Jaarverslag 2014 van: Vereniging tot het Verstrekken van Basisonderwijs op Gereformeerde Grondslag te Scherpenzeel waarvan uitgaan de Wittenberg te Scherpenzeel Wartburg te Woudenberg
1
Inhoud Bericht van de secretaris ................................................................................................................ 4 1.
Verslag toezichthouder ........................................................................................................... 5 1.1
Missie ............................................................................................................................ 5
1.2
Doelstellingen ................................................................................................................. 5
1.3
Organisatiestructuur en -wijzigingen ................................................................................ 5
1.4
Governance .................................................................................................................... 6
1.5
Bestuursakkoord ............................................................................................................. 7
1.6
Beleidsuitvoering ............................................................................................................ 8
2. 2.1
Beleidsterreinen ................................................................................................................. 8 Identiteit ........................................................................................................................ 8
3. Jaarverslag De Wartburg ...........................................................................................................10 3.1. Algemeen ..........................................................................................................................10 3.2. Identiteit............................................................................................................................10 3.3. Onderwijs ..........................................................................................................................11 3.4. Personeel ...........................................................................................................................14 3.5. Financiën, huisvesting en beheer .........................................................................................15 3.7. Kwaliteitszorg .....................................................................................................................16 3.8. Toekomst ..........................................................................................................................16 4. Jaarverslag 2014 De Wittenberg ................................................................................................17 4.1. Algemeen ..........................................................................................................................17 4.2. Identiteit............................................................................................................................17 4.3. Onderwijs ..........................................................................................................................18 4.4. Personeel ...........................................................................................................................21 4.5. Financiën, huisvesting en beheer .........................................................................................22 4.6. Communicatie en relatie .....................................................................................................23 4.7. Kwaliteitszorg .....................................................................................................................24 4.8. Toekomst ..........................................................................................................................24 5. Financieel jaarverslag vereniging (inclusief scholen) ...................................................................26 5.1. Analyse van het nettoresultaat ............................................................................................26 5.2. Financiële positie ................................................................................................................27 5.3. Financiële kengetallen ........................................................................................................28 5.4. Investerings- en financieringsbeleid .....................................................................................29 5.5. Treasury verslag ................................................................................................................29 5.6. Toekomstperspectieven en continuïteit ................................................................................29 5.7. Staat van baten en lasten - begroting ..................................................................................31 5.8. Balans ...............................................................................................................................32
2
5.9. Risicobeheersing en intern toezicht ......................................................................................32 5.10. Bijlage: verantwoording besteding prestatiebox ..................................................................34
3
Bericht van de secretaris L.S. Voor u ligt het jaarverslag van de Vereniging tot het Verstrekken van Basisonderwijs op Gereformeerde Grondslag, statutair gevestigd te Scherpenzeel. Van deze Vereniging gaan uit de basisscholen De Wittenberg te Scherpenzeel en De Wartburg te Woudenberg. Door middel van dit jaarverslag willen wij als bestuur verantwoording afleggen van het gevoerde beleid in het afgelopen jaar, alsmede van de resultaten die met dit beleid zijn gerealiseerd. Veel heeft gelukkig weer zijn goede voortgang mogen hebben. Er is veel om dankbaar voor te mogen zijn. Alle direct bij de school betrokkenen zijn in het leven gespaard. De financiële positie is versterkt. Op het gebied van huisvesting zijn plannen gemaakt om te komen tot uitbreiding van de beide schoolgebouwen. Positief dat onze scholen nog steeds groeien. Iedere schooldag is er les gegeven. Bovenal mocht ook Gods Woord iedere schooldag weer open gaan. Wat heeft dit betekend voor onze kinderen? Mogen we vruchten opmerken? Er zijn ook voortdurende zorgen en nieuwe zorgen. Rond de gezondheid van sommige leerkrachten, kinderen en ouders. Verdriet bij het overlijden van opa's en oma's. We wensen een ieder die het betreft beterschap en troost. Bovenal wensen we echter de ondersteuning van de Heere toe. Hij weet het waarom en waartoe. Mocht ons het ware en afhankelijke gebed tot Hem gegeven worden. In het jaarverslag zijn veel zaken en ontwikkelingen slechts kort aangestipt. Het belangrijkste blijft dat we identiteitsgebonden onderwijs blijven geven. Vijftig jaar geleden (3 mei 1965) is de schoolvereniging met dat doel opgericht. Van de overheid ontvangen we nog steeds de ruimte en de financiële middelen om dat onderwijs gestalte te geven. Dat is een voorrecht, maar direct daaraan gekoppeld ook een grote verantwoordelijkheid. Reeds 45 jaar is ons dit voorrecht gegeven. Laten we onze leerkrachten, het management en hen die op de scholen ondersteuning bieden toch telkens weer opnieuw opdragen aan de Troon der genade met de bede of ze dagelijks in alle eenvoud Gods Woord getrouw mogen uitleggen aan de kinderen. Of ze iedere dag maar weer in de toepassing op deze uitleg de eis om te moeten leven tot Gods eer en de boodschap van zonde en genade zo dicht en ernstvol mogelijk mogen brengen aan de harten van de vele kinderen die onze scholen bezoeken. Iedere dag kan immers de laatste dag zijn dat één van deze kinderen deze boodschap hoort. Dat gebed om Gods zegen en ondersteuning zijn ook nu nog onverminderd nodig. Tot eer van Hem en tot eeuwige zegen voor deze kinderen. Mocht de Heere uit genade deze zegen willen schenken en het onderwijs dat door de leerkrachten op de scholen gegeven wordt als een middel daartoe gebruiken.
Scherpenzeel/Woudenberg, 30 april 2015
Namens het bestuur, A.M. van Helden, secretaris
4
1.
Verslag toezichthouder/bestuurder
1.1
Missie
De missie van onze schoolvereniging verwoorden wij als volgt: “ Kinderen ontvangen op onze school Bijbels verantwoord onderwijs” Het onderwijs - zoals genoemd in deze missie - vertaalt zich in kwalitatief goed onderwijs, aandacht voor opvoeding en zorg in meervoud. Ouders hebben hun kinderen gedeeltelijk aan de zorg van onze school toevertrouwd. Wij willen werk maken van die zorg. We doen dat op verschillende terreinen, vandaar: “zorg in meervoud”. De zorg voor het geestelijk welzijn van kinderen is essentieel. Dat vloeit voort uit de christelijke identiteit van onze school. Wij wijzen de kinderen de weg naar het enige middel tot geestelijk welzijn, namelijk de bekering tot God en het geloof in de Heere Jezus Christus. Bij het opvoeden zetten we “zorg” centraal. Leerlingen vormen tot verantwoordelijke (d.i. dienstbare en zelfstandige) persoonlijkheden. Ook in het onderwijzen speelt “zorg” een grote rol. Onze zorg gaat uit naar elk uniek kind en we houden daarom rekening met de verscheidenheid aan talenten van hoofd, hart en handen. De missie van de afzonderlijke scholen luidt: De Wartburg : Zorgen voor elkaar. De Wittenberg : Ontwikkeling, gefundeerd en naar vermogen. 1.2
Doelstellingen
De grondslag van de Vereniging tot het verstrekken van basisonderwijs op gereformeerde grondslag te Scherpenzeel is in artikel 2 van de statuten als volgt beschreven: Artikel 2 lid 1: De vereniging is gegrond op de onveranderlijke waarheden, in Gods Woord geopenbaard, en ontleent aan dat Woord de beginselen voor de opvoeding der kinderen, overeenkomstig de onverkorte en onveranderde Drie Formulieren van Enigheid, vastgesteld in de Nationale Synode, gehouden te Dordrecht in de jaren zestienhonderdachttien en zestienhonderdnegentien. Artikel 2 lid 2: De vereniging heeft ten doel het verstrekken van basisonderwijs overeenkomstig de in lid 1 genoemde grondslag, zonder hierbij het maken van winst te beogen. 1.3
Organisatiestructuur en -wijzigingen
Onder de Vereniging vallen twee scholen: De Wartburg te Woudenberg en De Wittenberg te Scherpenzeel. Beide scholen worden aangestuurd door een managementteam. Het bestuur bestaat uit 11 leden, behorend tot de diverse participerende kerken 1. Gestreefd wordt naar een evenredige verdeling van deskundigheid over de diverse disciplines, zoals onderwijskundig, financieel, juridisch, personeel & organisatie en huisvesting. Op de ledenvergadering van 19 mei 2014 zijn de heren H. van den Brink en M.R. Schneider met zeer grote meerderheid herkozen. In de vacature van de heer J.M. Hoepel is de heer F. Bakker uit Woudenberg gekozen. De bestaande vacature is ingevuld door de verkiezing van R. van Grootveld uit Scherpenzeel.
1
(Oud) Ger. Gem (in Ned), PKN, HHK, Chr. Ger. Kerk
5
In oktober 2014 is er een vacature ontstaan vanwege het vertrek van dhr. M. Hazeleger. Aan zijn vertrek is aandacht besteed in een bestuursvergadering. Ook langs deze weg willen wij nogmaals onze erkentelijkheid uitspreken voor zijn werk en inhoudelijke bijdrage. De actuele samenstelling van het bestuur is als volgt: Naam C.H. Achterberg F. Bakker H. van den Brink A. van Ettekoven J. van de Geer H. van Grol R. van Grootveld A.M. van Helden J. Methorst M.R. Schneider Vacature
Functie lid lid lid 2e secretaris 1e voorzitter algemeen adjunct 2e penningmeester 1e secretaris 2e voorzitter 1e penningmeester
Benoemd in 2001 2014 2010 2006 2009 2000 2014 2013 2008 2012
Aftredend in 2015 2018 2018 2017 2015 2015 2018 2017 2016 2018
De bestuursleden zijn meestal ook ouder van schoolgaande kinderen, maar staan verder onafhankelijk van de scholen en/of medewerkers van de scholen. Binnen het bestuur is een taakverdeling gemaakt voor een vijftal portefeuilles: Identiteit, Onderwijs, Personeel en Organisatie, Financieren en huisvesting, Communicatie en PR, Kwaliteitszorg. Gezien de extra verantwoordelijkheden van het bestuur met betrekking tot de portefeuille Identiteit is er binnen het bestuur een identiteitscommissie ingesteld bestaande uit C.H. Achterberg, M. van den Brink, J. van de Geer, H. van Grol, J. Methorst en M.R. Schneider. Er worden geen beloningen voor de bestuurswerkzaamheden betaald. De leden zijn om de vier jaar aftredend. Het wel of niet herkiesbaar stellen wordt telkens binnen het bestuur besproken. Inmiddels zijn ook profielen vastgesteld waaraan bestuursleden individueel en het bestuur in het geheel moeten voldoen. Vanaf 2014 is ook gekozen voor een veel meer open wijze van werving van bestuursleden. 1.4
Toezicht
De ontwikkelingen op het gebied van bestuur en toezicht van de achterliggende jaren hebben in 2011 geleid tot de invoering van het volgende model: 1. De directie initieert nieuw beleid, is verantwoordelijk voor de uitvoering van beleid en legt hierover verantwoording af aan het bestuur. Omdat er een uitzondering geldt inzake beleid aangaande identiteit (zie punt 3 hierna) is er een overzicht opgesteld om duidelijk te maken wie waarvoor verantwoordelijk is. 2. Het bestuur functioneert op de diverse beleidsterreinen toezichthoudend: a. De strategische doelen met indicatoren zijn hierbij uitgangspunt. Eventueel nieuwe strategische doelen worden door het bestuur goedgekeurd (strategisch beleidskader). b. Nieuw beleid wordt voor de diverse beleidsterreinen geïnitieerd en vastgesteld door de directie. Het bestuur keurt deze goed, bijvoorbeeld in de vorm van goedkeuring van de begroting en schoolplannen. c. Uitvoering van beleid gebeurt onder verantwoordelijkheid van de directie. Rapportage gebeurt op hoofdlijnen volgens een format. De directie is hierbij verantwoordelijk voor de resultaten. De directie wordt ook aangesproken op het door hen uitgevoerde beleid. 3. Voor wat betreft het beleid aangaande identiteit, toelatingsbeleid en (benoeming) personeel blijft de uitzondering bestaan. Dit raakt onze grondslag en is onopgeefbaar. Hierbij zijn we als bestuur ook meer uitvoerend bezig of betrokken. Dit model functioneert nu enkele jaren. Het bestuur en de beide directeuren werken steeds meer toe naar een passende en optimale rolverdeling in dit model. Dit is in 2014 versterkt door een gezamenlijk coachingstraject van de directeuren. Het traject heeft geleid tot nieuwe initiatieven en een intensievere samenwerking, waardoor het bestuur steeds meer de rol aan kon nemen van toezichthouder.
