Jaarverslag 2013 van: Vereniging tot het Verstrekken van Basisonderwijs op Gereformeerde Grondslag te Scherpenzeel waarvan uitgaan de Wittenberg te Scherpenzeel Wartburg te Woudenberg
1
Bericht van de secretaris
L.S. Voor u ligt het jaarverslag van de Vereniging tot het Verstrekken van Basisonderwijs op Gereformeerde Grondslag, statutair gevestigd te Scherpenzeel. Van deze Vereniging gaan uit de basisscholen De Wittenberg te Scherpenzeel en De Wartburg te Woudenberg. Door middel van dit jaarverslag willen wij als bestuur verantwoording afleggen van het gevoerde beleid in het afgelopen jaar, alsmede van de resultaten die met dit beleid zijn gerealiseerd. Veel heeft gelukkig weer zijn goede voortgang mogen hebben. Er is veel om dankbaar voor te mogen zijn. Alle direct bij de school betrokkenen zijn in het leven gespaard. De financiële positie is sterk verbeterd. Op het gebied van huisvesting zijn belangrijke stappen gezet en goede ontwikkelingen te melden. Iedere schooldag is er les gegeven. Bovenal mocht ook Gods Woord iedere schooldag weer open gaan. Wat heeft dit betekend voor onze kinderen? Mogen we vruchten opmerken? Er zijn ook voortdurende zorgen en nieuwe zorgen. Rond de gezondheid van sommige leerkrachten, kinderen en ouders. Verdriet bij het overlijden van opa's en oma's. We wensen een ieder die het betreft beterschap en troost. Bovenal wensen we echter de ondersteuning van de Heere toe. Hij weet het waarom en waartoe. Mocht ons het ware en afhankelijke gebed tot Hem gegeven worden. In het jaarverslag zijn veel zaken en ontwikkelingen slechts kort aangestipt. Het belangrijkste blijft dat we identiteitsgebonden onderwijs geven. Dat is een voorrecht, maar direct daaraan gekoppeld ook een grote verantwoordelijkheid. Reeds bijna 45 jaar is ons dit voorrecht gegeven. Laten we onze leerkrachten, het management en hen die op de scholen ondersteuning bieden toch telkens weer opnieuw opdragen aan de Troon der genade met de bede of ze dagelijks in alle eenvoud Gods Woord getrouw mogen uitleggen aan de kinderen. Of ze iedere dag maar weer in de toepassing op deze uitleg de eis om te moeten leven tot Gods eer en de boodschap van zonde en genade zo dicht en ernstvol mogelijk mogen brengen aan de harten van de vele kinderen die onze scholen bezoeken. Iedere dag kan immers de laatste dag zijn dat één van deze kinderen deze boodschap hoort. Dat gebed om Gods zegen en ondersteuning zijn ook nu nog onverminderd nodig. Tot eer van Hem en tot eeuwige zegen voor deze kinderen. Mocht de Heere uit genade deze zegen willen schenken en het onderwijs dat door de leerkrachten op de scholen gegeven wordt als een middel daartoe gebruiken.
Scherpenzeel/Woudenberg, 8 april 2014
Namens het bestuur
C.H. Achterberg, secretaris
2
1.
Verslag toezichthouder
1.1
Missie
De missie van onze schoolvereniging verwoorden wij als volgt: “ Kinderen ontvangen op onze school Bijbels verantwoord onderwijs” Het onderwijs - zoals genoemd in deze missie - vertaalt zich in kwalitatief goed onderwijs, aandacht voor opvoeding en zorg in meervoud. Ouders hebben hun kinderen gedeeltelijk aan de zorg van onze school toevertrouwd. Wij willen werk maken van die zorg. We doen dat op verschillende terreinen, vandaar: “zorg in meervoud”. De zorg voor het geestelijk welzijn van kinderen is essentieel. Dat vloeit voort uit de christelijke identiteit van onze school. Wij wijzen de kinderen de weg naar het enige middel tot geestelijk welzijn, namelijk de bekering tot God en het geloof in de Heere Jezus Christus. Bij het opvoeden zetten we “zorg” centraal. Leerlingen vormen tot verantwoordelijke (d.i. dienstbare en zelfstandige) persoonlijkheden. Ook in het onderwijzen speelt “zorg” een grote rol. Onze zorg gaat uit naar elk uniek kind en we houden daarom rekening met de verscheidenheid aan talenten van hoofd, hart en handen. De missie van de afzonderlijke scholen luidt: De Wartburg : Zorgen voor elkaar. De Wittenberg : Ontwikkeling, gefundeerd en naar vermogen. 1.2
Doelstellingen
De grondslag van de Vereniging tot het verstrekken van basisonderwijs op gereformeerde grondslag te Scherpenzeel is in artikel 2 van de statuten als volgt beschreven: Artikel 2 lid 1: De vereniging is gegrond op de onveranderlijke waarheden, in Gods Woord geopenbaard, en ontleent aan dat Woord de beginselen voor de opvoeding der kinderen, overeenkomstig de onverkorte en onveranderde Drie Formulieren van Enigheid, vastgesteld in de Nationale Synode, gehouden te Dordrecht in de jaren zestienhonderdachttien en zestienhonderdnegentien. Artikel 2 lid 2: De vereniging heeft ten doel het verstrekken van basisonderwijs overeenkomstig de in lid 1 genoemde grondslag, zonder hierbij het maken van winst te beogen. 1.3
Organisatiestructuur en -wijzigingen
Onder de Vereniging vallen twee scholen: De Wartburg te Woudenberg en De Wittenberg te Scherpenzeel. Beide scholen worden aangestuurd door een managementteam. Het bestuur bestaat uit 11 leden, behorend tot de diverse participerende kerken. Gestreefd wordt naar een evenredige verdeling van deskundigheid over de diverse disciplines, zoals onderwijskundig, financieel, juridisch, personeel & organisatie en huisvesting. Op de ledenvergadering van 27 mei 2013 is de heer A. van Ettekoven met zeer grote meerderheid herkozen. In de vacature van de heer J. de Jager is de heer A.M. van Helden uit Woudenberg gekozen. De in 2012 ontstane en niet ingevulde vacature is ook in 2013 aangehouden. De heer De Jager heeft gedurende een periode van 8 jaar getrouw en actief bijgedragen aan het bestuurswerk. Aan zijn vertrek is aandacht besteed tijdens de genoemde ledenvergadering en in een bestuursvergadering. Ook langs deze weg willen wij nogmaals onze erkentelijkheid uitspreken voor zijn werk en inhoudelijke bijdrage.
3
De heer J. van de Geer is na de ledenvergadering gekozen tot 1ste voorzitter, de heer J. Methorst tot 2e voorzitter en de heer H. van Grol als algemeen adjunct. De actuele samenstelling van het bestuur is als volgt: Naam C.H. Achterberg H. van den Brink A. van Ettekoven J. van de Geer H. van Grol M. Hazeleger A.M. van Helden J.M. Hoepel J. Methorst M.R. Schneider Vacature
Functie 1ste secretaris lid 2e secretaris 1ste voorzitter algemeen adjunct lid lid penningmeester 2e voorzitter lid
Benoemd in 2001 2010 2006 2009 2000 2011 2013 2007 2008 2012
Aftredend in 2015 2014 2017 2015 2015 2016 2017 2014 2016 2014
De bestuursleden zijn meestal ook ouder van schoolgaande kinderen, maar staan verder onafhankelijk van de scholen en/of medewerkers van de scholen. Gezien de extra verantwoordelijkheden die op dit punt bij het bestuur liggen is er een identiteitscommissie ingesteld bestaande uit C.H. Achterberg, J. van de Geer, H. van Grol, J.M. Hoepel en J. Methorst. Er worden geen beloningen voor de bestuurswerkzaamheden betaald. De leden zijn om de vier jaar aftredend. Het wel of niet herkiesbaar stellen wordt telkens binnen het bestuur besproken. Inmiddels zijn ook profielen vastgesteld waaraan bestuursleden individueel en het bestuur in het geheel moeten voldoen. Vanaf 2014 is ook gekozen voor een veel meer open wijze van werving van bestuursleden. 1.4
Governance
De ontwikkelingen op het gebied van bestuur en toezicht van de achterliggende jaren hebben in 2011 geleid tot de invoering van het volgende model: 1. De directie initieert nieuw beleid, is verantwoordelijk voor de uitvoering van beleid en legt hierover verantwoording af aan het bestuur. Omdat er een uitzondering geldt inzake beleid aangaande identiteit (zie punt 3 hierna) is er een overzicht opgesteld om duidelijk te maken wie waarvoor verantwoordelijk is. 2. Het bestuur functioneert op de diverse beleidsterreinen toezichthoudend: a. De strategische doelen met indicatoren zijn hierbij uitgangspunt. Eventueel nieuwe strategische doelen worden door het bestuur goedgekeurd (strategisch beleidskader). b. Nieuw beleid wordt voor de diverse beleidsterreinen geïnitieerd en vastgesteld door de directie. Het bestuur keurt deze goed, bijvoorbeeld in de vorm van goedkeuring van de begroting en schoolplannen. c. Uitvoering van beleid gebeurt onder verantwoordelijkheid van de directie. Rapportage gebeurt op hoofdlijnen volgens een format. De directie is hierbij verantwoordelijk voor de resultaten. De directie wordt ook aangesproken op het door hen uitgevoerde beleid. 3. Voor wat betreft het beleid aangaande identiteit, toelatingsbeleid en (benoeming) personeel blijft de uitzondering bestaan. Dit raakt onze grondslag en is onopgeefbaar. Hierbij zijn we als bestuur meer uitvoerend bezig of betrokken. Dit is mogelijk op basis van artikel 23 van onze grondwet en valt onder de vrijheid van richting. Op dit model zijn ook in 2013 geen wijzigingen gekomen. Zoals eerder gemeld is er in onze situatie geen strikte juridische scheiding van bestuur en toezicht ingevoerd. Er is ingezet om naar de geest van de wet te handelen zoals hierboven geschetst. Daarbij wordt dus feitelijk wel duidelijk onderscheid gemaakt tussen bestuur en toezicht. De code goed bestuur van de PO-Raad is het uitgangspunt voor
4
ons handelen. Een uitzondering daarop vormt het overleg met de accountant. Dit voeren wij niet rechtstreeks, maar is om efficiencyredenen gestructureerd via ons administratiekantoor. Als hulpmiddel voor de invulling van bovenstaand model wordt een jaaragenda gebruikt. In een zekere jaarcyclus komen de hiervoor bedoelde verantwoordings- of managementrapportages, identiteit, evaluaties en het vaststellen van school- en jaarplannen periodiek en systematisch terug. In het kalenderjaar 2013 is binnen deze vergaderkaders 8 keer vergaderd. In 2013 is veel aandacht besteed aan de kwaliteit van het toezicht houden. We hebben ons verdergaand verdiept in de wettelijke bepalingen, de code goed bestuur en het toezichtkader voor het primair onderwijs van de Inspectie van het Onderwijs. Er is gewerkt aan een toezichtkader en een jaarplan. Dat zal DV een vervolg krijgen in 2014. Door middel van periodieke schoolbezoeken en andere contacten blijft het bestuur ook zelf voeling houding met de dagelijkse gang van zaken op de scholen. Het bestuur vult ook de verantwoordelijkheid in als werkgever van de directeuren van de beide scholen. Naast formele en informele contacten gedurende het jaar wordt er eenmaal per jaar een functionerings- of beoordelingsgesprek gevoerd. 1.5
Beleidsuitvoering
Zoals helder zal zijn naar aanleiding van het voorgaande zijn de directies van de scholen onder meer verantwoordelijk voor de initiëring en het uitvoeren van het beleid. Binnen de hiervoor bedoelde strategische beleidskaders en met inachtneming van de gestelde doelen hebben de directies een grote mate van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. Zij maken bijvoorbeeld eigen keuzes als het gaat om onderwijsmodellen. Hierna doen beide directies per school zelf verslag van de activiteiten van de scholen. Jaarlijks wordt door de Inspectie van het Onderwijs op basis van een risico-analyse bepaald welk toezichtsarrangement per school van toepassing is. Aan beide scholen is het basisarrangement toegekend. Dat betekent dat er geen bijzondere aandachtspunten vanuit de Inspectie van het Onderwijs zijn. Het bestuur wil de managementteams, de leerkrachten en het onderwijs ondersteunend personeel hartelijk dankzeggen voor de geleverde inspanningen om het kwaliteitsniveau en de tevredenheid van de ouders op een goed niveau te houden. We wensen alle betrokkenen toe dat ze deze inspanningen dagelijks mogen leveren in het besef daarin volledig afhankelijk te zijn van de zegen van de Heere.
