JAARVERSLAG van de NEDERLANDSE VERENIGING VOOR MEDISCH ONDERWIJS Periode: 1 september 2008 - 31 augustus 2009 1. INLEIDING Dit jaarverslag rapporteert over het 36e werkjaar van onze vereniging. Voor het eerst in ons bestaan is het ledental dat op de einddatum van het jaarverslag, 31 augustus 2009, vermeld kan worden boven de 1000 uitgekomen. Een teken dat de kracht van de vereniging nog steeds groeiende is. Naast de kwantiteit zijn er ook in de kwaliteit ontwikkelingen te melden, waaruit de breedte en de kracht van de vereniging om op allerlei terrein bijdragen te leveren aan het medisch onderwijs blijkt. In dit verenigingsjaar 2008-2009 steeg het aantal leden van 946 tot 1057 op 31 augustus 2009. Het is geruime tijd geleden dat we een groei van meer dan 100 leden in één verenigingsjaar hebben kunnen melden. Ook het NVMO congres mag zich verheugen in een steeds toenemend aantal deelnemers. Recent is een nieuwe huisstijl voor de NVMO ontworpen, waardoor de vereniging een frisse en moderne uitstraling krijgt. Het eerste product in de nieuwe huisstijl is een folder, waarin alle activiteiten van de NVMO compact vermeld staan. Met deze folder is in september 2009 een grote ledenwerfcampagne van start gegaan bij alle betrokken geledingen van de vereniging in Nederland en Vlaanderen. Vooral binnen de vervolgopleidingen en disciplines die pas recent bij de vereniging betrokken zijn, zoals verplegingswetenschappen, fysiotherapie, diergeneeskunde en tandheelkunde, ziet het bestuur nog een groot potentieel aan nieuwe leden. Binnen de NVMO is het afgelopen jaar gewerkt aan de opzet van een efficiënte procedure voor de ethische toetsing van medisch onderwijskundig onderzoek. Een commissie, onder voorzitterschap van prof.Hans van Delden ontwikkelt hiertoe voorstellen. Het komende jaar zal deze procedure verder uitgewerkt worden. Voor de structurele uitvoering van deze plannen zal een permanente commissie Ethische Toetsing Medisch Onderwijskundig Onderzoek worden ingesteld binnen de NVMO. Op 17 april vond de jaarlijkse Promovendidag van de NVMO plaats bij de faculteit diergeneeskunde. Een bijeenkomst van het Medisch-onderwijskundig Promovendi Netwerk waarin ervaringen en “good practices” worden gedeeld, o.a. in sessies over 'eigen onderzoek', intervisie, proefpromoties en 'meet the expert'. Op 15 mei heeft de jaarlijkse gezamenlijke bijeenkomst van alle NVMO werkgroepen met het bestuur plaatsgevonden. Op deze dag vindt discussie en uitwisseling plaats tussen de werkgroepen onderling en tussen de werkgroepen en het bestuur over de belangrijkste activiteiten en ideeën die binnen de vereniging leven. Subsidiëring van de werkgroepen heeft dit verenigingsjaar meer vorm gekregen. Om vermenging van subsidiëring met mogelijke commerciële belangen binnen werkgroepen te voorkomen heeft het bestuur een notitie opgesteld die in de komende ALV zal worden besproken. Voor de NVMO werkgroep Skills- en simulatietechnieken is een concrete samenwerking gerealiseerd met de DSSH (Dutch Society for Simulation in Healthcare). Een gezamenlijk lidmaatschap van de NVMO en de DSSH is mogelijk met ingang van 1 september 2009. De internationale activiteiten van de NVMO hebben ook dit jaar de nodige aandacht gekregen. Binnen de AMEE, tegenwoordig de afkorting voor „an international association for medical education‟, speelt de NVMO een actieve rol, vooral tijdens het jaarlijkse congres, in 2009 gehouden in Malaga, Spanje. In Medical Teacher zijn dit jaar twee artikelen van “NVMO-Special Interest Groups”, alsmede bij elk een commentary gepubliceerd in de reeks artikelen die verzorgd wordt door de NVMO werkgroepen. De planning en voorbereiding van de vervolgartikelen verloopt voorspoedig. De NVMO kan terugkijken op een boeiend en positief jaar en ziet vooruit naar een jaar waarin de vereniging, zowel in kwantitatieve als kwalitatieve zin, een herkenbare, initiërende en bindende rol zal spelen in de onderwijsontwikkelingen binnen het medisch onderwijs in de meest brede zin van het woord in Nederland en Vlaanderen.
Dat de NVMO steeds zichtbaarder wordt als een uitstekend „Disciplinair samenwerkingsverband‟ voor hoger onderwijs werd recent onderstreept doordat de Vereniging van Universiteiten VSNU de NVMO ten voorbeeld stelde aan alle sectoren van het universitair onderwijs in Nederland.
2.
BESTUURSZAKEN
2.1 Samenstelling van het bestuur De samenstelling van het Dagelijks Bestuur van de NVMO in het verslagjaar was als volgt: prof.dr. Th.J. ten Cate, UMC Utrecht, voorzitter prof.dr. P. van Beukelen, Universiteit Utrecht (Diergeneeskunde), secretaris dr. C.T. Postma, UMC Nijmegen, penningmeester Het Bestuur was samengesteld uit de onder het dagelijks bestuur genoemde personen en de volgende leden en adviseurs: prof.dr. J.C.C. Borleffs, UMC Groningen, adviseur als hoofdredacteur TMO mw.prof.dr. J. Denekens, Universiteit Antwerpen Gor Khatchikyan, student AMC/UvA, afgevaardigde vanuit het LMSO Christian von Kriegenbergh, student Erasmus MC, afgevaardigde vanuit het LMSO prof.dr. J.B.M. Kuks, UMC Groningen mw.dr. G. Peeraer, Universiteit Antwerpen, adviseur als hoofdorganisator van het NVMO Congres prof.dr. J.J. Roord, VUmc Amsterdam, vanuit CCMS drs. P.L. Schoonheim, VUmc Amsterdam, vanuit SVUH 2.2 Bestuursondersteuning Het bestuur werd ondersteund door mw. M. Sterman-Vleeschdraager. 2.3 Bestuursactiviteiten Bestuursvergaderingen. Het dagelijks bestuur vergaderde in de loop van 2008-2009 vijf maal en het bestuur driemaal. Algemene Ledenvergadering. Op de ALV van 13 november heeft het bestuur verantwoording afgelegd over het afgelopen jaar en werden de jaarverslagen goedgekeurd. De begroting van het verenigingsjaar 2007-2008 werd eveneens goedgekeurd. Zie voor de verdere punten het verslag van de vergadering.
3.
LEDENBESTAND
Per 31 augustus 2009 telde de NVMO in totaal 1057 leden (eind 2001 607, eind 2002 712, eind 2003 736, eind augustus 2004 757, eind augustus 2005 811, eind augustus 2006 818, eind augustus 2007 867, eind augustus 2008 946) verdeeld over de volgende categorieën: individuele leden 560 individuele student-leden 21 ereleden 4 seniorleden 8 (mogelijk sinds 2006) collectieve leden 434 bibliotheken 30 De mogelijkheid om bij aanmelding voor het NVMO Congres 2008 lid te worden leverde 47 nieuwe leden op.
2
4. TIJDSCHRIFT VOOR MEDISCH ONDERWIJS In 2008-2009 bestond de redactie van het Tijdschrift voor Medisch Onderwijs (TMO) uit: prof.dr. J.C.C. Borleffs (hoofdredacteur), dr. P.M. Boendermaker, dr. B. Bonke, dr. J. van Dalen, prof.dr. R. Remmen, prof.dr. F. Scheele, prof. dr. P.M.J. Stuyt, prof.dr. O.T. Terpstra en mw. G. Karsten-van der Giessen (redactiesecretariaat). In december 2008 trad prof.dr. R. Remmen af als redactielid en per januari 2009 traden mw.dr. G. Peeraer (Antwerpen) en mw.dr. A.D.C. Jaarsma (Utrecht) toe tot de redactie. De in samenwerking met het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG) opgezette Pro- en Contra rubriek over onderwijskundige onderwerpen is na een korte onderbreking in 2009 vanaf nummer 2 weer voortgezet. In het kader van de tussen de NVMO en Medical Teacher gemaakte afspraak twee maal per jaar een artikel uit een van de NVMO-werkgroepen te plaatsen in Med Teach en in het TMO (in Nederlandse vertaling) heeft zijn beslag gekregen (Artikel Hols et al.: Med Teach 2008;30(3) en TMO 2009;28(1)). De bijdrage uit de werkgroep Docentprofessionalisering (Molenaar et al.) is verschenen in Med Teach 2009;31(4) en komt uit in TMO 2009;28(5). De bijdrage uit de werkgroep Portfolio (Dekker et al.) is in bewerking. TMO 2008;27(6) was een themanummer en geheel gewijd aan het „In VIVO‟-project, gericht op de modernisering van de vervolgopleidingen. In dit verband zijn er initiatieven voorbereid en uitgewerkt om 12 Richtlijnen, verspreid over twee jaren, als supplement bij het TMO in te sluiten. De eerste Richtlijn zal verschijnen in TMO 2009;28(6). Ook is een initiatief uitgewerkt aangaande een samenwerking met het Duitse zustertijdschrift Zeitschrift für Medizinische Ausbildung (ZMA). Een eerste pilot - joint issue - zal resulteren in een gemeenschappelijk Engelstalig nummer dat naar verwachting begin 2010 zal uitkomen met topics die worden belicht vanuit de Nederlandstalige (Nederland/België) en Duitstalige (Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk) landen. De mogelijkheid van registratie bij Thompson Scientific is onderzocht en heeft geleid tot het starten van een aanvraagprocedure. De in 2008 verschenen nummers 2, 3, 4, 5 en 6 zijn ingestuurd ter beoordeling, gevolgd door de in 2009 verschenen nummers 1, 2 en 3. In 2008-2009 verschenen 6 nummers van in totaal 318 bladzijden (nummers 4, 5, 6 van 2008 en de nummers 1, 2 en 3 van 2009). De redactie heeft in 2008-2009 vier maal vergaderd: drie maal telefonisch en één keer lijfelijk. In deze laatste vergadering is uitvoerig stilgestaan bij de vraag: „Waar staat het TMO over 5 jaar‟. Er werd gebrainstormd over prikkels ter verhoging van de input van kopij en hieraan gekoppeld over het uitvoeren van een lezersonderzoek dat zijn beslag zal krijgen op het NVMO-congres van november 2009.