6
Zoals eerder gemeld is er in onze situatie geen strikte juridische scheiding van bestuur en toezicht ingevoerd. Er is ingezet om naar de geest van de wet te handelen zoals hierboven geschetst. Daarbij wordt dus feitelijk wel duidelijk onderscheid gemaakt tussen bestuur en toezicht. De code goed bestuur van de PO-Raad is het uitgangspunt voor ons handelen. Een uitzondering daarop vormt het overleg met de accountant. Dit voeren wij niet rechtstreeks, maar is om efficiencyredenen gestructureerd via ons administratiekantoor. Als hulpmiddel voor de invulling van bovenstaand model wordt een jaaragenda gebruikt. In een zekere jaarcyclus komen de hiervoor bedoelde verantwoordings- of managementrapportages, identiteit, evaluaties en het vaststellen van school- en jaarplannen periodiek en systematisch terug. In het kalenderjaar 2014 is binnen deze vergaderkaders 8 keer vergaderd. Net als in 2013 is in 2014 veel aandacht besteed aan de kwaliteit van het toezicht houden. We hebben ons verdergaand verdiept in de wettelijke bepalingen, de code goed bestuur en het toezichtkader voor het primair onderwijs van de Inspectie van het Onderwijs. Er is een toezichtreglement vastgesteld en er is gewerkt aan een toezichtkader. Dit zal DV een vervolg krijgen in 2015. Door middel van periodieke schoolbezoeken en andere contacten blijft het bestuur ook zelf voeling houding met de dagelijkse gang van zaken op de scholen. Het bestuur vult ook de verantwoordelijkheid in als werkgever van de directeuren van de beide scholen. Naast formele en informele contacten gedurende het jaar wordt er eenmaal per jaar een functionerings- of beoordelingsgesprek gevoerd. 1.5
Bestuursakkoord
In 2012 heeft de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in een bestuursakkoord met de PORaad zogenaamde prestatieafspraken vastgelegd voor het primair onderwijs voor de toekomst. Deze afspraken moesten leiden tot verhoging van de onderwijskwaliteit en een versterking van de kwaliteit van het onderwijspersoneel. Het bestuursakkoord zet in op een bredere invoering van het opbrengstgericht werken, het verder terugbrengen van het aantal zeer zwakke scholen, een beter aanbod voor talentvolle leerlingen, het versterken van de bekwaamheid van leraren en schoolleiders en het betrekken van ouders bij de prestaties van hun kinderen. Deze landelijke ambities worden door schoolbesturen vertaald naar doelen op schoolniveau en maatwerk voor de eigen scholen. Ook op de Wittenberg en Wartburg wordt hieraan gewerkt. Een aantal aspecten hieruit noemen we met daarbij de stand van zaken op onze scholen. Er zijn meetbare doelstellingen geformuleerd gericht op de leeropbrengsten taal en rekenen. Omdat de normeringen zijn aangepast blijft het zoeken naar de goede doelstellingen. Uitgangspunt is dat we ernaar streven dat de opbrengsten voor tussentijdse toetsen en de eindtoets minimaal op het niveau is wat op basis van de leerlingenpopulatie van onze scholen verwacht mag worden en boven het landelijke gemiddelde. Scholen werken opbrengstgericht, is een belangrijk item in het bestuursakkoord. Iedere leerkracht is zich bewust van de noodzaak van opbrengsten van zijn/haar onderwijs. Het beleid op onze scholen is in de eerste plaats gericht op opbrengstbewust onderwijs en niet opbrengstgericht. Het welzijn van de kinderen in brede zin is een belangrijk aspect in ons onderwijs. Leraren werken systematisch aan hun bekwaamheden en er is een intensieve gesprekkencyclus waar dit steeds aan de orde komt. Stimulans voor registratie in het lerarenregister is (nog) niet aan de orde. Vanuit de overheid lijkt hier wel een verplichting voor te gaan ontstaan. Als bestuur blijven we deze ontwikkelingen volgen. Voor beginnende leraren is er een gedegen en intensief begeleidings- en ondersteuningsplan, wat als positief wordt ervaren. We doen mee met de ‘werkplaatsen’ voor zowel startende leerkrachten als leerkrachten die voor het tweede jaar werken om hen zo nog beter te begeleiden aan het begin van hun onderwijsloopbaan. Samengevat, de scholen voeren een goed en effectief HRM-beleid (‘personeelsbeleid’).
7
1.6
Beleidsuitvoering
Vanuit het voorgaande zijn de directies van de scholen onder meer verantwoordelijk voor de initiëring en het uitvoeren van het beleid. Binnen de hiervoor bedoelde strategische beleidskaders en met inachtneming van de gestelde doelen hebben de directies een grote mate van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. Zij maken bijvoorbeeld eigen keuzes als het gaat om onderwijsmodellen. Hierna doen beide directies per school zelf verslag van de activiteiten van de scholen. Jaarlijks wordt door de Inspectie van het Onderwijs op basis van een risico-analyse bepaald welk toezichtsarrangement per school van toepassing is. Aan beide scholen is het basisarrangement toegekend. Aandachtspunt is de attendering van de inspectie dat de opbrengsten van de Wartburg in 2014 onder de door de inspectie gehanteerde ondergrens lagen. Dit is verklaarbaar door de methodiek die de inspectie hanteert om de opbrengsten te meten. Het MT van de Wartburg is in gesprek met de inspectie om een correctie toe te passen op de gebruikte methode van opbrengstregistratie. Het bestuur wil de managementteams, de leerkrachten en het onderwijs ondersteunend personeel hartelijk dankzeggen voor de geleverde inspanningen om het kwaliteitsniveau en de tevredenheid van de ouders op een goed niveau te houden. We wensen alle betrokkenen toe dat ze deze inspanningen dagelijks mogen leveren in het besef daarin volledig afhankelijk te zijn van de zegen van de Heere.
2.
Beleidsterreinen
2.1
Identiteit
2.1.1
Overleg met kerkenraden
In 2014 heeft er, evenals in de voorgaande jaren, weer een overleg met de kerkenraden van de participerende kerken plaatsgevonden. In dit overleg is over diverse identiteits- en schoolzaken gesproken is. Het overleg wordt van beide kanten als nuttig ervaren. Er wordt actief door alle kerkenraden meegedacht en -geleefd. Ook zorgen gedeeld. Dat wordt door ons zeer gewaardeerd en blijft van groot belang. Onderwerpen die zijn besproken zijn onder meer: a. b. c. d. e.
Toelatingsbeleid leerlingen Passend onderwijs Kandidaatstelling bestuur Doorontwikkeling scheiding Bestuur en Toezicht Bestuursjaarthema (terugblik, nieuwe thema)
De kerkenraden participeren ook in de periodieke schoolbezoeken. Deze bezoeken worden samen met een bestuurslid afgelegd, waarbij het kerkenraadslid de positie van gast inneemt. Zowel het schoolbestuur als de leerkrachten waarderen dit zeer. 2.1.2.
Ouderavonden
De ouderavonden stonden in het kader van het jaarthema ‘Identiteit in alle vakken’. Op deze avonden proberen we aan te sluiten bij de actualiteit. Ook wat betreft het uitnodigen van sprekers voor deze avonden. Recente voorbeelden daarvan zijn de lezingen van Dhr. Toes en Dr. Fieret. Het blijft een uitdaging om op deze avonden alle ouders te bereiken. Als het om het kind gaat komen de ouders wel, bij identiteitsavonden is dit minder het geval.
8
2.1.3
Wet Medezeggenschap Scholen
De medezeggenschapsraden hebben ook gedurende 2014 hun gewaardeerde werk weer mogen doen. Ook de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) heeft haar bijdrage geleverd. Ten aanzien van de respectievelijke begrotingen is wederom een positief advies uitgebracht. De raden nemen ook intensief kennis van de jaarrekening. In 2008 is er de wet op medezeggenschap scholen gekomen, er is nog steeds de mogelijkheid instemmingsrecht om te zetten in adviesrecht. In 2014 heeft meer dan 2/3 e van de ouders aangegeven akkoord te gaat met een verlenging van de bestaande situatie: het omzetten van de bevoegdheid van de MR van instemmingsrecht naar adviesrecht. De overheid gaat door gewijzigde wetgeving een meer nadrukkelijke rol toekennen aan de MR. Als schoolbestuur hebben we rekening te houden met meerdere partijen naast zich die invloed uitoefenen. De situatie zoals deze er nu is met GMR en MR werkt goed. Er is sprake van een open en opbouwende samenwerking. De status van de (G)MR op dit moment is adviserend, het is in de praktijk een steunende partij.
2.1.4
Toelatingsbeleid
Het toelatingsbeleid is in het verslagjaar niet gewijzigd. Met iedere ouder die een kind voor het eerst op school aanmeldt wordt het identiteitsprofiel besproken voordat de identiteitsverklaring wordt ondertekend. De managementteams besteden veel tijd aan het praktisch gestalte geven aan het identiteitsprofiel en rapporteren hierover terug aan het bestuur.
2.1.5
Bezinningsavond
Eén van de genoemde bestuursvergaderingen is samen met de managementteams en de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad benut om ons te bezinnen op het bewaren van onze geloofstraditie. Dit mede in het licht van het bestuursjaarthema: hoe bereiken we dat onze identiteit zo goed mogelijk doorwerkt in alle vakken waarin les wordt gegeven? De noodzaak en de kern van het reformatorisch onderwijs moeten blijven wegen. We moeten er met zijn allen voor waken dat tijdsdruk, het halen van door de overheid gestelde doelen en het gewoon gaan vinden van reformatorisch onderwijs ons afleiden van waar het echt om gaat: de redding van de zielen van ons en onze kinderen voor de eeuwigheid. Het is niet eenvoudig om hier pasklare antwoorden op te vinden. Wel hopen we van harte dat door aandacht aan dit thema te geven het bewustzijn hiervoor zal groeien en dat daardoor ook praktische handvatten ontstaan voor de praktijk van alle dag.
9
3. Jaarverslag De Wartburg 3.1. Algemeen We kunnen terugzien op een goed jaar, waarin we met alle geledingen van onze school, rondom Gods Woord, voor onze kinderen hebben mogen zorgen. Lief en leed hebben zich ook in onze gezinnen afgewisseld. Verder mogen we dagelijks dankbaar zijn dat we in goede harmonie en saamhorigheid ons werk mogen doen. Dit jaarverslag beschrijft de ontwikkelingen op onze school over het kalenderjaar 2014. In dit jaarverslag willen we verantwoording afleggen over het gevoerde beleid aan bestuur, ouders, medezeggenschapsraad, team, inspectie en allen die bij de school betrokken zijn. We zullen proberen om een zo goed mogelijk beeld te schetsen van het wel en wee van onze school.
3.2. Identiteit Het jaar 2014 ligt achter ons. Een jaar waarin we met elkaar, rondom Gods Woord, het onderwijs aan onze kinderen gestalte mochten geven. Een jaar waarin de boodschap van het Evangelie geklonken heeft in de oren van zondige kinderen. Het was en is onze innige wens en bede dat dit Woord gezegend mag worden, tot eer van Zijn grote Naam. De identiteit op school krijgt gestalte zoals in de strategische doelen van het bestuursbeleidsplan worden beschreven. We doen dit vanuit onze school specifieke missie “Zorgen voor elkaar” Onze missie is afgeleid van “God lief hebben boven alles en onze naaste als onszelf”. Dit is de basis van waaruit we onze identiteit gestalte geven. Dit is ook het doel dat we ons gesteld hebben. In de dagelijkse praktijk hebben we dan ook geprobeerd om dit, met de Bijbel als leidraad, gestalte te geven. Bij de intakegesprekken met nieuwe ouders komen deze zaken expliciet aan de orde en we verwachten van onze ouders dat ze van harte de identiteit en visie van onze school onderschrijven. In het achterliggende jaar is er 1 aanmelding geweigerd. Deze ouders voldeden niet aan bovenstaande criteria, waardoor de kinderen niet geplaatst konden worden. De afwijzing is door deze ouders niet geaccepteerd en gemeld bij de stichting Art 1. Midden-Nederland. Gelukkig stelde de stichting de ouders niet in het gelijk en zijn de kinderen op een andere school geplaatst. Het onderstreept heel duidelijk het belang van een strikt en consistent toelatingsbeleid. Bij aanmeldingen van nieuwe gezinnen en ook als er jongere kinderen van een al schoolgaand gezin worden aangemeld, wordt de identiteitsverklaring ondertekend. Bij benoemingen wordt het identiteitsprofiel ondertekend en jaarlijks wordt deze tijdens de functioneringsgesprekken aan de orde gesteld.
10
De kerkelijke achtergrond van de gezinnen per 1 oktober 2014 is weergegeven in onderstaande tabel.
3.3. Onderwijs Schoolklimaat Een van de belangrijkste speerpunten van de Wartburg is een goed pedagogisch klimaat. In het ondersteuningsprofiel van de Wartburg staat beschreven wat wij onder een goed pedagogisch klimaat verstaan en waarom we daar zoveel waarde aan hechten. “Vanuit de missie Zorgen voor elkaar wil de school vormgeven aan een pedagogisch klimaat waarin het bieden van ondersteuning, het wederzijds vertrouwen, het zorgen voor elkaar en het scheppen van uitdagende leersituaties kernwoorden zijn. Het zorgen voor elkaar passen we toe in de ruimst mogelijke zin. Dat wil zeggen dat het een opdracht is die we uitvoeren ten opzichte van elkaar, van de kinderen, van de ouders en van allen die bij de school betrokken zijn. Dit heeft tot gevolg dat we geen onderscheid zien in de diverse geledingen. We zien ouders als partners met wie we samen voor het kind moeten zorgen, dat houdt in dat we nooit tegenover elkaar maar altijd met elkaar moeten gaan. We zien kinderen als vrienden, waarmee we een relatie moeten hebben van wederzijds respect en houden van elkaar. Dit wil niet zeggen dat er geen gezag is, juist wel; ontzag, liefde en respect geeft gezag. Op basis van deze houding kunnen we zorgen voor een goed welbevinden, wat ook uiteindelijk resulteert in goed leren. Op onze school streven we naar een klimaat waarbij we sporadisch gebruik maken van straffen. Appelleren aan de missie van de school is daarbij voldoende”. Ook in het achterliggende jaar hebben we geprobeerd om bovenstaande opdracht in praktijk te brengen. Speerpunten In het afgelopen jaar hebben we het grootste deel van het 4 jaren schoolplan afgerond en wordt er een evaluatie gemaakt van de speerpunten die we in dat plan hebben beschreven. Zoals al in eerdere jaarverslagen naar voren kwam ging dat om de volgende speerpunten.
