze inkomsten bijna verdrievoudigd zijn ten opzichte van het voorgaande boekjaar en in totaal K€ 1.137 beliepen. Conform de waarderingsregels worden de brutosubsidies vervolgens aangepast voor transfers naar: - de post ‘kapitaalsubsidies’ voor een bedrag van K€ 2.804. Deze transactie heeft in belangrijke mate betrekking op de investering in het nieuwe onderzoeksgebouw dat samen met de UGent werd opgericht op het Technologiepark in Gent-Zwijnaarde en dat deels werd gefinancierd met beschikbare middelen; - de ‘overlopende rekeningen van het passief ’, inzonderheid deze met betrekking tot subsidies. Deze post nam toe met K€ 2.457 (zie ook verdere toelichting hieromtrent bij de bespreking van de balans). Andere bedrijfsopbrengsten
De andere bedrijfsopbrengsten bedroegen K€ 9.916. Deze opbrengsten hebben betrekking op: - de doorrekening van kosten aan de UGent in het kader van de gezamenlijke oprichting van een onderzoeksgebouw op het Technologiepark “Ardoyen” te Gent-Zwijnaarde. Deze opbrengsten worden volledig gecompenseerd met de overeenstemmende uitgaven voor het aandeel van de UGent in dit onderzoeksgebouw. Zij beliepen in totaal K€ 6.779. - een terugnemen van eerder geboekte kosten voor huisvesting 1999-2002 in het kader van de overeenkomst tussen VIB en de UGent ten belope van K€ 2.822. Deze middelen werden door VIB gebruikt voor de partiële financiering van het VIB-aandeel in het bovenvermelde nieuwe onderzoeksgebouw. - K€ 315 aan diverse kosten gerecupereerd van derden. be d r ijf s ko s te n De bedrijfskosten beliepen in totaal K€ 40.175 ten opzichte van K€ 38.963 in het voorgaande boekjaar. Dit vertegenwoordigt een stijging met 3,1% of K€ 1.212 ten opzichte van het voorgaande boekjaar. Personeelskosten
De personeelskosten bedroegen in totaal K€ 18.285 en liggen in lijn met de kosten voor 2002 (+2,1%). In totaal werd K€ 13.356 uitgekeerd aan bezoldigingen en rechtstreekse sociale voordelen, K€ 4.012 aan patronale bijdragen voor sociale verzekeringen, K€ 459 aan patronale premies voor bovenwettelijke verzekeringen en ten slotte K€ 458 aan andere personeelskosten. Andere bedrijfskosten
De andere bedrijfskosten bedroegen in 2003 K€ 7.050. Zij hebben voornamelijk betrekking op het UGent in de kosten van het onderzoeksgebouw dat gezamenlijk wordt opgericht. (zie ook supra). In totaal werd hiervoor een bedrag van K€ 6.779 aan kosten geboekt in 2003. Verder werd een bedrag van K€ 135 aan diverse belastingen geboekt en ook K€ 116 andere door te rekenen kosten. Tenslotte werd in het kader van de afhandeling
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:18 PM
Page 31
financieel overzicht
jaarverslag 2004
van de externe onderzoeksprojecten van het projectmatig en het maatschappelijk onderzoeksprogramma, dat werd gelanceerd tijdens de eerste beheersovereenkomst, in 2003 nog voor een bedrag van K€ 20 aan subsidies geboekt. fin a n c i e l e k o s t e n e n o p bre n g s te n De financiële opbrengsten beliepen K€ 697 bestaande uit ontvangen interesten voor een bedrag van K€ 667 en K€ 30 positieve wisselresultaten. De rente-inkomsten zijn met 20% afgenomen ten opzichte van het voorgaande boekjaar. Dit is integraal toe te schrijven aan de gemiddeld lagere kortetermijnrente in 2003 ten opzichte van 2002.
uitzo n d e r lijke ko s te n e n o pbrengst en In 2003 werden geen uitzonderlijke inkomsten geboekt. De uitzonderlijke kosten beliepen K€ 65 en hebben betrekking op de formele overdracht van de activa van het vroegere departement Microbiologie naar het patrimonium van de Vrije Universiteit Brussel.
Balans ba la n s g e g e ve n s : a ctiva Overzicht mutaties immateriële en materiële vaste activa
De financiële kosten beliepen K€ 260 en hebben hoofdzakelijk betrekking op kosten van schulden ten belope van K€ 202 bestaande uit onder meer: - K€ 52 rente aangerekend op de erfpachtovereenkomst met de UGent voor de kavel waarop de bio-incubator werd opgetrokken; - K€ 89 toegerekende interesten op de langetermijnlening die werd aangegaan voor de financiering van het VIB-aandeel van het nieuwe onderzoeksgebouw; - K€ 60 als éénmalige kosten in het kader van de toekenning van een waarborg door het Vlaamse Gewest voor de bovenvermelde langetermijnlening. - Het saldo bestaat tenslotte uit bankkosten ten belope van K€ 11 en negatieve wisselresultaten ten belope van K€ 47, voornamelijk toe te schrijven aan de ontwaarding van de dollar in de tweede helft van 2003.