5.
NVMO CONGRES 2008
Het jaarlijkse NVMO Congres heeft in 2008 opnieuw plaatsgevonden in Hotel Zuiderduin te Egmond aan Zee, van 12 tot en met 14 november. De organisatie was in handen van de congrescommissie van de NVMO met als hoofdorganisator dr. Benno Bonke, verbonden als UHD Medische Psychologie aan het Erasmus MC Rotterdam. Nadat in 2007 het congres over drie dagen was gespreid is voor het 2008congres weer teruggevallen op de eerdere tweedaagse formule, met preconferences op de woensdag eraan voorafgaand. Op een aantal gebieden zijn in 2008 vernieuwingen doorgevoerd. Zo is gewerkt met een andere en beter leesbare lay-out van het programma, dat in kleur gedrukt als los dubbelzijdig inlegvel bij het congresboek werd aangereikt. Verder is het congresboek ruim voorafgaand aan het congres als PDFfile voor de deelnemers beschikbaar gesteld en is de inhoud op een compactere manier weergegeven waardoor de omvang van het congresboek werd teruggebracht. Als muzikale intermezzo‟s tijdens het programma werden professionele musici (piano en cello) ingehuurd voor optredens in de grote zaal. Behalve het reguliere programma werden op verschillende momenten zogeheten fringe-workshops geprogrammeerd, waarin deelnemers in het kader van burn-out preventie, of gewoon ter lering of verstrooiing kennis konden maken met Mindfulness of Tai Chi, dan wel zich konden uitleven in een cursus Modeltekenen of deel konden nemen aan een interactieve workshop Klassieke Muziek. Ook
3
nieuw was de mogelijkheid die aan de NVMO-werkgroepen is geboden om een workshop, rondetafelsessie of symposium te verzorgen. Qua indeling van de presentaties werd een categorie „gewone‟ papers in het leven geroepen als verzameling van en onderwijspapers en onderzoekspapers die niet als Wetenschappelijke Paper werden aangemerkt en werden de 2-2-8 papers afgeschaft. Een belangrijk aandachtspunt vormde bovendien de muzikale invulling van de feestavond op donderdag, hetgeen leidde tot een goed bezocht feest met een optreden van de band de Corona‟s. Teneinde meer deelnemers dan in voorgaande jaren ertoe te bewegen het vrijdagmiddagprogramma „uit te zitten‟ werd een forumdiscussie ingevoerd naar aanleiding van de laatste hoofdlezing, en was een drietal deelnemers gevraagd take-home messages te verzorgen. In afwijking van eerdere jaren was een klein kunstwerk (een beeldje met inscriptie) beschikbaar gesteld voor de winnaar van de Beste Wetenschappelijke Paper. Ook nieuw waren twee documentaires die elk tweemaal werden aangeboden: “Dat beloof ik” van Ingrid-Emilie Wouterlood-Van Cleeff (UMC Utrecht) en de documentaire over de Witte Jas Ceremonie aan het VUmc (Nicolle Asselbergs-Brüll). Ten slotte is de procedure voor inschrijvingen voor de workshops aangescherpt om congestie op internet te voorkomen. Hoofdlezingen op het congres waren van Marion Koopmans (Erasmus MC en RIVM, titel van haar voordracht: De arts als vraagbaak: (veterinaire) volksgezondheid in de opleiding?), Linda Snell (McGill University, Montreal, Canada, titel: Learning Core Competencies in the Clinical Setting: Taking CanMEDS to the Bedside), Lotte Dyrbye (Mayo Medical School, Rochester, Minnesota, USA, titel: Burnout in medical professionals: prevalence, consequences, and prevention), en Ad Verbrugge (Vrije Universiteit Amsterdam, titel: Beter Medisch Onderwijs). De lezing van Linda Snell werd gesponsord door Elsevier. Op de gebruikelijke wijze werd in Nederland en Vlaanderen een vooraankondigingfolder en later de congresbrochure verspreid, en werden tal van medisch wetenschappelijke verenigingen aangeschreven. Ook werd het congres aangekondigd in medische tijdschriften en op websites. De Het aantal congresbezoekers was opnieuw gestegen ten opzichte van voorgaande jaren, ca. 740. Het aantal leden van NVMO is eveneens opnieuw gegroeid. Accreditatie werd aangevraagd en toegekend door het accreditatiebureau medisch specialisten (ABMS),college voor huisarts- en verpleeghuisgeneeskundigen, en het Accreditatiebureau Sociale Geneeskunde (AbSg). Het overige aantal bijdragen aan het congres omvatte 13 symposia, 13 wetenschappelijke papers, 12 promovendi lezingen, 50 „gewone‟ papers, 29 posters, 14 workshops, 10 rondetafelsessies, en 4x2 fringe-sessies. Bohn Stafleu en van Loghum (BSL) stelde ook dit jaar prijzen beschikbaar voor de beste bijdragen. De jury stond onder leiding van prof.dr. Jan Borleffs, die zich door persoonlijke omstandigheden tijdens het congres moest laten vervangen door dr. Cor Postma. Prijswinnaars waren: - Beste wetenschappelijke paper: Louise Urlings-Strop et al (Erasmus MC). - Beste „gewone‟ paper: Els Pelgrim et al (UMC St Radboud). - Beste poster: Marga Tepper et al (UMCG). Aan het einde van het congres werd de hoofdorganisatie voor het NVMO congres in 2009 overgedragen aan dr. Griet Peeraer (Universiteit Antwerpen). In de congrescommissie werd dr. Eugène Custers opgevolgd door prof.dr. Richard Koopmans (UMC Maastricht).
6.
WERKGROEPEN
Zoals de voorgaande jaren werd met veel succes op 15 mei een bijeenkomst georganiseerd van vertegenwoordigers van de werkgroepen met het bestuur, waar verslag werd gedaan van de activiteiten in het verenigingsjaar en waar plannen werden gepresenteerd voor de komende periode. De aanwezigen stelden vooral de uitwisseling van elkaars activiteiten zeer nuttig. Inmiddels zijn er 11 werkgroepen actief. 6.1 Communicatie Onderwijs Algemeen Het focus van de activiteiten van deze besloten werkgroep ligt op het onderwijs in communicatie
4
en consultvoering in de basiscurricula geneeskunde, waarin gewerkt wordt met de eindtermen van het Raamplan. Daarom blijft deelname aan de werkgroep beperkt tot sleutelfiguren van de geneeskunde opleidingen in Nederland. Er is wel belangstelling voor deelname uit Vlaanderen en van andere opleidingen. Om hierin tegemoet te komen is besloten vanaf 2009 eenmaal per jaar tijdens het jaarlijkse NVMO-congres een open bijeenkomst worden gehouden waarbij iedereen met belangstelling voor onderwijs in communicatie en consultvoering welkom is. Activiteiten De werkgroep heeft dit jaar drie bijeenkomsten gehad: 24 september 2008, het symposium tijdens het NVMO-congres in november 2008 en 1 april 2009. Op 9 juni 2009 vindt nog een vierde bijeenkomst plaats. In die bijeenkomsten kwamen de volgende onderwerpen aan de orde: Samenhang tussen onderwijs in „communicatie en consultvoering‟ en onderwijs „professioneel gedrag‟ Uitwisseling van nieuwe onderwijsontwikkelingen van de diverse faculteiten en nieuwe onderwijsvormen en vernieuwende ideeën t.a.v. docentsparende onderwijsvormen (terugkerend agendapunt). Uitwisseling onderwijsresearch (terugkerend agendapunt). Symposium NVMO-congres 2009 met als titel: „Communicatietraining in het medisch onderwijscontinuüm: wanneer, hoe en door wie?‟ De website (terugkerend agendapunt). Artikel van de werkgroep voor Medical Teacher: gestreefd wordt naar een eerste „outline‟ in juni 2011 met „submission date‟ najaar 2011 en publicatiedatum maart 2012. Onderwerp: Slechtnieuws gesprekken in het communicatieonderwijs van de Geneeskunde curricula in Nederland. Deelname van een of meer werkgroepleden aan tEach, onderwijs subcommissie van „the European Association of Communication in Health Care (EACH)‟. Dit moet een actieve werkgroep worden met als taak: „to generate products of use to all teachers of communication in health care in Europe together‟. Voorlopig nemen twee werkgroepleden deel. Oprichtingsvergadering in mei 2009 in Verona. Uitwisseling facultaire „boeken en readers‟ communicatie in de medische praktijk. Juni 2009: omzetting eindtermen raamplan in eerste conceptlijst werkbare criteria voor visitaties. 6.2 Diversiteit In het studiejaar 2008-2009 is de NVMO-werkgroep Diversiteit tweemaal bijeen geweest, nl. op 16 september 2008 en 12 maart 2009. Daarnaast heeft de werkgroep zowel om het NVMO Congres als op de studiedag van het Landelijk Medisch Studenten Overleg (LMSO) een workshop verzorgd, en zal een zogeheten focus session worden aangeboden op het aanstaande IAMSEcongres in Leiden. De bijeenkomsten van de werkgroep werden gehouden in het UMCU, en door respectievelijk 6 en 11 leden bezocht. Tijdsduur was beide keren van 13.30 tot 16.30 uur. Onderwerpen Enkele van de onderwerpen die het afgelopen jaar op ons programma hebben gestaan, zullen hieronder worden gepresenteerd. Terugkerend thema bij de bijeenkomsten is het omgaan met diversiteit in algemene zin, dwz in het onderwijsaanbod (inspelen op de arts die moet functioneren in een veranderende samenleving), in het communicatie-onderwijs, bij de training en inzet van simulatiepatiënten en anderszins. Beeldmateriaal rondom transculturele arts-patiënt contacten Aan de hand van video-opnames van nagespeelde consulten met allochtone patiënten is een inventarisatie gemaakt en besproken van vaardigheden die in dergelijke consulten nodig zijn, zoals: Tijd nemen voor een consult; Alert zijn op onduidelijkheden (in taal en betekenisgeving); Checken of informatie begrepen wordt en of de vragen van de patiënt zijn beantwoord; Taalgebruik aanpassen; maar ook inhoudelijk: Bespreken van achtergrond van patiënt bij kennismaking: land van herkomst, hoe lang in Nederland?; Doorvragen binnen referentiekader patiënt; - Maatschappelijke positie, migrantenstress, leefsituatie?