2.
Beleidsterreinen
2.1
Identiteit
2.1.1
Overleg met kerkenraden
In 2013 heeft er, evenals in de voorgaande jaren, weer een overleg met de kerkenraden van de participerende kerken plaatsgevonden. In dit overleg is over diverse identiteits- en schoolzaken gesproken is. Het overleg wordt van beide kanten als nuttig ervaren. Er wordt actief door alle kerkenraden meegedacht en -geleefd. Ook zorgen gedeeld. Dat wordt door ons zeer gewaardeerd en blijft van groot belang. Onderwerpen die zijn besproken zijn onder meer: a. b. c. d. e.
Profielschets per school/actuele ontwikkelingen Uitbreiding kerndoelen seksualiteit en seksuele diversiteit Kandidaatstelling bestuur Financiële exploitatie vereniging en/of scholen Bestuursjaarthema (terugblik, nieuwe thema)
5
Inzake het eerste punt hebben de schooldirecties een presentatie gegeven. De voor de scholen geldende kerndoelen zijn uitgebreid met de zinsnede '... ze (lees: de kinderen) leren respectvol om te gaan met seksualiteit en met diversiteit binnen de samenleving, waaronder seksuele diversiteit'. In ons identiteitsprofiel is ingevuld hoe we dit vanuit onze identiteit invullen. Inzake de kandidaatstelling van bestuursleden is de in 2012 beloofde notitie besproken. Diverse kerkenraden hebben op ons verzoek advies hierover uitgebracht. We hebben als bestuur besloten de bestaande situatie niet te veranderen. Inzake de financiën konden gelukkig betere berichten worden besproken. Ten aanzien van het jaarthema is gevraagd om ideeën. Het bestuur heeft aangegeven te denken aan het bezinnen op de doorwerking van onze identiteit in alle vakken die op school worden gegeven. De kerkenraden participeren ook in de periodieke schoolbezoeken. Deze bezoeken worden samen met een bestuurslid afgelegd. 2.1.2.
Ouderavonden
Zowel door de leerkrachten op school als op de ouderavonden is dit jaar aandacht besteed aan het onderwerp gewetensvorming. De ouderavonden in het kader van het jaarthema zijn in de eerste ronde (2012) ingevuld door ds A. Schreuder en mevrouw A. Teerds-Gertenbach. Voor het jaar 2013 is gekozen dit thema te continueren en toe te spitsen op de vraag wat we als scholen concreet in dit kader zouden kunnen doen. Hiervoor zijn lezingen verzorgd door mevrouw Van Hartingsveldt-Moree en de heer Middelkoop. Op de ouderavonden ontstaan naar aanleiding van de lezingen ook goede gesprekken tussen ouders. We hopen van harte dat deze avonden de moeilijke opvoedingstaak van ouders ondersteunen. 2.1.3
Wet Medezeggenschap Scholen
De medezeggenschapsraden hebben ook gedurende 2013 hun gewaardeerde werk weer mogen doen. Ook de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) heeft haar bijdrage geleverd. Ten aanzien van de respectievelijke begrotingen is wederom een positief advies uitgebracht. De raden nemen ook intensief kennis van de jaarrekening. Er zijn zorgen gedeeld rond verschillen die we soms zien tussen leer en leven. Hoe is en blijft ook uitwendig zichtbaar dat we een bepaalde identiteit voorstaan, voorleven en uitstralen? Deze zorg is ook met alle ouders zelf gedeeld door middel van het sturen van een brief. Opgeroepen is tot het naleven van de leefregels op de scholen. We moeten ondermeer eerbaar, behoorlijk en verzorgd gekleed zijn. Dit vanuit de grondhouding dat we uit liefde tot de Heere wereldgelijkvormigheid moeten vermijden. 2.1.4
Toelatingsbeleid
Het toelatingsbeleid is in het verslagjaar niet gewijzigd. In één geval is het bestuur zelf intensiever betrokken geweest. De managementteams besteden hier veel tijd aan en rapporteren hierover terug aan het bestuur. 2.1.5
Bezinningsavond
Eén van de genoemde bestuursvergaderingen is samen met de managementteams en de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad benut om ons te bezinnen op het bewaren van onze geloofstraditie. Dit mede in het licht van ons nieuwe bestuursjaarthema: hoe bereiken we dat onze identiteit zo goed mogelijk doorwerkt in alle vakken waarin les wordt gegeven? De noodzaak en de kern van het reformatorisch onderwijs moeten blijven wegen. We moeten er met zijn allen voor waken dat tijdsdruk, het halen van door de overheid gestelde doelen en het gewoon gaan vinden van reformatorisch onderwijs ons afleiden van waar het echt om gaat: de redding van de zielen van ons en onze kinderen voor de eeuwigheid. Het is niet eenvoudig om hier pasklare antwoorden op te vinden. Wel hopen we van harte dat door aandacht aan dit thema te geven het bewustzijn hiervoor zal groeien en dat daardoor ook praktische handvatten ontstaan voor de praktijk van alle dag.
6
3. Jaarverslag De Wartburg 3.1
Algemeen
Voor u ligt het jaarverslag over het kalenderjaar 2013.We kunnen terugzien op een goed jaar, waarin we met alle geledingen van onze school, rondom Gods Woord, voor onze kinderen hebben mogen zorgen. Een jaar waarin we samen met ouders en team mochten werken aan de opvoeding van onze kinderen. We kunnen terugzien op een jaar waarin de school weer fors gegroeid is; telde de school op 1 oktober 2012 322 kinderen, in 2013 waren dat er 347. Veel is er gepasseerd, veel werk is er verricht. We zijn ons ervan bewust dat dit met veel tekortkomingen gedaan is. Ondanks dat werden we met onze kinderen gedragen en gespaard! Onze missie is “Zorgen voor elkaar”, afgeleid van “God lief hebben boven alles en onze naaste als onszelf”. Dit is de basis van waaruit we onze identiteit gestalte geven. Dit is ook het doel dat we ons gesteld hebben. In de dagelijkse praktijk hebben we dan ook geprobeerd om dit, met de Bijbel als leidraad, gestalte te geven. Waarbij we bezig geweest zijn om met alle geledingen van de school deze “Zorg-cultuur” tot gemeengoed te maken. 3.2
Identiteit
Voor onze school zijn twee zaken van belang, identiteit en kwaliteit. Uiteraard willen wij ook op onze school kwaliteit leveren en daar doen we ons best voor, maar in eerste instantie is voor ons de handhaving van de identiteit van groter belang. Onze ouders hebben immers deze school opgericht, om bovengenoemde identiteit te waarborgen en zodoende de eenheid school-kerk-gezin gestalte te geven. Dit is namelijk van groot belang bij het samen opvoeden van onze kinderen en voorwaarde voor de toelating op onze school. In dat kader hebben we ook een tweetal aanmeldingen geweigerd. Eén ouderpaar heeft daar bezwaar tegen aangetekend en probeert via de anti discriminatiewetgeving toch toegang te krijgen tot onze school. De leerlingen van onze school komen overwegend uit Woudenberg zelf. De kerkelijke achtergrond van de gezinnen wordt weergegeven in onderstaande tabel:
Per gezindte
Aantal Proc.
Hersteld Hervormde Kerk
109
31,5 %
Ger. Gem. Amersfoort
87
25,1 %
Ger. Gem. Scherpenzeel
80
23,1 %
Protestantse Kerk Nederland
20
5,8 %
Oud Ger. Gemeente Woudenberg
14
4,0 %
Ger. Gem. Zeist
14
4,0 %
Christelijk Gereformeerd Driebergen
7
2,0 %
Ger. Gem in Ned. Scherpenzeel
6
1,7 %
Oud Ger. Gemeente Leersum
5
1,4 %
Overig
5
1,4 %
347
100,0 %
In het achterliggende schooljaar hebben we 2 nieuwe collega’s benoemd. Bij de nieuwe benoemingen die er in dit jaar geweest zijn hebben we allereerst gelet op de aansluiting met de op onze school afgesproken identiteit en de door onze school geformuleerde missie. Daarnaast vinden we het van groot belang dat een nieuwe leerkracht enthousiast is over het klimaat en het concept van de school.
7
3.3
Onderwijs
In het jaar 2013 hebben we gewerkt aan de doelen die we in ons schoolplan hebben opgesteld. In dit document hebben we verwoord wat in de komende 4 jaar onze plannen zijn. Deze documenten kunt u inzien via onze website www.dewartburg.nl. In dit jaarverslag doen we verslag van de vorderingen die we gemaakt hebben met de in het schoolplan genoemde doelen. Algemeen In het algemeen hebben we de doelen, genoemd in het Strategisch Beleidskader van het bestuur gehaald. De Bijbellessen worden elke dag gegeven, de methode Hoor het Woord functioneert hierin naar tevredenheid. Ook tijdens de algemene lessen hebben we geprobeerd om onze missie en identiteit gestalte te geven. Officiële klachten zijn er niet geweest. Burgerschap De missie ‘zorgen voor elkaar’ komt elke dag terug in Woord en praktijk. Het pedagogisch klimaat binnen de school en de groep is iets waar we met elkaar dagelijks alert op zijn, waarbij we ons ten doel hebben gesteld dat iedereen op onze school welkom is en zich wel bevindt. Bovengenoemde doelen hebben we ook in praktijk gebracht bij onze activiteiten rond burgerschap. Dit kwam tot uitdrukking in een week waarin we met alle kinderen allerlei activiteiten hebben uitgevoerd in onze naaste omgeving. Inmiddels hebben we de uitgewerkte plannen en activiteiten beschreven en geborgd in ons schoolplan. Exemplarisch onderwijs Al gedurende een lange reeks van jaren zijn we bezig met de ontwikkeling van exemplarisch onderwijs op onze school. De in het schoolplan genoemde doelen zijn zo goed als volledig gehaald. We hebben dit jaar speciaal aandacht geschonken aan het creëren van een professionele leergemeenschap. Hierbij werden alle leerkrachten gecoacht. Teambreed is er een viertal intervisiemomenten geweest, waarbij missie en visie van de school alsmede het eigen leerproces centraal stonden. Ook hebben we met elkaar nagedacht hoe we de kinderen tot meer zelfreflectie kunnen brengen binnen ons onderwijs en wat wij hun mee willen geven over hun eigen leren. Verder werd er een interne cursus gegeven voor nieuwe collega’s en parttimers. We genieten van het geven van exemplarisch onderwijs omdat de kinderen zich daarbij wel bevinden, de leerkrachten daarin groeien, en we bezig zijn met onderwerpen die er echt toe doen. Het gaat ons vooral en ten diepste om goed christelijk leraarschap. Hieronder volgt een aantal doelen die we behaald hebben: - In de planning zijn alle exempelweken verwerkt. - Het reflecteren aan de hand van de kijkwijzer met het team is tijdens intervisie verdiept. - Voor nieuwe leerkrachten is er een extra bijeenkomst geweest. - Het rapport is aangepast zodat ook exemplarisch onderwijs een plaats heeft. Engels We hebben ons ten doel gesteld om onderwijs in de Engels taal te verbeteren, zodat de aansluiting met het VO zonder problemen verloopt. Dit hopen we de komende jaren volledig te realiseren. De doelen die we ons voor dit jaar gesteld hadden zijn zo goed als volledig gehaald: - Op het lesrooster van elke leerkracht is minimaal 45 minuten per week Engels ingepland. - Op de jaarplanning van elke groep staat ingepland wat er dit jaar bij Engels wordt aangeboden met behulp van de leerlijn Engels op onze school. - Groep 5 en 6 werkt met de methode My Name is Tom groep 5. - Groep 7 en 8 werken met de woordlijsten van het Van Lodensteincollege. - Leerkrachten werken aan hun eigen vaardigheid d.m.v. cursus Engels A (10 collega’s) of Engels C (5 collega’s). De overige collega’s hebben de cursus Engels A al gevolgd of gaan dit het komende cursusjaar doen.