11
Exemplarisch onderwijs De thema’s in de diverse groepen zijn vastgesteld en geborgd. Ook is er voorzien in een interne opleiding voor nieuwe collega’s. Daarnaast is er een nieuwe geschiedenismethode ingevoerd die exemplarisch werkt; “Vensters op Nederland”. Verder doen we mee in de ontwikkeling van een exemplarische Natuur en techniek methode “Wondering the World”. Binnen het team zijn er maatjes die met en van elkaar leren. Ze ondersteunen elkaar bij de voorbereiding, ze coachen elkaar en helpen elkaar te reflecteren op hun eigen leerproces. Burgerschapsvorming Dit onderdeel is in het integrale schoolplan geborgd, zodat dit in het programma blijvend terugkomt. Elk jaar plannen we burgerschapsactiviteiten rond de landelijke dag “NL-doet”. Invoering van het vak Engels van groep 1 t/m 8 Het schoolplan Engels voorziet in een kwaliteitsverhoging van het onderwijs in de Engelse taal. In deze periode is er een doorgaande leerlijn gemaakt en ingevoerd waarmee in groep 1 t/m 8 Engels wordt gegeven. Deze doorgaande lijn heeft de volgende uitwerking. - In elke groep wordt minimaal 30 minuten (kleuters), 45 minuten (groep 3 – 6), 60 minuten (groep 7/8 ) per week Engels gegeven, verspreid over meerdere momenten. - Er is een nieuwe methode aangeschaft: My Name is Tom. Deze wordt nu gebruikt in groep 1 t/m 7 en vanaf volgend schooljaar ook in groep 8. - Leerkrachten hebben hun eigen vaardigheden ontwikkeld d.m.v. de cursus Engels A (onderbouw), Engels B (bovenbouw + eigen keuze) en/of Engels C (eigen keuze). Het niveau van onze leerlingen is omhoog gegaan. Dit zien we zowel aan de CITO-toets van Engels in groep 8 als aan de resultaten die op het VO worden behaald. We hebben nog niet het gewenste niveau behaald, doordat de leerlingen die nu in de bovenbouw zitten, nog niet vanaf groep 1 Engels hebben gehad. Bovendien is de nieuwe methode nog niet helemaal geïmplementeerd, volgend schooljaar wordt deze in elke groep gebruikt. Omgaan met meerbegaafdheid Al geruime tijd zijn we bezig om ook aan de meerbegaafde leerlingen extra zorg te geven. Naast de begeleiding in de groep, waarbij er voor genoeg uitdaging wordt gezorgd, is er voor bepaalde leerlingen een plusgroep, die op onze school Breinbrekers heet. Dit jaar zijn er vier groepen: groep 1/2, 3/4, 5/6 en 7/8. In deze groepen werken we aan verdieping en verbreding van de leerstof, maar ook aan de juiste studievaardigheden. De criteria staan vast en na elke CITO-periode wordt gekeken welke leerlingen aan de criteria voldoen. Invoering van de functiemix. De functiemix is door de overheid ingesteld om er voor te zorgen dat leerkrachten meer (financieel) perspectief hebben. Het is de bedoeling dat scholen functies creëren die in een hogere salarisschaal vallen. Zoals al eerder is vermeld hebben we de invoering van de functiemix beleidsarm ingevoerd. Er zijn geen functies ingevoerd omwille van de functiemix. Gevolg is wel dat we niet voldoen aan de norm (39 % in een hogere functieschaal) die door de overheid is gesteld. Volgens de VGS zal dit hoegenaamd geen gevolgen hebben. Op 1 augustus 2014 bedroeg het percentage LB leerkrachten 25% en geen LC functies. Met ingang van augustus 2015 zal er een versterking van het zorgteam en het managementteam ingevoerd worden, waardoor het percentage LB functies op 30 % komt. Ouderbetrokkenheid. Aan het begin van het traject ouderbetrokkenheid is het schoolplan ouderbetrokkenheid besproken en onderzocht in de regiegroep ouderbetrokkenheid. Daarbij kwam naar voren dat ouders vooral behoefte hadden om betrokken te zijn bij de ontwikkeling van hun kind. We hebben besloten om vooral deze manier van ouderbetrokkenheid met betrekking tot de ontwikkeling van hun kind verder uit te werken. Begin dit cursusjaar hebben we een nieuwe vorm van ouderbetrokkenheid geïntroduceerd. Dit heeft geresulteerd in de volgende uitwerking. - met ouders en kinderen (vanaf groep 4) is een start gesprek gehouden. - tijdens dit startgesprek is vastgelegd wat de wensen van ouders en kinderen zijn met betrekking tot de oudercontacten voor het komende jaar.
12
-
dit jaar hebben we voor de eerste twee rapporten een open avond. verder is met de ouders afgesproken welke contacten er nog zullen volgen. (ouderbezoek, extra gesprek, mailcontact, telefonisch contact). Aan het eind van schooljaar 2014-2015 zullen we de nieuwe opzet evalueren.
Passend Onderwijs De Wartburg wil een school zijn waarbij ieder kind, dat past bij de identiteit van de school, welkom is. Het onderwijs aanbod is voor alle kinderen. Het is een aanbod dat er voor zorgt dat zoveel mogelijk kinderen op hun niveau op onze school begeleid kunnen worden. Dat houdt in dat er in de groepen gewerkt wordt met 3 niveaus. Allereerst werken we aan de hand van groepsplannen met het minimum, basis en plus niveau. Daarnaast zijn er kinderen die het niveau van de groep niet kunnen halen of juist boven het niveau van de groep uitstijgen. Voor deze kinderen bieden we in de Bikkelklas de mogelijkheid om een eigen leerlijn te volgen. Het gevolg is dat de kinderen die individueel onderwijs in de Bikkelklas krijgen over het algemeen goed vooruit gaan. Doordat ze zich welbevinden en intrinsiek gemotiveerd zijn om te groeien, doen ze dat ook! En dat is aantoonbaar! Dit alles heeft een aanzuigende werking. De Wartburg krijgt veel “zorgleerlingen” van buitenaf, niet alleen op cognitief gebied, maar ook kinderen met gedragsproblemen. De Wartburg heeft een bovengemiddeld aantal rugzakkinderen en een zeer laag verwijzingspercentage. En dat willen we zo houden. Aan de andere kant zijn we ons er ook van bewust dat we niet alles kunnen. Het is goed om in dat opzicht ook de juiste grenzen aan te geven. Op onze school worden de zaakvakken exemplarisch gegeven. Dat wil zeggen dat we vooral werken met grote gehelen, waarbij de leerlingen zelf aan het denken worden gezet om oplossingen te vinden. Daardoor is er een grote betrokkenheid bij de leerlingen op de inhoud van de vakken. Aantal leerlingen met leerlinggebonden financiering (‘rugzak’):
Jaar Aantal lln cluster 1 Aantal lln cluster 2 Aantal lln cluster 3 Aantal lln cluster 4 TOTAAL aantal lln rugzak
2010-2011
2011-2012
2012-2013
2013-2014
3 2
3 2
2 1
2 1
5
5
3
3
In onderstaande tabel geven we weer hoeveel leerlingen in de afgelopen schooljaren zijn verwezen naar het Speciaal (Basis) Onderwijs (S(B)O). Het landelijk afgesproken streefpercentage is het aantal verwijzingen te houden onder de 2%.
Jaar Aantal leerlingen Aantal verwijzingen SBO Percentage
2010-2011 317 0 0,0 %
2011-2012 322 1 0,3%
2012-2013 347 0 0%
2013-2014 367 1 0,3%
Leerlingenaantallen en formatie Onze school werd op 1 oktober 2014 (oktober-telling) bezocht door 367 leerlingen. Op basis van prognoses en doopcijfers uit de diverse kerken is de verwachting dat de school door zal groeien. De school telt nu 15 groepen en heeft de beschikking over 11 reguliere lokalen, en 2 noodlokalen. Daarnaast wordt de handenarbeid ruimte en het speellokaal gebruikt. Gelukkig wordt er hard gewerkt aan de uitbreiding met 5 lokalen! De formatie en aantal leerlingen Jaar 2011 – 2012 2012 – 2013 2013 – 2014 Aantal leerlingen (per 1 okt) 322 347 367 Aantal fte 18,8 18,8 21,1
13
De herkomst naar gemeente is per 1 oktober 2014 als volgt. Gemeente Aantal leerlingen per 01-10-2014 Amerongen Renswoude Soest Utrechtse Heuvelrug Woudenberg
1 2 3 13 348
Totaal
367
Opbrengsten Als kinderen zich welbevinden en we geven goed onderwijs, dan zal dit te merken zijn aan de opbrengsten. En dat is gelukkig ook zo. De opbrengsten van onze school liggen dan ook op het niveau wat van ons mag worden verwacht. Zowel wat betreft de eindopbrengsten als de tussenopbrengsten. Wel moet worden opgemerkt dat in de opgegeven score wel de kinderen die op onze school een eigen leerlijn hebben gevolgd (Bikkelklas) uit de eindopbrengst gehaald zijn. We zijn nog in gesprek met de inspectie over de manier waarop dit moet worden uitgevoerd, omdat dit nog niet automatisch geregeld is, waardoor de inspectie uit gaat van een te lage score. Zoals al eerder vermeld hebben we op onze school bovengemiddeld veel zorgleerlingen en daarbij een heel laag verwijzingspercentage. Dat is ook de opdracht van Passend onderwijs. Door kinderen met veel zorgbehoefte op onze school toe te laten en te houden zal dit een lagere gemiddelde eindscore tot gevolg hebben. Jaar Aantal leerlingen Gemiddelde score Wartburg
2010-2011 37 534,3
2011-2012 41 533.9
2012-2013 33 536,3
2013-2014 51 534
Landelijke gemiddelde
535,2
535,1
534,7
534,4
Als school willen we ook graag weten of ons onderwijs er toe doet. Daarom willen we ons bewust zijn van de opbrengsten en wat dit van ons vraagt. We streven daarbij naar optimalisatie, passend bij het vermogen van de kinderen. De overheid heeft via het bestuursakkoord aangegeven wat er o.a. rond opbrengsten van scholen wordt verwacht. In de bijlage wordt hier kort verslag van gedaan De uitstroom van de leerlingen naar het vervolgonderwijs is in de afgelopen jaren als volgt geweest: 2010-2011
2011-2012
2012-2013
2013-2014
Jaar Aantal leerlingen
33
38
41
45
1 Havo/VWO 2 VMBO TL/GL 3 VMBO BB/KB 4 VMBO/LWOO
21 8 3 1
19 7 11 1
15 13 10 3
24 8 3 10
3.4. Personeel Zoals al eerder opgemerkt, geldt de missie Zorgen voor elkaar ook voor de leerkrachten van onze school. Zij moeten er voor zorgen dat de kinderen zich welbevinden en ook leren! Uiteraard is een professioneel team hierbij een belangrijke voorwaarde. Het team van de Wartburg draagt de missie uit. Daarvoor is een professionele houding een belangrijke voorwaarde. Er wordt dan ook veel aan nascholing gedaan, gekoppeld aan de missie en doelen, zoals verwoord in het schoolplan. Het team van de Wartburg wil leren, maar dan wel aan zaken die er toe doen. Op onze
14
school worden dan ook geen cursussen verplicht gesteld, intrinsieke motivatie om te blijven leren is veel belangrijker. We zien onze collega’s als professionals en zo benaderen we ze ook. Dat heeft tot gevolg dat de teamleden zeer veel eigen verantwoordelijkheden hebben bij de uitvoering van hun taak. Het aantal regels en afspraken is daarom klein en vooral gericht op praktisch nut. Coaching en begeleiding worden gedaan als daar om gevraagd wordt, de mogelijkheid tot coaching wordt wel gestimuleerd. Daarnaast wordt er in ons team met maatjes gewerkt, waarbij de leerkrachten van elkaar leren en elkaar ondersteunen. Dit heeft tot gevolg dat het grootste gedeelte van de collega’s 1 of meerdere cursussen heeft gevolgd. Afgezet naar wat de gemiddelde school aan nascholing uitgeeft zit de Wartburg ver boven het landelijk gemiddelde! Door de groei van de school zijn er ook 2 nieuwe leerkrachten benoemd, ook is er een proces ingezet om tot versterking van het management en het zorgteam te komen. Ons team bestaat op 31 december 2014 uit, zowel managementteam, interne begeleiding, onderwijzend als onderwijsondersteunend personeel, 36 personen. Het algemene ziekteverzuim is erg laag. Onze trouwe schoolschoonmaakster mevr. ’t Hart is helaas langdurig afwezig geweest i.v.m ziekte. Helaas werd steeds meer duidelijk dat het werk op de Wartburg niet meer haalbaar was en heeft mevr. ’t Hart het besluit genomen om haar baan op te zeggen. Het ziekteverzuim Jaar Percentage ziekteverzuim Landelijk ziekteverzuim
2010 - 2011 1,58 6,2
2011 – 2012 3,24 6,2
2012 – 2013 5,0 6,2
2013 – 2014 0,64 6,5
3.5. Financiën, huisvesting en beheer Financiën Het kalenderjaar 2014 is wederom positief afgesloten, zij het wat minder dan begroot. Hierover biedt het financiële jaarverslag meer informatie.