5
Opzet artikel Medical Teacher Verschillende onderwerpen die zich voor een MT-artikel zouden kunnen lenen zijn besproken, zoals: - Diepte-interviews met studenten met een migrantenachtergrond, bv. Marokkaanse meisjes (tav het vinden van een vervolgopleidingsplaats, lessen in taal/cultuurverschillen, ervaren discriminatie / segregatie). - Update van inventarisatie van interculturalisatie van medisch onderwijs in Nederland en Vlaanderen en aanvullend onderzoek naar effecten van aangeboden intercultureel onderwijs. - Wat hebben studenten geleerd van intercultureel onderwijs? Waar liggen interesses van studenten, in waarden, normen, verwachtingen? Wat weten studenten van interculturele opleiding? - Kunnen we komen tot een minimumpakket aan wat bij de faculteit zou moeten aangeboden worden wat betreft intercultureel medisch onderwijs? - Meting van culturele competenties in de loop van de opleiding - Training aan kinderartsen (bv. rond astma) over culturele competenties Voordracht In het kader van haar afstudeerscriptie „Gevolgen van etnische en culturele diversiteit voor het medisch onderwijs‟ heeft Katja Lanting (UU) een korte uitleg verzorgd van de belangrijkste bevindingen en aanbevelingen uit haar scriptie, en een exemplaar ervan beschikbaar gesteld voor alle leden van de werkgroep.De auteur pleit onder meer voor een hernieuwde inventarisatie van diversiteit in opleidingen na het in 2001 gepubliceerde overzicht van Van Wieringen. Workshop NVMO-congres 2008 en LMSO: ‘Etnische diversiteit in het medisch onderwijs’ Als onderwerp is gekozen „segregatie‟. Doel van de workshop is: 1) segregatie zelf door de deelnemers te laten ervaren en 2) hoe kunnen ervaren verschillen positief worden ingezet? Door een drietal leden van de werkgroep (Veronica Selleger, Kristin Hendrickx en Katja Lanting) is deze workshop vorm gegeven, waarbij een drietal werkvormen is ingezet: beantwoorden van cultureel-sensitieve vragen, ervaren van impliciete associaties rondom diversiteit en culturele identiteit Instroom buitenlands gediplomeerden, ervaringen in de verschillende faculteiten. Update instroom Saoedische studenten geneeskunde Zowel de ervaringen als knelpunten en leermomenten van de Saoedische studenten geneeskunde in Maastricht en Groningen worden in de bijeenkomsten geregeld tot onderwerp van discussie gemaakt. Aanmelden en informatie Deelname staat in beginsel open voor collega‟s die een bijdrage kunnen leveren aan het bereiken van de doelstellingen van de werkgroep vanuit hun betrokkenheid bij de opleiding geneeskunde Nederland of Vlaanderen. Informatie: Dr. Benno Bonke, voorzitter werkgroep Diversiteit (E-mail:
[email protected]; telefoon: 010-70 43808) 6.3 Docentprofessionalisering Samenstelling van de werkgroep In het afgelopen jaar was de werkgroep als volgt samengesteld: Drs.J.A. Baane, Afd. Opleiding & Studentenzaken AMC, Amsterdam Prof.Dr.P. van Beukelen, Onderwijsbestuur / Leerstoel Kwaliteitsbevordering Diergeneeskundig Onderwijs, Faculteit Diergeneeskunde, Utrecht Drs.R. Engbers, Onderwijsinstituut, UMC St Radboud, Nijmegen Th.E.Fick, chirurg (n.p.), Expertisecentrum voor Onderwijs en Opleiding dO&O, UMC Utrecht Dr.W. de Grave, Capaciteitsgroep O&O, Faculteit Geneeskunde, Universiteit Maastricht Drs. J.C.G. Jacobs, Onderwijsinstituut, VU-mc, Amsterdam Dr.D.D.Mansvelder-Longayroux, Directoraat Onderwijs en Opleidingen, LUMC Prof.Dr.W.M. Molenaar (voorzitter), Centrum Docentprofessionalisering, Onderwijsinstituut FMW, UMCGroningen Dr.J.M.Vervoorn, ACTA (tandheelkunde), Amsterdam
6
Dr.A. Zanting, Opleidingsinstituut Geneeskunde, Erasmus MC, Rotterdam Bijeenkomsten In het afgelopen jaar kwam de werkgroep 2 x formeel bijeen (22 september 2008 en 11 mei 2009); daarnaast werd een lunchbespreking georganiseerd tijdens het NVMO-congres in november. De bijeenkomst in mei bestond uit een vergaderdeel voor de werkgroepleden en een praktisch deel waarvoor ook anderen werden uitgenodigd. Dit deel stond in het teken van „proeven van elkaars trainingen‟ waarin delen van trainingen van verschillende centra met de groep werden uitgevoerd. Activiteiten - Beschrijving Competenties van Docenten en Opleiders in het Medisch Onderwijs. De belangrijkste activiteit in het afgelopen jaar bleef de afronding van de beschrijving van Competenties van Docenten en Opleiders in het Medisch Onderwijs. Het eindrapport is aangeboden aan de opdrachtgever, OCG-DMW. Deze heeft geconstateerd dat de werkgroep de opdracht tot een goed einde heeft gebracht en dank daarvoor uitgesproken. Het rapport is met een positief advies aangeboden aan DMW. Hiermee vervalt de status van de werkgroep als taakgroep van OCG-DMW. - Presentatie AMEE Tijdens het AMEE-congres (september 2008, Praag) werd het raamwerk voor de beschrijvingvan docentcompetenties in het medisch opleidingscontinuϋm gepresenteerd en zeer goed ontvangen. - NVMO congres Tijdens het NVMO congres (13 november 2008, Egmond aan Zee) werd een symposium verzorgd met als titel Competenties en kwalificaties van docenten in het medisch opleidingscontinuüm: docentprofessionalisering in een breder kader; met als gastsprekers Debbie Jaarsma (UU) en Henk van Berkel (UM). Tijdens dit symposium werd de verbinding gelegd tussen de door de werkgroep beschreven docentcompetenties en de landelijk ingestelde basiskwalificatie onderwijs (BKO), gezien vanuit het perspectief van de docent, de docenttrainer en de kwaliteitszorg. - Bijdrage aan congres van het Landelijk Medisch Studenten Overleg Tijdens het LMSO-congres (18 januari 2009, Utrecht) werd een workshop over docentprofessionalisering verzorgd door Anita Jacobs en Peter van Beukelen. Publicaties - W.M.Molenaar, A.Zanting, P.van Beukelen, W.de Grave, J.A.Baane, J.A.Bustraan, R.Engbers, Th.E.Fick, J.C.G. Jacobs, J.M.Vervoorn A Framework of Teaching Competencies across the Medical Education Continuum. Medical Teacher, in press. - Taakgroep Docentkwalificatie OCG-DMW, tevens Werkgroep Docentprofessionalisering NVMO. Competenties van Docenten en Opleiders In het Medisch Opleidingscontinuüm. Brochure NFU, in press. 6.4 E-learning Doel De werkgroep E-learning houdt zich bezig met opleiden en leren met behulp van informatie- en communicatietechnologie in het medisch onderwijs, in de meest brede zin van het woord. De werkgroep bestaat sinds 1992 en fungeert als platform voor uitwisseling van ervaringen, expertise en concrete producten, zoals elektronisch lesmateriaal. Tevens is de werkgroep beschikbaar als adviesorgaan voor NVMO-leden. De leden van de werkgroep komen regelmatig bij elkaar voor het discussiëren over nieuwe ontwikkelingen en het gezamenlijk bekijken van nieuwe toepassingen. Vanuit de werkgroep worden initiatieven genomen voor gezamenlijke projecten, publicaties en presentaties op het gebied van medische toepassingen van e-learning, met als doel verspreiding van kennis over de mogelijkheden van e-learning binnen het medisch onderwijs. Kernleden 2009 Voorzitter: Mw. drs. M.E.W. Dankbaar (Erasmus MC) Secretaris: Drs. M Doets (Erasmus MC) Penningmeester: Mw. drs. N.R. Bos (AMC)
7