8
Zorg De zorg aan minder- en hoogbegaafde kinderen vinden we zeer belangrijk. We hebben dit ook verwoord in ons zorgplan en schoolplan. Op dit moment hebben 3 kinderen binnen onze school een rugzak. Een rugzak zorgt voor extra financiën en het is goed om te melden dat het een voorrecht is e dat we mogen wonen in een land waar dit mogelijk is. Een uitbreiding met een 2 bikkelklas was nodig en nuttig. De resultaten van de leerlingen in de bikkelklas gaan boven verwachting vooruit. Op klassenniveau zijn inmiddels de groepsplannen geborgd en voor rekenen en taal worden ze gebruikt. Daarnaast zijn er voor leerlingen die een eigen leerlijn volgen ontwikkelingsperspectieven opgesteld en zijn ook met de ouders doorgenomen. Heel belangrijk vinden we het welbevinden van het kind, gekoppeld aan het creëren van een veilig schoolklimaat, waarbij we in alles laten merken dat een kind er mag zijn zoals het is. Leerlingen met een rugzak Jaar Aantal lln cluster 1 Aantal lln cluster 2 Aantal lln cluster 3 Aantal lln cluster 4 TOTAAL aantal lln rugzak
2009-2010
2010-2011
2011-2012
2012-2013
3 2
3 2
3 2
2 1
5
5
5
3
Verwijzing naar SBO Jaar Aantal leerlingen Aantal verwijzingen SBO Percentage
2009-2010 293 1 0,3 %
2010-2011 317 0 0,0 %
2011-2012 322 1 0,3%
2012-2013 347 0 0%
Passend Onderwijs - ondersteuningsprofiel In 2014 wordt de wet op het Passend Onderwijs van kracht. Ook onze school is zich aan het voorbereiden op de invoering van dit passend onderwijs. Heel ingrijpend is dat voor De Wartburg niet, omdat we al langere tijd bezig zijn om het onderwijs 'passend' te maken voor alle kinderen die onze school bezoeken. We hebben dit ook verwoord in ons ondersteuningsprofiel. Hoogbegaafdheid Het schoolplan voorziet in een stappenplan om te komen tot een goede voorziening voor onze hoogbegaafde leerlingen. In de achterliggende jaren zijn we bezig geweest om een dekkend aanbod voor deze kinderen te maken. De volgende doelen hebben we tot nu toe gerealiseerd. - De IB-ers gebruiken een digitaal instrument (DHH) voor leerlingen waarbij een vermoeden is van meer-/hoogbegaafdheid. - Bij de groepsbespreking wordt aandacht besteed aan de meer-/hoogbegaafden in de groep. - De leerlingen voor de plusgroepen zijn geselecteerd aan de hand van de criteria die we als school hebben opgesteld en de 3 plusgroepen zijn begin oktober gestart met: - Onderbouw: 4 leerlingen - Middenbouw: 12 leerlingen - Bovenbouw: 12 leerlingen. - Voor de plusgroepen is een groepsplan gemaakt in Parnassys. Leerlingen werken aan persoonlijke doelen. - Er wordt aan 2 groepen leerlingen Griekse les gegeven: een startgroep en een vervolggroep. - Vier collega’s volgen een cursus op het gebied van begeleiding van meer-/hoogbegaafden en volgen voor deze cursus ieder 1 leerling bij wie het vermoeden is van meer-/hoogbegaafdheid. - Leerkrachten binnen de school bieden onderwijs op niveau en extra uitdaging aan meer/hoogbegaafden. Dit doen ze o.a. met behulp van het groepsplan. - De bikkelklasleerkracht begeleidt één plus-leerling. Deze leerling gaat versneld, op eigen tempo en deels in het Engels, door de rekenstof heen.
9
Al met al hebben we aardige vorderingen gemaakt, mede door de inzet van de enthousiaste werkgroep “hoogbegaafdheid” en in het bijzonder ook de moeders die daarbij helpen. Leerlingenaantallen en formatie Onze school werd op 1 oktober 2013 (oktober-telling) bezocht door 347 leerlingen. Het leerlingenaantal laat al jaren een gestage stijging zien. Voor de aanstaande jaren verwachten we, op grond van gemeentelijke- en eigen prognose dat deze stijging zich doorzet. De formatie en aantal leerlingen Jaar 2011 – 2012 Aantal leerlingen (per 1 okt) 319 Aantal fte 19,3
2012 – 2013 322 20,4
2013 – 2014 347 21,2
De herkomst naar gemeente is per 1 oktober 2013 als volgt: Gemeente
Aantal leerlingen per 01-10-2013 328 15 3 1 347
Woudenberg Utrechtse Heuvelrug Soest Renswoude Totaal
Opbrengsten Zoals al eerder gezegd gaan we voor welbevinden en geloven we dat het gevolg zal zijn dat kinderen ook leren. De resultaten van onze school liggen dan ook op net niveau van wat er van ons verwacht wordt. Dit is een conclusie van de inspectie die de resultaten afzet tegen het gemiddelde niveau van de ouders van een school. Ook de vorderingen van de leerlingen op groepsniveau zijn goed. Cito eindtoets Jaar Aantal leerlingen Gemiddelde score Wartburg
2009-2010 33 537
2010-2011 37 534,3
2011-2012 41 533.9
2012-2013 33 536,3
Landelijke gemiddelde
534,9
535,2
535,1
534,7
Gegevens uitstroom 2009-2010
2010-2011
2011-2012
2012-2013
Jaar Aantal leerlingen
33
38
41
33
1 Havo/VWO 2 VMBO TL/GL 3 VMBO BB/KB 4 LWOO/PRO
21 8 3 1
19 7 11 1
15 13 10 3
19 10 2 2
Ouderbetrokkenheid Onze school hecht in grote mate aan de betrokkenheid van ouders bij het het onderwijs aan de kinderen. We hebben dan ook niet te klagen over de hulp die we van veel ouders krijgen. Wel is het zo dat we graag nog een stap verder willen. Daar zijn we in het achterliggende jaar mee bezig geweest. Wat we willen is dat ouders niet alleen helpen, maar juist meer betrokken zijn bij de
10
ontwikkeling van hun kind. We hebben gezocht naar mogelijkheden om dit verder uit te bouwen. Samen met een werkgroep hebben we geïnventariseerd hoe we dit op een goede manier gestalte kunnen geven. We hopen in de loop van het komend jaar met specifieke voorstellen te komen. 3.4
Personeel
Het team van de Wartburg is een hecht en fijn team, waarbij we dagelijks ervaren dat het fijn is om op deze manier in de school te werken. Uiteraard hebben we ook te maken met periodes van grote werkdruk, maar gelukkig doen we het werk met elkaar! In het afgelopen jaar hebben we wel te kampen gehad met een tweetal collega’s die afwezig zijn geweest in verband met een langdurige ziekte. Gelukkig hebben we het jaar kunnen afsluiten met een definitieve hersteldmelding! Jaar Percentage ziekteverzuim
2009-2010 1,58
2010-2011 1,58
2011-2012 3,42
2012-2013 5,6
Door de groei van het aantal leerlingen breidt ook het team van de Wartburg zich uit. Op dit moment hebben we 34 leerkrachten in dienst. In 2013 heeft geen ontslaguitkering plaatsgevonden. Indien uitkering bij ontslag plaats zal vinden, wordt de rechtmatigheid van de uitkering getoetst aan de kantonrechtersformule en de aan het onderwijs gerelateerde wet- en regelgeving. We hebben in het jaar 2013 veel aandacht besteed aan het creëren van een professionele leeromgeving. Dit jaar lag vooral de nadruk op het samen eenduidig hanteren van de met elkaar opgestelde leefregels, waarbij het zelfstandig werken van kinderen centraal staat. In de loop van het jaar zijn de regels gefaseerd ingevoerd.
3.5
Financiën en huisvesting
Financiën Zoals in de financiële paragraaf te lezen is hebben we het jaar met een positief resultaat afgesloten, waardoor de gewenste financiële doelstellingen zijn behaald. Het positieve resultaat wordt enerzijds behaald door conform de begroting te werken, anderzijds hebben we in 2013 extra gelden ontvangen in het kader van het herfstakkoord en het nationaal onderwijsakkoord. Huisvesting Het leerlingenaantal is dit jaar fors gegroeid. Dat heeft tot gevolg dat de school in een te klein gebouw is gehuisvest. De gemeente Woudenberg heeft inmiddels een integraal huisvestingsplan opgesteld. Dit plan zal in de loop van 2014 goedgekeurd worden.
11
Gelukkig heeft de gemeente al voor de zomervakantie 2 noodlokalen beschikbaar gesteld, waar we dankbaar gebruik van maken. Helaas is door de groei van de school het ruimtegebrek niet afgenomen. De zorg aan onze kinderen is een opdracht die we met liefde vervullen, maar dat heeft ook gevolgen voor de beschikbaarheid van ruimtes. Op dit moment hebben alle groepen wel een lokaal, maar vooral nevenruimtes om met kleine groepjes kinderen te werken komen we dagelijks te kort. We hebben wel goede moed dat het nieuwe huisvestingsplan van de gemeente daar verandering in zal aanbrengen. Inmiddels is namelijk door de gemeenteraad goedkeuring verleend voor de bouw van 5 lokalen! 3.6
Communicatie en relatie
De Wartburg participeert in verschillende samenwerkingsverbanden, waarvan de voornaamste het Weer Samen Naar School verband Ede is. Inmiddels is dit samenwerkingsverband gewijzigd in het landelijk samenwerkingsverband Berseba. De relatie met dit samenwerkingsverband en de daaraan gekoppelde scholen voor Speciaal Basisonderwijs is onveranderd goed. Door de Intern Begeleiders onderbouw worden regelmatig de werkconferenties bezocht. Verder participeert de Wartburg in het Vebakowosz-verband, een niet officieel netwerk van basisscholen uit de regio. Ongeveer 6 keer per jaar wordt een bijeenkomst belegd waar allerlei gemeenschappelijke zaken worden besproken en eventueel gezamenlijke acties worden ondernomen. De relatie met de Medezeggenschapsraad is goed. De vergaderingen worden door de directie bijgewoond en worden als constructief ervaren. Met de Woudenbergse basisscholen is er regelmatig overleg, meestal gecombineerd met het gemeentelijk overleg. De contacten met de andere scholen zijn zonder meer goed. We hechten grote waarde aan het communiceren met ouders en dan is een open houding van groot belang. We staan dan ook samen voor de opdracht om voor onze kinderen te zorgen. De communicatie verloopt vooral via persoonlijke formele en informele gesprekken, ouderavonden en contactavonden. Ook via email, nieuwsbrieven, Parnassys en website wordt veel informatie uitgewisseld. In het achterliggende jaar werden er geen klachten door ouders ingediend. 3.7
Kwaliteitszorg
Het is een blijft een aandachtspunt om het beleid wat uitgezet is ook te borgen voor langere tijd. We gebruiken daarvoor het instrument van de interne audits. In het afgelopen jaar hebben twee van deze audits gehouden, met name op het gebied van directe instructie en de afspraken rondom exemplarisch onderwijs. De resultaten van deze audits zijn geanalyseerd en in het team besproken. De audit directe instructie gaf aan dat nog niet in alle groepen een eenduidige manier van instructie werd gebruikt. Inmiddels is er een aanvulling op het schoolplan gemaakt en volgt het team een coachingtraject op het gebied van effectieve instructie. 3.8
Toekomst
We zijn bezig om onze ambitieuze plannen uit het schoolplan uit te werken. We hebben goede hoop dat we onze doelen ook zullen verwezenlijken. De school groeit en bloeit, conflicten zijn er niet. Het is dagelijks een waar genoegen om met onze kinderen, ouders en collega’s samen te werken. Dat is een groot goed waar we zuinig op moeten zijn. Hoe dan ook, er is er Eén die boven alles staat en tot op de dag van vandaag ons voorspoed heeft gegeven. Laten we dan ook vertrouwen op Hem, die al zo lang voor ons en onze kinderen zorgt!