Huisvesting Het is al geruime tijd heel krap op onze school. Officieel is het huidige gebouw bedoeld voor 11 groepen. Mede door gebruik van handenarbeidlokaal, speellokaal en 2 noodlokalen, kunnen de 15 groepen gehuisvest worden. Gelukkig is er inmiddels een beschikking van de gemeente afgegeven die voorziet in een uitbreiding van 5 lokalen. Inmiddels is ook een bouwcommissie geïnstalleerd. Zij wordt bijgestaan door Zwemer Bouwmanagement. De architect is Roos Ros uit Oud-Beijerland. Het streven is de uitbreiding van het schoolgebouw in 2015 te realiseren. In 2014 is een nieuw meerjarenonderhoudsplan opgesteld door adviesbureau Verwoert. Uit zijn onderzoek blijkt dat er best wel wat onderhoud aan de school nodig is, maar ook dat de middelen die we per 1 januari t.b.v. onderhoud ontvangen toereikend zijn. 3.6. Communicatie en relatie Ouders en contacten Goede contacten en samenwerking met ouders, ten behoeve van het welbevinden van de kinderen en goed onderwijs, worden door ons zeer gewaardeerd. Naast de persoonlijke contacten waarin het direct over de kinderen gaat, zijn er verschillende contactavonden en een voorlichtingsavond geweest. We blijven zeer erkentelijk voor het vele vrijwilligerswerk dat wordt gedaan voor en op school. We waarderen niet alleen het werk dat wordt gedaan; het draagt ook bij aan verbondenheid en betrokkenheid. Zonder al deze houding en hulp kunnen en willen we niet. Via de nieuwsbrief en de vernieuwde website informeren we de ouders en andere belangstellenden zo goed mogelijk over de dagelijkse praktijk en allerlei schoolontwikkelingen.
15
In het verslagjaar is er geen gebruik gemaakt van de klachtenprocedure. Er is op positieve en constructieve wijze samengewerkt met de medezeggenschapsraad (MR) Met de MR worden alle zaken gedeeld die met hen gedeeld kunnen worden. De MR heeft het adviesrecht op basis van de vijfjaarlijkse peiling behouden. Er zijn geen wijzigingen in de samenstelling Het is onze wens dat de samenwerking in de toekomst zo mag blijven.
Samenwerking In de 2e helft van 2014 hebben de directeuren van beide scholen in een intensief traject onder leiding van een externe coach samen nagedacht over de wijze van samenwerken op strategisch niveau. Dit is een leerzaam en goed traject geweest. Inmiddels is er regelmatig afstemming over zaken die beide scholen betreffen en worden de voordelen van samenwerking benut. Door de goede samenwerking tussen de directeuren, die de rol vervullen van directeur-bestuurder, is er ruimte voor het bestuur om haar meer toezichthoudende rol te nemen. Samen met het bestuur worden deze ontwikkelingen verder uitgewerkt. Wat betreft samenwerking met andere basisscholen zijn er samenwerkingscontacten binnen het samenwerkingsverband Berseba, waarbij onze school valt onder de regio Midden. Binnen het samenwerkingsverband wordt op goede wijze leiding gegeven en ondersteuning geboden om passend onderwijs op school-, regionaal- en landelijk niveau te realiseren. Daarnaast ontmoeten de directeuren van de ‘Vebakowosz-scholen’ (reformatorische basisscholen uit Achterberg, Barneveld, Doorn, Ede, Kootwijkerbroek, Veenendaal, Woudenberg en Zeist) elkaar regelmatig tijdens directeurenoverleggen en/of studiedagen. Als school zijn we hier actief bij betrokken. Naast afstemming over allerhande zaken die het onderwijs aangaan, zowel beleidsmatig als gezamenlijke inkoop, organiseert deze scholengroep ook gezamenlijke scholingen en netwerken. Er zijn goede verhoudingen met de plaatselijke basisscholen alsook met de voortgezet onderwijsscholen. Gemeente Er zijn goede en functionele contacten met de gemeente Woudenberg. In dit jaar hebben we dit vooral ervaren in het constructieve overleg rond de uitbreidingsaanvraag en de uiteindelijke verleningen van de beschikking. Ook is een ambtenaar van de gemeente intensief betrokken bij het bouwproces. Ook wordt het regelmatig is er regelmatig overleg (Lokaal Educatieve Agenda) met de gemeente over het onderwijs in Woudenberg.
3.7. Kwaliteitszorg Binnen de school is de kwaliteitszorg goed op orde. Veel van wat gezamenlijk is besproken en afgesproken staat op papier en wordt in praktijk gebracht. Er is een duidelijke doorgaande lijn zichtbaar. Intern worden er audits uitgevoerd om na te gaan of hetgeen gezamenlijk is afgesproken ook zo in praktijk wordt gebracht. De auditrapportages worden voorzien van een verbeterplan. Over het algemeen loopt het goed 3.8. Toekomst Iedere dag mag er reformatorisch basisonderwijs worden gegeven. Met elkaar is het streven dit zo goed mogelijk te doen. Dit mag tot op heden in een goede sfeer worden gedaan en met veel betrokkenheid en inzet in goede samenwerking met de ouders. Uit de jaarplannen blijkt wat goed onderwijs vraagt en op welke wijze dit wordt gerealiseerd. We zijn bezig met de afronding van de schoolplanperiode 2011 – 2015 en de voorbereidingen voor de schoolplanperiode 2015 – 2019 zijn in volle gang. In dit jaarverslag staan al een aantal zaken die we mee willen nemen in de nieuwe schoolplanperiode. De basis blijft reformatorisch onderwijs bieden aan onze kinderen en de kinderen in een veilige omgeving te vormen en te onderwijzen voor de toekomst. Bij alles geldt: zo de Heere wil en wij leven en in afhankelijkheid van Zijn onmisbare zegen.
16
4. Jaarverslag 2014 De Wittenberg 4.1. Algemeen ‘Ontwikkeling, gefundeerd en naar vermogen’ is in kalenderjaar 2014 onze leidraad geweest. Op grond van Gods Woord – in alle gebrek van onze kant – hebben we opnieuw een jaar reformatorisch basisonderwijs mogen geven. De ambities, afgeleid van bovengenoemde leidraad, bieden ons het kader en de richting voor de dagelijkse praktijk. Op De Wittenberg willen we gefundeerd, veilig en verantwoord onderwijs bieden om onze kinderen mede te vormen tot christelijke burgers. Dit doen we door het bevorderen van het welbevinden en de ontwikkeling van de kinderen naar hun vermogen. We werken daarvoor samenwerken met betrokken, zelfverantwoordelijke collega’s. Ons streven daarbij is het waarmaken van het ontvangen vertrouwen van ouders, bestuur en andere betrokkenen. In aansluiting op het werken aan de realisatie van onze ambities blijft onze focus voor de toekomst voornamelijk gericht op: - het bieden van een veilig klimaat voor alle kinderen, waarin ze binnen de school als gemeenschap optimale gelegenheid hebben zich te ontwikkelen - het afstemmen op de verschillende onderwijsbehoeften en waar mogelijk en nodig deze te clusteren binnen de groep, zodat de differentiatie op goede wijze gestalte gegeven kan worden - het organiseren en bieden van arrangementen binnen de school als de onderwijsbehoeften van de kinderen specifieker zijn - het optimaal betrekken van de ouders bij het welbevinden en de ontwikkeling van hun kind(eren) - de leerkracht die ertoe doet en leerkrachtvaardigheden zich eigen maakt, borgt en verdiept en zich ontwikkelt in en bijdraagt aan een professionele cultuur van samenwerking en samen leren Op welke wijze aan bovenstaande in 2014 is gewerkt, is weergegeven in dit jaarverslag. Dit jaarverslag is het laatste wat nog helemaal valt in de schoolplanperiode 2011 – 2015. Het volgende verslag zal deels in de huidige periode en deels in de toekomstige periode vallen. Op basis van de ervaringen in het huidige verslagjaar zal dan ook regelmatig worden aangegeven wat we mee hopen te nemen in de nieuwe schoolplanperiode. 4.2. Identiteit De identiteit is het bestaansrecht van onze school en Gods Woord en de Drie Formulieren vormen de basis van waaruit we op school ons werk doen. Het vraagt om voortdurend bewustzijn dat het een groot voorrecht is om identiteitgebonden onderwijs te mogen geven en steeds is er bezinning nodig om goed met deze verantwoordelijkheid om te gaan. Het bestuursjaarthema ‘identiteit in alle vakken’ heeft een concrete invulling gekregen tijdens een bijeenkomst met bestuurs-, MR- en teamleden en tijdens de ouderavond in januari 2014. Het thema loopt door in het cursusjaar 2014 – 2015 en kortgeleden hebben er activiteiten in dit verband plaatsgevonden. Duidelijk blijkt dat het in de eerste plaats gaat om verworteling in de identiteit van alle betrokkenen en het besef identificatiefiguur te zijn. Vanuit deze basis krijgt de identiteit haar plaats in alle vakken, waar nodig en waar mogelijk. Het is een dagelijkse opdracht hiermee bezig te zijn, vanuit het besef dat de Bijbelse opdracht ‘Leer den jongen de eerste beginselen naar de eis Zijns weg’ in de levensfase waarvan geldt ‘Gedenk aan uw Schepper in de dagen uwer jongelingschap’. Als team hebben we enkele waardevolle bijeenkomsten rond het verbond, de Heilige Doop en de inlijving gehad onder leiding van ds. A. Schot. Inmiddels beginnen we de personeelsvergaderingen met een moment van bezinning aan de hand van het boekje van prof. Wisse ‘De droefheid naar God’. Tijdens de weekopeningen en –sluitingen staan we, aan de hand van geschiedenissen uit de Bijbel (tijdens de weekopening) en andere gedeelten uit Gods Woord (tijdens de weeksluitingen), stil bij de geloofsleer. Uit de oudertevredenheidspeiling blijkt er grote tevredenheid over en instemming met de wijze waarop identiteit gestalte wordt gegeven. In de tijd waarin we leven en onze kinderen opgroeien, blijft het van belang dat we de kinderen in de ontvankelijke levensfase veel Bijbelkennis meegeven, op eenvoudige wijze de geloofsleer aan de orde stellen en nadenken hoe we de kinderen op grond van Gods Woord kunnen voorbereiden op de
17
maatschappij van de toekomst. Dit vraagt om nadere doordenking, wat we dan ook in de volgende schoolplanperiode mee willen nemen. Bij aanmeldingen van nieuwe gezinnen en ook als er jongere kinderen van een al schoolgaand gezin worden aangemeld, wordt de identiteitsverklaring ondertekend. Bij benoemingen wordt het identiteitsprofiel ondertekend en jaarlijks wordt deze tijdens de functioneringsgesprekken aan de orde gesteld. De kerkelijke achtergrond van de gezinnen per 1 oktober 2014 is weergegeven in onderstaande tabel. In vergelijking met voorgaande jaren blijft de kerkelijke achtergrond nagenoeg gelijk.
Per gezindte
Aantal
Proc.
Gereformeerde Gemeente Gereformeerde Gemeente in Nederland Oud Gereformeerde Gemeente
255
65,7 %
61
15,7 %
30
7,7 %
Hersteld Hervormde Kerk
23
5,9 %
Protestantse Kerk Nederland
6
1,5 %
Christelijk Gereformeerde Kerk
11
2,8 %
Overig
2
0,5 %
388
100,0 %
4.3. Onderwijs Schoolklimaat Een veilig klimaat voor alle kinderen is onze dagelijkse zorg. In alle groepen is aandacht voor goed pedagogisch klimaat en de sociale vaardigheden in de onderlinge omgang. Door de jaren heen wordt er van alles gedaan wat een veilig klimaat ten goede komt. In oktober j.l. heeft er een studiedag plaatsgevonden rond ‘pedagogisch klimaat’. Daarbij is, mede aan de hand van het bijbelboek Spreuken, van gedachten gewisseld hoe om te gaan met gedrag. Het bijbelse begrip ‘tucht’ is overdacht en gezien dat het ten goede is bedoeld. De vraag of de verklaring van het gedrag ook de rechtvaardiging van het gedrag is, moet op Bijbelse gronden met nee worden beantwoord. Dat laat onverlet dat we met elkaar op zoeken moeten gaan naar de hulpvraag die in het gedrag tot uiting komt. Alles wat met sociale vaardigheden / veilig schoolklimaat (SOVA) te maken heeft is in kaart gebracht (o.a. energizers, SOVA-lessen, SOVA-training, groepstraining, sociogram, groepsregels, observatieinstrument ZIEN!, groepsplan sociaal-emotioneel). Er is een kernteam SOVA in het leven geroepen die het borgen van alles wat er op gebied van SOVA is goed bewaakt en die tevens een plan van aanpak maakt voor de toekomst om het geborgd te houden en te verdiepen, zodat veiligheid voorop staat. Passend Onderwijs De wetgeving rond Passend Onderwijs is per 1 augustus 2014 ingegaan. Als school streven we er voortdurend naar om Passend Onderwijs te bieden. Dan bedoelen we dat we zoveel mogelijk proberen af te stemmen op de onderwijsbehoeften van de kinderen, binnen de mogelijkheden die er voor een reguliere basisschool zijn. Onze mogelijkheden zijn beschreven in ons ondersteuningsprofiel. Daarin staat wat we kunnen bieden, waarin we ons willen ontwikkelen en wat onze grenzen zijn. Jaarlijks zal een update van het ondersteuningsprofiel worden gemaakt op basis van ervaringen en ontwikkelingen. De zorgstructuur en uitvoering hiervan in de praktijk is voortdurend in ontwikkeling. Het handelingsgericht werken maken we ons steeds meer eigen. De groepsbesprekingen, die drie keer per jaar worden gehouden tussen de intern begeleider en de groepsleerkracht zijn hierin belangrijke besprekingen. Hieruit volgen acties en afspraken die in praktijk worden gebracht.