De werkgroep bestaat uit 36 leden (maart 2009), waaronder vertegenwoordigers van alle Nederlandse UMC's, de Universiteit van Gent en de opleiding Technische Geneeskunde (Universiteit Twente). Alle leden van de werkgroep zijn NVMO-lid. Bijeenkomsten De werkgroep komt 5 keer per jaar bij elkaar op één van de aangesloten instituten. 's Morgens wordt er kort vergaderd en worden ervaringen uitgewisseld (o.a. elkaar informeren over projecten in ontwikkeling, om dubbeling te voorkomen). 's Middags vinden er presentaties plaats over relevante onderwerpen of wordt een werkbezoek afgelegd. De volgende onderwerpen zijn in het afgelopen jaar aan bod gekomen: - Gaming voor patiënten en andere projecten UMCU Utrecht (22 september 2008) - Video in het onderwijs, bij instituut Beeld en Geluid Hilversum (25 november 2008) - Elektronische toetsing (21 januari 2009) - Open standaarden en e-learning (19 maart 2009, opengesteld voor niet-werkgroep leden) - Klinische vaardigheden en e-learning, toegankelijk voor alle NVMO-leden (12 mei 2009) Congresbijdragen 2008 De werkgroepleden zijn actief in het presenteren van nieuwe toepassingen, ervaringen en onderzoeksresultaten op congressen in binnen- en buitenland. In 2008 gebeurde dat onder andere op het IAMSE congres (Salt Lake City, juli 2008), de AMEE- (Praag, september 2009) en het NVMO-congres. In de bijlage is een overzicht opgenomen van de bijdragen. Studiereis UK Van 20 tot en met 24 april 2009 hebben 9 leden van de werkgroep E-learning een bezoek gebracht aan 5 instituten in het Verenigd Koninkrijk, om te leren van de ervaringen daar rond specifieke thema‟s (social software, video en open standaarden) en eigen ervaringen te delen. Een uitgebreid verslag van deze studiereis zal binnenkort uitkomen. Cursus MasterPro Het LUMC heeft een e-learning ontwikkelpakket ontwikkeld, met de naam MASTER Pro (http://MasterPRO.nl), waarmee medische e-learningmodules ontwikkeld kunnen worden. Om het aantal modules toe te laten nemen en om uitwisseling hiervan tussen UMC's te bevorderen, is in mei/juni 2009 een tweedaagse cursus gegeven worden voor NVMO-leden. Deze cursus wordt gesubsidieerd door het NVMO-bestuur en het LUMC; ook betalen de deelnemers een bescheiden eigen bijdrage. Rond de 15 deelnemers hebben deze cursus gevolgd. Overzicht bijdragen leden NVMO Werkgroep E-learning aan congressen - AMEE-congres (Praag, september 2008) 1. Bloemendaal PM, Eggermont S, van Baalen JM. Online teaching of medical staff with MASTER PRO. (Short communication) 2. Bos, N.R., Weerd, M van der. Reliability of computer based testing compared to paper based testing. (poster) 3. Dankbaar MEW, Turk RFM, van Beeck EF. Wiki‟s and online peer review to stimulate collaborative learning during clerkships. (short communication) 4. Donkers HHLM, de Leng B et al. (eViP Program team). Virtual Patients in medical and healthcare curricula: How to use them successfully? 5. Goris J. PASTEL: a novel method to judge the quality of medical E-learning material. (short communication) 6. Hols-Elders W, Bloemendaal PM, Bos NR, Plank L van der, Sijstermans R, Schade M. The Practice of Computer-Based Assessment in Medical Education. (Pre-conference workshop) 7. Jong PGM de, Sijstermans R, Bos NR, Bolk JH, Maas M. Didactic issues on using audience response systems in education. (large group session) 8. Matera A, te Pas E. Implementation of eLearning in an academic hospital. (poster) 9. Riedstra AW, Jong PGM de, Bolk JH. Teaching basic sciences by audio tours in the Anatomical Museum. (poster) 10. Vogel MJA, Kolkman S, Maas M. Mark-ups in e-based radiology: a useful tool? (poster) 11. Warmerdam AM, Eggermont S, Bloemendaal PM. Ortello, a collaborative radiotherapy Elearning environment for radiotherapy technologists. (Short communication) - NVMO-congres (Egmond aan Zee, november 2008) 1. Bloemendaal PM, Eggermont S, van Baalen JM. MASTER PRO, een nieuw ontwikkelpakket voor E-learning modules. (paper)
8
2. Bos, NR, Weerd, M van der, Sijstermans, R. Betrouwbaarheid van computer based testing vergeleken met paper based testing. 3. Dankbaar MEW, Gobee OP. Toepassingen en trends in e-learning: maken we er optimaal gebruik van? Minisymposium door werkgroep E-learning. 4. Dankbaar MEW, Doets M, Lange JF. E-learning beleid ontwikkelen en implementeren. (workshop) 5. Eggermont S, Bloemendaal PM, Dijkstra PDS. E-learning ter voorbereiding op een nascholingscursus. (Paper) 6. Gobée OP, Jansma D, Straaten J van der. AnatomicalTerms.info: online vertaling van anatomische termen en eponymen. (paper) 7. Jansma D, Gobée OP, Gittenberger-de Groot AC. Beter voorbereid op het practicum door CASK Preclass. (paper) 8. Jong PGM de, Kies DA, Bolk JH. Het gebruik van E-book readers in het onderwijs. (poster) 9. Riedstra AW, Thiadens HA, Bolk, JH. Waardering van studenten voor het gebruik van videoconsulten in het onderwijs. (paper) 10. Sijstermans R, Bos NR, Jong PGM. de. Toepassen van Audience Response Systemen in onderwijs: het maken van interactieve dia‟s en de didactische aspecten van het gebruik ervan. (workshop) 11. Turk RFM, Dankbaar MEW, van Beeck EF. E-learning in het co-schap sociale geneeskunde van het Erasmus MC. (paper) 12. Verhoeven BH, Govaerts MJB, Donkers HHLM, Driessen E, Dornan T, Brackel HJL, van der Vleuten CPM. ToetsServiceSysteem in de praktijk. (workshop) 13. Vogel MJA, Kolkman S, Maas M. Kleuren overlays in E-learning radiologie: een handige bijdrage in onderwijs? (poster) 14. Willems LNA, Jong PGM de. Wat leren tweedejaars geneeskundestudenten van spreekuurobservaties? Een enquête onder studenten. (paper) - Onderwijs Research Dagen (Leuven, België, 27-29 mei 2009) 1. Verstegen, D.M.L. & Leng, B. de (2009). : Blended learning met complex visueel materiaal: het gebruik van virtual slides voor practica microscopie, Paper. - IAMSE-congres (Leiden, juli 2009) 1. New Set-ups for Teaching Anatomy, O.P. Gobée, D. Jansma, A.C. Gittenberger-de Groot, R.E. Poelmann, M.C. de Ruiter, WORKSHOP 2. Social Software in Medical Education; MEW Dankbaar, M Doets, WORKSHOP 3. Creating an Audio Tour for the Anatomical Museum, AW Riedstra, WORKSHOP 4. Audience Response Systems, Do's and Don'ts, R Sijstermans, NR Bos, WORKSHOP 5. Simulators in the Basic and the Post-Graduate Curriculum, R Burie, B Lansdorp, FOCUS SESSIE 6. Blended Learning Approach for Teaching Anatomy; O.P. Gobée, D. Jansma, A.C. Gittenberger-de Groot, R.E. Poelmann, M.C. de Ruiter, B.P. Hierck, FOCUS SESSIE 7. Scientific Skills in Dutch Medical Schools; M.H.W. Hooiveld, G. Croiset, F.W. Dekker, A. de Goeij, R.S.G. Holdrinet, E.S. Houwaart, J. Korevaar, E.J. Spierenburg, FOCUS SESSIE 8. The use of EBook Readers in Undergraduate Medical Education, DA Kies, PGM de Jong, POSTER 6.5 Medische vervolgopleidingen Aanleiding Idee voor deze werkgroep is ontstaan vanuit gedachte dat expertise van BBOV niet verloren moet gaan, maar worden verzilverd en uitgebreid. Die expertise bestaat uit: - onderwijskundige expertise m.b.t. de medische vervolgopleidingen - expertise op het gebied van de algemene competenties - expertise op het gebied van verandermanagement - kennis van de diversiteit aan opleidingsculturen Doel Werkgroep biedt een platform voor: - uitwisseling van ervaringen m.b.t. MVO (in brede zin, dus ook mondarts, MMB, chemie etc)
9
samenbrengen, delen en vergroten van expertise m.b.t. opleiden van medische professionals - stimuleren van onderzoek op gebied van medische vervolgopleidingen. - volgen van ontwikkelingen rond MVO; signaleren en analyseren van trends en vragen - onderhouden van contacten, ook buiten de werkgroep, eventueel ook internationaal NB: een belangrijk verschil met het project In VIVO, waarin ook expertise gebundeld is op het gebied van de MVO, is dat de werkgroep een structureel en geen tijdelijk karakter heeft, niet beperkt is tot twee specialismen en niet opgericht wordt om een concreet product/resultaat af te leveren. Wat doen we ? - Verzamelen van kennis en informatie over de MVO - Beschikbaar stellen van informatie over MVO via website NVMO; verwijzen naar andere websites waar mogelijk. Betreft in elk geval best practices, b.v. regionale opleidingsplannen. T.z.t. misschien de inhoud van de website In VIVO hiernaar over hevelen. Daarnaast ook informatie over lopend en afgerond onderzoek, eventueel met discussieplatform. Ook literatuur-tips, internationale ontwikkelingen, websites en congressen en een speciale rubriek voor de AIOS - Twee keer per jaar organiseren van bijeenkomst voor alle geïnteresseerde NVMO-leden die betrokken zijn bij MVO, desgewenst met externe sprekers (in elk geval tijdens NVMO congres of eventueel een preconference meeting). - Bijdragen leveren aan andere congressen; in elk geval streven naar een jaarlijkse bijdrage aan het AMEE-congres, b.v. in de vorm van een preconference workshop, zo mogelijk internationaal opgezet - Studiereizen en werkbezoeken (bv Engeland en Denmarken) om te spiegelen - ……. Wie zitten er in ? In principe kan iedereen met expertise rond de MVO die ook NVMO-lid is, lid worden van de werkgroep. We denken met name aan: - Leden voormalige BBOV - Bij In VIVO betrokkenen - Opleiders - Vertegenwoordigers van wetenschappelijke verenigingen - Vertegenwoordigers van aios (via LVAG, jonge orde en kernteams In VIVO te benaderen) - Voorzitters van COC‟s en bestuurlijke OOR-en - Leden van de werkgroep modernisering van het CCMS Het idee is dat er een