Diverse diensten en goederen incl. Grond- & hulpstoffen
18.285
Afschrijvingen
2.846
Andere bedrijfskosten
7.050 Diverse diensten
45,5%
Totaal materieel vaste activa
Balans per 31/12/02
373
5.318
4.111
131
11
4.772
14.343
213
10.825
1.745
58
0
-4.772
7.856
Toevoegingen en transfers NBW uitboekingen Afschrijvingen
0
0
-65
0
0
0
-65
-171
-546
-2.090
-30
-4
0
-2.670
415
15.596
3.701
159
7
0
19.463
Balans per 31/12/03
Immateriële vaste activa
Materiële vaste activa
Bezoldigingen
Bezoldigingen
Vaste activa in aanbouw
11.994
(incl. bewegingen in provisies voor risico's en lasten)
7,1%
Immateriële Terreinen Installaties, Meubilair Leasing vaste en machines en activa gebouwen en rollend uitrusting materieel
De aankopen van immateriële vaste activa beliepen in totaal K€ 213. Een belangrijk bedrag werd hier uitgegeven voor het verwerven van technologie voor een nieuw modelorganisme. Daarnaast betreft dit investeringen in software voor zowel administratieve als laboratoriumtoepassingen.
Bedrijfskosten (k€)
Afschrijvingen
K€
Andere
en goederen incl.
bedrijfskosten
Grond- & hulpstoffen
17,5%
29,9%
De investeringen in materiële vaste activa beliepen in totaal K€ 7.856. Onder de rubriek “terreinen en gebouwen” werd een bedrag van K€ 10.825 toegevoegd. Dit betreft: - het nieuw laboratoriumgebouw dat in de loop van 2003 in dienst werd genomen. Enerzijds werd hiervoor een bedrag van K€ 4.772 overgeboekt uit de rubriek vaste activa in aanbouw en anderzijds werden hiervoor in de loop van 2003 voor K€ 5.503 aan nieuwe investeringen geboekt. Dit nieuwe gebouw is voor 49% eigendom van VIB. De UGent is medeeigenaar van dit gebouw ten belope van 51%; - investeringen uitgevoerd in bestaande gebouwen voor K€ 27; - een recht van opstal verleend “om niet” door de UGent voor een periode van 30 jaar, om de oprichting van het bovenvermeld onderzoeksgebouw in mede-eigendom mogelijk te maken. Dit recht werd aan marktwaarde, die wordt geraamd op K€ 523, opgenomen in het vast actief van de vereniging en wordt afgeschreven over de looptijd van de overeenkomst (zie verder onder “Waarderingsregels –Toevoeging van nieuwe regels”). Voor de rubriek “installaties, machines en uitrusting” werden activa verworven voor een bedrag van K€ 1.745 in de loop van 2003. Dit betreft bijna uitsluitend investeringen in uitrustingsgoederen bestemd voor het strategisch basisonderzoek. Onder de rubriek "meubilair en rollend materieel” werden voor
31
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:18 PM
Page 32
K€ 58 aan nieuwe investeringen geregistreerd in 2003. De post “vaste activa in aanbouw” had per begin 2003 integraal betrekking op het nieuwe onderzoeksgebouw. Dit gebouw werd medio 2003 in gebruik genomen. Het saldo op deze post werd dan ook volledig getransfereerd naar de post "terreinen en gebouwen". De afschrijvingen op materiële vaste activa beliepen in totaal K€ 2.670 en werden geboekt conform de waarderingsregels ter zake. In de loop van 2003 werden tevens uitrustingsgoederen, die voorheen werden gebruikt door het departement Microbiologie, formeel overgedragen naar de VUB. De nettoboekwaarde van deze activa beliep op het moment van de overdracht per einde 2003 K€ 65. De nettoboekwaarde van de materiële vaste activa op jaareinde beliep K€ 19.463. Dit betekent een stijging met K€ 5.120 of 36% ten opzichte van het voorgaande boekjaar. Deze stijging is bijna integraal toe te schrijven aan de investering in het nieuwe onderzoeksgebouw.
en vierde kwartaal 2003; - een voordelig saldo ten opzichte van de BTW-administratie voor een bedrag van K€ 251; - een vooruitbetaling voor de groepsverzekering ten bedrage van K€ 104; - andere diverse vorderingen voor een bedrag van K€ 9. Geldbeleggingen
De beschikbare fondsen werden belegd in kortetermijnbeleggings-producten. In totaal was er op het jaareinde voor K€ 25.925 belegd in vastrentende effecten uitgegeven door kredietinstellingen en K€ 3.129 op termijnrekeningen met een looptijd van hoogstens 1 maand. Overlopende rekeningen van het actief
Aan actiefzijde beliepen de overlopende rekeningen in totaal K€ 2.258. Het betreft hier verkregen opbrengsten met betrekking tot contractonderzoek in opdracht van de Europese Commissie ten belope van K€ 1.906. Het saldo ten bedrage van K€ 352 vertegenwoordigt over te dragen kosten van allerlei aard.