18
Ons uitgangspunt is dat binnen de groep gedifferentieerd wordt in drie niveaus. Voor de meeste kinderen is dit toereikend. De wijze waarop we differentiëren en in welk niveau een kind is geplaatst, is beschreven in ons groepsplan. We werken inmiddels al een aantal jaren met het groepsplan en willen het gebruik hiervan optimaliseren. In het afgelopen jaar zijn de ingrediënten van het groepsplan op een rij gezet en zoeken we samen naar een werkwijze die recht doet aan het geven van goed onderwijs, afstemmen op de onderwijsbehoeften en een werkbaar document in de praktijk van alle dag. Als het niet toereikend is, worden binnen de groepen 1 – 2 de extra vragen vooral binnen de deelkring opgevangen. Daarnaast hadden we een differentiatiegroep voor de kinderen van de groepen 4 – 6. In de afgelopen periode hebben we dit aanbod uitgebreid waarbij er groepen zijn opgestart voor de kinderen uit de groepen 3 – 4 (piramideklas), groepen 5 – 6 (kegelklas). Daarnaast is er een groep, de kubusklas, voor kinderen met een ontwikkelperspectief voor rekenen en/of taal-spelling. Via het digitaal handelingsprotocol hoogbegaafdheid (DHH) krijgen we de kinderen in beeld die mogelijk meerbegaafd zijn. Binnen de groepen 1 – 5 wordt binnen de groep een aanbod voor de meerbegaafden georganiseerd; voor de groepen 6 – 8 is er buiten de groep een cilinderklas waarin kinderen o.a. gecoacht worden rond leer- en werkstrategie en het omgaan met verrijkings- en verdiepingsopdrachten. De differentiatie schoolbreed zo optimaal mogelijk inzetten is een blijvende zoektocht, waarbij we tevreden zijn wat we tot nog toe kunnen bieden. En uiteraard blijven we steeds, op basis van ervaringen, evaluaties en ontwikkelingen zoeken naar mogelijkheden binnen de basisschool. We gaan steeds na of we de middelen voor passend onderwijs zo goed mogelijk inzetten. Daarbij wordt ervaren dat de verantwoordelijkheid voor de intern begeleider toeneemt en het takenpakket uitbreidt. We zoeken hierbij naar oplossingen. Aantal leerlingen met leerlinggebonden financiering (‘rugzak’): Jaar 2010 – 2011 2011-2012 2012-2013 Aantal lln cluster 1 Aantal lln cluster 2 Aantal lln cluster 3 2 2 2 Aantal lln cluster 4 2 1 TOTAAL aantal lln rugzak 2 4 3
2013-2014
2 2 4
In onderstaande tabel geven we weer hoeveel leerlingen in de afgelopen schooljaren zijn verwezen naar het Speciaal (Basis) Onderwijs (S(B)O). Het landelijk afgesproken streefpercentage is het aantal verwijzingen te houden onder de 2%. Jaar Aantal leerlingen Aantal verwijzingen S(B)O Percentage
2010 – 2011 362 1 0,27
2011-2012 373 3 0,8
2012-2013 375 3 0,8
2013-2014 390 3 0,77
Schoolontwikkeling Het is onze intentie iedere dag goed onderwijs te geven. Met elkaar hebben we een kijkwijzer geformuleerd, passend binnen de kernopdracht en ambities, wat ‘goed onderwijs’ is. Onderwijs en wij blijven in ontwikkeling door ervaringen, op basis van evaluaties en (landelijke) ontwikkelingen. Jaarlijks stellen we hiervoor een plan voor ‘schoolontwikkeling’ op waarin de speerpunten voor dat jaar aan de orde komen. Er is op goede wijze gewerkt aan de uitvoering van het jaarplan 2013 – 2014 en er wordt gewerkt aan de uitvoering van het jaarplan 2014 – 2015. Hierbij de stand van zaken wat betreft het verslagjaar 2014. · Samen gefundeerd onderwijs bieden o De identiteitsgebonden ontwikkelingen rond het samen gefundeerd onderwijs bieden zijn benoemd in de paragraaf over identiteit. o De lessen rond seksuele vorming en opvoeding zijn gegeven, waarbij de methode ‘Wonderlijk gemaakt’ (inclusief onze aanpassingen) als uitgangspunt heeft gefungeerd. Alle ouders hebben een brochure ontvangen waarin op hoofdlijnen staat aangegeven wat er in de lessen aan de orde komt. De lessen rond seksuele vorming zullen jaarlijks worden gegeven. o De meeste leerkrachten hebben zich verder geprofessionaliseerd in eigen vaardigheden
19
·
·
wat betreft Engels en houden dit jaarlijks bij. In de groepen 7 – 8 is Holmwoods ingezet. Inmiddels zijn we in vergevorderd stadium om een nieuwe methode voor Engels voor de groepen 5 – 8 aan te schaffen. o De groepen 3 – 8 zijn voorzien van digiborden. De voorbereiding om deze overstap van ‘krijt’ naar ‘digi’ te maken is goed verlopen en de borden zijn op soepele wijze ingevoerd. Dit dankzij goede coördinatie door de ICT-coördinator en teambreed de bereidheid de digiborden goed in te willen zetten. In de praktijk maakt ieder binnen eigen mogelijkheden gebruik van deze borden en zijn er teambreed regelmatig trainingen om de middelen zo goed mogelijk in te zetten ten behoeve van goed onderwijs. Samen passend onderwijs verzorgen o We zijn doorgegaan met het meer zelfstandig werken in bepaalde groepen om zo kinderen zelfstandiger te maken en de leerkrachten meer tijd te geven voor het bieden van extra instructie en begeleiding aan kinderen die daar behoefte aan hebben. o De aspecten van handelingsgericht werken, in zoverre dit past bij de identiteit van onze school, zijn verder in praktijk gebracht. Tijdens een studiedag in juni is er terug- en vooruitgeblikt en met rond handelingsgericht werken en het inzetten van groepsplannen. Naar aanleiding van deze studiedag zoeken we naar zo’n optimaal mogelijke afstemming via differentiatie en de inzet van het groepsplan daarbij. o Eens per jaar vindt er met ieder kind een ‘kindgesprek’ plaats om zo goed te weten hoe het welbevinden is en er aangesloten kan worden bij de onderwijsbehoeften. o De resultaten van toetsen worden geanalyseerd, besproken en geïnterpreteerd en vervolgens worden er acties aan verbonden door de leerkrachten. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de opbrengsten over het algemeen goed zijn. Het vakgebied rekenen staat er goed voor. Wat betreft taal en spelling is het wat lastiger om goed te differentiëren, mede omdat de methode daar minder handreikingen voor geeft. o Als een kind met een orthopedagoge of –didact wordt besproken, hanteren we in de meeste gevallen het formulier voor HandelingsGerichte Proces Diagnostiek (HGPD). Op deze wijze streven we ernaar de kinderen met specifieke onderwijsbehoeften nog beter te volgen en te begeleiden. o Er is door alle personeelsleden een digitale scholing rond de meldcode ‘Huiselijk geweld en kindermishandeling’ gevolgd (wettelijke plicht). Samen professioneel zijn en blijven o Tijdens het ‘maatjesleren’ hebben we, naast het meer richten op de persoonlijke ontwikkeling, allerlei zaken uitgewisseld en besproken ten behoeve van de dagelijkse praktijk. o We hebben alle informatie rond communicatie gebundeld en daar geregeld mee geoefend. Communicatie is en blijft essentieel en vraagt steeds om ‘bijhouden’. o De teamleiders hebben een scholing gevolgd voor ‘flitsbezoeken’ en ze hebben hiermee geëxperimenteerd. Het zal verder in praktijk worden gebracht in 2015. o Activiteiten worden op goede wijze gecoördineerd binnen de school. Dezelfde ontwikkeling zijn we aan het doormaken als het gaat over vakspecialisten.
Leerlingenaantallen en formatie Onze school werd op 1 oktober 2014 (oktober-telling) bezocht door 388 leerlingen. Mede door een aantal verhuizingen is de stijgende lijn vanaf 1 oktober 2009 even onderbroken. Op basis van prognoses en doopcijfers uit de diverse kerken is de verwachting dat de school door zal groeien. Op basis daarvan is de uitbreiding met een 17e en 18e groep toegekend. De formatie en aantal leerlingen Jaar 2011 – 2012 Aantal leerlingen (per 1 okt) 373 Aantal fte 21,4
2012 – 2013 375 21,4
2013 – 2014 390 22,7
20
De herkomst naar gemeente is per 1 oktober 2014 als volgt. De aantallen per gemeente blijven nagenoeg gelijk. Gemeente Aantal leerlingen per 01-10-2014 Leusden 8 Renswoude 34 Scherpenzeel 299 Utrechtse Heuvelrug 22 Woudenberg 21 Barneveld 4 Totaal 388 Opbrengsten Als kinderen zich welbevinden en we geven goed onderwijs, dan zal dit te merken zijn aan de opbrengsten. En dat is gelukkig ook zo. De opbrengsten van onze school liggen dan ook op het niveau wat van ons mag worden verwacht. De eindopbrengsten zijn goed, zoals uit onderstaand overzicht blijkt. Ook de tussentijdse opbrengsten zijn naar tevredenheid. Jaar 2010 – 2011 2011 – 2012 2012 – 2013 2013 – 2014 Aantal leerlingen 37 46 42 41 Gemiddelde score Wittenberg 535,2 535,9 534,9 537,4 Landelijke gemiddelde
535,2
535,1
534,7
534,4
Als school willen we ook graag weten of ons onderwijs er toe doet en wat het er toe doet. Daarom willen we ons bewust zijn van de opbrengsten en wat dit van ons vraagt. We streven daarbij naar optimalisatie, passend bij het vermogen van de kinderen. De overheid heeft via het bestuursakkoord aangegeven wat er o.a. rond opbrengsten van scholen wordt verwacht. In de bijlage wordt hier kort verslag van gedaan. Via een cyclus van studiedagen blijven we geïnformeerd over actualiteiten rond opbrengstbewust werken. De uitstroom van de leerlingen geweest: Advies 2010 – 2011 VMBO-BB-KB 13 VMBO-GL-TL 4 Havo 16 VWO 0 VWO-TTO 4 Aantal lln 37
naar het vervolgonderwijs is in de afgelopen jaren als volgt 2011 – 2012 8 19 12 3 4 46
2012 – 2013 11 13 9 6 3 42
2013 – 2014 8 11 9 9 4 41
4.4. Personeel Er wordt op prettige en professionele wijze samengewerkt als team. Iedere dag is er weer een goede inzet om onderwijs te geven aan alle kinderen en om met elkaar voor goed onderwijs en wat daarmee samenhangt te zorgen. Veel wordt er van leerkrachten gevraagd naast het dagelijks lesgeven. Om duidelijk te krijgen of er sprake is van werkdruk en wat er aan gedaan kan worden, is er in het voorjaar een onderzoek uitgevoerd. Ieder teamlid heeft een persoonlijk rapport ontvangen en de uitkomsten van dit rapport zijn meegenomen in de persoonlijke ontwikkelplannen. Er is ook een schoolbreed rapport uitgekomen. Daaruit bleek dat er geen sprake is van werkdruk. Het rapport geeft aan dat er sprake is van een sterke draagkracht in het team en een goede verstandhouding tussen het team en de leiding. Risicofactoren zijn onder andere de hoge ervaren taak/tijdbelasting in combinatie met enkele organisatorische aspecten. Op dit laatste is geanticipeerd door een andere indeling, wie bij welk overleg aanwezig moet zijn en het spreiden van de overleggen en zoveel mogelijk ongepland laten van woensdagmiddagen waarop van alles bijgewerkt kan worden. Tijdens de presentatie van het onderzoek zijn een aantal adviezen voor ‘slim werken’ gegeven. Binnen de onder- en bovenbouw worden deze tijdens vergaderingen behandeld.
21
Personeelsbeleid in de zin van professionalisering, persoonlijke ontwikkeling en gesprekkencyclus heeft een belangrijke plaats in onze school. De gesprekkencyclus wordt gehanteerd en het vakbekwaamheiddossier wordt bijgehouden. Het profiel medewerker is leidraad bij benoemingen en tijdens de begeleiding en gesprekkencyclus. Op deze wijze werken we er samen aan een team te zijn dat werkt aan onze kernopdracht en ambities en de schoolontwikkeling. We leren veel van en met elkaar door maatjesoverleg, video-opnames, intervisie, afstemming, teamscholingen en leer-/werkbijeenkomsten. Door groei van de school, uitbreiding van ambulante tijden, mutaties in dienstverbanden, ziektevervanging e.d. zijn er vier nieuwe leerkrachten benoemd. Ze hebben allen een goede start gemaakt en doen hun werk met plezier. Ons team, gevormd door managementteam, interne begeleiding, onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel, bestaat uit 36 personen die in loondienst zijn. Daarnaast zijn er ongeveer 10 onderwijsgevenden die ons versterken bij vervanging en andere zaken. In het vorige jaarverslag is gemeld dat een leerkracht weer kon re-integreren. Tijdens haar reintegratie is ze weer ziek geworden; aansluitend is ze helemaal met ziekteverlof gegaan. Inmiddels werkt deze leerkracht weer bijna fulltime. Een andere leerkracht is volgens verwachting weer helemaal hersteld. Een onderwijsassistent is een periode ziek geweest. Naast deze zieken is er bijzonder weinig ziekteverzuim geweest. Het ziekteverzuim Jaar Percentage ziekteverzuim Landelijk ziekteverzuim
2010 - 2011 4,5 6,2
2011 – 2012 4,5 6,2
2012 – 2013 1,96 6,2
2013 – 2014 5,43 6,5
Om ons uitgangspunt maximaal ‘twee gezichten’ structureel voor de klas te kunnen handhaven in afstemming op landelijke wet- en regelgeving is het deeltijdbeleid onder de loupe genomen. Het herziene beleid is voorzien van een principiële zienswijze en houdt als uitgangspunt dat er structureel maximaal ‘twee gezichten’ voor de groep staan, waarbij groepsverantwoordelijkheid goed is geregeld. 4.5. Financiën, huisvesting en beheer Financiën Hierover biedt het financiële jaarverslag meer informatie. Het kalenderjaar 2014 is wederom fors positief afgesloten. In het afgelopen jaar is meer formatie ingezet en zijn er forse investeringen gedaan in o.a. digiborden en herinrichting personeelskamer. In de begroting voor 2015 is meegenomen investering in leermiddelen (o.a. aanschaf Engelse methode) en inzet extra personeel (o.a. interne begeleiding en differentiatie). De middelen die via de prestatiebox zijn binnengekomen zijn ingezet voor professionaliseringsruimte voor leerkrachten (volgen van werkplaatsen en andere scholingen) en door extra inzet van formatie. Activiteiten in het kader van het in de bijlage beschreven bestuursakkoord waren mede mogelijk door de middelen via de prestatiebox. Totaal werd vanuit het nieuwe samenwerkingsverband Berséba vanaf augustus tot en met december 2014 een bedrag van 24.763 euro ontvangen voor zorg. Het gaat om een regulier bedrag en een maandelijks aanvullende baat vanuit een cluster 3 arrangement. Deze middelen zijn volledig ingezet middels loonkosten. Het gaat om de differentiatiegroep begeleider (deze groep wordt vier dagen in de week vormgegeven) en om extra onderwijsassistentie voor leerlingen met een specifieke zorgbehoefte. Grondruil In verband met goede ontsluiting van de nieuwe wijk achter de school heeft er een grondruil met de gemeente plaatsgevonden. Uitgangspunten bij de grondruil zijn geweest: veiligheid voor iedereen, een vlotte doorstroming en voldoende parkeergelegenheid. Binnen de gegeven mogelijkheden is dit maximaal gerealiseerd, mede dankzij goede samenwerking met de gemeente. Huisvesting Omdat we alle 16 lokalen nodig hebben voor de 16 groepen en we groep 1c dus niet meer in het gebouw op kunnen vangen, is er aan het einde van 2014 een unit op het onderbouwplein geplaatst.