actieve kerngroep is, die activiteiten voorbereidt; de bovenstaande personen hebben aangegeven daarin te willen participeren. Daarom heen zal hopelijk een grotere groep leden zijn die niet actief aan de voorbereiding bijdragen, maar wel regelmatig aanwezig zijn en input leveren Hanneke Mulder zal voorzitter zijn. Potentiële leden zullen binnenkort met een brief op de hoogte worden gesteld van het bestaan van de werkgroep. Wanneer activiteiten ? - Jaarlijks minimaal 2 grote bijeenkomsten, tenminste 1 x gekoppeld NVMO congres. Voor het NVMO-congres van 2009 is inmiddels een abstract ingediend voor een ronde tafel: zie bijlage. In november 2009 eerste thema vaststellen en bepalen wie dat uitwerkt voor de bijeenkomst van april/mei. - Jaarlijks bijdrage aan AMEE-congres; NB: tegen de zomer van 2009 willen we een preconference-workshop voor AMEE 2010 voorbereiden! Gedacht wordt aan bijv. opleidingsrichtlijnen, implementatie vernieuwde opleidingsplannen of implementatie MiniCEX. - Continu website vullen - Jaarlijks bijdrage in TMO. Werkwijze - Naast de minimaal twee grote bijeenkomsten per jaar funcioneert de kleine kerngroep (soort DB) die vaker bijeen komt om vaart erin te houden en activiteiten voor te bereiden. - Secretariaat: Hanneke zal onderzoeken of het mogelijk is secretariële ondersteuning te krijgen vanuit de NVMO. -
10
6.6 Portfolio Doelen Doel van de werkgroep is het uitwisselen van ervaringen, inzichten en materialen, het opbouwen van een gemeenschappelijk begrippenkader rondom portfolio en het afstemmen van onderzoeksactiviteiten rond portfolio. De werkgroep is bedoeld voor personen die ook daadwerkelijk praktisch bezig zijn met het ontwikkelen van portfolio‟s binnen medisch onderwijs. Met medisch onderwijs wordt naast de basisopleiding nadrukkelijk ook de vervolgopleidingen bedoeld. Verder maken studenten deel uit van de werkgroep. Samenstelling Het kernteam bestaat uit Hanke Dekker (Groningen en voorzitter), Erik Driessen (Maastricht), Edith ter Braak (Utrecht), Fedde Scheele (Amsterdam, Lucas Andreas Ziekenhuis), Jan van Tartwijk (lLeiden) en Cees van der Vleuten (Maastricht). Naast dit kernteam bestaat de werkgroep uit 47 mensen die participeren aan activiteiten van de werkgroep. Wisseling voorzitter In het jaar 2008 – 2009 heeft Erik Driessen, de opstarter van de werkgroep portfolio, na vijf jaar voorzitterschap de hamer over gedragen aan Hanke Dekker. Artikel voor Medical Teacher De werkgroep, en dan met name de voorzitter, is dit jaar druk bezig geweest met het schrijven van een artikel over „mentoring portfolio use in under- and postgraduate training‟. Zes deelnemers van de werkgroep hebben geparticipeerd aan dit onderzoek door middel van een gestructureerd interview en anderen hebben bijgedragen door het invullen van een digitale vragenlijst. De editor en de reviewers hebben, mits de feedback adequaat verwerkt wordt, aangegeven dat dit artikel te kunnen plaatsen in het tijdschrift Medical Teacher. Symposium NVMO congres Verder heeft de werkgroep een symposium georganiseerd op het NVMO Congres over begeleidingsgesprekken naar aanleiding van een portfolio. Dit symposium werden druk bezocht en goed gewaardeerd. 6.7 Praktijk van het Medisch Onderwijs (PMO) Doelstelling De NVMO-werkgroep Praktijk van het Medisch Onderwijs (PMO) stelt zich primair ten doel om de uitwisseling van kennis en ervaring tussen medewerkers in het praktisch medisch onderwijs aan de verschillende medische opleidingen te bevorderen. Afgeleid hiervan wordt beoogd om de discussie over ontwikkelingen en plannen met betrekking tot het praktisch medisch onderwijs aan de medische faculteiten te bevorderen en zo nodig adviezen te formuleren. Deze werkgroep is géén expertisegroep; het gaat niet zozeer om het samenbrengen en ontwikkelen van expertise, maar om het uitwisselen van expertise. Werkwijze Jaarlijks worden vijf bijeenkomsten georganiseerd, waarvan één tijdens het NVMO-congres. De vier overige bijeenkomsten vinden plaats het Vergadercentrum AZU van het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU) van 14.00 – 17.00 uur. De bijeenkomsten worden aangekondigd in mailings aan NVMO-leden, op de NVMO-website en indien mogelijk in het Tijdschrift voor Medisch Onderwijs (TMO). Tijdens een bijeenkomst wordt een onderwerp ingeleid door een of meerdere collega‟s uit het medisch onderwijsveld. Zij beschrijven een thema‟s aan de hand van een vraagstelling. De locale aanpak, ervaringen of ontwikkeling van dit thema worden besproken. Vervolgens volgt een uitwisseling van ervaringen en visies van andere deelnemers, bijvoorbeeld aan de hand van stellingen of vragen. Deelnemers ontvangen na afloop een mailing met een link naar de NVMO-website. De presentaties en ander relevant materiaal zoals achtergrondartikelen worden daar opgeslagen. Dit materiaal is voor iedereen toegankelijk. Een ieder die betrokken is bij ontwikkeling en uitvoering van het praktisch medisch onderwijs kan onderwerpen voor bijeenkomsten aandragen. Participatie De bijeenkomsten zijn bedoeld voor alle NVMO-leden, in het bijzonder de betrokkenen en geïnteresseerden in een bepaald onderwerp. Dit kunnen artsen, opleiders, coördinatoren, psychologen, onderwijskundigen uit zowel de academische en perifere ziekenhuizen zijn. Zij
11
kunnen zich tot één week vóór de bijeenkomst opgeven voor deelname. Daarna volgt bevestiging per email met eventuele aanvullende vragen of instructies ten aanzien van het onderwerp. Ook niet NVMO-leden worden toegelaten. Hen wordt gewezen op het lidmaatschap van het NVMO. Coördinatie De coördinatie van de activiteiten van de werkgroep ligt in handen van Monica van de Ridder, Albert Schweitzer ziekenhuis (ASz) en Maarten Verwijnen, Universiteit Maastricht (UM). Werkzaamheden Ná november 2006 is begonnen met het benaderen van álle NVMO-leden. Deze werkwijze heeft tot dusver geleid tot een toename van de participatie en een vergroting van diversiteit qua achtergrond van de participanten en een verlevendiging van de uitwisseling van kennis, ervaringen en visies. Evaluaties zijn positief; er wordt door de deelnemers uitgesproken om dit concept vooralsnog te handhaven. Bijeenkomsten: - 24 september 2008: Creatieve werkvormen in het medisch onderwijs Ingrid-Emilie Wouterlood (UMCU), Judith Sieben (UM ), Theo Voorn (UMCN ), Veronica Selliger (VUmc). Opgaven: 30, Deelnemers: 24. - NVMO-congres: PGO leer je zo. Marijke Kruithof (FHML-UM). Deelnemers: ongeveer 25-30. Beschrijving: zie abstraxct NVMO-congres 2008. - 13 januari 2009: E-learning voor vaardigheidsonderwijs. Mary Dankbaar (ErasmusMC), Jan Kruize (UMCG), Albert Lemmens (UMCN). Opgaven: 38, Deelnemers: 30. - 18 maart 2009: Omgaan met weerstanden in de opleiding en de werkomgeving van artsen. Lodewijk Schmit Jongbloed (LSJ Medisch Projectbureau) en George Smits (Bureau Smits & Beerends). Opgaven: 21, Deelnemers: 14. - 14 mei 2009: Communicatie vaardigheden omtrent sterven en dood. Frans Grosfeld (UMCU). Deze bijeenkomst is geannuleerd. In plaats daarvan: - 1 juli 2009: “Dat beloof ik…” Ingrid-Emilie Wouterlood (UMCU). Evaluatie Uit de evaluaties blijkt dat de PMO-bijeenkomsten goed worden gewaardeerd. Aandachtspunten zijn de werkvormen en opdrachten. Deelnemers willen soms meer interactie dan datgene wat geboden werd. Daarnaast – en dat hangt natuurlijk met de werkvormen en opdrachten samen- is er nog meer behoefte aan het uitwisselen van ervaringen. De bijeenkomsten worden veelal bezocht door mensen met een medische studie-achtergrond, die veelal werkzaam zijn in de academische ziekenhuizen, en dan met name in de basisopleiding. Opvallend is dat er in de bijeenkomsten die geëvalueerd zijn, geen of weinig betrokkenen in perifere opleidingsziekenhuizen werkzaam zijn en dat er weinig bezoekers bij de vervolgopleidingen betrokken zijn. 6.8 Professioneel gedrag Doelen - Uitwisseling van ervaringen, delen van kennis en vergroten van expertise m.b.t. professioneel gedrag - Bijhouden van nieuwe ontwikkelingen, nieuwe literatuur bespreken - Bespreken casuïstiek mbt onprofessioneel handelen - Expertise groep tbv anderen bv VSNU. - Bijdrage leveren aan conferenties cq congressen (NVMO congres, IAMSE, AMEE ed) Werkwijze - Er zijn reguliere bijeenkomsten van de voltallige werkgroep, gemiddeld 4x per jaar op diverse locaties - Binnen de werkgroep zijn er voor het eerst ook subgroepen actief rondom een bepaald thema. De thema‟s die we nu geformuleerd hebben zijn : protocol medische faculteiten iudicium abeundi (1), protocol onderwijs en toetsing professioneel gedrag (2); omgaan met disfunctionerende AIOS (3). Uiteindelijk zal elke “themagroep” een richtlijn produceren tav het onderwerp. Deze themagroepen komen bijeen naast de reguliere bijeenkomsten van de voltallige landelijke groep De tweede themagroep zal ook de basis leggen voor artikel in Medical Teacher (onderwijs en