Materiële vaste activa - niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen-belangrijke verplichtingen tot aankoop
ba la n s g e g e ve n s : pa s s iva
van vaste activa
In het kader van de afwerking van het hoger vermelde nieuwe onderzoeksgebouw bestaan er per einde 2003 nog K€ 233 aan openstaande verplichtingen (aandeel VIB) onder de vorm van getekende overeenkomsten. Financiële vaste activa
De boekwaarde van de financiële vaste activa beliep K€ 1.144. Deze vertegenwoordigt enerzijds de participaties die VIB bezit in de start-up bedrijven CropDesign nv en Ablynx nv waarvan de waarde, K€ 1111, ongewijzigd bleef ten opzichte van het voorgaande boekjaar, K€ 5 zijnde de waarde van de aandelen van Devgen nv die VIB nog in portefeuille heeft, en anderzijds betaalde waarborgen voor een bedrag van K€ 27. Handelsvorderingen en Overige vorderingen op ten hoogste 1 jaar
De handelsvorderingen per einde boekjaar bedroegen K€ 3.101 en liggen daarmee 32% boven het saldo per einde 2002. De verklaring hiervoor dient uitsluitend gezocht te worden bij nog openstaande vorderingen op de Europese Commissie in het kader van contractonderzoek dat VIB in opdracht van deze laatste uitvoert. De vorderingen op de Commissie zijn dan ook met bijna 90% gestegen en beliepen K€ 1.633 dit terwijl de vorderingen op andere partijen ongeveer op hetzelfde niveau liggen als vorig jaar (99,5%) en K€ 1.468 beliepen per einde boekjaar. De overige vorderingen beliepen op het einde van het boekjaar K€ 5.840 wat een daling inhoudt met 5% ten opzichte van het vorig boekjaar. De overige vorderingen bestaan uit: - een vordering op de UGent ten belope van K€ 1.293 in het kader van de gezamenlijke oprichting van het nieuwe onderzoeksgebouw; - te ontvangen subsidies voor een bedrag van K€ 1.761 voornamelijk met betrekking tot het saldo op de basistoelage van de Vlaamse overheid voor 2003; - een vordering op de RSZ in het kader van de Wet van 29 april 1996 ter bevordering van het wetenschappelijk onderzoek. Deze vordering beloopt K€ 2.422 en heeft betrekking op het derde en het vierde kwartaal 2002 en het tweede, derde
32
Onbeschikbare reserves en kapitaalsubsidies
Het eigen vermogen is na toewijzing van het saldo van het boekjaar aangegroeid tot K€ 29.626. Het bestaat nu enerzijds uit ‘onbeschikbare reserves’ ten belope van K€ 18.445, zijnde het saldo uit de uitbating tot op heden en anderzijds uit ‘kapitaalsubsidies’ ten belope van K€ 11.181. De onbeschikbare reserves zijn met K€ 1.599 aangegroeid in 2003. Deze toename vertegenwoordigt het integrale batige saldo voor het boekjaar dat toe te schrijven is aan zowel een positief operationeel als financieel resultaat terwijl het uitzonderlijk resultaat licht negatief is uitgevallen. Het positief operationele resultaat beloopt K€ 1.226 en vindt zijn toedracht enerzijds in bijzondere inkomsten uit de continuering van de maatregelen inzake teruggave van RSZbijdragen voor bijkomend tewerkgesteld personeel (+K€ 1.907) en anderzijds in geplande operationele verliezen (-K€ 681) voor zowel strategisch basisonderzoek, als voor algemeen beheer en de uitbating van de hoogtechnologische kernfaciliteiten met een voorziene financiering vanuit de reserves. Het financiële resultaat resulteerde in een winst van K€ 437 terwijl het uitzonderlijke resultaat, ingevolge buitengebruikstelling van vaste activa, uitkwam op een verlies van K€ 64. Schulden op meer dan één jaar
VIB heeft in 2003 een langetermijnlening (20 jaar) afgesloten voor een bedrag van K€ 8.000 voor de financiering van zijn aandeel in het nieuwe onderzoeksgebouw. Een bedrag van K€ 255 komt te vervallen in de loop van het volgend boekjaar en het saldo ten belope van K€ 7.745 werd geboekt als schulden aan krediet-instellingen op meer dan één jaar. De lening wordt gewaarborgd door het Vlaamse Gewest. De overige schulden op meer dan 1 jaar, ten belope van K€ 1.017 bestaan uit de geactualiseerde waarde van de toekomstige verschuldigde erfpachtvergoedingen die VIB
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:18 PM
Page 33
jaarverslag 2004
verschuldigd is aan de UGent in het kader van erfpachtovereenkomst tussen VIB en de UGent voor de kavel waarop de VIBbio-incubator is opgetrokken. Schulden op ten hoogste één jaar
De belastingsschulden ten belope van K€ 760 betreffen enerzijds niet-vervallen belastingsschulden voor een bedrag van K€ 726 en geraamde belastingen voor een bedrag van K€ 34. De schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten belopen K€ 2.756.