22
Gelukkig is aan het einde van het jaar ook de beschikking van de gemeente ontvangen ten behoeve van uitbreiding van het aantal vierkante meters van ons schoolgebouw om een 17 e en 18e groep te kunnen realiseren. Het budget wat een jaar geleden t.b.v. de 16e groep is ontvangen (en deze groep is al gerealiseerd ten tijde van de bouw van de school binnen het toenmalige bouwbudget) zal meegenomen in de uitbreiding en ten behoeve van optimalisatie van het huidige gebouw. Doordat er meer aanbod binnen de school is rond differentiatie zijn er ook meer ruimtes nodig. En zo zijn er nog enkele wensen die het geheel ten goede komen. Inmiddels is de bouwcommissie geïnstalleerd. Zij wordt bijgestaan door Van Vliet Bouwmanagement. De architect zal Roos Ros uit Oud-Beijerland zijn. Het streven is de uitbreiding van het schoolgebouw in 2015 te realiseren. In 2014 is een nieuw meerjarenonderhoudsplan opgesteld door adviesbureau Verwoert. Uit zijn onderzoek blijkt dat we een goed onderhouden gebouw hebben en dat de middelen die we per 1 januari t.b.v. onderhoud ontvangen ruimschoots toereikend zijn. 4.6. Communicatie en relatie Ouders en contacten Goede contacten en samenwerking met ouders, ten behoeve van het welbevinden van de kinderen en goed onderwijs, worden door ons zeer gewaardeerd. Gelukkig kunnen we in het algemeen zeggen dat de contacten goed zijn. Naast de persoonlijke contacten waarin het direct over de kinderen gaat, zijn er verschillende contactavonden en een voorlichtingsavond geweest. Naar aanleiding van de re-integratie van een leerkracht waren er vragen. In verband hiermee zijn er informatiebijeenkomsten geweest voor de ouders van de betrokken groepen. Omdat de groepen 7 herverdeeld moesten worden richting de groepen 8 heeft hiervoor ook informatiebijeenkomst plaatsgevonden. De vierjaarlijkse oudertevredenheidspeiling is uitgevoerd en de uitkomsten zijn tijdens de informatieavond in september gepresenteerd en via de maandkrant gemeld. Er zijn geen grote verschillen met uitslag van oudertevredenheidspeiling in 2010. We zijn blij met de positieve uitslag en dat we de tevredenheid hebben weten vast te houden, ondanks grote wisseling van leerkrachten. Identiteit werd als hoogst gewaardeerd; is ook voor ons het belangrijkste item om vast te houden. Leerlingenzorg en imago werden als laagst gewaardeerd; de ontwikkelpunten hebben we al opgepakt en/of nemen we mee in de nieuwe schoolplanperiode. Ouders zijn in het algemeen tevreden over onze school en geven de school als gemiddeld cijfer een goede 8! We blijven zeer erkentelijk voor het vele vrijwilligerswerk dat wordt gedaan voor en op school. We waarderen niet alleen het werk dat wordt gedaan; het draagt ook bij aan verbondenheid en betrokkenheid. Zonder deze hulp en betrokken houding kunnen en willen we niet. Via de maandkrant (Wittenbergcontact), (groepnieuws)brieven en website informeren we de ouders en andere belangstellenden zo goed mogelijk over de dagelijkse praktijk en allerlei schoolontwikkelingen. In het verslagjaar is er geen gebruik gemaakt van de klachtenregeling. Er is op positieve en constructieve wijze samengewerkt met de medezeggenschapsraad (MR) en de werkcommissie. De werkcommissie vervult een actieve rol waar nodig en mogelijk. Met de MR worden alle zaken gedeeld die met hen gedeeld kunnen worden; zij zijn actief betrokken geweest bij de opzet, uitvoering en uitkomst van de oudertevredenheidspeiling. De MR heeft het adviesrecht op basis van de vijfjaarlijkse peiling behouden. Er zijn geen wijzigingen in de samenstelling Het is onze wens dat de samenwerking in de toekomst zo mag blijven. Samenwerking In de 2e helft van 2014 hebben de directeuren van beide scholen in een intensief traject onder leiding van een externe samen nagedacht over de wijze van samenwerken op strategisch niveau. Dit is een leerzaam en goed traject geweest. Inmiddels is er regelmatig afstemming over zaken die beide scholen betreffen en worden de voordelen van samenwerking benut.
23
Door de goede samenwerking tussen de directeuren, die de rol vervullen van directeur-bestuurder, is er ruimte voor het bestuur om haar meer toezichthoudende rol te nemen. Samen met het bestuur worden deze ontwikkelingen verder uitgewerkt. Wat betreft samenwerking met andere basisscholen zijn er samenwerkingscontacten binnen het samenwerkingsverband Berseba, waarbij onze school valt onder de regio Midden. Binnen het samenwerkingsverband wordt op goede wijze leiding gegeven en ondersteuning geboden om passend onderwijs op school-, regionaal- en landelijk niveau te realiseren. Daarnaast ontmoeten de directeuren van de ‘Vebakowosz-scholen’ (reformatorische basisscholen uit Veenendaal, Ede, Barneveld, Achterberg, Doorn, Kootwijkerbroek, Woudenberg, Scherpenzeel, Zeist) elkaar regelmatig tijdens directeuren overleggen en/of studiedagen. Als school zijn we hier actief bij betrokken. Naast afstemming over allerhande zaken die het onderwijs aangaan, zowel beleidsmatig als gezamenlijke inkoop, organiseert deze scholengroep ook gezamenlijke scholingen en netwerken. Er zijn goede verhoudingen met de plaatselijke basisscholen alsook met de voortgezet onderwijsscholen. Met de buurt zijn goede contacten; buurtbewoners waarderen de school als buur te hebben. Aan het einde van het kalenderjaar hebben ze meegegeten tijdens de oliebollen- en pannenkoekenmaaltijd en zijn ze geïnformeerd over de ontwikkelingen rond ons schoolgebouw. De aanwezige buren wensten ons een mooie uitbreiding toe. Gemeente Er zijn goede en functionele contacten met de gemeente Scherpenzeel. In dit jaar hebben we dit vooral ervaren in het constructieve overleg rond de uitbreidingsaanvraag, de vergunningverlening voor de unit en de grondruil en herinrichting van ons terrein. We participeren in Jeugd en Onderwijs Scherpenzeel (JOS), zowel in de stuur- als in de werkgroep. In het kader van de wet OKE, waarin staat dat er 100% bereik moet zijn van kinderen met een taalachterstand in de voor- en vroegschoolse, wordt door de gemeente gestimuleerd en een bijdrage geleverd aan de voorleesochtenden. Deze worden door ons georganiseerd voor de kinderen in de leeftijd van 2,5 – 4 jaar volgens de gezinsgerichte benadering. Moeder (of vader) en kind komen samen één ochtend in de drie weken naar school. Tijdens deze ochtend wordt er van alles in het kader van de ontwikkeling gedaan en kunnen er prentenboeken worden geleend. Aan het einde van de ochtend ontvangt iedereen een themaboekje met daarin allerlei handreikingen om in de a.s. periode samen met het kind te doen. De voorleesochtenden worden positief ontvangen en voorzien in een behoefte. 4.7. Kwaliteitszorg Binnen de school is de kwaliteitszorg goed op orde. Veel van wat gezamenlijk is besproken en afgesproken staat op papier en wordt in praktijk gebracht. Er is een duidelijke doorgaande lijn zichtbaar. Intern worden er audits uitgevoerd om na te gaan of hetgeen gezamenlijk is afgesproken ook zo in praktijk wordt gebracht. De auditrapportages worden voorzien van een verbeterplan. Over het algemeen loopt het goed. Wel vraagt het om alertheid om papier en praktijk goed op elkaar afgestemd te laten blijven en na te gaan wat wel en niet op papier moet. Al enkele jaren volgen we de ontwikkelingen rond Integraal, een programma om de kwaliteitszorg mee te ondersteunen. Omdat dit programma niet zo snel tot ontwikkeling is gekomen als verwacht, hebben we een pas op de plaats gemaakt, wat gelukkig ook kan omdat de kwaliteitszorg in de praktijk goed verloopt. Zodra het programma ons genoeg kan bieden, zullen we het in gaan zetten t.b.v. kwaliteitszorg. De verwachting is dat dit in 2015 kan gaan gebeuren. 4.8. Toekomst Iedere dag mag er reformatorisch basisonderwijs worden gegeven. Met elkaar is het streven dit zo goed mogelijk te doen. Dit mag tot op heden in een goede sfeer worden gedaan en met veel betrokkenheid en inzet in goede samenwerking met de ouders. Uit de jaarplannen blijkt wat goed onderwijs vraagt en op welke wijze dit wordt gerealiseerd. We zijn bezig met de afronding van de schoolplanperiode 2011 – 2015 en de voorbereidingen voor de schoolplanperiode 2015 – 2019 zijn in volle gang.
24
In dit jaarverslag staan al een aantal zaken die we mee willen nemen in de nieuwe schoolplanperiode. De basis blijft reformatorisch onderwijs bieden aan onze kinderen en de kinderen in een veilige omgeving te vormen en te onderwijzen voor de toekomst. Bij alles geldt: zo de Heere wil en wij leven en in afhankelijkheid van Zijn onmisbare zegen. Het is onze hartelijke wens dat de Heere Zich wil ontfermen over ons en onze kinderen en over het reformatorisch basisonderwijs en ons samen bewaard bij de eenvoud van Zijn Woord in leer en leven. En dat Zijn Koninkrijk ook onder ons uitgebreid mag worden. Zolang het zonlicht schijnt, zullen er nog toegebracht moeten worden tot de gemeente die zeker zalig zal worden en de Koning, hier in de tijd en straks tot in eeuwigheid alle eer mogen geven.