12
toetsing PG in Nederland) Gelet op de ontwikkelingen van de nieuwe wet WHOO (Wet Versterking Besturing) heeft met name de themagroep die zich bezighoudt met protocol iudicium abeundi veel werk verricht de afgelopen maanden Wie zitten er in ? Vertegenwoordigers van faculteiten diergeneeskunde, tandheelkunde en geneeskunde. Eveneens jurist en studentleden. In het algemeen komt er 1 vertegenwoordiger per instelling: Scheltus van Luijk (vz; gen; VUmc) Marcel Fabriek (gen; AMC) Benno Bonke (gen; EUR) Nathalie Lak (gen; student Utrecht) Nicolle Asselbers-Brull (gen; VUmc) Nicole Mastenbroek (diergen; Utrecht) Enne Feenstra (thk; UMCG) Trudy Miltenburg (diergen; Utrecht) Evelyn van Wheel (gen; UMCN) Paul van Katwijk (Universiteit Twente) Judith Prins (gen; UMCN) Ronald Gorter (ACTA (thk; ACTA) Leo Aukes (gen; UMCG) Saskia van Kuppeveld (gen;UMCN) Thiany Ong (thk; ACTA) Thijs Wingelaar (student VUmc) Walther van Mook (gen; MUMS) Wolther Brands (thk; UMCN) J.Meijer (gen; LUMC) 6.9 Simulatie- en gestandaardiseerde patiënten Doelstelling De werkgroep heeft zich tot doel gesteld verschillende thema‟s m.b.t. het werken met simulatieen gestandaardiseerde patiënten uit te werken, waarbij ervaringen binnen de verschillende geneeskunde faculteiten worden uitgewisseld. Thema‟s binnen dit gebied zijn: selectie, motivatie, trainingsmethodieken, afbakening van expertisedomeinen (m.n. gebied van feedback), schrijven van rollen, logistiek, integratie van communicatie/ lichamelijk onderzoek/professioneel gedrag, technische opnametechnieken, evaluatie, en vaardigheden van de SP/GP trainer. Benadrukt moet worden dat het expertise domein van de werkgroep zich beperkt tot de methodologie van S&GP en zich niet uitstrekt tot het domein van communicatie vaardigheden. Uiteindelijk is het streven van de werkgroep om te komen tot het gezamenlijk opstellen van richtlijnen en het aansturen van onderzoek met betrekking tot het gebruik van simulatie en gestandaardiseerde patiënten. Werkwijze en vergaderfrequentie De vergaderfrequentie is vastgesteld op drie bijeenkomsten per jaar, 3 uur lengte, locatie Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU), uitgezonderd één bijeenkomst voorafgaande aan NVMO-congres. Tijdens elke bijeenkomst worden ervaringen uitgewisseld. Daarnaast worden voor elke bijeenkomst een of meerdere thema‟s gekozen, die nader belicht worden. Deelnemers ontvangen na afloop een samenvattend verslag met actiepunten. Secretariaat wordt voorlopig gevoerd door Skillslab, FHML (Maastricht). Voorzitter is JJ Rethans, eveneens van Skillslab, FHML (Maastricht). Participatie Alle deelnemers zijn NVMO-leden, die betrokken zijn bij de coördinatie, werving, selectie en/of training, en onderzoek van simulatie- of gestandaardiseerde patiënten. Aantal leden op mailinglijst is gestegen tot N=20. - Vanuit Belgie is het Skillslab Gent toegevoegd - UvA heeft momenteel geen vertegenwoordiger
13
Leids Universitair Medisch Centrum heeft wel vertegenwoordiger, maar deze geeft geen reactie meer. Overzicht bijeenkomsten 12 november 2008 (voorafgaande aan NVMO-congres). Deelnemers:13 Bespreken van werkwijze as jaar en voorbereiden van NVMO-presentatie de dag erop 02 Februari 2009. Deelnemers: 10. Onderwerpen: - vaststellen van een thema-prioriteiten lijst cq jaarplan. Het is de bedoeling dat twee deelnemers per vergadering een thema voorbereiden en presenteren. - Thema bespreking: Het schrijven rollen en uitwisselen van casuïstiek. Dit heeft erin geresulteerd dat het plan is opgevat dat alle instituten hun rollen op een centrale digitale beschermde plaats zetten (NVMO-site?) en daarmee casuistiek kunnen uitwisselen. Momenteel vindt deze inventarisatie plaats. 12 mei 2009 (aanstaande) - Themabespreking: Trainingsmethodieken voor SPs - Vaststellen evt Presentatie tijdens as NVMO congres Presentatie tijdens NVMO congres 2008 De werkgroep heeft zich tijdens NVMO congres gepresenteerd via een symposium “Parels aan onze kroon: inzet van simulatiepatiënten in het communicatieonderwijs aan geneeskundestudenten” (coördinator F. Grosfeld, UMCU). Promotie Een van de leden van de werkgroep (Mw. L. Bokken, FHML, Maastricht) is in maart jl gepromoveerd op een proefschrift over SPs (Innovated use of simulated patient for educational purposes). -
6.10Skills- en simulatietechnieken Samenstelling van de werkgroep De werkgroep bestaat uit de leden van het bestuur van de Dutch Society for Simulation in Healthcare (DSSH): Prof.dr. Guid Oei, gynaecoloog Máxima Medisch Centrum Eindhoven-Veldhoven Dr.ir. Frank Delbressine, wetenschappelijk onderzoeker, Industrial Design Technische Universiteit Eindhoven Dr, Marlies Schijven, hoofd Klinisch Vaardigheids Onderwijs, chirurg UMC, Utrecht Prof.dr. Fedde Scheele, gynaecoloog en teaching professor, St. Lucas Andreas/VUMC, Amsterdam Prof.dr. Jan Borleffs, pro-decaan onderwijs en opleiding faculteit medische wetenschappen UMC Groningen Over de DSSH De DSSH is in maart 2007 opgericht, met als voorbeeld de eerder opgerichte buitenlandse verenigingen: - Society in Europe for Simulation Applied to Medicine (SESAM), opgericht in 1994 en - Society for Simulation in Healthcare (SSH), 2000 leden, opgericht in januari 2004 in de VS. Activiteiten Najaarsvergadering september 2008: onderzoekers sessie UMC Utrecht In de onderzoekers sessie op de najaarsvergadering is aandacht geschonken aan nieuw onderzoek dat plaatsvindt in Nederland op het gebied van medische simulatie. De promovendi kregen de kans een blik te gunnen in de voortgang van hun onderzoek. De onderzoekers konden hun eerste resultaten laten zien en stonden open voor feedback. De bedoeling van de sessie was om laagdrempelig met elkaar van gedachten te wisselen over de inhoud van het onderzoek. Door veel en vaak met elkaar open te discussiëren over het onderzoek dat in Nederland op simulatiegebied plaatsvindt hoopt de DSSH een forum te creëren waar nieuwe ideeën een vruchtbare bodem zullen vinden om tot bloei te kunnen komen. Wellicht zullen op die wijze ook samenwerkingsverbanden gevormd kunnen worden die leiden tot succesvolle subsidie aanvragen en goed wetenschappelijk onderzoek. Het ging op de najaarsvergadering andere over de technische ontwikkeling van nieuwe simulatoren, de onderwijskundige evaluatie van bestaande simulatoren, evidence based onderzoek naar de effectiviteit van simulatie training en video observatie van teams. De presentaties zijn te vinden op de website van de DSSH: www.dssh.nl
14
Voorjaarssymposium maart 2009 Op 13 maart 2009 jl. vond in Rotterdam het voorjaarssymposium van de DSSH plaats. Een zeer inspirerende dag heeft plaatsgevonden. Onder de bezoekers (meer dan 160 aanwezigen) medisch specialisten, onderwijskundigen, leden van Raden van Bestuur van diverse ziekenhuis, gezagvoerders, verpleegkundigen, managers en werknemers van skillslaboratoria en vaardigheidscentra, vertegenwoordigers van de Nederlandse Zorg Autoriteit, Inspecteurs voor de Volksgezondheid, onderzoekers, ingenieurs, soft- en hardware developers, vertegenwoordigers van diverse firma‟s, sponsoren en anderen. De presentaties zijn te vinden op de website van de DSSH: www.dssh.nl 6.11Wetenschappelijke vorming Inleiding De NVMO werkgroep Wetenschappelijke Vorming (W.V.) is opgericht op 16 januari 2008 naar aanleiding van een behoefte om inzicht te krijgen in de wetenschappelijke vorming van medische studenten in Nederland. Alle medische faculteiten zijn vertegenwoordigd en participeren met twee leden (zie bijlage 1.), die nauw betrokken zijn bij het onderwijs en toonaangevende posities binnen hun UMC innemen. De werkgroepleden worden gesteund door de decanen van hun faculteit. Leden AMC-UvA: dr. Nijnke van Dijk (