financieel overzicht
actief worden opgenomen voor zover de vereniging die tegen betaling mag uitbaten. In deze gevallen zullen de activa geboekt worden aan marktwaarde of bij ontstentenis aan gebruikswaarde. De aldus geactiveerde actiefbestanddelen zullen vervolgens worden afgeschreven conform de van toepassing zijnde afschrijvingsregels. pa s s iva Kapitaalsubsidies gerelateerd aan materiële vaste activa verworven “om niet” via schenkingen en legaten, of kosteloos ter beschikking gesteld aan de vereniging
De overige schulden op ten hoogste 1 jaar beliepen K€ 609. Zij vertegenwoordigen enerzijds nog verschuldigde vergoedingen in het kader van het projectmatig onderzoek en het maatschappelijk onderzoeksprogramma, voor een bedrag van K€ 335 en anderzijds een bedrag van K€ 274 verschuldigd aan andere onderzoeksinstellingen, in het kader van EC-projecten waar VIB optreedt als projectcoördinator en verantwoordelijk is voor het beheer van de middelen van deze projecten. Overlopende rekeningen van het passief
Via de overlopende rekeningen van het passief worden de tijdsverschillen tussen de inkomsten, op basis van de waarderingsregels omtrent inkomstenerkenning, en de bestedingen van deze middelen geneutraliseerd, dit echter binnen de grenzen van de afgesloten overeenkomsten. De post overlopende rekeningen van het passief ten belope van K€ 15.170, kan als volgt worden opgesplitst: • K€ 2.829 voor de verbintenissen die VIB aanging in het kader van het nog lopende projectmatig onderzoeksprogramma (K€ 548) en van het nieuwe programma dat in 2003 reeds ten dele werd opgestart (K€ 2.281); • K€ 4.790 voor de realisatie van valorisatieprojecten en de nieuwe opdrachten die werden vastgelegd in de nieuwe beheersovereenkomst met de Vlaamse overheid in het kader van technologietransfer; • K€ 713 voor maatschappelijke onderzoeksopdrachten; • K€ 2.192 voor departementaal strategisch basisonderzoek voor het afwerken van lopende projecten gefinancierd via de basistoelage; • K€ 4.120 voor het afwerken van onderzoeksopdrachten voor derden; • K€ 436 gefactureerde inkomsten voor projecten die pas een aanvang nemen in 2004; • K€ 89 toe te rekenen kosten zijnde interesten betaalbaar op de lening die werd afgesloten ter financiering van het nieuwe onderzoeksgebouw.
Waarderingsregels – toevoeging van nieuwe regels a c ti va
Voor materiële vaste activa verworven “om niet”, via schenkingen en legaten, of kosteloos ter beschikking gesteld aan de vereniging, en geboekt aan de actiefzijde van de balans onder de overeenstemmende post van het materieel vast actief, zal aan de passiefzijde van de balans een “kapitaalsubsidie” worden geboekt voor de tegenwaarde van het eigenlijk materieel vast actief, zijnde de marktwaarde of bij ontstentenis de gebruikswaarde van dit actiefbestanddeel. Deze kapitaalsubsidie zal vervolgens worden afgeschreven conform de op het actiefbestanddeel van toepassing zijnde afschrijvingsregel. In de loop van 2003 werd een overeenkomst van recht van opstal afgesloten met de UGent “om niet” voor het terrein waarop het nieuwe onderzoeksgebouw werd opgetrokken. Dit gebouw zal worden gebruikt voor het huisvesten van de medewerkers van de departementen voor Moleculair Biomedisch Onderzoek en Planten Systeembiologie. Het actief, zijnde het recht van opstal, dat werd verleend voor een periode van 30 jaar, werd in overeenstemming met de bovenvermelde nieuwe waarderingsregel als een actief onder de post “Terreinen en gebouwen” opgenomen tegen marktwaarde (523 K€). Daartegenover werd aan passiefzijde van de balans een boeking voor hetzelfde bedrag geregistreerd onder de post “kapitaalsubsidies”. Gezien beide elementen over dezelfde periode worden afgeschreven (30 jaar) drukt deze transactie niet op het resultaat van het boekjaar 2003, noch op de toekomstige resultaten.