12
4. Jaarverslag De Wittenberg 4.1
Algemeen
Kernopdracht en ambities In 2013 mocht het hele onderwijs worden gegeven, op grond van Gods Woord, gefundeerd en naar vermogen. De wisselingen in het team, in 2012, hebben zich in 2013 op dezelfde wijze ontwikkeld als de ervaringen waren tijdens dat jaar: goed, professioneel en in fijne harmonie. Met dit team hebben we iedere dag klaar gestaan om te doen wat van ons wordt gevraagd. De inzet is gegeven in het besef dat dit in alle gebrek van onze kant is geweest. Onze kernopdracht en ambities blijven leidend voor ons. Zij bieden ons het kader en de richting voor de dagelijkse praktijk. Enerzijds is deze dagelijkse praktijk stabiel: onze opdracht is en blijft basisonderwijs geven. Anderzijds is de dagelijkse praktijk in beweging en ontwikkeling. We hebben te maken met kinderen en leerkrachten, die ieder hun eigenheid hebben en waar we samen onze weg in zoeken. En we hebben te maken met de ontwikkelingen in ons land, die ook het onderwijs betreffen. Kernopdracht
Op De Wittenberg willen we: Gefundeerd, veilig en verantwoord onderwijs bieden om onze kinderen mede te vormen tot christelijke burgers.
Ambitie 1
Samenwerken met betrokken, zelfverantwoordelijke collega’s
Ambitie 2
Bevorderen van het welbevinden en de ontwikkeling van de kinderen naar hun vermogen
Ambitie 3
Waarmaken van het ontvangen vertrouwen van ouders, bestuur en andere betrokkenen
In aansluiting op het werken aan de realisatie van onze ambities blijft onze focus voor de toekomst voornamelijk gericht op: - aansluiten bij de onderwijsbehoeften van de kinderen, zodat zij naar vermogen kunnen en mogen ontwikkelen. Dit doen we door middel van observatie, analyse, bespreking en afstemming. Op deze wijze geven we als school invulling aan Passend Onderwijs en bereiden we ons verder op voor. - borgen en verdiepen van leerkrachtvaardigheden. De basisvaardigheden (pedagogisch klimaat en didactisch handelen) vragen om onderhoud. Bij verdieping gaat het voornamelijk over op goede wijze observeren, stimuleren van werkhouding en zelfstandigheid, goede aanbieding van de leerstof en afstemmen op de specifieke onderwijsbehoeften. De leerkracht doet ertoe! - een professionele cultuur is van belang om bovenstaande binnen de school te kunnen realiseren. Door te leren van en met elkaar op professionele wijze ontwikkelen we in het aansluiten bij de onderwijsbehoeften en verdiepen we onze leerkrachtvaardigheden. In de onderstaande paragrafen beschrijven hoe aan onze kernopdracht en ambities in het verslagjaar 2013 is gewerkt. 4.2
Identiteit
De identiteit is het bestaansrecht van onze school en Gods Woord en de Drie Formulieren vormen de basis van waaruit we op school ons werk doen. Tijdens de weekopeningen en –sluitingen beginnen en eindigen we de week met Gods Woord. In de eerste helft van 2013 stond de 10 geboden centraal tijdens deze openingen en sluitingen; inmiddels staat op eenvoudige wijze de geloofsleer centraal. De andere dagen van de week wordt er in iedere groep uit de Bijbel verteld. Daarnaast is er aandacht voor het leren van Psalmen en de Heidelbergse Catechismus.Wat een voorrecht dat we in vrijheid iedere dag Gods Woord open mag gaan op onze school voor alle kinderen. Halverwege 2013 is het bestuursjaarthema opgestart hoe identiteit een plaats krijgt in alle vakken. In januari 2014 heeft hiervoor een teambijeenkomst samen met het bestuur plaatsgevonden en is een
13
ouderavond met dit thema georganiseerd. Hier hopen we verder op in te gaan in het volgende verslagjaar. In 2012 zijn we onder leiding van ds. A. Schot begonnen met teambijeenkomsten rond de toepassing in het Bijbelverhaal. Dit heeft een vervolg gekregen in bijeenkomsten waarbij stil gestaan is bij het gebed, het genadeverbond en onze rol als identificatiefiguur. In 2014 zullen nog enkele bijeenkomsten plaatsvinden, geleid door deze predikant. Wat betreft seksuele vorming hebben we geconcludeerd dat in de eerste plaats een taak van ouders is. Toch hebben we er als school ook een rol in. In het voorjaar is hierover een vragenlijst uitgezet en er heeft een ouderavond over dit onderwerp plaatsgevonden. Via de maandkrant en de informatieavond aan het begin van het nieuwe schooljaar zijn de ouders geïnformeerd over de wijze waarop we aan de slag gaan met seksuele vorming. We hebben ervoor gekozen de methode ‘Wonderlijk gemaakt’ te gebruiken, zij het dat we deze hier en daar aangepast naar onze situatie. Bij deze methode hoort ook een ouderbrochure, welke aan het einde van het jaar aan alle ouders is verstrekt. Inmiddels (2014) zijn de eerste lessen daadwerkelijk gegeven. Het door de VGS opgestelde identiteitsprofiel wordt gehanteerd bij de aanmelding van leerlingen en bij benoeming van leerkrachten. Het profiel heeft ook een plaats in de jaarlijkse gesprekkencyclus. De kerkelijke achtergrond van de gezinnen per 1 oktober 2013 is weergegeven in navolgende tabel. In vergelijking met voorgaande jaren blijft de kerkelijke achtergrond nagenoeg gelijk.
Per gezindte
4.3
Aantal
Proc.
Gereformeerde Gemeente
251
64,4 %
Gereformeerde Gemeente in Nederland
64
16,4 %
Oud Gereformeerde Gemeente
32
8,2 %
Hersteld Hervormde Kerk
21
5,4 %
Protestantse Kerk Nederland
9
2,3 %
Christelijk Gereformeerde Kerk
10
2,6 %
Overig
3
0,8 %
390
100,0 %
Onderwijs
Schoolklimaat Iedere dag werken we aan een goed schoolklimaat, omdat welbevinden van kinderen en leerkrachten een basis is voor een goede ontwikkeling. Schoolklimaat vraagt om voortdurende investering en kent haar ups en downs, omdat we met mensen hebben te maken en in groepsverband zijn en daarbij vinden allerlei interacties plaats. Steeds is het onze intentie daar de goede weg in te zoeken en te volgen. Schoolklimaat wordt ervaren. Daarnaast observeren we het jaarlijks door middel van ZIEN!, twee keer per jaar wordt er een sociogram afgenomen, is er minimaal eens per jaar met ieder kind een kindgesprek (is vorig jaar uitgeprobeerd en dit jaar worden deze gesprekjes met alle kinderen gevoerd), wordt er gewerkt met de methode ‘Kinderen en hun sociale talenten’, is er een groepsplan waarin de sociaal-emotionele ontwikkeling wordt meegenomen, functioneert er een pestprotocol en is er tijdig contact als er zorgen zijn rondom het welbevinden van het kind. Wat betreft het sociogram bezinnen we ons erop hoe we hier meer uit kunnen halen voor de dagelijkse praktijk. Uiteraard streeft iedere leerkracht er naar zijn of haar pedagogische kwaliteiten zo goed mogelijk in te zetten.
14
Passend Onderwijs - ondersteuningsprofiel De wetgeving rond Passend Onderwijs gaat in per 1 augustus 2014. Als school streven we er voortdurend naar om Passend Onderwijs te bieden. Dan bedoelen we dat we zoveel mogelijk proberen af te stemmen op de onderwijsbehoeften van de kinderen, binnen de mogelijkheden die er voor een reguliere basisschool zijn. In het kader van Passend Onderwijs stelt iedere school een ondersteuningsprofiel op. Een eerste versie is vastgesteld als basisdocument. Inmiddels wordt gewerkt aan actualisering van dit profiel en deze moet voor 1 mei 2014 worden vastgesteld. Vervolgens zal er jaarlijks een update gemaakt worden. Naast de beschrijving van het onderwijsconcept worden in het ondersteuningsprofiel kengetallen rondom de leerlingenpopulatie, leerlingenstromen, ondersteuningszwaarte (rond leren, gedrag, lichamelijk e.d.), deskundigheden in- en extern, fysieke en organisatorische voorzieningen, personele inzet, opbrengsten en financiën genoemd. Vervolgens is de basiskwaliteit gewaardeerd en is beschreven welke preventieve en licht curatieve ondersteuning geboden kan worden en welke extra ondersteuning. Op basis van al deze gegevens moeten conclusies worden getrokken en ambities worden geformuleerd. Zorg en differentiatie De zorgstructuur en uitvoering hiervan in de praktijk is voortdurend in ontwikkeling. Het handelingsgericht werken maken we ons steeds meer eigen. De groepsbesprekingen, die drie keer per jaar worden gehouden tussen de intern begeleider en de groepsleerkracht zijn hierin belangrijke besprekingen. Hieruit volgen acties en afspraken. Deze worden beschreven in het groepsplan. Dit groepsplan is voor de leerkracht leidend in de periode tussen twee groepsbesprekingen. Het groepsplan beschrijft wat er op het gebied van de hoofdvakken en de sociaal-emotionele ontwikkeling moet gebeuren en wat past bij het niveau van het desbetreffende kind. Beschreven staat wat er binnen de groep plaats kan vinden. In een projectgroep wordt nagedacht over hoe het groepsplan en de groepsbesprekingen nog beter ingezet kunnen worden om ‘ontwikkeling, gefundeerd en naar vermogen’ te realiseren en om de administratieve last binnen de perken te houden. Als de specifieke onderwijsbehoeften groter zijn dan wat binnen de groep geboden kan worden, dan is er voor de leerlingen van de groepen 4 – 6 de gelegenheid om van de differentiatiegroep gebruik te maken. Binnen de groepen 1 – 2 worden deze vragen vooral binnen de deelkring opgevangen. In groep 3 is de eerste helft grotendeels klassikaal en in de tweede helft zoekt de leerkracht naar de mogelijkheden binnen de groep of is er assistentie door de onderwijsassistente. Dezelfde werkwijze wordt voor de kinderen in de groepen 7 – 8 toegepast. Ook kan het gebeuren dat de kinderen uit die groepen voor bv. rekenen dit vakgebied in een groep lager volgen. Aandachtspunt is een goed traject voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften, waarbij het zoeken is naar de juiste onderwijsbehoeften van dit kind. Om dit te ondervangen, zetten we Handelingsgerichte Proces Diagnostiek (HGPD) in. In deze werkwijze worden steeds de mogelijkheden en belemmeringen van het kind, in samenspraak met de ouders, leerkracht, intern begeleider en extern deskundige in kaart gebracht om met elkaar een goede lijn te volgen in de juiste benadering van het kind. De differentiatiegroep is een intern onderwijsarrangement wat we als basisschool bieden voor onze kinderen, zodat zij zo optimaal mogelijk kunnen ontwikkelen binnen onze school. Naast de aandacht voor de kinderen die extra begeleiding nodig hebben omdat ze (veel) moeite hebben met bepaalde vak- en ontwikkelingsgebieden, is er binnen de differentiatiegroep ook een aanbod voor kinderen (van de groepen 6 – 8) die meerbegaafd zijn. Om goed in kaart te brengen welke kinderen mogelijk meerbegaafd zijn, maken we gebruik van het Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid (DHH) in de groepen 1 en 5. Als voor een kind dit instrument ingezet gaat worden, worden de ouders hierover geïnformeerd en bij betrokken. Naast de differentiatiegroep als intern onderwijsarrangement wordt er ook intern een SOVA-training (sociale vaardigheden) gegeven. Deze voorziet in een behoefte bij kinderen en wordt door ouders gewaardeerd. Daarnaast worden er dyslexiebehandelingen op locatie gegeven alsook logopedie.