[email protected]) Joke Korevaar (
[email protected]) MUMC: dr. Ton de Goeij (
[email protected]) dr. Jeroen P. Kooman (
[email protected]) Erasmus MC: prof.dr. M.A. Frens (
[email protected]) drs. Emely J. Spierenburg (
[email protected]) LUMC: dr. Friedo W. Dekker (
[email protected]) UMC St. Radboud: drs. Jan Bulte (
[email protected]) prof.dr. Rob S.G. Holdrinet (
[email protected]) UMCG: UMCU: VUmc:
prof.dr. Hanneke C. Kluin-Nelemans (
[email protected]) dr.ing. Michiel H.W. Hooiveld (
[email protected]) prof.dr. Gerda Croiset (
[email protected]) dr. Marijke R. van Dijk (
[email protected]) prof.dr. Eddy S. Houwaart (
[email protected]) dr. I.J. van Wijk (
[email protected])
Bijeenkomsten Tijdens deze bijeenkomsten werd het doel van de werkgroep geformuleerd en is er een startdocument voor het bestuur van de NVMO voorbereid. Het bestuur heeft op 30 mei 2008 in haar vergadering besloten dat deze werkgroep, een officiële NVMO werkgroep „Wetenschappelijke Vorming‟ mag worden. Vervolgens heeft de werkgroep een inventarisatie van de wetenschappelijke vorming binnen de medische curricula gemaakt, een discussiesessie gewijd aan „wat is het verschil tussen academische en wetenschappelijke vorming‟, een CWTSanalyse uitgevoerd van de wetenschappelijke output van medische studenten (in 2006 en 2007; het jaar van afstuderen). Tevens werden 2 sessies voor het NVMO congres 2008 voorbereid. Inventarisatie publicaties geneeskundestudenten; CWTS-analyse Dr. Friedo Dekker (LUMC) heeft een CWTS cohortanalyse laten maken van de wetenschappelijke output van medische studenten, die afgestudeerd zijn in 2006-2007. Uit voorlopige gegevens blijkt dat ca. 1 op de drie studenten medeauteur is op een artikel in een peer reviewed journal (in het jaar, waarin zij afstuderen). NVMO congres 2008 De werkgroep heeft tijdens het NVMO Congres 2008 twee activiteiten georganiseerd: - Symposium, „Wetenschappelijke vorming tijdens het medisch opleidingscontinuüm‟, gewijd aan de inventarisatie van studieonderdelen ten behoeve van wetenschappelijke vorming binnen de Nederlandse medische curricula. Ook zijn de meer bijzondere programma‟s gepresenteerd, zoals de researchmasters in Rotterdam, de opleidingen tot arts/klinisch onderzoeker SUMMA in Utrecht en de A-KO in Maastricht, en het JSM Bachelor „Honours‟- en
15
MD/PhD-traject in Groningen. Tevens werd tijdens dit symposium de CWTS-analyse gepresenteerd. - Ronde tafel bijeenkomst, „De arts(opleiding) en wetenschappelijke vorming. Nieuwe kansen en creatieve oplossingen‟, voorbereid door prof.dr. R. Holdrinet over Gender en wetenschappelijke carrière. Als gastpreker is mevr.prof.dr. C.A.F.M. Bruijnzeel-Koomen, opleider dermatologie UMC Utrecht gevraagd om te spreken over haar bevindingen ten aanzien van wetenschappelijke output van afgestudeerde artsen, artsen in opleiding tot dermatoloog en specialisten. De uitkomst is dat velen, zowel mannen als vrouwen wetenschappelijk onderzoek verrichten om een opleidingsplaats te kunnen bemachtigen. Na de promotie en specialisatie is er slechts een enkeling, die wetenschappelijk onderzoek verricht. Het gaat om de zeer gemotiveerden (man en vrouw). Er ontstond een discussie over de waarde van het verrichten van wetenschappelijk onderzoek tijdens het medische curriculum. Artikel Medical Teacher Een eerste conceptversie is aangeboden aan het bestuur van het NVMO van een artikel voor het tijdschrift Medical Teacher over de status van wetenschappelijke vorming binnen de acht Nederlandse medische faculteiten. Er worden verdere analyses gedaan door het CWTS met als doel de wetenschappelijke output (publicaties in peer reviewed tijdschriften) van medische studenten in kaart te brengen. Dit is gedaan voor het cohort dat in 2006-2007 afgestudeerd is en zal worden aangevuld met het cohort van 2005 en 2008. Deze analyses zullen worden uitgevoerd in het LUMC. De resultaten zullen gebruikt worden voor een publicatie. Dr. Friedo Dekker (LUMC) is hier de trekker van. IAMSE Op het IAMSE congres te Leiden is vanuit de werkgroep een Focussessie, getiteld „Scientific Training in Dutch Medical Schools‟, verzorgd met al thema wetenschappelijke vorming binnen de Nederlandse medische curricula.
7.
PROMOVENDINETWERK
Promovendidag 17 april 2009 De jaarlijkse promovendidag is altijd een inspirerende dag, waarop naast het uitwisselen van onderzoeksresultaten ook het ontmoeten van andere promovendi centraal staat. Naast plenaire sessies over ethische toetsing en de begeleiding door supervisoren waren er interactieve, kleinere sessies (bijv. de nieuwe keuzesessie over intervisie, meet-the-expert). Hieronder geeft de NVMO promovendigroep een korte impressie van de verschillende onderdelen van dag. Ethische toetsing, Plenaire sessie Zomaar publiceren van onderzoek, zonder dat hiervoor goedkeuring is gevraagd aan de ethische commissie is er zeer spoedig niet meer bij. Ook in het medisch onderwijskundig onderzoek wordt namelijk gewerkt met proefpersonen, en hiervoor is het gewenst om kritisch te blijven kijken naar de opzet van het onderzoek. Tijdschriften accepteerden eerder de verklaring: “dat is niet nodig in Nederland”, maar dat lijkt te veranderen. Zij worden strenger, en willen ook een ethische toetsing zien voordat het onderzoek is uitgevoerd. In de toekomst moeten wij dus als onderzoekers onze onderzoeksplannen ethisch laten toetsten. Olle ten Cate sprak in zijn presentatie over consequenties voor huidig en toekomstig onderzoek, en hoe we mogelijk een NVMO ethische commissie voor onderwijskundig onderzoek zullen gaan krijgen. Wordt vervolgd dus. Presentaties eigen onderzoek In totaal kozen 17 promovendi voor het houden van een presentatie over eigen werk. Deze presentaties gingen over: 1) curriculum ontwikkeling & evaluatie, 2) individuele verschillen, 3) toetsing en 4) klinische fase. Het meeste gepresenteerde onderzoek vond plaats in de context van het werkplekleren (basisopleiding en vervolgopleiding). Daarbij draaide het veelal om de kwaliteit van de supervisoren, om de balans tussen leren en toetsen en om de inrichting van de toetsing. Onderzoek in de preklinische fase ging veel over de basisvakken, motivatie en drop out. De presentatoren brachten vaak een vraag in, die tot interessante discussies leidden. Voorbeelden van vragen in deze discussies waren: Hoe valideer je onderwijs? Hoe verloopt de motivatie gedurende de opleiding tot specialist? Hoe subjectief is toetsing? Hoe kun je onderwijs meer evidence-based
16
maken?. Intervisie Intervisie stond voor het eerst op het programma. Dit onderdeel past goed binnen de doelstelling van de promovendidag, waarin netwerken en elkaar ondersteunen belangrijk is. De promovendi kwamen bijeen in kleine groepen (maximaal 6 deelnemers) onder leiding van een voorzitter. In deze sessies werd na een korte introductie een aantal door deelnemers ingebrachte vragen besproken. De gekozen vragen werden verder verduidelijkt door de inbrenger, waarna de hele groep de vraag besprak en oplossingen probeerde te vinden. Vragen gingen bijvoorbeeld over hoe je als promovendus zou moeten omgaan met de begeleider en hoe je het onderzoek zou moeten opzetten. Sommige deelnemers zetten de intervisie zelf op eigen initiatief voort tijdens de lunch, anderen gaven de voorkeur aan de rondleiding door een aantal dierverblijven van de faculteit Diergeneeskunde. Promotiesessie Ter voorbereiding op de komende promotie werd door twee laatstejaars promovendi een artikel, dat onderdeel uitmaakt van hun proefschrift, met verve verdedigd. De opponenten en de voorzitter van de promotiecommissie, die in toga was gekleed, hadden zich allemaal zeer goed voorbereid. Iedere opponent begon met de gebruikelijke complimenten, het benadrukken van bepaalde zaken en het stellen van kritische vragen. “Geachte promovendus, in mijn ogen heeft u uitstekend gebruik gemaakt van de mogelijkheden die een dergelijke combinatie (kwantitatieve data met een kwalitatieve interview-studie) biedt.. . Mijn vraag betreft de kwalitatieve analyse. Ik zou graag van u horen waarom u de analyse vooraf al heeft willen structureren in plaats van meer exploratief open coderen?” “Welke adviezen kunt u geven over hoe moderators voor te bereiden op hun taak?”