Andere Inlichtingen • Na het afsluiten van het boekjaar 2003 hebben er zich tot op heden geen gebeurtenissen voorgedaan die een belangrijke invloed hebben op de jaarrekening van dit boekjaar. • Er doen zich verder geen omstandigheden voor die momenteel de ontwikkeling van de vereniging aanzienlijk kunnen beïnvloeden. • Voor een uitvoerige toelichting omtrent de onderzoeksactiviteiten van VIB wordt er verwezen naar het “Wetenschappelijk Jaarrapport 2004”, waarin de onderzoeksactiviteiten en resultaten behaald in het jaar 2003 worden beschreven.
Activa verworven “om niet” – Schenkingen en legaten – Kosteloze terbeschikkingstelling
Schenkingen en legaten van activa, die als vast actief zullen worden ingezet bij de uitbating van de vereniging worden geboekt aan actiefzijde van de balans onder de overeenstemmende post van het vast actief. Activa die kosteloos ter beschikking worden gesteld aan de vereniging zullen in het
Beheersrekeningen s itue r in g In de beheersrekeningen (zie tabel n+1) worden de inkomsten en de uitgaven analytisch weergegeven op basis van de verschillende
33
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:19 PM
Page 34
inkomstenstromen. Het resultaat van de beheersrekeningen is in overeenstemming met het resultaat zoals weergegeven in de jaarrekening. Voor het opmaken van de beheersrekeningen worden echter andere principes gevolgd dan voor de opmaak van de jaarrekening. Verschillen situeren zich o.a. in het vlak van inkomstenerkenning, het in rekening brengen van investeringskosten in plaats van afschrijvingen en het in rekening brengen van vastleggingen voor budgetten die gealloceerd zijn maar nog niet zijn uitgegeven. In de beheersrekeningen wordt onderscheid gemaakt tussen drie financieringsstromen, meer bepaald (i) de basistoelage die VIB als directe financiering van de Vlaamse overheid ontvangt in het kader van de beheersovereenkomst, (ii) de externe middelen die VIB verwerft op competitieve basis door mededinging in internationale onderzoeksprogramma’s en inkomsten uit industrieel contractonderzoek, en (iii) de andere inkomsten die zowel een operationeel als een financieel of uitzonderlijk karakter kunnen hebben.
vastgelegde middelen en ten dele met nog te ontvangen subsidieinkomsten binnen de lopende beheersovereenkomst). Voor het maatschappelijk luik van de VIB-opdracht werd K€ 177 vastgelegd voor toekomstige projecten die nog binnen de lopende beheersovereenkomst dienen te worden gerealiseerd. Voor het strategisch basisonderzoek werd K€ 506 vastgelegd voor lopend onderzoek gefinancierd uit de basistoelage van de Vlaamse overheid. In de nieuwe beheersovereenkomst werden diverse nieuwe opdrachten voorzien voor de technologie-transferafdeling. Het bijkomende budget dat hiervoor werd voorzien wordt overgedragen naar het volgende werkingsjaar via een vastlegging ten belope van K€ 705 voor de opstart van deze nieuwe activiteiten in een gunstiger economisch klimaat. Na verrekening van de vastleggingen voor de begrotingsposten met een overschot per einde 2003 ontstaat er een globaal tekort ten belope van K€ 1.503 dat volledig is toe te schrijven aan begrotingsposten met een gebudgetteerd deficit. De financiering van dit saldo wordt geput uit de batige saldi uit het verleden, meer bepaald uit vroegere financiële inkomsten en uitzonderlijke inkomsten. In het bijzonder werd K€ 507 geïnvesteerd in het departementaal strategisch basisonderzoek (voor de bijkomende financiering van het nieuwe VIB-onderzoeksdepartement), K€ 709 in de verschillende kernfaciliteiten en K€ 287 in het algemeen beheer van de instelling.
Directe financiering Vlaamse overheid 2003 De beheersovereenkomst tussen de Vlaamse overheid en VIB voorziet in een brutotoelage voor 2003 van K€ 28.595. De uitgaven 2003, exclusief vastleggingen, bedroegen K€ 27.822.