15
Aantal leerlingen met leerlinggebonden financiering (‘rugzak’): Jaar 2009 – 2010 2010 – 2011 2011-2012 Aantal lln cluster 1 Aantal lln cluster 2 Aantal lln cluster 3 2 2 2 Aantal lln cluster 4 2 TOTAAL aantal lln rugzak 2 2 4
2012-2013
2 1 3
In onderstaande tabel geven we weer hoeveel leerlingen in de afgelopen schooljaren zijn verwezen naar het Speciaal Basis Onderwijs (SBO). Het landelijk afgesproken streefpercentage is het aantal verwijzingen te houden onder de 2%. Jaar
2009-2010 2010-2011 2011-2012 2012-2013
Aantal leerlingen Totaal 349 362 373 375
Aantal leerlingen sbo 2 1 3 3
%
0,57 0,27 0,80 0,80
Schoolontwikkeling Vorming van kinderen is heel belangrijk. Vandaar dat we in de afgelopen jaren aandacht hebben besteed aan gewetensvorming, seksuele vorming, burgerschap en media-opvoeding. Gewetensvorming is iets wat iedere dag plaatsvindt en waarin vooral de Bijbelverhalen, maar ook onze dagelijkse omgang met elkaar, van belang zijn. Zoals u hierboven heeft kunnen lezen hanteren we voor seksuele vorming inmiddels een methode. Burgerschap is geïntegreerd in alle vakgebieden. Voor mediaopvoeding hebben we eigen leerlijn, samengesteld uit diverse bronnen. We volgen met belangstelling de uitkomsten van het lectoraat Nieuwe Media o.l.v. dr. S.M. de Bruijn. En tevens zien we uit naar een methode die in ontwikkeling is rond mediaopvoeding: News-2-Learn. Engels is een speerpunt, ook op onze school. De methode My Name is Tom wordt gebruikt in de groepen 1 – 4; voor de groepen 5 – 8 zijn naast de methode Your Own English aanvullende materialen ontwikkeld. We bezinnen ons op het vervangen van deze methode in de bovenbouw. Schoolbreed functioneert inmiddels de leerlijn voor Engels en nu deze leerlijn klaar is en we bezig zijn met het zoeken naar een goede methode voor de bovenbouw, werken leerkrachten aan hun eigen vaardigheden rond Engels. Deze acties vinden we zelf als school van belang en doen we ook, samen met andere basisscholen in de regio, in samenspraak met het Van Lodensteincollege. We doen ons best op deze wijze te werken aan de juiste startkwalificatie voor onze leerlingen richting het voortgezet onderwijs. Naast vak- en vormingsgebieden is ook de werkhouding van kinderen en hun taakgerichtheid van belang. Door een bepaalde aanpak, Slimme Tim door ons genoemd, leren kinderen zichzelf een aantal vragen te stellen voorafgaand, tijdens en na hun werk. In de groepen 1 – 6 lijkt deze werkwijze aan te slaan. In de bovenbouw hanteren we dit ook, maar loopt het nog niet naar tevredenheid. Hoe dit op te pakken is momenteel punt van bespreking. Naast bovengenoemde zaken uit onze schoolontwikkeling worden er scholingen gevolgd door leerkrachten rondom differentiatie, omgaan met gedrag, rekenen, spelling etc. Steeds proberen we scholingen te volgen waar in de praktijk behoefte aan is en de ‘leerervaringen’ te borgen voor ons dagelijks onderwijs. Leerlingenaantallen en formatie Onze school werd op 1 oktober 2013 (oktober-telling) bezocht door 390 leerlingen. Het leerlingenaantal laat al sinds 1 oktober 2009 een stijging zien. Voor de aanstaande jaren verwachten we, op grond van gemeentelijke- en eigen prognose dat deze stijging zich doorzet. Inmiddels is op
16
e
basis van de leerlingen door de gemeente de 16 groep toegekend. Deze groep is overigens al gerealiseerd bij de bouw van de school. De formatie en aantal leerlingen Jaar Aantal leerlingen (per 1 okt) Aantal fte Aantal medewerkers Aantal medew uit dienst Aantal nieuwe medewerkers
2010 – 2011 362 20,7 32 3 1
2011 – 2012 373 21,4 31 4 3
2012 – 2013 375 21,4 30 7 7
2013 – 2014 390 22,7 33 0 3
De herkomst naar gemeente is per 1 oktober 2013 als volgt. De aantallen per gemeente blijven nagenoeg gelijk.
Gemeente Leusden Renswoude Scherpenzeel Utrechtse Heuvelrug Woudenberg Barneveld Totaal
Aantal leerlingen per 01-10-2013 7 32 290 26 22 4 390
Opbrengsten De onderwijsopbrengsten staan volop in de belangstelling. Als school willen we ook graag weten of ons onderwijs er toe doet en wat het er toe doet. We willen hier uiteraard op een gezonde en evenwichtige wijze mee omgaan. We streven naar optimalisatie, passend bij het vermogen van de kinderen. Daarbij is van belang de totale ontwikkeling van het kind voor ogen te houden. In dit verband spreken we van opbrengstbewust onderwijs (i.p.v. opbrengstgericht onderwijs). Er wordt een scholing gevolgd om zo goed mogelijk leiding te geven aan het proces van opbrengstbewust onderwijs geven. Deze scholing is onder andere gebaseerd op hetgeen de overheid heeft omschreven in het bestuursakkoord. Dit bestuursakkoord is opbrengstgericht; we werken de gevraagde aspecten uit vanuit onze zienswijze opbrengstbewust te willen zijn. Een aantal aspecten hieruit noemen we hierbij en wat de stand van zaken (cursief weergegeven) bij ons op school is. Een aantal zijn gelijk aan het vorige verslag, omdat dit ons standaardwerkwijze is, aandachtspunten zijn verder ontwikkeld. -
-
-
Er zijn meetbare doelstellingen geformuleerd gericht op de leeropbrengsten taal en rekenen. De doelstellingen zijn inmiddels geformuleerd. We zijn ermee begonnen om de opbrengsten naast deze doelstellingen te leggen. Het zal enkele jaren nodig hebben om ons dit goed eigen te maken. De tussentijdse- en eindopbrengsten zijn op schoolniveau tot en met 2012 – 2013 steeds naar verwachting. Scholen werken opbrengstgericht. We zijn ons ervan bewust dat we ons onderwijs geven aan de kinderen, tot hun ontwikkeling en naar hun vermogen. Vanuit die basishouding zijn we bewust bezig met onze opbrengsten. Zoals eerder aangegeven willen we hier op evenwichtige wijze mee omgaan. Het gaat niet om het getal, maar om de brede ontwikkeling, zowel qua identiteit, als sociaal-emotioneel als cognitief. Parallelcollega’s stemmen onderling af over de opbrengsten, tijdens de groepsbesprekingen met de intern begeleider worden ze besproken en tijdens teambijeenkomsten bespreken we ze met elkaar, analyseren deze, trekken conclusies en streven we ernaar ons onderwijs erop aan te passen. Tijdens het inspectiebezoek werd aangegeven dat de school niet jaarlijks de resultaten van de leerlingen evalueert. We evalueren wel op groeps- en bouwniveau, maar nog niet schoolbreed. Dit is een aandachtspunt. Scholen bieden maatwerk voor excellente leerlingen, waaronder hoogbegaafde leerlingen.
17
Op onze school spreken we van meerbegaafdheid i.p.v. hoogbegaafdheid. Voor een aantal kinderen in de groepen 6 – 8 is er een aanbod voor meer/hoogbegaafdheid (binnen de groep en in de differentiatiegroep). o Zeker vanaf groep 4 wordt er via de groepsplannen gedifferentieerd voor rekenen, spelling, (begrijpend) lezen voor meerbegaafden. o Het Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid (DHH) wordt ingezet om te bepalen welke kinderen meer-/hoogbegaafd zijn. Er zijn geen onderpresterende scholen meer. We zijn als school geen onderpresterende school. Scholen stimuleren ouders om thuis activiteiten te ondernemen die bijdragen aan leerprestaties. Waar nodig wordt er huiswerk meegegeven. In de groepen 3 werkt dit goed ter bevordering van het leesproces. Vanaf groep 4 wordt er huiswerk meegegeven in de vorm van spellingwoordjes. Vanaf groep 6 worden zaakvakken thuis geleerd en waar nodig gemaakt. Ouders worden betrokken bij het lezen op school in de groepen 3 – 6. Verder zijn we terughoudend in thuisactiviteiten: kinderen hebben het (ook) nodig kind te mogen zijn. De bekwaamheid van de leraren in het afstemmen van het onderwijs op verschillen binnen de klas is op orde. Er worden groepsplannen opgesteld en voor diverse leerkrachten is dit een dagelijkse leidraad; binnen het groepsplan wordt er gedifferentieerd op drie of vier niveaus. Daarnaast is er binnen de school een differentiatiegroep waarbij er aandacht is voor de kinderen die moeite hebben met één van de drie genoemde niveaus. Bij de instructie wordt het DI-model (directe instructiemodel) toegepast. Zoals eerder geschreven denkt een projectgroep na over hoe leraren meer af kunnen stemmen op verschillen binnen de klas en hoe daarbij het groepsplan leidraad kan zijn. Tijdens het inspectiebezoek hebben de inspecteurs opgemerkt dat er volgens hen meer afgestemd kan worden. In onze zienswijze hebben we aangegeven het hier niet mee eens te zijn, omdat juist door het werken met groepsplannen afgestemd wordt op de verschillende niveaus, zeker bij het vakgebied rekenen en lezen; voor taal is het wat lastiger. De bekwaamheid van de leraren met betrekking tot opbrengstgericht werken is op orde. o De leerkrachtvaardigheden zijn op orde, zowel pedagogisch als didactisch. Dit blijft altijd een aandachtspunt omdat de ene leerkracht meer pedagoog is en de ander meer didacticus en de ene groep meer behoefte aan een pedagoog en de andere groep meer behoefte aan een didacticus. o Het reflecteren op de opbrengsten vanuit de vraag: ‘wat betekent dit voor mij en wat kan ik hierin betekenen’, het analyseren en het aanpassen van het handelen heeft steeds de aandacht als er opbrengsten bekend zijn en er weer aan nieuwe stof gewerkt gaat worden. Alle leraren onderhouden hun bekwaamheden systematisch en worden gestimuleerd zich te registreren. Leraren werken systematisch aan hun bekwaamheden en er is een intensieve gesprekkencyclus waar dit steeds aan de orde komt. Stimulans voor registratie is (nog) niet aan de orde. Vanuit de overheid lijkt hier wel een verplichting voor te gaan ontstaan. Scholen voeren een goed en effectief HRM-beleid (‘personeelsbeleid’). Er is een goede gesprekkencyclus en goede begeleiding. Verbetering begeleiding en ondersteuning van beginnende leraren. Er is een gedegen en intensief begeleidings- en ondersteuningsplan voor beginnende leraren, wat als positief wordt ervaren. Als school doen we mee met de ‘werkplaatsen’ voor zowel e startende leerkrachten als leerkrachten die voor het 2 jaar werken om hen zo nog beter te begeleiden aan het begin van hun onderwijsloopbaan. o o
-
-
-
-
-
Mede naar aanleiding van deze scholing maken we jaarlijks aan de hand van klassenbezoeken, met behulp van een kijklijst, een ‘teamfoto’ zodat we scherp hebben wat goed gaat en wat we kunnen doorontwikkelen.
18
In de onderstaande tabel geven we de resultaten van de Cito Eindtoets weer. Jaar 2009-2010 2010 – 2011 2011 – 2012
2012 – 2013
Aantal leerlingen 33 Gemiddelde score Wittenberg 537,4
37 535,2
46 535,9
42 534,9
Landelijke gemiddelde
535,2
535,1
534,7
534,9
We zijn tevreden over de opbrengsten. Dat de score in 2012 – 2013 lager zou zijn dan in het voorgaande jaar, was verwacht op grond van de opbrengsten in voorgaande jaren. Jaarlijks verzamelt de inspectie een flink aantal (toets)gegevens van de school. Op internet wordt vervolgens een beoordeling geplaatst. Onze school in februari 2013 door de inspectie bezocht met een vierjaarlijks schoolbezoek. Op de website van de inspectie staat de volgende samenvatting: ‘Basisschool De Wittenberg heeft het vertrouwen van de inspectie van het onderwijs. Er vindt in principe voor de periode van een jaar geen verder toezicht plaats. De inspectie heeft geen aanwijzingen dat er belangrijke tekortkomingen zijn in de kwaliteit van het onderwijs.’ Wat door de inspectie is aangemerkt dat goed gaat, dat willen we graag vasthouden en we werken aan de aandachtspunten. De uitstroom van geweest: Advies VMBO-BB-KB VMBO-GL-TL Havo VWO VWO-TTO Aantal lln 4.4
de leerlingen naar het vervolgonderwijs is in de afgelopen jaren als volgt geweest 2009-2010 2 12 13 2 4 33
2010 – 2011 13 4 16 0 4 37
2011 – 2012 8 19 12 3 4 46
2012 – 2013 11 13 9 6 3 42
Personeel
In januari 2013 is de welzijnsenquête uitgezet. De uitslag hiervan mogen we zeer positief noemen. De enquête die we uit hebben laten voeren wordt op 55 scholen uitgezet en deze hebben we vier jaar geleden ook uitgevoerd. Hieronder de uitslag berekend in cijfers.