25
5. Financieel jaarverslag vereniging (inclusief scholen) 5.1. Analyse van het nettoresultaat Realisatie 2014 (A) x € 1.000
Begroting 2014 (B) x € 1.000
Baten (B1) Rijksbijdragen (B2) Overige overheidsbijdragen (B3) Overige baten
2.920 27 169
2.921 5 108
-1 22 61
Totaal baten
3.116
3.034
82
Lasten (L1) Personele lasten (L2) Afschrijvingen (L3) Huisvestingslasten (L4) Overige instellingslasten
2.508 72 103 315
2.516 84 102 242
-8 -12 1 73
Totaal lasten
2.997
2.943
54
118
91
28
8
6
2
126
97
30
Saldo baten en lasten (R1) Saldo fin. baten en lasten Nettoresultaat
[ A -/- B ]
Het nettoresultaat over 2014 is op totaalniveau uitgekomen op circa 126.000 euro positief bij een positieve begroting van zo’n 97.000 euro. Het resultaat kan als volgt uitgesplitst worden over de verschillende kostenplaatsen (bedragen afgerond op duizendtallen): Resultaat Begroting Verschil Scherpenzeel 84 33 51 Woudenberg 42 63 -21 Vereniging 0 0 0 Op de vereniging werd zo’n 28.500 euro aan baten en lasten geboekt, waardoor er per saldo een nihil resultaat overbleef. Voor de vereniging was geen begroting opgesteld. Ten opzichte van de begroting ontstond daarom bij zowel de baten (B3) als bij de lasten (L4) een afwijking van circa 28.500 euro. Op de vereniging werden met name baten en lasten met betrekking tot acties en schoolfondsen geboekt als ook baten vanuit contributies, collecten en giften en lasten in verband met leerlinggebonden activiteiten. De afwijkingen op publiek niveau (beide scholen) zullen hieronder puntsgewijs verklaard worden. De rijksbijdragen kwamen vrijwel op begrotingsniveau uit. Dit terwijl de extra middelen vanuit politieke onderwijsakkoorden lager uitgekomen zijn dan geschat. Per einde 2013 werd bekend dat vanuit diverse politieke onderwijsakkoorden er structureel extra geld naar het onderwijs zou komen. Op basis van de informatie van toen werd totaal voor beide scholen in 2014 een bedrag begroot van circa 89.000 euro. Na veel onduidelijkheid werd uiteindelijk aan 2014 een bedrag van ruim 56.000 euro toegeschreven. Ten opzichte van de begroting over 2014 gaat het dus om een verschil van 33.000 euro. Aan 2013 werd onverwachts echter ook al een fors bedrag toegeschreven, wat in het resultaat van dit jaar terecht gekomen is. Het ontstane verschil op de rijksbijdragen van 33.000 euro werd opgevuld door de
26
inkomsten vanuit Passend Onderwijs. Deze worden met ingang van het cursusjaar 2014/2015 geschaard onder de rijksbijdragen in plaats van onder de overige baten. De overige overheidsbijdragen (B2) kwamen hoger uit vanwege niet begrote ontvangen gemeentelijke subsidies voor schoolbegeleiding en natuur en milieu op de locatie Woudenberg. De overige baten (B3) zijn totaal voor beide scholen zo’n 33.000 euro hoger uitgekomen dan begroot. Dit terwijl de baten vanuit Passend Onderwijs vanaf augustus onder de rijksbijdragen zijn gekomen en dit ten koste gegaan is van de overige baten. De hogere overige baten waren voor circa 20.000 euro het gevolg van een hogere vergoeding vanuit de eenmalige afroming van de reserves van het oude samenwerkingsverband. Verder kwamen de overige baten personeel zo’n 17.000 euro hoger uit dan begroot, als gevolg van een bonus van het vervangingsfonds, ontvangen premie-restitutie van BWGS en een geboekt bedrag van 6.500 euro als bijdrage van het samenwerkingsverband in de (na)scholingskosten. Op totaalniveau kwamen de personele lasten (L1) slechts 8.000 euro lager uit dan begroot. Bij beide scholen traden echter wel forse verschillen op. Zo kwamen de personele lasten bij Scherpenzeel 42.000 euro lager uit en lagen de personele lasten bij Woudenberg 34.000 euro hoger dan begroot was. De lagere personele lasten bij Scherpenzeel waren voor 8.000 euro het gevolg van lagere overige personele lasten en voor 34.000 euro het gevolg van lagere loonkosten. De lagere overige personele lasten ontstonden door een niet gerealiseerde stelpost en de niet gerealiseerde gedeeltelijke vrijval van de WGA voorziening. De lagere loonkosten kunnen grotendeels verklaard worden door ontvangen WAZO uitkeringen voor zwangere personeelsleden waar ten opzichte van de begroting geen extra lasten tegenover stonden. De hogere personele lasten bij Woudenberg bestaan voor 20.000 euro uit hogere overige personele lasten en voor 14.000 euro uit hogere loonkosten. De hogere personele lasten zijn het gevolg van extra (na)scholingskosten (circa 9.000 euro). Hier staat de eerder genoemde vergoeding vanuit het samenwerkingsverband tegenover. Verder was er geen sprake van een gedeeltelijke vrijval van de WGA voorziening, maar van een beperkte dotatie (9.500 euro verschil). De hogere loonkosten zijn ontstaan door een uitgekeerde ontslagvergoeding en wat extra inzet van personeel. In bovenstaand overzicht is verder te zien dat de afschrijvingen (L2) circa 12.000 euro lager uitgekomen zijn dan begroot. Dit is voor 10.000 euro gerealiseerd op de locatie Scherpenzeel vanwege het feit dat investeringen later gerealiseerd zijn of uitgesteld werden. De huisvestingslasten (L3) ontwikkelden in lijn met de begroting. Tussen beide scholen traden ook geen grote verschillen op. Ten slotte kwamen de overige instellingslasten (L4) aanzienlijk hoger uit. Voor beide scholen gaat het totaal om een afwijking van 44.000 euro. Dit is met name het gevolg van hogere lasten voor onderwijsleerpakket en computerkosten. 5.2. Financiële positie ACTIVA
Ultimo 2014 x € 1.000
Ultimo 2013
Ultimo 2012
x € 1.000
x € 1.000
Materiële vaste activa Financiële vaste activa
380 -
300 -
304 -
Totaal vaste activa
380
300
304
Vorderingen Liquide middelen
281
362
174
1.194
991
651
Totaal vlottende activa
1.474
1.353
825
Totaal activa
1.855
1.653
1.129
27
PASSIVA
Ultimo 2014 x € 1.000
Algemene reserve Bestemmingsreserves publiek Bestemmingsreserves privaat Bestemmingsfonds publiek Bestemmingsfonds privaat Eigen vermogen Voorzieningen Kortlopende schulden Totaal passiva
Ultimo 2013
Ultimo 2012
x € 1.000
x € 1.000
932 204 60 12
806 267 9
409 61 23
1.208
1.082
492
289 357
305 266
385 252
1.855
1.653
1.129
In bovenstaand balansoverzicht is te zien dat het eigen vermogen per saldo met 126.000 euro steeg als gevolg van het uiteindelijke positieve resultaat. De liquide middelen (vrij beschikbare gelden) stegen ook (met circa 203.000 euro). Dit was naast het positieve resultaat onder andere het gevolg van een gedaald saldo aan vorderingen. Per einde 2013 stond er namelijk een nog te vorderen bedrag op de gemeente van ruim 2 ton op de balans. Dit bedrag is in 2014 contant gemaakt. Wat verder aan de passiva-zijde van de balans te zien is dat deze 2 ton per ultimo 2013 in de bestemmingsreserve privaat verwerkt was. Dit is in 2014 op verzoek gecorrigeerd. Het bedrag is nu ondergebracht in een bestemmingsreserve publiek. Wat verder nog opvalt is de stijging van de materiële vaste activa met 80.000 euro. Er werd namelijk voor een bedrag van 151.500 euro geïnvesteerd in activa, terwijl er 71.500 euro afgeschreven werd. Het investeringsbedrag zal in de loop van deze paragraaf verder toegelicht worden. Opvallend is verder ook de forse stijging van het saldo aan kortlopende schulden. Ten opzichte van de balansdatum over 2013 stegen de kortlopende schulden met 91.000 euro. Dit heeft te maken met een reeds ontvangen bedrag van de gemeente inzake voorbereidingskosten voor de verbouwing in Woudenberg. Na besteding zal dit bedrag van de balans verdwijnen. 5.3. Financiële kengetallen Met behulp van een aantal kengetallen kan een verdere beoordeling worden gegeven van de financiële positie. Naast de waarden zoals deze gelden voor 2012, 2013 en 2014, wordt tevens de algemene adviesnorm weergegeven. Kengetal Liquiditeit Solvabiliteit Rentabiliteit 'De Wittenberg', Scherpenzeel 'De Wartburg', Woudenberg Weerstandsvermogen (bestuursniveau) *) Weerstandsvermogen (schoolniveau) *) 'De Wittenberg', Scherpenzeel 'De Wartburg', Woudenberg Kapitalisatiefactor incl. privaat vermogen Kapitalisatiefactor excl. privaat vermogen
Norm 2,00 0,50 n.v.t.
n.v.t. 15,00%
n.v.t. max.60%
2014 4,13 0,65 4,06% 5,25% 2,85% 30,75% 21,30% 28,72% 13,42% 58,99% 57,20%
2013 5,07 0,65 18,04% 16,10% 9,57% 29,02% 19,56% 26,49% 11,81% 50,07% 44,66%
2012 3,27 0,44 7,43% 12,09% 1,58% 12,99% 9,95% 13,14% 6,30% 38,86% 35,96%
*) Het weerstandsvermogen is berekend inclusief de WGA voorziening. Hierdoor komen de cijfers niet overeen met het genoemde weerstandsvermogen in de jaarrekening. Om het getal te kunnen gebruiken om op te kunnen sturen is echter besloten de WGA voorziening mee te tellen in het vrij besteedbare vermogen.
28
De liquiditeit en solvabiliteit zijn kengetallen die aangeven of op korte dan wel op lange termijn de schulden betaald kunnen worden. Dit is zeer zeker het geval gezien de hoogte van deze getallen ten opzichte van de minimale norm. De rentabiliteit is het nettoresultaat uitgedrukt in de totale baten van de organisatie. Te zien is dat er in 2013 sprake was van een aanzienlijk positief resultaat. De rentabiliteit kwam op totaalniveau immers uit op ruim 18%. Dit was mede als gevolg van de eerder genoemde onverwachtse uitbetaling van extra middelen vanuit onderwijsakkoorden. Het weerstandsvermogen geeft aan of er voldoende vermogen aanwezig is om financiële risico’s te kunnen dragen. Landelijk gezien wordt een minimale adviesnorm van 15% aangehouden. Het publieke vermogen van beide scholen samen heeft deze minimale grens intussen weer bereikt. Per einde 2014 was er inclusief de hierboven genoemde voorziening 21% aanwezig. Voor de locatie in Woudenberg geldt het streven dat in 2015 de 15% behaald wordt. Per einde 2014 was er sprake van 13,4%. Ten slotte geeft het kengetal ‘kapitalisatiefactor’ weer of het kapitaal efficiënt benut wordt. Er wordt door de inspectie globaal gekeken naar een maximaal getal van 60% op schoolniveau (dus enkel de publieke middelen). Te zien is dat het kengetal per einde 2014 uitgekomen is op ruim 57%, wat onder deze norm ligt. 5.4. Investerings- en financieringsbeleid Zoals hierboven reeds beschreven kenmerkte het verslagjaar 2014 zich door een bovengemiddelde investeringsgraad: er werd in totaal voor een bedrag van 151.458 euro geïnvesteerd in materiële vaste activa, bij een afschrijvingslast van circa 71.500 euro. Het grootste gedeelte van het investeringsbedrag (circa 100.000 euro) betrof de aanschaf van ICT. Het ging met name om een inhaalslag wat betreft digitale schoolborden in Scherpenzeel als ook om de vervanging van ICT in Woudenberg. Daarnaast werd er voor circa 31.000 euro geïnvesteerd in inventaris en apparatuur. Het gaat onder andere om een nieuwe personeelskamer in Scherpenzeel (19.500 euro). Ten slotte werd er 16.000 euro uitgegeven aan leermiddelen en circa 2.500 euro aan speeltoestellen. Het financieringsbeleid is er op gericht dat er geen gebruik behoeft te worden gemaakt van externe kredietverstrekkers. Alle investeringen zijn binnen dit beleid uitgevoerd. 5.5. Treasury verslag In 2014 hebben er geen beleggingen plaatsgevonden in risicodragend kapitaal. De beschikbare vrije middelen werden overgemaakt naar een spaarrekening. Er hebben zich in het verslagjaar geen liquiditeitsproblemen voorgedaan. Bij het selecteren van een bank voor het onderbrengen van de spaartegoeden wordt door het bestuur gelet op de credit rating van de betreffende bank, conform de Regeling beleggen en belenen van het Ministerie en met het oog op het zoveel als mogelijk waarborgen van een goed beheer van deze tegoeden. Om dit te waarborgen is door het bestuur een treasurystatuut opgesteld, waarin afspraken zijn vastgelegd inzake de wijze waarop wordt omgegaan met de regeling beleggen en belenen. Daarnaast is in dit statuut opgenomen wie welke verantwoordelijkheden op dit terrein heeft.
5.6. Toekomstperspectieven en continuïteit Toekomstige externe ontwikkelingen Bij het opstellen van de begroting 2015 en verder is gerekend met een aantal externe ontwikkelingen die hieronder kort beschreven worden. Extra middelen vanuit politieke onderwijsakkoorden Er is de afgelopen tijd sprake geweest van diverse gesloten akkoorden en extra middelen voor het onderwijs. Intussen is duidelijk dat er daadwerkelijk sprake is van structurele extra gelden die richting het onderwijs komen. Deze gelden zijn nu gebundeld in het bestuursakkoord, waarin verschillende ambities geformuleerd zijn voor de toekomst. Kortgezegd gaat het om: 1. Uitdagend onderwijs, vernieuwing en ICT; 2. Brede aanpak onderwijsverbetering; 3. Professionele scholen; 4. Doorgaande ontwikkellijnen. Ook de reeds bestaande prestatiebox-middelen zijn in dit akkoord opgenomen. In de meerjarenbegroting is totaal voor beide scholen daarom structureel rekening gehouden met circa
29
179.500 euro per jaar oplopend naar 256.500 euro per jaar. Tegenover deze structurele extra middelen zullen ook extra uitgaven staan om de doelen uit het gesloten akkoord te kunnen realiseren. In de begroting komt dit onder ander tot uiting in de extra opgenomen personele inzet. Nieuwe CAO primair onderwijs Begin 2015 is er een nieuwe cao voor het primair onderwijs tot stand gekomen. De effecten hiervan dienen gefinancierd te worden uit bovengenoemde extra middelen. Niet alle effecten zijn al volledig te overzien. Dit was bij het opstellen van de begroting ook nog niet het geval. Er is daarom zoveel mogelijk een doorrekening gemaakt van de oude situatie. In de begroting is wel rekening gehouden met de loonstijging van 1,2%. Verder heeft de nieuwe cao een rol gespeeld bij het bepaling van de vervangingsinzet en bijvoorbeeld het budget voor (na)scholing. Passend Onderwijs & Zorg De invoering van Passend Onderwijs is van start gegaan op 1 augustus 2014. Dit betekent dat de rugzakken zijn vervallen en de oude samenwerkingsverbanden opgeheven zijn. De zorgmiddelen worden momenteel ontvangen vanuit het nieuwe samenwerkingsverband Berséba. Bij het opstellen van de meerjarenbegroting is rekening gehouden met de meerjarenbegroting van Berséba die oplopende bedragen laat zien. Decentralisatie groot onderhoud Een laatste belangrijke ontwikkeling is de doordecentralisatie van de verantwoordelijkheid van het buitenonderhoud per jongstleden 1 januari 2015. Dit zorgt ervoor dat zowel de lasten van het buitenonderhoud als de bekostiging hiervoor overkomt naar de school. In de begroting is expliciet rekening gehouden met beide zaken. De lasten voor de komende jaren zijn geschat op basis van het recente onderhoudsplan. De bekostiging die hier tegenover staat, bestaat uit een basiscomponent en een eenmalige overgangsregeling voor kleine scholen met een hoofdgebouw ouder dan 15 jaar. Deze laatste bekostigingscomponent is daarom alleen van toepassing voor Woudenberg.