Externe middelen De netto mutatie van de vastleggingen beliep K€ 2.276 (toevoeging). Voor het projectmatig onderzoeksprogramma, waarvoor in de loop van 2003 een eerste nieuwe groep werd opgestart en er nog 2 andere nieuwe groepen werden geselecteerd, werd K€ 888 vastgelegd (totale budgettoezegging voor deze 3 groepen beloopt 6,6 mio euro ten dele te financieren met de reeds
In 2003 verwierf VIB K€ 6.937 externe middelen. Hiervan werd K€ 5.530 gerealiseerd uit contractonderzoek met de industrie, de Europese Commissie en met andere actoren binnen het onderzoekslandschap. Het ter beschikking stellen van de VIB-
Beheersrekeningen 2003 ('000 Euro) Directe Financiering Vlaamse Overheid inkomsten
2003
Externe middelen
2002
2003
2002
Andere inkomsten & Uitgaven 2003
2002
Totaal Werkjaar 2003
2002
0
0
5.800
5.186
0
0
5.800
5.186
28.595
27.817
1.137
477
1.907
1.957
31.640
30.251
fina nc ië le
0
0
0
0
699
880
699
880
uitzo nde r lijke
0
0
0
0
0
3.696
0
3.696
28.595
27.817
6.937
5.663
2.607
6.533
38.139
40.013
omze t subs idie s
totaal inkomsten
u i t g av e n
15.553
15.498
2.886
2.548
0
0
18.439
18.046
we rking
8.401
10.474
2.414
2.082
0
0
10.815
12.556
in vest e r inge n
6.105
2.129
-2
0
0
0
6.103
2.129
586
187
209
251
0
0
795
438
0
0
0
15
59
83
59
98
uitzo nde r lijke
-2.822
1
0
0
0
0
-2.822
1
vast le gginge n
2.276
769
875
-209
0
0
3.151
560
totaal uitgaven
30.098
29.058
6.382
4.687
59
83
36.540
33.828
saldo
-1.503
-1.241
555
976
2.548
6.450
1.599
6.185
pers o ne e l
afsc h r ijvinge n fina nc ië le
34
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:19 PM
Page 35
jaarverslag 2004
bio-incubator aan startende bio-hightechbedrijven resulteerde in een omzet van K€ 270 in 2003. De omzet bedraagt aldus K€ 5.800 en is gestegen met K€ 614 of bijna 12%. In de beheersrekeningen komen de gevolgen van de inzet van de economische heropleving sneller tot uiting dan in de resultatenrekening, gezien de verschillen in de boekhoudkundige benadering tussen beide rapporteringswijzen – inkomsten worden hier onmiddellijk pro rata temporis in rekening gebracht zonder rekening te houden met de bestedingen van deze inkomsten. Daarnaast werden er voor K€ 1.137 andere subsidie-inkomsten gerealiseerd via diverse internationale subsidiërende instellingen, wat een stijging met K€ 661 vertegenwoordigt ten opzichte van het vorige boekjaar. VIB-onderzoekers boeken duidelijk meer en meer succes bij het meedingen naar internationale prijzen en subsidies.
financieel overzicht
Verslag van de commissaris over het boekjaar afgesloten op 31 december 2003 gericht tot de leden van het Vlaams Interuniversitair Instituut voor Biotechnologie vzw (VIB vzw)
Overeenkomstig de statutaire bepalingen, brengen wij U verslag uit over de uitvoering van de controleopdracht die ons werd toevertrouwd. Wij hebben de controle uitgevoerd van de jaarrekening van uw vereniging, opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur, over het boekjaar afgesloten op 31 december 2003, met een balanstotaal van EUR’000’ 63.352 en waarvan de resultaten-rekening afsluit met een batig saldo van het boekjaar van EUR’000’ 1.599. Verklaring over de jaarrekening zonder voorbehoud
De uitgaven, exclusief vastleggingen, beliepen in totaal K€ 5.508 t.o.v. K€ 4.896 in het voorgaande jaar. Er werd verder K€ 875 toegevoegd aan de vastleggingen voor toekomstige bestedingen binnen nog lopende projecten.
Onze controles werden verricht overeenkomstig de Belgische controlenormen, uitgevaardigd door het Instituut der Bedrijfsrevisoren. Deze beroepsnormen eisen dat onze controle zo wordt georganiseerd en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat, rekening
Het saldo op de externe middelen beliep in totaal K€ 555 en heeft betrekking op projecten die volledig zijn afgewerkt. Dit saldo blijft beschikbaar via de reserves voor onderzoek binnen de betreffende departementen.