Onderwerp/thema Onderlinge verhoudingen Samenwerking Organisatie Werkplek/omgeving Taken Werkdruk Gemiddeld
Cijfer in 2012/2013 (Wittenberg) 8,6 8,5 8,4 8,8 8,4 7,5 8,4
Cijfer in 2012/2013 (groep van 55 scholen) 7,6 7,0 7,6 7,4 7,3 7,2 7,4
Cijfer in 2008/2009 (Wittenberg) 7,6 8,1 7,9 8,2 7,6 Niet gemeten 7,9
Uit de enquête blijkt duidelijk het effect van alle ‘investeringen’ in de teamcultuur en –structuur in de afgelopen jaren. Deze ‘investeringen’ zijn, in zoverre mogelijk, vastgelegd in een borgingsdocument en regelmatig staan er onderdelen geagendeerd tijdens vergaderingen en teambijeenkomsten. Hoewel de werkdruk gescoord wordt boven het gemiddelde van de scholengroep, is dit wel een voortdurend aandachtspunt. De inzet van het personeel is groot en wat er van hen en van de school wordt verwacht, lijkt alleen maar toe te nemen. We zijn aan het nadenken hoe we dit goed in balans kunnen houden.
19
Het profiel medewerker is leidraad bij benoemingen en tijdens de begeleiding en gesprekkencyclus. Op deze wijze werken we er samen aan een team te zijn dat werkt aan onze kernopdracht en ambities en de schoolontwikkeling. We leren veel van en met elkaar door maatjesoverleg, video-opnames, intervisie, afstemming, teamscholingen en leer-/werkbijeenkomsten. Personeelsbeleid Personeelsbeleid in de zin van professionalisering, persoonlijke ontwikkeling en gesprekkencyclus heeft een belangrijke plaats in onze school. De gesprekkencyclus wordt gehanteerd en het vakbekwaamheiddossier wordt bijgehouden. Functiebeschrijvingen en taakomschrijvingen zijn basis voor persoonlijke ontwikkeling binnen de kaders van de schoolontwikkeling. Het personeelsbeleid koppelen we in de praktijk aan kwaliteitszorg, schoolontwikkeling en vakbekwaamheden om zo integraal mogelijk te werken. Verder krijgen de lopende zaken die bij het personeelsbeleid van belang zijn de nodige zorg en aandacht. Komen en gaan Juf A. Nieuwenhuis heeft in 2013 afscheid genomen, hoewel ze officieel al in 2012 is gestopt met haar leerkrachttaken. Ze heeft nog enige tijd de voorleesochtenden gedaan en daar is ze als vrijwilliger (achter de schermen) nog steeds bij betrokken. Verder is bij enkele leerkrachten de benoemingsomvang gewijzigd. Dit had consequenties voor de functie van intern begeleider en onderwijsassistent en deels voor een groepsleerkracht. In deze vacatures kon worden voorzien. Met ingang van 2013 – 2014 is mevr. F. Treur intern begeleider, mevr. J.G. Hazeleger onderwijsassistent en mevr. W. van Woudenberg groepsleerkracht. Ziekte Juf B.A. van Garderen mocht weer in zoverre opknappen dat ze vanaf juni 2013 naar een structurele inzet voor twee dagen per week kon. Helaas is ze kort daarna weer ziek geworden, maar sinds het begin van dit schooljaar kon ze toch de draad weer oppakken. Omdat haar opbouw tijd nodig heeft en ze in een andere bouw gaat werken, is er een langere tijd uitgetrokken voor haar re-integratie. Aan het einde van het kalenderjaar zijn juf Van de Pol en juf Van de Vliert ziek geworden. Juf van de Pol is inmiddels aan het re-integreren en juf Van de Vliert gaat hier mee beginnen. Personeelsinformatie Voor het aantal medewerkers en het aantal formatie-eenheden (fte’s) verwijzen u naar de tabel waarin ook de leerlingenaantallen vermeld staan. Hierbij de ziekteverzuimcijfers in de afgelopen jaren. Jaar Percentage ziekteverzuim Landelijk ziekteverzuim
2009-2010 6,6 6,2
2010 - 2011 4,5 6,2
2011 – 2012 4,5 6,2
2012 – 2013 1,96 6,2
Interne organisatiestructuur Gelet op onze schoolgrootte past bij onze organisatie een managementteam van drie personen: directeur, teamleider onderbouw (groep 1 – 4) en teamleider bovenbouw (groep 5 – 8). Met ingang van 1 augustus is deze wijziging doorgevoerd. Mevr. S. Mulder is teamleider voor de groepen 1 – 4 en juf G. Rietveld is dit voor de groepen 5 – 8. Uitkering bij ontslag In 2013 heeft geen ontslaguitkering plaatsgevonden. Indien uitkering bij ontslag plaats zal vinden, wordt de rechtmatigheid van de uitkering getoetst aan de kantonrechtersformule en de aan het onderwijs gerelateerde wet- en regelgeving.
20
4.5
Financiën en huisvesting
Financiën Hierover biedt het financiële jaarverslag meer informatie. Het kalenderjaar 2013 is fors positief afgesloten, mede door forse bijdragen vanuit de overheid eind 2013. Dit betekent dat we financieel weer helemaal gezond zijn en biedt ons ruimte voor investeringen in o.a. digiborden die medio 2014 geplaatst zullen worden. In 2014 zullen we nadenken over hoe we onze financiën zo goed mogelijk ten dienste van het onderwijs op onze school in kunnen zetten. De middelen die via de prestatiebox zijn binnengekomen (ongeveer € 34.000,-) zijn ingezet voor professionaliseringsruimte voor leerkrachten (volgen van werkplaatsen en andere scholingen) en door extra inzet van formatie. Activiteiten in het kader van hierboven beschreven bestuursakkoord waren mede mogelijk door de middelen via de prestatiebox. Huisvesting e Zoals al eerder gemeld is de 16 groep toegekend en met ingang van het schooljaar 2014 – 2015 zullen we ook daadwerkelijk met 16 groepen aan de slag gaan. Dat betekent dat de groepsruimte die tot nog toe werd gebruikt voor de voorleesochtenden en groep 1c niet meer beschikbaar is. We zoeken hiervoor een passende oplossing op korte termijn. Omdat we inmiddels, op basis van de leerlingenprognoses, een aanvraag hebben gedaan met e e uitbreiding van het aantal vierkante meters om een 17 en 18 groep te kunnen realiseren, willen we met een structurele uitbreiding van het schoolgebouw wachten totdat hier meer duidelijkheid over is. Omdat het buitenonderhoud van gemeente naar scholen wordt overgeheveld en ons meerjarenonderhoudsplan inmiddels gedateerd is, zal er een nieuw meerjarenonderhoudsplan opgesteld worden, passend bij de wetgeving met ingang van 2015. 4.6
Communicatie en relatie
Samenwerking Wat betreft samenwerking met andere basisscholen zijn er samenwerkingscontacten binnen het samenwerkingsverband Weer Samen naar School met reformatorische basisscholen rondom Ede. In verband met Passend Onderwijs is er in 2013 een landelijk samenwerkingsverband voor reformatorische basisscholen opgericht, Berseba geheten. In verband met de omvang van dit verband blijven er vier regio’s. De nieuwe regio Ede zal een samenvoeging zijn van ongeveer 30 scholen van het reformatorisch verband, ongeveer 10 scholen van het FVCS (een landelijk samenwerkingsverband, gelieerd aan VBSO/KOC) en enkele Scholen met de Bijbel. Er is er een goed functionerend directie-overleg (VeBaKoWoSZ geheten) van reformatorische basisscholen uit Achterberg, Barneveld, Doorn, Ede, Kootwijkerbroek, Veenendaal, Woudenberg en Zeist. We zijn actief betrokken bij dit Vebakowosz-overleg. De activiteiten bestaan uit vergaderingen, uitwisseling, afstemming en gezamenlijk organiseren van scholing en professionalisering. Gezamenlijk worden ondermeer de ‘werkplaatsen’ uitgevoerd. Gemeente Er zijn goede en functionele contacten met de gemeente Scherpenzeel. We participeren in Jeugd en Onderwijs Scherpenzeel (JOS). JOS is een netwerk van voorzieningen op het gebied van onderwijs, opvang, opvoeding, zorg, (sociale) veiligheid, welzijn en recreatie, dat door een geïntegreerde en thematische aanpak optimale ontwikkelings- en ontplooiingskansen wil bieden aan kinderen van 0 – 14 jaar in hun leefomgeving. Er wordt op respectvolle wijze ruimte geboden aan de identiteit en eigenheid van individuen en organisaties. In het kader van de wet OKE, waarin staat dat er 100% bereik moet zijn van kinderen met een taalachterstand in de voor- en vroegschoolse, is er door de gemeente samen met peuterspeelzalen en onze school gezocht naar mogelijkheden om hieraan te gaan voldoen. Als school organiseren we voorleesochtenden voor de kinderen in de leeftijd van 2,5 – 4 jaar volgens de gezinsgerichte benadering. Moeder (of vader) en kind komen samen één ochtend in de maand naar school. Tijdens deze ochtend wordt er van alles in het kader van de ontwikkeling gedaan en
21
kunnen er prentenboeken worden geleend. Aan het einde van de ochtend ontvangt iedereen een themaboekje met daarin allerlei handreikingen om in de a.s. periode samen met het kind te doen. De voorleesochtenden zijn positief ontvangen en voorzien in een behoefte. In overleg met gemeente en consultatiebureau zoeken we ernaar hoe we zo goed mogelijk de doelgroepleerlingen kunnen bereiken. Plan Zuid, het terrein achter de school, is volop in ontwikkeling. Er is regelmatig goed overleg met de gemeente over de plaats van de school hierin en dan met name de verkeersveiligheid en het brengen en halen van de kinderen. Ook zal er wat grondruil plaatsvinden om zo ruimtes zo goed mogelijk te kunnen gebruiken. Ouders en contacten Goede contacten met ouders zijn en blijven voor ons heel belangrijk. Gelukkig kunnen we in het algemeen zeggen dat de contacten goed zijn. Naast de persoonlijke contacten waarin het direct over de kinderen gaat, zijn er verschillende contactavonden en een voorlichtingsavond geweest. Er zijn gesprekken met de ouders van groep 8 geweest naar aanleiding van hun schoolervaringen, die wederzijds positief zijn ontvangen. In 2014 zal de vierjaarlijkse oudertevredenheidspeiling worden uitgevoerd. Er wordt veel vrijwilligerswerk gedaan voor en op school, waarvoor onze grote waardering. Zonder al deze extra ‘handen en hoofden’ zou het reilen en zeilen in en rondom de school niet zo verlopen, zoals het nu mag gaan. Via ons Wittenbergcontact (meestal in de vorm van een maandkrant), groepnieuwsbrieven en website informeren we de ouders en andere belangstellenden zo goed mogelijk over de dagelijkse praktijk en allerlei schoolontwikkelingen. In het verslagjaar zijn er geen klachten binnengekomen. Er is op positieve en constructieve wijze samengewerkt met de medezeggenschapsraad en de werkcommissie. Het is onze wens dat de samenwerking in de toekomst zo mag blijven. 4.7
Kwaliteitszorg
Binnen de school is de kwaliteitszorg goed op orde. Veel van wat gezamenlijk is besproken en afgesproken staat op papier en wordt in praktijk gebracht. Er is een duidelijke doorgaande lijn zichtbaar, wat door de inspectie ook hoog gewaardeerd is. Al enkele jaren volgen we de ontwikkelingen rond Integraal, een programma om de kwaliteitszorg mee te ondersteunen. Omdat dit programma niet zo snel tot ontwikkeling is gekomen als verwacht, hebben we een pas op de plaats gemaakt, wat gelukkig ook kan omdat de kwaliteitszorg in de praktijk goed verloopt. Zodra het programma ons genoeg kan bieden, zullen we het in gaan zetten t.b.v. kwaliteitszorg. 4.8
Toekomst
Als we aan het slot van dit jaarverslag komen, past ons erkentelijkheid dat de Heere heeft gegeven dat we – in alle gebrek van onze kant – christelijk onderwijs, gegrond op Zijn Woord, hebben mogen geven. En dat we dit als team dagelijks in goede onderlinge harmonie hebben mogen doen. Wat een voorrecht: Zijn Woord mag dagelijks opengaan. Wat een onderscheid: Zovelen in ons land en daarbuiten moeten dit missen. Wat een verantwoordelijkheid: Wat doen we met dit alles? Waar brengt het ons? De Heere schenke ons het besef van het voorrecht en de verantwoordelijkheid en geve dat we zo iedere dag, ieder vanuit eigen verantwoordelijkheid, het onderwijs mogen opdragen aan Hem. Boven alles is onze wens dat Hij Zijn onmisbare zegen wil geven over het onderwijs en Zijn Naam nog wil voortplanten ‘van kind tot kind’, ook op onze school.