. En hoe zou u verschillen hebben kunnen toetsen op het „bericht-niveau?” Zo kwamen e-learning, het leren tijdens de coschappen en het aanleren van vaardigheden op een zeer leerzame wijze aan de orde. Na het gebruikelijke “Hora est” werd de plechtigheid afgesloten waarna met de aanwezigen de discussie op een meer informele wijze werd voortgezet. Meet-the-expert Zes experts met een uiteenlopende expertise op het gebied van medisch onderwijs hebben deelgenomen aan de meet-the-experts. Enkele voorbeelden van vragen, die in de groepen werden ingebracht waren: “Welke tijdschriften zijn handig voor mij om in te publiceren? Ik weet niet meer hoe ik verder moet met mijn data? Hoe kom ik aan de juiste literatuur?” Doordat de groepjes klein waren was er veel ruimte voor interactie. In een tweede sessie werden de experts gewisseld, om zo nog nieuwe vragen te behandelen. How to manage your supervisor, plenaire sessie Als laatste onderdeel van deze promovendidag nam Hans Sonneveld, van het Nederlands centrum voor promotieopleidingen, ons mee in een tour langs pieken en dalen die zich in promotietrajecten kunnen voordoen. In zijn ervaringen is de relatie tussen promovendi en begeleiders veelal gecompliceerd, met wederzijdse afhankelijkheden en ruimte voor misverstanden, het beiderzijds verbergen van zorgen, enz. Aan de hand van Mijn moeder en ik van Nancy Friday toonde hij, op lichtvoetige wijze, hoezeer de verhouding promotor - promovendus gelijkenissen kan hebben met de relatie van moeder en kind. Zoals de titel al doet vermoeden, kiest hij daarbij voor een perspectief waarin de promovendus zelf actief het initiatief neemt om, waar nodig, grote problemen te voorkomen. Geheel in die stijl werd vervolgens gediscussieerd over lastige situaties en hoe daarmee om te gaan. In de vorm van een brief aan een goede vriend/vriendin, die op punt staat aan een promotietraject te beginnen, zijn alle suggesties en adviezen die wij konden verzinnen, bijeen gebracht en verwoord. Misschien komt die ooit nog van pas om, wanneer de situatie zich voordoet, ook echt te gebruiken. De dag heeft veel promovendi weer nieuwe ideeën en positieve energie gegeven. Op het NVMO congres zal de promovendigroep een sessie leiden over de begeleiding van promovendi. Alle (nieuwe) promovendi zijn tevens van harte uitgenodigd voor de jaarlijkse promovendilunch op de eerste dag van het NVMO-congres. De presentaties over ethische toetsing en de begeleiding van promovendi zijn terug te vinden op http://www.nvmo.nl/ onder het kopje promovendi.
17
8
ASSOCIATION FOR MEDICAL EDUCATION IN EUROPE (AMEE)
Van 29 augustus tot en met 2 september 2008 vond in Malaga de jaarlijkse conferentie van de AMEE plaats. Het congres was georganiseerd in samenwerking met SEDEM, de Spaanse NVMO, en met een lokaal organiserend comité. Het SEDEM congres werd in het Spaans binnen het AMEE congres georganiseerd. Een aardige vorm van samenwerking (iets voor NL?). Dit keer opnieuw 2300 deelnemers uit 82 landen. Interessant was dat daarvan de helft voor het eerst kwam. Nieuw dit jaar waren de phd reports. In aparte sessies waren in totaal 8 dissertaties geselecteerd uit een groter aanbod. Als betrokkene bij de selectie van deze reports was het buitengewoon interessant hoe veel variatie er bestaat in de eisen van een dissertatie. Ik heb de indruk dat Nederland aan de erg strenge outputkant van het spectrum staat (zie ORPHEUS hieronder). Nieuw was ook de uitreiking van career awards. Henry Walton uit de UK voor zijn pionierswerk rond AMEE en WFME, Richard Cruess uit Toronto voor zijn werk op het gebied van professionalisme en Albert Oriol i Bosch uit Spanje voor zijn werk in AMEE en zijn rol in het Spaanse medisch onderwijs. Vermeldenswaard is dat de jonge onderzoekersprijs ging naar Pim Teunissen. Er was wederom bijzondere aandacht voor nieuwkomers in het medisch onderwijs. Naast de oorspronkelijke ESME cursus (Essential Skills in Medical Education ) is dit jaar gestart met een cursus op het gebied van onderzoek (RESME; Research Essentials in Medical Education), twee cursussen op het gebied van toetsing (FAME; Fundamentals of Assessment in Medical Education en ESME assessment) en een op het gebied van e-learning (Essential Skills in Technology Enhanced Medical Education (ESTEME). BEME ontwikkelt zich gestaag verder. De Universiteit van Warwick vormt nu het secretariaat van BEME. Het aantal aanmeldingen voor een BEME review is enorm. In toenemende mate moet men zich toeleggen op strengere criteria. Er is een beoordelingsgroepje in het leven geroepen die voorstellen gaan selecteren. Ook de AMEE guides lopen bijzonder goed. Trevor Gibbs is de man achter de guides. Het blijkt dat deze guides de meeste citaties krijgen en het hoogst prijken op downloadlijstjes van de tijdschriften. In de vergadering van de vergadering van de editorial board van Medical Teacher blijkt Nederland op de 3e plaats te staan, na de UK en de US. DE AMEE Guides gaan uitgebreid worden met guides op het gebied van onderzoek. Charlotte Ringsted neemt hierin het voortouw. Vermeldenswaard uit de Executive Committee vergaderingen is dat een initiatief is genomen tot een interactive community MedEdWorld. Het is de bedoeling uitwisseling van informatie te komen. Ook zal een systeem van vraag en aanbod in consultancies worden ontwikkeld. Het bestuur zal worden uitgebreid met een vertegenwoordiger van specialisten in opleiding. Ook noemenswaardig is de vermelding van het ORPHEUS rapport dat aanbevelingen doet over de harmonisatie en inrichting van het PhD traject in de biomedische wetenschappen. Het rapport is te vinden op: http://www.orpheus2009.org/position%20papers.html. AMEE als ontmoetingsplek was echter wederom goed geslaagd. De hoeveelheid officiële en officieuze bijeenkomsten van groepen en instituties was wederom groot. Malaga was een aangename stad en het conferentiecentrum professioneel. Heerlijke restaurants met onverwachte klezmer muziek maakten de stad zeer aangenaam. Het vinden van betaalbare goede locaties is een blijvend probleem. Volgende bijeenkomst zal zijn in Glasgow (4-8 september 2010), daarna Wenen en daarna mogelijk Marseille.
9
SAMENWERKING MET MEDICAL TEACHER
NVMO-artikelen, verschenen in Medical Teacher in 2008 en 2009: NVMO-Werkgroep Medische vervolgopleidingen - Scheele F, Teunissen P, Van Luijk S, Heineman E, Fluit L, Mulder H, Meininger A, Wijnen-Meijer M, Glas G, Sluiter H, Hummel T. Introducing Competency-based Postgraduate Medical Education in the Netherlands. Medical Teacher 2008; 30(3):248-253 - [solicited commentary] Ten Cate O. A national association for medical education serving the production of intellectual thought and development: introduction to the NVMO series. Medical Teacher 2008;30(3):235-236
18
NVMO-Werkgroep E-learning - Hols-Elders W, Bloemendaal P, Bos N, Quaak M, Sijstermans R, De Jong P. Twelve tips for computer-based assessment in medical education. Medical Teacher 2008;30(7):673-678 - [solicited commentary] Schuwirth L.The use of computer-based assessment. Medical Teacher 2008;30(7):651 NVMO-werkgroep Docentprofessionalisering - Molenaar WM, Zanting A, P.van Beukelen P, de Grave W, Baane JA, J.A.Bustraan JA, Engbers R, Fick ThE, Jacobs JCG, Vervoorn JM. A Framework of Teaching Competencies across the Medical Education Continuum. Medical Teacher 2009; 31:5,390-396 - [solicited commentary] Steinert Y. Mapping the teacher's role: The value of defining core competencies for teaching. Medical Teacher 2009;31(5):371-372 NVMO-werkgroep Portfolio - Dekker H, Driessen E, Ter Braak E, Scheele F, Slaets J, Van Der Molen T, Cohen-Schotanus J. Mentoring portfolio use in undergraduate and postgraduate medical education, Medical Teacher 2009;31(10):903-909 - [solicited commentary] Gans ROB. Mentoring with a formative portfolio: A case for reflection as a separate competency role. Medical Teacher 2009;31(10):883-884
NUTTIGE ADRESSEN Nadere informatie over de organisatie en activiteiten van de NVMO, de samenstelling van het bestuur, NVMO Congres, het Tijdschrift voor Medisch Onderwijs en de werkgroepen kunt u vinden op de website van de NVMO: http://www.nvmo.nl. Het secretariaat is te bereiken via e-mail
[email protected].
19