houdend met de Belgische wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften met betrekking tot de jaarrekening. Overeenkomstig deze normen hebben wij rekening gehouden met de administratieve en boekhoudkundige organisatie van de vereniging, alsook met de procedures van interne controle. De verantwoordelijken
Andere inkomsten en uitgaven
van de vereniging hebben onze vragen naar opheldering of inlichtingen duidelijk beantwoord. Wij hebben op basis van steekproeven de verant-
op e r a ti o n e e l
woording onderzocht van de bedragen opgenomen in de jaarrekening. Wij hebben de waarderingsregels, de betekenisvolle boekhoudkundige
De andere operationele inkomsten ten belope van K€ 1.907 werden gegenereerd via de recuperatie van werkgeversbijdragen voor sociale zekerheid op bijkomend aangeworven wetenschappelijk personeel in het kader van de wet van 29 april 1996 ter bevordering van het wetenschappelijk onderzoek.
ramingen die de vereniging maakte en de voorstelling van de jaarrekening in haar geheel beoordeeld. Wij zijn van mening dat deze werkzaamheden een redelijke basis vormen voor het uitbrengen van ons oordeel. Naar ons oordeel, rekening houdend met de wetgeving met betrekking tot de jaarrekening, geeft de jaarrekening afgesloten op 31 december 2003
fin a n c i e e l
een getrouw beeld van het vermogen, van de financiële toestand en van de resultaten van de vereniging en wordt een passende verantwoording
De niet toegewezen financiële inkomsten beliepen in totaal K€ 699. De niet toegewezen financiële lasten beliepen in totaal K€ 59. Het financieel saldo bedroeg Aldus K€ 640.
gegeven in de toelichting. Bijkomende verklaringen
Wij vullen ons verslag aan met de volgende bijkomende verklaringen die
uit zo n d e r l i j k
niet van aard zijn om de draagwijdte van onze verklaring over de jaarrekening te wijzigen:
Er zijn geen “Andere inkomsten & uitgaven” met een uitzonderlijk karakter te rapporteren in 2003. Echter met betrekking tot de financieringsstroom “Directe Financiering Vlaamse Overheid” werd een uitzonderlijke negatieve uitgave genoteerd ten belope van K€ -2.822. Deze heeft betrekking op een terugnemen van eerder geboekte kosten voor huisvesting voor de periode 1999-2002 in het kader van de overeenkomst tussen VIB en de UGent. Deze middelen werden door VIB gebruikt voor de partiële financiering van het VIB-aandeel in het bovenvermelde nieuwe onderzoeksgebouw. Dit reflecteert zich ook in de belangrijke stijging van de post investeringen voor deze stroom.
•
Het jaarverslag stemt overeen met de jaarrekening;
•
Onverminderd formele aspecten van ondergeschikt belang, wordt de boekhouding gevoerd en de jaarrekening opgesteld overeenkomstig het Koninklijk Besluit van 8 oktober 1976 met betrekking tot de jaarrekening;
•
Wij dienen U geen enkele verrichting of beslissing mede te delen die in overtreding met de statuten of de wetgeving op de VZW zou zijn gedaan of genomen.
Brussel, 31 Maart 2004 De commissaris
PricewaterhouseCoopers Bedrijfsrevisoren
Uit b a ti n g s s a l d o Het batig saldo voor het jaar 2003 beliep in totaal K€ 1.599.
Vertegenwoordigd door
Raf Vander Stichele Bedrijfsrevisor
35
VIB_J_2004_FINAL.qxd
5/23/04
6:19 PM
Page 36
Organisatie Raad van bestuur
Dr. Hugo Van Heuverswyn Prof. dr. Freddy Adams
voorzitter ondervoorzitter
Prof. dr. Roger Bouillon Prof. dr. Marc De Clercq Dr. Bernard Convent Prof. Dr. Ir. Jan Cornelis Prof. dr. André De Leenheer Prof. dr. ir. Bart De Moor Dr. Michèle Oleo Prof. dr. ir. André Oosterlinck De heer Gerard Van Acker Dr. Albert Van Loo Dr. ir. Staf Van Reet
bestuurder bestuurder bestuurder bestuurder bestuurder bestuurder bestuurder bestuurder bestuurder bestuurder bestuurder
Dr. Marc Luwel Dr. Gil Beyen De heer Toon Tessier
regeringscommisaris (tot en met 31 maart 2003) regeringscommisaris (vanaf 13 juni 2003) regeringscommisaris
Directiecomité
Dr. Jo Bury Dr. Rudy Dekeyser Prof. dr. Frans Van Roy Prof. dr. Dirk Inzé Prof. dr. Désiré Collen Prof. dr. Guido David Prof. dr. Lode Wyns Prof. dr. Danny Huylebroeck Prof. dr. Christine Van Broekhoven Prof. dr. Joël Vandekerckhove Prof. dr. Johan Thevelein De heer Wim Goemaere