22
5. Financieel jaarverslag vereniging (inclusief scholen) 5.1
Analyse van het nettoresultaat Realisatie 2013 (A) x € 1.000
Begroting 2013 (B) x € 1.000
Baten (B1) Rijksbijdragen (B2) Overige overheidsbijdragen (B3) Overige baten
2.921 235 114
2.706 28 83
215 207 31
Totaal baten
3.270
2.817
453
Lasten (L1) Personele lasten (L2) Afschrijvingen (L3) Huisvestingslasten (L4) Overige instellingslasten
2.223 64 107 293
2.327 69 94 224
-104 -5 13 69
Totaal lasten
2.687
2.714
-27
583
103
480
7
3
4
Nettoresultaat
590
105
485
Onderliggend resultaat
447
105
342
Saldo baten en lasten (R1) Saldo fin. baten en lasten
[ A -/- B ]
Het verslagjaar 2013 werd gekenmerkt door een fors positief nettoresultaat, namelijk 590.000 euro. Dit is voor circa 143.500 euro het gevolg van de onverwachte uitbetaling van extra middelen die voortvloeiden uit het politieke herfstakkoord en nationaal onderwijsakkoord (vallend onder de rijksbijdragen B1). Dit geld vind z’n oorsprong in de overheveling van middelen vanuit het gemeentefonds en het vrijmaken van extra gelden voor een investering in het onderwijs. Een deel van deze middelen is beschikbaar gesteld om (jonge) leerkrachten in dienst te houden. Deze baten zijn in december uitbetaald, maar hebben betrekking op het jaar 2014. Vandaar dat in bovenstaand overzicht ook het onderliggende resultaat vermeld wordt. Te zien is dat buiten deze extra middelen om het resultaat nog circa 342.000 euro hoger uitkwam dan begroot. Hier zijn nog twee belangrijke incidentele oorzaken voor aan te wijzen. Ten eerste werd er een gemeentelijke vergoeding van 204.000 euro ontvangen omdat ‘de Wittenberg’ gezien het e leerlingaantal recht kreeg op een 16 lokaal. Daar dit lokaal al aanwezig is en destijds uit eigen middelen gefinancierd is, zijn de baten in het resultaat terecht gekomen. Ten tweede is er onverwachts een grote vrijval vanuit de voorziening gedifferentieerde WGA premie gerealiseerd van 102.739 euro. Dit vanwege een aangepast premiestelsel voor de werkhervattingskas vanaf 2014, wat gevolgen heeft voor de berekeningswijze van de voorziening. Wanneer deze twee incidentele factoren nog buiten beschouwing gelaten worden, ontstaat er een operationeel resultaat van 140.000 euro (circa 35.000 euro hoger begroot). De verdere belangrijkste afwijkingen op de begroting worden hieronder toegelicht. Naast de bovengenoemde extra middelen vanuit gesloten akkoorden, kwamen de rijksbijdragen (B1) hoger uit vanwege extra baten vanuit leerlinggebonden financiering (14.000 euro), een gerealiseerde materiële groeisubsidie (16.500 euro) en aanvullende middelen voor professionalisering van de schoolleider (8.400 euro). Ook de personele lumpsum viel circa 18.000 euro hoger uit, met name
23
vanwege extra tussentijdse groeitellingen. Vanuit de lerarenbeurs werd ruim 14.000 euro ontvangen. Dit om de vervanging in verband met studieverlof te kunnen bekostigen. De overige baten (B3) lagen zo’n 31.000 euro boven begrotingsniveau. Dit is voor 16.000 euro het gevolg van niet begrote verenigingsbaten (onder andere ledencontributies, collecten en baten met betrekking tot fondsen). De andere 15.000 euro was met name het gevolg van extra baten vanuit huren, veldopleiderschap, de RZC, het Europees Platform en baten vanuit fondsen. De personele lasten (L1) kwamen fors lager uit als gevolg van bovengenoemde vrijval vanuit de voorziening WGA. Buiten deze vrijval om, kwamen de personele lasten op begrotingsniveau uit. Onderling traden wel wat verschillen op. Zo kwamen de loonkosten circa 22.500 euro hoger uit, maar de overige personele lasten circa 23.000 euro lager. Eerstgenoemde is het gevolg van de extra inzet van personeel (2,3 fte). De hogere loonkosten die hieruit voortvloeiden werden voor een groot deel gecompenseerd door een ontvangen WAZO uitkering voor zwangere personeelsleden, een lagere premie als gevolg van aansluiting bij een nieuw vervangingsfonds (VFGS) en een eenmalig premievoordeel (10.300 euro; opgenomen in het belastingplan 2014). De overige personele lasten kwamen fors lager uit als gevolg van lagere lasten voor LIO’ers en niet gerealiseerde stelposten. De huisvestinglasten (L3) vielen hoger uit door niet begrote lasten voor huur (4.500 euro) en hogere lasten voor klein onderhoud. Wat verder nog opvalt is de overschrijding op de overige instellingslasten (L4) van 69.000 euro. Dit is voor 28.000 euro het gevolg van niet begrote verenigingslasten (met name lasten met betrekking tot fondsen en leerlinggebonden activiteiten). Overschrijdingen deden zich verder voor op een tal van posten, zoals onderwijsleermiddelen, computerkosten en kosten schoolreis. Deze meerkosten kunnen onder andere verklaard worden door het fors gestegen leerlingaantal, waar tussentijds ook extra baten voor ontvangen zijn. Het totale nettoresultaat inclusief de extra middelen vanuit onderwijsakkoorden kwam uit op 589.979 euro positief. Dit resultaat is opgebouwd uit een positief resultaat voor ‘de Wittenberg’ van 259.508 euro, een positief resultaat voor ‘de Wartburg’ van 137.687 euro en een positief resultaat voor de vereniging van 192.784 euro. 5.2
Financiële positie
ACTIVA
Ultimo 2013
Ultimo 2012
x € 1.000
x € 1.000
Ultimo 2011 x € 1.000
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
300 -
304 -
328 -
Totaal vaste activa
300
304
328
Voorraden
362
174
167
991
651
442
Totaal vlottende activa
1.353
825
609
Totaal activa
1.654
1.129
937
Vorderingen Liquide middelen
24
PASSIVA
Ultimo 2013
Ultimo 2012
x € 1.000
x € 1.000
Algemene reserve Bestemmingsreserves publiek Bestemmingsreserves privaat Bestemmingsfonds publiek Bestemmingsfonds privaat Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva
Ultimo 2011 x € 1.000
806 267 9
409 61 23
124 77 63 12
1.082
492
277
305 267
385 252
388 273
1.654
1.129
937
Het eerder genoemde positieve resultaat leidde tot een stijging van het eigen vermogen als ook van de liquide middelen. De geboekte gemeentelijke bijdrage van ruim 2 ton is op de balans terug te vinden onder de vorderingen. Deze middelen werden in werkelijkheid namelijk pas begin januari 2014 betaald. De beschikking werd echter al in 2013 uitgegeven. Wat verder opvalt op de balans is de sterke daling binnen de voorzieningen, wat te maken heeft met de eerder genoemde grote vrijval uit de voorziening WGA. In het verschil tussen de balansen van ultimo 2012 en 2011 is terug te zien dat er in 2012 ook al sprake was van een fors positief resultaat. Dit gezien de toename in het eigen vermogen. Deze positieve resultaten waren nodig om een gezonde buffer voor het opvangen van risico’s op te bouwen. 5.3
Financiële kengetallen
Met behulp van een aantal kengetallen kan een verdere beoordeling worden gegeven van de financiële positie. Naast de waarden zoals deze gelden voor 2011, 2012 en 2013, wordt tevens de algemene adviesnorm weergegeven. Kengetal Liquiditeit Solvabiliteit Rentabiliteit ‘De Wittenberg’, Scherpenzeel ‘De Wartburg’, Woudenberg Weerstandsvermogen (bestuursniveau) Weerstandsvermogen (schoolniveau) ‘De Wittenberg’, Scherpenzeel ‘De Wartburg’, Woudenberg Kapitalisatiefactor incl. privaat vermogen Kapitalisatiefactor excl. privaat vermogen
Norm 2,00 0,50 n.v.t.
n.v.t. 15,00%
n.v.t. max. 60%
2013 5,07 0,65 18,04% 16,10% 9,57% 26,76% 17,31% 24,33% 9,45% 50,07% 44,57%
2012 3,27 0,44 7,43% 12,09% 1,58% 6,84% 3,80% 7,41% -0,34% 38,40% 35,96%
2011 2,23 0,29 -3,47% -1,86% -5,45% -1,97% -4,80% -5,93% -3,51% 33,21% 30,75%
Vanwege het positieve resultaat kwam de rentabiliteit op circa 18% uit. Dit betekent dat 18% van de totale baten doorvloeide in het nettoresultaat. De liquiditeit steeg ook, doordat er meer financiële middelen vrij beschikbaar kwamen zoals hierboven beschreven. Zowel liquiditeit als solvabiliteit liggen boven de adviesnorm, wat betekent dat de vereniging aan de betalingsverplichtingen kan voldoen. Het effect van het fors positieve resultaat is ook zichtbaar bij het weerstandsvermogen en de kapitalisatiefactor. Het weerstandsvermogen kwam voor het eerst in jaren weer op de norm van 15% uit, wat betekent dat er een gezonde vermogensbuffer aanwezig is voor het opvangen van risico’s.