Toekomstige interne ontwikkelingen Teldatum Onderbouw Bovenbouw Totaal
2013 389 347 736
Functiecategorie Directie Onderwijzend personeel Onderwijsondersteunend personeel Schoonmaak Vervanging voor eigen rekening Totaal
2014 392 363 755 2014 2,09 38,16 4,97 1,23 0,15 46,60
2015 419 351 770 2015 2,00 41,11 3,96 1,25 0,25 48,56
2016 428 356 784 2016 2,00 41,36 4,00 1,25 0,25 48,85
2017 423 374 797 2017 2,00 42,78 4,00 1,25 0,25 50,27
2018 414 392 806 2018 2,00 43,94 4,00 1,25 0,25 51,43
Bovenstaande tabellen laten de verwachte ontwikkeling zien van het leerlingenaantal als ook van de personele inzet. Per 1 oktober 2014 steeg het leerlingaantal totaal gezien met 19 leerlingen ten opzichte van het jaar ervoor. Er is al jaren sprake van twee groeiende scholen. Dit zal gezien de prognose ook de komende jaren nog het geval zijn. Bij beide scholen zal er het komende jaar ook een uitbreiding van het gebouw plaatsvinden. In de begrotingen van beide scholen is ook rekening gehouden met een stijging van het aantal fte’s. Enerzijds vanwege het feit dat de risicobuffer weer op peil gebracht is en het geld ook weer uitgegeven kan worden. Anderzijds om te anticiperen op het groeiende leerlingenaantal.
30
5.7. Staat van baten en lasten - begroting Realisatie 2014 x € 1.000
Begroting 2015 x € 1.000
Begroting 2016 x € 1.000
Begroting 2017 x € 1.000
Baten (B1) Rijksbijdragen (B2) Overige overheidsbijdragen (B3) Overige baten
2.920 27 169
3.154 13 57
3.181 57
3.281 57
Totaal baten
3.116
3.223
3.237
3.337
Lasten (L1) Personele lasten (L2) Afschrijvingen (L3) Huisvestingslasten (L4) Overige instellingslasten
2.508 72 103 315
2.636 84 163 284
2.689 92 138 279
2.790 95 138 279
Totaal lasten
2.997
3.168
3.198
3.303
118
55
39
35
8
7
7
7
126
62
46
41
Saldo baten en lasten (R1) Saldo fin. baten en lasten Nettoresultaat
De begroting over 2015 laat een positief resultaat zien van circa 62.000. Hiervan is zo’n 14.000 euro begroot voor Scherpenzeel, zo’n 46.500 euro voor Woudenberg en 1.150 euro voor de vereniging. Het positieve resultaat van Woudenberg is in 2015 nog nodig om de gewenste hoogte van het weerstandsvermogen te bereiken. De jaren daarna zullen de positieve resultaten afnemen. Opvallend is de daling van de overige baten in bovenstaand overzicht. Dit heeft te maken met het eenmalige karakter van de uitkering van de reserves van het oude samenwerkingsverband die in 2014 terecht gekomen is. Verder zijn de inkomsten vanuit Passend Onderwijs van de overige baten naar de rijksbijdragen verschoven. De gestegen huisvestingslasten hebben te maken met een hogere dotatie voor groot onderhoud, vanwege het feit dat met ingang van het jaar 2015 de verantwoordelijkheid voor het buiten onderhoud ook bij de scholen terecht is gekomen. Ten slotte zijn de overige instellingslasten voor de komende jaren lager begroot, vanwege lagere lasten voor de vereniging (waar ook lagere baten tegenover staan) en diverse lagere begrote posten voor beide scholen.
31
5.8. Balans ACTIVA
Ultimo 2014 x € 1.000
Ultimo 2015 x € 1.000
Ultimo 2016 x € 1.000
Ultimo 2017 x € 1.000
Materiële vaste activa Financiële vaste activa
380 -
413 -
397 -
394 -
Totaal vaste activa
380
413
397
394
Vorderingen Liquide middelen
281 1.193
167 1.194
167 1.282
167 1.355
Totaal vlottende activa
1.474
1.361
1.448
1.522
Totaal activa
1.855
1.775
1.846
1.915
PASSIVA
Ultimo 2014 x € 1.000
Algemene reserve Best. reserve publiek Best. Reserve/fonds privaat Eigen vermogen Voorzieningen Kortlopende schulden Totaal passiva
Ultimo 2015 x € 1.000
Ultimo 2016 x € 1.000
Ultimo 2017 x € 1.000
932 204 72
1.000 277
1.045 278
1.085 280
1.208
1.277
1.323
1.364
289 357
289 209
314 209
342 209
1.855
1.775
1.846
1.915
In bovenstaand overzicht is de gerealiseerde balans over 2014 weergegeven. Deze wijkt af van de balans zoals deze bij het opstellen van de begroting ingeschat werd. Er is daarom geen exacte aansluiting te maken tussen het jaar 2015 en het jaar 2014, daar de jaren 2015 tot en met 2017 doorgerekend zijn op basis van de destijds geschatte balans. Het eigen vermogen zal de komende jaren nog gaan stijgen vanwege de positieve resultaten. De boekwaarde van de materiële vaste activa zal in 2015 nog verder gaan stijgen, wat met name het gevolg is van een begrote investeringssom op de locatie in Scherpenzeel. 5.9. Risicobeheersing en intern toezicht Ten einde de risico’s zoveel als mogelijk te beperken hanteert de school een planning en controle cyclus waarbij de directie samen met een externe deskundige van VGS Adivio de ontwikkeling van de financiële prestaties monitort en hier ook periodiek verantwoording over aflegt richting het bestuur. De basis voor de verantwoording wordt naast de realisatie gevormd door de meerjarenbegroting die voorafgaand aan elk jaar door de directie wordt opgesteld en ter fiattering aan het bestuur wordt voorgelegd. In deze meerjarenbegroting worden zo veel als mogelijk financiële risico’s onderkent en wordt beoordeeld in hoeverre acties nodig zijn. Ten einde de interne risico’s zoveel als mogelijk te beperken, is ten behoeve van de interne controle, de administratieve organisatie beschreven van de processen met een financieel risico. Hierin is de functiescheiding, overdraagbaarheid en betrouwbaarheid van informatie gewaarborgd. Tussen het bestuur en haar administratieve dienstverlener, VGS Administratie, is daarnaast een Service Level Agreement van toepassing.
32
Voor het opvangen van de zogenaamde restrisico’s en onvoorziene calamiteiten gebruikt de school in haar financieel beleid onder andere het kengetal weerstandsvermogen om te zorgen dat er voldoende eigen vermogen beschikbaar is als risicobuffer. Voor de vaststelling van de hoogte van deze buffer is gebruik gemaakt van een standaardrisicoprofiel. Het aanbevolen weerstandsvermogen bedraagt hiermee 15%. De hierboven beschreven interne risicobeheersings- en controlesystemen hebben gezorgd voor het uitsluiten van bepaalde risico’s en het in kaart brengen van andere risico’s. Het gaat dan met name om financieel gerelateerde risico’s die blijken uit de meerjarenbegroting. In de hierboven opgenomen meerjarenbegroting komen een aantal financiële risico’s tot uiting. Eén van de risico’s is het kortdurend verzuim. Als gevolg van aansluiting bij VFGS moeten de eerste 14 dagen van verzuim voor eigen rekening worden genomen. Hier staat een lagere premie tegenover. Het ziekteverzuim is dus van invloed op de kosten die worden gerealiseerd, positief dan wel negatief. In de begroting is voor het kort verzuim gerekend met een stelpost, die in werkelijkheid anders uit kan pakken. Een ander risico kan zijn het wegvallen van bepaalde geldstromen wat mogelijk zou kunnen leiden tot afname van de financiële middelen. Deze ontwikkelingen zullen middels de planning- en controlcyclus bewaakt worden. In de begroting is verder beperkt rekening gehouden met de ontwikkelingen rondom de nieuwe Wet Werk en Zekerheid. Deze wet heeft onder andere gevolgen voor het aantal tijdelijke contracten en brengt diverse risico’s met zich mee. De effecten hiervan zullen in het komende jaar verder uitgekristalliseerd worden. De risico’s op personeel gebied kunnen groot zijn. Te denken valt aan afvloeiingskosten, gestegen premies door langdurige ziekte en het eventueel zelf moeten nemen van ww- lasten. In de begroting is vooralsnog geen stelpost voor deze zaken opgenomen, buiten de opgenomen stelpost voor kort verzuim. Een krimp in de formatie kan naar verwachting indien nodig gerealiseerd worden via natuurlijk verloop. Niet alleen financiële risico’s, maar ook niet- financiële risico’s zijn belangrijk. Te denken valt aan risico’s rondom de onderwijskwaliteit, het imago van de school en de naleving van de code ‘Goed Bestuur’. Zie voor dit laatste punt het verslag van het toezichthoudend orgaan. Als het gaat om risicobeheersing ziet het bestuur zich niet genoodzaakt aanpassingen door te voeren aan de systemen.
33
5.10. Bijlage: verantwoording besteding prestatiebox Het bestuursakkoord is opbrengstgericht; we werken de gevraagde aspecten uit vanuit onze zienswijze opbrengstbewust te willen zijn. Een aantal aspecten hieruit noemen we hierbij en wat de stand van zaken (cursief weergegeven) is op onze scholen. Er zijn meetbare doelstellingen geformuleerd gericht op de leeropbrengsten taal en rekenen. De doelstellingen zijn geformuleerd. Omdat de normeringen zijn aangepast blijft het zoeken naar de goede doelstellingen. Uitgangspunt is dat we ernaar streven dat de opbrengsten voor tussentijdse toetsen en de eindtoets minimaal op het niveau wat van onze scholen verwacht mag worden en boven het landelijke gemiddelde. Scholen werken opbrengstgericht. Iedere leerkracht is zich bewust van de opbrengsten. We kiezen voor opbrengstbewust en niet opbrengstgericht; we zijn gericht op het welzijn van de kinderen in de brede zin des woords en we zijn ervan bewust dat de kinderen zich ontwikkelen naar hun vermogen en dat daarbij goede opbrengsten verwacht mogen worden. We evalueren school- en groepsbreed de opbrengsten. Ook worden de opbrengsten per kind na iedere toets doorgenomen en tijdens groepsbesprekingen besproken. Scholen meten de opbrengsten van vroegschoolse educatie In de groepen 1 en 2 worden diverse toetsen (Cito) afgenomen en observaties (KIJK!) uitgevoerd om de opbrengsten van de kinderen in de kleutergroepen in beeld te krijgen en hier het handelen op af te stemmen. Scholen bieden maatwerk voor excellente leerlingen, waaronder hoogbegaafde leerlingen. Het Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid (DHH) wordt ingezet om te bepalen welke kinderen meer-/hoogbegaafd zijn. Op onze scholen spreken we over meerbegaafdheid (i.p.v. hoogbegaafdheid). Iedere school heeft een aanbod voor meerbegaafde kinderen, in en/of buiten de groep. Regelmatig zijn er contactmomenten met ouders van meerbegaafde kinderen Er zijn geen onderpresterende scholen meer. Onze scholen zijn geen onderpresterende scholen. Scholen stimuleren ouders om thuis activiteiten te ondernemen die bijdragen aan leerprestaties. Waar nodig wordt er huiswerk meegegeven. Verder zijn we terughoudend in thuisactiviteiten: kinderen hebben het (ook) nodig kind te mogen zijn. De bekwaamheid van de leraren in het afstemmen van het onderwijs op verschillen binnen de klas is op orde. Leerkrachten zijn hiervoor opgeleid en blijven hierin ontwikkelen. De leerkrachten op onze scholen stemmen het onderwijs af op de verschillen in de klas. Dit komt naar voren in de wijze hoe ze instructie geven, als in de wijze waarop de verwerking plaatsvindt. Het opstellen van een groepsplan, waarin vooraf doordacht wordt wie welk onderwijs nodig heeft, tussentijds bijstelling plaatsvindt en aan de hand waarvan achteraf geëvalueerd kan worden, vervuld hierbij een goede rol. De bekwaamheid van de leraren met betrekking tot opbrengstgericht werken is op orde. De leerkrachtvaardigheden zijn op orde, zowel pedagogisch als didactisch. Dit blijft altijd een aandachtspunt omdat de ene leerkracht meer pedagoog is en de ander meer didacticus en de ene groep meer behoefte aan een pedagoog en de andere groep meer behoefte aan een didacticus. Het reflecteren op de opbrengsten vanuit de vraag: ‘wat betekent dit voor mij en wat kan ik hierin betekenen’, het analyseren en het aanpassen van het handelen heeft steeds de aandacht als er opbrengsten bekend zijn en er weer aan nieuwe stof gewerkt gaat worden. Alle leraren onderhouden hun bekwaamheden systematisch en worden gestimuleerd zich te registreren. Leraren werken systematisch aan hun bekwaamheden en er is een intensieve gesprekkencyclus waar dit steeds aan de orde komt. Stimulans voor registratie is (nog) niet aan de orde. Vanuit de overheid lijkt hier wel een verplichting voor te gaan ontstaan. Scholen voeren een goed en effectief HRM-beleid (‘personeelsbeleid’). Er is een goede gesprekkencyclus en goede begeleiding. Verbetering begeleiding en ondersteuning van beginnende leraren. Er is een gedegen en intensief begeleidings- en ondersteuningsplan voor beginnende leraren, wat als positief wordt ervaren. We doen mee met de ‘werkplaatsen’ voor zowel startende leerkrachten als leerkrachten die voor het 2e jaar werken om hen zo nog beter te begeleiden aan het begin van hun onderwijsloopbaan.
34