algemeen directeur vice-algemeen directeur wetenschappelijk directeur departement voor moleculair biomedisch onderzoek wetenschappelijk directeur departement planten systeembiologie wetenschappelijk directeur departement transgene technologie en gentherapie wetenschappelijk directeur departement menselijke erfelijkheid wetenschappelijk directeur departement moleculaire en cellulaire interacties wetenschappelijk directeur departement ontwikkelingsbiologie wetenschappelijk directeur departement moleculaire genetica wetenschappelijk directeur departement medisch proteïne onderzoek wetenschappelijk directeur departement moleculaire microbiologie financieel directeur
Staf f (hoofdkantoor)
Dr. Torik Ayoubi Dr. Karine Clauwaert Ir. René Custers Mevrouw An Debbaut Dr. Chris De Jonghe Dr. Jan Demolder Dr. Dirk Iserentant Dr. Philippe Jacobs Dr. Koen Kas Mevrouw Marijke Lein Dr. Lieve Ongena De heer Emil Pot Dr. Ann Van Gysel
wetenschappelijk adviseur (tot en met 31 oktober 2003) licensing manager (vanaf 1 december 2003) regulatory affairs and technology assessment manager manager biotechnetwerk licensing manager invention analyst invention analyst technology protection manager business development manager (deel van het jaar) personeelsmanager wetenschappelijk directiemedewerker business development manager communicatiemanager
36
ANTWERPEN
LEUVEN
VIB Hoofdkantoor Rijvisschestraat 120, 9052 Gent
Dept. Moleculaire Genetica UA Gebouw T, 5de verdieping Universiteitsplein 1, 2610 Antwerpen
Dept. Transgene Technologie en Gentherapie K.U.Leuven Onderwijs en Navorsing, 9de verdieping Campus Gasthuisberg Herestraat 49, 3000 Leuven
Dept. voor Moleculair Biomedisch Onderzoek UGent UGent-VIB-Onderzoeksgebouw FSVM Technologiepark 927, 9052 Gent
Genetische Analyse-Faciliteit UA Gebouw T, 5de verdieping Universiteitsplein 1, 2610 Antwerpen
Dept. Planten Systeembiologie UGent UGent-VIB-Onderzoeksgebouw FSVM Technologiepark 927, 9052 Gent
Dept. Menselijke Erfelijkheid K.U.Leuven Onderwijs en Navorsing, 6de verdieping Campus Gasthuisberg Herestraat 49, 3000 Leuven
www.vib.be
GENT
BRUSSEL Dept. Moleculaire en Cellulaire Interacties VUB Gebouw E Pleinlaan 2, 1050 Brussel
Dept. Medisch Proteïne Onderzoek UGent Albert Baertsoenkaai 3, 9000 Gent Proteomics Faciliteit UGent Albert Baertsoenkaai 3, 9000 Gent
Het SWITCH Laboratorium VUB Gebouw E Pleinlaan 2, 1050 Brussel
Bio-incubator Technologiepark 4, 9052 Gent
Dept. Ontwikkelingsbiologie K.U.Leuven Onderwijs en Navorsing, 8ste verdieping Campus Gasthuisberg Herestraat 49, 3000 Leuven Dept. Moleculaire Microbiologie K.U.Leuven Kasteelpark Arenberg 31, 3001 Leuven Microrooster-Faciliteit Onderwijs en Navorsing, 8ste verdieping Campus Gasthuisberg Herestraat 49, 3000 Leuven
Antwerpen
Gent
VIB locaties
Leuven
stefano russo design
Brussel
VIB, het Vlaams Interuniversitair Instituut voor Biotechnologie, is een onderzoeksinstituut waar 800 wetenschappers gentechnologisch onderzoek verrichten in domeinen van de levenswetenschappen, zoals menselijke gezondheidszorg en planten systeembiologie. Door een partnerschap met vier Vlaamse universiteiten (UGent, K.U.Leuven, UA, VUB) bundelt VIB de krachten van 60 onderzoeksgroepen uit negen universitaire wetenschapsdepartementen in één enkel instituut. VIB behandelt alle aspecten van technologie transfer. VIB bouwt aan een portfolio van octrooien rond nieuwe ideeën en vindingen, richt start-ups op en werkt samen met talrijke bedrijven in binnen- en buitenland. VIB exploiteert eveneens een incubator ten behoeve van nieuwe biotechbedrijven. VIB biedt wetenschappelijk onderbouwde informatie aan ter ondersteuning van een maatschappelijk debat rond biotechnologie. Hiervoor ontwikkelde VIB verschillende middelen voor specifieke doelgroepen, zoals politici, pers, studenten en een breed publiek. VIB verstrekt hen informatie over biotechnologie en plaatst de beschouwingen en bedenkingen van de verschillende betrokkenen in een bredere context.
VIB Vlaams Interuniversitair Instituut voor Biotechnologie Rijvisschestraat 120 9052 Gent, België Tel. +32 9 244 66 11 Fax +32 9 244 66 10 E-mail:
[email protected] Web: www.vib.be