25
5.4
Investerings- en financieringsbeleid
Het verslagjaar 2013 kenmerkte zich door een gemiddelde investeringsgraad: er werd in totaal voor een bedrag van 60.013 euro geïnvesteerd in materiële vaste activa, bij een afschrijvingslast van 64.072 euro. Het grootste gedeelte (27.683 euro) betrof de aanschaf van ICT investeringen. Daarnaast werd er voor ruim 21.000 euro geïnvesteerd in leermiddelen/leermethodes. Voor de rest werden er nog een aantal kleinere investeringen gerealiseerd. Er werd een totale investeringssom van 54.100 euro begroot voor 2013. De meeste zaken werden gerealiseerd. Het financieringsbeleid is er op gericht dat er geen gebruik behoeft te worden gemaakt van externe kredietverstrekkers. Alle investeringen zijn binnen dit beleid uitgevoerd. 5.5
Treasury verslag
Er hebben in 2013 geen beleggingen plaatsgevonden in risicodragend kapitaal. De beschikbare vrije middelen werden overgemaakt naar een spaarrekening. Er hebben zich in het verslagjaar geen liquiditeitsproblemen voorgedaan. Bij het selecteren van een bank voor het onderbrengen van de spaartegoeden wordt door het bestuur gelet op de credit rating van de betreffende bank, conform de Regeling beleggen en belenen van het Ministerie en met het oog op het zoveel als mogelijk waarborgen van een goed beheer van deze tegoeden. Om dit te waarborgen is door het bestuur een treasurystatuut opgesteld, waarin afspraken zijn vastgelegd inzake de wijze waarop wordt omgegaan met de regeling beleggen en belenen. Daarnaast is in dit statuut opgenomen wie welke verantwoordelijkheden op dit terrein heeft. 5.6
Toekomstperspectieven en continuïteit
5.6.1
Toekomstige externe ontwikkelingen
Bij het opstellen van de begroting 2014 en verder is gerekend met een aantal externe ontwikkelingen. Het gesloten onderwijs- en herfstakkoord spelen hierbij een belangrijke rol. De belangrijkste zaken op een rij: Kwaliteitsimpuls en aanpassing arbeidsvoorwaarden Een belangrijk deel van het gesloten onderwijsakkoord heeft betrekking op de beschikbaarstelling van middelen voor een kwaliteitsimpuls. Het gaat voor het primair onderwijs (PO) en voortgezet onderwijs (VO) gezamenlijk om 344 miljoen euro in 2017. Hieraan is wel de voorwaarde verbonden dat uiterlijk in 2016 de arbeidsvoorwaarden gemoderniseerd zijn. Wanneer deze modernisering al in 2014 plaats vindt wordt een extra bedrag van 34 miljoen euro (17 miljoen voor PO) beschikbaar gesteld. Dit geld zal ingezet moeten worden ter dekking van de extra personele lasten. Deze ontwikkeling is nog niet cijfermatig doorgerekend in onze begroting. Overheveling vanuit gemeentefonds Vanuit het gemeentefonds gaat er een bedrag van 256 miljoen euro over naar de scholen. Het gaat vanaf 2015 gemiddeld om 100 euro per leerling per jaar. Deze ontwikkeling is in de begroting cijfermatig doorgerekend. Om te voorkomen dat in 2014 nog bezuinigd zal moeten worden vanwege financiële krapte wordt een deel van deze middelen al in 2013 / 2014 uitgekeerd. Dit gaat dan van het budget in 2016 en 2017 af (zogenoemde kasschuif). Nieuw Herfstakkoord Naar aanleiding van de begrotingsonderhandelingen van het kabinet met ChristenUnie, D66 en SGP zijn er verschillende akkoorden bereikt. De meest in het oog springende afspraak is het vrijmaken van 650 miljoen euro in 2014 dat zonder verdere voorwaarden aan de lumpsum van de scholen toegevoegd wordt. Voor het primair onderwijs bedraagt de extra investering ongeveer 220 miljoen. Voor een deel hebben deze gelden een structureel karakter. In de begroting is dan ook met deze middelen geregeld (vanaf 2015 met circa 50 euro per leerling).
26
Zorg Vanaf augustus 2014 is Passend Onderwijs een feit. Dit heeft gevolgen voor de financiering van zorgleerlingen. De rugzakfinanciering gaat verdwijnen, hier staat echter een hogere bijdrage vanuit het samenwerkingsverband tegenover. In de begroting is deze ontwikkeling cijfermatig doorgerekend. VFGS Per augustus 2013 zijn we als school uit het Vervangingsfonds gestapt en overgegaan naar het Vervangingsfonds Gereformeerd schoolonderwijs (VFGS), welke opgericht is door de VGS. Door deze aansluiting kunnen we fors besparen in de afdracht van premies. Hier staat tegenover dat kortdurend verzuim (tot 14 dagen) zelf bekostigd moet worden. In de begroting is met deze ontwikkeling gerekend. Decentralisatie groot onderhoud Een laatste belangrijke ontwikkeling is de doordecentralisatie van de verantwoordelijkheid van het buitenonderhoud per 1 januari 2015. Hiermee zullen zowel het buitenonderhoud als de hiermee gepaard gaande bekostiging overkomen naar de scholen. Het bestuur stelt zich ten doel om komend jaar de effecten en daarmee het risico in kaart te brengen. Het onderhoudsplan zal daarom kritisch bekeken en beoordeeld worden op noodzakelijkheid, efficiëntie en het kostenaspect. Deze ontwikkeling is cijfermatig niet doorgerekend in de begroting omdat de nieuwe bekostiging nog onvoldoende duidelijk was bij het opstellen van de begroting. 5.6.2
Toekomstige interne ontwikkelingen
‘De Wittenberg’, Scherpenzeel Teldatum 2012 Onderbouw 202 Bovenbouw 173 Totaal 375
2013 215 175 390
2014 198 202 400
2015 202 209 411
2016 208 206 414
2017 208 208 416
‘De Wartburg’, Woudenberg Teldatum 2012 Onderbouw 156 Bovenbouw 166 Totaal 322
2013 175 172 347
2014 188 167 355
2015 200 161 361
2016 210 162 372
2017 206 177 383
In bovenstaande tabellen zijn de leerling prognoses van beide scholen weergegeven, zoals opgenomen in de begroting. Te zien is dat beide scholen zich nog steeds in een groeisituatie bevinden. Naar verwachting zal het aantal leerlingen de komende tijd nog met circa 60 toenemen tot het jaar 2017 (vanaf het jaar 2013). Het afgelopen jaar steeg het leerlingaantal al met 40. Functiecategorie Directie Onderwijzend personeel Onderwijsondersteunend personeel Schoonmaak Totaal
2013 2,02 35,31 5,10 1,08 43,50
2014 2,05 37,54 4,88 1,43 45,90
2015 2,05 38,50 4,88 1,43 46,86
2016 2,05 38,41 4,88 1,43 46,77
2017 2,05 38,83 4,88 1,43 47,19
Dit groeiende leerlingaantal zorgt ervoor dat er meer personeel ingezet zal moeten worden om goed onderwijs te kunnen bieden. In de begroting is hierin voorzien (zie bovenstaande tabel). De extra inzet is ook mogelijk binnen de financiële middelen die er zijn. Op totaalniveau is er namelijk geen noodzaak meer tot aanvulling van de risicobuffer.
27
5.6.3
Staat van baten en lasten - begroting Realisatie 2013 x € 1.000
Baten (B1) Rijksbijdragen (B2) Overige overheidsbijdragen (B3) Overige baten
Begroting 2014 x € 1.000
Begroting 2015 x € 1.000
Begroting 2016 x € 1.000
2.921
2.921
2.894
2.913
235
5
-
-
114
107
94
108
Totaal baten
3.270
3.033
2.988
3.021
Lasten (L1) Personele lasten (L2) Afschrijvingen (L3) Huisvestingslasten (L4) Overige instellingslasten
2.223 64 107 293
2.515 84 102 242
2.572 87 97 242
2.605 86 97 242
Totaal lasten
2.687
2.943
2.998
3.030
583
90
-10
-9
7
6
6
6
Nettoresultaat
590
96
-4
-3
Onderliggend resultaat
447
-
-
-
Saldo baten en lasten (R1) Saldo fin. baten en lasten
Ondanks de extra personele inzet, zal het resultaat naar verwachting het komende jaar nog steeds fors positief uitkomen. Dit zal deels het gevolg zijn van een eenmalige baat vanuit de afroming van de reserves van het oude samenwerkingsverband (31.000 euro). Daar een deel van de extra inzet pas met ingang van het nieuwe schooljaar ingezet zal worden, werkt dit nog niet één op één door in de kosten voor het kalenderjaar 2014. De jaren daarna is wel te zien dat de middelen volledig ingezet zullen worden.
28
5.6.4
Balans - begroting
ACTIVA
Ultimo 2013 x € 1.000
Ultimo 2014 x € 1.000
Ultimo 2015
Ultimo 2016
x € 1.000
x € 1.000
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
300 -
372 -
353 -
306 -
Totaal vaste activa
300
372
353
306
Voorraden Vorderingen Liquide middelen
362 991
161 1.073
161 1.072
161 1.016
Totaal vlottende activa
1.353
1.234
1.233
1.177
Totaal activa
1.654
1.606
1.585
1.483
Ultimo 2015
Ultimo 2016
x € 1.000
x € 1.000
PASSIVA
Ultimo 2013 x € 1.000
Algemene reserve Bestemmingsreserves publiek Bestemmingsreserves privaat Bestemmingsfonds publiek Bestemmingsfonds privaat Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva
806 -
Ultimo 2014 x € 1.000 842
838
835
-
-
-
267
267
267
9
15
15
15
1.082
1.124
1.120
1.117
305 267
281 201
264 201
166 201
1.654
1.606
1.585
1.483
267
In bovenstaande balans zijn de gerealiseerde cijfers over 2013 opgenomen en de begrote cijfers voor de jaren daarna. Bij het opstellen van de begroting waren een aantal zaken nog niet bekend. Deze zijn daarom ook niet allemaal doorgerekend in de meerjarenbegroting. Dit leidt ertoe dat in bovenstaand overzicht het beeld geschetst wordt dat het eigen vermogen in 2014 minder hard zal stijgen dan het begrote resultaat. In werkelijkheid zal de balans er dus anders uit gaan zien. De verkorte weergave van het balanstotaal over de jaren 2014 tot en met 2016 laat zien dat het totale kapitaal zal dalen, wat het gevolg is geplande onttrekkingen aan de voorzieningen (met name groot onderhoud). 5.7
Risicobeheersing en intern toezicht
Ten einde de risico’s zoveel als mogelijk te beperken hanteert de school een planning en controle cyclus waarbij de directie samen met een externe controller van VGS Adivio de ontwikkeling van de
29
financiële prestaties monitort en hier ook periodiek verantwoording over aflegt richting het bestuur. De basis voor de verantwoording wordt naast de realisatie gevormd door de meerjarenbegroting die voorafgaand aan elk jaar door de directie wordt opgesteld en ter fiattering aan het bestuur wordt voorgelegd. In deze meerjarenbegroting worden zo veel als mogelijk financiële risico’s onderkent en wordt beoordeeld in hoeverre acties nodig zijn. Ten einde de interne risico’s zoveel als mogelijk te beperken, is ten behoeve van de interne controle, de administratieve organisatie beschreven van de processen met een financieel risico. Hierin is de functiescheiding, overdraagbaarheid en betrouwbaarheid van informatie gewaarborgd. Tussen het bestuur en haar administratieve dienstverlener, VGS Administratie, is daarnaast een Service Level Agreement van toepassing. Voor het opvangen van de zogenaamde restrisico’s en onvoorziene calamiteiten gebruikt de school in haar financieel beleid onder andere het kengetal weerstandsvermogen om te zorgen dat er voldoende eigen vermogen beschikbaar is als risicobuffer. Voor de vaststelling van de hoogte van deze buffer is gebruik gemaakt van een standaardrisicoprofiel. Het aanbevolen weerstandsvermogen bedraagt hiermee 15%. De hierboven beschreven interne risicobeheersings- en controlesystemen hebben gezorgd voor het uitsluiten van bepaalde risico’s en het in kaart brengen van andere risico’s. Het gaat dan met name om financieel gerelateerde risico’s die blijken uit de meerjarenbegroting. In de hierboven opgenomen meerjarenbegroting komen een aantal financiële risico’s tot uiting. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de extra middelen vanuit het herfstakkoord. Hier kleven bepaalde risico’s aan als het gaat om politieke instabiliteit. Het wegvallen van bepaalde geldstromen zou mogelijk kunnen leiden tot financiële krapte. Dit zal middels de planning- en controlcyclus bewaakt worden. De risico’s op personeel gebied kunnen groot zijn. Te denken valt aan afvloeiingskosten, gestegen premies door langdurige ziekte en het eventueel zelf moeten nemen van ww- lasten. Het bestuur is op de hoogte van de wet- en regelgeving op dit punt. Vanwege de groeisituatie is er momenteel geen sprake van een krimp in de formatie. Niet alleen financiële risico’s, maar ook niet- financiële risico’s zijn belangrijk. Te denken valt aan risico’s rondom de onderwijskwaliteit, het imago van de school en de naleving van de code ‘Goed Bestuur’. Zie voor dit laatste punt het verslag van het toezichthoudend orgaan. Als het gaat om risicobeheersing stelt het bestuur zich de komende periode ten doel om dit thema verder uit te diepen en te beoordelen of aanpassingen aan de systemen noodzakelijk zijn.
30